Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Transcriptie

1 College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility Management van de Hogeschool INHOLLAND te Den Haag. datum 7 februari 2005 onderwerp Definitief besluit Accreditatie hbo-bachelor Facility Management van de Hogeschool INHOLLAND ons kenmerk NVAO/ /CT bijlagen 2 1. Inleiding Bij brief van 21 september 2004 heeft prof.dr M.C. van der Wende, lid van het college van bestuur van de Hogeschool INHOLLAND te Den Haag, hierna: (HINH), bij de Nederlands- Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Facility Management ingediend. Het betreft een voltijdse en een deeltijdse opleidingsvariant die blijkens de aanvraag te Diemen [Amsterdam] wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft HINH een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Netherlands Quality Agency (NQA). Het rapport van NQA, hierna VBI-rapport, is door de NVAO ontvangen op 23 september De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 30 en 31 maart Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader hoger onderwijs (hbobachelor) van de NVAO, Strcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader. 2. Bevindingen Op grond van het van toepassing zijnde Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding De opleiding beschikt over een uitgebreide set competenties en deelcompetenties die volgens het panel (voor samenstelling zie bijlage 2) zichtbaar zijn afgeleid van de competenties, zoals geformuleerd in het landelijke beroeps en opleidingsprofiel: Beroepsprofiel & Opleidingsprofiel Facilitaire Dienstverlening HBO (november 1999). Volgens het panel sluiten de beroepsspecifieke competenties van de opleiding goed aan op de eisen die de beroepspraktijk stelt. De competenties van de opleiding Facility Management hebben betrekking op activiteiten die zijn gericht op: inkoop, logistieke diensten, schoonmaak, catering en huisvesting. De activiteiten worden in vier rollen Inlichtingen C.A. van Rijn c.vanrijn@nvao.net Parkstraat 28 Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) info@nvao.net

2 pagina 2 van 6 uitgevoerd: manager, intermediair, adviseur en ondernemer. Met de gezamenlijke opleidingen is een onderzoek gedaan naar de actualiteit van het beroepsprofiel. Op basis van dit onderzoek wordt aan de actualisering van het beroepsprofiel gewerkt. De kerncompetenties en kwalificaties zijn volgens het panel expliciet opgenomen in de beoordeling van de afstudeeropdracht en worden zo voortdurend expliciet getoetst. Relevantie van de eindkwalificaties en hbo-niveau zijn volgens het panel blijkens verslagen regelmatig gespreksonderwerpen in de veldadviesraad. gronden het onderwerp Doelstellingen opleiding voldoende is bevonden. Ad: Programma Volgens het panel heeft de opleiding een heldere visie op beroep en didactiek. De consequente en systematische wijze waarop de uitgangspunten ook in de praktijk zijn uitgewerkt is opvallend. De consequente werkwijze heeft volgens het panel geleid tot een consistent beroeps- en praktijkgericht programma dat in sterke mate zowel horizontale als verticale samenhang vertoond. Het onderwijsprogramma is zo opgebouwd dat er per periode een thema centraal staat. Deze thema s zijn volgens het panel aantoonbaar afgeleid van het beroepsprofiel. In hun totaliteit geven ze een valide en complete bundeling van de verschillende rollen van een facilitair manager. De opbouw is volgens het panel zo gekozen dat in het thema alle competenties aan bod komen. gronden het onderwerp Programma voldoende is bevonden. Ad: Inzet personeel Uit docentengegevens blijkt dat het merendeel van de docenten beschikt over recente ervaring in het werkveld, een opleiding Facility management heeft of nog parttime in de praktijk werkt. Het panel is van mening dat de docenten qua opleiding en voorkennis voldoende gekwalificeerd zijn. De opleiding hanteert een gemiddelde medewerkerstudentratio van 1:35 (inclusief onderwijsontwikkeling coördinatie e.d.). Deze ratio is naar de mening van de opleiding niet meer goed bruikbaar, omdat deze geen rekening houdt met de recente veranderingen in het onderwijsproces die leiden tot diverse rollen van de opleidingsdeskundigen. De opleiding is zelf niet tevreden over de samenstelling van het team. Noch de gewenste man-vrouw verhouding noch de gewenste culturele diversiteit worden gerealiseerd. Om de situatie te verbeteren zal de opleiding volgens het panel haar wervingsbeleid aanpassen. Daartoe is er overleg met de afdeling HRM ingezet. In de gesprekken met het panel uiten studenten hun tevredenheid over de kwaliteit van de docenten. Volgens het panel vindt het personeelsbeleid in het algemeen en het scholingsbeleid in het bijzonder nog niet echt systematisch plaats. Wel zijn de verbeterplannen volgens het panel zodanig dat hierin op de korte termijn verbetering in is te verwachten. Het bureau DESK van de school speelt hierin een belangrijke rol. De NVAO vraagt aandacht voor de verschillende kanttekeningen van het panel maar acht voldoende deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden het onderwerp Inzet personeel voldoende is bevonden.

3 pagina 3 van 6 Ad: Voorzieningen Het panel heeft de faciliteiten bekeken en er een overwegend positief beeld van gekregen. Er zijn genoeg werkplekken van docenten maar het betreft volgens het panel wel vrij kleine ruimtes en de bezettingsgraad is hoog. De bibliotheek en de mediatheek is ruim, goed geoutilleerd en voldoende actueel gevuld. De informatie en communicatiemiddelen zijn volgens het panel adequaat. Het panel stelt vast dat de studiebegeleiding een duidelijke systematiek kent. De informatievoorziening is blijkens evaluaties (scores rond de 2,9 en 2,6) mager. Dat heeft volgens het panel onder meer te maken met kinderziektes in het Blackboardsysteem. De opleiding onderkent het probleem en werkt aan verbetering. Ondanks de kritische opmerking is de begeleiding in haar totaliteit mede ook gezien de tevredenheid van de studenten die het panel vaststelde voldoende. De NVAO vraagt aandacht voor de verschillende kanttekeningen van het panel maar acht voldoende deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden het onderwerp Voorzieningen voldoende is bevonden. Ad: Kwaliteitszorg Volgens het panel is er op de opleiding een duidelijk kwaliteitsbewustzijn aanwezig, niet alleen bij het management maar ook bij de docenten en studenten. De opleiding evalueert de verschillende aspecten van de opleiding in voldoende mate en heeft zichtbaar een begin gemaakt met een systematische aanpak van de PDCA-cyclus. Op basis van evaluatiedocumenten en gesprekken met studenten en afgestudeerden heeft het panel kunnen vaststellen dat er veel en met een hoge frequentie evaluaties worden uitgevoerd. De opleiding werkt nu met instrumenten zoals: periode-evaluaties, aansluitingsonderzoek, taakevaluaties docenten en exitformulieren. Daarnaast spelen opleidingscommissies en veldadviesraad volgens het panel aantoonbaar een rol in de kwaliteitszorg. gronden het onderwerp Interne kwaliteitszorg voldoende is bevonden. Ad: Resultaten Het opleidingsrendement van de voltijdse opleidingsvariant ligt volgens het panel duidelijk hoger dan het gemiddelde HEO-rendement. Vergeleken met het totaal landelijk gemiddelde scoort de deeltijdse opleidingsvariant lager. De uitvalpercentages na één jaar geven voor de voltijdse opleidingsvariant een grillig beeld. Het ene jaar scoort zij lager het andere jaar hoger dan de landelijke cijfers. De deeltijdopleiding scoort volgens het panel over het algemeen beter dan de landelijke gemiddelden, maar vertoont in 2001 een opmerkelijke stijging. De gemiddelde studieduur van gediplomeerden ligt rond het landelijk gemiddelde De studieduur lijkt echter toe te nemen. Wat betreft het gerealiseerde niveau heeft de opleiding volgens het panel voldoende instrumenten om het behalen van de gerealiseerde kwalificaties te waarborgen. Wel dient de beoordeling vanuit het afnemende werkveld systematischer en meer gestructureerd te gebeuren. De opleiding heeft daartoe inmiddels een werkveldonderzoek ontwikkeld. De afgestudeerden werden door het panel als van een goed niveau gekwalificeerd. gronden het onderwerp Resultaten voldoende is bevonden.

4 pagina 4 van 6 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het College van Bestuur van de HINH te Den haag in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 10 januari 2005 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is niet gebruik gemaakt. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de opleiding (voltijdse en de deeltijdse variant) van de hbo-bachelor Facility Management van de HINH te Den Haag. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaar na de dag van inwerkingtreding. Den Haag, 7 februari 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie L.E.H. Vredevoogd Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1: overzicht van beoordelingen van het panel Bijlage 2: de samenstelling van het panel

5 pagina 5 van 6 Bijlage 1: overzicht van beoordelingen van het panel Onderwerp Facet Beoordeling door VBI voltijd Beoordeling door VBI Deeltijd 1. Doelstellingen 1. domeinspecifieke eisen V V 2. niveau bachelor/master G G 3. oriëntatie hbo/wo G G 2. Programma 4. eisen hbo/wo V V 5. relatie doelstellingen G G programma 6. samenhang programma G V 7. studielast V V 8. instroom V V 9. duur G G 10. afstemming vormgeving en G G inhoud 11. beoordeling en toetsing V V 3. Inzet personeel 12. eisen hbo/wo V V 13. kwantiteit personeel V V 14. kwaliteit personeel V V 4. Voorzieningen 15. materiele voorzieningen V V 16. studiebegeleiding V V 5. Interne 17. evaluatie resultaten G G kwaliteitszorg 18. maatregelen tot verbetering V V 19. betrokkenheid medewerkers, V V studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 20. gerealiseerd niveau V V 21. onderwijsrendement V V

6 pagina 6 van 6 Bijlage 2: de samenstelling van het panel Dr. L. Frederix Ervaring met visitaties in het HBO (ook als voorzitter) Bestuurlijk en als consultant werkzaam in bestuur, overheidssector landbouw welzijn en ICT Adviespraktijk voor beleidsadvisering en management Drs. D.W. Righters MBA Docentbedrijfseconomie Hogeschool Rotterdam Gediplomeerd Lead- auditor ISO-9002 Zelfstandig consultant ervaring op het gebied van bedrijfseconomische en management vraagstukken Kwaliteitsmanagement in het bijzonder A. Klandeermans, student Studeert Facility management aan Hogeschool Rotterdam. Opleidingscommissie Facility management Drs J.H. Boerke, NQAauditor Onderwijskundige Kennis van onderwijskwaliteitszorg