Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool INHOLLAND School of Technology"

Transcriptie

1 Hogeschool INHOLLAND School of Technology Opleidingen: Bouwkunde (vt) en Civiele Techniek (vt) Locaties: Alkmaar en Haarlem Visitatiedata: 26 en 27 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency)

2 2 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 15 Deel B: Facetten 17 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 19 Onderwerp 2 Programma 22 Onderwerp 3 Inzet van personeel 30 Onderwerp 4 Voorzieningen 33 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 35 Onderwerp 6 Resultaten 38 Deel C: Bijlagen 41 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 43 Bijlage 2 Beknopt CV Panelleden 45 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 51 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 69 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 87 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 3

4 4 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

5 Deel A: Onderwerpen NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 5

6 6 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

7 Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel, dat in opdracht van NQA de bacheloropleidingen Bouwkunde (Bk) en Civiele Techniek (Ct) van Hogeschool INHOLLAND heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats met het oog op accreditatie van de opleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in januari 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op woensdag 26 en donderdag 27 mei 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer ir. O.M. van Strijp (voorzitter) De heer ir. R.J. Labeur (panellid) De heer G.H. Vissers (student-lid) De heer drs. L.S. van der Veen (NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek maken sinds 1 januari 2003 deel uit van de School of Technology. Beide opleidingen worden zowel op de locatie Alkmaar als de locatie Haarlem uitgevoerd. Sinds 1999 wordt door de locaties nauw samengewerkt en vanaf de cohort 2001 is sprake van een gezamenlijk onderwijsprogramma Bouwkunde respectievelijk Civiele Techniek. De opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek worden als voltijdvariant verzorgd. De opleiding Bouwkunde in Alkmaar is in 2001 van start gegaan (met de invoering van het nieuwe onderwijsprogramma), de overige opleidingen/locaties bestaan al langere tijd. Bij de opleiding Bouwkunde staan in 2002 in totaal 356 studenten ingeschreven in, 117 in Alkmaar NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 7

8 en 239 in Haarlem. Bij Civiele Techniek staan in datzelfde jaar in totaal 217 studenten ingeschreven, 153 in Alkmaar en 64 in Haarlem. Volgens opgave in het zelfevaluatierapport wordt de opleiding Bouwkunde in Alkmaar verzorgd door 3 docenten, in een omvang van 2,6 fte. De ratio student/fte ratio is 45. Daarbij wordt aangetekend dat de personeelsbezetting achterloopt bij de groei van het aantal studenten en dat dit wordt opgevangen door docenten uit Haarlem in te zetten. De opleiding Civiele Techniek in Alkmaar wordt verzorgd door 10 docenten, in een omvang van 9,4 fte. De student/fte ratio is 16,3. Voor de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek in Haarlem zijn 26 docenten beschikbaar in een omvang van 20,6 fte. Omdat het aantal personeelsleden niet per opleiding kan worden aangegeven, heeft de hogeschool geen student/fte ratio gegeven. De opleiding Bouwkunde kent de aandachtsgebieden Architectuur, Bouwtechniek, Constructies en Bouwmanagement. Civiele Techniek kent de aandachtsgebieden Water & Bodem, Infrastructuur, Constructies en Bouwmanagement. 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleidingen door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage 4), die hieronder in concreto wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen een voldoende basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hieronder). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. De bevindingen zijn aan de opleiding gerapporteerd in een valideringsbrief. Naar aanleiding van deze brief heeft de opleiding aanvullende informatie verstrekt. Op basis van het zelfevaluatierapport en de aanvullende informatie zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door een bepaald panellid extra grondig bestudeerd zijn. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het visitatiebezoek concreet voorbereid. De opleidingen hebben in het zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiezen. Het panel heeft dit getoetst aan de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen (zie Detailrapport). 8 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

9 Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen. Aan het begin van de eerste visitatiedag heeft het panel de voorzieningen op de locatie Haarlem bekeken. Voor het overige heeft de visitatie plaats gevonden op de locatie in Alkmaar. Tijdens het bezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleidingen (het operationeel management). Op 21 juni 2004 vond er, voor meer opleidingen tegelijk, een gesprek plaats met het College van Bestuur (het strategisch management). Tijdens de eerste visitatiedag heeft het panel materiaal bestudeerd dat door de opleidingen ter inzage was gelegd en voorbereidend overleg gevoerd voor de te voeren gesprekken. In het bezoekprogramma kende het ochtendprogramma van de tweede visitatiedag een vaste structuur en is gesproken met de bovengenoemde gespreksgroepen. Het middagprogramma had een meer open karakter. In het begin van de middag hebben panelleden in een onderlinge taakverdeling: zich door docenten van de opleidingen verder laten informeren over de beoordeling van stage- en afstudeerwerkstukken; nader materiaal bestudeerd; zich een beeld gevormd van de faciliteiten in Alkmaar. Het tweede deel van de middag is benut om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. Aan het einde van de middag heeft het panel een tweede gesprek gevoerd met het management van de opleidingen. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en die voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. Het definitieve conceptrapport is aan de opleidingen voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In hoofdstuk 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken. Het oordeel komt tot stand op basis van een weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels, zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol (zie bijlage 4) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor Oordeelsvorming (zie bijlage 5), een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 9

10 benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overstijgen; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding De facetten Niveau bachelor, Domeinspecifieke eisen en Oriëntatie hbo-bachelor zijn voor de beide opleidingen op beide locaties met een voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. De beroeps- en opleidingsprofielen van de beide opleidingen komen overeen met die van overeenkomstige opleidingen binnen het domein. Ze zijn afgeleid van de landelijk vastgestelde competenties. Voorts is een vergelijking gemaakt met de Dublin-descriptoren Programma Voor beide opleidingen, op beide locaties, zijn de facetten 2.2 t/m 2.4 en 2.8 met een voldoende beoordeeld. De facetten 2.1 en 2.5 t/m 2.7 zijn goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. Het programma is goed gericht op de actuele beroepspraktijk. Het sluit in voldoende mate aan op de doelstellingen en vormt een logisch, samenhangend geheel. Het didactisch concept dat eraan ten grondslag ligt is goed gekozen en de werkvormen sluiten daar goed, de toetsen voldoende op aan. De opleidingen voeren een actief beleid om de aansluiting op de vooropleiding te bevorderen Inzet van personeel De beide opleidingen scoren goed op de praktijkgerichtheid en de kwaliteit van het personeel (facetten 3.1 en 3.3). De kwantiteit van het personeel (facet 3.2) is voldoende. Het oordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. Het onderwijzend personeel is goed toegerust voor het onderwijs. Zij geven praktijkgericht onderwijs. Hoewel het personeel als gevolg van de onderwijsvernieuwing en reorganisaties onder grote druk staat, heeft het onderwijs daar niet ernstig onder geleden Voorzieningen Voor beide opleidingen zijn de facetten Materiële voorzieningen en Studiebegeleiding als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. De studiebegeleiding en de materiële voorzieningen zijn adequaat. Tijdens het bezoek heeft het panel vastgesteld dat als gevolg van de ontmanteling van laboratoria het practicumonderwijs voor de studenten in Haarlem onvoldoende werd uitgevoerd. Op basis van nadere informatie na het bezoek is het panel gebleken dat de practica met ingang van 10 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

11 het studiejaar 2004/05 voor alle studenten weer volledig in het programma zijn opgenomen. Alle practica worden nu uitgevoerd op de locatie in Alkmaar Interne kwaliteitszorg. Voor beide opleidingen zijn de facetten 5.1 en 5.2 met een voldoende beoordeeld. Ook facet 5.3 scoort voor de opleiding Bouwkunde (beide locaties) en voor de locatie Haarlem van Civiele Techniek voldoende. Voor Civiele Techniek in Alkmaar is dit facet met een goed beoordeeld. Het eindoordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen daarom derhalve positief Resultaten. Voor beide opleidingen is het facet Onderwijsrendement met een voldoende en het facet Gerealiseerd niveau met een goed beoordeeld. Bij het onderwijsrendement wordt de kanttekening geplaatst dat de betrouwbaarheid van de kwantitatieve informatie onduidelijk is en dat de gegevens ontoereikend zijn voor het maken van goede analyses. Het eindoordeel op dit onderwerp is voor de opleidingen positief. Kengetallen opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek INHOLLAND Tabel 1: Algemene gegevens opleidingen 1996* Totaal aantal ingeschreven studenten BkA BkH CtA Totaal aantal docenten Omvang docerend personeel in fte Student/ fte ratio CtH BkA BkH** CtA CtH** BkA BkH CtA CtH BkA BkH*** CtA CtH*** ,4 7,4 7, ,5 6,4 21,5 30,1 32,7 30,4 32, ,4 22, ,8 20,6 9,4 20,6 31,1 19, ,6 20,6 9,4 20,6 * 1996 betekent het studiejaar 1996/1997. Idem voor de andere jaartallen ** gegevens voor Bouwkunde en Civiele Techniek Haarlem gezamenlijk *** doordat het aantal personeelsleden niet per opleiding gegeven kan worden is geen reële student/fte ratio aan te geven. Tabel 2: Instroomgegevens opleidingen (instroomcohort eerste keer hogeschool) INSTROOM Totaal ingestroomde studenten BkA BkH CtA CtH , NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 11

12 Vergelijking van de kengetallen van de opleidingen met landelijke kengetallen De gegevens van de opleidingen worden hieronder vergeleken met landelijke gegevens, voorzover die via de website van de HBO-raad beschikbaar zijn (CRIHO). In de tabellen 3a en 3b worden rendementsgegevens, uitvalgegevens en gegevens met betrekking tot de gemiddelde studieduur vergeleken. Tabel 3a: Gegevens opleidingen (instroomcohort eerste keer hogeschool) Percentage diploma behaald na 5 jaar (instroomcohort)* Bk Ct 53,9 62,7 73,5 53,0 57,7 63,3 55,4 61,0 46,2 61,3 Gemiddelde studieduur van BkA gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in jaren) BkH CtA 3,72 4,26 4,06 3,59 4,01 4,02 4,27 4,23 Percentage uitval na 1 jaar (instroomcohort)* CtH Bk Ct 3,83 4,38 3,89 3,96 3,86 4,29 4,42 33,6 22,5 4,34 40,7 23,7 4,55 41,5 28,4 4,34 22,1 18,2 40,3 22,4 Percentage uitval na 3 jaar (instroomcohort)* Bk Ct 31,5 22,4 30,8 31,4 43,7 31,3 48,0 34,2 50,9 40,7 Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren van het uitstroomcohort in jaar x (in jaren) BkA BkH CtA CtH 1,22 1,50 0,90 * Cijfers opleiding hogeschool, geen cijfers per locatie beschikbaar. 1,36 2,00 1,01 1,15 2,24 1,56 1,12 1,33 1,46 1,30 1,69 1,47 1 1,31 1,25 2,5 Tabel 3b: Landelijke gegevens (instroomcohort eerste keer hogeschool) Percentage diploma behaald na 5 jaar (instroomcohort) Bk Ct 51,8 61,7 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar (instroomcohort) htno Bk Ct htno Bk Ct htno 52,9 61,0 61,0 52,8 59,1 59,1 51,6 60,9 60,9 52,1 60,7 60,7 61,7 51,7 49,5 48,2 25,1 22,4 27,1 51,0 49,3 46,5 28,7 23,9 28,1 51,2 48,4 46,5 28,1 23,5 29,5 51,1 46,5 46,7 32,6 21,3 30,1 50,8 45,4 47,3 27,9 23,7 28,9 Percentage uitval na 3 jaar (instroomcohort) Bk Ct htno 34,1 26,9 33,5 34,1 28,6 34,4 35,9 29,5 37,9 39,2 32,9 38,6 38,0 34,4 41,2 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) Bk Ct htno 20,3 20,6 19,5 19,7 20,7 20,1 19,0 19,8 19,3 18,9 24,0 19,4 20,0 21,1 20,8 Conclusies ten aanzien van de vergelijking van de kengetallen: Het opleidingsrendementen na vijf jaar voor Bouwkunde (instroomcohorten 1994 tot 1998) was in het verleden hoger dan het landelijk gemiddelde, maar vertoont een dalende lijn. Voor Civiele Techniek fluctueert het rond het landelijk gemiddelde. Ten 12 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

13 opzichte van het gemiddelde rendement HTNO scoort Bouwkunde lager en Civiele Techniek ongeveer gelijk. Het rendement van de opleiding Bouwkunde daalt ten opzichte van het landelijk gemiddelde hbo-rendement (alle hbo-opleidingen, 56%). De opleiding Civiele Techniek scoort hoger. Het uitvalpercentages na één jaar (instroomcohorten 1998 tot 2002) voor Bouwkunde is flink hoger dan het landelijk gemiddelde. Voor Civiele Techniek komt het daarmee ongeveer overeen. De uitvalpercentages na drie jaar (cohorten 1996 tot 2000) voor Bouwkunde stijgt de laatste jaren ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dat geldt eveneens voor Civiele Techniek, zij het in mindere mate. De gemiddelde studieduur van gediplomeerden (uitstroomcohorten 1998 tot 2002) laat voor Bouwkunde een gunstig beeld zien. Civiele Techniek komt ongeveer overeen met het landelijk gemiddelde. De gemiddelde studieduur van studiestakers (uitstroomcohorten 1998 tot 2002) steekt voor Bouwkunde gunstig af tegen het landelijke gemiddelde. Voor Civiele Techniek is het beeld van jaar tot jaar voor beide locaties wisselend. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 13

14 1.6 Schematisch overzicht Oordelen Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau Opleidingen : Bouwkunde en Civiele Techniek Onderwerp/Facet Bouwkunde Civiele Techniek Alkmaar Haarlem Alkmaar Haarlem Doelstellingen 1.1 V V V V 1.2 V V V V 1.3 V V V V Totaaloordeel positief positief positief positief Programma 2.1 G G G G 2.2 V V V V 2.3 V V V V 2.4 V V V V 2.5 G G G G 2.6 G G G G 2.7 G G G G 2.8 V V V V Totaaloordeel positief positief positief positief Personeel 3.1 G G G G 3.2 V V V V 3.3 G G G G Totaaloordeel positief positief positief positief Voorzieningen 4.1 V V V V 4.2 V V V V Totaaloordeel positief positief positief positief Kwaliteitszorg 5.1 V V V V 5.2 V V V V 5.3 V V G V Totaaloordeel positief positief positief positief Resultaten 6.1 V V V V 6.2 G G G G Totaaloordeel positief positief positief positief 14 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

15 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5, waaruit blijkt dat de beide opleidingen voor de twee uitvoeringslocaties op alle zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de beide opleidingen POSITIEF is. De opleidingen voldoen op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaan daar op meerdere facetten bovenuit. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 15

16 16 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

17 Deel B: Facetten NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 17

18 18 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

19 Deel B: Facetten In de beoordeling van de facetten is steeds een onderscheid gemaakt tussen de beide opleidingen en de twee uitvoeringslocaties. Daarbij worden de volgende afkortingen gehanteerd: BkA Bouwkunde Alkmaar BkH Bouwkunde Haarlem CtA Civiele Techniek Alkmaar CtH Civiele Techniek Haarlem Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties van de opleidingen, zoals beschreven in de zelfevaluatierapporten, sluiten direct aan bij de landelijk vastgestelde competenties. Voor Bouwkunde zijn dat de Competenties voor de HBO-opleiding Bouwkunde (Hoger onderwijs groep Bouw & Ruimte, 14 mei 2003), voor Civiele Techniek baseert men zich op Beroepsspecifieke competenties CiT-duaal (december 2001). In de zelfevaluatierapporten brengen beide opleidingen in een tabel deze competenties in verband met de vijf Dublin-descriptoren. Daaruit blijkt dat de competenties daar in voldoende mate op aansluiten. De algemene ingenieurscompetentie veilig, duurzaam en kwaliteitsbewust handelen is bij beide opleidingen in de opsomming niet meegenomen. Voor Civiele Techniek geldt dat bovendien voor de beroepsspecifieke competentie projectgebonden kwaliteitsbewaking beschrijven. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 19

20 Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De geformuleerde eindkwalificaties (competenties) van de opleidingen sluiten goed aan op de eisen die de beroepspraktijk stelt. De competenties worden onderscheiden in beroepsspecifieke competenties en algemene hbo ingenieurscompetenties (waaronder men ook de sociaal-communicatieve competenties en de zelfsturende competenties uit de landelijke competenties rekent). De beroepsspecifieke competenties hebben betrekking op: het opstellen van een programma van eisen; op het opstellen, beoordelen en kiezen van alternatieven en varianten; op het opstellen van contracten; op het opstellen van een uitvoeringsplan; op het bewaken en bijsturen van het uitvoeringsplan; en op het beheer en onderhoud van gebouwen en infrastructuur. Voor de civiele techniek zijn daar in het bijzonder nog aan toegevoegd het voeren van bouwplaatsmanagement en directie voeren. De competenties zijn toegedeeld naar beroepsdomeinen en contexten. Deze laatste zijn gebaseerd op de fasen van het primaire proces: programma/project voorbereiden; ontwerp; uitwerking; uitvoering; en beheer. De algemene hbo ingenieurscompetenties betreffen het denken in modellen, systemen en processen; proces beheersen; projectmatig werken; veilig, duurzaam en kwaliteitsbewust handelen; communiceren; leidinggeven; samenwerken; zelfverantwoordelijk werken; en zelfverantwoordelijk leren. Deze competenties zijn in het bedrijfsleven in toenemende mate van belang voor de functie-uitoefening van de hboingenieur. De opleidingen maken in hun zelfevaluatierapport niet inzichtelijk hoe de competenties aansluiten bij internationale standaarden. Het visitatiepanel acht de competenties desondanks relevant in een internationaal perspectief. Aan het huidige curriculum liggen fasecompetenties ten grondslag die zijn opgesteld ten tijde van de onderwijsvernieuwing, die enkele jaren geleden is ingezet (Fasedoelen en competenties binnen de opleiding B + C projectgroep , december 2001). Deze zijn niet expliciet in relatie gebracht met de huidige landelijke kwalificaties. Bij de opstelling ervan heeft de nota Validering Kernkwalificaties van de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek (1999) een rol gespeeld. Het curriculum voor de in september 2004 te starten brede bachelor Built Environment - waarin de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek samen met de opleiding Bouwmanagement en Vastgoed opgaan - wordt gebaseerd op de algemene major- en minorcompetenties van INHOLLAND. Deze zijn in verband gebracht met de landelijke competenties. De onderdelen van het bestaande curriculum - op basis van de fasedoelen 20 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

21 en competenties - worden daarin voor het grootste deel opgenomen (vergelijk paragraaf 2.2). Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties (competenties) van de opleidingen sluiten aan bij de landelijke competenties (zie 1.1). De opleidingen hebben in 1999 hun beroepsprofielen en competenties beschreven (Rapportage Beroepsprofielen en competenties), uitgaande van de nota Validering Kernkwalificaties van de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek (Onderwijs Innovatie Centrum Bouwnijverheid, 1999). Ook gegevens van BNA, KIVI, ONRI en de CAO Uitvoerend Technisch en Administratief personeel zijn erin verwerkt. In 2001 zijn de beroepsprofielen en competenties nader uitgewerkt in de notitie Fasedoelen en competenties binnen de opleiding B + C projectgroep , december 2001). Op deze wijze leggen de opleidingen verbanden met de opvattingen die omtrent de beroepsuitoefening leven in het beroepenveld. Sinds december 2003 is er een beroepenveldcommissie ingericht voor de brede bachelor Built Environment, waarin de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek - samen met de opleiding Bouwmanagement en Vastgoed - opgaan. In de commissie hebben vertegenwoordigers uit het regionale beroepenveld voor de opleidingen zitting. De publieke sector is niet vertegenwoordigd. Daarover is volgens leden van de beroepenveldcommissie die het panel heeft gesproken inmiddels gesproken. De commissie is niet betrokken geweest bij de opstelling van de eindkwalificaties en heeft zich er nog niet over uitgesproken. In het gesprek met het visitatiepanel geven leden van de beroepenveldcommissie aan de competenties herkenbaar te vinden met het oog op de beroepsuitoefening van hbo-ingenieurs Bouwkunde en Civiele Techniek. De beroepsspecifieke competenties en de algemene hbo ingenieurscompetenties, zoals beschreven in paragraaf 1.2, weerspiegelen naar de mening van het visitatiepanel het niveau van de beginnend hbo-beroepsbeoefenaar als bouwkundig en civiel ingenieur. In de Rapportage Beroepsprofielen en Beroepscompetenties (maart 1999) beschrijven de opleidingen op adequate wijze de typen van organisaties waar afgestudeerden werkzaam kunnen zijn en de functies waarvoor zij worden opgeleid. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 21

22 Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het curriculum van beide opleidingen bestaat uit drie fasen: de propedeuse, de kernfase en de afstudeerfase. Elk studiejaar is verdeeld in vier blokken. Het programma is als volgt opgebouwd: - De propedeuse bestaat uit twaalf onderwijseenheden van 5 EC s. Zes eenheden zijn projecten (integrale lijn), bestaande uit een groepsopdracht en een individuele opdracht. De andere zes eenheden bestaan uit vakgerichte modulen (conceptuele en vaardigheidslijn). - In de blokken 5 en 6 is een oriënterende stage geprogrammeerd. - De blokken 7 t/m 10 vormen de kernfase. Deze is evenals de propedeuse opgebouwd uit de integrale lijn (vier beroepsopdrachten van 40 EC s) en de conceptuele en vaardigheidslijn (CV-lijn, 20 EC s). Beide lijnen bestaan uit vier onderwijseenheden, die zijn opgebouwd uit modulen. - Tijdens de afstudeerfase kunnen studenten zich specialiseren of verbreden. De afstudeerfase bestaat uit een stage (blokken 11 en 12), verdieping (blokken 13 en 14) en het afstuderen (blokken 15 en 16). In de verdiepingsblokken kunnen studenten zelf een keuze maken uit een lijst van keuzethema s. Het keuzepakket moet worden goedgekeurd door de examencommissie. Studenten met een vooropleiding mbo volgen in de propedeuse en de kernfase een verkort programma (vergelijk 2.5). Voor het onderwijs wordt gebruik gemaakt van vakliteratuur en van dictaten. In de studiewijzers wordt per onderdeel van de CV-lijn de gebruikte literatuur vermeld. Naar de mening van het panel is het materiaal inhoudelijk goed en voldoende actueel. De projectopdrachten uit de integrale lijn zijn aan de praktijk ontleend. De gegevens daarvoor worden beschikbaar gesteld door bedrijven in de omgeving. In de projecten worden de studenten in een beroepsrol geplaatst. De studenten worden in de beide stages rechtstreeks in aanraking gebracht met de beroepspraktijk. De eerste heeft een oriënterend karakter, de tweede maakt deel uit van de specialisatiefase. Voor de stages is een stagehandleiding opgesteld, die studenten en 22 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

23 bedrijven op heldere wijze informeren over de organisatie, begeleiding en beoordeling van de stages. Voorafgaand aan de stages stelt de student een plan van aanpak op, dat moet worden goedgekeurd door de opleiding. Vervolgens wordt dit samen met de bedrijfsbegeleider uitgewerkt in een stagewerkplan. De stageopdrachten zijn relevant en van voldoende niveau. Voor de Bouwkunde specialisaties Constructies en Bouwmanagement en voor de Civiele specialisaties Water & Bodem, Infrastructuur, Constructies en Bouwmanagement worden de afstudeerprojecten meestal in bedrijven uitgevoerd. Voor de Bouwkunde specialisaties Architectuur en Bouwtechniek is dat niet het geval. De afstudeeropdrachten voor deze richtingen zijn wel altijd afkomstig van bedrijven. De studenten werken in de projecten in een beroepsgerichte context aan de ontwikkeling van hun beroepsvaardigheden. Ze worden in aanraking gebracht met verschillende aspecten van opdrachten, zoals uitvoering, regelgeving, kostenbeheersing en planning. Studenten moeten in de projecten steeds verschillende rollen vervullen, zoals penvoerder, ontwerper etcetera. Uit de gesprekken blijkt dat deze wisseling van rollen niet altijd plaatsvindt. De studenten worden in de projecten bovendien geconfronteerd met verschillende partijen, doordat docenten de rollen vervullen van opdrachtgever, deskundige en coach. Dat is op zich een goede opzet, maar uit studentenevaluaties blijkt de rol van opdrachtgever nog niet goed uit de verf te komen. Het panel stelt vast dat de projecten regelmatig worden vernieuwd en actueel worden gehouden. Afstudeeropdrachten kunnen een onderzoeksgericht karakter hebben, bijvoorbeeld een onderzoek naar een realistisch bedrijfsprobleem of een onderzoek naar varianten in bouwsystemen of constructies. Soms worden studenten bij toegepast onderzoek betrokken door het Lectoraat Duurzame Technologie. Door de recente beroepservaring van een aantal docenten en door het inzetten van gastdocenten uit de praktijk wordt geborgd dat studenten in voldoende mate in aanraking komen met actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Docenten houden zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen door abonnementen op vaktijdschriften. Volgens studentenenquêtes krijgen studenten in voldoende mate zicht op het beroep. Zij vinden bovendien de inhoud van de vakken van belang voor het beroep. De opleidingen constateren in hun zelfevaluatierapport dat ze nog te weinig gebruik maken van de inbreng van het werkveld ten aanzien van de inhoud van het curriculum. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 23

24 Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het huidige curriculum is gebaseerd op de beroepsprofielen en competenties uit de notitie Fasedoelen en competenties binnen de opleiding B + C projectgroep , december 2001). In de studiewijzers zijn voor de projecten van de integrale lijn overeenkomstig deze notitie fasecompetenties, het gewenste gedrag naar stakeholders en de kennis- en vaardigheidsdomeinen benoemd. Voor de modulen uit de CV-lijn zijn in het algemeen doelen geformuleerd. In een document, dat ten behoeve van de visitatie is opgesteld (Beantwoording NQA vraag dd 24 februari 2004), maken de opleidingen goed zichtbaar op welke manier de opbouw van de in september 2004 te starten brede bachelor wordt vormgegeven. De landelijke competenties voor Bouwkunde en Civiele Techniek worden allereerst in relatie gebracht met de algemeen geformuleerde major- en minor competenties voor de brede bachelor. In competentiekaarten worden deze major- en minor competenties nader beschreven en uitgewerkt naar de context, beheersingsniveaus en indicatoren en in kennis en inzicht, vaardigheden en attitude. In competentiematrices worden de competenties in verband gebracht met de verschillende onderwijsblokken, waarbij tevens het beheersingsniveau en de relatie met de vijf hbo-kenmerken wordt aangegeven. Tenslotte wordt in Leerplanschema s voor Bouwkunde en Civiele Techniek de blokken in meer concrete zin nader ingevuld. Daarbij worden voor de integrale lijn onder meer de beroepsdomeinen, de context, de onderwerpen en de fasecompetenties benoemd. Voor de conceptuele en vaardigheidslijn worden de relevante modulen vermeld. De opleidingen laten in hun zelfevaluatierapporten op overtuigende wijze zien hoe een vijftal algemene hbo-kenmerken op cyclische wijze in het curriculum aan de orde komen. Deze competenties betreffen: brede multidisciplinaire aanpak; probleemgericht werken; methodisch en reflectief denken en handelen; sociaal-communicatieve bekwaamheden; en transfer en brede inzetbaarheid. 24 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

25 Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de CV-lijn is in de propedeuse en de kernfase een verticale opbouw in de vakken aangebracht, die zorgt voor een doorgaande lijn. De inhoudelijke afstemming vindt plaats in werkgroepen per vakgebied. In de propedeuse en de kernfase worden de projecten en de CV-modulen per blok naast elkaar geprogrammeerd. Daarbij lopen de onderdelen uit de CV-lijn vooruit op de toepassing in de projecten van de integrale lijn. Tijdens de gesprekken met studenten en afgestudeerden blijkt de afstemming van de vakken op de projecten goed te zijn. Overigens worden ook binnen de projecten ondersteunende cursussen gegeven als daar aanleiding voor is. In de afstudeerfase maakt de student in overleg met de studieloopbaanbegeleider een individueel studieplan. De samenhang in het studietraject komt naar voren komt. Het studieplan moet worden goedgekeurd door de examencommissie. Uit de IOWO-enquêtes komt naar voren dat de samenhang tussen de curriculumonderdelen binnen een blok (horizontale samenhang) voor Civiele Techniek per periode-evaluatie verschillend scoort. Voor Bouwkunde is de score voldoende. Op de vraag of de opbouw van het programma van de opleiding als geheel voor studenten duidelijk is (verticale samenhang) scoort Civiele Techniek positief, Bouwkunde wisselend per periode-evaluatie. In het gesprek met het visitatiepanel geven studenten aan dat de samenhang tussen de projecten en de vakken Civiele Techniek in Haarlem minder goed loopt. Voor Civiele Techniek in Alkmaar en voor Bouwkunde op beide locaties vinden zij de samenhang voldoende. Resumerend is voor de opleiding Civiele Techniek de horizontale samenhang onvoldoende, de verticale samenhang voldoende. Voor de opleiding Bouwkunde is de horizontale samenhang voldoende, de verticale samenhang wisselend. Op basis van de evaluaties en de gesprekken komt ten aanzien van de samenhang voor de beide opleidingen een uiteenlopend beeld naar voren. Het panel is echter van mening dat de opbouw van het programma van beide opleidingen een duidelijke samenhang vertoont. Dat leidt tot een voldoende oordeel op het facet. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 25

26 Facet 2.4 Studielast BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De onderwijsprogramma s van de opleidingen zijn opgebouwd volgens een heldere structuur die een efficiënte studievoortgang bevordert: elk studiejaar bestaat uit vier blokperioden van 10 of 11 weken, die zijn verdeeld in onderwijseenheden. Het onderscheid in leerlijnen geeft duidelijkheid over de inhoudelijke opbouw van het programma. De studiegids en de studiewijzers van de opleidingen geven een duidelijk inzicht in de opbouw van de studie als geheel en van de verschillende studieonderdelen. De genormeerde studielast is in het programma goed gespreid. Elk blok heeft een studielast van 15 EC s. In de studiewijzers wordt de omvang van elk onderdeel uitgedrukt in EC s. De IOWO-enquêtes wijzen uit dat de studenten van beide opleidingen niet tevreden zijn over de feitelijke spreiding van de studielast binnen de blokken. Naar aanleiding daarvan hebben de opleidingen sinds maatregelen genomen om de piekbelasting te reduceren. Studenten worden na elk blok in de gelegenheid gesteld zowel de projecten als de onderdelen uit de CV-lijn te herkansen. Ten aanzien van de organisatie van de studie zijn het panel geen grote problemen gebleken. Studenten zijn volgens de studentenenquêtes in het algemeen redelijk tevreden over de roosters en dergelijke. Facet 2.5 Instroom BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Door in het onderwijs veel met opdrachten te werken sluiten de opleidingen goed aan op het studiehuisconcept in het voortgezet onderwijs en op het projectonderwijs en het 26 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

27 probleemgestuurd onderwijs dat in het mbo in toenemende mate wordt gehanteerd. Deze ontwikkelingen vormden drie jaar geleden een van de redenen tot de vernieuwing van het onderwijs van de opleidingen. De opleidingen hanteren afwisselende werkvormen waardoor ze goed inspelen op de verschillende leerstijlen van de studenten en op de diversiteit van de instroom. Er is naar de mening van het panel sprake van een goede combinatie van projectmatig in groepen werken aan opdrachten enerzijds en het volgen van vakgericht theorie- en praktijkonderwijs anderzijds (vergelijk paragraaf 2.7). De opleidingen voeren regelmatig overleg met toeleverende scholen en rapporteren jaarlijks de prestaties van de studenten terug naar de scholen. Met de omliggende ROC s wordt een schakelklas wis- en natuurkunde georganiseerd voor studenten die een verwante opleiding volgen. Deze studenten kunnen daarmee het studieprogramma met maximaal een half jaar bekorten. Beide opleidingen hebben een verkort programma voor studenten met een vooropleiding mbo Bouwkunde of Civiele Techniek. Zij volgen een aangepast propedeuseprogramma en krijgen een vrijstelling voor de eerste stage. De opleidingen kennen geen verkort programma voor de vwo-instroom. In de IOWO-enquêtes wordt onder meer gevraagd naar het niveau en de moeilijkheidsgraad van de opleiding. De resultaten geven een indicatie van de aansluiting op de vooropleiding. Uit de gegevens blijkt dat Bouwkundestudenten het niveau en de moeilijkheidsgraad op beide locaties positief beoordelen. Studenten Civiele Techniek in Haarlem vinden het voldoende, studenten Civiele Techniek in Alkmaar onvoldoende tot voldoende (score 2,5-3,4 op een vijfpuntschaal). Facet 2.6 Duur BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het curriculum van beide opleidingen omvat 240 EC s. Per jaar worden 60 EC s geprogrammeerd, 15 EC s per blok. In de studiewijzers wordt het aantal studiepunten per onderwijseenheid verantwoord. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 27

28 Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen werken volgens het didactische concept van de Hogeschool INHOLLAND. Uitgangspunten daarin zijn onder meer competentie- en studentgericht leren en het centraal stellen van de beroepsrol. Beroepsmatig handelen vraagt om een integratie van kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. Kennisontwikkeling moet zoveel mogelijk contextgericht plaatsvinden. Deze uitgangspunten sluiten naar de mening van het panel aan op de doelstellingen en eindkwalificaties van de opleidingen. Het didactisch concept is naar het onderwijs vertaald door de ontwikkeling van drie leerlijnen: de eerder genoemde integrale lijn en CV-lijn en als derde de studieloopbaanbegeleiding. De eerste twee lijnen zorgen voor een goede combinatie van projectmatig werken aan opdrachten en het volgen van vakgericht theorie- en praktijkonderwijs. In de derde lijn, de studieloopbaanbegeleiding, formuleert de student zijn doelen en reflecteert op zijn eigen ontwikkeling. Deze vorm van begeleiding sluit goed aan op het concept van competentiegericht onderwijs. De werkvormen en studieactiviteiten in de verschillende leerlijnen sluiten in het algemeen goed aan op de doelen van de programmaonderdelen en op de didactische uitgangspunten. In de projecten vormen de opdrachten de richtsnoer voor de te ondernemen activiteiten. In de vakgerichte studieonderdelen wordt - zo blijkt uit de studiewijzers - gebruik gemaakt van instructiecolleges, practica, zelfstudie, (computer)oefeningen, (huiswerk)opdrachten, etcetera. In de IOWO periode-enquêtes wordt niet gevraagd naar de kwaliteit van de werkvormen. Wel wordt gevraagd naar de mate waarin de studieloopbaanbegeleiding studenten heeft geholpen om aan de gewenste beroepshouding te werken. Voor beide opleidingen is het beeld in de verschillende periode-evaluaties wisselend (vergelijk paragraaf 4.2). Facet 2.8 Beoordeling en toetsing BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. 28 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

29 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor de beoordeling van de opdrachten in de integrale lijn wordt bij bouwkunde een onderscheid gemaakt tussen de groepsbeoordeling en de individuele beoordeling. De weging is respectievelijk 40% en 60%. Bij Civiele Techniek maakt men dat onderscheid niet op die manier, maar men bevraagt wel de individuele groepsleden, ook over delen die door andere studenten zijn gemaakt. Voor de beoordeling van de presentaties worden beoordelingsformulieren gebruikt. Voor de beoordeling van de opdrachten zijn in het algemeen formulieren beschikbaar of in ontwikkeling. Deze worden naar de indruk van het panel niet altijd gehanteerd. In de groepen wordt soms ook gewerkt met beoordeling door de studenten van elkaar. De onderdelen in de CV-lijn worden getoetst door middel van tentamens of door korte opdrachten of testen. Deze toetsen sluiten naar de mening van het visitatiepanel in het algemeen voldoende aan bij de leerstof en de doelen. Het niveau van de toetsen Bouwkunde is goed. Bij Civiele Techniek is het toetsniveau voldoende, maar dat kan soms wat hoger. Ook studenten zijn - volgens de IOWO periode-evaluaties - in het algemeen tevreden over de mate waarin de toetsen aansluiten op de leerstofinhoud. De terugkoppeling van het toetsresultaat naar de studenten vindt in de integrale lijn altijd plaats in de vorm van evaluatiegesprekken, in de CV-lijn gebeurt dat als studenten er om vragen. De IOWO periode-evaluaties wijzen uit dat studenten hier tevreden over zijn. Van het ingevoerde portfolio wordt volgens de IOWO periode-evaluaties nog weinig gebruik gemaakt. Uit het gesprek met studenten komt naar voren dat er in Alkmaar wel mee gewerkt wordt, maar in Haarlem nog weinig. Docenten die gezamenlijk een opdracht maken stellen in overleg de toetsen en de criteria op. De bewaking van de kwaliteit vindt ook plaats doordat de docenten in verschillende rollen (vergelijk paragraaf 2.1) betrokken zijn in meerdere projecten. De borging van de kwaliteit van de toetsen in de CV-lijn wordt serieus genomen door elkaar onderling toetsen voor te leggen en door elkaar feedback te geven. Dat neemt niet weg dat docenten constateren dat er nog verschillen zijn in de beoordeling. Er worden stappen ondernomen om daar verandering in te brengen. Het panel stelt vast dat de individuele beoordeling van studenten in het projectonderwijs en in het afstuderen kan worden verbeterd. Individuele niveauverschillen, blijkend uit schriftelijke toetsen, tentamens en dergelijke, worden in het algemeen niet weerspiegeld in de resultaten van de projecten. Het panel constateert tevens dat de individuele bijdrage(n) aan de (afstudeer)werkstukken niet altijd duidelijk als zodanig herkenbaar zijn. Docenten onderkennen het probleem en geven aan naar wegen te zoeken om daarin verbetering te brengen. In het kader van de ontwikkeling van de bachelor of Built Environment wordt er een nieuw toetsbeleid opgesteld, aansluitend bij het hogeschoolbeleid op dit gebied (Backbone Inbeeld, Hogeschool INHOLLAND 2003). Hierin wordt samengewerkt met de School of Agriculture & Technology in Delft. De eindbeoordeling van de stage is gebaseerd op een bedrijfsbeoordeling en een beoordeling door de opleiding. Voor de beoordeling zijn richtlijnen en criteria opgesteld. Stagebegeleiders binnen de bedrijven zijn daar - zo blijkt in het gesprek met het visitatiepanel - tevreden over. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 29

30 Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Van het docententeam beschikt volgens een inventarisatie van de opleidingen 22,6% over recente ervaring met de beroepspraktijk en beschikt 81,5% over actuele kennis daarvan. De cijfers lopen voor de beide opleidingen nauwelijks uiteen. Nagenoeg alle docenten komen regelmatig in contact met de beroepspraktijk door de begeleiding van studenten tijdens stages en afstudeerprojecten en door het organiseren van excursies en het inschakelen van externe deskundigen. In het gesprek met vertegenwoordigers uit het werkveld uiten deze hun tevredenheid over de vakbekwaamheid van de docenten en hun actuele kennis van de beroepspraktijk, zowel op het terrein van bouwkunde als civiele techniek. Afgestudeerden geven aan dat docenten tijdens de lessen in het algemeen aandacht besteden aan actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. Het werken met beroepsauthentieke opdrachten zorgt er in belangrijke mate voor, dat in het onderwijs de verbinding met de beroepspraktijk wordt gelegd. Uit medewerkersonderzoek blijkt dat docenten van mening zijn dat er te weinig mogelijkheden zijn om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied te volgen. Facet 3.2 Kwantiteit personeel BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De hogeschool gaat uit van een medewerker/student ratio van 1:22,5. De feitelijke ratio (november 2003) is voor Bouwkunde Alkmaar en Haarlem respectievelijk 1:31,36 en 1:25,86. Voor Civiele Techniek is de ratio in Alkmaar 1:24,07 en in Haarlem 1:13,10. De personeelsbezetting voor Bouwkunde Alkmaar loopt achter bij de groei van het aantal 30 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

31 studenten. Dit wordt sinds 2002 opgelost door docenten uit Haarlem in te zetten. Civiele Techniek Haarlem heeft te maken gehad met een sterk afnemende instroom. Er vindt inmiddels een verschuiving plaats naar Civiele Techniek Alkmaar en naar de nieuwe opleiding Bouwmanagement en Vastgoed. Uit medewerkersonderzoek komt naar voren dat 43% van de docenten Bouwkunde en 61% van de docenten Civiele Techniek de werkdruk als te hoog ervaren. De opleidingen geven in hun zelfevaluatierapport als verklaring een onregelmatige verdeling van taken over de docenten en een onregelmatige spreiding van de werkzaamheden over het studiejaar. Uit de gesprekken blijken ook de onderwijsvernieuwing, de samenvoeging van de opleidingen in Alkmaar en Haarlem en de fusie van INHOLLAND een rol te spelen. De gesprekken met de docenten, het opleidingsmanagement en werkveldvertegenwoordigers brengen het visitatiepanel tot de conclusie dat de situatie knellend is. Het team heeft desondanks de energie en het enthousiasme om het onderwijs, nu de veranderingen achter de rug zijn, verder vorm te geven en uit te voeren. Zij zien het nieuwe onderwijs ook als mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen. Het ziekteverzuim van het onderwijzend personeel is in ,53%, in ,75%. Hoewel er sprake is van een stijging, leidt het in het algemeen niet tot grote problemen ten aanzien van de continuïteit in het onderwijs. Hoewel er - als gevolg van het verminderen van het aantal fte s op grond van de hogeschoolnormen - het afgelopen jaar enige vakken zijn uitgevallen, heeft dit volgens studenten niet tot grote organisatorische problemen geleid. De vakken zijn later ingehaald. Ze merken wel op dat tot hun spijt een aantal goede docenten is vertrokken. Het visitatiepanel stelt vast dat er als gevolg van de onderwijsvernieuwing, van de samenvoeging van de opleidingen op de beide locaties en van de fusie een grote druk staat op het personeel. Alles afwegend komt het panel desondanks tot een voldoende oordeel. Het feit dat het onderwijs er niet ernstig onder heeft geleden en het feit dat de docenten - na een moeilijke periode - vertrouwen hebben in de toekomst hebben bij het oordeel een belangrijke rol gespeeld. Facet 3.3 Kwaliteit personeel BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De docenten zijn goed gekwalificeerd. Uit een overzicht van de opleidingen blijkt het merendeel van hen een relevante opleiding op universitair niveau te hebben, een aantal heeft een hbo-opleiding. Docenten houden hun vak bij door vakliteratuur en -tijdschriften en door het volgen van cursussen, congressen etcetera. Een aantal heeft een eigen bedrijf en volgt daarin de ontwikkelingen; één docent is redacteur van de Jellema reeks. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 31

32 Docenten participeren in kennisnetwerken, zoals het Onderwijs Innovatie Centrum Bouwnijverheid (OIC/BN), de sectorraad Techniek, de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte en de kenniskring van het lectoraat Duurzame Technologie. De netwerken worden onder meer gebruikt voor de ontwikkeling van beroepsprofielen en competenties, voor de ontwikkeling van lesmateriaal, en voor kennisontwikkeling en competentieontwikkeling van docenten. Een aantal medewerkers neemt deel aan landelijke besturen van ingenieursverenigingen op het vakgebied (KIVI-Geotechniek en NIRIA Civiele Techniek) en van de Betonvereniging. Een medewerker is lid van de Bond van Nederlandse Architecten. Uit de IOWO periode-enquêtes blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de inhoudelijke deskundigheid van de docenten (docentrol deskundige, vergelijk paragraaf 2.1). Afgestudeerden geven in het gesprek met het visitatiepanel aan dat de inhoudelijke kwaliteit uiteenloopt, maar in het algemeen voldoende is. Er zijn zeer goede docenten bij. Werkveldvertegenwoordigers spreken van goede vakmensen. Uit de gesprekken komt verder naar voren dat er sprake is van een persoonlijke benadering en van goede stagebegeleiding. De studentenenquêtes wijzen uit dat de coachingsvaardigheden (docentrol coach, vergelijk paragraaf 2.1) minder goed scoren en dat de docentrol van opdrachtgever onvoldoende uit de verf komt. Nieuw aangestelde docenten worden gedurende de eerste maanden begeleid door een ervaren collega of door de teamcoördinator. Het scholingsbudget van de opleidingen bedraagt 1% van de personeelslasten en docenten kunnen 10% van hun jaartaak besteden aan deskundigheidsbevordering. Deze worden aangewend voor collectieve scholing ten behoeve van de onderwijsontwikkeling. In het kader daarvan is de laatste tijd onder meer aandacht besteed aan het benoemen van beroepsdomeinen, het formuleren van competenties en het opzetten van projecten; aan studieloopbaanbegeleiding; aan het 4C/ID model; en het uitvoeren van coachrollen. Het panel heeft waardering voor deze aanpak, maar wijst erop dat het ten koste lijkt te gaan van de individuele deskundigheidsbevordering van docenten op andere terreinen. Uit medewerkersonderzoek blijkt namelijk dat docenten van mening zijn dat er te weinig mogelijkheden zijn voor deskundigheidsbevordering. Sinds het afgelopen jaar zijn er IPOP-gesprekken (Individueel Performance & Ontwikkelingsplan) ingevoerd. Het is de bedoeling om die drie keer per jaar te houden. In deze gesprekken komen met name aan de orde: het competentieprofiel, de persoonlijke doelen, het persoonlijk ontwikkelingsplan en afspraken over scholing. Een en ander vindt plaats in het kader van het hogeschoolbeleid in dezen. Door de hogeschool is een goed formulier ontwikkeld voor deze gesprekken en er is en een goede handleiding opgesteld voor het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan. 32 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

33 Onderwerp 4 VOORZIENINGEN Facet 4.1 Materiële voorzieningen BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen beschikken over twee gebouwen, één in Alkmaar en één in Haarlem. Het gebouw in Alkmaar is in het algemeen goed geoutilleerd. De practicumruimten worden momenteel verbouwd. In Haarlem is men bezig met nieuwbouw, die per september 2004 in gebruik wordt genomen. Daarnaast blijft men gebruik maken van het huidige gebouw. De nieuwbouw leidt volgens studenten tot enige logistieke problemen. De lesruimten zijn op beide locaties toereikend en voldoende geoutilleerd. In Haarlem is als gevolg van de nieuwbouw tijdelijk sprake van een tekort aan projectruimten. In beide gebouwen zijn voldoende ruimten waar studenten in groepen kunnen werken, voorzien van computers. Voor propedeusestudenten is in Haarlem een projectzaal beschikbaar met werk- en vergadertafels, computers, een materialenverzameling, productbrochures en tijdschriften. Er zijn echter vrij weinig ruimten waar studenten individueel rustig kunnen werken. De materialenverzameling in de projectzaal is naar de mening van het panel niet ruim. Beide locaties beschikken over computerlokalen. Als gevolg van de nieuwbouw is de werkruimte voor de docenten in Haarlem vrij krap. In Alkmaar zien de werkruimten er goed uit. De docenten hebben op hun hoofdlocatie een vaste werkplek, op de andere locatie kunnen ze beschikken over een flexplek. Beide vestigingen beschikken over een mediatheek. Naar het oordeel van het panel is er weinig recente literatuur aanwezig. Er is echter veel materiaal goed digitaal toegankelijk. Het aantal tijdschriften verdient uitbreiding, met name op het gebied van onderzoek en van architectuur. De hogeschool gaat over op een nieuw netwerk. Dat biedt een verruiming van de mogelijkheden om gebruik te maken van ict-toepassingen, onder meer het hogeschoolbrede gebruik van Blackboard. Uit het gesprek met studenten komt naar voren dat er enige aanloopproblemen zijn met de introductie van het nieuwe netwerk. Tevens melden zij dat docenten in Alkmaar beter van Blackboard gebruik maken dan in Haarlem. Ze merken tevens op dat het aantal computers is toegenomen. In Haarlem zijn het houtbewerkingslab en het chemielab twee jaar geleden ontmanteld. Het waterloopkundig lab, het betonlab en het asfaltlab zijn in 2003/04 ontmanteld. Het bouwmaterialencentrum is verplaatst naar de projectzaal van de propedeuse studenten. In Alkmaar zijn in die periode wel practica gegeven. Vorig jaar is besloten alle practicumruimten Bouwkunde en Civiele Techniek in Alkmaar te concentreren. Het panel heeft op basis van informatie over de uitvoering van practica (leerplanschema s, NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 33

34 studiegidsen 2004/05 en een overzicht van de equipment) vastgesteld dat met ingang van het cursusjaar 2004/05 het practicumonderwijs voor de studenten van beide locaties weer volledig ter hand is genomen. Het practicumonderwijs wordt uitgevoerd op de locatie Alkmaar. In het zelfevaluatierapport wordt melding gemaakt van de resultaten van een onderzoek onder de docenten. Daaruit komt ontevredenheid naar voren over de werkplek, de ictvoorzieningen, de projectruimten, de practicumlokalen en de ruimten voor individuele gesprekken. Over de beschikbaarheid van computers, het mediatheekaanbod, de kopieerfaciliteiten en de hoorcollegezalen zijn ze wel tevreden. Een aantal van de zaken waarover de docenten ontevreden zijn hebben te maken met de verbouwingsperikelen op beide vestigingen. In de studentenenquêtes worden geen vragen gesteld over de materiële voorzieningen. Facet 4.2 Studiebegeleiding BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen hebben een systeem van studieloopbaanbegeleiding ontwikkeld, waarin de rol van studieloopbaanbegeleider wordt vergeleken met die van een human resources manager in een professionele organisatie. De studieloopbaanbegeleider is een docent die de student begeleidt in zijn ontwikkeling naar de beroepsrol van bouwkundig of civiel technicus. Doel is om studenten in toenemende mate in de rol van zelfsturende professional te plaatsen. De opzet is dat de studieloopbaanbegeleider drie à vier keer per jaar een individueel gesprek voert met de student. Daarbij komen het persoonlijk ontwikkelingsplan en het portfolio van de student aan de orde (Studieloopbaanbegeleiding en portfolio in het Instituut B+C, 1 juli 2002) Het huidige systeem van studieloopbaanbegeleiding is ingevoerd in het studiejaar 2001/02. De IOWO periode-enquêtes over een aantal perioden in 2001/02 en 2002/03 wijzen uit dat het systeem in Alkmaar bij Bouwkunde voldoende functioneert, bij Civiele Techniek onvoldoende. In Haarlem scoren beide opleidingen wisselend over de verschillende perioden. Uit de IOWO periode-enquêtes blijkt tevens dat van het portfolio nog weinig gebruik wordt gemaakt. Volgens de HBO-monitor 2002 beoordelen de afgestudeerden de begeleiding in Haarlem voor de opleiding Bouwkunde positief, voor Civiele Techniek matig. In het gesprek met het panel zijn de studenten positiever. Wel is de intensiteit wisselend. Het management constateert dat niet alle docenten voldoende affiniteit met deze rol hebben. Daarom is er voor gekozen om met ingang van 2004/05 34 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

35 alleen docenten die daar affiniteit mee hebben de rol van studieloopbaanbegeleider te geven. Naar aanleiding van de resultaten van de enquêtes hebben de opleidingen een draaiboek voor de studieloopbaanbegeleiding opgesteld. Afgestudeerden geven in het gesprek aan, dat de docenten toegankelijk zijn. Zij spreken van een persoonlijke benadering. Uit gesprekken met afgestudeerden en studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de stagebegeleiding. De stagedocent bezoekt de student één of twee keer op zijn stageplek en bespreekt dan met de stagiair en de bedrijfsbegeleider de voortgang. Afgestudeerden noemen de begeleiding van het afstuderen intensief. Docenten hebben regelmatig begeleidingscontacten met de afstudeergroepen en over de kwaliteit van deze begeleiding zijn de afgestudeerden goed te spreken. Studenten en afgestudeerden vinden de betreffende handleidingen goed. Het panel bevestigt dat. Voor de registratie van de studievoortgang wordt in Alkmaar gebruik gemaakt van het systeem Progress, in Haarlem van SVR. Met ingang van 2004/05 wordt hogeschoolbreed Peoplesoft ingevoerd. Informatie over roosters, roosterwijzigingen, actuele informatie etcetera staat op internet. Volgens de zelfevaluatierapporten maken de studenten daar goed gebruik van. Op grond van de gesprekken zijn het panel geen grote problemen op dit terrein gebleken. Onderwerp 5 INTERNE KWALITEITSZORG Facet 5.1 Evaluatie resultaten BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen maken gebruik van een aantal goede instrumenten voor de evaluatie van het onderwijs: - Projectevaluaties: hebben betrekking op de studieonderdelen in de integrale lijn. De betrokken docenten (opdrachtgever, deskundige, coaches) overleggen twee keer per week; de projectcoach evalueert na afloop het project met de studenten, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Voor de opleiding Civiele Techniek is men in 2003/2004 begonnen met het formuleren van streefdoelen. Op grond van de verslagen die het panel heeft ingezien heeft het een goede indruk van de aanpak. - Studentenenquêtes: twee keer per half jaar worden in samenwerking met IOWO enquêtes afgenomen onder studenten over de organisatie, de studieloopbaanbegeleiding, het (project)onderwijs en de studielast. Het enquêteinstrument is van een goede kwaliteit, zij het dat op een aantal gebieden nog vragen NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 35

36 ontbreken. Daarin wordt verbetering aangebracht. Als norm hanteert men een score van minimaal 3 op een schaal van 5. - EFQM-positiebepaling: afgenomen onder de docententeams en het management, nog niet onder studenten en het werkveld. Voor alle gebieden streeft men naar fase 3 in Op dit moment verkeren de opleidingen voor de aandachtsgebieden 1 t/m 5 en 9 in fase 1-2, voor de aandachtsgebieden 6 t/m 8 in fase HBO-monitor: onder alumni, over de kwaliteit van het curriculum, de mate van ondersteuning en begeleiding, de kans op werk en de tevredenheid achteraf. - Student Tevredenheids Onderzoek: wordt met ingang van januari/februari 2004 hogeschoolbreed jaarlijks afgenomen. In Alkmaar werd voorheen tweejaarlijks een dergelijk onderzoek gedaan. Voor de inrichting van haar kwaliteitszorg heeft de hogeschool gekozen voor het EFQMmodel. In 2003 is er een eerste positiebepaling EFQM verricht. De opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek hebben op grond daarvan aanbevelingen en verbeterplannen geformuleerd. Basisprincipes voor de opleidingen zijn: focussen op de punten die zich in de laagste ontwikkelingsfase bevinden; een planmatige werkwijze, gebaseerd op de PDCA-cyclus; betrokkenheid van het gehele opleidingsteam bij de interne kwaliteitszorg. Hoewel nog in een opbouwfase, hebben de opleidingen goede stappen gezet om te komen tot een integraal kwaliteitszorgsysteem. Het panel stelt vast dat het onderwijs adequaat wordt geëvalueerd. Daarbij worden per instrument expliciete indicatoren gehanteerd. De opleiding Civiele Techniek heeft voor de evaluaties inhoudelijke streefdoelen opgesteld, voor Bouwkunde is dat nog niet het geval. Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel stelt vast dat de evaluatie van het onderwijs in de integrale lijn op systematische wijze plaatsvindt en dat de evaluatieresultaten leiden tot verbeteringen. De projecten worden goed geëvalueerd en dat resulteert in concrete aanbevelingen voor verbetering. Vervolgens wordt daarop actie ondernomen. Zo bleek bijvoorbeeld dat de rol van opdrachtgever in de projecten niet als ondersteunend werd ervaren. Deze rol wordt in de projecten nu concreter ingevuld in de zin dat men direct of indirect werkzaam is voor een opdrachtgever. De opleidingen constateren in hun zelfevaluatierapport dat er over het nieuwe curriculum nog te weinig studentenenquêtes (IOWO) zijn gehouden om definitieve conclusies te kunnen trekken. De PDCA-cyclus is in die zin nog niet geheel doorlopen. De enquêteresultaten worden wel ingebracht in de opleidingscommissie en leiden op 36 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

37 onderdelen tot verbeterplannen. Zo hebben de scores op de studieloopbaanbegeleiding inmiddels geleid tot een draaiboek hiervoor. De verantwoordelijkheid om de uitkomsten van de EFQM-positiebepaling om te zetten in verbeterplannen ligt bij het Schoolmanagement. Inmiddels zijn er projectplannen opgesteld voor de invoering van een Schoolbreed kwaliteitszorgsysteem en voor de doorvertaling van het major/minor-beleid van INHOLLAND naar de School of Technology. Op hogeschoolniveau zijn reeds verbetermaatregelen genomen op het terrein van het personeelsbeleid, zoals de aanscherping ten aanzien van de functioneringsgesprekken en het inzetten van persoonlijke ontwikkelingsplannen. De opleidingen willen hun kwaliteitszorg op planmatiger wijze vormgeven volgens het EFQM-model en de resultaten van de enquêtes systematischer benutten. Zij hebben daarmee reeds een begin gemaakt. Zo zijn de resultaten van de EFQM-audit, de conclusie uit de zelfevaluatie en de uitkomsten van een medewerkersonderzoek samengebracht in een lijst met verbeterpunten. Op basis daarvan is een actielijst opgesteld. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld BkA BkH CtA CtH voldoende voldoende goed voldoende Criteria: - Dij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De medewerkers van de opleidingen hebben inspraak via de deelraad van de School of Technology. De deelraad is verbonden aan de Hogeschool Medezeggenschapsraad. Voorts zijn er ongeveer zeven keer per jaar opleidingsvergaderingen van alle medewerkers. De inspraak van de studenten verloopt via de opleidingscommissie, die vier keer per jaar bijeenkomt. Met ingang van januari 2004 is er één opleidingscommissie gevormd voor de bachelor of Built Environment. Voorheen was er een opleidingscommissie per opleiding per locatie. Per locatie zijn er algemene studentenpanels die gehoord worden over zaken die opleidingsoverstijgend de locatie betreffen. De opleiding Civiele Techniek in Alkmaar heeft een actieve alumnivereniging. Deze houdt elke vijf jaar een enquête over de wensen van de beroepspraktijk. De vereniging komt twee keer per jaar bijeen. Docenten en management van de opleiding worden daarbij uitgenodigd. Civiele Techniek in Haarlem en de beide locaties Bouwkunde kennen geen structurele aanpak naar alumni. Sinds december 2003 functioneert er een gemeenschappelijke beroepenveldcommissie voor de opleidingen met vertegenwoordigers uit de betreffende beroepenvelden. Deze commissie fungeert als klankbordgroep, waaraan ontwikkelingen binnen de opleidingen NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 37

38 worden voorgelegd voor advies en commentaar. Leden van de beroepenveldcommissie fungeren tevens als externe deskundigen bij de examens en geven tijdens de examenvergaderingen input over de opleidingen naar aanleiding van de gerealiseerde eindkwalificaties. De beroepenveldcommissie bestaat nog eenzijdig uit leden vanuit het particuliere bedrijfsleven. Inmiddels wordt gesproken over een uitbreiding met leden uit de publieke sector. De commissie geeft in het gesprek met het panel te kennen dat de opleidingen en de docenten de opmerkingen en adviezen van de commissie serieus nemen. Onderwerp 6 RESULTATEN Facet 6.1 Onderwijsrendement BkA voldoende BkH voldoende CtA voldoende CtH voldoende Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding Civiele Techniek streeft naar een propedeuserendement na twee jaar van 70% voor de havo-instroom en 80% voor de vwo- en de mbo-instroom. Voor de hoofdfase streeft men naar 90%. De opleiding Bouwkunde heeft geen streefcijfers voor het rendement geëxpliciteerd. Voor de cohort 2001 liggen de gerealiseerde propedeuserendementen na twee jaar voor Civiele Techniek boven het streefrendement. Voor de havo-instroom zijn de cijfers: 78,6% en 100%; voor de vwo-instroom: 90,9% en 100%; voor de mbo-instroom: 87,5% en 100%. Ook de opleiding Bouwkunde scoort goed: voor de havo-instroom zijn de cijfers: 83,3% en 87,5%; voor de vwo-instroom: 100%; voor de mbo-instroom: 76,6% en 95,8%. Opvallend is dat de rendementen voor de cohort 2001 aanmerkelijk beter zijn dan de daaraan voorafgaande cohorten. In een aantal gevallen is zelfs sprake van (meer dan) een verdubbeling. De opleidingen verklaren dat doordat de studenten sinds de invoering van het projectonderwijs vanaf de start van de studie in een beroepssetting worden geplaatst. Dat komt de studiemotivatie kennelijk ten goede. Civiele Techniek in Alkmaar vormt op dit punt overigens een uitzondering: hier is over de afgelopen jaren sprake van een daling van de propedeuserendementen. De opleidingen hebben deze gespecificeerde cijfers aanvullend op de zelfevaluatierapporten geleverd. De diplomarendementen na vijf jaar van de opleidingen zijn in vergelijking met de landelijke cijfers goed. De gegevens van de opleidingen verschillen van de CRIHOgegevens (vergelijk Onderwerprapport paragraaf 1.5.6). De cohort 1996 van Bouwkunde (Haarlem) heeft een rendement van 63% (CRIHO 57,7%), van Civiele Techniek in Alkmaar respectievelijk Haarlem 65,2% en 75% (CRIHO 63,3% voor de totale opleiding). 38 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

39 De Bouwkundeopleidingen scoren landelijk gemiddeld voor dezelfde cohort 51,6%, de opleidingen Civiele Techniek 60,9%. Voor Bouwkunde in Alkmaar zijn nog geen diplomarendementscijfers beschikbaar. Aangezien het propedeuserendement na twee jaar voor de cohort ,3% is, beoordeelt het panel het gerealiseerde rendement voor Bouwkunde Alkmaar positief. Het panel is gebleken dat de opleidingen moeite hebben om betrouwbare gegevens te leveren. Tijdens het gesprek met het visitatiepanel heeft het management aangegeven over onvoldoende sturingsinformatie te beschikken. De beschikbare informatie biedt nog te weinig aanknopingspunten voor kwantitatieve analyses. Het panel stelt vast dat de gerealiseerde rendementen voor beide opleidingen goed zijn. De sturingsinformatie laat echter te wensen over. De opleiding Bouwkunde heeft bovendien, in tegenstelling tot Civiele Techniek, geen expliciete streefcijfers geformuleerd. In zijn oordeel over het facet laat het panel de gerealiseerde rendementen zwaarder wegen dan de gebrekkige sturingsinformatie van de opleidingen en het ontbreken van streefcijfers bij de opleiding Bouwkunde. Het facet is immers onderdeel van het onderwerp Resultaten en de gerealiseerde rendementen hebben juist daarop betrekking. Facet 6.2 Gerealiseerd niveau BkA goed BkH goed CtA goed CtH goed Criteria: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De afstudeerfase bestaat uit twee onderdelen: de thema s van het vierde jaar en het afstudeerproject. Beide onderdelen vormen een integraal geheel, maar worden afzonderlijk beoordeeld. Voor de organisatie, begeleiding en beoordeling van de afstudeerprojecten zijn voor de twee locaties goed handleidingen opgesteld. De procedures wijken op onderdelen af, maar voor de bachelor of Built Environment zijn deze op elkaar afgestemd in een nieuwe procedure. Bij de beoordeling van het afstudeerproject zijn externe deskundigen betrokken. Zij hebben zitting in de examencommissie die het project beoordeelt. Voor de specialisatie Bouwmanagement worden de opdrachten altijd uitgevoerd in opdracht van een bedrijf. Het oordeel van de opdrachtgever wordt altijd in de beoordeling van het afstudeerproject betrokken. Voor de overige specialisaties worden de opdrachten altijd aan projecten uit het bedrijfsleven ontleend. Ook hier worden de bedrijven bij de beoordeling betrokken. In het gesprek met het visitatiepanel uiten werkveldvertegenwoordigers hun tevredenheid over de kwaliteit van de afgestudeerden. Zij beschikken over voldoende technische kennis, maar in mindere mate dan dat in het verleden het geval was. Daar staat tegenover dat ze meer ervaring hebben met projectmatig werken. Over Bouwkunde NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 39

40 wordt opgemerkt dat het accent meer op bouwtechniek en minder op ontwerpen zou moeten liggen. Uit de HBO-monitor kan worden afgeleid dat de afgestudeerden tevreden zijn over de opleiding. In het gesprek van het visitatiepanel met afgestudeerden wordt dit bevestigd. Zij hebben een brede technische kennis opgedaan. Uiteraard zijn ze niet op alle onderdelen die zij in hun werkpraktijk tegenkomen voorbereid, maar ze voelen zich goed in staat om zich deze in de werksituatie eigen te maken. De opleidingen sluiten in het algemeen goed aan op de functie die ze in het beroepenveld hebben. Op grond van inzage van een aantal afstudeerwerkstukken stelt het visitatiepanel vast dat het eindniveau van de afgestudeerden goed is. De opdrachten zijn relevant en worden in het algemeen goed uitgewerkt. De beoordeling van de werkstukken is adequaat. De opleiding Bouwkunde in Alkmaar is in 2001 van start gegaan. Ten tijde van de visitatie zijn er dus nog geen afgestudeerden en kan het gerealiseerde niveau nog niet worden beoordeeld. Gezien de goede resultaten Bouwkunde op de locatie Haarlem, lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat de resultaten ook in Alkmaar goed zullen zijn. De onderwijsinhoud, het onderwijsproces en de randvoorwaarden komen immers overeen. 40 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

41 Deel C: Bijlagen NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 41

42 42 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

43 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 43

44 44 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

45 Bijlage 2: Beknopt CV panelleden NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 45

46 NQA-auditor Naam Veen Initialen L.S. Tussenvoegsel(s) van der Titulatuur drs. M/V M Geboortedatum 14 mei 1950 Auditdeskundigheid Ja, 4 jaar auditervaring bij HBO-raad en NQA (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen - Secretaris visitatiecommissies NQA-auditor visitatiepanels informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Nee Onderwijsdeskundigheid Ja, zie onder werkervaring (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) - advies over onderwijskundige, organisatie- en beleidsvraagstukken - projectmanagement - zie onder werkervaring Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Gymnasium B Technische Universiteit Delft: civiele techniek Rijksuniversiteit Groningen: wis- en natuurkunde Rijksuniversiteit Groningen: sociale wetenschappen, doctoraalexamen andragogie , Rijksuniversiteit Utrecht: deeltijdstudie filosofie Informatica Ambi I1+HE Cursus Welzijnsmarketing ISW: Hoger Management Non-profit Organisaties Open Universiteit: Statistiek + Methoden & Technieken van Onderzoek 2003 Thymos cursussen Verzakelijking en Adviesvaardigheden 2003 Training Auditor Hoger Onderwijs NQA i.s.m. Lloyds Register Werkervaring RUG: studentassistent Pedagogische en Andragogische Wetenschappen RUG: studentassistent Interdisciplinaire Onderwijskunde Gemeente Hoevelaken: beleidsmedewerker Provincie Zeeland: projectleider AKU-project (kunstzinnige vorming en amateuristische kunstbeoefening) Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming: projectmedewerker PABO Zeeuws Steunpunt Volwasseneneducatie: adviseur educatie en organisatie 46 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

47 Regionaal Educatief Centrum Zeeuwsch- Vlaanderen: adviseur educatie en organisatie Regionaal Opleidingencentrum Westerschelde: stafmedewerker HBO-raad: beleidsmedewerker kwaliteitszorg NQA: adviseur/auditor NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 47

48 Voorzitter Naam Strijp Initialen O.M. Tussenvoegsel(s) van Titulatuur ir. M/V M Geboortedatum 27 oktober 1961 Auditdeskundigheid nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie nee (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Als docent werkzaam geweest bij TU-Delft - Faculteit Bouwkunde Als archtitect werkzaam Regelmatig begeleiding van stagaires (HBO en Universiteit) die werkzaam zijn binnen architectenbureau van den Broek en Bakema Als docent werkzaam geweest bij TU-Delft Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied Geen internationale deskundigheid heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) VWO, Fioretticollege te Lisse TU- Delft Faculteit Bouwkunde Werkervaring Gemeente Denhaag Werkzaam als architect Commissie straatmeubilair den Haag Commissielid 1991-heden Architectenbureau van den Broek en Bakema Werkzaam als architect TU-Delft -Faculteit Bouwkunde Docent Bureau discriminatiezaken Delft Onbezoldigd bestuurslid Zitting gehad in diverse besturen en stichtingen 48 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

49 Panellid Naam Labeur Initialen R.J. Tussenvoegsel(s) - Titulatuur ir. M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid Nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Nee (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Ja, werkzaam in het onderwijs (TU Delft) sinds (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid Projectingenieur gedurende ruim 12 jaar bij (Wilt u hierbij aangeven welke relevante waterbouwkundig adviesbureau (tevens R&D werkervaring u heeft?) activiteiten). Internationale deskundigheid Ja, voor mijn eigen specifieke deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over (waterloopkunde). Nee, voor wat betreft de de internationale ontwikkeling van het vakgebied volledige breedte van het werkveld. heeft?) Domeindeskundigheid Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) Atheneum TU Delft, Civiele Techniek Werkervaring 1989 TU Delft, Civiele Techniek, Sectie Vloeistofmechanica Ingenieursbureau Svasek (waterloopkundige adviezen) 2002-heden TU Delft, Civiele Techniek, Sectie Vloeistofmechanica, Universitair Docent. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 49

50 Student-lid Naam Vissers Initialen G.H. Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V M Geboortedatum Opleiding Welke opleiding volgt u thans? HBO Bouwkunde Wat is de naam van het opleidingsinstituut? Chr. Hogeschool Windesheim te Zwolle In welk studiejaar studeert u? vierde Volgt u een voltijd, deeltijd, duale of voltijd afstandsstudie of wellicht anderszins? Bij welke activiteiten bent u binnen de opleiding Lid opleidingscommissie betrokken? Auditdeskundigheid nee (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Bent u eerder lid geweest van een nee visitatiecommissie? Onderwijsdeskundigheid nee (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid nee (lid OC en diverse cursussen) (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid nee (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid Bouwkunde en Civiele Techniek (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) 2000-heden HBO Bouwkunde Chr. Hogeschool Windesheim te Zwolle MBO Boukunde Landstede te Harderwijk Werkervaring Stages Bimo Bouw / Salverda / Joustra 50 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

51 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO-accreditatie Vragen en aanwijzingen Basiskwaliteit HBO-bachelor Maart 2003 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 51

52 Onderwerp Facet Preambule Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) Niveau bachelor Domeinspecifieke eisen Oriëntatie hbo bachelor Programma Eisen hbo Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang in opleidingsprogramma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Onderwijsrendement Gerealiseerde niveau Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) Differentiatie en profilering Kwaliteit Concretisering Onderscheidend karakter Bijlage1. Kengetallen NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

53 Preambule Uitgangspunt Een zelfevaluatie kan meerdere functies hebben en vele doelen dienen. De waarde ligt in eerste instantie in de mate waarin de opleiding de zelfevaluatie benut voor de eigen beleidsvoering, in het bijzonder wat betreft de interne kwaliteitszorg. In deze brochure ligt echter de nadruk op de zelfevaluatie in dienst van de accreditatieaanvraag bij de NVAO. Er wordt in die zin dus ingezoomd op de verantwoordingsfunctie en op basiskwaliteit. De onderwijsinstelling dient met een extern onafhankelijk visitatierapport aan te tonen dat haar opleiding aan de kwaliteitscriteria van de NVAO voldoet. De zelfevaluatie vormt het vertrekpunt voor de objectieve oordeelsvorming door een extern visitatiepanel. De mate waarin de zelfevaluatie op overtuigende wijze aantoont dat aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, bepaalt voorts de intensiteit van nadere materiaalbestudering en gespreksvoering door het visitatiepanel. Kwaliteitscriteria NVAO Voor het beoordelen van basiskwaliteit zijn door de NVAO in totaal 30 kwaliteitscriteria geformuleerd, die zijn ondergebracht bij 21 facetten. Per facet moet uiteindelijk door een visitatiepanel worden bepaald of de opleiding hierop een: - onvoldoende - voldoende - goed of - excellent scoort. De 21 facetten zijn op hun beurt ingedeeld naar 6 onderwerpen. Het oordeel dat een visitatiepanel velt per onderwerp komt tot stand op basis van weging van oordelen over de afzonderlijke facetten van dat onderwerp. Voor een positief totaaloordeel moet het oordeel over elk onderwerp tenminste voldoende zijn. 30 criteria 21 facetten 6 onderwerpen totaaloordeel Centrale vragen bij oordeelsvorming (visitatiepanel) Om te bepalen of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, zijn voor de externe kwaliteitsbeoordelaars van NQA de volgende vragen van belang: - Doelen: welke ambitie heeft de opleiding ten aanzien van een bepaald onderwerp: welke kwaliteit wordt nagestreefd; welke resultaten worden beoogd, kortom; wat zijn de eigen doelen? - Borging: hoe borgt de opleiding dat deze doelen kunnen worden bereikt; zijn beleid, management en processen logisch op die eigen doelen afgestemd? NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 53

54 - Resultaten: hoe verhouden de resultaten zich tot de eigen doelen (mede in vergelijking met andere opleidingen)? - Verbetering: indien het borgen en bereiken van de doelen te wensen overlaat, zijn er dan verbeteringen in het vooruitzicht? Informatiegehalte zelfevaluatie Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, zal de zelfevaluatie hierover voldoende informatie moeten bevatten. Het gaat dan om de volgende vier typen van informatie: 1. Richtinggevende informatie: eigen visie en doelstellingen, eigen kwaliteitsopvattingen, waar mag de opleiding op worden afgerekend? 2. Beschrijvende informatie: hoe reilt en zeilt de opleiding, hoe zijn processen ingericht, welke afspraken zijn gemaakt, etcetera? 3. Evaluatieve informatie: worden de doelen bereikt, hoe waarderen betrokkenen (met name studenten, afnemers en personeel) de verschillende facetten (evaluatieuitkomsten), en welke kwantitatieve resultaten worden bereikt (kengetallen)? 4. Analytische informatie: gezien 1 t/m 3: hoe is het met de kwaliteit gesteld, welke conclusies kunnen hierover worden getrokken, worden de eigen doelen waargemaakt, zijn er discrepanties tussen doelstelling en doelbereiking, welke oorzaken zijn er voor aan te wijzen en welke verbeteringen zijn (of worden) hierop ingezet? Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor de oordeelsvorming zijn per facet relevante vragen ter beantwoording door de opleiding gegeven. Deze vragen zijn dus rechtstreeks ontleend aan de NVAO-facetten en -criteria. Als hulpmiddel voor de beantwoording van die vragen zijn per vraag aanwijzingen voor die beantwoording gegeven. Opbouw zelfevaluatie Het is van belang dat de visitatiepanels de benodigde informatie voor elk van de 21 facetten op een efficiënte wijze tot zich kunnen nemen. Dit zou kunnen door de opbouw van de zelfevaluatie (de hoofdstukindeling) het NVAO-kader te laten volgen: I. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) II. Programma III. Inzet van personeel IV. Voorzieningen V. Interne kwaliteitszorg VI. Resultaten VII. Indien van toepassing: Bijzonder kwaliteitskenmerk Een andere ordening is mogelijk, mits de benodigde informatie per facet snel toegankelijk is voor de panels. Hierover kunt u desgewenst afspraken maken met NQA. 54 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

55 Zoals hierboven reeds is aangegeven, stelt NQA ten aanzien van elk facet een of meerdere vragen waarop in de zelfevaluatie een antwoord wordt gegeven. Deze vragen hebben betrekking op het betreffende facet en de daarbij behorende criteria. Voor de beantwoording van die vragen zijn aanwijzingen gegeven over zaken die beschreven en documenten waarnaar verwezen kan worden. Deze aanwijzingen zijn indicatief en niet voorschrijvend bedoeld. Omvang Het zelfevaluatierapport zal als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden; het zal dus voldoende informatie moeten bevatten. Bijlagen dienen als naslagwerk. Gevraagd wordt om de volgende bijlagen mee te sturen: - overzicht van beoogde eindkwalificaties; - het beroepsprofiel; - studiegids; - overzicht van programma/curriculum (voor elke variant en locatie); - overzicht van personeel (kwalificaties docenten); - kengetallen. In het zelfevaluatierapport kan daarnaast belangrijke informatie uit andere documenten worden opgenomen, onder verwijzing naar deze documenten (die tijdens het bezoek ter inzage worden gelegd). In de aanwijzingen is te vinden om welke documenten het kan gaan. Indien dat nodig is voor de oordeelsvorming door de panels, kan de opleiding (zowel vóór, tijdens, als na het bezoek) om aanvullende informatie gevraagd worden. NQA zal zich echter inspannen om de informatielast zo beperkt mogelijk te houden. Door het duidelijk verwijzen naar andere documenten kan het zelfevaluatierapport beperkt blijven tot ten hoogste 40 pagina s per opleiding, in uitzonderlijke gevallen van grote complexiteit (veel locaties en varianten) tot maximaal 80 pagina s. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 55

56 1. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) 1.1 Niveau bachelor - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 1.2 Domeinspecifieke eisen - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). 1.3 Oriëntatie hbo bachelor - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 56 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

57 Vragen Welke eindkwalificaties worden beoogd? Bij welke algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van het bachelorniveau sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Op welk specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen hebben de beoogde eindkwalificaties betrekking? Bij welke eisen van (buitenlandse) vakgenoten en de (buitenlandse) beroepspraktijk sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Aan welke door het beoogde beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties zijn de beoogde eindkwalficaties ontleend? Waaruit blijkt dat de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben op (ten minste) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar? Facet Aanwijzing Verwijs naar een document waarin expliciet is beschreven voor welke specifieke competenties of specifieke kennis, houding, inzicht en vaardigheden de opleiding studenten beoogt op te leiden. Voeg dit document bij als bijlage. 1.1 Geef aan wat voor de instelling het bachelorniveau van een (beroepsgerichte) opleiding bepaalt. Welk internationaal referentiekader heeft de instelling hiervoor? Beschrijf hoe dit referentiekader in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. U zou hiervoor de Dublin-descriptoren (zie bijlage 2 in het NVAOaccreditatiekader) kunnen gebruiken. Deze beschrijven het bachelorniveau op een generiek abstractieniveau. De opleiding zou daarbij per descriptor kunnen aangeven voor welke beoogde eindkwalificaties de descriptor relevantie heeft. Indien u hierbij ondersteuning nodig heeft, of als u wilt weten hoe de Dublin-descriptoren zich verhouden tot de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen/ proefaccreditering, neemt u dan contact op met NQA. 1.3 Beschrijf het beroepenveld waarvoor de opleiding beoogt op te leiden. 1.2 Verwijs naar het document waarin de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld tot uitdrukking komen. Voeg dit document als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het gaat hierbij om een actueel, 1.2 door (of in samenspraak met) het werkveld opgesteld beroepsprofiel. Geef aan of er internationale standaarden voor het beroep (en daarmee voor de opleiding) bestaan. Denk daarbij ook aan buitenlandse beroeps- of opleidingsprofielen of specifieke gegevens over buitenlandse opleidingen. Beschrijf hoe dit referentiekader zich verhoudt tot de beoogde eindkwalificaties. 1.3 Wat moet de afgestudeerde ten minste kunnen en kennen om een goede start te kunnen maken in het beoogde beroepenveld? Beschrijf hoe dit in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 57

58 2. Programma 2.1 Eisen hbo - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Vragen Op welke wijze beoogt de opleiding kennisontwikkeling door studenten plaats te laten vinden? Welke rol heeft vakliteratuur daarbij? Hoe ontleent de opleiding studiemateriaal aan de beroepspraktijk? Hoe komen studenten in aanraking met de actuele beroepspraktijk? Hoe wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormgegeven? Op welke wijze is sprake van interactie met (toegepast) onderzoek? Hoe wordt geborgd dat studenten de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline meekrijgen? Welke aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk heeft de opleiding? Ervaren studenten, afgestudeerden en afnemend werkveld dat sprake is van een actueel en praktijkgericht programma? Aanwijzingen Beschrijf hoe u de kennisontwikkeling door studenten programmeert. Voeg de studiegids bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Beschrijf hoe gebruik gemaakt wordt van vakliteratuur over de opleiding als geheel. Stel (via de studiegids of via het materiaal dat ter inzage wordt gelegd) een lijst beschikbaar van vakliteratuur die wordt gebruikt. Beschrijf hoe de opleiding gebruik maakt van aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Hoe wordt dat studiemateriaal ingezet in het programma? Geef aan hoe studenten in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk: welke werkveldbezoeken, stages / praktijkperioden zijn in het programma opgenomen? Welke doelen zijn aan die programmadelen gekoppeld? Bij welke (buitenlandse) instellingen kunnen studenten stage lopen? Worden er gastcolleges gegeven door mensen uit het werkveld? Beschrijf hoe de ontwikkeling van beroepsvaardigheden binnen het programma vorm krijgt (bijvoorbeeld via vaardighedenlijn, praktijklessen, praktijkopdrachten, stages). Beschrijf hoe studenten in aanraking komen met (toegepast) onderzoek. Geef aan hoe relevante onderzoeksresultaten ingebracht worden in het programma. Zijn docenten betrokken bij de opzet / uitvoering van onderzoek? Is er een lectoraat of kenniskring dat specifieke betekenis heeft voor de opleiding? Moeten studenten zelf onderzoeksopdrachten uitvoeren, of moeten zij met onderzoeksresultaten werken? Geef aan hoe u waarborgt dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/discipline binnen het programma aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van recente artikelen uit vaktijdschriften, afspraken / beleid rond de actualisering van de inhoud van modulen en daarbij horende readers. Beschrijf de structurele contacten met de beroepspraktijk. Is er bijvoorbeeld een werkveldcommissie? Zijn er andere verbanden met de actuele beroepspraktijk? Wat is de invloed hiervan op het programma? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden, werkveld) over actualiteit en praktijkgerichtheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 58 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

59 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Vragen Wat is het programma van de opleiding? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua niveau (zie 1.1) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua oriëntatie (zie 1.3) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2) geconcretiseerd in het programma? Hoe vindt de vertaling van eindkwalificaties in leerdoelen in het programma plaats? Ervaren studenten dat door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen worden bereikt? Aanwijzingen Beschrijf kort het programma van de opleiding, inclusief (voornaamste verschillen tussen) eventuele varianten en locaties. Voeg een overzicht van het programma (curriculum) bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef daarbij aan hoe de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen worden geconcretiseerd in het curriculum. Beschrijf hoe binnen de opleiding geborgd wordt dat alle kwalificaties binnen het programma gedekt zijn. Beschrijf hoe de koppeling van de beoogde eindkwalificaties aan leerdoelen van programmaonderdelen tot stand is gekomen. Geef in het programmaoverzicht aan welke leerdoelen bij welke eindkwalificaties horen. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, studenten) over de aansluiting van het opleidingsprogramma op de beoogde eindkwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 59

60 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Vragen Hoe wordt geborgd dat studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen? Ervaren studenten die samenhang ook? Aanwijzingen Geef aan welke samenhang naar uw opvatting in het programma bestaat. Is er een logische relatie tussen programmaonderdelen en tussen studiefases; hoe worden deze op elkaar afgestemd? Besteed ook aandacht aan eventuele internationale programmaonderdelen en hoe deze passen binnen de visie op internationalisering. Geef aan op welke manier de samenhang in de opleiding gewaarborgd wordt. Welke rol speelt het opleidingsmanagement daarin, hoe vindt afstemming tussen (groepen) docenten plaats? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de inhoudelijke samenhang binnen het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.4 Studielast - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Vragen Hoe worden factoren die de studievoortgang belemmeren weggenomen? Ervaren studenten een studeerbaar programma? Aanwijzingen Geef aan wat de opleiding doet om een efficiënte studievoortgang mogelijk te maken. Hoe houdt de opleiding zicht op de vraag of zich belemmerende factoren voordoen? Welke stappen zet de opleiding wanneer zich problemen voordoen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 60 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

61 2.5 Instroom - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Vraag Hoe wordt geborgd dat er aansluiting is qua vorm? Hoe wordt geborgd dat er is aansluiting is qua inhoud? Hoe wordt gedifferentieerd tussen instromende vwo-studenten, havostudenten en andere instromende studenten? Ervaren studenten de aansluiting ook? Aanwijzing Geef aan welke werkvormen de opleiding hanteert aan de start van de opleiding. Hoe sluiten die werkvormen aan op de vooropleiding van studenten? Beschrijf eventuele activiteiten die de opleiding aanbiedt om studenten te introduceren in de verwachte studiehouding c.q. de gehanteerde werkvormen. Geef aan welke toelatingseisen de opleiding stelt, welke deficiëntieprogramma s worden aangeboden voor studenten die bepaalde vakken niet voldoende beheersen, en/of welke mogelijkheden er zijn voor bijscholing dan wel extra begeleiding. Beschrijf welke verkorte leerroutes worden aangeboden, en hoe en wanneer studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Geef aan hoe de opleiding nagaat of sprake is van voldoende inhoudelijke aansluiting. Wordt bijvoorbeeld een assessment gehanteerd voor instromende studenten? Geef aan op welke manier gedifferentieerd wordt tussen vwo-instroom, havo-instroom en anderen. Beschrijf of en hoe de opleiding studieresultaten van verschillende groepen monitort, en hoe wordt ingespeeld op voorkomende aansluitingsproblemen. Welke activiteiten worden ondernomen om de aansluiting van (buitenlandse) studenten met een buitenlandse vooropleiding te bevorderen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten) over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.6 Duur - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Vragen Voldoet de opleiding aan de formele eis van 240 studiepunten? Waaruit blijkt dat? Aanwijzingen Geef aan hoe uit de opbouw van het opleidingsprogramma en de omvang van modulen blijkt dat de totale studiebelasting van de opleiding aan de formele eis voldoet. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 61

62 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Vragen Aanwijzingen Wat is het didactisch concept van de opleiding? Beschrijf het didactisch concept van de opleiding. Hoe verhoudt dat didactisch concept zich tot de Beschrijf kort hoe het didactisch concept zich beoogde eindkwalicaties (doelstellingen)? verhoudt tot (afgestemd is op) de doelstellingen Ervaren studenten dat de gehanteerde werkvormen adequaat zijn en aansluiten bij het didactisch concept? van de opleiding. Beschrijf de uitwerking van het didactisch concept naar het gebruik van verschillende werkvormen binnen de opleiding. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen binnen de opleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.8 Beoordeling en toetsing - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Vragen Op welke wijze worden studenten beoordeeld, getoetst en geëxamineerd? Ervaren studenten dat zij adequaat getoetst worden op het behalen van de beoogde leerdoelen? Aanwijzingen Beschrijf het toetsbeleid en de verschillende toetsvormen van de opleiding. Betrek hierbij ook de stage- en afstudeeropdrachten. Geef aan hoe de toetsvormen zich verhouden tot de doelstellingen van de opleiding en de leerdoelen. Beschrijf welke afspraken bestaan ten aanzien van de formulering en toepassing van beoordelingscriteria en de verzorging van feedback aan studenten. Geef aan hoe de kwaliteit van de toetsen binnen de opleiding wordt geborgd. Als studenten toetsing bij een buitenlandse instelling of bij een instelling in het werkveld ondergaan, hoe vergewist zich de opleiding dan van de kwaliteit van deze toetsing? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de gehanteerde toetsvormen, het niveau van de toetsen en de feedback die studenten over resultaten krijgen (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 62 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

63 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 3.2 Kwantiteit personeel - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.3 Kwaliteit personeel - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Vragen Welk deel van de opleiders legt een verbinding met de beroepspraktijk? Waaruit blijkt dat sprake is van voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen? Hoe wordt geborgd dat de opleiders gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ervaren studenten en opleiders zelf dat opleiders gekwalificeerd zijn? Facet Aanwijzingen 3.1 Geef aan welk deel van de opleiders beschikt over recente ervaring met en/of kennis van de beroepspraktijk. Voeg een overzicht van het personeel als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Neem in dit overzicht de leeftijd, het geslacht en de kwalificaties van docenten/opleiders op, met name de gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen, huidige en vorige werkkringen en functies, eventuele docentstages en andere relevante informatie over de interactie met de beroepspraktijk. 3.2 Beschrijf de visie van de opleiding op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. Reflecteer op de actuele en gewenste student/docent ratio. Hoe hoog is het ziekteverzuim? Wat zijn de streefcijfers voor de werkbelasting van docenten en hoe verhoudt zich dit tot de ervaren werkbelasting? Als er personeelstekorten zijn, hoe gaat de opleiding dan hiermee om? 3.3 Beschrijf de visie van de opleiding op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van docenten/opleiders. Geef aan hoe gebruik wordt gemaakt van scholing en professionalisering om deze kwalificaties te verbeteren c.q. op peil te houden. Welke rol hebben functionerings- en beoordelingsgesprekken (frequentie, inhoud) hierbij? Hoe worden docenten/opleiders in de gelegenheid gesteld om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en vakgebied te volgen? Als er onderwijs in een vreemde taal wordt verzorgd, hoe borgt de opleiding dan de kwaliteit daarvan (vreemde taalbeheersing van docenten)? 3.3 Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten en opleiders) over de inhoudelijke (inclusief beroepspraktijkkennis/ervaring), onderwijskundige en organisatorische kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 63

64 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Vragen Waaruit blijkt dat huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren? Ervaren studenten en docenten dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn? Aanwijzingen Beschrijf de locatie, de bibliotheek- of mediatheek, de ict-voorzieningen, en de onderwijs-, praktijk-, studieen werkruimten. Geef daarbij aan hoe wordt getoetst of met de bestaande huisvesting en materiële voorzieningen het programma gerealiseerd kan worden. Zijn deze afgestemd op de behoeften van eventuele buitenlandse, deeltijd- en duaal studenten? Welke verbeteringen zijn gepland, op welke termijn, en welke middelen zijn daarvoor gereserveerd? Verwijs naar opinies over huisvesting en materiële voorzieningen in studenten- en docentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Wat is er met de uitkomsten gedaan? 4.2 Studiebegeleiding Vragen Hoe dragen de studiebegeleiding en informatievoorziening bij aan de studievoortgang van studenten? Ervaren studenten dat de studiebegeleiding en informatievoorziening voldoet aan hun behoeften? Aanwijzingen Beschrijf het systeem van studiebegeleiding en studievoortgangsregistratie. Beschrijf ook hoe de informatievoorziening aan studenten plaatsvindt. Geef bij deze beschrijvingen aan, mede aan de hand van rendementscijfers, welke knelpunten er zijn met betrekking tot de studievoortgang. Heeft dit gevolgen voor de studiebegeleiding of de informatievoorziening aan studenten? Als er (veel) buitenlandse studenten zijn, geef dan aan of hier speciale voorzieningen voor zijn getroffen. Verwijs naar opinies over studiebegeleiding en informatievoorziening in studentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Besteed daarbij speciale aandacht aan de begeleiding van studenten in de propedeuse en tijdens de (binnenen buitenlandse) stages en in de afstudeerfase. Ga ook in op studenttevredenheid over zaken als roosters, toegankelijkheid van en informatieverstrekking door docenten. Geef aan wat met de uitkomsten van deze studentenevaluaties is gedaan. 64 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

65 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 5.2 Maatregelen tot verbetering - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Vragen Welke aspecten worden geëvalueerd, hoe en met welke frequentie? Wat zijn daarbij de streefdoelen en hoe wordt getoetst of deze zijn bereikt? Waaruit blijkt dat uitkomsten van evaluaties tot verbeteringen hebben geleid? Op welke wijze worden: -medewerkers, -studenten, -alumni -afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg betrokken? Facet Aanwijzing 5.1 Beschrijf de evaluaties die plaatsvinden en de frequentie daarvan, de onderwerpen (aspecten) waarop de evaluaties betrekking hebben, en de methoden die gebruikt worden. Verwijs naar het kwaliteitszorgplan of andere relevante kwaliteitszorgdocumenten. 5.1 Geef voor elk van de aspecten die geëvalueerd worden aan welke streefdoelen zijn geformuleerd. Hoe wordt getoetst of de streefdoelen zijn bereikt? Hoe zorgt de opleiding ervoor dat deze toetsing gebeurt op basis van betrouwbare en valide informatie? 5.2 Beschrijf wat er met de uitkomsten van evaluaties gebeurt. Geef aan of (en voor welke aspecten) er sprake is van een verbetercyclus (plan, do check, act). Geef zo mogelijk een aantal praktijkvoorbeelden. Heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar verschillen tussen nagestreefde en behaalde resultaten? Zijn er maatregelen tot verbetering genomen? Zo ja, wie is verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen? Op welke termijn en met welke prioriteit worden verbeteringen doorgevoerd? Hoe wordt nagegaan of de beoogde verbeteringen worden gerealiseerd? 5.3 Beschrijf bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld worden betrokken. Hoe vaak gebeurt dit? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze evaluaties representatief zijn voor deze groepen? Worden de resultaten van evaluaties teruggekoppeld naar betrokkenen? Kunnen genoemde groepen ook ongevraagd zaken die voor hen van belang zijn doorgeven aan de opleiding en wat doet de opleiding hiermee? Geef aan hoe de inspraak van studenten en medewerkers is geregeld. Als de opleiding intensief samenwerkt met buitenlandse partnerinstellingen (uitwisselingen, dubbeldiplomering, etc.) of met instellingen in het beroepenveld (met name bij duale trajecten) geef dan aan hoe de kwaliteit van de samenwerking wordt bewaakt. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 65

66 6. Resultaten 6.1 Onderwijsrendement - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Vragen Hoe wordt het onderwijsrendement bepaald? Wat zijn daarbij de streefcijfers? Hoe verhouden deze zich tot relevante andere opleidingen? Voldoet het rendement aan de eigen streefcijfers? Aanwijzingen Vul het overzicht met kengetallen in (zie bijlage 1) en voeg dit als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef aan wat de opleiding zelf als de belangrijkste kengetallen ziet. Wat bepaalt voor de opleiding het onderwijsrendement? Geef aan welke streefcijfers voor het rendement de opleiding hanteert. Beargumenteer de keuze van de streefcijfers, met name hoe deze zich verhouden tot die van relevante andere opleidingen. Verwijs naar het overzicht met kengetallen voor een beoordeling van de mate waarin het rendement voldoet aan de streefcijfers. Hoe verhoudt zich dit tot het rendement van relevante andere opleidingen? Wat zijn de oorzaken voor tekortschietende rendementen? Wat heeft de opleiding gedaan om het rendement te verbeteren? 6.2 Gerealiseerde niveau - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vragen Hoe wordt bepaald of beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd? - qua niveau (zie 1.1)? - qua oriëntatie (zie 1.3)? - qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2)? Bestaat er tevredenheid in het werkveld over de gerealiseerde kwalificaties? Aanwijzingen Geef aan hoe de opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd (dit geldt ook voor in het buitenland gevolgde programmaonderdelen). Maak daarbij een onderscheid naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Besteed ook aandacht aan de toetsing van afstudeeropdrachten, de examinering en de eventuele betrokkenheid van het werkveld of andere externe (mede)beoordelaars. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, afnemend werkveld) over de gerealiseerde kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 66 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

67 7. Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) 7.1 Differentiatie en profilering - Het kenmerk levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. 7.2 Kwaliteit - Het kenmerk leidt tot een bijzondere kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Concretisering - De gevolgen van het kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. 7.4 Onderscheidend karakter Het kenmerk is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. N.B. In de NVAO toelichting wordt expliciet gesteld, dat de bewijslast voor de bijzondere kwaliteit bij de instelling ligt. De opleiding moet de VBI overtuigen van het bijzondere karakter van het kenmerk van de opleiding. Vragen Facet Aanwijzingen Is het bijzondere kenmerk gedefinieerd in doelen en concrete operationaliseerbare termen? Beschrijf welke bijzondere kwaliteit de opleiding nastreeft, met daarbij de doelen en te verwachten resultaten. Is het kenmerk betekenisvol? 7.1 Dit kan onder andere blijken uit de waardering van het kenmerk door studenten, alumni, werkveld, docenten, maatschappelijke organisaties. Is het kenmerk geoperationaliseerd en aantoonbaar aanwezig in de opleiding? Is de opleiding onderscheidend ten opzichte van andere (verwante) opleidingen in Nederland? 7.3 Geef aan hoe het kenmerk expliciet terug te vinden is in programmaonderdelen, in opdrachten, eindresultaat (inhoud en indien relevant rendement), voorzieningen, kwaliteit staf). Hier is ook de waardering door stakeholders van belang. 7.4 De opleiding heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd of laten uitvoeren (kan ook door NQA) onder verwante opleidingen in Nederland. Uit dit vergelijkende onderzoek blijkt dat de opleiding zich op dit kenmerk onderscheidt van andere (verwante) opleidingen. NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 67

68 Bijlage 1. Kengetallen Instroom, uitstroom, ingeschreven, personeel Opleiding X Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten* Omvang docerend personeel in fte Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: instroom opleiding Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit propedeuse instroom eerste keer hbo Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren Opleidingsrendement, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Diploma behaald na 1 jaar Diploma behaald na 2 jaar. Diploma behaald na 3 jaar Diploma behaald na 4 jaar Diploma behaald na 5 jaar Diploma behaald na 6 jaar Uitvalpercentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 2 jaar Percentage uitval na 3 jaar Percentage uitval na 4 jaar Percentage uitval na 5 jaar Percentage uitval na 6 jaar 68 NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek

69 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van Netherlands Quality Agency (NQA) NQA visitatie Hogeschool INHOLLAND opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek 69

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Tilburg Avans Hogeschool, Tilburg Opleidingen: Varianten: Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde en Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Den Bosch

AVANS Hogeschool, Den Bosch AVANS Hogeschool, Den Bosch Opleiding: Bouwkunde Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleiding Bouwkunde

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Civiele Techniek (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Bouwkunde (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BM) Chemie (Ch) Chemische Technologie (CT) Visitatiedata: 8 en 9 maart 2004 2 NQA (Netherlands Qaulity

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 26 en 27 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency) Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Opleiding: Informatica Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 5 en 6 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool s-hertogenbosch opleiding

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek

Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek Hanzehogeschool Groningen Faculteit Techniek Opleidingen: Bouwkunde (Bk) en Civiele Techniek (Ct) Visitatiedata: 28-29 april 2004 Eindrapportage 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool Zeeland te Vlissingen Hogeschool Zeeland te Vlissingen Opleiding: Civiele Techniek Visitatiedatum: 24 september 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) Hogeschool Zeeland Opleiding: Bouwkunde Visitatiedata: 7 en 8 oktober 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Chemie Visitatiedata: 30 september en 1 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) 2 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Plattelandsvernieuwing, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 en 21 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 10 en 11 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid voltijd en deeltijd Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Food & Business, hbo bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Maritiem Officier Visitatiedata: 21 en 22 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Maritiem Officier Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 13 en 14 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd opleiding Facility Management Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Fysiotherapie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 25 en 26 april 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2005 2 NQA - visitatie Hanzehogeschool

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Visitatiedatum: 31 oktober 2006 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool HBO Nederland Hogeschool HBO Nederland Opleiding: Variant: Locaties: Management, Economie & Recht; voltijd hbo-bachelor; Amsterdam, Arnhem, Breda, Groningen, Rotterdam, Utrecht, Weert en Zwolle Visitatiedatum: 2 november

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Variant: International Business and Languages voltijd Visitatiedatum: 18 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam, opleiding International

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag Opleiding: Varianten: Communicatie Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata : 26 en 27 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Varianten: Milieukunde, hbo-bachelor voltijd/duaal Visitatiedata: 13 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid Voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 14 en 15 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA Chr. Hogeschool Windesheim,

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 7 en 8 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Fontys Hogescholen Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Visitatiedatum: 8 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Fontys Hogeschool, Venlo

Fontys Hogeschool, Venlo Fontys Hogeschool, Venlo Opleiding: International Business Economics, hbo-bachelor; Varianten: voltijd Visitatiedatum: 22 februari 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2 NQA -

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Variant: Communicatie Systemen, hbo-bachelor; voltijd Visitatiedatum: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2 NQA - visitatie Hanzehogeschool,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Opleiding: Personeel en Arbeid/Personeelsmanagement Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 2 en 3 juni NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogescholen

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 5 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, mei 2007

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Werktuigbouwkunde; hbobachelor Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Visitatiedata: 27 en 28 oktober 2005 Aanvullende onderzoek aug./sept. 2006 Netherlands Quality

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Integrale Veiligheid, hbo-bachelor Croho: 39201 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 3 juni 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Personeel en Arbeid, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Rotterdam en Utrecht. Visitatiedatum: 8 november 2006 Netherlands

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 26 en 27 september Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal/automotive Visitatiedata: 24 en 25 februari 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Avans Hogeschool s-hertogenbosch Avans Hogeschool s-hertogenbosch Opleiding: Technische Informatica; hbo-bachelor Variant: voltijd Croho: 34475 Visitatiedatum: 28 maart 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2007 2/70

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Zuyd, Sittard Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Personeel en arbeid (voltijd en deeltijd) Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Sittard, opleiding Personeel

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Varianten: Hbo-bachelor voltijd en duaal Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 (Vlissingen) Aanvullend bezoek: 18 november 2004 (Utrecht) NQA (Netherlands

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedata: 6 en 7 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Opleiding: Personeel & Arbeid Visitatiedata: 23 en 24 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Nederland opleiding

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Bestuurskunde & Overheidsmanagement hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34464 Visitatiedatum: 25 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim Bachelor opleidingen: Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Industrieel Product Ontwerpen

Christelijke Hogeschool Windesheim Bachelor opleidingen: Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Industrieel Product Ontwerpen Christelijke Hogeschool Windesheim Bachelor opleidingen: Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Industrieel Product Ontwerpen Varianten: voltijd/duaal Visitatiedatum: 23 juni 2005 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs OCW Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136- II Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw accreditatiekader Het accreditatiekader voor bestaande opleidingen

Nadere informatie

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005 Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg Opleiding: Journalistiek Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2005 2 NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg

Nadere informatie

Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)

Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) Opleiding: Food & Business, bachelor Varianten: voltijd Visitatiedatum: 26 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, september 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Variant: Voeding en Diëtetiek (VD), hbo-bachelor voltijd Visitatiedatum: 28 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor Croho: 34267 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 3 juni 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2008 2/51 NQA -

Nadere informatie

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 Hogeschool Diedenoort, Wageningen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 2 NQA ( Netherlands Quality Agency) Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3

Nadere informatie

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek AVANS Hogeschool HBO-Bachelor Civiele Techniek Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010 2/57 NQA - Avans Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen Civiele Techniek Managementsamenvatting

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Croho: 34405 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 10 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007 2/63

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 4 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007 2/54 NQA - visitatie

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Management Economie en Recht; hbo-bachelor Croho: 34435 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: Instellingen voor hoger onderwijs Bijlage 3: Wettelijk kader (WHW, hoofdstuk 5a: Accreditatie in het hoger onderwijs) Voorlichting Datum: 12

Nadere informatie

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen nvao w nederlands-vlaamse accreditatie organisatie ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli 2017

Nadere informatie