College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Transcriptie

1 College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de hbo-bachelor Oefentherapie Mensendieck van de Hogeschool van Amsterdam datum 31 maart 2005 onderwerp Definitief besluit Accreditatie hbo-bachelor Oefentherapie Mensendieck van de Hogeschool van Amsterdam ons kenmerk NVAO/ /CT bijlagen 2 1. Inleiding Bij brief van 13 december 2004 heeft de heer dr. S.J.Noorda, voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam hierna: (HvA), bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie (OT) Mensendieck ingediend. Het betreft de voltijdse variant van de opleiding OT Mensendieck, die blijkens de aanvraag te Amsterdam wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft de HvA een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Dutch Validation Council (DVC). Het rapport van DVC, hierna VBI-rapport, is door de NVAO ontvangen op 15 december De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 1 juli Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader hoger onderwijs (hbobachelor) van de NVAO, Strcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader. 2. Bevindingen Op grond van het van toepassing zijnde Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding Het panel heeft twee van de drie facetten binnen dit onderwerp het oordeel voldoende gegeven. Voor het facet oriëntatie HBO is het oordeel goed gegeven. Het panel komt bij dit onderwerp tot de conclusie dat: de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten op het beroepsprofiel en bij de eisen die door (buitenlandse;in welk verband de connectie met Noorwegen is te noemen) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan de opleiding in het betreffende domein. Op basis van de bestudering van het materiaal en de bevindingen in de gesprekken concludeert het panel dat de eindkwalificaties van de opleiding uitwerkingen zijn van de 10 HBO kwalificaties die op hun beurt weer operationali- Inlichtingen Niek Pronk n.pronk@nvao.net Parkstraat 28 Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) info@nvao.net

2 pagina 2 van 7 seringen zijn van de Dublin descriptoren. De eindkwalificaties sluiten naar het oordeel van het panel aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van een Bachelor opleiding. Het oordeel van het panel over het onderwerp Doelstellingen opleiding is voldoende. De genoemde 10 HBO kwalificaties worden door de Hogeschool van Amsterdam instellingsbreed gehanteerd. De samenwerking met het werkveld en met de buitenlandse partnerinstelling (Oslo) zijn prioriteiten voor deze in Nederland unieke opleiding, die in transitie is naar een vier-jarig curriculum. De gegeven oordelen over de 3 facetten binnen dit onderwerp Doelstellingen zijn door het panel deugdelijk en kenbaar beargumenteerd. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende. Ad: Programma Het panel heeft voor vier facetten het oordeel voldoende, voor twee facetten het oordeel goed en voor twee facetten het oordeel onvoldoende gegeven. Het oordeel goed voor de facetten eisen HBO en relatie tussen doelstellingen is door het panel in zijn bevindingen met kracht van argumenten gemotiveerd. Het onderzoek van het panel heeft zich op beide (oud en nieuw) curricula gebaseerd. Er is behalve met alumni gesproken met studenten van het vierjarige en (in afbouw zijnde) driejarige curriculum. Hierbij past de kanttekening dat het nieuwe vierjarige curriculum pas gevorderd is tot het tweede studiejaar ( ). Het oordeel voldoende voor de facetten samenhang programma, instroom, duur en afstemming tussen vormgeving en inhoud is door het panel deugdelijk gemotiveerd. Het panel stelt vast dat de studenten in recente evaluaties de studielast in het nieuwe programma als (te) licht ervaren en toch ondermaatse resultaten boeken. De spreiding van de studiebelasting over het jaar vraagt ook om verbetering. In het oude - driejarige - programma werd de studielast als relatief zwaar ervaren. Hoewel het panel geconstateerd heeft dat terzake verbeteracties zijn voorgenomen en ingezet, beoordeelt hij dit facet als onvoldoende. Het facet beoordeling en toetsing is door het panel als onvoldoende beoordeeld op grond van een inadequate toetsing. De opleiding heeft weliswaar een duidelijk toetshuis neergezet en ook het niveau van de individuele toetsen is goed, echter de criteria op grond waarvan groepsproducten beoordeeld worden en de juiste toepassing ervan zijn naar de mening van het panel als onvoldoende te kwalificeren. Dit laat onverlet het gegeven dat de opleiding m.i.v. het studiejaar naar genoegen van het panel - actie heeft ondernomen en een verbetertraject heeft ingezet. Het panel heeft op onderwerpniveau het oordeel voldoende genoegzaam beargumenteerd en gemotiveerd waarom hij bij de afweging van de facetten tot het oordeel voldoende is gekomen. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende.

3 pagina 3 van 7 Ad: Inzet personeel Twee van de drie facetten zijn als voldoende beoordeeld en de derde (eisen HBO) als excellent. Het panel komt tot de volgende conclusie eindoordeel: Doordat de opleiding OTM zo nauw verbonden is met het beroepsveld wordt door de docenten als vanzelfsprekend die verbinding gelegd. Uit de verschillende gesprekken blijkt dat daarin ook de differentiatie in de beroepsuitoefening goed is gewaarborgd. Studenten beoordelen in de studentevaluaties de actuele praktijk kennis van docenten als goed. Ook de alumni en het werkveld zijn zeer positief. Het panel beoordeelt het facet/criterium Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk dan ook als excellent. De inbreng van de diverse gesprekspartners gehoord hebbend, ook wat betreft de kwetsbaarheid van een kleine maar unieke opleiding met een overeenkomstige kleine formatie, beoordeelt het panel dat het facet 'kwantiteit van het personeel' voldoende is. Op basis van zijn bevindingen constateert het panel dat het personeel gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige realisatie van het programma. Door de inbedding van de opleiding in het paramedische instituut is de opleiding minder kwetsbaar geworden. Wel vraagt het panel aandacht voor het garanderen van de vereiste randvoorwaarden door het instituutsmanagement. Het panel constateert dat er jaarlijks functioneringsgesprekken worden gehouden, dat docenten zich laten aanspreken op hun verantwoordelijkheid, dat er afspraken worden gemaakt en nagekomen over verdere professionalisering afgestemd op de ambities van het vierjarig curriculum. Het panel komt tot het oordeel dat ook het facet 'kwaliteit van personeel' voldoende is. Na afweging van de oordelen per facet komt het panel tot de beoordeling van het onderwerp Inzet van personeel met een voldoende. De NVAO acht het positieve oordeel op onderwerpniveau van het panel deugdelijk en kenbaar gemotiveerd. Wat betreft het oordeel excellent voor het facet eisen HBO vindt de NVAO dat het oordeel onvoldoende onderbouwd en gemotiveerd is en volgt de NVAO het panel niet, zij het dat de NVAO een positief oordeel over dit facet gerechtvaardigd acht. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende. Ad: Voorzieningen De huidige materiële voorzieningen (gebouw en onderwijsfaciliteiten: mediatheek, ictfaciliteiten, onderwijsruimten) zo constateert het panel zijn adequaat. De opleiding maakt deel uit van het Instituut voor paramedische opleidingen van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het panel beoordeelt de materiële voorzieningen als goed, zij het met de aanbeveling dat de klimaatbeheersing in ict-zaal verbetering behoeft. De studieloopbaanbegeleiding is in de visie van de HvA een geïntegreerd onderdeel van het curriculum en is naar de mening van het panel goed opgezet/ingericht. De studiebegeleiding en informatievoorziening sluiten goed aan bij de behoeften van studenten zo blijkt uit analyse van de studenttevredenheidonderzoeken. Het panel heeft vastgesteld dat de alumni dit beeld bevestigen en beoordeelt het facet studiebegeleiding met een voldoende. De oordelen over de facetten materiële voorzieningen resp. studiebegeleiding zijn genoegzaam beargumenteerd door het panel. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende.

4 pagina 4 van 7 Ad: Kwaliteitszorg De drie facetten binnen dit onderwerp zijn met een voldoende beoordeeld. Op centraal niveau is door de HvA een systeem van kwaliteitsbeleid ontwikkeld waarvan drie samenhangende cycli deel uitmaken. Het betreft interne audits & accreditatie; planning & control en het onderzoekshuis. Op grond van het materiaal dat het panel heeft ingezien alsmede op grond van de gevoerde gesprekken, constateert het panel dat de opleiding (management en docenten) het onderwijs regelmatig en zorgvuldig evalueert op basis van toetsbare streefdoelen. Het panel uit twijfels over een discussie aangaande bijstelling van de streefcijfers voor het propaedeuse rendemement. Het panel heeft kunnen vaststellen dat naar aanleiding van evaluatie-uitkomsten verbetermaatregelen zijn genomen resp. zullen worden genomen door de opleiding. De verschillende belanghebbende groepen zijn in voldoende mate bij de evaluatie activiteiten betrokken, zij het dat de betrokkenheid van de alumni door oorzaken gelegen buiten de opleiding pas onlangs zijn beslag heeft gekregen. Onderbouwing en motivering van de paneloordelen met betrekking tot de betrokken facetten zijn overtuigend. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende. Ad: Resultaten De facetten onderwijsrendement en gerealiseerd niveau en zijn door het panel beoordeeld als goed respectievelijk voldoende. Het panel komt tot de volgende conclusie: de breedte en diepgang van de producten die studenten in het eindjaar moeten opleveren, sluiten aan op de eindkwalificaties. Het panel heeft deze bevindingen gecombineerd met de inbreng van alumni over de aansluiting van de eindkwalificaties op de beroepsuitoefening en de reflecties van het werkveld op de kwaliteit van de afgestudeerden. Dit alles afwegend beoordeelt het panel het facet gerealiseerd niveau als goed. Hoewel er geen streefcijfers in vergelijking met andere relevante opleidingen geformuleerd zijn, zijn er hogeschool breed streefcijfers vastgesteld. Het panel beoordeelt dit criterium als voldoende. Het onderwijsrendement voldoet niet aan de streefcijfers hoewel de studieresultaten van de opleiding de streefcijfers zeer dicht naderen. Het panel is van mening dat het op dit moment niet verstandig is om de ambitie naar beneden bij te stellen. Hoewel dit criterium dus strikt genomen onvoldoende is, beoordeelt het panel het facet onderwijsrendement als geheel toch als voldoende, en ook het onderwerp resultaten als geheel. De paneloordelen over de beide facetten zijn genoegzaam en deugdelijk onderbouwd. De NVAO beoordeelt dit onderwerp als voldoende.

5 pagina 5 van 7 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 1 maart 2005 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de voltijdse variant van de hbobachelor opleiding Oefentherapie Mensendieck van de Hogeschool van Amsterdam. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaar na de dag van inwerkingtreding. Den Haag, 31 maart 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie K.L.L.M. Dittrich (voorzitter) Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1: overzicht van de VBI oordelen Bijlage 2: de samenstelling van het panel

6 pagina 6 van 7 Bijlage 1 : Overzicht van de beoordeling door het VBI-panel van de voltijdse variant van de hbo-bachelor opleiding Oefentherapie Mensendieck van de Hogeschool van Amsterdam Onderwerp Facet Beoordeling door VBI 1. Doelstellingen domeinspecifieke eisen niveau bachelor oriëntatie hbo Goed 2. Programma eisen hbo Goed relatie doelstellingen programma Goed samenhang programma Studielast Onvoldoende Instroom Duur afstemming vormgeving en inhoud beoordeling en toetsing Onvoldoende 3. Inzet personeel eisen hbo Excellent kwantiteit personeel kwaliteit personeel 4. Voorzieningen materiele voorzieningen Goed Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg evaluatie resultaten maatregelen tot verbetering betrokkenheid medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten gerealiseerd niveau Goed TOTAALOORDEEL onderwijsrendement VOLDOENDE

7 pagina 7 van 7 Bijlage 2: de samenstelling van het panel Naam Deskundigheid M. Bak Domeindeskundig: praktijkervaring als oefentherapeut Mensendieck en als dusdanig ook werkzaam(deeltijd) als RSI-consulent Studeerde Oefentherapie Mensendieck en Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Maastricht Adviseur van de beroepsvereniging Oefentherapeuten Mensendieck R. Offers Werkvelddeskundige; was werkzaam als fysiotherapeut en later als adjunct-directeur van een ziekenfonds (tot 2003) A. Aaten, student Studeert wiskunde aan de Universiteit Leiden Tevens docent wiskunde VO Ervaring met visitaties als commissielid Drs. R.A.H. de Jong, DVCauditor Senior adviseur IOWO Ervaring met visitaties/accreditaties (DVC) als onderwijskundige, secretaris resp. auditor