Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool van Arnhem en Nijmegen"

Transcriptie

1 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004

2 2

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 15 Deel B: Facetten 17 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 19 Onderwerp 2 Programma 21 Onderwerp 3 Inzet van personeel 28 Onderwerp 4 Voorzieningen 30 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 32 Onderwerp 6 Resultaten 34 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 39 Bijlage 2 Beknopte CV Panelleden 41 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 49 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 67 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 85 3

4 4

5 Deel A: Onderwerpen 5

6 6

7 Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel, dat in opdracht van NQA de bacheloropleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BMLO) en Chemie (Ch) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats met het oog op accreditatie van de opleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in december 2003, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op 18 en 19 mei 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer dr. D.C. Zijderveld MPA (voorzitter) De heer J. den Hollander De heer dr. G.P. van der Laan Mevrouw J. van Harmelen (student-lid) De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport) Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BMLO) en Chemie (Ch) maken deel uit van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, faculteit Techniek. Beide opleidingen worden als voltijdvariant aangeboden en zijn gestart in

8 De opleiding Chemie kent een deeltijdvariant, die in 2003 gestart is in de vorm van afstandsonderwijs. De deeltijdvariant wordt in een separaat rapport behandeld, dat naar verwachting in april 2005 beschikbaar zal zijn. In 2003 staan bij de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 256 studenten ingeschreven en bij de opleiding Chemie 123 studenten. De twee opleidingen worden verzorgd door 31 docenten, verdeeld over 21 fte. De student-fte-ratio bedraagt 1:18. De faculteit Techniek van de HAN bestaat in de huidige organisatievorm sinds Naast de gevisiteerde opleidingen verzorgt de faculteit tevens de opleidingen Autotechniek, Bouwkunde en Civiele Techniek, Engineering, Gezondheidszorgtechnologie en Bioinformatica. Bij de faculteit Techniek werken ongeveer 300 medewerkers en er staan ongeveer 3200 studenten ingeschreven. 1.3 Werkwijze Het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hieronder). De visitatie van de opleidingen heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage 4). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Naar aanleiding daarvan heeft de hogeschool nog enkele aanvullingen gegeven die betrekking hebben op het individueel deeltijd traject Chemie (in dit onderwerp rapport buiten beschouwing gelaten); de kengetallen; de afstudeerrichting Life Sciences. Op basis van het zelfevaluatierapport en de aanvullende informatie zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. De panelleden lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een Beoordelingsformat voorlopige oordelen en formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. De opleidingen hebben in het zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiezen. Het panel heeft dit getoetst aan de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen (zie Detailrapport). 8

9 Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleidingen (het operationeel management). Ook vond er, voor meer opleidingen tegelijk, een gesprek plaats met het College van Bestuur (het strategisch management) en een functionaris van de centrale staf. Tijdens de eerste visitatiedag heeft het panel materiaal bestudeerd dat door de opleidingen ter inzage was gelegd. In het raamwerk bezoekprogramma kende het ochtendprogramma van de tweede visitatiedag een vaste structuur en is gesproken met de bovengenoemde gespreksgroepen. Het middagprogramma had een meer open karakter. In het begin van de middag hebben panelleden zich een beeld gevormd van de faciliteiten. Het tweede deel van de middag is benut om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. Aan het einde van de middag heeft het panel een tweede gesprek gevoerd met het management van de opleidingen. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en die voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. Het definitieve conceptrapport is aan de opleidingen voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken. Het oordeel komt tot stand op basis van een weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels, zoals die door de NQA in het beoordelingsprotocol (zie bijlage 4) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie (zie bijlage 5), een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking (facet 1 en facet 6); generieke bevindingen die het facetniveau overstijgen; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De wegingen zullen in dit 9

10 rapport niet diepgaand zijn, omdat de opleiding op alle facetten minimaal een voldoende heeft gehaald. De (uitgebreide) argumentatie voor de oordelen van de facetten is te vinden in het detailrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding De facetten Niveau bachelor, Domeinspecifieke eisen en Oriëntatie hbo-bachelor zijn voor de twee opleidingen met een goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. De beroeps- en opleidingsprofielen van de opleidingen komen overeen met die van overeenkomstige opleidingen binnen het domein. De opleidingsdoelen zijn afgeleid van de door het Cluster Overleg Laboratorium en Procestechniek (COLP) vastgestelde opleidingsprofielen. Voorts zijn de opleidingsdoelen vergeleken met de Dublin descriptoren, die een omschrijving geven van het bachelorniveau. De doelstelling van de Chemie opleiding wijkt niet af van het landelijk beeld. De opleiding leidt mensen op voor een breed aantal functies in het domein Chemie (brede bachelor opleiding). De opleiding Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek leidt op voor een breed aantal functies binnen het domein van het Hoger Laboratoriumonderzoek. De opleiding biedt differentiaties die kenmerkend zijn voor de meeste BMLO opleidingen. De studierichting Medisch Laboratoriumonderzoek biedt naast de afstudeerrichtingen medische microbiologie en klinische chemie als één van de weinige HLO-opleidingen in Nederland nog de afstudeerrichting cytohistopathologie aan Programma Op het facet 2.1: Eisen hbo scoren de twee opleidingen goed. De twee opleidingen zijn op de facetten 2.2, 2.3 en 2.4 als voldoende beoordeeld en op de facetten 2.5, 2.6, 2.7 en 2.8 als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief Inzet van personeel De twee opleidingen scoren op het facet Eisen hbo goed, op het facet Kwantiteit personeel voldoende en op Kwaliteit personeel goed. Het oordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen is als voldoende beoordeeld, het facet Studiebegeleiding als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief Interne kwaliteitszorg. De facetten 5.1 en 5.2 van dit onderwerp worden voor de twee opleidingen voldoende beoordeeld. Facet 5.3 scoort een goed voor beide opleidingen. Het eindoordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen daarom eveneens positief. 10

11 Resultaten. De opleiding Chemie scoort op het facet Onderwijsrendement een voldoende, op het facet Gerealiseerd niveau een goed. Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek scoort op beide facetten goed. Het eindoordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen daarom positief. Kengetallen opleidingen BMLO en Ch van de HAN Bron: gegevens opleiding Tabel 1: Algemene gegevens opleidingen 1999* Totaal aantal ingeschreven studenten Omvang docerend personeel in fte** BM Ch ,2 21,5 21,8 21,9 21,1 Student/ fte ratio** 18,3 18,1 18,2 18,6 18,0 Totaal aantal docenten** * 1999 betekent het studiejaar 1999/2000. Idem voor de andere jaartallen ** gegevens voor de twee opleidingen gezamenlijk Tabel 2: Instroomgegevens eerste keer hbo Instroom Totaal ingestroomde studenten BM Ch Vergelijking van kengetallen van de opleidingen met landelijke kengetallen Bron: gegevens website Kengetallen van de HBO-raad. De gegevens van de opleidingen worden hieronder vergeleken met landelijke gegevens, voorzover die via de website van de HBO-raad beschikbaar zijn (CRIHO). In de tabellen 3a en 3b wordt de instroom vergeleken, in de tabellen 4a en 4b rendementsgegevens, uitvalgegevens en gegevens met betrekking tot de gemiddelde studieduur. Tabel 3a: Instroomgegevens opleidingen (instroomcohort eerste keer hogeschool, voltijd) Instroom Totaal ingestroomde studenten voltijd BM Ch Tabel 3b: Landelijke instroomgegevens (instroomcohort eerste keer hogeschool, voltijd) Instroom Totaal ingestroomde studenten voor de sector htno en voor de opleidingen landelijk (voltijd) htno BM Ch

12 Tabel 4a: Gegevens opleidingen HAN volgens CRIHO (instroom eerste keer hogeschool, voltijd) Percentage diploma behaald na 5 jaar van het instroomcohort (%) Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar van het instroomcohort (%) Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) BM Ch BM Ch BM Ch BM Ch Tabel 4b: Landelijke gegevens (instroom eerste keer hogeschool, voltijd) Percentage diploma behaald na 5 jaar van het instroomcohort htno Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar van het instroomcohort HTNO en Alle BM en Ch opleidingen Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) bachelor *** htno BM Ch bachelor *** *** gegevens voor alle bacheloropleidingen Conclusies ten aanzien van de vergelijking van de kengetallen: Het opleidingsrendement na 5 jaar. Voor de opleiding BMLO zijn de rendementen vrijwel gelijk of hoger dan het gemiddelde HTNO-rendement (voltijd). Een uitzondering hierop is de cohort De opleiding Chemie presteert duidelijk minder. De opleiding Chemie laat een dalende lijn zien. De gemiddelde studieduur van gediplomeerden. Studenten BMLO doen korter over hun studie dan de gemiddelde bachelor student. (alle bacheloropleidingen). Dit geldt ook voor studenten Chemie vanaf uitstroomcohort Daarvoor was de studieduur hoger dan het landelijk gemiddelde. 12

13 De uitvalpercentages na 1 jaar. Het uitvalpercentage na 1 jaar komt voor de opleiding Chemie redelijk overeen met het gemiddelde van alle Chemieopleidingen met een uitschieter naar boven in Het uitvalpercentage na 1 jaar van BMLO wijkt niet veel af van andere BMLOopleidingen. In 1998 en 2001 was de uitval echter duidelijk lager dan het gemiddelde van alle opleidingen BMLO tezamen. De gemiddelde studieduur van studiestakers ligt voor beide opleidingen onder het gemiddelde van alle bacheloropleidingen. Uitvallers verlaten dus relatief gezien in een vroeg stadium de opleidingen. 13

14 1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laborartoriumonderzoek Onderwerp / facet Chemie BMLO 1 Doelstellingen opleiding 1.1 Niveau bachelor G G 1.2 Domeinspecifieke eisen G G 1.3 Oriëntatie hbo bachelor G G Totaaloordeel Positief Positief 2 Programma 2.1 Eisen hbo G G 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma V V 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma V G 2.4 Studielast V V 2.5 instroom G G 2.6 Duur G G 2.7 Afstemming vormgeving en inhoud G G 2.8 Beoordeling en toetsing G G Totaaloordeel Positief Positief 3 Inzet personeel 3.1 Eisen hbo G G 3.2 Kwantiteit personeel V V 3.3 Kwaliteit personeel G G Totaaloordeel Positief Positief 4 Voorzieningen 4.1 Materiele voorzieningen V V 4.2 Studiebegeleiding G G Totaaloordeel Positief Positief 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten V V 5.2 Maatregelen tot verbetering V V 5.3 Betrekken medewerkers, studenten, alumni en G G beroepenveld Totaaloordeel Positief Positief 6 Resultaten 6.1 Onderwijsrendement V G 6.2 Gerealiseerd niveau G G Totaaloordeel Positief Positief 14

15 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5, waaruit blijkt dat de opleidingen op alle zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de beide voltijd opleidingen een VOLDOENDE oplevert. De opleidingen voldoen op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaan daar op meer facetten bovenuit. 15

16 16

17 Deel B: Facetten 17

18 18

19 Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor Ch: goed BM: goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Raamleerplan (april 2002) zijn de eindkwalificaties van de opleidingen beschreven. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen eindkwalificaties voor de propedeuse en voor de hoofdfase. De opleiding heeft de eindkwalificaties vergeleken met de Dublindescriptoren en NQA constateert met de opleiding dat de eindkwalificaties de Dublindescriptoren dekken. Het Raamleerplan 2002 is een actualisering van het leerplan van Uit gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld blijkt dat het werkveld de eindkwalificaties van de opleidingen passend vindt bij hetgeen zij verwacht van een hboopleiding. De adviesraad van de opleidingen is nauw betrokken geweest bij het tot stand komen van het leerplan. De Engelse University of Herdforshire 1 heeft de HAN opleidingen in 1998 gevalideerd en geconcludeerd dat deze equivalent zijn aan de Engelse bacheloropleiding. Vanaf september 2005 gaan de opleidingen uit van de eindkwalificaties / competenties zoals geformuleerd in het document Beroepsprofielen van de Laboratoriumopleidingen (COLP, 19 maart 2003). De landelijke competenties zijn vergeleken met de tien generieke kernkwalificaties voor hbo-bachelor opleidingen. De tien kernkwalificaties dekken, aldus NQA, de Dublin-descriptoren. Het werkveld van Ch en BM hebben de competentieprofielen goedgekeurd. De opleidingen zijn aantoonbaar bezig met het aanpassen van het programma aan competentiegericht onderwijs zoals dat in het COLP-rapport beschreven is. Docenten zijn en worden volgens een scholingsplan geschoold en enkele onderdelen van het curriculum zijn reeds aangepast aan het competentiegericht onderwijs. 1 De Quality Assurance Agency (QAA) geeft over de partneropleiding het volgende oordeel (auditrapport QAA, 2000): The quality of education in other subjects allied to medicine at the University of Hertfordshire is approved. All aspects make at least a substantial contribution to the attainment of the stated objectives and the aims are at least substantially met. The reviewers come to this conclusion, based upon the review visit together with an analysis of the self-assessment and additional data provided. 19

20 Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Ch: goed BM: goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding Chemie zijn afgeleid van het beroepsprofiel van de Chemisch Ingenieur. De eindkwalificaties van de opleiding BM zijn gebaseerd op het beroepsprofiel van de Medisch Laboratoriumingenieur. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld blijkt dat het werkveld de eindkwalificaties van de opleidingen passend vindt bij hetgeen het verwacht van een beginnend beroepsbeoefenaar. De adviesraad van de opleidingen is nauw betrokken geweest bij het tot stand komen van het Raamleerplan in 1998 en De BM opleiding speelt in op de specifieke vraag in de regio naar specialistisch BMpersoneel (academisch ziekenhuis, algemene ziekenhuizen, specialistische klinieken). De link tussen het beroepsprofiel en de eigen keuzes van de opleiding BM (differentiaties), is goed gemotiveerd. De validering van de opleiding door de Engelse University of Herdforshire geeft, naar het oordeel van het panel, een indicatie voor een internationale domeinspecifieke standaard. Daarnaast geeft naar het oordeel van het panel het Engels diplomasupplement, dat bij elk diploma afgegeven wordt, een indicatie voor de Engelse standaard van de opleiding. Vanaf september 2005 gaan de opleidingen uit van de eindkwalificaties / competenties zoals geformuleerd in het document Beroepsprofielen van de Laboratoriumopleidingen (COLP, 19 maart 2003). De opleidingen zijn bezig met het afstemmen van de onderwijsprogramma s op dit document. Dit betekent het aanpassen van de inhoud van het onderwijs aan nieuwe ontwikkelingen en het introduceren van nieuwe werkvormen en toetsvormen passend bij competentiegericht onderwijs. De beroepscompetenties en beroepsprofielen zijn in samenspraak met het beroepenveld tot stand gekomen. Het panel vindt dat de nieuwe beroepsspecifieke competenties van beide opleidingen duidelijk zijn afgeleid van recent opgestelde beroepsprofielen. De competenties van de opleidingen BM en Ch hebben betrekking op activiteiten die gericht zijn op: onderzoeken, experimenteren, beheren en coördineren, adviseren en verkopen, instrueren, coachen en doceren en tot slot leiding geven en zelfsturing. 20

21 Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Ch: goed BM: goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het Raamplan 2002 beschrijft op een adequate wijze wat een afgestudeerde moet kunnen en kennen en vertaalt dit naar uitgewerkte eindkwalificaties. Het werkveld, waarmee het panel gesproken heeft, bevestigt dit. Vanaf september 2005 gaan de opleidingen uit van de eindkwalificaties / competenties zoals geformuleerd in het document Beroepsprofielen van de Laboratoriumopleidingen (COLP, 19 maart 2003). Aan de landelijke competenties liggen beroepsprofielen ten grondslag die zijn opgesteld in samenspraak met vertegenwoordigers uit het werkveld. De landelijke competenties zijn vergeleken met de tien generieke kernkwalificaties voor hbobachelor opleidingen. De tien kernkwalificaties dekken, aldus NQA, de vijf Dublindescriptoren. De beroepsspecifieke competenties zoals beschreven in paragraaf 1.2 weerspiegelen, aldus het panel, de eisen die aan een beginnend hbo-bachelor mogen worden gesteld. De competenties die betrekking hebben op onderzoeken en experimenteren hebben betrekking op het opzetten en uitvoeren van toegepast onderzoek of de praktische uitvoering van experimenten ten behoeve van fundamenteel onderzoek. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Ch: goed BM: goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. 21

22 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De kennisontwikkeling en de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden vinden plaats in een gezamenlijke propedeuse en in afzonderlijke hoofdfaseprogramma s. Zowel in de propedeuse als in de hoofdfasen komen studenten in aanraking met de praktijk via projecten, praktijkoefeningen, snuffelstages (enkele dagen), stages in het derde jaar (Ch en BM 10 weken) en vierde jaar (BM half jaar) en een afstudeerproject (Ch 30 weken en BM half jaar). De link van het programma naar de actuele ontwikkelingen in het beroepenveld wordt versterkt door het uitnodigen van gastsprekers voor derde- en vierdejaars studenten. Studenten bezoeken bedrijven in de regio (excursies). Dit waarderen de studenten zeer. De contacten met de bedrijven in de regio leveren ook onderwerpen op voor projectonderwijs. Beroepsvaardigheden komen in stages aan bod, maar ook in de vaardighedenlijn en de integrale lijn in het curriculum. Het gaat hier om het opdoen van praktische en communicatieve vaardigheden. In projecten wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van projectvaardigheden. (Goed beschreven in de handleiding Projectvaardigheden). De cognitieve ontwikkeling vindt plaats in de cognitieve leerlijn via colleges en zelfstudie. Vakliteratuur speelt een belangrijke rol bij de kennisontwikkeling. Studenten wordt geleerd hoe vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen te analyseren, te interpreteren en de betekenis ervan te duiden voor de praktijk. Het panel beoordeelt dit zeer positief. Interactie met toegepast onderzoek lijkt bij Ch sterk afhankelijk te zijn van de aard van de stage/afstudeerplek. BM stelt vanwege de aard van de discipline hoge eisen aan de relatie met toegepast onderzoek. Onderzoek is meer structureel ingebed in het programma. Er zijn enkele projecten in samenspraak met onderzoeksinstituten opgezet. De opleidingen hebben structurele contacten met de beroepspraktijk via de afdelingsadviesraad, via stage- en afstudeerbegeleiders, een commissie van gecommitteerden die het niveau van het afstuderen bewaakt en via afnemers van cursussen bij het HAN-Kenniscentrum (docenten van de opleiding zijn hieraan verbonden). Het panel is positief over de aandacht die de opleiding geeft aan Engelse spreek- en taalvaardigheid. Uit het aanbod van de Engelstalige differentiatie Life Science (BM) blijkt de internationale oriëntatie van de opleiding BM. Uit evaluaties blijkt dat studenten positief zijn over de actualiteit van het programma en de praktijkgerichtheid. Hetzelfde beeld komt naar voren uit onderzoek onder afgestudeerden (De Keuzegids 2003 en HBO-monitor 2001). Vertegenwoordigers van het werkveld waarmee het panel gesproken heeft, uiten zich positief over de bereidheid van de opleidingen om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Gecommitteerden constateren dat examenkandidaten in voldoende mate laten zien dat zij nieuwe technologische ontwikkelingen bij de opdrachten kunnen toepassen (uitkomst evaluatie gecommitteerden). 22

23 Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Ch: voldoende BM: voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen hebben in documenten op een overzichtelijke wijze de relatie uiteengezet tussen curriculum en eindkwalificaties. De opleidingen hebben het huidige programma geanalyseerd en beoordeeld op de mate waarin het matcht met de eindkwalificaties zoals verwoord in het Raamleerplan Daaruit blijkt dat de eindkwalificaties verwerkt zijn in de huidige programmaonderdelen. Bestudering van de programma s (Raamleerplan 2002) laat zien dat er voldoende praktijkgerichte onderdelen (hbo-oriëntatie) in voorkomen (stages, practica, projecten). Bovendien blijkt dat de vakspecifieke kennis (domeinspecifieke eisen) en vaardigheden in de leerplannen helder tot uiting komen. Het panel komt op basis van de bestudering van het studiemateriaal tot de conclusie dat het hbo-niveau in het programma adequaat tot gelding komt. In de meeste studiehandleidingen zijn leerdoelen voor de afzonderlijke programmaonderdelen opgenomen. De relatie tussen eindkwalificaties en leerdoelen is naar het oordeel van het panel niet altijd helder verwoord (vaak impliciet wel aanwezig). Het panel denkt dat met het invoeren van competentiegericht onderwijs (zoals de bedoeling is) de link tussen leerdoelen en eindkwalificaties beter is te expliciteren via de instrumenten van portfolio s en assessments. Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van het programma op de onderwijsleerdoelen naar inhoud en niveau. Gecommitteerden zijn tevreden over het niveau van de kennis, de vaardigheden en de attitude van examenkandidaten. Afgestudeerden zijn, aldus onderzoek (HBO-monitior) eveneens tevreden over het niveau en de kwalificaties die zij nodig hebben voor het uitoefenen van het beroep. Het panel is positief over dit facet, maar vindt dat de hierboven genoemde onderzoeken nog te weinig specifiek ingaan op het bereikt hebben / kunnen bereiken van de eindkwalificaties van de opleidingen. Om die reden komt het panel tot het oordeel voldoende. 23

24 Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Ch: voldoende BM: voldoende Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De propedeuse is zodanig ingericht dat er een basis wordt gelegd voor kennis en vaardigheden, zoals vakkennis (biologie, chemie, wis- en natuurkunde, informatica en) en veiligheid en milieubewust werken en communicatieve vaardigheden. In de hoofdfase komen deze onderdelen op een hoger niveau van complexiteit en/of specialisme terug. De opleiding heeft helder verwoord hoe de samenhang is vormgegeven. Dit is ook in de programmabeschrijving te herkennen. De curriculumcommissie bewaakt formeel de samenhang van het programma-aanbod. Het panel heeft echter niet de indruk dat, dit op een gestructureerde dan wel expliciete wijze plaatsvindt. Uit studententevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten de samenhang in het studieprogramma hoog waarderen. Ook resultaten uit de Keuzegids en HBO-monitor laten zien dat de samenhang in het programma door studenten Ch en BM (vergeleken met andere opleidingen) hoog gewaardeerd worden. Studenten melden echter dat de samenhang van het programma in de propedeuse niet altijd aanwezig is. De relatie met de projecten is soms zoek. Het nut van alle vakken in het begin van de opleiding wordt door de (propedeuse)studenten pas na het eerste jaar herkend. Zowel in de gemeenschappelijke propedeuse van Ch en BM, als in de hoofdfase van de opleidingen zijn projecten opgenomen die integratie van kennis en vaardigheden mogelijk maken. Facet 2.4 Studielast Ch: voldoende BM: voldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft als uitgangspunt dat alle blokken even zwaar zijn qua studiebelasting (aantal uren en aantal tentamens) en dat herkansingen redelijk snel volgen op de tentamens. Hierdoor ontstaat een gelijkmatige belasting over het studiejaar. Er is een volgsysteem van studenten. Studenten die onvoldoende voortgang maken met de studie worden actief benaderd door de mentor. 24

25 Studenten die ver achter raken (doubleren) komen terecht in een individueel begeleidingstraject waarin afspraken worden gemaakt over de te volgen studieroute. Uit evaluaties (2003) blijkt dat er geen grote problemen met studielast en studieduur zijn. Tussen de 70 en 80 procent van de respondenten meldt, dat de studie te doen is binnen de geplande studietijd. Dit blijkt ook uit het cijfermateriaal. Afgestudeerden doen steeds korter over hun studie. Het aantal studiejaren van geslaagden is gedaald van ruim vier jaar naar 3,8 jaar. (voor zowel Ch als BM). Uit studielastmetingen onder studenten blijkt dat studenten gemiddeld minder dan 35 uren (propedeuse) of 30 uur (hoofdfase) per week besteden aan de studie dan de norm van 40 uur per week. Facet 2.5 Instroom Ch: goed BM: goed Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding sluit met zijn werkvormen zo veel mogelijk aan bij de werkvormen in het Studiehuis en het mbo. Dit blijkt onder andere uit de mix van werkvormen (projecten, hoorcolleges, practica, werkcolleges en zelfstudie). In het eerste jaar bestaat 25% van het programma uit praktijk en projectwerk. In het eerste blok van het eerste jaar krijgen studenten onderdelen aangeboden over doelgericht studeren, verschillen in studiemethoden en projectonderwijs. Met deze studieonderdelen wordt getracht de heterogene instroom voor te bereiden op het onderwijs aan de HAN. Voor studenten uit het vwo en verwante mlo opleidingen (niveau 4) zijn er verkorte driejarige leerroutes. Vwo studenten kunnen vrijstelling vragen voor het propedeuseprogramma. Als zij daarvoor kiezen moeten ze wel deelnemen aan het tentamen veiligheid uit de propedeuse. Bovendien volgen zij extra praktijklessen. Studenten mlo volgen in het eerste jaar van de 3-jarige route de propedeusevakken wiskunde, natuurkunde en foutenleer en een selectie uit de tweedejaarsvakken afhankelijk van hun vooropleiding. Buitenlandse studenten die instromen in de Engelstalige differentiatie Life Sciences (BM) moeten een gelijkwaardig diploma hebben aan havo, vwo en mlo. In het eerste blok volgen zij geen projectonderwijs, vanwege de onbekendheid ermee in hun eigen (buitenlandse) vooropleiding. In blok 1 van het eerste jaar worden ze voorbereid op het onderwijs in Nederland via de module Internationalization and study skills. Het panel beoordeelt dit positief. Buitenlandse studenten krijgen extra begeleiding van mentoren. Problemen met de aansluiting bij de Nederlandse omstandigheden kunnen zo tijdig worden gesignaleerd en opgelost. 25

26 In 2002 was 67% van de studenten tevreden over de aansluiting van de gemeenschappelijke propedeuse op de vooropleiding. Deze score heeft geleid tot aanpassing van de propedeuse. In de blokken 3 en 4 van de propedeuse zijn meer herkenbaar Ch en BM vakken en praktijk ingevoerd. Uit het HANstudententevredenheidsonderzoek (2003) blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van de propedeuse op hun voorkennis (75% Ch en 84% BM). Uit het HAN-studievolgsysteem blijkt dat het propedeuserendement van havisten iets lager ligt dan dat van de mbo instroom. Vwo instromers doen het in de propedeuse beter dan havisten en mbo ers. Vwo ers hebben overigens ook de mogelijkheid om in het tweede jaar in te stromen. Dit wordt bepaald aan de hand van een intakegesprek. Facet 2.6 Duur Ch: goed BM: goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen voldoen gezien de studiegidsen, de programma s en het Onderwijs en Examenreglement aan de formele eis dat een hbo-bachelor opleiding een studieduur moet hebben van 168 studiepunten (1 studiepunt is 40 studiebelastingsuren) hetgeen equivalent is aan 240 EC s (1 EC is 28 studiebelastingsuren) Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Ch: goed BM: goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Raamleerplan 2002 beschrijft de opleiding de didactische visie. De opzet is dat studenten meer en meer zelf hun onderwijs organiseren (zelfstudie) en leren omgaan met praktijksituaties. De student moet zich via leeractiviteiten kennis en vaardigheden eigen maken die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening. De student moet in toenemende mate verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen leerproces. De interactie tussen docent en student neemt in de loop van de studie geleidelijk aan af. Het didactische model bestaat uit een vaardighedenlijn, conceptuele lijn (gericht op kennisverwerving) en integrale lijn. Integratie van kennis en vaardigheden vindt plaats in de integrale lijn. De werkvormen die de opleiding gebruikt passen bij dit model: hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, zelfstudie, stages en projecten. Het panel vindt dat de werkvormen passen bij de didactische uitgangspunten van de opleiding en de 26

27 doelen (zie paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3). In de loop van de opleiding nemen de werkvormen die een grotere mate van eigen initiatief en verantwoordelijkheid vereisen van de student (projectmatig werken en zelfstudie) in omvang toe. In de praktijk heeft de opleiding een behoorlijk sterke kenniscomponent, die wordt ingevuld met colleges. Zowel docenten, studenten en werkveld beoordelen de opgebouwde kennis positief. Uit HAN-tevredenheidsonderzoek (2003) onder studenten blijkt dat driekwart van de studenten vindt dat zelfstandig leren wordt gestimuleerd. Dat wordt bevestigd door de studenten waarmee het panel heeft gesproken. Deze studenten vinden dat het evenwicht tussen theorie en praktijk goed is en dat de opleiding studenten stimuleert nieuwe kennis te verwerven (onder andere via projecten). Afgestudeerden noemden de theoretische kennis een sterke kant van de opleiding. De aandacht voor de kenniscomponent leidt niet tot een tekort aan praktische inzetbaarheid. Het werkveld kwalificeert de stagiairs/afgestudeerden als zeer zelfstandig, breed en makkelijk inzetbaar. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Ch: goed BM: goed Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen gebruiken een goede mix van toetsvormen: open en gesloten vragen, mondelinge tentamens, praktijktentamens, verslag, presentatie, labjournaal, praktijktentamen en mondelinge verdediging. De verschillende toetsvormen bieden voldoende mogelijkheden om kennis en vaardigheden te toetsen. De integrale lijn wordt getoetst via projecten, stages en afstuderen. De toetsvormen sluiten naar het oordeel van het panel goed aan bij de verschillende leerlijnen van de opleidingen. Studenten worden geïnformeerd over de wijze waarop de studieonderdelen getoetst worden. Voor stages en afstuderen zijn handleidingen beschikbaar evenals beoordelingscriteria die verwerkt zijn in beoordelingsformulieren. Bij de beoordeling van stages en afstudeeropdrachten zijn de stagebegeleiders en bedrijfsbegeleiders betrokken. Bij de mondelinge presentatie van de afstudeerprojecten geven gecommitteerden hun oordeel over de presentatie hetgeen meeweegt in het eindoordeel. Bij Ch gebeurt dit standaard, bij BM steekproefsgewijs. Gecommitteerden brengen elk jaar verslag uit aan de faculteitsdirecteur over het niveau van de afstudeeropdrachten. Uit de verslaglegging blijkt dat gecommitteerden positief zijn over de kwaliteit. Gecommitteerden zijn positief over het aanwezig zijn van beoordelingscriteria. Een enkele gecommitteerde, waarmee het panel sprak, maakte een kanttekening over het matig gebruik van de beoordelingscriteria. Uit HAN-studententevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van de toetsing op het programma. Uit enquêtes onder stagiairs en 27

28 afstudeerders blijkt dat zij tevreden zijn over de stagebeoordeling en beoordeling van de afstudeeropdracht. De commissie vindt dat de opleiding het toetsbeleid goed heeft beschreven. Tijdens het bezoek bleek dat het beleid niet altijd wordt nageleefd (het schort aan de handhaving). Zo ontbraken beoordelingsformulieren bij sommige stageopdrachten en bij de afstudeeropdrachten waren beoordelingsformulieren niet of zeer summier ingevuld. Juist bij afstudeeropdrachten zou, aldus het panel, de opleiding zijn oordeel over het niveau ervan beter moeten vastleggen. De commissie is overigens wel overtuigd van het feit dat oordelen op zorgvuldige wijze tot stand komen. Dit blijkt uit de gesprekken met studenten, docenten en het werkveld. De beoordeling van de studenten gebeurt in de praktijk meer verantwoord dan achteraf op papier is terug te vinden. Er wordt veel gebruik gemaakt van gecommitteerden en uit de gesprekken (docenten/studenten/werkveld) bleek dat de praktijk in orde is. Het panel oordeelt hier goed omdat het vastleggen en bewaken van toetsen onder het kopje kwaliteitszorg al de juiste aandacht krijgt (zie 5.1 / 5.2). Kanttekeningen Studenten vinden dat de toetsing van projectonderwijs nog te veel afhankelijk is van de docent: er is te veel onderling verschil in beoordeling. Bewaking van het niveau van de stageopdrachten (Ch) heeft aandacht nodig, er waren hier verschillen zichtbaar. Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo Ch: goed BM: goed Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uit de CV s van de medewerkers van de opleidingen (docenten en praktijkdocenten) blijkt dat het merendeel een werkkring heeft of heeft gehad in het werkveld. Vrijwel alle docenten houden contact met het werkveld via het begeleiden van stagiairs en afstudeerders. De helft van de docenten neemt deel aan activiteiten van het Kenniscentrum. Dit centrum coördineert de zakelijke dienstverlening van de HAN. Het panel vindt dit een sterk punt van de opleiding. De opleiding zet met regelmaat gastdocenten in. 28

29 Facet 3.2 Kwantiteit personeel Ch: voldoende BM: voldoende Criteria: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding vindt dat de huidige personeelsbezetting voldoet om adequaat onderwijs te kunnen bieden. Een student / docentratio van 24 stelt de opleiding in de gelegenheid om specialistische differentiaties in de eindfase van de opleiding te kunnen blijven bieden. Het regionale werkveld vraagt om die specialisaties. De faculteit wil in de toekomst naar een student - docentratio van 27. Dit is aldus de opleiding een ratio waarbij de huidige specialisaties niet allemaal in stand gehouden kunnen worden. Daarmee kan, aldus het panel, een deel van het realiseren van de doelen van de opleiding in de toekomst in gevaar komen. De werkdruk, is aldus het zelfevaluatierapport, hoog. Het panel constateert dat dit niet ten koste gaat van de motivatie van docenten. Velen doen enthousiast mee aan de onderwijsvernieuwing en daarbij behorende trainingen (deskundigheidsbevordering). Het ziekteverzuim is 7% en naar het eigen oordeel van de HAN te hoog. Dit hoge cijfer wordt veroorzaakt door chronisch zieken. Facet 3.3 Kwaliteit personeel Ch: goed BM: goed Criteria: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding selecteert medewerkers (docenten en praktijkbegeleiders) op basis van vooropleiding (vakkennis) en ervaring in het werkveld. Bij voorkeur worden geen pure theoretici aangenomen. Uit het overzicht van CV s blijkt dat de opleiding dit uitgangspunt waar maakt. Nieuwe medewerkers worden in het eerste jaar begeleid in het docentschap en dienen een Pedagogisch Didactische Bekwaamheid te halen. Docenten hebben 160 uur op jaarbasis beschikbaar voor deskundigheidsbevordering. In de afgelopen jaren is daarvan eenderde verplicht gesteld in verband met onderwijskundige veranderingen (o.a. begeleiden van stagiairs, tutoropleiding, taalvaardigheid Engelse voor docenten en ondersteunend personeel die in de Engelstalige differentiatie Life Sciences lesgeven). Tweederde van beschikbare tijd voor 29

30 bijscholing kan naar eigen keuze ingevuld worden. Tijdens functioneringsgesprekken komt dit onderwerp systematisch aan bod. Er is ruimte voor een grondige vakinhoudelijke bijscholing / omscholing om ontstane hiaten in de beschikbare deskundigheid onder personeel weg te werken, bijvoorbeeld een cursus klinische chemie van drie maanden. Vanwege de kosten van dergelijke langere cursussen gebeurt dit incidenteel. Uit HAN-medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt dat de medewerkers vinden dat hun werk voldoende aansluit bij hun competenties en dat de geboden faciliteiten voor deskundigheidsbevordering voldoen. Docenten scoorden 6,7 en ondersteunend personeel 7,9 op een schaal van 10. Het panel constateert dat er een discrepantie is tussen de waardering door docenten en de diverse instrumenten die de opleiding inzet om de kwalificaties van het personeel op peil te houden. De helft van de medewerkers is naast docent /amanuensis ook werkzaam voor het Kennis Centrum van de HAN (in aantallen fte uitgedrukt is dit 3,3 fte van de 20 fte). Tien procent van de medewerkers is werkzaam in het bedrijfsleven. Hiermee toont de opleiding in voldoende mate aan dat het personeel gestimuleerd wordt / geprikkeld wordt om de kwalificaties bij te houden. Het panel constateert dat het personeel gemotiveerd is zich in te zetten voor de opleiding. Dit blijkt mede uit de hoge mate van bereikbaarheid van docenten voor de studenten. Uit HAN-studententevredenheidsonderzoek (2003) blijkt dat een hoog percentage van de ondervraagde studenten tevreden is over de deskundigheid van de docenten (92% BM en 96% Ch). Onderwerp 4 VOORZIENINGEN Facet 4.1 Materiële voorzieningen Ch: voldoende BM: voldoende Criteria: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen zijn gehuisvest in een nieuw gebouw (1999) dat voldoet aan de hedendaagse eisen van laboratoriumonderwijs. De laboratoria voldoen uitstekend. De voorzieningen zijn modern en afgestemd op de werkvormen van de opleidingen. Ict voorzieningen zijn qua beschikbaarheid onvoldoende berekend op piekbelastingen aan het eind van een blok als opdrachten in een afrondende fase zijn. Daarover zijn studenten al gedurende een reeks van jaren ontevreden. Het panel vindt dat de opleiding daar onvoldoende op heeft ingespeeld. Met de komst van de HAN-Campus (2005) denkt de opleiding dat dit probleem tot het verleden zal gaan behoren. Voor de voltijdopleiding is Blackboard nog in ontwikkeling. In enkele projecten wordt Blackboard toegepast. 30

31 De mediatheek bevat naar het oordeel van het panel onvoldoende diversiteit in literatuur en naslagwerk (karig gevuld). De opleiding heeft gekozen voor het uitstellen van investeren in de mediatheek. De opleiding anticipeert op een nieuwe centrale mediatheek op de HAN campus (2005). In de tussentijd kunnen studenten gebruik maken van de universiteitsbibliotheek van de Katholieke Universiteit Nijmegen en het Universitair Medisch Centrum. De opleiding heeft de leenfaciliteit bij de KUN en UMC bibliotheek formeel geregeld via pasjes. Beide bibliotheken zijn in de nabijheid van de opleiding. Uit HAN-studententevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten ontevreden zijn over de huidige opleidingsbibliotheek. Kennelijk werkt de uitwijkmogelijkheid naar UMC en KUN niet naar tevredenheid van de studenten. Het panel stelt vast dat studenten zich loyaal opstellen naar de opleiding. Dat komt, aldus de studenten, mede door de kleinschaligheid van de opleiding, korte communicatielijnen en de goede relaties tussen studenten en docenten. Facet 4.2 Studiebegeleiding Ch: goed BM: goed Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een goede begeleidingsstructuur voor studie, stage en afstudeeropdracht. Elke studiegroep in de propedeuse heeft zijn eigen mentor die actief de voortgang van de studie bewaakt en problemen signaleert. Daarbij kan hij gebruik maken van een studentvolgsysteem dat gedetailleerde informatie bevat per student. In de hoofdfase wordt meer verantwoordelijkheid bij de student gelegd. Van studenten wordt verwacht dat zij bij problemen contact zoeken met de opleidingscoördinator. Daarnaast kent de opleiding de functie van studiebegeleider, die voor zowel mentor als student een adviesrol vervult. Bovendien vervult hij de rol van decaan. Er is aldus het panel een duidelijk systeem dat lijkt te waarborgen dat elk individu met achterblijvende resultaten begeleiding krijgt. Voor buitenlandse studenten (in de internationale opleiding Life Sciences) is extra begeleidingstijd ingeruimd en is een extra studiebegeleider aangesteld (international office). De studenten waarmee het panel gesproken heeft, zijn tevreden over de begeleiding tijdens de studie. Dit blijkt ook uit de HAN-tevredenheidsevaluatie (2003) BM en Ch studenten zijn positief over de begeleiding (85% tevredenheid). Dit positieve beeld vernam het panel ook over de begeleiding van stage en afstudeeropdracht. 31

32 Een andere indicatie voor de kwaliteit van de begeleiding is, aldus het panel, de gemiddelde studieduur van studiestakers. In de loop der jaren is de studieduur voor uitvallers korter geworden. Studenten melden dat docenten goed benaderbaar zijn en dat zij adequaat reageren op vragen van studenten. Onderwerp 5 INTERNE KWALITEITSZORG Facet 5.1 Evaluatie resultaten Ch: voldoende BM: voldoende Criterium: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Evaluatieplan HLO beschrijft de opleiding op een duidelijke en bondige wijze het kwaliteitszorgsysteem. Daarin staat omschreven welke zaken, op welk moment volgens welke systematiek en bij wie geëvalueerd worden. De opleiding kent diverse instrumenten voor jaarlijkse monitoring: HBO-monitor, HANstudententevredenheidsonderzoek, onderwijsevaluaties, evaluaties van stages en afstuderen. In een tweejaarlijkse cyclus worden werkveld, studenten en docenten bevraagd. Een eigen schriftelijke enquête onder alumni is in ontwikkeling. Uit de documentatie blijkt dat de enquêtevragen betrekking hebben op relevante aspecten van het onderwijs en op alle facetten van het accreditatiekader. Het evaluatieplan is gekoppeld aan het ondernemings- en actieplan van de HLO en het managementcontract. Faculteitsplan en contract worden jaarlijks opgesteld. Het faculteitsplan beschrijft welke resultaten de faculteit wenst te bereiken in de periode en welke kloof er bestaat tussen de werkelijke situatie en gewenste situatie. De HLO heeft het faculteitsplan verder uitgewerkt in opleidingsspecifieke actieplannen. In het managementcontract zijn op een aantal punten streefdoelen opgenomen. Uit het zelfevaluatierapport, rapportages en gesprekken blijkt dat de opleiding serieus werk maakt van het bespreken en verwerken van de resultaten van de evaluatieonderzoeken. Als aanvulling op de schriftelijke enquêtes zijn er ook mondelinge evaluaties (bijvoorbeeld na afsluiting van een blok). Deze evaluaties worden door studenten en docenten zeer gewaardeerd. De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat het stellen van streefdoelen hoort bij een systematisch opgezet kwaliteitszorgsysteem. De opleiding is bezig met het formuleren van streefdoelen. 32

33 Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering Ch: voldoende BM: voldoende Criterium: - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft op basis van verslagen van evaluatiebesprekingen en in gesprekken met docenten en studenten kunnen vaststellen dat de opleiding evaluaties bespreekt en vervolgacties onderneemt. Een kwaliteitscoördinator adviseert de directeur over te nemen acties. Bespreking van voorstellen voor verbeteracties worden besproken in de teamvergadering en in de opleidingscommissie. In de teamvergadering wordt besloten welke acties worden uitgevoerd. Het is de taak van de afdelingsdirecteur en opleidingscoördinator de uitvoering van verbeteracties te bewaken. De uiteindelijke controle op de kwaliteit vindt plaats op managementniveau. De afdelingsdirecteur legt verantwoording af aan de faculteitsdirecteur via managementcontracten en bilaterale gesprekken. Het panel constateert dat kwaliteitszorg doorgaans via informele kanalen plaatsvindt. De borging van de PDCA cyclus voor alle aspecten van kwaliteitszorg is echter nog een probleem. Bij navraag bleek dat men verbeteracties onderneemt maar dat de borging, het op juiste wijze vastleggen van de acties, niet altijd gebeurt (zie ook 5.1). Het panel vindt dat het meten van behaalde resultaten (het vergelijken van nagestreefde doelen met behaalde doelen) nog erg diffuus is vanwege het veelal ontbreken van streefdoelen of te algemeen geformuleerde doelen (moeilijk vast te stellen of er aan voldaan wordt). Het panel heeft geconstateerd dat de borging van verbeteracties nog niet consequent is doorgevoerd. Het panel heeft een paar voorbeelden gezien die er op duiden dat er wordt gewerkt aan het vastleggen van verbeteringen van diverse aspecten in de opleiding. Maar er was spaarzaam sprake van traceerbare en vastgelegde afspraken over te realiseren doelen en controles op verbeteracties. Er wordt veel in de wandelgangen geregeld. Dat dit werkt komt tot uiting in de algemeen goede beoordeling van de opleiding en heeft veel te maken met de motivatie van het personeel en korte communicatielijnen. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Ch: BM: goed goed Criterium: - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. 33

34 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In een cyclus van vier jaar wordt het hele onderwijs geëvalueerd. Een deel van de studenten wordt jaarlijks betrokken bij evaluaties van stages en afstudeerprojecten en van vak-, project- en blokevaluaties. Medewerkers wordt om de twee jaar gevraagd naar hun mening over onderwijs en organisatie. Verbeteractiviteiten worden in relevante overlegsituaties besproken (docentenvergaderingen, opleidingscommissie). De informatievoorziening over resultaten van evaluaties naar studenten en docenten is, aldus de opleiding, nog niet goed genoeg. Resultaten zullen in de toekomst gepubliceerd worden in het infobulletin van de HLO. Het werkveld is betrokken bij evaluaties van stages (stagebegeleiders) en afstudeeropdrachten (afstudeerbegeleiders en gecommitteerden). Ook is het werkveld via de HLO-adviesraad betrokken bij het vormgeven van het beleid van de opleiding. Vertegenwoordigers van het werkveld die het panel gesproken heeft vinden dat de opleiding adequaat reageert op signalen uit het werkveld. Via de HBO-monitor worden afgestudeerden van de HLO van de HAN bevraagd over onder andere de kwaliteit van het curriculum. De opleiding heeft geen directe relatie met zijn alumni. Vanaf het jaar wordt gestart met een eigen onderzoek onder alumni. Naast de meer formele kanalen van kwaliteitsmeting vindt ook via informeel overleg bijsturing plaats van zaken die direct verbetering behoeven. De HLO is een organisatie met korte lijnen en management en docenten zijn goed toegankelijk voor studenten. Studenten melden dat zij tevreden zijn over de manier waarop de opleiding omgaat met commentaar of vragen die direct actie behoeven. Onderwerp 6 RESULTATEN Facet 6.1 Onderwijsrendement Ch: voldoende BM: goed Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding bepaalt het onderwijsrendement aan de hand van een aantal kengetallen: propedeuse rendement, diplomarendement (of hoofdfaserendement) en gemiddelde studieduur en hieraan gerelateerd de onderwijsvraagfactor. Streefcijfers voor het propedeuserendement zijn: 65% van de instroom moet na 1 jaar de propedeuse gehaald hebben en 70% van de instroom moet de propedeuse na 2 jaar behaald hebben. In 2001 zijn deze propedeuserendementen gehaald. In 2002 verliet 33% de opleiding als gevolg van de onherkenbaarheid van de gezamenlijke propedeuse Ch en BM. Mede naar aanleiding hiervan is het propedeuseprogramma aangepast. 34

35 Studenten met een vooropleiding mlo en havo volgen afzonderlijke leerroutes met gescheiden contacturen. Studenten met een vwo vooropleiding krijgen de mogelijkheid om in het tweede leerjaar in te stromen. De rendementen van de verschillende leerroutes worden afzonderlijk bekeken. Als daar aanleiding voor is, wordt actie ondernomen in de leerroute die het betreft. Het tweede kengetal dat de opleiding gebruikt is het diplomarendement. Dit is het percentage van de degenen die na de propedeuse doorstuderen en het diploma behalen (hoofdfaserendement). Dit percentage is toegenomen van 90% naar 95%. De gerealiseerde gemiddelde studieduur van geslaagden is in de afgelopen jaren kleiner of gelijk aan 4,6 jaar (Ch: tussen 4,5-3,8 jaar; BM: tussen 4,6-3,7). De gemiddelde verblijfsduur van uitvallers is de afgelopen jaren gedaald van ruim 2 jaar naar 1,3 (Ch) en van 2,3 naar 1,4 (BM). Dit leidt tot verbetering van de onderwijsvraagfactor (OVF). De opleiding streeft naar een OVF boven 1. De laatste jaren wordt dit gerealiseerd. De opleiding hanteert geen streefcijfer voor het opleidingsrendement. Het opleidingsrendement laat het volgende beeld zien: Chemie: 28% na 5 jaar (cohort 1997); 33% na 5 jaar (cohort 1998) en 42% na 5 jaar (cohort 1999). Cijfers laten zien dat het uitvalpercentage van de cohorten afneemt. Het percentage studiestakers na 1 jaar nam af van 50% (cohort 1997) naar 35% (cohort 2002). Als deze trend doorzet mag verwacht worden dat het gerealiseerde opleidingsrendement van Ch in de toekomst nog verder zal toenemen. BM: 67% na 5 jaar (cohorten 1997 en 1998). De cijfers laten zien dat het uitvalpercentage van de cohorten afneemt. Het percentage studiestakers na 1 jaar nam af van 50% cohort 1997 naar 35% cohort Vergeleken met het gemiddelde hbo-rendement (56% na 5 jaar) scoort de opleiding BM goed en de opleiding Ch slecht. De verwachting is dat het opleidingsrendement van Ch zal toenemen. Recente gegevens laten zien dat de uitval in het eerste en tweede jaar van Ch afneemt. Ter correctie van het beeld van het lage rendement van Ch moet vermeld worden, dat jaarlijks enkele studenten overstappen van Chemie naar de lerarenopleiding Chemie. Facet 6.2 Gerealiseerd niveau Ch: goed BM: goed Criterium: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding toets het eindniveau van de student via een afstudeeropdracht. De student moet laten zien dat hij beschikt over de kennis en vaardigheden om zelfstandig praktijkproblemen te kunnen oplossen. Afstudeeropdrachten vinden plaats in het bedrijfsleven, ziekenhuislaboratoria of laboratoria van onderzoeksinstituten. Voor de afstudeeropdracht en de daaraan voorafgaande stage is een handleiding beschikbaar. 35

36 Deze beschrijft duidelijk wat er van de student verwacht wordt en waaraan de afstudeeropdracht moet voldoen. De wijze van beoordelen is in protocollen vastgelegd. Beoordeling vindt plaats door afstudeerbegeleider en bedrijfsbegeleider (zie ook paragraaf 2.8 Beoordeling en toetsing). Bij de eindbeoordeling van de opdracht (presentatie) is een gecommitteerde uit het bedrijfsleven betrokken. Afgestudeerden zijn tevreden over hun behaalde eindkwalificaties (HBO-monitor 2000). Zij constateren geen grote hiaten tussen de behaalde kwalificaties en de kwalificaties die nodig zijn voor een startend beroepsbeoefenaar. Alumni van beide opleidingen zijn positief over de voorbereiding op de beroepspraktijk (90%). Dit beeld werd bevestigd door afgestudeerden waarmee het panel gesproken heeft. Uit evaluaties onder gecommitteerden blijkt dat zij tevreden zijn over het hbo-niveau van de afgestudeerden. In de evaluatie scoort Chemie een 6,5 op de vraag of de afstudeeropdrachten van voldoende niveau waren. BM scoort een 8,3.(op een schaal van 1-10). De vraag examenkandidaten voldoen minstens aan de minimale eisen van een afgestudeerde hbo-ingenieur scoort respectievelijk 7,5 en 8,3. Vertegenwoordigers van het werkveld die het panel gesproken heeft, beamen dit volmondig. Het eindniveau is hoog, hoewel de verslaglegging hier en daar beter zou kunnen. Werkgevers vinden dat afgestudeerden en stagiairs van de opleidingen snel op het gewenste niveau en breed inzetbaar zijn. Ook uit evaluaties onder bedrijfsbegeleiders komt dit beeld naar voren (score 7,5 voor Chemie en 8,3 voor BM op een schaal van 1-10). 36

37 Deel C: Bijlagen 37

38 38

39 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 39

40 40

41 Bijlage 2: Beknopte CV panelleden 41

42 NQA auditor Naam Horrevorts Initialen A.G.M. Tussenvoegsel(s) - Titulatuur drs. ing. M/v M Geboortedatum Auditdeskundigheid Ja (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Ja (secretaris in diverse panels) (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Nee Onderwijsdeskundigheid Ja (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid Internationale samenwerking in het hoger (Wilt u hierbij aangeven welke relevante onderwijs (ontwikkelingslanden) werkervaring u heeft?) In de periode : opstellen van adviesrapporten ten behoeve van projectbeoordeling in het kader van ontwikkelingssamenwerking; voorbereiden van project- en programma-evaluaties; jaarlijks uitvoeren van monitoring missies van projecten in uitvoering aan drie universiteiten in India, Bangladesh en de Filippijnen. Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Institutionele ontwikkeling in hoger onderwijs in Ontwikkelingslanden; Project identificatie, projectontwerp, monitoring en evaluatie; Beoordelen van projecten in het hoger onderwijs; Curriculumontwikkeling in het (hoger)beroepsonderwijs; Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) HBS-B, RK HBS Pius X te Almelo Metaalkunde, HTS-Utrecht, thans Hogeschool van Utrecht, sector Techniek Sociale Geografie, specialisatie Geografie van de Ontwikkelingslanden, Vrije Universiteit te Amsterdam Overige cursussen 1996 Monitoring van projecten, MDF (in-service training Nuffic) Postgraduate course Institutional Management and Change in Higher Education, Centre for Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland Tweedaagse cursus Interne Kwaliteitsaudits, Lloyds Register 2003 Training Auditor Hoger Onderwijs NQA i.s.m. Lloyds Register 2003 Adviesvaardigheden, Thymos 42

43 Werkervaring heden Beleidsmedewerker kwaliteitszorg, Netherlands Quality Agency, Den Haag Beleidsmedewerker kwaliteitszorg HBO-raad, Den Haag Programma medewerker in het kader van het programma Medefinanciering universitaire en HBO samenwerking (MHO) bij de Nederlandse Organisatie voor Internationale Samenwerking in het hoger onderwijs (Nuffic), Den Haag Projectcoördinator Platform Hoger Beroepsonderwijs en Ontwikkelingssamenwerking (Platform HBO & OS) bij de Nuffic Medewerker ontwikkelingseducatie, Platform Hoger Technisch Onderwijs en Ontwikkelingssamenwerking (Platform HTO & OS) bij de stichting Technologie Overdracht Ontwikkelingslanden (TOOL) te Amsterdam. Het Platform werd aangestuurd door de HBO-raad, Nuffic en hogescholen. Vanaf september 1989 projectcoördinator van het Platform Hoger Beroepsonderwijs en Ontwikkelingssamenwerking (Platform HBO & OS) 1977 Functiebeschrijver bij de Gemeentelijke Sociale Dienst van Amsterdam Cursusbegeleider voorbereidingscursussen van SNV in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam Leraar metaalkunde, middelbaar technisch onderwijs, Bataan National School of Arts and Trades, Filippijnen. In dienst van SNV, Organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Overig Cursusleider van Nuffic-cursus Objectives- Oriented Project Planning voor staf van universiteiten en hogescholen 43

44 Voorzitter Naam Zijderveld Initialen D.C. Tussenvoegsel(s) Titulatuur dr.. MPA M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid Nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Oud-adviseur kwaliteitszorg VSNU ( ) (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Oud-secretaris VSNU visitatiecommissies Economie en Milieukunde ( ) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Nee (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid Nee (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid BMLO, Biotechnologie (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Basis- en middelbaar onderwijs Highschool USA, incl. diploma Universitaire opleiding biologie, specialisatie medische biologie 1994 Academische promotie fac. Geneeskunde Opleiding tot Master of Public Administration, NSOB 2003 Opleiding financieel management voor de nietfinanciële manager Werkervaring AiO/OiO Universiteit Utrecht 1994 Beleidsmedewerker onderwijsbeleid Universiteit Utrecht Adviseur kwaliteitszorg VSNU Senior beleidsmedewerker onderzoekbeleid Universiteit Utrecht 2000-heden Hoofd beleid NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) 44

45 Panellid Naam Hollander Initialen J. Tussenvoegsel(s) den Titulatuur M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Niet als INK of ISO wel op invitatie meerdere collegiale externe audits in laboratorea van Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) diverse ziekenhuizen/gezondheidsinstellingen. Nee/ Op verzoek van NQA visitatie van Hogeschool Nijmegen(HAN), Hogeschool Rotterdam en AVANS college in Breda. Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Nee Nee Kwaliteitsfunctionaris Hoofd huisartsenlaboratorium Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Opleiding(en) H.B.O. medisch analist Haagsche Hogeschool (avondstudie) Deel certificaat H.B.O. Medische Microbiologie Haagsche Hogeschool (avondstudie) 2004 Training Manual Master 5 Structuur Training Manual Master 5 Basic cursus extern auditor NQA i.s.m. LLoyds voor visitatie HBO onderwijs. Cursus intern auditor volgens CCKL richtlijnen. Werkervaring Analist kleine gezondheidsinstelling Hoofd huisartsenlaboratorium 1999 september 2003 Kwaliteitsfunctionaris laboratorium ziekenhuis September heden Kwaliteitsfunctionaris SKION Naast vakinhoudelijke kennis ervaring in algemene management vaardigheden. Ervaring in personeels management zoals ziekteverzuimbeleid en functioneringsgesprekken. Integraal verantwoordelijk voor een zelfstandige afdeling binnen een grotere zorginstelling heden Uitvoeren van collegiale externe audits in laboratorea van diverse ziekenhuizen/gezondheidsinstellingen. 45

46 Panellid Naam Laan Initialen G.P. Tussenvoegsel(s) van der Titulatuur dr. M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie nee (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? nee Onderwijsdeskundigheid nee (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) hbo/universitair medewerkers Internationale deskundigheid nee (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid nee (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Gymnasium B Chemie RUG Promotie TU Delft Werkervaring 1996-heden Chemisch analystisch materiaalkundig, 7 jaar praktijk en leiding gevend aan ca 10 OcéTechnologisch: - groepsleider van hbo/universitair opgeleide medewerkers - materiaalkundig onderzoek in analyse afdeling - INKT ontwikkeling (receptuur en aanmaak) 46

47 Student-lid Naam Harmelen Initialen J. Tussenvoegsel(s) van Titulatuur M/v V Geboortedatum Opleiding Welke opleiding volgt u thans? Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Wat is de naam van het opleidingsinstituut? Hogeschool Leiden In welk studiejaar studeert u? derde jaar Volgt u een voltijd, deeltijd, duale of Voltijd studie afstandsstudie of wellicht anderszins? Bij welke activiteiten bent u binnen de opleiding De Opleidingscommissie betrokken? Auditdeskundigheid Nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Bent u eerder lid geweest van een Nee visitatiecommissie? Onderwijsdeskundigheid Nee (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid Nee (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid Nee (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid Nee (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) VWO 2000-heden HLO Leiden, moleculaire biologie Werkervaring Oproepkracht thuiszorg 47

48 48

49 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO-accreditatie Vragen en aanwijzingen Basiskwaliteit HBO-bachelor Maart

50 Onderwerp Facet Preambule Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) Niveau bachelor Domeinspecifieke eisen Oriëntatie hbo bachelor Programma Eisen hbo Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang in opleidingsprogramma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Onderwijsrendement Gerealiseerde niveau Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) Differentiatie en profilering Kwaliteit Concretisering Onderscheidend karakter Bijlage1. Kengetallen

51 Preambule Uitgangspunt Een zelfevaluatie kan meerdere functies hebben en vele doelen dienen. De waarde ligt in eerste instantie in de mate waarin de opleiding de zelfevaluatie benut voor de eigen beleidsvoering, in het bijzonder wat betreft de interne kwaliteitszorg. In deze brochure ligt echter de nadruk op de zelfevaluatie in dienst van de accreditatieaanvraag bij de NVAO. Er wordt in die zin dus ingezoomd op de verantwoordingsfunctie en op basiskwaliteit. De onderwijsinstelling dient met een extern onafhankelijk visitatierapport aan te tonen dat haar opleiding aan de kwaliteitscriteria van de NVAO voldoet. De zelfevaluatie vormt het vertrekpunt voor de objectieve oordeelsvorming door een extern visitatiepanel. De mate waarin de zelfevaluatie op overtuigende wijze aantoont dat aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, bepaalt voorts de intensiteit van nadere materiaalbestudering en gespreksvoering door het visitatiepanel. Kwaliteitscriteria NVAO Voor het beoordelen van basiskwaliteit zijn door de NVAO in totaal 30 kwaliteitscriteria geformuleerd, die zijn ondergebracht bij 21 facetten. Per facet moet uiteindelijk door een visitatiepanel worden bepaald of de opleiding hierop een: - onvoldoende - voldoende - goed of - excellent scoort. De 21 facetten zijn op hun beurt ingedeeld naar 6 onderwerpen. Het oordeel dat een visitatiepanel velt per onderwerp komt tot stand op basis van weging van oordelen over de afzonderlijke facetten van dat onderwerp. Voor een positief totaaloordeel moet het oordeel over elk onderwerp tenminste voldoende zijn. 30 criteria 21 facetten 6 onderwerpen totaaloordeel Centrale vragen bij oordeelsvorming (visitatiepanel) Om te bepalen of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, zijn voor de externe kwaliteitsbeoordelaars van NQA de volgende vragen van belang: - Doelen: welke ambitie heeft de opleiding ten aanzien van een bepaald onderwerp: welke kwaliteit wordt nagestreefd; welke resultaten worden beoogd, kortom; wat zijn de eigen doelen? - Borging: hoe borgt de opleiding dat deze doelen kunnen worden bereikt; zijn beleid, management en processen logisch op die eigen doelen afgestemd? 51

52 - Resultaten: hoe verhouden de resultaten zich tot de eigen doelen (mede in vergelijking met andere opleidingen)? - Verbetering: indien het borgen en bereiken van de doelen te wensen overlaat, zijn er dan verbeteringen in het vooruitzicht? Informatiegehalte zelfevaluatie Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, zal de zelfevaluatie hierover voldoende informatie moeten bevatten. Het gaat dan om de volgende vier typen van informatie: 1. Richtinggevende informatie: eigen visie en doelstellingen, eigen kwaliteitsopvattingen, waar mag de opleiding op worden afgerekend? 2. Beschrijvende informatie: hoe reilt en zeilt de opleiding, hoe zijn processen ingericht, welke afspraken zijn gemaakt, etcetera? 3. Evaluatieve informatie: worden de doelen bereikt, hoe waarderen betrokkenen (met name studenten, afnemers en personeel) de verschillende facetten (evaluatieuitkomsten), en welke kwantitatieve resultaten worden bereikt (kengetallen)? 4. Analytische informatie: gezien 1 t/m 3: hoe is het met de kwaliteit gesteld, welke conclusies kunnen hierover worden getrokken, worden de eigen doelen waargemaakt, zijn er discrepanties tussen doelstelling en doelbereiking, welke oorzaken zijn er voor aan te wijzen en welke verbeteringen zijn (of worden) hierop ingezet? Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor de oordeelsvorming zijn per facet relevante vragen ter beantwoording door de opleiding gegeven. Deze vragen zijn dus rechtstreeks ontleend aan de NVAO-facetten en -criteria. Als hulpmiddel voor de beantwoording van die vragen zijn per vraag aanwijzingen voor die beantwoording gegeven. Opbouw zelfevaluatie Het is van belang dat de visitatiepanels de benodigde informatie voor elk van de 21 facetten op een efficiënte wijze tot zich kunnen nemen. Dit zou kunnen door de opbouw van de zelfevaluatie (de hoofdstukindeling) het NVAO-kader te laten volgen: I. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) II. Programma III. Inzet van personeel IV. Voorzieningen V. Interne kwaliteitszorg VI. Resultaten VII. Indien van toepassing: Bijzonder kwaliteitskenmerk 52

53 Een andere ordening is mogelijk, mits de benodigde informatie per facet snel toegankelijk is voor de panels. Hierover kunt u desgewenst afspraken maken met NQA. Zoals hierboven reeds is aangegeven, stelt NQA ten aanzien van elk facet een of meerdere vragen waarop in de zelfevaluatie een antwoord wordt gegeven. Deze vragen hebben betrekking op het betreffende facet en de daarbij behorende criteria. Voor de beantwoording van die vragen zijn aanwijzingen gegeven over zaken die beschreven en documenten waarnaar verwezen kan worden. Deze aanwijzingen zijn indicatief en niet voorschrijvend bedoeld. Omvang Het zelfevaluatierapport zal als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden; het zal dus voldoende informatie moeten bevatten. Bijlagen dienen als naslagwerk. Gevraagd wordt om de volgende bijlagen mee te sturen: - overzicht van beoogde eindkwalificaties; - het beroepsprofiel; - studiegids; - overzicht van programma/curriculum (voor elke variant en locatie); - overzicht van personeel (kwalificaties docenten); - kengetallen. In het zelfevaluatierapport kan daarnaast belangrijke informatie uit andere documenten worden opgenomen, onder verwijzing naar deze documenten (die tijdens het bezoek ter inzage worden gelegd). In de aanwijzingen is te vinden om welke documenten het kan gaan. Indien dat nodig is voor de oordeelsvorming door de panels, kan de opleiding (zowel vóór, tijdens, als na het bezoek) om aanvullende informatie gevraagd worden. NQA zal zich echter inspannen om de informatielast zo beperkt mogelijk te houden. Door het duidelijk verwijzen naar andere documenten kan het zelfevaluatierapport beperkt blijven tot ten hoogste 40 pagina s per opleiding, in uitzonderlijke gevallen van grote complexiteit (veel locaties en varianten) tot maximaal 80 pagina s. 53

54 1. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) 1.1 Niveau bachelor - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 1.2 Domeinspecifieke eisen - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). 1.3 Oriëntatie hbo bachelor - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 54

55 Vragen Welke eindkwalificaties worden beoogd? Bij welke algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van het bachelorniveau sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Op welk specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen hebben de beoogde eindkwalificaties betrekking? Bij welke eisen van (buitenlandse) vakgenoten en de (buitenlandse) beroepspraktijk sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Aan welke door het beoogde beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties zijn de beoogde eindkwalficaties ontleend? Waaruit blijkt dat de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben op (ten minste) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar? Facet Aanwijzing 1.1 Verwijs naar een document waarin expliciet is 1.2 beschreven voor welke specifieke competenties of 1.3 specifieke kennis, houding, inzicht en vaardigheden de opleiding studenten beoogt op te leiden. Voeg dit document bij als bijlage. 1.1 Geef aan wat voor de instelling het bachelorniveau van een (beroepsgerichte) opleiding bepaalt. Welk internationaal referentiekader heeft de instelling hiervoor? Beschrijf hoe dit referentiekader in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. U zou hiervoor de Dublin-descriptoren (zie bijlage 2 in het NVAOaccreditatiekader) kunnen gebruiken. Deze beschrijven het bachelorniveau op een generiek abstractieniveau. De opleiding zou daarbij per descriptor kunnen aangeven voor welke beoogde eindkwalificaties de descriptor relevantie heeft. Indien u hierbij ondersteuning nodig heeft, of als u wilt weten hoe de Dublin-descriptoren zich verhouden tot de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen/ proefaccreditering, neemt u dan contact op met NQA. 1.3 Beschrijf het beroepenveld waarvoor de opleiding beoogt op te leiden. 1.2 Verwijs naar het document waarin de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld tot uitdrukking komen. Voeg dit document als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het gaat hierbij om een actueel, 1.2 door (of in samenspraak met) het werkveld opgesteld beroepsprofiel. Geef aan of er internatio-nale standaarden voor het beroep (en daarmee voor de opleiding) bestaan. Denk daarbij ook aan buitenlandse beroeps- of opleidingsprofielen of specifieke gegevens over buitenlandse opleidingen. Beschrijf hoe dit referentiekader zich verhoudt tot de beoogde eindkwalificaties. 1.3 Wat moet de afgestudeerde ten minste kunnen en kennen om een goede start te kunnen maken in het beoogde beroepenveld? Beschrijf hoe dit in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. 55

56 2. Programma 2.1 Eisen hbo - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Vragen Op welke wijze beoogt de opleiding kennisontwikkeling door studenten plaats te laten vinden? Welke rol heeft vakliteratuur daarbij? Hoe ontleent de opleiding studiemateriaal aan de beroepspraktijk? Hoe komen studenten in aanraking met de actuele beroepspraktijk? Hoe wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormgegeven? Op welke wijze is sprake van interactie met (toegepast) onderzoek? Hoe wordt geborgd dat studenten de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline meekrijgen? Welke aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk heeft de opleiding? Ervaren studenten, afgestudeerden en afnemend werkveld dat sprake is van een actueel en praktijkgericht programma? Aanwijzingen Beschrijf hoe u de kennisontwikkeling door studenten programmeert. Voeg de studiegids bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Beschrijf hoe gebruik gemaakt wordt van vakliteratuur over de opleiding als geheel. Stel (via de studiegids of via het materiaal dat ter inzage wordt gelegd) een lijst beschikbaar van vakliteratuur die wordt gebruikt. Beschrijf hoe de opleiding gebruik maakt van aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Hoe wordt dat studiemateriaal ingezet in het programma? Geef aan hoe studenten in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk: welke werkveldbezoeken, stages / praktijkperioden zijn in het programma opgenomen? Welke doelen zijn aan die programmadelen gekoppeld? Bij welke (buitenlandse) instellingen kunnen studenten stage lopen? Worden er gastcolleges gegeven door mensen uit het werkveld? Beschrijf hoe de ontwikkeling van beroepsvaardigheden binnen het programma vorm krijgt (bijvoorbeeld via vaardighedenlijn, praktijklessen, praktijkopdrachten, stages). Beschrijf hoe studenten in aanraking komen met (toegepast) onderzoek. Geef aan hoe relevante onderzoeksresultaten ingebracht worden in het programma. Zijn docenten betrokken bij de opzet / uitvoering van onderzoek? Is er een lectoraat of kenniskring dat specifieke betekenis heeft voor de opleiding? Moeten studenten zelf onderzoeksopdrachten uitvoeren, of moeten zij met onderzoeksresultaten werken? Geef aan hoe u waarborgt dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/discipline binnen het programma aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van recente artikelen uit vaktijdschriften, afspraken / beleid rond de actualisering van de inhoud van modulen en daarbij horende readers. Beschrijf de structurele contacten met de beroepspraktijk. Is er bijvoorbeeld een werkveldcommissie? Zijn er andere verbanden met de actuele beroepspraktijk? Wat is de invloed hiervan op het programma? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden, werkveld) over actualiteit en praktijkgerichtheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 56

57 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Vragen Wat is het programma van de opleiding? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua niveau (zie 1.1) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua oriëntatie (zie 1.3) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2) geconcretiseerd in het programma? Hoe vindt de vertaling van eindkwalificaties in leerdoelen in het programma plaats? Ervaren studenten dat door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen worden bereikt? Aanwijzingen Beschrijf kort het programma van de opleiding, inclusief (voornaamste verschillen tussen) eventuele varianten en locaties. Voeg een overzicht van het programma (curriculum) bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef daarbij aan hoe de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen worden geconcretiseerd in het curriculum. Beschrijf hoe binnen de opleiding geborgd wordt dat alle kwalificaties binnen het programma gedekt zijn. Beschrijf hoe de koppeling van de beoogde eindkwalificaties aan leerdoelen van programmaonderdelen tot stand is gekomen. Geef in het programmaoverzicht aan welke leerdoelen bij welke eindkwalificaties horen. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, studenten) over de aansluiting van het opleidingsprogramma op de beoogde eindkwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 57

58 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Vragen Hoe wordt geborgd dat studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen? Ervaren studenten die samenhang ook? Aanwijzingen Geef aan welke samenhang naar uw opvatting in het programma bestaat. Is er een logische relatie tussen programmaonderdelen en tussen studiefases; hoe worden deze op elkaar afgestemd? Besteed ook aandacht aan eventuele internationale programmaonderdelen en hoe deze passen binnen de visie op internationalisering. Geef aan op welke manier de samenhang in de opleiding gewaarborgd wordt. Welke rol speelt het opleidingsmanagement daarin, hoe vindt afstemming tussen (groepen) docenten plaats? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de inhoudelijke samenhang binnen het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.4 Studielast - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Vragen Hoe worden factoren die de studievoortgang belemmeren weggenomen? Ervaren studenten een studeerbaar programma? Aanwijzingen Geef aan wat de opleiding doet om een efficiënte studievoortgang mogelijk te maken. Hoe houdt de opleiding zicht op de vraag of zich belemmerende factoren voordoen? Welke stappen zet de opleiding wanneer zich problemen voordoen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 58

59 2.5 Instroom - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Vraag Hoe wordt geborgd dat er aansluiting is qua vorm? Hoe wordt geborgd dat er is aansluiting is qua inhoud? Hoe wordt gedifferentieerd tussen instromende vwo-studenten, havostudenten en andere instromende studenten? Ervaren studenten de aansluiting ook? Aanwijzing Geef aan welke werkvormen de opleiding hanteert aan de start van de opleiding. Hoe sluiten die werkvormen aan op de vooropleiding van studenten? Beschrijf eventuele activiteiten die de opleiding aanbiedt om studenten te introduceren in de verwachte studiehouding c.q. de gehanteerde werkvormen. Geef aan welke toelatingseisen de opleiding stelt, welke deficiëntieprogramma s worden aangeboden voor studenten die bepaalde vakken niet voldoende beheersen, en/of welke mogelijkheden er zijn voor bijscholing dan wel extra begeleiding. Beschrijf welke verkorte leerroutes worden aangeboden, en hoe en wanneer studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Geef aan hoe de opleiding nagaat of sprake is van voldoende inhoudelijke aansluiting. Wordt bijvoorbeeld een assessment gehanteerd voor instromende studenten? Geef aan op welke manier gedifferentieerd wordt tussen vwo-instroom, havo-instroom en anderen. Beschrijf of en hoe de opleiding studieresultaten van verschillende groepen monitort, en hoe wordt ingespeeld op voorkomende aansluitingsproblemen. Welke activiteiten worden ondernomen om de aansluiting van (buitenlandse) studenten met een buitenlandse vooropleiding te bevorderen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten) over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.6 Duur - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Vragen Voldoet de opleiding aan de formele eis van 240 studiepunten? Waaruit blijkt dat? Aanwijzingen Geef aan hoe uit de opbouw van het opleidingsprogramma en de omvang van modulen blijkt dat de totale studiebelasting van de opleiding aan de formele eis voldoet. 59

60 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Vragen Aanwijzingen Wat is het didactisch concept van de opleiding? Beschrijf het didactisch concept van de opleiding. Hoe verhoudt dat didactisch concept zich tot de Beschrijf kort hoe het didactisch concept zich beoogde eindkwalicaties (doelstellingen)? verhoudt tot (afgestemd is op) de doelstellingen Ervaren studenten dat de gehanteerde werkvormen adequaat zijn en aansluiten bij het didactisch concept? van de opleiding. Beschrijf de uitwerking van het didactisch concept naar het gebruik van verschillende werkvormen binnen de opleiding. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen binnen de opleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.8 Beoordeling en toetsing - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Vragen Op welke wijze worden studenten beoordeeld, getoetst en geëxamineerd? Ervaren studenten dat zij adequaat getoetst worden op het behalen van de beoogde leerdoelen? Aanwijzingen Beschrijf het toetsbeleid en de verschillende toetsvormen van de opleiding. Betrek hierbij ook de stage- en afstudeeropdrachten. Geef aan hoe de toetsvormen zich verhouden tot de doelstellingen van de opleiding en de leerdoelen. Beschrijf welke afspraken bestaan ten aanzien van de formulering en toepassing van beoordelingscriteria en de verzorging van feedback aan studenten. Geef aan hoe de kwaliteit van de toetsen binnen de opleiding wordt geborgd. Als studenten toetsing bij een buitenlandse instelling of bij een instelling in het werkveld ondergaan, hoe vergewist zich de opleiding dan van de kwaliteit van deze toetsing? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de gehanteerde toetsvormen, het niveau van de toetsen en de feedback die studenten over resultaten krijgen (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 60

61 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 3.2 Kwantiteit personeel - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.3 Kwaliteit personeel - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Vragen Welk deel van de opleiders legt een verbinding met de beroepspraktijk? Waaruit blijkt dat sprake is van voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen? Hoe wordt geborgd dat de opleiders gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ervaren studenten en opleiders zelf dat opleiders gekwalificeerd zijn? Facet Aanwijzingen 3.1 Geef aan welk deel van de opleiders beschikt over recente ervaring met en/of kennis van de beroepspraktijk. Voeg een overzicht van het personeel als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Neem in dit overzicht de leeftijd, het geslacht en de kwalificaties van docenten/opleiders op, met name de gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen, huidige en vorige werkkringen en functies, eventuele docentstages en andere relevante informatie over de interactie met de beroepspraktijk. 3.2 Beschrijf de visie van de opleiding op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. Reflecteer op de actuele en gewenste student/docent ratio. Hoe hoog is het ziekteverzuim? Wat zijn de streefcijfers voor de werkbelasting van docenten en hoe verhoudt zich dit tot de ervaren werkbelasting? Als er personeelstekorten zijn, hoe gaat de opleiding dan hiermee om? 3.3 Beschrijf de visie van de opleiding op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van docenten/opleiders. Geef aan hoe gebruik wordt gemaakt van scholing en professionalisering om deze kwalificaties te verbeteren c.q. op peil te houden. Welke rol hebben functionerings- en beoordelingsgesprekken (frequentie, inhoud) hierbij? Hoe worden docenten/opleiders in de gelegenheid gesteld om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en vakgebied te volgen? Als er onderwijs in een vreemde taal wordt verzorgd, hoe borgt de opleiding dan de kwaliteit daarvan (vreemde taalbeheersing van docenten)? 3.3 Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten en opleiders) over de inhoudelijke (inclusief beroepspraktijkkennis/ervaring), onderwijskundige en organisatorische kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 61

62 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Vragen Waaruit blijkt dat huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren? Ervaren studenten en docenten dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn? Aanwijzingen Beschrijf de locatie, de bibliotheek- of mediatheek, de ictvoorzieningen, en de onderwijs-, praktijk-, studie- en werkruimten. Geef daarbij aan hoe wordt getoetst of met de bestaande huisvesting en materiële voorzieningen het programma gerealiseerd kan worden. Zijn deze afgestemd op de behoeften van eventuele buitenlandse, deeltijd- en duaal studenten? Welke verbeteringen zijn gepland, op welke termijn, en welke middelen zijn daarvoor gereserveerd? Verwijs naar opinies over huisvesting en materiële voorzieningen in studenten- en docentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Wat is er met de uitkomsten gedaan? 4.2 Studiebegeleiding Vragen Hoe dragen de studiebegeleiding en informatievoorziening bij aan de studievoortgang van studenten? Ervaren studenten dat de studiebegeleiding en informatievoorziening voldoet aan hun behoeften? Aanwijzingen Beschrijf het systeem van studiebegeleiding en studievoortgangsregistratie. Beschrijf ook hoe de informatievoorziening aan studenten plaatsvindt. Geef bij deze beschrijvingen aan, mede aan de hand van rendementscijfers, welke knelpunten er zijn met betrekking tot de studievoortgang. Heeft dit gevolgen voor de studiebegeleiding of de informatievoorziening aan studenten? Als er (veel) buitenlandse studenten zijn, geef dan aan of hier speciale voorzieningen voor zijn getroffen. Verwijs naar opinies over studiebegeleiding en informatievoorziening in studentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Besteed daarbij speciale aandacht aan de begeleiding van studenten in de propedeuse en tijdens de (binnenen buitenlandse) stages en in de afstudeerfase. Ga ook in op studenttevredenheid over zaken als roosters, toegankelijkheid van en informatieverstrekking door docenten. Geef aan wat met de uitkomsten van deze studentenevaluaties is gedaan. 62

63 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 5.2 Maatregelen tot verbetering - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Vragen Welke aspecten worden geëvalueerd, hoe en met welke frequentie? Wat zijn daarbij de streefdoelen en hoe wordt getoetst of deze zijn bereikt? Waaruit blijkt dat uitkomsten van evaluaties tot verbeteringen hebben geleid? Op welke wijze worden: -medewerkers, -studenten, -alumni -afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg betrokken? Facet Aanwijzing 5.1 Beschrijf de evaluaties die plaatsvinden en de frequentie daarvan, de onderwerpen (aspecten) waarop de evaluaties betrekking hebben, en de methoden die gebruikt worden. Verwijs naar het kwaliteitszorgplan of andere relevante kwaliteitszorgdocumenten. 5.1 Geef voor elk van de aspecten die geëvalueerd worden aan welke streefdoelen zijn geformuleerd. Hoe wordt getoetst of de streefdoelen zijn bereikt? Hoe zorgt de opleiding ervoor dat deze toetsing gebeurt op basis van betrouwbare en valide informatie? 5.2 Beschrijf wat er met de uitkomsten van evaluaties gebeurt. Geef aan of (en voor welke aspecten) er sprake is van een verbetercyclus (plan, do check, act). Geef zo mogelijk een aantal praktijkvoorbeelden. Heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar verschillen tussen nagestreefde en behaalde resultaten? Zijn er maatregelen tot verbetering genomen? Zo ja, wie is verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen? Op welke termijn en met welke prioriteit worden verbeteringen doorgevoerd? Hoe wordt nagegaan of de beoogde verbeteringen worden gerealiseerd? 5.3 Beschrijf bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld worden betrokken. Hoe vaak gebeurt dit? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze evaluaties representatief zijn voor deze groepen? Worden de resultaten van evaluaties teruggekoppeld naar betrokkenen? Kunnen genoemde groepen ook ongevraagd zaken die voor hen van belang zijn doorgeven aan de opleiding en wat doet de opleiding hiermee? Geef aan hoe de inspraak van studenten en medewerkers is geregeld. Als de opleiding intensief samenwerkt met buitenlandse partnerinstellingen (uitwisselingen, dubbeldiplomering, etc.) of met instellingen in het beroepenveld (met name bij duale trajecten) geef dan aan hoe de kwaliteit van de samenwerking wordt bewaakt. 63

64 6. Resultaten 6.1 Onderwijsrendement - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Vragen Hoe wordt het onderwijsrendement bepaald? Wat zijn daarbij de streefcijfers? Hoe verhouden deze zich tot relevante andere opleidingen? Voldoet het rendement aan de eigen streefcijfers? Aanwijzingen Vul het overzicht met kengetallen in (zie bijlage 1) en voeg dit als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef aan wat de opleiding zelf als de belangrijkste kengetallen ziet. Wat bepaalt voor de opleiding het onderwijsrendement? Geef aan welke streefcijfers voor het rendement de opleiding hanteert. Beargumenteer de keuze van de streefcijfers, met name hoe deze zich verhouden tot die van relevante andere opleidingen. Verwijs naar het overzicht met kengetallen voor een beoordeling van de mate waarin het rendement voldoet aan de streefcijfers. Hoe verhoudt zich dit tot het rendement van relevante andere opleidingen? Wat zijn de oorzaken voor tekortschietende rendementen? Wat heeft de opleiding gedaan om het rendement te verbeteren? 6.2 Gerealiseerde niveau - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vragen Hoe wordt bepaald of beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd? - qua niveau (zie 1.1)? - qua oriëntatie (zie 1.3)? - qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2)? Bestaat er tevredenheid in het werkveld over de gerealiseerde kwalificaties? Aanwijzingen Geef aan hoe de opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd (dit geldt ook voor in het buitenland gevolgde programmaonderdelen). Maak daarbij een onderscheid naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Besteed ook aandacht aan de toetsing van afstudeeropdrachten, de examinering en de eventuele betrokkenheid van het werkveld of andere externe (mede)beoordelaars. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, afnemend werkveld) over de gerealiseerde kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 64

65 7. Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) 7.1 Differentiatie en profilering - Het kenmerk levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. 7.2 Kwaliteit - Het kenmerk leidt tot een bijzondere kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Concretisering - De gevolgen van het kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. 7.4 Onderscheidend karakter - Het kenmerk is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. N.B. In de NVAO toelichting wordt expliciet gesteld, dat de bewijslast voor de bijzondere kwaliteit bij de instelling ligt. De opleiding moet de VBI overtuigen van het bijzondere karakter van het kenmerk van de opleiding. Vragen Facet Aanwijzingen Is het bijzondere kenmerk gedefinieerd in doelen en concrete operationaliseerbare termen? Beschrijf welke bijzondere kwaliteit de opleiding nastreeft, met daarbij de doelen en te verwachten resultaten. Is het kenmerk betekenisvol? 7.1 Dit kan onder andere blijken uit de waardering van het kenmerk door studenten, alumni, werkveld, docenten, maatschappelijke organisaties. Is het kenmerk geoperationaliseerd en aantoonbaar aanwezig in de opleiding? 7.3 Geef aan hoe het kenmerk expliciet terug te vinden is in programmaonderdelen, in opdrachten, eindresultaat (inhoud en indien relevant rendement), voorzieningen, kwaliteit staf). Hier is ook de waardering door stakeholders van belang. Is de opleiding onderscheidend ten opzichte van andere (verwante) opleidingen in Nederland? 7.4 De opleiding heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd of laten uitvoeren (kan ook door NQA) onder verwante opleidingen in Nederland. Uit dit vergelijkende onderzoek blijkt dat de opleiding zich op dit kenmerk onderscheidt van andere (verwante) opleidingen. 65

66 Bijlage 1 Kengetallen Instroom, uitstroom, ingeschreven, personeel Opleiding X Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten* Omvang docerend personeel in fte Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: instroom opleiding Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit propedeuse instroom eerste keer hbo Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren Opleidingsrendement, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Diploma behaald na 1 jaar Diploma behaald na 2 jaar. Diploma behaald na 3 jaar Diploma behaald na 4 jaar Diploma behaald na 5 jaar Diploma behaald na 6 jaar Uitvalpercentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 2 jaar Percentage uitval na 3 jaar Percentage uitval na 4 jaar Percentage uitval na 5 jaar Percentage uitval na 6 jaar 66

67 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van Netherlands Quality Agency (NQA) 67

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hogeschool INHOLLAND School of Technology Hogeschool INHOLLAND School of Technology Opleidingen: Bouwkunde (vt) en Civiele Techniek (vt) Locaties: Alkmaar en Haarlem Visitatiedata: 26 en 27 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Den Bosch

AVANS Hogeschool, Den Bosch AVANS Hogeschool, Den Bosch Opleiding: Bouwkunde Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleiding Bouwkunde

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BM) Chemie (Ch) Chemische Technologie (CT) Visitatiedata: 8 en 9 maart 2004 2 NQA (Netherlands Qaulity

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Tilburg Avans Hogeschool, Tilburg Opleidingen: Varianten: Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde en Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Varianten: Hbo-bachelor voltijd en duaal Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Civiele Techniek (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Opleiding: Informatica Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 5 en 6 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool s-hertogenbosch opleiding

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 10 en 11 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Bouwkunde (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Biologie

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Chemie Visitatiedata: 30 september en 1 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) 2 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toetsing van tot HBO 5 om te vormen opleidingen 5 2.1 Opzet 5 2.2 Beoordelingskader voor tot HBO 5 om te vormen opleidingen 6 2.2.1 Basisgegevens

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid voltijd en deeltijd Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Opleiding: Personeel en Arbeid/Personeelsmanagement Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 2 en 3 juni NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogescholen

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 14 en 15 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA Chr. Hogeschool Windesheim,

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 13 en 14 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd opleiding Facility Management Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency) Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) Hogeschool Zeeland Opleiding: Bouwkunde Visitatiedata: 7 en 8 oktober 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool Zeeland te Vlissingen Hogeschool Zeeland te Vlissingen Opleiding: Civiele Techniek Visitatiedatum: 24 september 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen Enschede. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen Enschede. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Enschede Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Biologie

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 26 en 27 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Variant: Voeding en Diëtetiek (VD), hbo-bachelor voltijd Visitatiedatum: 28 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Maritiem Officier Visitatiedata: 21 en 22 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Maritiem Officier Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologisch en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 14 en 15 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006 Hogeschool Utrecht Opleidingen: HBOV, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 25 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2 NQA Hogeschool Utrecht, opleiding

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport Hogeschool Dirksen B.V. De heer D. van der Mark, directeur Postbus 3090 6802 DB ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen nvao w nederlands-vlaamse accreditatie organisatie ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli 2017

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Opleiding: Personeel & Arbeid Visitatiedata: 23 en 24 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Nederland opleiding

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN College van Bestuur Hogeschool Zeeland Postbus 364 4380 AJ LISSINEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedata: 6 en 7 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Fysiotherapie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 25 en 26 april 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2005 2 NQA - visitatie Hanzehogeschool

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Werktuigbouwkunde; hbobachelor Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Visitatiedata: 27 en 28 oktober 2005 Aanvullende onderzoek aug./sept. 2006 Netherlands Quality

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 7 en 8 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek

Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek Opleidingen: Bouwkunde (Bk) en Civiele Techniek (Ct) Visitatiedata: 28-29 april 2004 Eindrapportage 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs OCW Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136- II Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw accreditatiekader Het accreditatiekader voor bestaande opleidingen

Nadere informatie

Fontys Hogeschool, Venlo

Fontys Hogeschool, Venlo Fontys Hogeschool, Venlo Opleiding: International Business Economics, hbo-bachelor; Varianten: voltijd Visitatiedatum: 22 februari 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2 NQA -

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor fnvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie @S 1(UI ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER 1. INLEIDING Het certificeringsonderzoek voor de aanbieders van opleidingen voor tourmanager heeft de vorm van

Nadere informatie

Hogeschool Larenstein, Deventer

Hogeschool Larenstein, Deventer Hogeschool Larenstein, Deventer Opleiding: Tropische Landbouw/Agri-Systems Management Hbo-bachelor voltijd Visitatiedata: 7 en 8 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, april 2005 2 Inhoud

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Master of Engineering, deeltijd Visitatiedata: 7 en 8 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, mei 2005 2 NQA Hogeschool van Utrecht, Master of Engineering

Nadere informatie

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool HBO Nederland Hogeschool HBO Nederland Opleiding: Variant: Locaties: Management, Economie & Recht; voltijd hbo-bachelor; Amsterdam, Arnhem, Breda, Groningen, Rotterdam, Utrecht, Weert en Zwolle Visitatiedatum: 2 november

Nadere informatie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie Resultaten NSE 2017 Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Mei 2017 Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie 2 Inleiding Hogeschool Inholland (Inh) voert voor de dertiende

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Visitatiedatum: 25 juni 2007 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016 ,nuao v n e d e rla n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie es luit Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Bedrijfskunde MER

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE 28-03-2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Betreft: Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport College van bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Trade Management

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool ,mwo w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie BB ü Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: Instellingen voor hoger onderwijs Bijlage 3: Wettelijk kader (WHW, hoofdstuk 5a: Accreditatie in het hoger onderwijs) Voorlichting Datum: 12

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie