PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET DEFINITIEF

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET DEFINITIEF"

Transcriptie

1 DEFINITIEF GEMEENTE NUNSPEET juli 00 B00/CE0/00/00/dt

2 Inhoud Samenvattin Inleidin 0. Achterrond en voornemen 0. Aanleidin Plan-MER. Procedure.. Procedure bestemminsplan buitenebied.. Procedure PLAN-MER. Raadplin. Leeswijzer Kaders beleid- en wetevin. Context en aanleidin bestemminsplan met plan-mer.. Reconstructieplan Veluwe (00).. Wet eurhinder veehouderij.. Natuurbescherminswet 0. Overi Beleid en wetevin Alternatiefontwikkelin. Aanpak. Trendmatie ontwikkelinen landbouw en veehouderij.. Landelijke trends in de veehouderij.. Rionale trends in de veehouderij.. Ontwikkelin veehouderijbedrijven in Nunspeet. Ontwikkelinsruimte veehouderij 0. Alternatief.. Alternatief intensieve veehouderij.. Groeiscenario rundvee. Referentiesituatie Effecten. Inleidin. Natuur en ammoniak (Passende Beoordelin).. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. Overie effecten op natuur.. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. Geurhinder B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

3 .. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. Landschap & cultuurhistorie.. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. Archeoloie.. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. Verkeer.. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie. luchtkwaliteit.. Methodiek.. Referentie 0.. Effecten.. Conclusie. Geluid.. Methodiek.. Referentie.. Effecten.. Conclusie.0 Bodem en water.0. Methodiek.0. Referentie.0. Effecten 0.0. Conclusie. Gezondheid.. Toelichtin.. Conclusie Verelijkin alternatieven. Samenvattin effecten. Voorzet evaluatieproramma. Aanbevelinen Bijlae Lijst met afkortinen Bijlae Toelichtin diverse wetevinen Bijlae Beleidskader B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

4 Bijlae Aantal bedrijven en NGE s in Nunspeet Bijlae Kaart ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven 00 Bijlae Kaart ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven en archeoloische waarden 0 Bijlae Kaarten analyse ammoniakdepositie 0 Bijlae Kaarten analyse fijnstof 0 Bijlae Kaarten euranalyse 0 Bijlae 0 Kaart Archeoloie 0 Bijlae Tabel richtlijnen Commissie m.e.r. 0 Bijlae Stikstofdepositie per habitattype Bijlae Gezondheid Bijlae Literatuurlijst B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

5 Samenvattin TWEE NIEUWE BESTEMMINGSPLANNEN IN DE GEMEENTE NUNSPEET Inleidin De emeente Nunspeet werkt aan het opstellen van het bestemminsplan Buitenebied 00 en het bestemminsplan Recreatieterreinen 00. Beide plannen starten de procedure elijktijdi maar doorlopen de procedure escheiden. Het bestemminsplan Buitenebied 00 aat ondermeer in op het vestiinsbeleid en de planoloische ruimte voor veehouderijbedrijven. Door de stalemissies van ammoniak en fijnstof kan dit effect hebben op natuur en milieu. In Nunspeet aat het om enkele varkensbedrijven en een flink aantal rundveebedrijven met mestkalveren. De overie rundveebedrijven hebben een bedrijfstak met intensieve veehouderij, maar zijn door de ammoniakemissies uit stallen wel van invloed op de kwaliteit van omliende natuurebieden. Op rond van de Wet milieubeheer moet dit worden onderzocht in een milieueffectenstudie (plan-mer). In het bestemminsplan Recreatieterreinen 00 staat een uitbreidin van recreatieve activiteiten plaats. Wel wordt jaarrondexploitatie toestaan voor verblijfsrecreatie. In het vierende bestemminsplan is deze exploitatie seizoensebonden. Eventuele evolen hiervan voor natuur en milieu wordt in dit plan-mer lobaal beoordeeld. M.E.R.-PLICHT Een plan-mer is verplicht op rond van de Wet milieubeheer indien sprake is van wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen die het kader vormen voor toekomstie m.e.r.- (beoordelins)plichtie besluiten. De aanweziheid en ontwikkelruimte voor intensieve veehouderijen in het ebied en de nabijheid (d.w.z. binnen een straal van 0 km) van Natura 000-ebieden brenen deze m.e.r.-plicht met zich mee. Het nieuwe bestemminsplan bepaalt immers mede het vestiinsbeleid voor intensieve veehouderijen en is daarmee een opmaat voor latere m.e.r.-(beoordelins)plichtie projecten. Door de aanweziheid van meerdere Natura 000-ebieden nabij het planebied, is een passende beoordelin verplicht op rond van de Natuurbescherminswet. Deze beoordelin is in dit plan-mer verwerkt. PLANGEBIED Het planebied bestaat uit het buitenebied van emeente Nunspeet met circa 0 kampeeren bunalowterreinen en veehouderijbedrijven. Voor de spoorzone, tussen Nunspeet en de A, wordt vanwe de vele aanwezie stedelijke functies een escheiden bestemminsplan opesteld (zie Afbeeldin.). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

6 Afbeeldin. Planebied bestemminsplannen buitenebied en recreatieterreinen Nunspeet De ontwikkelin van het alternatief en het roeiscenario Het alternatief Intensieve veehouderij (IV) en het roeiscenario voor rundveebedrijven zijn ontwikkeld op basis van de trendmatie marktontwikkelinen, de beschikbare milieuruimte in het planebied en de beleidsruimte zoals vasteld in het bestemminsplan. Toetsin vindt plaats ten opzichte van een referentiesituatie waarin alle bedrijven voldoen aan het besluit huisvestin. Uitzonderin daarop is de ammoniakdepositie op Natura 000 ebieden. Deze toets in de vorm van een passende beoordelin (Natuurbescherminswet ) is edaan t.o.v. de huidie verunde situatie. ONTWIKKELINGEN VEEHOUDERIJ Door schaalverrotin binnen de intensieve veehouderij (iv) stoppen vooral de wat kleinere bedrijven en de rote bedrijven met milieuruimte roeien. De middelrote intensieve veehouderijen in de evoelie ebieden nabij de natuurebieden en woonkernen stoppen ook op termijn. Dus de (middel) rote intensieve veehouderijen met milieuruimte, buiten de evoelie ebieden, zijn de potentiële roeiers. Naast schaalverrotin in de iv vindt ook schaalverrotin plaats in de melkveehouderij. Het aantal melkveehouders in de provincie zal jaarlijks met % verminderen, 0% van de melkveehouders is ouder dan 0 jaar en hiervan heeft circa de helft een opvoler. Deze sector is echter minder mobiel dan de iv vanwe de rondebondenheid. MILIEURUIMTE De beschikbare milieuruimte komt voor een belanrijk deel overeen met de eurruimte. Deze eurruimte is berekend op basis van de verunde situatie van alle veehouderijbedrijven enerzijds en de standaard eurnormen voor eurevoelie objecten anderzijds. Daarnaast is de milieuruimte nabij natuurebieden beperkt doordat een aantal natuurebieden zeer evoeli zijn voor extra ammoniakdepositie. De ruimte wordt dus enerzijds bepaald door normen uit de Wet eurhinder en veehouderij, het Besluit huisvestin en de Natuurbescherminswet en anderzijds door de verunde milieuruimte van bestaande bedrijven. De beleidsruimte voor de veehouderij is vooral bepaald door rels in het Reconstructieplan Veluwe en het Streekplan. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

7 DE REFERENTIESITUATIE De referentiesituatie bestaat uit de verunde situatie in 00 en de autonome ontwikkelin. In de autonome ontwikkelin voldoen al deze bedrijven aan het Besluit huisvestin. Het effect van ammoniakdepositie op Natura 000 ebieden is van belan om te beoordelen of het nieuwe bestemminsplan voldoet aan de Natuurbescherminswet. Hiervoor is een passende beoordelin opeteld. Per saldo moet sprake zijn van een afname aan ammoniakdepositie t.o.v. de feitelijke situatie, anders zijn sinificante effecten niet uit te sluiten. In deze studie is de feitelijke situatie elijk aan de verunde situatie in 00. Bedrijven voldoen dus niet aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvestin. Omdat voor de verblijfsrecreatie een alternatief is ontwikkeld, is in de referentiesituatie tevens beschreven wat de kwalitatieve effecten zijn (of niet zijn) van het flexibel omaan met seizoensebonden en jaarrondexploitatie van recreatiebedrijven. ALTERNATIEF INTENSIEVE VEEHOUDERIJ Door de vrijekomen productierechten van stoppende bedrijven met intensieve veehouderij (iv) modelmati toe te kennen aan bedrijven met milieuruimte en bedrijfseconomisch perspectief is een ontwikkelinsrichtin bepaald. In de emeente Nunspeet zijn nen ivbedrijven modelmati aanemerkt als roeier met voldoende milieuruimte en acht ivbedrijven als roeier met weini uitbreidinsruimte. De overie iv-bedrijven in de emeente zijn ernsti beperkt in hun roeimoelijkheden door de beperkte milieuruimte en het beperkte aantal dieren. Gezien dit erine aantal roeiers is één alternatief ontwikkeld en beoordeeld. In dit alternatief is modelmati de maximale roeiruimte voor de iv-bedrijven inevuld, rekenin houdend met de trendmatie ontwikkelin in deze sector. GROEISCENARIO RUNDVEE Vanuit de Natuurbescherminswet is de ammoniakdepositie op de Natura 000-ebieden mede maatevend voor de milieuebruiksruimte in het buitenebied van Nunspeet. Daarom is voor het aspect ammoniak een scenario doorerekend naar ammoniakdepositie op Natura 000-ebieden vanuit de stalemissies bij rundveebedrijven. Uitanspunt is dat de bestaande melkveehouderijbedrijven met milieuruimte roeien met 0% van het aantal rundvee in de verunde situatie. Dit betreft bedrijven met melk- en overi rundvee en deze bedrijven lien niet in natuurebieden met de volende bescherminsstatus: Natura 000, EHS-natuur of EHS-verbindinszone. BEOORDELEN MILIEUEFFECT Voor ammoniakdepositie op de natuurebieden is het milieueffect van het alternatief en het scenario vereleken met het milieueffect van de huidie verunde milieusituatie van veehouderijbedrijven. Voor de Natura000 ebieden is dit de passende beoordelin zoals vooreschreven door de Natuurbescherminswet. Voor de overie aspecten is rekenin ehouden met de autonome ontwikkelin waarin alle bedrijven voldoen aan het Besluit huisvestin. De effecten In de onderstaande tabel is de effectscore van het alternatief per aspect weereven ten opzichte van de referentiesituatie. Het roeiscenario voor rundveebedrijven is een evoeliheidsanalyses dat een deel uitmaakt van het alternatief en daarom niet is openomen in het overzicht met effectscores. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

8 Tabel. Totaaloverzicht effectbeoordelinen Thema Aspect Referentie Alternatief IV Natuur en Depositie stikstof natura 000-ebieden 0 0/+ ammoniak Depositie stikstof EHS-ebieden 0 0/+ Overie Verdroin 0 0 effecten natuur Bouwactiviteiten en beschermde soorten 0 0 Geurhinder Binnen de bebouwde kom (aantal eurevoelie 0 0/+ objecten) Buiten de bebouwde kom (aantal eurevoelie 0 0/+ objecten) Landschap en Geomorfoloie 0 - cultuurhistorie Karakter van ebieden 0 - Historische bouwwerken 0 0/- Archeoloie Verstorin van verwachte archeoloische waarden 0 0/- Verstorin van bekende archeoloische waarden 0 0/- Verkeer Verkeersafwikkelin 0 0/- Verkeersveiliheid 0 0/- Luchtkwaliteit Fijn stof (PM 0 ) 0 0 Geluid Geluidsbelastin (roeiende) bedrijven 0 0 Geluidbelastin (extra) verkeer 0 0 Bodem en Watersysteem 0 0 Water bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit 0 0 bodemopbouw en bodembescherminsebieden 0 0 Gezondheid n.v.t. n.v.t. Score:++ = zeer positief; + = positief; 0/+ = licht positief; 0 = neutraal; 0/- = licht natief; -= natief; - - = zeer natief Conclusie Op basis van de bevindinen kan esteld worden dat de beschikbare ontwikkelruimte voor intensieve veehouderij bedrijven weini natieve effecten laten zien. LICHT POSITIEF EFFECT VOOR NATUUR EN AMMONIAK De veranderinen in stikstofemissie en depositie, veroorzaakt door het alternatief intensieve veehouderij en het roeiscenario rundvee in het Plan-MER, hebben een sinificant effect op Natura 000-ebieden, noch op beschermde Natuurmonumenten en EHS-ebieden. De effecten van bouwactiviteiten op beschermde soorten zijn onbekend omdat het plan- MER een planoloisch kader toetst en een concrete initiatieven met exacte locaties in het planebied. LICHT POSITIEF EFFECT VOOR GEURHINDER Ook voor eurhinder is het alternatief licht positief beoordeeld. In het buitenebied neemt de indicatieve achterrondbelastin ten westen van Elspeet en ten oosten van Hierden af. Daar tenover staat dat ten noordwesten van Nunspeet de indicatieve eurbelastin licht toeneemt. Voor zowel binnen als buiten de bebouwde kom aat de eursituatie erop vooruit omdat de roeiers zijn aanewezen in een ebied met voldoende eurruimte en omdat de euremissie van stoppers op nul is ezet, juist in de buurt van eurevoelie objecten. Landschap en cultuurhistorie, Archeoloie scoren echter (licht) natief. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

9 NEGATIEVE EFFECTEN OP LANDSCHAPPELIJKE, CULTUURHISTORISCHE EN ARCHEOLOGISCHE WAARDEN De uitbreidin van rootschalie ararische bebouwin kan duidelijk natieve effecten op de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het ebied ten noorden van Hulshorst en Nunspeet hebben. Zorvuldie locatiekeuze kan van sterke invloed zijn op de effecten en lijkt in dit ebied het belanrijkste instrument voor behoud van de landschappelijke karakteristieken. Voor archeoloie eldt dat het roeiebied voor een deel is elen in een ebied met een middelhoe tot hoe verwachtinswaarde. Daarnaast bevat dit ebied tientallen vindplaatsen, waarvan slechts enkele zich bevinden op een afstand van circa 00 meter van als roeiers bestempelde bedrijven. Om die reden is het aspect archeoloie licht natief beoordeeld. LICHT NEGATIEF EFFECT OP VERKEERSAFWIKKELING EN -VEILIGHEID Door plaatselijke roei van het vrachtverkeer heeft het alternatief een erin effect op de verkeersafwikkelin en veiliheid. Er zullen vooral meer conflicten tussen vracht- en lanzaam verkeer ontstaan. GEEN SIGNIFICANT EFFECT RECREATIE EN TOERISME OP N 000 VELUWE Recreatie en toerisme hebben een sinificant effect op het Natura 000-ebied Veluwe. De recreatieve invloed wordt ondermeer beperkt door de natuureffectboekhoudin, welke is opesteld in het kader van het project Groei & Krimp Veluwe. Deze beleidslijn heeft als uitanspunt dat de totale verstorin door verblijfsrecreatie in het Natura 000-ebied Veluwe minimaal hetzelfde blijft en waar moelijk vermindert. De recreatieve ontwikkelinen in Nunspeet voldoen hieraan, zodat ze per definitie een sinificant natieve effecten hebben op het Natura 000-ebied Veluwe en de EHS die rotendeels met dit ebied samenvalt. GEEN EFFECT RECREATIE EN TOERISME OP N 000 VELUWERANDMEREN Voor het beoordelen van effecten op het Natura 000-ebied Veluwerandmeren kan worden esteld dat er een uitbreidin van recreatieve activiteiten plaatsvindt zodat er een sinificant natief effect aanwezi is. GEEN BEOORDELING GEZONDHEID MOGELIJK DOOR HIAAT IN KENNIS De toename aan eurhinder en fijn stof door het alternatief heeft een effect op de ezondheid. Door het rote hiaat in kennis over intensieve veehouderij en de overie ezondheidsrisico s is vooralsno een oed oordeel te even voor het alternatief en het scenario. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

10 HOOFDSTUK Inleidin Wat is het voornemen en waarom stelt de emeente Nunspeet een plan-mer op? Welke procedure wordt toepast en hoe kunt u hierop, indien ewenst, reaeren? Deze en andere alemene aandachtspunten komen aan bod in het eerste hoofdstuk van dit plan-mer.. ACHTERGROND EN VOORNEMEN Nieuw bestemminsplan Buitenebied en Recreatieterreinen 00 De raadscommissie Ruimte en wonen van de emeente Nunspeet heeft op september 00 inestemd met de startnotitie voor het opstellen van het bestemminsplan Buitenebied 00 en het bestemminsplan Recreatieterreinen 00. Voor beide plannen wordt de procedure elijktijdi maar escheiden doorlopen. Vanuit toeristisch-recreatief uitanspunt is het wenselijk om alle recreatieterreinen in één bestemminsplan onder te brenen zodat er een eenduidie relin kan worden opesteld voor alle recreatieterreinen. Voor de inhoudelijke keuzes die worden emaakt op het ebied van recreatieve bestemminen wordt aanesloten op de besluitvormin van de raad over het recreatief nachtverblijf in Nunspeet. De richtinevende besluiten zijn in de Nota van uitanspunten (Witpaard; oktober 00) verder uitewerkt dan wel eëxpliciteerd. De planoloische ruimte en het vestiinsbeleid voor veehouderijbedrijven in het bestemminsplan Buitenebied kan op natuur en milieu het meeste effect hebben door de stalemissies van ammoniak en fijnstof. Bijvoorbeeld het vestiinsbeleid van de intensieve veehouderij. Intensieve veehouderij is het bedrijfsmati houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over rond voor de voerproductie van deze dieren. In Nunspeet aat het om enkele varkensbedrijven en een flink aantal rundveebedrijven met mestkalveren (zie bijlae ). De overie rundveebedrijven hebben een bedrijfstak met intensieve veehouderij maar zijn door de ammoniakemissies uit stallen wel van invloed op de kwaliteit van omliende natuurebieden. Op rond van de Wet milieubeheer moet dit worden onderzocht in deze milieueffectenstudie (plan-mer). Voor het bestemminsplan Recreatieterreinen 00 zijn de effecten van de recreatieterreinen in het buitenebied moelijk relevant. Planebied Het planebied bestaat uit het buitenebied van emeente Nunspeet met circa 0 kampeeren bunalowterreinen en veehouderijbedrijven. Voor de spoorzone, tussen Nunspeet en de A, wordt een escheiden bestemminsplan opesteld. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

11 Afbeeldin. Aanezien de exacte planrenzen hiervan no niet zijn vastesteld, is dit ebied wel meenomen in de brenzin van het planebied voor dit plan-mer (zie Afbeeldin.). Planebied bestemminsplannen buitenebied en recreatieterreinen Nunspeet. AANLEIDING PLAN-MER Bij de voorbereidinen van dit bestemminsplanbesluit is sprake van de plicht voor een plan-mer. Deze plicht eldt voor wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen: die het kader vormen voor toekomstie m.e.r.-(beoordelins)plichtie besluiten; alleen varkens- en pluimveebedrijven zijn m.e.r.-(beoordelins)plichti. en/of waarvoor een passende beoordelin nodi is op rond van de Europese Voel- en Habitatrichtlijn. Plan-MER-plicht Plan-MER vloeit voort uit de Europese richtlijn betreffende de beoordelin van de evolen voor het milieu van bepaalde plannen en proramma s (nr. 00//EG). Deze richtlijn is in september 00 omezet in Nederlandse wet- en relevin door wijziin van de Wet milieubeheer (Wm) en het hieraan ekoppelde Besluit m.e.r.. Het is verplicht om voorafaand aan besluiten door een overheid over bepaalde plannen een plan- MER op te stellen. Het aat daarbij om plannen die (uiteindelijk) kunnen leiden tot concrete projecten of activiteiten met moelijk belanrijke nadelie evolen voor het milieu. Meer concreet eldt de plan-m.e.r.-plicht in eval van wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen: - die het kader vormen voor toekomstie project-m.e.r.-(beoordelins)plichtie besluiten of - waarvoor een passende beoordelin nodi is op rond van de Europese Habitatrichtlijn (VROM, 00 ). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

12 In dit rapport worden de volende termen ebruikt: m.e.r. = milieueffectrapportae = de procedure. MER = milieueffectrapport = het product. plan-m.e.r. = procedure voor plannen die een kader stellen voor m.e.r.-plichtie activiteiten. plan-mer = product van de plan-m.e.r. procedure. besluit-m.e.r. = m.e.r.-procedure voor projecten die bij wet m.e.r.-plichti zijn. besluit-m.e.r = product van de besluit-m.e.r. procedure. Kaderstellin m.e.r. Het nieuwe bestemminsplan voor het buitenebied van Nunspeet bevat een aantal kenmerken welke beoordeeld worden als plan-m.e.r.-plichtie activiteit. Hierna worden de belanrijkste enoemd. Veehouderijen In de eerste plaats zijn er in het planebied intensieve veehouderijen evestid. Met het bestemminsplanbesluit voor het ararische buitenebied van Nunspeet wordt de omvan van bestaande bouwblokken vasteld en in een aantal evallen verruimd. Omdat hiermee het vestiinsbeleid voor intensieve veehouderijen mede wordt bepaald, kan het bestemminsplan de opmaat zijn voor latere m.e.r.-(beoordelins)plichtie projecten. M.E.R.-(BEOORDELINGS)PLICHTIGE PROJECTEN In het Besluit m.e.r. (onderdeel C, activiteit ) is aaneven, dat een besluit-m.e.r. moet worden opesteld voor het "oprichten, wijzien of uitbreiden van een inrichtin met.000 plaatsen voor mesthoenders, plaatsen voor hennen,.000 voor mestvarkens of 00 voor zeuen. Indien er sprake is van het oprichten, wijzien of uitbreiden van een inrichtin met plaatsen voor mesthoenders,.000 plaatsen voor hennen,.00 voor mestvarkens of 0 voor zeuen, dan is er sprake van een m.e.r.-beoordelinsplicht. Passende beoordelin In de tweede plaats is de afstand van de ontwikkelinsmoelijkheden voor intensieve veehouderij tot de Natura 000-ebieden (Veluwe en Veluwerandmeren) en Beschermde Natuurmonumenten (Mosterveen en Leemputten bij Staverden) van dien aard dat er aanleidin is voor een toetsin aan de Natuurbescherminswet. Hierdoor is het noodzakelijk een passende beoordelin uit te voeren, wat automatisch een plan-m.e.r.-plicht met zich mee brent. PLAN-M.E.R.-PLICHT BIJ PASSENDE BEOORDELING De Natuurbescherminswet en de plan-m.e.r.-plicht zijn aan elkaar ekoppeld. Wanneer een plan wettelijk of bestuursrechtelijk verplicht is (zoals een bestemminsplan) én hiervoor moet een passende beoordelin worden emaakt, dan eldt er een plan-m.e.r.-plicht. Een passende beoordelin is vereist wanneer een wettelijk of bestuursrechtelijk verplicht plan, sinificante evolen kan hebben voor een Natura 000-ebied. De status van deze twee Beschermde Natuurmonument zal komen te vervallen als evol van een aanwijzin als Natura 000-ebied onder de Natuurbescherminswet. Deze twee ebieden maken dan deel uit van Natura 000-ebied Veluwe. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

13 Recreatie Vanuit toeristisch-recreatief uitanspunt wil de emeente alle recreatieterreinen in één bestemminsplan onder brenen, behalve kleinschalie terreinen (kamperen bij de boer). Hierdoor kan een eenduidie relin worden opesteld voor recreatieterreinen. Voor de inhoudelijke keuzes van recreatieve bestemminen sluit de emeente aan op de Notitie Recreatief Nachtverblijf in Nunspeet. Onderzocht wordt of deze keuzes evolen kunnen hebben voor de recreatiedruk en voor Natura 000-ebieden (verstorin, betredin). Natuur De Hierdense poort is een belanrijk onderdeel van de Ecoloische Hoofdstructuur (EHS) in het buitenebied van Nunspeet. De poort is een belanrijke schakel tussen natuurebieden op de Veluwe en de randmeerkust. Voor de Hierdense poort is een uitvoerinsproramma opesteld dat onder meer voorziet in de realisatie van nieuwe natuur. De effecten van de realisatie van natuur binnen de Ecoloische Hoofdstructuur worden wel beschreven maar er wordt een afzonderlijk alternatief voor onderzocht. De eplande natuurontwikkelin binnen het ebied van de Hierdense poort, vindt plaats binnen het Streekplan en de door het rijk en provincie vastestelde Ecoloische hoofdstructuur. In de Stratische Milieubeoordelin ( november 00) behorend bij het Streekplan Gelderland 00 zijn deze natuuraspecten uitebreid meenomen. Het is niet zinvol om dit no eens over te doen. Afbeeldin. De Hierdense poort volens het Natuurbeheerplan (bron: provincie Gelderland) Focus van het plan-mer Het plan-mer is ericht op de milieueffecten die samenhanen met de keuzes die in het Bestemminsplan buitenebied worden vasteld over de omvan van bouwvlakken van veehouderijen en over moelijkheden voor omschakelin en uitbreidin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

14 Nieuwvestiin van intensieve veehouderij is in de emeente Nunspeet niet aan de orde omdat er een landbouwontwikkelinsebied is aanewezen in het planebied (bron: Reconstructieplan Veluwe). Dit plan-mer aat ook in op de effecten van de recreatieterreinen in het buitenebied. Deze milieu-informatie kan dan worden benut bij het bestemminsplan Recreatieterreinen.. PROCEDURE De procedures voor het opstellen van de twee bestemminsplannen en het plan-mer staan los van elkaar, maar zijn wel afestemd... PROCEDURE BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED Het opstellen van de nieuwe bestemminsplannen bestaat uit een aantal stappen. Een bestemminsplan is inrijpend voor bewoners en bedrijviheid in het ebied. Daarom is er een uitebreide procedure waarbij ruimte is voor inspraak en overl. Voor deze bestemminsplannen zien de stappen er als volt uit: Tabel. Stappenplan bestemminsplan Stap Omschrijvin Status Inventarisatie functies en beleid Operationeel Startnotitie voor het bestemminsplan Raadsbesluit (0 september 00) buitenebied Nota van Uitanspunten Terinzaelin december 00 tot januari 00 Reikwijdtenotitie Terinzaelin december 00 tot januari 00 Vaststellin raad Nota van mei 00 Uitanspunten en Reikwijdtenotitie Voorontwerp bestemminsplan Tervisielin eind auustus 00 Inspraak en (voor)overl In voorbereidin Ontwerpplan en vaststellin in voorbereidin.. PROCEDURE PLAN-MER In Afbeeldin. is de m.e.r.-procedure in een aantal stappen weereven. Deze stappen worden vervolens toelicht. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

15 Afbeeldin. Overzicht procedure plan-mer De volende stappen zijn aferond Een korte toelichtin:. De eerste stap betreft het opstellen van een Notitie reikwijdte en detailniveau.. Tweede stap bestaat uit de openbare kennisevin van het voornemen om een m.e.r.- procedure te doorlopen. Er is elenheid even tot het even van zienswijzen. Op basis van de Notitie reikwijdte en detailniveau zijn de betrokken bestuursoranen evraad om een reactie op de inhoud van het op te stellen milieueffectrapport. De notitie is tevens vooreld aan de Commissie m.e.r. zodat deze heeft kunnen beoordelen of de juiste zaken zijn onderzocht. Gelijktijdi met de Notitie reikwijdte en detailniveau is ook een Nota van Uitanspunten vastesteld door de emeente Nunspeet. Hierin zijn belanrijke bouwstenen voor het bestemminsplan vastesteld. Na publicatie van de Nota van Uitanspunten is een veldinventarisatie uitevoerd naar bouwblokken met ararische bedrijviheid. Ondernemers van bouwblokken met ararische bedrijviheid zijn uitenodid voor een overl. In dit overl is samen met de ondernemer inaan op de huidie en toekomstie bedrijfsvoerin. Mede naar aanleidin van dit overl maar ook temoetkomend aan randvoorwaarden uit het reconstructieplan en rekenin houdend met het landschap zijn de bouwblokken inetekend. Door ARCADIS zijn vervolens de effecten het onderzoek uitevoerd en het plan-mer opesteld. Hierbij is zoveel moelijk ebruik emaakt van al bestaande informatiebronnen: provinciale waardenkaarten, milieumeetnetten, internetsites (CBS, LEI), etc. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

16 No uit te voeren fasen. Het plan-mer wordt ezamenlijk met het voorontwerp bestemminsplan ter inzae eld. In deze fase is ruimte voor inspraak en consultatie. Daarnaast vindt tevens toetsin van het plan-mer plaats door de onafhankelijke Commissie voor de m.e.r.. Tot slot vindt een expliciete motiverin plaats van de rol van het plan-mer en de inspraakreacties bij het definitieve besluit waarmee het plan-mer wordt vastesteld. Dit valt onder de verdere procedure voor het bestemminsplan.. RAADPLEGING De emeente heeft conform artikel.b Wet milieubeheer voor de Notitie reikwijdte en detailniveau de volende wettelijk vooreschreven bestuursoranen eraadpled: Gedeputeerde Staten van Gelderland. Buremeesters en wethouders van omliende emeenten. Waterschap Veluwe. Ministerie van LNV, directie Oost (incl. Staatsbeheer). Rijksdienst Archeoloie, Cultuurlandschap en Monumenten. Daarnaast zijn ook de volende actoren eraadpled: Gelderse Milieufederatie. LTO Noord. Belanenvereniin Ararische Enclave. Klankbordroep met vertenwoordiers van diverse belanenoranisaties. Eventuele reacties op dit plan-mer kunnen per of per post worden aaneleverd aan: Gemeente Nunspeet t.a.v. van de heer A. Dickhof Postbus 00 AB NUNSPEET LEESWIJZER In hoofdstuk zijn de kaders vanuit beleid en wetevin beschreven. Hoofdstuk beschrijft de milieuebruiksruimte en het alternatief en scenario dat op effecten is beoordeeld. In hoofdstuk staan de effecten per milieuaspect beschreven en in hoofdstuk staan de conclusies en aanbevelinen voor het bestemminsplan buitenebied. In de bijlaen is het bedrijvenbestand, de effectbeoordelin op kaart en een verklarende woordenlijst openomen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

17 HOOFDSTUK Kaders beleid- en wetevin Met welke wetten en beleid dient de emeente Nunspeet rekenin te houden bij het opstellen van het bestemminsplan?in dit hoofdstuk treft u een overzicht aan en zijn de belanrijkste randvoorwaarden beschreven.. CONTEXT EN AANLEIDING BESTEMMINGSPLAN MET PLAN-MER De emeente kiest in het bestemminsplan voor een planoloische relin voor de ontwikkelinsmoelijkheden van intensieve veehouderijen. Er is beleid en wet- en relevin waarmee de emeente, bij het bepalen van hun planoloisch beleid, rekenin moet houden. De ontwikkelinsmoelijkheden voor de intensieve veehouderij in het ararische buitenebied van Nunspeet wordt vooral bepaald door het Reconstructieplan Veluwe, de Wet eurhinder veehouderij en de Natuurbescherminswet. Het reconstructieplan en beide wetten worden hieronder kort toelicht... RECONSTRUCTIEPLAN VELUWE (00) Om de ruimtelijke en milieuproblematiek in het reconstructiebied tussen het Veluwemeer en de IJssel, de Nederrijn en het Centraal Veluws Natuurebied (CVN) aan te pakken is het reconstructieplan Veluwe opesteld. De Zuid-Veluwe (emeente Waeninen, Renkum, Arnhem, Rozendaal en Rheden) valt niet onder de Reconstructiewet, maar maakt wel deel uit van het planebied van dit reconstructieplan, omdat het onder het elijktijdi lopende project Veluwe 00 valt. Een belanrijk kernpunt voor de emeente Nunspeet uit dit plan is het scheiden en verweven. Niet verenibare functies, zoals de intensieve veehouderij en kwetsbare natuur worden zoveel moelijk escheiden in de ruimte en verenibare functies zoals landbouw, wonen, recreëren, water en natuur worden verweven. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

18 GEEN LOG IN GEMEENTE NUNSPEET Om de intensieve veehouderij te scheiden van de kwetsbare natuur biedt de reconstructiewet de moelijkheid om een Landbouw Ontwikkelinsebied (LOG) aan te wijzen voor de verdere ontwikkelin van de intensieve veehouderij. Binnen het ararische buitenebied van de emeente Nunspeet is een LOG aanwezi. Afbeeldin. Uitsnede emeente Nunspeet van de zonerinskaart Intensieve Veehouderij (bron: streekplankaart 0 Provincie Gelderland) In het Reconstructieplan is het zonerinsbeleid voor de intensieve veehouderij weereven. Dit beleid heeft, op rond van de Reconstructiewet, de kracht van een streekplan. Het relevante beleid voor de emeente Nunspeet is: Verwevinsebied: een ruimtelijk brensd edeelte van een reconstructiebied ericht op verwevin van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiin of uitbreidin van de intensieve veehouderij moelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het ebied zich daar niet ten verzetten. Extensiverinsebied: een ruimtelijk brensd edeelte van een reconstructiebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreidin, hervestiin of nieuwvestiin van in ieder eval intensieve veehouderij onmoelijk is of in het kader van de reconstructie onmoelijk zal worden emaakt. Verwevinsebied In het verwevinsebied is nieuwvestiin van intensieve veehouderij niet toestaan. (Her)vestiin van intensieve veehouderij is moelijk maar uitsluitend op bestaande ararische bouwblokken. Uitbreidin van intensieve veehouderijbedrijven of de intensieve veehouderijtak is toestaan tot maximaal hectare. Uitbreidin van bebouwin voor de intensieve veehouderij boven de hectare is in binsel uitesloten, tenzij de uitbreidin aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire ezondheid zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

19 GEEN ONTWIKKELLOCATIES IN NUNSPEET. Deze locaties moeten wel voldoen aan bepaalde criteria. Echter omdat alle veehouderijlocaties in de buurt van een Natura 000 ebied of in een open ebied lien, kan een enkel bedrijf voldoen aan de criteria van een ontwikkellocatie. Hierdoor vervalt deze moelijkheid bij het ontwikkelen van de alternatieven (zie ook Hoofdstuk, alternatiefontwikkelin). Omschakelin van volledi rondebonden bedrijven naar intensieve veehouderij is toestaan mits is etoetst of deze zich verdraat met de ter plaatse van belan zijnde omevinskwaliteiten (landschap, natuur en/of water). Concentratie van intensieve veehouderijtakken van een bedrijf is moelijk als de omevinsfactoren dit toestaan. Uitbreidin van het bouwblok tot meer dan ha is moelijk als de intensieve veehouderij op de andere locaties van het bedrijf wordt beëindid. Er elden een bouwblokbeperkinen voor overie landbouwbedrijven anders dan vierend in streek- en bestemminsplan. Extensiverinsebied De brenzin van extensiverinsebied is zo ekozen dat er een zone van 0 meter rond het Centraal Veluws Natuurebied (CVN) is inesteld en een zone van 0 meter rond de voor verzurinevoelie parels buiten het CVN. Het doel van het extensiverinsebied lit primair bij natuur. Nieuwvestiin, hervestiin en omschakelin naar intensieve veehouderij is niet toestaan. Uitbreidin van bebouwin voor intensieve veehouderij is in binsel uitesloten, tenzij de uitbreidin aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire ezondheid zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt. Vervanende nieuwbouw is toestaan mits de staloppervlakte niet toeneemt. Verder zijn er een bouwblokbeperkinen voor overie landbouwbedrijven (een intensieve veehouderij) anders dan vierend in streek- en bestemminsplan... WET GEURHINDER VEEHOUDERIJ De Wet eurhinder en veehouderij (Wv) is vanaf januari 00 van kracht en vormt het toetsinskader voor eur veroorzaakt door het houden van dieren. Er wordt erekend met odour units (OU E ) en eurevoelie objecten, zoals huizen, krijen een bescherminsfactor toewezen. De Wv biedt de emeenten de moelijkheid om bij verordenin ebiedsericht eurbeleid vast te stellen en hiermee af te wijken van de standaardnorm voor eur. De eurnorm kan soepeler of juist strener worden vastesteld door de emeente. De emeente Nunspeet heeft een ebiedsvisie op laten stellen als onderbouwin voor de emeentelijke eurverordenin waarmee een afwijkende eurnorm is vasteld voor de volende nieuwbouwprojecten: Niet binnen 00 meter rond kernrandzones en verblijfsrecreatie (cat I + II), niet binnen 000 meter rond Natura000- en Natuurbescherminswet-ebieden, niet binnen 00 meter rond Wav-ebieden en o.a. de open ebieden, EHS en de stiltebieden worden uitesloten (bron: bijlae Reconstructieplan Veluwe). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

20 . Molenbeek; alle eurevoelie objecten in het planebied hebben een eurnorm van, OU E / m en een vaste afstand tot een eurevoeli object van 0 meter tot een nietintensieve veehouderij.. Elspeet; alle eurevoelie objecten in het noordelijk deel van het planebied hebben een eurnorm van, OU E / m en een vaste afstand tot een eurevoeli object van 0 meter tot een niet-intensieve veehouderij. Voor de rest van de emeente eldt de standaardnorm van OU E /m voor eurevoelie objecten binnen de bebouwde kom en OU E /m voor buiten de bebouwde kom. Voor stallen met dieren waarvoor in de Wv een omrekeninsfactor is vasteld eldt een vaste afstand van 00 meter buiten de bebouwde kom en 0 meter binnen de bebouwde kom. Bij beoordelin van verunninaanvraen wordt bepaald of deze normen voor eurbelastin op een eurevoeli object wordt overschreden. Bij het bepalen van de milieuebruiksruimte wordt op verunninenniveau de cumulatie niet meenomen. Nieuwvestiin van een intensieve veehouderij (of omschakelin van niet-intensief naar intensief) aat altijd epaard met een uitbreidin van de euremissie. Uitbreidin van bestaande intensieve veehouderijen (meer dierplaatsen) kan epaard aan met de uitbreidin van de verunde euremissie, maar dat is niet noodzakelijkerwijs het eval. Door toepassin van moderne stalsystemen of luchtwassers is het ook moelijk om, binnen het verunde emissieniveau, uit te breiden... NATUURBESCHERMINGSWET Het bestemminsplanbesluit is een lobaal plan met potentieel sinificante effecten op Natura 000-ebieden. Volens de Natuurbescherminswet (art. j) is in derelijke evallen een passende beoordelin nodi, waarvoor de Commissie m.e.r. verwijst naar de Alemene Handreikin Natuurbescherminswet. Het belanrijkste effect van het bestemminsplan met potentieel sinificant natieve evolen is de ammoniakdepositie op Natura 000-ebied door veehouderijen. Er bestaat momenteel op landelijk niveau onduidelijkheid ten aanzien van de beoordelin van de sinificantie hiervan. De alternatieven worden wel etoetst op het aspect ammoniak. De vraen uit de handreikin beoordelin activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken op Natura 000- ebieden, opesteld door het Ministerie van LNV naar aanleidin van het advies van de Commissie Trojan, bieden eni houvast. Hiermee worden verunninaanvraen beoordeeld van bestaand ebruik en voorenomen activiteiten in het kader van de op te stellen beheerplannen. VRAGEN HANDREIKING. Wat zijn de instandhoudinsdoelstellinen voor de te beschermen soorten en habitattypen die evoeli zijn voor stikstofdepositie?. Wat is de locatie binnen het Natura 000-ebied van betreffende soorten en habitattypen.. Wat is de huidie staat van instandhoudin van deze soorten en habitattypen?. Wat zijn de abiotische condities die belanrijk zijn voor deze soorten en habitattypen en welke (beperkende) condities bepalen op dit moment de huidie staat van instandhoudin? B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

21 . Wat is de pronose voor de ontwikkelin van de relevante abiotische condities (zijn de beperkende abiotische condities te beïnvloeden naar een meer ewenst niveau?).. Wat is het effect van de (voorenomen) activiteiten op de abiotische condities (is er effect op de meest beperkende abiotische condities en daarmee op de moelijkheden om de instandhoudinsdoelstellinen te behalen?).. Wat zijn relevante verschillende activiteiten in en nabij het Natura 000-ebied en wat is het cumulatieve effect daarvan? Voor zover het past bij het detailniveau van het bestemminsplanbesluit staan deze vraen zoveel moelijk centraal in de effectbeschrijvin voor de Natura 000-ebieden: Veluwe en Veluwerandmeren en Beschermde Natuurmonumenten: Mosterveen een Leemputten bij Staverden.. OVERIG BELEID EN WETGEVING Naast het al enoemde Reconstructieplan Veluwe, de Wet eurhinder en veehouderij en de Natuurbescherminswet zijn verschillende andere beleidskaders relevant voor het bestemminsplan buitenebied. Het overheidsbeleid en wetevin zijn zowel kaderstellend als sturend. In hoeverre beleid kaderstellend of sturend is hant mede af van het niveau waarop het beleid ontwikkeld wordt. In bijlae wordt de relevante wet- en relevin behandeld aan de hand van drie niveaus: Europees niveau. Landelijk niveau. Provinciaal, rionaal en emeentelijk beleid. Binnen de wettelijke en beleidsmatie kaders zijn alternatieven ontwikkeld. Hoe deze zijn ontwikkeld en welke alternatieven in dit plan-mer worden etoetst, leest u in het volende hoofdstuk. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

22 HOOFDSTUK Alternatiefontwikkelin Het alternatief en scenario zijn ebaseerd op ontwikkelinen en trends in de landbouw en veehouderij binnen de daarvoor beschikbare beleid- en milieuruimte. Dit hoofdstuk aat nader in op de ontwikkelinsruimte en beschrijft het alternatief, het scenario en de uitanspunten voor de referentiesituatie waarop het effect wordt etoetst.. AANPAK In het bestemminsplan buitenebied wordt planoloisch beleid eformuleerd om de ewenste ontwikkelinen moelijk te maken en onewenste ontwikkelinen ten te aan. Dit komt erop neer dat aan veehouderijbedrijven ontwikkelinsruimte wordt eboden en dat, door liberaliserin van het recreatiebeleid, een maximum wordt esteld aan het aantal kampeermiddelen, met uitzonderin van het aantal recreatiewoninen. De wijze waarop de emeente planoloische sturin aat even in het bestemminsplan hant mede af van de resultaten uit het plan-mer. De ontwikkelinsruimte vanuit beleid en natuur- en milieuwetevin voor veehouderijbedrijven is als volt in kaart ebracht:. Een inventarisatie van de verunde situatie van veehouderijbedrijven in de huidie situatie, een doorvertalin van de trendmatie ontwikkelinen in de sector en de invloed van de emeente hierop.. Vervolens zijn op basis van de milieuebruiksruimte een worst-case situatie als alternatief ontwikkeld en een scenario voor de melkveehouderij dat in de planperiode kan ontstaan.. Daarna zijn in het plan-mer de milieuevolen van het ontwikkelinsalternatief en het scenario inzichtelijk emaakt.. De effectbeschrijvin resulteert in een overzicht van effecten. Het beleid Recreatief nachtverblijf emeente Nunspeet maakt een uitbreidin van recreatieve activiteiten moelijk buiten het project Groei en Krimp. Voor Groei en Krimp elden afzonderlijke planprocedures. Daarom is voor verblijfsrecreatie een planalternatief ontwikkeld. Wel is het evol van de liberaliserin van het recreatiebeleid op de beschermde ebieden beoordeeld in. overie effecten op natuur. Door de verschillende ontwikkelinsmoelijkheden voor veehouderijbedrijven te toetsen krijt de emeente een beter inzicht in moelijke effecten. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

23 . TRENDMATIGE ONTWIKKELINGEN LANDBOUW EN VEEHOUDERIJ Voor de trendmatie ontwikkelinen is onderscheid emaakt tussen landelijke trends en specifieke trends in de emeente Nunspeet... LANDELIJKE TRENDS IN DE VEEHOUDERIJ De primaire sector van het veehouderijcomplex is veelzijdi. De rootste deelsectoren zijn:. De rondebonden raasdierenhouderij met de melkveehouderij als belanrijkste vertenwoordier.. De intensieve veehouderij met de varkenshouderij, lpluimveehouderij, slachtpluimveehouderij en de vleeskalverenhouderij als belanrijkste deelsectoren. DRIE ONTWIKKELINGEN IN LAND- EN TUINBOUW IN NEDERLAND Als ontwikkelin van bedrijven in de land- en tuinbouw in Nederland worden drie richtinen onderscheiden: I. Een internationale eoriënteerde landbouw. II. Een rionaal eoriënteerde multifunctionele landbouw. III. Bedrijven die worden beëindid. De stoppers bieden ruimte voor de bedrijven die zich door ontwikkelinen op basis van een internationale dan wel rionale oriëntatie. De primaire bedrijven binnen het rondebonden raasdierenhouderijcomplex kunnen inedeeld worden bij alle drie ontwikkelinsrichtinen. De primaire bedrijven binnen het intensieve veehouderij complex zijn vooral inedeeld bij de ontwikkelrichtin I en III. Van de productie van het Nederlands intensieve veehouderijcomplex wordt, naast de rootschalie productie voor afzet in Nederland, circa % eëxporteerd door bedrijven die deel uitmaken van robuuste ketenstructuren. De productie vindt zo efficiënt moelijk plaats. Verlain van de kostprijs in combinatie met verhoin van de toevode waarde en kwaliteit is een voorwaarde om te kunnen blijven concurreren. De ontwikkelin voor deze ararische onderneminen wordt voor een belanrijk deel bepaald door de internationale concurrentiepositie. Schaalverrotin, intensiverin, kwaliteitsverbeterin en toevode waarde zijn belanrijke stratieën voor de toekomst. Dit onder de voorwaarden van de maatschappelijke veranderinen en eisen die aan de intensieve veehouderij esteld worden. Fiuur. laat de ontwikkelin van de Nederlandse veestapel zien tot 00. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

24 Fiuur. Ontwikkelin Nederlandse veestapel. Bron: ARCADIS op basis van CBS-cijfers. Ter toelichtin Fiuur. is het volende van belan: Het aantal runderen daalt sinds de invoerin van de melkquoterin in, om de zuiveloverschotten in Europa te beteuelen. Bij een elijkblijvend nationaal melkquotum daalde sindsdien het aantal melkkoeien als evol van een steeds hoere melkproductie per koe. De laatste paar jaar stijt het aantal melkkoeien weer als evol van verruimin van het melkquotum. Het aantal varkens en kippen roeit sinds 0 niet meer mede door het invoeren van een systeem van varkens- en pluimveerechten wat sindsdien een plafond betekent voor de totale omvan van de pluimvee- en varkensstapel in Nederland. Dit om milieuredenen om het nationale mestoverschot beheersbaar te houden. De structurele afname van het aantal varkens en kippen sinds 000 komt vooral door de eenmalie opkooprelin van varkens- en pluimveerechten om het Nederlandse mestoverschot te verminderen. In de periode roeide de varkens- en kippenstapel weer. Deels komt dit door het uiteven van extra dierrechten door het rijk, in ruil voor afzet van de mest buiten de Nederlandse landbouw en deels wellicht door een hoere benuttinsraad van rechten. De schaalverrotin naar minder maar rotere bedrijven aat estaa door. Groeiende bedrijven nemen daarbij rond, melkquotum, varkens- of pluimveerechten over van stoppende bedrijven. COMPARTIMENTERING VAN DIERRECHTEN WEER VAN KRACHT Op april 00 is in de Kamer de motie van het lid Waalkens c.s. aanvaard (Kamerstukken II 00/0,, nr. ). In deze motie wordt de rerin verzocht de eerder op januari 00 afeschafte compartimenterin van dierrechten in de mestwetevin opnieuw in te voeren. Dit betekent dat varkens- en pluimveerechten niet meer naar en tussen de twee concentratiebieden oost en zuid moen bewen. Daarmee komt een einde aan de verschuivin van varkens en kippen van de rest van Nederland naar het zuiden. BESLUIT HUISVESTING Bedrijven moeten in 0 voldoen aan het Besluit huisvestin. Hierdoor worden veel (kleine) intensieve veehouderijen verplicht om te investeren in staltechnieken die voldoen aan de strene normen rond de uitstoot van ammoniak. Voor vleeskalveren is de staltechniek, die voldoet aan de strene emissie eisen voor ammoniak, echter no in ontwikkelin en niet openomen in het Besluit huisvestin. Op december 00 is het Actieplan Ammoniak en Veehouderij verstuurd aan de Tweede Kamer. In dit plan moeten middelrote veehouderijbedrijven emissiearm worden en voldoen aan het Besluit huisvestin vóór januari 0. Bron: Infomil. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

25 EUROPESE DIERENWELZIJNEISEN In 0 worden daarnaast de Europese dierenwelzijneisen van kracht. De consequentie hiervan is een verbod op lbatterijen en emiddeld 0% meer ruimte voor varkens. Het is de verwachtin dat beide ontwikkelinen er toe leiden dat een substantieel aantal intensieve veehouderijen zal stoppen. De verdere alemene verwachtin voor de toekomst van de intensieve veehouderij is unsti te noemen. Door toenemende concurrentie van binnen en voornamelijk ook van buiten de EU zal de primaire sector zich richten op kostprijsverlain, onder meer door schaalverrotin en het verbeteren en ontwikkelen van samenwerkinsvormen. Daarnaast zal de ehele sector zich aan richten op vraaestuurde productie en het verroten van de kostenefficiency. Daardoor ontstaan er kortere ketens die zich snel kunnen aanpassen aan marktveranderinen. Schaalverrotin, intensiverin, kwaliteitsverbeterin en toevode waarde zijn belanrijke stratieën voor de toekomstie ararische onderneminen. De alemene trend per sector is hieronder toelicht. Melkveehouderij Nederland telde in 00 oneveer bedrijven met raasdieren (melkvee, vleeskalveren, vleesvee en schapen) waarvan.000 melkveebedrijven. Sinds 0 is het aantal melkveebedrijven bijna ehalveerd van naar.000. Ook het aantal koeien is sinds die tijd sterk verminderd. De trend van estae verminderin van het aantal bedrijven aat door. Bij de blijvers roeit de omvan. In 00 hadden de melkveehouders emiddeld 0 melkkoeien en 0 ha rond, 0% van de bedrijven had meer dan 00 koeien. De komende 0 jaar staat de melkveehouderij rote veranderinen te wachten, zoals deze zich ook in voorbije periode hebben vooredaan, namelijk schaalverrotin, kostenbesparin (efficiënt produceren), minder veehouders, minder koeien en verderaande specialisatie. Er bestaan no steeds rote verschillen in kostprijs en inkomen tussen verelijkbare melkveebedrijven. Daar is no veel te winnen met efficiënt produceren. Het emiddelde aantal koeien per bedrijf roeit tot 0 door tot 0 melkkoeien en 0 hectare rond. De koeien even in 0 emiddeld.00 k melk meer. Het emiddelde bedrijf produceert in 0 oneveer kiloram melk. Tabel. Landelijke trend melkveehouderij (bron: CBS) Jaar Melkveehouders Gem. oppervlak Koeien per bedrijf (aantal) (ha) (aantal) Melkproductie (k) Trend Neemt af Stijt Stijt Stijt De samenlevin heeft over het alemeen een positief beeld van de melkveehouderij. Dit kan veranderen omdat schaalverrotin en rationalisatie effect heeft op de aanblik van het bedrijf en op het landschap. Varkenshouderij Er waren in 00 ruim bedrijven in Nederland met varkens en ruim.000 especialiseerde varkensbedrijven verdeeld in 0% vleesvarkensbedrijven, 0% fokvarkens en 0% esloten bedrijven. Sinds 0 voltrok een forse krimp. Het aantal bedrijven met varkens is met tweederde afenomen en het aantal especialiseerde bedrijven met de helft. Het aantal varkens is in Nederland sinds met bijna een kwart afenomen van, miljoen in tot, miljoen in 00. De varkenshouderij vindt steeds meer plaats op B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

26 Tabel. Landelijke trend varkenshouderij (bron: CBS) especialiseerde bedrijven. In 00 werd 0% van de varkens ehouden op dit type bedrijven. Tot 0 is de verwachtin dat de varkensstapel stabiel blijft, de ontmenin (specialisatie) aat verder en het totale aantal bedrijven waar varkens ehouden wordt zal afnemen (schaalverrotin). Jaar Gem. aantal Gem. aantal varkens Bedrijven met Gespecialiseerde varkens per per especialiseerd varkens bedrijven bedrijf bedrijf Trend Neemt af Neemt af Stijt Stijt Pluimveehouderij In de pluimveehouderij zijn de structurele ontwikkelinen verelijkbaar met de varkenshouderij. Het aantal bedrijven met pluimvee is sinds 0 in Nederland ehalveerd tot.000 in 00. Hiervan zijn.0 especialiseerde pluimveebedrijven. Het aantal stuks pluimvee is sinds het hootepunt in 000 met bijna een vijfde deel afenomen tot miljoen stuks in 00. Tabel. Landelijke trend pluimveehouderij (bron: CBS) Tabel. Tabel landelijke trend vleeskalveren (bron CBS) Tot 0 is de verwachtin dat de pluimveestapel licht zal afnemen met 0%, de specialisatie aat verder en het aantal bedrijven met pluimvee zal afnemen (schaalverrotin). Jaar Gem. aantal kippen Bedrijven met Gespecialiseerde Gem. aantal kippen per especialiseerd pluimvee pluimveebedrijven per bedrijf bedrijf Trend Neemt af Neemt af Stijt Stijt Vleeskalverbedrijven De vleeskalverenhouderij is succesvol. Het aanpakken van het mestprobleem, de versnelde omschakelin naar roepshuisvestin en de veraande ketenintratie hebben het imao oed edaan van deze sector. De meeste van de.0 especialiseerde bedrijven werken op basis van een contract. De verwachtin is dat het aantal kalverbedrijven stabiliseert. In 0 is het aantal bedrijven circa.00 met bijna kalveren. Jaar Bedrijven met Gespecialiseerde Gem. aantal kalveren per vleeskalveren vleeskalverenbedrijven bedrijf Trend Stabilisatie Stabilisatie Stabilisatie Een belanrijk aandachtspunt is echter de ontkoppelin van de slachtpremie door de hervormin van het Europese landbouwbeleid. In opdracht van de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren (PVE), zijn de evolen van een ontkoppelin van de slachtpremie voor de vleeskalversector onderzocht. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

27 Een belanrijke conclusie van dit onderzoek is dat de sector in Nederland rekenin moet houden met een maximale krimp van de productie van tot % (bron: LEI Waeninen UR; september 00; rapport 00-0)... REGIONALE TRENDS IN DE VEEHOUDERIJ Tabel. laat de absolute en relatieve ontwikkelin zien van de pluimveerechten in de Provincie Gelderland. Tabel. Ontwikkelin pluimveerechten Provincie Gelderland. Bron: LNV, 00. Gebied Aantal 00 Aantal 00 Aantal 00 % veranderin tov 00 Provincie ,% Gelderland totaal Reconstructiebied % Gelderse Vallei ,% Veluwe ,% Achterhoek ,% Buiten reconstructiebied ,% Uit Tabel. is het volende af te leiden: Bijna 0% van de kippen zit in reconstructiebied. Gelderland heeft in de afelopen jaar ruim 0% van de pluimveerechten verloren. Zowel binnen als buiten het reconstructiebied is een dalin van het aantal pluimveerechten waar te nemen. De relatieve dalin van het aantal pluimveerechten is het rootst in het reconstructiebied Veluwe. Ontwikkelin varkensrechten Gelderland Tabel. laat de absolute en relatieve ontwikkelin zien van de varkensrechten in de Provincie Gelderland. Tabel. Ontwikkelin varkensrechten Provincie Gelderland. Bron: LNV, 00. Gebied Aantal 00 Aantal 00 Aantal 00 % veranderin tov 00 Provincie ,% Gelderland totaal Reconstructiebied ,% Gelderse Vallei...0 -,% Veluwe...0 -,% Achterhoek ,% Buiten reconstructiebied... -,% Uit Tabel. is het volende af te leiden: Ruim % van de varkens zit in reconstructiebied. Gelderland heeft in de afelopen jaar ruim % van de varkensrechten verloren. Zowel binnen als buiten het reconstructiebied is een dalin van het aantal varkensrechten waar te nemen. De dalin is het rootst in de reconstructiebieden De relatieve dalin van het aantal varkensrechten is het rootst in het reconstructiebied Veluwe. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

28 .. ONTWIKKELING VEEHOUDERIJBEDRIJVEN IN NUNSPEET Huidie situatie Deze pararaaf schetst een beeld van de huidie situatie van de ararische sector in Nunspeet aan de hand van evens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het verunninensysteem. Zie ook bijlae voor het aantal bedrijven en NGE s in Nunspeet. Circa 000 hectare van de in totaal circa 000 hectare rond in de emeente is volens opave van het Centraal bureau voor de statistiek in ararisch ebruik. De landbouw is daarmee ezamenlijk met de functies & natuur de rootste rondebruiker in de emeente. Tabel. Grondebruik buitenebied emeente Nunspeet (bron: CBS) Opvallend is dat het aantal hectares rond dat in ebruik is bij de landbouw redelijk stabiel blijft terwijl het aantal bedrijven is edaald van bedrijven in 000 naar bedrijven in 00 zie onderstaande tabel. Tabel.0 Aantal veehouderijbedrijven Nunspeet (bron: emeente) Totale opp. Recreatieterrein terrein Ararisch Bos & Natuur Rio s periode Ha ha ha Ha Nunspeet Nunspeet Nunspeet 00 0 Nunspeet 00 0 Jaar Bedrijven In 00 zijn ararische bedrijven actief in het buitenebied van Nunspeet. In onderstaande tabel is aaneven over welke bedrijfsrootten het aat. De bedrijfsrootte is daarbij weereven in de Nederlandse rootte eenheid (NGE). 0 NGE staat daarbij elijk aan een bedrijf waaraan een volens het LEI volwaardi inkomen kan worden ontleend. Tabel. Veehouderijbedrijven Nunspeet naar omvan (bron: emeente) ne >0 Totaal Elspeet Nunspeet Vierhouten 0 0 Hulshorst Van de volwaardie bedrijven (roter dan 0 NGE) behoort oneveer % tot de intensieve veehouderij. Voor wat de bedrijven die onder de door het LEI aaneven rens van bedrijf met volwaardi inkomen vallen, behoort oneveer % tot de intensieve veehouderij. NEDERLANDSE GROOTTE EENHEID (NGE) De Nederlandse rootte-eenheid (ne) is een reële economische maatstaf die ebaseerd is op het brutostandaardsaldo (bss, opbrensten minus bepaalde specifieke kosten). Het is een maat waarmee de economische omvan van ararische activiteiten wordt weereven. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

29 Een ne staat bij prijsniveau 00 (Landbouwtellinen 00 en 00) voor.00 euro aan saldo (bron: Met ne s kunnen verschillende sectoren met elkaar worden vereleken. De volende classificatie wordt door de emeente Nunspeet ebruikt voor melkveehouderij (bron: concept Nota van Uitanspunten): - - ne (hobby en parttimers) ne (realistisch bedrijf). - roter dan 0 ne (volwaardi bedrijf). Besluit huisvestin in de emeente Nunspeet Tabel. eeft een overzicht van de varkensbedrijven die in aanmerkin komen voor het actieplan ammoniak. Deze bedrijven hebben een bedrijfsontwikkelinsplan (BOP) emaakt. Opemerkt wordt dat een BOP niet bindend is en dat wanneer er bedrijven zijn die hun plannen wijzien dit moelijk is, zolan er tijdi wordt voldaan aan de ammoniakemissieeisen uit het Besluit huisvestin. Behalve de hieronder enoemde bedrijven is in Nunspeet een pluimveehouderij evestid die onder de werkinssfeer van het Besluit huisvestin valt. Dit bedrijf voldoet op dit moment al aan de ammoniakeisen. In dit overzicht is bij de veehouderijen die stoppen op middellane termijn no de datum van --0 aanehouden, over deze datum bestaat no enie onzekerheid. Moelijk wordt de datum uitesteld tot Tabel. Overzicht varkensbedrijven die in aanmerkin komen voor het actieplan ammoniak. stoppen/dooraan Vervol. stoppen voor --0 een uitbreidin veebestand. Voor --0 verzoek intrekkin verunnin. stoppen op middellane termijn een uitbreidin veebestand, op --0 maatrelen, voor --0 verzoek intrekkin.. stoppen op middellane termijn een uitbreidin veebestand, op --0 maatrelen, voor --0 verzoek intrekkin.. stoppen op middellane termijn een uitbreidin veebestand, op --0 maatrelen, voor --0 verzoek intrekkin.. stoppen op middellane termijn een uitbreidin veebestand, op --0 maatrelen, voor --0 verzoek intrekkin.. stoppen op middellane termijn een uitbreidin veebestand, op --0 maatrelen, voor --0 verzoek intrekkin.. stoppen voor --0 een uitbreidin veebestand. Vóór 0--0 verzoek intrekkin verunnin. stoppen bouw- en milieuverunnin voldoet. Is ook erealiseerd.. aat door voor --0 bouw- en milieuverunninaanvraa binnen. 0. aat door voor --0 bouw- en milieuverunninen binnen. aat door voor --0 bouw- en milieuverunninaanvraa binnen.. verunnin inetrokken verunnin is inetrokken.. aat door voor --0 bouw- en milieuverunninaanvraa binnen.. aat door verunninaanvraen voor --0. Toekomstie ontwikkelin Uit de ecombineerde tabellen blijkt dat oneveer % van de bedrijven volens het LEI moet worden aanemerkt als volwaardi ezinsbedrijf. De verwachtin is dat deze bedrijven verder zullen roeien in bedrijfsomvan. Het percentae bedrijven dat moet worden aanemerkt als parttimer bedraat ook circa % evenals het percentae hobbyboeren. Op basis van de aanvraen die worden edaan voor functieveranderin van B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

30 ararische bedrijviheid naar wonen (0 stuks) wordt verwacht dat binnen de planperiode een aantal bedrijven om bedrijfseconomische redenen zal stoppen. Omdat een root deel van de functieveranderinen intensieve bedrijven betreft en door de ontkoppelin van de slachtpremies voor de vleeskalversector, zal het aandeel intensieve veehouderij tijdens de planperiode eniszins dalen ten opzichte van de melkveehouderij. Functieveranderin in Nunspeet Het Streekplan Gelderland 00 biedt de rio s in de provincie de moelijkheid om in rionaal verband specifiek beleid te ontwikkelen voor functieveranderin van ebouwen in het buitenebied. In 00 heeft de Rio Noord-Veluwe op basis daarvan het beleidskader Streekplanuitwerkin Rio Noord-Veluwe Functieveranderin opesteld. Kern van functieveranderin is om nieuwe initiatieven in het buitenebied die de vitaliteit en levendiheid van het buitenebied versterken, onder voorwaarden moelijk te maken. De ararische bestemmin op het perceel wordt vervanen door één of meerdere woonbestemminen, waarbij afstand wordt edaan van de bouw- en ebruiksmoelijkheden van het ararische bouwblok. Sinds 00 is aan oneveer verzoeken voor functieveranderin in princpe medewerkin toezd. Gebleken is dat veel verzoeken maatwerk plannen zijn en dat dit tijdrovende procedures zijn. Recent is het eerste bestemminsplan door de emeenteraad vastesteld.. ONTWIKKELINGSRUIMTE VEEHOUDERIJ De milieuebruiksruimte in de emeente Nunspeet is ebaseerd op de wettelijke kaders. Het wettelijke kader waarbinnen de veehouderij zich kan ontwikkelen is vooral bepaald door de Wet ruimtelijke ordenin (Wro), de Wet milieubeheer (m.n. hoofdstuk aanaande milieueffectrapportae), de Reconstructiewet concentratiebieden, de Wet ammoniak en veehouderij, de Wet eurhinder en veehouderij, het Besluit huisvestin, de Wet eluidhinder, de Natuurbescherminswet, de Flora en Faunawet, de Europese IPPC- Richtlijn en de Wet Luchtkwaliteit (Hoofdstuk Wet Milieubeheer). Zie voor een toelichtin hoofdstuk en bijlae. Deze Europese en landelijke wetten en rels stellen randvoorwaarden aan de ontwikkelin van intensieve veehouderijen en de te doorlopen procedures bij besluitvorminstrajecten. Ook de emeente Nunspeet moet zich hier aan houden bij het opstellen van een bestemminsplan en het verlenen van verunninen. De eien beleidsvrijheid daarin is in de rel beperkt. Uitzonderinen zijn de Wet eluidhinder en de Wet eurhinder en veehouderij. Deze wetten bieden de emeenten de moelijkheid om, binnen een bepaalde bandbreedte, eien normen te stellen. Vooral de normstellin in het kader van de Wet eurhinder en veehouderij en de Natuurbescherminswet is van direct belan voor de ontwikkelinsmoelijkheden van intensieve veehouderijen. Om te voldoen aan wetevin op het ebied van dierenwelzijn zoals het Varkensbesluit, het Lkippenbesluit 00 en het Vleeskuikenbesluit, biedt het bestemminsplan voldoende ruimte. Via een wijziinsbevodheid is het immers moelijk om het bouwblok uit te breiden conform de rels van het reconstructieplan. Wetevin op het ebied van dierenwelzijn is daarmee niet kaderstelend voor het ontwikkelen van de alternatieven. Drie van de vier varkensbedrijven in Nunspeet hebben zich aanemeld voor functieveranderin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

31 Wel is rekenin ehouden met een minimale afstand van 00 meter tussen bouwblokken in overeenstemmin met het advies van de Nederlandse Vereniin van Varkenshouders (NVV). Met name eurhinder en ammoniak door stikstofemissie zijn in de praktijk bepalend voor de milieuebruiksruimte. Ontwikkelinsruimte eur Hervestiin van of omschakelin naar een intensieve veehouderij(tak) aat altijd epaard met een uitbreidin van de euremissie. Uitbreidin van bestaande intensieve veehouderijen (meer dierplaatsen) kan epaard aan met de uitbreidin van de verunde euremissie, maar dat is niet noodzakelijkerwijs het eval. Door toepassin van moderne stalsystemen of luchtwassers is het ook moelijk om, binnen het verunde emissieniveau, uit te breiden. Afbeeldin. eeft een beeld van de eurruimte op basis van de verunde situatie. Er is rekenin ehouden met de verunde situatie van ararische bedrijven, de eurevoelie objecten (woninen)en de eldende eurnormen waaronder de afwijkende norm voor een aantal nieuwbouwprojecten. Afbeeldin. Indicatieve eurruimte in de emeente Nunspeet. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

32 Zichtbaar is dat in de kernen Elspeet en Nunspeet een eurruimte is. Daarnaast is er weini tot een eurruimte in de ararische enclave. Wel is er no eurruimte nabij het Veluwemeer. Uit deze kaart kan econcludeerd worden dat vanuit het aspect eurruimte uitbreidin in de enclave niet moelijk is, tenzij flink eïnvesteerd wordt in veraande emissiereducerende staltechnieken. Het is de vraa of een klein bedrijf deze rote investerin kan draen. Ontwikkelinsruimte ammoniak Ammoniak is onder andere afkomsti vanuit de landbouw en veehouderij. Op Afbeeldin. is de milieuruimte in kaart ebracht vanuit het interim-beleid van Gelderland: bij uitbreidin van een bedrijf ma de stikstofdepositie op N000-ebieden maximaal een 0,% van de kritische depositie toenemen. Daarboven is sprake van een sinificant effect en moet vanuit de Natuurbescherminswet naar alternatieven worden ezocht. De landelijke norm eeft niet aan wanneer depositie niet sinificant natief is. De kaart eeft de indicatieve ruimte op 0*0m ridcelniveau weer ten aanzien van de depositie van ammoniak. De kaart is ebaseerd op de hiervoor enoemde maximale bijdrae van 0.% van de kritische depositie van ammoniak op habitats in Natura 000 ebieden en eeft indicatief weer hoe root de emissie van ammoniak op een plek maximaal zou moen zijn om de rens van 0,% van de kritische depositie niet te overschrijden. De berekeninen zijn ebaseerd op een estandaardiseerde rekenmethode met het Aarostacks model en vertaald in een "omekeerde werkin". Uit de kaart blijkt dat de ruimte voor extra ammoniakemissie in de ararische enclave (rond Elspeet) minimaal is en dat er wat meer ruimte is lans het Veluwemeer. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

33 Afbeeldin. PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET Indicatieve milieuebruiksruimte vanuit ammoniak in de emeente Nunspeet.. ALTERNATIEF Bij een plan-mer is het ebruikelijk om de redelijkerwijs te beschouwen alternatieven in beeld te brenen (art..0 lid onderdeel b Wet milieubeheer). Redelijk is de extrapolatie van trendmatie ontwikkelinen in de markt voor de veehouderijsector. Daarom is in dit Plan-MER het alternatief ebaseerd op stoppers, roeiers en blijvers. Tabel. Modelmatie typerin intensieve veehouderijen. Stoppers, roeiers en blijvers Het toekomstperspectief voor bedrijven met een intensieve veehouderijtak is niet in beeld ebracht via een bedrijfsenquête. In overl met de emeente wordt de volende indelin ehanteerd: Ne Typerin Toekomstperspectief Tot ne Hobbymati en Parttimers Stopper tot 0 ne Realistisch bedrijf Blijver, roeier of stopper > 0 ne Volwaardi ararisch bedrijf Blijver of roeier Stoppers zijn kleine bedrijven met een of weini milieuebruiksruimte. Blijvers zijn volwaardie bedrijven met een of weini milieuebruiksruimte. Groeiers zijn volwaardie bedrijven met voldoende milieuebruiksruimte. De locaties, met een intensieve veehouderij tak van 0 NGE of meer, staat elijk aan één of meer volwaardie arbeidskracht(en). bron: kenetallen van CBS/LEI over bedrijfseconomische omvan B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

34 Wellicht zal het aantal roeiers beperkt zijn omdat bijna alle locaties in een evoeli ebied lien waarin de milieuebruiksruimte beperkt is. Voor de definitie van een evoeli ebied wordt zoveel moelijk aanesloten bij de criteria voor ontwikkellocaties (of sterlocaties) zoals beschreven in het Reconstructieplan Veluwe: 0 meter zone rond de voor verzurin evoelie ebieden (Wav-ebieden). 00 meter rondom de Natura 000 ebieden. 00 meter rond stank kernrandzones en verblijfsrecreatie. De extensiverinsebieden. Het milieueffect van de roeiers wordt modelmati berekend met de volende standaardbedrijven: Varkensbedrijf: 00 zeuen (circa 0 ne) esloten, voldoen aan Besluit huisvestin Mestkalveren: 00 mestkalveren (circa ne). Geen emissiewaarden in besluit huisvestin openomen. Melkvee: roei met 0%, opstallen met factor, (, k/dierplaats/ jr). Het aantal pluimveehouders is in het buitenebied van Nunspeet zeer beperkt en wordt niet modelmati uitewerkt. Mestkalveren vallen officieel niet onder het Besluit huisvestin. Er zijn à luchtwastechnieken bekend, maar deze kunnen niet als verplicht worden meenomen. Voor de moelijke roeiers is indicatief de milieuebruiksruimte ten aanzien van eur- en ammoniak bepaald voor individuele bedrijven. Voor eurhinder is de liin van het bedrijf ten opzichte van de voor eurhinder evoelie objecten bepalend. Voor ammoniak is uitaan van een maximale bijdrae van 0,% van de kritische van evoelie habitats in Natura 000 ebieden. Voor de alternatieven wordt in dit plan-mer erekend met de verunde situatie en verunde staltechnieken. Ook milieuebruiksruimte die wel und is, maar (no) niet ebruikt wordt, wordt daarbij meenomen. Reden is dat voor een plan-mer ezocht wordt naar een worstcase situatie. In Tabel. is de typerin van de roeiers, blijvers en stoppers (zie Tabel.) nader uitewerkt voor dit plan-mer. Tabel. eeft de randvoorwaarden aan voor stoppers, blijvers en roeiers in de emeente Nunspeet. Tabel. Catoriserin stoppers, blijvers en roeiers Kader Stoppers Blijvers Groeiers Aantal NGE < ne of -0 ne intensief >=0 ne intensief >=0 ne intensief én >0 ne aan uitbreidinsruimte - Wav Bedrijven in de Wav-zone Bedrijven in de Wav-zone Bedrijven buiten de Wav-zone - Natura 000 Bedrijven binnen 00 meter vanaf Natura 000-ebied Bedrijven binnen 00 meter vanaf Natura 000-ebied Bedrijven buiten de rens van 00 meter rond Natura 000- ebied - EHS Bedrijven binnen de brenzin EHS natuur Bedrijven buiten de EHS Bedrijven buiten de EHS B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

35 Ten aanzien van de roeiers in Nunspeet betekent dat bedrijven in aanmerkin komen. Daarvan hebben slechts nen bedrijven minimaal 0 ne uitbreidinsruimte. En van deze nen is één bedrijf al roter dan 00 zeuen esloten (zs) of 00 kalveren. ÉÉN ALTERNATIEF Alternatief intensieve veehouderij Op basis van eurhinderaspecten en normen voor ammoniakdepositie kunnen nen ararische bedrijven worden aanemerkt als roeier. Acht bedrijven kunnen worden aanemerkt als roeier met weini uitbreidinsruimte. De overie bedrijven in de emeente worden op dit moment ernsti beperkt in hun roeimoelijkheden door eurhinderaspecten en normen voor ammoniakdepositie. Vanuit landbouw bezien is het om die reden zinvol om één alternatief te onderzoeken waarin de maximale roeiruimte voor de landbouw wordt inevuld binnen de trendmatie ontwikkelin van deze sector. Naast ruimte voor landbouw wil de emeente Nunspeet in dit plan ook ruimte even aan natuur. Het is niet zinvol om daarvoor een apart alternatief te omschrijven en te onderzoeken. Afezien van het (landbouw) ebied ten noorden van Nunspeet is de milieuruimte in het planebied zo beperkt dat een onderscheid kan worden emaakt tussen een alternatief met intensieve veehouderij en een alternatief met maximale inzet natuur, recreatie en wonen. Het is dus oed moelijk om in een alternatief zowel de roeiers als de verwachte natuurontwikkelin mee te nemen. Voor de natuurontwikkelin wordt er daarbij vanuit aan dat binnen de planperiode een aanzienlijk deel van de ronden binnen EHS verwevin worden omezet naar EHS natuur. Dit deel wordt bepaald door de prioriteiten die in het natuurebiedsplan zijn even. In het alternatief zal ook worden inaan op de effecten van recreatie en wonen maar hierbij is van belan op te merken dat het plan een ontwikkelinen voor deze sectoren moelijk maakt. Naast het alternatief beoordeelt dit plan-mer het roeiscenario rundvee. In de volende pararafen worden het alternatief en het scenario nader toelicht... ALTERNATIEF INTENSIEVE VEEHOUDERIJ Op basis van de trendmatie ontwikkelinen en de beschikbare milieuruimte zijn de veehouderijbedrijven met milieuverunnin etypeerd als: roeier; roeier met weini uitbreidinsruimte; blijver; stopper en bedrijf zonder vleeskalveren, pluimvee of varkens. Nen bedrijven zijn aanemerkt als roeier (meer dan >0 ne-intensief aan uitbreidinsruimte) en bedrijven als roeier met weini uitbreidinsruimte. Deze bedrijven kunnen niet of nauwelijks roeien door bijvoorbeeld de nabijheid van eurevoelie objecten of door de eurhinder veroorzaakt door de buurman of doordat de 0,%-norm voor ammoniakdepositie op Natura 000 maar weini ruimte eeft. Het aantal roeiers is beperkt omdat 0% van de bedrijven kleiner is dan ne en omdat bijna alle locaties in een evoeli ebied lien waarin de milieuebruiksruimte beperkt is. Verder zijn er blijvers, ca stoppers en ca bedrijven zonder vleeskalveren/pluimvee/varkens. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

36 De bedrijfstyperin als resultaat van de analyse van het verunninenbestand, de beschikbare milieuruimte en de trendmatie ontwikkelin staat op kaart in bijlae. Door modelmatie herverdelin van vrijkomende productierechten van stoppers krijen de bedrijven met voldoende milieuruimte de extra productierechten. Dit wordt brensd door de beschikbare milieuruimte (eurnomen en 0,% norm voor ammoniakdepositie) en door een maximale bedrijfsomvan. Dat is 00 zeuen esloten voor een varkensbedrijf en 00 vleeskalveren voor een bedrijf met mestkalveren... GROEISCENARIO RUNDVEE Vanuit de Natuurbescherminswet is de ammoniakdepositie op de Natura 000-ebieden mede maatevend voor de milieuebruiksruimte in het buitenebied van Nunspeet. Daarom wordt voor het aspect ammoniak een scenario doorerekend naar ammoniakdepositie op Natura 000-ebieden vanuit de stalemissies bij rundveebedrijven. Uitanspunt is dat de bestaande melkveehouderijbedrijven met milieuruimte roeien met 0% van het aantal rundvee in de verunde situatie. Dit betreft bedrijven met melk- en overi rundvee en deze bedrijven lien niet in Natura 000, EHS-natuur of EHSverbindinszone. Aanezien zowel voor intensieve veehouderij als voor rundvee hetzelfde toetsinskader voor ammoniak van toepassin is, is ook in dit eval uitaan van maximaal 0,% roei ten opzichte van de kritische depositiewaarde.. REFERENTIESITUATIE Het alternatief en het scenario worden etoetst aan de hand van de referentiesituatie. In deze pararaaf treft u kort de alemene uitanspunten voor de referentiesituatie aan. In hoofdstuk wordt deze per aspect aanevuld tot de referentiesituatie voor het betreffende aspect. De referentiesituatie bestaat uit de huidie situatie (verunde veehouderijbestand) en de autonome ontwikkelin. In de autonome ontwikkelin voldoen alle bedrijven die blijven en roeien aan het Besluit huisvestin. De stoppers krijen een andere functie (wonen of bedrijviheid overeenkomst het beleid voor functieveranderin). De ammoniakdepositie op Natura 000 is het belanrijkste effect van het alternatief/scenario. Dit effect wordt vereleken met de huidie situatie omdat de Natuurbescherminswet dit voorschrijft. Daarom zal er per saldo wellicht sprake zijn van een afname aan ammoniakdepositie omdat in de komende planperiode alle bedrijven moeten voldoen aan het Besluit huisvestin. In de autonome situatie wordt ervan uitaan dat de ararische ronden die de in de verwevinsebieden (Hierdense poort etc.) lien voor oneveer 0% worden omezet naar natuur. In de referentiesituatie wordt tevens beschreven wat de kwalitatieve effecten zijn (of niet zijn) van het flexibel omaan met seizoensebonden en jaarrondexploitatie. Daarom zal er per saldo wellicht sprake zijn van een afname aan ammoniakdepositie omdat in de komende planperiode alle bedrijven moeten voldoen aan het Besluit huisvestin. Uitezonderd de kalverhouderij, aanezien deze sector niet is openomen in het Besluit Huisvestin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

37 HOOFDSTUK Effecten. INLEIDING Studiebied Het ebied waar het plan-mer betrekkin op heeft is het ebied dat valt binnen de renzen van het bestemminsplan voor het ararische buitenebied met uitzonderin van de spoorzone (zie ook Afbeeldin.). De effecten van de m.e.r.-plichtie activiteiten kunnen verder reiken dan dit planebied, dit is afhankelijk van het milieuaspect. De omvan van het onderzoeksebied verschilt daarom per milieuaspect. Eventuele afwijkinen komen aan bod in de beschrijvin van het betreffende aspect. Planhorizon Omdat het bestemminsplan een plantermijn kent van 0 jaar eldt voor het plan-mer de situatie anno 00 als planhorizon. Dit is tevens het referentiejaar. beoordelinsschaal De effectbeoordelin (kwalitatieve scores) wordt bepaald met expertbeoordelin op basis van de volende schaal: Tabel. Toelichtin effectscores. Score Toelichtin ++ zeer positief ten opzichte van de referentiesituatie + positief ten opzichte van de referentiesituatie 0/+ licht positief ten opzichte van de referentiesituatie 0 neutraal 0/- licht natief ten opzichte van de referentiesituatie - natief ten opzichte van de referentiesituatie - - sterk natief ten opzichte van de referentiesituatie Leeswijzer Onderstaande pararafen aan in op de verschillende aspecten die een rol spelen in de keuzen van de moelijke beleidsrichtinen voor de nieuw op te stellen structuurvisie. Per aspect is aaneven:. de methodiek: op welke wijze heeft de beoordelin plaatsevonden.. referentiesituatie: een thematische weerave van de referentiesituatie. De referentiesituatie is de huidie situatie en de autonome ontwikkelin samen;. de effecten per alternatief ten opzichte van de referentiesituatie.. moelijke mitiatie: indien de alternatieven leiden tot overschrijdinssituaties, zijn mitierende maatrelen beschreven.. leemten in kennis: elk aspect sluit af met de leemten in kennis en informatie en de betekenis die dit heeft voor de besluitvormin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

38 De intensieve veehouderij kenmerkt zich door een aantal prominente evolen voor de leefomevin en het milieu, die in het Plan-MER aan de orde zullen komen. Het betreft, min of meer in afnemende volorde van impact: Natuur en ammoniak. Natuur overi (o.a. verstorin). Geurhinder. Landschap & cultuurhistorie. Verkeer. Luchtkwaliteit. Archeoloie. Gezondheid.. NATUUR EN AMMONIAK (PASSENDE BEOORDELING) De eplande activiteiten vinden allen binnen de renzen van het ararisch buitenebied van Nunspeet plaats en buiten beschermde en waardevolle natuurebieden. Toch kunnen deze activiteiten invloed hebben op nabijelen natuurebieden. Het aat dan om effecten die over enie afstand merkbaar kunnen zijn, zoals luchtverontreiniin of eluidbelastin. Men spreekt dan over de externe werkin van activiteiten: activiteiten buiten het beschermde ebied, die de waarden binnen het beschermde ebied kunnen aantasten. Er bestaat een ruimtelijke rens voor externe werkin. Bepalend zijn de effecten op de natuurwaarden in de beschermde ebieden, oneacht de afstand tot deze ebieden. In het eval van het buitenebied van de emeente Nunspeet is vooral de ammoniakemissie relevant, waardoor de ammoniakdepositie binnen beschermde ebieden verandert. In de omevin van het planebied komen ebieden voor met twee verschillende bescherminsrimes: de Natura 000-ebieden en Beschermde Natuurmonumenten die beschermd worden middels de Natuurbescherminswet. ebieden die brensd zijn als Ecoloische Hoofdstructuur (EHS-ebieden). Deze ebieden worden planoloisch beschermd via het provinciale streekplan. Natura 000- ebieden en Beschermde Natuurmonumenten lien in het alemeen binnen de EHS. De effecten op beide typen ebieden, die dus deels ruimtelijk overlappen, worden hierna beschreven. De effectbeschrijvin op de Natura 000-ebieden is te beschouwen als een Passende Beoordelin in de zin van de Natuurbescherminswet... METHODIEK Bij de effectbeschrijvin wordt per scenario de ammoniakdepositie epresenteerd. Daartoe is per scenario een inschattin even van de verwachte emissies van ammoniak uit de stallen van veehouderijen in Nunspeet (toename/afname), op basis waarvan de ammoniakdepositie op natuurebieden is bepaald met een verspreidinsmodel. De kaarten voor het alternatief en het scenario zijn openomen in bijlae. Op die kaarten is de status van die natuurebieden aaneven: Natura 000, EHS-natuur, EHS-verwevin, wel of een kwetsbaar ebied in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij. Bij het beschrijven van effecten op Natura 000-ebieden is ebruik emaakt van de kritische depositiewaarden van de habitattypen binnen deze ebieden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

39 Deze waarde is edefinieerd als de rens waarboven het risico niet kan worden uitesloten dat de kwaliteit van het habitattype sinificant wordt aanetast als evol van de verzurende en/of vermestende invloed van de atmosferische stikstofdepositie (Van Dobben & Van Hinsber, 00 ). In de huidie situatie is echter de achterronddepositie, dat wil zen de depositie ten evole van de huidie luchtkwaliteit, ter plekke van een van de twee beschreven Natura 000-ebieden (Veluwe), al hoer dan de kritische depositiewaarde van dit ebied. Er is in het ebied dus al sprake van een overbelaste situatie ten aanzien van stikstof. De effectbeschrijvin spitst zich vooral toe op het effect op de instandhoudinsdoelen voor habitattypen, aanezien voor deze doelen een duidelijke, kwantitatief te onderbouwen, relatie aanwezi is met de hoeveelheid stikstofdepositie. De effecten van stikstofdepositie op habitatsoorten en voelrichtlijnsoorten zijn indirect. Deze effecten komen alleen kwalitatief aan de orde. Uitanspunt voor de referentiesituatie is dat 0% van de ronden wordt omezet in natuur. Specifiek voor de ronden in de Hierdense Poort is het echter reëel dat 0% van de ararische ronden wordt omezet in natuur... REFERENTIE In en nabij de emeente Nunspeet aat het om de volende Natura 000-ebieden: Veluwe (Voel- en Habitatrichtlijnebied). Veluwerandmeren (Voel- en Habitatrichtlijnebied). Daarnaast lien er binnen het Natura 000-ebied Veluwe twee Beschermde Natuurmonumenten: Mosterdveen. Leemputten. De brenzin van deze ebieden is te zien op de kaarten in bijlae. GEBIEDSBESCHRIJVING Natura 000-ebied Veluwe Met een oppervlakte van ruim.000 ha., is het Natura 000-ebied Veluwe veruit het rootste Habitatrichtlijnebied van Nederland. Het ebied bestaat overwend uit droe sen, droe en natte heide, vennen en stuifzanden. In de voorlaatste ijstijd, zo'n jaar eleden, duwden de ijslobben van het landijs enorme hoeveelheden door de rivieren aanevoerd zand en rond voor zich uit en opzij en vormden zo de stuwwallen. Hoewel de hooteverschillen sindsdien door wind en water zijn afevlakt, reiken de hooste delen van de Veluwe tot ruim 00 m boven NAP. Tot 00 was de Noord-Veluwe één uitestrekt stuifzandebied. Tenwoordi is er in totaal no.00 ha. stuifzand op de Veluwe aanwezi. Plaatselijk komen natte (o.a. Leemputten bij Staverden) of droe (o.a. Harskamp) heischrale raslanden, jeneverbesstruwelen, vennen, natte heide en hooveenkernen (Mosterdveen) voor. In het beekdal van de Hierdense en Staverdense Beek worden schraalraslanden aanetroffen. Lans de randen van de Veluwe ontsprinen de (sprenen)beken, waar beekvetaties en zeer plaatselijk bronsen voorkomen. Dobben, H.F. van, Hinsber, A. van (00) Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toepast op habitattypen en Natura 000-ebieden. Alterra en Milieu- en Natuurplanbureau. Alterrarapport. Waeninen B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

40 Tabel. Aanewezen habitattypen voor Natura 000-ebied Veluwe met evoeliheid voor stikstof (bron ministerie van LNV en Van Dobben & Van Hinsber, 00) In Tabel. zijn de kwalificerende habitattypen uit het Natura 000-ebied Veluwe weereven. In deze tabel staan tevens de kritische depositiewaarden van de betreffende habitattypen. Kritische depositie Gevoeliheid Code Habitattype mol N/ha/jr k N/ha/jr H0 Stuifzandheiden met struikhei 00 Zeer evoeli H0 Binnenlandse 00 Zeer evoeli kraaiheibroeiinen H0 Zandverstuivinen 0 0, Zeer evoeli H0 Zwakebufferde vennen 0, Zeer evoeli H0 Zure vennen 0, Zeer evoeli H0A ) Beken en rivieren met > 00 > Minder/niet evoeli waterplanten H00A Vochtie heiden 00 Zeer evoeli H00 Droe heiden 00 Zeer evoeli H0 Jeneverbesstruwelen 0 0, evoeli H0 Heischrale raslanden 0, Zeer evoeli H0 ) Blauwraslanden 00 Zeer evoeli H0B ) Actieve hoovenen 00 Zeer evoeli H0 Pioniervetaties met 00 Gevoeli snavelbiezen H0 Beuken-eikensen met hulst 00 0 Gevoeli H0A ) Eiken-haabeukensen 00 0 Gevoeli H0 Oude eikensen 00 Zeer evoeli HE0 Vochtie alluviale sen 0, Minder/niet evoeli ) LNV heeft vooresteld deze habitats toe te voen aan de lijst. Natura 000-ebied Veluwerandmeren GEBIEDSBESCHRIJVING De Veluwerandmeren ontstonden bij de droolin van de polders van Flevoland vanaf. Ze betreffen de ondiepe zoetwatermeren Drontermeer, Veluwemeer en Wolderwijd/Nuldernauw die emiddeld ruim een meter en op sommie plekken tot meter diep zijn. Het ebied heeft een slecht ontwikkelde land-water overan in verband met een efixeerd, tennatuurlijk waterpeil. De Gelderse oever is rotendeels broeid met een smalle rietkraa. Alleen bij Elbur lit een rietmoeras (Korte Waarden) dat relatief root is voor de randmeren. In de 0-er jaren zijn op de Gelderse oevers een aantal nieuwe moerasebieden aaneld. In 000 is estart met de aanl van een aantal eilanden tussen het Harderbroek in Flevoland en de Hierdense beek in Gelderland (bron: www. minlnv.nl). Tabel. Aanewezen habitattypen voor Kritische depositie Gevoeliheid Code Habitattype mol N/ha/jr k N/ha/jr Natura 000-ebied H0 Kranswierwateren > 00 > Minder/niet evoeli Veluwerandmeren met H0 Meren met krabbenscheer > 00 > Minder/niet evoeli evoeliheid voor stikstof (bron ministerie van LNV en Van Dobben & Van Hinsber, 00) B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

41 Beschermd Natuurmonument Mosterdveen Het Mosterdveen is een waardevol ebiedje van oneveer ha. root dat lit binnen de emeente Nunspeet, circa km ten noorden van het dorp Vierhouten. Het ebied bestaat uit een complex van emeenschappen van stuifzanden en, natte en droe heide, vennen en kleine, maar oed ontwikkelde hooveenkernen, die evoed worden door rondwater. Alle voor stikstof evoelie waarden in dit ebied worden beschreven in de instandhoudinsdoelen van het Natura 000-ebied Veluwe, waar dit ebied onderdeel van uitmaakt. Beoordelin van eventuele effecten op dit ebied ebeurt daarom al bij de effectbeoordelin op het Natura 000-ebied Veluwe. Om dubbeltellin van effecten te voorkomen, zal voor dit beschermde natuurmonument een aparte toetsin plaatsvinden. Beschermd Natuurmonument Leemputten Het bovenstaande eldt ook voor het andere Beschermde Natuurmonument in de omevin van Nunspeet, net buiten de emeentrens elen bij Staverden. Dit ebied is een voedselarm heidebied, met vochtie en droe heide, heischraal rasland en voedselarme heidevennen. De effecten op deze waarden worden beoordeeld bij de toetsin aan de instandhoudinsdoelen van het Natura 000-ebied Veluwe, waar dit ebied onderdeel van uitmaakt. Een aparte toetsin aan de waarden van dit ebied is daarmee overbodi. Ammoniakdepositie op Natura 000-ebieden De stikstofdepositie in de Gelderse Natura 000-ebieden en Beschermde Natuurmonumenten bedraat emiddeld. mol N ha- jr- (peiljaar 00). Deze wordt voor 0% overheerst door de achterronddepositie. De achterronddepositie bestaat uit de NH depositie ten evole van de bronnen buiten de 0 km. zone rondom de natuurebieden en alle niet landbouwbronnen en alle NO X bronnen binnen en buiten Gelderland. Deze achterronddepositie bedraat emiddeld.0 mol N ha- jr- ofwel 0% van de totale depositie. Het resterende deel, 0% wordt bepaald door de ammoniakemissie vanuit de landbouw in de 0 km zone rondom de Natura 000-ebieden en Beschermde Natuurmonumenten. Van de totale ammoniakdepositie vanuit de 0 km zone ( N ha- jr- mol) is circa de helft afkomsti van stal- en opslaemissie van intensieve veehouderijen, / van stal- en opslaemissies van rondebonden landbouw en / van aanwendinen en beweidinsemissies. Per ebied kan deze verdelin sterk verschillen afhankelijk van de rootte van het natuurebied en het aantal en type bedrijven, dat voorkomt in de 0 km zone. Afbeeldin. illustreert dat een root deel van het buitenebied van Nunspeet in een Natura 000- en/of EHS-ebied lit. Bron: Alterra, Ammoniakemissie en -depositie in en rondom de Natura 000-ebieden en beschermde natuurebieden in de provincie Gelderland, eindconcept januari 00 B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

42 Afbeeldin. Natuurebieden in het planebied.. EFFECTEN Natura 000-ebieden Zoals te zien is in Tabel., zijn de habitattypen in de Veluwerandmeren niet evoeli voor stikstofdepositie. Veranderinen van ammoniakemissie die moelijk worden emaakt door het bestemminsplan buitenebied hebben daarom op dit Natura 000-ebied een invloed. Daarmee leidt zowel het alternatief als het roeiscenario, als evol van ammoniakdepositie, niet tot (sinificant) natieve effecten op het Natura 000-ebied Veluwerandmeren. De Veluwe daarenten is wel evoeli voor stikstofdepositie. Een root aantal habitattypen in dit ebied is zelfs zeer evoeli (zie Afbeeldin.) Gezien de rootte van het Natura 000-ebied Veluwe en de nabije liin is de stikstofdepositie berekend per habitattype. De tabel met berekeninen per scenario is weereven in bijlae. In deze tabel is te zien dat voor alle habitattypen eldt dat de stikstofdepositie in het alternatief intensieve veehouderij aanzienlijk laer is dan in de huidie situatie. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door het Besluit huisvestin, zoals te zien is aan de dalin in de referentiesituatie, ten opzichte van de huidie situatie. Voor een belanrijk deel echter is deze dalin het evol van ontwikkelinen in de roeiers, blijvers en stoppers van het alternatief intensieve veehouderij. Verder is te zien dat slechts een klein deel van de totale depositie (maximaal %) op de Veluwe-habitattypen veroorzaakt wordt door rundvee. In het scenario waarbij het rundvee met 0% roeit, blijft de stikstofdepositie oneveer op het huidie niveau. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

43 Aanezien er een sprake is van natieve effecten op habitattypen als evol van ammoniakdepositie, zullen er zeker ook een natieve effecten optreden op habitatsoorten en voelrichtlijnsoorten, waarvoor de Natura 000-ebieden Veluwe en Veluwerandmeren zijn aanewezen. Het effect op soorten verloopt immers indirect via effecten op vetatie. Als die niet optreden, zullen zich ook een natieve effecten op soorten voordoen. Concluderend leveren het alternatief intensieve veehouderij en het roeiscenario rundvee een sinificant natief effect op voor het Natura 000-ebied Veluwe als evol van ammoniakdepositie. EHS-ebieden Het overrote deel van het EHS-ebied rond en in de emeente Nunspeet maakt onderdeel uit van het Natura 000-ebied Veluwe. Het effect op de voor stikstofdepositie evoelie delen van dit ebied is hierboven beschreven. Voor het EHS-ebied eldt dus ook dat het alternatief intensieve veehouderij een toename van stikstofdepositie veroorzaakt ten opzichte van de huidie situatie. Ook ten opzichte van de referentiesituatie laat dit alternatief een verdere dalin van de stikstofdepositie zien op de voor stikstof evoelie delen van EHS- en Natura 000-ebied. Een uitzonderin hierop is het scenario rundvee met 0% roei. Dit scenario veroorzaakt een iets hoere depositie dan in de referentiesituatie. De hoeveelheid is echter laer dan de huidie situatie. Mitierende en compenserende maatrelen Aanezien er een sprake is van natieve effecten, zijn mitierende en compenserende maatrelen niet aan de orde. Leemten in kennis en informatie Er zijn een leemten in kennis econstateerd, die de besluitvormin kunnen beïnvloeden... CONCLUSIE Tabel. eeft de score weer voor de effecten van ammoniak, met alleen in dit specifieke eval het roeiscenario rundvee 0%. De veranderinen in stikstofemissie en depositie, veroorzaakt door het alternatief en het roeiscenario, hebben een sinificant effect op Natura 000-ebieden, noch op beschermde Natuurmonumenten en EHS-ebieden. Tabel. Effectbeoordelin natuur en ammoniak Aspect Referentie Intensieve veehouderij Groeiscenario rundvee 0% Natuur en ammoniak Depositie stikstof 0 0/+ 0 natura 000-ebieden Depositie stikstof EHSebieden 0 0/+ 0 Score:++=zeer positief; +=positief; 0/+=licht positief; 0=neutraal; 0/-= licht natief; -=natief; - - =zeer natief. OVERIGE EFFECTEN OP NATUUR Behalve ammoniakdepositie zijn meer ontwikkelinen die het bestemminsplan moelijk maakt en die moelijk natieve effecten uitoefenen op natuur. Dit zijn: Moelijke verdroin van beschermde ebieden door ararische rondwaterwinninen. Moelijke aantastin van beschermde soorten door sloop- of bouwwerkzaamheden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

44 Moelijke verstorin door recreatie en toerisme. In onderstaande pararafen worden deze effecten besproken en beoordeeld. De effectbeschrijvin op de Natura 000-ebieden is te beschouwen als een Passende Beoordelin in de zin van de Natuurbescherminswet... METHODIEK Het beoordelinkader voor de overie effecten op natuur is ericht op drie criteria: invloed van verdroin op beschermde ebieden, invloed van bouwactiviteiten op beschermde soorten en invloed van recreatie en toerisme. Invloed van verdroin op beschermde ebieden Om te bepalen of er moelijk sprake is van verdroin van beschermde ebieden is naaan of er voor verdroin evoelie natuurwaarden in de nabijheid lien van de ararische winninen. Beoordeeld is of er sprake kan zijn van een natief effect. Waar de effectbeschrijvin zich richt op de Natura 000-ebieden, maakt deze onderdeel uit van de passende beoordelin. Invloed van bouwactiviteiten op beschermde soorten Beoordeeld is of het plan evolen kan hebben voor in het kader van de Flora- en faunawet beschermde soorten. Invloed van recreatie en toerisme Jaarronde recreatie op bestaande natuurterreinen was al moelijk, maar met het nieuwe bestemminsplan ma een bedrijf zelf kiezen welke type recreatie wordt toepast. Om te bepalen in hoeverre dit invloed heeft op natuurebieden en soorten, is naaan welke effecten jaarronde recreatie kan hebben. Waar de effectbeschrijvin zich richt op de Natura 000-ebieden, maakt deze onderdeel uit van de passende beoordelin... REFERENTIE Verdroin Het is waarschijnlijk dat zich in de huidie situatie een aantal ararische bedrijven in het planebied bevinden die rondwater onttrekken voor hun bedrijfsvoerin. In het alemeen eldt voor derelijke onttrekkinen dat ze dermate diffuus en erin van aard zijn dat er een sterke verdroende werkin vanuit aat. Bouwactiviteiten en beschermde soorten Bij het uitvoeren van ruimtelijke activiteiten, zoals het slopen of bouwen van bedrijven of woninen, bestaat een kans dat beschermde soorten worden aanetast. In het planebied komen, ook in de nabijheid van ebouwen, naar alle waarschijnlijkheid beschermde soorten voor, zoals vleermuizen en broedvoels. In derelijke evallen dient men zich te houden aan de bepalinen uit de Flora- en faunawet, waarvan de belanrijkste in onderstaand kader openomen zijn. Nota van Uitanspunten, 00. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

45 Artikel : Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadien, te ontwortelen of op enierlei andere wijze van hun roeiplaats te verwijderen. Artikel : Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vanen, te bemachtien of met het oo daarop op te sporen. Artikel 0: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel : Het is verboden nesten, holen of andere voortplantins- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadien, te vernielen, uit te halen, w te nemen of te verstoren. Artikel : Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadien of te vernielen. Artikel : Het is verboden planten of producten van planten, of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot een beschermde inheemse of beschermde uitheemse plantensoort onderscheidenlijk een beschermde inheemse of beschermde uitheemse diersoort,, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, te ebruiken voor commercieel ewin,, binnen of buiten het rondebied van Nederland te brenen of onder zich te hebben. Invloed recreatie en toerisme op beschermde ebieden De natuurebieden in de emeente Nunspeet worden ebruikt voor verschillende vormen van recreatie. Op dit moment zijn er in de emeente Nunspeet oneveer zeventi kampeeren bunalowterreinen aanwezi, variërend in rootte. Op deze terreinen is jaarrond recreatie moelijk, maar op de recreatieterreinen ma het type accommodatie niet zomaar veranderen. Recente wijziinen in het beleid rond openluchtrecreatie hebben ervoor ezord dat kamperen voortaan verankerd dient te zijn in bestemminsplannen als rulerinsmaatrel. Daarnaast wil de emeente in het no vast te stellen beleid opnemen dat bedrijven zelf het type accommodatie moen kiezen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld tentplaatsen worden omewisseld voor stacaravans of kampeerplaatsen. Rondom bestaande recreatieterreinen is in de referentiesituatie verstorin waarneembaar. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

46 Voor wat betreft recreatie worden er in het bestemminsplan Buitenebied een uitbreidinen van recreatieterreinen meenomen. Er zijn wel een aantal terreinen waarvoor via een afzonderlijke planprocedure tot uitbreidin wordt ekomen. Deze uitbreidinen worden edaan als uitwerkin van het de streekplanuitwerkin Groei en krimp. Voor de vollediheid van het plan-mer wordt hieronder inaan op deze uitbreidinen. Op september 000 hebben Gedeputeerde Staten deze streekplanuitwerkin vastesteld. Het doel van de uitwerkin is tweeledi. Enerzijds krijen bepaalde recreatiebedrijven hierdoor de kans uit te breiden en een kwaliteitssla te maken. Anderzijds worden recreatiebedrijven, die uit oopunt van natuurbehoud onewenst zijn, (edeeltelijk) ontmanteld en worden terreinen aan de natuur terueven. In Nunspeet zijn recreatiebedrijven betrokken bij het roei-krimp-beleid. Het betreft in de eerste plaats De Vossenber in Nunspeet, de Tol in Nunspeet en de Plae in Vierhouten waar medewerkin aan een roeiplan is toezd door de Gedeputeerde Staten van Gelderland. Voor een deel van de Stakenber in Elspeet en Achter Saxenheim in Vierhouten eldt het krimp scenario. De plannen zijn etoetst aan de aspecten recreatie en natuur en hiervoor is een plan-mer en Toets Natura000 uitevoerd door ARCADIS (d.d. mei 00). Uit de onderzoeken blijkt dat er een sinificant natieve effecten op het Natura 000 ebied Veluwe aanwezi zijn... EFFECTEN Verdroin Door de verschuivin van ararische bedrijviheid die het bestemminsplan buitenebied moelijk maakt, kunnen ook de ararische rondwaterwinninen die hiermee samenhanen in liin en omvan veranderen. Het effect hiervan op Natura 000 kan op voorhand echter als niet sinificant worden beschouwd. Hiervoor zijn twee arumenten aan te voeren:. Gezien de erine rootte van de ararische rondwaterwinninen en de mate waarin ze verspreid (blijven) lien over het ehele buitenebied zullen erine wijziinen hierin niet merkbaar zijn binnen de Natura 000-ebieden.. In de omevin van het ebied met ararische ontwikkelinen bevinden zich een rondwaterafhankelijke habitattypen. De habitattypen in de Veluwerandmeren zijn ebonden aan oppervlaktewater. De nabijelen habitattypen in de Veluwe zijn stuifzanden en droe heide en een klein oppervlak oude eikensen. Concluderend kan esteld worden dat verdroin door wijziinen in ararische rondwateronttrekkinen in Natura 000-ebied niet optreedt, waardoor een (sinificant) natieve effecten optreden. Voor verdroin van EHS-ebied eldt hetzelfde, aanezien de EHS in en rond het planebied vrijwel eheel samenvalt met Natura 000, zowel in ruimtelijke zin als wat de wezenlijke kenmerken en waarden betreft. Bouwactiviteiten en beschermde soorten Als op de bouwblokken/zones voor her- en nieuwvestiin van bedrijven bijzondere of beschermde planten- of diersoorten voorkomen, kunnen natieve effecten optreden. Ondanks het huidie intensieve ararische ebruik en het feit dat bermen, slootkanten en (erf)beplantin bij de inrichtin van de bouwblokken zoveel moelijk espaard blijven, kan dit aan de orde zijn. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

47 Uiteraard zullen bij sloop- of bouwwerkzaamheden de bepalinen van de Flora- en Faunawet in acht enomen worden. De eventuele natieve effecten zullen hiermee eminimaliseerd worden. Speciale aandacht behoeven activiteiten waarbij bomen ekapt, sloten edempt of bouwwerken esloopt worden. De exacte locatie waar derelijke activiteiten binnen het planebied plaats zullen vinden, is in de huidie fase van de planvormin onbekend. Deze informatie is echter noodzakelijk om de effecten op soorten te kunnen bepalen. Wetevin en de komende planvorminsprocedures aranderen echter dat hier in een later fase wel onderzoek naar edaan zal worden (zie ook omaan met leemten in kennis). Invloed recreatie en toerisme op Natura 000 Het nieuwe bestemminsplan biedt de moelijkheid voor bedrijven in de toeristischrecreatieve sector om zelf het type accommodatie te kiezen. Daarmee zijn er meer moelijkheden voor recreatie en toerisme, waardoor de recreatiedruk licht zal toenemen. De vrijheid om te kiezen tussen verschillende soorten kampeermiddelen heeft een evolen voor de recreatiedruk op de omliende natuurebieden, omdat:. Er meer stacaravans komen op vaste plaatsen ten koste van een deel van het toeristisch kamperen.. Het aantal overnachtinplaatsen voor natuurkamperen elijk blijft.. De jaarrondexploitatie van recreatiebedrijven nu ook al moelijk is. Daarnaast is de verwachtin dat de pieken in de meivakantie en het hoo- en laaseizoen blijven lien. In deze perioden is de recreatiedruk in de huidie situatie al hoo, waardoor een extra effecten worden verwacht. Aanezien er in de huidie situatie ook al sprake is van jaarrondexploitatie zullen eventuele effecten door jaarronde recreatie minimaal zijn (zie vorie pararaaf). Bovendien wordt de recreatieve invloed al beperkt door de natuureffectboekhoudin, welke is opesteld in het kader van het project Groei & Krimp. Deze beleidslijn heeft als uitanspunt dat de totale verstorin door verblijfsrecreatie in het Natura 000-ebied Veluwe minimaal hetzelfde blijft en waar moelijk vermindert. De recreatieve ontwikkelinen in Nunspeet voldoen hieraan, zodat ze per definitie een sinificant natieve effecten hebben op het Natura 000-ebied Veluwe en de EHS die rotendeels met dit ebied samenvalt. Voor het beoordelen van effecten op het Natura 000-ebied Veluwerandmeren kan worden volstaan met aan te sluiten op de conclusie dat de vrijheid om te kiezen tussen verschillende soorten kampeermiddelen een evolen heeft voor de recreatiedruk op de omliende natuurebieden. Mitierende en compenserende maatrelen Indien een natief effect optreedt op bijzondere en/of beschermde soorten, zullen verzachtende natuurtechnische maatrelen enomen worden. Hierbij valt te denken aan ver- of teruplaatsin van de zode, slootkanten en (erf)beplantin. Ook zal bij sloop- of bouwwerkzaamheden rekenin worden ehouden met kwetsbare periodes van beschermde soorten. Daarnaast is de enoemde zonerin in natuurebied een effectief middel om eventuele verstorin door recreatie in minder evoelie delen van het ebied te projecteren, zodat evoeliere ebiedsdelen ontzien kunnen worden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

48 ACTUELE EN GERICHTE INVENTARISATIE BIJ BESLUIT-MER Leemten in kennis en informatie Er is een inventarisatie uitevoerd naar het voorkomen van bijzondere en/of beschermde soorten in het planebied. Op basis van het intensieve landbouwkundi ebruik en de erine aanweziheid van slootkanten, bermen en (erf)beplantinen wordt verwacht dat deze soorten weini voorkomen ter plaatse van de bouwblokken/zones voor her- en nieuwvestiin. Deze verwachtin dient te worden everifieerd in het kader van de m.e.r.- procedures voor de Wm verunnin (Besluit-MER) voor de afzonderlijke her en nieuw te vestien IV-bedrijven, die edurende de looptijd van het bestemminsplan zullen worden doorlopen. Bij deze vervol m.e.r.-procedure dient op inrichtinsniveau (bouwblok) een inventarisatie te worden emaakt van de eventueel voorkomende soorten. Het voordeel daarvan is dat de effecten kunnen worden bepaald op basis van een erichte en actuele inventarisatie van soorten. Ook voor niet MER-plichtie activiteiten is deze informatie nodi om te kunnen beoordelen of ontheffinsaanvraen in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk zijn. Voor dit plan-mer is, ezien het bovenstaande, een sprake van een kennisleemte die de oordeels- en besluitvormin beïnvloeden... CONCLUSIE In Tabel. zijn de overie effecten op natuur weereven. Voor zowel verdroin als bouwactiviteiten zijn de effecten neutraal beoordeeld. In pararaaf.. is kwalitatief beschreven dat recreatie en toerisme een effect hebben op de Natura 000-ebieden. Tabel. Effectbeoordelin verie effecten op natuur Aspect Referentie Intensieve veehouderij Overie effecten op natuur Verdroin 0 0 Bouwactiviteiten en beschermde soorten 0 0 Score:++=zeer positief; +=positief; 0/+=licht positief; 0=neutraal; 0/-= licht natief; -=natief; - - =zeer natief. GEURHINDER Het studiebied betreft het buitenebied van de emeente Nunspeet. Alleen de eurevoelie objecten binnen de emeente Nunspeet zijn meenomen in de berekeninen... METHODIEK De alternatieven zijn ontwikkeld binnen de beschikbare eurruimte op basis van de individueel verunde rechten en de eurnormen uit de Wet eurhinder veehouderij (zie pararaaf..). De indicatieve achterrondbelastin op eurevoelie objecten is modelmati berekend in odour units (OU E ) voor het scenario. Het scenario voor rundveehouderijbedrijven (scenario ammoniak) is hierin niet meenomen. De Wet eurhinder veehouderij schrijft immers vaste afstandsnormen voor melkrundvee, oneacht de omvan van het bedrijf. Criteria waarop etoetst wordt zijn: Leefklimaat binnen de bebouwde kom ( OU E /m ). Leefklimaat buiten de bebouwde kom ( OU E /m ). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

49 De berekenin is uitevoerd met een door ARCADIS ontwikkelde GIS-applicatie op basis van het computerproramma V-stacks ebied 0. Het rekenwerk is ebaseerd op het verunninenbestand van de emeente Nunspeet (peiljaar juni 00) en de eisen voor stalemissies op rond van het Besluit huisvestin. Vervolens is het leefklimaat beoordeeld in aantal eurevoelie objecten (woninen) per catorie aan achterrondbelastin en kans op eurhinder in overeenstemmin met Tabel.0. De effectscores zijn bepaald op basis van expertbeoordelin. Tabel.0 Milieukwaliteitscriteria voor eurhinder (bron: GGD- Richtlijn eurhinder; oktober 00) Achterrondbelastin Kans op eurhinder Beoordelin leefklimaat 0-.0 <% Zeer oed % Goed Redelijk oed Mati Tamelijk slecht Slecht Zeer slecht >0. >% Extreem slecht Het leefklimaat binnen en buiten de bebouwde kom is in absolute en relatieve etallen weereven en beoordeeld. In de bijbehorende tabellen (Tabel. en Tabel.) worden aantallen eurevoelie objecten weereven. Dit is eveneens in procenten weereven en daarmee in absolute zin verelijkbaar. Voor een indicatie van het alemene leefklimaat zijn kaarten opesteld die de verschillen ten opzichte van de referentiesituatie laten zien (zie bijlae ). De beoordelin voor eur is middels een kwalitatieve beoordelin op basis van expert judement opesteld... REFERENTIE Afbeeldin. en Afbeeldin.0 even de huidie situatie en de referentiesituatie voor het leefklimaat weer. Deze kaarten zijn ook weereven in bijlae. 0 Het computerproramma V-stacks ebied wordt vooreschreven door de Wet eurhinder veehouderij en is bedoeld om de achterrondbelastin voor eur te berekenen voor het onderbouwen van een emeentelijke eurverordenin. Dit model is niet bruikbaar voor individuele veehouderijen B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

50 Afbeeldin. Beoordelin leefklimaat op basis van de indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder in de huidie situatie. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

51 Afbeeldin.0 PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET Beoordelin leefklimaat op basis van de indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder in de referentiesituatie t.o.v. de huidie situatie Zichtbaar is dat het rootste deel van het planebied als redelijk oed tot zeer oed is beoordeeld. Rondom de rotere bedrijven valt op dat het leefklimaat als slecht is beoordeeld. Voor de huidie situatie is de eursituatie absoluut weereven. Voor de referentiesituatie is de eursituatie epresenteerd als verschil met de huidie situatie. De referentiesituatie is de huidie situatie waarbij alle bedrijven voldoen aan het Besluit huisvestin in de komende planperiode. Uit de referentiesituatie is op te maken dat in het hele planebied de indicatieve achterrondbelastin afneemt... EFFECTEN Tabel. eeft de effectbeoordelin van het alternatief weer. De toelichtin volt onder de tabel. Dit is de uitkomst van de twee classificaties van Tabel. en Tabel. Tabel. Effectbeoordelin Geurhinder Aspect Referentie Alternatief Binnen de bebouwde kom 0 0/+ (aantal eurevoelie objecten) Buiten de bebouwde kom (aantal eurevoelie objecten) 0 0/+ B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

52 Afbeeldin. Verschil in indicatieve achterrondbelastin t.a.v. eurhinder: alternatief intensieve veehouderij t.o.v. de referentiesituatie. PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET Afbeeldin. laat zien dat in het alternatief intensieve veehouderij ten westen van Elspeet en ten oosten van Hierden de indicatieve achterrondbelastin afneemt. Ten noordwesten van Nunspeet is juist een toename waarneembaar. Dit is te verklaren door de nen roeiers die daar modelmati aanewezen zijn. De invloed van deze verschuivin op eurevoelie objecten (woninen) is weereven in Tabel. en Tabel.. EFFECTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM Tabel. toont voor de indicatieve achterrondbelastin aan dat binnen de bebouwde kom het alternatief intensieve veehouderij in alle opzichten verbetert ten opzichte van de referentiesituatie. In de catorie tamelijk slecht en mati zijn er in het alternatief een eurevoelie objecten meer die binnen die catorieën vallen. Het aandeel in de catorie zeer oed verschuift van % naar %. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

53 Tabel. Classificatie leefmilieu binnen bebouwde kom Binnen (toekomstie) bebouwde kom Classificatie leefmilieu op basis van de indicatieve achterrondbelastin t.a.v. eurhinder Huidie situatie % Referentie % Intensieve veehouderij % zeer oed 0 oed 0 redelijk oed 0 mati tamelijk slecht Totaal EFFECTEN BUITEN DE BEBOUWDE KOM Tabel. laat voor de indicatieve achterrondbelastin zien dat buiten de bebouwde kom het alternatief intensieve veehouderij in voornamelijk verbetert ten opzichte van de referentiesituatie. In de catorie zeer slecht aat het aantal eurevoelie objecten van naar. De catorieën oed en zeer oed stijen respectievelijk met % en %. Tabel. Classificatie leefmilieu buiten bebouwde kom buiten bebouwde kom Classificatie leefmilieu op basis van de indicatieve achterrondbelastin t.a.v. eurhinder huidie situatie % Referentie % Intensieve veehouderij % zeer oed oed 0 redelijk oed 0 mati 0 tamelijk slecht slecht zeer slecht Totaal Het alternatief intensieve veehouderij laat voor zowel binnen als buiten de bebouwde kom een lichte vooruitan zien in het leefklimaat. Dit is te verklaren doordat verschillende stoppers nabij eurevoelie objecten elen zijn. De nen roeiers zijn daarenten bewust eplaatst in een ebied met voldoende milieuruimte. Gezien de lichte vooruitan is het alternatief licht positief (0/+) beoordeeld. Mitierende en compenserende maatrelen Een mitierende maatrel zou kunnen zijn het afdwinen van verderaande emissiebeperkende maatrelen dan wettelijk vereist volens het Besluit huisvestin en de IPPC-richtlijn voor rote bedrijven. Leemten in kennis en informatie Er zijn een leemten econstateerd die van invloed zijn op de besluitvormin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

54 .. CONCLUSIE In het buitenebied neemt de indicatieve achterrondbelastin voor eurhinder ten westen van Elspeet en ten oosten van Hierden af. Ten noordwesten van Nunspeet neemt de indicatieve eurbelastin licht toe. Voor zowel binnen als buiten de bebouwde kom is de eursituatie in het alternatief intensieve veehouderij beter ten opzichte van de referentiesituatie, doordat de roeiers in een ebied met voldoende milieuruimte eplaatst zijn, en de stoppers zoren voor een verbeterin van de luchtkwaliteit in de buurt van eurevoelie objecten. Gezien de lichte vooruitan is het alternatief licht positief (0/+) beoordeeld.. LANDSCHAP & CULTUURHISTORIE.. METHODIEK Het alternatief heeft betrekkin op de roei van de intensieve veehouderij door uitbreidin van bestaande bedrijven. In ruimtelijke zin betekent dit dat bij bestaande bedrijven nieuwe, rootschalie bedrijfsbebouwin toevod wordt aan het boerderijerf. Derelijke uitbreidin en toename van bebouwin is in de emeente Nunspeet alleen moelijk in een deel van het ararisch ebied tussen de rand van de Veluwe, waarop Hulshorst en Nunspeet lien, en het Veluwemeer. Omdat niet bepaald is waar binnen deze zone exact uitbreidin plaatsvindt, is meer alemeen bezien wat de effecten van rootschalie ararische bebouwin hier zouden kunnen zijn. Een aantal landschappelijke en cultuurhistorische aspecten is niet afzonderlijk beoordeeld, omdat ezien de kenmerken van het studiebied en/of de aard van de te toetsen inreep redelijkerwijs een wezenlijke beïnvloedin verwacht hoeft te worden. Dit eldt voor moelijke effecten op bodemkundie patronen of elementen omdat uitbreidin van ararische bebouwin slechts over zeer beperkte oppervlaktes invloed heeft op de bodemkundie opbouw. Tevens eldt dit voor de hoofdpatronen in het landschap; de aard en omvan van uitbreidin is zodani dat karakteristieken van het landschap op een hoo schaalniveau niet onder invloed hiervan staan. De beïnvloedin van landschappelijke patronen of elementen en de fysieke aantastin landschappelijke objecten en elementen wordt behandeld onder de invloed van de alternatieven op de karakteristiek van de diverse ebieden. Het cultuurhistorische aspect archeoloie is afzonderlijk behandeld in pararaaf.... REFERENTIE De Veluwe is aanewezen als provinciaal waardevol landschap en Nationaal landschap. De emeente Nunspeet maakt deel uit van de zandlandschappen. Naar visueel-ruimtelijk karakter en ontinninstype is het landschap te onderscheiden naar: Kampenlandschap met oud bouwlanden en jonere broekontinninen tussen de Veluwe en het Veluwemeer en binnen de enclave van Elspeet. Boslandschap op de stuwwal van de Veluwe. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

55 Zoals boven al aaneven is voor dit plan-mer alleen het eerste ebied relevant. Kampenlandschap Het Kampenlandschap is een kleinschali ararisch ebied dat door individuele ontinninen vanaf de hoer elen dekzandruen in cultuur enomen is. Deze dekzandru is aanemerkt als GEA-object onder de naam "Wessine" en heeft een totale lente van kilometer. Een deel van zijn hoe liin ten opzichte van de omevin dankt de ru aan een esdek als evol van potstalbemestin. De ru wordt etypeerd als een van de mooiste voorbeelden van een lanerekt dekzandsysteem in het Veluwerandebied. Hiermee kan in combinatie met de aafheid, de zichtbaarheid en de sterke relatie met de omevin esteld worden dat deze ru landschappelijk van bijzonder rote betekenis is."hooteverschillen als evol van de natuurlijke vormin en menselijke inrepen in de vorm van individuele plaenlandbouw zijn no steeds aanwezi. Op de overan van het Veluwemassief naar de laere zandronden en op de hoere ruetjes lien banden van oud bouwlanden, die karakteristieke structuren binnen het kampenlandschap vormen. Zij omsluiten laere, nattere, soms venie delen die een lane strokenverkavelin kenden. De karakteristieke kenmerken en patronen zijn echter sterk vervlakt; een enivelleerd kampenlandschap overheerst. Ten noorden van Hulshorst en Nunspeet manifesteert dit kampenlandschap zich als een halfopen tot open ararisch ebied met verspreide boerderijen en onbebouwde natte broekebieden. De rand van de Veluwe, als verdichte zone en het randmeer en de beplantin van de Flevopolder zijn landschappelijke hoofdstructuren die in vrijwel het hele ebied ervaarbaar zijn. De rustructuur van de Bijsselsche Beek, de Kolmansw en de Molenbeek is een landschappelijke structuur die binnen het ebied zeer karakterbepalend is als oranische structuur binnen de meer rechtlijnie verkavelin, als duidelijk herkenbare hoote in het vlakke ararische landschap en als een lint van boerderijerven. De natuurlijke basis van het ebied wordt evormd door zandronden aan de voet van het Veluwe massief met plaatselijk venie natte laates en hoere ruen met oud bouwlanden. De laates zijn aan de slootstructuur met hoe rondwaterstanden en aan de vetatie en beplantin duidelijk herkenbaar, ruimtelijk aan zij min of meer op in het tenwoordi - overwend open karakter van het ebied. De ru waarlans de Kolmansw loopt is een kenmerkend eomorfoloisch element dat no steeds een rote herkenbaarheid heeft. De ru is aanemekt als Gea-object. Op deze ru bevinden zich ook een drietal Rijksmonumentale bouwwerken: Een muldershuis, een boerderij en een kippenren. Op de ru concentreren zich in alemene zin karakteristieke boerderijen en andere ararische bebouwin. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

56 OPENHEID MET BEPLANTE WEGEN EN DE MARKANTE RAND VAN DE VELUWE OP DE ACHTERGROND DOORZICHT OP HET VELUWEMEER MAAKT DE LANDSCHAPPELIJKE HOOFDSTRUCTUUR BELEEFBAAR VANAF VEEL PLEKKEN IN HET GEBIED VORMEN DE BOSSEN VAN DE FLEVOPOLDER EEN MARKANTE BEGRENZING VAN DE OPENHEID, OP DE VOORGROND BOLT DE RUG LANGS DE BIJSSELSCHE BEEK B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

57 DE NATTE LAGE BROEKGEBIEDEN HEBBEN EEN GEHEEL EIGEN, MEER NATUURLIJK, KARAKTER MARKANTE WEGBEPLANTINGEN VORMEN LIJNEN HAAKS OP DE HOOFDSTRUCTUUR DE KOLMANSWEG SLINGERT MARKANT MEE MET DE RUGSTRUCTUUR B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

58 PLAATSELIJK IS IN HET GEBIED AL GROOTSCHALIGE AGRARISCHE BEBOUWING AANWEZIG MAAR OOK HISTORISCHE BEBOUWING IS NOG KARAKTERBEPALEND DE BOLLING VAN DE RUG IS PLAATSELIJK ZEER MARKANT... B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

59 ... MET SOMS STERKE HOOGTEVERSCHILLEN.. EFFECTEN Gezien het in de huidie vorm overwend open karakter van het ebied, en de daarbinnen karakteristieke structuren met een overwend kleinschali karakter kan de uitbreidin van ararische bebouwin met rootschalie bouwwerken een rote invloed op landschappelijke en cultuurhistorische waarden hebben. Geomorfoloie De zichtbaarheid en herkenbaarheid van de eormofoloische rustructuren kan nadrukkelijk beïnvloed worden Karakter van ebieden De in delen van het ebied tamelijk uitesproken openheid, en de samenhan hiervan met de besloten Veluwerand kan beïnvloed worden, tevens kan in kleinschalie structuren een sterk contrast ontstaan als evol van rootschalie bebouwin, ook dit wordt beoordeeld als een natief effect. Historische bouwwerken Grootschalie bebouwin in de directe nabijheid van monumentale en karakteristieke bebouwin kan de landschappelijke betekenis hiervan beïnvloeden, dit wordt beoordeeld als een licht natief effect. Tabel. eeft de effectscore weer. Tabel. Effectbeoordelin Landschap en Cultuurhistorie Aspect Referentie Intensieve veehouderij Geomorfoloie 0 - Karakter van ebieden 0 - Historische bouwwerken 0 0/- Mitierende en compenserende maatrelen In dit ebied lijkt een zorvuldie locatiekeuze de beste moelijkheid voor beperkin van effecten. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

60 Ontzien van kleinschalie rustructuren en nadrukkelijk open ebieden lijkt daarbij voor de hand te lien. En in tweede instantie kan een zorvuldie plaatsin op detailniveau de waarden ter plaatse zoveel moelijk intact laten. Een tweede lijn van mitiatie is moelijk door de ararische bebouwin een zo rusti en eenvoudi moelijk karakter te even en in schaal zoveel moelijk op bestaande bebouwin aan te laten sluiten. Hierbij kan edacht worden aan: Lae oothoote. Gedekte kleuren. Afzien van decoratieve evelindelinen. Zorvuldi opstellen van randtechniek zoals silo s. Voldoende afstand bewaren tot infrastructuur en bebouwin. Zo min moelijk verhardin rondom. Een rote oothoote leidt tot ararische bebouwin met een nadrukkelijk zichtbare rootschaliheid en een dominante aanweziheid in het landschap. Met een lae oothoote is het schaalcontrast beperkt en aat de bebouwin meer vanzelfsprekend op in het landschap. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

61 Daarenten leiden decoratieve evelindelinen moelijk ericht op het verhullen van de schaal, juist tot een onrusti beeld en daardoor tot een meer nadrukkelijke aanweziheid in het landschap. Randtechniek, zoals silo s, kan nadrukkelijker het beeld bepalen dan de bebouwin zelf, ook draat deze in versterkte mate bij aan een industrieel ararisch karakter; de plaatsin van deze elementen vraat dus verscherpte aandacht. Afbeeldin. Erfbeplantin kan bijdraen aan een roen karakter en opname in het landschap. Inpassin is moelijk door: Erfbeplantin. Afzien van erfbeplantin in waardevol open ebied. Wbeplantin. Groen tenwicht in de vorm van kleine landschapselementen. Voorkomen te sterke schaalcontrasten. Voorkomen hoe elementen. Eenvoud in ontwerp en uitvoerin. Afstemmin in kleur en materiaalebruik. Erfbeplantin kan een erf zelfs de verschijninsvorm van een je aan doen nemen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

62 Los van een authenticiteitsvraastuk is de wenselijkheid hiervan sterk afhankelijk van de landschappelijke karakteristiek van het ebied. In het bijzonder als sprake is van waardevolle openheid -zoals bij enen- is teruhoudendheid met inpassende beplantin eboden omdat deze de ruimtelijke structuur wezenlijk aan kan tasten. In dit specifieke eval is de zichtbaarheid van de bebouwin minder storend dan een eventuele beplantin die de heldere ruimte op zou knippen. Kwalitatieve en voldoende stevie beplantin kan een roen tenwicht voor bebouwin bieden en zo voor een oede opname in de omevin zoren zonder dat de bebouwin aan het oo onttrokken wordt. Zelfs een enkele boom kan veel verschil maken voor hoe bebouwin, erf en landschap met elkaar samenhanen en een belanrijke bijdrae leveren aan afstemmin in sfeer en schaal. Materiaalkeuze kan bepalend zijn voor de sfeer van ararische bebouwin, teruhoudendheid en een scherp oo voor misplaatst historische ontwerpen is echter eboden. Leemten in kennis en informatie Er zijn een kennisleemten econstateerd die de besluitvormin zouden kunnen beïnvloeden.. CONCLUSIE De uitbreidin van rootschalie ararische bebouwin kan duidelijk natieve effecten op de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het ebied ten noorden van Hulshorst en Nunspeet hebben. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

63 Zorvuldie locatiekeuze kan van sterke invloed zijn op de effecten en lijkt in dit ebied het belanrijkste instrument voor behoud van de landschappelijke karakteristieken.. ARCHEOLOGIE.. METHODIEK Voor de emeente Nunspeet is een archeoloische verwachtinskaart (zonder bijbehorend bureauonderzoek) beschikbaar. Deze is ebruikt als basis voor onderhavi onderzoek. De evens van deze verwachtinskaart zijn aanevuld met recente evens uit Archis. Er wordt onderscheid emaakt tussen bekende archeoloische waarden (Archeoloische monumenten [AMK terreinen] en onewaardeerde vindplaatsen [Archis waarneminen en vondstmeldinen]) en verwachte archeoloische waarden (emeentelijke verwachtinskaart). De effectcriteria vormen de basis voor de beoordelin van het onderdeel archeoloie in het plan-mer. De effecten zijn direct ekoppeld aan de twee type waarden: verstorin van verwachte archeoloische waarden. verstorin van bekende archeoloische waarden. Voor de effectbepalin is ekeken naar de locaties waar daadwerkelijk aantastin wordt verwacht: de roeiers en roeiers met beperkte uitbreidinsruimte. De blijvers die niet uitbreiden en stoppers zijn niet nader bekeken. De aantastin van bekende waarden wet zwaarder dan de aantastin van verwachte waarden. Een rotere aantastin wet normaliter zwaarder dan een kleinere aantastin, maar op dit moment zijn de daadwerkelijke inrepen no niet bekend en kunnen op dit criterium niet worden ewoen. Het ewicht van de effecten laat zich niet emakkelijk kwantificeren en is daarom ebaseerd op expertbeoordelin... REFERENTIE Een overzicht van de archeoloische verwachtin in de emeente Nunspeet is te vinden in bijlae in combinatie met de bedrijven in het buitenebied van Nunspeet. Definiërin onderzoeksebied De roeiers en de roeiers met weini uitbreidinsruimte bevinden zich in de strook tussen het Veluwerandmeer in het noorden en Nunspeet en Hulshorst in het zuiden. Daarom wordt in deze plan-mer alleen dit ebied nader besproken als het roeiebied. Dit deel van de emeente lit op dekzandruen en vlakten (respectievelijk K en M) en is op dit moment al rotendeels in ebruik als landbouwebied. Op de bodemkaart bevinden zich hier hoe zwarte enkeerdronden (es zez) en oor-, beek- en moerie eerdronden (respectievelijk pzn, pz en vwz). Vanuit archeoloisch oopunt zijn er binnen dit ebied drie verschillende landschappelijke eenheden: dekzandruen, vlaktes van ten dele verspoelde dekzanden en dekzandvlakten. Verwachte archeoloische waarden in het roeiebied Het laa elen en natte ebied was rotendeels minder eschikt voor bewonin. Alleen de hoer elen dekzandruen en koppen waren bewoond en hebben een hoe trefkans op archeoloische waarden. Vooral de rotere en hoere ruen en koppen zijn aantrekkelijke vestiinsplaatsen eweest en hebben daarom een hoe trefkans. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

64 Op de hoer elen dekzanden laen naast de nederzettinen ook de akkers. Vanaf de late middeleeuwen werden hier essen ontwikkeld. Het dikke opebrachte esdek kan onderliende archeoloische waarden hebben beschermd ten latere landbouwactiviteiten. De tussenelen natte raslanden waren slechts eschikt voor veeteelt en als hooiland. Deze laatste ebieden hebben een overeenkomstie lae trefkans op archeoloische waarden. Bekende archeoloische waarden in het roeiebied Er lien binnen het roeiebied een AMK terreinen. Binnen het ebied lit een twintital archeoloische vindplaatsen. Deze zijn in Tabel. weereven. Tabel. Bekende archeoloische waarden binnen het roeiebied. Catalousnr. Daterin Beschrijvin Ede/Archiswaarnemin 0 Romeinse tijd Munt van messin Romeinse tijd Munt van zilver Romeinse tijd Keramiek middeleeuwen Paleolithicum Vuurstenen afsla bronstijd Middeleeuwen Diverse objecten van (edel)metaal Middeleeuwen Diverse objecten van keramiek en ijzer nieuwe tijd Middeleeuwen Diverse keramiek objecten nieuwe tijd Middeleeuwen Keramiek en een koperen munt nieuwe tijd Middeleeuwen Gedraaid aardewerk nieuwe tijd Middeleeuwen Gedraaid aardewerk en munt nieuwe tijd 0 Middeleeuwen Zilveren esp en lazuurd aardewerk nieuwe tijd Nieuwe tijd Locatie Brune Spiker Middeleeuwen Diverse objecten (edel)metaal en aardewerk nieuwe tijd Middeleeuwen Aardewerk en koperen munt nieuwe tijd Middeleeuwen Aardewerk en koperen munt nieuwe tijd 0 Paleolithicum Vuurstenen werktui bronstijd 00 Paleolithicum Vuurstenen werktui bronstijd Middeleeuwen Kunstmatie ophoin Middeleeuwen Huisterp Middeleeuwen Gedraaide kan Paleolithicum nieuwe Houtskool, aardewerk tijd 000 Nieuwe tijd Keramiek 00 Paleolithicum Vuurstenen afsla bronstijd 00 Paleolithicum Vuurstenen afsla bronstijd 000 Nieuwe tijd Keramiek B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

65 Catalousnr. Daterin Beschrijvin Ede/Archiswaarnemin 00 Middeleeuwen Koelpot, bolpot, keramiek 00 Paleolithicum Vuurstenen werktui bronstijd 00 Middeleeuwen Keramiek nieuwe tijd 000 Nieuwe tijd Huisterp 00 Nieuwe tijd Huisplaats 00 Nieuwe tijd Huisplaats 00 Mesolithicum Vuurstenen afsla neolithicum 000 Mesolithicum - Vuurstenen objecten neolithicum 00 Middeleeuwen Koelpot 00 Middeleeuwen Koelpot 00 Nieuwe tijd Keramiek 00 Middeleeuwen Bolpot De vindplaatsen betreffen voornamelijk waarden uit de middeleeuwen tot nieuwe tijd, met een enkele vondst uit de vroe prehistorie (steentijd bronstijd)... EFFECTEN Tabel. Effectbeoordelin Archeoloie Aspect Referentie Alternatief Verstorin van verwachte 0 0/- archeoloische waarden Verstorin van bekende 0 0/- archeoloische waarden Totaal 0 0/- Score:++ = zeer positief; + = positief; 0/+ = licht positief; 0 = neutraal; 0/- = licht natief; -= natief; - - = zeer natief In bijlae 0 is een kaart openomen die de verwachte archeoloische waarden en bekende waarden in combinatie met de voornemens in het alternatief weereeft. Hierin zijn enerzijds de veehouderijen vanuit modelmatie benaderin aaneven als roeiers, blijvers en stoppers en anderzijds de archeoloische verwachtinen en waarneminen. Tevens zijn de monumenten, vondstmeldinen en de waarneminen weereven. Voor het alternatief dat in dit plan-mer aan de orde komt, betekent dit het volende: Alternatief Binnen dit alternatief worden bestaande locaties uitebreid. Dit kan epaard aan met bodemverstorende activiteiten en is dus in potentie schadelijk voor eventueel aanwezie archeoloische waarden. VERWACHTE ARCHEOLOGISCHE WAARDEN Het uitbreidinsebied bestaat rotendeels uit ebieden met een lae verwachtinswaarde, met kleinere delen middelhoe en hoe archeoloische verwachtinswaarde. In dit ebied komen stoppers, blijvers en bedrijven zonder vleeskalveren/varkens/ pluimvee voor. Drie roeiers lien in een ebied met een hoe archeoloische verwachtinswaarde. Deze ontwikkelinen zijn licht natief beoordeeld. De overie roeiers lien in ebieden met een lae archeoloische verwachtinswaarde. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

66 BEKENDE ARCHEOLOGISCHE WAARDEN Binnen het uitbreidinsebied bevinden zich een AMK terreinen. Wel bevinden er zich een aantal bekende vindplaatsen. In een enkel eval lit naast een potentiële roeier een vindplaats. De vindplaatsen (complex: nederzettin) en (complex: huisplaats) lien vlak naast een roeier. Ook de vindplaats lit in de nabijheid van een roeier. Voor deze vindplaatsen eldt dat ze dateren uit de middeleeuwen tot nieuwe tijd en bestaan uit diverse objecten van keramiek en metaal. De afstand tussen deze locaties en de betreffende roeiers is circa 00 m. Omdat de daadwerkelijke bodemaantastinen rond de roeiers op dit moment niet bekend is, is niet uit te sluiten dat deze zich tot op de vindplaats kunnen uitbreiden. Hierbij dient bedacht te worden dat de vindplaats waarschijnlijk roter is dan de met een puntlocatie aaneven coördinaat. Het effect wordt als licht natief (0/-) betiteld. Mitierende en compenserende maatrelen Archeoloie kan niet doelbewust worden ecreëerd of verplaatst. Toch bestaan er mitierende maatrelen binnen de archeoloie. De wet op de Archeoloische Monumentenzor en het beleid van de emeente Nunspeet zijn er op ericht archeoloische waarden zoveel moelijk te beschermen. Planaanpassin met als doel archeoloische waarden te ontzien heeft daarom vanuit archeoloiebeleid de voorkeur. Wanneer het niet moelijk is deze waarden in situ te bewaren, kan men deze ex situ bewaren. Dit houdt in dat door middel van veldonderzoek de archeoloische waarden in de vorm van kennis en documentatie worden bewaard. Ook het voorkomen dat tijdens eventuele bodeminrepen verrassinen in de vorm van onverwachte archeoloische vondsten opduiken en het voorkomen van schade aan het archeoloische bodemarchief behoort tot de mitierende maatrelen. Leemten in kennis en informatie Voor dit plan-mer is ebruik emaakt van bestaande kennis van de emeentelijke verwachtinskaart. Er is een verwachtin uitesproken voor het onderzoeksebied. Deze verwachtin wordt voldoende eacht voor een effectbepalin voor dit plan-mer. Gezien de omvan van het onderzoeksebied en het detailniveau van onderzoek zullen zich hier onetwijfeld no onbekende archeoloische waarden bevinden. Het is echter onbekend waar deze lien en wat de waarde ervan is, aanezien hier sprak is van een verwachtin. Archiswaarneminen en -vindplaatsen zijn puntlocaties die echter in veel evallen een ebied van (no) onbekende rootte betreffen. Zo kan de vondst van een enkel raf duiden op een rafveld van onbekende vorm en afmetin. Slechts door middel van veldonderzoek kan worden vastesteld wat er zich in de onderrond bevindt. In verband met eventuele bestemminsplanprocedures zal in zones waar de emeente onderzoek wenst in eerste instantie een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) dienen te worden uitevoerd. Dit onderzoek dient om het verwachtinsmodel van het bureauonderzoek te toetsen en aan te vullen. De resultaten van dit onderzoek kunnen aanleidin even tot vervolonderzoek... CONCLUSIE Geconcludeerd kan worden dat het alternatief een licht natief (0/-) effect heeft. Dit hant vooral samen met het feit dat de roeiers slechts voor een klein deel elen zijn in een ebied met een middelhoe tot hoe verwachtinswaarde en dit ebied tientallen vindplaatsen herbert, waarvan enkele zich bevinden op een afstand van circa 00 meter B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

67 van als roeiers bestempelde bedrijven. Omdat de archeoloische verwachtinskaart wordt openomen in het bestemminsplan wordt iedere nieuwe ontwikkelin etoetst.. VERKEER.. METHODIEK De verkeersafwikkelin in het planebied is op hoofdlijnen bekeken. Voor de moelijke ontwikkelinen in het buitenebied van de emeente Nunspeet is infrastructuur een wezenlijke factor. Inplaatsin van nieuwe en uitbreidin van bestaande bedrijven zal een extra belastin van de wen tot evol hebben. Het is de vraa of de bestaande wen deze toename van verkeer op kunnen vanen en/of daartoe adequaat zijn of kunnen worden inericht. Naast de verkeersafwikkelin van en naar de bedrijven is er in het kader van dit plan-mer ook ekeken naar de verkeersveiliheid op de bestaande wen in het studiebied. Het extra vrachtverkeer van en naar de bedrijven kan zoren voor de nodie overlast en onveiliheid. De beoordelin van verkeersafwikkelin en veiliheid is ebaseerd op kwalitatieve evens. De intensiteiten en het aantal onevallen op al de wen in het buitenebied is niet nader onderzocht. Het studiebied betreft het buitenebied van de emeente Nunspeet... REFERENTIE Nunspeet beschikt over een aanzienlijk buitenebied. Inmiddels is hier een 0 km/u rime inevoerd, behalve op de Eperw, Elspeterw en Staverdensw. Het buitenebied van Nunspeet is in te delen in drie loische, verkeerskundi samenhanende ebieden (Bron: Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan, 00):. Het ebied rondom Vierhouten, oostelijk van de Nunspeterw/Elspeterw en zuidelijk van de rijksw.. Het ebied rondom Elspeet, westelijk van de Nunspeterw/Elspeterw en zuidelijk van de rijksw.. Het ebied tussen Nunspeet/Hulshorst en het Veluwemeer. Ad. Dit ebied kenmerkt zich door veel en heide met een zeer beperkte dichtheid aan wen. Vanuit verkeers- en vervoeroptiek is vooral de waarde van het ebied voor recreatieve fietsers van belan. Het verkeersbeleid in het ebied zal dan ook vooral ericht moeten zijn op de veiliheid en het comfort van het fietsverkeer. In dat kader vormt specifiek de Gortelsew een aandachtpunt. Hoewel een verbod voor vrachtverkeer eldt (>, ton) wordt dit relmati overtreden, wat ezien het profiel van de w snel leidt tot problemen. Voorts is de snelheid op een aantal plekken een probleem. Vooral op situaties waar fietsers (of voetaners) oversteken, kunnen snelheidsremmende maatrelen worden overwoen, waarbij voor het ehele ebied de maximum snelheid naar 0 km/uur kan. Ad. In dit ebied zijn er een verkeersproblemen benoemd. Beleid hiervoor is niet noodzakelijk, anders dan op termijn voor het ehele ebied een maximumsnelheid invoeren van 0 km/uur. Aanvullende maatrelen daarbij zijn nauwelijks nodi; alleen op locaties waar relatief veel fietsers of voetaners oversteken. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

68 Afbeeldin. Ad. Dit ebied vraa in tenstellin tot de andere twee ebieden meer aandacht. Er is sprake van een concentratie van campins, die in de zomermaanden relatief veel verkeersbewinen enereren. Samen met het strandverkeer leidt dat tot soms drukke verkeerssituaties. Omdat ook veel fietsers aanwezi zijn, leidt dat conflictsituaties. Wencatoriserin (Bron: Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan, 00).. EFFECTEN Effectbeschrijvin en beoordelin In Tabel. is de effectbeoordelin van de alternatieven voor de verkeersafwikkelin en de verkeersveiliheid weereven. De toelichtin volt onder de tabel. Tabel. Effectscores verkeer Aspect Referentie Intensieve veehouderij Verkeersafwikkelin 0 0/- Verkeersveiliheid 0 0/- Score:++ = zeer positief; + = positief; 0/+ = licht positief; 0 = neutraal; 0/- = licht natief; -= natief; - - = zeer natief In het alternatief zal de totale hoeveelheid landbouwverkeer licht afnemen, doordat in het alternatief het totaal aantal NGE s in de emeente krimpt. Geconcentreerd zal echter op een aantal locaties een toename plaatsvinden. Hierdoor zal op een aantal wen in het buitenebied de verkeersintensiteit toenemen. Vooral het vrachtverkeer zal op een aantal locaties roeien. Omdat deze wen worden ebruikt door recreatief fietsverkeer en niet zijn voorzien van aparte fietsvoorzieninen zal het aantal conflicten toenemen Uit oopunt van verkeersveiliheid is dit niet wenselijk. Hierdoor scoort het alternatief voor het aspect verkeer licht natief Mitierende en compenserende maatrelen Bij zeer smalle wprofielen en/of zandwen kunnen maatrelen noodzakelijk zijn bij een relatief rote toename van de intensiteiten en/of aandeel zwaar verkeer. Hierbij moet vooral aandacht besteedt worden aan (recreatief) fietsverkeer. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

69 Op dit moment is echter niet te zen wat noodzaak en omvan is. Eén van de maatrelen zou verbredin van de w kunnen zijn. Hierbij moeten alemene veiliheidsprincipes wel ehandhaafd blijven, dus een beperkt wprofiel om de snelheid laa te houden. Het verbreden van de w kan noodzakelijk zijn indien blijkt dat de wen niet eschikt zijn voor de verkeersbewinen van het zware vrachtverkeer (trekker/vrachtwaen + opler:, meter breed,, meter hoo en maximaal 0 ton aan ewicht). Aanezien het niet exact bekend is waar nieuwe bedrijven komen te lien dan wel hoe deze ontsloten worden, is het nu no niet aan te even voor welke wen een verbredin noodzakelijk is. Leemten in kennis en informatie De effectscores zijn bepaald op basis van kwalitatieve evens. Het is niet bekend op welke wen de ontsluitin van (nieuwe) bedrijven zal aan plaatsvinden en in hoeverre deze wen de extra verkeersstroom dan ook kunnen verwerken. Er is niet erekend met intensiteiten van wen in het ebied. Gezien het detailniveau van dit plan-mer zijn deze evens echter niet nodi. In deze fase van planvormin zijn er daarom een leemten econstateerd die van invloed zijn op de oordeels- en besluitvormin... CONCLUSIE Door plaatselijke roei van het vrachtverkeer heeft het alternatief een erin effect op de verkeersafwikkelin en veiliheid. Er zullen met name meer conflicten tussen vracht- en lanzaam verkeer ontstaan.. LUCHTKWALITEIT Fijn stof en stikstofdioxide lien in Nederland het dichtst bij de estelde renswaarden uit de Wet Luchtkwaliteit 00 en bepalen of er sprake is van een luchtkwaliteitsprobleem. Overschrijdin van de andere stoffen enoemd in de Wet luchtkwaliteit komt in ons land nauwelijks meer voor. Op verschillende plekken in Nederland is de luchtkwaliteit hoer dan de Europese normen voor stikstofdioxide (NO ) en fijn stof (PM 0 ) toestaan. Het aat dan om locaties nabij drukke verkeersroutes (m.n. NO ) en veehouderijen (PM 0 ). Voor het buitenebied van Nunspeet is daarom alleen fijn stof relevant. Fijn stof kan zowel afkomsti zijn van veehouderijen als van verkeer. De ontwikkelinsmoelijkheden die het bestemminsplan buitenebied moelijk maakt hebben slechts een erine toename van het aantal verkeersbewinen tot evol. Er zal dan ook met name worden inaan op de effecten op fijn stof emissie van veehouderijen... METHODIEK Fijn stof wordt ezien als een van de meest schadelijke stoffen van luchtverontreiniin. Uit verschillende publicaties is bekend dat fijn stof ezondheidsproblemen en vrotijdie sterfte kan veroorzaken bij de mens. Concentratie van veehouderij kan de kans op overschrijdin van de fijn stof normen verhoen. Moelijk vormt dit een beletsel bij de verunninverlenin voor rotere intensieve veehouderijen. Van de fijn stof emissies uit veehouderijen is ruim de helft afkomsti van pluimveestallen, circa / uit varkensstallen en oneveer 0 % uit rundveestallen. Het ministerie van VROM hanteert een twee sporen beleid om de fijn stof problematiek in de landbouw op te lossen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

70 Dit zijn het saneren van bestaande overschrijdinen en het voorkomen van nieuwe overschrijdinen. Het oplossen van bestaande knelpunten zal plaatsvinden door maatrelen te stimuleren door middel van subsidiemoelijkheden. De oplossin van deze knelpunten dient in samenspraak tussen emeente, provincie en VROM te ebeuren. Het voorkomen van nieuwe overschrijdinen is een belanrijk uitanspunt van de wet- en relevin. In het kader van verunninverlenin zal de emeente Nunspeet rekenin houden met de wet- en relevin met betrekkin tot fijn stof. Deze wet- en relevin is relatief nieuw. Inmiddels is er door het ministerie van VROM ewerkt aan het opstellen van een toetsinskader, een verspreidinsmodel en een handreikin over fijn stof en de landbouw. Medio 00 is het verspreidinsmodel uitekomen, aanevuld met de handreikin en per december 00 is ook het te hanteren toetsinskader vasteld in de Relin beoordelin luchtkwaliteit 00. In het toetsinskader is openomen dat de luchtkwaliteit in principe overal buiten de inrichtinsrens etoetst worden, met uitzonderin van de plaatsen waar het publiek een toan heeft of waar een sinificante blootstellin plaatsvindt. Dit betekent dat op bijvoorbeeld akkerland en op de rijbaan van wen een toetsin hoeft plaats te vinden. Met behulp van dit toetsinskader en de tabel met emissiefactoren fijn stof kan en zal de emeente de milieuaanvraen toetsen op het onderwerp fijn stof. Uit de Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij blijkt dat het houden van kippen de meeste fijn stof emissie oplevert. Uit een onderzoek van ECN (A. Bleeker, A. Kraai; maart 00) is op te maken dat prioritaire veehouderijbedrijven in de provincie Gelderland de renswaarden voor fijn stof overschrijden. Uit een nadere uitwerkin van dit onderzoek door SRE Milieudienst blijkt dat van deze veehouderij bedrijven no maar 0 bedrijven een overschrijdin van de renswaarden veroorzaken. Hierbij zijn naast de burerwoninen ook de naburie veehouderijen aanemerkt als te beschermen object. Geen van deze bedrijven is elen in de emeente Nunspeet. Geconcludeerd kan worden dat er binnen Nunspeet een sprake is van bestaande overschrijdinen... REFERENTIE De totale emissie van fijn stof in Nederland bedro in het jaar 000 ca. 0 Kton aan PM 0. Hiervan was ca. 0 Kton (0 %) afkomsti uit de landbouw. Van de fijn stof uit de landbouw is het overrote deel afkomsti van pluimvee- en varkensstallen (eschatte bijdrae ca. Kton). Uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van het RIVM is op te maken dat in 00 de emeten fijn stofconcentraties (PM 0 ) in het landelijke ebied ten opzicht van 00 is afenomen met emiddeld μ/m. Concentratie en aantal overschrijdinsdaen De concentraties worden voor een belanrijk deel bepaald door de heersende achterrondconcentraties. Bron: Lijst emissiefactoren fijn stof voor veehouderij. Ministerie van VROM, 00. Bron: Concept-rapport Fijn Stof, Inzoomactie veehouderij (SRE Milieudients; mei 00) Charadon W.J. en van der Hoek K.W., 00 Alterra-rapport, ISSN -. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

71 Op basis van de Grootschalie Concentratiekaart Nederland (GCN) fijn stof is lobaal een beeld te even van de (verwachte) achterrondconcentraties in 00 en 00. Deze zijn ebaseerd op waarneminen in de jaren en berekend met scenario s voor economische roei, toename van verkeer en maatrelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Grote lijn van deze pronoses is dat de luchtkwaliteit verbetert en dat de achterrondconcentratie in de toekomst voor de meeste ebieden onder het niveau lit dat leidt tot overschrijdinen van de normen (jaaremiddelde concentratie en aantal overschrijdinsdaen). Tabel. eeft een overzicht van de achterrondconcentraties fijn stof voor de jaren 00 en 00 in het planebied. Tabel. Achterrondconcentraties fijn stof in het planebied (bron GCN kaart 00 en 00 fijn stof, Planbureau voor de Leefomevin). Jaar Fijn stof PM 0 jaaremiddelde concentratie in planebied 00 - /m 00 - /m Voor fijn stof (PM 0 ) eldt naast een jaaremiddelde norm ook een uuremiddelde norm. Hiervoor eldt dat een concentratie van 0 /m als uuremiddelde concentratie, maximaal maal per jaar ma worden overschreden. Op rond van de statistische relatie tussen het jaaremiddelde en uuremiddelde concentratie fijn stof kan esteld worden, dat bij een jaaremiddelde concentratie van maximaal, /m,, net voldaan wordt aan de norm voor het aantal overschrijdinsdaen. Dit betekent dat de uur emiddelde norm feitelijk strener is dan de jaaremiddelde norm. Op basis van voornoemde statistische relatie kan econcludeerd worden dat in de huidie situatie en in de autonome ontwikkelin de achterrondconcentratie ook voldoet aan het toelaatbare aantal overschrijdinsdaen. In Afbeeldin. is de achterrondconcentratie fijn stof in het planebied in 00 aaneven. De concentratie is berekend met het rekenmodel ISLa. Uit de afbeeldin blijkt dat de achterrondconcentratie fijn stof in het ehele planebied maximaal 0 μ/m bedraat. De concentratie lit hiermee ruim beneden de norm van 0 μ/m. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

72 Afbeeldin. Jaaremiddelde achterrondconcentratie fijn stof PM 0 in 00 in de emeente Nunspeet (bron: ISla) Afbeeldin. eeft een beeld van het aantal overschrijdinsdaen in het planebied in 00 (bron: rekenmodel ISLa). Uit de afbeeldin blijkt dat het aantal overschrijdinsdaen maximaal 0 daen bedraat en ruim onder de norm van daen blijft. Geconcludeerd kan worden dat er een sprake is van overschrijdin van de renswaarden voor fijn stof. Afbeeldin. Aantal overschrijdinsdaen fijn stof PM 0 op basis van de achterrondconcentratie in 00 in de emeente Nunspeet (bron: ISla) B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

73 PM, Voor fijn stof PM, eldt een richtwaarde van μ/m als jaaremiddelde concentratie die met inan van januari 00 voor zover moelijk moet worden bereikt. Met inan van januari 0 eldt een renswaarde van μ/m als jaaremiddelde concentratie. Daarnaast eldt met inan van januari 0 een blootstellins-concentratieverplichtin van ten hooste 0 μ/m, edefinieerd als emiddelde blootstellinsindex. Tevens eldt er een richtwaarde inzake verminderin van de blootstellin van de mens die met inan van januari 00 voor zover moelijk moet worden bereikt. Deze richtwaarde is afhankelijk van de emiddelde blootstellinsindex in 00. Voor PM, zijn ook GCN kaarten opesteld. Uit de kaarten kan worden afeleid dat de achterrondconcentratie PM, in de emeente Nunspeet,0 μ/m of laer is zowel in 00 als in 00. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de richtwaarde voor 00. Er is no een nauwkeurie informatie beschikbaar van de emissie van PM, van veehouderijen, maar uit informatie van de Commissie m.e.r. blijkt dat de emissie voor primair PM, rofw elijkesteld kan worden aan 0 % van de PM 0 emissies. Daarnaast is er no een erine bijdrae van secundair PM, dat ontstaat door de omzettin van eëmitteerd NH in NH -deeltjes. De richtwaarde voor PM, komt effectief overeen met % van de renswaarde voor PM 0. Daarnaast is ten opzichte van respectievelijk de richtwaarde en renswaarde de achterrondconcentratie voor PM, relatief laer dan voor PM 0. Op basis van voornoemde verhoudinen kan esteld worden dat fijn stof PM 0 maatevend zal zijn voor de beoordelin. Als er voldaan wordt aan de renswaarde voor PM 0 zal er ook worden voldaan aan de renswaarde voor PM,. Dit komt ook overeen met het landelijke beeld. De parameter PM, wordt daarom in dit plan-mer niet ebruikt in de effectbeoordelin. In Afbeeldin. is op basis van het verunninenbestand de cumulatieve bijdrae weereven van de bestaande veehouderijbedrijven in de emeente Nunspeet aan de jaaremiddelde concentratie fijn stof PM 0. Hieruit blijkt dat deze bedrijven plaatselijk minimaal bijdraen aan de jaaremiddelde fijn stof concentratie. Er is een klein edeelte binnen het planebied waar de veehouderijen ezamenlijk tot maximaal, μ/m bijdrae leveren aan de jaaremiddelde concentratie. Uitaande van de norm voor het aantal overschrijdinsdaen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

74 Afbeeldin. Cumulatieve bijdrae jaaremiddelde concentratie fijn stof PM 0 van de bestaande veehouderijbedrijven in de emeente Nunspeet.. EFFECTEN In rote lijnen kan esteld worden dat de emissies van fijn stof uit de veehouderijen, bij een elijk blijvende veestapel, zal afnemen. Op basis van het Besluit huisvestin en aanvullende eisen voor rote bedrijven zullen de emissies per dier van fijn stof, eur en ammoniak afnemen. Lokaal kunnen er echter wel verschillen optreden. Het betreft vooral pluimveebedrijven. Als evol van het lbatterijverbod voor pluimveebedrijven en de omschakelin naar andere systemen van die bedrijven kan de emissie van fijn stof ter plekke toenemen. Dit kan niet leiden tot een overschrijdin van de normen (niet verunbaar), maar wel leiden tot een lokale piek in de concentratie fijn stof. Binnen het planebied zijn zeer beperkt pluimveehouderijen aanwezi. Tabel. toont de effectscores op van het beoordelinscriterium fijn stof. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

75 Tabel. Effectscores luchtkwaliteit Effectparameters Referentie Alternatief intensieve veehouderij Fijn stof (PM 0 ) 0 0 Score:++=zeer positief; +=positief; 0/+=licht positief; 0=neutraal; 0/-= licht natief; -=natief; - - =zeer natief Voor de intensieve veehouderij is het aspect fijn stof maatevend voor de beoordelin. Het aspect fijn stof is beoordeeld aan de hand van expert judement. In het alternatief intensieve veehouderij is de vrijkomende productieruimte door stoppers verdeeld over bedrijven die no kunnen roeien ( stuks). Dit betekent dat de hoeveelheid eëmitteerd fijn stof elijk zal blijven. In de praktijk zal de emissie waarschijnlijk afnemen, aanezien de uitbreidinen van bestaande veehouderijen epaard zal aan met voorzieninen zoals luchtwassers. Door de toepassin van emissiereducerende technieken zal de luchtkwaliteit binnen het planebied verbeteren. Aanezien niet bekend is op welke wijze de bedrijven zullen uitbreiden en in hoeverre sprake is van een afname van de emissies van fijn stof is het effect neutraal beoordeeld. Mitierende maatrelen Gelet op de effectscores, zijn er een aanvullende maatrelen nodi ten opzichte van de effectbeperkende maatrelen (luchtreiniin) zoals hiervoor beschreven. Op bedrijfsniveau bestaan de volende moelijkheden om de fijn stof emissie te verlaen: Aanpak van de bron: voermaatrelen (coatin) & huisvestin (strooisel, mest afdekken). Aanpak luchtkwaliteit in de stal: vernevelen (olie/water), elektrostatisch filter. Aanpak luchtkwaliteit bij de uitlaat: (combi-)wasser, waterordijn, filters, roensinels. De reductiepercentaes van de verschillende moelijkheden variëren van 0 tot 0 %. Leemten in kennis en informatie Het (vracht)verkeer van en naar bedrijven heeft invloed op de luchtkwaliteit. De bijdrae van deze bronnen is ten opzichte van de emissie van fijn stof uit stallen beperkt en niet van belan voor de oordeels- en besluitvormin. De ontwikkelin van de intensieve veehouderij (stoppers, roeiers) en daarbinnen de ontwikkelin van pluimveebedrijven (zoals omschakelin van batterijhuisvestin naar scharrelhuisvestin) is een belanrijke factor voor de ontwikkelin van de fijn stof emissie en concentratie. Er zijn no leemten in kennis en informatie ten aanzien van fijn stof uitstoot van intensieve veehouderijen en de relatie daarvan met ezondheidsrisico s. Op dit moment wordt nader onderzoek verricht naar de ezondheidrisico s van onder meer fijn stof... CONCLUSIE Binnen het planebied is een sprake van overschrijdin van de fijn stof normen in de referentiesituatie. Het transport van en naar de bedrijven heeft een relevant effect op de luchtkwaliteit. Voor de uitbreidin van de nen roeiers eldt dat de normen voor luchtkwaliteit niet moen worden overschreden. Door ebruik te maken van nabehandelinstechnieken en specifieke huisvestinsystemen kunnen nieuwe knelpunten worden voorkomen. Bij verunninverlenin van de uitbreidin wordt etoetst of er wordt voldaan aan de bestaande luchtkwaliteitsnormen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

76 . GELUID.. METHODIEK Extra eluid zou kunnen ontstaan door uitbreidin van bedrijven en de daarmee samenhanende verkeersstromen. De effectbeschrijvin en -beoordelin is edaan op basis van expertbeoordelin van de eluidsspecialist... REFERENTIE De eluidsbelastin in het buitenebied van Nunspeet wordt voornamelijk bepaald door de ararische bedrijven, bestemmins- en dooraand verkeer. De eluidsbelastin van de ararische bedrijven (vooral ventilatoren, laden en lossen) wordt eruleerd met de Wet milieubeheer-verunnin. Hierdoor wordt voorkomen dat op evoelie objecten en terreinen (woninen, scholen, ziekenhuizen, verplehuizen, zorinstellinen en woonwaenstandplaatsen) eluidhinder boven de estelde (voorkeurs-)renswaarde komt. INGREEP De inreep bij het alternatief bestaat uit de herverdelin van productierechten over de nen bedrijven met voldoende milieuruimte. Deze uitbreidin van bedrijven leidt in principe plaatselijk tot extra eluidemissies veroorzaakt door de bedrijfsvoerin en daarmee samenhanende transportbewinen... EFFECTEN In Tabel.0 zijn de effectscores op dit beoordelinscriterium weereven. De toelichtin volt onder de tabel. Tabel.0 Effectscore Geluid Effectparameters Referentie Alternatief Geluidsbelastin (roeiende) bedrijven 0 0 Geluidbelastin (extra) verkeer 0 0 Totaalscore 0 0 Score:++ = zeer positief; + = positief; 0/+ = licht positief; 0 = neutraal; 0/- = licht natief; -= natief; - - = zeer natief GEEN EFFECT OP GELUIDHINDER Toename van de eluidsemissie vanwe bedrijfsvoerin leidt in principe tot een eluidstoename bij woninen. Deze toename is echter erin. Een toename van bijvoorbeeld 0% van de eluidsemissie vanwe bedrijfsvoerin leidt in principe tot een eluidstoename van 0, db(a). Volens de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonerin bedraat voor de omevinstypen rustie woonwijk en rusti buitenebied de hinderafstand tot woninen voor bedrijven waar rundvee efokt of ehouden wordt 0 m, voor varkens eldt een afstand van 0 m. D ararische bedrijven in Nunspeet lien voornamelijk op 0 m van woninen en andere eluidsevoelie bestemminen. Daarnaast kan esteld worden dat in de rel de eurrelevin meer beperkend is voor de ontwikkelinsmoelijkheden voor intensieve veehouderijen. Op plekken waar er voor wat betreft eur voldoende ontwikkelinsmoelijkheden zijn, is de kans op directe eluidhinder klein. Dit betekent dat aanenomen ma worden dat de eluidsbelastin op woninen beperkt is, omdat de nen roeiers over voldoende milieuruimte beschikken. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

77 Mitierende maatrelen Gelet op de effectscores zijn er een mitierende maatrelen op het niveau van het bestemminsplan- noodzakelijk. Hoewel dit niet verwacht wordt kunnen indien noodzakelijk extra emissiebeperkende maatrelen (b.v. eluidsedempte ventilatoren en laden en lossen inpandi) in het kader van de Wm-verunnin worden vooreschreven. Leemte in kennis Er zijn een leemten econstateerd die van invloed zijn op de oordeels- en besluitvormin. De effectscores zijn bepaald op basis van kwantitatieve evens en expertbeoordelin... CONCLUSIE De plaatselijke toename van eluidsemissie is erin en zal niet tot natieve effecten leiden. Volens de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonerin bedraat voor de omevinstypen rustie woonwijk en rusti buitenebied de hinderafstand tot woninen voor bedrijven waar rundvee efokt of ehouden wordt 0 m en 0m voor varkens. De nen ararische bedrijven in Nunspeet die als roeier zijn aanemerkt hebben voldoende milieuruimte, en lien minimaal op 0 m van woninen en andere eluidsevoelie bestemminen. Dit betekent dat aanenomen ma worden dat de eluidsbelastin op woninen beperkt is..0 BODEM EN WATER.0. METHODIEK Het beoordelinkader voor het aspect bodem en water is ericht op drie criteria: Invloed op watersysteem De invloed op het watersysteem wordt op kwalitatieve wijze beoordeeld en beschreven. Het aat hier om de beïnvloedin van het oppervlaktewatersysteem en beïnvloedin van de rondwaterstanden en -stromen. Daarnaast komen tevens eventuele effecten op waterberinsebieden, waterwinebieden/ borinsvrije zone, hydroloische aandachtsebieden aan bod. Invloed op bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit Het voornemen kan zoren voor veranderinen in de kwaliteit van de bodem, rond- en oppervlaktewater. De invloed van het initiatief op de bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit komt kwalitatief aan bod. Hierin worden ook de normen en doelen van de Kaderrichtlijn Water betrokken, evenals andere eventuele effecten op water met ecoloische doelstellinen. Invloed op bodemopbouw en bodembescherminsebieden Inrepen in het planebied hebben moelijk een effect op de kwaliteit van de bodem..0. REFERENTIE Voor het beschrijven van de referentiesituatie is ebruik emaakt van de Wateratlas van de provincie Gelderland. Bodem De bodem in de emeente Nunspeet bestaat voornamelijk uit zand ronden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

78 Afbeeldin. Op de droere delen zijn dit met name Hoe zwarte enkeerdronden, Duinvaaronden en Haarpodzolronden. Op de laere en nattere delen komen Podzolronden en Gooreerdronden voor. In een smalle strook lans de Veluwerandmeren komen Strandwalronden, Weideveenronden, Waardveenronden en Poldervaaronden voor. Op de onderstaande afbeeldin is de bodemopbouw voor Nunspeet openomen. Bodemopbouw Nunspeet In de emeente Nunspeet zijn een bodembescherminsebieden elen. Afbeeldin. Oppervlaktewater en waterberinslocaties Nunspeet lit in het stroomebied van de Hierdense Beek dat door een kleilaa in de onderrond een afzonderlijke hydroloische eenheid vormt. Het stroomebied snijdt diep in het Veluwemassief. Tussen Harderwijk en Elbur wateren door overwend ararisch ebied tientallen kleinere beken en sloten af richtin Veluwemeer. Op de onderstaande afbeeldin zijn zowel de A-wateranen als de locaties die zijn aanewezen als waterberin openomen. Waterberinsebieden emeente Nunspeet De Leuvenumse beek, die over aat in de Hierdense beek, stroomt vanaf Elspeet in de richtin van de Veluwerandmeren. Deze beek is als KRW-lichaam ekarakteriseerd als een sterk veranderd waterlichaam. Dat betekent dat er een onewenste stoffen in het water moen zitten of komen, en dat het water rijk is aan planten- en diersoorten. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

79 Ook wil de KRW een duurzaam ebruik van water bevorderen. Tussen de randmeren en de A zijn meerdere beken elen die eveneens in noordelijke tot noordwestelijke richtin afwateren. De ebieden die zijn aanewezen als waterberin lien rond deze beken en zijn op de bovenstaande afbeeldin openomen. In Gelderland heeft een aantal wateren een zeer hoe ecoloische waarde. Deze wateren stellen hoe eisen aan met name morfoloie, kwaliteit, watervoerendheid en stromin. Deze wateren zijn op de functiekaart aaneduid als: HEN-water (water van het hooste ecoloisch niveau, functie III-). Deze wateren benaderen het meest een natuurlijke situatie. SED-water (water met een specifiek ecoloische doelstellin, functie III-). Deze wateren kennen enie humane beïnvloedin, maar zijn veel waardevoller dan het basisniveau. Op de bovenstaande afbeeldin zijn de HEN- en SED-wateranen, en wateren aaneven. Grondwater De rionale rondwaterstromin is noord- tot noordwestelijk ericht, in de richtin van de Veluwerandmeren. Lokaal kan de rondwaterstromin meer richtin de beken zijn ericht. Afbeeldin. De rondwatertrappen zen wat over de hoote van de rondwaterstand. In de rondwatertrap is zowel de GHG (Gemiddelde Hooste Grondwaterstand) als de GLG (Gemiddelde Laaste Grondwaterstand) zijn in de rondwatertrap verwerkt. Op de onderstaande afbeeldin zijn de rondwatertrappen (Gt) in de emeente Nunspeet weereven. Grondwatertrappen emeente Nunspeet In de onderstaande tabel zijn de GHG en GLG van de diverse rondwatertrappen openomen. Tabel. GHG en GLG diverse rondwatertrappen Gt I II II* III III* IV V V* VI VII VII* GHG (m-mv) <0, <0, 0,- <0, 0,- >0, <0, 0,- 0,- >0, >0, 0, 0, 0, 0, GLG (m-mv) <0, 0,- 0, 0,- 0, 0,-, 0,-, 0,-, >. >, >, >, >, Op de afbeeldin met rondwatertrappen is duidelijk te zien dat de emeente Nunspeet voor een root edeelte in een ebied met lae rondwaterstanden lit. De hoe B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

80 rondwaterstanden komen voor tussen de Veluwerandmeren en de A, alsmede lokaal rondom de beken. In de emeente Nunspeet zijn een rondwaterbescherminsebieden elen..0. EFFECTEN Invloed op watersysteem Natieve effecten op het watersysteem ten opzichte van de referentiesituatie kunnen ontstaan wanneer de roeiende bedrijven een impact hebben op het watersysteem. Vanuit het huidi beleid is echter het uitanspunt dat ontwikkelinen conform de uitanspunten van een duurzaam stedelijk waterbeheer worden erealiseerd. In dit eval eldt dat nieuwe ontwikkelinen (zowel her- als nieuwvestiin) voldoen aan de principes van waterneutraal bouwen en een problemen (bijvoorbeeld wateroverlast) moen veroorzaken op andere plaatsen of in andere tijden (bijvoorbeeld op een later moment). In het buitenebied van de emeente Nunspeet zijn een waterwinebieden of (rond)waterbescherminsebieden elen. De ontwikkelinen van roeiers in het ebied kunnen dusdani worden vormeven dat het de realisatie van waterberin niet in de w staat. In het kader van de duurzame ontwikkelin dient bijvoorbeeld rekenin ehouden worden met: Waarbor afwaterin van achterliend ebied, bren zo nodi duikers of andere kunstwerken aan in wateranen om afwaterin van oppervlaktewater te waarboren. Compenseer toename verhard oppervlak volens eldende rels van het waterschap. Infiltreer of retendeer het hemelwater, al naar elan de lokale bodemkundie en hydroloische moelijkheden. Voer water van nieuw verhard oppervlak (daken, terreinen) niet versneld af naar oppervlaktewater. Verhoo bij te weini ontwaterin het bouwpeil, maar draineer niet en voer een rondwater af. Een andere moelijkheid is de bouwwijze aan te passen (bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen). Omdat het principe van waterneutraal bouwen natieve effecten voorkomt, wordt het roeiscenario als neutraal (0) ten opzichte van de huidie situatie en de autonome ontwikkelin beoordeeld. Invloed op bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit Een duurzame ontwikkelin volens de principes van een duurzaam stedelijk waterbeheer betekent ook dat nieuwe ontwikkelinen een verontreiniinen veroorzaken op andere plaatsen of in andere compartimenten (bodem, water, etc.). Bij de ontwikkelinen (her- en nieuwvestiin) in het buitenebied van Nunspeet wordt hierop inespeeld door bij nieuwe ontwikkelinen vervuild hemelwater niet direct in contact te laten komen met oppervlaktewater. Het door vervoersbewinen vervuilde hemelwater dient via een zuiverende voorzienin verwerkt te worden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

81 Ook dient er voorkomen te worden dat er emissies van (mest-)stoffen naar het oppervlakteen rondwater plaats vindt. Dit wordt voorkomen door waar nodi vloeistofdichte vloeren toe te passen. Bij nieuwe ontwikkelinen rond HEN- en SED-wateren wordt extra aandacht besteed aan het voorkomen van natieve effecten op de waterkwaliteit. Uitanspunt is dat natieve effecten voorkomen worden. Hetzelfde eldt voor het KRW-lichaam van de Hierdense Beek/Leuvenumse Beek. Uitanspunt is dat bij nieuwe ontwikkelinen natieve effecten op de fysische en ecoloische kwaliteit van dit waterlichaam wordt voorkomen en dat de nieuwe ontwikkelinen niet de realisatie van de doelen, die vanuit de KRW zijn esteld aan het waterlichaam, belemmeren. Omdat verontreiniin van bodem, rondwater en oppervlaktewater wordt voorkomen, wordt het roeiscenario als neutraal (0) beoordeeld ten opzichte van de huidie situatie en autonome ontwikkelin. Invloed op bodemopbouw en bodembescherminsebieden In het buitenebied van Nunspeet zijn een bodembescherminsebieden elen. Het verwijderen, uitbreiden of ontwikkelen van bebouwin heeft weini invloed op de bodemopbouw in het buitenebied van Nunspeet. Het effect op het landschappelijke waarden die verbonden zin met de zichtbaarheid van de eomorfoloische waarden is beschreven onder pararaaf landschap. Aanenomen wordt dat bodem op het abstractieniveau van dit plan-mer een onderscheidend aspect is. Dit omdat de bodem niet zwaar verraven dient te worden en de in te plaatsen dan wel uit te breiden intensieve veehouderijbedrijven vloeistofdichte vloeren of andere voorzieninen dienen te realiseren, zodat eventuele ontwikkelinen niet leiden tot aantastin van de bodem. In het kader van ruimtelijke procedures en milieuverunninen zal het effect van een uitbreidin van een intensieve veehouderij op de bodem specifiek in beeld worden ebracht. Omdat de her- en nieuwvestiin van bedrijven een effecten op de bodem veroorzaken wordt het roeiscenario als neutraal (0) beoordeeld ten opzichte van de huidie situatie en autonome ontwikkelin. Tabel. toont de effectscores voor de aspecten van het criterium bodem en water. Tabel. Effectscore bodem en water Aspect Referentie Intensieve veehouderij Watersysteem bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit bodemopbouw en bodembescherminsebieden Totaal bodem en water B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

82 Mitierende en compenserende maatrelen Maatrelen die moelijke effecten mitieren of compenseren zijn reeds bij de effectbeoordelin meenomen omdat deze reeds verankerd zijn in het huidie beleid. Nieuwe ontwikkelinen (her- of nieuwvestiin) dient aan dit beleid te voldoen. Mitiatie of compensatie wordt hiermee ewaarbord. Leemten in kennis en informatie Er zijn een leemten in kennis en informatie econstateerd die van invloed zijn op de oordeels- en besluitvormin. De effectscores zijn bepaald op basis van expert judement..0. CONCLUSIE Huidi beleid en wetevin voorkomen dat er natieve effecten zullen ontstaan op waterkwantiteit, waterkwaliteit en bodem. Nieuwe ontwikkelinen (her- en nieuwvestiin) dienen aan het huidie beleid en de huidie wetevin te voldoen. Om deze reden is effect van de voorenomen ontwikkelin in het buitenebied van Nunspeet op de aspecten bodem en water als neutraal (0) beoordeeld.. GEZONDHEID.. TOELICHTING Het berekenen van de te verwachten effecten op de ezondheid op basis van dosis-effect relaties is niet zinvol omdat het bestemminsplanbesluit een alemeen ontwikkelinskader biedt voor intensieve veehouderijen. Door de vele aannames waarop de varianten zijn ebaseerd wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat er per bron (IV-bedrijf) voldoende betrouwbare blootstellinevens zijn. Uit het informatieblad Intensieve veehouderij en ezondheid van de GGD en Brabant en Zeeland (januari 00) blijkt dat voor de componenten eur, fijn stof en Q-koorts een effect op het ezondheidsrisico te verwachten is in de alemene leefomevin. Voor de componenten endotoxinen, influenza en MRSA is het onduidelijk of effect optreedt vanwe het ontbreken van blootstellinevens op leefomevinniveau. In bijlae wordt nader inaan op onder andere bioloische aentia in relatie tot de intensieve veehouderij. Deze bijlae aat tevens uitebreider in op dit aspect. De ezondheidsaspecten voor eur en fijn stof worden behandeld in respectievelijk pararaaf. en.. Onder het aspect eur wordt de leefkwaliteit behandeld en fijn stof blijft in alle evallen onder de wettelijke normen. Mitierende en compenserende maatrelen De schaalverrotin in de intensieve veehouderij betekent niet alleen een verslechterin van de ezondheidsrisico s. Bij nieuwbouw van veehouderijbedrijven kunnen maatrelen worden enomen die een aantal dreiinen voor de volksezondheid kunnen beperken. Ook via de bedrijfsvoerin kunnen risico s worden beperkt (bron: brief van het Ministerie van Volksezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede kamer; kenmerk: PG/ZP-00; d.d. mei 00). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

83 Leemten in kennis en informatie Door het rote hiaat in kennis over intensieve veehouderij en ezondheidsrisico s is vooralsno een passende beoordelin te even voor het alternatief en scenario... CONCLUSIE De ezondheidsaspecten voor eur en fijn stof zijn al behandeld in dit rapport. Onder het aspect eur wordt de leefkwaliteit behandeld en fijn stof blijft in alle evallen onder de wettelijke normen. Door het rote hiaat in kennis over intensieve veehouderij en ezondheidsrisico s is vooralsno een passende beoordelin te even voor het alternatief en scenario. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

84 HOOFDSTUK Verelijkin alternatieven. SAMENVATTING EFFECTEN Tabel. Totaaloverzicht effectscores Tabel. eeft een totaaloverzicht van de effectscores. Onder de tabel zijn de effectscores nader toelicht. Thema Aspect Referentie Alternatief Natuur en Depositie stikstof natura 000-ebieden 0 0/+ ammoniak Depositie stikstof EGS-ebieden 0 0/+ Overie Verdroin 0 0 effecten natuur Bouwactiviteiten en beschermde soorten 0 0 Geurhinder Binnen de bebouwde kom (aantal eurevoelie 0 0/+ objecten) Buiten de bebouwde kom (aantal eurevoelie 0 0/+ objecten) Landschap en Geomorfoloie 0 - cultuurhistorie Karakter van ebieden 0 - Historische bouwwerken 0 0/- Archeoloie Verstorin van verwachte archeoloische waarden 0 0/- Verstorin van bekende archeoloische waarden 0 0/- Verkeer Verkeersafwikkelin 0 0/- Verkeersveiliheid 0 0/- Luchtkwaliteit Fijn stof (PM 0 ) 0 0 Geluid Geluidsbelastin (roeiende) bedrijven 0 0 Geluidbelastin (extra) verkeer 0 0 Bodem en Watersysteem 0 0 Water bodemkwaliteit, rond- en oppervlaktewaterkwaliteit 0 0 bodemopbouw en bodembescherminsebieden 0 0 Gezondheid n.v.t. n.v.t. Score:++ = zeer positief; + = positief; 0/+ = licht positief; 0 = neutraal; 0/- = licht natief; -= natief; - - = zeer natief B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

85 GEEN SIGNIFICANT EFFECT DEPOSITIE STIKSTOF Natuur en ammoniak De veranderinen in stikstofemissie en depositie, die op basis van het alternatief worden veroorzaakt, hebben een sinificant effect op Natura 000-ebieden, noch op Beschermde Natuurmonumenten en EHS-ebieden. GEEN SIGNIFICANT NEGATIEVE EFFECTEN VERDROGING OP N-000 EN EHS-GEBIEDEN Overie effecten natuur Voor verdroin kan esteld worden dat wijziinen in ararische rondwateronttrekkinen in Natura 000-ebied hier een invloed op hebben, waardoor een (sinificant) natieve effecten optreden. Voor verdroin van EHS-ebied eldt hetzelfde, aanezien de EHS in en rond het planebied vrijwel eheel samenvalt met Natura 000, zowel in ruimtelijke zin als wat de wezenlijke kenmerken en waarden betreft. EFFECTEN OP SOORTEN ONBEKEND Als op de bouwblokken/zones voor her- en nieuwvestiin van bedrijven bijzondere of beschermde planten- of diersoorten voorkomen, kunnen natieve effecten optreden. De exacte locatie waar derelijke activiteiten binnen het planebied plaats zullen vinden, is in de huidie fase van de planvormin onbekend. Deze informatie is echter noodzakelijk om de effecten op soorten te kunnen bepalen. Wetevin en de komende planvorminsprocedures aranderen echter dat hier in een later fase wel onderzoek naar edaan zal worden. GEEN EFFECT RECREATIE EN TOERISME OP N-000- GEBIED VELUWE De recreatieve invloed op het Natura 000-ebied Veluwe wordt beperkt door de natuureffectboekhoudin, welke is opesteld in het kader van het project Groei & Krimp. Deze beleidslijn heeft als uitanspunt dat de totale verstorin door verblijfsrecreatie in het Natura 000-ebied Veluwe minimaal hetzelfde blijft en waar moelijk vermindert. De recreatieve ontwikkelinen in Nunspeet voldoen hieraan, zodat ze per definitie een sinificant natieve effecten hebben op het Natura 000-ebied Veluwe en de EHS die rotendeels met dit ebied samenvalt. GEEN EFFECTEN RECREATIE EN TOERISME OP N-000- GEBIED VELUWERANDMEREN LICHT POSITIEF EFFECT VOOR GEURHINDER Voor het beoordelen van effecten op het Natura 000-ebied Veluwerandmeren kan worden volstaan met aan te sluiten op de conclusie dat de vrijheid om te kiezen tussen verschillende soorten kampeermiddelen een evolen heeft voor de recreatiedruk op de omliende natuurebieden. Geurhinder In het buitenebied neemt de indicatieve achterrondbelastin ten westen van Elspeet en ten oosten van Hierden af. Daar tenover staat dat ten noordwesten van Nunspeet de indicatieve eurbelastin licht toeneemt. Voor zowel binnen als buiten de bebouwde kom is de eursituatie in het alternatief intensieve veehouderij beter ten opzichte van de referentiesituatie, doordat de roeiers in een ebied met voldoende milieuruimte eplaatst zijn, en de stoppers zoren voor een verbeterin van de luchtkwaliteit in de buurt van eurevoelie objecten. Gezien de lichte vooruitan is het alternatief intensieve veehouderij licht positief beoordeeld. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

86 NEGATIEVE EFFECTEN OP LANDSCHAPPELIJKE EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN LICHT NEGATIEF EFFECT OP ARCHEOLOGISCHE WAARDEN LICHT NEGATIEF EFFECT OP VERKEERSAFWIKKELING EN -VEILIGHEID GEEN NEGATIEF EFFECT OP LLUCHTKWALITEIT GEEN NEGATIEVE EFFECTEN DOOR GELUIDSEMISSIE. GEEN EFFECT OP BODEM EN WATER GEEN BEOORDELING MOGELIJK DOOR HIAAT IN KENNIS Landschap en Cultuurhistorie De uitbreidin van rootschalie ararische bebouwin kan duidelijk natieve effecten op de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het ebied ten noorden van Hulshorst en Nunspeet hebben. Zorvuldie locatiekeuze ondersteund door een beeldkwaliteitsplan kan van sterke invloed zijn op de effecten en lijkt in dit ebied het belanrijkste instrument voor behoud van de landschappelijke karakteristieken. Archeoloie Het roeiebied is voor een deel elen in een ebied met een middelhoe tot hoe verwachtinswaarde. Daarnaast bevat dit ebied tientallen vindplaatsen, waarvan slechts enkele zich bevinden op een afstand van circa 00 meter van als roeiers bestempelde bedrijven. Om die reden is het aspect archeoloie licht natief beoordeeld. Verkeer Door plaatselijke roei van het vrachtverkeer heeft het alternatief een erin effect op de verkeersafwikkelin en veiliheid. Er zullen met name meer conflicten tussen vracht- en lanzaam verkeer ontstaan. Luchtkwaliteit Binnen het planebied is een sprake van overschrijdin van de fijn stof normen in de referentiesituatie. Het transport van en naar de bedrijven heeft een relevant effect op de luchtkwaliteit. Voor de uitbreidin van de nen roeiers eldt dat de normen voor luchtkwaliteit niet moen worden overschreden. Door ebruik te maken van nabehandelinstechnieken en specifieke huisvestinsystemen kunnen nieuwe knelpunten worden voorkomen. Bij verunninverlenin van de uitbreidin wordt etoetst of er wordt voldaan aan de bestaande luchtkwaliteitsnormen. Geluid De plaatselijke toename van eluidsemissie is erin en zal niet tot natieve effecten leiden. Volens de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonerin bedraat voor de omevinstypen rustie woonwijk en rusti buitenebied de hinderafstand tot woninen voor bedrijven waar rundvee efokt of ehouden wordt 0 m en varkens 0 m.. De nen ararische bedrijven in Nunspeet die als roeier zijn aanemerkt hebben voldoende milieuruimte, en lien minimaal op 0 m van woninen en andere eluidsevoelie bestemminen. Dit betekent dat aanenomen ma worden dat de eluidsbelastin op woninen beperkt is. Bodem en Water Huidi beleid en wetevin voorkomen dat er natieve effecten zullen ontstaan op waterkwantiteit, waterkwaliteit en bodem. Nieuwe ontwikkelinen (her- en nieuwvestiin) dienen aan het huidie beleid en de huidie wetevin te voldoen. Om deze reden is effect van de voorenomen ontwikkelin in het buitenebied van Nunspeet op de aspecten bodem en water als neutraal beoordeeld. Gezondheid De ezondheidsaspecten voor eur en fijn stof zijn al behandeld in dit rapport. Onder het aspect eur wordt de leefkwaliteit behandeld en fijn stof blijft in alle evallen onder de wettelijke normen. Door het rote hiaat in kennis over intensieve veehouderij en ezondheidsrisico s is vooralsno een passende beoordelin te even voor het alternatief en scenario. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

87 . VOORZET EVALUATIEPROGRAMMA DEPOSITIEBANK VOOR AMMONIAK Om inzicht te krijen in de effecten op natuur is een oede monitorin van de milieuebruiksruimte en de evolen van ontwikkelinen en maatrelen daarop essentieel. Bovendien maakt een oede monitorin inzichtelijk hoe de milieuebruiksruimte voor de verschillende milieuaspecten verandert. Dit biedt bruikbare informatie voor toekomstie ontheffinen en vrijstellinsbesluiten. Om hieraan temoet te komen is de provincie Gelderland van plan om een depositiebank voor ammoniak op te zetten. Bij een depositiebank worden milieuverunninen van stoppende ararische bedrijven inetrokken en wordt de depositie, veroorzaakt door deze bedrijven, openomen in de depositiebank. Deze depositie komt vervolens ten oede aan ararische bedrijven die willen uitbreiden. Met het opzetten van een depositiebank worden ook reconstructiedoelen ondersteund, zoals het beleiden van intensieve veehouderij om te verplaatsen vanuit extensiverinsebieden naar duurzame locaties en het opstellen van bedrijfsplannen in het kader van het Besluit huisvestin.. AANBEVELINGEN De verkeersafwikkelin in het ebied met uitbreidinsruimte verdient aandacht. Dit omdat hier de wen extra zullen worden belast en schoolaande jeud en recreanten ebruik maken van de wen. Voorkomen moet worden dat meer overlast op aat treden. Dit kan door verkeersbeleid en eventueel waanpassinen, ericht op afwikkelin van het (vracht)verkeer van en naar het betreffende ebied. De emeenten kunnen toezien op een oede uitvoerin van plannen en een oede leefomevin door juist invullin te even aan de controlerende en handhavende functie. Door controle en handhavin kan zeker milieuwinst eboekt worden. Het beleid ten aanzien van ammoniak en Natura000 krijt no estalte. De emeente wordt aaneraden oed met de andere instanties (met name LNV en provincie) af te stemmen. Het kan nodi zijn om een vorm van salderin (zie pararaaf., depositiebank voor ammoniak) vast te len in het bestemminsplan. Afstemminsoverl Depositiebank Stikstof (Utrecht, mei 00) B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

88 BIJLAGE Lijst met afkortinen Besluit huisvestin db ECN EHS IPCC IV LOG MER NGE NIBM-tool OU Plan-MER PM PM0 PM, RvR VAB Wav Besluit ammoniakemissie huisvestin veehouderij. Het besluit stelt veehouderijen verplicht om emissiearme stallen te bouwen en bevat zoeheten maximale emissiewaarden. Decibel Enerieonderzoek Centrum Nederland Ecoloische hoofdstructuur Interovernmental panel on climate chane Intensieve veehouderij Landbouwontwikkelinsebied Milieueffectrapportae Nederlandse rootvee eenheid; een maat voor de economische omvan van bedrijfsactiviteiten Niet In Betekende Mate tool. Een rekenproramma waarmee een worst case situatie wordt berekend voor de bijdrae van het extra verkeer als evol van een plan op de luchtkwaliteit. Odeur Units (Wet eurhinder en veehouderij) Milieu effect rapportae van plannen Particulate matter; fijn stof Particulate matter; fijn stof deeltjes met een doorsnede van 0 μm Particulate matter; fijn stof deeltjes met een doorsnede van, μm Rood voor Rood Vrijkomende ararische bebouwin Wet ammoniak en veehouderij B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

89 BIJLAGE Toelichtin diverse wetevinen Naast de in hoofdstuk beschreven Wet eurhinder veehouderij en de Natuurbescherminswet zijn er no meer wetten van belan voor het op te stellen bestemminsplan en dus ook voor dit plan-mer. Voor enkele vindt u onderstaand een korte toelichtin. Deze zijn tevens openomen in de tabel in pararaaf xx. IPPC-richtlijn De IPPC richtlijn (Intrated Pollution Prevention Control) is een Europese richtlijn inzake de eïntreerde preventie en bestrijdin van verontreiniin. De IPPC richtlijn verplicht de lidstaten van de EU om rote milieuvervuilende bedrijven te ruleren middels een intrale verunnin ebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT). Een edeelte van de intensieve veehouderijbedrijven valt onder de werkinssfeer van de richtlijn. Het betreft bedrijven met dieraantallen hoer dan: plaatsen voor pluimvee..000 plaatsen voor mestvarkens. 0 plaatsen voor zeuen. IPPC omevinstoets ammoniak en veehouderij Door het ministerie van VROM is de Beleidslijn IPPC-omevinstoets ammoniak en veehouderij ontwikkeld. Deze beleidslijn is bedoeld als handreikin voor het uitvoeren van de omevinstoets die op rond van de IPPC richtlijn voor ammoniakemissie dient te worden uitevoerd. De beleidslijn eeft het volende aan: Bij uitbreidin kan worden volstaan met toepassin van BBT zolan de emissie niet méér bedraat dan.000 k ammoniak per jaar. Bedraat de ammoniakemissie meer dan.000 k ammoniak per jaar na uitbreidin, dan dient een extra reductie ten opzichte van BBT te worden erealiseerd op het uit te breiden edeelte. De mate van reductie hant af van de uitanssituatie (de mate waarin BBT de ammoniakemissie reduceert) en de beschikbaarheid van verderaande technieken in de betreffende diercatorie (BBT+). Bedraat de jaarlijkse ammoniakemissie na uitbreidin met toepassin van BBT (tot.000 k) en verderaande technieken (vanaf.000 k) daarna no meer dan k, dan dient boven het meerdere een reductie van circa % te worden erealiseerd (BBT++). Wet luchtkwaliteit 00 De luchtkwaliteit is afhankelijk van de mate van verontreiniin door diverse luchtverontreiniende stoffen waarbij de voornaamste bronnen van luchtverontreiniin het wverkeer, industriële bronnen en de landbouw zijn. Voor intensieve veehouderij is alleen fijn stof (PM0) een relevante stof. In de Wet luchtkwaliteit is de volende renswaarde voor fijn stof concentratie openomen: /m als jaaremiddelde concentratie. 0 /m als uuremiddelde concentratie waarbij eldt dat deze maximaal maal per kalenderjaar ma worden overschreden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

90 Het ministerie van VROM hanteert een twee sporen-beleid om de fijn stof-problematiek in de landbouw op te lossen. Deze zijn het saneren van bestaande overschrijdinen en het voorkómen van nieuwe overschrijdinen. Het voorkómen van nieuwe overschrijdinen is een belanrijk uitanspunt bij de verdere invullin van het buitenebied. Met verunninverlenin houdt de emeente rekenin met de nieuwste wet- en relevin met betrekkin tot fijn stof. Er wordt door VROM ewerkt aan het opstellen van een toetsinskader, verspreidinsmodel en handreikin fijn stof in de landbouw. Het is no onduidelijk wanneer het toetsinskader en verspreidinsmodel voldoende zijn ontwikkeld om te worden ebruikt. Wet ruimtelijke ordenin De Wet ruimtelijke ordenin (Wro) draat bij aan vereenvoudiin en versnellin van procedures en beroepsprocedures. Ook zal er scherpere handhavin zijn door betere toezichts- en handhavinsmoelijkheden, uitbreidin van het instrumentarium, koppelin aan het strafrecht en door de moelijkheid tot inrijpen als emeenten hun taak onvoldoende uitoefenen. Vooral door de moelijkheid van het opnemen van milieunormen in het bestemminsplan en het verordenend karakter van ebruiksrels worden nieuwe wen eopend voor de beschermin van het lokale milieu. De klassieke lijn dat er een sterke scheidin bestaat tussen het stelsel van milieubeheer en ruimtelijke ordenin wordt hiermee eniszins doorbroken. In de opzet van de Wro lt de emeente haar beleid vast in een structuurvisie en worden de planoloische moelijkheden concreet beschreven in bestemminsplannen. Wet eluidhinder De Wet eluidhinder aat over eluid dat veroorzaakt wordt door wen, spoorwen en ezoneerde industrieterreinen. In de wet is aaneven welke eluidsnormen er elden voor o.a. de bouw van nieuwe woninen en het wijzien van (spoor)wen binnen de invloedssfeer van eluidsbronnen. De Wet eluidhinder kent een aantal brippen, namelijk: Voorkeursrenswaarde. Maximale ontheffinswaarde. Geluidsevoelie bestemminen. De voorkeursrenswaarde is de eluidsbelastin die altijd toelaatbaar is op de evel van de eluidsevoelie bestemmin. De maximale ontheffinswaarde is de eluidsbelastin die na toestemmin van het colle van B&W maximaal toelaatbaar is op de evel. Een eluidsevoelie bestemmin is een functie die eschikt is voor woondoeleinden, zordoeleinden en onderwijsdoeleinden. Dierenwelzijn Op locaties waar vestiin en ontwikkelin van intensieve veehouderij plaatsvindt, dient in verband met het tenaan van verspreidin van dierziekten voldoende afstand tussen nieuwe bouwblokken en bestaande bouwblokken te worden aanehouden. Vanuit verschillende partijen worden hiervoor verschillende richtlijnen en adviezen even: De NVV (Nederlandse Vereniin van Varkenshouders) adviseert een afstand van minimaal 00 meter tussen de bouwblokken. De Gezondheidsdienst voor Dieren adviseert een zo root moelijke afstand (het liefst 00 m) aan te houden tussen de bedrijven, hoe roter hoe minder makkelijk de verspreidin van dierziekten verloopt. Echter voor varkensfokkerijen en vermeerderinsbedrijven met een SPF status is een minimale afstand van 00 m (00 m B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

91 met filters) verplicht om deze status te verkrijen. De SPF status is een keurmerk voor bedrijven die een bepaald aantal ziektekiemen niet in hun bestand hebben. Ook voor rootouderbedrijven in de pluimveesector wordt deze afstand eadviseerd. Aanvullend hierop dient vanuit het aspect eur (Wet Geurhinder en Veehouderij) een afstand van meter tussen de bouwblokken en 0 meter tussen het emissiepunt en de naastelen bedrijfswonin (van naastelen bedrijf) te worden aanehouden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

92 BIJLAGE Beleidskader Europees beleid en relevin In onderstaande tabel is aaneven welk beleid en relevin van toepassin is voor de emeente Nunspeet. Europese relinen zijn over het alemeen nader uitewerkt op landelijke en/of rionaal niveau. Tabel. Europees beleid en relevin. Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet Kaderrichtlijn Water (KRW) Kwaliteitsverbeterin oppervlakte- en rondwater ericht op oede chemische en ecoloische toestand. Diverse beken vallen binnen de renzen van de emeente Nunspeet. Reeds enoemd is de Hierdense beek. Invloed van het voornemen op de waterkwaliteit is niet wenselijk. Voel- en Habitatrichtlijn (Natura 000) Vormin van een Europees ecoloisch netwerk: Natura 000. Een deel van de brensde Natura 000-ebieden Veluwe en Randmeren valt in het planebied. Hierdoor kan het bestemminsplanbesluit van invloed zijn de Natura 000, bijvoorbeeld door de externe werkin van ammoniakemissie uit stallen. Verdra van Malta Beschermin van archeoloisch erfoed. Zandwinnin en kleinschalie verravinen kunnen invloed hebben op het bodemarchief. Ook bij bouwwerkzaamheden zijn de archeoloische waarden van belan. Waterwet De Waterwet relt het beheer van oppervlaktewater en rondwater, en verbetert ook de samenhan tussen waterbeleid en ruimtelijke ordenin. In deze wet zijn voormalie wetten openomen en is op dec. 00 in werkin etreden. Nieuwe activiteiten kunnen invloed hebben op rond- en oppervlaktewater. Landelijke beleid en relevin Onderstaande tabel eeft inzicht in landelijke kaders. Tabel. Landelijke wettelijke en beleidskader. Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet Natuurbescherminswet Nederlandse implementatie van de ebiedsbeschermin uit Voel- en Habitatrichtlijn Beschermde Binnen de brenzin van het planebied bevinden zich twee Natura 000-ebieden en een Beschermd Natuurmonument. Natuurmonumenten. Flora- en faunawet Nederlandse implementatie van de soortenbeschermin uit Voel- en Habitatrichtlijn. Bij concrete vaststellin en / of uitvoerin van deelplannen zijn moelijk ontheffinen aan de orde. Beschikbare informatie uit een lopende B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

93 Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet natuurinventarisatie zal benut worden in het plan-mer. Wet Bodembeschermin, Besluit Bodemkwaliteit Beschermin en sanerin. Voorwaarden voor verrichten van handelinen in of op de bodem. Bij uitwerkin van waterberin dient aandacht besteed te worden aan de moelijke verontreiniin door slib. Ook bij zandwinnin dient hier rekenin mee ehouden te worden. Luchtkwaliteit, Wet Milieubeheer Geen overschrijdin van renswaardes voor stoffen die in deze wet zijn benoemd. Met Toetsin aan wettelijke normen voor fijn stof in het planebied is noodzakelijk. name fijn stof en stikstofdioxide kunnen van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Wet eluidhinder Doel is het voorkomen of beperken van eluidhinder. Geluidstoe- of afname zal in het plan- MER erelateerd worden aan de eluidevoelie catorieën: bebouwde kom, eluidevoelie ebouwen en terreinen, woninen en stiltebieden. Wet op de Archeoloische monumentenzor (00) Behoud archeoloische monumenten. Op emeentelijk niveau is reeds beleid opesteld om moelijke aantastin te beperken. Een verwachtinskaart voor archeoloische en cultuurhistorische waarden maakt hier onderdeel van uit. Wet ruimtelijke ordenin Dierenwelzijn AMvB Ruimte (concept) Natuur voor mensen, mensen voor natuur Ontwerp Nationaal Waterplan (voorheen e Nota Waterhuishoudin), Watervisie, Nationaal Bestuursakkoord Water IPPC-richtlijn IPPC omevinstoets ammoniak en Oa beschermin van het lokale milieu. Tenaan van verspreidin van dierziekten Vanuit een concreet nationaal belan een oede ruimtelijke ordenin bevorderen. Natuur beter bereikbaar en toankelijk maken voor de mens én beter beschermen en ontwikkelen. Veiliheid, ezonde en veerkrachtie watersystemen, duurzaam ebruik van water, klimaatbestendiheid, mensen meer betrekken bij water, EHS en beekherstel. Rulerin rote milieuvervuilende bedrijven Rulerin invloed ammoniak Beschrijvin van planoloische moelijkheden in bestemminsplan Buitenebied. Dit is oa van toepassin voor de intensieve en rondebonden veehouderij in de emeente Nunspeet. Het Groen blauwe raamwerk (EHS en waardevolle openebieden) dienen overenomen te worden in bestemminsplannen. Bereikbaarheid en belevin door de mens, alsmede beschermin en ontwikkelin van natuur zijn belanrijke doelen in het bestemminsplan. Het voornemen ma een natieve effecten opleveren op onder andere waterberin, waterretentie, het tenaan van verdroin en verbeterin van de waterkwaliteit. Een deel van de intensieve veehouderij valt hier ook onder. Veehouderij is erelateerd aan de uitstoot van ammoniak. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

94 Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet veehouderij Besluit huisvestin ammoniak en veehouderij Met dit besluit wordt invullin even aan het alemene emissiebeleid voor heel Nederland. Het besluit bepaalt dat dierenverblijven, waar emissie-arme huisvestinssystemen voor beschikbaar zijn, op den duur emissie-arm moeten zijn uitevoerd. Van toepassin op de intensieve veehouderij in de emeente Nunspeet. De volende wetten zijn nader toelicht in bijlae : IPPC-richtlijn. Wet luchtkwaliteit 00. Wet ruimtelijke ordenin. Wet eluidhinder. Dierenwelzijn.. Provinciaal, rionaal en emeentelijk niveau Met welke kaders dient rekenin ehouden te worden op provinciaal, rionaal en emeentelijk niveau? Onderstaande tabel eeft hierin inzicht. Tabel. Provinciaal en rionaal kader. Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet Streekplan Gelderland (00) Alemeen beleidskader voor ruimtelijke ontwikkelinen betrekken in de uitwerkin van het planebied. Centraal staat de versterkin van de ruimtelijke kwaliteit met vanuit de provincie het accent op natuur en water. Voor de emeente zijn er moelijkheden in het multifunctionele ebied. Voor het planebied is het van belan om moelijke aantastin van landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, archeoloische en/of aardkundie waarden in beeld te brenen. Reconstructieplan Veluwe (00) Aanpak van de ruimtelijke en milieuproblematiek middels Het Reconstructieplan is de aanleidin voor dit plan-mer (zie..). functieveranderinen in het landelijk ebied, om daarmee de maatschappelijke vraa naar bepaalde functies, zoals natuur, waterberin, recreatiemoelijkheden en landschap meer in balans te brenen met de economische activiteiten in het landelijk ebied. Concept provinciale verordenin Een oede ruimtelijke ordenin bevorderen. Zoals al aaneven bij de Nota Ruimte dient het roen blauwe raamwerk overenomen te worden in bestemminsplannen. Ook op provinciaal niveau is dat vasteld. Waterplan Gelderland 00-0 Voor waterschappen en emeenten zijn de provinciale hoofdlijnen richtinevend voor Waterberin, waterretentie, het tenaan van verdroin, verbeterin van waterkwaliteit en beekherstel B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

95 Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet de uitvoerin van hun waterbeleid en projecten: Duurzame watervoorzienin, draen bij aan de waterdoelen. Natieve beïnvloedin van de waterdoelen is niet wenselijk. verbeteren waterkwaliteit, ontwikkelen EVZ en beekherstel. Watertoets In vrotijdi stadium wateraspecten volwaardi mee laten wen in ruimtelijke plannen. De Watertoets biedt richtlijnen waardoor de functies rood (wonen en werken), roen (natuur, landschap en recreatie) en blauw (water) optimaal in balans zijn. Het speelt een rol bij de ontwikkelin van functies en waterschapsbelanen zoals ruimteclaims voor waterberin, ecoloische verbindinszones, beekherstel, waterkerinen. Verbeterin waterkwaliteit en meervoudi ruimtebruik krijen hierbij expliciete aandacht. Concept beheerplan Veluwe Nota recreatie nachtbeleid emeente Nunspeet (00) Landschapsontwik kelinsplan Nunspeet Verkeersplannen emeente Nunspeet (oa Verkeersveiliheid splan) Gemeentelijk eurbeleid Gemeentelijk beleid archeoloie Concept-notitie nieuwe landoederen emeente Huidie situatie, visie, doelen en maatrelen vaststellen om de ewenste natuurkwaliteiten te behouden. Ruleren recreatieve verblijfsmoelijkheden in de emeente Nunspeet. Gemeentelijk beleid voor de ontwikkelin van een kwalitatief hoowaardi landschap. Ruimtelijk beleid voor het verkeer en de infrastructuur ten behoeve van onder andere doorstromin en veiliheid. Gemeenten kunnen op rond van de Wet eurhinder en veehouderij eien normen stellen. Behoud archeoloische monumenten op basis van de archeoloische waardekaart. Inzicht in randvoorwaarden en procedure voor ontwikkelin nieuwe landoederen. Niet in alle evallen is een watertoets noodzakelijk. Indien dit het eval is, is dat aaneven bij de effecten. De stikstofdepositie door de intensieve veehouderij kan invloed hebben op het behalen van de doelen voor Natura 000. Er sprake is van een wijziin van de moelijkheden rond recreatiewoninen en kampeermiddelen. In dit plan-mer wordt beoordeeld hoe de liberaliserin zich verhoudt tot de Natura 000- doelstellinen. Hierin zijn onder andere de visueelruimtelijke karakteristieken van het landschap in de emeente weereven. Aandachtspunten worden meenomen in dit plan-mer. Uitanspunten worden meenomen in het plan-mer. Daarbij wordt onder andere aandacht besteed aan het 0 km/uur-beleid voor het buitenebied. In het plan-mer zal worden uitaan van de normen van de emeente Nunspeet De archeoloische waardekaart wordt openomen in het ontwerp bestemminsplan. Er zijn moelijkheden in een deel van het planebied. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

96 Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet Nunspeet BMC advies: een visie op kamperen in Nunspeet (00) Het opstellen van een nota kampeerbeleid, welke beleid- en toetsinskaders biedt voor ontwikkelinen op Het nieuwe kampeerbeleid wordt vormeven in het bestemminsplan. Eventuele effecten zijn openomen in voorliend plan-mer. het ebied van kamperen binnen de emeente Nunspeet en de basis vormt voor implementatie binnen bestemminsplannen en moelijk de APV. Groei en krimp Kwantitatief: aantal ha verblijfsrecreatie op de Veluwe elijk houden. Dit beleid is ook van toepassin voor recreatiebedrijven in de emeente Nunspeet. Kwalitatief: kwaliteitsverbeterin in het toeristisch recreatieve product én in de natuurkwaliteit van de Veluwe. Nota van Uitanspunten Betreft bouwstenen voor het bestemminsplan. De notitie over de reikwijdte en detailniveau is telijkertijd en in nauw overl met de Nota van Uitanspunten ontwikkeld. Beleidskader eluid en bestemminsplan nen (00) Het beleidskader maakt het moelijk om eluidsnormen voor nieuwe/ewijzide situaties af te stemmen op de aard en de functie van het ebied in het kader van de Wet eluidhinder, en in het kader van de Wro (bijvoorbeeld bij ontwikkelinen lans 0 km/h wen waar de Wh niet van toepassin is). Er wordt in het beleid inaan op de relatie tussen verkeerslawaai en een oed woon- en leefklimaat. Er worden handvatten even voor de beoordelin van het woon- en leefklimaat. Wanneer woninbouw door dit bestemminsplan moelijk wordt emaakt dichter bij een w/spoorw, wordt etoetst aan het beleidskader. Extern Veiliheidsbeleid Rio Noord- Veluwe (vastesteld au. 00) Streven naar een beheersbare externe veiliheidssituatie. Het beleid biedt een kader voor externe veiliheidserelateerde beslissinen. Het is een uitwerkin van de wettelijke kaders zoals deze elden voor externe veiliheid. Het beleid focust vooral op nieuwbouw, maar eeft ook richtin aan vervanende nieuwbouw. De emeente neemt bij besluiten in het kader van ruimtelijke ordenin het externe veiliheidsbeleid in acht. Streekplanuitwerk in Rio Noord- Veluwe Via herebruik en/of functieveranderin van vrijekomen of vrij te komen Dit beleid is ook van toepassin voor de ararische bedrijven in het buitenebied B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

97 Kader Doel Positie planebied emeente Nunspeet Functieveranderin ararische bedrijfsebouwen de leefbaarheid in het landelijk ebied te verhoen (zie onderstaand tekstkader). B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

98 BIJLAGE Aantal bedrijven en NGE s in Nunspeet Op basis van het Web-BVB (Bestand Veehouderij Bedrijven) van de provincie Gelderland is de actueel verunde situatie van veehouderijbedrijven in de emeente Nunspeet vertaald naar een kaart en een tabel. Mutaties in 00 zijn niet doorevoerd. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

99 Aantal ne per reconstructiewetzone en per soort Intrale zonerin Waarvan Waarvan Ne Ne Ne Ne Ne Ne Aantal ne ne rundvee varkens kippen paarden overi totaal kalveren intensief Alle bedrijven Verwevinsebied Extensiverinsebied Stedelijk ebied Totaal 0 0 Bedrijven < ne Verwevinsebied 0 0 Extensiverinsebied Stedelijk ebied Subtotaal Bedrijven -0 ne Verwevinsebied 0 0 Extensiverinsebied 0 0 Subtotaal Bedrijven >=0 ne Verwevinsebied 0 Extensiverinsebied 0 0 Stedelijk ebied Subtotaal ARCADIS

100 BIJLAGE Kaart ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven Ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven, huidie situatie. Ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven, basisalternatief B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 00

101

102

103 BIJLAGE Kaart ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven en archeoloische waarden B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

104

105 BIJLAGE Kaarten analyse ammoniakdepositie Depositie van ammoniak uit stalemissies, huidie situatie. Depositie van ammoniak uit stalemissies, aandeel rundvee (exclusief vleesvee) in de depositie van ammoniak in de referentiesituatie. Verschil in depositie van ammoniak uit stalemissies, referentiesituatie t.o.v. de huidie situatie. Verschil in depositie van ammoniak uit stalemissies, basisalternatief met scenario rundvee t.o.v. de huidie situatie. Verschil in depositie van ammoniak uit stalemissies, scenario rundvee (exclusief vleesvee) met 0% roei t.o.v. de huidie situatie. Verschil in depositie van ammoniak uit stalemissies, basisalternatief t.o.v. de huidie situatie B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

106

107

108

109

110

111

112 BIJLAGE Kaarten analyse fijnstof Achterrondconcentratie fijnstof PM0. Overschrijdinsdaen fijnstof PM0 vanuit de achterrondconcentratie (daen/jaar). Cumulatieve belastin fijnstof PM0 vanuit veehouderijbedrijven Nunspeet B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

113

114

115

116 BIJLAGE Kaarten euranalyse Indicatieve milieuruimte ten aanzien van milieuhinder. Beoordelin op leefklimaat op basis van de indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder, basisalternatief. Beoordelin op leefklimaat op basis van de indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder, referentiesituatie. Beoordelin op leefklimaat op basis van de indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder, huidie situatie. Verschil in indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder, referentiesituatie t.o.v. de huidie situatie. Verschil in indicatieve achterrondbelastin ten aanzien van eurhinder, basisalternatief t.o.v. de referentiesituatie. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

117

118

119

120

121

122

123 BIJLAGE 0 Kaart Archeoloie B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

124 Lenda veehouderijbedrijf, vanuit modelmatie benaderin aanemerkt als: roeier (! roeier (maar met weini uitbreidinsruimte) blijver (! (! stopper (! bedrijf zonder vleeskalveren, varkens of pluimvee (! archeoloie # * waarnemin vondstmeldin " ) archeoloisch monument onderzoeksmeldin Veluwe archeoloische verwachtinswaarde hoo midden laa Veluwe Plan MER Bestemminsplan buitenebied emeente Nunspeet Ruimtelijke spreidin veehouderijbedrijven in het basisalternatief en archeoloische waarden opdrachtever: uitvoerin: emeente Nunspeet schaal: Meters B00.00 apr 00

125 BIJLAGE Tabel richtlijnen Commissie m.e.r. Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. ACHTERGROND EN BESLUITVORMING. Achterrond De beleidsvrijheid in het bestemminsplan wordt deels bepaald door de bovenlokale context, zoals provinciaal en landelijk beleid en relevin en ontwikkelinen daarin. In dit ebied speelt onder andere het Groei en Krimp project (Veluwe 00). Beschrijf welke randvoorwaarden deze bovenlokale context eeft aan het plan en welke keuzeruimte de emeente no heeft. Beschrijf daarbij in het MER de achterronden van de keuze om aparte bestemminsplannen voor het buitenebied en de recreatieterreinen op te stellen.. Beleid en wet- en relevin In de notitie R&D zijn no niet alle relevante beleidskaders en wet- en relevin uitewerkt. Neem in het MER een overzicht op van de relevante kaders en benoem de eisen en randvoorwaarden voor het voornemen die daaruit voortkomen. Betrek daarbij in ieder eval: het Besluit ammoniakemissie huisvestin veehouderijen; de (concept) Natura 000-beheerplannen; de AMvB Ruimte; beleid en relevin met betrekkin tot cultuurhistorie en archeoloie (de Wamz en eventueel provinciaal of lokaal beleid); het beleid voor Nationale landschappen (Veluwe, provinciaal uitvoerinsproramma); provinciaal milieubeleid (stiltebieden, milieu-actiebieden). provinciaal beleid, zoals de streekplanuitwerkin voor de (P)EHS, de provinciale verordenin over permanente bewonin; emeentelijk beleid, zoals het roen-blauwe raamwerk, het Landschapsontwikkelinsplan, emeentelijk recreatiebeleid, de recreatie clustervisies en het landoederenbeleid. Gemeentelijke keuzes Ga in op de rol die de emeente kan spelen bij: het behalen van de instandhoudinsdoelstellinen in de Natura 000- ebieden (bijvoorbeeld door bij te draen aan de maatrelen in (toekomstie) beheersplannen) het faciliteren van een milieuhyiënisch ezonde veehouderijsector. Locatie rapport Zie. en.. Zie. Zie hoofdstuk, Kaders beleid en wetevin en bijlae, beleidskader. Zie. en. Maak hiervoor in het MER inzichtelijk welke maatrelen middels emeentelijk beleid moelijk zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het faciliteren van bedrijfsverplaatsinen, saneren van niet ebruikte milieuverunninen en herbestemmen van niet meer in ararisch ebruik zijnde locaties. Geef aan welke eisen de emeente stelt aan de inrichtin van nieuwe bedrijfslocaties en de maatvoerin en vormevin van bedrijfsebouwen. VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN. Voorenomen activiteit.. Visie en ambities In de Notitie R&D aat de emeente vooral in op de verwachte ontwikkelinen in haar bestemminsplanebied. Een visie op de door de Zie Nota van uitanspunten voor beide bestemminsplannen B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

126 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. emeente ewenste ontwikkelinen en samenhan daartussen ontbreekt, evenals concreet uitewerkte ambities en doelen. Deze zijn noodzakelijk als kader om de alternatieven op doelbereik te kunnen toetsen. Werk daarom in het MER een intrale visie uit op de ewenste ontwikkelinen en functieveranderinen op de middellane en lane termijn. Ga in deze visie in op de ewenste ontwikkelinen van: Locatie rapport (Witpaard; oktober 00). de ruimte voor wonen in het buitenebied. de ararische enclaves, vrijkomende ararische bebouwin en mestverwerkin en bewerkin. de recreatie, waaronder kleinschali kamperen en andere nevenactiviteiten. de kwaliteit en beleefbaarheid van de verschillende landschappen en cultuurhistorie/ archeoloie. de over-all ruimtelijke kwaliteit van het buitenebied (tenaan van verrommelin), die ontstaat als resultante van de vooraande aspecten en eventueel te treffen maatrelen ter bevorderin/ behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Geef een ruimtelijke vertalin van deze visie en ambities. Geef hiertoe aan hoe de wensen met betrekkin tot deze functies zich ruimtelijk tot elkaar verhouden. Geef ook aan waar conflicten kunnen ontstaan (sluiten functies elkaar bijvoorbeeld uit). Benoem waar men bepaalde ontwikkelinen wel en niet wil toestaan. Deze visie en ambities kunnen vervolens ebruikt worden om de alternatieven op doelbereik te scoren... Onderdelen bestemminsplan Geef op hoofdlijnen een overzicht van alle planonderdelen van het bestemminsplan en bespreek welke wel en welke niet in het bestemminsplan worden onderzocht. Beschrijf in het MER hoeveel ruimte het bestemminsplan (maximaal) biedt aan en hoeveel ruimte middels een wijziinsbevodheid moelijk emaakt kan worden voor: intensieve veehouderijen. melkveehouderijen en rundveebedrijven. mestverwerkin en -bewerkin. recreatieterreinen. Staat beknopt beschreven., achterrond en voornemen. Indien uit het MER blijkt dat deze activiteiten (kunnen) leiden tot overschrijdinssituaties, beschrijf dan mitierende maatrelen. Geef in het MER duidelijk aan wanneer en onder welke voorwaarden ebruik emaakt kan worden van ontheffinen en de wijziinsbevodheid.. Alternatieven en milieuebruiksruimte Door haar liin in/aan de beschermde natuurebieden de Veluwe en het Veluwerandmeer is de ontwikkelruimte van emeente Nunspeet voor een aantal functies beperkt. Het is daarom van belan om de haalbaarheid en eventueel benodide randvoorwaarden voor het voornemen in beeld te brenen. Zie hoofdstuk alternatiefontwikkeli n, pararaaf.,. en.. De Commissie adviseert daartoe de beschikbare milieuebruiksruimte voor ewenste ontwikkelinen in beeld te brenen volens de volende systematiek. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

127 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. Locatie rapport Bepaal:. de ruimte die er is voor een toename van de milieubelastin op de onderstaande thema s (ook in cumulatie, waar dit van toepassin is) op basis van het bestaande en in ontwikkelin zijnd relevant milieubeleid.. de behoefte aan uitbreidin, hervestiin en nieuwvestiin van activiteiten met milieueffecten.. aan de hand hiervan de verwachte toe- en/of afname van de milieubelastin op de milieuaspecten.. welke ruimte de emeente aan (nieuwe) initiatieven wil en kan even in het op te stellen bestemminsplan, op basis van de beschikbare ruimte, de reële behoefte en de toe- en afname in milieubelastin;. als blijkt dat de milieuebruiksruimte onvoldoende is om te voorzien in de ontwikkelbehoefte, maak dan inzichtelijk welke (mitierende) maatrelen enomen kunnen worden, of als dat niet of onvoldoende moelijk blijkt, welke prioriteiten of voorwaarden worden esteld. De milieuebruiksruimte is ook van belan voor toekomstie bestemminsplanuitwerkinen: nieuwe ontwikkelinen kunnen dan individueel etoetst worden aan de voor dit bestemminsplan reeds in beeld ebrachte milieuebruiksruimte. Besteed bij het bepalen van de milieuebruiksruimte in ieder eval aandacht aan: vermestende en verzurende stoffen (niet alleen vanuit de intensieve veehouderij, maar ook vanuit de rundveehouderij en de mestverwerkin en - bewerkin). verstorinevoeliheid van kwetsbare natuur; de huidie of ewenste landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten en de bestaande cultuurhistorische waarden. de randvoorwaarden door eur- of eluidsevoelie objecten (er kunnen ook nieuwe evoelie objecten ontstaan, wens de wijziin naar permanente recreatiewoninen). Zie de pararafen.,.,.,.,.,.,. en.0. De Commissie eeft in overwin om de uit te werken alternatieven te benutten om in beeld te brenen hoe keuzen in het bestemminsplan de ontwikkelruimte voor de verschillende functies beïnvloeden. Hiertoe zouden bijvoorbeeld de volende alternatieven uitewerkt kunnen worden: een alternatief met maximale inzet van ebruiksruimte voor wonen en recreatieve (neven-) activiteiten. een alternatief voor maximale ontwikkelin/schaalverrotin van melk-en rundveehouderij.. Referentiesituatie en autonome ontwikkelin De Commissie adviseert twee referentiesituaties uit te werken, namelijk: de feitelijke toestand van het milieu in het studiebied (huidie situatie).geef aan in hoeverre deze afwijkt van de huidie bestemde situatie en de Wm-verunde situatie. Dit verschil is van belan voor de ontwikkelruimte in de emeente (zie ook de vorie pararaaf van dit advies). de huidie situatie plus de te verwachten milieutoestand als evol van de autonome ontwikkelin. Afwin en keuze alternatief en scenario staat beschreven in pararaaf. De huidie situatie en autonome ontwikkelin staat, indien relevant, beschreven per milieuaspect. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

128 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. Onder de 'autonome ontwikkelin' wordt verstaan: de toekomstie ontwikkelin van het milieu, zonder dat de voorenomen activiteit of één van de alternatieven wordt erealiseerd. Het aat om ontwikkelinen van de huidie activiteiten in het studiebied en van nieuwe activiteiten waarover reeds is besloten, zoals bijvoorbeeld het roei- en krimpproject van Veluwe 00. Locatie rapport L het accent op: te verwachten bestemminsplanuitwerkinen zoals de Hierdense Poort en de Spoorzone. Geef aan of en zo ja hoe deze van invloed kunnen zijn op de milieuebruiksruimte voor dit voornemen en andersom (denk bijvoorbeeld aan het motorcrossterrein). de (autonome ontwikkelinen van de) emissie van stikstofverbindinen in het planebied zelf en de hieruit voortvloeiende depositie op kwetsbare natuur, waaronder Natura 000-ebieden en de provinciale Ecoloische Hoofdstructuur. Zie. en. Zie.. de ontwikkelin van de achterronddepositie van verzurende en vermestende stoffen (afkomsti van buiten het planebied); de ontwikkelin en verspreidin in de recreatiedruk in het ebied. De intensieve veehouderij (varkens en pluimvee) is beperkt aanwezi in het planebied. Voor de bepalin van de achterronddepositie van verzurende en vermestende stoffen is daarom vooral de in het planebied aanwezie rundveehouderij relevant. Ga hierbij in op de te verwachten beëindiin en roei van de rundveehouderijen in het studiebied en betrek daarbij de verwachte roei en schaalverrotin van de sector bij opheffin van de melkquoterin. MILIEUASPECTEN Beschrijf in het MER alle relevante ontwikkelinen met moelijk aanzienlijke milieueffecten, die het bestemminsplan moelijk maakt. Ook eventuele functiewijziinen in het planebied kunnen van belan zijn voor de bepalin van de milieuevolen van het voornemen: hiervoor moeten de worst case effecten in het MER beschreven worden. De omvan van het studiebied wordt bepaald door het optreden van milieuevolen en kan per milieuaspect verschillen. Beschrijf en motiveer per milieuaspect de omvan van het studiebied. Bren bij de beschrijvin van milieuevolen de effecten (waar relevant) ook cumulatief in beeld. De effectbeschrijvin dient een detailniveau te hebben dat voldoende is voor de besluitvormin. Voor milieuaspecten waarvan de evolen naar verwachtin ver onder de renswaarden blijven, is een lobale en kwalitatieve effectbeschrijvin voldoende. Beschrijf bij (moelijke) knelpunten (zoals bij de depositie van verzurende en vermestende stoffen en recreatiedruk op kwetsbare natuur) de effecten kwantitatief. Geef (indien relevant) bandbreedtes, leemten in kennis en onzekerheden in de effectbeschrijvin weer. Om het plan te kunnen toetsen aan normen en beleid dient het MER de Zie.. Zie., Trendmatie ontwikkelinen landbouw en veehouderij en.., Ontwikkelin veehouderijbedrijven in Nunspeet. Zie. en. Waar relevant zijn deze per milieuaspect beschreven onder methodiek en referentie. Duidelijk Zie. en. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

129 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. milieuevolen te beschrijven van de activiteiten die het bestemminsplan maximaal moelijk maakt, inclusief moelijke ontheffinen en vrijstellinen.. Natuur Het MER moet duidelijk maken welke evolen het voornemen kan hebben op de natuur. Schets in het MER een alemeen beeld van de huidie situatie, de autonome ontwikkelin en de effecten op de natuur in het studiebied. Geef aan welke kenmerkende habitats en soorten aanwezi zijn in het studiebied en wat de autonome ontwikkelin van de natuur in het ebied is. Geef vervolens aan, welke ontwikkelinen (de verschillende alternatieven binnen) het bestemminsplan moelijk maakt, en welke evolen die ontwikkelinen kunnen hebben voor de in het planebied aanwezie natuurwaarden. Geef daarvoor aan voor welke van deze dieren en planten aanzienlijke evolen te verwachten zijn, wat de aard van de evolen is en wat deze evolen voor de populaties betekenen. Beschrijf mitierende maatrelen die de evolen kunnen beperken of voorkomen. In het MER moet aaneven worden waar voor vermestin en verzurin evoelie ebieden lien en wat de afstand tot het voornemen is. Geef aan of sprake kan zijn van nadelie evolen van het voornemen op evoelie ebieden. Geef aan of er sprake kan zijn van sinificante evolen voor Natura 000-ebieden Veluwe en Veluwerandmeren. Beschrijf daartoe in het MER: De instandhoudinsdoelstellinen: o de actuele en verwachte oppervlakte en kwaliteit van habitattypen en leefebieden van soorten. o de actuele en verwachte populatieomvan van soorten aan de hand van meerjarie trends. o de kritische depositiewaarden voor de habitattypen in de Natura 000- ebieden. o de beoode natuurdoelen en kritische depositiewaarden van de voor vermestin- en verzurinsevoelie natuurebieden in de Ecoloische Hoofdstructuur. De achterrondconcentraties van de belanrijkste verzurende en vermestende stoffen (NH, NOx, SO) in de natuurebieden. Gebruik voor de bepalin van de achterronddepositie recente evens. Deze evens zijn op te vraen bij het RIVM en indien beschikbaar bij de provincie. De huidie emissies en/of toekomstie emissies bij de verschillende alternatieven. Geef daarbij aan welke emissie- en depositie beperkende maatrelen enomen kunnen worden. De door het voornemen moelijk veroorzaakte (toename van de) depositie op de natuurebieden bij uitvoerin van de alternatieven (onder andere door het respecteren van bestaande bouwblokken en de omschakelin van intensieve naar rondebonden veehouderij). Geef daarbij aan welk rekenmodel is ebruikt en wat de (on)nauwkeuriheid is van de berekeninen. Beschrijf de evolen van de vermestende en verzurende deposities op de natuur. Geef daarbij aan of er een (verdere) overschrijdin is van de kritische depositie waarden en wat de (toename van de) hoeveelheid zuurequivalenten per hectare (z-eq/ha) is.0 Beschrijf daarnaast de evolen van de recreatieve ontwikkelinen in de emeente op de Natura 000-ebieden via verstorin. Geef aan of, in cumulatie met andere activiteiten, aantastin van natuurlijke kenmerken van de Natura 000-ebieden kan optreden. Bij Locatie rapport Beschreven in. en. en kaarten in de bijlaen, en. Beschreven in. en. en kaarten in de bijlaen, en. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

130 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. eventuele functiewijziinen zal dit opnieuw onderzocht moeten worden. Locatie rapport Indien er een toename van de depositie van stikstof econstateerd wordt boven de kritische depositiewaarden zijn in Natura 000-ebieden sinificante evolen niet uit te sluiten. De uitwerkin van bovenstaande punten kan dan tevens als passende beoordelin in het kader van de Natuurbescherminswet ebruikt worden. Een passende beoordelin dient herkenbaar openomen te worden in een plan-mer. Provinciale ecoloische hoofdstructuur (PEHS) Bepaal voor de (P)EHS wat de wezenlijke kenmerken en waarden zijn. Onderzoek welke evolen het initiatief op deze actuele en potentiële kenmerken en waarden heeft. Betrek daarbij ook de zeer kwetsbare ebieden die zijn aanewezen op rond de Wet ammoniak en veehouderij. Voor de EHS eldt volens de Nota Ruimte een nee-tenzij rime. Geef aan hoe het neetenzij rime provinciaal is uitewerkt in een toetsinskader. Beschrijf bij eventuele evolen welke mitierende maatrelen enomen kunnen worden. Soortenbeschermin Beschrijf welke door de Flora- en faunawet beschermde soorten te verwachten zijn in het planebied, waar zij voorkomen en welk bescherminsrime voor de betreffende soort eldt. Ga in op de moelijke evolen van het voornemen voor deze beschermde soorten en bepaal of verbodsbepalinen overtreden kunnen worden, zoals het verbod op het verstoren van een vaste rust- of verblijfplaats. Geef indien verbodsbepalinen overtreden kunnen worden aan welke invloed dit heeft op de staat van instandhoudin van de betreffende soort. Beschrijf mitierende en/of compenserende maatrelen die eventuele aantastin kunnen beperken of voorkomen.. Geur Bepaal de (cumulatie van) eurhinder aan de hand van de in de notitie R&D enoemde criteria. Geef weer welke milieuebruiksruimte voor eurhinder aanwezi is voor de verschillende ebiedscatorieën. Maak daarbij ebruik van kaarten met de huidie en toekomstie eurniveaus. Ga ook in op de evolen van (bestaande) eurbelastin op recreatiewoninen waar met het nieuwe bestemminsplan moelijk permanent erecreëerd kan worden. Gezien de verblijfsduur is hier moelijk een andere eurnorm van toepassin.. Landschap en cultuurhistorie (waaronder archeoloie) Omschrijf de aanwezie landschappelijke, cultuurhistorische en archeoloische waarden. Geef een waarderin van deze karakteristieke elementen en eef aan welke evolen het plan op deze waarden heeft. Ga in op moelijkheden voor mitierende maatrelen. De Commissie adviseert inzicht te even in de liin van waarden met behulp van kaartmateriaal. Passende Beoordelin is herkenbaar openomen in. Beschreven in. en. Mitierende maatrelen staan beschreven in.. Staat beschreven in. en. Staat beschreven in. Staat beschreven in. Ga niet alleen in op de afzonderlijke cultuurhistorische en landschappelijke waarden, maar ook op de samenhan tussen deze waarden binnen het planebied. Bespreek ook de moelijke (positieve en natieve) evolen van het plan voor deze samenhan. Geef aan waar en hoe natieve effecten op deze waarden via het bestemminsplan kunnen worden voorkomen of beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door rels voor de inpassin van bouwmoelijkheden om de belevin van het landschap te verbeteren en de kwaliteit te verhoen. Ga daarbij in op: de natieve effecten op bestaande landschappen (en hoe deze effecten B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

131 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. te mitieren), zoals de aantastin van bestaande houtwallen door nieuwe bouwblokken. de kansen om landschapskwaliteiten te verhoen of nieuwe toe te voen. Locatie rapport Ga hierbij onder andere in op de randvoorwaarden in het landoederenbeleid. Daarnaast is het van belan dat landschapseffecten en wijze van inpassin van nieuwe bebouwin en verkeersroutes op een inzichtelijke wijze evisualiseerd worden.. Leefomevin Beschrijf in het MER de effecten op de leefomevin ten evole van het plan. Verkeer Geef de moelijke effecten van het plan op de verkeersveiliheid op smalle buitenwen als evol van meer bewonin en recreatieverkeer. Luchtkwaliteit Om de alternatieven onderlin en met de referentiesituatie te kunnen verelijken is het noodzakelijk om de effecten op de luchtconcentraties van fijn stof (PM0 en PM,) en NO te beschrijven, ook onder de renswaarden. Daarbij kan ebruik worden emaakt van berekeninen die voldoen aan de Relin Beoordelin Luchtkwaliteit 00. Presenteer de resultaten van de berekeninen middels contourenkaarten en eef per contour de hoeveelheid en liin aan van woninen en andere evoelie objecten en roepen. Eenvoudier berekeninen volstaan wanneer hiermee keuzes tussen alternatieven en conclusies voldoende onderbouwd kunnen worden. Geluid Ga in op de liin van eluidsevoelie bestemminen en moelijke knelpunten met wet- en relevin of lokaal eluidsbeleid. Geef aan welke evolen eventuele omschakelin naar permanente bewonin van recreatiewoninen kan hebben voor de belastin en normerin van eluidevoelie objecten.. Bodem en water Geef in het MER aan welke ebieden bekend zijn als bodembescherminsebied, rondwaterbescherminsebied, hydroloisch aandachtsebied en verdrood ebied en welke evolen de status van deze ebieden heeft voor de planonderdelen en vice versa. Beschrijf in het MER de moelijke effecten van alle relevante activiteiten op de bodemkwaliteit, eomorfoloie, oppervlaktewater (kwantiteit en kwaliteit) en rondwater (kwantiteit en kwaliteit). De Commissie adviseert de voor de m.e.r. relevante resultaten van de watertoets in het MER op te nemen. Geef aan in hoe afstemmin met de waterbeheerder heeft plaatsevonden. MONITORING EN EVALUATIE Een oede monitorin van de milieuebruiksruimte en de effecten van ontwikkelinen en maatrelen daarop is essentieel. Zo ontstaat inzicht in de effecten van de recreatieve ontwikkelinen op kwetsbare natuur. Ook kan op Met de aspecten eurhinder, luchtkwaliteit, eluid en ezondheid is het aspect leefomevin beschreven. Er is een sprake van meer bewonin en recreatieverkeer. Zie passae jaar rond in. Staat beschreven in.. Staat beschreven in.. Staat beschreven in.0. Zie. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

132 Locatie advies Bestemminsplan Buitenebied Nunspeet, Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport, januari 00. basis hiervan beoordeeld worden of en tot welke totale depositie uitbreidinen/ verplaatsinen moelijk zijn en of er voldoende afname van depositie wordt bereikt. Daarom eeft de Commissie in overwin een depositieboekhoudin op te zetten voor het ehele ebied. Dit maakt het eenvoudier om een nieuw initiatief te beoordelen, en bij een positieve beslissin onder welke voorwaarden. Locatie rapport Bovendien maakt een oede monitorin inzichtelijk hoe de milieuebruiksruimte voor de verschillende milieuaspecten verandert. Dit biedt bruikbare informatie voor toekomstie ontheffinen en vrijstellinsbesluiten. Belanrijk is daarnaast een evaluatiemoment af te spreken waarbij de ontwikkelin van de depositie en de recreatiedruk worden afezet ten de naestreefde ontwikkelin. Daarbij past een plan van aanpak in eval de benodide milieukwaliteit van beschermde natuur niet wordt erealiseerd. Dit maakt tijdie bijsturin moelijk. De Commissie adviseert het bevod eza om bij het besluit aan te even hoe en op welke termijn een evaluatieonderzoek verricht zal worden om de voorspelde effecten met de daadwerkelijk optredende effecten te kunnen verelijken en zo nodi aanvullende mitierende maatrelen te treffen. Het verdient aanbevelin om in het MER een aanzet te even tot dit evaluatieonderzoek en daarbij een verband te len met de econstateerde leemten in informatie en onzekerheden. OVERIGE ASPECTEN Voor de onderdelen verelijkin van alternatieven, leemten in kennis en samenvattin van het MER heeft de Commissie een aanbevelinen naast de wettelijke voorschriften. Kaart- en ander beeldmateriaal Gebruik in het MER recent kaartmateriaal (met lenda), dat de teksten inzichtelijk maakt en verduidelijkt. Neem in ieder eval kaarten op met daarop: de liin en omvan van de bestaande bedrijven, in het bijzonder de recreatie- en veehouderijbedrijven in het buitenebied. de liin van Natura 000-ebieden en andere (zeer) kwetsbare natuur in de nabijheid van het planebied. de situerin en status van landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle ebieden en elementen. Duidelijk Zie kaarten in de bijlaen t/m 0. Neem in ieder eval één kaart op met daarop aaneven alle ebruikte toporafische aanduidinen en relevante deelebieden. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

133 BIJLAGE Stikstofdepositie per habitattype scenario habitat nr minimaal maximaal emiddeld huidie situatie H00 referentiesituatie (Besluit huisvestin) H00 basisalternatief H00 rundvee (melk/overi) H00 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H00 basisalternatief + alternatief rundvee H00 huidie situatie H0 0 Referentiesituatie(Besluit-huisvestin) H0 0 basisalternatief H0 rundvee (melk/overi) H0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0 0 0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 rundvee (melk/overi) H0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0 0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

134 scenario habitat nr minimaal maximaal emiddeld basisalternatief H0 rundvee (melk/overi) H0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0B referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0B basisalternatief H0B rundvee (melk/overi) H0B alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0B 0 basisalternatief + alternatief rundvee H0B 0 huidie situatie H00A referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H00A 0 basisalternatief H00A rundvee (melk/overi) H00A 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H00A 0 0 basisalternatief + alternatief rundvee H00A huidie situatie H0 0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 0 huidie situatie HE0C referentiesituatie (Besluit -huisvestin) HE0C basisalternatief HE0C rundvee (melk/overi) HE0C 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) HE0C basisalternatief + alternatief rundvee HE0C huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 0 basisalternatief H0 0 0 rundvee (melk/overi) H0 0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 huidie situatie H0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 basisalternatief H0 rundvee (melk/overi) H0 B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

135 scenario habitat nr minimaal maximaal emiddeld alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 huidie situatie H0 0 referentiesituatie (Besluit -huisvestin) H0 0 basisalternatief H0 0 rundvee (melk/overi) H0 alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) H0 basisalternatief + alternatief rundvee H0 0 B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

136 BIJLAGE Gezondheid In het buitenebied van Nunspeet is sprake van een verspreide liin van intensieve veehouderij in de enclave en nabij het Veluwemeer. Tussen de bedrijven wordt volop ewoond in voormalie ararische ebouwen. Gezondheid is in dit eval relevant. Deze bijlae behandelt ezondheid in relatie tot de intensieve veehouderij op basis van de bestaande kennis en beleidsstandpunten op lobaal niveau. Methode Het berekenen van de te verwachten effecten op de ezondheid op basis van dosiseffect relaties is niet zinvol omdat het bestemminsplanbesluit een alemeen ontwikkelinskader biedt voor intensieve veehouderijen. Door de vele aannames waarop de alternatieven zijn ebaseerd wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat er per bron (IV-bedrijf) voldoende betrouwbare blootstellinsevens zijn. Een conclusie is dan ook niet openomen in deze bijlae. Ondanks dit hiaat in kennis over intensieve veehouderij en ezondheidsrisico s is hiernavolend toch een toelichtin te vinden voor moelijke effecten. Dit is ebaseerd op expert judement van de GGD. Effecten Verschillende stoffen en ziekten kunnen leiden tot effecten die de ezondheid beïnvloeden. Geur en fijn stof Uit het informatieblad Intensieve veehouderij en ezondheid van de GGD en Brabant en Zeeland (januari 00) blijkt dat voor de componenten eur, fijn stof en Q-koorts een effect op het ezondheidsrisico te verwachten is in de alemene leefomevin. De ezondheidsaspecten voor eur en fijn stof worden behandeld in pararaaf. en. van het Plan-MER. Geur behandelt de leefkwaliteit en laat voor de alternatieven een positiever beeld zien dan de huidie situatie. Fijn stof blijft in alle evallen onder de wettelijke normen. In de naaste omevin van nieuwe bedrijven nemen milieuhinder door eur en fijn stof en ammoniakdepositie wel toe maar de voordelen zullen per saldo opwen ten de nadelen, mits de dierenaantallen eruleerd blijven door beleid en oude stallen worden esloopt. Onder omwonenden van intensieve veehouderijen is minder onderzoek edaan dan onder werknemers. Uit het beschikbare onderzoek blijkt dat omwonenden vaak meer symptomen rapporteren dan verelijkinsroepen. Het aat vooral om klachten van de luchtwen en verminderde kwaliteit van leven. Het is duidelijk dat rondom intensieve veehouderij vaak eurhinder optreedt. Omdat blootstellinschattinen in vrijwel alle studies ontbreken, is op rond van de beschikbare evens een relatie te len tussen blootstellin aan specifieke componenten uit de intensieve veehouderij en de ezondheidsklachten. Verspreidinsberekeninen en/of blootstellinsmetinen kunnen meer inzicht even in de verspreidin van stoffen vanuit de rote intensieve veehouderijen (mastallen). Voor bedrijven van een derelijke omvan zijn namelijk no helemaal een evens beschikbaar. Daar is wel behoefte aan, zeker ezien het rote aantal vraen dat de schaalverrotin oproept. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

137 Bioloische aentia Er zijn vele studies edaan naar de ezondheidseffecten van werknemers van de intensieve veehouderij. Onder werknemers wordt vooral een hoe prevalentie van luchtwklachten evonden waaronder hoesten, slijm opeven, kortademiheid en benauwdheid. Daarnaast heeft een deel van de werknemers systematische klachten zoals rillinen, transpireren, koorts en ewrichtspijnen. Allerie voor allerenen buiten de werksituatie, zoals raspollen (hooikoorts), huisstofmijt en huisdieren (katten en honden) komt echter juist minder voor bij arariërs en hun kinderen. Als oorzaak van de werkerelateerde klachten komt uit de literatuur voornamelijk de blootstellin aan endotoxinen naar voren. Het is moelijk dat ook andere aentia afkomsti van micro-oranismen samen met endotoxine deze effecten veroorzaken. Een veehouderij emitteert stoffen naar de omevin afhankelijk van onder andere staltype, bedrijfsvoerin en aantal en type dieren. De bijdrae van deze emissies aan de concentraties op leefniveau lijkt erin en leidt in elk eval niet tot overschrijdin van normen of ezondheidkundie advieswaarden. De blootstellin van omwonenden van de intensieve veehouderij aan diverse stoffen is een ordrootte laer dan van werknemers. Dit is één van de redenen waardoor uit de bij werknemers evonden effecten niet direct conclusies kunnen worden etrokken aanaande het risico voor omwonenden. Verder is de concentratie endotoxine in huisstof verhood in woninen van arariërs, maar niet in andere plattelandswoninen. Deze evens ondersteunen de conclusie dat blootstellin van omwonenden (niet-arariërs) naar alle waarschijnlijkheid laa is en hoofdzakelijk in de directe nabijheid van ararische activiteit is teru te vinden. Het is onduidelijk of de licht verhoode concentraties rond ararische bedrijven kunnen leiden tot effecten op de ezondheid. Influenzavirus Een ander virus dat verband houdt met de intensieve veehouderij, is het influenzavirus (riep), maar dit komt zelden voor. Infectie met het influenzavirus kan leiden tot acute klachten van de luchtwen. Door praten, hoesten of niezen wordt het virus verspreid. Mensen kunnen besmet raken met varkensinfluenzavirus door beroepsmati in contact te komen met varkens. Verder kunnen mensen eïnfecteerd raken met influenzavirussen door direct contact met eïnfecteerd pluimvee. Salmonella Salmonella bij de mens is een belanrijke verwekker van voedselerelateerde darminfecties bij de mens. Dieren zijn vaak de draer van de Salmonella bacterie zonder er zelf ziek van te worden; door mest besmetten zij elkaar. Door controle proramma s is het aantal besmettinen in de pluimveesector afenomen, onder rundvee en varkens echter niet. Infecties bij de mens treden op door eten van besmet vlees en eieren of producten, die door vlees of eieren zijn besmet. Toxoplasmose Ten slotte is toxoplasmose een van de meest voorkomende parasitaire infectieziekten. Mensen kunnen besmet raken door contact met besmette eitjes besmette aarde (die via katten uitescheiden worden, welke het weer van muizen hebben of varkens en kippen die tussenastheren zijn) of door het eten van met eitjes besmette roente op het eten van niet (oed) doorbakken vlees. Mensen kunnen het niet overdraen op andere mensen en de meeste infecties verlopen zonder verschijnselen. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

138 MRSA Op het ebied van bacteriën is vooral MRSA een probleem. Circa 0 % van Nederlandse slachtvarkens is draer van MRSA. Van deze bacterie worden mensen in de alemene bevolkin ewoonlijk niet ziek. Een risico ontstaat wanneer deze bacterie wordt eïntroduceerd in ziekenhuizen of verplehuizen. Patiënten met een MRSA-besmettin zijn moeilijker met antibiotica te behandelen, en vooral bij mensen met verminderde weerstand vormt dit een ezondheidsrisico. In de alemene bevolkin is minder dan 0, % draer van de bacterie. Op rond van de huidie inzichten wordt de kans dat de bacterie via het milieu wordt overedraen aan omwonenden erin eacht omdat in de buitenlucht een sterke verdunnin plaatsvindt. Antibioticumresistentie Met name antibioticumresisistentie is een probleem. In de afelopen 0 jaar is de antibioticum resistentie met 0% toenomen. De verspreidin van resistente microoranismen,wordt veremakkelijkt door een hoe dichtheid van dieren met nauw contact al dan niet in combinatie met slechte hyiënische omstandiheden Introductie micro-oranismen Voor de meeste micro-oranismen is de insleep via introductie van nieuwe dieren een van de belanrijkste factoren. Dit is meer moelijk wanneer bedrijven dichter bij elkaar elen zijn, wat het aan de andere kant ook weer sneller beheersbaar maakt. In een esloten bedrijf komt die minder voor omdat dit bedrijf (vrijwel) alle schakels van de keten intreert. Verminderin van het risico bij open bedrijven kan wel door middel van desinfectie, tussentijdse reiniin en lestand. Schaalverrotin maakt het intreren van een deel of de ehele productieketen op één bedrijf moelijk. De introductie van microoranismen kan hierdoor ereduceerd worden. Verder kan er in een nieuwe stal ebruik worden emaakt van de nieuwste technoloieën zoals luchtwassers. Een mabedrijf dient te voldoen aan de laatste stand der techniek, zoals bijvoorbeeld het toepassen van de nieuwste luchtwassers of door in het stalontwerp risico s voor introductie en verspreidin van micro-oranismen mee te nemen. Verder dient personeel oed eschoold te zijn zodat ziektes snel worden ontdekt en dient het antibioticumebruik af te nemen en personeel op varkens- en pluimveebedrijven worden eadviseerd evaccineerd te worden ten influenza. Daarnaast dient zoveel moelijk een esloten bedrijfsvoerin plaats te vinden, bedrijven op tenminste - km van elkaar verwijderd zijn en te voorkomen dat varkens en kippen op bedrijf worden ecombineerd. Q-koorts Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Deze bacterie komt voor bij vrijwel alle diersoorten. De twee rootste krinlopen waarbinnen deze bacterie circuleert zijn enerzijds wilde knaadieren en anderzijds edomesticeerde dieren, zoals rund, schaap en eit. Tussen de landbouwhuisdieren kan besmettin voornamelijk optreden door het inademen van stofdeeltjes met daarin bacteriën. Het inademen van besmette stofdeeltjes is ook de voornaamste oorzaak van besmettin bij de mens, afkomsti van de landbouwhuisdieren. In Nederland zijn in de periode -00 jaarlijks tussen de en de humane evallen emeld van Q-koorts. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

139 Waarschijnlijk is het ware aantal evallen hoer, enerzijds doordat een deel van de infecties symptoomloos verloopt en anderzijds doordat er door de vae klachten vaak niet aan Q-koorts edacht wordt. In 00 was er een uitbraak van Q-koorts in de provincie Brabant, waarbij oneveer 0 mensen ziek eweest zijn. Het lijkt erop dat het uitzonderlijk droe en warme weer voor verspreidin door de lucht van de bacterie ezord heeft van eitenbedrijven met abortusproblemen. In 00 zijn, in meerdere rio s, ook al relatief veel evallen van Q-koorts emeld. (bron: RIVM). Voor de componenten endotoxinen, influenza en MRSA is het onduidelijk of effect optreedt vanwe het ontbreken van blootstellinsevens op leefomevinniveau. Mitierende en compenserende maatrelen De schaalverrotin in de intensieve veehouderij betekent niet alleen een verslechterin van de ezondheidsrisico s. Bij nieuwbouw van veehouderijbedrijven kunnen maatrelen worden enomen die een aantal dreiinen voor de volksezondheid kunnen beperken. Ook via de bedrijfsvoerin kunnen risico s worden beperkt (bron: brief van het Ministerie van Volksezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede kamer; kenmerk: PG/ZP-00; d.d. mei 00). Het is ewenst dat op basis van nader onderzoek door de rijksoverheid een eenduidi antwoord wordt even ten aanzien van het aspect volksezondheid. De uitkomst van nader onderzoek kan leiden tot aanpassin of introductie van wettelijke normen. Daar waar locatiekeuze aan de orde is kunnen ezondheidsaspecten in de overwin worden betrokken. Leemten in kennis en informatie Er is no een behoorlijk hiaat in de kennis over intensieve veehouderij en ezondheidsrisico s, vooral wat betreft de uitstoot van rotere bedrijven en concentraties van bedrijven (bron: brief van het Ministerie van Volksezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede kamer; kenmerk: PG/ZP-00; d.d. mei 00). De relatie tussen intensieve veehouderij en ezondheidsproblemen van omwonenden vereist nader onderzoek volens het Ministerie van VWS. Het RIVM heeft recent onderzoek verricht naar de aanweziheid van veerelateerde MRSA bij omwonenden van intensieve varkenshouderijen en kwam daarbij tot de conclusie dat er een verhood risico is voor omwonenden (bron: RIVM briefrapport 000. Volksezondheidsaspecten van veehouderijbedrijven in Nederland: zoönosen en antibioticumresistentie). Echter huisartsen in ebieden met intensieve veehouderij even aan meer symptomen van de luchtwen en respiratoire aandoeninen te vermoeden in hun praktijken. Symptomen en aandoeninen die overiens wel zijn aanetoond bij werknemers in de veehouderij. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS 0

140 BIJLAGE Literatuurlijst ARCADIS (00) Notitie reikwijdte en detailniveau Gemeente Nunspeet (concept 00) Nota van uitanspunten Van Dobben, H. & A. van Hinsber (00): Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toepast op habitattypen en 000-ebieden, Alterra-rapport, Waeninen. Atlas Groen Gelderland, Provincie Gelderland. Op: Aa, E. van der (00) Recreatieve verstorin: ecoloisch probleem?, In: Toets 0 0, p-. RIVM-report 0000/00 Trens in the environmental burden of disease in the Netherlands AB Knol, BAM Staatsen. GGD-Richtlijn Gezondheidsaspecten Besluit Luchtkwaliteit. Landelijk Centrum Medische Milieukunde GGD-Richtlijn Geurhinder. GGD Nederland. 00. Gezondheidseffectscreenin Stad& Milieu 00: Handboek voor een ezonde inrichtin van de woonomevin. GGD Nederland. Oktober 00. RIVM briefrapport 0000/00. Intensieve Veehouderij en ezondheid: overzicht van kennis over werknemers en omwonenden. RIVM, Universiteit Utrecht en Institute for Risk Assessment Studies. Nationale MAC-lijst 00. Ministerie van Sociale Zaken en Werkelenheid. Sdu Uitevers:00. RIVM briefrapport 000. Volksezondheidsaspecten van veehouderijbedrijven in Nederland: zoönosen en antibioticumresistentie. Versla afstemminsoverl Depositiebank Stikstof, Utrecht, mei B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

141 COLOFON PLAN-MER BUITENGEBIED NUNSPEET OPDRACHTGEVER: Gemeente Nunspeet STATUS: Vrijeven AUTEUR: in. P. Hartskeerl MSc J. Veken GECONTROLEERD DOOR: in. P. Hartskeerl VRIJGEGEVEN DOOR: drs. B.P.W. Schlanen juli 00 B00/CE0/00/00/dt ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat Postbus 00 AG Arnhem Tel 0 Fax 0 Handelsrister 00 ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderinen door de wet esteld, ma zonder schriftelijke toestemmin van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudid en/of openbaar worden emaakt door middel van druk, fotokopie, diitale reproductie of anderszins. B00/CE0/00/00/dt ARCADIS

142

143 AANVULLING MER BUITENGEBIED NUNSPEET GEMEENTE NUNSPEET maart B

144 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Inhoud Inleidin. Aanleidin. Doel van deze aanvullin. Beschrijvin worst case situatie. Leeswijzer Recreatieterreinen. Methode effectbeoordelin. Huidie situatie en worst case.. Gebiedsbeschrijvin / referentiesituatie.. Worst case. Effecten 0. Conclusie Minicampins. Methode effectbeoordelin. Huidie situatie en worst case. Effecten. Cumulatie van de twee bestemminsplannen. Conclusie Bouwblokinventarisatie. Methode effectbeoordelin. Huidie situatie en worst case. Effecten. Conclusie 0 Toelichtin Cumulatie Bijlae Literatuur Bijlae Kaart met bouwblokken in 0 en 00 Bijlae Voelsoorten en Voelrichtlijn Bijlae Actieradus Bijlae Verblijfsrecreatie Colofon 00:A. - Definitief ARCADIS

145 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Inleidin HOOFDSTUK. AANLEIDING De emeente Nunspeet werkt aan het opstellen van het bestemminsplan Buitenebied 00 en het bestemminsplan Recreatieterreinen 00. Beide plannen starten de procedure elijktijdi maar doorlopen de procedure escheiden. De plan m.e.r. procedure wordt doorlopen omdat een passende beoordelin emaakt moet worden vanwe de nabijheid van Natura 000 ebieden en het bestemminsplan buitenebied 00 kaderstellend is voor m.e.r. (beoordelins)plichtie activiteiten. Bevod eza voor beide procedures is de emeenteraad van Nunspeet. Voor beide procedures is het Plan MER Buitenebied Nunspeet opesteld (ARCADIS; juli 00; kenmerk B00/CE)/00/00/dt) waarmee met name het milieueffect van het vestiinsbeleid voor veehouderijbedrijven in beeld is ebracht. Door de Commissie voor de milieueffectrapportae is op november 00 een voorlopi toetsinsadvies uitebracht over het milieueffectrapport (rapportnummer ). De Commissie is van menin dat het milieueffectrapport (MER) onvoldoende informatie biedt voor de ontwikkelinen die het voorontwerp bestemminsplan buitenebied en het voorontwerp bestemminsplan recreatieterreinen maximaal moelijk maken, de zoenaamde worst case situatie. Het aat daarbij om de effecten (in cumulatie) van de ontwikkelinsmoelijkheden die worden eboden voor intensieve veehouderij, rundvee, mestveristinsinstallaties en recreatie. Omdat voor deze ontwikkelinen sinificant natieve effecten op Natura 000 ebieden niet op voorhand zijn uit te sluiten, en deze moelijke effecten niet in samenhan zijn beschouwd, vindt de Commissie dat ook de bijbehorende passende beoordelin onvoldoende informatie bevat voor de besluitvormin. De Commissie is daarmee van oordeel dat essentiële informatie in het MER ontbreekt om het milieubelan volwaardi mee te kunnen wen in de besluitvormin over het voorliende voorontwerp bestemminsplan buitenebied en het voorontwerp bestemminsplan recreatieterreinen. De Commissie vindt dat voor het bestemminsplan buitenebied waarin alleen de ontwikkelinen van het beschreven alternatief voor intensieve veehouderij en het scenario voor rundvee worden vasteld, het MER voldoende informatie biedt. Vanuit dat perspectief zijn de milieueffecten naar behoren in beeld ebracht. 00:A. - Definitief ARCADIS

146 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet De Commissie adviseert de ontbrekende informatie voor de worst case situatie aan te vullen alvorens een besluit te nemen over beide bestemminsplannen.. DOEL VAN DEZE AANVULLING Het doel van deze aanvullin op het MER is uiteindelijk een beter besluit voor beide bestemminsplannen. Hiervoor is, daar waar moelijk en zinvol, de ontbrekende informatie voor de worst case situatie aanevuld. Deze informatie wordt meewoen in het besluit waarmee de bestemminsplannen worden vastesteld en kan leiden tot een aanpassin van de bestemminsplannen.. BESCHRIJVING WORST CASE SITUATIE Voor een worst case situatie, binnen de planoloische moelijkheden is de worst case uit het MER met het volende onderzoek aanevuld: Maximale omzettin van alle recreatieterreinen naar kampeermiddelen met de meeste verstorin door toename van de recreatiedruk. Hierbij zijn de terreinen inedeeld naar hun locatie in het randmerenebied en het Natura 000 ebied. Het ruimtebruik van de terreinen neemt niet toe. Een toename van het aantal minicampins (maximaal kampeerplekken) van naar minicampins hebben een onderline afstand van 00 meter en 0 meter vanaf woninen. Een inventarisatie naar het ontwikkelpotentieel aan ararische bouwblokken volens het vierende en het nieuwe bestemminsplan buitenebied. Hiermee is de maximale ruimte uit het bestemminsplan Recreatieterreinen 00 en het bestemminsplan Buitenebied vertaald naar een worst case scenario. De realiteit van dit scenario is vanuit bedrijfseconomisch perspectief niet onderzocht. In deze aanvullin wordt de cumulatie van effecten van het alternatief voor de intensieve veehouderij en het rundveescenario, no eens extra toelicht. Dit n.a.v. het advies van de Commissie om de cumulatie van effecten van intensieve en rundveehouderijen navolbaar te onderbouwen. Cumulatie van effecten op natuur van veehouderij en recreatie is niet aan de orde. Veehouderij kan zoren voor stikstofdepositie waardoor vermestin en verzurin kan optreden en recreatie kan zoren voor optische verstorin. Omdat er een sprake is van toename van stikstofdepositie wordt cumulatie m.b.t. effecten op natuur verder niet beschreven. De effecten van recreatie zijn wel nader onderzocht. Door voortschrijdend inzicht biedt het nieuwe bestemminsplan buitenebied een ruimte meer voor het oprichten van mestveristinsinstallaties. Nader onderzoek naar de effecten voor verkeer, landschap en luchtkwaliteit in een worst case situatie is hierdoor niet aan de orde. 00:A. - Definitief ARCADIS

147 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet. LEESWIJZER In de volende hoofdstukken is voor respectievelijk de recreatieterreinen, de minicampins en de bouwblokinventarisatie de worst case situatie beschreven en toelicht. Elk hoofdstuk aat in op de ehanteerde methode van effectbeoordelin, de worst case situatie, de effecten en de conclusie. 00:A. - Definitief ARCADIS

148 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Recreatieterreinen HOOFDSTUK. METHODE EFFECTBEOORDELING Natura 000 ebied Veluwe De beschrijvin van de effecten van uitbreidinsmoelijkheden van verblijfsrecreatie is ebaseerd op de methode uit het rapport Groei en krimp verblijfsrecreatie Veluwe Natuureffectenboekhoudin (ARCADIS 00). In dit rapport is econcludeerd dat van de kwalificerende soorten alleen broedvoels evoeli zijn voor verstorin door (verblijfs)recreatie. Uitanspunt in deze beoordelin is dat uitbreidin van het aantal verblijfplaatsen alleen is toestaan buiten de renzen van Natura 000 ebieden; er is derhalve een effect van ruimtebesla. In deze aanvullin op het MER is daarom alleen een oordeel even over effecten van verstorin op hoofdlijnen. De effecten zijn etoetst aan de instandhoudinsdoelen uit het Natura 000 aanwijzinsbesluit Veluwe. Het beheerplan biedt edetailleerde informatie, maar is no in de maak. Het effect van recreanten die vanuit de verblijfsplaatsen naar en vervolens in de Natura 000 ebieden wandelen, is beoordeeld. Per locatie wordt het recreatieve ebruik bepaald voor de huidie en de toekomstie ( worst case ) situatie. Uitanspunten bij de bepalin volens ARCADIS (00) zijn: De emiddelde actieradius van recreanten vanaf hun verblijfsplaats is 00 m voor kleine bedrijven en 00 m voor rotere bedrijven met meer dan 000 slaapplaatsen. Voor waterrecreatie is deze actieradius ook aanehouden. Het aantal wandelinen per roep en per overnachtin bedraat voor een campin 0., een bunalowpark 0., per hotel/pension 0. en voor roepsaccommodaties 0.. Een roep heeft een emiddelde rootte van personen. Het aantal wandeluren is per da, een wandelin duurt emiddeld anderhalf uur. Verstorinevoeliheid van soorten. De eerste vier uitanspunten leiden, met de rootte van een recreatiebedrijf, tot het aantal passaes per uur (passeerfrequentie). De passeerfrequentie is berekend voor de huidie situatie en de moelijke worst case situatie. De toename van de passeerfrequentie is afezet ten de verstorinsevoeliheid van de voelsoorten die voorkomen binnen de actieradius van recreanten van een bedrijf of roep bedrijven. Daarbij is de meest verstorinsevoelie soort, doorslaevend. In deze aanvullin op het MER is een analyse emaakt van welke bedrijven potentieel het rootste natieve effect kunnen hebben op de instandhoudinsdoelstellinen van de Veluwe (de rootste verstorin veroorzaken). Er is op hoofdlijnen beoordeeld of er een natief effect is van de worst case situatie als evol van het bestemminsplan als eheel 00:A. - Definitief ARCADIS

149 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet op basis van vier deelebieden (plaatsen): Elspeet, Nunspeet, Hulshorst en Vierhouten. De beoordelin is op basis van piekdaen in het broedseizoen (lente en zomer). Dit is ook de meest evoelie periode voor de voelrichtlijnsoorten in het ebied. Natura 000 ebied Veluwerandmeren Voor de Veluwerandmeren is er een uitewerkt kader ten aanzien van recreatie zoals dat er voor de Veluwe is. De effecten manifesteren zich hier ook nauwelijks in de vorm van verstorin door wandelrecreatie. Verstorin treedt vooral op door recreatie lans de oever en door waterrecreatie. Voor deze toetsin is een kwalitatief oordeel even op basis van het verwachte edra van de recreanten. Dit edra is bepaald in de natuurtoets voor roei en krimp van verblijfsrecreatie op de Veluwe (ARCADIS, 00). De effecten zijn etoetst aan de instandhoudinsdoelen uit het Natura 000 aanwijzinsbesluit Veluwerandmeren. Het beheerplan biedt edetailleerde informatie, maar is no in de maak. Het merendeel van de aanewezen voelrichtlijnsoorten zijn overwinteraars. Er is daarom bij de beoordelin een onderscheid emaakt tussen zomer en winter. De Roerdomp en de Grote karekiet zijn de enie broedvoels in het ebied waarvoor de uitbreidinsdoelstellin eldt.. HUIDIGE SITUATIE EN WORST CASE.. GEBIEDSBESCHRIJVING / REFERENTIESITUATIE In en nabij de emeenten aat het om de volende Natura 000 ebieden: Veluwe (Voel en Habitatrichtlijnebied). Veluwerandmeren. Natura 000 ebied Veluwe De Veluwe is met een oppervlakte van ruim 000 ha het rootste Habitatrichtlijnebied van Nederland. Het ebied bestaat overwend uit droe sen, droe en natte heide, vennen en stuifzanden. Tenwoordi is er in totaal no 00 hectare stuifzand op de Veluwe. Plaatselijk komen in de heiden natte (o.a. Leemputten bij Staverden) of droe heischrale raslanden (o.a. Harskamp), jeneverbesstruwelen, vennen, natte heide en hooveenkernen (Mosterdveen) voor. In het beekdal van de Hierdense en Staverdense Beek worden schraallanden aanetroffen. Lans de randen van de Veluwe ontsprinen (sprenen)beken, waar beekvetaties en zeer plaatselijk bronsen voorkomen (bron: Ministerie van EL&I). In het rapport Natuurtoets Groei en Krimp (ARCADIS, 00) is econcludeerd dat van de kwalificerende soorten van de Veluwe alleen broedvoels evoeli zijn voor verstorin door (verblijfs)recreatie. In Tabel zijn ten behoeve van de toetsin van effecten van de verblijfsrecreatie daarom alleen de kwalificerende broedvoels van het Natura 000 ebied Veluwe weereven, met hun verstorinsevoeliheid voor recreatie. 00:A. - Definitief ARCADIS

150 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Aanewezen broedvoels (Voelrichtlijn) voor het Natura 000-ebied Veluwe met hun evoeliheid voor verstorin. Bron evoeliheid: ARCADIS (00). Broedvoelsoort Gevoeliheid voor verstorin Klasse Code A0 Wespendief Zeer evoeli (op nestlocatie) - Vrij evoeli (in foeraeerebied) A Nachtzwaluw Zeer evoeli A IJsvoel Gevoeli A Draaihals Vrij evoeli A Zwarte Specht Vrij evoeli A Boomleeuwerik Vrij evoeli A Duinpieper Gevoeli A Roodborsttapuit Gevoeli A Tapuit Gevoeli A Grauwe Klauwier Gevoeli Natura 000 ebied Veluwerandmeren De Veluwerandmeren zijn ontstaan bij de droolin van de polders van Flevoland vanaf. Het aat om de zoetwatermeren Drontermeer, Veluwemeer en Wolderwijd/Nuldernauw die emiddeld ruim een meter en op sommie plekken tot meter diep zijn. Ze ontvanen hun water vanuit de Flevopolders en een aantal Veluwse beken en wateren aan de noordoostzijde via de Roebotsluis af op het Vossemeer en in het zuidwesten via de Nijkerkersluis op het Nijkerkernauw/Eemmeer. Het ebied heeft een slecht ontwikkelde landwater overan in verband met een efixeerd, tennatuurlijk waterpeil. De Gelderse oever is rotendeels broeid met een smalle rietkraa; alleen bij Elbur lit een rietmoeras (Korte Waarden) dat relatief root is voor de randmeren. In de 0 er jaren zijn op de Gelderse oevers een aantal nieuwe moerasebieden aaneld. In 000 is estart met de aanl van een aantal eilanden tussen het Harderbroek in Flevoland en de Hierdense beek in Gelderland. Ter hoote van Horst bij Harderwijk is in het Wolderwijd met behulp van enie dammen kunstmatie luwte ecreëerd voor watervoels en ter bevorderin van de roei van waterplanten (bron: Ministerie van EL&I). De emeente Nunspeet renst uitsluitend aan het Veluwemeer. Voor de Natura 000 ebieden Veluwerandmeren zijn twee habitattypen (H0 Kranswierwateren en H0 Meren met krabbenscheer) en drie habitatsoorten (H Kleine modderkruiper, H Rivierdonderpad en H Meervleermuis) aanewezen. Het aat hierbij om verelijkbare habitattypen en soorten waarvan is econcludeerd dat er een effect is van verblijfsrecreatie. De Veluwerandmeren zijn verder aanewezen voor broedvoels en niet broedvoels, openomen in Tabel. 00:A. - Definitief ARCADIS

151 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Aanewezen broedvoels (Voelrichtlijn) voor het Natura 000-ebied Veluwerandmeren met hun evoeliheid voor verstorin. Bron evoeliheid: Krijsveld et al. (00). Code Voelsoort Gevoeliheid voor verstorin Broedvoels Meest natieve effect van A0 Roerdomp mati emiddeld land- en waterrecreatie A Grote karekiet mati kanoërs en roeiers Niet-broedvoels A00 Fuut emiddeld root waterrecreatie A0 Aalscholver emiddeld root waterrecreatie A0 Grote Zilverreier emiddeld fietsers en wandelaars A0 Lepelaar mati emiddeld water- en oeverrecreatie A0 Kleine Zwaan emiddeld (land) root (water) waterrecreatie, wandelaars A00 Smient emiddeld root water- en oeverrecreatie A0 Krakeend root (open water) water- en oeverrecreatie A0 Pijlstaart emiddeld root water- en oeverrecreatie A0 Slobeend emiddeld root waterrecreatie A0 Krooneend root waterrecreatie A0 Tafeleend root waterrecreatie A0 Kuifeend root waterrecreatie A0 Brilduiker root waterrecreatie A0 Nonnetje emiddeld waterrecreatie A00 Grote Zaabek root oeverrecreatie A Meerkoet mati waterrecreatie.. WORST CASE Om de worst case te bepalen, zijn voor de campins het maximum aantal plaatsen per soort verblijf berekend. Daarbij is ervan uitaan dat: Het aantal recreatiewoninen vast lit en in de huidie situatie ehandhaafd blijft. De aantallen enoemd in het bestemminsplan elden. Recreatieterreinen die zijn aanemerkt als bunalowpark, uitsluitend recreatiewoninen als verblijfsmoelijkheid aanbieden. Terreinen of terreindelen die zijn aanemerkt als kampeerterrein uitsluitend moelijkheden bieden voor mobiele kampeermiddelen. Bij terreinen of terreindelen die in het bestemminsplan een nadere aanduidin hebben een keuze bestaat tussen stacaravans en mobiele kampeermiddelen (tenten, caravans etc.). De moelijkheden voor roepsaccommodaties maximaal worden benut. De berekenin van de maximum aantallen stacaravans of mobiele kampeermiddelen is ebaseerd op de volende aannames: Een stacaravan heeft een oppervlakte van m en met bufferzone 0 m, een recreatiewonin heeft een oppervlakte van m en met bufferzone m. stacaravanplaats is equivalent aan, plaatsen voor mobiele kampeermiddelen. 00:A. - Definitief ARCADIS

152 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Één derde van een terrein wordt ebruikt voor parkeren, centrumvoorzieninen, roenbuffers e.d.. Er wordt erekend met per mobiele kampeerplaats met personen, per stacaravan met personen, per trekkershut met personen, per recreatiewonin met personen en bij roepsaccommodaties met, m per persoon. Berekenin worst cases Er zijn twee moelijke worst cases : de emende recreatieterreinen kiezen allen of voor stacaravans of voor mobiele kampeermiddelen. In theorie is het moelijk dat de oppervlakte van ieder kampeerterrein maximaal wordt benut voor stacaravans of mobiele kampeermiddelen. De volende stappen zijn ezet:. Het aantal huidie (bestaande) mobiele kampeerplaatsen is edeeld door, (zie aanname hierboven); dit leidt tot het aantal extra moelijke stacaravans op een kampeerterrein.. Het aantal huidie stacaravans en het extra aantal (zie vorie stap) zijn bij elkaar opeteld.. Vervolens is per locatie berekend welke oppervlakte dit aantal stacaravans inneemt.. Van de totale oppervlakte van een recreatieterrein is de oppervlakte van recreatiewoninen, vastelde mobiele kampeerterreinen en centrumvoorzieninen afetrokken; dit levert de potentieel beschikbare ruimte voor stacaravans op. Op basis hiervan is het aantal moelijke stacaravans in berekend. Het rekenwerk is eorafisch edaan met GIS.. Het aandeel van het aantal stacaravans van stap ten opzichte van het potentiële aantal stacaravans van stap is berekend.. Indien het aandeel van stap minder is dan 0%, en er dus no substantiële ruimte is voor uitbreidin van het aantal stacaravans, is aanenomen dat het aantal stacaravans toeneemt met % ten opzichte van het aantal in stap. De etallen % en 0% zijn als drempelwaarden ekozen voor de worst case omdat er zo wel een toename plaatsvindt die het bestemminsplan moelijk maakt.. Het aantal moelijke mobiele kampeerplaatsen is berekend door het aantal stacaravans te vermenivuldien met.. Het resulterende maximale aantal overnachtinen is hieronder weereven in Tabel. Het aantal recreanten (overnachtinsmoelijkheden) neemt voor de Veluwe toe met 0% bij het scenario stacaravans en 0% bij het scenario mobiele kampeerplaatsen. Voor de Randmeren is sprake van een toename van 0% bij het scenario stacaravans en 0% bij het scenario mobiele kampeerplaatsen. De achterliende etallen per locatie zijn te vinden in bijlae. Bij de Veluwerandmeren is een opsplitsin emaakt naar terreinen die jaarrond zijn eopend en terreinen die alleen in het seizoen bezoekers trekken. Indien er wordt ekozen voor het scenario mobiele kampeermiddelen is het onwaarschijnlijk dat het aantal overnachtinen bij jaarrond () ook in het winterseizoen wordt ehaald; de meeste mensen maken in de winter ebruik van stacaravans en recreatiewoninen. In de winter (jaarrond) is de worst case daarom het scenario stacaravans, in de zomer (seizoen) het scenario mobiele kampeermiddelen. 00:A. - Definitief ARCADIS

153 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Maximaal aantal overnachtinen voor de huidie situatie en de twee worst case scenario s. Plaats Veluwe Huidie overnachtinen Scenario Stacaravans Scenario mobiele kampeermiddelen Elspeet Hulshorst Nunspeet 0 Vierhouten Totaal Veluwerandmeren Jaarrond 0 0 Seizoen (lente/zomer) 0 Totaal. EFFECTEN Veluwe Het Natura 000 ebied Veluwe en het verspreidinsebied van de verstorinsevoelie voelsoorten overlapt met de actieradius van de recreanten van van de bedrijven. Het betreft de soorten nachtzwaluw, ijsvoel, tapuit, roodborsttapuit, zwarte specht en wespendief. De overie soorten komen niet voor of broeden in voor recreanten ontoankelijke (defensie)terreinen. Het ebied wordt momenteel reeds sterk bezocht: de verspreidinsebieden van nachtzwaluw, ijsvoel, tapuit en roodborsttapuit binnen en nabij de emeente Nunspeet lien in de uitanssituatie al rotendeels tot eheel binnen het ebied dat kan worden verstoord door recreanten (op basis van de actieradius, zie.). Het leefebied van de voelsoorten wordt weereven in de bijlae, de actieradius wordt weereven in bijlae. Tabel Totale passeerfrequenties per deelebied (alleen bedrijven met overlappende actieradius van recreanten). Dit betekent dat het oppervlakte van verstoord ebied voor deze soorten niet roter wordt door een toename van de recreatie. Het effect van verstorin wordt daarom vooral veroorzaakt door een toename van de intensiteit van verstorin, uitedrukt in de passeerfrequentie. Plaats Huidi Scenario stacaravans Scenario mobiele kampeermiddelen Elspeet,,, Hulshorst,,0, Nunspeet, 0, 0, Vierhouten,,0, Totaal,,, De huidie emiddelde passeerfrequentie per deelebied varieert van in Elspeet tot in Vierhouten (zie Tabel ). Hierbij zijn factoren als darecreatie en autoverkeer niet meewoen. Gemiddeld per recreatiebedrijf neemt de passeerfrequentie met 0% toe voor zowel het scenario stacaravans als het scenario mobiele kampeermiddelen. De passeerfrequentie wordt het rootst als er maximaal wordt ekozen voor stacaravans, het verschil met een maximale keuze voor mobiele kampeermiddelen is echter relatief klein. De toename in intensiteit door enkele rote bedrijven samen is veel roter dan de toename van 00:A. - Definitief ARCADIS 0

154 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Klassenindelin van het verstorinsniveau. Bron: ARCADIS (00). enkele kleine bedrijven samen in Elspeet, Nunspeet en Vierhouten. Om te beoordelen wat de effecten van een toename van de intensiteit van verstorin zijn, worden de criteria uit Tabel evold: Slaapplaatsen Wandelroepen/00 ha/uur Verstorinsniveau <00 <0. Gerin Mati Sterk >0000 >. zeer sterk Tabel Klassenindelin toepast op de worst case scenario s. Plaats Huidie overnachtinen Scenario Stacaravans Scenario mobiele kampeermiddelen Elspeet mati mati mati Hulshorst sterk sterk sterk Nunspeet sterk zeer sterk sterk zeer sterk sterk zeer sterk Vierhouten zeer sterk zeer sterk zeer sterk Uit Tabel blijkt dat het verstorinsniveau, inedeeld in klassen, in alle ebieden niet verandert. Het meest evoeli zijn de nachtzwaluw, roodborsttapuit en tapuit. Verspreid in de emeente bevindt zich al verstoord leefebied van deze soorten (bijlae ). Het verspreidinsebied van zwarte specht en wespendief beslaat naeno de ehele Veluwe; effecten zijn vooral lokaal afhankelijk van de aanweziheid van nesten van deze soorten. De instandhoudinsdoelstellinen van de in het ebied voorkomende broedvoelsoorten is dat de kwaliteit van de habitat minimaal elijk blijft. In het worst case scenario kan de kwaliteit voor een aantal van de soorten moelijk achteruitaan door de toenemende verstorin. Omdat de staat van instandhoudin niet voor alle voelsoorten positief is, is een sinificant natief effect op basis van deze studie echter niet uitesloten. Randmeren De evolen van de toename van het aantal recreatieplaatsen is dat er ook een toename plaatsvindt van de recreatie op het water en het land. Bij de recreatiebedrijven zijn er zowel recreatiemoelijkheden op het strand (oever, oneschikt broedhabitat) als om te varen. Waterrecreatie zal voornamelijk in het zomerseizoen plaatsvinden; voor de overwinterende soorten (niet broedvoels) vindt er daarom relatief een laere toename van verstorin plaats dan voor de broedvoels. Daar komt bij dat er in de winter dooraans een volle bezettin zal zijn van de kampeerelenheden (stacaravans en recreatiewoninen). De relatieve toename van het worst case scenario in de winter (zie vooraande pararaaf) is ca. 0%. Gezien het vooraande is de verwachtin dat de toename van de verstorin voor de nietbroedvoels beperkt blijft, te meer daar de meeste soorten vooral evoeli zijn voor wateren oeverrecreatie (zie Tabel ). Er is daarom een sinificant natief effect op de instandhoudinsdoelstellinen van de niet broedvoels te verwachten. Bij de worst case seizoen (zomer) is de relatieve toename van de recreatie ca. %. Ook de recreatie op het water en lans de oever zal daardoor locaal. De twee aanewezen 00:A. - Definitief ARCADIS

155 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet broedvoelsoorten zijn mati evoeli voor recreatie op water en de oevers. De roerdomp broed volens SOVON (00) voornamelijk in andere delen van het Veluwemeer, effecten zijn daarom niet te verwachten. De rote karekiet komt wel lans de hele zuidoever voor en kan moelijk natief worden beïnvloed door een toename van de recreatie. Er zijn daarom een sinificant natieve effecten te verwachten voor de roerdomp. Bij de rote karekiet zijn sinificante effecten op basis van deze studie niet uit te sluiten.. CONCLUSIE Doordat er in het bestemminsplan een maximum is esteld aan het aantal kampeermiddelen (uitezonderd recreatiewoninen) kan in de emeente de verblijfsrecreatie in theorie fors toenemen in een worst case scenario. Bij een realistische inschattin van een worst case neemt het aantal overnachtinsplaatsen toe met 0 tot 0%. Deze realiteit is ineschat op de beschreven aannames en niet ebaseerd op een bedrijfseconomisch onderzoek. Het Natura 000 ebied Veluwe is ook in de huidie situatie al sterk beïnvloed door verblijfs en darecreatie. De aanwezie soorten zijn daarom ewend aan enie verstorin. De oppervlakte van het verstoorde ebied neemt niet of nauwelijks toe. Lokaal kan de toename van de recreatie intensiteit echter een verslechterin van de habitatkwaliteit van de meest verstorinsevoelie soorten tot evol hebben. Dit effect is dan wel erin tot mati binnen de estelde aannames. Een sinificant natief effect kan echter op basis van deze studie niet worden uitesloten. Er zijn twee worst case situaties onderzocht bij de Veluwerandmeren, een in de winter en een in het seizoen (lente en zomer). Bij het winterscenario is een sinificant natief effect te verwachten; het aat hierbij om overwinterende niet broedvoels. Bij het seizoensscenario is alleen een erin tot mati natief effect moelijk voor de rote karekiet. Of dit een sinificant natief effect betreft, is op basis van deze studie niet uit te sluiten. Op basis van het vooraande is bij concrete plannen voor het uitbreiden van bestaande recreatieterreinen een edetailleerdere natuurtoets nodi op verunninenniveau. Hierbij is de verstorin van evoelie soorten een belanrijk issue. 00:A. - Definitief ARCADIS

156 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Minicampins HOOFDSTUK. METHODE EFFECTBEOORDELING Evenals bij de recreatieterreinen worden de effecten van de uitbreidinsmoelijkheden van minicampins beschreven aan de hand van de methode uit het rapport Groei en krimp verblijfsrecreatie Veluwe Natuureffectenboekhoudin (ARCADIS 00). Voor het bepalen van het recreatieve ebruik worden hierbij de volende uitanspunten ehanteerd: De emiddelde actieradius van recreanten vanaf hun verblijfsplaats is 00 m daar het in alle evallen aat om bedrijven met maximaal staanplaatsen. Het aantal wandelinen per overnachtin bedraat voor een campin 0. per staanplaats. Een roep heeft een emiddelde rootte van personen. Omdat er emiddeld recreanten per kampeerplaats zijn, is het aantal roepen bij de minicampins elijk aan het aantal staanplaatsen. Het emiddeld aantal wandelinen is per da, een wandelin duurt emiddeld anderhalf uur. Verstorinsevoeliheid van soorten. De eerste twee punten leiden met de rootte van een minicampin tot het aantal passaes per uur (passeerfrequentie). De passeerfrequentie is afezet ten de verstorinsevoeliheid van soorten. De maximaal toestane rootte van de uitbreidin van de minicampins (worst case) is vereleken met de huidie situatie.. HUIDIGE SITUATIE EN WORST CASE Gebiedsbeschrijvin / referentiesituatie De ebiedsbeschrijvin en referentiesituatie is het Natura 000 ebied Veluwe zoals beschreven in.. Worst case Door het bestemminsplan buitenebied kan op ararische bedrijven een minicampin worden opezet. Daarbij eldt dat de omvan maximaal kampeerplaatsen ma zijn, de minicampins een onderline afstand van maximaal 00 meter moeten hebben en minimaal 0 meter vanaf woninen van derden moeten lien. Dit kan in het worst case scenario in de emeente Nunspeet leiden tot een toename van minicampins nu naar maximaal in de toekomst. Uitaande van emiddeld recreanten per kampeerplaats zijn dit. overnachtinsplaatsen. 00:A. - Definitief ARCADIS

157 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet. EFFECTEN Op basis van de in. beschreven methode is de passeerfrequentie per campin als volt berekend: (( x 0,) : ) x, = 0, roepen / moment. Het effect van de toename van het aantal minicampins is afewoen ten de huidie verstorin op basis van de berekende passeerfrequenties. Door de liin van de ararische bedrijven en bovenstaande criteria bestaat de worst case uit maximaal bedrijven in Elspeet, Hulshorst en Nunspeet die in aanmerkin komen voor een minicampin (zie Tabel ). Het ebied wordt momenteel reeds sterk bezocht: de verspreidinsebieden van nachtzwaluw, ijsvoel, tapuit en roodborsttapuit binnen en nabij de emeente Nunspeet lien in de uitanssituatie al rotendeels tot eheel binnen het ebied dat kan worden verstoord door recreanten (op basis van de actieradius, zie bijlae en ). Dit betekent dat het oppervlakte van verstoord ebied voor deze soorten nauwelijks roter wordt door een toename van het aantal minicampins. Het effect van verstorin wordt daarom vooral veroorzaakt door een toename van de intensiteit van verstorin, uitedrukt in de passeerfrequentie. Het verspreidinsebied van zwarte specht en wespendief beslaat naeno de ehele Veluwe; effecten zijn vooral lokaal afhankelijk van de aanweziheid van nesten van deze soorten. Tabel Geschat aantal minicampins, toename van de passeerfrequentie en de huidie passeerfrequentie. De eschatte passeerfrequenties staan in Tabel, in Tabel is het beoordelinskader voor intensiteit uit het vooraande hoofdstuk toepast. In deze beoordelin zijn alleen de minicampins beschouwd zonder de toename (worst case) van de overie verblijfsrecreatie uit het vooraande hoofdstuk. Overiens is de verstorin door darecreanten niet in de berekenin meenomen; de relatieve toename van verstorin door de minicampins is daardoor laer dan op rond van onderstaande evens blijkt. Plaats Aantal Aantal overnachtinen Passeerfrequentie minicampins minicampins huidi minicampins huidi Elspeet,0, Hulshorst,, Nunspeet 0,, Vierhouten , Tabel Klassenindelin uit Tabel toepast op de minicampins. Plaats Huidie overnachtinen Met Minicampins Elspeet mati sterk Hulshorst sterk sterk Nunspeet sterk zeer sterk sterk zeer sterk Vierhouten zeer sterk zeer sterk Het effect van de toename van het aantal minicampins verschilt tussen de locaties. In Elspeet is een sterke toename van de passeerfrequentie en de verstorinsintensiteit, in Hulshorst en Nunspeet nemen beiden mati toe. Het evol is dat de verstorin in een deel van het ebied mati tot sterk kan toenemen. 00:A. - Definitief ARCADIS

158 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Het door de aanwezie recreatie toch al weini eschikte ebied voor de nachtzwaluw, de meest evoelie soort, wordt door de minicampins niet veel minder eschikt. Nieuwvestiin van nachtzwaluwen zou echter no steeds plaats kunnen vinden, hier heeft het nieuwe bestemminsplan een invloed op. Voor de minder verstorinsevoelie soorten neemt de druk lokaal beperkt toe, vooral rond Elspeet. De instandhoudinsdoelstellinen van de in het ebied voorkomende broedvoelsoorten is dat de kwaliteit van de habitat minimaal elijk blijft. Het is echter niet aannemelijk dat dit een sinificant natief effect zal zijn.. CUMULATIE VAN DE TWEE BESTEMMINGSPLANNEN Tabel Aantal overnachtinen en passeerfrequenties in de huidie situatie en voor de worst cases van stacaravans en minicampins samen. In onderstaande tabel worden de effecten van de uitbreidinsmoelijkheden van de recreatiebedrijven (hoofdstuk ) ecombineerd met de minicampins. Plaats Aantal overnachtinen Passeerfrequentie huidi moelijk huidi moelijk Elspeet,, Hulshorst 00,, Nunspeet 0 00,, Vierhouten ,,0 Totaal,, Gecombineerd worden de effecten sterker dan wanneer de bestemminsplannen apart worden beschouwd. Het ecombineerde effect is het sterkst in Elspeet en mindere mate Nunspeet. Het is moelijk dat de kwaliteit voor een aantal van de soorten achteruitaat door de toenemende verstorin. Een sinificant natief effect is echter niet uit te sluiten.. CONCLUSIE Door het worst case scenario van de uitbreidin van het aantal minicampins van naar moelijk neemt de recreatiedruk en de verstorinsintensiteit in de emeente Nunspeet lokaal toe. Het effect van de minicampins apart leidt niet tot sinificant natieve effecten op de instandhoudinsdoelen van het Natura 000 ebied Veluwe. Voor de twee bestemminsplannen in combinatie zijn sinificant natieve effecten echter niet uit te sluiten. Als er sprake is van een effect dan is dit een erin tot mati effect. 00:A. - Definitief ARCADIS

159 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Bouwblokinventarisatie HOOFDSTUK. METHODE EFFECTBEOORDELING Volens de Cie m.e.r. biedt het MER voldoende informatie voor het bestemminsplan buitenebied waarin alleen de ontwikkelinen van het beschreven alternatief voor intensieve veehouderij en het scenario voor rundvee zijn vasteld. De realiteit hiervan is onderbouwd met de beschreven trendmatie ontwikkelinen binnen de landbouw en de beschikbare ontwikkelinsruimte op basis van de Wet eurhinder veehouderij en de Natuurbescherminswet (zie hoofdstuk van het MER). In dit hoofdstuk is de realiteit en het worst case karakter van het onderzochte planalternatief voor de intensieve veehouderij en voor het roeiscenario voor de rundveehouderij extra onderbouwd met een bouwblokinventarisatie. Alle bouwblokken zijn eïnventariseerd uit het vierende bestemminsplan buitenebied (jaar 0), het bestemminsplan voor de ararische enclave en het nieuwe bestemminsplan buitenebied 00. Vervolens is hieraan het milieuverunninenbestand (uit 00) ekoppeld en eanalyseerd (GIS bewerkin). Op basis van deze analyse is de emiddelde ammoniakemissienorm bepaald per hectare bouwblok voor melkrundvee en voor de intensieve veehouderij (iv). Hiervoor zijn eerst alle rotere veehouderijbedrijven eselecteerd met een milieuverunnin tussen de 0 en 0 ne en met meer dan 0 ne. Uit deze twee hoofdcatorieën aan bedrijven zijn de bedrijven eselecteerd met iv enerzijds en rundvee anderzijds. Voor beide subcatorieën eldt dat deze bedrijven maximaal 0 ne aan ander vee hebben dan respectievelijk iv en rundvee. Per (sub)catorie is vervolens de ammoniakemissie per hectare bouwblok in beeld ebracht voor de nieuwe plansituatie in 00 en voor de situatie in het vierende bestemminsplan (0). 00:A. - Definitief ARCADIS

160 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel 0 Ammoniakemissie per hectare aan bouwblok selectie 00 0 aantal bedrijven nh Hoofdcatorieën met rote veehouderijbedrijven opp bb ha nh per ha opp bb ha nh per ha ne 0+ ne Subcatorieën met maximaal 0 ne aan ander vee (b.v. paarden) ne iv 0+,, ne iv 0+ 0,, 00 ne niet iv 0+ (rundvee),, 0 ne niet iv 0+ (rundvee),, 0 Uit het vooraande blijkt dat de emiddelde ammoniakemissie van rote veehouderijbedrijven in de hoofdcatorie met % afneemt. Voor de subcatorieën eldt een emiddelde afname van % voor de bedrijven met intensieve veehouderij en % voor de rundveebedrijven. Echter het milieueffect kan het best worden uitedrukt in het verschil aan potentiële ammoniakemissie per hectare bouwblok. Hiervoor is de volende emiddelde norm nodi die uit de vooraande analyse is afeleid: Tabel Het potentieel aan ammoniakemissie per hectare bouwblok Type veehouderij Intensieve veehouderij Melkrundveehouderij Norm.000 k/ha.000 k/ha De paardenhouderijen met een ararisch bouwblok zijn niet meerekend. De potentiële ammoniakemissie van deze bedrijven, met, ha aan bouwblok en.0 k aan ammoniakemissie in de verunde situatie, is verwaarloosbaar ten opzichte van de overie veehouderij in het buitenebied van Nunspeet.. HUIDIGE SITUATIE EN WORST CASE Door eorafisch het milieuverunninenbestand te koppelen aan de bestemminsplankaarten met bouwblokken, is het aantal verunninen als volt inedeeld: 00:A. - Definitief ARCADIS

161 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Verunninenbestand Verunninen aantal Totaal aantal verunninen Het aantal verunninen met bouwblok Locaties in het planebied Locaties met ararisch bouwblok in het vierende bestemminsplan (0) Locaties met ararisch bouwblok met melk- en overi vee dat niet intensief wordt ehouden in het nieuwe bestemminsplan (00) Locaties met ararisch bouwblok met intensieve veehouderij in het nieuwe bestemminsplan (00) Locaties met een paardenhouderij in het nieuwe bestemminsplan (00) Uit de vooraande tabel is op te maken dat maar % van de locaties met een milieuverunnin in het planebied ook een bouwblok heeft. Voor deze latente milieuruimte biedt het ruimtelijk spoor blijkbaar een bestemmin. Dit is veroorzaakt door de ararische bedrijven die in de afelopen planperiode zijn estopt door functieveranderin naar wonen of naar een niet ararische bedrijfsactiviteit (ca 0 locaties). Deze locaties hebben in het nieuwe plan een andere bestemmin maar de milieuverunnin is no niet inetrokken. Daarnaast eldt dat voor een flink aantal locaties een meldin is edaan op rond van het Activiteitenbesluit. Dit zijn veelal hobbyboeren met een zeer beperkt aantal vee en een ararisch bouwblok. De potentiële ammoniakemissie vanuit enoemde locaties is verwaarloosbaar. Planoloisch is immers het houden van vee niet of in zeer beperkte mate moelijk en is veelal de beschikbare milieuruimte beperkt vanuit de Natuurbescherminswet of Wet eurhinder en veehouderij. Deze voormalie ararische locaties hebben niet voor niets een andere bestemmin ekren. REFERENTIESITUATIE OP BASIS VAN HET VERGUNNINGENBESTAND IS EEN GOEDE WEERGAVE VAN DE FEITELIJKE SITUATIE VAN DE STALBEZETTING Voor het buitenebied van Nunspeet zijn de verunde stalemissies niet vereleken met de meitellin (CBS). Uit verelijkbare m.e.r.-studies voor andere emeenten blijkt dat de feitelijke stalbezettin uit de meitellin ca. 0% is van het verunde aantal. Hierdoor is ammoniakemissie uit stallen in de referentiesituatie op basis van feitelijk stalbezettin laer dan de emissie op basis van het verunde aantal dieren waarmee in het MER is erekend. Uit de bouwblokinventarisatie blijkt dat dit verschil voor een belanrijk deel is te verklaren door de estopte bedrijven die no wel een milieuverunnin hebben. Voor de niet estopte bedrijven komt het aantal en type dieren in de milieuverunnin overeen met de feitelijke situatie. Dit is ebleken uit een recente controle van alle verunninen in de periode Hierdoor eeft de ruimtelijke verdelin van de depositie in het MER een betrouwbaar beeld van de relatieve verschillen van de alternatieven met een referentiesituatie dat is ebaseerd op het verunninenbestand. Om het risico te beperken op het ebruik van de latente milieuruimte in verunninen is in het MER de aanbevelin openomen dat door controle en handhavin milieuwinst eboekt kan worden (zie pararaaf. in het MER). 00:A. - Definitief ARCADIS

162 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Het aantal en de emiddelde omvan aan bouwblokken in beide situaties is als volt: Tabel Aantal en omvan bouwblokken naar aard en plansituatie Bouwblokken Bestemminsplan 0 Bestemminsplannen 00 aantal Opp (ha) Gem opp (ha) aantal Opp (ha) Gem opp (ha) Totaal 0,0 0, 0, Met verunnin,0 0, 0,0 0,0 Iv bouwblok - - -,0,0 Rundvee - - -,0 0, bouwblok Paardenhouderij ,0 0, Opvallend is de dalin van het aantal bouwblokken met 0% en een toename van het emiddeld bouwblok oppervlak met 0%. Op basis van een nadere analyse van het bestand met bouwblokken is deze forse toename van het oppervlak toe te schrijven aan ca bouwblokken met een roeifactor tot. Daarnaast is het emiddelde bouwblokoppervlak toenomen door de stoppers. In de bijlae is een kaart openomen met daarop de bouwblokken in beide plansituaties.. EFFECTEN Aanewezen als ararisch bouwblok met een bestemmin voor intensieve veehouderij (iv) en locaties als ararisch bouwblok zonder intensieve veehouderij (iv). Op al deze locaties bevinden zich volwaardie ararische bedrijven die in de komende planperiode doorboeren. Van de overie bouwblokken, zoals de paardenhouders, is het potentiële effect van ammoniakemissie verwaarloosbaar in deze bouwblokkenbenaderin. In het vierende bestemminsplan uit het jaar 0 zijn locaties aanewezen als bouwblok met een ararische bestemmin. Op al deze bouwblokken is in potentie zowel intensieve als niet intensieve veehouderij moelijk. Het potentiële milieueffect van beide plannen is berekend in ammoniakemissie per hectare bouwblok met.000k/ha voor niet iv en.000k/ha voor iv. Uitanspunt hierbij is dat in het vierende bestemminsplan op alle ararische bouwblokken intensieve veehouderij plaats vindt. 00:A. - Definitief ARCADIS

163 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet Tabel Potentieel aan ammoniakemissie (knh) via bouwblokken (bb) In de volende tabel is het potentieel aan ammoniakemissie berekend in beide plannen. bestemminsplan Intensieve veehouderij Niet-intensief (rundvee) potentieel Aantal bb bb in ha Aantal bb bb in ha K Nh 0 0, ,0,0.00. CONCLUSIE Op basis van een bouwblokinventarisatie van het nieuwe en oude plan kan, na koppelin met het milieuverunninenbestand uit 00, worden esteld dat de potentiële ammoniakemissie van ararische bouwblokken met circa 0% afneemt. Omdat maar % van de locaties met milieuverunnin een ararisch bouwblok heeft, is er een beperkte latente milieuruimte van veehouderijen in het buitenebied van Nunspeet. Deze milieuruimte is echter zeer beperkt omdat de meeste ararische bedrijven op deze locaties al estopt zijn of een beperkt aantal dieren houden volens het Activiteitenbesluit. Op deze locaties is de milieuruimte ook no eens beperkt vanuit de Natuurbescherminswet en de Wet eurhinder veehouderij. Het risico op ebruik van deze beperkte latente milieuruimte is verwaarloosbaar, zeker na extra inzet op controle en handhavin van milieuverunninen. Bovendien staat het bestemminsplan dit niet toe en is het ebruik van de latente milieuruimte juridisch onmoelijk. In het nieuwe bestemminsplan is de emiddelde omvan van een ararisch bouwblok met de helft toenomen. Het bestemminsplan maakt hierdoor, voor meerdere locaties in het buitenebied van Nunspeet, een uitbreidin van de intensieve veehouderij moelijk. Deze uitbreidin is overiens op locatieniveau alleen moelijk als wordt voldaan aan het strene toetsinskader op stikstof en Natura 000 volens de Natuurbescherminswet. In het voorontwerpbestemminsplan is nu een wijziinsbevodheid openomen waarmee alle ararische bouwblokken in principe moen uitbreiden tot 0% van de huidie omvan. Alleen voor de locaties met intensieve veehouderij elden de voorwaarden uit het Reconstructieplan Veluwe: tot maximaal ha in het verwevinsebied; tot, ha voor dierenwelzijn; een uitbreidin in het extensiverinsebied. Vanuit de Natuurbescherminswet is het echter wenselijk om het bouwblok te brenzen tot op de muur. Voor een concreet uitbreidinsplan kan dan een wijziinsprocedure worden doorlopen. Voor een flexibel bestemminsplan is echter een wijziinsbevodheid tot 0% te overwen. 00:A. - Definitief ARCADIS 0

164 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet HOOFDSTUK Toelichtin Cumulatie De commissie adviseert om een navolbare onderbouwin te even van de berekenin van de cumulatie van effecten van het alternatief voor intensieve veehouderij en het scenario voor rundvee met 0%. In bijlae van het MER is de stikstofdepositie per relevant habitattype openomen voor beide referentiesituaties (met en zonder correctie op het Besluit huisvestin), het basisalternatief en het alternatief rundvee. De situaties zijn als volt te interpreteren: Tabel interpretatie scenario s bijlae van het MER Scenario Interpretatie Huidie situatie De bestaande verunde situatie in 00 Referentiesituatie (Besluit huisvestin) Basisalternatief Rundvee (melk/overi) Alternatief rundvee 0% roei (melk/overi) Basisalternatief + alternatief rundvee De huidie situatie ecorrieerd op de strenere emissie-eisen uit het Besluit huisvestin. Hierdoor zijn de deposities op alle habitats laer dan in de huidie situatie. In dit alternatief zijn de bedrijven met een tak intensieve veehouderij, klein van omvan en/of beperkt in milieuruimte, estopt. Bedrijven van voldoende omvan en met voldoende uitbreidinsruimte roeien. Dit verklaart de afwaartse bewin aan ammoniakdeposities op de habitats. De deposities zijn laer dan in de huidie situatie maar laer na correctie van de huidie situatie op Besluit huisvestin. Hier is alleen de ammoniakdepositie doorerekend van de rundveestapel in het buitenebied van Nunspeet. In dit scenario is de ammoniakdepositie in de referentiesituatie verhood met een roei van de rundveestapel van 0%. Deze roei moet echter passen binnen de beschikbare milieuruimte. Voor de rundveebedrijven is dat binnen een toename van 0,% van de kritische depositie waarde (KDW) aan ammoniakdepositie op betreffende habitat. Hierdoor is maar circa 0% van de rundveestapel roeid, ver van de Natura 000 ebieden. Dit verklaart de erine toename aan ammoniakdepositie t.o.v. de referentiesituatie. In deze worst-case situatie is de roei van de rundveestapel en de schaalverrotin van de intensieve veehouderij vervat. De depositie van dit scenario valt laer uit dan het alternatief rundvee omdat de schaalverrotin van de intensieve veehouderij, van minder naar rotere bedrijven, is menomen. 00:A. - Definitief ARCADIS

165 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet BIJLAGE Literatuur Krijsveld, K.L., R. R. Smits & J. van der Winden, 00. Verstorinsevoeliheid van voels. Update literatuurstudie naar de reacties van voels op recreatie. Rapport 0. Bureau Waardenbur bv, Culembor. SOVON, 00. Nederlandse Fauna. Atlas van de Nederlandse broedvoels. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uiteverij, EIS Nederland. Natuurtoets Groei en Krimp (ARCADIS), kenmerk: 00.00; 00. Natura 000 aanwijzinsbesluit Veluwerandmeren. Natura 000 aanwijzinsbesluit Veluwe. 00:A. - Definitief ARCADIS

166 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet BIJLAGE Kaart met bouwblokken in 0 en 00 00:A. - Definitief ARCADIS

167 Veluwemeer Veluwemeer Sp ijke r w 0 0 n Panelerw Veluwemeer S pi 0 a jke rw 0 Zu id er ze est ra at we w es t Glindew a 0 a Bo ve nwe M ole nw b El bu r er w AT _ 0 a 0 0 a 0 0 a 0 0 0a Veelhorsterw campin 0 a a campin 0 Campin r er w b Ho e ssel ad se-p P la Vee lho rst erw e j kk ew El bu Bij we 0 B ov en Veluwemeer Vee lho rst erw 0 R OO IJ campin EN DI JK a campin O ost 0 we a b B ov en Be ek N _ d er we c ei nd Bovenw _n B ov 0 P an e en we le rw 0 Bijsse lseb eek 't P lak Ho e a ke we Campin Bee k j e campin Mo le campin nw a Bovenw a 0 r er a Gras El bu w 0 campin W ez en we la nd B ov en 0 Campin Randmeerw 0 K ol ma ns w enbu r laa N _ Luss HOGE BIJSSELSEWEG Jos 't 0 Lus raat ner st - AG - AG - AG AG t s traa B riët hur 00- AG 0- AG AG 0 -AG Art at stra isma n sstr Hu ns Fra 0 r aël se Isr G -G -G -G -G -G -G -G GGG _ 0 _ G G G G G G GGG t/m _ 0 _ A- jksw Ri N _ Wiltsanh _ Albertlaan _ 0 A en Boudewijnplantso en Boudewijnplantso _ 0 N 0_ 0 Naa ldh of F.A. Molijnlaan A- swe Ri jk aa n dè re l B el vé a 0 b a 0 w b a huis Bos 0 d 0 b 0 a a c a a a an hla d Vet an a sla abo 0 a P le aa n Mar sm anl ar School Pl es A A la an School 0 a b A 0 Da Costastraat old e a b a 0 a - N a b - - Industriew a - a d c a b - a - Marareth alaan - a - a 0 e - 0 _n0 - a a d - a 0 a b a 00 0 b - - a - 0 lde pad nen Ven a- - - a 0 wo b c - a - - Hoo at a tra è res Amp Stelcon - - we rie 0 Stelcon Ene a - a AN a otw Sch 0a a AN 0 _ 0 - Br ed 0a Ho o wo ld e te rw - ewe Campin a - - E ls pe - kwe Bee a _ a a Van campin - a a tra dts Oor - 0 a - - / ensw - Gr - - a Hoo w -N a w Top Jan A - A olfterrein twe - 0 a b - - a at - bunalowpark - c b - r iewe ust erwe - Ind Ep - a b ol de a 0l 0a 0 N _ - H oo w 0k 0b a Vol 0 a - tra - - aa n - sm anl pad - nen iew - 0 str Ven dts - - In du _G Elspeterw School a AG _ AG AGAG _ A 0 0 man eth Golfbaan Ge rar aa Sch 0 or sen A dal 0 _ N 0 0 e w _ GG G GGGG a a 0 0 G A_ G A_ G A_ N _ AG _ AG _ a 0 sser la an kbo 0 Ei C 0 S po or B laan 0 f Stations 0 0 a 0 0 A a a r ste Mee 0 a a c A A 0 Meijerplein 0 Spoorlaan 0 0 a 0 a 0 Lieve Vrouwenerf 0 n rl aa A Sp oo 0 Berakkerw 0 a 0 0 D 0 0a 0 A C A B 0 b a a a A B B a c b a C Berakkerw a 0 0 E c a a b F a a b c b a 0a 0 0 0f 0c 0h 0i 0d 0e 0j a b c a 0a a a d b z a a a C Dr. Schutlaan b a a t/m a-h a a-a c a b a a 0 0a 0 a - N _ Halmlaan 0 A _ N0 A a b 0 0 b a a N A A a LAA N _ WADI A A _ N 0 a A A BN _ N0 0 0 A n Laa La an A 0 Mau ns Pri a - A Ber ns Pri e lems Wil Pri ns ser f rit - c b a 0 rdst nha 0 sa ula Nas 0 - e 0 at ns es Pri f ser rit Mau ns Pri a je Potsildew 0 - Jul ian ast raa t Kon in in 0 nes tra Ire ns Pri at tra d Oranjelaan iks der Fre ns Pri kerf dri Hen ns Pri ser f rit Mau 0 tso lan Ver ns Pri Nassaulaan an ala in in Kon 0_AN Bac hla an der erf xan Ale 0 Wil hel min D.C an 0 we a a a a A a -AG AG 0 Bee tho ven laa n 0 sw 0 nbo a 0 Ma rc Be re a Bac hla an a k a A 0 A - il hoe en Vo sku a 0 0 oni a N _ dip a 0 a b 0 a b a b c b a 0 a 0 c b a 0 0 e 0 b a d 0 c d a c b 0 c b t/m -0 0 a a c 0 0 b 0 0 a -AN 0 0 a 0 N a a b 0 A a a t/m 0 a 0 0 a a a Christinastraat Prinses erf der xan Ale ns Pri 0 0 b a 0 a t/m a 0 a a 0 hur Art Grutto 0 N 0a _N0 0 0 Bac hla an A an b G _ a AN A A G G AG B riët s tra at ish of aat Mar -A -A G -A G -A G G e rw El b ur 0 AN 0_ ov en la Goh G - AG - AG AG _ re a 0 _ 0 m ez oo nt De Bu B ee th rwe lle Hu 00 0 a _n e t /m e t /m c A t/m t/m 0 0 a a G a 0 _ AN a 0 0 t/m 0 G G G _ G _ a a a 0 a 0 b 00 0a a 0 a 0 b 0 a AN_ a -N 0a a 0 0 b n 0 Amersf plein Stations 0 0 a ba 0 N _ AN _ a a 0 a GGG A_ 0 0 Uit l 0 Spoorw - t /m 0 0 erw 0 Ep an - Zwolle 0 jn la li. Mo 0 a m t/ a 0 Hul ler w F.A b tje 0 w Enk el aan Gerard Vethlaan Gr oen a Ericaw a 0 b c N _ 0 - A tje 00 aan nel e ll - Z wo oe rt 0 00 Gr sf oo la an er Am Ve th c or we ar d S po G er a we Campin - 00 a amp Eec kel ha en 0 - rsk uwe 00 Mol. F.A 0i Oor a_n Sporthal Van 0 Hullerw 0 er w Hu ll 0 0 e - Ve ldw ll - Z wo 0 b a rt aan i jnl sf oo a 0 0 er Am Enk G _ G _ G _ G _ G _ 0 0 or we w a Ep erw S po sp ad A an tje 0 ela ar e Dw 0 sf a er Am ll e Gr oen 0 en 0 or we wo - Z oo rt ha _ n - a N _ e aantj Heidel S po hool kel 0 - A 0 - Eec _ Hullerw 0 de rw e 0 _ - tm 0 we No or wo ll - Z ter 0 0 Kla an Paddestoelw a ei ds b a 0 - _ ifla ec ht a ve rh 0 utdu or U tr ba an b Ho Epe rwe S po a 0 N ij a 0 _ rw 0 0 A G _ G _ G _ G _ G _ 0 Epe Groenelaantje 0 an P le 0 os la de nb Bro A/C AN 0_ G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ a 0 G Van B reit _ nh tsa Wil bunalowpark e oo lw 0 0j _ er we 0 f h S ch a kk _ d i 0 t/m 0 c Vel dwe B er _ 0 je a 0 a _ 0 hl aan 0 ant _ bet 0 0 _ 0 an Bramstroephuis ela A 0 0 nla El isa 0 Ke mpe _ b a a Kortew tje oen a es tw laan a D ri EN _ rken AN b _ AN Gr Kun tze str aat 0 0 A/D A _ 0 _ t/m G ll e Be A Laan - Zwo _ 0 we Eperw ht - nb ur Astridlaan Z an a 0 a b 0 _ n _ Oe ne Ut rec B A 0 _ 0 0 aan an 0 dl pol rba Bunalowpark C B A a N _ Sp oo _ 0 0 N 0_ E pe rw A _ 0 _ 0 0a bunalowpark 0 _ 0 _ AN 0 _ an 0 NLA nla ERE Ke mpe VL AAD n n w ter Kla n tlaa alaa 0 B A 0 anh laa 0 ber biol n b lts Sp ort Al Fa 0 laa _ AN 0 _ ola n Ou de aw ktr a Wi _ en laa _ der Ele 0 Vl aan tl aan a a 0 0 Oosterlaan Belvédèrelaan b a a w Sc hu G d c b a a G G Dr. _ Oosterlaan 0 A _ 0 a A aa n a Ep erw - erl a Mol Meidoornerf B a 0 Oo st _. A Oosterlaan oe k a t la a n _ tr aa ke rk b ee ks an rtla Spo bunalowpark Van Hallstraat _ AN 0 0 t/m K ar ne 0 H ee ms 0-G 0-G 0-G 0-G V an a at an rs tr G G _ G G t K uy pe 0 0 er la tr aa 0 Vi ss ma ns De L oh 0 rn in N _ b 0 Sa vo A- ksw Rij a 0 0 rw oe k 0 an aat Van Hallstr 0 Oenenbu Ribeswe Vlierwe B re mh Beukenla 0 0 0aN00 aa t 0 0 t/m t/m 0 De rs tr t K uy pe 0 0 0a 0 0 t tr aa 0 0a 0 a 0 0 G _ raat ij ns t/m C ol 0 laan Drees b G _ G _ G _ Lohmanst 0 - G -G -G Leopoldlaan nt je 0 0 w er t enb Lu 0 0a De Savornin A- G A- G A-G A-G A- G A- G A- G A- G 0 Laan a a n0 0 0a a a a Winckelw 0 0 kje Vlierwe 0 der bee Molenw Verplaatsin van ten noorden elen eldend bouwperceel De Visserlaan w bes le i n Vier mud 00 0 Kuyperstraat 0 AN _ G _ G _ G _ 0 Schaepmanlaan straa Colijn Leo G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ a Esdoornlaan Whemelaan a Ri la a n aan Dreesl Heemskerklaan -00 t/m -0 / b 0 b 0 AGG A AG G A A N 0a 0 a 0 a a 0 0 we AN 0 0 L oo n a Piersonstraat - N - G -G - G -G -G -G -G D re es w 0 I le xp 0 r v an b N00 eek Middenw Was in eldend plan bestemd als mane kestraa S er in 00 Troelstrastraat Schaepmanlaan Thorbec ystraat 0 Nodb 0 0 Gerbrand we Kuyperstraat t jnw Jasmi Middenw Ararisch bouwperceel was ten onrechte wbestemd in eldend plan bu r De Visserlaan 0 0 O en en traat Talmas 0 Treubstraat sw Klaproo De De Nod be la an D ok te nl aa Maatw Ararisch bouwperceel was ten onrechte wbestemd in eldend plan w ter Kla Driftw nl a an 0 B re mh B eu ke k 0 0 Hazelaa A Boterdij enw Eikserw Wa AG _ we 0 B Kastanjelaan Laan 0 Stationslaan w n _ RAN D MEE RWE 0 ek a 0G 0G 0G Pa Eperw Sc 0 0 H ul st G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ G 0_ G _ G _ G _ G _ G _ a A msterdam 0 0 Gerbrandystraat G G G 0G 0G 0G 0G 0G 0G 0G 0 _ag _ag ek 0 D re es rw Kille nbe 0 0 er w G _ G _ G _ G _ G _ G _ w erw Jasmijn ke ste Oosteind Heemskerklaan 0 Vlierwe 0 0 Mu nne 0 0 aa n 0 AG _ AG _ 0 rf - - Bos - Ond er - de - - e _N ur l 0 0 kest enb 0 0 a A e n nne Lu ss Hulstwe Boterdijk 0 G 0b Jo s 0 AG 0_ aan n 0 Station el ha Mu 0 a Ee ck 0 rw 0 Driestw 0h d 0b ij ke ij nl 0 t E nkw 0m de rw P ap av 0 0d el k nbee kwe bee H ar G_ G G G G G_ G G GG G_ rl aa A a f r ru mm we Po tb el se Kille len Kil 0 0 Hulstwe 0 M ol Kastanjelaan or ne F. A. 0 Hotel dwe e Driftw 0 0 a 0 lersw Nieuw-A Randw Ran Zandenlaan a Winckelw Eekschil lw Trafo oort uve 0 A t/m F 0 He 0 B er ke F.A 0 hul Goo V ar 0 Secretaris Boerhoutwe 0 0 t/m 0 te M ei do Dorpsstraa b 0-G 0-G 0-G 0-G 0-G 0f Zw ar rs we 0c nsc w rwe t/m - 0 aat jke str th rwi H ou te 0 Smi Ha rde 0 a Kie pen 0 er beek Herd -N _AN A 0e a w 0 A 0 0 W.I.U. a er tenb ofw 0 0 Beton enw Lu enh kwe Bee Wa Fe ith Winckelw Driestw 0 0 Randw m t/ m t/ a 0 t a t/m 0 0 Zoo Feithenhofw 0 w e 0 0 a m 0 t/ 0 we Nijverheidsw 0 0 Z oom rwe jke rwi rde a Ha inw Du 0 0 b a 0 a Dorpspad t/m en 0 ha 0 lw lwe uve Da AN _ 0 A He _n kel Eec dswe otw ewe ot Br ed Sch T otslo hei en ek Wes tei nde jver we Top Jan en AN Nieuw-Amsterdamw a Ni Mol - estr 0 0 A b G s Ha e nbe Kill aat ntz nvi de ls ewe Ku a Rij Op Va re Trafo n Westerlaa A swe nswe 0 0 rten 0 n aw aat Ma rte sha aat 0 0 Ma 0 str a ystr 0 tze cka aan Rode-Kruisl 0 Westerla mw 0 Kun tle 0 0 Jan 0 hul pen w Ui Ma w Top a m G t/ b 0 utw 0 A 0 Westerlaan Kie nsc ho Tal an Zoomw 0 0 V it ri a at t raa est nde ntz tei Wes Ku ke rwe er wij 00 eek Ha rd 0 AN erb Hierd 0 r ys tr 0 nswe a G oo a _ te rte 0 M ac ka Ma Zw ar aat estr er we bo sw erw 0 ntz 0 0 a 0 Beekw rw ij k B er en Wat Ku a 0 _ N is nv Rij a erw Vreew _ AN A A b A A aw A A A A A A ewe ek Ha rd we Br ed t tsloo Killen be To e stee nnek ij ker 0 0 Vitrin 0 je ew ld si a h t /m a 0 Ds. de Bouterlaan a a a b 0 0 Pot b Brinkerswe 0 b 0a a a 0 a a 0 ho f we G G GG G _ GG G G Kerkpad 0 Harderwijkerw a 0 ijnl a an 0 0 l tr aa 0 Bos we Lindelaan 0 t/m A 0 ni we G al va 0 e re rs n b 0a AN _ 0 b a we n aat b a ij ker Ds. Huetlaan Markt tw a a erw 0 Marktstr 0 c b a 0b 0 Ha rd Pr in st van laa 0c 0a al we -G ken A we son Edi c b Pa sc a 0 a erw 0 0 nkw -G -G -G -G -G Ds. Martiniuslaa aan Wat 0 a bri ldl kwe a Har den H eu ve G ro en Beu Brinkersw tve rin denb ewe ari Vic 0 0 Hee a Har w e lse Var a a aan enl Kor 0 Kerkpad 0-N a 0 b O os H ar de ws e _ 0 a G w S er in 0 t tsloo To a 0 0 n a e Eperw 0 0 a b a Beek Pa sc Vre ewe 0 laa a dewe Bre 0 c -G -G -G -G a er we a tw lu D e Ve t /m a rw ij k art 0 endel Grupp 0 H ar de w Moz 0 d a 0 t/m we Zee 0 0 a B lo em A-G O os te Acacialaan erw 0a 0 c 00 a w Brinkers a 0-G 0-G 0-G 0-G 0-G b 0 al we at n laa ter Oos a b 0 b st ra ABRI a n elerw Lo on 0 _ 0 0 n hl aa Aarw 0 a a Gerbrandystraat 0 ew e L up in we 0 0 S er in -L a nd va n 0 _ erf nkwe 0 e 0 ense Hierd 0 i- bri 0 e Be ek te r rden sloot Hie rd ens a Gruppend D ok 0 w Zee c t/ m sportveld A-G A-G ew e Bosw je we w erw ter 0 Pas cal we 0 w 0 lse vis Dok Molenw 0 ald Viv Zwo Oo s W il de elw a Mar Ri jn 0 0 Meester Drostw laa n ur er w G _ G _ Meesters 0 0 H uisi all Elb Lindenhof 0 Kro on iw 0 0 i er a coni k w bee len Kil S te A 0 De 0 erw ur Elb 0 0 elw van P ap av L up in Larikserf w f -er pin Cho 0 Gal 0 Notaris lse Zwo 0 c b a all ie we Papaver Ittmannserf Par rf o el Serinw 0 b 0 Olstw r van Wethoude 0 elw all Par je 0 k de rwe ul is M et ar 0 0 erwe Wat Ha ven tho Bee d w Mulder aris Secret 0 0 ekw je 0 0 aat str Par a 0 b 0 an dy S ecr 0 erw ur Elb 0 0 ewe 0 aan 0 ols 0 saul 0 f ho f we erf Zw _ AN fma Hof s ari aus ser en Not 0 0 A Str rt ube Sch a nt so 0 w nn we 0 Zee Nas 0 ew els Var Tot kw Hardenbrin Vre ewe nbe St r je w lse Zwo A Larikserf 0 a b c l ep la n 0 0 M ar s v an 00 a A Mar c oni w ta ri n laa Hul S ec re lei 0 0 a lerw beek Johan a Killen t/m a 0 a Veluwe meer _an iew 0 0 aat 0 ar Vic Oranjelaan 0 Veluwe meer 0 w str ede a Bac hla an t/m 0 er imamáx s nse Pri el ius ek 0 Sib Elb Schuurmans erw ur Fri 0 0 e sop dst n har Ber ns 0 Br 0 0 Moz art laa n 0 ew j Pri t/m MOLI J NLA AN er w je lse St ei Zw ols ns Pri 0 F.A. -N Zwo De at tra iks der Fre a N00 0 Str a Vreew 0 Str 0 0 a Str t raat ets erwe rri Ma s 0 nwe 0 G er br K am pe we B lo em Bloemhofw 0 0 Gras inse 0 0 rs nip Wa te 0 0 Str Wat Str Pr Em mah of nek bee k n Gr as er b es Bouwpercelen Ontwerp Bestemminsplan Buitenebied Str 0 ini 0 ses erf der of teh B un Str xan - m t/ Gr as Oosteinderwe AN _ L ij st Treubstraat 0 Treubstraat 0 - Str Str Gr as Str Str 0 Ale Gr as Str Zand Str Str 0 ns 0 erw Kon 0 in ast ra at Pri W at ee k eek a eer ist C hr Pr in 0 Str eh of B unt De Str Gr as aan w De Nodb Koninin Emmahof saul ter w e lse Var 00 - Veluwe meer 0 te r we 0 rw Str 0 0 Nas Wa l erw Hul w Ki lle 0 0 Str aa t w in der Oo ste V li er 00 us str w mme Kr uisb in de C la Kro e ek 0 Gr as Krommew Mu EG ERW URG ELB Por taa l ew s 0 N_ Kille Gro ene De 0 nbee Het Mesdahout n Vreew nbe Kille je laa ew Killen 0 rw k dewe Ze De Nodb 0 Grote-Bunt 0 Wa te No dbee Or an Bre Ou de te Rie 0 0 aat 0 al rta e Po Str Str De Pr in ka nt sstr Gr oen Str N _ M au ve nke 0_N 0_N N 0_ 0_ N 0_N Gras Gras 0 ein we Oo st der t Mesdahou 0 N_ L i us He t campin 0 Ran n Ma sstr hoek Jonkind 0 O os te G ra s ho f Gras Gras rsst Gras Steier Gras Vijver Bos Gras Ja nke n Ma 0 e Vijver tw al at e ste 0 Molenw H ou st ra n De tr ix B ome 0 B ea la nd om n in W ez en te zo Gras Z eew l erw Hul aat Ja Meerkoet Steier de n Vi 0 0 N _ nenb Ou a Mun B un Gras Vijver Gras Veluwe meer 0 De Vijver Gras 0 K oni dm 0 sstr 0 ek sbe Krui De beek Be urw Oe 0 0 Killen 0 nke n Ma hoek Jonkind t Mesdahou w nenb Oe Bouwpercelen Bestemminsplan Buitenebied 0 + bouwpercelen Bestemminsplan Ararische enclave rw e in de 0 0 Ja 0 O os te t 0 raa V uure n Gras er we De uvek 0 ur 0 n va Krommewe aat Campin we ur Ja nenb w beek Vijver A Oe Nod Mo len De Veluwe meer ant Ma nst raat Gras Veluwe meer De Kruisbeek 0 N _ campin 0 we 0 Ran 0 W at er De Kruisbeek Albert Neuhuyslaan k Vreew vek a nt sb ee WEG Veluwe meer Mau campin 0 t campin aa campin Bri ët str De No db ee k rwe hur a ui D e Kr RANDMEER d mee campin Veluwemeer aël s er Campin Isr 0 Oude Zeew campin 0 campin me 0 R and Art Veluwe meer Kolmansw Kolmansw ners t raat 0 B reit Trafo Kolmansw 0 re 0a 0 aat 0 Kolmansw 0 n Geo Kolmansw sen bu rl aa a Lus 0 Jos la nd campin n ers tr W ez en campin 0 0 re B reit 0 Geo A 0 nw 0 Mo le campin campin Oosteinderw an swe campin campin Ko lm a 0 Campin ners t raat Geo B reit a re Veluwe meer sw man Kol 0 Geo erw er we IJK ndme 0 hstr a at 0 Go k w Van 00 Paneler n S pi jk Bijssels e bee aa a sen bu rl ROOIJEND Ra Campin Jos 0 _ Ho e Gras n a - A - Her derb A a - w ijke der b 0 0 b - ewe ri Ene 0 Campin - 0 Har 0 r w _ n - eek - 0 a 0-0 a Campin recreatiebunalows - 0 a Ep - - w ter Kla te rw erwe - - a - - b - sportveld - recreatie bunalows a we jker erw ee kw wi der Akk le nb Har E ls pe - a K il b k e rbee Herd 0 a 0 b - - el 0-0 ru mm ndsw - Bra Po tb kampeerterrein de Ond a ORT er SFO Bos 0 AM ER recreatiebunalows mane - 0 a 0 G - a a SWE - b LE RI JK - c - b d c a Z WOL - a c -0 a e - kwe Bee Ho a efsl 0 recreatiebunalows 0 a ls ew 0 V are sportveld 0 0 a 0 0 0a 0 0 a ad 0 Vennenp je Poppesw d spa w 0 ker Zandhuis Bak N 0 a a a b 0 0 c Bos er 0 Ond d rwe a jke b a e a c rwi a Ha rde a de 0 Kruisw t erw Kla d campin campin AN _ swe Pop p esw j e er Wev Beekw A 0 b 0 a opw w Rijksw E- a Pas rsom Pete Van i nw Ramr Zandhuis nwe 0 AMERSFOOR RIJKSWEG are pelw Kl 0 enw elw am p Ka Kap ne nk AAN ABO GAR ZWOLLE - w eek D oor 0 Molenpad a a c ek we a en be d Ki ll a an a te el M yt hs 0 a b a 0 we Bos de hu is Za nd er Ond Ep a f swe a Br and 0 Campin 0 erw a _N A e c d b Kl ar en we Herd k O ud ew erbee A 0 a 0 Kl ar r enw Kla w ker wij der Har le enw ht 0 Sp oorw - Zwol Ut rec 0 00 Campin 0 0 Eperw 00 N Bee kwe Gr ensw 0 0 w 0 0 -N Zandhuis a 0 a campin campin a b Kl are nwe 0 we 0 0a 0 Ou de a a rwi jke rwe Ha rde He rd er be ek w ren Kla 0 rde rwi jke w e Pla Ha rwe Campin 0 rw er Ond de My ths Elspeterw nbu Es se B os la an tee 0 O ud ew Onder de Bos sfo ort -Z wol le opw A mer Pas - we Kla ren w - - Sp oor Broekstee -n A - 0 a de erbe Bo P la s - ek ew _ 0 _ 0 Es se nbu rw ee k e nseb Hierd _ _ Campin 0 _ Ei ber _ tje _ 0 s d e Bo O nd er 0-0- _ 0-00 _ - 0 _ we 0- Zw oll ech t e n aar w _ Sp oor Utr 0 - va n 0 - a - ku il V uur n a _ 0 A N - - Campin campin On de e rd B os Es sen Plaew Campin bur we 0 0 c - 0 w Trafo e Pla Herd erbee k 0 Oudew 0 0N Es sen bu rw Elspeterw 0 ewe Kl ar enw e ols Zw Oud we Pas opw O ude Hi erd erw Pl a ew -N campin Ou de E rm el os ew e c ht n e elo Erm 00 0 sew e Oud a a w et er El sp Stichtin Philadelphia Pl ae 0 w Hi erd er w Nun spe t erw 0 een toan olk Os Elspeterw Poolsewe w senk vijver ek Waskolkw 0 a A 0a 0 er we erw ko lkw erd sp et a N un Hi Os sen campin Pl a campin e we Hie rd en seb ee k campin 0 0 nse ere w Ton olk Wa sk rw 0 pe te we 0 A n laa Vos 0 N uns er we Hertlaan Was N0 ko lkw Hertlaan 0 A EN KAMP 0 RD NOO Reelaan 0 Plaew ewe ens er Ton Nunspeterw Elspeterw Elspeterw 0 0a 0 a b GO RTE LS EWE G Nunspeterw Gor tel sew a a kker nzen Ga a s b c A 0 B N0 c a b a osw erb pet Els 't Frusselt G or te ls ew 't Frusselt 0 a BER GWE G Ni nsew STA KEN erse 0 campin campin Sportveld _N te rb os w E ls pe 0- _N a_n campin _N 0-0- GEMEENTE NUNSPEET 0- campin Sch ape 0- a Gor ndr ift tels ew Ni erse nse w campin 0- campin campin campin Afdelin _ RO Getekend: TvD campin N00 campin VERGELIJKING BOUWPERCELEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED Datum: Noord Schaal: april 0 El spe ter w campin 0 : tekenin nr. 0 H ie rd nse be Hie rde Ut re e - 0 zw o ll we S po or _ 0 sp ad _ 0 Herd b er Ond 00 _n - Campin Pol campin ands derb Br Her 0 T 0 0a 0 eksl _N 0b Bos er we A a Wi am p jk er de Ond N ne nk er wi erw 0 D oor Ha rd Akk ETH MAR 0 0 b a e a j p esw Pop SL 0 Formaat USER0X

168 - campin On de e rd B os Es bur sen Plaew Campin we 0-0 c 0 w e Pla Trafo Herd erbee k 0 Oudew 0 0N Es sen bu rw Elspeterw 0 ewe Kl ar ols Zw enw e Oud we Pas opw O ude Hi erd erw ew Pl a -N campin Ou de E rm el os ew e c ht n e sew elo Erm e Oud a a w 0 0 et er El sp Stichtin Philadelphia Pl ae 0 w Hi erd er w Nun spe t erw 0 een toan 0 w olk Os Elspeterw Poolsewe senk vijver ek Waskolkw 0 a 0 0 A 0 0a 0 er we erd sp et a N un Hi erw ko lkw Os sen campin Pl a campin e we Hie rd en seb ee k campin 0 0 w nse ere Ton olk Wa sk rw 0 pe te we 0 A n laa Vos 0 N uns er we Hertlaan Was RD NOO N0 kol 0 EN KAMP Hertlaan 0 A kwe Reelaan 0 ewe ens er Ton Plaew Nunspeterw Elspeterw Elspeterw 0 0a 0 a b G LS EWE GO RTE Gor Nunspeterw tel sew a a kker nzen Ga s a b c A 0 B N0 c a b 0 a osw erb pet Els 't Frusselt G or te ls ew Bouwpercelen Bestemminsplan Buitenebied 0 + bouwpercelen Bestemminsplan Ararische enclave 't Frusselt 0 a GWE G nsew STA KEN erse BER Ni 0 campin campin Sportveld _N Bouwpercelen Ontwerp Bestemminsplan Buitenebied te rb os w _N a_n E ls pe campin 0- _N campin a Gor ndr ift 0- Sch ape tels ew 0-0- Ni erse nse 0-0 w campin 0- campin campin campin Maatw Ararisch bouwperceel was ten onrechte wbestemd in eldend plan Middenw Ararisch bouwperceel was ten onrechte wbestemd in eldend plan Middenw Was in eldend plan bestemd als mane Molenw Verplaatsin van ten noorden elen eldend bouwperceel campin N00 _ campin El spe ter w campin campin Elspeterw campin a campin 't Frusselt campin campin Elspeterw b h Sta ken be rw d a c 0 te rb 0 0 E ls pe e 0a os we een toan 0 0 a a bunalowpark 0 campin - - _n El spet erb osw _ Recreatie zaal bunalowpark a Sta ken _ Z ber Stakenberw nd ape Sch nb er t rif - St ake ho ut er we - Vi er a 0 S ch ot ka mp w a _ AN er we Vi er ho ut Schotkampw 0 St a ke nb er w 0 a nd ape Sch Ho oi we 0 rif Nunspeter w b Schotkampw a 0 a b Sta ken b er we 0 a a 0 c b 0 a _A N Ho oi we 0 0 a a Bosrand a 0a 0 Be r we 0b 0 Sta 0 a ber we ken a Vee Kr om 0 Nunspeterw Ho oi mew 0 Gortelsew - we nwe a campin 0e 0 a Vie rho ute rwe 0a 0 b a 0d 0 El sp et er we Gortelsew 0c a a a bunalowpark rw we a ft 0b dri apen Be r Bosrand Sch Kempersw n 0a - - Kro mme w 0a - 0a a a a 0 a Stakenbe 0b - G ort 0 a 0 0 0_n a_n c a_n00 a 0 Nac Kro mme w 0 Gortelsew 00 a Feytahof 00- a a erw out 0 Kro mme w rh Vie a 0 b a we 0 a a M er el we ift ndr ape Sch a 0a 0 ho f hte aalw F ey ta Stakenberwe Stakenbe rw 0_n a we 0 0 b a V een el se b a a a b a 0 Stakenbe rw Ma at a w A Maatw 0 a 0 Maatw a _n er w out 0 Vi erh a a 0 0 Nachtaalwe 0 KERK 0 0a 0 a 0 a 0 0 a - 0 Bo sr a Vierhoute rw 0 Roew Schovenerf Korenerf A 0 a a 0 0 a 0 c a 0 a b a 0 b a a a b c a a a VLI n a 0 w D EPA ERS Ho e 0 N 0 0 a -a e we Hoe w b Merelw 0 H o a 0 Gerstw 0 we a Kerkpad tn 0 parkeerterrein a b a a 0 tn Ds. Kalshovenw 0 0 H o e Ger stw nw Roew 0 f Slotener Zandew van der Van Wethouder 0 V ee a a 0 0 a b a te rw 0 AN _ 0 c a S lui 0 Kerk a Kerk 0 van der Zandew 0 Ds. van Paddenburhw 0 Boekweitw Wethouder 0 Ds. Lamensw 0 a 0 0 Kempersw 0 we Ds. Wissew a Gerrit Mouww 0 0 0a u terw rho Vie 0 0 te rw a S lui 0 a V een a a enw an d Ve tn A Gerrit Mouww Nachtaalw a a b N _ a b a b a b c a a a 0_ N 0 a Hoe w Hoew a A a a Hoew a a b ab a b a 0 ns ewe a er de a St av 0 b we Staverdensew H av er bepl 0 a Vierhouterw tn a 0 0 se we 0 a Staverdensew rd en bepl S ta ve brandweer 0 a Pirkw 0 Pirkw a _N w a Ve en a A a a Ger 0 a 0 0a Molenw b 0 stwe Apeldoornsew 0 0 BN _ a Binnenw 0 a 0 Gar sewe N _ e orn Hof 0 Oud Juffersoed ldo a a e Oud Ape dere n sewe a a a 0 a A Zeisw 0 a a 0 Zeisw 0 0 Plowe 0 m pj e 0a eb oo S po ek 0 A a b 0a 0 a 0 A B C Zichtw campin a s ew Nunspeterw 0 a e b Uddelerw -AN b a b a Ke mp er sw Plow H of 0 Ou de enwe Mol H aa rw c a d a Haarw rd en S ta ve rns doo 0a Ap el a ewe a 0 den we a V aa ss we A se nse w 0 Va as nerf Reijnvaa we D ie pe -n00 en se 0 M id Kle ine Kol oni ewe Bunalowpark s ew rd en S ta ve Uddelerw eldo orn A sew a 0-00 a Ap 0 0 d a 0 a -00 c b a 0 b 0 a a Oude Hof b a Molenw ns sse Vaa a 0 ewe we den Mid 0 b a Kleine Koloniew 0 a a c Molenberw b 0a N 0 0 _ Hee tka w nse oor b am p ld Ape mp 0 H ee tk b a oni ewe Kle ine Kol a H ee tk am p _N w er enb Mol a a we nb er a Mo le a 00 a a Va asse nsew 0 b a w nie e K olo Kl ein a He et a a 0 e ba 0 an Pl a 0 ka mp Uddelerw speeltuin a a Mo le nb er we 0 0 ka len a 0 nt Hul ens ewe 0 oor an e ba ns ewe Pl a Ap eld Oud e Gard er Uddelerw 0 a i ewe K olon ine a Kle a P la eb aa n kerk a a 0 0b 0a 00 0 a Kl ei ne K olo ni ew Wei dew a K we ine K le ie ol on Uddelerw Uddelerw a Weidew w nse dere Gar e Oud H ie rd nse be Hie rde 0 Ut re e - zw o ll we S po or Ou de Gar der ens ew GEMEENTE NUNSPEET Afdelin RO Getekend: VERGELIJKING BOUWPERCELEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED Datum: Zuid Schaal: TvD april 0 : 0000 tekenin nr. Formaat USER0X

169 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet BIJLAGE Voelsoorten en Voelrichtlijn Leefebied van de aanewezen broedvoels (Voelrichtlijn) voor het Natura 000 ebied Veluwe (bron: website Provincie Gelderland). De leefebieden zijn weereven in oranje en voor de IJsvoel in blauw. De roene arcerin eeft het Natura 000 ebied Veluwe weer. 00:A. - Definitief ARCADIS

170 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet 00:A. - Definitief ARCADIS

171 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet 00:A. - Definitief ARCADIS

172 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet 00:A. - Definitief ARCADIS

173 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet BIJLAGE Actieradus Afbeeldin Actieradus van recreanten voor de recreatiebedrijven (links, in blauw) en de minicampins (in rood, rechts, ecombineerd met de recreatiebedrijven in blauw). 00:A. - Definitief ARCADIS

174 Aanvullin MER Buitenebied Nunspeet 00:A. - Definitief ARCADIS

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Titel 2 Dienstverlenin vallend onder fysieke leefomevin/ omevinsverunnin Hoofdstuk 1 Beripsomschrijvinen 2.1.1 Voor de toepassin van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlekosten: de aanneminssom

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: ing. P. Hartskeerl. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: Lisette Sipman

Projectnummer: B Opgesteld door: ing. P. Hartskeerl. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: Lisette Sipman MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl Onderwerp: Aanvulling MER voor Bestemmingsplannen Buitengebied Arnhem, 16 februari

Nadere informatie

externe veiligheid binnen milieuvergunningverlening

externe veiligheid binnen milieuvergunningverlening APRIL 2006 externe veiliheid binnen milieuverunninverlenin Samenwerkin bevoed eza Wm en brandweer INLEIDING Aanleidin en doel van de handreikin Binnen milieuverunninverlenin is externe veiliheid een Het

Nadere informatie

MEI 2006. Handreiking voor de risico-inventarisatie in het gemeentelijk rampenplan

MEI 2006. Handreiking voor de risico-inventarisatie in het gemeentelijk rampenplan MEI 2006 Handreikin voor de risico-inventarisatie in het emeentelijk rampenplan INLEIDING Risico-inventarisatie rampenplan Volens de Wet rampen en zware onevallen moet eïnventariseerde risico s analyseren

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU ACTUALISATIE BESTEMMINGSPLANNEN BUITEN- GEBIED EN/OF STRUCTUURVISIE BUITENGEBIED GEMEENTE BRONCKHORST

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU ACTUALISATIE BESTEMMINGSPLANNEN BUITEN- GEBIED EN/OF STRUCTUURVISIE BUITENGEBIED GEMEENTE BRONCKHORST NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU ACTUALISATIE BESTEMMINGSPLANNEN BUITEN- GEBIED EN/OF STRUCTUURVISIE BUITENGEBIED GEMEENTE BRONCKHORST GEMEENTE BRONCKHORST DEFINITIEF 17 augustus 2009 B02023/CE9/0G1/000062/MW

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 januari 2012 / rapportnummer 2438 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Boxtel wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Buitengebied Salland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 1 juli 2010 / rapportnummer 2301-79

Buitengebied Salland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 1 juli 2010 / rapportnummer 2301-79 Buitengebied Salland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 1 juli 2010 / rapportnummer 2301-79 1. OORDEEL OVER HET MER De gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte stellen

Nadere informatie

JUNI 2006. Friese handreiking verantwoording groepsrisico

JUNI 2006. Friese handreiking verantwoording groepsrisico JUNI 2006 Friese handreikin verantwoordin roepsrisico INLEIDING Groepsrisico 1 (GR) en met name de verantwoordin Naast deze handreikin zijn no twee andere in het pro- of beleid te maken over hoe zij om

Nadere informatie

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Themabijeenkomst grootschaligheid in de veehouderij, 31 oktober 2008 Statencommissie voor het Fysieke Domein, provincie

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziin Verordenin ruimte 2014 ivm plan Stiphout-Gerwensewe 43, Helmond Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Nummer 67/16 Bijlae(n) 2 Gelet

Nadere informatie

VOORLOPIG. Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport

VOORLOPIG. Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 oktober 2014 / rapportnummer 2972 38 1. Oordeel over het MER De gemeente De

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Buitengebied, planmer Inhoud Rapport + bijlagen 28 augustus 2013 Projectnummer 005.00.01.40.06 S a m e n v a t t i n g I n l e i d i n g De gemeente

Nadere informatie

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 augustus 2016 / projectnummer: 3127 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergeijk

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe Notitie Contactpersoon Floris Eenink Datum 20 februari 2013 Kenmerk N001-1215052FEE-evp-V01-NL 1.1 Aanleiding vormvrije m.e.r.-beoordeling De gemeente Epe is voornemens een agrarisch bouwperceel gelegen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014 Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 mei 2014 / rapportnummer 2882 15 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Someren stelt het

Nadere informatie

Paraaf hoofd afdeling Paraaf Beheer: Paraaf portefeuillehouder: (financiële beoordeling)

Paraaf hoofd afdeling Paraaf Beheer: Paraaf portefeuillehouder: (financiële beoordeling) Aan de directie van de Veiliheidsreio Flevoland Aan het bestuur van de Veiliheidsreio Flevoland Lelystad : 27 auustus 2008 Onderwerp : Voortansrapportae reionaliserin brandweer Nummer : Van Steller : Brandweer

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem

Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 september 2017 / projectnummer: 3017 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Gorinchem wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud

Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud hoofds tuk 7 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud 7.1 Inleidin 7.1.1 Beheer en onderhoud hoofdwatersystemen, rijksween en hoofdvaarween Sinds 1 januari 2006 is Rijkswaterstaat een aentschap. Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer

Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Inhoud Rapport + bijlagen 6 september 2013 Projectnummer 129.00.00.09.01 S a m e n v a t t i n g I n l

Nadere informatie

Vitaal werkgebied aan het IJ

Vitaal werkgebied aan het IJ Vitaal werkebied aan het IJ Ontwikkelinsvisie Minervahaven Minervahaven: Planebied in het rode kader 2 Vitaal werkebied aan het IJ Ontwikkelinsvisie Minervahaven Inbo Adviseurs Stedenbouwkundien Architecten

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan. For happy kids!

Pedagogisch beleidsplan. For happy kids! Pedaoisch beleidsplan Inhoudsopave B 1. Voorwoord blz. 3 2. Beripsbepalin blz. 3 3. Alemene visie blz. 4 4. Kindbeeld blz. 5 5. Pedaoische visie blz. 5 6. Werkwijze astouderbureau blz. 8 7. Wet-en reelevin

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED GEMEENTE HARDERWIJK 21 maart 2012 076274867:B - Definitief B02047.000002.0100 Inhoud 1 Inleiding...3 1.1...3 1.2 Waarom een milieueffectrapportage?...4

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren

Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 januari 2015 / rapportnummer 2972 55 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Inhoud Rapport + bijlagen 6 februari 2013 Projectnummer 005.00.01.40.06 S a m e n v a t t i n g

Nadere informatie

DECEMBER externe veiligheid in ruimtelijke plannen

DECEMBER externe veiligheid in ruimtelijke plannen DECEMBER 2005 externe veiliheid in ruimtelijke plannen INLEIDING Externe veiliheid in ruimtelijk plannen Het Besluit Externe Veiliheid Inrichtinen (BEVI) is op woensda 27 oktober 2004 in werkin etreden.

Nadere informatie

Beantwoording technische vragen van raadsfracties over de jaarrekening 2006 gemeente Maasdriel.

Beantwoording technische vragen van raadsfracties over de jaarrekening 2006 gemeente Maasdriel. Beantwoordin technische vraen van raadsfracties over de jaarrekenin 2006 emeente Maasdriel. Inleidin. De door raadsfracties estelde technische vraen zijn in dit overzicht verzameld en voorzien van een

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: 208.00.00.00.00 Aan: Fons d'haens Van: Henk Veldhuis Onderwerp: Ammoniakregels in het bestemmingsplan Datum: 25-11-2013 W a t i s h e t probleem?

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5 MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Voorstel: 1. In het bestemmingsplan Buitengebied - 2012 aan de wijzigingsbevoegdheid voor het veranderen van de vorm of het vergroten

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau Bestemmingsplan buitengebied BaarleNassau Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2011/ rapportnummer 231168 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente BaarleNassau wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Examen samenvatting

Samenvatting Nederlands Examen samenvatting Samenvattin Nederlands Examen samenvattin Samenvattin door een scholier 2518 woorden 21 mei 2006 6,3 100 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Centraal examen Nederlands Examen Samenvattin: Blz. 40: De

Nadere informatie

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Notitie Reikwijdte en Detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Horst aan de Maas projectnummer: 934.00.00.01.00.00 Datum: 17-04-2015 A a n l e i d i n g n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n Voor het buitengebied

Nadere informatie

2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?!

2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?! 2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?! Vic Boeren (06 53407806) Eric Bouwman (06 26544114) november 2014 DLV Dier Groep BV Onafhankelijk, toonaangevend en landelijk werkend adviesbedrijf

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Asten

Bestemmingsplan buitengebied Asten Bestemmingsplan buitengebied Asten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 december 2016 / projectnummer: 3164 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Asten herziet het bestemmingsplan

Nadere informatie

ONDERZOEK UITBREIDINGSRUIMTE VEEHOUDERIJ

ONDERZOEK UITBREIDINGSRUIMTE VEEHOUDERIJ ONDERZOEK UITBREIDINGSRUIMTE VEEHOUDERIJ NATUUR EN MILIEU 30 september 2013 077308380:A - Definitief C03001.000036.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding... 7 1.1 Vraagstelling... 7 1.2 Definiëring

Nadere informatie

CONTOUREN GEREGIONALISEERDE BRANDWEER GRONINGEN

CONTOUREN GEREGIONALISEERDE BRANDWEER GRONINGEN CONTOUREN GEREGIONALISEERDE BRANDWEER aliserin ion G ro éé n Groninen één nin en 2005 202, Brandweer Groninen Brandweer Groninen Postbus 584 9700 AN Groninen brandweer.roninen.nl Hoofdstuk Projectplan

Nadere informatie

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1 De gemeente Gemert-Bakel wil een nieuw bestemmingplan voor het buitengebied vaststellen. Belangrijk uitgangspunt is om de inhoud af te stemmen op de provinciale

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU MER BESTEMMINGSPLANNEN BUITENGEBIED APELDOORN

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU MER BESTEMMINGSPLANNEN BUITENGEBIED APELDOORN NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU MER BESTEMMINGSPLANNEN BUITENGEBIED APELDOORN GEMEENTE APELDOORN 2 februari 2011 075311558.A Definitief B02023.000102.0100 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Notitie reikwijdte

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Plan-m.e.r. herziening bestemmingsplan 'Buitengebied' gemeente Hof van Twente

Plan-m.e.r. herziening bestemmingsplan 'Buitengebied' gemeente Hof van Twente Plan-m.e.r. herziening bestemmingsplan 'Buitengebied' gemeente Hof van Twente projectnr. 204690 mei 2010 revisie 1 Opdrachtgever Postbus 54 7470 AB GOOR datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN AANSLUITING ASSEN TT EN OEFENTERREIN BAGGELHUIZEN GEMEENTE ASSEN

BESTEMMINGSPLAN AANSLUITING ASSEN TT EN OEFENTERREIN BAGGELHUIZEN GEMEENTE ASSEN BESTEMMINGSPLAN AANSLUITING ASSEN TT EN OEFENTEEIN BAGGELHUIZEN GEMEENTE ASSEN COLOFON Plannaam Bestemminsan Aansluitin Assen TT en Oefenterrein Baelhuizen Plannummer NL.IMO.0106.99BP20121004-C001 Datum

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 West-overig

Hoofdstuk 4 West-overig Hoofdstuk 4 West-overi 203 Capaciteitsuitbreidin overnachtinsplaatsen Merwedes hoofdvaarween verkennin we s t ove ri Recentelijk is esinaleerd dat, mede door afstoten van liplaatsen door emeenten, er sprake

Nadere informatie

choolondersteuningsprofiel ondersteuningsprofiel

choolondersteuningsprofiel ondersteuningsprofiel School choolondersteuninsprofiel ondersteuninsprofiel Naam school: De Kroevendonk Datum besproken in Team 28-11-2013 Datum advies MR 16-12-2013 Datum aanpassin 23-03-2015 A. ALGEMEEN: Om vanuit een ezamenlijk

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensda 18 juni 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen; het eamen bestaat uit 16 vraen.

Nadere informatie

Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008

Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008 GEMEENTE LOPIK Raadsvergadering d.d. 21 april 2009 Nr. : 12 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008 Behandelend ambtenaar:

Nadere informatie

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18

Nadere informatie

PlanMER bestemmingsplan Buitengebied 2013

PlanMER bestemmingsplan Buitengebied 2013 PlanMER bestemmingsplan Buitengebied 2013 PlanMER bestemmingsplan Buitengebied 2013 Inhoud Onderzoek naar milieueffecten als gevolg van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 Separaat bijgevoegd: Natuurwaarden

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT van 8 JANUARI 1992 betreffende de voedingswaarde-etikettering van voedingsmiddelen (Stbl. 21.II.1992)

KONINKLIJK BESLUIT van 8 JANUARI 1992 betreffende de voedingswaarde-etikettering van voedingsmiddelen (Stbl. 21.II.1992) KONINKLIJK BESLUIT van 8 JANUARI 1992 betreffende de voedinswaarde-etiketterin van voedinsmiddelen (Stbl. 21.II.1992) Wijziinen: K.B. 1 april 2004 (Stbl. 15.VI.2004) Gelet op de wet van 24 januari 1977

Nadere informatie

Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo

Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 augustus 2014 / rapportnummer 2958 14 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Houten actualiseert de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Echt - Susteren

Bestemmingsplan Buitengebied Echt - Susteren Bestemmingsplan Buitengebied Echt - Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 april 2013 / rapportnummer 2764 50 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Echt-Susteren

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2003-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2003-II Loterij Ter eleenheid van een jubileum oraniseert een rote universiteit een loterij. Elke student krijt één lot. Er vinden twee trekkinen plaats. Bij de eerste trekkin wordt bepaald op welke nummers een

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED GEMEENTE DOETINCHEM 1 juni 2012 076437875:A - Definitief B02047.000018.0100 Inhoud 1 Inleiding...4 1.1 Aanleiding...4 1.2 Waarom een milieueffectrapportage...4

Nadere informatie

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland Terminologie Onderwerpen Achtergronden mestverwerkingsplicht Achtergronden Melkveewet AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 1 september 2011 / rapportnummer 2322 83 1. Oordeel over het MER De gemeente Baarle-Nassau

Nadere informatie

Opiniërende Raadsbijeenkomst

Opiniërende Raadsbijeenkomst Opiniërende Raadsbijeenkomst Thema: Kaders en randvoorwaarden omvang grondgebonden agrarische bedrijven Onderwerpen Inleiding Terugblik informatieavond september 2009 Provinciale beleidswijziging Gemeentelijk

Nadere informatie

Aanvullende overeenkomst op die van november 2018, inzake Herontwikkeling locaties Zelhem

Aanvullende overeenkomst op die van november 2018, inzake Herontwikkeling locaties Zelhem Aanvullende overeenkomst op die van november 2018, inzake Herontwikkelin locaties Zelhem Onderdeel: Dekkin exploitatietekort. Gemeente Bronckhorst ProWonen De onderetekenden: 1. de Gemeente Bronckhorst,

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen Voorlopig Toetsingsadvies over het MER 18 december 2013 / rapportnummer 2851-23 -1- 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Drimmelen heeft het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Veraderjaar 2002 2003 28 825 Jaarversla Nationale ombudsman 2002 Nr. 2 JAARVERSLAG INHOUDSOPGAVE Deel I WOORD VOORAF 8 AANDACHTSPUNTEN 9 KERNJAARVERSLAG 1 De overheid,

Nadere informatie

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen

Nadere informatie

Landbouwontwikkelingsgebied De Ass, gemeente Cuijk

Landbouwontwikkelingsgebied De Ass, gemeente Cuijk Landbouwontwikkelingsgebied De Ass, gemeente Cuijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 juli 2010 / rapportnummer 2424-54 1. OORDEEL OVER HET MER De gemeente Cuijk stelt

Nadere informatie

PlanMER Bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel

PlanMER Bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel PlanMER Bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel PlanMER Bestemmingsplan Landelijk gebied Harenkarspel Inhoud Rapport + bijlagen Separaat bijgevoegd: Advies Natuurwaarden 30 maart 2012 Projectnummer

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU. PLANMER INTEGRALE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED gemeente Gemert-Bakel

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU. PLANMER INTEGRALE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED gemeente Gemert-Bakel NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU PLANMER INTEGRALE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN gemeente Gemert-Bakel 20 JUNI 2016 Contactpersonen HENK ULLENBROECK KOEN ALBERS JORDY HOUKES Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

PlanMER. Bestemmingsplan Buitengebied. Gemeente Veghel

PlanMER. Bestemmingsplan Buitengebied. Gemeente Veghel PlanMER Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Veghel Titel: PlanMER Bestemmingsplan Buitengebied Ontwerp: 27-04-2011 Vastgesteld: xxx Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 18 1.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 september 2016 / projectnummer: 2736 1. Oordeel over het milieueffectrapport Maatschap van

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

AUTOFISCALITEIT BEDRIJVEN

AUTOFISCALITEIT BEDRIJVEN AUTOFISCALITEIT In samenwerkin met Eurofleet Consult stellen wij u hieronder een overzicht van de aandachtspunten voor 2014 voor *. Omwille van de duidelijkheid hebben wij een onderscheid emaakt tussen:

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

ONVZ Vrije Keuze Zorgplan 2016

ONVZ Vrije Keuze Zorgplan 2016 ONVZ Vrije Keuze Zorplan 2016 U staat op het punt uw basisverzekerin of een van de aanvullende verzekerinen aan te vraen. U wilt onze tandartsverzekerin of het Privé Zorpakket. Wat u ook kiest, u bent

Nadere informatie

MER B02047.000032.01000

MER B02047.000032.01000 MER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED GEMEENTE WAGENINGEN 5 februari 2013 076501316:C Definitief B02047.000032.01000 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding... 17 1.1 Aanleiding tot bestemmingsplan Buitengebied...

Nadere informatie

ONVZ Zorgplan Internationaal 2016

ONVZ Zorgplan Internationaal 2016 ONVZ Zorplan 2016 U staat op het punt uw of een van de aanvullende verzekerinen aan te vraen. Of u wilt onze tandartsverzekerin. Wat u ook kiest, u bent bij ons in oede handen. Welkom bij ONVZ. Zonder

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenreelin School voor Horeca Kwalificatiedossier : Bedienin Crebonummer : 23081 Opleidin : Zelfstandi werkend astheer/-vrouw Crebonummer : 25171 Niveau : 3 Leerwe : BOL Opleidinsduur :

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

PAS in de praktijk. ervaringen met gebiedsontwikkeling Klavertje 4 en ervaringen met de veehouderij. VVM-Commissie m.e.r.

PAS in de praktijk. ervaringen met gebiedsontwikkeling Klavertje 4 en ervaringen met de veehouderij. VVM-Commissie m.e.r. PAS in de praktijk ervaringen met gebiedsontwikkeling Klavertje 4 en ervaringen met de veehouderij VVM-Commissie m.e.r. 23 november 2015 Henk Ullenbroeck ARCADIS Imagine the result Een verhaal over het

Nadere informatie

Anna van Raesfeltstraat 37, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden T (015) , F (015) E I

Anna van Raesfeltstraat 37, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden T (015) , F (015) E I . - Gemeente..........-... Midden-Delfland Aan de leden van de gemeenteraad Ons kenmerk Uw briefvan Uw kenmerk Bijlagen 2015-13374 I 15Z.002466 Anna van Raesfeltstraat 37, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

AANVULLING PLANMER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED BOXTEL GEMEENTE BOXTEL. 5 december 2011 075924557:0.3 - Definitief 110502.201703.

AANVULLING PLANMER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED BOXTEL GEMEENTE BOXTEL. 5 december 2011 075924557:0.3 - Definitief 110502.201703. AANVULLING PLANMER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED BOXTEL GEMEENTE BOXTEL 5 december 2011 075924557:0.3 - Definitief 110502.201703.0300 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Voornemen en referentiesituatie 1 2.1 Advies

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rijnwoude

Bestemmingsplan Buitengebied Rijnwoude Bestemmingsplan Buitengebied Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 oktober 2014 / rapportnummer 2929 09 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Alphen aan den Rijn

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

Omgevingsvisie provincie Groningen

Omgevingsvisie provincie Groningen Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 24 maart 2016 / projectnummer: 2980 1. Oordeel over de aanvulling op het milieueffectrapport

Nadere informatie

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR VEEHOUDERIJ NOORD-BRABANT Uden, 2 juni 217 Inhoudsopgave 1. Provinciale

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenreelin School voor Horeca Kwalificatiedossier : Bedienin Crebonummer : 23081 Opleidin : Leidinevende bedienin Crebonummer : 25170 Niveau : 4 Leerwe : BOL Opleidinsduur : 3 jaar Cohort

Nadere informatie