Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool Zeeland, Vlissingen"

Transcriptie

1 Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Chemie Visitatiedata: 30 september en 1 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

2 2 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 14 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 19 Onderwerp 3 Inzet van personeel 27 Onderwerp 4 Voorzieningen 29 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 32 Onderwerp 6 Resultaten 35 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 39 Bijlage 2 Beknopt CV Panelleden 41 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 47 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 65 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 83 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 3

4 4 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

5 Deel A: Onderwerpen NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 5

6 6 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

7 Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA/DVC de opleiding Chemie van Hogeschool Zeeland heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in september 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op donderdag 30 september en vrijdag 1 oktober en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer dr. W.M.J. Flapper (voorzitter) De heer ir. J.G. de Rooij (domeindeskundige) De heer D.J. Saaltink (student-lid) De heer drs. J.H. Boerke, (NQA-auditor). Dit panel dat is samengesteld door de DVC, voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 7

8 1.2 Inleiding De Hogeschool Zeeland biedt ruim twintig opleidingen aan die opleiden voor het bachelordiploma. De hogeschool telt ruim 300 medewerkers, die gezamenlijk zorg dragen voor het onderwijs aan ruim studenten. Tot 2003 kende de hogeschool een facultaire structuur. Er is er nu sprake van een matrixorganisatie, met clusters van opleidingen en diensten. Met ingang van januari 2003 heeft deze clustervorming gestalte gekregen. De opleiding Chemie vormt samen met de opleidingen Aquatische Ecotechnologie, Bouwkunde en Civiele Techniek een cluster dat wordt aangestuurd door één opleidingsmanager De opleiding wordt alleen in voltijdse vorm aangeboden. De opleiding kent een verkorte route voor studenten met de mbo-opleiding Laboratoriumtechniek. Bij de opleiding stonden in voltijdstudenten ingeschreven. Het aantal docenten bedroeg toen 12 verdeeld over 6,9 FTE. De docent/studentratio was toen 1: 11. De instroom bedroeg in het studiejaar studenten, waarvan 9 uit het buitenland. De opleiding heeft blijkens het zelfevaluatierapport tot doel op te leiden tot laboratoriumonderzoekers die beschikken over praktische vaardigheden en theoretische kennis. Ze moeten in staat zijn om met geavanceerde apparatuur chemische analyses uit te voeren. Daarnaast moeten zij een gedegen kennis van de betreffende chemische processen hebben om de meetwaarden op de juiste manier te kunnen interpreteren. De opleiding is voor het laatst gevisiteerd in In het kader van het hogeschoolbrede Columbusproject werkt de opleiding aan een nieuw competentiegericht programma. Tevens werkt men aan de totstandkoming van een Bachelor of Applied Science (BAS) met twee majors: Applied Chemistry (een term waarachter instrumentele analyse schuil gaat) en Life Science (voornamelijk biochemie) 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleiding Chemie door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van de DVC (zie bijlage 4a). Daarbij zijn eveneens de uitgangspunten van NQA in acht genomen (zie bijlage 4b). De werkwijze wordt hieronder meer in concreto beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de Chemie geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hieronder). NQA/DVC onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een Beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij 8 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

9 formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door een bepaald panellid extra grondig bestudeerd zijn. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het visitatiebezoek concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek DVC en NQA hebben een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleiding (het operationeel management). Ook vond er een gesprek plaats met het College van Bestuur. Aan het begin van het bezoek is er ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Binnen het bezoekprogramma was een aantal zogenoemde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. De bevindingen zijn, volgens de afgesproken taakverdeling, door ieder panellid, schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de ervaringen en bevindingen van het panel, zonder expliciete en inhoudelijk waarderende oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en die voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. Het definitieve conceptrapport is aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 9

10 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het beoordelingsprotocol (zie bijlage) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie (zie bijlage 5) een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere Chemie-opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De wegingen zullen in dit rapport bij het merendeel van de onderwerpen niet diepgaand zijn, omdat de opleiding, op één na, alle facetten minimaal een voldoende heeft gehaald. De (uitgebreide) argumentatie daarvoor is te vinden in het detailrapport. Wat betreft de benchmarking is gebruik gemaakt van andere zelfevaluatierapporten van opleidingen die door NQA worden beoordeeld. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding Het facet Niveau bachelor is met een voldoende beoordeeld, de facetten Domeinspecifieke eisen en Oriëntatie hbo-bachelor met een goed. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief. De beschrijving van de drie facetten door de opleiding op dit onderwerp zijn vergeleken met die van enkele andere opleidingen Chemie. De gehanteerde eindkwalificaties en de nadere uitwerkingen daarvan zijn in het Clusteroverleg Laboratorium en Procestechnologie (COLP) ontwikkeld en vastgesteld (1996). Ook de andere opleidingen gaan daarvan uit. De opleiding in Vlissingen heeft de landelijk geformuleerde eindkwalificaties bijgesteld om de eigen profilering tot uitdrukking te brengen. Daarin komt de sterke gerichtheid op Research & Development en de gerichtheid op regionale wensen van het beroepenveld tot uiting. De opleiding heeft zelf de opleidingskwalificaties vergeleken met de Dublin Descriptoren. Ook daarbij ligt de nadruk op de rol als onderzoeker. Inmiddels werkt de opleiding aan de implementatie van de competenties zoals die landelijk zijn vastgesteld in: De HBO-ingenieur Chemie: Beroepsprofiel en Landelijk Opleidingsprofiel (2002) Programma Op vier van de acht tot dit onderwerp behorende facetten is het oordeel voldoende toegekend. Drie facetten: relatie doelstellingen en inhoud programma, instroom en duur, 10 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

11 zijn als goed beoordeeld. Eén onderdeel Studielast is als onvoldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is positief. Het panel heeft het facet Studielast een onvoldoende gegeven met name omdat zij van oordeel is dat de studíelast, vooral in de eerste jaren niet zwaar genoeg is. Het gaat hier niet om een ernstige onvoldoende, omdat het uiteindelijk om een onderdeel van de totale studeerbaarheid gaat en bovendien het kritiekpunt niet het hele curriculum betreft. Het panel heeft met de onvoldoende voor studielast een signaal willen afgeven. Van een werkelijk probleem is nog geen sprake, omdat het behaalde eindniveau van de afgestudeerden voldoende is. Bovendien ziet de opleiding zelf in dat hier kwaliteitsverbetering mogelijk is. Tenslotte staan er tegenover de ene onvoldoende voor studielast een drietal oordelen goed op facetten binnen het onderwerp Programma. Het oordeel op het totale onderwerp is daarom positief Inzet van personeel Het facet Kwantiteit personeel is met een goed beoordeeld, de andere twee met een voldoende. Het oordeel op dit onderwerp is derhalve positief Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen is met een voldoende en het facet Begeleiding met een goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is derhalve positief Interne kwaliteitszorg. Op alle drie de facetten is een voldoende toegekend. Het eindoordeel op dit onderwerp is daarom positief Resultaten. Op beide facetten heeft de opleiding een voldoende. Het eindoordeel op dit onderwerp is daarom ook positief. Tabel 1: Algemene gegevens Opleiding Chemie Hs. Zeeland (voltijd) Totaal aantal ingeschreven studenten Omvang docerend personeel in 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 FTE FTE/student-ratio 1/13 1/12 1/14 1/11 1/11 Totaal aantal docenten Vergelijking van kengetallen van de opleiding met landelijke kengetallen De gegevens van de opleiding worden hieronder vergeleken met landelijke gegevens, voorzover die via de website van de HBO-raad beschikbaar zijn (CRIHO). In de tabellen 3a en 3b wordt de instroom vergeleken, in de tabellen 4a en 4b rendementsgegevens, uitvalgegevens en gegevens met betrekking tot de gemiddelde studieduur. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 11

12 Tabel 2a: Instroomgegevens opleiding Chemie Vlissingen (instroomcohort eerste keer hogeschool) INSTROOM Totaal ingestroomde studenten Tabel 2b: Landelijke instroomgegevens (instroomcohort eerste keer hogeschool) INSTROOM Totaal ingestroomde studenten voor de sector htno en voor de opleidingen landelijk htno Ch Tabel 3a: Gegevens opleiding (instroomcohort eerste keer hogeschool) Chemie Hs. Zeeland Percentage diploma behaald na 5 jaar 51,6 61,5 50,0 51,3 55,0 Gemiddelde studieduur van 49,9 44,4 49,3 28,4 35,4 gediplomeerden instroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar 5,0 23,1 26,9 12,8 7,1 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het instroomcohort in jaar x (in maanden) 29,2 22,9 19,2 22,6 23,0 Tabel 3b: Landelijke gegevens (instroomcohort eerste keer hogeschool) Percentage diploma behaald na 5 jaar chem htno 40,7 56,1 46,1 56,3 44,5 53,6 46,4 52,9 50,5 51,0 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden chem htno 49,9 48,2 48,6 46,5 46,4 46,5 43,3 46,7 46,0 47,3 instroomcohort jaar x (in maanden) Percentage uitval na 1 jaar chem 28,4 31,0 27,6 28,6 27,7 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het instroomcohort in jaar x (in maanden) htno chem htno 27,1 25,0 19,5 28,1 24,0 20,1 29,5 18,8 19,3 30,1 21,2 19,4 Conclusies ten aanzien van de vergelijking van de kengetallen: Het opleidingsrendement na vijf jaar van de opleiding ligt duidelijk hoger dan het gemiddelde landelijke chemie-resultaat. De resultaten liggen zo rond die van het HTNO-gemiddelde. De uitvalpercentages na 1 jaar liggen beduidend onder die van de sector HTNO als geheel en ook onder het gemiddelde van alle chemie-opleidingen. 28,9 22,4 20,8 12 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

13 De gemiddelde studieduur van gediplomeerden vertoont een dalende tendens. Daarin wijkt de opleiding in positieve zin af van de gemiddelden van alle chemieopleidingen en de sector als geheel. De gemiddelde studieduur van studiestakers ligt iets boven die van alle chemieopleidingen en ook iets boven het HTNO-gemiddelde. De opleiding heeft ten aanzien van de kwantitatieve resultaten een aantal uitgangspunten en streefcijfers geformuleerd. NQA heeft deze vergeleken met enkele andere opleidingen uit het domein Tabel 4: Streefcijfers van de opleiding Chemie te Vlissingen t.o.v. andere opleidingen Voltijd Opleiding X Opleiding Y Opleiding Z Uitvalpercentage propedeuse, 30% 20% 30% Uitvalpercentage postpropedeutische fase 7% 10% Diploma behaald (per cohort) (na vijf jaar) 63% 70% geen havo-50% vwo-70% mbo-70% (na 4 jaar) Gemiddelde studieduur geslaagden 4,3 4,5 Gemiddelde studieduur studiestakers < 1jaar 1,35 Wat betreft het gerealiseerde niveau heeft de opleiding voldoende instrumenten om het behalen van de gerealiseerde kwalificaties te waarborgen. De afstudeerwerken werden door het panel als van een voldoende niveau gekwalificeerd. De HBO-Monitor 2003 geeft aan dat 100 % van de respondenten vindt dat de voorbereiding op de beroepspraktijk voldoende is (landelijk 89%). 86% geeft bij tevredenheid achteraf aan dezelfde opleiding te kiezen aan dezelfde hogeschool. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 13

14 1.6 Schematisch overzicht Oordelen Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau Opleiding: Chemie Hogeschool Zeeland Onderwerp/Facet Voltijd Doelstellingen 1.1 G 1.2 V 1.3 G Totaaloordeel Positief Programma 2.1 V 2.2 G 2.3 V 2.4 O 2.5 G 2.6 G 2.7 V 2.8 V Totaaloordeel Positief Personeel 3.1 V 3.2 G 3.3 V Totaaloordeel Positief Voorzieningen 4.1 V 4.2 G Totaaloordeel Positief Kwaliteitszorg 5.1 V 5.2 V 5.3 V Totaaloordeel Resultaten 6.1 V Positief 6.2 V Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.4 waaruit blijkt dat de opleiding op alle zes de onderwerpen een voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding een POSITIEF oordeel oplevert. De opleiding voldoet op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaat daar op meerdere facetten, met name binnen de onderwerpen Doelstellingen en Programma bovenuit. 14 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

15 Deel B: Facetten NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 15

16 16 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

17 Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De argumentatie voor het oordeel is als volgt: De opleiding beschikt over een adequate set eindtermen verdeeld over Algemene en maatschappijrelevante eindtermen en Vakspecifieke eindtermen. Deze zijn zichtbaar afgeleid van de kernkwalificaties, zoals geformuleerd in het landelijke Beroepsbeeld & Kernkwalificaties HBO-Opleiding Chemie/Biochemie (1996). In deze eindkwalificaties is het niveau niet expliciet aangegeven. Sinds 2002 zijn er landelijke eindkwalificaties geformuleerd in termen van competenties. De opleiding is bezig deze competenties in te zetten voor een nieuw curriculum dat per september 2005 moet gaan functioneren. In deze competenties worden wel verschillende niveaus aangegeven. De landelijke eisen voor startbekwame beroepsbeoefenaars en het beroepsprofiel zijn uitvoerig beschreven in het landelijke Beroepsbeeld & Kernkwalificaties HBO-Opleiding Chemie/Biochemie (1996). Dit beroepsprofiel is in 1996 via een zorgvuldige procedure waarbij het vertegenwoordigende werkveld meerdere malen was betrokken, op adequate wijze gevalideerd. Datzelfde geldt ook voor de competenties zoals die zijn vastgelegd in het document: De HBO-ingenieur Chemie: Beroepsprofiel en Landelijk Opleidingsprofiel. De opleiding heeft ter actualisering en om de eigen profilering, gerichtheid op Research & Development beter te doen uitkomen, de landelijke kwalificaties bijgesteld. Ondermeer de beroepenveldadviescommissie heeft deze bijstelling goedgekeurd. De algemene en beroepsspecifieke eindtermen van de opleiding sluiten naar de mening van het panel voldoende aan op de eisen die de beroepspraktijk stelt. De eindtermen van de opleiding Chemie hebben betrekking op activiteiten die zijn gericht op: zelfstandig of in teamverband (chemisch)onderzoek kunnen doen (inclusief alles wat daaraan voorafgaat), maar ook op technisch commerciële activiteiten, beleids- en advieswerk en leiding kunnen geven aan een groep medewerkers. De algemene HTNO-competenties (proces beheersen/projectmanagement voeren; projectmatig werken; en veilig, duurzaam en kwaliteitsbewust handelen), sociaalcommunicatieve competenties en zelfsturende competenties zijn in het bedrijfsleven in toenemende mate van belang voor de functie-uitoefening van de chemisch laboratoriumingenieur. Het bovengenoemde rapport geeft, evenals de studiegids van de opleiding, op adequate wijze de taken en functies van de beginnende beroepsbeoefenaar weer. Zij hebben NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 17

18 onder meer betrekking op: functies in productie en ontwikkeling, researchmedewerker, functies in de kwaliteitscontrole en hoofd laboratorium. Gezien het sterk internationale karakter van het chemische bedrijfsleven en het feit dat de uitoefening van beroepen in de chemie in het buitenland niet wezenlijk verschilt van die in het binnenland is naar de mening van de opleiding voldoende gegarandeerd dat de eindkwalificaties ook aansluiten op de eisen van het internationale beroepenveld. Het panel is het met de redenering van de opleiding eens. De opleiding voert daarnaast een duidelijk internationaliseringsbeleid wat onder meer blijkt uit de aantallen buitenlandse studenten aan de opleiding en de mogelijkheden voor studenten om elders stage te lopen of andere curriculumonderdelen te volgen. Facet 1.2 Niveau bachelor voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De argumentatie voor het oordeel is als volgt: Hierboven is reeds aangegeven dat de opleiding expliciet en helder is over de vraag welke eindkwalificaties/competenties werden en worden beoogd. De opleiding heeft, om te bepalen of zij voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een hbo-bacheloropleiding, de Dublin descriptoren als referentiekader genomen. In een bijlage bij het zelfevaluatierapport laat zij door middel van een duidelijke tabel zien hoe de nagestreefde eindkwalificaties matchen met de Dublin descriptoren. In het zelfevaluatierapport wordt tevens per descriptor toegelicht hoe deze in de eindkwalificaties terugkomen. De nadruk komt daarbij te liggen op de gerichtheid van de opleiding op de rol van onderzoeker: kennis en inzicht, het toepassen daarvan en de oordeelsvorming. Uit de gesprekken met docenten en management is gebleken dat er pas sinds kort expliciet met de Dublin descriptoren wordt gewerkt. Het huidige curriculum is niet op grond van die descriptoren opgebouwd. Dat gaat wel gelden voor het nieuwe curriculum. Wel is dus achteraf nagegaan of eindtermen en curriculum(leerdoelen) voldoen aan de Dublin descriptoren. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 18 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

19 Het oordeel goed wordt toegekend op grond van de volgende overwegingen. Hierboven ( 1.1) is reeds globaal aangegeven op welk spectrum van werkvelden en beroepen de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben. De opleiding richt zich met name op onderzoeksfuncties in de domeinen Research & Development en legt het accent op instrumentele chemische analyse, polymeerchemie en DNA-technologie. Daarmee wordt sterk rekening gehouden met wensen uit het regionale beroepenveld. Oude en nieuwe beroepsprofielen geven op adequate wijze de taken en functies van de beginnende beroepsbeoefenaar weer. Hierboven is aangegeven dat de beoogde eindkwalificaties goed aansluiten bij de landelijke, door het werkveld gevalideerde, beroepsprofielen die voor de opleiding gelden. Dat geldt zowel voor het oude als voor het nieuwe curriculum. Algemene kwalificaties samen met de beroepsgerichte eindtermen geven het niveau aan dat van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen het domein van de chemisch laboratoriumingenieur mag worden verwacht. De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport ook expliciet aan wat zij als verschil ziet met de verwante mboopleidingen en het wetenschappelijke onderwijs. Relevantie van eindkwalificaties maakt deel uit van markt- en alumni-onderzoek dat in 2003 is afgenomen (zie ook ( 6.1).Tevens zijn relevantie van eindkwalificaties en hboniveau blijkens verslagen en de gesprekken met werkveldvertegenwoordigers gespreksonderwerpen in de beroepenveldadviescommissie. Deze commissie heeft ook een belangrijke functie in de bewaking van het niveau waarop de eindkwalificaties gerealiseerd worden. Leden treden op als externe deskundigen bij het afstuderen. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo voldoende Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel voldoende is gebaseerd op de volgende argumenten. De opleiding wil onderwijs geven in een vorm die zo dicht mogelijk bij de gang van zaken in de beroepspraktijk komt. Van belang is het synthetiseren van praktische en theoretische kennis. Daarom wil de opleiding de koppeling tussen laboratoriumwerk en theoretisch werk expliciet maken. Met dat doel is het in teams werken aan praktijkgerichte opdrachten steeds belangrijker geworden. Juist op die wijze, maar ook in de projectweken via casussen, wordt aantoonbaar gewerkt met aan de beroepspraktijk NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 19

20 ontleend studiemateriaal. Ook het gebruik van artikelen en aan internet ontleende publicaties kan gezien worden als aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Met name het derdejaars Interne HLO-project vindt plaats in samenwerking met bedrijven. Het zelfevaluatierapport geeft daar concrete voorbeelden van. Vakliteratuur: boeken, dictaten, vakbladen, worden gebruikt bij zowel theoretische als praktische programmaonderdelen als voorgeschreven en aanbevolen literatuur. Deze is vermeld in de studiewijzers en de uitgebreide boekenlijst. Daarnaast moeten studenten voor opdrachten zelf via de mediatheek of internet informatie verzamelen. Het panel vindt de gebruikte boeken standaard, het vak dekkend en voldoende actueel (de meeste van na 2000). Dat laatste geldt niet altijd voor de onderdelen biochemie en DNA-technologie. Hoewel er al met Engelstalige literatuur wordt gewerkt, wil de opleiding dit versterken. In het nieuwe curriculum zal de opleiding vanaf het derde jaar helemaal Engelstalig zijn. Het panel stelt op basis van het totaal aan lesmateriaal (o.a. ook studiewijzers die zij heeft gezien) vast dat het merendeel voldoende breed, van niveau en actueel is. Over het algemeen zijn studenten en afgestudeerden blijkens de gesprekken tevreden over de kwaliteit van het studiemateriaal. Het panel stelt vast dat de interactie met de beroepspraktijk met name geregeld is door middel van een (afstudeer)stage in het hele vierde jaar. In het tweede jaar is er een snuffelstage. Daarnaast zijn er vanaf het eerste jaar, bedrijfsbezoeken, gastcolleges en komen de studenten op verschillende manieren vanuit de projectweken met de beroepspraktijk in aanraking. Gezien de profilering van de opleiding speelt (toegepast) onderzoek binnen het programma een belangrijke rol. Met name in de projectweken en het Interne HLO-project staat een onderzoeksopdracht centraal. Daarnaast is het trainen van algemene en specifieke beroepsvaardigheden expliciet gericht op het uitvoeroen van laboratoriumonderzoek. Dat gebeurt in belangrijke mate via practica. en bedrijfsechte onderzoeken Ook algemene beroepsvaardigheden als : kwaliteitszorg, veiligheid, teamwork, sociale en communicatieve vaardigheden worden zo geïntegreerd getraind. Het buitenschoolse vierde jaar is daarom ook zo belangrijk, omdat daar geëxperimenteerd kan worden met geavanceerde kostbare instrumenten die de opleiding zich niet kan veroorloven. Uit gesprekken van het panel met studenten en docenten en bestudering van het curriculum is duidelijk geworden dat er voldoende aandacht aan onderzoeksvaardigheden en andere beroepsvaardigheden wordt gewijd. Teneinde de actualiteit van het programma te waarborgen, maakt de opleiding zoals het panel vaststelde aantoonbaar gebruik van gastdocenten onder meer in het Studium Generale - en projectweken, de actieve beroepenveldadviescommissie die minimaal drie keer per jaar bijeenkomt en een representatieve samenstelling kent, de goede contacten met bedrijven in de regio in het kader van de stages, het eigen marktonderzoek. Voor elk van de activiteiten is een docent verantwoordelijk gesteld. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding een aantal voorbeelden van actuele ontwikkelingen die de laatste jaren in het curriculum zijn opgenomen: het onderdeel Capita Selecta, de ontwikkeling van de module chromatografie troubleshooting en de module bioinformatica. Vertegenwoordigers van het werkveld bevestigden het vermogen van de opleidingen snel nieuwe ontwikkelingen op te nemen. 20 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

21 Op grond van signalen vanuit studenten, afgestudeerden en eigen waarneming wil het panel een kanttekening plaatsen bij de praktijkgerichtheid van de opleiding. Deze zou met name in de eerste drie jaar versterkt moeten worden. De opleiding geeft zelf aan dat de excursies in feite te vrijblijvend zijn. De belangrijkste substantiële confrontatie met de beroepspraktijk is stage die pas in het vierde jaar komt. Het panel onderkent de beweegredenen van de opleiding, maar vindt toch dat er ook grote nadelen aan verbonden zijn. De stage kan niet werken als referentiepunt voor verdere verbreding en verdieping van de kennis. Tevens is een nadeel dat de praktijkperiode bij één bedrijf wordt doorgebracht. Voor mbo-gediplomeerden geldt bovendien dat zij al twee stages hebben gelopen. Indien de opleiding de vierdejaarsstage handhaaft, is het noodzakelijk dat de praktijkgerichtheid in de eerste drie jaar versterkt wordt, bijvoorbeeld door, zoals afgestudeerden en docenten suggereren, het aantal snuffelstages uit te breiden en te intensiveren. Praktijkervaring kan dan ook een duidelijker rol spelen in de keuze voor een afstudeerrichting. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding een heldere en overtuigende beschrijving van de wijze waarop de nagestreefde eindkwalificaties in de verschillende fasen van het curriculum aan bod komen. Uit die beschrijving wordt ook een bepaalde ontwikkeling en een toename van zelfstandigheid duidelijk. Zo ligt in de propedeuse de nadruk op eindtermen betreffende kennis, inzicht, toepassing met betrekking tot verschillende vakgebieden, kennis inzicht nodig voor toepassing bij onderzoek en communicatie over het vakgebied. In het tweede jaar komt meer nadruk te liggen op het interpreteren ven communiceren van onderzoeksgegevens, is er sprake van toenemend gebruik van vakliteratuur en komen aspecten als ARBO en kwaliteitszorg aan bod, zaken die expliciet in de eindtermen zijn opgenomen. In het derde jaar ligt de nadruk op het ontwerpen van een onderzoeksplan en in het vierde stage-en afstudeerjaar komen vrijwel alle eindtermen aan bod. In een aantal uitgebreide matrices per fase van het curriculum laat de opleiding zien hoe de eindtermen zijn gekoppeld aan de (leerdoelen van de) verschillende onderwijseenheden. Door middel van een lettercode wordt aangegeven welk accent (kennis, toepassing, praktische vaardigheden, inzicht ) er op een bepaald moment wordt gelegd. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 21

22 Zoals blijkt uit de studiewijzers in de studiegids zijn alle onderwijseenheden gebaseerd op specifieke leerdoelen. Deze zijn voornamelijk geformuleerd in termen van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. Op grond van wat het heeft gezien en de gevoerde gesprekken met alle geledingen, is het panel van oordeel dat het programma van de opleiding een adequate uitwerking geeft van de beoogde eindkwalificaties. Behalve de vakspecifieke zijn ook algemene en maatschappijrelevante eindtermen in de hele opleiding te signaleren. Het hbo-niveau, de hbo-oriëntatie en de domeinspecifieke eisen komen in voldoende mate tot uitdrukking. Uit recente evaluaties onder afstuderenden wordt op vragen betreffende het verwerven van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden boven de 4 gescoord op een vijfpuntsschaal. Uit de laatste HBO-Monitor van 2003 blijkt dat 100% van de afgestudeerden van mening is dat de aansluiting van de opleiding op de functie voldoende tot goed is. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma voldoende Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel is voldoende op grond van de volgende argumenten. Een belangrijk element om horizontale samenhang te bewerkstelligen, zijn de projectweken. Met name daar komen praktijk en theorie samen. Studenten gaven daar concrete voorbeelden van. Daarnaast worden theorielessen en bijbehorende practica zoveel mogelijk binnen een semester aangeboden en wordt er inhoudelijk naar elkaar verwezen. Belangrijk voor de horizontale samenhang is ook dat verwante vakken zoveel mogelijk geclusterd worden aangeboden. Een belangrijke rol spelen daarbij de praktijkgerichte opdrachten waarin de geclusterde vakken aan de orde komen. Naast deze horizontale samenhang is er ook sprake van een verticale samenhang door het hele curriculum heen: - er is aantoonbaar sprake van een toenemende moeilijkheidsgraad zowel van de vakken (verdieping en specialisatie) als van projecten en opdrachten; - daarnaast leidt het programma ook tot een steeds sterkere zelfstandigheid en zelfsturing; - er is een duidelijke ontwikkeling van het aanbrengen van het basisniveau in het eerste jaar naar verdieping en verbreding in het tweede en derde jaar tot toepassing in de praktijk in het vierde jaar; - In het vierde jaar sluit volgens de afstuderenden het daarvoor geleerde goed aan op de stage; - er is ook een duidelijke rode draad door het hele curriculum heen, namelijk de gerichtheid op het doen van onderzoek. 22 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

23 Het panel stelt vast dat de verschillende vormen van samenhang in de praktijk ook aantoonbaar en herkenbaar gerealiseerd worden. Studenten herkennen de principes en ervaren de samenhang. Het panel is van oordeel dat het element integratie van kennis, vaardigheden, inzicht en houdingen versterking behoeft. Het aantal projectweken is over het totale curriculum gezien nog te beperkt om aan die integratie adequaat vorm te geven. Dat geldt te meer als de opleiding straks over wil gaan op een meer competentiegericht curriculum waarin integratie een basisvoorwaarde is. Een omissie is dat samenhang geen onderdeel vormt van de verschillende evaluaties die de opleiding uitvoert. Desondanks vindt het panel, het geheel overziende, de samenhang voldoende. Facet 2.4 Studielast onvoldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten. De programma s zijn opgebouwd volgens een vaste, heldere structuur: elk studiejaar bestaat uit vier kwartalen die elk 8 lesweken beslaan met aansluitend een tentamenweek. Per week zijn er minstens twee lesvrije dagdelen. Per onderdeel is er één herkansingsmogelijkheid in het volgende kwartaal. De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport aan dat de roostering structureel problemen oplevert door de plaats van de projectweken in het programma. Inmiddels is men gestart met een andere wijze van roostering. Een tijdelijk probleem werd veroorzaakt door de overgang naar een nieuw softwaresysteem, waardoor tentamenroosters te laat bekend waren. Studenten hebben blijkens de gesprekken vooral problemen met het feit dat er nogal veel in het rooster verandert. Ze vinden wel dat ze dat meestal op tijd horen. Over de informatievoorziening die voornamelijk via Infonet loopt, zijn studenten blijkens evaluatiegegevens en de gesprekken over het algemeen tevreden. Positief voor de studeerbaarheid is dat de opleiding aan verwante mbo ers een verkorte route aanbiedt van minimaal drie jaar. De studielast is zoveel mogelijk gelijkmatig verdeeld over de periode. De opleiding geeft zelf aan dat aan het eind van de kwartalen piekbelasting ontstaat. Dat wordt door studenten bevestigd, hoewel zij ook toegeven dat de piek deels wordt veroorzaakt door eigen verkeerde planning. De studielast per onderwijseenheid is vermeld in tabellen in de studiegids. De studielast wordt door middel van mondelinge en schriftelijke evaluaties bevraagd. Uit evaluatiegegevens is het panel duidelijk geworden dat de gerealiseerde studielast, met name in de eerste jaren van de opleiding, bij nogal wat vakken (soms ver) onder de norm van 40 uur per week ligt. Niet zelden geeft een meerderheid van studenten aan dat ze minder dan 28 uur aan de studie hebben besteed. In de gesprekken met studenten NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 23

24 werd dit bevestigd. Ze gaven aan er gemakkelijk een baantje bij te kunnen hebben. Dat dat niet altijd goed lukt, heeft eerder te maken met de hierboven beschreven roosterprobleem dan met de zwaarte van de studie. Ook docenten bevestigden dat hier kansen liggen op kwaliteitsverbetering. vwo-studenten gaven aan dat, gezien de huidige studielast, de studie voor hen in drie jaar zou kunnen. Gezien het feit dat vwo-studenten wel al vrijstellingen kunnen krijgen, vindt het panel dat hier een probleem ligt. In het gesprek met de docenten werd bevestigd dat deze situatie aandacht behoeft en dat de mogelijkheid onderzocht moet worden of vwo ers eventueel in het tweede jaar kunnen instromen. Mede gezien de kritische opmerkingen eerder in de paragraaf gemaakt, komt het panel op dit onderdeel tot het oordeel onvoldoende. Facet 2.5 Instroom goed Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel is goed en daarvoor gelden de volgende argumenten. De opleiding hanteert de wettelijke ingangseisen. Voor omzwaaiers van de universiteit en aanmelders van 21 jaar en ouder is er een colloquium doctumprocedure waarbij sprake is van een intakegesprek en een mondelinge of schriftelijke toetsing. De toelatingseisen zijn vastgelegd in de Onderwijs -en Examenregeling die is opgenomen in de Studiegids. De opleiding biedt afhankelijk van de vooropleiding twee leerroutes aan: - een vierjarige route voor havo-vwo leerlingen, - een verkorte route van minimaal drie jaar voor leerlingen van de verwante mbo-opleiding laboratoriumtechniek. Naast de verkorte routes zijn er ook individuele vrijstellingen mogelijk. De regeling is vastgelegd in de studiegids. Buitenlandse studenten dienen hun diploma te laten toetsen door de NUFFIC en moeten aan een aantal criteria voldoen die beschreven staan in de Information package. Er is een goed systeem van voorlichting en open dagen waarin ook informatie wordt verschaft over de gehanteerde werkvormen. De voorlichtingsfolder correspondeert met de voorlichtingswebsite. Alle benodigde informatie is aanwezig. De student kan zelf uitvinden of de studie de geschikte voor hem/haar is. De begeleiding speelt een belangrijke rol in de overbrugging van de verschillen in werkwijze in het voortgezet onderwijs en het hbo. Tevens wordt in de studiegids globale informatie gegeven over de didactische visie en de praktische uitvoering ervan. Met name vakken als wiskunde, biologie en natuurkunde blijken problemen op te leveren. Om die te ondervangen begint men de opleiding met een herhaling van de stof op havoniveau en gaat van daaruit verder. Studenten zijn daarover tevreden.voor wiskunde zijn er bijlessen. 24 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

25 Knelpunten in de aansluiting worden snel gesignaleerd door de mentoren. Daarbij speelt de kleinschaligheid van de opleiding een belangrijke rol. Studenten gaven aan dat er weinig of geen aansluitingsproblemen zijn. Dit aspect wordt niet in de reguliere evaluaties van de opleiding meegenomen. Facet 2.6 Duur goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel is gebaseerd op het volgende feit. De studielast omvat blijkens de studiepuntentabellen in de studiegids voor de hele opleiding 240 ECTS. Bij een belasting van 28 uur per studiepunt bedraagt de totale studielast 6720 uur. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voldoende Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel is voldoende gezien de volgende argumenten. Het didactisch concept van de opleiding is vastgelegd in het document Onderwijsvisie opleiding Chemie en het document Inhoudelijk opleidingskader van de Opleiding Chemie. De opleiding streeft ernaar dat de student in zo kort mogelijke tijd zelfstandig als laboratoriumonderzoeker kan functioneren. Daar zijn ook de nagestreefde eindtermen op gericht. In de beroepspraktijk wordt dat onderzoekswerk voornamelijk projectmatig uitgevoerd. De opleiding wil daarbij zo nauwkeurig mogelijk aansluiten. Daartoe gaat zij uit van het principe Geleid Ontdekkend Studeren (GOS). Dat wil zeggen dat de student met een sterke docentsturing in het begin, via een gedeelde sturing uiteindelijk tot zelfsturing komt. Daarnaast is er voor gekozen om van het werken in teams aan (praktijkgerichte) opdrachten een essentiële werkvorm te maken. Dat begint al in het eerste jaar. Naast de opdrachten zijn er andere ondersteunende werkvormen als hoor/instructiecolleges, onderwijsleergesprek en werkcolleges. Deze werkvormen zijn in de studiewijzers steeds per onderwijseenheid aangegeven. De opleiding geeft aan dat de hiervoor genoemde werkvormen in ongeveer 70% van het binnenschools curriculum voorkomen en dat 30% wordt gegeven in de vorm van praktijkonderwijs. Gezien het grote belang dat de opleiding hecht aan werken conform de beroepspraktijk, is het panel van oordeel dat het aandeel van het praktijkonderwijs en met name het werken in projecten (dus niet voornamelijk via teamsgewijze opdrachten) versterkt zou moeten worden NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 25

26 Het panel constateert dat de didactische uitgangspunten van de opleiding en de uitwerking daarvan voldoende aansluiten op de eindtermen van de opleiding en op de visie op beroep en onderwijs. Uit evaluatiegegevens (scores iets boven de drie op een vijfpuntsschaal) en gesprekken met studenten is duidelijk geworden dat zij overwegend positief staan tegenover de gehanteerde werkvormen. De opleiding is inmiddels op weg naar een meer competentiegericht curriculum. Daarbij kan voortgeborduurd worden op de bestaande projectweken, maar de rest van het curriculum zal, zoals hiervoor al aangegeven, ook meer op integratie van kennis, houding en vaardigheden en de integrale toetsing daarvan gericht moeten worden. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel voldoende is gebaseerd op de volgende argumenten. Het panel stelt vast dat de opleiding verschillende toetsen hanteert voor verschillende inhouden. Zo zijn er tentamens met name voor de theorievakken en rekenvaardigheden, practicum en projectverslagen, experimenteerprotocollen en application notes, presentaties, intervisie en peer assessment bij groepswerk. Op dit moment worden de verschillende vakken nog afzonderlijk getoetst. Bij de onderzoeksprojecten wordt de beoordeling verricht door de verschillende betrokken docenten waaruit één individuele eindbeoordeling voortkomt. Voor de theoriemodulen zijn er, zoals het panel heeft kunnen vaststellen, verschillende toetsvormen: tentamens met open vragen en meerkeuzevragen. Veel voorkomend is de toets met een beperkt aantal hoofdvragen die zijn onderverdeeld in deelvragen. Ook rekentoetsen komen veel voor. Het panel stelt op grond van het toetsmateriaal dat het heeft gezien vast dat toetsvormen in voldoende mate aansluiten bij de leerdoelen en de inhoud van de leerstof. Studenten zijn blijkens gesprekken en evaluaties zonder meer positief over de toetsen (scores van 3.4 tot 4.4 op een vijfpuntsschaal). De gehanteerde beoordelingscriteria zijn niet altijd even duidelijk. Dat geldt met name voor de klassieke kennistoetsen. Criteria daarvan liggen niet expliciet vast. De studenten geven echter aan dat tijdens de oefententamens voldoende duidelijk wordt wat er van ze verwacht wordt. Voor de onderzoeksprojecten zijn de criteria wel duidelijk omschreven en dat geldt ook voor de stage en het afstuderen. Criteria zijn duidelijk vastgelegd in het uitgebreide Handboek Stage en Afstuderen. De feedback is blijkens de gesprekken met de studenten goed geregeld. Na de toetsing en voor de herkansing vindt altijd een uitgebreide terugkoppeling plaats. Ook daar wordt nog eens expliciet gewezen op de gehanteerde beoordelingscriteria. 26 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

27 Van een formeel toetsbeleid is geen sprake. Er is geen toetscommissie en er is geen nota of notitie toetsbeleid. Een formele borging, met name bij de kennistoetsen ontbreekt. Criteria zijn zoals gezegd niet expliciet vastgelegd. De individuele docent is verantwoordelijk en wordt in feite alleen achteraf gecontroleerd door de studenten. Desondanks constateert het panel dat de feitelijke toetsing voor het huidige curriculum adequaat is en dat het oordeel voldoende dan ook gerechtvaardigd is. Voor een volledig competentiegericht curriculum is de toetsing echter nog teveel gebaseerd op losse toetsmomenten. Van een integrale toetsing van kennis, houding en vaardigheden is nog geen sprake. De opleiding is zich daarvan bewust Het is daarom positief dat de opleiding in het kader van het Columbusproject op dat punt meerdere verbeteracties heeft ingezet, met name waar het gaat om scholing van docenten die, zoals het panel heeft kunnen vaststellen, ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo voldoende Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Voor het oordeel voldoende geldt de volgende bewijsvoering. De afdeling heeft binnen het vaste docentenbestand geen docenten die naast hun onderwijstaak participeren in de beroepspraktijk. Wel is de helft van de docenten actief in beroepsverenigingen (LOCLO, KNCV, NVON etc) of andere op de beroepspraktijk gerichte netwerken. In beperkte mate wordt gebruik gemaakt van gastdocenten (in Studium Generale en projectweken). Uit docentengegevens (cv s) blijkt dat vrijwel alle docenten beschikken over ervaring in het werkveld. Voor de meeste docenten geldt echter dat ze al lang(er) uit de praktijk zijn. Met name door de (intensieve) stage-en afstudeerbegeleiding, waar alle docenten bij zijn betrokken, blijven zij op de hoogte van de beroepspraktijk. Daarnaast zijn meerdere docenten betrokken bij onderzoeksopdrachten voor derden. Het zelfevaluatierapport geeft daar concrete voorbeelden van. Docentenstages zijn gezien de heersende randvoorwaarden moeilijk te realiseren. Verder zorgt bijscholing, literatuurstudie, input via de beroepenveldadviescommissie (trendrapportages) en externe deskundigen bij het afstuderen voor het up to date houden van kennis en ervaring. Een docent schrijft zelf artikelen en leerboeken. In een uitvoerige paragraaf geeft de opleiding aan hoe docenten daadwerkelijk de verbinding met de beroepspraktijk leggen: in practica, het gebruik van aan de praktijk ontleende opdrachten, het werken in projectvorm, het gebruik van apparatuur die ook in de beroepspraktijk wordt gebruikt, het werken met actuele voorbeelden etc. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 27

28 Uit gesprekken met studenten, werkveld en afgestudeerden is duidelijk geworden dat de docenten voldoende op de hoogte zijn van de actualiteit om een adequate verbinding met de beroepspraktijk te kunnen leggen. Facet 3.2 Kwantiteit personeel goed Criteria: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel goed is gebaseerd op de volgende argumenten. De opleiding heeft voldoende personeel om het onderwijs te verzorgen. De situatie is zelfs riant, omdat de docent/studentratio zich tussen de 1:10 1:12 beweegt. Door de kleinschaligheid van de opleiding is het team in staat alle noodzakelijke taken in onderwijs en begeleiding adequaat uit te voeren. Verder heeft het management aangegeven dat bij vertrek van docenten een vervanger kan worden aangenomen. De opleiding wordt in dat opzicht sterk door het college van bestuur gesteund. De inzet van docenten wordt jaarlijks vastgesteld in overleg tussen opleidingsmanager en de betreffende docent. De ervaren werkbelasting wordt eveneens besproken in de jaarlijks gevoerde functioneringsgesprekken. Uit de gesprekken met docenten is duidelijk geworden dat de werkdruk als hoog, maar te doen ervaren wordt. Wel is er enige zorg over alle vernieuwingen die op docenten afkomen. Ze geven echter ook aan dat de opleiding wel op dat punt gefaciliteerd wordt en ze verwachten veel van de scholing die georganiseerd wordt. Ondanks deze werkdruk is het ziekteverzuim niet frequent en kortdurend. Studenten gaven aan dat er vrijwel geen uitval van lessen is. Facet 3.3 Kwaliteit personeel voldoende Criteria: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel voldoende wordt als volgt gestaafd. Het personeelsbeleid van de opleiding wordt uitgevoerd binnen de kaders die door de hogeschool worden aangegeven. De Hogeschool Zeeland voert een actief personeelsbeleid dat is vastgelegd in meerdere notities: Beleidskaders Planning & Organisatieontwikkeling, Nota Scholingsbeleid, Notitie Personeelsselectie, de Notitie Functioneringsmanagement. Het beleid van de opleiding is vastgelegd in de notitie Personeelsplan Opleiding Chemie Uit door de opleidingen verstrekte gegevens blijkt dat de docenten qua opleiding en voorkennis voldoende gekwalificeerd zijn. Alle vakdocenten hebben werkervaring in de 28 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

29 relevante beroepspraktijk. Blijkens een tabel in het zelfevaluatierapport beschikken alle docenten over een eerstegraadsbevoegdheid of andere didactische voorbereiding voor het hbo. Een deel van de docenten heeft ook organisatorische en coördinerende taken (in de curriculumcommissie bijvoorbeeld). De opleiding is in een zeker opzicht wel kwetsbaar, omdat bepaalde deelgebieden van de chemie slechts door één docent gedekt worden. De opleiding is zich dat bewust en verwacht op dit punt verbetering door de recente samenwerking met het ROC Zeeland en De Roosevelt Academie. Er kan als gevolg daarvan geput worden uit een ruimer docentenbestand. Er worden jaarlijks functioneringsgesprekken gevoerd door de opleidingsmanager. In die gesprekken komt ook de scholingsbehoefte van de docent aan de orde, evenals uitslagen van studentenevaluaties. De resultaten worden op een daartoe bestemd formulier vastgelegd. Docenten zijn tevreden over die gesprekken. De docent in zijn verschillende rollen is onderwerp van evaluatie. Uit recente evaluaties blijkt tevredenheid van de studenten over de docenten: scores liggen veelal rond de 7 op een tienpuntsschaal. Docenten zijn blijkens de gesprekken met studenten en afgestudeerden goed toegankelijk en bereikbaar en beschikken over een grote en brede vakkennis. Wel werd opgemerkt dat er verschillen zijn in didactische kwaliteiten. Scholingsactiviteiten kunnen zowel voortkomen uit behoefte van de opleiding als van de docent. In de komende jaren zal, blijkens het personeelsplan, scholing vooral gericht zijn op de in te voeren onderwijsvernieuwing. Individuele scholing vanuit de docenten zelf gebeurt door het bezoeken van studiedagen, symposia, cursussen. In een bijlage met cv s van docenten wordt daar een beeld van gegeven. Hoewel er sprake is van een budget voor scholing en volgens de Nota Scholingsbeleid vijf tot tien procent van de taakbelasting aan scholing zou moeten worden besteed. is er naar de mening van het panel geen sprake van een structureel en expliciet scholingsbeleid. Er is sprake van een ad hoc beleid waarbij het initiatief bij de individuele docent ligt. Er is geen concreet scholingsplan gebaseerd op de behoefte van de opleiding en het benodigde geld is niet altijd beschikbaar. Naar de mening van de docenten is de mate waarin scholing plaats vindt voldoende. Ondanks de kritische opmerking acht het panel de kwaliteit van het personeel voldoende. Docenten zijn overwegend tevreden met het personeelsbeleid, tonen zich gemotiveerd en betrokken. Onderwerp 4 VOORZIENINGEN Facet 4.1 Materiële voorzieningen voldoende Criteria: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 29

30 Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten. De opleiding is gehuisvest in het hoofdgebouw van de hogeschool aan de Edisonweg in Vlissingen. Het panel heeft de faciliteiten bekeken en heeft er een overwegend positief beeld van gekregen. Er zijn voldoende lesruimtes die voldoende geoutilleerd zijn: white board, overheadprojectie, digitale projectiemogelijkheden). Voor het huidige projectwerk maken studenten gebruik van de leslokalen. De opleiding onderzoekt in hoeverre er voldoende geschikte ruimte is als er in het kader van het nieuwe curriculum meer aan groepsoverleg en begeleide zelfstudie gedaan gaat worden. Studenten zijn blijkens gesprekken en evaluaties redelijk tevreden over de accommodatie. De werkruimtes voor docenten zijn adequaat. De opleiding maakt gebruik van de hogeschoolbrede bibliotheek/ mediatheek. Deze is goed geoutilleerd en voldoende en actueel gevuld. Onderdeel van de mediatheek is het Open Leren Centrum (OLC) met ruime faciliteiten als computers, printers, plotters, scanners. De opleiding beschikt over een zestal laboratoriumruimten. Onlangs is deze faciliteit uitgebreid i.v.m. de komst van de opleiding Laboratoriumtechniek van het ROC Zeeland en de natuurwetenschappelijke opleidingen van de Roosevelt Academie. Deze voorziening ziet er goed uit. Er is veel apparatuur; volgens de afgestudeerden een breed basisinstrumentarium met basisapparatuur. Belangrijkste probleem, en de opleiding signaleert dat ook zelf heel nadrukkelijk, is dat de apparatuur deels verouderd is. De ontwikkelingen gaan zo snel en de apparatuur in de beroepspraktijk is zo duur dat de opleiding zich een dergelijke aanschaf niet kan veroorloven. Studenten en ook de panelleden zijn van mening dat het voor opleidingsdoeleinden van belang is dat de studenten inzicht in meetprincipes krijgen. Daarvoor voldoet de bestaande apparatuur ruimschoots. Tevens worden er andere mogelijkheden geboden, onder meer de vierde jaarsstage, om met de nieuwste apparatuur te werken. Daarbij is het van belang zoals studenten en afgestudeerde opmerkten, dat ze theoretisch goed op de nieuwe apparatuur worden voorbereid. Het panel wil opmerken dat de netheid en hygiëne bij met name biochemie een wat mindere indruk maakten. Een aantal tafels zag er niet schoon uit, net als de tafel rond een weegschaal. Hier lagen nog zoutresten en ander af te wegen materiaal. De informatie - en communicatiemiddelen zijn adequaat; de computerpractica zijn goed geoutilleerd en up-to-date. Apparatuur is in voldoende mate aanwezig. Alle studenten en personeelsleden beschikken over . Daarnaast is er het, naar de mening van de studenten voldoende functionerende Infonet. De opleiding is bezig met de de VLD: de Virtual Learning Desktop, een virtueel onderwijsplatform. Studenten gaven aan dat er wel al gebruik van wordt gemaakt, maar nog niet systematisch. Via het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek wordt getoetst in hoeverre de faciliteiten voldoen. De gegevens bevestigen het hiervoor beschreven oordeel van de studenten. 30 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

31 Facet 4.2 Studiebegeleiding goed Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. In het zelfevaluatierapport worden de uitgangspunten van de begeleiding helder beschreven. Opzet en uitvoering daarvan zijn uitvoeriger in de Studiegids vastgelegd. De studentbegeleiding is georganiseerd in drie trappen: de propedeusementor doet de eerstelijnsopvang. Daartoe vinden er periodieke persoonlijke gesprekken plaats op initiatief van de mentor of van de student. De mentor speelt ook een belangrijke rol bij de controle op de studievoortgang en het al dan niet toekennen van een bindend negatief studieadvies. De decaan is er voor opleidingsoverschrijdende zaken. In specifieke gevallen kunnen mentor/coach en decaan doorverwijzen naar professionele hulpverleners als: studentenpsycholoog, studentenpastor en taalcoördinator. Studenten die een grote achterstand dreigen op te lopen, krijgen een specifiek begeleiding. Ook in latere jaren vervullen mentor (via zgn. mentoruren) en decaan een rol, maar het initiatief ligt nu meer bij de studenten zelf. Begeleiding in de latere jaren is vooral begeleiding van stage en afstuderen. Daarvoor is er het Handboek Stage en Afstuderen dat studenten en begeleiders informeert over doelen, organisatie, begeleiding en beoordeling. Studenten tonen zich zeer tevreden over die begeleiding. Docenten komen zeker twee keer per stage op de werkplek en zijn ook verder via telefoon en goed bereikbaar. In recente stage-evaluaties scoort de begeleiding rond de 4 op een vijfpuntsschaal. Cijfermatige voortgangsregistratie vindt plaats in het systeem Volg +. Studenten kunnen via Infonet de cijfers inzien. Daarnaast krijgen ze na elke tentamenperiode een cijferlijst thuisgestuurd. Andere informatie wordt zowel op papier (studiegids) als via het intranet en de monitoren op diverse plaatsen in het gebouw verspreid. De informatievoorziening is volgens de studenten overwegend naar tevredenheid. Studenten zijn blijkens de gesprekken heel tevreden over de begeleiding door de bereikbaarheid en toegankelijkheid van mentoren en docenten. De kleinschaligheid van de opleiding draagt daar zeker toe bij; de communicatiedrempels zijn laag. Afgestudeerden noemden het persoonlijke contact als een van de sterke punten van de opleiding. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 31

32 Onderwerp 5 INTERNE KWALITEITSZORG Facet 5.1 Evaluatie resultaten voldoende Criteria: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het panel komt tot het oordeel voldoende gezien de volgende argumenten. Het kwaliteitsbeleid van de opleiding vindt plaats binnen de kaders van de hogeschool zoals die zijn vastgelegd in de notitie Kwaliteitsbeleid Hogeschool Zeeland. De hogeschool heeft een centrale dienst Kwaliteitszorg die de interne kwaliteitszorg centraal aanstuurt. Het gaat dan onder meer om de ontwikkeling van evaluatie-instrumenten en het verwerken van evaluaties, audits etc. De opleiding Chemie heeft een eigen kwaliteitsmedewerker, d.w.z. een docent die daarvoor gefaciliteerd is. Om de twee jaar worden er interne audits gehouden om de actuele stand van zaken te bepalen. De laatste dateert van Het resultaat daarvan en de daarop gebaseerde analyse zijn als bijlage bij het zelfevaluatierapport gevoegd. Op grond van het hogeschoolbeleid is het kwaliteitsbeleid van de opleiding vastgelegd in het Inhoudelijk Opleidingkader Opleiding Chemie. Per aandachtsgebied (zoals: beroepsbeeld, visie op leren en opleiden, inhoud en opbouw van het curriculum) zijn heldere, inhoudelijke streefdoelen geformuleerd. Ook heeft de opleiding specifieke doelstellingen vastgesteld voor de kwaliteitszorg met daarbij behorende normen en prestatie-indicatoren. Daarnaast is er een kwantitatieve norm voor de interpretatie van evaluatie-uitslagen. De score op een vijfpuntsschaal moet minimaal 3.3. zijn. In het Inhoudelijk kader is ook een evaluatieplan opgenomen waarin is aangegeven welke aspecten met welke frequentie worden geëvalueerd evenals te ondernemen acties en data voor die acties. Op basis van evaluatiedocumenten en gesprekken met studenten en afgestudeerden heeft het panel kunnen vaststellen dat er daadwerkelijk regelmatig evaluaties worden uitgevoerd. De opleiding werkt nu met instrumenten zoals: Evaluatie Programmaonderdeel, Evaluatie van Afstudeerstage door studenten, docenten en mentoren, idem evaluatie stage, Tevredenheidsonderzoek m.b.t. studentenvoorzieningen, exitonderzoek, marktonderzoek onder werkgevers en alumni en de instellingsrapportage van de HBO-Monitor. Een keer per semester vindt er ook een mondelinge evaluatie plaats in het klassenvertegenwoordigersoverleg. Onderwerpen die geëvalueerd worden zijn vooral: onderwijs (curriculum: inhoud, werkvormen, toetsing), studeerbaarheid, docenten, voorzieningen. Belangrijke organen voor de kwaliteitszorg zijn de opleidingscommissie die blijkens verslagen actief en betrokken is en de kwaliteitskring die sinds kort functioneert. Studenten merkten op dat er aan het eind van een onderwijsperiode wel erg veel evaluaties ingevuld moeten worden. Dat brengt naar hun oordeel het risico met zich mee dat niet alle formulieren even serieus worden ingevuld. Het panel vindt dat een punt van aandacht. 32 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

33 Door het brede scala aan vragen komen veel aspecten van onderwijsinhoud en -proces op een systematische wijze aan bod. Het panel stelt vast dat het systeem als zodanig helder is vastgelegd maar dat, zoals de opleiding in het zelfevaluatierapport ook zelf aangeeft veel nog informeel en ad hoc wordt uitgevoerd. Niet alles verloopt nog voldoende planmatig en wordt vastgelegd. Dat heeft er mede mee te maken dat de systematiek nog vrij nieuw is. Dat laat onverlet dat dit facet op basis van het aanwezige kwaliteitsbewustzijn en wat er daadwerkelijk reeds gerealiseerd wordt, voldoende is. Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering voldoende Criteria: - De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. De opleiding komt tot een voldoende op dit facet op basis van de volgende overwegingen. Resultaten van alle evaluaties worden geanalyseerd door de opleidingsmanager en de kwaliteitsmedewerker. Resultaten daarvan worden besproken in het teamoverleg op basis van de nagestreefde doelen. Indien noodzakelijk worden er verbeteracties voorgesteld. Deze worden vastgelegd in een verbeterplan waarbij naast de verbeteractiviteit ook de probleemeigenaar en de termijn van realisatie worden genoemd. Verantwoordelijk voor de uitvoering is de kwaliteitszorgmedewerker, eindverantwoordelijke is de opleidingsmanager. Een voorbeeld van een dergelijke activiteitenlijst is als bijlage aan het zelfevaluatierapport toegevoegd. Kleinere verbeteracties, met name als het gaat om de zgn. kleine kwaliteit worden zoals hiervoor al opgemerkt direct aangepakt, grotere komen in het eerder genoemde plan terecht. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding een aantal duidelijke, concrete voorbeelden van aantoonbare verbeteracties als gevolg van evaluatie-uitkomsten: bijvoorbeeld de betere afstemming van practica op theorieonderwijs, het toenemen van het aantal gastdocenten, het herschrijven van het stagehandboek, het aanpassen van het aantal terugkomdagen tijdens het vierde jaar. Ook studenten gaven aan dat er op grond van evaluaties wordt verbeterd, zoals het herhalen van de havo-chemie aan het begin van de opleiding, het formuleren van gerichte opdrachten voor excursies. Wordt een module veranderd, dan wordt die zeker in het volgende jaar geëvalueerd om te zien of de verbeteractie ook daadwerkelijk tot verbetering heeft geleid. De opleiding geeft zelf als zwak punt aan dat verbeteracties niet altijd volgens de planning plaatsvinden. De inmiddels functionerende kwaliteitskring heeft onder andere als taak die tijdslimiet te bewaken. Aandachtspunt is, blijkens het gesprek met de studenten en afgestudeerden, de terugkoppeling van resultaten. Studenten krijgen weinig tot niets te horen over de resultaten van de schriftelijke evaluaties, noch over de uitgevoerde verbeteracties. De communicatie tussen de opleidingscommissie en de NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 33

34 achterban is blijkbaar beperkt. Ook hier moet de kwaliteitskring verbetering gaan brengen. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende Criteria: - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Dit facet is voldoende en daarvoor gelden de volgende argumenten In het zelfevaluatierapport wordt via een helder diagram een overzicht gegeven van de wijze waarop de verschillende groeperingen binnen de opleiding bij de kwaliteitszorg zijn betrokken. Duidelijk is dat medewerkers en studenten actief zijn betrokken, zowel binnen de inspraakprocedures als via de evaluatiemethodiek. De opleiding betrekt studenten bij haar interne kwaliteitszorg door middel van diverse evaluaties, het klassenvertegenwoordigeroverleg, de Opleidingscommissie en de nieuwe kwaliteitskring. Uit verslagen en gesprekken blijkt dat die organen naar tevredenheid functioneren. Docenten zijn betrokken via hun diverse rollen: bij de uitvoering van de verschillende evaluatievormen, de invoering van verbeteringen, door de deelname aan commissies zoals opleidingscommissie, curriculumcommissie en via functioneringsgesprekken. Daarnaast zijn zij het onderwerp van evaluaties. Studenten en docenten zijn tevens vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad van de hogeschool. Het werkveld is bij de kwaliteitszorg van de opleiding betrokken via de stage/afstudeerevaluaties, de beroepenveldadviescommissie (BAC) en het recente marktonderzoek. Het panel concludeert op basis van het gesprek met werkveldvertegenwoordigers en verslagen die zij heeft gezien dat deze adviesraad voldoende functioneert. Ze is betrokken bij belangrijke aspecten van de opleiding als: eindkwalificaties, actualisering van het curriculum, beoordelen van het eindniveau. Een belangwekkende ontwikkeling is dat de BAC trendrapportages gaat verzorgen. Vertegenwoordigers van de commissie gaven aan dat de opleiding goed luistert, maar dat men wel meer terugkoppeling van aanpassingen en vernieuwingsactiviteiten zou willen zien. De opleiding wil daar door middel van en nieuwsbrief verbetering in aanbrengen. Van het management heeft het panel begrepen dat het (markt)onderzoek onder alumni en werkveld een structureel karakter zal krijgen. Voor alumni is de betrokkenheid afgezien van dat marktonderzoek beperkt. Er is voorzover het panel heeft kunnen vaststellen geen sprake van een actief alumnibeleid. 34 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

35 Onderwerp 6 RESULTATEN Facet 6.1 Gerealiseerd niveau voldoende Criteria: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het gerealiseerde niveau wordt als voldoende beoordeeld. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd. Voor het verifiëren van de vraag of de eindkwalificaties ook daadwerkelijk worden behaald, heeft de opleiding, zoals het panel heeft kunnen vaststellen, voldoende bruikbare instrumenten: de reguliere toetsing, de toegangseisen voor de stage (vastgelegd in OER), de beoordeling van de stage en het afstudeerproject, de externe controle van bedrijfsmentoren en extern deskundigen. De beoordeling van het eindniveau van de studenten vindt uiteindelijk plaats aan de hand van de afstudeeropdracht die in een bedrijf wordt uitgevoerd. Daarvoor zijn heldere eisen t.a.v. afstudeerplaats, afstudeeropdracht, vormgeving en inhoud geformuleerd in het Handboek Stage en Afstuderen. De gezamenlijke criteria voor stage en afstudeerwerk dekken de eisen aan niveau, oriëntatie en domeinspecificiteit. Werkveldvertegenwoordigers met wie het panel sprak, waren positief over de afgestudeerden. Gewezen wordt op de zelfstandigheid in de onderzoekspraktijk. Ze hebben een brede, goede vaktechnische basiskennis en ze beschikken over probleemoplossend vermogen. Ze begrijpen snel de kern van problemen. Communicatief zijn de meesten redelijk gevormd. Wat betreft managementvaardigheden zijn de meesten minder sterk, maar er is wel potentie tot doorgroei. Afgestudeerden onderschreven dit beeld en wezen in het bijzonder op de brede basis,het allround zijn. Sterk noemden ze hun scholing op het gebied van analytische en organische chemie. Daarnaast wezen ze op het vermogen tot zelfstandigheid en de communicatieve vaardigheden (presenteren, rapporteren). Verbeterpunten noemden zij niet. Uit het marktonderzoek is gebleken dat oud-studenten vonden dat er meer aandacht moet zijn voor zaken als nieuwe apparatuur en technieken en meer nadruk op automatisering. Oud- biochemiestudenten pleitten voor meer communicatie en praktijk. Het panel heeft een vijftiental afstudeerwerken bekeken en heeft daar een overwegend positieve indruk van gekregen. De onderwerpen zijn in het algemeen up-to-date. De verzorging van de rapporten is goed. De rapporten zouden qua omvang in het algemeen bondiger en korter kunnen. De beoordeling van de rapportage is in overeenstemming met de geleverde kwaliteit. Wel viel het het panel op dat het benodigde beoordelingsformulier niet in alle gevallen strikt wordt gehanteerd. Belangrijker vindt het panel echter dat literatuurverwijzingen te vaak niet volledig en zelfs summier zijn. Ook een duidelijke/heldere probleemstelling ontbreekt soms. Uit de HBO-Monitor van 2003 blijkt dat 100% van de afgestudeerden vindt dat de opleiding goed aansluit op de huidige functie; landelijk is dat 89%. 86% geeft bij tevredenheid achteraf aan dezelfde opleiding te kiezen aan dezelfde hogeschool. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 35

36 .Facet 6.2 Onderwijsrendement voldoende Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel is voldoende, en daarvoor gelden de volgende argumenten. Het rendementsbeleid is in eerste instantie hogeschoolbeleid. De hogeschool heeft streefcijfers geformuleerd met betrekking tot de kwantitatieve rendementen. Die zijn richtinggevend voor de opleiding. Deze streefcijfers zijn niet zoals het NVAO-criterium voorschrijft geformuleerd in vergelijking met andere opleidingen. De hogeschool hanteert als streefcijfers voor de propedeuse een propedeuserendement van > 70%. Voor het opleidingsrendement geldt als streefcijfers: > 63% na vijf jaar. Ook is er een streefcijfer voor het marktaandeel geformuleerd: > 2% Naast de hier genoemde streefcijfers zijn er ook streefcijfers voor: de verblijfsduur van afgestudeerden:< 4,3 jaar en voor de verblijfsduur van uitvallers <1 jaar. Beide criteria liggen onder de bekostigingsnorm. De opleidingsrendementen na vijf jaar liggen tussen 1994 en 1998 rond de 54%. Dat is beduidend onder de streefnorm, maar ruim boven het landelijk gemiddelde van 45,7 %. De opleiding vindt het streefgetal voor het opleidingrendement te hoog en is daarover in discussie met het college van bestuur. Het propedeuserendement is zeer wisselend. Het ene jaar ligt het royaal onder de streefnorm, het andere jaar er ver boven. De gemiddelde studieduur van geslaagden ligt sinds 1998 onder de streefnorm. In 2003 lag die erboven. De gemiddelde studieduur van studiestakers lag royaal boven de streefnorm en de bekostigingnorm. Alleen in 2003 werd bijna de streefnorm gehaald (1,05 jaar). De opleiding maakt analyses op grond van de rendementscijfers en neemt zo nodig maatregelen. Zo overweegt de opleiding intakegesprekken te gaan voeren ten einde het aantal uitvallers in het eerste jaar te verkleinen. Al eerder is aangegeven dat herhaling van havo-chemie is ingevoerd om tot een betere aansluiting te komen. 36 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

37 Deel C: Bijlagen NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 37

38 38 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

39 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 39

40 40 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

41 Bijlage 2: Beknopt CV panelleden NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 41

42 Voorzitter Naam Flapper Initialen A.S.J. Tussenvoegsel(s) Titulatuur drs. M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid Ja, eenmalige ervaring (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie Culturele en Maatschappelijke Vorming, tweemaal (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) neen Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid Ja, werkzaam geweest in het hbo (Sociale (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in Academie) met bevoegdheid theorie en methoden de onderwijssector?) van het cultureel werk; 8 jaar Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Ja, als consultant voor welzijnswerk (5 jaar) en als directeur van een drietal brede welzijnsinstellingen (12 jaar) neen Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD). In beiden heb ik deskundigheid. Opleiding(en) Sociologie, R.U. Leiden Bijscholingen voor management: personeelsmanagement, strategische beleidsvorming, onderhandelen Lesbevoegdheid maatschappijleer Werkervaring Communicatietrainer Docent Sociale Academie, laatste twee jaar adjunct-directeur Consultant voor welzijnswerk Directeur brede welzijnsinstelling in Amsterdam Directeur stedelijke steunfunctie welzijnswerk Amsterdam Directeur Landelijke Vereniging Bejaardenoorden Interim-manager welzijns- en zorgsector Directeur brede welzijnsinstelling in Leiden heden Zelfstandig management adviseur, coach en psycho-therapeut 42 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

43 Panellid Naam Rooij Initialen J.G. Tussenvoegsel(s) de Titulatuur Ir. M/v Man Geboortedatum 02 februari 1955 Auditdeskundigheid Ja, als kaderlid voor interne auditing bij Akzo (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Nobel Chemicals bv (= nu Albemarle Corporation) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Nee Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Nee Werkvelddeskundigheid Vervulde functies: (Wilt u hierbij aangeven welke relevante (Senior) Chemisch/Scheikundig (process) werkervaring u heeft?) technoloog DSM Agro en Senior Research Technoloog DSM polymers (process ontwikkeling STANYL en Dyneema) Sectiechef Manufacturing Coordination Department Akzo Nobel Plant Manager HPC manufacturing Akzo Nobel Catalysts Amsterdam (+ plant expansie van 50 M ) WW Technology manager Hydro Processing Catalysts Albemarle/Akzo Nobel Catalysts Company Amersfoort. Internationale deskundigheid Samenwerking/opzetten van jointventuers (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over met Japanse en aamerikaanse bedrijven (i.e de internationale ontwikkeling van het vakgebied Tejin, JSR (japanese synthetic rubber)co., heeft?) Allied Chemicals,etc... Deelname in Rutgers consortium (Rutgers University New Jersey, USA) voor technology ontwikkeling m.b.t. Hydroprocessing. Vanuit huidige functie verantwoordelijk voor wereldwijde ontwikkeling van technologie voor de productie van katalysatoren Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Diverse universitaire contacten in Nederland - Bedrijfskundige informatica - Biotechnologie - Chemie en Chemische technologie - Industrieel product ontwerpen Opleiding(en) Lageronderwijs te Alblasserdam MULO-B te Alblasserdam (diploma) HTS Chemische Technologie Dordrecht (diploma) Militaire Dienst TU Delft Chemishe Technol. (diploma, cum laude) TOP Opleidingen polymeren TU Delft (diploma) TU Twente bedrijfskunde (deel certificaten) Diverse opleidingen, trainingen op het gebied van Algemeen Management, Economie, TPM, Quality Management NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 43

44 Werkervaring heden DSM Geleen: Senior) Chemisch/Scheikundig (process) technoloog DSM Agro (bouw nieuwe salpeterzuur fabriek 90 M ) en Senior Research Technoloog DSM polymers (process ontwikkeling STANYL en Dyneema) Quality Assurance Manager WW Stanyl Engineering plastics Groupleader Manufacturing Coordination Department Akzo Nobel Plant Manager Organic and Sulfuric Products. BU Functional chemicals Amsterdam Plant Manager HPC manufacturing Akzo Nobel Catalysts Amsterdam (+ plant expansie van 50 M ) WW Technology manager Hydro Processing Catalysts Albemarle/Akzo Nobel Catalysts Company Amersfoort. 44 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

45 Studentlid Naam Dirk-Jan Saaltink Initialen D.J. Tussenvoegsel(s) Titulatuur M/V man Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Nee Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Onderwijsdeskundigheid (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in de onderwijssector?) Werkvelddeskundigheid (Wilt u hierbij aangeven welke relevante werkervaring u heeft?) Internationale deskundigheid (Wilt u hierbij aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Nee Student lid Opleidings Commisie Biologie. Student assistant 1e, 2e en 3e jaarsvakken Studie Biologie 5e jaar Nee - Biologie en medisch laboratoriumonderzoek - Biotechnologie Opleiding(en) Propedeuse Laboratorium techniek IAH Larenstein te Velp 2000-heden Biologie, Rijksuniversiteit Groningen b stralings certificaat Werkervaring Opleidings Commisie studie biologie Visitatie Biologie opleiding RuG heden Penningmeester Studenten duikvereniging Student lid ARBO commissie Biologisch Centrum 2003 Student assistant 1e jaars vak dierfysiologie 2003 Student assistant dierecologie (veldwerk) Stage Chronobiologie (gedragsfysiologie) 2004 Student assistant 2e/3e jaars vak Chronobiologie NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 45

46 Nqa-auditor/panellid Naam Boerke Initialen J.H. Tussenvoegsel(s) Titulatuur drs. M/V M Geboortedatum Auditdeskundigheid (Heeft u ervaring als INK- of ISO-auditor?) Oud voorzitter/lid visitatiecommissie (Wilt u aangeven of de hiernaast opgenomen informatie correct is en eventueel aanvullen?) Ja, 12 jaar audit-ervaring: bij Koninklijk Instituut van Ingenieurs (4 jaar) en 8 jaar bij HBO-raad Heeft u gefunctioneerd als dagvoorzitter? Nee Onderwijsdeskundigheid Beroep is onderwijskundige (Bent u onderwijskundige of werkzaam geweest in 30 jaar gewerkt in onderwijsomgevingen w.o.8 de onderwijssector?) jaar lesgegeven aan middelbare school Werkvelddeskundigheid kennis van onderwijs/kwaliteitszorg (Wilt u hierbij aangeven welke relevante beleidsadviseur kwaliteitszorg werkervaring u heeft?) beleidsmedewerker onderwijs bij KIVI beleidsadviseur Nederlands Instituut voor Kunst en Management Beleidsmedewerker De Baak/VNO Projectmedewerker Ministerie van O&W, directie HBO Internationale deskundigheid (Wilt u hiernaast aangeven of u deskundigheid over de internationale ontwikkeling van het vakgebied heeft?) Domeindeskundigheid (Wilt u in de hiernaast gelegen kolom aangeven voor welk domein u deskundigheid heeft?) Opleiding(en) HBS-A Doctoraal Nederlands Doctoraal onderwijskunde Assistant-to-the -manager Culturele bedrijfsvoering 1990 Werkervaring NQA sinds HBO-Raad Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KivI) Nederlands Instituut voor Kunst en Management Nieuw Elan/De Baak VNO Ministerie van O&W Lyceum Sancta Maria NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

47 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO-accreditatie Vragen en aanwijzingen Basiskwaliteit HBO-bachelor Maart 2003 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 47

48 Onderwerp Facet Preambule Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) Niveau bachelor Domeinspecifieke eisen Oriëntatie hbo bachelor Programma Eisen hbo Relatie doelstellingen en inhoud programma Samenhang in opleidingsprogramma Studielast Instroom Duur Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Onderwijsrendement Gerealiseerde niveau Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) Differentiatie en profilering Kwaliteit Concretisering Onderscheidend karakter Bijlage1. Kengetallen NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

49 Preambule Uitgangspunt Een zelfevaluatie kan meerdere functies hebben en vele doelen dienen. De waarde ligt in eerste instantie in de mate waarin de opleiding de zelfevaluatie benut voor de eigen beleidsvoering, in het bijzonder wat betreft de interne kwaliteitszorg. In deze brochure ligt echter de nadruk op de zelfevaluatie in dienst van de accreditatieaanvraag bij de NVAO. Er wordt in die zin dus ingezoomd op de verantwoordingsfunctie en op basiskwaliteit. De onderwijsinstelling dient met een extern onafhankelijk visitatierapport aan te tonen dat haar opleiding aan de kwaliteitscriteria van de NVAO voldoet. De zelfevaluatie vormt het vertrekpunt voor de objectieve oordeelsvorming door een extern visitatiepanel. De mate waarin de zelfevaluatie op overtuigende wijze aantoont dat aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, bepaalt voorts de intensiteit van nadere materiaalbestudering en gespreksvoering door het visitatiepanel. Kwaliteitscriteria NVAO Voor het beoordelen van basiskwaliteit zijn door de NVAO in totaal 30 kwaliteitscriteria geformuleerd, die zijn ondergebracht bij 21 facetten. Per facet moet uiteindelijk door een visitatiepanel worden bepaald of de opleiding hierop een: - onvoldoende - voldoende - goed of - excellent scoort. De 21 facetten zijn op hun beurt ingedeeld naar 6 onderwerpen. Het oordeel dat een visitatiepanel velt per onderwerp komt tot stand op basis van weging van oordelen over de afzonderlijke facetten van dat onderwerp. Voor een positief totaaloordeel moet het oordeel over elk onderwerp tenminste voldoende zijn. 30 criteria 21 facetten 6 onderwerpen totaaloordeel Centrale vragen bij oordeelsvorming (visitatiepanel) Om te bepalen of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, zijn voor de externe kwaliteitsbeoordelaars van NQA de volgende vragen van belang: - Doelen: welke ambitie heeft de opleiding ten aanzien van een bepaald onderwerp: welke kwaliteit wordt nagestreefd; welke resultaten worden beoogd, kortom; wat zijn de eigen doelen? - Borging: hoe borgt de opleiding dat deze doelen kunnen worden bereikt; zijn beleid, management en processen logisch op die eigen doelen afgestemd? NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 49

50 - Resultaten: hoe verhouden de resultaten zich tot de eigen doelen (mede in vergelijking met andere opleidingen)? - Verbetering: indien het borgen en bereiken van de doelen te wensen overlaat, zijn er dan verbeteringen in het vooruitzicht? Informatiegehalte zelfevaluatie Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden, zal de zelfevaluatie hierover voldoende informatie moeten bevatten. Het gaat dan om de volgende vier typen van informatie: 1. Richtinggevende informatie: eigen visie en doelstellingen, eigen kwaliteitsopvattingen, waar mag de opleiding op worden afgerekend? 2. Beschrijvende informatie: hoe reilt en zeilt de opleiding, hoe zijn processen ingericht, welke afspraken zijn gemaakt, et cetera? 3. Evaluatieve informatie: worden de doelen bereikt, hoe waarderen betrokkenen (met name studenten, afnemers en personeel) de verschillende facetten (evaluatieuitkomsten), en welke kwantitatieve resultaten worden bereikt (kengetallen)? 4. Analytische informatie: gezien 1 t/m 3: hoe is het met de kwaliteit gesteld, welke conclusies kunnen hierover worden getrokken, worden de eigen doelen waargemaakt, zijn er discrepanties tussen doelstelling en doelbereiking, welke oorzaken zijn er voor aan te wijzen en welke verbeteringen zijn (of worden) hierop ingezet? Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor de oordeelsvorming zijn per facet relevante vragen ter beantwoording door de opleiding gegeven. Deze vragen zijn dus rechtstreeks ontleend aan de NVAO-facetten en -criteria. Als hulpmiddel voor de beantwoording van die vragen zijn per vraag aanwijzingen voor die beantwoording gegeven. Opbouw zelfevaluatie Het is van belang dat de visitatiepanels de benodigde informatie voor elk van de 21 facetten op een efficiënte wijze tot zich kunnen nemen. Dit zou kunnen door de opbouw van de zelfevaluatie (de hoofdstukindeling) het NVAO-kader te laten volgen: I. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) II. Programma III. Inzet van personeel IV. Voorzieningen V. Interne kwaliteitszorg VI Resultaten VII Indien van toepassing: Bijzonder kwaliteitskenmerk 50 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

51 Een andere ordening is mogelijk, mits de benodigde informatie per facet snel toegankelijk is voor de panels. Hierover kunt u desgewenst afspraken maken met NQA. Zoals hierboven reeds is aangegeven, stelt NQA ten aanzien van elk facet een of meerdere vragen waarop in de zelfevaluatie een antwoord wordt gegeven. Deze vragen hebben betrekking op het betreffende facet en de daarbij behorende criteria. Voor de beantwoording van die vragen zijn aanwijzingen gegeven over zaken die beschreven en documenten waarnaar verwezen kan worden. Deze aanwijzingen zijn indicatief en niet voorschrijvend bedoeld. Omvang Het zelfevaluatierapport zal als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden; het zal dus voldoende informatie moeten bevatten. Bijlagen dienen als naslagwerk. Gevraagd wordt om de volgende bijlagen mee te sturen: - overzicht van beoogde eindkwalificaties; - het beroepsprofiel; - studiegids; - overzicht van programma/curriculum (voor elke variant en locatie); - overzicht van personeel (kwalificaties docenten); - kengetallen. In het zelfevaluatierapport kan daarnaast belangrijke informatie uit andere documenten worden opgenomen, onder verwijzing naar deze documenten (die tijdens het bezoek ter inzage worden gelegd). In de aanwijzingen is te vinden om welke documenten het kan gaan. Indien dat nodig is voor de oordeelsvorming door de panels, kan de opleiding (zowel vóór, tijdens, als na het bezoek) om aanvullende informatie gevraagd worden. NQA zal zich echter inspannen om de informatielast zo beperkt mogelijk te houden. Door het duidelijk verwijzen naar andere documenten kan het zelfevaluatierapport beperkt blijven tot ten hoogste 40 pagina s per opleiding, in uitzonderlijke gevallen van grote complexiteit (veel locaties en varianten) tot maximaal 80 pagina s. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 51

52 1. Doelstellingen van de opleiding (beoogde eindkwalificaties) 1.1 Niveau bachelor - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 1.2 Domeinspecifieke eisen - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). 1.3 Oriëntatie hbo bachelor - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. 52 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

53 Vragen Welke eindkwalificaties worden beoogd? Bij welke algemene, internationaal geaccepteerde beschrijving van het bachelorniveau sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Op welk specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen hebben de beoogde eindkwalificaties betrekking? Bij welke eisen van (buitenlandse) vakgenoten en de (buitenlandse) beroepspraktijk sluiten de beoogde eindkwalificaties aan? Aan welke door het beoogde beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties zijn de beoogde eindkwalficaties ontleend? Waaruit blijkt dat de beoogde eindkwalificaties betrekking hebben op (ten minste) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar? Facet Aanwijzing 1.1 Verwijs naar een document waarin expliciet is 1.2 beschreven voor welke specifieke competenties of 1.3 specifieke kennis, houding, inzicht en vaardigheden de opleiding studenten beoogt op te leiden. Voeg dit document bij als bijlage. 1.1 Geef aan wat voor de instelling het bachelorniveau van een (beroepsgerichte) opleiding bepaalt. Welk internationaal referentiekader heeft de instelling hiervoor? Beschrijf hoe dit referentiekader in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. U zou hiervoor de Dublin-descriptoren (zie bijlage 2 in het NVAOaccreditatiekader) kunnen gebruiken. Deze beschrijven het bachelorniveau op een generiek abstractieniveau. De opleiding zou daarbij per descriptor kunnen aangeven voor welke beoogde eindkwalificaties de descriptor relevantie heeft. Indien u hierbij ondersteuning nodig heeft, of als u wilt weten hoe de Dublin-descriptoren zich verhouden tot de generieke kernkwalificaties van de Commissie Franssen/ proefaccreditering, neemt u dan contact op met NQA. 1.3 Beschrijf het beroepenveld waarvoor de opleiding beoogt op te leiden. 1.2 Verwijs naar het document waarin de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld tot uitdrukking komen. Voeg dit document als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Het gaat hierbij om een actueel, 1.2 door (of in samenspraak met) het werkveld opgesteld beroepsprofiel. Geef aan of er internationale standaarden voor het beroep (en daarmee voor de opleiding) bestaan. Denk daarbij ook aan buitenlandse beroeps- of opleidingsprofielen of specifieke gegevens over buitenlandse opleidingen. Beschrijf hoe dit referentiekader zich verhoudt tot de beoogde eindkwalificaties. 1.3 Wat moet de afgestudeerde ten minste kunnen en kennen om een goede start te kunnen maken in het beoogde beroepenveld? Beschrijf hoe dit in de beoogde eindkwalificaties tot uitdrukking komt. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 53

54 2. Programma 2.1 Eisen hbo - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Vragen Op welke wijze beoogt de opleiding kennisontwikkeling door studenten plaats te laten vinden? Welke rol heeft vakliteratuur daarbij? Hoe ontleent de opleiding studiemateriaal aan de beroepspraktijk? Hoe komen studenten in aanraking met de actuele beroepspraktijk? Hoe wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormgegeven? Op welke wijze is sprake van interactie met (toegepast) onderzoek? Hoe wordt geborgd dat studenten de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline meekrijgen? Welke aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk heeft de opleiding? Ervaren studenten, afgestudeerden en afnemend werkveld dat sprake is van een actueel en praktijkgericht programma? Aanwijzingen Beschrijf hoe u de kennisontwikkeling door studenten programmeert. Voeg de studiegids bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Beschrijf hoe gebruik gemaakt wordt van vakliteratuur over de opleiding als geheel. Stel (via de studiegids of via het materiaal dat ter inzage wordt gelegd) een lijst beschikbaar van vakliteratuur die wordt gebruikt. Beschrijf hoe de opleiding gebruik maakt van aan de praktijk ontleend studiemateriaal. Hoe wordt dat studiemateriaal ingezet in het programma? Geef aan hoe studenten in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk: welke werkveldbezoeken, stages / praktijkperioden zijn in het programma opgenomen? Welke doelen zijn aan die programmadelen gekoppeld? Bij welke (buitenlandse) instellingen kunnen studenten stage lopen? Worden er gastcolleges gegeven door mensen uit het werkveld? Beschrijf hoe de ontwikkeling van beroepsvaardigheden binnen het programma vorm krijgt (bijvoorbeeld via vaardighedenlijn, praktijklessen, praktijkopdrachten, stages). Beschrijf hoe studenten in aanraking komen met (toegepast) onderzoek. Geef aan hoe relevante onderzoeksresultaten ingebracht worden in het programma. Zijn docenten betrokken bij de opzet / uitvoering van onderzoek? Is er een lectoraat of kenniskring dat specifieke betekenis heeft voor de opleiding? Moeten studenten zelf onderzoeksopdrachten uitvoeren, of moeten zij met onderzoeksresultaten werken? Geef aan hoe u waarborgt dat de actuele ontwikkelingen in het vakgebied/discipline binnen het programma aan bod komen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van recente artikelen uit vaktijdschriften, afspraken / beleid rond de actualisering van de inhoud van modulen en daarbij horende readers. Beschrijf de structurele contacten met de beroepspraktijk. Is er bijvoorbeeld een werkveldcommissie? Zijn er andere verbanden met de actuele beroepspraktijk? Wat is de invloed hiervan op het programma? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden, werkveld) over actualiteit en praktijkgerichtheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 54 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

55 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Vragen Wat is het programma van de opleiding? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua niveau (zie 1.1) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua oriëntatie (zie 1.3) geconcretiseerd in het programma? Hoe worden de beoogde eindkwalificaties qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2) geconcretiseerd in het programma? Hoe vindt de vertaling van eindkwalificaties in leerdoelen in het programma plaats? Ervaren studenten dat door middel van het programma de eindkwalificaties kunnen worden bereikt? Aanwijzingen Beschrijf kort het programma van de opleiding, inclusief (voornaamste verschillen tussen) eventuele varianten en locaties. Voeg een overzicht van het programma (curriculum) bij als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef daarbij aan hoe de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen worden geconcretiseerd in het curriculum. Beschrijf hoe binnen de opleiding geborgd wordt dat alle kwalificaties binnen het programma gedekt zijn. Beschrijf hoe de koppeling van de beoogde eindkwalificaties aan leerdoelen van programmaonderdelen tot stand is gekomen. Geef in het programmaoverzicht aan welke leerdoelen bij welke eindkwalificaties horen. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, studenten) over de aansluiting van het opleidingsprogramma op de beoogde eindkwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 55

56 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Vragen Hoe wordt geborgd dat studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen? Ervaren studenten die samenhang ook? Aanwijzingen Geef aan welke samenhang naar uw opvatting in het programma bestaat. Is er een logische relatie tussen programmaonderdelen en tussen studiefases; hoe worden deze op elkaar afgestemd? Besteed ook aandacht aan eventuele internationale programmaonderdelen en hoe deze passen binnen de visie op internationalisering. Geef aan op welke manier de samenhang in de opleiding gewaarborgd wordt. Welke rol speelt het opleidingsmanagement daarin, hoe vindt afstemming tussen (groepen) docenten plaats? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de inhoudelijke samenhang binnen het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.4 Studielast - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Vragen Hoe worden factoren die de studievoortgang belemmeren weggenomen? Ervaren studenten een studeerbaar programma? Aanwijzingen Geef aan wat de opleiding doet om een efficiënte studievoortgang mogelijk te maken. Hoe houdt de opleiding zicht op de vraag of zich belemmerende factoren voordoen? Welke stappen zet de opleiding wanneer zich problemen voordoen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 56 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

57 2.5 Instroom - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Vraag Hoe wordt geborgd dat er aansluiting is qua vorm? Hoe wordt geborgd dat er is aansluiting is qua inhoud? Hoe wordt gedifferentieerd tussen instromende vwo-studenten, havostudenten en andere instromende studenten? Ervaren studenten de aansluiting ook? Aanwijzing Geef aan welke werkvormen de opleiding hanteert aan de start van de opleiding. Hoe sluiten die werkvormen aan op de vooropleiding van studenten? Beschrijf eventuele activiteiten die de opleiding aanbiedt om studenten te introduceren in de verwachte studiehouding c.q. de gehanteerde werkvormen. Geef aan welke toelatingseisen de opleiding stelt, welke deficiëntieprogramma s worden aangeboden voor studenten die bepaalde vakken niet voldoende beheersen, en/of welke mogelijkheden er zijn voor bijscholing dan wel extra begeleiding. Beschrijf welke verkorte leerroutes worden aangeboden, en hoe en wanneer studenten in aanmerking komen voor vrijstellingen. Geef aan hoe de opleiding nagaat of sprake is van voldoende inhoudelijke aansluiting. Wordt bijvoorbeeld een assessment gehanteerd voor instromende studenten? Geef aan op welke manier gedifferentieerd wordt tussen vwo-instroom, havo-instroom en anderen. Beschrijf of en hoe de opleiding studieresultaten van verschillende groepen monitort, en hoe wordt ingespeeld op voorkomende aansluitingsproblemen. Welke activiteiten worden ondernomen om de aansluiting van (buitenlandse) studenten met een buitenlandse vooropleiding te bevorderen? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten) over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.6 Duur - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Vragen Voldoet de opleiding aan de formele eis van 240 studiepunten? Waaruit blijkt dat? Aanwijzingen Geef aan hoe uit de opbouw van het opleidingsprogramma en de omvang van modulen blijkt dat de totale studiebelasting van de opleiding aan de formele eis voldoet. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 57

58 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Vragen Aanwijzingen Wat is het didactisch concept van de opleiding? Beschrijf het didactisch concept van de opleiding. Hoe verhoudt dat didactisch concept zich tot de Beschrijf kort hoe het didactisch concept zich beoogde eindkwalificaties (doelstellingen)? verhoudt tot (afgestemd is op) de doelstellingen Ervaren studenten dat de gehanteerde werkvormen adequaat zijn en aansluiten bij het didactisch concept? van de opleiding. Beschrijf de uitwerking van het didactisch concept naar het gebruik van verschillende werkvormen binnen de opleiding. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over het didactisch concept en de gehanteerde werkvormen binnen de opleiding (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 2.8 Beoordeling en toetsing - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Vragen Op welke wijze worden studenten beoordeeld, getoetst en geëxamineerd? Ervaren studenten dat zij adequaat getoetst worden op het behalen van de beoogde leerdoelen? Aanwijzingen Beschrijf het toetsbeleid en de verschillende toetsvormen van de opleiding. Betrek hierbij ook de stage- en afstudeeropdrachten. Geef aan hoe de toetsvormen zich verhouden tot de doelstellingen van de opleiding en de leerdoelen. Beschrijf welke afspraken bestaan ten aanzien van de formulering en toepassing van beoordelingscriteria en de verzorging van feedback aan studenten. Geef aan hoe de kwaliteit van de toetsen binnen de opleiding wordt geborgd. Als studenten toetsing bij een buitenlandse instelling of bij een instelling in het werkveld ondergaan, hoe vergewist zich de opleiding dan van de kwaliteit van deze toetsing? Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten, afgestudeerden) over de gehanteerde toetsvormen, het niveau van de toetsen en de feedback die studenten over resultaten krijgen (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 58 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

59 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 3.2 Kwantiteit personeel - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 3.3 Kwaliteit personeel - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Vragen Welk deel van de opleiders legt een verbinding met de beroepspraktijk? Waaruit blijkt dat sprake is van voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen? Hoe wordt geborgd dat de opleiders gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ervaren studenten en opleiders zelf dat opleiders gekwalificeerd zijn? Facet Aanwijzingen 3.1 Geef aan welk deel van de opleiders beschikt over recente ervaring met en/of kennis van de beroepspraktijk. Voeg een overzicht van het personeel als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Neem in dit overzicht de leeftijd, het geslacht en de kwalificaties van docenten/opleiders op, met name de gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen, huidige en vorige werkkringen en functies, eventuele docentstages en andere relevante informatie over de interactie met de beroepspraktijk. 3.2 Beschrijf de visie van de opleiding op de verhouding tussen de omvang van het personeel en de gewenste kwaliteit. Reflecteer op de actuele en gewenste student/docent ratio. Hoe hoog is het ziekteverzuim? Wat zijn de streefcijfers voor de werkbelasting van docenten en hoe verhoudt zich dit tot de ervaren werkbelasting? Als er personeelstekorten zijn, hoe gaat de opleiding dan hiermee om? 3.3 Beschrijf de visie van de opleiding op de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van docenten/opleiders. Geef aan hoe gebruik wordt gemaakt van scholing en professionalisering om deze kwalificaties te verbeteren c.q. op peil te houden. Welke rol hebben functionerings- en beoordelingsgesprekken (frequentie, inhoud) hierbij? Hoe worden docenten/opleiders in de gelegenheid gesteld om actuele (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld en vakgebied te volgen? Als er onderwijs in een vreemde taal wordt verzorgd, hoe borgt de opleiding dan de kwaliteit daarvan (vreemde taalbeheersing van docenten)? 3.3 Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen studenten en opleiders) over de inhoudelijke (inclusief beroepspraktijkkennis/ervaring), onderwijskundige en organisatorische kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 59

60 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Vragen Waaruit blijkt dat huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren? Ervaren studenten en docenten dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn? Aanwijzingen Beschrijf de locatie, de bibliotheek- of mediatheek, de ict-voorzieningen, en de onderwijs-, praktijk-, studieen werkruimten. Geef daarbij aan hoe wordt getoetst of met de bestaande huisvesting en materiële voorzieningen het programma gerealiseerd kan worden. Zijn deze afgestemd op de behoeften van eventuele buitenlandse, deeltijd- en duaal studenten? Welke verbeteringen zijn gepland, op welke termijn, en welke middelen zijn daarvoor gereserveerd? Verwijs naar opinies over huisvesting en materiële voorzieningen in studenten- en docentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Wat is er met de uitkomsten gedaan? 4.2 Studiebegeleiding Vragen Hoe dragen de studiebegeleiding en informatievoorziening bij aan de studievoortgang van studenten? Ervaren studenten dat de studiebegeleiding en informatievoorziening voldoet aan hun behoeften? Aanwijzingen Beschrijf het systeem van studiebegeleiding en studievoortgangsregistratie. Beschrijf ook hoe de informatievoorziening aan studenten plaatsvindt. Geef bij deze beschrijvingen aan, mede aan de hand van rendementscijfers, welke knelpunten er zijn met betrekking tot de studievoortgang. Heeft dit gevolgen voor de studiebegeleiding of de informatievoorziening aan studenten? Als er (veel) buitenlandse studenten zijn, geef dan aan of hier speciale voorzieningen voor zijn getroffen. Verwijs naar opinies over studiebegeleiding en informatievoorziening in studentenevaluaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Besteed daarbij speciale aandacht aan de begeleiding van studenten in de propedeuse en tijdens de (binnenen buitenlandse) stages en in de afstudeerfase. Ga ook in op studenttevredenheid over zaken als roosters, toegankelijkheid van en informatieverstrekking door docenten. Geef aan wat met de uitkomsten van deze studentenevaluaties is gedaan. 60 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

61 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. 5.2 Maatregelen tot verbetering - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Vragen Welke aspecten worden geëvalueerd, hoe en met welke frequentie? Wat zijn daarbij de streefdoelen en hoe wordt getoetst of deze zijn bereikt? Waaruit blijkt dat uitkomsten van evaluaties tot verbeteringen hebben geleid? Op welke wijze worden: -medewerkers, -studenten, -alumni -afnemend beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg betrokken? Facet Aanwijzing 5.1 Beschrijf de evaluaties die plaatsvinden en de frequentie daarvan, de onderwerpen (aspecten) waarop de evaluaties betrekking hebben, en de methoden die gebruikt worden. Verwijs naar het kwaliteitszorgplan of andere relevante kwaliteitszorgdocumenten. 5.1 Geef voor elk van de aspecten die geëvalueerd worden aan welke streefdoelen zijn geformuleerd. Hoe wordt getoetst of de streefdoelen zijn bereikt? Hoe zorgt de opleiding ervoor dat deze toetsing gebeurt op basis van betrouwbare en valide informatie? 5.2 Beschrijf wat er met de uitkomsten van evaluaties gebeurt. Geef aan of (en voor welke aspecten) er sprake is van een verbetercyclus (plan, do check, act). Geef zo mogelijk een aantal praktijkvoorbeelden. Heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar verschillen tussen nagestreefde en behaalde resultaten? Zijn er maatregelen tot verbetering genomen? Zo ja, wie is verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen? Op welke termijn en met welke prioriteit worden verbeteringen doorgevoerd? Hoe wordt nagegaan of de beoogde verbeteringen worden gerealiseerd? 5.3 Beschrijf bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld worden betrokken. Hoe vaak gebeurt dit? Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze evaluaties representatief zijn voor deze groepen? Worden de resultaten van evaluaties teruggekoppeld naar betrokkenen? Kunnen genoemde groepen ook ongevraagd zaken die voor hen van belang zijn doorgeven aan de opleiding en wat doet de opleiding hiermee? Geef aan hoe de inspraak van studenten en medewerkers is geregeld. Als de opleiding intensief samenwerkt met buitenlandse partnerinstellingen (uitwisselingen, dubbeldiplomering, etc.) of met instellingen in het beroepenveld (met name bij duale trajecten) geef dan aan hoe de kwaliteit van de samenwerking wordt bewaakt. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 61

62 6. Resultaten 6.1 Onderwijsrendement - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Vragen Hoe wordt het onderwijsrendement bepaald? Wat zijn daarbij de streefcijfers? Hoe verhouden deze zich tot relevante andere opleidingen? Voldoet het rendement aan de eigen streefcijfers? Aanwijzingen Vul het overzicht met kengetallen in (zie bijlage 1) en voeg dit als bijlage bij het zelfevaluatierapport. Geef aan wat de opleiding zelf als de belangrijkste kengetallen ziet. Wat bepaalt voor de opleiding het onderwijsrendement? Geef aan welke streefcijfers voor het rendement de opleiding hanteert. Beargumenteer de keuze van de streefcijfers, met name hoe deze zich verhouden tot die van relevante andere opleidingen. Verwijs naar het overzicht met kengetallen voor een beoordeling van de mate waarin het rendement voldoet aan de streefcijfers. Hoe verhoudt zich dit tot het rendement van relevante andere opleidingen? Wat zijn de oorzaken voor tekortschietende rendementen? Wat heeft de opleiding gedaan om het rendement te verbeteren? 6.2 Gerealiseerde niveau - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Vragen Hoe wordt bepaald of beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd? - qua niveau (zie 1.1)? - qua oriëntatie (zie 1.3)? - qua domeinspecifieke eisen (zie 1.2)? Bestaat er tevredenheid in het werkveld over de gerealiseerde kwalificaties? Aanwijzingen Geef aan hoe de opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties zijn gerealiseerd (dit geldt ook voor in het buitenland gevolgde programmaonderdelen). Maak daarbij een onderscheid naar niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Besteed ook aandacht aan de toetsing van afstudeeropdrachten, de examinering en de eventuele betrokkenheid van het werkveld of andere externe (mede)beoordelaars. Geef aan welke evaluatieresultaten beschikbaar zijn (oordelen afgestudeerden, afnemend werkveld) over de gerealiseerde kwalificaties (geef samenvattend de belangrijkste conclusies weer, stel complete resultaten ter inzage beschikbaar). Heeft dit geleid tot verbeteractiviteiten? 62 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

63 7. Bijzondere kwaliteitskenmerken (facultatief) 7.1 Differentiatie en profilering - Het kenmerk levert een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs. 7.2 Kwaliteit - Het kenmerk leidt tot een bijzondere kwaliteit van het onderwijs. 7.3 Concretisering - De gevolgen van het kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs (instroom, onderwijsprogramma, onderwijsproces, output, voorzieningen, kwaliteit staf) zijn geoperationaliseerd. 7.4 Onderscheidend karakter - Het kenmerk is onderscheidend voor de opleiding in relatie tot relevante opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. N.B. In de NVAO toelichting wordt expliciet gesteld, dat de bewijslast voor de bijzondere kwaliteit bij de instelling ligt. De opleiding moet de VBI overtuigen van het bijzondere karakter van het kenmerk van de opleiding. Vragen Facet Aanwijzingen Is het bijzondere kenmerk gedefinieerd in doelen en concrete operationaliseerbare termen? Beschrijf welke bijzondere kwaliteit de opleiding nastreeft, met daarbij de doelen en te verwachten resultaten. Is het kenmerk betekenisvol? 7.1 Dit kan onder andere blijken uit de waardering van het kenmerk door studenten, alumni, werkveld, docenten, maatschappelijke organisaties. Is het kenmerk geoperationaliseerd en aantoonbaar aanwezig in de opleiding? Is de opleiding onderscheidend ten opzichte van andere (verwante) opleidingen in Nederland? 7.3 Geef aan hoe het kenmerk expliciet terug te vinden is in programmaonderdelen, in opdrachten, eindresultaat (inhoud en indien relevant rendement), voorzieningen, kwaliteit staf). Hier is ook de waardering door stakeholders van belang. 7.4 De opleiding heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd of laten uitvoeren (kan ook door NQA) onder verwante opleidingen in Nederland. Uit dit vergelijkende onderzoek blijkt dat de opleiding zich op dit kenmerk onderscheidt van andere (verwante) opleidingen. NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 63

64 Bijlage 1. Kengetallen Instroom, uitstroom, ingeschreven, personeel Opleiding X Totaal aantal ingeschreven studenten Totaal aantal docenten* Omvang docerend personeel in fte Student / fte ratio Instroom propedeuse, eerste keer hbo Totaal aantal instromende studenten: instroom opleiding Totaal aantal geslaagden Aantal geslaagden uit propedeuse instroom eerste keer hbo Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren Opleidingsrendement, in percentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Diploma behaald na 1 jaar Diploma behaald na 2 jaar. Diploma behaald na 3 jaar Diploma behaald na 4 jaar Diploma behaald na 5 jaar Diploma behaald na 6 jaar Uitvalpercentage van instroom propedeuse, eerste keer hbo (instroomcohorten) Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 2 jaar Percentage uitval na 3 jaar Percentage uitval na 4 jaar Percentage uitval na 5 jaar Percentage uitval na 6 jaar 64 NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie

65 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van Netherlands Quality Agency (NQA) NQA/DVC Hogeschool Zeeland, opleiding Chemie 65

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN College van Bestuur Hogeschool Zeeland Postbus 364 4380 AJ LISSINEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool Zeeland te Vlissingen Hogeschool Zeeland te Vlissingen Opleiding: Civiele Techniek Visitatiedatum: 24 september 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council) Hogeschool Zeeland Opleiding: Bouwkunde Visitatiedata: 7 en 8 oktober 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 13 en 14 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd opleiding Facility Management Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Den Bosch

AVANS Hogeschool, Den Bosch AVANS Hogeschool, Den Bosch Opleiding: Bouwkunde Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleiding Bouwkunde

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Tilburg Avans Hogeschool, Tilburg Opleidingen: Varianten: Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde en Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Civiele Techniek (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Maritiem Officier Visitatiedata: 21 en 22 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Maritiem Officier Inhoud 3 Deel

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BM) Chemie (Ch) Chemische Technologie (CT) Visitatiedata: 8 en 9 maart 2004 2 NQA (Netherlands Qaulity

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hogeschool INHOLLAND School of Technology Hogeschool INHOLLAND School of Technology Opleidingen: Bouwkunde (vt) en Civiele Techniek (vt) Locaties: Alkmaar en Haarlem Visitatiedata: 26 en 27 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Avans Hogeschool, s Hertogenbosch Opleiding: Informatica Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 5 en 6 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool s-hertogenbosch opleiding

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleidingen: Chemie en Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 10 en 11 mei 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw Opleiding: Bouwkunde (voltijd) Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Faculteit Bouw opleiding

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 26 en 27 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Varianten: Personeel en Arbeid voltijd en deeltijd Visitatiedata: 18 en 19 mei 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE 28-03-2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Betreft: Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Chemie, Chemische Technologie, Biologisch en Medisch Laboratoriumonderzoek Visitatiedata: 14 en 15 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency) Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Informatica voltijd en deeltijd Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Werktuigbouwkunde; hbobachelor Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Visitatiedata: 27 en 28 oktober 2005 Aanvullende onderzoek aug./sept. 2006 Netherlands Quality

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal Visitatiedata: 4 en 5 november 2004 (Vlissingen) Aanvullend bezoek: 18 november 2004 (Utrecht) NQA (Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Plattelandsvernieuwing, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 en 21 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Avans Hogescholen, s-hertogenbosch Opleiding: Personeel en Arbeid/Personeelsmanagement Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 2 en 3 juni NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogescholen

Nadere informatie

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Versie juli 2013 Concept Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders April 2012 0 Inhoud Gebruikte begrippen en afkortingen... 2 Inleiding... 5 Opbouw

Nadere informatie

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toetsing van tot HBO 5 om te vormen opleidingen 5 2.1 Opzet 5 2.2 Beoordelingskader voor tot HBO 5 om te vormen opleidingen 6 2.2.1 Basisgegevens

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Zuyd, Sittard Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Personeel en arbeid (voltijd en deeltijd) Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Sittard, opleiding Personeel

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Biologie

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Varianten: Milieukunde, hbo-bachelor voltijd/duaal Visitatiedata: 13 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de hbo-bachelor Oefentherapie Mensendieck

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Mondzorgkunde Visitatiedata: 7 en 8 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Master of Engineering, deeltijd Visitatiedata: 7 en 8 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, mei 2005 2 NQA Hogeschool van Utrecht, Master of Engineering

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Utrecht Hogeschool van Utrecht Opleiding: Master of Informatics, deeltijd Visitatiedata: 7 en 8 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, mei 2005 2 NQA Hogeschool van Utrecht, Master of Informatics

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedata: 6 en 7 april 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Fontys Hogescholen Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Visitatiedatum: 8 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency) Hogeschool Rotterdam Opleiding: Variant: International Business and Languages voltijd Visitatiedatum: 18 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam, opleiding International

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden Opleiding: Personeel & Arbeid Visitatiedata: 23 en 24 juni 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Nederland opleiding

Nadere informatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport College van bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Trade Management

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal/automotive Visitatiedata: 24 en 25 februari 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht,

Nadere informatie

Avans Hogeschool HBO-Bacheloropleidingen. Visitatiedata: 29 en 30 september 2004

Avans Hogeschool HBO-Bacheloropleidingen. Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 Avans Hogeschool HBOBacheloropleidingen Opleiding: Varianten: Chemische Technologie voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, april 2005 2 NQA visitatie

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Variant: Voeding en Diëtetiek (VD), hbo-bachelor voltijd Visitatiedatum: 28 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies X0A0T Validiteit Betrouwbaarheid Functionaliteit Condities Toetsbeleid Het toetsbeleidsplan is valide Het toetsbeleidsplan is betrouwbaar Het toetsbeleidsplan is functioneel Het toetsbeleidsplan voldoet

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie Resultaten NSE 2017 Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Mei 2017 Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie 2 Inleiding Hogeschool Inholland (Inh) voert voor de dertiende

Nadere informatie

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 Hogeschool Diedenoort, Wageningen Opleiding: Facility Management Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004 2 NQA ( Netherlands Quality Agency) Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3

Nadere informatie

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen nvao w nederlands-vlaamse accreditatie organisatie ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli 2017

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Varianten: Hbo-bachelor voltijd en duaal Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 26 en 27 september Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 4 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007 2/54 NQA - visitatie

Nadere informatie

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. nvao 7 nederiands-aiaam se accreditatie organisatie datum 31 juli 2017 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005584) uw kenmerk UITCVB17/20969

Nadere informatie