Omlegging Provinciale Weg Alphen. Richtlijnen Milieu-effectrapport. Gemeente Alphen-Chaam

Transcriptie

1 Omlegging Provinciale Weg Alphen Richlijnen Milieu-effecrappor Gemeene Alphen-Chaam 20 mei 1998

2 = = = = =I :;e :e =- = Inhoud Hoofdpunen Inleiding 2 Probleemselling, doe I en besluivomling 2.1 Probleemselling 2.2 Doel 2.3 Besluivomling 3 Voorgenomen aciviei en alemaieven 3. 1 Algemeen 3.2 Keuze van alemaieven 3.3 N ulalemaief/refereniekader 3.4 Mees milieuvriendelijk alemaief 4 Besaande milieuoesand, auonome onhvikkeling en milieu-effecen 4. 1 Algemeen 4.2 Landschap en culuurhisorie 4.3 Bodem en waer 4.4 Levende nauur 4.5 Geluid en rillingen 4.6 Veiligheid 4.7 Woon- en leefmilieu 5 Vergelijking van de aiemaieven 6 Leemen in infodnaie 7 Evaluaieprogranmla 8 Vonn en presenaie 9 Samenvaing van he MER Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Lijs van inspraakreacies en adviezen Overzich aanvullingen adviesrichlijnen Inspraaknoa I =

3 3 :3 :J :) ;J 3 3 = = 3» a».. Hoofdpunen Gedepueerde Saen van Noord-Braban hebben he voomemen om de provincia Ie \veg om de kern van Alphen e leggen. Voorwaarde daarbij is da evens herinriching van de komraverse plaasvind. Hiervoor word een milieu-effecrapporage (m.e.r.)-procedure gevolgd. De m.e.r. word gekoppeld aan de wijziging van he besemmingsplan voor he buiengebied van de voorn1alige gemeenen Alphen en Riel. He gemeenebesuur van Alphen-Chaam reed op als he bevoegd gezag. De belangrijkse onderdelen van he milieu-effecrappor (MER) voor deze aciviei zljn: De afsenm1ing van de voorgenomen aciviei me he regionale verkeersplan moe duidelijk in he MER worden beschreven. De keuze om de weselijke races nie verder in he MER ui e werken word in de sarnoiies voldoende onderbouwd. He ooselijke race moe zich baseren op: - he maximaal onlasen van de besaande raverse van zowel doorgaand verkeer als besenm1ingsverkeer; he aanal en de locaies van de oegangsroues naar de dorpskern; - alernaieve roues voor verkeerscaegorieen die geen gebruik mogen maken van de omlegging, me name (zwaar) landbouwverkeer; - he zoveel mogelijk sparen en daarnaas he hersellen van de droge en nae ecologische verbindingszones; - he handhaven en verbeeren van de fiesroues; - een goed gebruik van de ruime ussen de omleiding en de bebouwde kom: enerzijds moe er voldoende ruime zijn voor de ge\vense dorpsonwikkeling en anderzijds moe er zo \veinig mogelijk resruime over blijven. 11

4 ,,, 1 Inleiding Voor u liggen de richlijnen voor de inhoud van he Milieu-effecrappor (MER) omlegging provinciale weg Alphen, zoals deze zijn vasgeseld door de gemeene Alphen-Chaam. Gedepueerde Saen van Noord-Braban hebben he voornemen om de provinciale \\"eg om de kern van Alphen e leggen. Voorwaarde daarbij is da evens herinriching van de komraverse plaasvind. Hiervoor word een milieueffecrapporage (m.e.r.)-procedure gevolgd. De m.e.r. word gekoppeld aan de wijziging van he besenuningsplan 'buiengebied Alphen en Riel'. He gemeenebesuur van Alphen-Chaam reed derhalve op als he bevoegd gezag. Op 16 januari 1998 is me de kennisgeving van de sarnoiie in diverse kranen de e doorlopen m.e.r.-procedure voor de omlegging Alphen formee! gesar. De sarnoiie heef vanaf 19 januari voor een periode van vier weken in he gemeenehuis er inzage ge!egen. Gedurende deze periode was er de gelegenheid schrifelijk e reageren. In bijlage 1 is een overzich van de inspraakreacies en adviezen opgenomen. De inspraaknoa, \vaarin is verwoord hoe me de reacies op de sarnoiie ijdens he vervolg van de procedure zal \vorden omgegaan, is als bijlage 3 opgenomen. De sarnoiie en de (schrifelijke) reacies op de sarnoiie zijn gebruik bij he opsellen van he advies voor de richlijnen door de Conmlissie voor de Milieueffecrapporage. He doe! van he advies is om aan e geven welke infornlaie he MER moe bevaen om he mogejijk e maken he milieubelang volwaardig in de besluivornling mee e wegen. De adviesrichlijnen zijn aan de hand van de inspraakreacies, he advies van de overige \yeelijke adviseurs en aanvullende beleidsuigangspunen door de gemeene op enkele punen aangevuld. In bijlage 2 is, om een snelle vergelijking e kunnen maken ussen de adviesrichlijnen en de definiieve richlijnen, een kor overzich van deze aanvullingen opgenomen. 3

5 - \ 4 :j '1 1 '1,1 1 II '. '.,, C

6 J, I i 2 Probleemselling, doel en besluivorming 2.1 Probleemselling 2.2 Doel In de sarnoiie word aangegeven da de aanleiding voor de m.e.r. de hoge verkeersbelasing in de kom van Alphen is. Duidelijk word aangegeven waardoor deze verkeersbelasing veroorzaak word en hoe deze belasing zich in de oekoms zal onwikkelen. De N422 krijg een belangrijke verkeersfuncie ussen de AS8 en Belgie, mede er onlasing van een aanal min of meer parallelle roues (zoals Breda - Chaam - Turnhou) die verkeersluwer dienen e worden. He zal nodig zijn in he MER nader in e gaan op deze regionale verkeerssrucuur en de funcie van de N422 hierin. He doel van de voorgenomen aciviei word in de sarnoiie als voig verwoord: He onwikkelen van een dllllrzame oplassing vaar de verkeersprablemafiek in de kom van Alphen. Hierbij zllllen besaande vligarden enfuncies in he gebied zaveel moge/uk worden anzien en waar mage/uk verserk. Waar magelijk zal aansllliing vvorden gezach bu besaande plannen en aekamsige onwikkelingen. In he MER dienen de crieria e worden gedefinieerd (waaronder milieucrieria) waaraan de alernaieven zuben worden geoes zoda kan worden nagegaan in hoeverre deze voldoen aan de gekozen eisen van duurzaamheid (zie sarnoiie). Er dien e \vorden aangegeven \velke verkeersbelasing accepabel word geach voor de kom van Alphen en voor de nieuwe omleiding. Ook dienen de 'besaande \vaarden en nll1cies' nader e worden omschreven. De ruimelijke gevolgen voor Alphen (onsaan resruime, begrenzing gebied) horen deel van de doelselling ui e maken. 2.3 Besluivorming Kor moe "'orden aangegeven welke randvoonvaarden en uigangspunen (ruimelijke beperkingen, grenswaarden emissies e.d.) gelden bij di voornemen. Hierbij dien e \vorden venvezen naar de beleidsnoa' s, (onwerp-)plannen en ween, \\"aarin deze zijn of worden vasgelegd (zie ook inspraakreacie nununer 29, bijlage 1). De afsemming van de voorgenomen aciviei me de regionale verkeersplannen vraag speciale aandach. Aangegeven moe worden of er in (de omgeving van) he sudiegebied gebieden liggen, die op grond van milieuaspecen een speciale saus, funcie of \vaarde in he beleid hebben of krijgen, zoals bijvoorbeeld de wee ecologische verbindingszones en oosen van de kern van Alphen. Verder dien invulling gegeven e worden aan de provinciale uiwerking van he Compensaiebeginsel en aan de verdrogingsbesrijdingsaaksebing (zie ook inspraakreacies nummer 29 en 38, bijlage I). De consequenies hiervan voor de onwikkeling van alcmaieven moeen eveneens \vorden aangegeven. 5

7 4 Tevens moe beschreven \vorden welke maasaven voor de af\veging van alernaieven (bijvoorbeeld grens- en sreef\vaarden) aan he milieubeleid worden onleend. He MER dien aan e geven da he is opgeseld voor de wijziging van he besemmingsplan van he buiengebied van de voonnalige gemeene Alphen en Riel, hans Alphen en Chaam. Tevens kan \,"orden beschreven volgens welke procedure en welk ijdpad di geschied en \\"elke adviesorganen en insanies daarbij fonneel en infonneel zijn berokken. To slo moeen de besluien worden aangegeven die in een laer sadium nog moeen worden genomen om de voorgenomen aciviei e realiseren. 6 *

8 j ),,,» J 3 Voorgenomen aciviei en alernaieven 3.1 Aigemeen De voorgenomen aciviei en de alemaieven moeen worden beschreven voor zover deze gevolgen hebben voor he milieu. Hierbij verdien he aanbeveling om onderscheid e maken ussen acivieien die plaasvinden in de realisaiefase (inriching/aanleg) en de gebruiksfase (gebruik en beheer). Bij de beschrijving van de voorgenomen aciviei dien de plaas, aanal en vorm van de aansluiingen van de aan e leggen omlegging aan he besaande wegenne nader e "'orden uigewerk. Speciale aandach verdien de afwikkeling van he langzaam verkeer, me name he landbouwverkeer (zie verslag van de infomlaie- en inspraakavond op 27 januari 1998). Wanneer de omleiding nie voor hen oegankelijk zal zijn, kan di mogelijkerwijs negaieve effecen hebben op de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid op andere roues. Derhalve dienen mogelijke alemaieve roues e worden gezoch of gecreeerd. De komraverse mag daarbij naar he oordeel van de gemeene nadrukkelijk geen diens doen als alemaieve roue. De fysieke barriere die de omlegging vorm in de besaande verkeersbewegingen van moorvoeruigen, (brom)fiesers, voegangers en ruiers moe o een minimum worden beperk. Leebaarheidsbevorderende maaregelen To leefbaarheidsbevorderende maaregelen kunnen miigerende maaregelen en evenueel compenserende maaregelen worden gerekend. Per alemaief dien e "'orden aangegeven in welke mae de leefbaarheid langs he nieuwe en he besaande \yegelme verander. Duidelijk dien e worden aangegeven op welke wijze he comfor en de veiligheid van voegangers en fiesers word gehandhaafd, dan wei verbeerd. Di geld me name voor die punen waar de omlegging besaande of nieu\ye roues voor he langzaam verkeer kruis. Bij elk alemaief moe worden aangegeven welke prevenieve, miigerende en compenserende maaregelen worden geroffen (bijvoorbeeld maaregelen gerich op he reduceren van versoring, versnippering of vemieiging). Ais miigerende maaregelen dienen in ieder geval e worden ovef\vogen: maaregelen er vemlindering van de milieuschadelhinder in de besaande en geplande sedelijke omgeving, zoals (hogere) geluidsschemlenl-wallen; maaregelen er vemlindering van de milieu schadel-hinder in de landelijke omgeving, zoals faunapassages, aanpassing van de verliching, geluidwerende maaregelen in verband me de fauna, maaregelen er beperking van de schade aan de (geo-)hydrologische relaies. In he MER dien een ins chaing e worden gemaak van de effeciviei van deze maaregelen. Word de overlas en hinder als gevolg van de omlegging o een aanvaardbaar niveau gereduceerd? 7

9 8 3.2 Wa beref de landschappelijke inpassing is he voldoende om in eerse insanie een globaal onderzoek e doen naar he (half) verdiep aanleggen van de weg. Wanneer hiemi blijk da di geen reele varian is, hoef deze varian nie op deailniveau e \yorden uigewerk. Overigens bied een \yeg op maaiveldhooge de mogelijkheid om door laanbeplaning een landschappelijke verbeering e bewerkselligen. De voorgenomen aciviei heef effecen op wee ecologische verbindingszones ui de provinciale ecologische hoofdsmcuur. Voor nauurelemenen en nauurgebieden binnen de verbindingszone geld he compensaiebeginsel. Een compensaiemogelijkheid is bijvoorbeeld de eerder geuie beleidswens om de ecologische verbindingszone e hersellen door deze langs de omleggingsroue aan e leggen. Een andere mogelijkheid is een verserking van de ecologische en landschappelijke beekenis van de Dorpsloop (zie Ruimelijke sudie Alphen-Oos, Composiie 5 Sedenbouw B.V., sepember 1997, bladzijde 18). Keuze van alernaieven De keuze van de alemaieven is in de sarnoiie voldoende gemoiveerd (zie sarnoiie, paragraaf3.3, biz ). He afvallen van de weselijke alemaieven om redenen van behoud van nauur, landschap, culureel erfgoed en he in sand houden van he woon- en leefmilieu is duidelijk uigelegd. De ruime ussen de alemaieven Oos 1 en Oos 2 dien als he zoekgebied e worden beschouwd waarbinnen he race nader kan worden vasgeseld. He voorkeursalemaief dien zich e baseren op: he maximaal onlasen van de besaande raverse van zowel doorgaand verkeer als besenmlingsverkeer; he minimaliseren van overlas bij doorsnijding van bebouwingslinen; he aanal en de locaies van de oegangsroues naar de dorpskem; alemaieve roues voor verkeerscaegorieen die geen gebruik mogen maken van de omlegging, me name (zwaar) landbouwverkeer; he zoveel mogelijk sparen en daamaas he hersellen van de droge en nae ecologische verbindingszones; he handhaven en verbeeren van de fiesroues; een goed gebmik van de mime ussen de omleiding en de bebouwde kom: enerzijds moe er voldoende ruime zijn voor de gewense dorpsonwikkeling en anderzijds moe er zo weinig mogelijk resmime over blijven. Evenueel kan de moivering van de keuze van de alemaieven worden opgenomen in een apar hoofdsuk waarin meer informaie is opgenomen over de belangrijke keuzen bij de opselling van he MER. Bij de keuze van de alemaieven dien een verband e worden gelegd me de doelselling van he projec (zie paragraaf2.2 van deze richlijnen). Om een onderlinge vergelijking mogelijk e maken moeen de e vergelijken alemaieven o op hezelfde deailniveau worden uigewerk. In ieder geval moe he mees milieuvriendelijke alemaief worden beschreven. 'I '.,.,.., f C «

10 ,, " N ua I erna ief/referen ieka der He nulalemaief kan als nie reeel worden beschouwd, omda he nulalemaief geen oplossing bied voor de huidige en oekomsige verkeersproblemaiek. Daarom kan he MER volsaan me he beschrijven van de huidige milieusiuaie en de auo nome onwikkeling in he sudiegebied. Bij deze beschrijving moe he MER uigaan van onwikkelingen van de huidige acivieien in he sudiegebied en van besluien over nieuwe acivieien. Ais nie zeker is of bepaalde ingrijpende acivieien zuilen doorgaan of nie, dan kunnen evenueel verschiilende scenario's hiervoor worden gebruik. Mees milieuvriendelijk alernaief He mees milieuvriendelijke alemaief (nm1a) moe: realisisch zijn, da wil zeggen he moe voldoen aan de doelseilingen van de iniiaiefnemer, alsmede binnen zijn ofhaar compeenie liggen; uigaan van de bese besaande mogelijkheden er beschem1ing enlofverbeering van he milieu. Geadviseerd word om bij he onwikkelen van he mma een 'acieve' aanpak e volgen. Hiennee word bedoeld da eers de waarden van landschap, nauuf, culureel erfgoed en leefbaarheid in he gebied worden benoemd. He mma is dan he alemaief da maximaal deze waarden spaar of zelfs verserk. He mma moe me name ingaan op de aspecen veiligheid en bereikbaarheid voor zover van belang voor he langzaam verkeer. 9

11 Ii 10 d f I I, f f C «4 «

12 I 8, a 4 8esaande milieuoesand, auonome onwikkeling en milieu-effecen 4.1 Aigemeen De besaande oe sand van he milieu in he sudiegebied, inclusief de auonome on \yikkeling hiervan, moe ""'orden beschreven als referenie voor de e verwachen milieueffecen. Daarbij \yord onder de auonome onwikkeling versaan: de oekomsige onwikkeling van he milieu, zonder da de voorgenomen aciviei of een van de alernaieven word gerealiseerd. Bij deze beschrijving moe he MER uigaan van onwikkelingen van de huidige acivieien in he sudiegebied en van reeds genomen besluien over nieuwe acivieien (di kom overeen me de milieugevolgen van he nulalemaief / de refereniesiuaie). Hierbij kan worden gedach aan woningbouw, uibreiding bedrijvenerrein, ruilverkaveling en regionale verkeersplannen. Ais nie zeker is ofbepaalde ingrijpende acivieien zullen doorgaan ofnie, dan kurmen hiervoor verschillende scenario's worden gebruik. Bij de berekeningen van de milieueffecen moe worden uigegaan van de volgende invoergegevens: verkeersinensieien, gemiddelde rij snelheden, verkeerssamenselling per wegvak (o.a. landbouwverkeer en fiesverkeer) en de herkoms en besenmling van he (snel en langzaam) verkeer. Sudiegebied He sudiegebied (invloedsgebied) moe op kaar worden aangegeven en omva he race van de aan e leggen weg/wegen (inpassingsgebied) en de omgeving waarin effecen kunnen opreden. De komraverse behoor nadrukkelijk o he sudiegebied (zo \yord evens een beeld verkregen van de posiieve effecen van de omlegging). Per milieuaspec kan de omvang van he sudiegebied verschillen. De begrenzing van de sudiegebieden moe worden gemoiveerd en op kaar worden aangegeven. He sudiegebied voor he milieu-aspec geluid word beinvloed door significane veranderingen in de verkeersinensiei en -samenselling van he op de racedelen aansluiende verkeersnewerk. Een significane verandering in de inensiei op een wegvak kan daarbij arbirair geseld "'orden op een oename van en minse 30% of een afname van en minse 20% en opziche van de refereniesiuaie. Tevens moe op kaar een overzich worden gegeven van de in he sudiegebied gelegen gevoelige gebieden en objecen op he gebied van nauur, landschap en culuurhisorie. Refereniej aar Voor de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen moe een refereniejaar genom en \yorden. He refereniejaar word onleend aan de vigerende beleidsnoa's. Bij voorkeur \yord he jaar genomen, de planhorizon van SVV2. Daamaas dien he MER aan e geven of er groe veranderingen e verwachen zijn na he jaar

13 12 Type milieu-informaie Bj de beschrijving van de milieugevolgen dienen de volgende algemene richlijnen in ach e \yorden genomen: behalve direce effecen moeen ook afgeleide effecen worden beschreven zoals effecen van e iniieren veranderingen in ruimegebruik en grondsoffengebruik (bijv. bij gebruik van ophoogzand of grind); onzekerheden en Olmauwkeurigheden in de voorspellingsmehoden en in gebruike gegevens moeen worden vermeld; de manier \vaarop milieugevolgen zijn bepaald dien inzichelijk en conroleerbaar e zijn door he opnemen van basisgegevens in bijlagen of expliciee verwijzing naar geraadpleegd achergrondmaeriaal; vooral aandach moe beseed worden aan die effecen die per alernaief verschillen of die welke de geselde normen (bijna) overschrijden; minder gangbare voorspellingsmehoden moeen worden gemoiveerd. Bij onzekerheden over he \vel of nie opreden van effecen moe in ieder geval he slechse denkbare scenario (wors case) worden gebruik. Ook dien een indicaie e worden gegeven van mogelijke effecen van voorzienbare secundaire ruimelijke onwikkelingen die door de alernaieven gelniieerd of gesimuleerd kunnen worden (,vervolgeffecen '). De volgende paragrafen bevaen aandachspunen voor deze milieuaspecen. 4.2 Landschap en cuiuurhisorie He gaa hierbij om de ruimelijke srucuren en paronen en de landschapsypen en de culuurhisorisch (inclusief archeologisch) belangrijke objecen. De belangrijkse aspecen, waar aandach aan beseed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn: (verandering in) de ruimelijke srucuur (grooschaliglkleinschalig; open/gesloen) en de funcionele paronen; aanwezigheidlaanasing van culuurhisorische elemenen en paronen, zoals oude bewoningsplaasen, verkavelingsparonen, bebouwingsparonen, wegenparonen, beplaningsparonen: aanasing/mogelijkheden voor uibreiding van gebieden me een speciale beleidssaus, funcie of waarde (onder andere \vaardevolle culuurlandschappen, zie ook paragaaf 2.3 van deze richlijnen). Gezien de hoge o zeer hoge archeologische verwaching van he gebied rond Alphen word aanbevolen om een Aanvullende Archeologische Invenarisaie ui e voeren (zie ook inspraakreacie nul1ill1er 20, bijlage 1). Indien di vooronderzoek ijdig is afgerond dienen de resulaen nog e worden meegenomen in he MER. i' : «C C 4 «C (

14 Bodem en waer He gaa hierbij om de kwaliei, de uierlijke verschijningsvonn en de opbouw van de bodem en, indien relevan, de diepere ondergrond en de kwaliei en beweging van he samenhangende grond- en oppervlakewaer. De belangrijkse aspecen, waar aandach aan beseed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn: aanwezigheid van en invloed op bodem- en grondwaerbeschenningsgebieden; gevoeligheid voor en verandering in grondmechanische processen (zeing); besaande en oekomsige bodem- en grond\vaerkwaliei. Hierbij moe rekening \\"orden gehouden me doorsnijding of bernvloeding van veronreinigde locaies nabij he race/de races; besaande en oekomsige grondwaerhuishouding (verdroging/vemaing, grond \\"aerpeil, kwellinfilraie) en sromingsparonen (zie ook inspraakreacie nummer 29, bijlage 1); besaande en oekomsige oppervlakewaerkwaliei en -huishouding; besaand en oekomsig relief: invloed op he bodemarchief, aanasing van de bodemopbouw, van zeldzame geologische lagen of bodemypen. 4.4 Levende nauur De belangrijkse aspecen, waar aandach aan beseed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn de doorsnijding en aanasing van besaande en gewense ecologische zones en verbindingen. 4.5 Geluid en rillingen ) ) ) ) De belangrijkse aspecen, \\"aar aandach aan beseed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn: de geluidsbelasing (inclusief die van de andere relevane bronnen zoals andere \\"egen, indusrie en gemooriseerde recreaie), zo mogelijk berekend me behulp van he referenieniveau van he omgevingsgeluid 1 ; de niveaus en gevolge van evenueel aanwezige nie-omgevingseigen bronnen (zie IL-HR-lS-Ol); geluidsaneringssiuaies: he me geluid belase oppervlak d.m.v. conouren; he aanal gehinderden, bijvoorbeeld ui e dmkken me behulp van de populaiehinderindex (PHI) of via de dosis-effecrelaies van VROM: 1 Di ni vau din op n voldond aanal rprsnaive pun en \Vordn bpaald in overen sknulling me d rgds van leg-rappor IL-HR-JS-Ol (1981). Voor silegebiedn zou de gduidsbdasing in all gvallnmd bhujp van h reereninivau moeen \Vordn aanggven.

15 , 4.6 de venyache verlaging van he geluidsniveau bij de huidige raverse door de dorpskem en de verandering van he geluidsniveau bij de oeleidende wegen en de niemy aan e leggen weg: besaande en geplande geluidgevoelige objecen en gebieden (woon-, nauur-, sile-, relaieve sille- en recreaiegebieden) en de invloed daarop; rillingshinder of -schade (niveau en bereik) en gevolg van he verkeer of andere relevane bronnen (voor wegen he aanal woningen en rillingsgevoelige bebouwing binnen circa 50 m van de weg, me schaling van he schaderisico). Bij de berekeningen moe zo veelmogelijk rekening worden gehouden me de werkelijke e venvachen veranderingen in de verkeerssamenselling en de verdeling van voeruigbewegingen over he emaal en over de week. Ais de verkeersinensiei of -samenselling duidelijk verschil voor verschillende uren van de dag, dagen van de week, respecievelijk perioden van he jaar moeen die verschillen en de invloed daarvan op de geluidsbelasing worden vermeld. De berekeningen moeen worden uigevoerd overeenkomsig he Reken- en Meevoorschrif Verkeerslawaai van de We geluidshinder. Bij de bepaling van he aanal (al dan nie emsig) gehinderden en akoesisch ruimebeslag, evenueelme geluidafschennende voorzieningen, mag geen rekening worden gehouden me de afrek ingevolge arikel 103 van de We geluidshinder. Veiligheid Risico's waaraan de gebruiker van de weg word bloogeseld moeen kwaliaief worden beschreven, voor zover da voor de vergelijking van de race-alemaieven relevan is, De belangrijkse aspecen, \\'aar aandach aan beseed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auonome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn: veranderingen in de individuele risico-conourafsanden voor de grenswaarde en de sreefwaarde 10- ; indicaie van verandering in he groepsrisico; de venyache verbeeringen van de verkeersveiligheid: hierbij dien me name e \\'orden ingegaan op roondes, agrarisch verkeer, de maximumsnelheid en he fiesverkeer. 14, f " 'f I f c

16 Woon- en leefmilieu He \\"oon- en leefmilieu beref de cumulaieve gevolgen van ongelijksoorige milieuaspecen [(geluid, rillingen, (verkeers)veiligheid, barrierewerking, landschapsbeeld (indusiefvisuele hinder), gedwongen verrek (sloop van huizen)] op de gezondheid en de sociale omsandigheden van mensen die in he sudiegebied verblijven, vooral de bewoners. He gaa daarbij overigens nie aileen om he woonen leefmilieu in he sedelijk gebied, maar ook om da in de landelijke omgeving. In he MER moe in een apare paragraaf explicie worden aangegeven op welke wijze de milieu-effecen gevolgen hebben voor bewoners van in de direce omgeving van de races gelegen woningen, zoveel als mogelijk uigedruk in objecieve nom1en. De belangrijkse aspecen, waar aandach aan be seed moe worden bij de beschrijving van de besaande milieuoesand, de auo nome milieuonwikkeling en de milieueffecen zijn: de funcioneel-ruimelijke relaies in he gebied of in deelgebieden (bijvoorbeeld de mees gebruike roues naar school en winkels), barrierewerking van de infrasrucuur: de funcie van de 'resruime' die onsaa bij de aanleg van de omlegging; besaande en oekomsige algehele hinderbeleving (geluidshinder, rillingshinder, sociale onveiligheid, visuele hinder); ged\\"ongen verrek door sloop van woningen; kwaliaieve aanduiding van gevoelige gebieden (o.a. woongebieden en nauurgebieden) bij calamieien en indicaieve aanduiding van de risico's. Hoe\\"el di geen verplich onderdeel van he MER uimaak, word aanbevolen om ook de effecen als gevolg van doorsnijding van agrarische bedrijven inzichelijk e maken.

17 16 C 4 C «C f c f C C (

18 , :'j 17 l :j J J I :I.. i 5 Vergelijking van de alernaieven De milieueffecen van de voorgenomen aciviei en de alemaieven moeen onderling en me de referenie worden verge!eken. Doel van de vergelijking is inzich e geven in de mae waarin, dan wei de esseniele punen waarop, de posiieve en negaieve effecen van de voorgenomen aciviei en de alemaieven verschillen. Vergelijking moe bij voorkeur op grond van kwaniaieve infonnaie plaasvinden. Bij de vergelijking moeen de doe!sellingen en de grens- en sreefwaarden van he milieube!eid worden berokken. Hoewel di geen verplich dee! van he MER uimaak, word aanbevolen een indicaie e geven van de kosen van de verschillende alemaieven.

19 18 (

20 19 ;.. 3a :i :»» 3 = = :a j = j ;,i 6 Leemen in informaie He MER moe aangeven over welke milieuaspecen geen informaie kan worden opgenomen vanwege gebrek aan gegevens. Deze invenarisaie moe worden oegespis op die milieuaspecen, die (vermoedelijk) in verdere besluivorming een belangrijke rol spelen. Op die manier kan worden beoordeeld, wa de consequenies moeen zijn van he gebrek aan milieu-infom1aie. Beschreven moe worden: welke onzekerheden zijn blijven besaan en wa hiervan de reden is; in hoeverre op kore em1ijn zou kunnen worden voorzien in de leemen in infom1aie: hoe emsig leemen en onzekerheden zijn voor he e nemen beslui; de consequenies die leemen en onzekerheden hebben voor he beslui.

21 20

22 =.. 21 : ::J :J =a 'a...'i.i 7 Eva I uaieprog ramma He gemeenebesuur van Alphen-Chaam moe bij he beslui over he besenuningsplan 'buiengebied gemeene Alphen en Riel' aangeven op welke wijze en op welke emlijn een evaluaieonderzoek verrich zal worden om de voorspelde effecen me de daadwerkelijk opredende effecen e kunnen vergelijken en zo nodig aanvullende miigerende maaregelen e reffen. He verdien aanbeveling, da Gedepueerde Saen van Noord-Braban in he MER reeds een aanze o een progranmla voor di onderzoek geef, omda er een serke koppeling besaa ussen onzekerheden in de gebruike voorspellingsmehoden, de geconsaeerde leemen in kennis en he e verrichen evaluaieonderzoek..-

23 22 4,, f f ««4

24 D l l 8 Vorm en presenaie 23 ;}, : I ; Bijzondere aandach verdien de presenaie van de vergelijkende beoordeling van de alemaieven. De onderlinge vergelijking dien bij voorkeur e worden gepreseneerd me behulp van abellen, figuren en kaaren. Voor de presenaie word verder aanbevolen om: he MER zo beknop mogelijk e houden, onder andere door achergrondgegevens (die condusies, voorspellingen en keuzen onderbou\ven) nie in de hoofdeks zelf e vermelden, maar in een bijlage op e nemen; een verklarende woordenlijs, een lijs van gebruike afkoringen en een lierauurlijs bij he MER op e nemen; gebruik e maken van kaaren (zoals oponiemenkaar) en andere visuele hlllpmiddelen (zoals foo 's, ekeningen en schesen) opografische namen goed leesbaar \\'eer e geven en een dllidelijke legenda erbij e voegen.

25 24

26 . 25. ';) ::J :!j :3 11 '1J 3 : Samenvaing van he MER De samenvaing is be deel van he MER da vooral word gelezen door besluivonllers en insprekers en he verdien daarom bijzondere aandach He moe als zelfsandig documen leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van he MER. Daarbij moeen de belangrijkse zaken zijn weergegeven, zoals: de hoofdpunen voor de besluivorming (zie ook de hoofdpunen van deze richlijnen); de voorgenomen aciviei en de alemaieven (in eks en beeld); de belangrijkse effecen voor he milieu bij he uivoeren van de voorgenomen aciviei en de alemaieven; de vergelijking van de alemaieven en de argumenen voor de selecie van he nuna: belangrijke leemen in kelmis. '3 :3 a - :S

27 :) ;0 ;0 Bijlage 1 Lijs van inspraakreacies en adviezen =- :8 :8 :8 :8 :8 :8 :8 :8 :e,:i

28 Lijs van inspraakrcacies en adviezen nr. daum persoon of insanic plaas daum van onvangs Cic. m.c.r. I Eersaanwezend Ingenieur Direceur Breda van de Direcie Braban van de Vasgoedbeheer en ingenieursdiens van he Miniserie van Defensie A.F.M. Peers-Wildhagen Alphen J. Bemaers-Schellekens Alphen G. van Hoek Alphen C. Foesenek Alphen Provinciale Planologische Commissie 's-herogen Noord-Braban bosch Burgemeeser en Wehouders van de Gilze Rijen gemeene Gilze en Rijen Burgemeeser en Wehouders van de Baarle-Nassau gemeene Baarle-Nassau P.W.M. Vermeen Alphen Combiex Geerruidenberg b.v. Geerruiden ,- berg II H.G.W. Vissers Alphen A. de Jong Alphen Buurschap Terhonksa Alphen Familie van Asen Alphen Buurbewoners Alphen-Noord Alphen Winkeliersvereniging Alphen Alphen M.W. Timmermans Alphen A. Keij Alphen H. Comellissen Alphen Rijksdiens voor he Oudheidkundig Amersfoor Bodemonderzoek Nauurvereniging Mark en Leij Chaam

29 nr. daum persoon of insanie plaas daum van onvangs Cie. m.e.r Vereniging voor Milieubeschenning Baarle-Nassau A.W.M. Hendrickx W. KIijger 25. Auobedrijf Smulders Alphen Baarle-Nassau Alphen :I C. Foesenek en 70 andere bewoners M.A. Lauwers B. Cools en R. Horevoors Miniserie van Landbouw. Nauurbeheer en Visserij. direcie Zuid Provincie Noord-Braban 31. W.F. Boon 32. H. Laureijssen 33. P. van Roozendaal 34. Roelands Landbouwmachines B.V. 35. J.M.M.G. van Dijk 36. Weijmans-Lauwers 37. F. de Wi 38. Hoogheemraadschap van Wes-Braban Alphen Alphen Eindhoven Verslag van de infonnaie-/inspraakavond 's-herogenbosch Alphen Alphen Alphen Alphen Alphen Alphen Alphen Breda Alphen , 3,, 4 f 4

30 , ) ;) ) ) ), I ) I I D 0 I g ",. I Bijlage 2 Overzich aanvullingen adviesrichlijnen Navolgend is een kor overzich gegeven van gemeenelijke inbreng in de richlijnen, in aanvulling op he Advies voor de richlijnen van de Commissie voor de Milieueffecrapporage. Op basis van de inspraakreacies: in he MER moe in een apare paragraaf explicie worden aangegeven op welke wijze de milieu-effecen gevolgen hebben voor bewoners van in de direce omgeving van de races gelegen woningen, zoveel als mogelijk uigedruk in objecieve nomlen; ook voor de agrarische bedrijven die snijschade ondervinden door de omlegging, dien explicie inzichelijk e worden gemaak op welke wijze en in welke mae effecen opreden; ook moe ui he MER explicie blijken op welke wijze de overlaslhinder van de omlegging, voor zover deze is vasgeseld, o een aanvaardbaar niveau word gereduceerd; de fysieke barriere die de omlegging voml in de besaande verkeersbew'egingen van moorvoeruigen, (brom)fiesers, voegangers en ruiers moe o een minimum worden beperk; eneinde een goede beoordeling van he aanwezige bodemarchief mogelijk e maken, dien een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een Aanvullende Archeologische Invenarisaie (AAI) plaas e vinden, welk onderzoek deel kan uimaken van he op e sellen MER; de Provinciale uiwerking van he Compensaiebeginsel dien in ach e worden genomen in he op e sell en MER; in he MER dien e worden onderzoch w"elke hydrologische effecen als gevolg van de aanleg van de omlegging plaashebben en in welke mae de ingreep door he nemen van maaregelen kan bijdragen aan de verdrogingsbesrijdingsaakselling. Aanvullende beleidsuigangspunen gemeene: he sudiegebied voor de Milieu-effecrapporage dien zich nie e beperken o he gebied \\"aar de omlegging van de provinciale weg zal \vorden aangelegd; ook de komraverse dien onderdeel ui e maken van he sudiegebied; als bepaalde caegorien van \\"eggebruikers door de provincie worden uigesloen van gebruikmaking van de omlegging (bijvoorbeeld (zwaar) landbou\vverkeer), dien in he MER-onderzoek e worden ge\vaarborgd da alemaieve roues beschikbaar zijn. Hierbij word opgemerk da de komraverse nie als alemaieve roue word aangewezen.

31 Bijlage 3 Inspraaknoa

32 . ';D ':I : :,. ':I : ;0 Omlegging Provinciale Weg Alphen Inspraaknoa Gemeene Alphen-Chaam =I =0 3j :.;0» 20 mei J. 31..;11 ARCADIS HEIDEMIJ ADVIES ili5\\ o,,} Ii'O' Ons kwalieissyseem is ISO 9001 gecerificeerd

33 ", I,. I I I I I I G I " D Inhoud ARCADIS Inleiding 2 Procedure en conununicaie 2.1 He hoe en waarom van de m.e.r.-procedure 2.2 Inspraak: nu en in de oekoms 3 Doel, beleid en uigangspunen 4 Voorgenomen aciviei, alemaieven en varianen 4. 1 Welke omleggingen worden onderzoch en waarom? 4.2 Aansluipunen en kruisingen 4.3 Langzaam verkeer 5 Effecbeschrijving en -vergelijking 6 Schade 7 Reacies versreke infom1aie Bijlage 1 Brieven me gerubriceerde algemene vragen

34 ARCADIS

35 == = =- = = =- = = =I = :ri :g :g JI II li JI 'ia :Q J1a j) 1 Inleiding Voor u lig de inspraaknoa omlegging provinciale weg Alphen. Deze noa vom1 een bijlage bij de richlijnen voor he Milieu-effecrappor (MER) en is opgeseld door he Bevoegd Gezag, de gemeene Alphen-Chaam. Wa vooraf ging Op 16 januari 1998 is me de kennisgeving van de sarnoiie in diverse kranen de e doorlopen m.e.r.-procedure voor de omlegging Alphen formeel gesar. De sarnoiie heef vanaf 19 januari voor een periode van vier weken in he gemeenehuis er inzage gelegen. Gedurende deze periode was er de gelegenheid schrifelijk e reageren. Tijdens de op 27 januari georganiseerde informaie-avond besond de mogelijkheid om vragen e sell en en infom1aie e verkrijgen. De schrifelijke reacies op de sarnoiie zijn reeds gebruik bij he opsellen van he advies voor de richlijnen door de Commissie voor de Milieu-effecrapporage. De inspraakreacies, de sarnoiie en he advies van de Conm1issie en de overige,yeelijke adviseurs vonnden de basis voor de richlijnen voor de inhoud van de ProjecnoaiMER, zoals deze door de gemeene zijn vasgeseld. Wa kun u van deze noa venvachen? In deze noa is aangegeven hoe me de reacies op de sarnoiie ijdens he vervolg van de procedure zal worden omgegaan. Vanwege he groe aanal inspraakreacies is er in deze noa nie voor gekozen om elke reacie afzonderlijk e beanwoorden. In vee I brieven zijn nameluk de zelfde of nagenoeg de zelfde vragen geseld. Deze zijn samengevoegd o "algemene vragen" om e voorkomen da de zelfde vraag vele keren,yord beanhvoord. He samenvoegen van vragen kan echer leiden o een verlies van nuance. Waar nodig is derhalve geprobeerd om deze nuance zoveel mogelijk e behouden door een onderverdeling in "subvragen". De algemene vragen en subvragen zijn geordend in een aanal hoofdsukken. Elk hoofdsuk behandeld soorgelijke algemene vragen. De hoofdsukindeling kom in groe lijnen overeen me de sarnoiie. Ter,ville van de herkenbaarheid van de reacies zijn aanvullend wee exra hoofdsukken opgenomen: "schade" en "reacies op versreke infom1aie". Bij he beanwoorden van de vragen zijn de omleggingsalemaieven als bekend veronderseld. In de sarnoiie is aangegeven wa word versaan onder Wes 1, Wes 2, Oos 1 en Oos 2. Hoe vind u anwoord op uw vraag? In bijlage 1 van deze inspraaknoa vind u een overzich van insanies en personen die schrifelijk hebben gereageerd op de sarnoiie. De insprekers kunnen acher hun naam nununers van algemene vragen vinden. Deze nun.;n1rs geven aan waar de inspreker he anwoord kan vinden op de door hem of haar geselde vragen. He is dus mogelijk da u als inspreker op verschillende plaasen anwoorden vind. Di kom omda u dan in my brief verschillende opmerkingen heb gemaak die zijn oebedeeld aan meerdere algemene vragen. 5 ARCADIS

36 6 In verband me de gekozen sysemaiek is he aan e bevelen om ook de anwoorden e lezen van vragen binnen he zelfde hoofdsuk. Welke vragen worden nie beanwoord? De inspraaknoa gaa nie (uivoerig) in op een aanal inspraakreacies. Daar zijn de volgende 6 hoofdredenen voor e noemen: 1. In veel reacies worden (persoonlijke) voorkeuren of bezwaren uigesproken en aanzien van de in de sarnoiie geseleceerde oplossingen. Op di momen is de keuze van een van deze oplossingen nog nie aan de orde. Pas wanneer de resulaen van de ProjecnoaiMER bekend zijn, kunnen voorkeuren worden aangegeven. De argumenen die zijn genoemd om de voorkeur dan wei he bezwaar e onderbouwen \vorden wei meegenomen bij he opsellen van he beoordelingskader om de oplossingen e kunnen beoordelen en vergelijken. 2. In andere reacies word he belang ondersreep van zaken die in de sarnoiie reeds zijn genoemd. Deze reacies vormen een belangrijk signaal da naar de juise oplossingen en effecen word gekeken. In deze noa is echer volsaan me een verwijzing da deze oplossingen of effecen inderdaad worden onderzoch. 3. In sonlllige brieven word gedeailleerd ingegaan op zaken als inriching, groensroken, beweg"v'ijzering, \vaerafvoer en de ligging van afzonderlijke percelen en de onsluiing hiervan. In de sarnoiie zijn de alemaieven en varianen aangeduid op een bepaald globalieisniveau. In de loop van de m.e.r. procedure worden de oplossingen seeds gedeailleerder onderzoch en uigewerk. He is daarom in deze fase van de sudie nog nie goed mogelijk om deze vragen me he gevraagde deailniveau e beanwoorden. De beanwoording van de vragen vind in deze noa plaas op he globalieisniveau da pas bij de fase \vaarin de su die momeneel verkeer. 4. In enkele brieven word gevraagd naar zaken die min of meer los saan van de m.e.r.-procedure. He beref bijvoorbeeld de mogelijkheden voor de verplaasing van een anksaion. Deze zaken zullen dan ook onafhankelijk van de m.e.r. procedure worden afgehandeld me de bereffende inspreker. 5. In diverse brieven word uisluiend gemeld da de sarnoiie in behandeling is of da er geen opmerkingen zijn. 6. Diverse inspraakreacies zijn nie meer relevan omda de weselijke omleggingen reeds zijn afgevallen. He beref bijvoorbeeld de doorsnijding van een muniieveiligheidszonering en van belangrijke archeologische waarden door Wes 1. ARCADIS

37 :. 7 2 Procedure en communicaie»»»»».. ;JD.,JD :.0.'; ARCADIS He hoe en waarom van de m.e.r.-procedure 1. Waarom is ondanks he raadsbeslui ui 1996 och een me.r.-procedure gesar? (briefnunmlers 5, 18,26,27,28) Op 28 november 1996 is door de Gemeeneraad van de oenmalige gemeene Alphen en Riel besloen om een omlegging rond Alphen e rea1iseren confonn he race Oos 2 (ruime ooselijke boog). De provincie 1aa vervolgens per biefween zich e kunnen vinden in de gekozen oplossing. He door de Raad vasgeselde race is verder uige\verk in he Algemeen Teclmisch Plan (ATP) da begin 1997 is afgerond. Vi de daarover gevoerde discussies me belanghebbenden en ussen de gemeene enerzijds en de provincie anderzijds bleek da onvoldoende infonnaie me berekking o verkeers- en milieu-effecen voorhanden was om alle gerezen vragen afdoende e kunnen bean\voorden. Bovendien bleek bij een analyse van he Beslui milieu-effecrapporage ui 1994 (onderdeel van de We Milieubeheer) da de omlegging van de provinciale weg bij Alphen als een m.e.r.-plichige aciviei kan worden aangemerk (in bijlage 3 van de sarnoiie is di nader gemoiveerd). Om hierover meer zekerheid e krijgen heef de Provincie Noord-Braban overleg gevoerd me de MER-coordinaoren van andere provincies, me medewerkers van de afdeling MER van he miniserie van VROM en me mede\verkers van de Conmlissie voor de Milieu-effecrapporage. De conclusie was helder: men was unaniem van mening da de om1egging Alphen als een m.e.r. plichige aciviei kan worden beschouwd. Door bovensaande links e laen liggen en verder e gaan me he uiwerken van race Oos 2 besaa bovendien een groo risico da als daadwerkelijk me de uivoering kan worden begomlen, als gevolg van reacies van belanghebbenden, alsnog een m.e.r.-procedure moe worden doorlopen. Di resuleer in een aanzienlijk ijdsverlies me als gevolg da de knelpunen in de kom gedurende langere ijd blijven besaan. Derhalve is besloen om aansluiend op he raadsbeslui de m.e.r.-procedure e doorlopen. 2. Wa is nu nog de beekenis van he raadsbeslui ui 1996 voor Oos 2? (briefnunmlers 5, 26, 27, 28, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37) He in 1996 genomen raadsbeslui voor race Oos 2 is gebaseerd op de infomlaie die op da momen voorhanden was. He is goed mogelijk da als gevolg van de m.e.r.-procedure nieuwe, meer gedeailleerde infonnaie beschikbaar kom. Op basis van deze nieuwe infomlaie kan evenueel een afwijkende keuze worden gemaak. Di beeken nauurlijk nie da de argumenen die hebben meegespeeld bij de keuze van de Gemeeneraad voor Oos 2, opeens van afel zijn. Deze argumenen blijven besaan. Korom, he desijds genomen beslui blijf besaan en hiervan word aileen afge\veken indien hiervoor goede argumenen zijn.

38 8 3. Is een wijziging van hel beslemmingsplan alijd m.e.r.-plichig? (briefnunmlers 5, 26, 27, 28) Een wijziging van he besemmingsplan is op zichzelfnie m.e.r.-plichig. He is de voorgenomen aciviei, de omlegging van de provinciale weg Alphen, die m.e.r. plichig is bevonden. De m.e.r.-plich \vord alijd gekoppeld aan he eerse beslui of ruimelijke plan waarin de mogelijke aanleg word voorzien. In di geval is da de \\"ijziging van he vigerende besemmingsplan. De procedure is globaal als voig. In de ProjecnoaIMER worden de (milieu-) effecen van verschillende alemaieven beschreven en vergeleken. Mede op basis van deze infomlaie word een voorkeursalemaief gekozen. Op basis van di voorkeursalemaiefword he besemmingsplan herzien. 4. Word hel voorkeursallernaief gekozen door de gemeene of de provincie? (briefnunullers 5, 26, 27, 28) In eerse insanie maak de provincie als iniiaiefnemer (he beref immers een provinciale weg) een keuze ui de verschillende alemaieven. He uieindelijke beslui zal worden genomen door Gedepueerde Saen, doch nie eerder dan da de gemeeneraad zich ingevolge van he bepaalde in de We milieubeheer heef uigesproken over de aanvaardbaarheid van de ProjecnoalMER. De gemeene is inmlers he bevoegd gezag in he kader van he besenuningsplan. Di beeken da de Gemeeneraad zich, nada he MER aanvaardbaar is bevonden en de provincie een keuze heef gemaak, eveneens moe uispreken over de en behoeve van de omlegging benodigde wijziging van he besenmlingsplan. Concluderend kan dus geseld worden da pas kan worden gesar me de aanleg van de omlegging als zowel de gemeene als de provincie akkoord gaan me een van de omleggingsalemaieven. 5. Op welke ermijn zullen de plannen voor de rondweg daadwerkelijk worden uigevoerd? (briefnunuller 10) He momen waarop de uivoering daadwerkelijk kan saren is nog nie exac aan e geven. De omlegging is inmiddels door de provincie als plansudie opgenomen in he 'Meerjarenprogranuna Verkeer, Vervoer en Infrasrucuur '. Conform een eerse glob ale planning van de provincie word uigegaan van de sar van de uivoering aan he einde van he jaar De omlegging kan dan medio 2002 gereed zijn. ARCADIS

39 :g :g :g' :g :g JO ljj :g :g :g JJI :g :g JJI lj» II 2.2 Inspraak: nu en in de oekorns 6. Waarom zijn bewoners nie persoonlijk op de hooge gebrach van de sand van zaken en de mogelijkheid o inspraak en waarom was de reacieermijn ZO kor? (briefnunmlers 5, 13, 26, 27, 28) Bij he organiseren van de inspraak heef de gemeene de in he kader van m.e.f. gebruikelijke procedure gevolgd: he organiseren van een informaie-avond gecombineerd me een kennisgeving in diverse kranen. Deze relaief onpersoonlijke aanpak is noodzakelijk omda leerlijk iedereen mag inspreken. He is in de prakijk erg lasig om een objecieve selecie e maken ui de brede groep belanghebbenden en deze persoonlijk op de hooge e brengen. Bij de er inzage legging is de sandaard ermijn van vier weken gehaneerd. Deze emlijnen zijn vasgeseld om enerzijds e zorgen da vo1doende mogelijkheid besaa om e reageren en anderzijds e voorkomen da de och allange procedure nog meer ijd in beslag neem. 7. In de oekoms wi! ik ook graag direc op de hooge worden gehouden en kunnen reageren op de onwikkelingen me berekking o de rondweg. (briefnunmlers 5, 13, 16,24,26,27,28) Confoml de fomlele m.e.r.-procedure krijg u na afronding van de ProjecnoaiMER opnieuw de gelegenheid in e spreken. De inspraak zal wederom door de gemeene worden georganiseerd. Er word naar gesreefd om de ProjecnoaIMER en he on\\"erp-besenmlingsplan gelijkijdig er visie e leggen. Opmerkingen kunnen echer slechs berekking hebben op he nie voldoen van de inhoud van de ProjecnoaiMER aan de daarvoor \\"eelijk geselde regels en de opgeselde richlijnen of op onjuisheden in he rappor. Naas deze fomlele inspraak is de gemeene voomemens belanghebbenden informeel op de hooge e houden door middel van he insellen van een zogenaamde klankbordgroep. In deze klankbordgroep krijgen veregemvoordigers van de diverse belangengroeperingen ziing (bewoners, nauur- en landschapsorganisaies, eceera). De klankbordgroep zal waarschijnlijk weemaal bijeenkomen. Tijdens deze bieenkomsen krijgen de belanghebbende groeperingen informaie over de sand van zaken en aanzien van de ProjecnoaiMER en besaa de mogelijkheid om (infonlleel) ideeen en wens en e uien. He daadwerkelijke opsellen van de Projecnoa/MER en de hierin e l11aken keuzes blijf uieraard een veran\\"oordelijkheid van de iniiaiefnel11er en he projeceal11 (\vaarin l11edewerkers van provincie en gel11eene ziing hebben). 9 )I 1J ARCADIS

40 ARCADIS 10

41 11. :» 3 Doel, beleid en uigangspunen 8. In he kader van vermifdbaar auogebruik (een doelselling ui he Provinciaal verkeers- en vervoerplan) dien in de ProjecnoalMER ook aandach e worden geschonken aan de e reffen maaregelen op de besaande raverse door de kom en he behouden en verbeeren van he gemeenelifkefiesnewerk. He definiieve cenrumplan dien gelifkifdig me he eindconcep van de ProjecnoalMER e worden afgerond. (briefnunu11ers 16, 30) Een belangrijk uigangspun bij he realiseren van de omlegging is he reffen van verkeersmaaregelen in de kom. Inmlers, he hoofddoel van de omlegging is he verbeeren van de leefbaarheid in de kom van Alphen. Zowel de effecen er plaase van de omlegging a1s in de kom zullen worden beschreven. De daadwerkelijke inriching van de komraverse en evenuele overige maaregelen in de kom zullen na afronding van de ProjecnoaJMER, egelijk me he verkozen omleggingsalemaief, nader \yorden uigewerk Ook he behouden en waar mogelijk verbeeren van he gemeenelijke fiesnewerk vonll een belangrijk aandachspun in de ProjecnoaiMER. 9. In he overzich van!le relevane beleid in de sarnoiie worden gemis:!le Srucuurschema Groene Ruime; de provinciale uiwerking van!le compensaiebeginsel; de derde Noa Waerhuishouding; de Evaluaienoa Waer; he Inergraal Waerbeheersplan Wes-Braban (IWWB). (briefnul1u11ers 29, 38) De genoemde beleidssukken zijn inderdaad (deels) relevan en zullen derhalve in de ProjecnoaiMER worden oegelich of er zal een verwijzing worden opgenomen..»» ;» :3» ;,JD :;0 :; : ;::( :;0 ARCADIS

42 ARCADIS 12

43 ', : =0 :=0 :31 :31 :3 :;:KI 4 Voorgenomen aciviei, alernaieven en varianen 4.1 Welke omleggingen worden onderzoch en waarom? zo. Er is door de Gemeeneraad reeds gekozen voor om legging Oos 2. Waarom word de reeds afgevallen om legging Oos 1 och nog onderzoch in de ProjecnoalMER? Als Oos 1 wei opnieuw word onderzoch, waarom geld da dan nie voor de afgevallen omleggingen Wes 1 en Wes 2? (briefnunm1ers 5, 26, 27, 28) Conform he Beslui Milieu-effecrapporage ui 1994 (onderdeel van de We Milieubeheer) beva een MER enrninse "een beschrijving van de voorgenomen aciviei en van de l1'ijze waarop zij zal worden liigevoerd. alsmede van de alernaieven daarvoor. die redelzjkerwijs in beschollwing dienen e worden genomen ". De Projecnoa/MER beeken dus in he geval van de omlegging Alphen een sap erug in de ijd. In de ProjecnoaiMER moeen aile reeel geache oplossingen worden onderzoch, ondanks da door de gemeeneraad reeds een keuze is gemaak voor een van de oplossingen. In de reeds uigevoerde varianensudie zijn vier mogelijke omleggingen onderzoch, namelijk Wes 1, Wes 2, Oos 1 en Oos 2. Op basis van de in de varianensudie beschreven effecen worden de omleggingen Wes 1 en Wes 2, zowel door de gemeene als door de provincie, nie meer als reele oplossingen gezien. De argumenen daarvoor zijn uivoerig omschreven in de sarnoiie (paragraaf 3.3: afbakening van de alemaieven) en onderschreven in he advies voor de richlijnen van de Commissie voor de milieu-effecrapporage. In de sarnoiie word nog geen keuze gemaak ussen de omleggingen Oos 1 en Oos 2. Deze afweging lig genuanceerder dan de afweging oos- wes. De effecen worden in hoge mae bepaald door de daadwerkelijke uivoering van he race (bjvoorbeeld wee of drie aansluipunen). He is ook nog mogelijk da uieindelijk \Yord gekozen voor een compromis: een oplossing (deels) ussen Oos I en Oos 2 ("Oos IS'). De keuze om Oos 1 wei mee e nemen in de ProjecnoaIMER beeken nauurlijk nie da de geconsaeerde nadelen van deze oplossing, die hebben meegespeeld bij de keuze van de gemeeneraad voor Oos 2, opeens van afel zijn. Serker nog: indien de desijds gerokken conclusies juis zijn, zuilen deze nadelen opnieuw en in meer deail naar voren komen. ::;P ARCADIS

44 Omlegging Wes 1 is wei degelijk kansrijk en dien e worden meegenomen in de ProjecnoalMER omda: (briefnummers II, 14, 18,24) - Wes 1 ken relaief veel (milieu-)voordelen; De omlegging Wes 1 ken inderdaad diverse voordelen, maar deze voordelen wegen naar mening van de gemeene en de provincie nie op egen de in de varianensudie en sarnoiie beschreven nadelen. Deze keuze en de argumenaie hiervoor word door Conmlissie voor de milieu-effecrapporage onderschreven in haar adviesrichlijnen. Opgemerk word da nie de afzonderlijke argumenen bepalend zijn gewees voor de keuze voor de ooselijke omleggingen, maar da nadrukkelijk sprake is gewees van een inegrale afweging. - Wes 1 kan uieindelijk wei eens goedkoper blijken e zijn dan Oos 1 en 2; De selling da Wes I als gevolg van bez\vaarschrifen en exra procedures uieindelijk ongeveer even duur of zelfs goedkoper zal uivallen dan de beide ooselijke omleggingen del en wij nie. Wes 1 is bijvoorbeeld wee maal zo lang als Oos 1. Hierbij moe u bedenken da de realisaiekosen aanzienlijk hoger zijn dan de voorbereidingskosen. Bovendien is he nog maar zeer de vraag of Wes lleid o minder bezwaarschrifen en aanvullende kosen. In de varianensudie val e lezen da bij de omlegging Wes I aanzienlijk meer grand moe worden verworven en da hierbij naar verwaching meer eigenaren zijn berakken dan bij de overige omleggingen. - de aanasing van waardevollandschap is overgewaardeerd; Wes I resuleer weliswaar in een beperke aanasing van de openheid van he landschap, maar beeken \yel een aanasing van de landschappelijk waardevolle bosrand. Van deze bosrand is in he vigerende besenmlingsplan aangegeven da sprake is van een serke samenhang ussen vorm en funcie waardoor he landschap als he ware afleesbaar word. - varianen Oos 1 en Oos 2 zijn in srijd me de auonome onwikkeling; Door omlegging Oos I worden de uibreidingsmogelijkheden van de gemeene op de lange emlijn inderdaad, in egenselling o omlegging Wes I, mogelijk negaief belnvloed. He is immers nadrukkelijk nie de bedoeling om Alphen en oosen van de nieu\ye provinciale weg ui e breiden. Omlegging Oos 2 bied echer ook op de lange emlijn voldoende mogelijkheden. Een wa ruimere ooselijke omlegging word door de gemeene ui sedebouwkundig oogpun zelfs als een belangrijk voordeel gezien, aangezien de beoogde omlegging kan fungeren als een "harde" grens \yaarbinnen de oekomsige on\vikkelingen kunnen worden gerealiseerd. - a:.,pecen hinder en verkeersveiligheid hebben e weinig gewich gekregen; Me name Oos I scoor in de varianensudie en aanzien van verkeersveiligheid en hinder inderdaad enigszins ongunsiger dan Wes l. Di belangrijke gegeven is wei degelijk meege\yogen bij de keuze om de omlegging Wes 1 e laen afvallen. Hierbij moe worden bedach da ook bij Oos 1 de verbeering in de kom en aanzien van deze aspecen naar vem aching aanzienlijk groer is dan de verslechering aan de ooszjde van Alphen. ARCADIS