: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

Transcriptie

1 9nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n isa tie S I y 0 1 Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding wo-bachelor Archeologie en Prehistorie van de Universiteit van Amsterdam Gegevens datum Naam instelling 29 april 2016 Naam opleiding onderwerp Graad opleiding Besluit Variant opleiding accreditatie wo-bachelor Locatie opleiding Archeologie en Prehistorie Universiteit van Amsterdam Datum goedkeuren eerste panel (004456) Datum eerste locatiebezoek uw kenmerk Datum eerste visitatierapport 2015cu1978 Datum eerste aanvraag ons kenmerk Datum herstelplan NVAO/ /ND Datum herstelbesluit bijlagen 2 Datum tweede locatiebezoek Datum tweede visitatierapport Datum tweede aanvraag (na herstel) Instellingstoets kwaliteitszorg : Universiteit van Amsterdam : wo-bachelor Archeologie en Prehistorie (180 EC) : Bachelor of Arts : voltijd : Amsterdam : 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014 : 23 november 2015 (alleen intern beraad panel) : 15 december 2015 : 24 december 2015 : ja, positief besluit van 26 juni 2013 Voorgeschiedenis Op 18 december 2013 ontving de NVAO van de Universiteit van Amsterdam een accreditatieaanvraag voor de opleiding wo-bachelor Archeologie en Prehistorie vergezeld van een adviesrapport waarin standaard 3 (toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties) als onvoldoende is beoordeeld. Daarmee is ook het eindoordeel onvoldoende. Op basis van een door het panel positief geadviseerd herstelplan nam de NVAO vervolgens op 30 juni 2014 een besluit tot het verlengen van de accreditatietermijn (zogenoemd herstelbesluit) van de opleiding met een periode van twee jaar, derhalve tot en met 29 juni Op 24 december 2015 ontving de NVAO een nieuwe accreditatieaanvraag vergezeld van een adviesrapport van een tweede panel, waarin de desbetreffende standaard nu als voldoende is beoordeeld. Twee leden van het oorspronkelijke panel hebben zitting in het tweede panel. De opleiding heeft naar het oordeel van dit panel binnen de herstelperiode van twee jaar de nodige verbeteringen doorgevoerd voor standaard 3. Het panel is van mening dat de opleiding thans het vereiste niveau heeft bereikt. Inlichtingen Michèle Wera +31 (0) m.wera@nvao.net Parkstraat JK Postbus CD Den Haag P. O. Box / 2508 CD The Hague \ The Netherlands T + 31 (0) info@nvao.net

2 Pagina 2 van 6 Beoordelingskaders - Artikel 5a, 12a. van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 2010,293); - Accreditatiebesluit WHW (Stb. 2011,536); - Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stort. 2010, nr 21523) Bevindingen De NVAO stelt vast dat in beide visitatierapporten tezamen deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden de kwaliteit van de opleiding (na herstel) voldoende is bevonden. Advies van het eerste visitatiepanel (eerste beoordeling) Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel (hierna ook: de commissie). Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties De commissie beoordeelt standaard 1 als voldoende. Het accent van de opleidingen Archeologie ligt op culturele archeologie van historische periodes. Daarbij wordt gebruik gemaakt van natuurwetenschappelijke analyses van objecten, landschappen en organische resten. De opleiding heeft van begin tot eind een cultuur- en sociaalhistorische benadering en kent een geografische focus op Noordwestelijk Europa en het Mediterrane gebied. Ook is er veel aandacht voor erfgoed en landschap. Bijzonder is de focus op de archeologie van Amsterdam. De bacheloropleiding is vooral een brede basisopleiding in het vakgebied van de archeologie met een academische oriëntatie, maar heeft ook oog voor de beroepspraktijk van de zogenaamde Malta archeologie. De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding een voldoende onderscheidend profiel heeft dat vertaald is in de eindkwalificaties. De commissie is van oordeel dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij het niveau en de oriëntatie van de bacheloropleiding, maar de eindkwalificaties zouden profiteren van nadere concretisering. Standaard 2: Onderwijsleeromgeving De commissie beoordeelt standaard 2 als voldoende. De beperkte omvang van de staf vraagt om creatieve oplossingen in het programma om enerzijds studenten een voldoende basis te geven van het brede vakgebied van archeologie, anderzijds om recht te doen aan de specialisaties die bestaan binnen de Universiteit van Amsterdam en studenten voldoende verdieping aan te bieden. De commissie denkt dat de opleiding daarin geslaagd is. Het curriculum van de bacheloropleiding is goed opgebouwd en er is duidelijke verwevenheid van onderzoek met onderwijs. Er is een opbouw in complexiteit in werkvormen, maar er is geen sprake van een didactisch concept. De commissie is van mening dat het programma erin voorziet dat de eindkwalificaties gehaaid kunnen worden, maar een helder en volledig overzicht van de eindkwalificaties in relatie tot de vakken die samen het programma vormen, ontbreekt. De studiebegeleiding heeft een overwegend vraaggestuurd karakter. Door de kleinschaligheid van de opleiding en het gemakkelijke informele contact tussen docenten en

3 Pagina 3 van 6 studenten worden vragen van studenten snel opgelost. De uitbreiding van het tutoraat in de postpropedeutische fase, en de scriptieklas vindt de commissie positief. De commissie is van mening dat de opleiding goede opleidingsspecifieke voorzieningen tot haar beschikking heeft en de kwaliteitszorg is op orde. Standaard 3: Toetsing en gerealiseerd eindniveau De commissie beoordeelt standaard 3 als onvoldoende. De commissie is kritisch over de vorderingen die de opleiding heeft gemaakt op het gebied van de kwaliteitsborging van de toetsing. Hoewel belangrijke stappen zijn gezet, heeft de commissie vastgesteld dat nog geen sprake is van structurele kwaliteitscontrole van de toetsing. Volgens de commissie zijn de bachelorscripties structureel te hoog beoordeeld, kwamen verschillende scripties in het grensgebied tussen onvoldoende en voldoende, en in een geval had de scriptie volgens de commissie geen voldoende mogen krijgen. De commissie benadrukt daarom het belang van de examencommissie en van goede beoordelingsfomulieren voor inzichtelijke en consistente beoordelingen. Op dit moment kan de commissie Standaard 3 niet met een voldoende beoordelen, maar de commissie heeft het vertrouwen dat de opleiding in staat is op korte termijn op de genoemde punten te verbeteren. Advies van het tweede visitatiepanel (beoordeling gerealiseerd herstel) Samenvatting bevindingen en overwegingen van het tweede visitatiepanel (hierna: panel). Standaard 3: Toetsing en gerealiseerd eindniveau Het panel beoordeelt standaard 3 als voldoende. De opleiding heeft gedurende de herstelperiode de nodige maatregelen getroffen om de kwaliteitsborging van de toetsing te verbeteren. Een tweede beoordelaar voor de bachelorscripties is ingevoerd, beoordelingsformulieren met verschillende beoordelingscriteria zijn beschikbaar, in het docentenoverleg wordt regelmatig gesproken over de normering van de beoordeling van de bachelorscripties en in het programma is een gestructureerde leerlijn academische vaardigheden opgenomen. Naar het oordeel van het panel beschikt de opleiding thans over een adequaat systeem van toetsing en zijn voldoende maatregelen genomen om de kwaliteit van de toetsing te borgen. Het panel heeft de helft van de afstudeerscripties die in de herstelperiode tot stand zijn gekomen, beoordeeld; dit zijn er negen. Het panel stelt vast dat deze scripties van voldoende academisch niveau zijn. Het panel concludeert dat de eindwerken voldoen aan de eisen die het kader eraan stelt. Eindoordeel Het panel beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende. Het panel oordeelt dat de maatregelen die door de opleiding zijn genomen ervoor hebben gezorgd dat het systeem van toetsing van de bacheloropleiding Archeologie en Prehistorie in orde is en dat is aangetoond dat de studenten de beoogde eindkwalificaties behalen. De opleiding voldoet daarmee aan de eisen voor accreditatie.

4 Pagina 4 van 6 Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, derde lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam te Amsterdam in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 4 april 2016 naar voren te brengen. Bij e- mail van 28 april 2016 heeft het college van bestuur ingestemd met het voornemen tot besluit. De NVAO besluit accreditatie te verlenen aan de wo-bachelor Archeologie en Prehistorie (180 EC; variant: voltijd; locatie: Amsterdam) van de Universiteit van Amsterdam te Amsterdam. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende. Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2014 en is van kracht tot en met 29 juni Den Haag, 29 april 2016 Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.

5 Pagina 5 van 6 Bijlage 1: Schematisch overzicht oordelen panels Uit besluit van 30 juni 2014 Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen 2. Onderwijsleeromgeving Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren 3. Toetsing en gerealiseerde De opleiding beschikt over een eindkwalificaties adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd Eindoordeel Beoordeling door het panel Onvoldoende Onvoldoende Beoordeling na herstel Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen 2. Onderwijsleeromgeving Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren 3. Toetsing en gerealiseerde De opleiding beschikt over een eindkwalificaties adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd Eindoordeel Beoordeling door het panel De standaarden krijgen het oordeel onvoldoende, voldoende, goed of excellent. Het eindoordeel over de opleiding als geheel wordt op dezelfde schaal gegeven.

6 Pagina 6 van 6 Bijlage 2: Panelsamenstellingen Panel eerste beoordeling en beoordeling herstelplan - Prof. dr. P. van Dommelen, hoogleraar Archeologie en Antropologie, Brown University (voorzitter); - Prof. dr. R. van de Noort, hoogleraar Wetland Archeologie, University of Exeter; - Prof. dr. F. Vermeulen, hoogleraar Romeinse Archeologie en Methodologie van de Archeologie aan de Universiteit Gent; - Dr. R. Lauwerier, senior onderzoeker, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Den Haag; - R. Nieuwenkamp BA, student Research Master Archaeology, Universiteit Leiden, en volgt daarnaast het Leiden Leadership Programme, Universiteit Leiden. Het panel is ondersteund door M. Maarleveld MSc, secretaris (gecertificeerd). Panel beoordeling gerealiseerd herstel - Prof. dr. F. Vermeulen, hoogleraar Romeinse Archeologie en Methodologie van de Archeologie, Universiteit Gent (voorzitter); - Dr. R. Lauwerier, senior onderzoeker, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Den Haag; - Prof. dr. R. Doctor, docent Griekse Archeologie, Universiteit Gent. Het panel is ondersteund doordr. B.M. van Balen, secretaris (gecertificeerd).