Appendix E Goniometrie. Open Universiteit Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Appendix E Goniometrie. Open Universiteit Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde"

Transcriptie

1 Appendix E Goniomerie Open Universiei Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde november 00

2 ii Bewerk van een oorspronkelijk manuscrip van Hans Wisbrun en behoeve van de Voorbereidingscursussen Wiskunde van de Open Universiei Nederland. Redacie van deze versie: Ber Esmeijer me eksbijdragen van Ever van de Vrie.

3 Inhoudsopgave * E Appendix Goniomerie E. Inleiding E. Periodieke funcies E. Sinus, cosinus en eenheidscirkel E.. De eenheidscirkel E.. Sinus en cosinus E.. Gebruik rekenmachine E..4 Grafieken E.4 Sinus, cosinus en hoeken E.4. De driehoek E.4. De driehoek E.4. De (co)sinus van hoeken van 0 en E.4.4 De wee verschillende definiies van sinus en cosinus E.5 Formules van he pe = a sin b( + c) + d E.5. Formules van he pe = sin + d E.5. Formules van he pe = a sin E.5. Formules van he pe = sin b E.5.4 Formules van he pe = sin( + c) E.5.5 De gecombineerde invloed van a, b, c en d E.6 Opgaven E.7 Anwoorden E.8 Aanwijzingen en uiwerkingen voor een aanal opgaven E.9 Werkblad Goniomerie

4

5 Appendix Goniomerie E E. Inleiding Behalve eersegraads, weedegraads, worel-, exponeniële en logarimische funcies, besaan er nog veel meer sooren funcies. Belangrijke funcies, vooral in de nauurweenschappen en de echniek, maar ook in de geneeskunde, zijn de sinus-funcie en de cosinus-funcie. Elecromagneische sraling kun je daarmee beschrijven (rillingen). Als je bouwkundige consucies doorreken, kom je al gauw me de (co)sinus in aanraking. He vakonderdeel goniomerie heef zijn worels in de landmeekunde, de wereld van afsanden en hoeken. Gonio saa voor hoek, merie heef me meen e maken. In deze appendix worden de sinus- en de cosinus-funcie en onele gevoerd als funcies waarmee je periodieke verschijnselen kun beschrijven. Pas laer (E.4) word he verband me de meekunde gelegd. Voorkennis Je heb nie zo heel veel nodig: - geallenlijn Wiswijs, bladzijde 5 - funcies en grafieken Wiswijs, hoofdsuk 5 Voor E.4 is ook enige basiskennis meekunde nodig: - hoeken - driehoek - selling van Phagoras. Je kun E.4 evenueel overslaan.

6 4 E. Appendix Goniomerie E. Periodieke funcies Sommige grafieken van funcies hebben een vas paroon da zich seeds herhaal. Hieronder een aanal van die grafieken. Figuur E. O 6 9 x Vol Figuur E O x Figuur E. x 5 5 De funcies die hier bij horen heen periodieke funcies. Ze kunnen gebruik worden om funcies e beschrijven die een periodiek karaker hebben, zoals eb en vloed, harslag, de daglenge door he jaar heen. De lenge van he vase paroon hee periode. Omda he vaak verschijnselen zijn die periodiek in de ijd zijn, zou je ook kunnen zeggen da he de ijd is die versrijk o de eersvolgende herhaling. De waerhooge van de Weserschelde verander periodiek als gevolg van eb en vloed. In Vlissingen saa langs de Boulevard De Ruer een informaiebord me daarop een fraaie grafiek van de waerhooge als funcie van de ijd. De periode is uur en 5 minuen (zie ook de vergroe foo op bladzijde 9). opgave periodieke funcies periode

7 E.. Sinus, cosinus en eenheidscirkel 5 E. Sinus, cosinus en eenheidscirkel Sommige grafieken zien er ui als golven. De funcies die hierbij horen zijn de sinus en de cosinus. Di zijn periodieke funcies. Ze spelen een belangrijke rol bij he beschrijven van periodieke verschijnselen. Zo kun je bijvoorbeeld de grafiek van eb en vloed ui paragraaf E. aardig beschrijven me een sinus-formule (h =,9 sin 0,5060( 9,5)). Hoe je die formule kun maken op grond van de vorm van de grafiek kom aan de orde in paragraaf E.5. Eers word hieronder behandeld wa de sinus van een geal eigenlijk is. Misschien da je de sinus en de cosinus al in een heel ander verband ken, namelijk ui de meekunde, als verhoudingen van de zijden in driehoeken. Da is de manier waarop deze begrippen vaak geïnroduceerd worden. In deze appendix word da verband me hoeken van een driehoek pas laer gelegd, in paragraaf E.4, omda je anders zou denken da sinus en cosinus alleen maar ies me hoeken e maken hebben. Da is nie he geval, zoals je aan de formule voor eb en vloed heb kunnen zien. E.. De eenheidscirkel In hoofdsuk 5 van Wiswijs is he rechhoekig assenselsel behandeld ( Wiswijs, bladzijde 09). De schaalverdeling op de assen is in principe vrij. Zo kun je cm als eenheid kiezen, of cm, maar he zou ook een decimeer kunnen zijn,of een hele andere maa, een inch (,54 cm) bijvoorbeeld. In zo n assenselsel kun je een cirkel ekenen, me als middelpun (de plaas waar je je passerpun ze) de oorsprong van he selsel. Als sraal (de afsand ussen de wee benen van de passer) kies je de zelf gekozen eenheid. Zo n cirkel heef de eenheidscirkel. Deze gaa dus door he pun (,0). eenheidscirkel Figuur E.4 eenheidscirkel x (,0) Iedere cirkelschijf heef een omrek. Da is de lenge van een ouwje da je er srak langs span. Je kun je wel voorsellen da deze omrek evenredig is aan de sraal van de cirkel ( Wiswijs, bladzijde 0). Word de sraal bijvoorbeeld drie maal zo groo, dan word de omrek ook drie maal zo groo. He precieze verband word gegeven door de formule omrek = π sraal. Hierin is π he bekende irraionale geal, ongeveer gelijk aan,4 ( Wiswijs, bladzijde 65). De omrek van de eenheidscirkel is π, of korer π. omrek

8 6 E. Appendix Goniomerie Sel je nu een geallenlijn voor ( Wiswijs, bladzijde 5) me dezelfde eenheid als gebruik voor de eenheidscirkel, die je als een ouwje - egen de wijzers van de klok - langs de eenheidscirkel wind, waarbij je de 0 laa samenvallen me he pun (,0) op de cirkel. Ergens op de geallenlijn lig he geal π ( 6,8). Da zal bij srak winden weer op hezelfde pun (,0) erech komen (je ben één keer rond gegaan, dus je heb één keer de omrek van de cirkelschijf, π, afgerold). Ook de geallen 4π (wee keer rond), 6π (drie keer rond) 8π, enzovoor, komen daar erech. Di geld ook voor de geallen π (één keer rond, maar dan me de klok mee), 4π (wee keer rond me de klok mee), 6π (drie keer), 8π, enzovoor. Hezelfde geld voor alle veelvouden van π. Maar ook andere geallen krijgen zo een plaas op de cirkel. Zo kom he geal π (een half rondje) op (,0), 4 π (een kwar rondje) kom op (0,) en π op (0, ). En zo vind je 4 π nauurlijk precies ussen 0 en π, dus na 8 rondje. De plaas van de geallen 4 π, 4 π en 4π vind je op een soorgelijke manier. Ook de gewone geallen, da wil zeggen zonder π erin vinden hun plaasje ergens op de cirkel, al val he wa moeilijker aan e geven waar ze precies erech komen. De zi bijvoorbeeld ergens ussen de 4 π ( 4,4 0,79) en de π (,57) in. Alle geallen vind je zo op de cirkel. In de figuur hieronder zie je een aanal geallen saan. π π π 4 0 π 4 π π 4 Figuur E.5 π..., π, 0, π, π 4 4 π π 5 opgave

9 E.. Sinus, cosinus en eenheidscirkel 7 Bij ieder geal op de geallenlijn kom op die manier een pun op de eenheidscirkel. Omgekeerd horen bij een bepaald pun op de eenheidscirkel verschillende geallen. Voorbeeld : π 4 Figuur E.6 A Als A he pun is da bij 4π hoor, dan hoor A ook bij 4 π (= 4π + π, een achse rondje en dan nog een heel rondje), 4 4 π (= 4π + 4π, een achse rondje en dan nog wee rondjes), maar ook bij 4 π (= 4 π π) of 4 π (= 4 π π) opgave Als je bij een geal een veelvoud van π opel of afrek, dan krijg je hezelfde pun op de eenheidscirkel als he geal zelf. Dus bij de geallen..., 4 π 4π, 4 π π, 4 π, 4 π + π, 4π + 4π,... hoor hezelfde pun op de eeheidscirkel. Deze hele rij geallen word vaak zo genoeerd: 4π + k π, waarbij k dan een willekeurig geheel geal voorsel ( Wiswijs, bladzijde 45). opgave 4 Hierboven zijn bij geallen op de geallenlijn punen op de eenheidscirkel geekend. De eenheidscirkel is in een assenselsel geekend. Ieder pun in zo n selsel heef wee coördinaen, e schrijven als een geallenpaar ( Wiswijs, bladzijde 9 en 0). Van sommige punen zijn de coördinaen makkelijk e bepalen, bijvoorbeeld: π 0 (,0) π (0,) π (,0) π (0, ) π 0 π

10 8 E. Appendix Goniomerie Van andere punen kun je de coördinaen aflezen, al is da minder precies: 4π (0,7, 0,7) 6π (0,85, 0,5) 4 π 6 π Figuur E.7 Als je wa van meekunde wee, kun je de coördinaen van deze punen en van andere mooie punen op de eenheidscirkel exac bepalen. In de volgende paragraaf saa meer daarover. Gebruik in he vervolg de waarden ui ondersaande abel: geal 0 pun (,0) (, ) ( 6 π 4 π π π, ) (, ) (0,) De waarden in deze abel komen zo vaak voor, da je ze ui je hoofd moe kennen, of gemakkelijk moe kunnen reconsrueren. In he vervolg zul je ze vaak moeen gebruiken. In deze abel liggen de punen seeds rechsboven in he assenselsel. Di deel word wel he eerse kwadran genoemd. Zo hee he deel linksboven he weede kwadran, he deel linksonder he derde kwadran en he deel rechsonder he vierde kwadran. kwadran Figuur E.8 II I III IV

11 E.. Sinus, cosinus en eenheidscirkel 9 De coördinaen van punen in andere kwadranen kun je vaak bepalen door gebruik e maken van de smmerie in he plaaje. Voorbeeld : De punen die horen bij 6 π en 5 6π hebben dezelfde -coördinaa, maar egengeselde x-coördinaen. Dus geld da: 5 6 π (, ) op soorgelijke manier vind je: 6 π (, ) 5 π 6 6 π 6 π opgave 5 Uieraard kun je ook bij geallen zonder π erin aflezen welke coördinaen er, bij benadering, bijhoren. Voorbeeld : (0,55, 0,85) ( 0,4, 0,9) E.. Sinus en cosinus Je heb nu gezien da er bij ieder geal op de geallenlijn een pun op de eenheidscirkel hoor en da er bij ieder pun op de eenheidscirkel een coördinaenpaar hoor. De horizonale coördinaa (x-coördinaa) word de cosinus van genoemd, de vericale coördinaa (-coördinaa) word de sinus genoemd. Zo krijg je wee funcies: sin cos (uispraak: de sinus van, of sinus ) (uispraak: de cosinus van, of cosinus ) cosinus sinus sin Figuur E.9 cos

12 0 E. Appendix Goniomerie Voorbeeld 4: Neem = π. In de abel op bladzijde 8 zie je da hier he pun (, ) bij hoor. Hierui volg: sin π = cos π = π π Bij = π hoor he pun (, ). Di geef: sin π = π cos π = En bij = π hoor he pun (0,). Di geef: sin π = cos π = 0 opgave 6 Bij alle waarden van hoor zo een geal sin. Voor een aanal waarden ussen 0 en π kun je he abelleje op bladzijde 8 gebruiken. Voor andere waarden vind je de sinus weer door gebruik e maken van smmerie-eigenschappen, bijvoorbeeld sin( a) = sin a, sin(π a) = sin a of sin(a + π) = sin a. In ondersaande figuren zie je een illusraie van deze eigenschappen, alsmede van de vergelijkbare eigenschappen voor de cosinus. Figuur E.0 sin a a sin( a) cos a cos( a) a sin( a) = sin a cos( a) = cos a Figuur E. π a sin a sin(π a) a cos(π a) cos a sin(π a) = sin a cos(π a) = cos a

13 E.. Sinus, cosinus en eenheidscirkel a Figuur E. a + π sin(a + π) = sin a cos(a + π) = cos a Afspraak Bij combinaies van bewerkingen heef sin dezelfde prioriei als he -smbool ( Wiswijs, onderaan bladzijde 54). Da beeken da er bij sin π geen haakjes hoeven om π en da we de sinus van a meesal schrijven als sin a. Me sin a bedoelen we dus sin( a) en nie (sin ) a. Bij sin(a + π) horen wel haakjes als we de sinus van de som a + π bedoelen. Als er sin a + π saa, zou eers de sinus van a genomen moeen worden en bij he resulaa zou dan π opgeeld moeen worden. En ook als er verwarring kan onsaan, is he versandig om haakjes e gebruiken. E.. Gebruik rekenmachine Op de meese rekenmachines zi een knop voor de sinus (en ook voor he geal π). Voorbeeld 5: Bereken sin Wil je sin op je rekenmachine berekenen, dan moe je zorgen da deze in de modus RAD of RA- DIAN saa. Kijk in de handleiding van je rekenmachine hoe je di doe. RAD of RADIAN saa voor radiaal, een maa voor hoeken. He verband ussen hoeken (in radialen of in graden) en de (co)sinus word besproken in paragraaf E.4. Toes nu in: sin(), me als resulaa 0, Voorbeeld 6: Bereken sin 4 π Toes in: sin(π/4), me als resulaa 0, Opmerking : Sommige nieuwe modellen geven als anwoord, de uikoms die je had kunnen vinden me de abel op bladzijde 8. Deze machines hebben ook een funcie om de uikoms weer e geven als decimale breuk. He resulaa is dan uieraard hezelfde als hierboven. Opmerking : Als je sin 4π op een rekenmachine wil berekenen, is he gebruik van haakjes zoals hierboven essenieel. Nieuwe modellen en grafische rekenmachines geven he eerse haakje zelf, op oudere modellen zou je ook kunnen invoeren: sin π/4, me als resulaa: 0. Ga zelf na wa de rekenmachine dan bereken. opgave 7

14 E. Appendix Goniomerie E..4 Grafieken Omda je nu bij ieder reëel geal de waarde van sin kun vinden, kun je ook de grafiek van de funcie f : sin ekenen. Da doe je door op de horizonale as ui e zeen en op de vericale sin. Zo krijg je de volgende grafiek: Figuur E. π π 6 π π π π π π π Je zie da he een periodieke funcie is, me π als periode. Da had je nauurlijk al kunnen voorspellen, omda bij alle geallen a + k π (k is een geheel geal) hezelfde pun op de eenheidscirkel hoor. He domein en he bereik ( Wiswijs, bladzijde 09) van de funcie f : sin vind je door e bedenken da je nu voor alle reële geallen wee hoe je sin moe bepalen en vervolgens e kijken naar de kleinse en groose waarde die sin kan hebben. opgave 8 In de grafiek zie je ook weer allerlei smmerie-eigenschappen. Figuur E.4 sin a a a π a a + π sin a In de grafiek zie je da de punen me = a en me = π a dezelfde -waarde hebben, namelijk sin a. Anders gezegd: sin(π a) = sin a. Andere smmerie-eigenschappen kun je ui de grafiek afleiden door op e merken da zowel voor = a als voor = a + π de -waarde gelijk is aan sin a. opgave 9 /m

15 E.. Sinus, cosinus en eenheidscirkel De grafiek van de cosinus maak je op dezelfde manier als de grafiek van de sinus. Ook voor de cosinus zi een knop op je rekenmachine. opgave De periode van de cosinus is ook π. De grafiek lijk op die van de sinus. He is de sinusgrafiek, maar dan horizonaal verschoven. Figuur E.5 = sin = cos In deze paragraaf heb je grafieken geekend van de sinus en de cosinus van geallen die nies voorselden, behave zichzelf. In veel leerboeken worden de sinus en de cosinus in verband gebrach me hoeken in (rechhoekige) driehoeken. Deze definiie slui aan bij de onze. Als je ooi ies aan meekunde gedaan heb, dan is he ineressan om de volgende paragraaf e besuderen. Zo nie, dan kun je hem overslaan. Alleen moe je dan maar geloven da de volgende abel klop, of moe je de geallen narekenen me je rekenmachine. Vergelijk me de abel op bladzijde 8. geal 0 6 π pun (,0) (, ) ( sinus 0 cosinus 4 π π π, ) (, ) (0,) 0 Deze abel vind je ook op he Werkblad Goniomerie op bladzijde 49. Zorg ervoor da je di werkblad alijd bij de hand heb en da je hem egen de ijd da je de oes maak ui je hoofd ken.

16 4 E. Appendix Goniomerie E.4 Sinus, cosinus en hoeken Je kun de grooe van een hoek uidrukken in graden ( ). Zo is een haakse of reche hoek een hoek van 90 ; de helf daarvan is een hoek van 45. Maar ook de sinus (of cosinus) van een hoek geef informaie over de grooe van die hoek. Als je een hoek heb in een rechhoekige driehoek - da wil zeggen da één van de drie hoeken rech is - dan kun je de grooe van die hoek geven door de verhouding van (de lenges van) wee zijden. In een ekening saa een hoek vaak aangegeven me α (alfa) en de reche hoek me een klein vierkanje. Voor de zijden van de driehoek worden de benamingen oversaande rechhoekszijde, aanliggende rechhoekszijde en schuine zijde (of hpoenusa) gebruik. Als de oversaande rechhoekszijde bijvoorbeeld klein is en opziche van de schuine zijde, dan is α nauurlijk nie zo groo. Maar als de oversaande zijde groo is en opziche van de schuine zijde, dan is α juis groo. Als de aanliggende rechhoekszijde klein is en opziche van de schuine zijde, dan is α ook groo. De wee hier beschreven verhoudingen worden de sinus en de cosinus van een hoek genoemd. graden oversaande rechhoekszijde aanliggende rechhoekszijde schuine zijde sinus cosinus Figuur E.6 schuine zijde oversaande zijde α aanliggende zijde sin α = cos α = Opmerking : oversaande rechhoekszijde schuine zijde aanliggende rechhoekszijde schuine zijde Een derde verhouding is de angens (afkoring: an) an α = oversaande rechhoekszijde aanliggende rechhoekszijde Da is in zekere zin een oude bekende: de helling van een lijn (hier de schuine zijde van de driehoek) is de angens van de hoek ussen die lijn en de horizonale as (hier de aanliggende rechhoekszijde) ( Wiswijs, paragraaf 6.). angens Opmerking 4: De sinus en de cosinus zijn in de vorige paragraaf op een heel andere manier gedefinieerd. Aan he eind van deze paragraaf zul je zien wa he verband is ussen deze verschillende definiies. Pas op Wa de oversaande rechhoekszijde en wa de aanliggende rechhoekszijde is, hang af van de hoek waarvandaan je kijk. Bovendien kan de schuine zijde zoals je hiernaas zie op papier bes horizonaal lopen. oversaande zijde schuine zijde aanliggende zijde α

17 E.4. Sinus, cosinus en hoeken 5 Als je van een rechhoekige driehoek de lenge van de zijden wee, kun je nu de sinus en de cosinus van de wee nie reche hoeken bepalen. Voorbeeld 7: β sin β = 6 = 6 Figuur E cos β = α sin α = 5 7 cos α = In bovensaand voorbeeld zijn de lenges van alle drie de zijden gegeven. Je heb eigenlijk voldoende aan wee van die lenges, omda in een rechhoekige driehoek de selling van Phagoras geld, waarmee je de lenge van de derde zijde kun uirekenen. selling van Phagoras Eigenschap In een rechhoekige driehoek geld: (oversaande rechhoekszijde) + (aanliggende rechhoekszijde) = (schuine zijde) Opmerking 5: De oversaande rechhoekszijde van hoek α word vaak aangeduid me a, de aanliggende rechhoekszijde me b en de schuine zijde me c. In deze noaie luid de selling van Phagoras: a + b = c. Voorbeeld 8: C Figuur E.8 4 C A 7 AB + AC = BC BC = = 65 BC = 65 B A 5 4 B AB + BC = AC BC = 5 6 = 9 BC = 9 = opgave

18 6 E. Appendix Goniomerie Voor een aanal hoeken is he mogelijk om de sinus en de cosinus e bepalen door gebruik e maken van de eigenschappen van rechhoekige driehoeken waar die hoeken in zien. In de volgende wee subparagrafen worden zo de sinus en de cosinus van 0, 45 en 60 bepaald. In de derde subparagraaf worden de sinus en de cosinus van 0 en van 90 behandeld. To slo kom er zoals gezegd nog een subparagraaf die de relaie leg ussen de meekundige definiie van sinus en cosinus in deze paragraaf en de definiie me behulp van de eenheidscirkel ui E.. E.4. De driehoek opgave 4 Hiernaas zie je een driehoek me hoeken α = 0 en β = 60. De derde hoek is dus een reche hoek van 90. De verhoudingen ussen de zijden in zo n driehoek heb je berekend in opgave 4. Als bijvoorbeeld de oversaande zijde gelijk is aan a = 5, dan is de aanliggende zijde gelijk aan a = 5 en is de schuine zijde gelijk aan a = 0. α a a β a Nu volg: sin 0 = a a = sin 60 = a a = cos 0 = a a = cos 60 = a a = E.4. De driehoek opgave 5 De driehoek hiernaas heef wee hoeken van 45, α en β. De derde hoek is dus een reche hoek van 90. De verhoudingen ussen de zijden in zo n driehoek heb je berekend in opgave 5. Hierui volg: sin 45 = a a = = cos 45 = a a = = α a a a β ( Wiswijs, bladzijde 7, opgave 9a)

19 E.4. Sinus, cosinus en hoeken 7 E.4. De (co)sinus van hoeken van 0 en 90 Wa is de (co)sinus van een hoek van 0 of 90? In beide gevallen is er een probleem me de definiie. Als een hoek in een driehoek ech 0 zou zijn, dan zouden wee zijden samenvallen. Toch kun je je wel voorsellen wa de (co)sinus van 0 is, als je in gedachen een hoek van bijna 0 seeds kleiner maak. sin 0 = cos 0 = oversaande rechhoekszijde schuine zijde aanliggende rechhoekszijde schuine zijde = 0 = α α seeds kleiner Een hoek van 90 pas nie in een driehoek waar al een reche hoek in zi. Ook hier kun je je wel voorsellen wa er gebeur als je een hoek van bijna 90 seeds dicher naar 90 laa naderen. sin 90 = cos 90 = oversaande rechhoekszijde schuine zijde aanliggende rechhoekszijde schuine zijde = = 0 α α seeds dicher bij 90 graden In de abel hieronder saan de resulaen o nu oe samengeva. hoek sinus 0 cosinus 0

20 8 E. Appendix Goniomerie E.4.4 De wee verschillende definiies van sinus en cosinus Hoe hang de meekundige definiie ui deze paragraaf nu samen me de definiie van sinus en cosinus, zoals we die ui paragraaf E. kennen? Daar wonden we een geallenlijn om de eenheidscirkel (cirkel me sraal ). Op die manier krijg je de sinus en de cosinus als coördinaen van een pun. In de eenheidscirkel hiernaas hoor pun P bij he geal π. Als je vanui O(0,0) een sraal naar pun P rek, dan maak die een hoek α me de horizonale as. Aangezien bij π, een half rondje, een hoek van 80 hoor, is de hoek die bij π hoor gelijk aan 80 = 60. Dus geld: α = 60. Op deze manier hoor bij ieder geal een hoek α die aangeef hoe ver je moe draaien bij he opwinden van de eenheidscirkel. Als deze hoek ussen 0 en 90 lig, kun je de (co)sinus nu op wee manieren bepalen: Teken he geal op de eenheidscirkel, zoals hierboven gedaan is voor = π. Dan geld volgens de definiie op bladzijde 9: sin = P en cos = x P. O α x P P ( π) Teken de hoek α als hoek van een rechhoekige driehoek me schuine zijde, zoals hierboven gedaan is voor α = 60. Volgens de definiie op bladzijde 4 geld dan: sin α = P = P en cos α = x P = x P Op beide manieren krijg je dus precies dezelfde uikoms! Voor α = 60, ofwel = π heb je in subparagraaf E.4. gezien: sin 60 = en cos 60 = Hiermee volg, zoals op bladzijde 8 al was verkondigd, sin π = en cos π =. P opgave 6 Opmerking 6: Bij een hoek van 60 hoor dus he geal π, en zo hoor bij iedere hoek een geal. Da geal word ook gebruik om de grooe van de hoek aan e geven. De eenheid waarin de hoek dan word uigedruk hee radiaal, afgekor rad. Zo is 60 hezelfde als π rad en is 80 hezelfde als π rad. Daarom moes in paragraaf E. (zie bladzijde ) de rekenmachine op RAD saan. radiaal rad

21 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d 9 E.5 Formules van he pe = a sin b( + c) + d De mees eenvoudige formule voor een sinus-funcie is gewoon = sin. Wil je periodieke verschijnselen als eb en vloed me een sinus beschrijven, dan heb je meesal ingewikkelder formules nodig, bijvoorbeeld h =,4 sin 0,5. In deze paragraaf bekijken we formules van de vorm = a sin b( + c) + d. Me di bouwschema kunnen alle grafieken worden beschreven die de vorm hebben van de gewone sinus-grafiek, maar dan verschoven en/of opgerek of ingekrompen. Zo n grafiek word een sinusoïde genoemd. Hieronder word bekeken wa de invloed is van de waarden van a, b, c en d op de grafiek die bij zo n formule hoor. Wa gebeur er als je op de plaas van deze leers geallen gaa invullen? We bekijken eers de invloed van alle leers afzonderlijk, e beginnen me d (dan is dus a =, b = en c = 0). sinusoïde E.5. Formules van he pe = sin + d opgave 7 Als je wee funcies bij elkaar opel, dan krijg je de grafiek van de somfuncie door de grafieken op elkaar e sapelen. Als een van beide funcies een consane funcie is, dan beeken he da de grafiek van de andere funcie vericaal word verschoven. Dus de grafiek die hoor bij de funcie = sin +d is de gewone sinusgrafiek, maar dan vericaal verschoven. Of da naar boven of naar beneden is hang af van de waarde van d. De sinusgrafiek slinger nie langer rond de -as, maar rond een horizonale lijn me de formule = d. Anders gezegd, de evenwichswaarde is nu nie = 0, maar = d. evenwichswaarde Voorbeeld 9: = sin + Figuur E.9 De grafiek van = sin + = sin π π Eigenschap De grafiek die hoor bij = sin + d krijg je door die van = sin vericaal e verschuiven. Als d > 0, dan is de verschuiving omhoog, is d < 0, dan is de verschuiving omlaag. De grafiek slinger rond de lijn me vergelijking = d. Opmerking 7: De formule = + sin geef dezelfde funcie als = sin +, vanwege de wisseleigenschap van de opelling. opgave 8

22 0 E. Appendix Goniomerie E.5. Formules van he pe = a sin Wa is de grafiek die hoor bij de formule = sin (di beeken sin )? De -waarden die horen bij sin zijn maal groer dan die van sin. Had sin bijvoorbeeld als maximum de waarde, bij sin is da. De waarden 0 blijven echer 0, omda 0 nu eenmaal ook 0 is. Di heef o gevolg da de grafiek van = sin een vericaal opgereke sin -grafiek is. = sin = sin π 4π Figuur E.0 De grafiek van = sin opgave 9 Eigenschap De grafiek die hoor bij = a sin krijg je door die van = sin vericaal op e rekken (a > ), dan wel in e krimpen (a < ). Hierboven is silzwijgend aangenomen da a posiief was. Is a echer negaief, dan gebeur er nog ies exra s. opgave 0 Als a negaief is, dan is er behalve van een vericale oprekking of inkrimping ook sprake van een vericale spiegeling. Wa boven de -as za kom eronder en wa eronder za kom erboven. De waarde van a, de absolue waarde van a ( Wiswijs, bladzijde 08, opgave 7), word ampliude genoemd. He is de maximale uiwijking vanui de evenwichswaarde. ampliude

23 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d E.5. Formules van he pe = sin b Om een idee e krijgen van de grafiek die hoor bij = sin, kun je een abel maken van sin voor een aanal waarden van. Om he verband me de grafiek van = sin e leggen, kun je de waarden van sin ook in deze abel zeen. Pas op sin is ies anders als sin. Bij sin bereken je eers de sinus van een geal en vermenigvuldig je de uikoms me. Bij sin vermenigvuldig je eers me en bereken je van de uikoms de sinus. opgave 0 sin 0 0 sin 0 6 π 4 π π π π 4 π 5 π π 6 π π 4 π π 4 π π 0 0 π π π π π π π π π 4π Ui de abel blijk da sin dezelfde waarden aanneem als sin, alleen voor andere waarden van. Da is nie zo verwonderlijk, wan om acher he sinus-smbool bijvoorbeeld de waarde π e krijgen - en daarmee de waarde voor de formule - moeen we in sin gewoon π invullen. Maar in sin moe dan π : = 4 π zijn ( 4 π = π). En als je sin π = als uikoms wil hebben, dan moe je in sin invullen = 6 π. Als je de variabele zie als de ijd - en in veel oepassingen gaa he ech om de ijd (de waersand als funcie van he ijdsip op de dag) -, dan zou je kunnen zeggen da sin weemaal zo snel op en neer gaa als sin. Da heef consequenies voor de grafiek: de grafiek van sin slinger weemaal zo snel rond de evenwichswaarde en heef dus een weemaal zo kleine periode als sin. De periode van sin is dus gelijk aan π. = sin Figuur E. De grafiek van = sin π π = sin opgave

24 E. Appendix Goniomerie De grafiek van = sin loop driemaal zo hard als de grafiek van = sin. In één periode van sin slinger de grafiek van sin dus drie keer rond de evenwichswaarde. De periode van sin is dus π = π. De grafiek van = sin loop daarenegen driemaal zo langzaam als die van = sin. De periode is π (of: π ) = 6π. Deze grafiek is juis (horizonaal) uigerek. Eigenschap In he algemeen is de periode van de funcie me formule = sin b gelijk aan π b. Hiervoor had je een formule en daarbij ekende je de grafiek. Omgekeerd kun je ook bij di soor sinusoïden een bijbehorende formule opsellen. Voorbeeld 0: Figuur E. π π π π De grafiek is een (horizonaal) ingedruke sinusgrafiek. Er gaa anderhalve slinger in een sukje van π, dus de periode is deel van π, ofwel π. Ui de formule periode = π b volg nu π b = π. Hieraan voldoe b =. De formule is dan = sin opgave

25 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d E.5.4 Formules van he pe = sin( + c) Om een idee e krijgen van de grafiek die hoor bij = sin( + π), kun je weer een abel maken van sin( + π) voor een aanal waarden van. Om he verband me de grafiek van = sin e leggen, kun je de waarden van sin ook in deze abel zeen. opgave 4 π 6 π 0 sin 0 + π 0 sin( + π) 0 6 π π π π 5 6 π π π π 5 6 π π 6 π 0 6 π π 6 π π π 0 Je zie da sin( + π) dezelfde waarden als sin doorloop, alleen voor andere waarden van. sin( + π) is bijvoorbeeld gelijk aan voor = 6 π, erwijl sin = voor = π. Evenzo geld sin( + π) = voor = 6 π, erwijl sin = voor = 6 π. Als je de grafieken van = sin en = sin( + π) in één figuur eken, zie je da je de grafiek van = sin(+ π) krijg door de grafiek van = sin over een afsand van π naar links e verschuiven. = sin( + π) = sin π π π Figuur E. De grafiek van = sin( + π) opgave 5 Eigenschap De grafiek die hoor bij = sin( + c) krijg je door de grafiek van = sin horizonaal e verschuiven. Als c < 0, dan is de verschuiving naar rechs. Is c > 0, dan is de verschuiving naar links. Pas op Omda je posiieve waarden meesal associeer me rechs (op de geallenlijn), word hier vaak de fou gemaak da als c > 0 de verschuiving naar rechs is. He is juis he egenovergeselde.

26 4 E. Appendix Goniomerie Ook bij di soor sinusoïden kun je weer een bijbehorende formule opsellen. Voorbeeld : Figuur E.4 π π π π π Hier hoor de formule = sin( + π) bij, omda he een gewone sinus-grafiek is die π naar links is verschoven. Maar = sin(x π) mag ook en = cos is hier nauurlijk ook goed. opgave 6 E.5.5 De gecombineerde invloed van a, b, c en d He soor sinus-formules da in deze paragraaf behandeld word heef als sandaardvorm = a sin b( + c) + d. Voorbeeld : h =,4 sin 0,5 a =,4, b = 0,5, c = 0, d = 0. Voorbeeld : = sin(x + π) Eers ombouwen o de sandaardvorm, dus de buien haakjes halen! sin(x + π) = sin (x + π) a =, b =, c = π, d = 0. Pas op Bij he bepalen van de waarde van c kun je in de fou gaan. Je moe, zoals in he bovensaande voorbeeld saa aangegeven, de b eers buien haakjes halen (sandaardvorm). Pas dan kun je de waarde van c aflezen. opgave 7

27 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d 5 Eerder in deze paragraaf bekeken we de invloed van a, b, c en d afzonderlijk. Elk had een bepaalde invloed op de grafiek van de bijbehorende funcie in vergelijking o de gewone sinus-grafiek: horizonale (c) of vericale (d) verschuiving, horizonale (b) of vericale (a) oprekking dan wel inkrimping. Nu gaa he om combinaies van a, b, c en d en dus gecombineerde invloeden. Ook al laa je he ekenen van nee grafieken egenwoordig vaak aan een compuer over, he is wel nuig om een grafiek van zulke periodieke funcies e kunnen schesen. Voorbeeld 4: Hoe eken je de grafiek die hoor bij = sin 4( + π)? Vergelijk me de gewone sinus-grafiek ( = sin ). Hiervan loop een sandaardslinger van 0 o π. Voor één sandaardslinger van = sin 4( + π) moe wa hier acher sin saa van 0 o π lopen: 4( + π) = 0 geef = π 4( + π) = π geef + π = π = π + π (= 6 π) De sandaardslinger begin dus bij = π en is dus.o.v. = sin over een afsand π naar links verschoven. Bij = π + π eindig hij. De lenge van de sandaardslinger, de periode, is dus π. Di is in overeensemming me de eigenschap op bladzijde : periode = π b = π 4 Omda a = en d = 0 blijf de grafiek, ne als de gewone sinus-grafiek, rond de -as slingeren ussen de waarden en. In de figuur hiernaas zie je de grafieken van = sin en = sin 4( + π) me als domein he inerval [ π,π]. De grafiek van = sin 4( + π) is vegedruk voor de slinger ussen 6 π en π. π π π π

28 6 E. Appendix Goniomerie Voorbeeld 5: Hoe sches je de grafiek die hoor bij = sin ( π) + 6? Begin sandaardslinger: ( π) = 0 = π Eind sandaardslinger: ( π) = π π = π = π + π (= π) De periode is dus π en de grafiek is.o.v. de gewone sinus-grafiek me π naar rechs verschoven. De grafiek slinger ussen a + d en a + d, dus ussen de en de 9. De evenwichswaarde is = 6. Omda a < 0, is de grafiek in vericale riching gespiegeld om de evenwichswaarde en gaa deze na he beginpun ( π,6 dus eers naar beneden. 9 Figuur E.5 = sin ( π) ampliude evenwichswaarde = π π π π opgave 8

29 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d 7 Omgekeerd kun je bij een bepaalde sinusoïde door analse een formule bedenken. Voorbeeld 6: Figuur E.6 4 S π π 4 π π π Lees ui de figuur he verschil ussen maximum en minimum af. De ampliude a is de helf hiervan: a = 4 = De evenwichswaarde is = (he gemiddelde van maximum en minimum), dus d =. De periode word bepaald door de horizonale afsand ussen wee soorgelijke punen op de grafiek, bijvoorbeeld de wee opeenvolgende minima voor = π en = π. De periode is dus π. Di beeken da π b = π b = : = = 4. He pun waar de sinuoïde voor he eers door de evenwichswaarde omhoog gaa (S ) lig halverwege he minimum voor = π en he maximum voor = 4π en heef dus als - coördinaa 7 8 π. Da beeken da de grafiek 7 8π naar rechs is verschoven.o.v. de gewone sinus-grafiek: c = 7 8 π. Conclusie: de formule bij de bovensaande grafiek is = sin 4 ( 7 8 π) +. Opmerking 8: De formule die hierboven saa is nie de enige die bij de grafiek pas. Er zijn er wel meer. Zo kun je bij c rusig de periode ( π), of een veelvoud daarvan, opellen of afrekken. En je kun ook wel me a = (dus inclusief een vericale spiegeling) ui de voeen, maar da lever weer een andere waarde voor c op. He is ook mogelijk de grafiek me een cosinus-formule e beschrijven (zie verder hieronder). opgave 9 en 0

30 8 E. Appendix Goniomerie To nu oe hebben we ons seeds beperk o sinus-formules. Maar in formules kom ook wel eens een cosinus voor. Hoe sches je in zo n geval de bijbehorende grafiek? Voorbeeld 7: Sches de grafiek die hoor bij = cos ( ). De sandaardslinger van een gewone cosinus-grafiek ( = cos ) lijk op een kuil die begin bij = 0 en eindig bij = π ( bladzijde van deze sllabus). De kuil die hoor bij = cos ( ) begin als ( ) = 0, ofwel als =, en eindig als ( ) = π, ofwel als = + 4π. De grafiek heef dus een periode 4π ( π b = π = π = 4π) en is naar rechs verschoven en opziche van de gewone cosinus-grafiek. De ampliude blijf en er is geen vericale verschuiving. Di geef de ondersaande grafiek. Figuur E.7 = cos ( ) π π π π π opgave Je kun, omgekeerd, ook weer een cosinus-formule bedenken bij een bepaalde sinusoïde. Da is vooral makkelijk als de -coördinaen van de minima en/of maxima makkelijk zijn af e lezen. Voorbeeld 8: Figuur E π π 4 Minimumwaarde: 0; maximumwaarde: Ampliude: a = = 7; evenwichswaarde: d = = 7. De periode is de afsand ussen de minima, da is π 4 π = 4 π. Di geef π b = 7 4 π b = : 7 4 = 4 7 = 8 7 = 7 He hoogse pun van de grafiek (= he sarpun van de cosinus-slinger) lig halverwege 4 π en π, da is bij = 8 π. De grafiek is.o.v. de gewone cosinus-grafiek me 8π naar rechs verschoven. Di geef c = 8 Een formule is = 7 cos 7 ( 8π) + 7.

31 E.5. Formules van he pe = a sin b( + c) + d 9 opgave Opmerking 9: Meesal zijn de grafieken waarbij je een formule moe vinden nie zo nejes als hiervoor. He gaa bijvoorbeeld om meegegevens, zoals in he geval van de eb en vloed in de Weserschelde ui paragraaf E.. Hieronder zie je een vergroing van deze grafiek. Deze grafiek word benaderd door de ondersaande (co)sinusgrafiek. Ga zelf na da de cosinus-formule bij deze grafiek gegeven word door h =,9 cos 0,5060 en da de sinus-formule gegeven word door h =,9 sin 0,5060( 9,5). h Figuur E.9 0 6u.,5min. u.5min. 8u.7,5min. 4u.50min.

32 0 E. Appendix Goniomerie E.6 Opgaven Bepaal de periode van de funcies in de volgende grafieken. Vol Vol Teken een eenheidscirkel me als eenheid cm. Sel je een geallenlijn voor me dezelfde eenheid. a b c Teken de geallen π, π, 6 π en π als punen op de eenheidscirkel. Teken de geallen π, 4 π en π ook op de cirkel. Probeer zo precies mogelijk de plaas van de geallen,,, en op de cirkel aan e geven. Noem bij de punen E, F, G en H in de cirkel hieronder drie van de geallen die erbij horen. E M D N C L B K A P F Q G R H S 4 Geef me de k-noaie aan welke geallen bij de punen C, N, Q, D en H ui de cirkel hierboven horen. 5 Bepaal me behulp van schesjes in de eenheidscirkel de coördinaen van de punen die horen bij de volgende geallen. Gebruik daarbij de ondersaande abel. geal 0 pun (,0) (, ) ( 6 π 4 π π π, ) (, ) (0,) a π d 6 π g π j 4 π b c π π e f π 4 π h i 6 π π k 5 6 π l 76 π

33 E.6. Opgaven 6 Bepaal de volgende sinussen en cosinussen. Gebruik de abel ui opgave 5. a sin( π) d sin( 6 π) g sin π j cos( 4 π) b sin π e cos π h cos 6 π k sin 5 6 π c cos π f sin 4 π i cos( π) l sin 76 π 7 Bepaal me je rekenmachine a sin 4 b sin π c sin π 8 a Waarom is f : sin een funcie? b Wa is he domein van de funcie f : sin? c Wa is he bereik van de funcie f : sin? d Als he domein o [ π,π] word beperk, voor welke waarden van geld dan sin =? e Als he domein o [ π,π] word beperk, voor welke waarden van geld dan sin = 0? 9 Gegeven is de funcie f me f () = sin en domein [0,4π]. a Teken de grafiek van f. b Geef aan hoe ui de grafiek de waarden van zijn af e lezen waarvoor geld: sin =. c Geef aan hoe ui de grafiek de waarden van zijn af e lezen waarvoor geld: sin =. 0 Gegeven is de funcie f me f () = sin en domein [ π,π]. a Teken de grafiek van f. b Voor welke waarden van geld sin =? c Voor welke waarden van geld sin? Gegeven is de funcie f me f () = sin en domein [ π, π]. a Teken de grafiek van f. b Los op: sin = c Los op: sin Gegeven de funcie f me f () = cos en domein [ π,π]. a Vul de volgende abel in. π π 0 4 π π π π 4 π π π π cos b c d Teken een assenselsel. Kies de horizonale schaal zó da π overeenkom me cm. Teken de punen ui de abel en verbind ze door een vloeiende kromme. Sches de grafiek van f als he domein [π,7π] is. Geef he bereik van de cosinus-funcie.

34 E. Appendix Goniomerie Bepaal in de volgende rechhoekige driehoeken de sinus en de cosinus van α en β. β B B β C α A C α A 4 In de figuur hieronder zie je rechhoekige driehoeken ABC en ADC me α = 0, β = 60 en een reche hoek bij C. Driehoek ADB heef drie hoeken, die alle drie 60 zijn. D β C A α α a BC = a. Leg ui waarom AB = a. b Bereken AC (uigedruk in a) me behulp van de selling van Phagoras. a β B 5 In de figuur hieronder zie je de rechhoekig driehoek ABC me α = β = 45 en een reche hoek bij C. C a α β A B a BC = a. Leg ui waarom AC = a. b Bereken AB (uigedruk in a) me behulp van de selling van Phagoras. 6 a Teken een eenheidscirkel in een assenselsel en geef he pun P aan da hoor bij he geal 6π. Teken de sraal naar P. Welke hoek maak deze sraal me de horizonale as? Wa wee je nu over sin 6 π en cos 6 π? b Doe hezelfde me de geallen 0, 4 π en π. 7 Sches de grafiek die hoor bij de formule = sin +.

35 E.6. Opgaven 8 a Sches de grafiek die hoor bij de formule = sin. b Sches de grafiek die hoor bij de formule = + sin. 9 Sches de grafiek die hoor bij de formule = sin. 0 Sches de grafiek die hoor bij de formule = sin. a Vul de abel in. 0 4 π π 4 π π 4 π π 4 π π 4 π sin sin b Teken de grafieken van = sin en = sin in één assenselsel. c Hoe groo is de periode van de grafiek van = sin? d Hoe kun je de grafiek van = sin ui die van = sin krijgen? Gegeven f () = sin, g() = sin en h() = sin. a b Teken de drie grafieken in één assenselsel. Bepaal van elk van de drie funcies de periode. Sel bij de volgende sinusoïden een bijbehorende formule op. a π π π π π b π π π 4π

36 4 E. Appendix Goniomerie 4 a Vul de abel in. π 6 π 0 6 π π π π 5 6 π π 6 π sin sin( + π) b c Teken de grafieken van = sin en = sin( + π) in één assenselsel. Over welke afsand en in welke riching moe de grafiek van = sin verschoven worden om die van = sin( + π) e krijgen? 5 Gegeven de funcies f () = sin en g() = sin( 4 π). a Bereken een aanal punen en eken de grafieken van f en g. b Over welke afsand en in welke riching moe de grafiek van f verschoven worden om die van g e krijgen? 6 Geef van de volgende grafieken bijbehorende sinus-formules. a π π π π π b π π π π π 7 Bepaal bij de sandaardvorm a sin b( + c) + d de waarden van a, b, c en d in de volgende formules. a sin ( + π) b sin( + π) d sin π( + ) e sin( + π) + c sin ( + π) f + sin π 8 Beschrijf hoe je de grafieken die bij de volgende formules horen kun ekenen en sches deze grafieken. a = sin ( + π) b = sin( + π) d = sin π( + ) e = sin( + π) + c = sin ( + π) f = + sin π

37 E.6. Opgaven 5 9 Sel sinus-formules op die bij de volgende grafieken horen. a π π π π 4π b π π π π 4π c 4 6 8

38 6 E. Appendix Goniomerie 0 Sel eveneens sinus-formules bij de volgende grafieken. a 4 π π π π 4 b π π π π π 0 7 c Beschrijf hoe je de grafieken die bij de volgende formules horen kun ekenen en sches deze grafieken. a = cos( + π) c = cos π b = cos ( + π) d = + cos ( ) Sel cosinus-formules op die bij de grafieken van opgave 9 en 0 horen.

39 E.7. Anwoorden 7 E.7 Anwoorden linksboven: 5 rechsboven: 8 onder: 4 Zie de figuur bij opgave. π lig op pun L; π lig op pun E; π lig op pun P; 6 π lig op pun C; π lig op pun C; π lig op pun F; 4 π lig op pun Q; lig ussen G en Q; lig ussen H en R; lig ussen B en L; lig ussen C en M; lig ussen E en N. E: π, π, 5π,... ; π, π, 5π,... F: 4 π, 4 π, 5 4 π,... ; 4 π, 4 π, 4 4 π,... G: π, π, 5 π,... ; π, π, 4 π,... H: 4 π, 4 π, 5 4 π,... ; 4 π, 4 π, 4 4 π,... 4 C: π + k π N: 5 6 π + k π Q: π + k π of π + k π D: 4 π + k π H: 4 π + k π of 4 π + k π 5a (0, ) 5b (0, ) 5c (,0) 5d (, ) 5e (, ) 5f (, ) 5g (, ) 5h (, ) 5i (0,) 5j (, ) 5k (, ) 5l (0,) 6a 6b 6c 6d 6e 6f 6g 6h 6i 0 6j 6k 6l 7a 0, b 7c 0, of 8a Omda er bij elke nie meer dan één waarde van sin hoor. 8b R 8c [,] Zie ook de uiwerking in paragraaf E.8. 8d π, π, π 8e π, π, 0, π, π, π π π 9 0 π π π 4π π π = =

40 8 E. Appendix Goniomerie 0a π π π π = 0b 4 π; 4 π; 4 π; 4 π 0c [ 4 π, 4 π] of [ 4 π, 4 π] a π π π = b = π of = π c = π a π π 0 cos 0 π π π π 4 π π π π b π π π c π 4π 5π 6π 7π d [,] Zie ook de aanwijzingen in paragraaf E.8. Links: sin α = 4 0 = 5 5 cos α = 0 = 5 5 sin β = 0 = 5 5 cos β = 4 0 = 5 5 Rechs: sin α = 5 ; cos α = 4 5 sin β = 4 5 ; cos β = 5 4a Zie paragraaf E.8. 4b AC = a (zie ook paragraaf E.8.) 5a Zie paragraaf E.8. 5b AC = a (zie ook paragraaf E.8.)

41 E.7. Anwoorden 9 6a P is he pun (, ) in de bovense figuur op bladzijde 49. De hoek van de sraal me de horizonale as is 0 (zie ook paragraaf E.8). Hierui volg sin π = sin 6 0 = en cos π = cos 6 0 =. 6b Voor 0 is P he pun (,0) in de figuren op bladzijde 49. De hoek van de sraal me de horizonale as is 0. Hierui volg sin(0 rad) = sin 0 = 0 en cos(0 rad) = cos 0 =. Voor 4 π is P he pun (, ) in de onderse figuur op bladzijde 49. De hoek van de sraal me de horizonale as is 45 (zie ook paragraaf E.8). Hierui volg sin 4 π = sin 45 = en cos 4 π = cos 45 =. Voor π is P he pun (0,) in de figuren op bladzijde 49. De hoek van de sraal me de horizonale as is 90. Hierui volg sin π = sin 90 = en cos π = cos 90 = 0. = 7 π π π π 4π = + sin π π π π 4π = 8 = 4 = sin 9 π π π π 4π

42 40 E. Appendix Goniomerie 0 π π π π 4π a Voor = 4 π geld sin = en sin = (zie ook paragraaf E.8). De overige uikomsen vind je in de abel op bladzijde. b Zie figuur E. op bladzijde. c π (zie ook paragraaf E.8.) d Door die van f () = sin horizonaal in e krimpen zoda de periode gehalveerd word. a π π 4π 6π Dunne grafiek: f () = sin, Dikke grafiek: g() = sin, Gesreepe grafiek: h() = sin b π; 6π (zie ook paragraaf E.8.) 4a Zie de abel op bladzijde. a = sin (zie ook paragraaf E.8.) b = sin 4 (zie ook paragraaf E.8.) 4b Zie figuur E. op bladzijde. 4c De grafiek van = sin moe π naar links verschoven worden. f 5a π π g 5b De grafiek van f moe π naar rechs verschoven worden. 4 6a = sin( π) (zie ook paragraaf E.8.) 6 6b = sin( π) (zie ook paragraaf E.8.)

43 E.7. Anwoorden 4 7a a = ; b = ; c = π; d = 0 7b a = ; b = ; c = π*; d = 0 * Zie ook paragraaf E.8. 7c a = ; b = ; c = π; d = 0 7d a = ; b = π; c = ; d = 0 7e a = ; b = ; c = π; d = 7f a = ; b = π; c = 0; d = 8 Ga seeds ui van de gewone sinus-grafiek. 8a Horizonaal inkrimpen me facor en π naar links verschuiven. π π π π 4π 8b Horizonaal inkrimpen me facor en π naar links verschuiven. π π π π 4π 8c Horizonaal oprekken me facor ; π naar links verschuiven en spiegelen in de -as. π π π π 4π 8d Horizonaal inkrimpen zoda de periode 4 word en naar links verschuiven. Zie ook paragraaf E.8. Le op: De schaalverdeling langs de horizonale as is aangepas! 6 9

44 4 E. Appendix Goniomerie 8e π naar links verschuiven; vericaal oprekken me een facor (ampliude word ) en naar boven verschuiven. π π π π 4π 8f Horizonaal inkrimpen zoda de periode word; vericaal oprekken me facor (ampliude word ) en naar beneden verschuiven. Zie ook paragraaf E.8. Le op: De schaalverdeling langs de horizonale as is aangepas! De afleiding van de formules ui opgave 9 en 0 vind je in paragraaf E.8. Bij iedere grafiek zijn meerdere formules mogelijk, de wee of drie mees voor de hand liggende zijn hieronder weergegeven. 9a = sin = sin ( + π) = sin ( π) 9b = sin ( + 4 π) = sin ( 4 π) = sin ( 4 π) 9c = sin π ( ) = sin π ( + ) 0a = sin( + 4 π) = sin( 4 π) = sin( 4 π) 0b = sin ( π) = sin ( + π) 0c = sin π ( 4) = sin π ( + 4) Ga seeds ui van de gewone cosinus-grafiek.

45 E.7. Anwoorden 4 a Horizonaal inkrimpen me een facor en naar links verschuiven over π (zie ook paragraaf E.8). π π π π 4π b Spiegelen in de -as, horizonaal uirekken me een facor en naar links verschuiven over π. π π π π 4π c Vericaal uirekken me een facor, horizonaal inkrimpen zoda de periode gelijk word aan en naar onder verschuiven (zie ook paragraaf E.8) d Vericaal inkrimpen me een facor, horizonaal inkrimpen me een facor, naar rechs verschuiven en omhoog verschuiven (zie ook paragraaf E.8). + π 6 + π We geven hier slechs één formule per grafiek, maar er zijn ne als bij de sinus-formules in 9 en 0 iedere keer meerdere formules mogelijk. Een afleiding van de formules vind je weer in paragraaf E.8. 9a: = cos ( + π) 0a: = cos( π) 4 4 9b: = cos 0b: = cos ( π 9c: = cos π ( + ) 0c: = cos π ( 8) + 7 8

46 44 E. Appendix Goniomerie E.8 Aanwijzingen en uiwerkingen voor een aanal opgaven Opgave 8c De maximale waarde van sin is voor = π, π ec.; de minimale waarde van sin is voor = π, π ec. Opgave Bereken eers de derde zijde me de selling van Phagoras. Links: AB = AC + BC = + 4 = 0, dus AB = 0 Rechs: BC = AB AC = 5 4 = 9, dus BC = Verder geld voor de de berekeningen bij de linker figuur: = = = 5 5 = = = 5 5 Opgave 4a Driehoek ADC is he spiegelbeeld van driehoek ABC, dus DC = BC = a en BD = BC + DC = a. De groe driehoek ABD heef drie gelijke hoeken, dus ook drie gelijke zijden. Di kun je bijvoorbeeld zien door een hulplijn e rekken van B naar E, he midden van AD. Dan krijg je de driehoeken ABE en DBE me een reche hoek bij E, die weer elkaars spiegelbeeld zijn. Nu volg AB = BC = a. Opgave 4b AC + BC = AB, dus AC = AB BC = (a) a = 4a a = a. Di geef AC = a = a = a. Opgave 5a sin α = BC AC ; sin β = AB AB. Omda α = β volg nu AC = BC = a. Opgave 5b AC = AB + BC = a + a = a, dus AC = a = a = a. Opgave 6a π kom overeen me een zesde deel van een halve cirkel. De hoek die erbij hoor is dus een zesde deel van 6 een hoek van 80. Opgave 6b π kom overeen me een kwar van een halve cirkel. De hoek die erbij hoor is dus een kwar van een hoek 4 van 80. Opgave a sin 4 π = sin 4 π = ; sin( 4 π) = sin 4 π = sin π = Opgave c De grafiek gaa sijgend door de horizonale as (= evenwichswaarde) op = 0 en daarna voor he eers weer op = π.

47 E.8. Aanwijzingen en uiwerkingen voor een aanal opgaven 45 Opgave b periode = π b me b = geef: periode = π = π. periode = π b me b = geef: periode = π : = π = 6π. Opgave a Ui de grafiek is af e lezen da de halve periode gelijk is aan π, dus de periode is 4π. Ui periode = π b volg nu: π b Opgave b = 4π b = π 4π =. Er loop een sandaardslinger ussen (0,0) en ( π,0), dus de periode is π. Ui periode = π b volg dan: π b = b = : = = 4. Opgave 6a In ( π,0) begin een sandaard sinus-slinger. 6 Opgave 6b In ( π,0) begin een sandaard sinus-slinger. Opgave 7b De sandaardvorm is sin ( + π). Opgave 8d De periode is π π = : = = 4. Opgave 8f De periode is π π = : = =. Opgave 9 In opgave 9 en 0 zoeken we elkens naar een formule van de vorm = a sin b(x + c) + d.

48 46 E. Appendix Goniomerie Opgave 9a Ampliude:, dus a = of a =. Evenwichswaarde: 0, dus d = 0. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is π (bijvoorbeeld van = π o = π). Ui periode = π b volg nu π b = π b =. Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op = 0, dus c = 0. a =, b =, c = 0 en d = 0 geef = sin. Me a = begin er een sandaardslinger op = π. De grafiek word dan over π naar links verschoven, dus c = π. a =, b =, c = π en d = 0 geef = sin ( + π). Me a = begin er ook een sandaardslinger op = π. De grafiek word dan over π naar rechs verschoven, dus c = π. a =, b =, c = π en d = 0 geef = sin ( π). Opgave 9b Ampliude:, dus a = of a =. Evenwichswaarde: 0, dus d = 0. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is π (bijvoorbeeld van = 4 π o = 4 π). Hierui volg ne als in 9a b =. Me a = begin er een sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar links verschoven, dus c = 4 π. a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin ( + 4 π). Me a = begin er ook een sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar rechs verschoven, dus c = 4 π. a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin ( 4 π). Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar rechs verschoven, dus c = 4 π. a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin ( 4 π). Opgave 9c Ampliude:, dus a = of a =. Evenwichswaarde: 0, dus d = 0. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is 4 (bijvoorbeeld van = o = 5). Ui periode = π b volg nu π b = 4 4b = π b = π. Me a = begin er een sandaardslinger op =. De grafiek word dan naar rechs verschoven, dus c =. a =, b = π, c = en d = 0 geef = sin π ( ). Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op =. De grafiek word dan naar links verschoven, dus c =. a =, b = π, c = en d = 0 geef = sin π ( + ).

49 E.8. Aanwijzingen en uiwerkingen voor een aanal opgaven 47 Opgave 0a Ampliude:, dus a = of a =. Evenwichswaarde: 0, dus d = 0. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is π (bijvoorbeeld van = π o = π). Hierui volg b =. 4 4 Me a = begin er een sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar links verschoven, dus c = 4 π. a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin( + 4 π). Me a = begin er ook een sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar rechs verschoven, dus c = 4 π a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin( 4 π). Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op = 4 π. De grafiek word dan over 4 π naar rechs verschoven, dus c = 4 π. a =, b =, c = 4 π en d = 0 geef = sin( 4 π). Opgave 0b Ampliude:, dus a = of a =. Evenwichswaarde: 0, dus d = 0. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is 4 π (bijvoorbeeld van = π o = π). Ui periode = π b volg nu π b = 4 π b = : 4 = 4 =. Me a = begin er een sandaardslinger op = π. De grafiek word dan over π naar rechs verschoven, dus c = π. a =, b =, c = π en d = 0 geef = sin ( π). Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op = π. De grafiek word dan over π naar links verschoven, dus c = π. a =, b =, c = π en d = 0 geef = sin ( + π). Opgave 0c De grafiek slinger ussen = 4 en = 0, dus de evenwichswaarde is 7 en de ampliude (de maximale afwijking van de evenwichswaarde) is. Di geef a = of a = en d = 7. De periode, ofwel de lenge van een sandaardslinger, is 6 (bijvoorbeeld van = 4 o = ). Ui periode = π b volg nu π b = 6 6b = π b = 8 π. Me a = begin er een sandaardslinger op = 4. De grafiek word dan 4 naar rechs verschoven, dus c = 4. a =, b = π, c = 4 en d = 7 geef = sin π ( 4) Me a = begin er een (gespiegelde) sandaardslinger op = 4. De grafiek word dan 4 naar links verschoven, dus c = 4. a =, b = π, c = 4 en d = 0 geef = sin π ( + 4)

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie De Wageningse Mehode & VWO wiskunde B Uigebreidere anwoorden Hoofdsuk Goniomerie Paragraaf Cirkelbewegingen a. De hooge van he wiel is de y-coördinaa van he hoogse pun van de grafiek, dus 80 cm b. De periode

Nadere informatie

1 Inleidende begrippen

1 Inleidende begrippen 1 Inleidende begrippen 1.1 Wanneer is een pun in beweging? Leg di ui aan de hand van een figuur. Rus en beweging (blz. 19) Figuur 1.1 Een pun in beweging 1.2 Wanneer is een pun in rus? Leg di ui aan de

Nadere informatie

Krommen in het platte vlak

Krommen in het platte vlak Krommen in he plae vlak 1 Een komee beschrijf een baan om de zon. We brengen een assenselsel aan in he vlak van de baan van de komee, me de zon als oorsprong. Als eenheid in he assenselsel nemen we de

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de funcie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de funcie f in he pun 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D) f 0

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 vwo I indeamen wiskunde B vwo 009 - I Over een parabool gespannen In figuur is de grafiek van de funcie f me f ( ) = 3 geekend. Tussen wee punen en S die even ver van O op de -as liggen, word denkbeeldig een

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 83 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen. Voor

Nadere informatie

Uitslagen voorspellen

Uitslagen voorspellen Eindexamen vwo wiskunde A pilo 04-I Vraag Anwoord Scores Uislagen voorspellen maximumscore 3 De afsand ussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: nie meer dan wee maal zo groo maximumscore 3 Bij gelijke

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden bladzijde a domein en bereik b x = = = c Me behulp van onderdeel b en de grafiek: d Eers: log x = ofwel x = = Dan me behulp van de grafiek:

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde B vwo 2003-I Lenge Ui saisisch onderzoek is gebleken da de volwassen Nederlandse mannen in 999 gemiddeld 80,0 cm lang waren, en da er een sandaardafwijking van 2,8 cm was in de lengeverdeling.

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden 6 Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Exra oefening - Basis B-a Bij abel A zijn de facoren achereenvolgens 8 : = 6 ; 08 : 8 = 6 en 68 : 08 = 6. Bij abel A is sprake van exponeniële groei. Bij abel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Moderne Wiskunde Uiwerkingen bij vwo C deel Hoofdsuk Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van

Nadere informatie

Logaritmen, Logaritmische processen.

Logaritmen, Logaritmische processen. PERIODE Lineaire, Kwadraische en Exponeniele funcies. Logarimen. Logarimen, Logarimische processen. OPDRACHT 1 Gebruik je (G)RM voor de berekening van: 1) log 2) log 0 3) log 00 4) log 000 5) log 1 6)

Nadere informatie

2.4 Oppervlaktemethode

2.4 Oppervlaktemethode 2.4 Opperlakemehode Teken he --diagram an de eenparige beweging me een snelheid an 10 m/s die begin na 2 seconden en eindig na 4 seconden. De afgelegde weg is: =. (m/s) In he --diagram is de hooge an de

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van de grafiek me de horizonale as. b 4p p +,, p 4p p of p 4 + c Voor p

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/11

C. von Schwartzenberg 1/11 G&R havo A deel C von Schwarzenberg 1/11 1a m 18:00 uur He verbruik was oen ongeveer 1150 kwh 1b Minimaal ongeveer 7750 kwh (100%), maimaal ongeveer 1150 kwh (145,%) Een oename van ongeveer 45,% 1c 1d

Nadere informatie

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2 Uiwerkingen Toes IEEE, Modules en Daum: 9 sepember 007 Tijd: 0.40.0 (90 minuen) Opgave I) Di is een warmmakerje. In woorden is V is de serieschakeling van, en (de parallelschakeling van 3 en 4) of V =

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO wa 00-II Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 86 punen e behalen; he examen besaa ui 9 vragen. Voor

Nadere informatie

Snelheid en richting

Snelheid en richting Snelheid en riching Di is een onderdeel van Meekunde me coördinaen en behoeve van he nieuwe programma (05) wiskunde B vwo. Opgaven me di merkeken kun je, zonder de opbouw aan e asen, overslaan. * Bij opgaven

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei Moderne wiskunde 9e ediie Havo A deel Uiwerkingen Hoofdsuk - Formules voor groei bladzijde 00 V-a = 08, ; 870 08, ; 70 0, 8; 60 00 00 870 70 08,, gemiddeld 0,8 b De beginhoeveelheid is 00 en de groeifacor

Nadere informatie

1 Herhalingsoefeningen december

1 Herhalingsoefeningen december 1 Herhalingsoefeningen december Een lichaam word vericaal omhoog geworpen. Welke van de ondersaande v, diagrammen geef dan he juise verloop van de snelheidscomponen weer? Jan rijd me de fies over een lange

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a b c d e a Analyse De omze was in 987 ongeveer, miljard (de recher as) De wins was ongeveer 6 miljoen (linker as) 6 miljoen 6 miljoen = %, % Er is sprake van verlies als de wins/verlies-grafiek negaief

Nadere informatie

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T112-HCMEM-H579 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punen kunnen worden behaald. Anwoorden moeen alijd zijn voorzien van een berekening, oeliching

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules V-1a 4 Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Voorkennis prijs in euro s 70 78,0 percenage 100 119 1,19 b Je moe de prijs me he geal 1,19 vermenigvuldigen. c De BTW op de fies

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tenamen Golven en Opica woensdag 9 juni 011, 15.00-18.00 uur Maak elke opgave op een apar vel voorzien van uw naam en sudennummer. Gebruik van een (grafische) rekenmachine is oegesaan. Verdeel uw ijd opimaal

Nadere informatie

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS Behorende bij de Bacheloropdrach HS Door: Julia Berkhou Lena Jezuia Sephen Willink Begeleider: Prof.dr. A.A. Soorvogel Daum: 17 juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Achergrondinformaie 3 2.1 He geij.................................

Nadere informatie

Voorwoord. Hoofdstukken:

Voorwoord. Hoofdstukken: Voorwoord Di boek behandel de belangrijkse begrippen en mehoden ui de analyse van 'funcies van één variabele' en de analyische vlakke meekunde als een samenhangend geheel Begrippen en mehoden, waarmee

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Examen beeldverwerking 10/2/2006 Richlijnen Examen beeldverwerking 10/2/2006 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2015-I

wiskunde A pilot vwo 2015-I Piramiden maximumscore a = en x =,5 geef h = 6,5 (dm) De oppervlake van he grondvlak is,5,5 = 6, 5 (dm²) De inhoud is 6, 5 6,5 4 (dm³) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 I = x (9 x ) geef di 6 d = x x x x

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen Hoofdsuk 5 - Differeniaalvergelijkingen 5. Differenievergelijkingen ladzijde a 0 3 4 5 A 00 0 04 06 08 0 oename B 00 30 69,00 9,70 85,6 37,9 oename 30 39 50,70 65,9 85,68 C 00 3 73,60 7,68 97,98 389,38

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

elektriciteit voor 5TSO

elektriciteit voor 5TSO e Dirk Sarens 45 elekriciei voor 5TSO versie 1.0 1 2011 Dirk Sarens Versie 1.0 Schooljaar 2011-2012 Gemaak voor he leerplan D/2009/7841/036 Di boek kan worden gekoch via de websie www.nibook.com Had je

Nadere informatie

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc 6.2.5 ergelijking faseverschuiving wisselsroomweersand frequenieafhankelijk weersand 0 onafhankelijk spoel sroom ijl 90 na ω oename me frequenie E condensaor sroom ijl 90 voor ω afname me frequenie E Fasordiagramma

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I Eindexamen wiskunde A- vwo 009 - I Beoordelingsmodel Vraag Anwoord Scores Emissierechen maximumscore 3 Mogelijkheid kos 50 000 euro Mogelijkheid lever 50 000 euro aan emissierechen op Mogelijkheid kos

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid,

Nadere informatie

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Overzicht Examenstof Wiskunde A Oefenoes ij hoofdsuk en Overzih Examensof Wiskunde A a X min 0, X max 0, Y min 0 en Y max 000. 0 lier per minuu. Als de ank leeg is, dan is W 0, dus 00 0 0 dus 0. Na 0 minuen is de ank leeg. a Neem de

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde A- vwo 003-I 4 Anwoordmodel Levensduur van kfiezeapparaen Maximumscore 4 Na,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 0,87 apparaen He verschil hierussen

Nadere informatie

Tentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb :30 11:30

Tentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb :30 11:30 Normering Tenamen WISN12 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb 217 8:3 11:3 voor 4 p vragen (andere vragen naar rao: 4p Goed begrepen en goed uigevoerd me voldoende oeliching, evenueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5 Boek 3 hoofdsuk 0 Groei havo 5. Lineaire en exponeniële groei. a. Opp = 750 + 50 me = 0 op juni, per week en opp. in m. Y =750 + 50 Y (3) = 00 m en Y (5) = 500 m (mehode : voer in Y, daarna rekenscherm,

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 009 ijdvak wiskunde A, He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

8 Goniometrie. bladzijde a x = 18 en p = 100 invullen geeft 100 = a log(19) 100 a = log(19) Dus a = 78,201. b Voer in y 1

8 Goniometrie. bladzijde a x = 18 en p = 100 invullen geeft 100 = a log(19) 100 a = log(19) Dus a = 78,201. b Voer in y 1 bladzijde 33 a x = 8 en p = 00 invullen geef 00 = a log(9) 00 a = log(9) Dus a = 78,0. = 78 log(x + ) en y = 7 De opie inersec geef x Dus op sand 8,. c k =,3 geef x =,7 8 =, 6 P Dus P 8 Goniomerie bladzijde

Nadere informatie

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken). Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie

Nadere informatie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs 12_DRUK_nr2_2005 19-04-2005 11:33 Pagina 12 Druk op de INLEIDING Bij he bewerken van plaamaeriaal onsaa vaak de siuaie da maeriaal langs een radius moe bewegen. Meesal heef men dan van doen me he maken

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofdsuk - Eponeniële funcies Voorkennis: Groeifacoren ladzijde 7 V-a 060, 80 8, - euro 079, 0, 9, 88 c 0, 98, - 998, V-a De facor waarmee je de oude prijs vermenigvuldig om de nieuwe prijs e krijgen is

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo I

Eindexamen wiskunde B vwo I Eindexamen wiskunde B vwo - I Beoordelingsmodel Gelijke oervlaken maximumscore x x ax x a ( x x a y a( a a a ( a, a a lig o de lijn y ax, wan a a a( a Aangeoond moe worden da ook a a ( a ( a ( a ( a herleiden

Nadere informatie

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen. 1a 1b G&R havo A deel 1 Tabellen en grafieken C. von Schwarzenberg 1/14 Een buspakje kan door de brievenbus, een pakke nie. Een zending die voorrang krijg. 1c 5, 40. (Worldpack Basic prioriy Buien Europa

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO 00-II wiskunde A (oude sijl) Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x

Nadere informatie

0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen

0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen 0. voorkennis Periodieke verbanden Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen Er zijn twee verschillende tekendriehoeken: de 45-45 -90 driehoek en de 30-0 -90 -driehoek. Kenmerken

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Examen beeldverwerking 30/1/2013 Richlijnen Examen beeldverwerking 30//03 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1 EFENTETS HAV B DEEL 1 HFDSTUK 2 VERANDERINGEN PGAVE 1 Een oliehandelaar heef gedurende 24 uur nauwkeurig de olieprijs bijgehouden. Zie de figuur hieronder. Hierin is P de prijs in dollar per va. P 76 75

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe sijl) Correcievoorschrif VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uierlijk op juni de scores van de alfabeisch eerse vijf kandidaen per school op de daaroe

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008 EEKTTET WSSESTOOMTHEOE Technisch nsiuu Sin-Jozef, Wijersraa 28, B-3740 Bilzen ursus : an laesen Versie: 19-10-2008 1 Sooren spanningen en sromen... 3 1.1 Gelijksroom... 3 1.2 Wisselsroom... 4 2 Sinusvormige

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR naloge Elekronika DE KOMPRTOR De mees eenvoudige oepassing van de operaionele verserker is de komparaor. Om de werking van de komparaor e begrijpen, bekijken we de karakerisiek van de opamp, zoals geekend

Nadere informatie

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π G&R havo B deel Veranderingen C. von Schwarzenberg / a b c Tussen en uur. Van en uur neem de sijging oe. Van o 6 uur neem de sijging af. Van o 8 uur neem de daling oe. Van 8 o uur neem de daling af. 6,,,,,

Nadere informatie

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel Hoofdstuk 14 Allerlei formules (V6 Wis A) Pagina 1 van 12 Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel De eenheidscirkel met graden Definities Eenheidscirkel = { Cirkel met middelpunt O en straal 1 } cos(θ) = x coordinaat

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

7.9. Inhomogene lineaire stelsels. We keren nu weer terug naar de situatie

7.9. Inhomogene lineaire stelsels. We keren nu weer terug naar de situatie 79 Inhomogene lineaire selsels We keren nu weer erug naar de siuaie x ( A(x( + g(, ( waarbij A( een (n n-marix is en g( een vecor me n coördinaen Vergelijkbaar me de heorie voor gewone lineaire differeniaalvergelijking

Nadere informatie

Differentiaal- en Integraalrekening

Differentiaal- en Integraalrekening Differeniaal- en Inegraalrekening deel 6 rillingsparonen Foo Freeman Nieuwe wiskunde weede fase Profiel N&G en N&T Freudenhal insiuu De afbeelding op de kaf kom ui een oud boek Fun wih Geomery van M. en

Nadere informatie

Het wiskunde B1,2-examen

Het wiskunde B1,2-examen Ger Koole, Alex van den Brandhof He wiskunde B,2 examen NAW 5/4 nr. 2 juni 2003 65 Ger Koole Faculei der Exace Weenschappen, Afdeling Wiskunde, Vrije Universiei, De Boelelaan 08 a, 08 HV Amserdam koole@cs.vu.nl

Nadere informatie

Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel

Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel Hoofdstuk 8 Goniometrische functies (H4 Wis B) Pagina 1 van 10 Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel Les 1 : De eenheidscirkel Definities Eenheidscirkel = { Cirkel met middelpunt O en straal 1 } cos(θ) = x coordinaat

Nadere informatie

Analyse + Meetkunde. op de lijn en in het vlak

Analyse + Meetkunde. op de lijn en in het vlak Analyse + Meekunde op de lijn en in he vlak Voorwoord Di boek behandel de belangrijkse begrippen en mehoden ui de analyse van 'funcies van één variabele' en de analyische vlakke meekunde als een samenhangend

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z Tenamen CT222 Dynamica van Sysemen 25 juni 212 14.-17. Le op: - Vermeld op ieder blad je naam en sudienummer - Maak elk van de drie opgaven op een apar vel Opgave 1 (3 punen) 2 Een bekken (links) me berging

Nadere informatie

3) Homogene coördinaten het projectieve vlak

3) Homogene coördinaten het projectieve vlak 3) Homogene coördinaen he projecieve vlak a) Homogene coördinaen van een pun Homogene coördinaen van punen in he affiene vlak Voor een pun P me caresische coördinaen x, in he affiene vlak noemen we elk

Nadere informatie

Oplossingen van de oefeningen

Oplossingen van de oefeningen Oplossingen van de oefeningen Module ) Gegeven x[n] =,7 n. Als de bemonseringsfrequenie gelijk is aan khz, welke analoge ijdsconsane kom dan overeen me deze discree exponeniële? x[n] =,7 n = e n,7 = e

Nadere informatie

Aanvullingen van de Wiskunde

Aanvullingen van de Wiskunde de Bachelor EIT Academiejaar -4 se semeser 8 januari 4 Aanvullingen van de Wiskunde. Gegeven een homogene lineaire parile differeniaalvergelijking van eerse orde: a x,, x n u x a n x,, x n u x n. a Wa

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER Analoge Elekronika DE SCHMITT TIGGE Een Schmi rigger is een komparaor me hyseresis. Ne zoals bij een komparaor is de ingang een analoog signaal, erwijl de uigang een digiaal signaal is. De uigangsspanning

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Rust en beweging

Hoofdstuk 1: Rust en beweging Hoofdsuk 1: Rus en beweging 1.1 Rus en beweging zijn relaief Ten opziche van he vlieguig is de passagier in................................................ Ten opziche van he aardoppervlak is he vlieguig

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Blok - Vaardigheden ladzijde d 9 B B 6 f a a e r 9 9r r r r 8 a De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk aan en he sargeal is dus 7 0 de vergelijking is y x+ De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk

Nadere informatie

Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen

Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen Wiskunde LJ2P4 Transformaties Grafieken verschuiven en vervormen 1. Ver'cale verschuiving We hebben bij wiskunde al verschillende grafieken leren kennen: rechte lijn, parabool, sinus, cosinus. Voor de

Nadere informatie

Werkboek. meer. check! Geluk. in 3Weken! Marjan van de Bult

Werkboek. meer. check! Geluk. in 3Weken! Marjan van de Bult Werkboek meer Geluk J check! in 3Weken! Marjan van de Bul www.gelukfabriek.nl Unlock your Luck vormgeving www.somehingilse.nl Alsjeblief! Hier is jouw eigen werkboek voor meer geluk in 3 weken. Misschien

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie ladzijde 7 V-a Plo de grafiek van y = x + x +. Me al-zero vind je x 8,. Plo ook de grafiek me y = x+ 5. Me al-inerse vind je x 89, en y= g( 89, ),. V-a d Exa, wan de vergelijking is lineair. Me de rekenmahine,

Nadere informatie

digitale signaalverwerking

digitale signaalverwerking digiale signaalverwerking deel 2: sampling en digiale filerechniek Hoewel we de vorige keer reeds over he samplen van signalen gesproken hebben, komen we daar nu op erug, om de ermee samenhangende effecen

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1 Anwoordmodel VWO 3-I wiskunde A (oude sijl) Levensduur van kfiezeapparaen Na,5 jaar zijn er 5,99,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 5,99,97,87 apparaen He verschil hierussen bedraag 87 apparaen de kansen,99

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe sijl) Correcievoorschrif VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs 0 03 Tijdvak Inzenden scores Vul de scores van de alfabeisch eerse vijf kandidaen per school in op de opisch leesbare

Nadere informatie

Extra oefening bij hoofdstuk 1

Extra oefening bij hoofdstuk 1 Era oefening ij hoofdsuk a Een goede venserinselling voor de funie f is : X min en X ma en Y min eny ma 0. Voor de funie g X min 0 en X ma 0 en Y min 0 eny ma 0. y 0 8 8 0 y 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Veriale

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 60 Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid, dus 0 g is de groeifaor, dus g d gewih

Nadere informatie

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c Groeiprocessen ladzijde a A = c m 7 } m = 40 en A = = c 40 7 = c, 40 0 7 c, Dus de evenredigheidsconsane is,. m = 7 geef A =, 7 7 Dus de lichaamsoppervlake is ongeveer dm. c A =, geef, m 7 =, m 7 009 m

Nadere informatie

Gebruik van condensatoren

Gebruik van condensatoren Gebruik van condensaoren He spanningsverloop ijdens he laden Als we de schakelaar s sluien laden we de condensaor op. De condensaorspanning zal oenemen volgens een exponeniële funcie en de spanning over

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo nauurkunde 04-I Vraag Anwoord Scores Opgave Tsunami maximumscore 4 voorbeeld van een anwoord: Voor de zwaare-energie van de waerberg geld: Ez = mgh. Voor de massa van he waer geld: m= ρv.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies Hoodsuk 7 - Logarimishe unies ladzijde 0 V-a De dagwaarde egin op 000 en daal naar 000. Dus: 000 g 000 = = 06 ; g = 000 06 0 909. = 000 g ; Op ijdsip = 0 is de dagwaarde 000. De groeiaor g 0 909 dus W

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak wiskunde A (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde A I

Eindexamen havo wiskunde A I Eindexamen havo wiskunde A 0 - I Supersize me maximumscore 3 33,6 G = 5000 G 49 (kg) He anwoord: 49 85 = 64 (kg) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 E b = 33,6 85 = 856 Zijn energieoverscho is 5000 856 = 44

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Vakanies maximumscore 4 De aanallen inerneboekingen zijn resp. 288, 846, 258 2 Da is samen 392 He anwoord 48 (%) 2 maximumscore 3 Er moe gekeken worden naar een groe waarde van He inzich

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 2007 ijdvak 2 wiskunde A,2 He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak nauurkunde He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde Voor een profielwerksuk over de aarde www.aarde nu In opdrach van: Vrije Universiei Amserdam Universiei van Amserdam Technische Universiei Delf Universiei Urech Wageningen Universiei Teksen: Gerard Heijmeriks

Nadere informatie

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven Bij voorlopige aanslag inkomsenbelasing 2013 IB 275-1T31FD Volg u in 2013 een opleiding of een sudie voor uw (oekomsige) beroep? Of had u kosen voor een EVC-procedure (Erkenning Verworven Compeenies)?

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/18. 1b Dat zijn de punten (0, 0) en (1; 0,5). Zie de plot hiernaast.

C. von Schwartzenberg 1/18. 1b Dat zijn de punten (0, 0) en (1; 0,5). Zie de plot hiernaast. a G&R havo B deel 9 Allerlei uncies C von Schwarzenber /8 Zie de plo hiernaas b Da zijn de punen (0, 0) en (; 0,5) c Van de raieken van en li een enkel pun onder de -as d De raieken van en hebben de -as

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Formules maken

Hoofdstuk 6 - Formules maken Hoofdsuk 6 - Formules maken ladzijde 0 V-a Formule, wan de grafiek gaa door he pun (,) 0 en formule is exponenieel. Formule heef voor x = 0 geen eekenis, erwijl de grafiek door he pun (0, 3) gaa. Formule,

Nadere informatie

Dus de groeifactor per 20 jaar is 1,5 = 2,25 een toename van 125% in 20 jaar. Dus Gerben heeft geen gelijk.

Dus de groeifactor per 20 jaar is 1,5 = 2,25 een toename van 125% in 20 jaar. Dus Gerben heeft geen gelijk. G&R havo B deel Groei C. von Schwarzenber / a In 980 is N i = 0 + 0 = 800 miljoen. b Vermenivuldien me,. (iedere 0 jaar van 00% naar 0% iedere 0 jaar keer,) c In 980 is N o = = N o = = d 0% oename per

Nadere informatie

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk 7 Afschuiving HOOFDSTUK in langs- en dwarsriching Ga naar www.pearsonmylab.nl voor sudiemaeriaal en oesen om je begrip en kennis van di hoofdsuk ui e breiden en e oefenen. Ook vind je daar videouiwerkingen

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

t Ik bekijk de plaatjes, de titel en de tussenkopjes.

t Ik bekijk de plaatjes, de titel en de tussenkopjes. 2.1 LWB 7A-20 Les: Geen vis INFORMATIE Leeseks Teks 1: informaieve eks over walvissen. Teks 1: oud AVI 9; nieuw AVI M6. Zie ook sofware. Cenrale sraegie/leerdoel Teks inerpreeren: je bedenk de hoofdvraag

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

E 1. Voor de coördinaten van P geldt: x (t) = cos t + t sin t y (t) = sin t t sin t

E 1. Voor de coördinaten van P geldt: x (t) = cos t + t sin t y (t) = sin t t sin t Buieling Gegeven een halve cirkel me sraal. Lijnsuk raak de halve cirkel in pun R. De lenge van is consan π meer, erwijl he raakpun R langs de cirkel loop, me een snelheid van m/s. Gebruik de ekening.

Nadere informatie

wiskunde A bezem havo 2017-I

wiskunde A bezem havo 2017-I Disribuieriem Een disribuieriem is een geribbelde riem die in een moderne verbrandingsmoor van een auo zi. Zo n riem heef en opziche van een keing voordelen: hij maak minder lawaai en er is geen smering

Nadere informatie

Investeringsbeslissingen

Investeringsbeslissingen Inveseringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wa is inveseren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkrach inruilen egen: 1. een oekomsige onzekere inkomenssroom; 2. besparingen van uigaven; 3. een nie-financieel

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Vogels die voedsel zoeken Vogels die voedsel zoeken op de grond veronen vaak een karakerisiek paroon van lopen en silsaan. In iguur 1 is di paroon voor wee vogelsooren

Nadere informatie