Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica"

Transcriptie

1 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29 april 2004 Netherlands Quality Agency

2 2 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 14 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 22 Onderwerp 3 Inzet van personeel 39 Onderwerp 4 Voorzieningen 44 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 51 Onderwerp 6 Resultaten 60 Deel C: Bijlagen 67 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 69 Bijlage 2 Beknopt CV Panelleden 71 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 79 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 97 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 115 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 3

4 4 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

5 Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 5

6 6 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

7 Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool INHOLLAND heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in januari 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op 28 en 29 april en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: - de heer ing. msc. A.A.Vreven (voorzitter) - mevrouw ir. M.P. van Ouwerkerk-Dijkers (domeindeskundige) - de heer ing. drs. A. van der Hoeff (domeindeskudige) - de heer M.M. Hofman (studentlid) - mevrouw drs. M.E. Voorthuis ( (NQA-auditor en rapporteur) - mevrouw drs. M. Honigh (NQA-rapporteur). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke-, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: het Detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen worden gegeven op een vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. In het Detailrapport worden oordelen gegeven over de afzonderlijke locaties. Deze worden ook steeds apart beschreven. Verschillen tussen de varianten van de locaties worden in de tekst uiteengezet. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 7

8 1.2 Inleiding De opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) wordt bij de hogeschool op vier locaties uitgevoerd: Amsterdam/Diemen, Alkmaar, Rotterdam en Den Haag. De opleiding leidt studenten op tot adviseurs of leidinggevenden binnen organisaties voor de ondersteuning bij de inrichting, het gebruik en het verbeteren van de informatiesystemen. Tot het moment van de fusie van de hogeschool in januari 2002 was de opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) ondergebracht in diverse hogescholen op verschillende locaties, waardoor er verschillen in het onderwijskundig en organisatorisch proces zijn. De Hogeschool INHOLLAND is een zeer omvangrijke onderwijsinstelling met in 2003 ongeveer studenten en 3500 personeelsleden. Sinds 2003 is de hogeschool georganiseerd in 15 Schools. De opleiding BI in Alkmaar komt voort uit de sector Economie van de Hogeschool Alkmaar. In 2000 is de opleiding samen met de opleiding Elektrotechniek organisatorisch ondergebracht bij het Instituut Automatisering en Informatiemanagement. Eveneens in 2000 is binnen dit instituut gestart met de opleiding Technische Informatica. Studenten uit de beide Informatica-opleidingen hebben sinds 2001 een gemeenschappelijke propedeuse. De opleiding in Alkmaar maakt nu deel uit van de School of Technology Alkmaar/Haarlem. In Amsterdam/Diemen is de opleiding in 1990 gestart als opleiding bij de Hogeschool Holland. De opleiding maakt nu deel uit van de School of Economics Amsterdam/Diemen. De opleiding in Rotterdam is gestart in 2001 bij de Ichthus Hogeschool. De voormalige units Economie en MJD zijn met ingang van het cursusjaar samengevoegd tot de School of Economics Rotterdam. In 2002 is de opleiding in Den Haag gestart. In januari 2003 is de opleiding van Den Haag onderdeel geworden van de School of Economics Den Haag. De locaties Rotterdam en Den Haag bieden met ingang van cohort een programma aan, gebaseerd op de binnen INHOLLAND ontwikkelde major Management. De locatie Alkmaar biedt met ingang van cohort een programma aan, gebaseerd op de binnen INHOLLAND ontwikkelde major Informatics. Op de locatie Diemen kan met ingang van cohort het programma langs beide routes gevolgd worden. Sinds 2003 werken de locaties nauw met elkaar samen op gebied van onderwijsontwikkeling en vindt uitwisseling van good practices plaats. Het rapport van de laatste visitatie is van juni Werkwijze De visitatie van de opleiding BI door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage 4) en die hieronder wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de BI geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hierna volgend). 8 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

9 NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een Beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door een bepaald panellid extra grondig bestudeerd zijn. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleiding (het operationeel management). Ook vond er, voor meer opleidingen tegelijk, een gesprek plaats met het college van bestuur (het strategisch management). Aan het begin van het bezoek is er ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. In het raamwerk bezoekprogramma kende het ochtendprogramma een vaste structuur, maar was het middagprogramma vrij. In deze tijd heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn, volgens de afgesproken taakverdeling, door ieder panellid, schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de bevindingen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Na het visitatiebezoek heeft de opleiding extra materiaal opgestuurd, dat is verwerkt in de rapportage. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 9

10 conceptrapport vastgesteld. In het visitatie- of beoordelingsrapport is expliciet ingegaan op de verschillende varianten en/of locaties. Dit rapport is ter correctie van feitelijke onjuistheden voorgelegd aan de opleiding. Naar aanleiding hiervan zijn door de NQA-auditor wijzigingen en aanvullingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het beoordelingsprotocol (zie bijlage) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie (zie bijlage 5) een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere BI- opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie daarvoor is te vinden in het detailrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding De facetten Niveau bachelor, Domeinspecifieke eisen zijn bij alle locaties met een voldoende beoordeeld. Het facet Oriëntatie hbo-bachelor met een goed. Het oordeel op dit onderwerp is daarom positief. De vier locaties van de opleiding BI hebben hun eindkwalificaties/competenties gebaseerd op de landelijk geformuleerde eindkwalificaties, die zijn beschreven in het document: Beroeps- en opleidingsprofiel (HBO-I platform, 2000). Momenteel wordt dit opleidingsprofiel landelijk geactualiseerd. In het document worden drie beroepsprofielen beschreven, die betrekking hebben op drie Informatica opleidingen: Technische Informatica, Bedrijfskundige Informatica en Informatica. De vier locaties hanteren de Platformcompetenties en daarnaast heeft elke locatie eigen accenten aangebracht. De eindkwalificaties sluiten aantoonbaar aan bij de internationaal geaccepteerde Dublindescriptoren. Bij alle locaties zijn overzichten aangetroffen die de samenhang aangeven tussen de competenties uit het opleidingsprofiel en de generieke hbo-kwalificaties. De mate waarin deze relatie expliciet is vertaald in het curriculum verschilt per locatie. Het hbo-niveau van het programma is voldoende. 10 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

11 1.5.2 Programma. De vier locaties scoren wat hun verschillende opleidingsvarianten betreft op alle facetten goed dan wel voldoende. Het oordeel op dit onderwerp is derhalve positief Inzet van personeel Het facet Eisen hbo is bij alle locaties met een goed beoordeeld. De facetten Kwantiteit personeel en Kwaliteit personeel zijn op alle locaties met een voldoende beoordeeld. Het oordeel op dit onderwerp is derhalve positief Voorzieningen Zowel het facet Materiële voorzieningen als het facet Begeleiding zijn bij alle locaties voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief Interne kwaliteitszorg. Op de eerste twee facetten scoren alle locaties een voldoende. Op het derde facet scoort de opleiding op alle locaties een het oordeel goed. Het eindoordeel op dit onderwerp is daarom positief Resultaten. Op het facet Onderwijsrendement scoren Alkmaar en Amsterdam/Diemen voltijd en deeltijd een onvoldoende. De duale variant bij Amsterdam/Diemen scoort een voldoende. Op het facet Gerealiseerde kwalificaties is de opleiding op de locaties Alkmaar en Amsterdam/Diemen met een goed beoordeeld. Over Rotterdam en Den Haag is nog geen oordeel uitgesproken vanwege de fase waarin de opleiding zich bevindt. De onvoldoende op het eerste facet wordt met name veroorzaakt door het ontbreken van beleid ten aanzien van de kwantitatieve opleidingsresultaten. De verschillende locaties hebben wel enkele streefnormen vastgesteld voor de opleidingsresultaten, maar maken hierbij geen vergelijking met relevante andere opleidingen (afgezien van de duale variant). Uit de kengetallen blijkt dat niet alle nagestreefde rendementen worden gerealiseerd. De verschillende opleidingslocaties analyseren de rendementscijfers matig. De locaties hebben weinig inzicht in hun kengetallen en factoren die hierop van invloed (kunnen) zijn. Wat betreft het gerealiseerde niveau heeft de opleiding op de betreffende locaties goede instrumenten om het behalen van de gerealiseerde kwalificaties te waarborgen. De afstudeerwerken zijn van een goed niveau. Het panel constateert dat de gerealiseerde eindkwalificaties, het tweede facet, ruim gehaald worden qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. NQA geeft aan (zie notitie NQA in bijlage 5) dat dit laatste (kwalitatieve) facet in tegenstelling tot het eerste (kwantitatieve) facet relatief meer gewicht heeft in het totaaloordeel. Op basis hiervan wordt het eindoordeel op dit onderwerp positief. Hieronder vergelijkt NQA de opleiding met het landelijk beeld op het punt van behaalde rendementen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 11

12 CRIHO-gegevens De opleiding wordt hieronder vergeleken op basis van gegevens die via de website van de HBO-raad beschikbaar zijn (CRIHO). In tabel 1a en 1b worden de gegevens met betrekking tot rendement, uitval en gemiddelde studieduur van de opleiding vergeleken met die van het landelijk gemiddelde (respectievelijk voor de voltijd- en de deeltijdopleidingen). Tabel 1a: Gegevens BI (INHOLLAND, voltijd) versus landelijk voltijd (instroomcohort eerste keer hogeschool) Percentage diploma behaald na 5 jaar Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar Opl. Land. gem. Opl. Land. gem. Opl. Land. gem gem. 43,5 40,7 50,4 48,1 37,8 44,1 48,3 44,0 46,4 45,1 44,0 45,6 51,7 47,5 45,4 31,7 45,2 46,4 40,7 35,0 51,7 47,6 42,8 41,7 49,8 48,5 51,2 34,6 51,5 49,9 30,7 32,5 49,9 48,0 42,1 35,1 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) Opl. Land. gem. 12,7 17,3 14,9 17,7 13,8 16,7 15,3 17,7 18,4 20,7 18,8 18,0 Tabel 1b: Gegevens BI (INHOLLAND, deeltijd) versus landelijk deeltijd (instroomcohort eerste keer hogeschool) Percentage diploma behaald na 5 jaar Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) Opl. Land. gem. Opl. Land. gem. Opl. Land. gem. Opl. Land. gem gem. 33,3 21,1 36,4 29,6 36,4 31,3 28,0 30,2 32,8 25,6 27,9 28,8 52,3 47,1 54,5 39,3 15,1 18,6 47,9 (46,4) 45,7 50,4 18,9 17,3 37,0 39,7 46,2 48,3 19,3 19,0 54,5 42,6 35,3 58,4 19,3 17,1 49,3 45,2 29, ,5 23,5 *Gemiddelde studieduur gediplomeerden van uitstroomjaar 1999 is voor de opleiding onbekend; landelijk wordt dit percentage bij het gemiddelde van alle percentages (laatste kolom) niet meegerekend. Over de duale variant zijn geen gegevens beschikbaar. Uit tabel 1a blijkt dat het rendement van de voltijdopleiding BI na vijf jaar (van de cohorten 94 tot en met 98) na vijf jaar gemiddeld net onder het landelijk gemiddelde ligt. Studenten BI van INHOLLAND (van de cohorten 98 tot en met 02) behalen iets later hun diploma dan gemiddeld. Verder laat de tabel zien dat aan de Hogeschool INHOLLAND meer studenten BI 48,2 42,1 45,9 17,8 19,1 12 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

13 dan gemiddeld na één jaar zijn gestopt met hun studie. Studiestakers verlaten gemiddeld gesproken hun studie een fractie later dan gemiddeld. Uit tabel 1b blijkt dat het rendement van de deeltijdstudenten BI na vijf jaar (van de cohorten 94 tot en met 98) bij de Hogeschool INHOLLAND hoger is dan het landelijke gemiddelde. Deeltijdstudenten BI (over de cohorten 98 tot en met 02) behalen iets later hun diploma. Het percentage uitvallers is gemiddeld minder dan het landelijk gemiddelde, en zij staken eerder dan gemiddeld de studie. 1.6 Schematisch overzicht oordelen Facetten Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica van Hogeschool INHOLLAND Alkmaar vt A dam/ Diemen vt A dam/ Diemen dt A dam/ Diemen du R dam vt R dam dt R dam du Den Haag vt Den Haag dt doelstellingen 1.1 V V V V V V V V V V 1.2 V V V V V V V V V V 1.3 G G G G G G G G G G Den Haag du Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Programma 2.1 V V V V V V V V V V 2.2 V V V V V V V V V V 2.3 G V V V V V V V V V 2.4 G G G G G V - G V V V V V V V V V V V 2.6 G G G G G G G G G G 2.7 G G G G G V V G V V 2.8 G V V V V V V V V V Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Personeel 3.1 G G G G G G G G G G 3.2 V V V V V V V V V V 3.3 V G G G V V V V V V Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Voorzieningen 4.1 V V V V V V V V V V 4.2 V V V V V V V V V V Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Kwaliteitszorg 5.1 V V V V V V V V V V 5.2 V V V V V V V V V V 5.3 G G G G G G G G G G Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Positief Resultaten 6.1 O O O V G G G G Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 13

14 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.4 waaruit blijkt dat de opleiding op de verschillende locaties op alle zes de onderwerpen een voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. De opleiding voldoet op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaat daar binnen een aantal facetten bovenuit. 14 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

15 Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 15

16 16 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

17 Deel B: Facetten In dit rapport gaat het panel uit van de situatie zoals zij deze ten tijde van de visitatie heeft aangetroffen (april 2004). Het panel heeft zich op de hoogte gesteld van de verschillende opleidingsvarianten (voltijd, deeltijd en de duale opleiding) en alleen in die gevallen dat de oordelen van elkaar verschillen, heeft zij dit aangegeven. Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor Alkmaar: voldoende Diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Het panel constateert dat alle vier de locaties van de opleiding BI hun eindkwalificaties/competenties gebaseerd hebben op de landelijk geformuleerde eindkwalificaties, die zijn beschreven in het document: Beroeps- en opleidingsprofiel (HBO-I platform, 2000). Momenteel wordt dit opleidingsprofiel landelijk geactualiseerd. In het document worden drie beroepsprofielen beschreven, die betrekking hebben op drie Informatica-opleidingen: Technische Informatica, Bedrijfskundige Informatica en Informatica. Deze beroepsprofielen beschrijven de landelijk gemeenschappelijke opleidingskwalificaties voor elk van deze opleidingen. De vier locaties hanteren de Platformcompetenties: de vakmatige, methodische, bestuurlijk-organisatorische, strategische, normatief-culturele, sociaal-communicatieve en leer- en omgevingscompetenties. Elke locatie heeft naast deze eindkwalificaties/competenties eigen accenten aangebracht. Het panel stelt op basis van de documentatie die zij heeft ingezien vast dat de eindkwalificaties aantoonbaar aansluiten bij de internationaal geaccepteerde Dublindescriptoren. De mate waarin deze relatie expliciet is vertaald in het curriculum, verschilt echter per locatie. Alkmaar Alkmaar volgt de opleidingskwalificaties van het platform en heeft daarnaast de vakmatige en methodische competenties vertaald in meer gedetailleerde competenties. Het panel is van oordeel dat de locatie Alkmaar haar eindkwalificaties helder heeft verwoord in haar beroepsprofiel en voldoende heeft uitgewerkt in haar thema s. In het zelfevaluatierapport geeft Alkmaar een overzicht van de wijze waarop de Dublindescriptoren worden aangewend om het bachelorniveau van de opleiding aan te geven. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 17

18 Een duidelijk overzicht op welke wijze deze kwalificaties gerelateerd zijn aan de doelstellingen van de onderwijseenheden ontbreekt echter nog. Amsterdam/Diemen In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding een duidelijk overzicht van de relatie tussen de generieke kernkwalificaties en de eigen curriculumonderdelen. Met de opleiding acht het panel het niveau gewaarborgd, maar een diepgaande analyse moet nog uitwijzen of de Dublin-descriptoren volledig aantoonbaar in het onderwijs zijn verwerkt. Rotterdam/Den Haag De locaties Rotterdam en Den Haag maken bij de formulering van hun eindkwalificaties gebruik van de landelijke beroepscompetenties van het HBO-I platform. Daarnaast sluiten zij aan bij de hogeschoolspecifieke competenties, de beroepscompetenties en de Dublin-descriptoren. Zij geven in het zelfevaluatierapport in een matrix Relatie tussen het competentieprofiel en het bachelorniveau de relaties tussen deze kwalificaties voldoende weer. Algemene conclusie van het panel Het panel constateert dat de uitgangspunten en accenten van de locaties met betrekking tot de eindkwalificates/competenties in sterke mate overeenkomen. Er zijn analyses en overzichten gemaakt, maar het panel stelt vast dat de koppeling van de descriptoren aan de indicatoren van het hbo-niveau en het competentieprofiel nog explicieter kan worden gemaakt. Deze laatste constatering zorgt ervoor dat het panel het oordeel voldoende en niet goed geeft. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Alkmaar: voldoende Diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Alle locaties BI sluiten wat de eindkwalificaties betreft aan bij de drie door het HBO-I platform geformuleerde landelijk beroepsprofielen (zie ook paragraaf 1.1). Deze profielen zijn in nauw overleg met het beroepenveld tot stand gekomen en gevalideerd. De beroepsprofielen zijn: de bedrijfskundig informaticus, de informaticus en de technisch informaticus. Afgestudeerden dienen deskundig te zijn op het brede gebied van de informatie en communicatietechnologie. Zij dienen al naar gelang de drie beroepsprofielen te beschikken over kennis en ervaring, toegesneden op een specifiek deel van het vakgebied. De verschillende locaties hebben op basis van hun 18 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

19 eigen visie en de input vanuit het regionale bedrijfsleven eigen accenten aangebracht. Op alle locaties wordt in min of meerdere mate aandacht besteed aan internationale aspecten. Alkmaar De opleiding sluit aan bij de landelijke kwalificaties van het HBO-I platform én bij behoeften in de regio Noord-Holland. De middelgrote en kleine bedrijven hebben behoefte aan afgestudeerden met een brede bedrijfskundige basis. Naar aanleiding van een onderzoek in de regio en na consultatie van de eigen beroepenveldcommissie heeft deze locatie heeft gekozen voor een accent op bedrijfskundige vakken en op het in een organisatie kunnen overdragen van ictkennis en kunde aan medewerkers en management. Het panel constateert dat Alkmaar met haar eindkwalificaties een goede invulling geeft aan het gewenste beroepsprofiel. De beroepenveldcommissie is samengesteld uit personen van organisaties die een representatieve doorsnede van het (regionale) beroepenveld vormen zoals REAAL, de gemeente Alkmaar, OTI-groep, CORUS, InterAccess en LogicaCMG. Tijdens een vergadering van de nieuwe beroepenveldcommissie die drie maal per jaar bijeenkomt, is de aansluiting van de beoogde eindkwalificaties op de door het beroepenveld gestelde eisen geëvalueerd. De commissie heeft aangegeven tevreden te zijn over de aansluiting. Amsterdam/Diemen De eigen visie is geformuleerd in het document Opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica ( januari 2004). Hierin onderschrijft de locatie de landelijke visie van het HBO-I platform op het beroepsprofiel van de bedrijfskundige informaticus en legt hierin haar eigen accenten. Zo is zij van mening dat ondanks het feit dat de bedrijfskundige informaticus zelf geen IT- toepassingen ontwikkelt, hij wel degelijk technisch onderlegd dient te zijn. Ten tweede dient hij te beschikken over managementvaardigheden en interpersoonlijke vaardigheden.ten derde dient hij de Engelse taal goed te beheersen, omdat dit in steeds meer bedrijven de voertaal is of wordt. De opleiding legt haar eigen accenten op deze onderdelen. Ook de locatie Diemen geeft een eigen domeinspecifieke invulling aan de eindkwalificaties. De eigen competenties zijn geëxpliciteerd in het opleidingsprofiel en zijn opgesteld naar aanleiding van adviezen van de veldadviesraad, alumni en stagebedrijven. De opleiding benadrukt dat de bedrijfskundig informaticus niet diegene is die IT ontwikkelt, maar mensen in de bedrijven leert om IT in hun bedrijfsprocessen te gebruiken. Hij is de trekker en duwer in veranderingsprocessen, aldus het zelfevaluatierapport. Hiervoor zijn verschillende vaardigheden van belang, zoals goed met mensen kunnen omgaan, zich mondeling en schriftelijk doelgericht kunnen uitdrukken en activiteiten kunnen coördineren. Het beroepenveld geeft aan dat het profiel goed aansluit bij zijn wensen. Het panel is van oordeel dat Diemen met haar eindkwalificaties een goede invulling geeft aan de landelijk geformuleerde beroepsprofielen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 19

20 In het zelfevaluatierapport merkt de opleiding op dat zij de internationale domeinspecifieke eisen nog te weinig heeft kunnen verwerken in het curriculum. Op grond hiervan heeft de opleiding als punt ter verbetering besloten deel te nemen aan een onderzoek naar de eisen die internationaal worden gesteld aan een bedrijfskundige informaticus, namelijk in het project Onderwijsontwikkeling en door deelname aan het HBO-I platform. Rotterdam/Den Haag Rotterdam en Den Haag leggen een zwaarder accent op bedrijfskunde dan op technische informatica. Zij leiden een BI er op, die handelt vanuit een bedrijfskundige en bedrijfsbrede visie op de samenhang tussen business en ict en uitgaat van een balans tussen de eisen van de markt, de interne bedrijfsvoering en kwaliteitsbewaking en - verbetering, aldus het zelfevaluatierapport. De opleiding legt een zwaarder accent op bedrijfskunde dan op technische informatica. Daardoor wordt er in de opleiding veel aandacht besteed aan strategie en strategisch management. Volgens het panel is deze visie op de bedrijfskundig informaticus als bruggenbouwer tussen de businessvragen om stuurinformatie en managementgegevens enerzijds en de (ict) leveranciers van deze informatie anderzijds vergelijkbaar met de opleiding in Diemen. De opleiding heeft, zowel in Rotterdam als Den Haag, goede en gestructureerde contacten met het beroepenveld. Algemene conclusie van het panel Het panel is van oordeel dat in alle locaties sprake is van een voldoende aansluiting van de eindkwalificaties bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Zij sluiten echter tot op heden in onvoldoende mate aan bij de eisen van buitenlandse vakgenoten. Deze constatering zorgt ervoor dat het panel alle vier de locaties het oordeel voldoende geeft. Het panel is van oordeel dat alle vier de locaties met hun eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij de landelijke kwalificaties. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Alkmaar: goed A dam/diemen: goed R dam/den Haag: goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 20 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

21 De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen De eindkwalificaties die de locaties gebruiken zijn afgeleid van het eerder genoemde beroepsprofiel. Dit profiel is tot stand gekomen op basis van onderzoek naar de kenmerkende werkzaamheden binnen relevante sectoren en is gericht op de beginnende beroepsbeoefenaar op hbo-niveau. Daartoe zijn de tien generieke kernkwalificaties in de curricula geïntegreerd. De opleiding BI leidt conform de uitgangspunten van HBO-I op voor functies in de profit en de non-profit sector. Er wordt een onderscheid gemaakt in ict-aanbieders, ict-dienstverleners en organisaties die gebruik maken van ict. De locaties bestrijken elk het gehele beroepenveld. De belangrijkste activiteiten van de opleiding richten zich op drie terreinen: Beleid en innovatie, Ontwikkeling en uitvoering, en Exploitatie en beheer. De inhoudelijke studieprogramma s zijn vervolgens per locatie opgesteld. Het panel heeft bij de verschillende locaties documenten aangetroffen die de relatie aangeven tussen de competenties uit het opleidingsprofiel en het hbo-niveau. Alkmaar Alkmaar heeft haar eindkwalificaties ter advisering voorgelegd aan het regionale bedrijfsleven. Op basis van dit overleg zijn de vakmatige (generiek inhoudelijke) - en methodische (toepassingsgerichte) competenties nader geoperationaliseerd in een aantal deelcompetenties. De afgestudeerden uit Alkmaar hebben het panel verteld dat zij tevreden zijn over de mate waarin zij als beginnend beroepsbeoefenaar gekwalificeerd zijn. De werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken zijn eveneens tevreden over het niveau van de afgestudeerden. Het panel stelt vast dat de borging van het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in Alkmaar aandacht krijgt maar nog te weinig gestructureerd is. Er vindt weliswaar onderzoek plaats onder studenten, oud-studenten en de HBO-Monitor, maar regelmatige besprekingen van het programma met het werkveld vinden nog niet plaats. Amsterdam/Diemen Het beroepsprofiel en de competenties van Diemen staan beschreven in het Opleidingsprofiel (januari 2004), de Studiegids, de Semestersyllabi, de Stagebrochure en de Afstudeerbrochure BI 2003/2004, voltijd en deeltijd en duaal (Diemen, september 2003). De afgestudeerden van de locatie Diemen met wie het panel heeft gesproken zijn tevreden over hun niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De breedheid van de opleiding draagt bij aan deze tevredenheid. Ondanks de aandacht die de opleiding besteedt aan het aanleren van technische kennis, zouden de studenten meer technische kennis wenselijk vinden. Dit geldt zowel voor de voltijd- als voor de deeltijdstudenten. Uit een onderzoek onder oud-studenten (Kwaliteitshandboek) blijkt dat het merendeel van de alumni van mening is dat er in de opleiding voldoende aandacht wordt NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 21

22 besteed aan de beroepsvoorbereiding. Ook in het gesprek van het panel met afgestudeerden toonden zij zich tevreden over de beroepsvoorbereiding. De werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken, bleken eveneens tevreden over de kwalificaties van de afgestudeerden. Rotterdam en Den Haag Den Haag en Rotterdam onderscheiden bij de operationalisering van hun beroepsprofielen twaalf beroepscompetenties. Het leidende principe hierbij is een leven lang leren als onderdeel van de competentieontwikkeling, aldus het zelfevaluatierapport. De locatie wil dit realiseren door de nadruk te leggen op een lerende beroepshouding. Het panel constateert dat de borging van het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar wordt gerealiseerd door het onderwijsprogramma periodiek voor te leggen aan de beroepenveldcommissie van de beide locaties en door het (in de toekomst) evalueren van de afstudeeropdrachten. De vertegenwoordigers van de beroepenveldcommissie met wie het panel heeft gesproken zijn tevreden over het onderwijsprogramma en tonen vertrouwen in het niveau van de aanstaande afgestudeerden. Algemene conclusie van het panel Bij alle locaties heeft het panel overzichten aangetroffen die de samenhang aangeven tussen de competenties uit het opleidingsprofiel en de generieke hbo-kwalificaties. De locaties hebben de kwalificaties en de nadere invulling daarvan voorgelegd aan de verschillende beroepenveldcommissie/veldadviescommissies. Het panel constateert dat de locaties een brede opleiding nastreven, waarbij de verschillende hbo-kenmerken voldoende aan bod komen. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. 22 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

23 De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar De locatie Alkmaar heeft uitgaande van het beroepsbeeld en op basis van een vacaturescan twaalf beroepssimulerende activiteiten geformuleerd. Deze worden aangeboden in de vorm van projecten in thema s. Het panel is te spreken over de opzet van het programma in thema s. Het programma in Alkmaar heeft twee varianten: een vierjarige variant voor havisten en vwo ers en een driejarige variant voor mbo ers met een ict-opleiding. Vanaf het begin van de opleiding zijn er buitenschoolse praktijkcomponenten. In het vierjarige traject is in de eerste twee kwartalen van het derde jaar een stage geprogrammeerd. In het derde en vierde kwartaal van het vierde jaar doen studenten hun afstudeerproject. In het driejarige traject is geen stage geprogrammeerd. De laatste twee kwartalen van het derde jaar omvatten het afstudeerproject. De thema s van beide trajecten zijn voor een deel dezelfde. Binnen de thema s wordt gewerkt met beroepssimulerende activiteiten. Studenten bestuderen vakliteratuur die zij krijgen aangeboden en dienen daarnaast zelf aanvullende literatuur te zoeken en te bestuderen. Het panel vindt de literatuur die zij heeft ingezien, voldoende actueel. In de themaboeken staat aangegeven welke literatuur op welk moment en op welke wijze ingezet wordt. Ook is in de themaboeken de relatie met opleidingskwalificaties aangegeven. De locatie onderhoudt structurele contacten met het werkveld door met name overleg met bedrijven in het kader van de stages en het HBO-I platform. Er is een beroepenveldcommissie maar deze komt, zoals het panel heeft vernomen, incidenteel bijeen. Verder is er onlangs een Alumni-adviesraad opgericht. Het panel vindt dit een goed initiatief. Echter, over het functioneren van deze Raad zijn nog geen gegevens beschikbaar. De locatie onderhoudt ten behoeve van de actualiteit van het onderwijs voorts relaties met de beroepspraktijk onder andere door mensen uit de beroepspraktijk de rol van opdrachtgever of beoordelaar te laten vervullen, door hen practica of vaardigheidstrainingen te laten verzorgen, door hen adviezen te laten geven aan studenten en docenten of door praktijkcases uit de praktijk te gebruiken. Het panel beoordeelt het programma als voldoende actueel. Een relatie met toegepast onderzoek wordt gerealiseerd, doordat studenten in het kader van hun afstuderen een onderzoek uitvoeren. Ook de lector Duurzame Technology die is aangesteld bij de School of Technology verstevigt de relatie met toegepast onderzoek. Thans neemt echter nog maar een enkele student in het kader van het afstuderen deel aan deze kenniskring. Het streven is om de lector nauwer bij de opleiding te betrekken bij de School. Het panel kan op basis van de huidige stand van zaken nog geen oordeel uitspreken over de relatie van de opleiding met het toegepast onderzoek. Uit interne thema-evaluaties van de opleiding, blijkt dat het merendeel van de studenten (rond de 90%) het programma voldoende praktijkgericht vindt. Hierbij speelt de stage een zeer belangrijke rol. Uit het STO 2002 geven de studenten een 6.3 voor de praktijkgerichtheid van de opleiding, een 7.0 voor het inspelen op recente ontwikkelingen en een 7.0 voor de praktijkkennis van de docenten. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 23

24 Amsterdam/Diemen De opleiding kent vijf varianten, namelijk de voltijd-, de deeltijd-, de duale-, de duaal mainframe en de mbo-hbo variant. Deze laatste twee worden ten behoeve van de accreditatie niet apart onderscheiden. De voltijdvariant is opgebouwd uit de propedeutische fase, de verbredingsfase (drie semesters) en de verdiepingsfase (drie semesters). Het deeltijdprogramma kent dezelfde opbouw met het verschil dat de stage is geprogrammeerd vlak voor de afstudeerperiode in het vierde jaar. Het programma is opgebouwd uit onderwijsperiodes waarin beroepsgerichte thema s worden behandeld. De inhoud van het onderwijs is ontleend aan deze thema s. Het panel is te spreken over deze opbouw. In elk semester staat een specifieke functie of een functiegebied centraal, waarbij alle onderdelen van het curriculum hier zoveel mogelijk bij aansluiten. Het panel heeft hierover informatie gevonden in de semestersyllabi. Het programma van de duale variant is tot stand gekomen in samenwerking met een aantal bedrijven, zoals ABN-Amro, PinkRoccade Sociale Verzekeringen, Unisys en Triple P. De duale studenten werken vier dagen en gaan een dag per week naar school. De opleiding ontleent haar studiemateriaal, met name de readers, aan de beroepspraktijk door dit waar mogelijk in samenwerking met de bedrijven te ontwikkelen en door gastdocenten uit te nodigen. De relatie met onderzoek wordt met name gelegd bij het afstudeerproject. Het panel beoordeelt deze relatie tot op heden nog als zwak. In het vierde jaar is er een training Onderzoek, met als doel de onderzoeksvaardigheden van de studenten te verbeteren. De opleiding heeft het voornemen om deel te nemen aan de kenniskring. Voltijdstudenten komen volgens het panel vanaf het begin van de opleiding in voldoende mate in aanraking met de beroepspraktijk in de oriëntatieweken, door middel van projecten en themaweken en via de stage en het afstudeerproject. Daarnaast zijn er binnenschoolse werkcolleges en trainingen. Duale studenten voeren elke onderwijsperiode een action learning opdracht op de werkplek uit. Ook de deeltijdstudenten komen volgens het panel in voldoende mate panel in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk. Dit wordt bevestigd door de uitkomsten van evaluaties en enquêtes onder studenten en alumni. De opleiding heeft een Veldadviesraad, die uit zes mensen bestaat. Het panel heeft vastgesteld dat deze raad in deze locatie daadwerkelijk wordt betrokken bij de formulering van de eindkwalificaties, respectievelijk competenties. Uit de gesprekken blijkt dat de werkveldvertegenwoordigers uit Diemen goed te spreken zijn over de actualiteit van het curriculum. De inhoud wordt volgens hen voortdurend vernieuwd. Enkele panelleden wijzen, evenals enkele werkveldvertegenwoordigers op de onduidelijke verantwoordelijkheidsafbakening in de relatie van de opleiding met de productgerichte opleidingen van met CISCO en Microsoft. Om inzicht te krijgen in de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk maakt de locatie Amsterdam/Diemen gebruik van zogenaamde Bedrijfsberichten. Hierin geeft de afstudeerbegeleider uit het bedrijf aan op welke aspecten aanpassing van het onderwijs noodzakelijk is. Tevens wordt in het formulier gevraagd naar vacatures 24 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

25 in het komende jaar. Het panel heeft een aantal voorbeelden gezien van de Bedrijfsberichten en vindt het een nuttig instrument. De studenten geven in de gesprekken aan het programma voldoende actueel en praktijkgericht te vinden. Dit blijkt ook uit het STO 2004 en uit periode-evaluaties. Rotterdam en Den Haag Beide locaties hebben drie varianten: voltijd, deeltijd en duaal. Ook hier constateert het panel dat het onderwijsprogramma is opgezet rondom actuele thema s uit de beroepspraktijk. Gastdocenten, externe projecten en bedrijfsbezoeken zijn hiervoor belangrijke bronnen. De stageperiode vindt plaats in het derde jaar, het afstuderen in het vierde. De deeltijdprogramma s komen nagenoeg overeen met de voltijdprogramma s. Het panel is tevreden over de vakliteratuur die wordt gebruikt. De literatuur is voldoende relevant en actueel. Het panel oordeelt positief over de wijze waarop studenten in aanraking komen met toegepast onderzoek. Direct in de propedeuse dienen zij een opdracht uit te voeren waarin ze in de rol van adviseur trends en ontwikkelingen in het beroepenveld moeten onderzoeken. Onlangs is in het derde jaar van de deeltijdopleiding een pilot georganiseerd over toegepast onderzoek rondom het thema Datawarehousing en OLAP (Online Analytic Processing). Datawarehousing is een verzameling technologieën, ontworpen om grote hoeveelheden gegevens om te zetten in bruikbare informatie. Dit gebeurt door gegevens uit verschillende transactiesystemen te verenigen in een begrijpelijke verzameling van consistente en kwalitatief hoogstaande databases, die uitsluitend voor informatieve doeleinden worden gebruikt. OLAP is een groep programma s die gespecialiseerd is in het maken van rapportages en analyses op een speciale data warehouse opslagstructuur. Zowel Rotterdam als Den Haag heeft een beroepenveldcommissie die drie maal per jaar bijeenkomt. Een voorbeeld van directe betrokkenheid van het beroepenveld bij het onderwijs is dat bij de ontwikkeling en uitvoering van de onderwijseenheid projectmanagement nauw wordt samengewerkt met LogicaCMG. Een goed idee vindt het panel het project minionderneming, waarin de studenten de mogelijkheid hebben om de al ontwikkelde beroepsvaardigheden te toetsen aan het opzetten van een eigen onderneming. Voor de praktijkgerichtheid is voorts het I-Lab van groot belang. Dit lab is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, instellingen en de School of Economics en vormt de praktijkcomponent die als rode draad door de gehele opleiding loopt. Studenten kunnen hun kennis en vaardigheden in dit lab in praktijk brengen en verder ontwikkelen. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2003/2004 blijkt dat zowel de voltijd, als de deeltijdstudenten uit Rotterdam tevreden zijn over de mate waarin de opleiding aandacht besteedt aan de praktijk (scores 3.6 en 3.2 op een vijfpuntsschaal). Ook over de actualiteit van het programma zijn zij tevreden (scores 3.7 en 3.2 op een vijfpuntsschaal). De voltijd- en deeltijdstudenten uit Den Haag zijn minder tevreden over de mate waarin de opleiding aandacht besteed aan de praktijk (score 2.4 en 2.7 op een vijfpuntsschaal). Over de actualiteit zijn zij meer tevreden (score 3.0 en 3.7 op een vijfpuntsschaal). Inmiddels heeft de opleiding in Den Haag de aandacht voor de NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 25

26 praktijkgerichtheid en de actualiteit geïntensiveerd en is de tevredenheid van studenten hierover toegenomen. Dit blijkt uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2003/2004. Docenten van de School of Economics participeren in de kenniskringen onder leiding van een lector. Hierdoor krijgen zij de mogelijkheid om hun blikveld te verruimen en de lesstof op een hoger niveau te brengen, aldus het zelfevaluatierapport. Het panel beoordeelt deze deelname als positief. Algemene conclusie van het panel Het panel stelt op basis van het bestudeerde materiaal en de gevoerde gesprekken vast dat de interactie met de beroepspraktijk op alle locaties voldoende is geregeld. De verbinding met de praktijk krijgt in de voltijdopleiding vorm door werkveldbezoeken, gastcolleges, (korte) stages, praktijkopdrachten en afstudeeropdrachten. In de deeltijd en duale opleiding ontwikkelen de studenten hun vaardigheden in de werksituatie. Tevens stelt het panel op basis van het materiaal dat zij heeft ingezien vast dat het aangeboden literatuur voldoende breed, actueel en van niveau is. Tot slot constateert het panel dat de studenten in hun studie te maken krijgen met onderzoek, zowel via de afstudeeropdrachten als via docenten die participeren in kenniskringen. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Alkmaar: A dam/diemen: R dam/den Haag: voldoende voldoende voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar Het panel heeft een inzichtelijk overzicht aangetroffen waarin de koppeling aangegeven is van elk van de per thema gestelde leerdoelen aan de landelijk bepaalde eindkwalificaties. Per thema is een themaboek beschikbaar, waarin de leerdoelen en eindkwalificaties staan geformuleerd. De opleiding evalueert regelmatig of de eindkwalificaties nog door het programma afgedekt worden. De meeste van de geformuleerde eindkwalificaties zijn volgens het panel herkenbaar in het curriculum aanwezig. Deze constatering wordt deels bevestigd door een onderzoek onder afstudeerders uit juli De resultaten ervan staan beschreven in de nota: Opleidingskwalificaties van de bedrijfskundig informaticus. Resultaat meting afstudeerders juli 2003 in procenten. Reflectie op competenties. Uit de nota blijkt dat 26 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

27 de afgestudeerden uit Alkmaar het wenselijk vinden om meer aandacht te besteden aan programmeren. Volgens evaluatiegegevens, die zijn opgenomen in het zelfevaluatierapport is in % van de studenten van mening dat de leerdoelen per themaperiode zijn bereikt. Minder dan de helft (49%) is van mening dat de leerdoelen van de vakken zijn bereikt. Meer tevreden zijn de studenten over de bereikte leerdoelen van de vaardigheidstrainingen: 80% vindt deze gerealiseerd. Over de bereikte doelstellingen van de stage zijn de studenten tevreden. 88% is van mening dat de integratie van kennis en vaardigheden uit de verschillende vakgebieden is gerealiseerd. De afgestudeerden met wie het panel heeft gesproken, hebben de thema s en projecten als zeer zinvol ervaren om de eindkwalificaties te bereiken. Amsterdam/Diemen Ook in de locatie Amsterdam/Diemen wordt gewerkt met thema s. In het Opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica treft het panel een overzicht aan van de functies die in de twee semesters van de vier leerjaren aan de orde komen en op welk niveau dat gebeurt: operationeel (jaar 1), operationeel/tactisch (jaar 2), tactisch (jaar 3) en strategisch (jaar 4). Voorts wordt in een matrix aangegeven welke competenties in welke studieonderdelen aan bod komen. Het panel heeft het programma en het studiemateriaal bestudeerd en constateert dat de relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma voor een gedeelte van het programma verifieerbaar aanwezig is. De opleiding schrijft in haar zelfevaluatierapport dat zij momenteel onvoldoende kan aantonen dat studenten ervaren dat zij door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen bereiken. Zij zegt veel waarde te hechten aan de mondelinge begeleidingsgesprekken van studiebegeleiders met studenten waarin dit thema aan bod komt. De studiebegeleiders maken van ieder begeleidingsgesprek een kort verslag. Het panel is mede op basis van de gesprekken van oordeel dat de opleiding voldoende aandacht besteedt aan de relatie tussen de eindkwalificaties en de inhoud van het programma. Rotterdam/Den Haag De locaties Rotterdam en Den Haag hebben ervoor gekozen om in het curriculum twee niveaus te onderscheiden, waarop een competentie wordt ontwikkeld: eenvoudig en complex, zowel binnen- als buitenschools. De opleiding bepaalt per competentie op welk niveau en in welke fase van de opleiding de student de competentie bereikt moet hebben. Om deze competenties te meten heeft de opleiding naar analogie van het kwaliteitsraamwerk CMM de competenties vertaald in zogenaamde key performance indicators (kpi s). Op basis hiervan maken de docenten blok- en themaboeken. Hierin staan de te verwerven competenties, de wijze van beoordeling, een beschrijving van het project en de verschillende onderdelen die daarin aan de orde komen en de toetsing. Het panel oordeelt positief over deze manier van werken. In enkele blokboeken is informatie over de studielast opgenomen. De studenten (voltijd en deeltijd) uit Den Haag blijken in de gesprekken iets minder tevreden over de boeken dan de studenten uit Rotterdam. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 27

28 Gekozen is voor een breed opgezet programma, waarin studenten de mogelijkheid wordt geboden om in de loop van de studie eigen accenten te leggen. Elk jaar is opgebouwd uit vier blokken van tien weken. Elke blok bestaat uit onderwijseenheden van vijf punten. In het competentiegerichte onderwijs worden beroepssituaties als startpunt van de onderwijsleeractiviteiten worden genomen. Dit blijkt duidelijk uit de studiehandleidingen. Aangezien in beide locaties nog geen afgestudeerden zijn, zijn er nog geen gegevens over de bereikte eindkwalificaties. Algemene conclusie van het panel Op grond van het materiaal dat het panel heeft ingezien en op basis van de gesprekken is het panel van oordeel dat de programma s van de verschillende locaties een voldoende uitwerking geven van de beoogde eindkwalificaties/ competenties. Alle thema s/ blokken zijn gebaseerd op specifieke leerdoelen en er wordt (deels) aangegeven hoe de leerdoelen per thema zijn gekoppeld aan de eindkwalificaties. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Alkmaar: A dam/diemen: R dam/a dam: goed voldoende voldoende Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Alle vier de locaties hebben een aantal gezamenlijke uitgangspunten om de samenhang in hun programma s te realiseren. Die zijn: - alle onderwijseenheden zijn afgeleid van het programma en richten zich op het competentieprofiel; - kennis, beroepshouding en vaardigheden worden zoveel mogelijk geïntegreerd aangeboden; - het programma is opgebouwd uit samenhangende thema s, clusters en projecten. Alkmaar Het onderwijs in Alkmaar is geprogrammeerd in thema s, die door interdisciplinair samengestelde teams worden ontwikkeld. Dit zorgt volgens het panel voor een goede samenhang in het programma. Het overzicht waarin de koppeling aangegeven is tussen de leerdoelen van de thema s en de eindkwalificaties vindt het panel een goed inzicht geven in de opbouw van programma. De samenhang van de thema s wordt in de tweede en de vijfde week van het thema met studenten en docenten geëvalueerd. Indien de tevredenheid over de samenhang onvoldoende is, onderneemt de opleiding stappen. Op deze wijze zorgt het 28 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

29 opleidingsmanagement er volgens het panel voor dat er voldoende afstemming is binnen en tussen de thema s. In het zelfevaluatierapport zijn cijfers opgenomen over de tevredenheid van studenten over de samenhang: 70% van hen is hierover tevreden. Resultaten uit de HBO- Monitor laten zien dat studenten uit Alkmaar voldoende samenhang ervaren. Het gemiddelde percentage studenten uit de jaren 1996 tot en met 2002 dat hierover tevreden is, bedraagt 89%. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2003 blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang in het programma (score 7.0 op een tienpuntsschaal). Volgens het zelfevaluatierapport zijn de studenten minder tevreden over de samenhang tussen de lesstof van de vakken binnen een thema. De studenten met wie het panel heeft gesproken zijn echter wel tevreden over de samenhang in het programma per leerjaar. Ook door hen worden de thema s hierbij als belangrijk bindmiddel gezien. Met name de ouderejaars studenten zien samenhang in het programma. Amsterdam/Diemen Het binnenschools programma is opgebouwd rond zes thema s. Ieder thema bevat functies uit het beroepenveld en de competenties die daarvoor nodig zijn. De onderwijsonderdelen staan in het teken van het thema. Het panel constateert dat de thema s belangrijk zijn voor het realiseren van de horizontale samenhang in het programma. Deze samenhang is beschreven in de semestersyllabi. De verticale samenhang wordt gerealiseerd door een oplopende moeilijkheidsgraad van het programma. Dit is beschreven in de studiegids. Het panel constateert dat de borging van de samenhang geschiedt door regelmatig in- en extern overleg. De studenten met wie het panel heeft gesproken zijn tevreden over de samenhang. Zij ervaren voldoende samenhang tussen de blokken en de semesters. Ook de deeltijdstudenten ervaren voldoende samenhang. Het zelfevaluatierapport vermeldt dat met name de eerste- en de tweedejaars studenten weinig samenhang ervaren. Dit beeld verandert vaak tijdens de stage, wanneer zij de samenhang en de relevantie wel zien. Het panel constateert dat ook hier de derde- en vierdejaars studenten beter te spreken zijn over de samenhang. De opleiding heeft het voornemen om te onderzoeken waarom de eerste- en tweedejaars studenten te weinig samenhang ervaren en heeft als eerste stap de semestersyllabi op dit punt aangescherpt. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2003 blijkt overigens dat de studenten uit Amsterdam/Diemen in het algemeen tevreden zijn over de samenhang (score 6.9 op een tienpuntsschaal). Rotterdam/Den Haag Het programma van Rotterdam en Den Haag is opgebouwd uit blokken. Een jaar is opgebouwd uit vier blokken, waarin steeds een functie centraal staat, die in de loop der jaren oploopt in moeilijkheidsgraad. In elke functie worden vier rollen onderscheiden, namelijk beheer, ontwikkeling, ontwerp en advies. De vier rollen resulteren in gelijknamige jaarthema s die een concentrische opbouw kennen. De student ontwikkelt in elk blok die competenties die horen bij een functie binnen een NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 29

30 bepaalde beroepsrol. Het panel stelt vast dat de samenhang van het programma wordt bevorderd doordat de vier rollen binnen één jaar aan de orde komen. Daarnaast wordt de samenhang volgens het panel voldoende geborgd doordat docenten gezamenlijk de onderwijseenheden die binnen elk blok aan de orde komen, ontwikkelen. In Rotterdam bewaakt het zogenaamde BICO(ordinatie)-team de inhoudelijke samenhang van het programma. Ondanks dat het curriculum van de beide locaties hetzelfde is, waarderen de studenten de samenhang verschillend. Deze wordt door de Haagse studenten minder gewaardeerd dan door de Rotterdamse studenten, zo blijkt uit het STO 2002/2003. (score 2.9 en 2.0 op een vijfpuntsschaal). De voltijdstudenten uit beide locaties scoren hoger op de samenhang dan de deeltijdstudenten: Rotterdam: voltijd: 3.6; deeltijd: 3.0 en Den Haag: voltijd, 2.9 en deeltijd 2.0. Uit het STO 2003/2004 blijkt dat de tevredenheid over de samenhang is toegenomen. Het management verklaart de lagere score van de Haagse studenten uit startproblemen van de opleiding. Deze zijn thans volgens het management onder controle. De studenten uit Rotterdam en Den Haag met wie het panel heeft gesproken bevestigen dit. Zij tonen zich tevreden over de samenhang in het programma. Algemene conclusie van het panel Het panel stelt vast dat de beoogde samenhang in de praktijk voldoende gerealiseerd wordt. Door de thematische opbouw wordt een samenhangend onderwijsaanbod aangeboden. Uit gesprekken met de studenten blijkt dat zij de samenhang in min of meerdere mate herkennen. De borging van de samenhang is voornamelijk een verantwoordelijkheid van de docententeams of een speciaal daartoe ingesteld team. Facet 2.4 Studielast Alkmaar: goed A dam/diemen: goed R dam/den Haag: Voltijd: goed Deeltijd: voldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar Om de studielast evenwichtig te verdelen heeft Alkmaar de contacturen in vier dagen geprogrammeerd en zijn na elke themaperiode drie weken vrijgeroosterd voor tentamens. Door het gebruik van thema s is het programma volgens het panel overzichtelijk. 30 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

31 Aan het einde van elk thema onderzoekt de opleiding de gerealiseerde studielast. De studenten kunnen aangeven of zij meer of minder dan 400 uur aan studielast hebben gerealiseerd. Uit gegevens van de opleiding concludeert het panel dat 70 tot 80% van de studenten meer dan 400 uur aan een thema heeft besteed (Thema-evaluaties). De studenten met wie het panel heeft gesproken, vinden de studie niettemin goed te doen. Daar draagt de studiebegeleiding ook aan bij. Zij vinden de studielast per onderdeel (fors) uiteenlopen, soms is de studielast meer en soms minder dan geraamd. In de gesprekken constateren de studenten geen specifieke struikelvakken of aansluitingsproblemen. Het panel vindt het een goede maatregel dat studenten in de propedeuse tweemaal een cijfer 5 mogen laten staan voor een niet specifiek vakgebied in verschillende thema s. Hierdoor wordt een wellicht moeizame aansluiting op de vooropleiding verzacht. Voor allochtone studenten en studenten met een handicap zijn extra voorzieningen, zoals meer tijd voor het maken van tentamens. Hoewel er geen echte struikelvakken zijn, blijkt uit de gesprekken van het panel met de studenten dat hoe technischer het vak is, hoe meer problemen er zijn. De informatievoorziening naar studenten gaat sinds kort via Blackboard. Er zijn nog geen ervaringen van de studenten met Blackboard voorhanden. Amsterdam/Diemen Om versnippering van aandacht en werkzaamheden te voorkomen heeft Diemen ervoor gekozen het voltijdprogramma in te delen in perioden met een vast stramien: de aftrapweek, onderwijsweken, themaweken, tentamenweken en een projectweek. Daarnaast is er aandacht voor studiebegeleiding. Het onderwijs wordt evenals in Alkmaar verzorgd in vier dagen. Het feit dat elke periode volgens dezelfde systematiek is opgebouwd, bevordert volgens het panel de studeerbaarheid. Om de studeerbaarheid van de opleiding verder te vergroten, hanteert de opleiding een vaste studieroostersystematiek in plaats van een lesrooster. In het studierooster staan alle studieactiviteiten gepland, dus ook de zelfstudie. Eén dag is in het studierooster ingepland voor zelfstudie. Het panel oordeelt positief over dit rooster. Een andere maatregel om de studeerbaarheid te vergroten is dat studenten een tentamen waarvoor zij zijn gezakt in de daaropvolgende periode kunnen herkansen. Hierdoor wordt een eventuele studievertraging beperkt. De teamcoördinator heeft de taak om de studeerbaarheid van het programma te controleren. Volgens het zelfevaluatierapport wordt de studeerbaarheid van het programma sinds kort geëvalueerd met behulp van periode-evaluaties, studiebegeleidinggesprekken en groepsgesprekken in het vierde jaar. Uit het STO 2004 blijkt dat de studenten van de School of Economics Diemen de studie goed te doen vinden in de daarvoor genormeerde tijd. Dit blijkt ook uit het gesprek met het panel: de studenten vinden de programma s voldoende studeerbaar. Er zijn enkele vakken, zoals strategisch en logisch management die zij als moeilijk, maar wel te doen ervaren. Echte struikelvakken zijn er volgens hen niet. Anderstalige studenten kunnen gebruik maken van extra taalonderwijs van de taalen schakelcursus: de cursus Taalbegeleiding Anderstaligen. Studenten die hieraan NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 31

32 deelnemen kunnen bij de examencommissie het verzoek tot verlenging van de tentamentijd indienen. Rotterdam/Den Haag Het panel stelt vast dat de locaties Rotterdam en Den Haag een voldoende aantal middelen gebruiken om zicht te houden op de studievoorgang van de studenten, namelijk studieloopbaanbegeleiding, studievoortgangregistratie, het bindend studieadvies, het decanaat en het pastoraat. De meeste aandacht gaat uit naar de studieloopbaanbegeleiding, waarvoor een aparte coördinator is aangesteld. De deeltijdstudenten uit Rotterdam hebben gedurende twee avonden onderwijs. De studenten uit Den Haag volgen één dag per week onderwijs. Uit de gesprekken blijkt dat zij dit in combinatie met hun werk een zware belasting vinden en zij spreken hun voorkeur uit voor een betere spreiding van de lesactiviteiten (twee avonden). De studenten uit beide locaties met wie het panel heeft gesproken, vinden de studie voldoende studeerbaar. Bij een enkel onderdeel komt de genormeerde tijd niet overeen met de gerealiseerde tijd. Zij hebben meer tijd nodig dan verwacht. Volgens het zelfevaluatierapport zijn studenten uit Rotterdam in hoge mate tevreden over de spreiding van de studielast. Voor de deeltijdstudenten geldt dit in mindere mate. Uit het STO 2002/2003 blijkt dat de voltijdstudenten tevreden zijn over de spreiding van de studielast over de week en het jaar. De derdejaars deeltijdstudenten zijn hierover volgens deze enquête ontevreden. De overige deeltijdstudenten (uit het tweede en het derde jaar) zijn wel tevreden. Een duidelijke conclusie valt hier volgens het panel echter niet te trekken aangezien het hier gaat om heel kleine groepen en een lage respons.verder waarderen de studenten in het kader van de studeerbaarheid vooral de flexibiliteit van het programma. Uit het STO blijkt ook een minder positieve score ten aanzien van de mate waarin de geraamde studielast overeenkomt met de werkelijke studielast. Algemene conclusie van het panel Het panel stelt vast dat de locaties voldoende aandacht besteden aan de studeerbaarheid van het programma. Belangrijke elementen die hieraan bijdragen zijn: een overzichtelijk thematisch programma, een goed voortgangsregistratiesysteem en een goede studiebegeleiding. De deeltijdstudenten oordelen minder positief, maar wel voldoende, over de (spreiding van de) studielast van voltijdstudenten. Facet 2.5 Instroom Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. 32 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

33 De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Alle locaties hanteren de wettelijke ingangseisen. Deze staan beschreven in de verschillende studie- en voorlichtingsgidsen. Deeltijdstudenten dienen te beschikken over een werkplek waar zij de gewenste competenties kunnen ontwikkelen. Geen van de locaties heeft aparte instroomtrajecten voor havisten of vwo ers, aangezien zij te klein zijn om te kunnen differentiëren. Alle locaties hebben studieloopbaanbegeleiders. Alle vier de locaties werken ten behoeve van de aansluiting samen met de regionale opleidingscentra. Er worden aansluitingsprojecten ontwikkeld. Alkmaar Voor de toelating hanteert de locatie Alkmaar de landelijk bepaalde toelatingseisen. Ten aanzien van de beheersing van ict gaat de opleiding uit van een minimaal niveau op ict-gebied, zodat alle vier de profielen toegang geven tot de opleiding. Ten behoeve van de instroom werkt deze locatie met de nota Instroommanagement. Met instroommanagement wordt geprobeerd om een samenhang en kwaliteitsverbetering tot stand te brengen van alle relevante management-, onderwijskundige-, marketing en administratieve activiteiten ten behoeve van de (aanstaande) student. Het panel vindt dit gemeenschappelijke beleid om zo de instroom te verhogen, zowel kwalitatief als kwantitatief, zowel voor studenten uit het vo, mbo als hbo, positief. De locatie heeft geen aparte (instroom)trajecten voor havisten of vwo ers. Volgens de opleiding zijn de studentenaantallen te gering om te kunnen differentiëren. Wel is er sinds het studiejaar een apart driejarig traject voor instromers met een mbo-ict niveau 4 opleiding. Het panel juicht deze differentiatie toe. Het panel oordeelt positief over de contacten die de locatie onderhoudt met het ROC Kop Noord-Holland in Schagen. Leerlingen van dit ROC kunnen gedurende een dagdeel worden voorgelicht in Alkmaar. Minder positief is het panel over de contacten met scholen voor voortgezet onderwijs, deze zijn incidenteel en weinig gestructureerd. Om de aansluiting zo goed mogelijk te laten verlopen hebben de eerstejaars studenten in groepjes van vijf een mentor. Na het eerste jaar wordt deze begeleiding afgebouwd. Het panel oordeelt positief over het project Bevorderen van allochtone instroom en doorstroom INHOLLAND Alkmaar. Dit project beoogt de aansluiting én instroom van buitenlandse en allochtone studenten te bevorderen en is per september 2003 van start gegaan. Uit de gesprekken met studenten constateert het panel dat problemen die er zijn met de aansluiting meer zijn terug te voeren zijn op onduidelijke verwachtingen, een gebrek aan motivatie en op een te grote vrijheid in het studieproces dan aan het programma als zodanig. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 33

34 Amsterdam/Diemen De opleiding heeft geen aparte (instroom)trajecten voor havisten, vwo ers en andere instromers. Zij zitten in gemengde groepen. De opleiding zelf is hierover tevreden, er zijn geen problemen geconstateerd. Het panel heeft begrip voor deze pragmatische aanpak, maar is van oordeel dat de opleiding aandacht dient te besteden aan meer differentiatiemogelijkheden, gezien de verschillende achtergronden van de studenten. In Amsterdam/Diemen wordt gewerkt aan een zo goed mogelijke aansluiting door in het eerste jaar een uur per week te besteden aan het ontwikkelen van een goede studiehouding en manieren van studeren. Het panel vindt dit een goede aanpak. De opleiding heeft traditiegetrouw een goede aansluiting op het mbo. De contacten met het voortgezet onderwijs verdienen verbetering. Het panel oordeelt daarom positief over de aanstelling van een accountmanager die aandacht gaat geven aan deze aansluiting. De opleiding geeft vrijstellingen aan mbo ers, vwo ers en zij-instromers. Hiervoor heeft zij criteria geformuleerd. In 2002/2003 is de opleiding een traject gestart met de ICT-academie van een ROC. In dit project is het niveau 4 gedeelte van het mbo geïntegreerd met de eerste drie semesters van de opleiding. Hierdoor wordt het studietraject vier in plaats van vijf jaar. Het panel vindt dit een goed initiatief. Rotterdam en Den Haag Het panel stelt vast dat de locaties Rotterdam en Den Haag de aansluiting zo goed mogelijk proberen te laten verlopen door aan te sluiten op de werkvormen van de vooropleiding, zoals de werkvormen in het studiehuis. Verder neemt de opleiding in Den Haag deel aan het Mbo/Hbo-I platform om de aansluiting op het mbo te optimaliseren. Het panel constateert dat de opleiding een duidelijk vrijstellingsbeleid kent. Studenten kunnen vrijstellingsregelingen krijgen door aan te tonen dat zij over eerder verworven competenties beschikken. De examencommissie verleent een eventuele vrijstelling. Hiervoor stelt de coördinator een advies op. Met studenten die willen instromen in de hoofdfase wordt een intakegesprek gevoerd. Hierbij zijn het opleidingsmanagement en de docenten betrokken. Naar aanleiding van de intake wordt bepaald welke deficiënties er zijn en welke onderdelen nog moeten worden gevolgd. De docenten geven hier een advies over. Uit evaluatiegegevens van de opleidingen blijkt dat de deeltijdstudenten uit Rotterdam het meest tevreden zijn over de aansluiting (3.2 op een vijfpuntsschaal). De voltijdstudenten uit Rotterdam scoren hierop ook voldoende, namelijk 3.1. De voltijdstudenten uit Den Haag zijn matig tevreden over de aansluiting (score 2.7). En de deeltijdstudenten zijn ontevreden over de aansluiting (score 1.7). Uit het gesprek met de studenten is het panel gebleken dat de aansluiting inmiddels verbeterd is. Studenten tonen zich nu tevreden. 34 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

35 Algemene conclusie van het panel Het panel heeft geen onoverkomelijke aansluitingsproblemen geconstateerd. De locaties besteden aandacht aan de kenmerken van de instromende studenten. Er zijn goede contacten met Roc s, minder met scholen voor voortgezet onderwijs. Facet 2.6 Duur Alkmaar: goed A dam/diemen: goed R dam/den Haag: goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: De studielast voor de hele opleiding bedraagt op alle locaties 240 EC s. Bij een belasting van 28 uur per studiepunt bedraagt de totale studielast 6720 uur. De verdeling van de studiepunten staat beschreven in de Onderwijs- en examenregeling (OER) en is als zodanig opgenomen in de Studiegids. De OER wordt volgens een vast format binnen de hogeschool opgesteld. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Alkmaar: A dam/diemen: R dam/den Haag: voltijd: deeltijd: duaal: goed goed goed voldoende voldoende Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Bij alle locaties is het competentiegericht onderwijs het leidende principe in het curriculum. Alkmaar In Alkmaar krijgt competentiegericht onderwijs vorm in thematisch onderwijs, gebaseerd op beroepssimulerende activiteiten. De docent heeft in dit proces de rol van vakdeskundige, coach, opdrachtgever, assessor en spil in relatie met het werkveld. Het panel heeft diverse werkvormen aangetroffen die passen bij thematisch onderwijs zoals projecten, colleges, practica, contacturen, spreekuren, groeps- en individuele opdrachten en stages. Uit het STO 2002/2003 blijkt dat studenten een 7.0 scoren op de vraag naar de bekendheid met het gehanteerde onderwijsconcept. Een hoog percentage van de NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 35

36 Alkmaarse studenten is tevreden over het thematische onderwijs. Dit blijkt ook uit de gesprekken die het panel met de studenten heeft gevoerd. De thematische insteek van Alkmaar wordt zowel door het werkveld, de alumni en het panel hoog gewaardeerd. Het panel geeft daarom de score goed. Amsterdam/Diemen In Amsterdam/Diemen is het onderwijs eveneens thematisch opgezet en in sterke mate beroepsgericht. De opleiding hanteert drie principes ten aanzien van de relatie tussen het didactisch concept en de beoogde eindkwalificaties. Dit zijn:1) de student verwerft actuele beroepsgerichte kennis, inzicht en toepassingsgerichte vaardigheden, 2) de student ontwikkelt persoonlijke vaardigheden en 3) een sterke oriëntatie op de beroepspraktijk. De belangrijkste werkvormen zijn projecten, zelfstudie en trainingen. Het panel constateert dat de opleiding er veel belang aan hecht om studenten te leren om zich steeds nieuwe kennis toe te eigenen. Zij doet dit met behulp van de professionaliseringscyclus: de zogenaamde integrale leerlijn. In deze lijn werken studenten aan beroepsopdrachten en casussen. In deze werkvorm oriënteren studenten zich op verschillende beroepsrollen en functies in de beroepspraktijk. In de trainingen komen beroepsvaardigheden aan de orde. Uit de evaluatieverslagen blijkt dat studenten in het algemeen positief oordelen over de gehanteerde werkvormen. Het panel is van oordeel dat het de opleiding goed lukt om met de gekozen werkvormen aan te sluiten bij het didactisch concept. Rotterdam/Den Haag Ook in Rotterdam en Den Haag is het onderwijs thematisch opgezet en in sterke mate beroepsgericht. Begeleiding en coaching staan meer centraal dan lesgeven, betrokkenheid bij de beroepsuitoefening, integrale toetsing, individuele leerwegen, de verantwoordelijkheid en de sturing liggen in toenemende mate bij de student. Het panel stelt vast dat de gekozen werkvormen passen bij het onderwijsconcept. Er worden werkvormen gebruikt als E-learning, community-learning, netwerkleren, videoconferencing, workshops en seminars. Blackboard wordt gebruikt als digitale leeromgeving. De student wordt hierbij geleerd om door middel van opdrachten functies, rollen en competenties te beheersen die nodig zijn voor bepaalde functies en rollen. De werkvormen in de deeltijdopleiding zijn meer vraaggestuurd. Deeltijdstudenten leren door te werken aan problemen uit hun eigen beroepspraktijk. Uit het STO 2002/2003 blijkt dat studenten uit Rotterdam meer tevreden zijn over de gebruikte werkvormen dan de studenten in Den Haag. Voor beide locaties geldt dat de deeltijdstudenten minder tevreden zijn dan de voltijdstudenten. Het addendum bij het zelfevaluatierapport vermeldt dat de tevredenheid van studenten over de relatie tussen het didactisch concept en de werkvormen en over de werkvormen als zodanig is toegenomen (STO 2003/2004). Het panel vindt de werkvormen in de voltijdopleiding goed aansluiten bij het didactisch concept. Dat geldt in mindere mate voor de deeltijdopleiding. 36 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

37 Algemene conclusie van het panel De locaties hanteren gevarieerde werkvormen die passen bij het didactisch concept en de leerstof. Centraal bij de locaties staat het beroepsmatig handelen en de integratie van theorie en praktijk, zelfstandigheid en samenwerking. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Alkmaar: goed A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen In alle vier de locaties wordt gewerkt met integrale toetsen, waarbij de beoordeling is gericht op het functioneren van de student in een authentieke beroepssituatie. Studenten worden getoetst op hun competenties. Inmiddels is op Schoolniveau toetsbeleid vastgesteld en zal vanaf 1 september 2004 aan de implementatie worden gewerkt. Alkmaar In Alkmaar treft het panel een grote variëteit aan toetsen aan. In de themaboeken staat duidelijk beschreven op welke manier de vakgebieden en de beroepssimulerende activiteiten worden getoetst. Deze toetsen worden tweemaal per jaar afgenomen. In de themaboeken zijn voorbeelden van toetsen opgenomen. Voor de beroepssimulerende activiteiten zijn criteria beschreven. Een team van docenten is verantwoordelijk voor de afname van dit assessment. In de loop van de studie verschuift het accent van individuele toetsing naar groepstoetsing binnen een project. Uit het STO 2004 blijkt dat studenten zeer tevreden zijn over de aansluiting van de toetsen op de vorm en inhoud van het onderwijs. Ook uit het gesprek van het panel met de studenten is gebleken dat studenten tevreden zijn over de wijze van toetsing en de inhoud van de toetsen. Amsterdam/Diemen Amsterdam/Diemen gebruikt als belangrijkste toetsvormen het functieverslag, het eindrapport, de vaardigheidstoets en het portfolio assessment. Vanaf het studiejaar maakt de opleiding gebruik van het portfolio assessment. Studenten worden aan het einde van het tweede, derde, vierde jaar op hun portfolio beoordeeld door twee inhoudelijk deskundigen. De student toont zijn portfolio met behulp van een quick scan en zelfbeoordelingsformulieren. Het panel onderschrijft het belang van deze toetsvorm in het competentiegericht onderwijs. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 37

38 Verder beschikt de opleiding over een zogenaamd Development Centre. Hierin worden beroepsvaardigheden en interpersonele vaardigheden van studenten in groepjes van vijf beoordeeld. Zij beoordelen elkaar en worden door een docent die de rol van assessor heeft, beoordeeld. Het panel stelt vast dat de toetsen door individuele docenten samengesteld worden. Het panel constateert dat de kwaliteit van de toetsen meer aandacht behoeft. Daarom vindt zij het positief dat wanneer een vak door meerdere docenten wordt verzorgd, de docenten aan intervisie doen. Dat verhoogt volgens het panel de kwaliteit van de toetsen en zou bij de ontwikkeling van alle toetsen dienen plaats te vinden. Voor de stage en afstudeeropdracht wordt gebruik gemaakt van standaard beoordelingsformulieren. Het panel is tevreden over het feit dat de studenten bij groepswerk individueel beoordeeld worden, zodat meeliftgedrag niet mogelijk is. Uit evaluatieresultaten van de School en uit de gevoerde gesprekken blijkt dat studenten tevreden zijn over de mate waarin de toetsen aansluiten op de inhoud en de vorm van het onderwijs. Rotterdam/Den Haag De opleiding hanteert een groot aantal toetsvormen. Per onderwijseenheid meet de opleiding de competentieontwikkeling van de studenten. Dit gebeurt door middel van een tentamen, een project en een set opdrachten. Volgens de docenten stellen zij zelf in onderling overleg de toetsen op. Het panel constateert dat er een belangrijke rol is weggelegd voor preselectie op de portfolio-opdrachten. Indien studenten een onvoldoende behalen in de preselectie, wordt de desbetreffende competentie opgenomen in de portfolio.voor het bereiken van een voldoende competentieniveau formuleren de studenten hun doelen in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), waarna zij eraan gaan werken om deze te bereiken. Het panel oordeelt positief over deze aanpak. De opleiding heeft in haar inmiddels ontwikkelde Afstudeernota een Proeve van bekwaamheid opgenomen. Voor de invoering van de major/minor structuur werden de toetsen zowel inhoudelijk als qua procedure bewaakt door de examencommissie. Het panel vindt het positief dat er nu een toetscommissie operationeel zal worden. Deze toetscommissie zal de gebruikte toetsen analyseren aan de hand van criteria als de mate van beroepsgerichtheid en de mate van aansluiting op de leerdoelen Uit evaluatieonderzoek en uit de gesprekken blijkt dat studenten tevreden zijn over de toetsen, volgens hen sluiten de toetsen voldoende aan bij de behandelde stof. Ook zijn zij tevreden over de herkansingsmogelijkheden, de mogelijkheid om tentamens in te zien en de duidelijkheid van de beoordelingen. Algemene conclusie van het panel Het panel concludeert dat de opleidingen gebruik maken van adequate toetsen. Het vindt de portfoliotoetsen een goede ontwikkeling. Het zou echter de beoordelingscriteria duidelijker vastgelegd willen zien. 38 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

39 Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo Alkmaar: goed A dam/diemen: goed R dam/den Haag: goed Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Alle vier de locaties sluiten zich aan bij het personeelsbeleid van de hogeschool, zoals dit wordt beschreven in de preambule van het zelfevaluatierapport. Alle locaties gaan participeren in de projecten Performance & Competence Management (PCM), Individueel performance- en ontwikkelingsplan (IPOP) en Team ontwikkelingsplan. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar Van de negen Alkmaarse docenten hebben er vier ervaring in de beroepspraktijk. Drie van hen hebben een eigen bedrijf. Drie docenten en de teamcoördinator nemen deel aan de beroepenveldcommissie. Het panel heeft in het gesprek met deze commissie vastgesteld dat de samenwerking met de beroepspraktijk goed is. Ook hebben docenten via de stages en afstudeerprojecten contacten met het werkveld. De studenten zijn van oordeel dat de docenten voldoende kennis hebben over de beroepspraktijk, zo is het panel in het gesprek met de studenten gebleken. Ook uit het STO 2004 blijkt dat studenten tevreden zijn over de mate waarin de docenten relevante en actuele kennis hebben van de beroepspraktijk. (score 3.6, 3.5, 4.3 en 3.5 op een vijfpuntsschaal voor respectievelijk eerste-, tweede- derde- en vierdejaars studenten) Amsterdam/Diemen Het docententeam uit Diemen bestaat voor ongeveer 35% uit docenten met recente ervaring in het werkveld. Om de kennis van de beroepspraktijk actueel te houden is 95% van de docenten betrokken bij de stagebegeleiding. Het panel oordeelt hier positief over. Ook participeert een aantal docenten in kenniskringen waarvoor zij uren krijgen toegewezen. De teamcoördinator en minimaal twee docenten participeren in de veldadviesraad. Het panel heeft uit de haar toegestuurde CV s en tijdens het bezoek geconstateerd dat het docententeam uit jonge docenten bestaat, van wie de meeste intensieve contacten hebben met de beroepspraktijk. Zij hebben hun eigen netwerken en maken hier volgens het panel efficiënt gebruik van. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 39

40 De studenten met wie het panel heeft gesproken tonen zich tevreden over de praktijkgerichtheid van de docenten. Uit het STO 2004 blijkt dat studenten tevreden zijn over de mate waarin de docenten relevante en actuele kennis hebben van de beroepspraktijk. Rotterdam/Den Haag Het panel baseert haar oordeel goed op basis van de gesprekken tijdens het bezoek, de CV s van de docenten en de beschikbare evaluatieresultaten. Uit de voor het panel ter inzage gegeven CV s blijkt dat van de zes docenten in Rotterdam er vier bedrijfservaring hebben. In Den Haag hebben twee van de drie docenten recente bedrijfservaring. Het panel stelt op basis van het gesprek met de docenten vast dat zij over voldoende ervaring in de beroepspraktijk beschikken. Een aantal van hen is afkomstig uit het bedrijfsleven en onderhoudt hiermee nog een hechte relatie. De studenten uit Den Haag zijn zeer tevreden over kennis van docenten over de beroepspraktijk (score 3.9 op een vijfpuntsschaal). Ook de studenten uit Rotterdam zijn hierover tevreden (score 3.3 op een vijfpuntsschaal). Ook uit het gesprek van het panel met de studenten is gebleken dat zij tevreden zijn over de kwaliteit en de beroepsgerichtheid van hun docenten. Algemene conclusie van het panel Het panel concludeert dat op alle locaties de docenten voldoende kennis hebben van het werkveld en actualiteit binnen de opleiding brengen. Facet 3.2 Kwantiteit personeel Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Binnen de hogeschool is de norm voor de medewerker-student ratio 1:36. Alkmaar Alkmaar heeft 160 studenten en een medewerkersteam met een omvang van 5.93 fte (1: 27). Het docententeam bestaat uit negen mensen, in totaal 4.85 fte (medewerker/student ratio van 1:33). Het ziekteverzuim is in de afgelopen jaren opgelopen, van 3% in de periode september 2000/september 2001 tot 9% van september 2002/september Deze stijging kan volgens de opleiding 40 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

41 voornamelijk worden verklaard door een langdurige ziekte van één fulltime docent, die in 2002/2003 volledig afwezig is geweest. Uit Medewerkersonderzoek (2004) blijkt dat er enige onvrede is. Het panel stelt op basis van het gesprek met de docenten vast dat deze onvrede onder andere betrekking heeft op de werkdruk, die zij als tamelijk hoog ervaren. Een verklaring die zij hiervoor geven is dat zij in een klein team werken waar veel op af komt. Het panel heeft begrip voor deze verklaring, maar is van oordeel dat de opleiding en de School acties moeten ondernemen om de werkdruk te verminderen. Amsterdam/Diemen In bedroeg het aantal studenten 450 en was de beschikbare formatie 14 fte. Dit resulteerde in een medewerker/student ratio van 1: 34. Ook in deze locatie is het ziekteverzuim hoog. In 2001 bedraagt het ziekteverzuim 12%, in 2002 was dit 7% en in %. Ook dit ziekteverzuim kan volgens de opleiding voornamelijk verklaard worden door het langdurig ziekteverlof van één docent. Volgens de opleiding is dit ziekteverzuim overigens niet werkgerelateerd. De opleiding drukt een evenredige werkbelasting voor docenten uit in formatieoverzichten, waarbij zij streeft naar een zo veel mogelijk gelijke verdeling van taken in elk van de vier perioden die een studiejaar telt. Het panel acht dit een goede aanpak om zicht te houden op de werkbelasting. De verhouding vast en tijdelijk personeel is 1:2. Rotterdam/Den Haag De locatie Rotterdam heeft per januari voltijdstudenten en 29 deeltijdstudenten, zo vermeldt het zelfevaluatierapport. In Rotterdam zijn zes docenten werkzaam: in totaal 5,87 fte (de medewerker/student ratio is 1: 34,1 in 2002). De docenten maken deel uit van het grotere team van het cluster Management. Rotterdam werkt met het zogenaamde BICO-team: een vast kernteam en een flexibel inzetbare kring van docenten. De locatie Den Haag heeft per januari voltijdstudenten en 14 deeltijdstudenten en beschikt over 2,3 fte aan docenten (de medewerker/student ratio is 1: 34 in 2002). Deze docenten worden ook ingezet bij andere opleidingen. Beide locaties werken met een kernteam en maken zonodig gebruik van docenten van andere opleidingen van de School. Uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (2002) van Den Haag blijkt dat medewerkers tevreden zij over de gekwalificeerdheid van het team en de werksfeer. Het panel constateert wel dat de werkdruk als hoog wordt ervaren en de beschikbare tijd om het werk uit te voeren gering. Uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (2002) van Rotterdam blijkt dat de medewerkers redelijk tevreden zijn. Erg tevreden zijn zij over de soort en de omvang van hun aanstelling, de leiding, de taakverdeling binnen het team en de verdeling van verantwoordelijkheden, de beoordelingsgesprekken en de beleidsontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Het panel onderschrijft deze uitkomsten op basis van het gesprek met de docenten van de locatie Rotterdam. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 41

42 Algemene conclusie van het panel Het panel heeft bij geen van de locaties een visie aangetroffen op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. De geluiden over een (te) hoge werkdruk in relatie tot kleine teams, nopen volgens het panel tot nadere bezinning. Facet 3.3 Kwaliteit personeel Alkmaar: voldoende A dam/diemen: goed R dam/den Haag: voldoende Criteria: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De oordelen van panel zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Op alle vier de locaties worden jaarlijks functioneringsgesprekken gehouden, waarin onder meer afspraken worden gemaakt over scholing. Docenten die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven wordt de mogelijkheid geboden om een didactische scholing te volgen. Uit studieloopbaangesprekken en evaluaties die worden gehouden blijkt dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van hun docenten. Op concernniveau is binnen de afdeling Human Resource Management gestart met Performance en Competence Management (PCM). De bedoeling hiervan is om de doelen en ambities van de organisatie te verbinden met die van de medewerkers. Verder wordt er binnen INHOLLAND naar gestreefd om de juiste persoon op de juiste plek te laten functioneren. Zij wil dit realiseren met behulp van competentiemanagement, waarbij zoveel mogelijk maatwerk wordt nagestreefd. Aandachtspunten hierbij zijn deskundigheid, teamvorming, coaching, docentstages, interne mobiliteit en functiedifferentiatie. Alkmaar Het panel heeft in Alkmaar een hardwerkend team aangetroffen en constateert dat 10% van de tijd daadwerkelijk wordt gereserveerd voor deskundigheidsbevordering. Deze wordt voor een deel door de docenten zelf ingevuld. Per kwartaal wordt tijdens de bespreking van het takenpakket bezien of de docent daadwerkelijk de voor scholing gereserveerde tijd heeft benut. Docenten dienen verplicht een didactische scholing te volgen. Het panel stelt vast dat Alkmaar gestart is met PCM. Met elke medewerker wordt een specifieke overeenkomst gesloten over de eigen te bereiken doelen en de te verwachten prestaties. Uit de gesprekken blijkt dat alle medewerkers hierover geïnformeerd zijn. Periodiek worden functioneringsgesprekken met docenten gehouden. 42 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

43 De studenten in Alkmaar zijn in de afgelopen jaren iets minder tevreden geworden over de kwaliteit van hun docenten. In 2002 was de gemiddelde score 6.6 op een tienpuntsschaal. In 1998 was dat 7.0. Uit de HBO-Monitor uit de jaren blijkt dat gemiddeld 95% van de studenten tevreden is over de kwaliteit van de docenten. Uit het STO 2004 blijken studenten gematigd tevreden over de didactische kwaliteit van de docenten (score 3,5 op een vijfpuntsschaal). De studenten hebben het panel in de gesprekken echter laten weten dat zij tevreden zijn over de vakkennis van de docenten. De docenten zelf zijn tevreden over de mogelijkheid om aan hun kwaliteiten te werken, zo blijkt uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (2004). Zij scoren hierop 3.9 op een vijfpuntsschaal. Het panel is van oordeel dat in Alkmaar voldoende aandacht wordt besteed aan de professionalisering en hiermee aan het behoud van de kwaliteit van de docenten. Amsterdam/Diemen Het panel is van oordeel dat de locatie Diemen een deskundig team van docenten heeft. Zowel op managementniveau als op het niveau van de docenten heeft het panel bij de docenten veel aandacht voor en een open houding ten opzichte van actuele ontwikkelingen waargenomen. Vanaf wordt gewerkt aan een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) voor alle medewerkers. Het panel constateert dat inmiddels jaarlijks functioneringsgesprekken van docenten met de opleidingsmanager worden gehouden. Tijdens deze gesprekken wordt het POP besproken en indien gewenst volgt de docent (bij)scholing. Daarnaast houdt de teamcoördinator jaarlijks voortgangsgesprekken. De docenten hebben het panel laten weten dat zij de10% die gereserveerd is voor deskundigheidsscholing ook daadwerkelijk hiervoor gebruiken. Er zijn ook regelmatig interne studiedagen. Uit het STO 2004 blijkt dat zowel de voltijd-, deeltijd- en de duale studenten op Schoolniveau tevreden zijn over de didactische kwaliteit van de docenten (scores: 3.0, 3.0 en 3.2 op een vijfpuntsschaal). Ook blijkt uit het STO 2004 dat de voltijd-, de deeltijd- en de duale studenten tevreden zijn over de actuele kennis van docenten (scores 3.2, 3.4 en 3.7 op een vijfpuntsschaal). Dit wordt bevestigd in de gesprekken: De studenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken zijn tevreden over de kwaliteit van hun docenten. Rotterdam/ Den Haag Het panel heeft tijdens het bezoek geconstateerd dat beide locaties een enthousiast en deskundig team van docenten hebben. Tien procent van de tijd is ook hier gereserveerd voor scholing, zowel voor het management als voor de medewerkers. Ook door deelname aan de kenniskring E-business werken beide locaties aan de kwaliteit van de docenten. Deze kenniskring richt zich op de integratie van economie, informatica en communicatie en op Internet georiënteerde toepassingen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 43

44 Sinds 2002 wordt gewerkt met I-POP gesprekken. De opleiding heeft plannen ontwikkeld om scholing te organiseren met betrekking tot coaching, studievaardigheden en studieloopbaanbegeleiding, zo vermeldt het addendum bij het zelfevaluatierapport. Volgens het zelfevaluatierapport hebben de I-POP en de daarbij behorende functioneringsgesprekken nog onvoldoende draagvlak onder docenten. Het panel stelt vast dat de opleiding veel aandacht dient te besteden aan het creëren van gemeenschappelijke uitgangspunten. Studenten uit Rotterdam zijn volgens cijfers in het zelfevaluatierapport redelijk tevreden over de kwaliteit van hun docenten. De studenten in Den Haag zijn gematigd tevreden (scores tussen de 2 en 3 op een vijfpuntsschaal). Terwijl de deeltijdstudenten in Rotterdam meer tevreden zijn dan de voltijdstudenten over de kwaliteit van de docenten, zijn zij in Den Haag juist minder tevreden dan de voltijdstudenten. De docenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, verklaren mogelijke onvrede bij de Haagse studenten uit startproblemen en kinderziektes in het programma. Immers, in deze locatie zijn pas per 1 september 2003 de organisatiestructuur en de aanstellingen gerealiseerd. De studenten met wie het panel heeft gesproken, hebben laten weten dat veel startproblemen thans zijn opgelost. Zo is bijvoorbeeld het docententeam in Den Haag aangevuld met docenten met praktijkervaring. Uit het STO 2003 blijkt dat de tevredenheid van studenten over hun docenten is toegenomen en inmiddels een voldoende scoort. Uit gegevens uit het zelfevaluatierapport blijkt dat de voltijd en deeltijd studenten uit Rotterdam meer tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten dan de voltijd en deeltijdstudenten uit Den Haag (STO 2002/2003). Algemene conclusie van het panel Het panel stelt op basis van de gevoerde gesprekken en op basis van het bestudeerde materiaal vast dat de locaties voldoende aandacht besteden aan de kwaliteit en kwalificaties van de docenten. Naast beroepsspecifieke kennis worden ook didactische eisen aan de docenten gesteld. Er zijn budgetten voor scholing en elke docent heeft ruimte voor gerichte nascholing. Functioneringsgesprekken vinden regelmatig plaats. De docenten uit alle vier de locaties hebben het panel laten weten dat zij de kruisbestuiving tussen de locaties zeer leerzaam vinden en waarderen. Het panel beoordeelt dit positief. Onderwerp 4 VOORZIENINGEN Facet 4.1 Materiële voorzieningen Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. 44 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

45 NQA heeft alle vier de locaties bezocht. De oordelen van panel zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar De locatie Alkmaar beschikt over een uitgebreid studiecentrum met studiemateriaal, pc-werkplekken en stilteruimtes. Het panel heeft in de mediatheek een grote sortering relevante en actuele literatuur aangetroffen. Hiervan maken studenten veelvuldig gebruik. In noodgevallen zijn er voor de studenten twintig laptops beschikbaar. Bij de start van dit collegejaar waren er volgens de studenten veel problemen met specifieke programmatuur, die nodig is voor de studie. Volgens de opleiding zijn de lokalen nog redelijk traditioneel ingericht met weinig mogelijkheden voor projectonderwijs. Ook zijn er volgens de opleiding te weinig kleine ruimtes voor mentor- en studieloopbaangesprekken. Enquêtegegevens laten zien dat tweederde van de studenten van mening is dat er voldoende werkruimtes zijn. Het panel constateert dat de voorzieningen weliswaar voldoende zijn, maar aan de krappe kant. De docenten hebben een collectieve werkruimte. Op elk bureau staat een pc. Deeltijddocenten delen een bureau dat als flexplek wordt gebruikt. Volgens het zelfevaluatierapport is er enige weerstand tegen het plan tot invoering van flexplekken voor docenten, omdat daardoor het directe contact met elkaar en studenten zal verdwijnen. Het panel heeft deze weerstand in de gesprekken niet beluisterd. Wel hebben de medewerkers commentaar op de voorzieningen. Dit blijkt ook uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (2004) waarin te lezen valt dat medewerkers matig tevreden zijn over de materiële voorzieningen (2.7 op een vijfpuntsschaal). De opleiding is bezig met de voorbereidingen van een I-lab en een specifiek werklab. De vraag tot aanschaf ligt bij het college van bestuur. Het panel oordeelt positief over de mogelijkheden voor docenten en studenten om via hun pc vanuit huis toegang te hebben tot de voor hen relevante systemen en documenten. Amsterdam/Diemen Het panel vindt het gebouw in Diemen ruim opgezet. In de hal bevinden zich de VUboekhandel, een kapper, kopieerfaciliteiten en een bedrijfsrestaurant. Verder zijn in de centrale hal rondom de lobby de administratie, het frontoffice Bureau Externe Betrekkingen, de teamcoördinatoren, de opleidingsmanager en de docenten gehuisvest. Op het bedrijfsterrein is een kinderdagverblijf aanwezig, waarvan zowel studenten als docenten gebruik kunnen maken. Het panel heeft twee open studielandschappen aangetroffen met moderne ict-faciliteiten. Het panel constateert dat er voldoende werkplekken zijn voor studenten en docenten. Ook zijn er voldoende practica- en vergaderruimtes en rustplaatsen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 45

46 Het panel vindt de mediatheek goed geoutilleerd. Uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2003 blijkt dat docenten tevreden zijn over de mogelijkheden van Blackboard, de bibliotheek en ook over de locatie als zodanig. Minder tevreden zijn zij over het netwerk en de hulpmiddelen voor de colleges (bijvoorbeeld beamers). Uit de gesprekken blijkt dat zij vinden dat er te weinig computerlokalen zijn voor specifiek informaticaonderwijs en te weinig ruimtes om individuele gesprekken met studenten te voeren. Uit de gesprekken blijkt dat de studenten niet tevreden zijn over het aantal computerwerkplekken en projectruimten. Volgens het panel zijn er wel voldoende pc s: op elke vijf studenten is één computer beschikbaar. Echter, een relatief groot aantal is gedurende langere tijd defect, waardoor er af en toe te weinig pc s beschikbaar zijn. In dit geval hebben studenten de mogelijkheid om gebruik te maken van de in de lokalen beschikbare pc s, mits hier geen les wordt gegeven. Studenten zijn minder tevreden over de inhoudelijke terugkoppeling van de tentamens (STO 2004). De gemiddelde score is 2.2 op een vijfpuntsschaal. Ook de tijdige beschikbaarheid van de resultaten laat te wensen over (2.4 op een vijfpuntsschaal). Rotterdam De opleiding heeft in het hogeschoolgebouw de beschikking over 14 pgo-ruimtes en grotere groepsruimtes/klassen. Het panel stelt vast dat het gebouw voldoende ruimtes biedt voor zowel projectmatig als individueel onderwijs. De mediatheek biedt de mogelijkheid om met een laptop op het intranet van INHOLLAND te werken. Het panel heeft een groot aantal studentenwerkplekken met een pc aangetroffen. Op de zwevende vloer zijn eveneens veel werkplekken met pc s voor studenten. Er zijn ook werkplekken in het zogenaamde Studielandschap. De docenten hebben flexplekken, die verdeeld zijn over qua grootte verschillende ruimten. Volgens de docenten bevallen de flexplekken redelijk, mede doordat de archivering digitaal plaats vindt. Elke werkplek is uitgerust met een pc en een telefoon. Studenten en docenten kunnen door middel van een programma hun archief vanuit huis bereiken. Docenten kunnen thuis op hun pc gebruik maken van alle beschikbare faciliteiten van de INHOLLAND programma s. Studenten kunnen op computers inloggen (ook vanuit huis) op intranet van INHOLLAND. Alle relevante modulen, (tentamen)roosters en dergelijke zijn zo opvraagbaar. Ook kunnen studenten hun eigen cijferboom oproepen en bekijken wat het resultaat van een tentamen is of hoeveel studiepunten zij hebben behaald. Het panel oordeelt positief over de vele digitale mogelijkheden die de opleiding biedt aan docenten en studenten. Het panel constateert dat de faciliteiten over het algemeen op de juiste tijden geopend zijn voor de deeltijdstudenten. Het panel stelt vast dat in de mediatheek naast de verplichte boeken voldoende relevante en actuele boeken aanwezig zijn. Echter, studenten maken niet veel gebruik van de mediatheek. Zij werken met name digitaal. In de mediatheek is een start gemaakt met het digitaliseren van de tijdschriften. 46 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

47 De verschillende voorzieningen zoals Blackboard worden intensief gebruikt door zowel docenten als studenten. Studenten kunnen voorts gebruik maken van de Studio s (analoog en digitaal) voor het voorbereiden van hun presentaties. De opleiding zelf beschikt over een BI-lab. Hierin zijn 18 werkplekken met een eigen server en software ondersteuning. De medewerkers zijn redelijk tevreden over de huisvesting en een aantal materiële voorzieningen, zo blijkt uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (2003). Uit het STO en de gesprekken blijkt dat de studenten in het algemeen tevreden zijn over de voorzieningen. Minder scoren punten als beschikbare pc s en de tijdige beschikbaarheid van cijfers op intranet. Den Haag De opleiding is gehuisvest in een nieuw gebouw, waarin het de beschikking heeft over voldoende pgo-ruimtes en grotere groepsruimtes/klassen. Het panel constateert dat de mediatheek goed is voorzien van (verplichte) literatuur en via interbibliothecair leenverkeer is vrijwel alle literatuur op te vragen. In de mediatheek is een groot aantal studentenwerkplekken met pc s met een aansluiting op het intranet van INHOLLAND. Er is een Studielandschap voor de hele locatie Den Haag. De opleiding beschikt voorts nog over een I-lab. Hierin staan 30 à 40 werkplekken met een eigen server en software ondersteuner. Het panel constateert dat er ruime ict-voorzieningen zijn. Er zijn veel pc- werkplekken voor studenten. Docenten en studenten kunnen via hun eigen pc s thuis gebruik maken van alle beschikbare faciliteiten van de INHOLLAND programma s. Studenten kunnen inloggen (ook vanuit huis) op intranet van INHOLLAND. Alle relevante modulen, (tentamen)roosters en dergelijke zijn opvraagbaar. Ook kunnen studenten hun eigen cijferboom oproepen en bekijken wat het resultaat van een tentamen is of hoeveel studiepunten zij hebben behaald. Er is een front- en backoffice waar studenten terecht kunnen met vragen over de studie, cijfers, rooster en dergelijke. Uit enquêtegegevens in het zelfevaluatierapport blijkt dat zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten tevreden zijn over materiële voorzieningen, zoals kopieerfaciliteiten, de bibliotheek en de kantine. Minder tevreden zijn ze over de beschikbaarheid van cijfers op intranet en tijdige informatie over roosterwijzigingen. Deze uitkomsten worden in de gesprekken bevestigd. De docenten hebben flexplekken. Voor docenten die geconcentreerd willen werken zijn kleine kamers beschikbaar. Elke werkplek is uitgerust met een pc en een telefoon. De docenten blijken redelijk tevreden over hun werkkamers en de werkruimtes, zoals de zalen voor hoor- en werkcolleges en ruimtes om individuele gesprekken te voeren. Algemene conclusie van het panel De locaties streven alle naar voorzieningen die passen bij het competentiegerichte onderwijs, met voldoende werkplekken voor studenten en docenten en voldoende ictmogelijkheden. De nieuwere locaties hebben hiervoor meer mogelijkheden. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 47

48 Facet 4.2 Studiebegeleiding Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Alle locaties maken gebruik van een systeem voor de studiepuntenregistratie. Alkmaar Propedeusestudenten in Alkmaar hebben in het eerste half jaar in een groep van vijf tot tien studenten een tweewekelijks mentoruur (verplicht). Na dit eerste half jaar worden studenten uit de reguliere route, die minder dan 15 punten (EC s) hebben behaald uitgenodigd voor een gesprek. Studenten die de versnelde route volgen en na een kwartaal minder dan 7 punten (EC s) hebben behaald, krijgen het advies om over te stappen naar het reguliere traject. Studenten die na het eerste jaar minder dan 45 punten (EC s) hebben behaald krijgen een bindend negatief studieadvies (BNSA). Studenten die het niet lukt om in het tweede jaar hun propedeuse af te ronden, krijgen eveneens een BNSA. Het panel vindt deze procedure efficiënt. Het panel constateert dat de studiebegeleiding verder vorm krijgt door een aantal studievoortgangsgesprekken met de student. Hiertoe neemt of de opleiding of de student het initiatief. Het panel concludeert uit de gesprekken dat de studenten deze gesprekken zinvol vinden. Voor de stage en het afstuderen heeft Alkmaar voor haar studenten de nota s: Wat en hoe tijdens de stage en Wat en hoe tijdens het afstuderen (SoT Alkmaar-opleiding BI-maart 2004). In beide nota s zijn de doelen van de stage beschreven. De stagenota geeft ook informatie over een stage in het buitenland. Het panel vindt de instructie voor de stage vrij summier en alleen de hoogst nodige informatie bieden. De afstudeerbrochure is uitgebreider en beschrijft achtereenvolgens afspraken rond de begeleiding, het contact met de opdrachtgever, de rol van de examinator en de beoordelingsprocedure. Voor docenten is er de nota Docentinstructie voor de stage en het afstuderen. Uit het STO 2003 blijkt dat de tevredenheid van studenten over de begeleiding door mentoren, decanen, tutoren en studiebegeleiders middelmatig scoort (4.8 op een tienpuntsschaal). Ook uit gegevens uit het zelfevaluatierapport en de gesprekken blijkt dat studenten maar matig tevreden zijn over de mentoruren. Al een aantal jaren vindt minder dan de helft van hen de mentoruren zinvol (studentenevaluaties). Dit onder meer op grond van het feit dat deze gesprekken vast ingepland zijn, zodat deze ook plaatsvinden als er geen aanleiding toe is. Het panel constateert dat de 48 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

49 opleiding dit probleem heeft aangepakt en een raamplan Studieloopbaanbegeleiding (SLB) heeft ontwikkeld. Aan de uitvoering ervan wordt inmiddels gewerkt. Over verschillende aspecten van de informatievoorziening zijn de studenten volgens het STO tevreden. Studenten vertellen het panel dat zij tevreden zijn over de begeleiding bij de stage. Dit komt overeen met enquêtegegevens in het zelfevaluatierapport. Van de cohorten 1998, 1999 en 2000 is rond de driekwart van de studenten hier tevreden over. Volgens de HBO-Monitor zijn afgestudeerden in het algemeen tevreden over de begeleiding. Over de jaren 1996 tot en met 2002 zegt gemiddeld 81% hier tevreden over te zijn. Amsterdam/Diemen De studenten van Amsterdam/Diemen geven in de gesprekken aan dat zij het positief vinden dat ze bij de start van elk collegejaar een studiebegeleider toegewezen krijgen. Deze bespreekt met hen eventuele problemen met de studievoortgang. Ze voeren minimaal twee gesprekken met hun studiebegeleiders. In de propedeuse vindt een dergelijk gesprek plaats na elke periode. Informatie over de studievoortgang bewaart de studiebegeleider in een dossier, dat aan het eind van elk jaar wordt overgedragen aan de volgende begeleider. Studenten ervaren deze gesprekken als zinvol. Uit de gesprekken blijkt dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding. De docenten zijn gemakkelijk bereikbaar. Voor de deeltijdstudenten is geen structurele studiebegeleiding georganiseerd. De coördinator deeltijd is één avond per week aanwezig voor begeleiding van deze studenten. Het panel stelt vast dat de studenten hier tevreden over zijn. De duale studenten hebben een vaste studiebegeleider die hun studievoortgang in de gaten houdt. Ook van deze studenten heeft het panel geen klachten gehoord. Voor de stages hebben studenten en de bedrijven waar zij stage lopen de beschikking over een duidelijke Stagebrochure BI 2003/2004 (Diemen, januari 2003). Zowel de voltijd-, als de deeltijd- en de duale studenten worden bij het afstuderen begeleid door de bedrijfsmentor en de afstudeerbegeleider. Hun verantwoordelijkheden staan expliciet beschreven in de Afstudeerbrochure BI, 2003/2004, voltijd en deeltijd (Diemen, september 2003) en een Afstudeerbrochure BI, 2003/2004, duaal (Diemen, juni 2003). Uit de gesprekken en het STO 2004 blijkt dat studenten tevreden zijn over de studiebegeleiding, maar over de informatievoorziening, die voor een deel via Blackboard gaat, zijn zij matig tevreden. Het panel is van oordeel dat de studiebegeleiding op een voldoende wijze is vormgegeven. De coördinator studiebegeleiding speelt hierbij een belangrijke rol. Rotterdam/Den Haag Voltijd In de locaties Rotterdam en Den Haag heeft studiebegeleiding de vorm van studieloopbaanbegeleiding, met daarin de reflectie van de student op zijn eigen functioneren als belangrijk aandachtspunt. Studenten schrijven een persoonlijk NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 49

50 ontwikkelingsplan (POP), waarin zij het proces van competentieontwikkeling vastleggen. Gegevens over de studievoortgang worden opgenomen in het digitale portfolio, dat de student zelf beheert. Hiervoor maakt hij/zij gebruik van Blackboard. Studenten voeren regelmatig gesprekken met hun begeleider over hun studievoortgang. Het portfolio is hierbij het uitgangspunt. De student maakt een verslag van de gesprekken dat hij vervolgens opslaat in zijn portfolio. Binnen de locatie Rotterdam wordt geëxperimenteerd met het portfolio van de Digitale Universiteit. Studenten kunnen hierbij gastgebruikers uitnodigen om hun portfolio te bekijken. Het panel stelt vast dat de studenten voldoende op de hoogte worden gehouden van hun vorderingen. Elke student krijgt minstens tweemaal per jaar een overzicht van de behaalde studiepunten. Voor informatie over roosters, cijfers en faciliteiten kunnen studenten ook het front-en backoffice raadplegen: het informatiepunt en administratieve centrum van de School of Economics. Het panel stelt vast dat in Rotterdam een uitgebreide stagehandleiding beschikbaar is. Hierin is informatie opgenomen over onder andere: de competenties, de beoordeling (assessment) en de eisen die aan een opdracht en de werkzaamheden worden gesteld. Als bijlage is een stagebeoordelingsformulier voor de student toegevoegd. Voor de stagementor is er het formulier: Stagebeoordeling. Informatie over internationale activiteiten kan de student inwinnen bij het Bureau Internationalisering van de hogeschool. Uit enquêteresultaten van het STO 2003 blijkt dat de voltijdstudenten redelijk tevreden zijn over de studiebegeleiding. Studenten uit Rotterdam zijn hierover meer tevreden dan de studenten uit Den Haag. De studenten met wie het panel heeft gesproken toonden zich tevreden over de studiebegeleiding. Over de informatieverstrekking, met name van het Bureau Internationalisering zijn de studenten volgens deze gegevens minder tevreden. Volgens het addendum bij het zelfevaluatierapport is de tevredenheid over het Bureau Internationalsering inmiddels toegenomen (STO 2003/2004). Deeltijd en duaal Deeltijd- en duale studenten volgen een studieloopbaanprogramma van vijf punten (EC s). Onderdelen hiervan zijn de klassikale bijeenkomsten, studieloopbaangesprekken, portfolio, opdrachten en een deel eigen invulling. De deeltijdstudenten maken evenals de voltijdstudenten een portfolio in Blackboard. Het panel vindt de opzet van de begeleiding duidelijk. De deeltijd- en de duale studenten hebben een eigen studieloopbaanbegeleider. De deeltijdstudenten zijn iets minder tevreden over de studiebegeleiding dan de voltijdstudenten. Dit geldt eveneens voor de derdejaars deeltijdstudenten in hun oordeel over de informatieverstrekking door het Bureau Internationalisering, zo blijkt uit het STO Algemene conclusies van het panel Er is een voorzichtig begin gemaakt bij de locaties om studieloopbaanbegeleiding (SLB) door middel van portfolio s te introduceren. In Rotterdam en Den Haag is SLB al in uitvoering. In 50 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

51 het algemeen zijn de studenten tevreden over de begeleiding, ook bij de stage en het afstuderen. Onderwerp 5 INTERNE KWALITEITSZORG Facet 5.1 Evaluatie resultaten Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen De opleiding BI onderschrijft de uitgangspunten van de hogeschool met betrekking tot de kwaliteitszorg. Dit betekent volgens het zelfevaluatierapport dat: 1) de opleiding BI zich in 2006 op alle locaties bevindt in fase 3 van het EFQM-model, 2) de opleiding zich bevindt in de topvijf van externe ranglijsten en 3) op alle locaties sprake is van een hoge mate van studenttevredenheid. Alle locaties hanteren het EFQM-model. Alkmaar en Amsterdam/Diemen hebben in 2003 een EFQM-doorlichting gehouden. Ook hebben zij een Quick scan Aantoonbaarheid Accreditatie-Criteria (INHOLLAND -OKR- 8 mei 2003) uitgevoerd. Alle vier de locaties houden aan het einde van elke onderwijsperiode evaluaties onder studenten. Alkmaar Alkmaar maakt voor haar kwaliteitszorg gebruik van het Kwaliteitshandboek AIM, (Instituut automatisering Informatiemanagement, 3 september 2002). Hierin heeft zij als ambitie verwoord: de ontwikkeling van een integraal systeem van kwaliteitszorg, dat alle kwaliteitsfactoren van de opleiding bestrijkt en waarmee relaties gelegd worden tussen relevante kwaliteitsaspecten. Het handboek is opgebouwd uit drie delen: in het eerste deel wordt de context van het instituut beschreven, in het tweede deel wordt ingegaan op de procesgang en kwaliteitsobjecten, streefdoelen en indicatoren. Tevens wordt in dit deel beschreven wie waar verantwoordelijk voor is, de procedures waarmee de streefdoelen bereikt moeten worden, de meetinstrumenten en de frequentie waarmee deze worden gebruikt. In het derde deel worden de resultaten, dan wel de producten beschreven. Het panel is van oordeel dat het Kwaliteitshandboek een handzaam instrument is, maar dat de opleiding het document tot op heden onvoldoende zichtbaar gebruikt bij een systematische uitvoering van de kwaliteitszorg. Naast het handboek Kwaliteitszorg heeft de opleiding in het kader van haar kwaliteitszorg, de visitatie- en accreditatieprocessen een Administratief NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 51

52 Organisatorisch Handboek voor de Bachelor of ICT (School of Technology, januari 2004) geschreven. Het handboek geeft goed inzicht in de structuur van de administratieve organisatie van alle onderwijsprocessen en dient als basis voor de evaluatie van administratieve processen. Het panel constateert dat de locatie vooral evaluaties uitvoert ten aanzien van het curriculum. Hiervoor gebruikt zij verschillende soorten evaluaties, zoals de themaevaluatie, de stage-evaluatie, de afstudeerevaluatie, het medewerkersonderzoek, het werkgeversonderzoek, de evaluatie van Open dagen, voorlichtingsbijeenkomsten en meeloopdagen en de introductie-evaluatie. Voor een aantal van deze evaluaties heeft het panel streefdoelen aangetroffen. Voor de thema-, de stage- en afstudeerevaluaties is het streefdoel dat 70% van de respondenten tevreden of zeer tevreden moet zijn. Indien minder dan 60% van hen op bepaalde onderdelen tevreden is, formuleert het themateam verbeteractiviteiten. Verder laat de opleiding tweejaarlijks door DESAN een studenttevredenheidsonderzoek uitvoeren, door steekproefsgewijs telefonisch enquêtes te laten afnemen onder haar studenten. Bij het meest recente onderzoek in 2002 is 10% van de studenten geënquêteerd. Hiervoor geldt een streefdoel van gelijk aan dan wel groter dan 6.0 op een tienpuntsschaal. Het panel constateert dat de resultaten van de studentenevaluaties teruggekoppeld worden naar de opleidingscommissie. Maar de studenten zelf worden volgens de opleiding in het zelfevaluatierapport nog te weinig op de hoogte gesteld van de resultaten en van verbeteracties die naar aanleiding van de resultaten worden genomen. Hiervoor zal in de nabije toekomst gebruik worden gemaakt van Blackboard. Voor het Medewerkersonderzoek geldt als streefdoel een voldoende score, dat wil zeggen 3.4 of 3.5 (of hoger) op een vijfpuntsschaal. Het panel stelt vast dat de evaluatieresultaten van het onderzoek voldoende worden teruggekoppeld naar het opleidingsmanagement. Het beroepenveld is betrokken bij de kwaliteitszorg via een werkgeversonderzoek. Alkmaar neemt deel aan de HBO-Monitor en verzamelt ook op deze wijze informatie over de kwaliteit van haar opleiding. Op korte termijn zal Alkmaar een coördinator kwaliteitszorg aanstellen, zo vermeldt het addendum bij het zelfevaluatierapport. Ook wordt hierin een alumniklankbordgroep aangekondigd. Het panel is van mening dat zowel de coördinator kwaliteitszorg, als de klankbordgroep zullen bijdragen aan een meer systematische kwaliteitszorg. Amsterdam/Diemen In de visie van de School of Economics Amsterdam/Diemen zijn de interne en de externe kwaliteitszorg onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld. De School gaat voor ieder opleidingstraject uit van een planningscyclus van vijf jaar en hanteert het EFQMmodel als leidend principe. De opleiding heeft haar kwaliteitshandboek op Blackboard geplaatst. Hierin staat onder andere vermeld welke aspecten van het onderwijs met welke frequentie 52 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

53 worden geëvalueerd. De evaluaties van periodes 1, 2 en 3 worden afgenomen in de eerste week van de volgende periode. De evaluatie van periode 4 vindt plaats in week 7 of tijdens de afrondende weken. Het panel heeft geconstateerd dat de resultaten van de periode-evaluaties iedere periode worden besproken met de Opleidingscommissie. In het kwaliteitshandboek worden ook de evaluatieondersteunende processen beschreven. Het panel stelt vast dat ook de opleidingscommissie en de veldadviesraad worden ingeschakeld bij de kwaliteitszorg. Naast schriftelijke informatie over de opleiding en het nut van de opleiding in de praktijk wordt ook informatie verzameld tijdens de halfjaarlijkse stageterugkomdagen, de groepsbijeenkomsten in het vierde jaar en tijdens de jaarlijkse alumni-avond. Het panel constateert dat het Bureau Databeheer een belangrijke rol speelt bij de uitvoering en de verwerking van de evaluaties en bij de monitoring van het evaluatieproces. Tot en met het studiejaar hanteerde de opleiding zelf ontwikkelde evaluatie-instrumenten. In mei 2003 heeft de opleiding in het kader van de kwaliteitszorg een EFQMdoorlichting en een Quick scan Aantoonbaarheid Accreditatie-Criteria (INHOLLAND - OKR- 8 mei 2003) uitgevoerd. Zij heeft de bedoeling om met ingang van 2003/2004 de quick scan jaarlijks in maart te herhalen en de resultaten ervan te gebruiken voor de jaarplanning en de inzet van medewerkers voor het volgende jaar. In oktober 2003 is voor het eerst een medewerkersonderzoek uitgevoerd. De School heeft het voornemen om in 2006 fase 3 van het EFQM model te realiseren. Dit impliceert ondermeer dat de School dient te beschikken over checklists voor de aansluiting op vooropleidingen, deskundigheidsprofielen van de verschillende rollen van opleidingsdeskundigen, ontwerpcriteria en checklists voor onderwijsprogramma s en checklists voor de bepaling van het hbo-niveau. De School heeft eenduidige streefnormen en kaderstellende procedures geformuleerd voor de perceptiemetingen onder studenten, medewerkers, alumni en het afnemende werkveld. Als streefscore voor de uitkomsten van de evaluaties hanteert de School een score gelijk aan of hoger dan 3.5 (op een vijfpuntsschaal). Indien de opleiding van oordeel is dat de scores te laag zijn, onderzoekt zij welke verklaringen hiervoor zijn. De teamcoördinator speelt hierbij een belangrijke rol. Hij zal een gesprek voeren met de direct betrokkenen en onderneemt actie indien de scores over de gehele periode-evaluatie (te) laag zijn. Het panel constateert dat de opleiding goed op weg is om haar kwaliteitszorg in de praktijk vorm te geven en uit te voeren. Zij heeft hiervoor een goede theoretische basis gelegd. Echter het panel stelt vast dat er tot op heden in de praktijk nog wat open einden zijn. Rotterdam/Den Haag De Schools in Rotterdam en Den Haag participeren in het hogeschoolbrede project Handvest Duurzaamheid met de bedoeling om aan het eind van 2005 een keurmerk duurzaam hbo te behalen. Zij sluiten aan bij het beleid van de beide Schools of Economics en maken beide gebruik van het EFQM-model. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 53

54 Rotterdam maakt voor haar kwaliteitszorg gebruik van het Kwaliteitshandboek Ichthus Hogeschool Ichthus Quality (1997). Het handboek wordt jaarlijks herzien. Het panel heeft inzage gekregen in de tweede versie van deze nota: Kwaliteitshandboek Ichthus Hogeschool/Hogeschool Delft IQ (2001). De nota-iq geeft veel informatie en beschrijft de hele kwaliteitscyclus zoals audits van opleidingen en afdelingen op basis van het EFQM-model, studentonderzoek en Passend evalueren. Deze bundel bestaat uit een aantal gestructureerde evaluatieinstrumenten om verschillende onderwijsvormen te evalueren. Ook de in het plan beschreven audits volgen de EFQM-methodiek. Verder geeft de nota-iq een overzicht van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waarbij wordt uitgegaan van integraal management. In Den Haag heeft het panel de conceptnota Quality in control (School of Economics Den Haag, 2004/2006) aangetroffen. De hoofdpunten hieruit zijn: kwaliteitszorg omvat alle aspecten van het primaire proces en de ondersteuning daarvan, kwaliteitszorg dient planmatig te worden uitgevoerd en kwaliteitszorg dient naast de bepaling van kwaliteit ook het uitvoeren van verbeteracties op basis van de resultaten te omvatten. Het kwaliteitsbeleid van Den Haag wordt verder uiteengezet in de nota Kwaliteitsbeleid van de School of Economics Den Haag, (18 september 2003). In de nota worden achtereenvolgens beschreven: de methode voor kwaliteitsverbetering, het accreditatieonderzoek, onderwerpen voor evaluaties en aandachtsgebieden, evaluatievragen in relatie tot de evaluatie-instrumenten en de procedures en instrumenten. In Het Evaluatieplan van de School of Economics Den Haag (december 2003) heeft het panel het evaluatiebeleid van de School of Economics Den Haag aangetroffen. In dit plan zijn streefdoelen en uitgangspunten voor het uitvoeren van evaluaties beschreven. Tevens geeft het plan een overzicht van evaluatieinstrumenten, de voorgestelde procedures, de te stellen vragen en de evaluatieinstrumenten zelf. De uitkomsten van de evaluaties worden volgens het zelfevaluatierapport getoetst aan de doelstellingen, zoals deze zijn geformuleerd in het businessplan van de School en het ontwikkelingsplan van de opleiding. Het panel constateert dat de evaluaties vooral het curriculum betreffen. Elk blok wordt digitaal geëvalueerd. Uitkomsten ervan worden besproken in de opleidingscommissie, waarna verbeterplannen worden geformuleerd. Verder wordt op hogeschoolniveau jaarlijks het Studenttevredenheidsonderzoek uitgevoerd (STO). Ook de resultaten hiervan worden besproken in de opleidingscommissie, met name de antwoorden met een gemiddelde score onder de 3.0. Jaarlijks wordt een Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het laatste onderzoek zijn beschreven in de nota Medewerkerstevredenheidsonderzoek, resultaten van een schriftelijke enquête onder medewerkers, Unit Economie (2002). Sinds november 2003 heeft het cluster Management van de locatie Den Haag een eigen beroepenveldcommissie. Daarvoor werkte Den Haag samen met de 54 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

55 beroepenveldcommissie in Rotterdam. De resultaten van onderzoek onder het werkveld zijn beschreven in het rapport Methodiek werkveldonderzoek Hogeschool INHOLLAND, ROA-W-2004 (2004). De locaties maken in het kader van de kwaliteitszorggebruik sinds kort ook gebruik van de Quality Control Circle en het Ronde Tafel Overleg. Voor de Quality Control Circle in Rotterdam vullen studenten wekelijks (digitaal) een vragenlijst in, die betrekking heeft op zes aspecten van de opleiding. In Den Haag vullen studenten periodiek een formulier in. Eenmaal per blok vindt overleg plaats tussen studenten en de opleidingsmanager. Het panel is van oordeel dat Rotterdam en Den Haag goed op weg zijn om het systeem van kwaliteitszorg in de organisatie te verankeren. Om dit goed te laten slagen is de verdere uitwerking van het eigen Kwaliteitshandboek een belangrijke voorwaarde. Algemene conclusie van het panel Alle locaties hebben hun visie op kwaliteitszorg neergelegd in één of meerdere documenten. De locaties gebruiken verschillende instrumenten: de EFQM-zelfdiagnose, quick scans, studenten- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken, de HBO-Monitor en enquêtes om de kwaliteit te meten van aspecten als het onderwijsproces, de voorzieningen, de kwaliteit van de afgestudeerden. Er worden verbeterplannen gemaakt en in sommige gevallen worden er streefdoelen geformuleerd. Het panel stelt vast dat hoewel er op alle locaties veel en regelmatig wordt geëvalueerd, er nog niet op alle locaties een overzicht is van meetbare streefdoelen, doelgroepen, verantwoordelijken, instrumenten en een tijdsplanning. Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering Alkmaar: voldoende A dam/diemen: voldoende R dam/den Haag: voldoende Criteria: - De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar De locatie Alkmaar heeft haar verbeterplannen geformuleerd in de notitie Stand van zaken voorgenomen verbeteractiviteiten locatie Alkmaar. Het is een duidelijk overzicht van de in het zelfevaluatierapport genoemde verbeterpunten en de stand van zaken per 1/4/2004. Uit de notitie is het panel gebleken dat een deel van de verbeterpunten is gerealiseerd. Zo heeft de locatie haar toetsvormen geëvalueerd, evenals de samenhang van de vier thema s van een studiejaar en de samenhang van het programma met de voorgaande studiejaren. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 55

56 Naar aanleiding van de resultaten van deze evaluaties heeft de opleiding de thema s aangepast. Een ander voorbeeld van een gerealiseerde verbeteractie vindt het panel de aanpassing in 2003/2004 van de informatievoorziening naar bedrijfsmentoren die betrokken zijn bij de stages en het afstuderen. Dezelfde procedure wordt gevolgd voor de evaluaties van de stages en de afstudeerprojecten. Het panel is van oordeel dat Alkmaar veel aandacht besteedt aan verbeteracties. Volgens het panel worden er veel gegevens verzameld, maar ontbreekt nog een duidelijke koppeling van verbeterpunten aan streefdoelen. Diemen/Amsterdam De zelfevaluatie van de opleiding BI in 2003 heeft geleid tot de formulering van een groot aantal activiteiten ter verbetering of ontwikkeling. In het addendum bij het zelfevaluatierapport heeft het panel de voortgang van de voorgenomen activiteiten op basis van de zelfevaluatie aangetroffen. Ten behoeve van de visitatie en naar aanleiding van het zelfevaluatierapport heeft Diemen in de notitie: Stand van zaken actiepunten Diemen (28 april 2004) een helder actiepuntenoverzicht beschreven, waarin voor een aantal facetten de stand van zaken wordt beschreven. Een aantal verbeteracties is al uitgevoerd, zo stelt het panel op basis van de notitie vast. Op basis van de gehouden quick scan is een Schoolbreed kwaliteitsproject van start gegaan. Het project omvat zes deelprojecten, die gericht zijn op een integrale verbetering van de opleidingen op basis van de NVAO criteria. Het voor de opleiding belangrijkste resultaat van dit project is de actualisering van het Opleidingsprofiel Bedrijfskundige Informatica. In dit document expliciteert de opleiding welke organisatorische en onderwijskundige keuzes zij gemaakt heeft, op basis van relevante documenten die sinds januari 2003 op School of Economics en INHOLLAND niveau zijn gemaakt. Een ander resultaat van dit project, zo constateert het panel, is de beschikbaarheid van evaluatie-instrumenten en een evaluatiesystematiek ten behoeve van studenten, docenten, alumni en het afnemend werkveld. De ontwikkelde evaluatieformulieren zijn te vinden in het kwaliteitshandboek; formulieren voor alumni en afnemend werkveld worden in door bureau databeheer verder ontwikkeld en verbeterd. Het panel oordeelt positief over de ontwikkeling van een alumni-website. In het Kwaliteitshandboek (zie paragraaf 5.1) is vastgelegd welke vervolgacties ten aanzien van de onderwijsevaluaties en taakevaluaties genomen moeten worden. Voorbeelden van verbeteringen die het panel heeft aangetroffen naar aanleiding van zowel formele als informele evaluaties zijn het vervangen van het project ICTconsultant, omdat dit niet aan de doelstellingen voldeed, het invoegen van Service Management (ITIL) in het programma, het wijzigen van modelleertechniek bij datamodelleren, het toevoegen van een duidelijker tijdpad bij projectbeschrijvingen en het aanbieden van een extra training MS Access binnen een themaweek. 56 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

57 Rotterdam/Den Haag De locaties Rotterdam en Den Haag beschrijven in een addendum bij het zelfevaluatierapport de stand van zaken van de in april 2004 ondernomen verbeteracties. Enkele voorbeelden hiervan zijn een versterking van de beroepenveldcommissie door een intensivering van de contacten en het houden van vergaderingen. Ten aanzien van de internationalisering heeft de locatie Den Haag in mei 2004 een Schoolbrede internationaliseringsweek opgezet. In Rotterdam is het I-Lab op niveau gebracht door aanpassing van de hardware en de software. Naar aanleiding van het onvoldoende oordeel van studenten in het STO 2003 op onderdelen over de actualiteit en praktijkgerichtheid van het programma besteedt de opleiding thans meer aandacht aan dit aspect. Het panel constateert dat de waardering van studenten inmiddels voldoende is (STO 2004). Verder stelt het panel naar aanleiding van de resultaten van de STO-enquêtes vast dat de opleiding verbeteringen heeft doorgevoerd zoals: het inkorten van de nakijktermijn naar 10 dagen, het geven van een volledig jaarrooster aan studenten zodat zij weten welke modulen en toetsen zij krijgen en het geven van beoordelingscriteria bij de toetsen. Algemene conclusie van het panel Het panel stelt vast dat alle locaties op basis van hun evaluaties verbeteracties hebben gepland en uitgevoerd. Het panel heeft voor alle locaties het oordeel voldoende, aangezien de verschillende evaluaties niet altijd systematisch gerelateerd zijn aan het eigen kwaliteitszorgsysteem en in de regel gericht zijn op de korte termijn. Het panel is er zich hierbij van bewust dat het structureel oplossen van complexe knelpunten in de regel trajecten van lange adem zijn. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Alkmaar: A dam/diemen: R dam/den Haag: goed goed goed Criteria: - Dij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar In de locatie Alkmaar stelt het panel vast dat vooral geledingen op de school zelf betrokken zijn bij de kwaliteitszorg. Studenten en docenten zijn betrokken door evaluaties van de thema s, de stage en het afstuderen. De opleidingscommissie speelt een rol bij de evaluatie van het onderwijs, doordat de resultaten van evaluaties naar deze commissie worden teruggekoppeld. Het panel stelt op basis van de gesprekken vast dat docenten en studenten in ruim voldoende mate betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van het onderwijs. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 57

58 Het zelfevaluatierapport vermeldt dat alumni en het afnemende beroepenveld niet of nauwelijks betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg. Inmiddels is het werkveld wel betrokken, onder andere door een beroepenveldcommissie en gastdocenten, zo heeft de opleiding het panel laten weten. Ook heeft de opleiding contacten met een aantal bedrijven, als de OTI-groep, Sogetti, REAAL, DTO, CORUS, Logica-CMG, Interaccess, Getronics en met de gemeente Alkmaar. Het panel stelt vast dat bij de evaluatie van elk van de studiefases de beroepenveldcommissie nu structureel betrokken is. Het betrekken van de alumni zal vanaf november 2004 gaan plaatsvinden. Het panel stelt op basis hiervan en op basis van de gesprekken vast dat docenten, studenten, alumni en het werkveld in ruim voldoende mate betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van het onderwijs, maar dat de terugkoppeling van de resultaten met name naar de studenten toe dient te verbeteren. Amsterdam /Diemen Ook in de locatie Amsterdam/Diemen zijn tal van geledingen uit de organisatie betrokken bij de kwaliteitszorg. Studenten en docenten zijn betrokken bij de periodeevaluaties, de themaweken-evaluaties en de stage-evaluaties. Daarnaast worden zij bevraagd in het jaarlijkse Studenttevredenheidsonderzoek (STO). Docenten kunnen ook tussentijds in het wekelijks opleidingsoverleg hun wensen en ideeën kenbaar maken. Daarnaast wordt jaarlijks een Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Het panel heeft geconstateerd dat het afnemend werkveld in ruime mate bij de kwaliteitszorg betrokken is door middel van de stage- en afstudeerevaluaties, evaluaties door de veldadviesraad en een tweejaarlijks werkveldonderzoek. Alumni worden tijdens een alumniavond ondervraagd over hun situatie op de arbeidsmarkt en hun tevredenheid over de opleiding. De opleidingscommissie speelt een rol bij de kwaliteitszorg van het onderwijs door de evaluatieresultaten te bespreken. Deze worden ook besproken met het opleidingsteam en de opleidingscoördinator. Het panel stelt op basis hiervan en op basis van de gesprekken vast dat docenten, studenten, alumni en het werkveld in ruim voldoende mate betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van het onderwijs. Ook hier dient de opleiding aandacht te besteden aan de terugkoppeling met name naar de studenten toe. Rotterdam/Den Haag Evenals in Alkmaar en Amsterdam/Diemen zijn ook in Rotterdam en Den Haag verschillende geledingen betrokken bij de kwaliteitszorg. Het panel ziet als belangrijkste methodes om het onderwijs te evalueren de schriftelijke enquête en het evaluatiegesprek. De schriftelijke enquêtes worden ingevuld door studenten, docenten, het werkveld en de alumni. De resultaten ervan worden teruggekoppeld en studenten en medewerkers worden geïnformeerd over vervolgacties, aldus het zelfevaluatierapport. 58 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

59 Studenten zijn daarnaast betrokken bij de kwaliteitszorg door het Studenttevredenheidsonderzoek (STO). De resultaten hiervan worden in de opleidingscommissie besproken. Medewerkers van de Schools vullen jaarlijks een Medewerkerstevredenheidsonderzoek in. Sinds dit studiejaar (2003/2004) zijn de studenten in Rotterdam en Den Haag betrokken bij de kwaliteitszorg door deelname aan de Quality Control Circle. Studenten in Rotterdam vullen hiervoor wekelijks digitaal een formulier van zes vragen in. Studenten in Den Haag doen dit periodiek. De opleidingsmanager ontvangt de resultaten en bespreekt deze in de vergadering van teamcoördinatoren. Daarnaast is er in Rotterdam eenmaal per blok een Ronde Tafel Overleg tussen de studenten en de opleidingsmanager. Dit biedt de mogelijkheid tot directe bijsturing. Het panel vindt deze opzet in Den Haag en Rotterdam een goed instrument om informatie over de opleiding op tafel te krijgen. Het panel vindt het positief dat sinds november 2003 de locatie Den Haag een eigen beroepenveldcommissie heeft. Voordien voerde Den Haag overleg met de beroepenveldcommissie uit Rotterdam. De locaties zullen te zijner tijd deelnemen aan de HBO-Monitor. Ook hebben zij het voornemen om een tweejaarlijks werkveldonderzoek uit te voeren (thans lopen studenten nog geen stage). Ten aanzien van alumni hebben beide locaties het plan een beleid op te zetten, zodat het concept van een leven lang leren kan worden gerealiseerd. Op basis van het gesprek van het panel met de studenten is gebleken dat de terugkoppeling van de evaluatieresultaten en de daaraan gekoppelde verbeteracties op negatief scorende punten te wensen over laat. Echter, hier zit verbetering in, zo hebben de studenten het panel laten weten. Het panel heeft waardering voor de wijze waarop beide locaties ernaar streven om alle geledingen bij de kwaliteitszorg te betrekken en de plannen die zij hiervoor hebben. Algemene conclusie van het panel Alle locaties betrekken studenten, docenten, alumni (nog niet in Rotterdam en Den Haag) en het werkveld bij de evaluaties. Punt van aandacht voor alle locaties is de terugkoppeling van de resultaten van de evaluaties naar vooral de studenten toe. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 59

60 Onderwerp 6 RESULTATEN Facet 6.1 Onderwijsrendement Alkmaar: onvoldoende A dam/diemen: voltijd: onvoldoende deeltijd: onvoldoende duaal: voldoende R dam/den Haag: geen oordeel Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Algemeen Het rendementsbeleid wordt in eerst instantie op Schoolniveau bepaald. De locaties hebben daarnaast eigen streefcijfers ten aanzien van aspecten als uitval en gemiddelde verblijfsduur. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op (de bijlagen van) het zelfevaluatierapport. Het panel geeft geen oordeel over dit facet voor de locatie Rotterdam/Den Haag, omdat beide locaties nog geen afgestudeerden hebben. Alkmaar Het panel constateert met de opleiding (zelfevaluatierapport p. 73) en naar aanleiding van de gesprekken, dat er nog weinig inzicht is in de rendementscijfers gedurende het studiejaar. De opleiding beschouwt iedere student die start met de opleiding als een potentieel kansrijke student en gaat ervan uit dat studenten die de propedeuse hebben behaald, de opleiding in 4 à 4,5 jaar voltooien. De opleiding vergelijkt haar rendement met het landelijk rendement voor het hele hbo, dat tussen de 35% en de 65% ligt. Het landelijke rendement voor de opleiding BI ligt rond de 50%. Het panel stelt vast dat het diplomarendement van Alkmaar zich rond de 42% na vier jaar en rond de 50% na vijf jaar beweegt. Als streefnorm voor de uitval uit de propedeuse heeft de opleiding een norm van 25% geformuleerd, in overeenstemming met de streefnorm van de School. De opleiding constateert zelf in het zelfevaluatierapport (p. 74) dat zij niet voldoet aan de eigen streefcijfers. Aangezien het panel geen inzicht heeft in alle streefcijfers, heeft zij geen mening over dit oordeel van de opleiding zelf. Het panel stelt wel vast dat de opleiding een aantal maatregelen heeft getroffen om het rendement te verhogen zoals onder meer een intensievere studiebegeleiding en oriëntatie, en extra herkansingen voor vijfdejaars. 60 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

61 De gemiddelde verblijfsduur van gediplomeerden van de opleiding is in 2002 vier jaar. De opleiding voldoet in dit jaar wel aan haar eigen streefnorm van 4 à 4,5 jaar als verblijfsduur van gediplomeerden. De gemiddelde studieduur van uitvallers is in Alkmaar in de afgelopen jaren toegenomen en is in ,2 jaar. Amsterdam, Diemen Voltijd Het diplomarendement van de voltijdstudenten in Diemen na vijf jaar (cohort 1996) is 51,2%. Zij vergelijkt haar rendement met het landelijk rendement voor het hele hbo, dat tussen de 35% en de 65% ligt. Het landelijke rendement van BI is ca. 50%. De opleiding hanteert als uitgangspunt om iedereen in beginsel als een potentieel kansrijke student te zien. Zij formuleert daarnaast in overeenstemming met de streefnorm van de School voor de propedeuse een uitvalpercentage van 25% en voor de groep die het propedeuse diploma behaald heeft, een streefrendement van 90% (dus een beperking van de uitval na de propedeuse van maximaal 10%). Het panel constateert dat de opleiding wat betreft haar rendement voor de cohorten tot niet voldoet aan haar in 2003 geformuleerde eigen streefnorm. De invoering van een eigen BI-propedeuse sinds laat een kentering zien. Inmiddels heeft 75,4% van de instroom van cohort het propedeuse diploma behaald, dus voldoet de opleiding aan de in 2003 geformuleerde streefnorm voor de propedeuse. De opleiding heeft een uitval van voltijdstudenten van rond de 60%. De gemiddelde studieduur van de uitvallers ligt rond één jaar. De streefnorm voor de gemiddelde verblijfsduur is 4,5 jaar. De gemiddelde studieduur van voltijdstudenten die hun diploma behalen ligt rond de 4 jaar. Deeltijd De opleiding maakt bij haar streefcijfers geen onderscheid tussen de deeltijd- en de voltijdstudenten. Voor deeltijdstudenten in Diemen is het rendement van cohort 1996 na vijf jaar 50%. Het panel constateert dat de opleiding geen vergelijking maakt met het rendement van relevante andere deeltijdopleidingen. Voor de deeltijdstudenten streeft de opleiding evenals bij de voltijdstudenten naar een uitvalpercentage van 25% en voor de groep die doorgaat een streefrendement van 90%. Het panel constateert dat de opleiding niet voldoet aan haar eigen streefnorm ten aanzien van het rendement van deeltijdstudenten. De verblijfsduur van deeltijdstudenten die hun diploma wel behalen is in de afgelopen jaren toegenomen. Was dit in 96 nog 3,5 jaar, in 2002 ligt dit iets boven de 4 jaar. De gemiddelde studieduur van deeltijdstudenten die uitvallen is afgenomen en is in ,5 jaar. De opleiding heeft ook voor de deeltijdstudenten geen streefnorm voor de gemiddelde verblijfsduur geformuleerd. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 61

62 Duaal Ten aanzien van de duale studenten heeft de opleiding de streefcijfers van de School aangescherpt. Dat wil zeggen dat de uitval in de propedeuse tot 20% in plaats van 25% moet worden beperkt. Van de duale studenten die de propedeuse behalen, wordt gestreefd naar een rendement van 90%. Voor de vaststelling van deze streefcijfers heeft de opleiding gekeken naar de rendementen van andere duale BI opleidingen en overleg gevoerd met het HBO-I platform. In de kengetallen in het addendum bij het zelfevaluatierapport heeft het panel geen rendementscijfers aangetroffen. Het percentage duale uitvallers is na twee jaar 20% (cohort 2000). Van cohort 2001 is na een jaar 27,8% uitgevallen (N.B. het gaat hier om zeer kleine aantallen). Volgens het zelfevaluatierapport zijn van cohort 2000 met 20 duale studenten er 4 gestopt, van cohort 2001 met 18 studenten waren dat er 5. De gemiddelde verblijfsduur van de uitvallers was in 2000 is 0,9 jaar en in ,6 jaar. Er zijn nog geen cijfers over de duale afgestudeerden en hun gemiddelde studieduur. Algemene conclusie van het panel over Alkmaar en Amsterdam/Diemen Het panel is van oordeel dat de locaties weinig inzicht hebben in hun kengetallen en factoren die hierop van invloed (kunnen) zijn. Het panel stelt vast dat de locaties Alkmaar en Amsterdam/Diemen hun streefcijfers niet vergelijken met relevante andere opleidingen, maar met het landelijk hbo gemiddelde. Het panel vindt dit geen zinvolle vergelijking. Diemen heeft dit voor de duale studenten wel gedaan. Beide kanttekeningen maken dat het panel voor beide locaties tot een onvoldoende oordeel komt wat het onderwijsrendement betreft. Het feit dat Diemen bij het vaststellen van het streefrendement voor de duale opleiding een vergelijking heeft gemaakt met andere duale BI opleidingen en hierover overleg heeft gevoerd met het HBO-I platform zorgt ervoor dat het panel het onderwijsrendement van de duale variant met een voldoende beoordeelt. Rotterdam en Den Haag Beide locaties hebben (nog) geen eenduidige rendementsdoelstellingen geformuleerd. Dit zal volgens de opleiding op korte termijn gebeuren. Voltijd In beide locaties zijn nog geen afgestudeerden. Van de cohort 2001 met 57 studenten zijn 23 studenten inmiddels gestopt. Van cohort 2002 zijn van de 99 studenten er 25 inmiddels gestopt. Hun verblijfsduur was respectievelijk 0.8 en 1,1 jaar. De meeste uitvallers zijn havisten, gevolgd door mbo ers. 62 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

63 Deeltijd Van de 11 deeltijdstudenten van cohort 2001 zijn er 4 met de opleiding gestopt. Van de 30 studenten die in 2002 met de opleiding begonnen, zijn dit er 13. De uitvallers zijn binnen één jaar gestopt. Duaal De beide locaties hadden samen in duale studenten. Daarvan zijn er 6 binnen een jaar gestopt. In 2002 stopten 2 van de in totaal 4 ingeschreven studenten. De studenten die stopten met de studie deden dit binnen een jaar. Facet 6.2 Gerealiseerd niveau Alkmaar: goed A dam/diemen: goed R dam/den Haag: geen oordeel Criteria: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Deze vraag kan alleen worden beantwoord voor de locaties Alkmaar en Amsterdam/Diemen. Immers de locaties Rotterdam/Den Haag hebben nog geen afgestudeerden. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Alkmaar Het panel stelt vast dat de locatie Alkmaar het niveau, de oriëntatie en de domeinspecifieke eisen van de beoogde eindkwalificaties op verschillende manieren voldoende borgt. Ten eerste heeft zij hiertoe de beoogde eindkwalificaties gekoppeld aan één of meer thema s. De mate waarin studenten de eindkwalificaties beheersen wordt getoetst door middel van beroepssimulerende activiteiten of een individueel af te ronden schriftelijke of mondelinge activiteit. Alle activiteiten moeten met een voldoende worden beoordeeld. Het panel oordeelt positief over de procedure die in 2003 is gestart waarbij aan afgestudeerden gevraagd wordt in hoeverre zij de landelijke eindkwalificaties hebben toegepast tijdens het afstuderen. Dit zal voor elk cohort herhaald worden. Gevraagd is of een aantal vakmatige en methodische competenties herkenbaar in de opleiding en specifiek tijdens de stage aanwezig zijn. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het merendeel van de afgestudeerden van oordeel is dat de competenties aanwezig zijn in de opleiding. Echter, specifiek in de stage zijn deze aanzienlijk minder zichtbaar aanwezig, zo blijkt uit het onderzoek. In 2003/2004 is door DESAN een onderzoek uitgevoerd onder het werkveld van afgestudeerden. Hieruit zijn geen gegevens over de opleiding BI te traceren. De bedrijfsmentoren wordt na de stageperiode gevraagd een oordeel te geven over de door de studenten gerealiseerde kwalificaties. De resultaten over de cohorten NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 63

64 1998, 1999 en 2000 staan vermeld in het zelfevaluatierapport. Hieruit blijkt dat de bedrijfsmentoren tevreden tot zeer tevreden zijn over de gerealiseerde kwalificaties. De percentages liggen tussen de 75% en de 100%. De bedrijfsmentoren krijgen wat de afstudeerfase betreft dezelfde vragen voorgelegd. Het zelfevaluatierapport geeft de resultaten van cohort Ook hieruit blijkt een grote mate van tevredenheid van de bedrijfsmentoren over de gerealiseerde eindkwalificaties. Ook de afgestudeerden en de werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken zijn in het algemeen tevreden over de gerealiseerde kwalificaties. Zij vinden de afgestudeerden zonder meer een hbo-niveau hebben en waarderen de goede mix van de opleiding tussen Informatica en Bedrijfskundige informatica. Een punt van kritiek betreft de discipline van de studenten. Deze zou volgens hen wat beter kunnen. De afgestudeerden waarderen de breedte van de opleiding. Verder noemen zij als sterke punten de aandacht voor systeemontwikkeling, proces- en informatieanalyse, sociale vaardigheden en oude technieken (o.a. COBOL). Zij missen echter kennis van nieuwe methoden als UML en Prince 2. De afstudeerproducten die het panel heeft ingezien weerspiegelen de nadruk die de opleiding legt op de proces- en informatieanalyse en zijn van een voldoende tot goed niveau. Het panel is van mening dat de opleiding op tal van manieren het niveau en de domeinspecifieke eisen van de eindkwalificaties waarborgt. Zij komt op basis hiervan tot het oordeel goed. Amsterdam/Diemen De opleiding Amsterdam/Diemen borgt de eindkwalificaties voornamelijk door middel van de stages en de afstudeerprojecten. Bij de beoordeling van de afstudeerproducten zijn minimaal drie beoordelaars betrokken: de begeleidende docent, een tweede vakdocent en de bedrijfsmentor. De beoordelingen betreffen het niveau, de domeinspecifieke eisen en de hbo-oriëntatie. Voor de borging van de eindkwalificaties bij het afstuderen wordt gebruik gemaakt van beoordelingsformulieren. Daarnaast worden gesprekken gevoerd.vanaf zullen ook leden van de Veldadviesraad als observatoren deelnemen aan de afstudeersessie. Het panel vindt de wijze waarop de opleiding de eindkwalificaties borgt, goed doordacht. Het panel vindt de afstudeerproducten van een uitstekende kwaliteit. De opdrachten zijn moeilijk en het niveau van de producten is hoog. De afgestudeerden en de werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken zijn tevreden over de gerealiseerde eindkwalificaties. Zij zijn met name te spreken over de breedheid van de opleiding. Enkele afgestudeerden vinden dat zij te weinig technisch onderlegd zijn. Door de huidige samenwerking met CISCO is dit verbeterd, aldus de afgestudeerden. De werkveldvertegenwoordigers vinden de communicatievaardigheden van de afgestudeerden een zwak punt. De opleiding heeft het voornemen om vanaf augustus 2004 een tweejaarlijks werkveldonderzoek te houden. 64 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

65 Rotterdam/Den Haag Om op korte termijn inzicht te gaan krijgen in de gerealiseerde eindkwalificaties zal in samenwerking met de afdeling onderwijs en kwaliteit een instrumentarium worden ontwikkeld, zo vermeldt het zelfevaluatierapport. Het panel stelt vast dat het instrument per 1 juni 2004 operationeel zal worden. De opleiding gebruikt het als meetlat bij de ontwikkeling van het vierde jaar. Algemene conclusie van het panel Het werkveld en afgestudeerden van de locaties Alkmaar en Diemen/Amsterdam zijn (zeer) tevreden over het gerealiseerde niveau. Aangezien Rotterdam/Den Haag nog geen afgestudeerden kent, is daar nog geen oordeel over te vellen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 65

66 66 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

67 Deel C: Bijlagen NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 67

68 68 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

69 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 69

70 70 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

71 Bijlage 2: Beknopt CV panelleden NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 71

72 Voorzitter Naam Vreven Initialen A.A. Tussenvoegsel(s) Titulatuur Ing. Msc. M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid Nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Lid laatste visitatiecommissie Informatica. (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Ja (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) ICT-strategie en kwaliteit. Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Sinds 1967 werkzaam in de ICT in een breed scala van functies. Momenteel afdelingsdirecteur Lid (geweest) diverse internationale werkgroepen o.a: X-Open, OSF, voorzitter permanent working group on e-bussiness and retailbanking. Combinatie Studie University of Michigan en werk voor Burroughs Corporation. Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) HBS Economie UVA HTS scheepswerktuigbouwkunde AMBI Computer Science, Univ. of Michigan Werkervaring Marineofficier ABN, systeemontwerper Rijks computercentrum, project leider politie informatiesystemen RAET ( hfd. Systeemontwikkeling Landbouw Administratie en RekenCentrum) en consultant heden Rabobank Nederland ( hoofd Hulpmiddelen en Methoden, adviseur Strategie) 72 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

73 Domeindeskundige Naam Ouwerkerk-Dijkers Initialen M.P. Tussenvoegsel(s) van Titulatuur ir. M/V Mevrouw Geboortedatum Auditdeskundigheid nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie informatica (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? nee Onderwijsdeskundigheid Ruim 30 jaar verbonden aan TU/e, als docent, (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in onderzoeker en onderwijscoördinator. de onderwijssector?) Deel uitgemaakt van de landelijke Begeleidingscommissie invoering Wiskunde A en B en van de ministeriële commissie Onderwijs en Informatietechnologie (commissie Plomp). Werkvelddeskundigheid Sinds ruim 20 jaar verbonden aan informatica en (Wilt u hierbij aangeven welke relevante o.m. coördinator extern onderwijs (voor bedrijven). werkervaring u heeft?) Ca. 15 jaar geleden heb ik de Verkorte Opleiding voor HIO-ing s opgezet. Ik geef ook een deel van Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) dit onderwijs. Ik heb tweemaal een periode aan een buitenlandse universiteit gewerkt, ben onder meer betrokken bij de opzet van de Engelstalige MScopleidingen van informatica en heb veel (werk-)contacten bij de ACM (Association of Computing Machinery). Hogere informatica, Informatica en informatiekunde en enigszins Bedrijfskundige informatica Opleiding(en) HBS-B TU Delft Scheikundige Technologie (P2) TU Delft Wiskunde (ir) Werkervaring 1965 Ingenieur-assistent TU Delft Mathematisch Centrum Amsterdam maanden sabbatical Cambridge University (UK) 1971-heden Diverse functies TU Eindhoven jaar sabbatical Clarkson College of Technology (USA) NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 73

74 Domeindeskundige Naam Hoeff Initialen A. Tussenvoegsel(s) van der Titulatuur drs.ing. M/v M Geboortedatum Auditdeskundigheid - (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen Ik neem deel aan de interne kwaliteitsaudits bij het bedrijf waar ik werk, als auditor. informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) HBS-B afgerond 1969 Hengelo (O) HTS Weg en Waterbouw, Hengelo (O) Onderwijskunde, Groningen Ontwikkelaar interactieve multimedia (10daagse Enschede opleiding), 1991 Werkervaring Werkervaring Onderwijskundige Twenteproject Onderzoeker RION, onderwijs onderzoeks instituut RUG Docent Onderwijskunde, Rijks Hogeschool Groningen (nu: Hanze Hogeschool) COBO-CIBB-CINOP 1988-heden Onderwijskundige, en werkzaam geweest als docent in HBO gezondheidszorg Trainen docenten Ontwikkelen trainingen Consultant e-learning projecten Projectleiding ontwikkelprojecten Ontwikkelen interactief multimediaal lesmateriaal Onderwijskundig testen van elektronische leeromgevingen Implementeren van e-learning in onderwijsorganisaties Advisering opleidingsorganisaties bij inzet en integreren ICT voorzieningen (Toets service systemen, elektronische leeromgeving, digitaal) Op internationaal gebied overzicht van en thuis in toepassing van ICT in het onderwijsproces. Meer specifiek: ELO s en e-learning, digitale portfolio systemen, toets service systemen en intranet. Recente ontwikkelingen, literatuur, visies en resultaten. Bouwkunde, Civiele techniek, Ervaring in opleidingen gezondheidszorg. V.w.b. Bedrijfskundige informatica, Computertechniek, Informatica en informatiekunde voldoende in thuis om domein te overzien. 74 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

75 Student-lid Naam Hofman Initialen M.M. Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V M Geboortedatum Opleiding Welke opleiding volgt u thans? Mens en Informatica (onderdeel van de HIO) Wat is de naam van het opleidingsinstituut? Fontys In welk studiejaar studeert u? 2 (van de 3 jaar) Volgt u een voltijd, deeltijd, duale of Voltijd afstandsstudie of wellicht anderszins? Bij welke activiteiten bent u binnen de opleiding IMR, curriculum vernieuwing commissie betrokken? Auditdeskundigheid Nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Bent u eerder lid geweest van een Nee visitatiecommissie? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Zoals in mijn c.v. vermeld heb ik veel ervaring in medezeggenschaps-, advies- en studentenraden. ½ jaar stage als instructeur bij een MBO. Werkvelddeskundigheid Diverse stages o.a. in de IT sector. (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid Enige theoretische kennis. (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Calvijn College Middelburg Bavo 1 e en 2 e jaar en Mavo Calvijn College Krabbendijke LTS Elektrotechniek C niveau Wis. en Nat. D niveau. Geslaagd ROC Zeeland Vlissingen MBO Technisch Informatica, Uitstroomprofiel: 1998-Heden HBO Geslaagd. Vele verschillende cursussen gevolgd en congressen bijgewoond. Wegens bestuurlijk actief werk bij ROC Zeeland en Fontys Hogescholen Heden Fontys Hogescholen Eindhoven Mens en Informatica onderdeel van het hoger informatica onderwijs. Duur: 3 jaar. 4 juli propedeuse behaald. Werkervaring Diverse vakantiebaantjes (zie c.v.). Diverse stages o.a.: Tijdens mijn MBO opleiding ½ jaar, bedrijf: Recreanet. Afdeling: systeembeheer. ½ jaar, Bedrijf: ROC Zeeland. Functie: instructeur. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 75

76 NQA auditor en rapporteur Naam Voorthuis Initialen M.E. Tussenvoegsel(s) Titulatuur drs. M/V V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Vanaf 2002 werkzaam bij de afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad. Vanaf 2004 werkzaam bij de NQA. Zestien jaar werkzaam geweest in onderwijsonderzoek hoger onderwijs. Advies en onderzoekservaring in het hoger onderwijs. Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Pedagogische Academie Pedagogische wetenschappen/onderwijskunde Werkervaring Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg heden Netherlands Quality Agency nee 76 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

77 NQA-rapporteur Naam Honigh Initialen M. Tussenvoegsel(s) Titulatuur drs. M/V v Geboortedatum 19 mei 1951 Auditdeskundigheid Nee. (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Nee. (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Ja. (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid Onderwijsbeleid, Management, PR, Journalistiek, (Wilt u hierbij aangeven welke relevante Psychologie/Pedagogie. werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid Nee. (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid Communicatie, Journalistiek, Sociaal (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u pedagogische hulpverlening. deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Gymnasium alpha Kandidaats psychologie Doctoraal psychologie, afstudeerrichting onderwijskunde Diverse managementcursussen 1997 ISW opleidingen PR en journalistiek 2004-? HBO-opleiding Vertaler Engels Werkervaring 1997-heden Zelfstandig onderwijskundige/-adviseur Ministerie van OCW, in diverse beleids- en managementfuncties Student assistent RUL Lerares Engels en Geschiedenis in Zambia NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 77

78 78 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

79 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO-accreditatie Vragen en aanwijzingen Basiskwaliteit HBO-bachelor Maart 2003 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 79

80 Onderwerp Facet Preambule Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) Niveau bachelor Domeinspecifieke eisen Oriëntatie hbo bachelor Programma Eisen hbo Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang in opleidingsprogramma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Onderwijsrendement Gerealiseerde niveau Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) Differentiatie en profilering Kwaliteit Concretisering Onderscheidend karakter Bijlage1. Kengetallen NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

81 Preambule Uitgangspunt Een zelfevaluatie kan meerdere functies hebben en vele doelen dienen. De waarde ligt in eerste instantie in de mate waarin de opleiding de zelfevaluatie benut voor de eigen beleidsvoering, in het bijzonder wat betreft de interne kwaliteitszorg. In deze brochure ligt echter de nadruk op de zelfevaluatie in dienst van de accreditatieaanvraag bij de NVAO. Er wordt in die zin dus ingezoomd op de verantwoordingsfunctie en op basiskwaliteit. De onderwijsinstelling dient met een extern onafhankelijk visitatierapport aan te tonen dat haar opleiding aan de kwaliteitscriteria van de NVAO voldoet. De zelfevaluatie vormt het vertrekpunt voor de objectieve oordeelsvorming door een extern visitatiepanel. De mate waarin de zelfevaluatie op overtuigende wijze aantoont dat aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, bepaalt voorts de intensiteit van nadere materiaalbestudering en gespreksvoering door het visitatiepanel. Kwaliteitscriteria NVAO Voor het beoordelen van basiskwaliteit zijn door de NVAO in totaal 30 kwaliteitscriteria geformuleerd, die zijn ondergebracht bij 21 facetten. Per facet moet uiteindelijk door een visitatiepanel worden bepaald of de opleiding hierop een: - onvoldoende - voldoende - goed of - excellent scoort. De 21 facetten zijn op hun beurt ingedeeld naar 6 onderwerpen. Het oordeel dat een visitatiepanel velt per onderwerp komt tot stand op basis van weging van oordelen over de afzonderlijke facetten van dat onderwerp. Voor een positief totaaloordeel moet het oordeel over elk onderwerp tenminste voldoende zijn. 30 criteria 21 facetten 6 onderwerpen totaaloordeel Centrale vragen bij oordeelsvorming (visitatiepanel) Om te bepalen of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, zijn voor de externe kwaliteitsbeoordelaars van NQA de volgende vragen van belang: - Doelen: welke ambitie heeft de opleiding ten aanzien van een bepaald onderwerp: welke kwaliteit wordt nagestreefd; welke resultaten worden beoogd, kortom; wat zijn de eigen doelen? - Borging: hoe borgt de opleiding dat deze doelen kunnen worden bereikt; zijn beleid, management en processen logisch op die eigen doelen afgestemd? NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 81

82 - Resultaten: hoe verhouden de resultaten zich tot de eigen doelen (mede in vergelijking met andere opleidingen)? - Verbetering: indien het borgen en bereiken van de doelen te wensen overlaat, zijn er dan verbeteringen in het vooruitzicht? Informatiegehalte zelfevaluatie Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, zal de zelfevaluatie hierover voldoende informatie moeten bevatten. Het gaat dan om de volgende vier typen van informatie: 1. Richtinggevende informatie: eigen visie en doelstellingen, eigen kwaliteitsopvattingen, waar mag de opleiding op worden afgerekend? 2. Beschrijvende informatie: hoe reilt en zeilt de opleiding, hoe zijn processen ingericht, welke afspraken zijn gemaakt, etcetera? 3. Evaluatieve informatie: worden de doelen bereikt, hoe waarderen betrokkenen (met name studenten, afnemers en personeel) de verschillende facetten (evaluatieuitkomsten), en welke kwantitatieve resultaten worden bereikt (kengetallen)? 4. Analytische informatie: gezien 1 t/m 3: hoe is het met de kwaliteit gesteld, welke conclusies kunnen hierover worden getrokken, worden de eigen doelen waargemaakt, zijn er discrepanties tussen doelstelling en doelbereiking, welke oorzaken zijn er voor aan te wijzen en welke verbeteringen zijn (of worden) hierop ingezet? Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor de oordeelsvorming zijn per facet relevante vragen ter beantwoording door de opleiding gegeven. Deze vragen zijn dus rechtstreeks ontleend aan de NVAO-facetten en -criteria. Als hulpmiddel voor de beantwoording van die vragen zijn per vraag aanwijzingen voor die beantwoording gegeven. Opbouw zelfevaluatie Het is van belang dat de visitatiepanels de benodigde informatie voor elk van de 21 facetten op een efficiënte wijze tot zich kunnen nemen. Dit zou kunnen door de opbouw van de zelfevaluatie (de hoofdstukindeling) het NVAO-kader te laten volgen: I. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) II. Programma III. Inzet van personeel IV. Voorzieningen V. Interne kwaliteitszorg VI Resultaten VII Indien van toepassing: Bijzonder kwaliteitskenmerk 82 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

83 Een andere ordening is mogelijk, mits de benodigde informatie per facet snel toegankelijk is voor de panels. Hierover kunt u desgewenst afspraken maken met NQA. Zoals hierboven reeds is aangegeven, stelt NQA ten aanzien van elk facet een of meerdere vragen waarop in de zelfevaluatie een antwoord wordt gegeven. Deze vragen hebben betrekking op het betreffende facet en de daarbij behorende criteria. Voor de beantwoording van die vragen zijn aanwijzingen gegeven over zaken die beschreven en documenten waarnaar verwezen kan worden. Deze aanwijzingen zijn indicatief en niet voorschrijvend bedoeld. Omvang Het zelfevaluatierapport zal als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden; het zal dus voldoende informatie moeten bevatten. Bijlagen dienen als naslagwerk. Gevraagd wordt om de volgende bijlagen mee te sturen: - overzicht van beoogde eindkwalificaties; - het beroepsprofiel; - studiegids; - overzicht van programma/curriculum (voor elke variant en locatie); - overzicht van personeel (kwalificaties docenten); - kengetallen. In het zelfevaluatierapport kan daarnaast belangrijke informatie uit andere documenten worden opgenomen, onder verwijzing naar deze documenten (die tijdens het bezoek ter inzage worden gelegd). In de aanwijzingen is te vinden om welke documenten het kan gaan. Indien dat nodig is voor de oordeelsvorming door de panels, kan de opleiding (zowel vóór, tijdens, als na het bezoek) om aanvullende informatie gevraagd worden. NQA zal zich echter inspannen om de informatielast zo beperkt mogelijk te houden. Door het duidelijk verwijzen naar andere documenten kan het zelfevaluatierapport beperkt blijven tot ten hoogste 40 pagina s per opleiding, in uitzonderlijke gevallen van grote complexiteit (veel locaties en varianten) tot maximaal 80 pagina s. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 83

84 1. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) 1.1 Niveau bachelor - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 1.2 Domeinspecifieke eisen - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). 1.3 Oriëntatie hbo bachelor - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 84 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

85 Vragen Facet Aanwijzing Welke eindkwalificaties worden beoogd? Bij welke algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van het bachelorniveau sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Op welk specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen hebben de beoogde eindkwalificaties betrekking? Bij welke eisen van (buitenlandse) vakgenoten en de (buitenlandse) beroepspraktijk sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Aan welke door het beoogde beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties zijn de beoogde eindkwalficaties ontleend? Waaruit blijkt dat de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben op (ten minste) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar? Verwijs naar een document waarin expliciet is beschreven voor welke specifieke competenties of specifieke kennis, houding, inzicht en vaardigheden de opleiding studenten beoogt op te leiden. Voeg dit document bij als bijlage. 1.1 Geef aan wat voor de instelling het bachelorniveau van een (beroepsgerichte) opleiding bepaalt. Welk internationaal referentiekader heeft de instelling hiervoor? Beschrijf hoe dit referentiekader in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. U zou hiervoor de Dublin-descriptoren (zie bijlage 2 in het NVAOaccreditatiekader) kunnen gebruiken. Deze beschrijven het bachelorniveau op een generiek abstractieniveau. De opleiding zou daarbij per descriptor kunnen aangeven voor welke beoogde eindkwalificaties de descriptor relevantie heeft. Indien u hierbij ondersteuning nodig heeft, of als u wilt weten hoe de Dublin-descriptoren zich verhouden tot de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen/ proefaccreditering, neemt u dan contact op met NQA. 1.3 Beschrijf het beroepenveld waarvoor de opleiding beoogt op te leiden. 1.2 Verwijs naar het document waarin de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld tot uitdrukking komen. Voeg dit document als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het gaat hierbij om een actueel, 1.2 door (of in samenspraak met) het werkveld opgesteld beroepsprofiel. Geef aan of er internationale standaarden voor het beroep (en daarmee voor de opleiding) bestaan. Denk daarbij ook aan buitenlandse beroeps- of opleidingsprofielen of specifieke gegevens over buitenlandse opleidingen. Beschrijf hoe dit referentiekader zich verhoudt tot de beoogde eindkwalificaties. 1.3 Wat moet de afgestudeerde ten minste kunnen en kennen om een goede start te kunnen maken in het beoogde beroepenveld? Beschrijf hoe dit in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 85

86 2. Programma 2.1 Eisen hbo - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Vragen Op welke wijze beoogt de opleiding kennisontwikkeling door studenten plaats te laten vinden? Welke rol heeft vakliteratuur daarbij? Hoe ontleent de opleiding studiemateriaal aan de beroepspraktijk? Hoe komen studenten in aanraking met de actuele beroepspraktijk? Hoe wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormgegeven? Op welke wijze is sprake van interactie met (toegepast) onderzoek? Hoe wordt geborgd dat studenten de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline meekrijgen? Welke aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk heeft de opleiding? Ervaren studenten, afgestudeerden en afnemend werkveld dat sprake is van een actueel en praktijkgericht programma? Aanwijzingen Beschrijf hoe u de kennisontwikkeling door studenten programmeert. Voeg de studiegids bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Beschrijf hoe gebruik gemaakt wordt van vakliteratuur over de opleiding als geheel. Stel (via de studiegids of via het materiaal dat ter inzage wordt gelegd) een lijst beschikbaar van vakliteratuur die wordt gebruikt. Beschrijf hoe de opleiding gebruik maakt van aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Hoe wordt dat studiemateriaal ingezet in het programma? Geef aan hoe studenten in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk: welke werkveldbezoeken, stages / praktijkperioden zijn in het programma opgenomen? Welke doelen zijn aan die programmadelen gekoppeld? Bij welke (buitenlandse) instellingen kunnen studenten stage lopen? Worden er gastcolleges gegeven door mensen uit het werkveld? Beschrijf hoe de ontwikkeling van beroepsvaardigheden binnen het programma vorm krijgt (bijvoorbeeld via vaardighedenlijn, praktijklessen, praktijkopdrachten, stages). Beschrijf hoe studenten in aanraking komen met (toegepast) onderzoek. Geef aan hoe relevante onderzoeksresultaten ingebracht worden in het programma. Zijn docenten betrokken bij de opzet / uitvoering van onderzoek? Is er een lectoraat of kenniskring dat specifieke betekenis heeft voor de opleiding? Moeten studenten zelf onderzoeksopdrachten uitvoeren, of moeten zij met onderzoeksresultaten werken? Geef aan hoe u waarborgt dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/discipline binnen het programma aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van recente artikelen uit vaktijdschriften, afspraken / beleid rond de actualisering van de inhoud van modulen en daarbij horende readers. Beschrijf de structurele contacten met de beroepspraktijk. Is er bijvoorbeeld een werkveldcommissie? Zijn er andere verbanden met de actuele beroepspraktijk? Wat is de invloed hiervan op het programma? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden, werkveld) over actualiteit en praktijkgerichtheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 86 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

87 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Vragen Wat is het programma van de opleiding? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua niveau (zie 1.1) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua oriëntatie (zie 1.3) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2) geconcretiseerd in het programma? Hoe vindt de vertaling van eindkwalificaties in leerdoelen in het programma plaats? Ervaren studenten dat door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen worden bereikt? Aanwijzingen Beschrijf kort het programma van de opleiding, inclusief (voornaamste verschillen tussen) eventuele varianten en locaties. Voeg een overzicht van het programma (curriculum) bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef daarbij aan hoe de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen worden geconcretiseerd in het curriculum. Beschrijf hoe binnen de opleiding geborgd wordt dat alle kwalificaties binnen het programma gedekt zijn. Beschrijf hoe de koppeling van de beoogde eindkwalificaties aan leerdoelen van programmaonderdelen tot stand is gekomen. Geef in het programmaoverzicht aan welke leerdoelen bij welke eindkwalificaties horen. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, studenten) over de aansluiting van het opleidingsprogramma op de beoogde eindkwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 87

88 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Vragen Hoe wordt geborgd dat studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen? Ervaren studenten die samenhang ook? Aanwijzingen Geef aan welke samenhang naar uw opvatting in het programma bestaat. Is er een logische relatie tussen programmaonderdelen en tussen studiefases; hoe worden deze op elkaar afgestemd? Besteed ook aandacht aan eventuele internationale programmaonderdelen en hoe deze passen binnen de visie op internationalisering. Geef aan op welke manier de samenhang in de opleiding gewaarborgd wordt. Welke rol speelt het opleidingsmanagement daarin, hoe vindt afstemming tussen (groepen) docenten plaats? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de inhoudelijke samenhang binnen het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.4 Studielast - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Vragen Hoe worden factoren die de studievoortgang belemmeren weggenomen? Ervaren studenten een studeerbaar programma? Aanwijzingen Geef aan wat de opleiding doet om een efficiënte studievoortgang mogelijk te maken. Hoe houdt de opleiding zicht op de vraag of zich belemmerende factoren voordoen? Welke stappen zet de opleiding wanneer zich problemen voordoen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 88 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

89 2.5 Instroom - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Vraag Hoe wordt geborgd dat er aansluiting is qua vorm? Hoe wordt geborgd dat er is aansluiting is qua inhoud? Hoe wordt gedifferentieerd tussen instromende vwo-studenten, havostudenten en andere instromende studenten? Ervaren studenten de aansluiting ook? Aanwijzing Geef aan welke werkvormen de opleiding hanteert aan de start van de opleiding. Hoe sluiten die werkvormen aan op de vooropleiding van studenten? Beschrijf eventuele activiteiten die de opleiding aanbiedt om studenten te introduceren in de verwachte studiehouding c.q. de gehanteerde werkvormen. Geef aan welke toelatingseisen de opleiding stelt, welke deficiëntieprogramma s worden aangeboden voor studenten die bepaalde vakken niet voldoende beheersen, en/of welke mogelijkheden er zijn voor bijscholing dan wel extra begeleiding. Beschrijf welke verkorte leerroutes worden aangeboden, en hoe en wanneer studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Geef aan hoe de opleiding nagaat of sprake is van voldoende inhoudelijke aansluiting. Wordt bijvoorbeeld een assessment gehanteerd voor instromende studenten? Geef aan op welke manier gedifferentieerd wordt tussen vwo-instroom, havo-instroom en anderen. Beschrijf of en hoe de opleiding studieresultaten van verschillende groepen monitort, en hoe wordt ingespeeld op voorkomende aansluitingsproblemen. Welke activiteiten worden ondernomen om de aansluiting van (buitenlandse) studenten met een buitenlandse vooropleiding te bevorderen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten) over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.6 Duur - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Vragen Voldoet de opleiding aan de formele eis van 240 studiepunten? Waaruit blijkt dat? Aanwijzingen Geef aan hoe uit de opbouw van het opleidingsprogramma en de omvang van modulen blijkt dat de totale studiebelasting van de opleiding aan de formele eis voldoet. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 89

90 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Vragen Aanwijzingen Wat is het didactisch concept van de opleiding? Beschrijf het didactisch concept van de opleiding. Hoe verhoudt dat didactisch concept zich tot de Beschrijf kort hoe het didactisch concept zich beoogde eindkwalicaties (doelstellingen)? verhoudt tot (afgestemd is op) de doelstellingen Ervaren studenten dat de gehanteerde werkvormen adequaat zijn en aansluiten bij het didactisch concept? van de opleiding. Beschrijf de uitwerking van het didactisch concept naar het gebruik van verschillende werkvormen binnen de opleiding. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen binnen de opleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.8 Beoordeling en toetsing - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Vragen Op welke wijze worden studenten beoordeeld, getoetst en geëxamineerd? Ervaren studenten dat zij adequaat getoetst worden op het behalen van de beoogde leerdoelen? Aanwijzingen Beschrijf het toetsbeleid en de verschillende toetsvormen van de opleiding. Betrek hierbij ook de stage- en afstudeeropdrachten. Geef aan hoe de toetsvormen zich verhouden tot de doelstellingen van de opleiding en de leerdoelen. Beschrijf welke afspraken bestaan ten aanzien van de formulering en toepassing van beoordelingscriteria en de verzorging van feedback aan studenten. Geef aan hoe de kwaliteit van de toetsen binnen de opleiding wordt geborgd. Als studenten toetsing bij een buitenlandse instelling of bij een instelling in het werkveld ondergaan, hoe vergewist zich de opleiding dan van de kwaliteit van deze toetsing? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de gehanteerde toetsvormen, het niveau van de toetsen en de feedback die studenten over resultaten krijgen (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 90 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

91 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 3.2 Kwantiteit personeel - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.3 Kwaliteit personeel - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Vragen Welk deel van de opleiders legt een verbinding met de beroepspraktijk? Waaruit blijkt dat sprake is van voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen? Hoe wordt geborgd dat de opleiders gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ervaren studenten en opleiders zelf dat opleiders gekwalificeerd zijn? Facet Aanwijzingen 3.1 Geef aan welk deel van de opleiders beschikt over recente ervaring met en/of kennis van de beroepspraktijk. Voeg een overzicht van het personeel als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Neem in dit overzicht de leeftijd, het geslacht en de kwalificaties van docenten/opleiders op, met name de gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen, huidige en vorige werkkringen en functies, eventuele docentstages en andere relevante informatie over de interactie met de beroepspraktijk. 3.2 Beschrijf de visie van de opleiding op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. Reflecteer op de actuele en gewenste student/docent ratio. Hoe hoog is het ziekteverzuim? Wat zijn de streefcijfers voor de werkbelasting van docenten en hoe verhoudt zich dit tot de ervaren werkbelasting? Als er personeelstekorten zijn, hoe gaat de opleiding dan hiermee om? 3.3 Beschrijf de visie van de opleiding op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van docenten/opleiders. Geef aan hoe gebruik wordt gemaakt van scholing en professionalisering om deze kwalificaties te verbeteren c.q. op peil te houden. Welke rol hebben functionerings- en beoordelingsgesprekken (frequentie, inhoud) hierbij? Hoe worden docenten/opleiders in de gelegenheid gesteld om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en vakgebied te volgen? Als er onderwijs in een vreemde taal wordt verzorgd, hoe borgt de opleiding dan de kwaliteit daarvan (vreemde taalbeheersing van docenten)? 3.3 Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten en opleiders) over de inhoudelijke (inclusief beroepspraktijkkennis/ervaring), onderwijskundige en organisatorische kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 91

92 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Vragen Waaruit blijkt dat huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren? Ervaren studenten en docenten dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn? Aanwijzingen Beschrijf de locatie, de bibliotheek- of mediatheek, de ict-voorzieningen, en de onderwijs-, praktijk-, studieen werkruimten. Geef daarbij aan hoe wordt getoetst of met de bestaande huisvesting en materiële voorzieningen het programma gerealiseerd kan worden. Zijn deze afgestemd op de behoeften van eventuele buitenlandse, deeltijd- en duaal studenten? Welke verbeteringen zijn gepland, op welke termijn, en welke middelen zijn daarvoor gereserveerd? Verwijs naar opinies over huisvesting en materiële voorzieningen in studenten- en docentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Wat is er met de uitkomsten gedaan? 4.2 Studiebegeleiding Vragen Hoe dragen de studiebegeleiding en informatievoorziening bij aan de studievoortgang van studenten? Ervaren studenten dat de studiebegeleiding en informatievoorziening voldoet aan hun behoeften? Aanwijzingen Beschrijf het systeem van studiebegeleiding en studievoortgangsregistratie. Beschrijf ook hoe de informatievoorziening aan studenten plaatsvindt. Geef bij deze beschrijvingen aan, mede aan de hand van rendementscijfers, welke knelpunten er zijn met betrekking tot de studievoortgang. Heeft dit gevolgen voor de studiebegeleiding of de informatievoorziening aan studenten? Als er (veel) buitenlandse studenten zijn, geef dan aan of hier speciale voorzieningen voor zijn getroffen. Verwijs naar opinies over studiebegeleiding en informatievoorziening in studentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Besteed daarbij speciale aandacht aan de begeleiding van studenten in de propedeuse en tijdens de (binnenen buitenlandse) stages en in de afstudeerfase. Ga ook in op studenttevredenheid over zaken als roosters, toegankelijkheid van en informatieverstrekking door docenten. Geef aan wat met de uitkomsten van deze studentenevaluaties is gedaan. 92 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

93 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 5.2 Maatregelen tot verbetering - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Vragen Welke aspecten worden geëvalueerd, hoe en met welke frequentie? Wat zijn daarbij de streefdoelen en hoe wordt getoetst of deze zijn bereikt? Waaruit blijkt dat uitkomsten van evaluaties tot verbeteringen hebben geleid? Op welke wijze worden: -medewerkers, -studenten, -alumni -afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg betrokken? Facet Aanwijzing 5.1 Beschrijf de evaluaties die plaatsvinden en de frequentie daarvan, de onderwerpen (aspecten) waarop de evaluaties betrekking hebben, en de methoden die gebruikt worden. Verwijs naar het kwaliteitszorgplan of andere relevante kwaliteitszorgdocumenten. 5.1 Geef voor elk van de aspecten die geëvalueerd worden aan welke streefdoelen zijn geformuleerd. Hoe wordt getoetst of de streefdoelen zijn bereikt? Hoe zorgt de opleiding ervoor dat deze toetsing gebeurt op basis van betrouwbare en valide informatie? 5.2 Beschrijf wat er met de uitkomsten van evaluaties gebeurt. Geef aan of (en voor welke aspecten) er sprake is van een verbetercyclus (plan, do check, act). Geef zo mogelijk een aantal praktijkvoorbeelden. Heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar verschillen tussen nagestreefde en behaalde resultaten? Zijn er maatregelen tot verbetering genomen? Zo ja, wie is verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen? Op welke termijn en met welke prioriteit worden verbeteringen doorgevoerd? Hoe wordt nagegaan of de beoogde verbeteringen worden gerealiseerd? 5.3 Beschrijf bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld worden betrokken. Hoe vaak gebeurt dit? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze evaluaties representatief zijn voor deze groepen? Worden de resultaten van evaluaties teruggekoppeld naar betrokkenen? Kunnen genoemde groepen ook ongevraagd zaken die voor hen van belang zijn doorgeven aan de opleiding en wat doet de opleiding hiermee? Geef aan hoe de inspraak van studenten en medewerkers is geregeld. Als de opleiding intensief samenwerkt met buitenlandse partnerinstellingen (uitwisselingen, dubbeldiplomering, etc.) of met instellingen in het beroepenveld (met name bij duale trajecten) geef dan aan hoe de kwaliteit van de samenwerking wordt bewaakt. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 93

94 6. Resultaten 6.1 Onderwijsrendement - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Vragen Hoe wordt het onderwijsrendement bepaald? Wat zijn daarbij de streefcijfers? Hoe verhouden deze zich tot relevante andere opleidingen? Voldoet het rendement aan de eigen streefcijfers? Aanwijzingen Vul het overzicht met kengetallen in (zie bijlage 1) en voeg dit als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef aan wat de opleiding zelf als de belangrijkste kengetallen ziet. Wat bepaalt voor de opleiding het onderwijsrendement? Geef aan welke streefcijfers voor het rendement de opleiding hanteert. Beargumenteer de keuze van de streefcijfers, met name hoe deze zich verhouden tot die van relevante andere opleidingen. Verwijs naar het overzicht met kengetallen voor een beoordeling van de mate waarin het rendement voldoet aan de streefcijfers. Hoe verhoudt zich dit tot het rendement van relevante andere opleidingen? Wat zijn de oorzaken voor tekortschietende rendementen? Wat heeft de opleiding gedaan om het rendement te verbeteren? 6.2 Gerealiseerde niveau - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vragen Hoe wordt bepaald of beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd? - qua niveau (zie 1.1)? - qua oriëntatie (zie 1.3)? - qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2)? Bestaat er tevredenheid in het werkveld over de gerealiseerde kwalificaties? Aanwijzingen Geef aan hoe de opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd (dit geldt ook voor in het buitenland gevolgde programmaonderdelen). Maak daarbij een onderscheid naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Besteed ook aandacht aan de toetsing van afstudeeropdrachten, de examinering en de eventuele betrokkenheid van het werkveld of andere externe (mede)beoordelaars. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, afnemend werkveld) over de gerealiseerde kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 94 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

95 7. Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) 7.1 Differentiatie en profilering - Het kenmerk levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. 7.2 Kwaliteit - Het kenmerk leidt tot een bijzondere kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Concretisering - De gevolgen van het kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. 7.4 Onderscheidend karakter - Het kenmerk is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. N.B. In de NVAO toelichting wordt expliciet gesteld, dat de bewijslast voor de bijzondere kwaliteit bij de instelling ligt. De opleiding moet de VBI overtuigen van het bijzondere karakter van het kenmerk van de opleiding. Vragen Facet Aanwijzingen Is het bijzondere kenmerk gedefinieerd in doelen en concrete operationaliseerbare termen? Beschrijf welke bijzondere kwaliteit de opleiding nastreeft, met daarbij de doelen en te verwachten resultaten. Is het kenmerk betekenisvol? 7.1 Dit kan onder andere blijken uit de waardering van het kenmerk door studenten, alumni, werkveld, docenten, maatschappelijke organisaties. Is het kenmerk geoperationaliseerd en aantoonbaar aanwezig in de opleiding? Is de opleiding onderscheidend ten opzichte van andere (verwante) opleidingen in Nederland? 7.3 Geef aan hoe het kenmerk expliciet terug te vinden is in programmaonderdelen, in opdrachten, eindresultaat (inhoud en indien relevant rendement), voorzieningen, kwaliteit staf). Hier is ook de waardering door stakeholders van belang. 7.4 De opleiding heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd of laten uitvoeren (kan ook door NQA) onder verwante opleidingen in Nederland. Uit dit vergelijkende onderzoek blijkt dat de opleiding zich op dit kenmerk onderscheidt van andere (verwante) opleidingen. NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 95

96 Bijlage 1. Kengetallen Instroom, uitstroom, ingeschreven, personeel Opleiding X Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten* Omvang docerend personeel in fte Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: instroom opleiding Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit propedeuse instroom eerste keer hbo Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren Opleidingsrendement, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Diploma behaald na 1 jaar Diploma behaald na 2 jaar. Diploma behaald na 3 jaar Diploma behaald na 4 jaar Diploma behaald na 5 jaar Diploma behaald na 6 jaar Uitvalpercentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 2 jaar Percentage uitval na 3 jaar Percentage uitval na 4 jaar Percentage uitval na 5 jaar Percentage uitval na 6 jaar 96 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica

97 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van Netherlands Quality Agency (NQA) NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND opleiding Bedrijfskundige Informatica 97

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency) Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Zuyd, Sittard Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Personeel en arbeid (voltijd en deeltijd) Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Sittard, opleiding Personeel

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Tilburg Avans Hogeschool, Tilburg Opleidingen: Varianten: Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde en Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Opleiding: Personeel en Arbeid/Personeelsmanagement Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 2 en 3 juni NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogescholen

Nadere informatie

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Opleiding: Informatica Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 5 en 6 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool s-hertogenbosch opleiding

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Personeel en Arbeid, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Rotterdam en Utrecht. Visitatiedatum: 8 november 2006 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Den Bosch

AVANS Hogeschool, Den Bosch AVANS Hogeschool, Den Bosch Opleiding: Bouwkunde Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleiding Bouwkunde

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid voltijd en deeltijd Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool Zeeland te Vlissingen Hogeschool Zeeland te Vlissingen Opleiding: Civiele Techniek Visitatiedatum: 24 september 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Fontys Hogescholen Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Visitatiedatum: 8 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport Hogeschool Dirksen B.V. De heer D. van der Mark, directeur Postbus 3090 6802 DB ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006 Hogeschool Utrecht Opleiding: Variant: Opleiding: Varianten: Huidtherapie, hbobachelor voltijd Farmakunde, hbobachelor voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 16 maart 2006 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Integrale Veiligheid, hbo-bachelor Croho: 39201 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 3 juni 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hogeschool INHOLLAND School of Technology Hogeschool INHOLLAND School of Technology Opleidingen: Bouwkunde (vt) en Civiele Techniek (vt) Locaties: Alkmaar en Haarlem Visitatiedata: 26 en 27 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Visitatiedatum: 31 oktober 2006 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Bestuurskunde & Overheidsmanagement hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34464 Visitatiedatum: 25 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Visitatiedatum: 25 juni 2007 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 10 en 11 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal/automotive Visitatiedata: 24 en 25 februari 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Civiele Techniek (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Werktuigbouwkunde; hbobachelor Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Visitatiedata: 27 en 28 oktober 2005 Aanvullende onderzoek aug./sept. 2006 Netherlands Quality

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen {nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Opleiding: Varianten: Communicatie Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata : 26 en 27 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 28 en 29 oktober 2004. NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 28 en 29 oktober 2004. NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bedrijfskundige informatica (BI), voltijd en deeltijd Grafimediatechnologie (GMT), voltijd Hogere informatica (INF), voltijd en deeltijd Technische informatica (TI), voltijd

Nadere informatie

Visitatiedatum: 11 september 2007

Visitatiedatum: 11 september 2007 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Accountancy; bachelor, croho: 34406 Locaties: Alkmaar, Amsterdam/Diemen, Rotterdam Opleiding: Bedrijfseconomie; bachelor, croho: 34401 Locaties: Alkmaar, Amsterdam/Diemen,

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Chemie Visitatiedata: 30 september en 1 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) 2 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Management, Economie en Recht; hbo-bachelor, croho: 34435 Locatie: Zwolle Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedata: 6 en 7 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 Aanvullend bezoek: 1 september 2005

Fontys Hogescholen. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 Aanvullend bezoek: 1 september 2005 Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Bedrijfskundige Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 Aanvullend bezoek: 1 september 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Plattelandsvernieuwing, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 en 21 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 5 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, mei 2007

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Technische bedrijfskunde; hbo-bachelor Croho: 34421 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 1 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport College van bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Trade Management

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Commerciële Economie, hbo-bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Arnhem en Nijmegen Visitatiedatum: 19 juni 2007 Netherlands Quality

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleiding: Personeel en Arbeid, hbo bachelor Variant: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, juni 2005 2 NQA - Avans Hogescholen,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN College van Bestuur Hogeschool Zeeland Postbus 364 4380 AJ LISSINEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Opleiding: Leraar voortgezet onderwijs 1e graad Lichamelijke Opvoeding hbo-bachelor Croho: 35025 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 2 april 2008 Netherlands

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool HBO Nederland Hogeschool HBO Nederland Opleiding: Variant: Locaties: Management, Economie & Recht; voltijd hbo-bachelor; Amsterdam, Arnhem, Breda, Groningen, Rotterdam, Utrecht, Weert en Zwolle Visitatiedatum: 2 november

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 20 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 26 en 27 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Hogeschool INHolland, Amsterdam

Hogeschool INHolland, Amsterdam Hogeschool INHolland, Amsterdam Opleiding: Pedagogiek; hbo-bachelor Croho: 35158 Varianten: voltijd, deeltijd Visitatiedatum: 28 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2009 2/69 NQA

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE 28-03-2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Betreft: Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 21 en 22 oktober 2004

Hogeschool Zuyd. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 21 en 22 oktober 2004 Hogeschool Zuyd Opleiding: Varianten: Bedrijfskundige Informatica voltijd, deeltijd Visitatiedata: 21 en 22 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, april 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Informatica en Technische Informatica; hbo-bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 34479 (I) en 34476 (TI) Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum:

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 13 en 14 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd opleiding Facility Management Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur Avans Hogeschool Postbus AS S-HERTOGENBOSCH

Besluit. Raad van bestuur Avans Hogeschool Postbus AS S-HERTOGENBOSCH Raad van bestuur Avans Hogeschool Postbus 732 5201 AS S-HERTOGENBOSCH Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatica

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Croho: 34405 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 10 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007 2/63

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Bouwkunde (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, Tilburg AVANS Hogeschool, Tilburg Opleiding: Technische Bedrijfskunde; hbo-bachelor Croho: 34421 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 9 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2008

Nadere informatie