Quickscan knooppunt St. Annabosch. A58 St. Annabosch - Galder Optimalisatie van het MIRT-ontwerp

Transcriptie

1 Quickscan knooppunt St. Annabosch Optimalisatie van het MIRT-ontwerp projectnummer eindconcept revisie 2 23 juni 216

2

3 Optimalisatie van het MIRT-ontwerp projectnummer eindconcept revisie 2 23 juni 216 Auteurs S. Zondervan (MSc) Opdrachtever waterstaat Zuid Nederland Postbus MA Maastricht datum vrijave beschrijvin revisie 2 oedkeurin vrijave eindconcept S. Zondervan T. Artz

4 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Blad 1 van 41

5 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Inhoudsopave Blz. 1 Inleidin Achterrond Doelstellin varianten Proces Leeswijzer 5 2 De varianten Selectie van de varianten Beschrijvin kansrijke varianten op hoofdlijnen Variant (MIRT): verbindinsboo edeeltelijk buiten het knooppunt Variant (1A): verbindinsboo Bavel Utrecht over de A58 Tilbur Bavel Variant (1B): verbindinsboo Bavel - Utrecht onder de A58 Tilbur - Bavel Nader optimalisaties 14 3 Hoe zien de varianten eruit? Vanuit het noordoosten (Bavel) Vanuit het zuidwesten (Anneville) Vanuit het noordwesten (Ulvenhout) 18 4 Effecten Hooteliin, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie Geluid Luchtkwaliteit Verkeersveiliheid en loica hoofden Onderliende ennet Natuur Overie effecten Bouwfase Kosten 36 5 Beoordelin 38 Bijlae 1 Ontwerpen knoopppunt St. Annabosch 4 Blad 2 van 39

6 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Blad 3 van 39

7 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 1 Inleidin Voor u lit de rapportae met de resultaten van de quickscan naar optimalisatiemoelijkheden van het ontwerp uit de MIRT-verkennin A58 St. Annabosch Galder met betrekkin tot het knooppunt St. Annabosch. De MIRT-verkenninen A58 Eindhoven Tilbur en St. Annabosch- Galder, waarin voor beide trajecten een 2x3- en een spitsstrookalternatief zijn onderzocht, hebben eleid tot besluitvormin over het voorkeursalternatief: verbredin van de A58 met 2x3 rijstroken op beide trajecten. Ten behoeve van het onderzoek in de MIRT-verkennin naar bovenenoemde alternatieven is een aantal aannamen edaan en no niet op alle vlakken is met de omevin overeenstemmin over de ekozen oplossinsrichtin. Keuzes hierover zijn niet bepalend bij de keuze tussen een 2x3- of een spitsstrookalternatief, maar de kaders hiervoor moeten vooraf aan het op te stellen ontwerp van het Tracébesluit wel uitewerkt zijn. 1.1 Achterrond Het referentieontwerp van de 2x3 variant in de MIRT-verkennin is in principe zo efficiënt moelijk ontworpen. Daarbij staan probleemoplossend vermoen, voldoen aan wettelijke eisen en kosten voorop. In het knooppunt St. Annabosch wordt hiervoor onder andere de bestaande krappe verbindinsbocht vanuit Galder (A58) naar Utrecht (A2) vervanen door een hoere flyover met twee rijstroken. Omevinspartijen hebben aaneeven deze nieuwe verbindins in knooppunt St. Annabosch onwenselijk te vinden vane de hoe liin, over de nu al verhood eleen A58 heen. Daarnaast spelen de moelijkheid tot het behoud van een wonin en de belevin van onder andere eluid. Om die redenen is door de ezamenlijke omevinspartijen een voorstel inediend tot optimalisatie van het ontwerp van knooppunt St. Annabosch. Op hoofdlijnen komt de optimalisatie er op neer dat de nieuwe verbindin Bavel - Utrecht niet rechts uitvoet en over de A58 heen aat, maar de A58 vanuit het westen splitst, waarbij de linkerrijbanen afbuien naar de A27. De noordelijke rijbaan van de A58 wordt hiervoor iets in noordelijke richtin verschoven. 1.2 Doelstellin varianten De doelstellin van het variantenonderzoek is om vast te stellen of er oplossinen zonder hoe fly-over moelijk zijn voor de verkeersafwikkelin in knooppunt St. Annabosch. Hierbij wordt ook ekeken naar de verbeterinen en verslechterin ten opzichte van de variant die in de verkennin is onderzocht. Het variantenonderzoek moet voldoende informatie opleveren om een keuze te maken voor een variant die verder uitewerkt aat worden in het Ontwerptracébesluit. 1.3 Proces Het variantenonderzoek heeft in nauwe interactie met de omevinspartijen plaatsevonden. De eerste voorstellen voor varianten waren afkomsti van omwonenden. Ze zijn door waterstaat op hoofdlijnen op oplossend vermoen en kosten beoordeeld. Hierbij zijn Blad 4 van 39

8 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland varianten met rootschalie aanpassinen van het knooppunt en varianten die insnijden in het maaiveld afevallen. Naast de kostenfactor speelt hier ook de evoeliheid van het Natura 2- ebied Ulvenhoutse Bos voor hydroloische inrepen. De meest kansrijke varianten zijn in overle met de omevinspartijen vooredraen voor nader onderzoek en in dit rapport verder uitewerkt. De aanpassinen van de varianten zijn toeelicht en vooreled aan de omevinspartijen. De meeste van deze partijen zijn tijdens de MIRT-verkennin betrokken eweest en in die fase ( ) tijdens bijeenkomsten eïnformeerd over het project. Vooral de (effecten van) de hoe verbindins zijn voor deze partijen aanleidin eweest om waterstaat te vraen om moelijkheden om het ontwerp te optimaliseren te onderzoeken. In de fase tussen het principebesluit voor opwaarderin van de A58 tot een met 2x3 rijstroken en de uitwerkin daarvan in het OTB (Ontwerptracébesluit) is deze opave door waterstaat met de betrokkenen opepakt. De resultaten zijn tussentijds met deze roep besproken en vervolens openomen in deze rapportae. 1.4 Leeswijzer Na de inleidin in dit hoofdstuk aat hoofdstuk 2 in op de voorliende varianten. In hoofdstuk 3 zijn deze varianten verbeeld door middel van een aantal aanzichten. De effectbeschrijvin vindt plaats in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk wordt ook ineaan op de kosten en maakbaarheid van de varianten. Hoofdstuk 5 vat de effectbeoordelin samen met een conclusie. Terminoloie In deze rapportae wordt de onderstaande benamin van de verschillende en in het knooppunt ebruikt (weereeven voor de huidie situatie): 1. Hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder. 2. Hoofdrijbaan A58 Galder Tilbur. 3. Verbindins Galder Utrecht (soms ook aaneduid als nieuwe verbindins ). 4. Verbindins Utrecht Galder. 5. Verbindins Tilbur Utrecht. 6. Verbindins Utrecht Tilbur Blad 5 van 39

9 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 2 De varianten 2.1 Selectie van de varianten De opave aan Antea Group is estart met twee varianten uit een eerdere schetssessie met de omevinspartijen. Daar waren vier ontwerpen op basis van twee variabelen tot stand ekomen: De hooteliin van de nieuwe verbindins en de zijde van het knooppunt waar de uitbreidin ezocht wordt. Te handhaven verbindins 1: westzijde handhaven (Ulvenhout) 2: oostzijde handhaven (Bavel) Hooteliin nieuwe verbindins B: Onderlans A: bovenlans (rood: hoe liin / roen: lae liin) 1 of 2 In variant 1 is de liin van de huidie verbindinsboo Utrecht - Galder (zijde Ulvenhout) als uitanspunt enomen. Dit leidt tot aanpassen van de verbindinsboo aan de andere zijde van de knoop, bij Bavel. In variant 2 is de boo Tilbur Utrecht bij Bavel als uitanspunt enomen en moet onderzocht worden of de boo bij het Ulvenhoutse Bos no dichter nabij het Natura 2-ebied eled kan worden. A of B In de A-varianten aat de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur - Bavel onder de verbindins Galder - Utrecht door. In de B-variant is de hooteliin andersom en aat de noordelijke hoofdrijbaan Utrecht - Galder over de nieuwe verbindins Galder - Utrecht heen. Blad 6 van 39

10 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Door het Platform van A58 naar beter (waarin diverse partijen, zowel maatschappelijke partijen als burers zijn verteenwoordid) en waterstaat is de voorkeur aaneeven voor de varianten 1A en 2B, waarbij variant 2 no wel eoptimaliseerd moet worden. Omdat optimalisatie van de boo Tilbur Galder in die fase no onzeker is (2A/B), is het daarbij van belan dat er in ieder eval een 1(A/B) variant wordt uitewerkt. Daarnaast speelt de hooteliin een rol. In de A varianten is de hooteliin aan de zuidwestzijde van het knooppunt beperkt. Daar staat teenover dat bij de B varianten het alinement (wisselin van bochten en hooteliin) op de hoofdrijbaan Tilbur Galder prettier is voor de ebruiker. Een aandachtspunt is dat varianten no zo ontworpen moeten worden dat deze eheel buiten het Natura 2 ebied Ulvenhoutse Bos komen lien Van 2B naar 1B Indien een voornemen effecten heeft op Natura 2 ebied moet wettelijk in het kader van de verunninverlenin (Nb-wet verunnin) onderzocht worden of er alternatieven zijn. Voor deze variantenstudie houdt dit in dat indien er alternatieven zijn die niet lien in het Natura 2 ebied, de alternatieven die wel binnen Natura 2 ebied lien niet verunbaar zijn. Omdat er alternatieven zijn met een liin buiten Natura 2-ebied (MIRT en 1A / 1B), is variant 2(B) daarmee - indien deze niet eoptimaliseerd kan worden - niet moelijk. Bij de nadere uitwerkin is het niet moelijk ebleken om de verbindin Utrecht - Galder in variant 2B eheel uit het Natura 2-ebied te halen, zonder eheel teru te vallen op variant 1B. De huidie verbindins lit reeds zeer dicht lans het Natura 2-ebied. Aleen het meest zuidwestelijk deel van deze verbindins lit niet strak lans dit Natura 2- ebied. Het aanpassen van de verbindins over korte lente zou hier een opeenvolin van wisselende (en te krappe/onveilie) boostralen in de verbindins betekenen en is daarmee niet moelijk. Bovendien zou een beperkte optimalisatie aan deze zijde alsno (als die al moelijk zou zijn) leiden tot aanpassin aan de verbindin Tilbur - Utrecht bij Bavel. Om die reden zijn de 2 varianten niet moelijk ebleken en is vanuit variant 2B teruevallen op de eoptimaliseerde 1B. Variant 1A en 1B zijn verder onderzocht als kansrijke varianten 2.2 Beschrijvin kansrijke varianten op hoofdlijnen Uitanspunten De omevinspartijen hebben voor de uitwerkin de volende uitanspunten meeeeven: Hooteliin is maximaal +1 verdiepin en een +2 (een hoe fly-over). Zo veel moelijk ebruik maken van de oppervlakte van het huidie knooppunt. Fiets-/calamiteitenroute (de rotendeels kaarsrechte Royaaldreef) door het knooppunt blijft. Geen/minimale aantastin van het Natura 2-ebied 1 ; 1 Voor kansrijke varianten wordt uiteaan van een ruimtebesla in het aanliende Natura 2-ebied Ulvenhoutse Bos. Blad 7 van 39

11 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Geen/minimale toename overlast eluid, lucht en visueel (t.o.v. huidi 2 ); Bij het ontwerpen is waar moelijk en zoveel moelijk rekenin ehouden met deze uitanspunten. In de effectbeoordelin wordt verder ineaan op de mate waarin deze doelen bereikt worden. Bij het ontwerp is rekenin ehouden met een ontwerpsnelheid voor de hoofdrijbaan van 12 km/uur. De is daarmee eschikt voor 13 km/uur. Verbindinsen worden ontworpen op 9 km/uur. Het verticaal hooteverschil tussen kruisende assen is 6, meter (4,6 m doorrijdhoote en 1,4 m constructiedikte). Het horizontaal alinement (de liin in het platte vlak) is voor beide varianten elijk. Dit alinement wordt beschreven in de volende pararaaf. In de daarop volende pararaaf wordt ineaan op het verticaal alinement (de hooteliin). Hierop onderscheiden de varianten zich van elkaar. De ontwerpen zijn bijevoed in bijlae 1. In de onderstaande beschrijvin wordt enkele malen verwezen naar assen en details in die tekeninen Horizontaal alinement In het MIRT-ontwerp werd één verbindinsboo (Galder Utrecht) aanepast (1). Voor de aanpassin aan deze verbindinsboo in de varianten is het in de nieuwe varianten ook nodi om de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (2) en ten evole daarvan de verbindinsboo Tilbur Utrecht aan te passen (3). 1) De verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) is vanaf het splitsinspunt met de zuidelijke hoofdrijbaan A58 Galder Tilbur (as MA2) zonder uitbuiinshoek ontworpen. Beide banen lien vanaf dit punt in van elkaar afdraaiende boen, waardoor er visueel een duidelijk splitsinspunt ontstaat. Deze nieuwe verbindinsboo wordt door het knooppunt eleid en sluit met een teenestelde boo aan op het eboen tracédeel van de A27, ter hoote van de Deken Dr. Dirckx. In de huidie situatie bevindt zich aan de noordzijde van het knooppunt een naboo bij deze samenvoein. Door het noordelijker aansluiten in het nieuwe ontwerp is deze naboo niet meer aanwezi. 2) Voor de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) is ten opzichte van het samenvoepunt in het voorliende deel een verschoven verloop ontworpen. Dit is noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor de verbindinsboo Galder- Utrecht (as MA1). De noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder is zo ontworpen dat de huidie horizontale boostraal laner wordt dooretrokken en met een ruime S-boo door het knooppunt heen wordt eleid. Deze sluit aan op een ruime boostraal die door het smalste punt van het dwarsprofiel bij de Annevillelaan wordt eleid. 3) De verbindinsboo Tilbur Utrecht (as MA4) is vanaf het splitsinspunt met de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) zonder uitbuiinshoek ontworpen. Beide banen lien vanaf dit punt in van elkaar afdraaiende boen, waardoor er visueel een duidelijk splitsinspunt ontstaat. Deze nieuwe verbindinsboo is oostwaarts verschoven ten opzichte van de huidie situatie en sluit aan op de verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1). Dit samenvoeinspunt lit voor bij de S- boo door het knooppunt, in de ruime dooraande boo. 2 Deze studie betreft optimalisatie van het MIRT-ontwerp. Waar moelijk en relevant wordt het effect van het MIRT-ontwerp ten opzichte van de huidie/autonome situatie ook in beeld ebracht. Blad 8 van 39

12 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland In alle varianten (ook de MIRT-variant) wordt de verbindinsboo Utrecht Galder (as MA5) op de huidie liin van deze boo ontworpen. Dit om het aanliende Natura 2-ebied te handhaven. Door de uitbreidin van het aantal rijstroken van 1 naar 2 wordt de verhardin van deze boo uitebreid lans de linkerzijde van de (oostzijde). Ter plaatse van de samenvoein met de noordbaan van de A58 Tilbur Galder is het samenvoepunt verschoven ten opzichte van de huidie situatie. De zuidelijke hoofdrijbaan A58 Galder Tilbur (as MA2) wordt ten evole van nieuwe splitsin eniszins aanepast, zodani dat deze ruimte biedt voor de verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) en met een ruime boostraal aansluit op de twee bestaande kunstwerken van het knooppunt. Het voorliende deel start met een ruime boostraal die door het smalste punt van het dwarsprofiel bij de Annevillelaan wordt eleid Verticaal alinement In de varianten verandert ten opzichte van het MIRT-ontwerp en de huidie situatie de hooteliin van de verbindinsboo Galder Utrecht (1), de hoofdrijbaan Tilbur Galder (2) en ten evole daarvan de verbindinsboo Tilbur Utrecht (3). Verticaal ontwerp variant 1A In variant 1A verandert de hooteliin van drie verbindinsen. 1) De verbindinsboo Galder - Utrecht (as MA1) loopt vanaf het splitsinspunt over de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3), de Royaaldreef en de verbindinsboo Utrecht Tilbur heen. Hierna wordt de verbindinsboo vloeiend omlaa ebracht in het verticale verloop van de aansluitende bestaande A27. 2) De noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) wordt hooliend door het knooppunt eleid over de huidie verbindinsboo Utrecht Tilbur om vervolens onder de nieuwe verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) eleid te worden. De verticale voetboo op dit punt zal echter kleiner uitevoerd worden dan wenselijk vanuit beeld (Rvoet = 5. meter in plaats van Rvoet = 24.8 meter). 3) De verbindinsboo Tilbur Utrecht (as MA4) loopt in het bein deels mee in de hooteliin van de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3), om vervolens vloeiend omlaa ebracht te worden in het verticale verloop van de aansluitende bestaande A27. De verbindinsboo Utrecht Galder (as MA5) is over de huidie liin van deze boo ontworpen. Verticaal wordt het huidie verloop ehandhaafd en bij het samenvoeinspunt met de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) zal deze iets opetild worden. De zuidelijke hoofdrijbaan A58 Galder Tilbur (as MA2) wordt in hooteliin ehandhaafd ten opzichte van de bestaande situatie. Alleen ter plaatse van het splitsinspunt met de verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) is een lichte verlain toeepast voor de inpassin met deze verbindinsboo. Royaaldreef De huidie Royaaldreef door het knooppunt heen heeft bij de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) in deze variant onvoldoende hooteverschil om te kunnen kruisen. Deze zal omeled moeten worden richtin het oosten om onder het nieuwe centrale kunstwerk door eleid te worden. Blad 9 van 39

13 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Verticaal ontwerp variant 1B Ten opzichte van variant 1A wordt de kruisin van de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) en de verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) omedraaid. 1) De verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) wordt onder de noordelijke hoofdrijbaan A58 (Tilbur Galder) heen eleid om vervolens over de Royaaldreef en de verbindinsboo Utrecht Tilbur heen eleid te worden. Hierna wordt de verbindinsboo vloeiend omlaa ebracht in het verticale verloop van de aansluitende bestaande A27. 2) De noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) wordt hooliend door het knooppunt eleid over de huidie verbindinsboo Utrecht Tilbur om vervolens ook over de nieuwe verbindinsboo Galder Utrecht (as MA1) eleid te worden. De verticale voetboo op dit punt zal hier wel wenselijk zijn vanuit beeld. Tevens is de kruisin met de huidie Royaaldreef door het knooppunt heen moelijk op zijn huidie locatie. 3) De hooteliin van de verbindins Tilbur Utrecht wordt aanepast op de hoote van de hoofdrijbaan Tilbur Galder. De verbindins komt aan de zuidzijde hierdoor hoer te lien. Royaaldreef De Royaaldreef door het knooppunt heen heeft bij de noordelijke hoofdrijbaan A58 Tilbur Galder (as MA3) in deze variant voldoende hooteverschil om te kunnen kruisen en kan op de huidie locatie behouden blijven. Blad 1 van 39

14 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 2.3 Variant (MIRT): verbindinsboo edeeltelijk buiten het knooppunt Hieronder zijn het ontwerp en aanzicht van de MIRT-variant ter hoote van knooppunt St. Annabosch openomen. Fiuur 2.1 Vervalt Fiuur 2.2 Blad 11 van 39

15 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 2.4 Variant (1A): verbindinsboo Bavel Utrecht over de A58 Tilbur Bavel Hieronder zijn het ontwerp en aanzicht van variant 1A ter hoote van knooppunt St. Annabosch openomen. Fiuur 2.3 Fiuur 2.4 Blad 12 van 39

16 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 2.5 Variant (1B): verbindinsboo Bavel - Utrecht onder de A58 Tilbur - Bavel Hieronder zijn het ontwerp en aanzicht van variant 1B ter hoote van knooppunt St. Annabosch openomen. Fiuur 2.5 Fiuur 2.6 Blad 13 van 39

17 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 2.6 Nadere optimalisaties De hiervoor beschreven ontwerpen zijn ontwerpen op hoofdlijnen (elementair ontwerp). In de OTB-fase wordt ekozen variant verder uitewerkt. Daarbij wordt onder andere ineaan op: waterberin en compensatie; natuurcompensatie en mitiatie; eluidreducerende maatreelen; inpassin en inrichtin. Blad 14 van 39

18 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Blad 15 van 39

19 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 3 Hoe zien de varianten eruit? In dit hoofdstuk zijn op basis van een 3D-model aanzichten van de varianten en de MIRT-variant eeven. De aanzichten van de meest onderscheidende locaties per zijde van het knooppunt zijn in dit hoofdstuk weereeven. Dit eeft een beeld van de evolen van de aanpassin van het knooppunt in alle drie de varianten. De effecten zelf worden beschreven in hoofdstuk 4 van deze rapportae. Blad 16 van 39

20 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 3.1 Vanuit het noordoosten (Bavel) Ten opzichte van de MIRT-variant komt nabij de A58 de verbindins tot circa 4 meter dichter bij Bavel te lien (de afstand tot de bebouwin bij Bavel (Roosberse) is hier circa 55 meter, het akoestisch effect wordt nader beschreven in pararaaf 4.2). Vanuit de omevin van Bavel is dit nauwelijks zichtbaar indien de verbindins op maaiveld lit (MIRT-variant en variant 1B). Bij een verhoode liin (1Aa, rood) is wel een verschil waarneembaar (portalen en verkeer zijn no niet openomen in dit beeld). In de MIRT-variant blijft de Annahoeve (blauw), terwijl deze in de varianten 1A en 1B moet worden esloopt. Fiuur 3.1 Aanzicht Bavel naar St. Annabosch nabij A58; van boven naar beneden MIRT-variant, variant 1A en variant 1B Blad 17 van 39

21 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Ten oosten van Bavel schuift in variant 1A en 1B de verbindins circa 2 meter van de bebouwde kom vandaan. Het betreft een verschuivin op maaiveldhoote, waardoor de zichtbaarheid van deze aanpassin beperkt is. 3.2 Vanuit het zuidwesten (Anneville) Ondanks de vele opaande beplantin is vanuit landoed Anneville en vanaf de Geersbroekse de veranderin in variant 1A en 1B ten opzichte van de MIRT-variant oed waarneembaar. Dit betreft zowel de hooteliin als de liin in het platte vlak. In variant 1A en 1B is de aanpassin binnen het bestaande knooppunt eleen. In de MIRT-variant lit de aanpassin buiten het knooppunt (rood). In de MIRT-variant wordt één wonin aan de Geersbroekse esloopt (blauw). Deze blijft in variant 1 en 2 behouden. Fiuur 3.2 Aanzicht vanaf de Geersbroekse, boven de MIRT variant, onder variant 1a/1b. 3.3 Vanuit het noordwesten (Ulvenhout) Vanuit Ulvenhout zelf is de aanpassin niet waarneembaar. Vanaf de Geersbroekse (ten zuiden van de A58) en het ebied ten oosten daarvan zijn, door de beroeiin heen, beperkte veranderinen in de hooteliin in variant 1A en 1B moelijk zichtbaar. Blad 18 van 39

22 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Blad 19 van 39

23 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4 Effecten De effecten zijn beoordeeld ten opzichte van de MIRT-variant. Dat is immers de variant die uitevoerd wordt, indien er niet tot iets anders besloten wordt. Per aspect is eerst het effect van de MIRT-variant op hoofdlijnen beschreven. Vervolens wordt ineaan op de effecten van de varianten. Een beoordelin is edaan op basis van de onderstaande schaal. Donkerroen, verbeterin Lichtroen, beperkte verbeterin Wit, verelijkbaar Geel, beperkte verslechterin Oranje, verslechterin Rood, rote verslechterin; showstopper Bij de effectbeschrijvin is ebruik emaakt van de resultaten uit de MIRT-verkennin. Waar nodi is aanvullend onderzoek verricht. 4.1 Hooteliin, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie De ruimtelijke kwaliteit van het knooppunt hant sterk samen met de zichtbaarheid. De zichtbaarheid wordt bepaald door de hooteliin van het knooppunt en de eienschappen van de omevin, zoals opaande beroeiin. Hierbij zijn de ruimtelijke kwaliteiten de omevin (zie onderstaande fiuur) en de aanweziheid van personen (die de kunnen zien) van belan. De rotendeels kaarsrechte Royaaldreef die door het knooppunt heen loopt is als historische laan van cultuurhistorisch belan. Fiuur 4.1 Cultuurhistorische waarden ( De huidie A58 lit in het knooppunt verhood, onder andere doordat deze over de verbindinsen Galder Utrecht en Utrecht Tilbur en over de Royaaldreef heen aat. De nieuwe verbindins Galder - Utrecht aat hier overheen. Deze verbindins komt ruim 15 meter boven NAP te lien, oneveer 9 meter boven het maaiveld. De hooste liin van het knooppunt in de huidie situatie is 12 meter boven NAP, oneveer 6 meter boven het maaiveld. Blad 2 van 39

24 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 7 12 NAP: Hooteliin knooppunt t.o.v. NAP 7 Maaiveldhoote t.o.v. NAP Groen Oranje Rood < 1 NAP 1 13 NAP > 13 NAP 8 NAP 5,5 6,5 7 Fiuur 4.2 hooteliin MIRT-variant 7 5,5 6,5 Fiuur 4.3 hooteliin variant 1A 7 7 5,5 6,5 7 Fiuur 4.4 hooteliin variant 1B Blad 21 van 39

25 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Zuidwestzijde van de knoop (Anneville) In de varianten wordt alleen no de hoofdrijbaan Tilbur Galder door de nieuwe verbindins Galder Utrecht ekruist. Deze noordelijke rijbaan van de A58 wordt hiervoor in noordelijke richtin verschoven. In variant 1A komt de noordelijke rijbaan van de A58 laer te lien en kruist deze de nieuwe verbindinsboo bovenlans. In variant 1B komt de rijbaan van de A58 hoer te lien en kruist de nieuwe verbindinsboo bovenlans. De hooteliin wordt hiermee op deze locatie beperkt. Het verschil tussen de varianten 1A en 1B met de MIRT-variant is vanuit de directe omevin (Landoed Anneville/Geersbroekse, zuidzijde van A58) beleefbaar, zeker in combinatie met de veranderde liin van de verbindins A58 west A27. Vane het bos in de omevin is het verschil in hooteliin vanuit de verdere omevin niet merkbaar. In de knoop (Royaaldreef) In de MIRT-variant wordt de Royaaldreef ten opzichte van de huidie situatie éénmaal extra doorsneden door de nieuwe verbindins. De Royaaldreef blijft als lijn van redelijk hoe waarde wel op dezelfde locatie behouden. In variant 1B wordt de Royaaldreef binnen de knoop ten opzichte van de huidie situatie tweemaal extra doorsneden; door de nieuwe verbindins en door de verlede hoofdrijbaan Tilbur Galder. In beide evallen blijft de wel op dezelfde locatie ehandhaafd. Het effect van de doorsnijdin wordt verzacht door het bos binnen het knooppunt. In variant 1A kruist de Royaaldreef ook twee aanepaste verbindinsen. Echter, anders dan bij 1B moet de Royaaldreef ter hoote van de hoofdrijbaan Tilbur Galder worden omeled. Er is onvoldoende hoote om deze dreef te handhaven. Het huidie tracé wordt verlaten en het rondlichaam van deze rijbaan wordt onderlans evold. Dit doet sterk afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorische waarde en de belevin van de Royaaldreef. Fiuur 4.5 Royaaldreef binnen de huidie knoop (op de achterrond het viaduct van de verbindins Utrecht Galder Blad 22 van 39

26 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Oostzijde van de knoop (Bavel) Doordat in variant 1A de noordelijke rijbaan van de A58 ten westen van het viaduct over de verbindins Utrecht Tilbur omlaa wordt ebracht, komt deze aan de oostelijke zijde (bij Bavel) omhoo. Dit kan ezien worden als een wipwap die scharniert over het kunstwerk over de verbindins Utrecht - Tilbur. De noordelijke rijbaan en de verbindinsboo Tilbur Utrecht komen hiermee lokaal op 14 tot 14,5 meter boven NAP te lien, circa 7 meter boven maaiveld. In de MIRT-variant en variant 1B is de maximale hoote van de verbindins A58 oost - A27 oneveer 1,5 meter boven maaiveld. Hierbij wordt opemerkt dat dit verschil ten opzichte van variant 1A in het halfopen landschap tussen Bavel en de knoop vanuit de omevin duidelijk waarneembaar is. Noordzijde van de knoop (Bavel) In alle drie de varianten aat de nieuwe verbindinsboo ook over de verbindins Utrecht Tilbur heen. De maximale hoote is in alle varianten 13 meter boven NAP, circa 7 meter boven maaiveld. De varianten maken hier een verschil ten opzichte van de MIRT-variant. Beoordelin Door het vervallen van de relatief hoe flyover uit de MIRT-variant in variant 1A en 1B is aan de zijde van landoed Anneville sprake van een verbeterin. In variant 1B staan daar een relevante verslechterinen teenover. Dat is in variant 1A wel het eval. De verbindins Tilbur Utrecht wordt vanuit Bavel beter zichtbaar en de Royaaldreef wordt omeled. Tabel 4.1 beoordelin hooteliin in relatie tot het MIRT ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 23 van 39

27 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.2 Geluid Uit de MIRT verkennin blijkt dat de toename van verkeer en het verbreden van de leiden tot een toename van eluid op de rekenpunten voor de eluidbelastin lans de A58. Indien de toename roter is dan 1,5 decibel (db) ten opzichte van de huidie situatie in het jaar 28, dan is er sprake van overschrijdin van het eluidproductieplafond en moeten eluidmaatreelen onderzocht worden. Dit is door de verbredin het eval aan de zuidwestzijde van knooppunt St. Annabosch. Het verleen van de nieuwe verbindins richtin de toetspunten daar speelt hierin ook een belanrijke rol. Fiuur 4.6 Resultaten toetsin MIRT-variant aan eluidproductieplafond In het kader van de MIRT-verkennin zijn maatreelen onderzocht. Er wordt uiteaan van stiller asfalt (2LZOAB, dubbellaas ZOAB) en een eluidscherm (hoote 2 tot 3 meter) aan de zuidzijde van de nieuwe verbindinsboo om de eluidbelastin teru te brenen binnen het eluidproductieplafond. Daar is de eluidbelastin dus na het voornemen en inclusief maatreelen niet meer dan 1,5 db hoer dan de eluidbelastin in het jaar 28. Hierbij wordt opemerkt dat verschillen van minder dan 2 db door de mens over niet waarenomen worden. Akoestisch onderzoek Voor het effect van de varianten 1A en 1B ten opzichte van de MIRT-variant is akoestisch onderzoek verricht. Het akoestisch effect van alle drie de varianten is berekend. Vervolens zijn de verschillen tussen de nieuwe varianten en de MIRT-variant inzichtelijk emaakt. De uitanspunten bij dit onderzoek zijn: De berekeninen zijn uitevoerd met het rekenproramma GeoMilieu versie 3.11 van DGMR software. Verkeersintensiteiten voor het onderzoeksjaar 23 op basis van het NRM214, d.d. 25 april 216. Er is erekend met etmaalintensiteiten, een verdelin over de typen voertuien en een verdelin over de perioden openomen. De ehanteerde snelheden zijn op basis van het ontwerp, aanevuld met de autonome situatie. Voor de A58 en A27 is dit 13 kilometer/uur. Bij de bepalin van de rekensnelheden is rekenin ehouden met de KAOW (Kader Akoestisch Onderzoek Weverkeer). Het ehanteerde dektype is op basis van het MIRT-ontwerp. Voor de A27 en rotendeels de A58 is dit ZOAB (Zeer Open Asfalt Beton). Voor de noordelijke Blad 24 van 39

28 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland hoofdrijbaan van de A58 vanaf knooppunt St. Annabosch richtin knooppunt Galder is dit dubbellaas ZOAB. Voor een deel van de verbindin van west naar noord is dit ook dubbellaas ZOAB. Voor de hoote en liin van de bestaande schermen is uiteaan van het eluidreister. De nieuwe schermen uit de MIRT-verkennin zijn ten behoeve van de verelijkin niet meeenomen in de berekenin. De hoote van het bodemmodel (maaiveld) is op basis van de hooten in het eluidreister. De maaiveldhoote van de omevin is op basis van het AHN bepaald. Voor het bodemmodel van de varianten zijn de relevante hootes van het MIRTontwerp aanehouden. De en en beoordelinspunten zijn relatief ten opzichte van het bodemmodel emodelleerd. Met relatief wordt bedoeld dat de hoote van de en en beoordelinspunten ten opzichte van maaiveld aaneeven zijn. Het verkeer heeft een bronhoote van,75 meter ten opzichte van het bodemmodel. De beoordelinspunten lien representatief ten opzichte van de eerste en tweede bouwlaa, voor zover er sprake is van een eerste en/of tweede bouwlaa. Alle bebouwin die (onder andere in verband met reflecties) direct invloed heeft op de eluidsbelastin op de rekenpunten is als zodani in het model openomen. Het betreft een Lden-eluidberekeninen (Lden; eneretisch emiddelde van de da-, avond- en nachtperiode met strafcorrectie). De strafcorrectie is een correctie van de eluidsbelastin in de avond- en nachtperiode. Deze correctie is ereeld in de Wet milieubeheer. De rekenresultaten zijn epresenteerd per verblijfsobject. Hierbij is de emiddelde toename/afname ten opzichte van de referentievariant weereeven, waarbij rekenin is ehouden met meerdere bouwlaen en evels per verblijfsobject. Resultaten Aan de noordzijde (bij Bavel) en de oostzijde (bij Ulvenhout) zijn de varianten niet onderscheidend ten opzichte van de MIRT-variant. Het berekende verschil is db. Aan de zuidwestzijde is lokaal een root (waarneembaar) verschil in de eluidbelastin aan de Geersbroekse nabij de A58. Het verschil treedt op doordat de nieuwe verbindinsboo in variant 1A en 1B binnen het knooppunt komt te lien en niet ten zuiden ervan. Deze locatie is relevant omdat in deze varianten hier een wonin behouden kan blijven. Op iets rotere afstand (onder andere landoed Anneville) is de reductie van eluid circa 1 db. Dit verschil wordt aanemerkt als niet waarneembaar. Blad 25 van 39

29 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Fiuur 4.7 verschil eluidbelastin variant 1a t.o.v. MIRT Fiuur 4.8 verschil eluidbelastin variant 1b t.o.v. MIRT Beoordelin Beide varianten laten ten opzichte van de MIRT-variant een positief verschil in de eluidbelastin zien aan de zuidwestzijde van het knooppunt. Elders bij het knooppunt is het effect neutraal of beperkt (niet hoorbaar) positief. Tabel 4.2 beoordelin eluid in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 26 van 39

30 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.3 Luchtkwaliteit Ik het kader van de MIRT-verkennin zijn de luchtkwaliteit en de veranderin daarvan in de omevin van het knooppunt St. Annabosch in beeld ebracht. De onderstaande tabel eeft de resultaten weer. De rootste toename van luchtverontreiniende stoffen treedt op ten zuidwesten van het knooppunt. Daar komt de nieuwe verbindins dichter bij het rekenpunt te lien. Aan de noord- en oostzijde is een beperkte afname van luchtverontreiniende stoffen. Deze is te verklaren door de aanpassin van de liin van de verbindins Galder Utrecht. Tabel 4.3 concentratie luchtverontreiniende stoffen autonoom en MIRT Stof Grenswaarde Autonoom Verschil t..v. project (jaaremiddelde) NO2 4 < 2-1 / +2 PM ,5 -,25 / +,25 PM 2, ,5 -,1 / +,1 De capaciteit van de varianten 1A en 1B is elijk aan die van de MIRT-variant. Zowel de verkeersintensiteiten als de stanatie/ doorstromin is verelijkbaar. Doordat de nieuwe verbindins in variant 1A en 1B binnen het knooppunt komt te lien worden de rootste toenamen (zoals in de MIRT-variant) voorkomen. De verschillen buiten de knoop (de afnamen aan de zijde van Bavel en toenamen aan de zijde van Ulvenhout) zijn tussen de drie varianten onderlin verelijkbaar. Hierbij wordt opemerkt dat in de MIRT-variant reeds ruimschoots aan de wettelijke renswaarden wordt voldaan. De luchtkwaliteit lit nabij de advieswaarde die de WHO (Wereldezondheidsoranisatie) hanteert. Het verschil tussen het voornemen en de autonome situatie is bovendien relatief beperkt. Beoordelin De varianten zijn ten opzichte van de MIRT-variant niet onderscheidend met betrekkin tot de luchtkwaliteit. Tabel 4.4 beoordelin luchtkwaliteit in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 27 van 39

31 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.4 Verkeersveiliheid en loica hoofden Alle varianten kunnen veili ontworpen worden. Het vervallen van de krappe bocht in de verbindins Galder Utrecht verbetert de verkeersveiliheid. Door de aanpassin van de A58 tussen Galder en St. Annabosch neemt de verkeerintensiteit op de A58 en de A27 toe. De verkeersintensiteiten na aanpassin van de A58 zijn weereeven in de onderstaande tabel. Tabel 4.5 Verkeersintensiteiten Verbindins Van Galder Utrecht Van Galder Tilbur Van Utrecht - Galder Van Utrecht Breda Van Tilbur - Utrecht Van Tilbur Galder Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal), aferond op duizendtallen 24. mvt/etmaal 37. mvt/etmaal 26. mvt/etmaal 15. mvt/etmaal 14. mvt/etmaal 37. mvt/etmaal Het meeste verkeer in het knooppunt rijdt tussen Tilbur en Galder (vice versa) op de A58. Daarna is de verbindin Utrecht Galder (vice versa) het drukst. Het minste verkeer maakt ebruik van de verbindin tussen Tilbur en Breda (vica versa). De vormevin van de MIRT-variant is voor de ebruiker loischer dan die in variant 1A en 1B. Allereerst aan de linkerbanen van de A58 in variant 1A en 1B over in de A27. Ook is de verbindin A58 Galder Tilbur circa 1,5 maal drukker dan de verbindin naar Utrecht. Gevoelsmati is het aanhouden van de drukkere A58 via de linker rijbanen daarmee loischer. Komend vanuit Galder is het effect hiervan overiens beperkt. Vrachtverkeer vanuit Galder moet op het vooraande weefvak of één rijstrook naar links (in de MIRT-variant), of één rijstrook naar rechts (in variant 1A en 1B). En het weefvak heeft ruime lente (1,3 km) voor bewijzerin en om de juiste rijbanen te kiezen. Het aandachtspunt kan met bewijzerin oed worden opelost. Beoordelin De varianten zijn ten opzichte van de MIRT-variant niet onderscheidend met betrekkin tot de verkeersveiliheid en loica van het hoofdennet. Tabel 4.6 beoordelin veiliheid en loica hoofden in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 28 van 39

32 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.5 Onderliende ennet Het onderliend ennet blijft in alle varianten intact. Hiervoor wordt in de MIRT-variant de Geersbroekse voor zover deze parallel aan de A58 lit verschoven ten behoeve van de nieuwe verbindins. In variant 1A zijn er ten opzichte van de huidie situatie een aanpassinen aan de liin van het onderliend ennet. In variant 1B is het niet moelijk om de Royaaldreef met voldoende doorrijdhoote te behouden onder de noordelijke hoofdrijbaan van de A58. De Royaaldreef maakt om die reden een lus naar het nieuwe kunstwerk van de noordelijke hoofdrijbaan A58 over de verbindins A27 noord - A58 oost. Er is een beperkte omrijdafstand van circa,3 kilometer. De loica van de route, die nu no één rechte landschappelijke laan volt neemt af. Beoordelin Variant 1B is ten opzichte van de MIRT-variant niet onderscheidend met betrekkin tot het onderliend ennet. Het omleen van de Royaaldreef in variant 1A wordt als beperkte verslechterin aanemerkt. Tabel 4.7 beoordelin onderliend ennet in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 29 van 39

33 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.6 Natuur Knooppunt St. Annabosch lit letterlijk midden in de natuur. Het NatuurNetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecoloische Hoofdstructuur, EHS) lit in één brede zone vanuit het noordwesten naar het zuidoosten van het knooppunt. Het noordoostelijk deel van deze zone is bovendien aanemerkt als Natura 2-ebied. Dit ebied wordt door Europese reelevin beschermd. Uit MIRT-verkennin blijkt een neatieve beoordelin op barrièrewerkin op ecoloische verbindinszones (EVZ s) behorende bij het NNN of op verdroin en verstorin in relatie tot overtredin van de verbodsbepalinen van de Flora- en faunawet. Deze laatste wet ziet toe op de beschermin van plant- en diersoorten. Fiuur 4.9 Beschermde natuurebieden en -verbindinen In de MIRT-variant is sprake van circa 4 hectare ruimtebesla in NNN. Er is zowel ruimtebesla in het knooppunt als daarbuiten. In variant 1A en 1B neemt het ruimtebesla in het NNN met circa 1 hectare toe. Het ruimtebesla ten kosten van het NNN is volledi binnen het bestaande knooppunt esitueerd. In de MIRT-variant is een maatreel nodi vane de nieuwe verbindinsboo Bavel Utrecht die een ecoloische verbindinszone kruist. In variant 1A en 1B is wel sprake van aanpassin van knoop ter plaatse van de huidie doorsnijdin van de EVZ, maar een sprake van een nieuwe doorsnijdin. De maatreel kan daarmee achtere blijven, of in omvan worden beperkt doordat er minder effecten optreden. De varianten zijn zo ontworpen dat er een ruimtebesla is in het Natura 2-ebied. Directe effecten door ruimtebesla zijn daarmee uitesloten. Voor de toename van emissie van stikstof in relatie Natura 2-ebied worden landelijk maatreelen etroffen in het kader de het Prorammatische Aanpak Stikstof (PAS). In een van de varianten is sprake van een verdiepte liin. Effecten op het Natura 2-ebied door rondwaterveranderin zijn daarmee voorkomen. Voor de andere (indirecte) effecten zoals verstorin (eluid) zijn de varianten 1A en 1B niet onderscheidend ten opzichte van de MIRT-variant. Bureau Waardenbur heeft in 211 een natuurinventarisatie uitevoerd naar de aanweziheid van in het kader van de Flora- en faunawet beschermde soorten nabij het knooppunt Annabosch (Bureau Waardenbur, 212). Onderstaand is uiteenezet welke soorten moelijk aanwezi zijn in de omevin van de voorenomen optimalisatie van het knooppunt waarbij het risico op Blad 3 van 39

34 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland neatieve effecten met kleuren is aaneeven. Voor de mobiele soorten (zoals voels en vleermuizen) eldt dat deze zich in de afelopen jaren sinds het natuuronderzoek hebben kunnen vestien in het planebied van het knooppunt (het risico op neatieve effecten is daarom hoer ineschat). Tabel 4.8 Overzicht moelijk te beïnvloeden soort(roep)en als evol van de MIRT, Variant 1a en Variant 1b. Schuin weereeven namen betreffen Rode Lijst soorten. Met kleuren is de mate van beïnvloedin aaneeven. Variant Voels Zoodieren - landebonden Zoodieren - vleermuizen Amfibieën Reptielen Vissen Flora MIRT - Eekhoorn Vleermuizen Alpenwatersalamander, vinpootsalamander - - Moelijk kleine zonnedauw en dubbelloof Variant 1a Havik, matkop Eekhoorn Vleermuizen Alpenwatersalamander, vinpootsalamander - - Moelijk dubbelloof Variant 1b Havik, matkop Eekhoorn Vleermuizen Alpenwatersalamander, vinpootsalamander - - Moelijk dubbelloof Leenda Risico op neatief effect Groot Mati root Gemiddeld Laa Zeer laa tot afwezi Varianten 1a en 1b doorsnijden een rote oppervlakte bosebied en een aantal poelen die (moelijk) leefebied vormen voor beschermde fauna. Door de doorsnijdin ontstaat eveneens een rotere barrièrewerkin. In dit opzicht worden deze effecten van de varianten 1a en 1b als beperkt verslechterend aanemerkt. Aan de zuidzijde van het knooppunt is wel sprake van een verbeterin, doordat daar een nieuwe verbindins wordt erealiseerd. De effecten zijn daarmee meer econcentreerd binnen het knooppunt. Een onderscheid tussen variant 1A en 1B is dat in variant 1B de Royaaldreef op de huidie locatie als vlieroute voor vleermuizen behouden blijft. De aanpassinen binnen het knooppunt in alternatief 1A en 1B (waarin ook de boo nabij Bavel wordt aanepast), samen met de rotere compensatieopave bieden meer moelijkheden om ook andere ecoloische opaven te combineren dan bij het MIRT ontwerp het eval is. Doordat de verbindinsboo Tilbur Utrecht moet worden aanepast en voor deze boo rondaankoop nodi is aan de zijde van Bavel zijn er moelijkheden om bijvoorbeeld de wens voor een ecoloische verbindin vanuit de richtin Bavel door het knooppunt te intereren in het ontwerp. Blad 31 van 39

35 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Ook de vrijekomen ruimte van de huidie verbindinen Galder Utrecht en Galder Tilbur biedt ruimte aan nieuwe natuur. Beoordelin In de varianten is er meer ruimtebesla in het NNN, echter de impact is wel econcentreerd binnen het knooppunt. Er is hierdoor minder versnipperin. De moelijke effecten op het Natura 2-ebieden zijn niet onderscheidend ten opzichte van de MIRT-variant. Er worden andere soorten (op andere locaties) eraakt. In totaal is dit effect niet onderscheidend. Tabel 4.9 beoordelin natuur in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B Blad 32 van 39

36 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.7 Overie effecten Archeoloie Het knooppunt St. Annabosch lit in een zone met lae tot middelhoe archeoloische verwachtinswaarde. Enkele landschappelijke lijnen hebben een hoe archeoloische verwachtinswaarde. Door de aanle van de A58 en A27 zijn rote delen van het onderrond als verstoord aanemerkt. Aannemelijk is dat dit ook eldt ter hoote van de A27 en A58 waar dat no niet is aanemerkt in de onderstaande fiuur. Fiuur 4.1 Archeoloische waardenkaart emeente Breda fiuur 4.11 Uitsnede van de kaart met indicatieve archeoloische waarden van de provincie Noord-Brabant vvoor de archeoloische waarden in Alphen - Chaam ( Het bovenstaande fiuur laat zien dat knooppunt St. Annabosch voor een substantieel deel in een zone met een lae archeoloische verwachtinswaarde lit. Een uitzonder hierop is de noordzuid eoriënteerde strook aan de westzijde van het knooppunt, die strook kent een middelhoe tot hoe archeoloische verwachtinswaarde. (in overeenstemmin met de archeoloische waardenkaart van Breda). De aanpassinen aan de knoop in variant 1A en 1B lien hoofdzakelijk in reeds verstoord ebied en de zone met een lae archeoloisch verwachtinswaarde. De nieuwe verbindins ten zuiden van de A58 lit edeeltelijk in een zone met een hoe verwachtinszone (emeente Alphen - Chaam). De effecten van deze varianten op archeoloie zijn in dezelfde orderootte als die van de MIRT-variant. Blad 33 van 39

37 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Water Bodem Vane het nieuwe verharde oppervlakte van de nieuwe verbindinsboo in de MIRT-variant en de verbredin is watercompensatie nodi. Ook wordt voorzien in enkele maatreelen (duikers en slootverlein) om het oppervlaktewatersysteem te laten functioneren. In de varianten 1A en 1B is het totaal aan verhard oppervlak (na amoveren van overbodi eworden delen) verelijkbaar met die van de MIRT-variant. Wel is de liin van drie verbindinsboen anders. Doordat er een aanpassinen ten zuiden van de bestaande knoop meer plaatsvinden zijn nieuwe duikers en slootverlein voor de nieuwe verbindins Galder Utrecht niet meer nodi. Uit de MIRT-verkennin blijkt dat er een sprake is van bijzonderheden (bodemverontreiniinen) bij knooppunt St. Annabosch. De varianten zijn op dit punt dan ook niet onderscheidend ten opzichte van de MIRT-variant Externe veiliheid In het kader van de MIRT-verkennin is op het ebied van de externe veiliheid econcludeerd dat Dat de risicoplafonds op ebied van externe veiliheid niet worden overschreden. Dat er een aanleidin evonden is om voor dit project een aanvullende berekenin van (plaatsebonden risico (PR) en/of het roepsrisico (GR) op te stellen 3. Dat in de nieuwe situatie één object binnen komt te lien binnen het plasbrandaandachtsebied (PAG) van de nieuwe verbindinsboo. Hierbij wordt opemerkt dat in de MIRT-variant uiteaan wordt van sloop van deze wonin. Doordat de nieuwe verbindinsboo in variant 1A en 1B binnen het knooppunt komt te lien kan de wonin aan de zuidzijde van het knooppunt behouden blijven en lit deze buiten het PAG. Variant 1a en 1b zijn niet onderscheidend ten opzichte van de MIRT variant. Doordat in de MIRT variant uiteaan werd van sloop van de wonin die in dat eval binnen het PAG zou komen, zijn de effecten op dit aspect elijk. 3 Het plaatsebonden risico (PR) eeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten evole van een oneval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekkin op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezi is. Het PR kan op de kaart van het ebied worden weereven met zoeheten risicocontouren. Het roepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat bij een oneval een roep slachtoffers valt met een bepaalde omvan. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichtin bij een calamiteit. Het GR kan niet 'op de kaart' worden weereeven, maar wordt weereeven in een rafiek waar de kans (f) afezet wordt teen het aantal slachtoffers (N), de fn-curve. Blad 34 van 39

38 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland Beoordelin overie aspecten Op de overie effecten zijn de varianten 1A en 1B niet onderscheidend ten opzichte van de MIRTvariant. 4.8 Bouwfase Tabel 4.1 beoordelin overie effecten in relatie tot het MIRT-ontwerp Variant MIRT Variant 1A Variant 1B In deze fase is van belan om inzicht te hebben in de maakbaarheid van de varianten. De vraen die hierbij centraal staan zijn: Is het ontwerp überhaupt maakbaar? Zijn in de bouwfase elementen die leiden tot (aanzienlijk) hoere kosten of belanrijk neatieve effecten op de omevin. Voor het MIRT ontwerp eldt dat het overrote deel van de aanpassinen in het vrije veld ebouwd kan worden, zonder rote hinder voor het verkeer. Het meest voor de hand liend is een bouwvolorde van zuidwest naar noord. De bouw van de varianten 1a en 1b is complexer. Er moeten meer verbindinen worden aanepast. Een moelijk bouwfaserin voor beide alternatieven is hieronder openomen. Hierbij wordt opemerkt dat op de hoofdrijbaan A58 enkele wisselinen van rijstrook optreden, waarbij ook hoote moet worden overbrud. Uiteaan moet worden van een snelheidsbeperkin in de bouwfase van 7 km/uur. 1 Nieuw kunstwerk Tilbur-Galder/Galder-Breda maken 2 Tijdelijke verbindins maken van bestaande verbindin Tilbur - Galder ter hoote van kunstwerk Royaaldreef. Aansluitin maken aan de westkant. Verkeer leiden over deze tijd verbindin. 3 Verbindins Galder - Breda maken. Verkeer leiden over nieuwe verbindins. Huidie lus slopen 4 Nieuwe verbindins Tilbur - Breda maken. Verkeer leiden over nieuwe verbindins. Huidie verbindins slopen. 5 Nieuwe verbindins Tilbur - Galder maken. Verkeer leiden over nieuwe verbindins. 6 Resterende activiteiten: (Breda Galder ; Galder - Tilbur) In alternatief 1b is in stap 2 de tijdelijke op het relatief hoe rondlichaam met de bijbehorende verkeerstechnische randvoorwaarden een aandachtspunt. In beide alternatieven vraat de bouw van het kunstwerk van de Galder-Utrecht / Tilbur Galder een nadere detaillerin. De bouw van beide varianten is complexer dan de bouw van de MIRT variant. Er zijn meer beperkinen voor het verkeer om het knooppunt om te bouwen. Er zijn een elementen in de bouwfase die sterk kostenverhoen zijn (een tijdelijke kunstwerken), of maatreelen buiten het knooppunt die voor de omevin tot relevant andere effecten leiden. Blad 35 van 39

39 projectnummer juni 216 revisie 2 waterstaat Zuid Nederland 4.9 Kosten De meer- en minderkosten van variant 1A en 1B zijn eraamd ten opzichte van de MIRT-variant. Hierbij is ebruikt emaakt van een liht SSK-methodiek, prijspeil 216 en inclusief btw. De meerkosten van de varianten bedraat: Variant 1A: circa 1 miljoen euro. Variant 1B: circa 3 miljoen euro. Het verschil tussen de beide varianten wordt vooral verklaard door het nieuwe viaduct van de hoofrijbaan A58 Bavel Tilbur over de Royaaldreef in variant 1B. In variant 1A aat de verlede Royaaldreef ezamenlijk met de verbindins Utrecht Tilbur onder deze hoofdrijbaan door. Blad 36 van 39