Christelijke Hogeschool Windesheim

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Christelijke Hogeschool Windesheim"

Transcriptie

1 Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004

2 2

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 16 Deel B: Facetten 17 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 19 Onderwerp 2 Programma 22 Onderwerp 3 Inzet van personeel 32 Onderwerp 4 Voorzieningen 35 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 38 Onderwerp 6 Resultaten 42 Deel C: Bijlagen 45 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 47 Bijlage 2 Beknopte CV Panelleden 49 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 55 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 73 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 91 3

4 4

5 Deel A: Onderwerpen 5

6 6

7 Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van de Christelijke Hogeschool Windesheim heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in februari 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op woensdag 23 en donderdag 24 juni 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer G. Boonekamp (voorzitter) Mevrouw A. Tobi Mevrouw F. van Overmeeren (student-lid) Mevrouw drs. T. Kleene (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Vragen en Aanwijzingen van NQA. Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De waarderingen worden uitgedrukt in begrippen uit de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Christelijke Hogeschool Windesheim, waarvan de opleiding SPH deel uitmaakt, verzorgt 48 opleidingen in voltijd, deeltijd of duaal. Tot augustus 2000 was de Christelijke Hogeschool Windesheim georganiseerd in diensten en faculteiten. De opleiding SPH was een onderdeel van de faculteit Mens en Maatschappij. Naast de opleiding SPH maakten de opleidingen Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV), Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), Verpleegkunde en Logopedie deel uit van die faculteit. Vanaf 1 augustus 2000 vormen de opleidingen CMV, MWD en SPH de afdeling Sociale Studies. 7

8 De missie en identiteit van Windesheim houden in dat studenten worden opgeleid tot competente professionals die functioneren op hoger niveau, een daaraan gerelateerde persoonlijke groei realiseren en bijdragen aan ontwikkeling, verbetering en vernieuwing van maatschappelijke organisaties. Windesheim handelt daarbij vanuit de Christelijke godsdienst en cultuur. Daarenboven formuleert de hogeschool als belangrijke prioriteit de transformatie in een vraaggestuurde instelling waarbij transparantie van leeraanbod en competenties, roosterverbeteringen en e-learning belangrijke facetten zijn. De afdeling Sociale Studies sluit op deze missie en doelstellingen aan. De opleiding kiest als doelstellingen een leven lang en vraaggestuurd leren en wil bij de ontwikkeling een koploperspositie innemen. Tijdens de bezoeken bleek de opleiding SPH in dat traject zeer grote stappen in te hebben gezet. Bovendien kiest de opleiding twee extra accenten: emancipatorisch hulpverlenen en muzisch-agogisch werken. De opleiding SPH had per 1 oktober studenten en is daarmee de grootste opleiding binnen de afdeling Sociale Studies en ook binnen de Hogeschool Windesheim. De opleiding SPH wordt in twee varianten aangeboden: een voltijdopleiding en een duale opleiding. Beide varianten zijn gevisiteerd. De voltijdopleiding kan worden onderverdeeld in twee verschillende trajecten: een vierjarig SVA-traject voor studenten met een havo-vooropleiding en een driejarig SVB-traject voor studenten met een aanverwante mbo-opleiding. Daarnaast bood de opleiding specifiek voor studenten met een SPW-vooropleiding samen met ROC Aventus een zogenaamde doorlopende leerlijn van 6 jaar aan. Deze doorlopende leerlijn wordt afgebouwd. Er was ten tijde van het visitatiebezoek sprake van twee verschillende vormen van onderwijs. In studiejaar 2003/2004 is bij de voltijdvariant van de opleiding gestart met vraaggestuurd onderwijs. Alleen eerstejaarsstudenten van de voltijdopleiding hebben dus kennisgemaakt met deze nieuwe variant, die overigens pas vanaf het derde studiejaar echt vraaggestuurd zal zijn en in de eerste twee jaren bewust nog grotendeels aanbodgestuurd is. De andere voltijdstudenten zijn onderwezen in SPH nieuwe stijl (de oude variant dus). De voltijdopleiding bevindt zich derhalve in een veranderingsproces. De duale opleiding die in 1999 startte, is vanaf de start al vraaggestuurd. Ook bij deze variant begint de vraagsturing in feite in het derde jaar. De opleiding is voor het laatst gevisiteerd in Werkwijze De visitatie van de opleiding SPH door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage 4) en die hieronder meer in concreto wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis boden voor het visitatiebezoek. Daarnaast heeft het panel geconstateerd dat de visitatie plaats vond op basis van het voor SPH geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hiernaast). 8

9 NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: 1. de voorbereidingsfase 2. het visitatiebezoek 3. de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. De bevindingen zijn aan de opleiding gerapporteerd in een valideringsbrief. Naar aanleiding van deze brief heeft de opleiding aanvullende informatie verstrekt. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten, respectievelijk vragen die werden doorgegeven aan de NQA-auditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling op grond van expertise, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door één of meerdere panelleden extra grondig zijn bestudeerd. Alle panelleden hebben na bestudering van het zelfevaluatierapport en de bijlagen vragen geformuleerd en deze aangeleverd bij de NQAauditor die de vragen per gespreksgroep heeft geordend. Daarnaast heeft de NQA-auditor een overzicht gemaakt van alle materialen die het panel in wilde zien tijdens het bezoek. In een voorbereidende vergadering is gesproken over de eerste indrukken ten aanzien van de opleiding en zijn nadere afspraken gemaakt over de invulling van het visitatiebezoek. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of er sprake was van adequate domeinspecifieke doelstellingen en of er nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig bleek. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat door de NQA-auditor in overleg met de voorzitter van het panel en met de opleiding is aangepast aan de specifieke wensen van de voorzitter en de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er op verschillende momenten gesprekken plaats met het management van de opleiding (het operationeel management). Tijdens het visitatiebezoek van de opleiding Communicatie van Windesheim is op 8 juni 2004 tevens (voor meer opleidingen tegelijk) een gesprek gevoerd met het College van Bestuur van de Hogeschool. 9

10 Aan het begin van het bezoek is er ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Het bezoekprogramma was zodanig vormgegeven dat er op verschillende momenten gesprekken met het management plaatsvonden, waardoor eventuele terugkoppeling uit andere gesprekken snel mogelijk was. Vanwege de beperkte mogelijkheden van werkveldvertegenwoordigers vond het gesprek met hen op de eerste dag plaats. Naast de standaardgesprekken was er in de middag van de tweede dag ruimte ingepland waarin de opleiding zelf een aantal onderwerpen mocht kiezen waarover zij meer wilde vertellen. Deze onderwerpen waren aansluiting mbo-hbo en de duale opleiding. Ook liet het programma ruimte voor één-op-één gesprekken tussen panelleden en medewerkers van de opleiding. Van deze ruimte is ook gebruik gemaakt om een aantal punten nader toe te laten lichten. Aan het eind van het visitatiebezoek heeft het panel een eerste oordeel van alle facetten en onderwerpen geformuleerd en zijn de belangrijkste argumenten die ten grondslag lagen aan de beoordelingen besproken. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de bevindingen van het panel, zonder daarbij expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. In het visitatie- of beoordelingsrapport is, waar relevant, expliciet ingegaan op de verschillende varianten (voltijd en duaal). Het definitieve conceptrapport is aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol (zie bijlage 4) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor Oordeelsvorming (zie bijlage 5) een belangrijke rol. Tevens is er bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere SPHopleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. 10

11 Wat betreft de benchmarking is het van belang op te merken dat een vergelijking met andere opleidingen op dit moment beperkt moet zijn, omdat deze opleiding in het kader van accreditatie de derde gevisiteerde SPH-opleiding is en er nog weinig concrete resultaten bekend zijn. Het enige referentiekader bestond uit het vorige visitatierapport en de algemene publicaties van en over SPH (onder andere de kengetallen van de HBOraad en De Creatieve Professional, het document dat ten grondslag ligt aan alle SPHopleidingen in Nederland). Tevens dient te worden vermeld dat een internationale vergelijking niet mogelijk is, omdat een dergelijke opleiding in het buitenland geen pendant heeft. Waar een globale vergelijking mogelijk is, is die gemaakt. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De wegingen zijn in dit rapport niet diepgaand, omdat de opleiding op alle facetten minimaal een voldoende heeft gehaald. De (uitgebreide) argumentatie daarvoor is te vinden in het detailrapport. In dit rapport zijn de oordelen voor voltijd en duaal alleen gesplitst als er sprake is van verschillende oordelen. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn met een goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is derhalve positief. De opleiding hanteert de opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional, het document van het landelijk overleg SPH, als uitgangspunt voor het onderwijs. Hierdoor kan de opleiding rekenen op een brede steun vanuit het werkveld. Er is ook sprake van voortdurende afstemming van de doelstellingen van de opleiding op de wensen van het werkveld. In de vraaggestuurde opleiding zijn de opleidingskwalificaties nader uitgewerkt in de vorm van sleutelsituaties die op hun beurt een ordening geven aan de 23 opleidingskwalificaties. In De Creatieve Professional wordt een vergelijking gemaakt van de opleidingskwalificaties met een aantal kenmerken van het hbo-niveau. Hoewel deze kenmerken niet dezelfde zijn als de hbo-kwalificaties van de commissie Franssen, zijn deze er wel in te herkennen Programma Bij de voltijdopleiding zijn vijf van de acht facetten met een goed beoordeeld. De overige drie zijn beoordeeld met excellent. Bij de duale opleiding zijn vier van de acht facetten met goed beoordeeld en de andere vier met excellent. De facetten eisen hbo, samenhang in het programma en instroom zijn voor zowel de duale variant als voor de voltijdvariant met excellent beoordeeld. De facetten relatie doelstellingen-inhoud, studielast en duur zijn voor beide varianten met goed beoordeeld. Het facet afstemming vormgeving en inhoud is voor de voltijdvariant met goed en voor de duale variant met excellent beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is voor zowel de voltijdopleiding als voor de duale opleiding positief. 11

12 De opleiding heeft de opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional zeer goed doorvertaald naar de inhoud van het programma. Het voldoet aan de eisen van een hogere beroepsopleiding door kwalitatief hoogwaardige kennis- en vaardigheidsontwikkeling en door een hecht verband met de praktijk door onder andere casusgerichte modulen en stages. De samenhang in de programma's van de verschillende varianten (voltijd en duaal) is bijzonder goed doordacht. Sleutelsituaties samengesteld in overleg met het werkveld, vormen een belangrijke en overal herkenbare leidraad in het programma van de vraaggestuurde voltijdopleiding en van de duale opleiding (eveneens vraaggestuurd). Sleutelsituaties bestaan niet alleen op papier maar zijn in zeer korte tijd gaan leven bij alle betrokkenen. Daardoor is er ook sprake van sterk samenhangend programma waarin inhoud, vorm en toetsing coherent zijn, doorzichtig en aan de maat. Het verschillende oordeel van de voltijdopleiding en de duale opleiding op het facet afstemming vormgeving-inhoud is gelegen in het feit dat een vraaggestuurde opleiding zeer goed past bij het onderwijsconcept en dat de duale opleiding vanaf de start vraaggestuurd is opgezet terwijl dat in de voltijdopleiding nog moet groeien. Vraagsturing zorgt voor een optimale afstemming tussen vormgeving en inhoud van het curriculum. De informatie over de opleiding is goed verzorgd, de instroom is zeer divers en treft waar mogelijk en zinvol aangepaste leerroutes aan. De studielast is pittig, maar de opleiding heeft de zwaarte goed verdeeld en biedt veel goed begeleide flexibele leerroutes aan. De opleiding voldoet aan de duur zoals die is vastgesteld: 240 studiebelastingsuren Inzet personeel De facetten eisen hbo en kwantiteit personeel zijn beide met goed beoordeeld en facet kwaliteit personeel met excellent. Het eindoordeel op dit onderwerp is derhalve positief. Het niveau van het personeel is hoog; alle docenten met een vaste benoeming hebben een hbo of wo-opleiding, velen hebben (recente) werkveldervaring, allen didactische scholing, veel volgden een supervisorenopleiding. Er is een gericht scholingsplan dat voorziet in diverse vormen van scholing van docenten voor hun zeer diverse taken. Tevens nam men maatregelen het docentencorps te verjongen. De inzet waarmee het personeel van de opleiding de afgelopen tijd een aantal grote veranderingen heeft bewerkstelligd, is bijzonder groot. Dit is des te opmerkelijker omdat de veranderingen ook grote consequenties hebben voor de rollen van alle betrokkenen binnen de opleiding. Het personeel heeft een bewonderenswaardige flexibiliteit tentoongespreid. Hoewel de werkdruk hoog is, zijn docenten nog steeds gemotiveerd. De onderlinge collegialiteit is groot. Door de grote mate van deskundigheid op allerlei terreinen (onderwijzen, begeleiden, superviseren, onderwijs ontwikkelen) van alle personeelsleden kunnen de beoogde taken door het bestaande corps worden verricht Voorzieningen De materiële voorzieningen zijn met een goed beoordeeld en de studiebegeleiding met een excellent. Het eindoordeel op dit onderwerp is derhalve positief. Het systeem van studiebegeleiding is zeer uitgebreid en opmerkelijk. Studenten worden niet alleen inhoudelijk goed begeleid, maar zijn ook zeer te spreken over de begeleiding op het persoonlijke vlak. Studenten werken met POP's en portfolio's waarin nauw wordt 12

13 aansloten bij de opleidingskwalificaties. Supervisie en intervisie spelen in de begeleiding een belangrijke rol. Bij de begeleiding van stages en afstudeerwerk zijn de contacten tussen opleiding en werkveld heel nauw. In het algemeen sluit de begeleiding goed aan bij de opleidingsvisie van de opleiding. De materiële voorzieningen zijn uitgebreid: er zijn voldoende ruimtes van verschillende soort en maat, pc s en andere voorzieningen zoals blackboard en bibliotheekvoorzieningen. De informatievoorzieningen zijn zeer adequaat; docenten buitengewoon goed toegankelijk, in de zin dat zij bereid zijn tijd vrij te maken voor studenten en snel reageren op mail, telefoon, etcetera Interne kwaliteitszorg De facetten evaluatieresultaten en maatregelen tot verbetering zijn door het panel beoordeeld met een voldoende. Het facet betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld is beoordeeld met goed. Het eindoordeel op dit onderwerp is derhalve positief. Op operationeel niveau doet de opleiding veel aan kwaliteitszorg. Signalen die tot verbetering van de opleiding kunnen leiden worden adequaat opgepakt. Studenten, alumni en het werkveld worden door de opleiding gehoord en serieus genomen. Op beleidsniveau echter heeft de opleiding nog niet alles op orde. Er wordt veel geëvalueerd en veel verbeterd en de opleiding heeft ook een kwaliteitshandboek, maar hoe evaluatieresultaten en verbeteracties met elkaar samenhangen is niet altijd duidelijk; de kwaliteitscyclus is niet altijd rond. Er wordt veel ad hoc verbeterd. Dit leidt wel tot een kwalitatief goede opleiding, maar niet tot een overzichtelijk en transparant kwaliteitsbeleid. Zelf is de opleiding door een EFQM-nulmeting ook tot de conclusie gekomen dat zij het goed doet, maar dat zij in mindere mate heeft geanalyseerd waardoor dit komt Resultaten Het onderwijsrendement heeft het panel als voldoende beoordeeld en het gerealiseerd niveau als goed. Het eindoordeel over dit onderwerp is dan ook positief. Onderstaand de kengetallen zoals de opleiding die heeft opgenomen in haar zelfevaluatierapport. Beschikbare CRIHO-gegevens zijn in de tabellen toegevoegd tussen haken op de tweede regel. De gegevens in tabel 2 zijn helemaal afkomstig uit de CRIHOcijfers. Op de website van de HBO-raad zijn nog geen rendementsgegevens beschikbaar van de duale opleiding. 13

14 1.5.7 Kengetallen Kengetallen van de voltijdopleiding Tabel 1: Instroom, uitstroom, ingeschrevenen, personeel (tussen haken: CRIHO-cijfer SPH Windesheim / landelijk gemiddelde) Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening - voltijd Totaal aantal ingeschreven studenten (1103/843) 1032 (1017/840) 974 (980/774) 879 (891/714) Totaal aantal docenten Omvang docerend personeel in fte 30,87 31,38 32,04 33,25 32,49 33,50 Student / fte ratio 35,5 34,8 34,7 31,03 29,97 26,23 Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: 'instroom opleiding' (323/271) Totaal aantal geslaagden (173/158) 174 (285/172) 339 (324/272) 285 (198/174) 292 (297/247) 197 (211/170) 239 (217/189) 211 (178/161) Aantal geslaagden uit prop. instroom 'eerste keer hbo' Gemiddelde studieduur geslaagden in jaren 4,26 4,23 (4.16/3.83) 4,23 (3.78/3.79) 3,82 (3.91/3.78) 3,82 (3.99/3.73) 3,8 (3.98/3.76) Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren 1,25 1,51 (1.73/1.47) 1, /1.52) 1,51 (1.64/1.5) 1,62 (1.74/1.49) 1,7 (1.78/1.75) Tabel 2: Uitvalpercentages na 1 jaar en na 5 jaar volgens CRIHO (tussen haken: landelijk gemiddelde) Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening - voltijd Uitval na 1 jaar 20.0 (27.7) Uitval na 3 jaar) 35.3 (36.7) 33.0 (38.1) 25.7 (28.6) 34.4 (39.8) 27.4 (30.1) 38.7 (40.5) 27.1 (28.9) 26.6 (28.4) Tabel 3: Opleidingsrendement SPH-voltijd, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) (tussen haken: CRIHO-cijfers SPH Windesheim / landelijk gemiddelde) Diploma behaald na 1 jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Diploma behaald na 2 jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Diploma behaald na 3 jaar 27,3 26,7 27,1 20,1 Diploma behaald na 4 jaar 49,4 56,1 50,0 Diploma behaald na 5 jaar 57,5 (55.2/55.8) 61,5 (59.7/55.9) Diploma behaald na 6 jaar 60,4 Vergelijking van de kengetallen van de opleiding met landelijke kengetallen De opleiding SPH Windesheim behoort tot een van de grotere SPH-opleidingen in Nederland. Zowel het totaal aantal ingeschreven studenten als het aantal geslaagden ligt jaarlijks boven het landelijk gemiddelde. De gemiddelde studieduur van geslaagden is laag, namelijk 3.8 jaar (volgens CRIHO 3.98) in Het streefcijfer van 4.5 jaar voor de voltijdopleiding lijkt hiermee gehaald. Het cijfer ligt echter boven het streefcijfer 3.5 voor de driejarige variant. Het feit dat veel 14

15 studenten een driejarig traject volgen, bemoeilijkt de interpretatie van dit kengetal, ook ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De gemiddelde studieduur van geslaagden was bij SPH Windesheim iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Mogelijk zijn er veel andere SP-opleidingen met driejarige varianten. De gemiddelde studieduur van studiestakers is behoorlijk hoog: 1.7 (volgens CRIHO 1.78) in Het desbetreffende streefcijfer van 1.35 wordt hiermee overschreden. De opleiding doet er veel aan dit cijfer te doen dalen en heeft een aantal goede verklaringen voor de hoogte van dit kengetal. Het landelijk gemiddelde lag de afgelopen jaren iets lager, maar de verschillen zijn niet groot. Na het eerste studiejaar viel de laatste 5 jaar tussen de 20.0% en 27.4% van de studenten uit. Landelijk lag dit percentage tussen de 27.7% en 30.1%. In vergelijking met het landelijk gemiddelde vallen er bij SPH Windesheim in het eerste jaar dus relatief weinig studenten uit. Ook de uitval van studenten na 3 jaar ligt de laatste jaren onder het landelijk gemiddelde (zie tabel 2). Het diplomarendement van de voltijdopleiding ligt boven de 60%. Opvallend is dat meer dan 20% van de studenten hun diploma al na 3 jaar behaalt. Dit valt te verklaren uit de driejarige trajecten die de opleiding aanbiedt. Kengetallen van de duale opleiding Tabel 4: Instroom, uitstroom, ingeschrevenen, personeel SPH-duaal Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening - duaal Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten Zie voltijd Omvang docerend personeel in fte Zie voltijd Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: 'instroom opleiding' Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit prop. Instroom 'eerste keer hbo' Gemiddelde studieduur geslaagden in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren ,22 1,42 De opleiding heeft geen aparte streefdoelen geformuleerd voor de voltijdopleiding en voor de duale opleiding. De kengetallen van de twee varianten zijn niet uitgesplitst tussen studenten die aan de driejarige opleiding en studenten die aan de vierjarige opleiding studeren. Hierdoor is het lastig de kengetallen te interpreteren. Rendementscijfers van de duale opleiding zijn nog niet beschikbaar, aangezien deze variant pas in 1999 is gestart. Ook een vergelijking van de rendementen van de duale opleiding met landelijke cijfers is nog niet mogelijk. 15

16 1.6 Overzicht oordelen over onderwerpen en facetten Onderwerp/Facet Voltijd Duaal Doelstellingen 1.1 Goed Goed 1.2 Goed Goed 1.3 Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Programma 2.1 Excellent Excellent 2.2 Goed Goed 2.3 Excellent Excellent 2.4 Goed Goed 2.5 Excellent Excellent 2.6 Goed Goed 2.7 Goed Excellent 2.8 Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Personeel 3.1 Goed Goed 3.2 Goed Goed 3.3 Excellent Excellent Totaaloordeel Positief Positief Voorzieningen 4.1 Goed Goed 4.2 Excellent Excellent Totaaloordeel Positief Positief Kwaliteitszorg 5.1 Voldoende Voldoende 5.2 Voldoende Voldoende 5.3 Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Resultaten 6.1 Voldoende Voldoende 6.2 Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op alle zes de onderwerpen een voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. De opleiding voldoet op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaat daar op meerdere facetten, met name binnen de onderwerpen Programma en Inzet personeel' en 'Voorzieningen', bovenuit. 16

17 Deel B: Facetten 17

18 18

19 Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding hanteert voor alle verschillende varianten de competenties en opleidingskwalificaties zoals die zijn opgesteld door de projectgroep Landelijke Opleidingskwalificaties SPH en zoals die zijn vastgelegd in De Creatieve Professional (Landelijk Opleidingsoverleg SPH, 1999). Het landelijk overleg toont in dit document aan dat de opleidingskwalificaties voldoen aan het hbo-niveau. In De creatieve professional worden vijf kenmerken genoemd die kenmerkend zijn voor het kwalificatieniveau 5 (het hbo-niveau) binnen het sociaal-pedagogisch werk: complexiteit, verantwoorden/legitimeren, ontwikkelen van methodiek en beroep, wetenschappelijk verankeren, leiding geven en ondersteuning bieden aan medewerkers. Deze kenmerken sluiten nauw aan bij de generieke kernkwalificaties uit het rapport van de commissie Franssen. Zoals uit de Vertaling van de Dublindescriptoren naar generieke kwalificaties voor de HBO-bachelor (NQA, juni 2003) blijkt, zijn de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen direct gerelateerd aan de Dublin-descriptoren. De opleidingskwalificaties SPH voldoen derhalve ook aan de Dublin-descriptoren. Het huidige tweede, derde, en vierde jaar van de voltijd opleiding was opgezet als SPH nieuwe stijl. Deze opleiding was gebaseerd op het oude Landelijk Studierichtingsprofiel. Dit is concreter gemaakt met behulp van de beschrijvingen van het hbo-niveau uit het Strategisch Beleidsplan van de hogeschool én de Visie op het beroep van de opleiding SPH. Toen De Creatieve Professional in 1999 verscheen heeft de opleiding een Quickscan uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de opleiding SPH nieuwe stijl geen hiaten vertoont ten opzichte van de nieuwe opleidingskwalificaties. Dit verklaart waarom de Studiegids van de hoofdfase van de voltijdopleiding ( SPH nieuwe stijl, de oude opleiding dus) de 23 opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional als vertrekpunt neemt. De duale opleiding heeft in gezamenlijk overleg met het werkveld de landelijke opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional geordend en gerelateerd aan sleutelsituaties (aanvankelijk kritische beroepssituaties genoemd). Deze sleutelsituaties zijn richtinggevend voor de toetsing van het vraaggestuurde gedeelte van de opleiding. 19

20 Het eerste jaar van de voltijdopleiding Vraaggestuurd is eveneens uitgewerkt in de vorm van Sleutelsituaties. De sleutelsituaties geven een ordening aan de 23 opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional. Het panel heeft eveneens tijdens het gesprek met docenten kunnen vaststellen dat SPH Vraaggestuurd en SPH Duaal, zowel de 23 opleidingskwalificaties als de sleutelsituaties als referentiekader gebruiken. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: De 23 opleidingskwalificaties zijn rechtstreeks ontleend aan De Creatieve Professional (LOO SPH, 1999) en kunnen hierdoor rekenen op brede steun in het beroepenveld. Ze zijn verdeeld over drie segmenten: hulp- en dienstverlening aan en ten behoeve van cliënten, het werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverleningsorganisatie en het werken aan professionalisering. Ook het beperktere aantal sleutelsituaties (kritische beroepssituaties) waar de opleiding in het nieuwe vraaggestuurd onderwijs en SPH Duaal mee werkt, is tot stand gekomen in nauw overleg met (het werkveld óf) instellingen uit het beroepenveld. De 23 eindkwalificaties liggen controleerbaar onder de 7 sleutelsituaties. Op dit moment is de opleiding bezig met het verder uitwerken van de sleutelsituaties in zogenaamde beroepsproducten. De inhoudelijke uitgangspunten van de opleiding sluiten aan bij de ontwikkelingen in het werkveld zoals die worden genoemd in de Trendstudie SPH (1998): individugericht, vraaggericht en in verschillende contexten werken en hulpverlenen en aandacht voor kwaliteitszorg. In de projectgroep duaal heeft voortdurende afstemming plaatsgevonden tussen de opleidingskwalificaties uit De Creatieve Professional en de wensen van het werkveld. Een inhoudelijk internationaal referentiekader voor de opleiding SPH is niet voorhanden. Wel acht het panel de opleiding vergelijkbaar met de opleiding Graduaat in de Orthopedagogiek in België en met Social Work in Engeland. De hoofdfase van de voltijdopleiding is gebaseerd op het Landelijk Studierichtingsprofiel. In een Quickscan waarin de eindtermen van het Studierichtingsprofiel en de opleidingskwalificaties van De Creatieve Professional werden vergeleken, bleken beide systemen elkaar te dekken. De (vraaggestuurde) duale opleiding is van het begin af aan gebaseerd geweest op de opleidingskwalificaties genoemd in De Creatieve Professional. Voor de duale opleiding is er een vertaling gemaakt van de opleidingskwalificaties in sleutelsituaties die leidend zijn voor het samenstellen van toetsbare en integrale 20

21 leertaken. Deze sleutelsituaties zijn verder uitgewerkt en bijgesteld in de vraaggestuurde voltijdopleiding. De vertaling van de opleidingskwalificaties naar onderwijsinhoud van alle varianten van de opleiding komt tot stand in nauwe samenwerking met het werkveld en wordt steeds voorgelegd aan door de vaste consultatiecommissie uit het werkveld. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: In De creatieve professional, een document dat op zijn beurt steunt op het Beroependomeinprofiel SPW, wordt een schets gegeven van het beroep van SPH er dat als basis heeft gediend voor het formuleren van het landelijke opleidingsprofiel en de landelijke eindkwalificaties. SPH Windesheim kiest daarbij een eigen accent: emancipatorisch hulpverlenen en het muzisch-agogisch werken. Opleidingskwalificaties zijn vertaald in beheersingsniveaus, op basis waarvan onderwijs kan worden ontwikkeld, gekoppeld aan opleidingsfasen. De beheersingsniveaus die Duaal heeft vastgesteld zijn beheersen, methodische handelen en integratie. Voor de voltijdopleiding wordt gewerkt met de niveaus ervaren en verklaren, methodisch doen en denken en integratie. Voor de ontwikkeling van de vraaggestuurde voltijdopleiding bouwt de opleiding voort op de ervaringen vanuit de duale variant die van het begin af aan vraaggestuurd is opgezet. De sleutelsituaties uit de duale opleiding zijn geherformuleerd ten behoeve van de voltijdopleiding (en vervolgens gereed voor toepassing in duaal), en voorgelegd aan de consultatiecommissie die een afspiegeling is van de belangrijkste sectoren in het werkveld. Uit het gesprek met het werkveld blijkt dat de deze commissie een belangrijke invloed uitoefent op de eindkwalificaties van de opleiding. De wensen van het werkveld zijn voor de opleiding het belangrijkste uitgangspunt. Het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar is goed gewaarborgd. 21

22 Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Excellent Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel excellent is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding is in de vormgeving van het curriculum geconcentreerd op competentiegericht leren in beroepsgerichte contexten. Kennisontwikkeling wordt op veel verschillende manieren gestimuleerd. In alle opleidingsvarianten is veel aandacht voor leren leren, voor reflectie op het beroep en het eigen functioneren en voor zelfsturing. De wijze waarop studenten in de opleiding kennis en beroepsvaardigheden krijgen aangeboden, is deels afhankelijk van de opleidingsvariant. In de duale opleiding is naast de Beroepslijn (ontleend aan sleutelsituaties) sprake van een theorie-, een begeleidings- en reflectielijn en een vaardigheidslijn. Deze lijnen worden in de loop van de opleiding steeds meer geïntegreerd. SPH nieuwe stijl (de oude opleiding) kent 7 lijnen: 'beroepsontwikkeling theorie en visie, methodisch handelen en reflecteren, muzisch-agogische methodiek, oriëntatie en ondersteuning, professionele profilering en praktijkleren. Door in de uitwerking een fasering aan te brengen per lijn valt af te lezen dat er sprake is van een opbouw. Voor SPH Vraaggestuurd worden beroepsproducten gekoppeld aan sleutelsituaties als uitgangspunt genomen. De beroepsproducten worden aangeboden in de vorm van een integrale leertaak. Deze vernieuwende aanpak geeft de beroepspraktijk een permanente en nog prominentere plaats in de voltijdopleiding. Studenten putten uit verschillende reservoirs. Theoretische kennis is gerelateerd aan het zogenoemde conceptuele reservoir; beroepsvaardigheden aan de overige reservoirs. Vakliteratuur speelt een belangrijke rol. De literatuurlijst van de opleiding is actueel. Gedurende de hele opleiding komen voltijd- en duale studenten in aanraking met de beroepspraktijk. Eerstejaarsstudenten voltijd lopen gemiddeld 6 uur per week stage; in het tweede jaar in het tweede semester 2 dagen per week en in het geval van een stage in het buitenland de eerste helft van het tweede semester een aaneengesloten periode. Van deze mogelijkheid wordt veel gebruik gemaakt. Het panel heeft een aantal verslagen gezien van stages in het buitenland. Het derde jaar lopen voltijdstudenten het hele jaar stage en in het vierde jaar maakt het grootste deel van de studenten een afstudeerwerkstuk ten behoeve van het werkveld. Mbo-studenten volgen een verkort (driejarig) SVB-traject, waarbij zij in één jaar de eerste twee jaren 22

23 van het vierjarige traject volgen. Het eerste studiejaar van het SVB-traject is verdeeld in vier perioden, waarbij in de tweede, derde en vierde periode stage wordt gelopen. In totaal levert dit 21 EC op. Duale studenten zijn al werkzaam in het werkveld en komen dus voortdurend in aanraking met de beroepspraktijk. In het laatste studiejaar voert elke voltijdstudent een Synthesegesprek ten overstaan van een werkvelddeskundige en een docent waarin hij aan de hand van onderbouwde stellingen verantwoording aflegt over zijn competenties; een zeer bijzonder onderdeel van de opleiding. Duale studenten voeren een eindgesprek waarin de sleutelsituaties centraal staan. Er wordt getoetst of de student alle sleutelsituaties op SPH-niveau kan hanteren. Studenten komen niet alleen via casuïstiek en stages in aanraking met de beroepspraktijk, maar ook door de inzet van gastdocenten en het feit dat een groot aantal docenten recente werkervaring heeft en door studiedagen, trainingen en deelname aan pilots en projecten bij het werkveld zijn betrokken. De ontwikkeling van de duale en vraaggestuurde opleidingen, waar het accent valt op integraal leren, draagt in positieve zin bij aan een vroege kennismaking met de beroepspraktijk. Het panel heeft tijdens gesprekken met docenten, studenten, alumni en werkveld vastgesteld dat de banden van de opleiding met het werkveld zeer nauw zijn. De ontwikkeling van sleutelsituaties en beroepsproducten ten behoeve van de duale opleiding en de vraaggestuurde voltijdopleiding geschiedt in continue en nauwe samenwerking met het werkveld. De consultatiecommissie speelt een actieve rol in de opleiding. De consultatiecommissie komt ongeveer drie keer per jaar bijeen en heeft een wezenlijke invloed op de opleiding. Ook in het kader van de opleiding nieuwe stijl heeft de opleiding meer dan gebruikelijk contact gehad met het werkveld. Dit heeft tot resultaat dat de inhoud van de opleidingsprogramma's zeer werkveldgestuurd is. Geregeld worden veranderingen in het programma doorgevoerd naar aanleiding van signalen uit het werkveld. Door veelvuldige interactie tussen werkveld en opleiding worden dergelijke signalen in het algemeen snel opgevangen en indien mogelijk verwerkt in het opleidingsprogramma. Het panel heeft vastgesteld dat bij deze opleiding het onderwijs de praktijk volgt. Daarnaast probeert de opleiding ook innoverend te zijn naar de praktijk. Uit de resultaten van de HBO-monitor 2002 blijkt dat studenten van de opleiding positief oordelen over de voorbereiding op de beroepspraktijk. De score op moeilijkheidsgraad is precies goed is lager (57%), maar ten opzichte van het landelijk gemiddelde (45%) redelijk hoog. Studenten en alumni vinden het een pittige opleiding. Een belangrijk uitgangspunt van Windesheim is toetsen stuurt de opleiding. Het panel heeft in gesprekken met docenten, studenten en het werkveld kunnen vaststellen dat deze stelling niet alleen op papier wordt verkondigd, maar dat het, onder andere door het gebruik van sleutelsituaties als sturend principe, door de hele (vraaggestuurde voltijd- en duale) opleiding merkbaar is voor alle betrokkenen. Het panel heeft op de opleiding een literatuurlijst gezien van de verschillende varianten van de opleiding. De boeken op deze lijst zijn pittig en actueel en sluiten aan bij nieuwe ontwikkelingen in het werkveld. Volgens alumni bevatten readers maar een enkele keer verouderde artikelen. 23

24 In de vraaggestuurde opleiding wordt gewerkt met sleutelhandleidingen. Het panel heeft er enkele gezien en vindt deze handleidingen helder van opbouw. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding zeer consciëntieus en consequent de 23 kwalificaties uit De creatieve professional heeft vertaald en geconcretiseerd in haar onderwijsprogramma. Het panel heeft eveneens tijdens het gesprek met docenten kunnen vaststellen dat SPH Vraaggestuurd en SPH Duaal, zowel de 23 opleidingskwalificaties als de sleutelsituaties als referentiekader gebruiken. De sleutelhandleidingen en studiehandleidingen vormen hiervan het bewijs. Het panel heeft vastgesteld dat in de opleidingsonderdelen de relatie tussen de inhoud en de opleidingskwalificaties/sleutelsituaties wordt gelegd. Sleutelsituaties vormen het uitgangspunt voor het curriculum van SPH Vraaggestuurd en SPH Duaal. Uit het gesprek met studenten blijkt, dat studenten uit alle varianten van de opleiding zeer goed op de hoogte zijn van de opleidingskwalificaties die door de opleiding systematisch en methodisch zijn uitgewerkt in het programma. Studenten vertellen dat bij aanvang van ieder studieonderdeel duidelijk wordt meegedeeld op welke sleutelsituatie het onderdeel betrekking heeft en aan welke opleidingskwalificaties wordt gewerkt. Ook studenten uit de SPH nieuwe stijl zijn bekend met de opleidingkwalificaties. Het panel vindt het opmerkelijk hoe snel de sleutelsituaties bij iedereen zijn gaan leven. In de Studiegids SPH 2003/2004 Propedeuse wordt bij de meeste studieonderdelen expliciet aangegeven aan welke opleidingskwalificaties wordt gewerkt. Voor alle studieonderdelen van de verschillende opleidingsvarianten zijn doelstellingen geformuleerd die zijn gerelateerd aan de bijbehorende sleutelsituaties of opleidingskwalificaties en competenties. Gedurende de hele studie is het voor studenten mogelijk om zogenaamde profileringspunten te halen, die kunnen bestaan uit werkveldgerichte activiteiten of keuzemodulen. Deze modulen mogen in beperkte mate ook elders in de hogeschool worden gevolgd. De inhoud van de gekozen modulen sluit in dit geval dus niet noodzakelijk naadloos aan bij de opleidingskwalificaties SPH, wel bij de hbokwalificaties. 24

25 In de studiebegeleiding (nieuwe stijl) en in de leerprocesbegeleiding (duaal en vraaggestuurd) krijgen studenten door de hele opleiding heen feedback en advies op de door hen gemaakte keuzes met betrekking tot profileringspunten in relatie tot de door hen geformuleerde doelstellingen. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma excellent Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel excellent is gebaseerd op de volgende overwegingen: Zowel in de voltijdopleiding als in de duale opleiding wordt het beroepenveld in zijn totale samenhang gepresenteerd. Deze samenhang wordt in eerste instantie gevormd door de opleidingskwalificaties SPH zoals die zijn omschreven in de Creatieve Professional. Deze opleidingskwalificaties lagen aan de basis voor de ontwikkeling van de duale opleiding, vormen tevens het uitgangspunt voor de vraaggestuurde voltijdopleiding en blijken dekkend voor de onderwijsprogrammering van de voltijdopleiding nieuwe stijl. In Aanvulling opleidingskwalificaties bij de studieonderdelen geeft de opleiding duidelijk de relatie aan tussen de studieonderdelen van het oude programma SPH-nieuwe stijl (opgezet volgens 7 leerlijnen), van SPH-vraaggestuurd (opgezet vanuit 7 sleutelsituaties) en de 23 opleidingskwalificaties SPH. In beide varianten blijkt de samenhang zeer goed doordacht. De opleiding SPH-Nieuwe Stijl is opgezet volgens 7 didactische leerlijnen: Beroepsontwikkeling, Theorie en visie, Methodisch handelen en reflecteren, Muzischagogische methodiek, Oriëntatie en ondersteuning, Professionele profilering en Praktijkleren. Aan elke van deze 7 leerlijnen hangen programmaonderdelen die bij voorkeur in de in de studiegids aangegeven volgorde worden doorlopen om de samenhang maximaal tot zijn recht te laten komen. In Aanvulling op de notitie Kwaliteitsaspecten SPH (december 2003) worden de 7 lijnen nader toegelicht. Uit de jaarplanning blijkt dat de leerlijnen evenredig zijn verdeeld over het hele studiejaar. De voltijdopleiding SPH-vraaggestuurd is ontwikkeld vanuit 7 sleutelsituaties waarvoor de 23 kwalificaties onderliggend zijn, die inmiddels voor een deel verder zijn uitgewerkt in de vorm van beroepsproducten. Deze beroepsproducten dienen als uitgangspunt voor de opleiding. Beroepsproducten worden aangeboden in de vorm van integrale leertaken. Om de studenten hierbij te ondersteunen, wordt er gewerkt met conceptuele en vaardighedenreservoirs. Daarnaast vormen praktijkleren en leerprocesbegeleiding essentiële verbindende elementen in het programma. Inhoud, vorm, begeleiding en toetsing van de verschillende modulen zijn nauw op elkaar betrokken. Bovendien is er een heldere volgordelijkheid van bepaalde modulen 25

26 vastgesteld en zijn er dus door de inhoud bepaalde beperkingen aan flexibiliteit van leerwegen. Ook de duale opleiding is gebaseerd op dezelfde 7 sleutelsituaties. Het is de bedoeling dat de duale opleiding ook gaat werken vanuit beroepsproducten. Daartoe zal gebruik worden gemaakt van de ervaringen in de vraaggestuurde voltijdopleiding. Hoewel de voltijdopleiding nieuwe stijl oorspronkelijk was gebaseerd op het oude beroepsprofiel, heeft deze opleidingsvariant de opleidingskwalificaties een herkenbare plek gegeven. Kanttekening: Hoewel het panel een zeer goed opgebouwd en samenhangend programma heeft gezien en ook heeft vastgesteld dat studenten deze samenhang ervaren, is het van mening dat deze samenhang in de studiegidsen van de opleiding nog duidelijker kan worden gepresenteerd. Facet 2.4 Studielast goed Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding zorgt voor uitgebreide voorlichting over het beroep om te voorkomen dat teveel studenten ongemotiveerd aan de opleiding beginnen of de opleiding vroegtijdig verlaten. Ook kunnen mbo ers en havisten door middel van speciale modulen kijken of de opleiding hen aanspreekt. De opleiding verwacht dat ook het werken met beroepsproducten en meer opleidingsconforme stageplaatsen ertoe zullen leiden dat studenten sneller een reëel beeld van het werkveld krijgen en dus ook sneller kunnen bepalen of de opleiding bij hen past. De opleiding heeft veel maatregelen getroffen om het programma zo flexibel mogelijk te maken voor studenten. Er is een halfjaarlijkse instapmogelijkheid voor starters en voor zij-instromers is er een zelfstudieopdracht ontwikkeld. Tevens zijn er allerlei mogelijkheden voor studenten om hun studie te versnellen. Tweedejaarsstudenten kunnen bijvoorbeeld desgewenst alvast onderdelen uit het vierde jaar volgen. Ook kunnen studenten gedurende de hele opleiding eigen accenten leggen door middel van profileringspunten. Voltijdstudenten kunnen hun studie eventueel duaal afmaken. De opleiding zorgt in dat geval voor een soepele overgang, hetgeen ook geldt voor tweedejaarsstudenten die een blokstage in het buitenland lopen. Studenten met een SPW-vooropleiding kunnen het driejarige SVB-traject volgen. In overleg met werkveld en provincie is voor een beperkte groep allochtone studenten eenmalig een specifiek traject ontwikkeld. Bij aanzienlijke studievertraging kan een student in overleg met de coördinator een aangepast individueel traject vastleggen; voor situaties van overmacht 26

27 is er beroep mogelijk op het Fonds Ondersteuning Studenten. Al deze maatregelen zorgen ervoor dat belemmeringen voor de studievoortgang zoveel mogelijk uit de weg worden genomen. Bij het opstellen van jaaroverzichten wordt er rekening gehouden met de gelijkmatige verdeling van onderdelen (en daarmee ook van de toetsingsmomenten) over het studiejaar. Dit blijkt ook uit de Studiegidsen. Studenten hebben voor ieder onderdeel meerdere herkansingsmogelijkheden. Studenten die in de vraaggestuurde opleiding zitten kunnen voor een groot deel zelf voor een goede spreiding zorgen. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij de opleiding pittig, maar niet te moeilijk vinden. De opleiding kost in het algemeen veel tijd. Bij duale studenten wordt door de opleiding goed rekening gehouden met het feit dat zij naast hun studie tijd nodig hebben voor hun baan en hun privé leven. Facet 2.5 Instroom excellent Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel excellent is gebaseerd op de volgende overwegingen: Sinds september 1997 worden studenten in vooropleidingsspecifieke groepen ingedeeld. In feite kent de opleiding drie verschillende trajecten: een vierjarige voltijdopleiding voor havisten, een driejarige voltijdopleiding voor mbo ers en een duaal traject. De voltijdopleiding kent de groepen SVA (SPH voltijd algemeen) en SVB (SPH voltijd beroepsopleidende kolom). De opleiding heeft zeer veel maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de instroom voor de verschillende categorieën zo soepel mogelijk verloopt. Zo is er voor havisten in het eerste jaar een module waarin aandacht wordt besteed aan het leren studeren. Mbo ers kunnen een overgangsmodule volgen die de aansluiting met het mbo makkelijker moet maken. Bovendien krijgen SPW-4 studenten vrijstellingen. In samenwerking met ROC Aventus (Deventer, Apeldoorn en Zutphen) heeft de opleiding een doorlopende leerlijn ontwikkeld, waarbij studenten de mbo- en de hboopleiding in 6 jaar kunnen voltooien. Halverwege het derde jaar van de opleiding volgen SPW-studenten al hbo-modulen. Na 3.5 jaar gaat de SPW-stage over in een SPH-stage en wordt de student begeleid vanuit de opleiding SPW. Er vindt een overdracht plaats van SPW naar SPH. Intervisie loopt door. Daar zijn een mbo- en een hbo-docent bij betrokken. Bij SPH kunnen de studenten in een half jaar hun propedeuse halen. Door de samenwerking met mbo-routes is er ook inzicht verworven in de leerstijlen van studenten. Voor mbo ers (ook van andere ROC's) is het ook mogelijk een driejarig SPH-traject te volgen, waarbij het eerste en het tweede jaar in één studiejaar worden doorlopen. Om de aansluiting te bevorderen zijn de 27

28 vrijstellingsmogelijkheden van de opleiding SPH nieuwe stijl afgestemd op de eindtermen van de kwalificatiestructuur Welzijn. In studiejaar 2003/2004 stroomden er in totaal 243 studenten in in de propedeuse. Uit bijlage15 van het zelfevaluatierapport (instroom SPH cursus 2003/2004 naar geslacht, vooropleiding en traject) blijkt het grootste deel van de studenten die instromen in het vierjarige traject afkomstig te zijn van havo of vwo (72% respectievelijk 12%) en studenten die instromen in het driejarige traject voornamelijk van mbo-spw of een andere mbo-opleiding (83% respectievelijk 13%). Mbo ers kiezen dus massaal voor het speciaal voor hen ontwikkelde driejarige traject. Er stroomden 28 duale studenten in: 4 van de havo, 20 van mbo en de overige met een colloquium doctum. In overleg met de ROC's in Zwolle heeft de opleiding een diagnostisch instrument ontwikkeld waarmee studenten kunnen toetsen in hoeverre zij geschikt zijn voor een hbo-opleiding. Het instrument besteedt niet alleen aandacht aan kennis, maar, in de vorm van simulaties, ook aan vaardigheden zoals samenwerken, reflecteren, etcetera. Instromende mbo ers kunnen zich op vrijwillige basis laten testen. Ook kunnen zij op vrijwillige basis een zogenaamde brugmodule volgen. Studenten van 21 jaar of ouder kunnen sinds september 2002 via een instroomassessment instromen in de opleiding. Dit assessment wordt op hogeschoolniveau afgenomen. Voor studenten met een hbo- of wo-opleiding wordt individueel maatwerk gerealiseerd. Studenten met een deels verwante mbo opleiding (bijvoorbeeld mbo VP en Onderwijsassistent) kunnen de studieduur terugbrengen tot 3-3,5 jaar. Bij deze groep is sprake van individueel maatwerk. De hogeschool heeft een Centrum voor Instroommanagement dat activiteiten gericht op het optimaliseren van de aansluiting tussen vo/mbo en hbo coördineert en initieert. In 2002 is er geparticipeerd in het project acclimatiseren in het hbo en er is een monitor afgenomen onder alle eerstejaarsstudenten met een havo-vooropleiding. Daaruit blijkt dat 77% van de ondervraagden de aansluiting met redelijk tot goed beoordeelt. Uit exitinterviews met decanen blijkt dat aansluitproblemen zelden worden genoemd als reden voor vertrek. Facet 2.6 Duur goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Uit de Studiegids SPH 2003/2004 Propedeuse (vraaggestuurde voltijdopleiding) blijkt dat de opleiding een totale studielast heeft van 240 credits. Het programma van de propedeuse omvat 60 credits. In de eerste helft van het tweede studiejaar worden 40 28

29 credits behaald, inclusief het schrijven van een POP. Voor de vraaggestuurde fase blijven 140 credits over. Omdat de opleiding de studenten wil stimuleren veel in de praktijk bezig te zijn, moet minimaal de helft hiervan (70 credits) worden gerealiseerd in de praktijk. De studieduur van SPH nieuwe stijl wordt nog uitgedrukt in oude studiepunten. Uit de Studiegids SPH 2003/2004 hoofdfase ( SPH nieuwe stijl ) blijkt dat het oude studieprogramma een studielast van 1680 uur per jaar heeft. Deze worden in de studiegids verantwoord. In de duale opleiding wordt ervan uitgegaan dat de student minimaal 1680 uur op jaarbasis studeert. De minimale studielast van het onderwijsdeel van de opleiding bedraagt 24 credits. De studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs bedraagt 36 credits. De tijdsduur van de periode(n) die tenminste in de beroepsuitoefening wordt doorgebracht, bedraagt 160 weken. De verdeling van studiepunten over de propedeuse en postpropedeuse wordt in de Studiegids Duaal verantwoord. De opleiding werkt in alle varianten met zogenaamde profileringspunten. Daarmee kunnen studenten hun eigen accenten leggen. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voltijd: duaal: goed excellent Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. De oordelen goed voor de voltijdopleiding en excellent voor de duale opleiding zijn gebaseerd op de volgende overwegingen: Het didactisch concept dat ten grondslag ligt aan SPH-Nieuwe Stijl kan omschreven worden met de trefwoorden leren leren en pluriformiteit aan werkvormen. De hogeschool heeft dit concept verder uitgewerkt in een concept waarin de volgende drie elementen centraal staan: Reflectie, Zelfsturing en Beroepsrelevantie. In het zelfevaluatierapport wordt duidelijk aangetoond dat ook de duale opleiding en de vraaggestuurde voltijdopleiding tegemoet komen aan de kenmerken waaraan een opleiding volgens deze uitgangspunten moet voldoen. Het onderwijs is ingericht vanuit sleutelsituaties die worden ondersteund door conceptuele en vaardighedenreservoirs: het onderwijs is gecentreerd rond beroepsrelevante thema s en wordt begeleid door verschillende disciplines, kent activerende werkvormen, kent aandacht voor professionele en actuele ontwikkeling. Leerprocesbegeleiding is een belangrijk element in de opleiding. Beide opleidingen starten aanbodgericht en gaan geleidelijk over in vraaggestuurd. Deze aanpak sluit goed aan bij de leerstijl van studenten en de elementen van het onderwijsconcept. 29

30 De propedeuse voldoet door onderwijsvormgeving en begeleiding aan de eisen oriëntering, verwijzing en selectie. De opleiding legt de nadruk op het methodisch inzetten van muzische middelen vanuit emancipatorisch perspectief. Dit is een concrete uitwerking van de visie die de opleiding heeft op het beroep en op leren. Uit de inhoud van het curriculum blijkt dat aan deze uitwerking duidelijk gestalte wordt gegeven. Ook blijkt uit de studiegidsen dat er gebruik wordt gemaakt van een veelheid aan werkvormen die passen bij de inhoud van de desbetreffende studieonderdelen. Er is een goede opbouw in moeilijkheidsgraad en er zijn flexibiliseringsmogelijkheden. Uit gesprekken met studenten en alumni blijkt dat zij dit ook zo ervaren. Er is door de hele opleiding heen ruime aandacht voor transfer van leer- en praktijkervaringen waardoor het generieke concept van de opleiding wordt gewaarborgd. Het verschillende oordeel van de voltijdopleiding en de duale opleiding is gelegen in het feit dat het panel de vraaggestuurde opleiding zeer veelbelovend vindt en goed passend bij het onderwijsconcept en dat de duale opleiding vanaf de start vraaggestuurd is opgezet terwijl dat in de voltijdopleiding nog moet groeien. Het eerste jaar van de voltijdopleiding is nog voornamelijk aanbodgericht; het zal nog enige tijd duren voordat bij de voltijdopleiding de resultaten van de vraagsturing zichtbaar zijn. Vraagsturing zorgt voor een optimale afstemming tussen vormgeving en inhoud van het curriculum. Immers, studenten zullen daarbij zelf die werkvormen kiezen die zij het beste vinden passen bij de vraag. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing goed Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Uit verschillende gesprekken is gebleken dat de opleiding werkt vanuit het uitgangspunt toetsen stuurt het onderwijs aan. Dit betekent dat het onderwijs wordt vormgegeven vanuit datgene wat de student uiteindelijk moet laten zien (de toets), waartoe hij zich competent acht. De commissie vindt dit een zeer positief uitgangspunt en heeft vastgesteld dat dit ook daadwerkelijk aansluit bij wat er in de opleiding gebeurt. In de studiegidsen van de opleiding wordt bij elk studieonderdeel duidelijk aangegeven op welke wijze het onderdeel wordt beoordeeld. Het panel heeft geconstateerd dat er sprake is van veel verschillende beoordelingsvormen die coherent zijn aan de onderwijsvorm. Studenten bevestigen dit. 30

31 In de studiehandleidingen wordt aangegeven wat de beoordelingscriteria voor toetsen zijn. Studenten zeggen dat deze criteria bij hen altijd bekend zijn. Het panel heeft overigens wel geconstateerd dat de toetscriteria niet altijd werden genoemd in de toetsen die ter inzage waren gelegd. Informatie over de stage in het eerste jaar is te vinden in de Praktijkgids Sociaal Pedagogische Hulpverlening. In deze gids wordt duidelijk beschreven hoe de student wordt beoordeeld, onder welke voorwaarden dit gebeurt en welke criteria hierbij worden gehanteerd. In de bijlagen van deze gids zijn de opleidingskwalificaties SPH opgenomen. In de tekst wordt echter geen duidelijke link gelegd met deze opleidingskwalificaties. Overigens blijkt uit gesprekken dat studenten zich allen zeer bewust zijn van de opleidingskwalificaties die zij moeten halen. Hieraan wordt in het kader van studieloopbaanbegeleiding ook structureel aandacht besteed. Ook het tweede en het derde jaar kennen een Stagegids. Ook daarin staat helder beschreven hoe de beoordeling van de stages plaatsvindt. Uit de bestudering van verslagen van synthesegesprekken en gesprekken met studenten concludeert het panel dat de beoordeling van deze gesprekken streng is. Dit vindt zij passen bij het belang dat de opleiding hecht aan deze gesprekken. Ook alumni vinden de beoordeling van synthesegesprekken rechtvaardig. Hoewel er binnen de opleiding veel wordt gewerkt in groepen, sluiten studenten en alumni het voorkomen van meeliftgedrag uit. De opleiding besteedt hier veel aandacht aan (onder andere door de studenten van rol in de groep te laten wisselen); studenten spreken er elkaar snel op aan. Ook intervisie en supervisie spelen hierbij een belangrijke rol. Meeliften wordt niet getolereerd. De duale opleiding kent een toetsbeleid. Het toetsbeleid voor de voltijdopleiding is in ontwikkeling. Uit het Concept Toetsbeleid opleiding SPH blijkt dat de opleiding uitgaat van vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Het toetsbeleid sluit dus nauw aan bij het onderwijsconcept van de opleiding. De gekozen toetsvormen passen bij de gehanteerde werkvormen, hetgeen wordt bevestigd door studenten. Fraudegevoeligheid wordt aangepakt. De kwaliteitscriteria en -doelen moeten in het toetsbeleid nog nader worden uitgewerkt. De uitgangspunten voor het toetsbeleid staan er wel in. Het toetsbeleid eindigt met een stappenplan waaruit blijkt dat de opleiding vanaf januari 2002 voortvarend bezig is met de ontwikkeling van een toetsbeleid passend bij de nieuwe onderwijsvorm. Bovendien vindt er voortdurende aanpassing van toetsen plaats op basis van evaluaties. Hoewel de duale en de voltijdopleiding op dit moment beide vraaggestuurd zijn c.q. worden ingericht, is er sprake van twee documenten toetsbeleid. Portfolio's vormen een belangrijk medium in vraaggestuurd onderwijs. In het rapport Eindproject SPH-duaal (november 2003) wordt schematisch weergegeven hoe verschillende termen zich tot elkaar verhouden. Doel van het portfolio is het verbinden van de leerervaringen en nagaan of dit leidt tot competent gedrag. Uit het rapport blijkt dat duale studenten ook minimaal tweemaal een portfolio-assessment krijgen. 31

32 Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo goed Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Het docententeam van de opleiding is de afgelopen jaren sterk in beweging geweest, mede als gevolg van functieontwikkeling en -differentiatie en eveneens als gevolg van alle vernieuwende projecten waarin de opleiding participeert. Bij het aannemen van docenten staat de ontwikkeling van een competentiegerichte en vraaggestuurde opleiding nu centraal. De opleiding streeft naar een goed evenwicht tussen hbogeschoolde en universitair geschoolde medewerkers en streeft naar een toename van docenten met recente ervaring in de praktijk. De opleiding is in staat geweest docenten binnen te halen vanwege een aantal grote projecten (zoals SPH competent), waar zij docenturen op kan doorbelasten. Daarmee kon het aantal docenten met recente werkervaring de laatste jaren stijgen. Deze docenten zijn in eerste instantie binnengekomen met een tijdelijk contract, maar inmiddels heeft de opleiding een aantal vaste aanstellingen (5 fte in totaal) voor deze docenten zeker gesteld. Daarmee stijgt niet alleen het percentage docenten met recente werkervaring, maar daalt ook de gemiddelde leeftijd van de docenten. Van de ongeveer 60 docenten die bij de opleiding werken, heeft ongeveer 25% recente werkervaring. De opleiding maakt dus zeer goed gebruik van een aantal mogelijkheden om nieuwe, enthousiaste mensen binnen te halen. Docenten die niet onderwijskundig geschoold of onderlegd zijn krijgen een didactische cursus. Uit de cv's van docenten blijkt, dat alle docenten minimaal een hbo-opleiding hebben genoten. Uit het gesprek met de docenten blijkt, dat ook docenten die niet uit het werkveld afkomstig zijn, voldoende gelegenheid hebben om het werkveld te leren kennen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de begeleiding van stages, supervisie, het studieonderdeel Synthese in het vierde jaar en afstudeerprojecten, maar ook door de nieuwe opzet van de duale opleiding en SPH Vraaggestuurd waar sleutelsituaties en beroepsproducten een integrale aanpak vereisen. Docenten werken dit onderwijs in nauwe samenwerking met het werkveld uit. Daarnaast blijkt uit gesprekken met docenten dat sommigen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid docentstages te lopen. Het panel heeft vastgesteld dat eigen initiatief van docenten op dit gebied op prijs wordt gesteld. De consultatiecommissie die het brede werkveld representeert, speelt een belangrijke rol bij het bewaken van het hbo-niveau van het personeel. De duale opleiding is opgebouwd in een voortdurende uitwisseling met personen uit de praktijk. 32

33 De opleiding heeft een pool van supervisoren en stagebegeleiders die werkzaam zijn in de praktijk. Ook verzorgen mensen uit de praktijk regelmatig studieonderdelen en zijn er bijeenkomsten met werkveldbegeleiders. Bovendien voert een groot aantal studenten een afstudeeropdracht in de praktijk uit. Al deze factoren zorgen ervoor dat het hbo-niveau en de relatie met de praktijk continu worden bewaakt. Facet 3.2 Kwantiteit personeel goed Criteria: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding streeft ernaar docenten voor niet meer dan 20 uur in te roosteren voor het geven van onderwijs. Door de variëteit aan taken die alle docenten hebben, zou het verroosteren van meer uren snel tot overbelasting kunnen leiden. Dit wil de opleiding voorkomen. Hoewel de werkdruk van docenten hoog is, is het ziekteverzuim onder het personeel relatief laag (op 1 december 2003: 5.3%), hetgeen erop wijst dat er geen sprake is van teveel belasting. De opleiding had de afgelopen periode een docent-student ratio van 1 op 29. Als gevolg van de investeringen in een aantal projecten is het zelfs iets lager: 1 op 26. Deze ratio ligt onder het voor Windesheim gemiddelde van 28,75. In vergelijking met andere opleidingen is dit een aanvaardbaar getal. De opleiding heeft een vast team van ongeveer 40 mensen en daarnaast een groot aantal flexibele krachten. Ook het werkveld wordt regelmatig ingeschakeld voor het verzorgen van onderwijs. Het vacaturebeleid is gericht op verjonging, werkveldervaring en evenwicht tussen hbo- en wo-opgeleide docenten. Studenten toonden zich tijdens de visitatie tevreden over het aantal contacturen en zijn zeer bijzonder te spreken over de bereikbaarheid van docenten. De opleiding voert een actief beleid op het gebied van zorg en welzijn. Voorbeelden hiervan zijn de ARBO-goedkeuring van werkplekken voor docenten, het tijdig signaleren van piekbelasting van docenten, het zoveel mogelijk rekening houden met de wensen van docenten (o.a. op het gebied van roostering), onder andere door het voeren van voortgangs- en waarderingsgesprekken, POP s en het stimuleren van scholing en het bevorderen van een cultuur van collegialiteit. Tijdens gesprekken met docenten heeft het panel geconstateerd dat er binnen het docententeam een hoge motivatie en een goede werksfeer is, waardoor men bereid is extra inspanningen voor de opleiding te verrichten. 33

34 Facet 3.3 Kwaliteit personeel excellent Criteria: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel excellent is gebaseerd op de volgende overwegingen: Het panel heeft bewondering voor het elan waarmee het team van de opleiding vernieuwingen neerzet. Ondanks de hoge werkdruk die docenten ervaren, stralen de docenten plezier in hun werk uit. De onderlinge saamhorigheid is groot. Docenten zijn bereid veel tijd te steken in ontwikkelwerk ten behoeve van de nieuwe, vraaggestuurde opleiding en vele andere projecten. Binnen de opleiding wordt sinds kort gewerkt in Resultaat Verantwoordelijke Teams (RVT's). Elke team is verantwoordelijk voor een sleutelsituatie en dient er derhalve voor te zorgen dat deze sleutelsituatie (en bijbehorende opleidingskwalificaties) gedurende de hele opleiding voldoende aan bod komt. De uitwerking wordt in nauwe samenwerking met het werkveld vormgegeven. De samenhang wordt bewaakt door de projectgroep opleidingskwalificaties, en straks door een curriculumcommissie, met een afvaardiging van alle RVT s en oude vak groepen. De oude leerlijnen worden door (vak)docentgroepen bewaakt in verband met samenhang en opbouw in de opleiding. Het is de bedoeling dat de RVT's in de nabije toekomst worden gecoacht. Plannen hiervoor zijn in de maak. Belangrijke instrumenten die de opleiding in het kader van deskundigheidsbevordering sinds 2002 gebruikt, zijn functiedifferentiatie en functieontwikkeling. Deze instrumenten hebben het systeem van functionerings- en beoordelingsgesprekken vervangen. Het is de bedoeling dat docentenpop's hierbij een steeds belangrijker rol gaan vervullen. De opleiding is hiermee al begonnen. Dit sluit goed aan bij de werkwijze die de opleiding ook van studenten vraagt. Volgens de docenten verlopen de waarderingsgesprekken door het gebruik van POP's gestructureerder dan voorheen. Het panel heeft enkele docentenpop's gezien. Hoewel deze nog niet volledig waren ingevuld, bleek de opleiding er serieus mee bezig. Drie jaar geleden zijn met alle docenten belangstellingsgesprekken gehouden. Daarin werden de docenten in staat gesteld zelf aan te geven voor welke taken binnen de organisatie zij belangstelling hadden. Uit gesprekken met docenten blijkt dit een belangrijke impuls geweest te zijn om na te denken over de eigen loopbaan binnen de organisatie. Veel docenten hebben dit als stimulerend ervaren. Het docententeam heeft de afgelopen jaren een grote flexibiliteit tentoongespreid. De meeste docenten hebben een zeer grote omschakeling moeten maken in de rol(len) die zij in de opleiding vervullen. Zij zijn niet alleen docent, maar daarnaast ook coach, tutor, leerprocesbegeleider, stagebegeleider, supervisor, intervisiedocent en onderwijsontwikkelaar. Voor deze taken hebben zij zich deels moeten bijscholen. Leren-leren en integratie van disciplines waren dus ook eisen gesteld aan de docent zoals aan de student. In de duale opleiding heeft men gewerkt in tweetallen bij het 34

35 begeleiden van groepen. Zo hebben bijvoorbeeld veel docenten een supervisieopleiding gevolgd. De opleiding heeft hier een actief beleid van deskundigheidbevordering op gevoerd. De verdeling in hogeschooldocent a en b is goed verlopen. Alle docenten die worden aangenomen, hebben een onderwijsbevoegdheid of worden door de opleiding didactisch bijgeschoold. Daartoe wordt een didactische cursus van 300 uur aangeboden die voor 50% door de opleiding wordt bekostigd. De opleiding kent een Teamontwikkelingsplan waarin onder andere aandacht wordt besteed aan het scholingsbeleid, mede in relatie tot de ontwikkelingen die gaande zijn binnen de opleiding op het gebied van vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Docenten moeten volgens dit plan in de nieuwe situatie zijn toegerust voor de volgende rollen: onderzoeker, ontwerper, leerprocesbegeleider, beoordelaar en relatiebeheerder. In het plan worden prioriteiten gesteld voor de scholing van docenten. Deze prioriteiten sluiten goed aan bij de nieuwe ontwikkelingen. Voor studiejaar 2003/2004 is concreet invulling gegeven aan de scholingsactiviteiten voor docenten, waarbij het accent ligt op training ten behoeve van leerprocesbegeleiding, beoordelen, ontwerpen van onderwijs en teamtraining ter ondersteuning van ontwikkeling van verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Studenten en alumni zijn blijkens enquêtegegevens en de gevoerde gesprekken zeer tevreden over de vakinhoudelijke kennis en capaciteiten van de docenten. Dat is ook de uitkomst van het gesprek met de werkvelddeskundigen. Onderwerp 4 VOORZIENINGEN Facet 4.1 Materiële voorzieningen goed Criteria: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding beschikt over voldoende lokalen en kleinere werkruimtes om het onderwijs met bijbehorende werkvormen te kunnen uitvoeren. Er is een mediatheek in het gebouw met een ruim assortiment aan boeken. Docenten kunnen ook op aanvraag boeken laten toevoegen aan de collectie. De opleiding beschikt over voldoende lokalen voor muzisch-agogische vakken. Zij heeft een lokaal waar kan worden gewerkt met beeldende materialen, een muzieklokaal en een dramalokaal. In de vleugel waar de opleiding haar voorzieningen heeft, is een aantal computerruimtes waarvan zowel SPH-studenten als de andere studenten van de afdeling gebruik kunnen maken. Daarnaast is het voor studenten mogelijk uit te wijken naar computerruimtes van andere opleidingen. Studenten geven aan dat er weliswaar 35

36 piekuren zijn, maar dat er in het algemeen voldoende computers beschikbaar zijn. Alle computers zijn voorzien van een internetaansluiting en alle studenten en docenten hebben een eigen adres. Studenten zijn tevreden over het gebruik van blackboard bij de opleiding. Blackboard wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. Het wordt onder andere gebruikt als communicatiemiddel (notulen, tussenproducten, studieresultaten, etc.) en als middel om virtueel te vergaderen. Andere toepassingmogelijkheden zijn in ontwikkeling. De openingstijden van het gebouw zijn zowel voor voltijdstudenten als voor duale studenten voldoende. Ook in de vakanties is het gebouw (beperkt) geopend. Duale studenten hebben geen klachten over de openingstijden. De catalogus van de mediatheek kan ook vanuit huis worden geraadpleegd en studenten kunnen online boeken reserveren en verlengen. Vaste docenten hebben vaste plekken in een kamer die gedeeld wordt met enkele collega's. Docenten met een tijdelijke aanstelling maken gebruik van een ruimte met flexplekken waar zij eventueel (als ze er geregeld zijn) een eigen plek kunnen inrichten. Alle ruimtes van de hele opleiding liggen in één vleugel van het gebouw, waardoor docenten en studenten elkaar gemakkelijk kunnen bereiken. Studenten zijn buitengewoon tevreden over de bereikbaarheid van de docenten. Als deze niet fysiek aanwezig zijn in het gebouw, kunnen studenten hen mailen en eventueel zelfs thuis bellen. Op s van studenten wordt volgens studenten en alumni altijd snel gereageerd. Roosters worden centraal gemaakt met behulp van een geautomatiseerd systeem, waardoor alle beschikbare ruimtes zo optimaal mogelijk worden benut. Als studenten of docenten van de opleiding SPH een ruimte nodig hebben, kunnen zij deze rechtstreeks via dit systeem reserveren. In september 2003 is er een e-learningcoördinator voor SPH aangesteld. In de komende tijd zullen er nog meer mogelijkheden worden gecreëerd ten behoeve van vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs zoals het aanbieden via blackboard van studiehandleidingen, lesmaterialen, powerpointpresentaties en organisatorische mededelingen en het communiceren en digitaal toetsen via dit systeem. Facet 4.2 Studiebegeleiding excellent Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. 36

37 Het oordeel excellent is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding kent een zeer uitgebreid systeem van studiebegeleiding. Zo zijn er in de opleiding studiebegeleiders, jaarcoördinatoren, leerprocesbegeleiders of intervisiedocenten, tutoren (per sleutelsituatie), stage- en afstudeerbegeleiders. Verder kunnen studenten van Windesheim terecht bij studentenpsychologen, bij decanen, bij het pastoraat en bij een vertrouwenspersoon en is er een klachtenregeling. Voor studenten met een fysieke beperking zijn er aanvullende vormen van ondersteuning. Studenten studeren in stamgroepen van 8 studenten waarin regelmatig studievoortgang en andere vragen aan de orde worden gesteld. Er is een uitgebreid systeem van digitale en schriftelijke communicatie. Het panel is van mening dat de begeleiding binnen de opleiding gevarieerd is en ook zeer goed past bij de nieuwe onderwijsvorm: vraaggestuurd onderwijs. Daarbij werken studenten met zelf bijgehouden portfolio's en ontwikkelde Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP's). Bij leerprocesbegeleiding wordt (zowel groepsgewijs als individueel) uitgebreid aandacht besteed aan de kwaliteit daarvan. Ook bij andere vakken wordt volgens de studenten weer teruggekomen op de POP's, waardoor deze een geïntegreerd onderdeel vormen van de vraaggestuurde opleiding. In de studie- en leerprocesbegeleiding vormen de kwalificaties en de naar aanleiding daarvan geformuleerde sleutelsituaties de expliciete leidraad. Alle studenten die het panel heeft gesproken (verdeeld over alle studiejaren, zowel voltijd als duaal), zijn uitermate tevreden over de wijze waarop zij door de opleiding worden begeleid. Dit geldt niet alleen voor inhoudelijke begeleiding, maar ook voor persoonlijke begeleiding. De drempel voor begeleiding is laag. Vooral over de supervisie zijn de studenten heel positief. Studenten weten in het algemeen goed bij wie ze terecht kunnen voor welke problemen en vinden dat er adequaat wordt gereageerd. Het panel is van mening dat zij hier te maken heeft met een zeer studentgerichte opleiding, onder andere tot uiting komend in een excellent begeleidingssysteem. Het feit dat veel docenten een supervisor- en tutortraining hebben gevolgd, draagt hier ook in positieve zin aan bij. Alumni en studenten (alle studiejaren, verschillende instroomcategorieën) zijn ook zeer tevreden over de wijze waarop zij werden/worden begeleid tijdens hun studie (intervisie en leerprocesbegeleiding zijn goed voor systematische feedback op studiegedrag en houding) en tijdens de stage en het afstuderen. De resultaten van de HBO-monitor en het Imago-onderzoek Windesheim 2003 ondersteunen dit. De opleiding scoort volgens de HBO-monitor hoog (96%) ten opzichte van het landelijk gemiddelde (85%) op voldoende studiebegeleiding. Contacten tussen de opleiding en het werkveld zijn bij de begeleiding zeer nauw. Dit blijkt ook uit het gesprek met vertegenwoordigers uit het werkveld. De begeleiders van de opleiding en de stageverlenende instelling hebben veelvuldig contact. Studenten hebben de indruk dat docenten goed weten wat er in het werkveld speelt en werkgevers lijken goed op de hoogte van de eisen van de opleiding. De studievoortgang wordt geregistreerd met behulp van het systeem CAAS. Studenten worden regelmatig geïnformeerd over hun studievoortgang en kunnen bovendien via internet te allen tijde hun resultaten inzien. Er zijn regelmatig docentenvergaderingen en studievoortgangsbesprekingen en er is sprake van 37

38 flexibele leerwegen. Studiebegeleiders en jaarcoördinatoren bewaken de studievoortgang. Duale studenten geven grotendeels hun eigen studieprogramma vorm. Dit stelt hoge eisen aan de begeleiding. Uit gesprekken met studenten en alumni blijkt dat de opleiding nauwkeurig in de gaten houdt in hoeverre duale studenten hun opleidingskwalificaties hebben gehaald. Dit gebeurt door middel van plannen van aanpak waarin de student nauwkeurig beschrijft hoe hij de opleidingskwalificaties denkt te gaan halen en portfolio s waarin de bewijzen worden geleverd. De leerprocesbegeleider van de opleiding houdt de vorderingen bij en bespreekt deze met de student. Studenten van de duale opleiding en studenten van de vraaggestuurde voltijdopleiding werken vanaf het derde studiejaar met portfolio's en POP's. Voor het gebruik van deze instrumenten heeft de opleiding voor studenten en docenten een Handboek Leerprocesbegeleiding (2003) en een POP-instructieboek (SPH ). In het Handboek Leerprocesbegeleiding wordt nauwkeurig beschreven wat POP's en portfolio's zijn en hoe de student hier gebruik van kan maken bij de SPH-opleiding. Ook wordt uitgebreid aandacht besteed aan het begeleidingssysteem ten aanzien van POP's en portfolio's. Het panel heeft ook enkele POP's en portfolio's van studenten bekeken. Deze waren zeer uitgebreid en legden duidelijk de verbinding met de opleidingskwalificaties. Onderwerp 5 INTERNE KWALITEITSZORG Facet 5.1 Evaluatie resultaten voldoende Criteria: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel voldoende is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opleiding maakt gebruik van een kwaliteitshandboek, waarin in grote lijnen is vastgelegd wat de opleiding onder kwaliteitszorg verstaat en wat haar doelen zijn. Deel III van dit handboek beschrijft middelen, instrumenten en procedures. Uit dit handboek blijkt, dat de opleiding uitgaat van het EFQM/INK-model. De aansluiting tussen de strategische doelen die vermeld staan in het Handboek en de huidige acties, is op onderdelen niet geëxpliciteerd. Hogeschoolbreed wordt de zogenaamde krakeling als uitgangspunt genomen voor kwaliteitszorg. In Kwaliteitszorg Windesheim (april 2004) is de krakeling dan ook in de bijlagen opgenomen. In dit model zijn elementen uit het INK-model te herkennen. De opleiding SPH heeft dit model al in 2000/2001 als uitgangspunt genomen voor kwaliteitszorghet beleid van de opleiding SPH is deels uitgangspunt geweest voor het Hogeschoolbeleid op het gebied van kwaliteitszorg. 38

39 In bijlage 2 van Kwaliteitszorg Windesheim (april 2004) zijn prestatie-indicatoren opgenomen voor studenten, personeel en bedrijfsvoering. In het Handboek Kwaliteitszorg SPH zijn prestatie-indicatoren fijnmaziger uitgewerkt in deel II. Dat bij de prestatie-indicatoren niet is aangegeven wanneer een indicator goed is heeft volgens de opleiding te maken met het feit, dat dit pas gebeurt op het moment dat er een evaluatie-instrument is ontwikkeld. Hiertoe heeft de opleiding een verbeterformat ontwikkeld. De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport bij 5.2 een lijst met minimumdoelen van de opleiding. Deze doelen zijn in de beschikbare documentatie echter deels nog onvoldoende expliciet geoperationaliseerd. Het panel vraagt zich af wanneer iets bijvoorbeeld voldoende of aanvaardbaar is. Een gedeeltelijk antwoord hierop kan worden gevonden in Managementinformatie Een eerste stap op weg van kengetallen naar stuurgetallen (januari 2004). In dit document worden voor enkele kritische succesfactoren aanvaardbaarheidsnormen genoemd. De kritische succesfactoren zijn echter niet precies dezelfde als de in het zelfevaluatierapport genoemde minimumdoelen. In Kwaliteitsaspecten SPH, een beeld van de opleiding, geeft de opleiding aan op pagina 11: Bij onderzoeksuitslagen hanteert de opleiding in principe het percentage van 75% als zijnde een score waarom niet direct verbeteracties hoeven te worden ondernomen. Verder geeft de opleiding in haar schriftelijke reactie (23 september 2004) de volgende toelichting op gehanteerde normen: Bij de gehouden audit was het streven bijvoorbeeld dat alle EFQM/INK- gebieden zich in de systeemfase (fase 3) moeten bevinden. Dit is niet in percentages uit te drukken, maar als onderdelen zich bevinden in lagere fase zijn dit door de opleiding uiteraard conform het uitgangspunt verbeterpunten. Bij de rendementen is de bekostiging uitgangspunt. Een te laag rendement wordt uitgedrukt in maanden en niet in percentages. Dus een laag rendement (te dure studenten) is onaanvaardbaar en de opleiding onderneemt daar actie op. Bij het minimumdoel Instroom voldoet aan instroomeisen zijn landelijk vastgestelde eisen uitgangspunt. Deze worden door de opleiding gehanteerd. Voldoende instroom, wordt extern en cijfermatig aangeleverd en gerelateerd aan instroom bij zusteropleidingen. Zit de opleiding onder het landelijk gemiddelde, dan is dit in principe onaanvaardbaar en wordt actie ondernomen. In het schema op pagina 67 van het zelfevaluatierapport tenslotte laat de opleiding zien op welke wijzen de minimumdoelen (linker kolom) worden geëvalueerd. In 2002 heeft de opleiding een EFQM-nulmeting uitgevoerd. De resultaten van deze meting zijn vastgelegd in een Rapportage Zelfevaluatie opleiding SPH (juni 2002). Uit deze nulmeting blijkt dat de opleiding op de eerste, inhoudelijke subcategorie op de organisatiegebieden net in de systeemfase scoort en bij leiderschap zelfs hoog in de systeemfase. De tweede categorie, toetsen en verbeteren, scoort steeds lager. De belangrijkste (voorzichtige) conclusie van deze nulmeting luidt: We doen het wel goed, maar hebben zelf nog in mindere mate geanalyseerd waardoor dit komt. De aanbeveling hier is duidelijk het in kaart brengen van de zogenaamde PDCA-cyclus: werk met name de Check en Act fases verder uit. Dit kan snelle verbetermomenten opleveren. Deze conclusie sluit goed aan bij datgene wat het panel op de opleiding heeft aangetroffen op het gebied van kwaliteitszorg. 39

40 Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding systematisch evaluaties uitvoert van het onderwijsprogramma. Uit gesprekken met studenten en alumni blijkt, dat de resultaten van evaluaties in het algemeen snel zichtbaar zijn in het onderwijsprogramma. Verder blijkt ook uit verschillende gesprekken dat resultaten van en verbeteracties op basis van evaluaties snel worden teruggekoppeld naar de docenten en eventueel ook naar het werkveld. De opleiding heeft in studiejaar 2003/2004 de Werkgroep Kwaliteitszorg opgericht. Speerpunten van deze werkgroep zijn: onderwijs, toetsen en resultaatverantwoordelijke teams (RVT's). Voor de evaluatie van het onderwijs heeft de werkgroep inmiddels formulieren ontwikkeld. Er zijn echter nog geen resultaten bekend van deze evaluaties. Op het gebied van de RVT's zal de werkgroep zich onder andere bezighouden met de coaching van deze teams. Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering voldoende Criteria: - De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel voldoende is gebaseerd op de volgende overwegingen: Het panel heeft bij de opleiding een actieplan aangetroffen dat is opgesteld naar aanleiding van de evaluaties van het eerste jaar (vraaggestuurd, SVA en SVB) in studiejaar 2003/2004. In dit actieplan is (per sleutelsituatie) aangegeven wat er zal worden gedaan, de wijze waarop, de termijn en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. In dit actieplan is de PDCA-cyclus duidelijk zichtbaar. De beschreven acties zijn duidelijk gerelateerd aan evaluatie-uitkomsten. Het panel vindt dit een voorbeeld van een inzichtelijk stukje kwaliteitszorg. In het zelfevaluatierapport noemt de opleiding een groot aantal verbeteracties. Naar aanleiding van de valideringsbrief van de NQA heeft de opleiding de genoemde verbeteracties toegelicht in een notitie. Uit deze notitie blijkt duidelijk dat zij serieus werk maakt van kwaliteitsverbetering. Kwaliteitsverbetering op operationeel niveau wordt op een goede manier uitgevoerd. De opleiding slaagt er echter nog onvoldoende in de relatie tussen onderzoeksresultaten enerzijds en verbeteracties anderzijds inzichtelijk te maken. De transparantie van de PDCA-cyclus behoeft verbetering. Met name de check en act zijn onvoldoende expliciet gekoppeld aan de doelen op het tactische en strategische niveau, terwijl de opleiding het op operationeel niveau wel zichtbaar maakt. Beleid op het gebied van kwaliteitszorg is verspreid over een groot aantal documenten wel te vinden, maar het is niet overzichtelijk en transparant. Doordat de opleiding zeer goed communiceert met studenten, docenten en het werkveld worden verbeteracties vaak direct gerealiseerd. Hierdoor is het voor een buitenstaander niet altijd duidelijk 40

41 zichtbaar waarom een verbeteractie heeft plaatsgevonden. De PDCA-cyclus wordt dan impliciet toegepast. Doordat er niet altijd wordt gewerkt met duidelijk meetbare streefdoelen, is het lastig te bepalen in hoeverre de streefdoelen zijn gehaald. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld goed Criteria: - Dij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Bij de betrokkenheid van studenten bij de kwaliteit van de opleiding speelt de Opleidings Commissie (OC) een belangrijke rol. Deze commissie heeft veelvuldig contact met de stuurgroep en de projectgroep vraagsturing. Zij voert ook eigen onderzoek uit en doet op grond daarvan voorstellen voor verbeterpunten van de opleiding aan de stuurgroep. Vertegenwoordigers van de OC zijn ook aanwezig bij sollicitatiegesprekken met nieuwe docenten. Leden van de OC voelen zich zeer serieus genomen door de opleiding. De OC levert een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van de opleiding. Studenten hebben via de klankbordgroep, waarin vertegenwoordigers van alle stamgroepen zitten, inspraak in de opleiding. Alumni dragen hun steentje bij via het alumniblad, alumnidagen en de HBO-monitor. Docenten zijn betrokken bij evaluaties en verbeteracties ten aanzien van modulen, voorlichting, deskundigheidsbevordering, pilots en projecten en relatiebeheer. Het werkveld is nauw betrokken bij de opleiding onder andere via de Consultatiecommissie. Door deze commissie zo evenwichtig mogelijk samen te stellen wordt bewaakt dat de opleiding inhoudelijk aansluit bij alle sectoren van het werkveld waarvoor de opleiding opleidt. De commissie komt circa drie keer per jaar bij elkaar, maar verricht tussendoor ook allerlei activiteiten. Bij de vergaderingen zijn altijd vier personen van de opleiding aanwezig. De commissie adviseert de opleiding (gevraagd en ongevraagd) en dient als klankbord. Evaluatieresultaten worden aan de consultatiecommissie teruggekoppeld. De commissie voelt zich door de opleiding serieus genomen. Zij ervaart dat er met haar inbreng in de opleiding daadwerkelijk iets wordt gedaan. Resultaten zijn in het algemeen direct merkbaar. Voor werkbegeleiders (van derdejaars stagiair(e)s) en voor werkveldvertegenwoordigers (aanwezig bij Synthesegesprekken vierde jaar) organiseert de opleiding jaarlijks een bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst vraagt de opleiding de aanwezigen verbeterpunten voor de opleiding aan te geven. Uit het gesprek met vertegenwoordigers uit het werkveld blijkt dat zij ook in de rest van het jaar voldoende gelegenheid krijgen (informeel) feedback te geven aan de opleiding. 41

42 Voor de opzet van de duale opleiding heeft een projectgroep gefunctioneerd, mede samengesteld uit het werkveld. Voor de invulling van het programma wordt zeer nauw samengewerkt met instellingen uit het werkveld. Onderwerp 6 RESULTATEN Facet 6.1 Onderwijsrendement voldoende Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel voldoende is gebaseerd op de volgende overwegingen: De streefcijfers van de opleiding zijn wat betreft de studieduur gekoppeld aan de bekostiging. Zo streeft de opleiding ernaar dat studenten die de vierjarige opleiding verlaten niet langer dan 1.35 jaar op de opleiding verblijven en dat studenten die hun diploma van de vierjarige opleiding halen dit binnen 4.5 jaar doen. Voor de driejarige opleiding geldt een streefcijfer van 3.5 jaar. Deze en andere streefcijfers zijn onder andere vastgelegd in Kwaliteitszorg Windesheim (april 2004). Deze streefcijfers gelden voor de duale en de voltijdopleiding. Numerieke gegevens van de opleiding staan weergegeven in 12 jaar SPH in beeld (maart 2003). Van afstudeercohort 2002 is de gemiddelde verblijfsduur 3.83 jaar. Van die groep behoort 50.7% tot het vierjarige traject en 49.3% tot de mbo ers (driejarig traject). Het streefcijfer voor deze groep zou dus zijn: 50.7 * * 3.5= 4.01 jaar. Het resultaat van 3.83 jaar ligt dus onder het streefcijfer. De opleiding is tevreden. 12 Jaar SPH in beeld (maart 2003) laat zien dat het diplomarendement van cohort % is. In de jaren daarvoor varieerde dit rendement van 56.8% tot 69.2% (cohort 1993). De kengetallen van de HBO-raad laten zien dat het diplomarendement van de sector HSAO van Windesheim na 5 jaar voor de cohort % is. Het rendement van cohort 1997 was voor de hele sector (landelijk) 53.3%. Het rendement van de opleiding SPH (landelijk) was voor cohort %. Het landelijk rendement van de opleiding SPH na 5 jaar lijkt overigens relatief stabiel. Ondanks dit resultaat vindt de opleiding dat teveel studenten te lang staan ingeschreven. Hiervoor is een aantal goede verklaringen te geven. Studenten die halverwege een studiejaar hun studie staken, blijven nog wel het hele jaar ingeschreven staan bij de opleiding. Verder heeft de opleiding een relatief groot aantal studenten met een functiebeperking die de gemiddelde verblijfsduur negatief beïnvloeden. Tenslotte is er een trend voor vierdejaars om naast een baan ingeschreven te staan bij de opleiding, terwijl er in feite niet of nauwelijks meer wordt gestudeerd. Dit wordt overigens door de opleiding nauwlettend in de gaten gehouden 42

43 en de opleiding doet er dan ook alles aan om alle studenten die zo ver gekomen zijn, hun studie af te laten maken. De gemiddelde verblijfsduur van studenten die de opleiding verlaten, is ook relatief lang: 1.7 in Voor studenten die de opleiding pas na de propedeuse verlaten, is de prestatiebeurs een van de belemmerende factoren. Hierdoor stellen zij hun beslissing soms lang uit. De opleiding verwacht dat de invoering van vraaggestuurd onderwijs in de voltijdopleiding de studieduur van studiestakers positief zal beïnvloeden. De uitval in het eerste jaar is lange tijd hoog geweest, vooral onder mbo ers die een groot deel uitmaken van de studentenpopulatie. De opleiding heeft inmiddels een groot aantal maatregelen genomen om het rendement te verhogen. Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn het aanbieden van een brugmodule voor mbo ers (doorgaande leerlijn), het besteden van meer aandacht aan communicatieve vaardigheden en het geven van meer theoretische bagage in het eerste jaar. Een betere selectie in het eerste jaar vindt plaats door de aanscherping van de voorwaarden voor het Negatief Studieadvies en door beperking van compensatiemogelijkheden. Facet 6.2 Gerealiseerd niveau goed Criteria: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende overwegingen: Het studieprogramma van het vierde jaar voor SPH nieuwe stijl bestaat uit een verplicht programma met name ten aanzien van segment 2 en 3, uit grote ruimte voor het maken van een afstudeerwerkstuk dat op heldere criteria wordt getoetst en uit een profileringsdeel dat relevant moet zijn voor de beroepsuitoefening en het civiel effect moet verhogen. De opleiding maakt duidelijk dat alle opleidingskwalificaties worden getoetst en bereikt. In een Synthesegesprek ten overstaan van een vertegenwoordiger van het werkveld en een docent bewijst de student theorie en praktijk en de verschillende niveaus te kunnen integreren, een eigen visie op hulpverlening te hebben ontwikkeld, verbanden te kunnen leggen en politieke en maatschappelijke ontwikkelingen te kennen en te kunnen becommentariëren in relatie tot zijn beroepsuitoefening. De duale student dient in zijn portfolio te kunnen bewijzen dat hij aan alle kwalificaties heeft voldaan. Het POP met daarin de bewijslast van de student wordt voorgelegd aan de examencommissie die op basis van heldere criteria besluit. De student sluit zijn opleiding af met een gesprek met een lid van de examencommissie, de leerproces- en werkveldbegeleider. Met behulp van sleutelsituaties wordt beoordeeld of hij aan de hbo-criteria voldoet. Afstuderen kan op 5 verschillende manieren. Uit Het Afstudeerwerkstuk (2004/2005) blijkt, dat studenten niet alleen worden beoordeeld op het behalen van de 43

44 opleidingskwalificaties SPH, maar dat ook expliciet wordt gekeken of de hbocompetenties zijn gehaald. Voor de verschillende werkstukvormen zijn ook verschillende beoordelingslijsten beschikbaar. De algemene beoordelingscriteria waarborgen dat de student onafhankelijk van de gekozen vorm de gewenste eindkwalificaties haalt. Alumni en werkveld zijn zeer positief over de breedte van de opleiding. Afgestudeerden zijn breed inzetbaar in het werkveld. De opleiding geeft een goede basis waarmee studenten als beginnend beroepsbeoefenaar een goede start kunnen maken in het werkveld. In het werkveld zijn verschillende verdiepingscursussen beschikbaar die aansluiten op de opleiding en die ervoor zorgen dat een student goed thuis raakt in een specifiek domein (training on the job). Dit wordt niet als de taak van de opleiding beschouwd. Alumni en vertegenwoordigers uit het werkveld melden dat het niveau van de opleiding goed is. Alumni zien dit terug in hun werk en enkelen hebben gemerkt dat de opleiding ook een goede basis is voor een universitaire vervolgopleiding. Het panel heeft tijdens het gesprek met het werkveld kunnen vaststellen dat zowel voltijd- als duale afgestudeerden in het algemeen goed voldoen als beginnende beroepsbeoefenaren. Door het goede begeleidingssysteem worden de opleidingskwalificaties nauwlettend bewaakt. Werkveld en opleiding achten een brede basis en hbo-niveau belangrijk, waardoor beginnende beroepsbeoefenaren inzetbaar zijn in het hele werkveld. Uit het gesprek met het werkveld blijkt tevens dat men een voorkeur heeft voor Windesheim-studenten ten opzichte van SPH-studenten van andere hogescholen. Studenten van de opleiding zijn breed inzetbaar en kunnen zich snel inwerken in nieuwe materie. Het panel heeft kunnen vaststellen dat afgestudeerden en werkveldvertegenwoordigers tevreden zijn over de aansluiting op de beroepspraktijk. Het generieke karakter van de opleiding wordt gewaardeerd. Zij vinden dat ze een goede basis hebben gekregen: theoretisch zijn ze goed onderlegd; daarnaast is er veel aandacht voor beroepshouding en vaardigheden. De afstudeerwerken die het panel heeft gezien, getuigen van een goed niveau en zijn inhoudelijk relevant voor het werkveld. Er wordt gebruik gemaakt van recente literatuur. Het synthesegesprek is een eigen variant van Windesheim die zeer hoge eisen stelt aan de student en door het werkveld van eminent belang wordt geacht. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding de schriftelijke voorbereiding en het gesprek zelf zeer kritisch beoordeelt. Hoewel de hbo-competenties, naast de SPH opleidingskwalificaties, als uitgangspunt dienen voor de opleiding, worden er afstudeerprojecten uitgevoerd zonder onderzoekscomponent. Uit gesprekken met het management is gebleken dat hier verandering in zal komen. Het afstudeerwerkstuk op basis van een verzoek van het werkveld wordt maat. 44

45 Deel C: Bijlagen 45

46 46

47 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 47

48 48

49 Bijlage 2: Beknopte CV panelleden 49

50 Panelsecretaris Naam Tineke Kleene Initialen T.K. Tussenvoegsel(s) geen Titulatuur Drs. M/v V Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft) Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft) ja, 1 jaar in dienst geweest van de afdeling kwaliteitszorg van de HBO-raad (nu NQA), vervolgens op freelance basis diverse visitaties uitgevoerd nee In 1989 afgestudeerd bij de vakgroep Instructietechnologie van de studie Toegepaste Onderwijskunde aan de Universiteit Twente. Sindsdien als onderwijskundige (meestal zelfstandig) werkzaam geweest voor diverse organisaties, veelal in het beroepsonderwijs. kennis van onderwijs/kwaliteitszorg ervaring als secretaris/ panellid in diverse visitatiepanels Geparticipeerd in diverse internationale projecten waarbij de internationale transparantie van kwalificaties (in het beroepsonderwijs) een belangrijke rol speelde Als domeindeskundige kan ik worden ingezet bij diverse lerarenopleidingen en mogelijk ook andere opleidingen waarbij onderwijskundige expertise is vereist. Als secretaris/panellid kan ik in principe worden ingezet bij alle soorten opleidingen, omdat het daarbij vooral gaat om de visitatiedeskundigheid en de kennis van het onderwijs in het algemeen. Opleiding(en) VWO (Wis. I Schei, Bio, Ned, Eng, Fra, Dui) Diploma behaald in Pedagogische Academie, Groningen Opleiding verlaten met overgangsbewijs 'Cambridge Proficiency in English', Farnborough, Engeland (tijdens verblijf als au pair) Certificaat behaald in 1984(Grade A) Toegepaste Onderwijskunde, Universiteit Twente, Enschede (Afstudeerrichting: Instructietechnologie) Doctoraal (cum laude) behaald in

51 Werkervaring Pieterman & Partners (telemarketing), Breda Externe afstudeeropdracht: Ontwikkeling van een COO-programma juni - oktober 1989 Magister Computer B.V. (dealer Apple Macintosh),Voorschoten Functie: Trainer Taken: geven van cursussen in gebruik van Apple Macintosh, in Nederlands en Engels november juli 1990 Vrije Universiteit, Faculteit der Bewegingswetenschappen, Amsterdam Taken: Curriculumontwikkeling ten behoeve van een opleiding voor verloskundigen in Rotterdam, geven van colleges 'leerplanontwikkeling' aan leerlingen van de docentenopleiding verbonden aan de faculteit november september 1993 Heineken Technical Services,Technical Training Section,Zoeterwoude Functie: Onderwijskundig medewerkertaken: Opzetten van modulair systeem van cursussen t.b.v. zgn. 'tailor made' opleidingsprogramma's voor werknemers van buitenlandse werkmaatschappijen augustus - oktober 1994 Informatica Opleidingscentrum Leiden (I.O.C.L.), Leiden Functie: Trainer (freelance) Taken: Geven van automatiseringscursussen (WordPerfect, Reflex, Typevaardigheid), oktober april 1995 Leids Congres Bureau B.V., Leiden Functie: Medewerker congresorganisatie Taken: Alle voorkomende werkzaamheden bij het organiseren van congressen april 1995 april 2002 Opdrachtgevers: SBW, SVS, SH&M, SVB/Bouwradius, SOM, VOC/BETEX, Intechnium (Landelijke Organen Beroepsonderwijs, nu Kenniscentra Onderwijs Bedrijfsleven), COLO (Vereniging van Landelijke Organen Beroeps Onderwijs), BNE Onderwijskundig Bureau, FLOAT (opdracht voor NS) Functie: freelance onderwijskundige Taken: Zie vervolgblad voor uitgevoerde projecten mei 2002 april 2003 HBO-raad Functie: beleidsadviseur sectorale kwaliteitszorg Taak: inhoudelijk secretaris visitatie Technische Bedrijfskunde juni december 2003 hogeschool INHOLLAND Den Haag Functie: onderwijskundig medewerker Taken: voorbereiding op accreditatie (schrijven zelfevaluatierapport), schrijven evaluatieplan, uitvoeren evaluaties, etc. januari heden Functie: Freelance onderwijskundige 51

52 Voorzitter Naam Boonekamp Initialen G. Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V De heer Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) nee Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Lid visitatiecommissie hbo-sph (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft) Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft) Opleiding(en) Werkervaring Nee Docent Nederlands - directeur school voor beroepsonderwijs (lbo - mbo - hbo - docentenopleidingen) Commissies vernieuwing/initiëring mbo en en hbo en Voorzitter curatorium bijzondere leerstoel kinderopvang Docent-hbo, directeur-lbo-mbo-hbo, opbouw opleidingen sph, p&a, cmv (in den lande), opbouw HOVO (hoger onderwijs voor ouderen) in Nederland en provincie; kwaliteitszorgcircuit in gehandicaptenzorg respectievelijk instelling voor maatschappelijk werk, basisonderwijs, mbo, hovo e.a. Vz. RvT jeugdhulpverleningsinstelling, lid respectievelijk vz. van talloze provinciale en landelijke commissies, mede initiator leerstoel kinderopvang e.d. Met name ontwikkelingen in België jeugdhulpverlening: gedateerde ervaring. Kweekschool MO-Nederlands Onderwijzer Leraar Adjunct-directeur Directeur Onderwijsontwikkelaar en adviseur in hbo en hovo Ontwikkeling kwaliteitszorgsystemen ;

53 Panellid Naam Tobi Initialen A. Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V Mevrouw Geboortedatum Auditdeskundigheid Als INK-auditor Jeugdhulpverlening opgeleid, (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) 1 x INK uitgevoerd Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Lid visitatiecommisie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft) 10 x dagvoorzitter Docent HBO personeelsmanagement Leerplanleider 1 jaar Interim manager 0,5 jaar Ruim 20 jaar werkzaam in het HRM gebied: P&A Waarvan ca. 15 jaar werkzaam in/voor de Jeugd-hulpverlening: SPH - Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft) Opleiding(en) Leergang Coaching Bedrijfskundig Management 90 Leergang Organiseren en veranderen VO Personeel & Arbeid HBO Personeelswerk Nieuwe lerarenopleiding Werkervaring heden Senior Adviseur HRM Manager P&O in de GGZ Interim-management in de Jeugdhulpverlening (JHV) Hoofd P&O in de JHV Docent P&A de Horst Leerplanleider 1 jr / Interim-management 0,5 jr Trainer ABB in de JHV Beleidsmedewerker P&O Werkgeversver. JHV Personeelsfunctionaris in de JHV Personeelsfunctionaris in het Streekvervoer 53

54 Studentlid Naam Fleur Initialen Angelique, August Tussenvoegsel(s) Van Titulatuur Overmeeren M/v Vrouw Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Bent u eerder lid geweest van een visitatiecommissie? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft) Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft) Ik heb nog geen ervaring als INK of ISO-auditor. Ik heb er wel mee te maken als studentenfractie lid van IMR en OC Nee Opleiding(en) Periode Mavo Periode Havo Periode heden E.H.B.O Werkervaring Periode Verkoopmedewerkster bij Giraffe BV. Periode heden Verkoopmedewerkster en klantenservicemedewerkster bij HEMA BV. Januari juni 2003 Stage kinderdagverblijf knorretje (Korein ) April heden Voorzitter en studentenfractielid van IMR en OC heden Voorlichtingsactiviteiten binnen SPH Nee SPH - SPH 54

55 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO-accreditatie Vragen en aanwijzingen Basiskwaliteit HBO-bachelor Maart

56 Onderwerp Facet Preambule Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) Niveau bachelor Domeinspecifieke eisen Oriëntatie hbo bachelor Programma Eisen hbo Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang in opleidingsprogramma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Onderwijsrendement Gerealiseerde niveau Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) Differentiatie en profilering Kwaliteit Concretisering Onderscheidend karakter...71 Bijlage1. Kengetallen

57 Preambule Uitgangspunt Een zelfevaluatie kan meerdere functies hebben en vele doelen dienen. De waarde ligt in eerste instantie in de mate waarin de opleiding de zelfevaluatie benut voor de eigen beleidsvoering, in het bijzonder wat betreft de interne kwaliteitszorg. In deze brochure ligt echter de nadruk op de zelfevaluatie in dienst van de accreditatieaanvraag bij de NVAO. Er wordt in die zin dus ingezoomd op de verantwoordingsfunctie en op basiskwaliteit. De onderwijsinstelling dient met een extern onafhankelijk visitatierapport aan te tonen dat haar opleiding aan de kwaliteitscriteria van de NVAO voldoet. De zelfevaluatie vormt het vertrekpunt voor de objectieve oordeelsvorming door een extern visitatiepanel. De mate waarin de zelfevaluatie op overtuigende wijze aantoont dat aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, bepaalt voorts de intensiteit van nadere materiaalbestudering en gespreksvoering door het visitatiepanel. Kwaliteitscriteria NVAO Voor het beoordelen van basiskwaliteit zijn door de NVAO in totaal 30 kwaliteitscriteria geformuleerd, die zijn ondergebracht bij 21 facetten. Per facet moet uiteindelijk door een visitatiepanel worden bepaald of de opleiding hierop een: - onvoldoende - voldoende - goed of - excellent scoort. De 21 facetten zijn op hun beurt ingedeeld naar 6 onderwerpen. Het oordeel dat een visitatiepanel velt per onderwerp komt tot stand op basis van weging van oordelen over de afzonderlijke facetten van dat onderwerp. Voor een positief totaaloordeel moet het oordeel over elk onderwerp tenminste voldoende zijn. 30 criteria 21 facetten 6 onderwerpen totaaloordeel Centrale vragen bij oordeelsvorming (visitatiepanel) Om te bepalen of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, zijn voor de externe kwaliteitsbeoordelaars van NQA de volgende vragen van belang: - Doelen: welke ambitie heeft de opleiding ten aanzien van een bepaald onderwerp: welke kwaliteit wordt nagestreefd; welke resultaten worden beoogd, kortom; wat zijn de eigen doelen? - Borging: hoe borgt de opleiding dat deze doelen kunnen worden bereikt; zijn beleid, management en processen logisch op die eigen doelen afgestemd? 57

58 - Resultaten: hoe verhouden de resultaten zich tot de eigen doelen (mede in vergelijking met andere opleidingen)? - Verbetering: indien het borgen en bereiken van de doelen te wensen overlaat, zijn er dan verbeteringen in het vooruitzicht? Informatiegehalte zelfevaluatie Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, zal de zelfevaluatie hierover voldoende informatie moeten bevatten. Het gaat dan om de volgende vier typen van informatie: 1. Richtinggevende informatie: eigen visie en doelstellingen, eigen kwaliteitsopvattingen, waar mag de opleiding op worden afgerekend? 2. Beschrijvende informatie: hoe reilt en zeilt de opleiding, hoe zijn processen ingericht, welke afspraken zijn gemaakt, etc.? 3. Evaluatieve informatie: worden de doelen bereikt, hoe waarderen betrokkenen (met name studenten, afnemers en personeel) de verschillende facetten (evaluatieuitkomsten), en welke kwantitatieve resultaten worden bereikt (kengetallen)? 4. Analytische informatie: gezien 1 t/m 3: hoe is het met de kwaliteit gesteld, welke conclusies kunnen hierover worden getrokken, worden de eigen doelen waargemaakt, zijn er discrepanties tussen doelstelling en doelbereiking, welke oorzaken zijn er voor aan te wijzen en welke verbeteringen zijn (of worden) hierop ingezet? Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor de oordeelsvorming zijn per facet relevante vragen ter beantwoording door de opleiding gegeven. Deze vragen zijn dus rechtstreeks ontleend aan de NVAO-facetten en -criteria. Als hulpmiddel voor de beantwoording van die vragen zijn per vraag aanwijzingen voor die beantwoording gegeven. Opbouw zelfevaluatie Het is van belang dat de visitatiepanels de benodigde informatie voor elk van de 21 facetten op een efficiënte wijze tot zich kunnen nemen. Dit zou kunnen door de opbouw van de zelfevaluatie (de hoofdstukindeling) het NVAO-kader te laten volgen: I. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) II. Programma III. Inzet van personeel IV. Voorzieningen V. Interne kwaliteitszorg VI. Resultaten VII. Indien van toepassing: Bijzonder kwaliteitskenmerk 58

59 Een andere ordening is mogelijk, mits de benodigde informatie per facet snel toegankelijk is voor de panels. Hierover kunt u desgewenst afspraken maken met NQA. Zoals hierboven reeds is aangegeven, stelt NQA ten aanzien van elk facet een of meerdere vragen waarop in de zelfevaluatie een antwoord wordt gegeven. Deze vragen hebben betrekking op het betreffende facet en de daarbij behorende criteria. Voor de beantwoording van die vragen zijn aanwijzingen gegeven over zaken die beschreven en documenten waarnaar verwezen kan worden. Deze aanwijzingen zijn indicatief en niet voorschrijvend bedoeld. Omvang Het zelfevaluatierapport zal als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden; het zal dus voldoende informatie moeten bevatten. Bijlagen dienen als naslagwerk. Gevraagd wordt om de volgende bijlagen mee te sturen: - overzicht van beoogde eindkwalificaties; - het beroepsprofiel; - studiegids; - overzicht van programma/curriculum (voor elke variant en locatie); - overzicht van personeel (kwalificaties docenten); - kengetallen. In het zelfevaluatierapport kan daarnaast belangrijke informatie uit andere documenten worden opgenomen, onder verwijzing naar deze documenten (die tijdens het bezoek ter inzage worden gelegd). In de aanwijzingen is te vinden om welke documenten het kan gaan. Indien dat nodig is voor de oordeelsvorming door de panels, kan de opleiding (zowel vóór, tijdens, als na het bezoek) om aanvullende informatie gevraagd worden. NQA zal zich echter inspannen om de informatielast zo beperkt mogelijk te houden. Door het duidelijk verwijzen naar andere documenten kan het zelfevaluatierapport beperkt blijven tot ten hoogste 40 pagina s per opleiding, in uitzonderlijke gevallen van grote complexiteit (veel locaties en varianten) tot maximaal 80 pagina s. 59

60 1. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) 1.1 Niveau bachelor - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 1.2 Domeinspecifieke eisen - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). 1.3 Oriëntatie hbo bachelor - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. 60

61 Vragen Welke eindkwalificaties worden beoogd? Bij welke algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van het bachelorniveau sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Op welk specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen hebben de beoogde eindkwalificaties betrekking? Bij welke eisen van (buitenlandse) vakgenoten en de (buitenlandse) beroepspraktijk sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Aan welke door het beoogde beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties zijn de beoogde eindkwalficaties ontleend? Waaruit blijkt dat de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben op (ten minste) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar? Facet Aanwijzing 1.1 Verwijs naar een document waarin expliciet is beschreven 1.2 voor welke specifieke competenties of specifieke kennis, 1.3 houding, inzicht en vaardigheden de opleiding studenten beoogt op te leiden. Voeg dit document bij als bijlage. 1.1 Geef aan wat voor de instelling het bachelorniveau van een (beroepsgerichte) opleiding bepaalt. Welk internationaal referentiekader heeft de instelling hiervoor? Beschrijf hoe dit referentiekader in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. U zou hiervoor de Dublin-descriptoren (zie bijlage 2 in het NVAOaccreditatiekader) kunnen gebruiken. Deze beschrijven het bachelorniveau op een generiek abstractieniveau. De opleiding zou daarbij per descriptor kunnen aangeven voor welke beoogde eindkwalificaties de descriptor relevantie heeft. Indien u hierbij ondersteuning nodig heeft, of als u wilt weten hoe de Dublin-descriptoren zich verhouden tot de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen/ proefaccreditering, neemt u dan contact op met NQA. 1.3 Beschrijf het beroepenveld waarvoor de opleiding beoogt op te leiden. 1.2 Verwijs naar het document waarin de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld tot uitdrukking komen. Voeg dit document als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het gaat hierbij om een actueel, door (of in samenspraak met) het 1.2 werkveld opgesteld beroepsprofiel. Geef aan of er internationale standaarden voor het beroep (en daarmee voor de opleiding) bestaan. Denk daarbij ook aan buitenlandse beroeps- of opleidingsprofielen of specifieke gegevens over buitenlandse opleidingen. Beschrijf hoe dit referentiekader zich verhoudt tot de beoogde eindkwalificaties. 1.3 Wat moet de afgestudeerde ten minste kunnen en kennen om een goede start te kunnen maken in het beoogde beroepenveld? Beschrijf hoe dit in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. 61

62 2. Programma 2.1 Eisen hbo - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Vragen Op welke wijze beoogt de opleiding kennisontwikkeling door studenten plaats te laten vinden? Welke rol heeft vakliteratuur daarbij? Hoe ontleent de opleiding studiemateriaal aan de beroepspraktijk? Hoe komen studenten in aanraking met de actuele beroepspraktijk? Hoe wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormgegeven? Op welke wijze is sprake van interactie met (toegepast) onderzoek? Hoe wordt geborgd dat studenten de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline meekrijgen? Welke aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk heeft de opleiding? Ervaren studenten, afgestudeerden en afnemend werkveld dat sprake is van een actueel en praktijkgericht programma? Aanwijzingen Beschrijf hoe u de kennisontwikkeling door studenten programmeert. Voeg de studiegids bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Beschrijf hoe gebruik gemaakt wordt van vakliteratuur over de opleiding als geheel. Stel (via de studiegids of via het materiaal dat ter inzage wordt gelegd) een lijst beschikbaar van vakliteratuur die wordt gebruikt. Beschrijf hoe de opleiding gebruik maakt van aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Hoe wordt dat studiemateriaal ingezet in het programma? Geef aan hoe studenten in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk: welke werkveldbezoeken, stages / praktijkperioden zijn in het programma opgenomen? Welke doelen zijn aan die programmadelen gekoppeld? Bij welke (buitenlandse) instellingen kunnen studenten stage lopen? Worden er gastcolleges gegeven door mensen uit het werkveld? Beschrijf hoe de ontwikkeling van beroepsvaardigheden binnen het programma vorm krijgt (bijvoorbeeld via vaardighedenlijn, praktijklessen, praktijkopdrachten, stages). Beschrijf hoe studenten in aanraking komen met (toegepast) onderzoek. Geef aan hoe relevante onderzoeksresultaten ingebracht worden in het programma. Zijn docenten betrokken bij de opzet / uitvoering van onderzoek? Is er een lectoraat of kenniskring dat specifieke betekenis heeft voor de opleiding? Moeten studenten zelf onderzoeksopdrachten uitvoeren, of moeten zij met onderzoeksresultaten werken? Geef aan hoe u waarborgt dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/discipline binnen het programma aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van recente artikelen uit vaktijdschriften, afspraken / beleid rond de actualisering van de inhoud van modulen en daarbij horende readers. Beschrijf de structurele contacten met de beroepspraktijk. Is er bijvoorbeeld een werkveldcommissie? Zijn er andere verbanden met de actuele beroepspraktijk? Wat is de invloed hiervan op het programma? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden, werkveld) over actualiteit en praktijkgerichtheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 62

63 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Vragen Wat is het programma van de opleiding? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua niveau (zie 1.1) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua oriëntatie (zie 1.3) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2) geconcretiseerd in het programma? Hoe vindt de vertaling van eindkwalificaties in leerdoelen in het programma plaats? Ervaren studenten dat door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen worden bereikt? Aanwijzingen Beschrijf kort het programma van de opleiding, inclusief (voornaamste verschillen tussen) eventuele varianten en locaties. Voeg een overzicht van het programma (curriculum) bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef daarbij aan hoe de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen worden geconcretiseerd in het curriculum. Beschrijf hoe binnen de opleiding geborgd wordt dat alle kwalificaties binnen het programma gedekt zijn. Beschrijf hoe de koppeling van de beoogde eindkwalificaties aan leerdoelen van programmaonderdelen tot stand is gekomen. Geef in het programmaoverzicht aan welke leerdoelen bij welke eindkwalificaties horen. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, studenten) over de aansluiting van het opleidingsprogramma op de beoogde eindkwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 63

64 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Vragen Hoe wordt geborgd dat studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen? Ervaren studenten die samenhang ook? Aanwijzingen Geef aan welke samenhang naar uw opvatting in het programma bestaat. Is er een logische relatie tussen programmaonderdelen en tussen studiefases; hoe worden deze op elkaar afgestemd? Besteed ook aandacht aan eventuele internationale programmaonderdelen en hoe deze passen binnen de visie op internationalisering. Geef aan op welke manier de samenhang in de opleiding gewaarborgd wordt. Welke rol speelt het opleidingsmanagement daarin, hoe vindt afstemming tussen (groepen) docenten plaats? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de inhoudelijke samenhang binnen het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.4 Studielast - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Vragen Hoe worden factoren die de studievoortgang belemmeren weggenomen? Ervaren studenten een studeerbaar programma? Aanwijzingen Geef aan wat de opleiding doet om een efficiënte studievoortgang mogelijk te maken. Hoe houdt de opleiding zicht op de vraag of zich belemmerende factoren voordoen? Welke stappen zet de opleiding wanneer zich problemen voordoen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 64

65 2.5 Instroom - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Vraag Hoe wordt geborgd dat er aansluiting is qua vorm? Hoe wordt geborgd dat er is aansluiting is qua inhoud? Hoe wordt gedifferentieerd tussen instromende vwo-studenten, havostudenten en andere instromende studenten? Ervaren studenten de aansluiting ook? Aanwijzing Geef aan welke werkvormen de opleiding hanteert aan de start van de opleiding. Hoe sluiten die werkvormen aan op de vooropleiding van studenten? Beschrijf eventuele activiteiten die de opleiding aanbiedt om studenten te introduceren in de verwachte studiehouding c.q. de gehanteerde werkvormen. Geef aan welke toelatingseisen de opleiding stelt, welke deficiëntieprogramma s worden aangeboden voor studenten die bepaalde vakken niet voldoende beheersen, en/of welke mogelijkheden er zijn voor bijscholing dan wel extra begeleiding. Beschrijf welke verkorte leerroutes worden aangeboden, en hoe en wanneer studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Geef aan hoe de opleiding nagaat of sprake is van voldoende inhoudelijke aansluiting. Wordt bijvoorbeeld een assessment gehanteerd voor instromende studenten? Geef aan op welke manier gedifferentieerd wordt tussen vwo-instroom, havo-instroom en anderen. Beschrijf of en hoe de opleiding studieresultaten van verschillende groepen monitort, en hoe wordt ingespeeld op voorkomende aansluitingsproblemen. Welke activiteiten worden ondernomen om de aansluiting van (buitenlandse) studenten met een buitenlandse vooropleiding te bevorderen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten) over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.6 Duur - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Vragen Voldoet de opleiding aan de formele eis van 240 studiepunten? Waaruit blijkt dat? Aanwijzingen Geef aan hoe uit de opbouw van het opleidingsprogramma en de omvang van modulen blijkt dat de totale studiebelasting van de opleiding aan de formele eis voldoet. 65

66 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Vragen Wat is het didactisch concept van de opleiding? Hoe verhoudt dat didactisch concept zich tot de beoogde eindkwalicaties (doelstellingen)? Ervaren studenten dat de gehanteerde werkvormen adequaat zijn en aansluiten bij het didactisch concept? Aanwijzingen Beschrijf het didactisch concept van de opleiding. Beschrijf kort hoe het didactisch concept zich verhoudt tot (afgestemd is op) de doelstellingen van de opleiding. Beschrijf de uitwerking van het didactisch concept naar het gebruik van verschillende werkvormen binnen de opleiding. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen binnen de opleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.8 Beoordeling en toetsing - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Vragen Op welke wijze worden studenten beoordeeld, getoetst en geëxamineerd? Ervaren studenten dat zij adequaat getoetst worden op het behalen van de beoogde leerdoelen? Aanwijzingen Beschrijf het toetsbeleid en de verschillende toetsvormen van de opleiding. Betrek hierbij ook de stage- en afstudeeropdrachten. Geef aan hoe de toetsvormen zich verhouden tot de doelstellingen van de opleiding en de leerdoelen. Beschrijf welke afspraken bestaan ten aanzien van de formulering en toepassing van beoordelingscriteria en de verzorging van feedback aan studenten. Geef aan hoe de kwaliteit van de toetsen binnen de opleiding wordt geborgd. Als studenten toetsing bij een buitenlandse instelling of bij een instelling in het werkveld ondergaan, hoe vergewist zich de opleiding dan van de kwaliteit van deze toetsing? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de gehanteerde toetsvormen, het niveau van de toetsen en de feedback die studenten over resultaten krijgen (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 66

67 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 3.2 Kwantiteit personeel - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.3 Kwaliteit personeel - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Vragen Welk deel van de opleiders legt een verbinding met de beroepspraktijk? Waaruit blijkt dat sprake is van voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen? Hoe wordt geborgd dat de opleiders gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ervaren studenten en opleiders zelf dat opleiders gekwalificeerd zijn? Facet Aanwijzingen 3.1 Geef aan welk deel van de opleiders beschikt over recente ervaring met en/of kennis van de beroepspraktijk. Voeg een overzicht van het personeel als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Neem in dit overzicht de leeftijd, het geslacht en de kwalificaties van docenten/opleiders op, met name de gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen, huidige en vorige werkkringen en functies, eventuele docentstages en andere relevante informatie over de interactie met de beroepspraktijk. 3.2 Beschrijf de visie van de opleiding op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. Reflecteer op de actuele en gewenste student/docent ratio. Hoe hoog is het ziekteverzuim? Wat zijn de streefcijfers voor de werkbelasting van docenten en hoe verhoudt zich dit tot de ervaren werkbelasting? Als er personeelstekorten zijn, hoe gaat de opleiding dan hiermee om? 3.3 Beschrijf de visie van de opleiding op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van docenten/opleiders. Geef aan hoe gebruik wordt gemaakt van scholing en professionalisering om deze kwalificaties te verbeteren c.q. op peil te houden. Welke rol hebben functionerings- en beoordelingsgesprekken (frequentie, inhoud) hierbij? Hoe worden docenten/opleiders in de gelegenheid gesteld om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en vakgebied te volgen? Als er onderwijs in een vreemde taal wordt verzorgd, hoe borgt de opleiding dan de kwaliteit daarvan (vreemde taalbeheersing van docenten)? 3.3 Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten en opleiders) over de inhoudelijke (inclusief beroepspraktijkkennis/ervaring), onderwijskundige en organisatorische kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 67

68 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Vragen Waaruit blijkt dat huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren? Ervaren studenten en docenten dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn? Aanwijzingen Beschrijf de locatie, de bibliotheek- of mediatheek, de ict-voorzieningen, en de onderwijs-, praktijk-, studieen werkruimten. Geef daarbij aan hoe wordt getoetst of met de bestaande huisvesting en materiële voorzieningen het programma gerealiseerd kan worden. Zijn deze afgestemd op de behoeften van eventuele buitenlandse, deeltijd- en duaal studenten? Welke verbeteringen zijn gepland, op welke termijn, en welke middelen zijn daarvoor gereserveerd? Verwijs naar opinies over huisvesting en materiële voorzieningen in studenten- en docentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Wat is er met de uitkomsten gedaan? 4.2 Studiebegeleiding Vragen Hoe dragen de studiebegeleiding en informatievoorziening bij aan de studievoortgang van studenten? Ervaren studenten dat de studiebegeleiding en informatievoorziening voldoet aan hun behoeften? Aanwijzingen Beschrijf het systeem van studiebegeleiding en studievoortgangsregistratie. Beschrijf ook hoe de informatievoorziening aan studenten plaatsvindt. Geef bij deze beschrijvingen aan, mede aan de hand van rendementscijfers, welke knelpunten er zijn met betrekking tot de studievoortgang. Heeft dit gevolgen voor de studiebegeleiding of de informatievoorziening aan studenten? Als er (veel) buitenlandse studenten zijn, geef dan aan of hier speciale voorzieningen voor zijn getroffen. Verwijs naar opinies over studiebegeleiding en informatievoorziening in studentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Besteed daarbij speciale aandacht aan de begeleiding van studenten in de propedeuse en tijdens de (binnenen buitenlandse) stages en in de afstudeerfase. Ga ook in op studenttevredenheid over zaken als roosters, toegankelijkheid van en informatieverstrekking door docenten. Geef aan wat met de uitkomsten van deze studentenevaluaties is gedaan. 68

69 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 5.2 Maatregelen tot verbetering - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Vragen Welke aspecten worden geëvalueerd, hoe en met welke frequentie? Wat zijn daarbij de streefdoelen en hoe wordt getoetst of deze zijn bereikt? Waaruit blijkt dat uitkomsten van evaluaties tot verbeteringen hebben geleid? Op welke wijze worden: -medewerkers, -studenten, -alumni -afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg betrokken? Facet Aanwijzing 5.1 Beschrijf de evaluaties die plaatsvinden en de frequentie daarvan, de onderwerpen (aspecten) waarop de evaluaties betrekking hebben, en de methoden die gebruikt worden. Verwijs naar het kwaliteitszorgplan of andere relevante kwaliteitszorgdocumenten. 5.1 Geef voor elk van de aspecten die geëvalueerd worden aan welke streefdoelen zijn geformuleerd. Hoe wordt getoetst of de streefdoelen zijn bereikt? Hoe zorgt de opleiding ervoor dat deze toetsing gebeurt op basis van betrouwbare en valide informatie? 5.2 Beschrijf wat er met de uitkomsten van evaluaties gebeurt. Geef aan of (en voor welke aspecten) er sprake is van een verbetercyclus (plan, do check, act). Geef zo mogelijk een aantal praktijkvoorbeelden. Heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar verschillen tussen nagestreefde en behaalde resultaten? Zijn er maatregelen tot verbetering genomen? Zo ja, wie is verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen? Op welke termijn en met welke prioriteit worden verbeteringen doorgevoerd? Hoe wordt nagegaan of de beoogde verbeteringen worden gerealiseerd? 5.3 Beschrijf bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld worden betrokken. Hoe vaak gebeurt dit? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze evaluaties representatief zijn voor deze groepen? Worden de resultaten van evaluaties teruggekoppeld naar betrokkenen? Kunnen genoemde groepen ook ongevraagd zaken die voor hen van belang zijn doorgeven aan de opleiding en wat doet de opleiding hiermee? Geef aan hoe de inspraak van studenten en medewerkers is geregeld. Als de opleiding intensief samenwerkt met buitenlandse partnerinstellingen (uitwisselingen, dubbeldiplomering, etc.) of met instellingen in het beroepenveld (met name bij duale trajecten) geef dan aan hoe de kwaliteit van de samenwerking wordt bewaakt. 69

70 6. Resultaten 6.1 Onderwijsrendement - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Vragen Hoe wordt het onderwijsrendement bepaald? Wat zijn daarbij de streefcijfers? Hoe verhouden deze zich tot relevante andere opleidingen? Voldoet het rendement aan de eigen streefcijfers? Aanwijzingen Vul het overzicht met kengetallen in (zie bijlage 1) en voeg dit als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef aan wat de opleiding zelf als de belangrijkste kengetallen ziet. Wat bepaalt voor de opleiding het onderwijsrendement? Geef aan welke streefcijfers voor het rendement de opleiding hanteert. Beargumenteer de keuze van de streefcijfers, met name hoe deze zich verhouden tot die van relevante andere opleidingen. Verwijs naar het overzicht met kengetallen voor een beoordeling van de mate waarin het rendement voldoet aan de streefcijfers. Hoe verhoudt zich dit tot het rendement van relevante andere opleidingen? Wat zijn de oorzaken voor tekortschietende rendementen? Wat heeft de opleiding gedaan om het rendement te verbeteren? 6.2 Gerealiseerde niveau - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vragen Hoe wordt bepaald of beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd? - qua niveau (zie 1.1)? - qua oriëntatie (zie 1.3)? - qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2)? Bestaat er tevredenheid in het werkveld over de gerealiseerde kwalificaties? Aanwijzingen Geef aan hoe de opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd (dit geldt ook voor in het buitenland gevolgde programmaonderdelen). Maak daarbij een onderscheid naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Besteed ook aandacht aan de toetsing van afstudeeropdrachten, de examinering en de eventuele betrokkenheid van het werkveld of andere externe (mede)beoordelaars. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, afnemend werkveld) over de gerealiseerde kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 70

71 7. Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) 7.1 Differentiatie en profilering - Het kenmerk levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. 7.2 Kwaliteit - Het kenmerk leidt tot een bijzondere kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Concretisering - De gevolgen van het kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. 7.4 Onderscheidend karakter - Het kenmerk is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. N.B. In de NVAO toelichting wordt expliciet gesteld, dat de bewijslast voor de bijzondere kwaliteit bij de instelling ligt. De opleiding moet de VBI overtuigen van het bijzondere karakter van het kenmerk van de opleiding. Vragen Facet Aanwijzingen Is het bijzondere kenmerk gedefinieerd in doelen en concrete operationaliseerbare Beschrijf welke bijzondere kwaliteit de opleiding nastreeft, met daarbij de doelen en te verwachten resultaten. termen? Is het kenmerk betekenisvol? 7.1 Dit kan onder andere blijken uit de waardering van het kenmerk door studenten, alumni, werkveld, docenten, maatschappelijke organisaties. Is het kenmerk geoperationaliseerd en aantoonbaar aanwezig in de opleiding? Is de opleiding onderscheidend ten opzichte van andere (verwante) opleidingen in Nederland? 7.3 Geef aan hoe het kenmerk expliciet terug te vinden is in programmaonderdelen, in opdrachten, eindresultaat (inhoud en indien relevant rendement), voorzieningen, kwaliteit staf). Hier is ook de waardering door stakeholders van belang. 7.4 De opleiding heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd of laten uitvoeren (kan ook door NQA) onder verwante opleidingen in Nederland. Uit dit vergelijkende onderzoek blijkt dat de opleiding zich op dit kenmerk onderscheidt van andere (verwante) opleidingen. 71

72 Bijlage 1. Kengetallen Instroom, uitstroom, ingeschreven, personeel Opleiding X Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten* Omvang docerend personeel in fte Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: instroom opleiding Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit propedeuse instroom eerste keer hbo Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren Opleidingsrendement, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Diploma behaald na 1 jaar Diploma behaald na 2 jaar. Diploma behaald na 3 jaar Diploma behaald na 4 jaar Diploma behaald na 5 jaar Diploma behaald na 6 jaar Uitvalpercentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 2 jaar Percentage uitval na 3 jaar Percentage uitval na 4 jaar Percentage uitval na 5 jaar Percentage uitval na 6 jaar 72

73 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van Netherlands Quality Agency (NQA) 73

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedata: 6 en 7 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Tilburg Avans Hogeschool, Tilburg Opleidingen: Varianten: Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde en Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hogeschool INHOLLAND School of Technology Hogeschool INHOLLAND School of Technology Opleidingen: Bouwkunde (vt) en Civiele Techniek (vt) Locaties: Alkmaar en Haarlem Visitatiedata: 26 en 27 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid voltijd en deeltijd Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Zuyd, Sittard Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Personeel en arbeid (voltijd en deeltijd) Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Sittard, opleiding Personeel

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Den Bosch

AVANS Hogeschool, Den Bosch AVANS Hogeschool, Den Bosch Opleiding: Bouwkunde Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleiding Bouwkunde

Nadere informatie

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Opleiding: Personeel en Arbeid/Personeelsmanagement Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 2 en 3 juni NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogescholen

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN College van Bestuur Hogeschool Zeeland Postbus 364 4380 AJ LISSINEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Opleiding: Varianten: Communicatie Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata : 26 en 27 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport College van bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Trade Management

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Opleiding: Informatica Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 5 en 6 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool s-hertogenbosch opleiding

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs OCW Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136- II Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw accreditatiekader Het accreditatiekader voor bestaande opleidingen

Nadere informatie

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toetsing van tot HBO 5 om te vormen opleidingen 5 2.1 Opzet 5 2.2 Beoordelingskader voor tot HBO 5 om te vormen opleidingen 6 2.2.1 Basisgegevens

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 13 en 14 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd opleiding Facility Management Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) Hogeschool Zeeland Opleiding: Bouwkunde Visitatiedata: 7 en 8 oktober 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Opleiding: Personeel & Arbeid Visitatiedata: 23 en 24 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Nederland opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency) Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 26 en 27 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: Instellingen voor hoger onderwijs Bijlage 3: Wettelijk kader (WHW, hoofdstuk 5a: Accreditatie in het hoger onderwijs) Voorlichting Datum: 12

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool Zeeland te Vlissingen Hogeschool Zeeland te Vlissingen Opleiding: Civiele Techniek Visitatiedatum: 24 september 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN NVAO NEDERLAND BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN PROTOCOL APRIL 2019 Inhoud Inleiding... 3 1 Standaarden... 4 1.1 Toepassing standaarden... 4 1.2 Standaarden voor de beperkte beoordeling...

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Maritiem Officier Visitatiedata: 21 en 22 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Maritiem Officier Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 10 en 11 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs OCW Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136-I Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw toetsingskader Het toetsingskader voor nieuwe opleidingen in het hoger

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 14 en 15 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA Chr. Hogeschool Windesheim,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Visitatiedatum: 24 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Chemie Visitatiedata: 30 september en 1 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) 2 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 (Vlissingen) Aanvullend bezoek: 18 november 2004 (Utrecht) NQA (Netherlands

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Culturele Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 24 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Management, Economie en Recht; hbo-bachelor, croho: 34435 Locatie: Zwolle Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal/automotive Visitatiedata: 24 en 25 februari 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de hbo-bachelor Oefentherapie Mensendieck

Nadere informatie

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 Hogeschool Diedenoort, Wageningen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 2 NQA ( Netherlands Quality Agency) Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Civiele Techniek (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland Opleidingen: Sociaal-pedagogische hulpverlening, hbo-bachelor Varianten: voltijd en deeltijd

Christelijke Hogeschool Nederland Opleidingen: Sociaal-pedagogische hulpverlening, hbo-bachelor Varianten: voltijd en deeltijd Christelijke Hogeschool Nederland Opleidingen: Sociaal-pedagogische hulpverlening, hbo-bachelor Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 30 november en 1 december 2005 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 5 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, mei 2007

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen Enschede. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen Enschede. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Enschede Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Biologie

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006 Hogeschool Utrecht Opleiding: Variant: Opleiding: Varianten: Huidtherapie, hbobachelor voltijd Farmakunde, hbobachelor voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 16 maart 2006 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Deeltijd voor professionals

Deeltijd voor professionals Deeltijd voor professionals Presentatie informatiedossier 13-04-2016 Aanvraag Vooraf Gemeenschappelijk onderwijsmodel Informatiedossier Bijlagen Onze vraag voor NVAO Voldoet opzet en uitwerking 2 Inleiding

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Biologie

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: instellingen voor hoger onderwijs Voorlichting Datum: 12 juni 2003 Kenmerk: WO/BS-2003/24136-I Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006 Hogeschool Utrecht Opleidingen: HBOV, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 25 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2 NQA Hogeschool Utrecht, opleiding

Nadere informatie

ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen

ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen Opleidingen: Tolk en Vertaler Varianten: Deeltijd Visitatiedata: 6 en 7 april 2005 25 augustus 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, september 2005 2 NQA

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Visitatiedatum: 25 juni 2007 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Utrecht Postbus AN UTRECHT

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Utrecht Postbus AN UTRECHT College van Bestuur Hogeschool van Utrecht Postbus 573 3500 AN UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Algemene Operationele

Nadere informatie