Onderzoek beloningen, toelagen en declaraties

Transcriptie

1 <ti Rijksuditdienst Ministerie vn Finndën CJ C3 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties Rpport vn feitelijke bevindingen uitgebrcht n de ministei Zken en Koninkrijksrelries

2 Rijksuditdienst famisterievn Finndën IO <^ UT w Cl H o ct o Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop Rpport vn feitelijke bevindingen uitgebrcht n de minister vn Binnenlndse Zken en Koninkrijksrelties Dtum Sttus 6 mei 2010 Definirief Pgin 1 vn 54

3 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop Colofon CjJ Titel Onderzoek beloningen, toelgen en declrties polirietop Auteur(s) dhr. P.H.E. Brtholomeus RA dhr. drs. A. vn den Bos RA dhr. H.J.Pfeifle RA Bijlge(n) 1. Onderzoekskder 2. Onderzoeksprotocol Inlichtingen Rijksuditdienst dhr. drs. A. vn den Bos RA T F bos@rd.nl Indien de beschrijvingen vn feiten en omstndigheden zols opgenomen in dit rpport geheel of gedeeltelijk door derden worden ingevoegd in ndere geschriften, dn geschiedt dt geheel voor verntwoording en risico vn de smensteller vn die geschriften. Genoemde beperkingen gelden onverkort indien de inhoud vn vooriiggend rpport geheel of gedeeltelijk in een procedure vyordt opgevoerd. De Rijksuditdienst is verntwoordelijk vobr de deugdelijke uitvoering vn de werkzmheden, zols geformuleerd in de opdrcht. De opdrchtgever vn dit onderzoek is verntwoordelijk voor het correcte gebruik vn dit rpport, in het bijzonder wt de privcy betreft, wrbij wordt verwezen nr de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De Rijksuditdienst nvrdt hiervoor geen enkele verntwoordelijkheid. An de inhoud vn het rpport kunnen door derden geen rechten worden onrieend. ' Pgin 3 vn 54

4 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop, ^ I»N3 'ƒ1 l'j Ci [ Inhoud 2 o 1 Mngementsmenvtting 7 2 Inleiding Doel vn het onderzoek Inhoud vn het onderzoek Opzetvn het onderzoek Ard en reikwijdte vn het onderzoek Anpk vn het onderzoek Fsen vn uitvoering en drbij behorende doorlooptijd Rpportge Leeswijzer 17 3 Algemene bevindingen Totlbeeld bevindingen slrisschl en toelgen Toelichring bevindingen slrisschl en toelgen Totlbeeld bevindingen declrties Toelichring bevindingen declrties Observries met betrekking tot de uitleg vn de regelgeving Antl vstgestelde fwijkingen Ruimere invulling bevoegdheden door het bevoegd gezg Ndere regels of bijzondere regelingen door de minister Beleidskder rbeidsvoorwrden Polirietop (Bpt) Toepssing verkeerde grondslgen Regionle regelingen Reis- en verblijfkosten Uitoefening bevoegdheden Accountntscontrole Ondernemingsrden 28 4 Specifieke bevindingen~ Inleiding Beloningen (slris) Norm Bevindingen Dienstuto's Norm Bevindingen Toelgen, vergoedingen en uitkeringen Norm Grtifictie rtikel 12 Besluit bezoldiging polirie Inconveniëntentoelge rtikel 14 Besluit bezoldiging politie Functioneringstoelge rtikel 16 Besluit bezoldiging polirie Wrnemingstoelge rtikel 17 Besluit bezoldiging polirie Consignrie rtikel 18 Besluit bezoldiging politie Werving en behoud rtikel 19 Besluit bezoldiging polirie Representrietoelge rtikel 20 Besluit bezoldiging polirie Tegemoetkoming bij verhuizing binnen Nederind Bijzondere beloning rtikel 74 Besluit lgemene rechtspositie polirie Ambtsjubileum rtikel 75 Besluit lgemene rechtspositie polirie 43 Pgin 5 vn 54

5 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop o C Vergoeding woon- werkverkeer Besluit reis- verblijf-, en verhuiskosten politie Overige toelgen en vergoedingen 45 d 4.5 Declrties 49.'S Totlbeeld uitkomsten 49 ^'' Reis- verblijfkosten binnen- en buitenlnd Mogelijke smenloop met representrietoelge Geen bewijsstukken 52 5 Werkzmheden ccountnts politieregio's 53 6 Ondernemingsrd 54 Bijlge 1: Onderzoekskder Onderzoek beloningen, toelgen en declrties Politietop Bijlge 2: Onderzoeksprotocol Onderzoek Beloningen, Dedrries en Toelgen Polirietop Pgin 5 vn 54 \

6 Onderzoek twioningen, toelgen en declrties politietop fr** w U^ CI Mngementsmenvtting Op verzoek vn de minister vn Binnenlndse Zken en Koninkrijksrelries d.d. 17 december 2009 hebben wij een onderzoek uitgevoerd nr de beloningen, toelgen en declrties^ vn de korpschefs en de pltsvervngend korpschefs. Dit onderzoek heeft zich beperkt tot de met de opdrchtgever overeengekomen specifieke werkzmheden, hetgeen inhoudt dt wij in onderhvig eindrpport verslg doen vn onze feitelijke bevindingen. Wij hebben geen controle- of beoordettngsopdrcht uitgevoerd en verschffen dientengevolge geen zekerheid. De opdrchtgever zl zich zelf een oordeel moeten vormen over de gerpporteerde bevindingen. Onze bevindingen over de rechtmtigheid vn de onderzochte beloningen, toelgen en dedrries bieden drtoe de bsis. De groep in het onderzoek betrokken funcrionrissen bedroeg 70 personen. Hiervn wren 54 personen op de peildtum 31 december 2009 in functie ls korpschef of pltsvervngend korpschef. Vn deze 54 personen zijn de beloningen (slris), toelgen en dedrries onderzocht. Drnst heeft de opdrchtgever ons verzocht de in 2008 en 2009 ingediende declrties vn functionrissen die in die periode ctief zijn geweest ls (plv) korpschef, mr dit op 31 december 2009 niet meer wren, eveneens te onderzoeken. Die groep bestond uit 16 personen. De beloningen, toelgen en declrties zijn onderzocht op overeenstemming met de volgende kders: Lndelijke regelgeving: besluit lgemene rechtsposirie polirie (Brp); besluit bezoldiging polirie (Bbp); besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten polirie (Brvvp). Beleidskder rbeidsvoorwrden politietop vn 16 jnuri 2007, kenmerk (Bpt) Het Bpt is bedoeld ls vsriegging en verduidelijking vn bestnde regelgeving en drmee bedoeld ls het uitdrgen vn de correcte toepssing vn bestnd beleid en regelgeving. In dit onderzoek is onderzocht of bij de toekenning vn beloningscomponenten rekening is gehouden met de in het Bpt opgenomen verduidelijkingen. Regionle regelgeving Door het bevoegd gezg vn de orgnisties zelf opgestelde regionle beleidsregels met betrekking tot beloningen, toelgen en declrties, voor zover die regelingen voortvloeien uit CAO-fsprken, fsprken niet vkbonden of gelijkwrdig te chten grondslgen. Wij vtten hiern per onderzoeksvrg onze bevindingen smen: Breng per zittende korpschef en pltsvervnger in beeid het slris en de toelgen vnf het moment dt zij in deze functie zijn getreden. ' Hoewel declrties geen beloningen zijn worden beloningen, toelgen en declrties in dit rpport kortheidshlve ook wel gezmenlijk ngeduid met "beioningscomponenten" Pgin 7 vn 54

7 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop ^M^ CI Cï Onder toelge wordt ook verstn lle op geld wrdeerbre structurele en incidentele voordelen, die leiden tot compenstie vn kosten in de Q privésfeer, zols compenstie vn woonlsten, vn kinderopvng, >vl stortingen voor levensloop, pensioen, etc. Bij de nvng vn ons onderzoek is n de (plv) korpschefs gevrgd de n hen verstrekte beloningen, toelgen en declrties te vermelden In een informrieformt. Dit informrieformt heeft ls bsis voor ons onderzoek gediend. De (plv) korpschefs hebben schriftelijk bevesrigd dt hun opgven in het informrieformt juist en volledig zijn. Wegens de rd vn het onderzoek (feitelijke bevindingen ten nzien vn door (plv) korpschefs opgeleverde informrie en geen forensisch onderzoek, geen integriteitsonderzoek, geen fiscl complince onderzoek) is in overleg met de opdrchtgever besloten geen specifieke extr werkzmheden te verrichten om de volledigheid vn het informrieformt vst te stellen. De informtieformts wren de bsis voor de bentwoording vn de hiern volgende onderzoeksvrgen. Ceefn ofde toekenningen rechtmtig zijn geweest, uitgnde vn het op dt moment geldende beleidskder, het BARP, het Bbp en regionle regelgeving. Indien er onrechtmtigheden zijn, geef dn n welke dit zijn. Totlbeeld ;Beviriding^..,. ;'.;;.... ; - ' in overeenstemming met lndelijke regelgeving en het beleidskder rbeidsvoorwrden polirietop (Bpt) In overeenstemming met lndelijke regelgeving mr niet in overeenstemming met het Bpt Niet in overeenstemming met of niet geregeld in lndelijke regelgeving mr wel in overeenstemming met regionle reqellnqen Niet in overeenstemming met of niet geregeld in lndelijke regelgeving (en ook geen grondslg in regionle reqelinq) Totl 196 IO UI w Antl \. * béloninqscomponenteh 149 In totl bleken 161 vn de 196 beloningscomponenten in overeenstemming te zijn met de lndelijke regelgeving en het Bpt {149) of in overeenstemming met een regionle regeling (12). Ten nzien vn 11 beloningscomponenten is gebleken dt die weliswr In overeenstemming zijn met de lndelijke regelgeving, mr niet in overeenstemming met de in het Bpt opgenomen verduidelijking(en). 24 toegekende beloningscomponenten bleken geen lndelijke of regionle regeling ls grondslg te hebben. Hiern volgt een ndere toelichting op de 11 respectievelijk 24 posten. Toelichting op de 11 geconstteerde fwijkingen vn het beleidskder (Bpt) Pgin 8 vn 54

8 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop {nk IO & UI IO Eén korpschef is bij nstelling in een hogere schl ingedeeld op bsis vn rtkel 74 vn het Brp ('wegens buitengewone toewijding of bijzonder loffelijk Q dienstverrichtingen kn indeling in een hogere slrisschl pltsvinden'). He^;Bpt zegt drover 'Het spreekt vnzelf dt de mbtenr bij nstelling nimmer voor deze bevordering in nmerking kn komen (...) zl er sprke moeten zijn vn een concrete en uitzonderiijke prestrie in de eigen functie'. De overige 10 fwijkingen vn Bpt betreffen het nlet nleven vn de bepling dt ls een representtietoelge wordt vei^trekt een fsprk moet worden gemkt over welke kosten nog fzonderiijk declrbel zouden kunnen zijn. Toelichting op de 24 geconstteerde fwijkingen vn de lndelijke regelgeving Slrisschl (1 bevinding) Eén korpschef is ingeschld in schl 18 wr dt conform de regels schl 17 zou moeten zijn. De betrokken korpsbeheerder heeft dr op mbtelijk niveu vn het ministerie vn BZK mondeling goedkeuring voor gekregen. Volgens de regels hd de minister vn BZK op grond vn rtikel 48 drvoor een bijzondere regeling moeten treffen. Toelgen en vergoedingen (23 bevindingen) In 14 gevllen betrof het toelgen of vergoedingen die wel zijn geregeld in de lndelijke regelgeving mr wrbij de voorwrden niet zijn ngeleefd: overschrijding vn mximum bedrgen of het ten onrechte direct bij nstelling l toekennen vn een toelge in plts vn op bsis vn gebleken prestries. Bij de overige 9 gevllen vinden de betreffende vergoedingen geen grondslg in de lndelijke (of regionle) regelgeving. Het betreft hier onder meer een te hoge vergoeding voor kinderopvng, een vertrekregeling, beschikbrstelling huurpprtement en compensrie belsringheffing. Dienstuto's Voor dienstuto's bestn geen lndelijke regels. Ook in het Bpt zijn geen beplingen opgenomen. Op regionl niveu wisselt het beeld sterk. Soms zijn documenten uitgewerkt wrin regionle beplingen zijn opgenomen ten nzien vn dienstuto's, soms zijn drover beplingen opgenomen in nstellingsbesluiten. Wij hebben ons beperkt tot een inventrisrie. Hieruit blijkt dt ongeveer de helft vn de (plv) korpschefs een dienstuto met chuffeur heeft, een ruime spreiding bestt in de ctloguswrde vn de dienstuto's en dt 29 (plv) korpschefs de dienstuto privé gebruiken. Uit de eigen opgven op het informrieformt blijkt dt lle betrokkenen die de dienstuto privé gebruiken fiscl ngifte hebben gedn voor dit privé-gebruik. Breng de rechtmtigheid vn declrties in krt vn de korpschefs en pltsvervngers in 2008 en Indien er onrechtmtigheden zijn, geef dn n welke dit zijn. Pgin 9 vn 54

9 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop Totlbeeld Omschrijving'. :..; / '-" Totl ntl op informrieformt vermelde declrties. Onderzochte dedrries: onderzochte declrties zonder bevindingen onderzochte declrties met bevindinqen "Antl - declrties-'- ' O 0 Cl 1 : ^3, %,03 100% 23% 70% 30% Toelichting op de bevindingen Vn lle op de informtieformts vermelde declrties hebben wij 23% onderzocht. De declrties zijn op bsis vn een nlyse vn de totle mss geselecteerd (volgens het onderzoekskder dienden wij tenminste 10% te onderzoeken). Vn het ntl onderzochte declrties hebben wij bij 30% bevindingen geconstteerd, betrekking hebbende op: reis- en verblijfkosten (48% vn de 30% bevindingen); onduidelijkheid tn rep rese ntri ekosten (32%); ontbreken vn bewijsstukken (18%); overige bevindingen (2%). Voor reis- en verblijfkosten is het Besluit reis- verblijf- en verhuiskosten politie (Brvvp) vn toepssing. De orgnistie vn dienstreizen vn de (plv) korpschefs, veell groepsreizen, gebeurt in veel gevlten door een externe orgnistie. De kosten worden n het korps gefctureerd. In de meeste gevllen ws door het ontbreken vn inzicht in de smenstelling vn de kosten niet vst te stellen in hoeverre het Brvvp vn toepssing ws op de kosten en zo j, in hoeverre de werkelijke kosten binnen de Brvvp normen blijven. In een ntl gevllen is vstgesteld dt de werkelijke kosten, in overigens beperkte mte, hoger zijn dn de Brvvp normen. Veel (plv) korpschefs ontvngen.een representtietoelge. Het begrip representtie is in de regelgeving niet gedefinieerd. Ook in het beleidskder (Bpt) vn 16 jnuri 2007 is 'representtie' beperkt omschreven. Wel is in het Bpt verduidelijkt dt een fsprk moet worden gemkt welke kosten nog fzonderiijk declrbel zouden kunnen zijn. N het verschijnen vn het Bpt op 16 jnuri 2007 zijn 12 representrietoelgen toegekend; in 10 gevllen is die fsprk niet gemkt. Drdoor ws bij declrties niet vst te stellen of sprke ws vn smenloop met de representrietoelge. 32% vn onze bevindingen bij declrties heeft hierop betrekking ('niet vst te stellen'). Ceefn voor de toelges en declrties ofde regelgeving in redelijkheid is uitgelegd bij deze toekenningen. Ceef n of de regelgeving voor meerdere uitleg vtbr is (geweest). Angezien ons onderzoek het krkter heeft vn uitvoering vn specifiek overeengekomen werkzmheden kunnen wlj lleen onze bevindingen rpporteren. Het is n de opdrchtgever om op bsis vn deze bevindingen de bovenstnde vrg te bentwoorden. In dit verbnd geven wij de volgende observries mee. Pgin 10 vn 54

10 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop O Allereerst zijn de "scores' relevnt: <P 161 vn de 196 beloningscomponenten bleken in overeenstemming te i ^ met lndelijke regelgeving en het Bpt of in overeenstemming met een^ regionle regeling; 70% vn de declrties bleken in overeenstemming met de regelgeving. Voor ngenoeg lle fwijkingen vn de lndelijke regelgeving (24 in de tbel) geldt dt het bevoegd gezg buiten de kders vn de lndelijke regelgeving is getreden. Uit wederhoor is gebleken dt het bevoegd gezg vn mening is In de betreffende situries bevoegd te zijn geweest. Vn de in het Bbp opgenomen fwijkingsmogelijkheden (rtikel 21 en 48) is geen gebruik gemkt. In één gevl heeft de minister vn BZK met een beroep op rtikel 48 vn het Bbp een bijzondere regeling heeft getroffen voor het pkket n rbeidsvoorwrden vn een (plv) korpschef (Is derhlve in overeenstemming met de lndelijke regelgeving en geen onderdeel vn de 24 bedoelde gevllen). In enkele gevllen zijn toelgen toegekend met ls oogmerk om betrokkenen voor lngere tijd te binden n het korps. In plts vn het toepssen vn de toelge of uitkering werving of behoud (met gebruikmking vn de dn/oor bestemde grondslgen uit het Bbp: rtikel 19 respectievelijk 26) werd een toelge of vergoeding toegekend wrvoor geen grondslg in het Bbp is opgenomen. Deze toelgen zijn in het kder vn dit onderzoek ls niet in overeenstemming met de lndelijke regelgeving ngemerkt. Een ntl korpsbeheerders en (plv) korpschefs heeft verklrd dt ten nzien vn reis- en verblijfkosten op grond vn rtikel 37 vn het Brvvp (consttering vn onbillijkheden) is fgeweken vn de regels. Er is over dergelijke besluitvorming in geen enkel gevl een zodnige vstlegging beschikbr gesteld, dt een en nder voor ons controleerbr ws. Ten nzien vn groepsreizen nr het buitenlnd zijn de (plv) korpschefs ngenoeg unniem vn mening dt dit bedrijfskosten zijn wrop het Brvvp nlet vn toepssing is. In het Brvvp is geen uitzondering gemkt voor groepsreizen nr het buitenlnd, en is de reikwijdte vn de regels niet expliciet beperkt tot individuele reizen. Zowel bij de (plv) korpschefs ls het bevoegd gezg bleek veel onduidelijkheid te bestn over het Bpt. Dit geldt zowel voor de sttus vn het Bpt, het moment vn invoering (16 jnuri 2007) ls de in omloop zijnde versies. Uit het totlbeeld blijkt dt in 12 gevllen de beloningscomponent een grondslg vindt in regionle regelgeving. Het betreft 8 regionle regelingen op grond wrvn n 12 (plv) korpschefe een vergoeding is verstrekt. De regionle regelingen zijn lle vóór introductie vn het Bpt ontstn, en nog niet ngepst n de lndelijke kders. In het onderzoek hebben wij situties ngetroffen wrin bij de korpschefs de bevoegdheid is neergelegd om declrties te utoriseren die henzelf regrderen. Bijvoorbeeld het tekenen vn eigen dedrries voor buitenlndse dienstreizen. Ceefn in hoeverre de regionle ccountntsdiensten de rechtmtigheid vn de declrties en toelgen hebben gecontroleerd. o UI K) f-» Pgin 11 vn 54

11 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop ["* UI O O De ccountnts vn de regionle poliriekorpsen, het KLPD, de Poliriecdemie^en VtsPN voeren de controle vn de jrrekening uit op bsis vn de H- beroepsvoorschriften (NV COS^) en het door de minister vn BZK opgesteldeh controleprotol, de Regeling controleprotocol regionle politiekorpsen. In het controleprotocol is de controle vn de rechtmrigheid vn dedrries en toelgen vn de (plv) korpschefs/voorzitter niet ls specifiek ndchtspunt genoemd en ook niet ls specifiek ndchtspunt in de controle n de orde gekomen. Op bsis vn de door de ccountnts in het kder vn de jrrekeningcontrole uitgevoerde risiconlyse in het boekjr 2008 is het risico op mteriële onrechtmrigheden in beloningen (slris), toelgen en dedrries vn de korpsleiding ls (zeer) gering ingescht. Ten nzien vn de WOPT^ geldt dt de beloningen vn de korpsleiding en eventuele regelingen / voorzieningen voor ndere personeelsleden vn het korps onderwerp zijn vn gegevensgerichte controlewerkzmheden. Ceefn ofde regionle ondernemingsrden op de hoogte zijn vn de regionle fkoopregelingen. In overieg met de opdrchtgever is de vrg breder geformuleerd, en toegespitst op de vereisten die voortvloeien uit de Wet Hrrewijn. De wijze vn informtieverschffing inzke de regionle regelingen en het beleidskder op het gebied vn rbeidsvoorwrden enerzijds en nderzijds de individuele rbeidsvoorwrdelijke regelingen en fsprken wrop de (plv) korpschef recht heeft is verschillend. Sommige ondernemingsrden worden formeel (schriftelijk) geïnformeerd, ndere worden informeel (mondeling) geïnformeerd. Ook de mte vn informrieverschffing Is divers. Dit fluctueert vn integrle tot minimle verstrekking vn informtie wrbij bijvoorbeeld de gegevens vn de korpschef mr niet vn de pltsvervnger zijn verstrekt, is het jr 2008 mr niet het jr 2009 voorgelegd of zijn wel structurele mr niet incidentele prestriebeloningen ngeleverd. Smenvttend constteren wlj op bsis vn de recties.vn de Ondernemingsrden en de recties vn enkele (plv) korpschefs drop dt het nog zoeken is tussen de korpsleiding en de OR ls het gt om toepssing vn de Wet Hrrewijn. Den Hg, 6 mei 2010 P.H.E. Brtholomeus RA Drs. A. vn den Bos RA H.S.^feifle RA Lid Mngement Tem Projectleider Clii^ti^rrr^nger ' Nder Voorschriften Controle en Overige Stndrden vn het Koninklijke NIVRA ' Wet Openbrmking Publieke Topinkomens Pgin 12 vn 54

12 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop 0 UT 03 H* Inleiding O f..*!0 2.1 Doel vn het onderzoek De minister vn Binnenlndse Zken en Koninkrijksrelries (hiern: BZK) heeft een onderzoek nr de beloningen, toelgen en dedrries vn de (plv.) korpschefs" ingesteld. Dit nr nleiding vn het spoeddebt vn 16 december 2009 tussen de minister vn BZK en de Vste Kmercommissie voor BZK. Het debt ging over de informtie die de poliriekorpsen^ n RTL-4 beschikbr hdden gesteld in het kder vn het Wet Openbrheid vn Bestuur (WOB)-verzoek over dedrries en toelgen. Het onderzoek is opgedrgen n de Rijksuditdienst (hiern: RAD), de interdeprtementl werkende dienst op het gebied vn overheidsudiring, ondergebrcht bij het ministerie vn Finnciën. Ingevolge deze opdrcht hebben wij een ntl specifieke werkzmheden verricht met betrekking tot de rechtmtigheid vn de beloningen, toelgen en declrties vn de politietop. In dit hoofdstuk beschrijven wij de Inhoud vn het onderzoek, de opzet vn het onderzoek, de fsen vn uitvoering en doorlooptijd en de uitgngspunten voor de rpportge. Voor een ndere toelichting verwijzen wij nr het in de bijlgen opgenomen onderzoekskder en onderzoeksprotocol. 2.2 Inhoud vn het onderzoek In het onderzoek stn de hiern volgende onderzoeksvrgen centrl, die zijn opgenomen in de bijlge bij de brief vn de minister vn BZK n de Tweede Kmer vn 17 december 2009 (kenmerk ): Breng per zittende korpschef en pltsvervnger in beeld het slris en de toelgen vnf het moment dt zij in deze functie zijn getreden. Onder toelge wordt ook verstn lle op geld wrdeerbre structurele en incidentele voordelen, die leiden tot compensrie vn kosten in de privésfeer, zols compenstie vn woonlsten, vn kinderopvng, stortingen voor levensloop, pensioen, etc. Geef n of de toekenningen rechtmtig zijn geweest, uitgnde vn het op dt moment geldende beleidskder, het BARP, het Bbp en regionle regelgeving. Indien er onrechtmtigheden zijn, geef dn n welke dit zijn. Breng de rechtmrigheid vn declrties in krt vn de korpschefs en pltsvervngers in 2008 en Indien er onrechtmrigheden zijn, geef dn n, welke dit zijn. * Zittende korpschefs en pltsvervngers, lgemeen directeur VtsPN en zijn pltsvervnger (mbtenr in de zin vn Brp/Bbp), voorzitter College vn Bestuur Politiecdemie en zijn pltsvervnger, lsmede interim-mngers die in de hoednigheid vn hiervoor genoemde functies functioneren (niet zijnde mbtenr in de zin vn Brp/Bbp). Deze groep wordt in dit rpport kortheidshlve smengevt met (plv.) korpschefs, politietop of betrokkenen. ^ Regiokorpsen, KLPD, VtsPN en de Politiecdemie. Deze groep wordt in dit rpport kortheidshlve smengevt met korpsen. De verschillende vormen vn bevoegd gezg vn de ldus genoemde korpsen worden in dit rpport ngeduid ls de korpsbeheerder of het bevoegd gezg. Pgin 13 vn 54

13 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop (i«5«[ vj Ct 0 Geef n voor de toelges en declrties of de regelgeving in redelijkheid)is uitgelegd bij deze toekenningen. Geef n of de regelgeving voor meerdere uirieg vtbr is (geweest). f;*; Geef n in hóeverre de regionle ccountntsdiensten de rechtmrigheid vn de dedrries en toelgen hebben gecontroleerd. Geef n ofde regionle ondernemingsrden op de hoogte zijn vn de regionle fkoopregelingen. ijl O 2.3 Opzet vn het onderzoek Ard en reikwijdte vn het onderzoek Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met lgemene richriljnen vn het Koninklijk NIVRA voor opdrchten tot het verrichten vn overeengekomen specifieke werkzmheden met betrekking tot finnciële informtie (Ndere voorschriften controle- en overige stndrden, NV COS 4400). De opdrcht houdt in dt op het in dit rpport vn feitelijke bevindingen opgenomen cijfermteril en toellchringen drop geen ccountntscontrole is toegepst en dt tevens geen beoordelingsopdrcht is uitgevoerd. Wij verstrekken derhlve geen zekerheid. De uit te voeren werkzmheden zijn voorf overeengekomen met het ministerie vn BZK en worden hiern ook ngeduid rnet 'onderzoek'. Volledigheidshlve wijst de RAD er nog op dt, indien nvullende werkzmheden, een controle- of een beoordelingsopdrcht zou zijn fgesproken en uitgevoerd, er wellicht ndere onderwerpen n het licht zouden kunnen zijn gebrcht die mogelijk vn belng zouden kunnen zijn geweest. Gegeven de beperking in de opdrcht tot de overeengekomen specifieke werkzmheden heeft het rpport lleen betrekking op de in hoofdstuk 4 gespecificeerde onderwerpen (beloningen, toelgen en dedrries). Wt 'rechtmrigheid' betreft wordt niet uitgegn vn het juridische rechtmtigheidsbegrip mr vn het begrip 'comptbele rechtmtigheid'. Bij comptbele rechtmtigheid wordt het normenkder ontleend n wetten, lgemene mtregelen vn bestuur en ministeriële regelingen; in dit onderzoek door de opdrchtgever ngevuld met regionle regelingen en het beleidskder rbeidsvoorwrden pohrietop. Door de rd vn de door de minister n de RAD verleende opdrcht (opdrcht tot het verrichten vn overeengekomen specifieke werkzmheden) geeft de RAD geen oordeel of conclusie over de rechtmrigheid vn de onderzochte beloningen, toelgen en dedrries. Pgin, 14 vn 54

14 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop M O Ut o De RAD rpporteert conform de vn toepssing zijnde beroepsregels de bevindljigen nr nleiding vn het onderzoek in de vorm vn een ntl uitkomsten. Een., ndere uitwerking vn de gehnteerde normen en uitkomsten is opgenomen In het onderzoekskder in de bijlgen bij dit rpport. De beloningen, toelgen en dedrries zijn niet onderzocht op het spect vn (mogelijke) frude (geen forensisch onderzoek). Het onderzoek heeft ook nlet het krkter vn een integriteitonderzoek nr de (plv.) korpschef Tevens zijn de toelgen en dedrries niet onderzocht op de wel of niet correcte toepssing vn de fiscle wetgeving Anpk vn het onderzoek De door de minister vn BZK gegeven onderzoeksopdrcht, zols weergegeven in prgrf 2.1, is door ons uitgewerkt in een onderzoekskder. Hierin hebben wij weergegeven op welke wijze en met welke fsering wij het onderzoek zouden gn uitvoeren. Onderdelen vn het onderzoekskder zijn: de voor dit onderzoek relevnte wet- en regelgeving; de uitwerking vn het onderzoekskder in het toetsingskder; hierin is ngegeven welke elementen vn de wet- en regelgeving relevnt zijn in het kder vn onderhvig onderzoek; de fbkening, reikwijdte en npk vn het onderzoek op hoofdlijnen; de onderzoeksstppen; de rpportge. Voor de nvng vn onze ddwerkelijke onderzoek ter pltse is n de (plv) korpschefs gevrgd de n hen verstrekte beloningen, toelgen en dedrries op te nemen in een informtieformt. Dit informrieformt heeft ls bsis voor ons onderzoek gediend. Bij het opleveren vn dit formt is n de (plv) korpschefs gevrgd een zogenmde bevestigingsbrief te schrijven, wrin zij de verklrden volledigheid te hebben betrcht met betrekking tot de opgven in het informtieformt. Tussentijds zijn de individuele bevindingen per (plv) korpschef fgestemd teneinde verdergnde nlevering vn feiten en vlidtie vn reeds verkregen feiten en druit verwoorde bevindingen te verkrijgen. In de eindfse vn ons onderzoek hebben wij de individuele bevindingen voor hoor/ wederhoor In twee rondes voorgelegd n eerst de (plv) korpschefs en n evlurie en eventuele verwerking vn de verkregen recries drn n de korpsbeheerders. Vn dit onderzoek is onderhvig rpport de definitieve rpportge die ngeboden wórdt n de minister vn BZK. De in dit rpport opgenomen overkoepelende bevindingen vinden hun onderbouwing in de bevindingen die uit het onderzoek resulteren per (plv) korpschef Deze individuele bevindingen bevtten persoonsgebonden informtie en zijn vertrouwelijk ngeboden n de minister vn BZK. Pgin 15 vn 54

15 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop W * h* o O 2.4 Fsen vn uitvoering en drbij behorende doorlooptijd,,^ Begin jnuri 2010 is het onderzoek gestrt met de nkondiging vn het onderzoek en de drbij voorziene fsering (inclusief tijdpd) nr de korpsbeheerders en (plv) korpschefs. De fronding vn het onderzoek ws in eerste instntie voorzien op 15 mrt ' De nvnkelijk voor de (plv) korpschefs ingeplnde tijd om het informtieformt op te stellen, bleek onvoldoende wrdoor in de loop vn jnuri besloten is deze voorbereidingsperiode te veriengen. Voorts is om efficiency red en en ervoor gekozen en per mil vn 21 jnuri 2010 gecommuniceerd om de nvnkelijk geplnde individuele strtgesprekken lleen te houden in die gevllen dt de (plv) korpschefs ngven dr prijs op te stellen. De uitvoering vn de onderzoeken ter pltse heeft in circ drie weken pltsgevonden. Onze conceptbevindingen hebben wij per (plv) korpschef tussentijds fgestemd. In deze fse vn het onderzoek ws nog geen sprke vn finle bevindingen. Deze fstemming hd nog het krkter vn fctfinding en fctvlldtie. Gegeven het feit dt in dt stdium vn het onderzoek nog erg veel openstnde vrgen resteerden en toelichtingen verkregen moesten worden, hebben wij in overieg met de opdrchtgever besloten, n de fstemming vn onze tussentijdse bevindingen en n ontvngst vn de recties drop, nog een formele ', I hoor/wederhoor-ronde op te nemen met de korpschefs. Bovendien is besloten de \''.\ rectietermijn op de tussentijdse bevindingen en de verwerkingstermijn vn de 1 recties voor de onderzoekers te veriengen. Tevens is fgesproken ook de I I rectietermijn voor de hoor/wederhoor ronde vn de korpsbeheerders te vertengen. ' I Een en nder is gecommuniceerd nr korpsbeheerders en (plv) korpschefs met briefvn 10 mrt De verwerking vn de recties op de tussentijdse bevindingen vroeg uiteindelijk vn de onderzoekers nog een pr dgen meer tijd dn nvnkelijk ws voorzien, wrdoor in de ltste week vn mrt nog een enigszins ngepst tijdschem met de opdrchtgever ts overeengekomen en gecommuniceerd met de korpsbeheerders en (plv) korpschefs. In totl hebben de in bovenstnde beschreven npssingen vn de nvnkelijke plnning de dooriooptijd veriengd vn hlf mrt nr begin mei. In de eerste drie weken vn pril heeft hoor/ wederhoor pltsgevonden over onze bevindingen per individuele (plv) korpschef Deze hoor/wederhoor betrof twee fsen: eerst met de (plv) korpschefs en n weging en eventuele verwerking vn hun recties een hoor/wederhoor met de korpsbeheerders. 2.5 Rpportge De resultten vn het onderzoek zijn uitgewerkt in vooriiggend rpport. Onderhvig rpport vn bevindingen geeft een weergve vn de uitkomsten vn onze verrichte werkzmheden in overkoepelende zin. De bevindingen vn de uitgevoerde onderzoeken zijn in hoofdstuk 4 opgenomen. Wij hebben per beloningselement de geconstteerde bevindingen onderscheiden. De ldus gerubriceerde bevindingen zijn voorzien vn het ntl mlen dt deze bevinding in het totle onderzoek is geconstteerd. Drbij zijn de gegevens genonimiseerd weergegeven. Pgin 16 vn 54

16 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop f"^ CJ Gegeven de rd vn door de minister vn BZK gegeven opdrcht, wrbij sprke is vn een opdrcht tot het verrichten vn overeengekomen specifieke 0^ werkzmheden, worden de uitkomsten vn onze werkzmheden gerpporteerd op de wijze zols vermeld in de prgrf betreffende rd en reikwijdte vn het onderzoek en wordt geen oordeel gegeven over de rechtmtigheid of over ndere specten. De opdrchtgever zl ztch zelf een oordeel moeten vormen over de gerpporteerde bevindingen. De in dit rpport opgenomen overkoepelende bevindingen vinden hun onderbouwing in de bevindingen die uit het onderzoek resulteren per (plv) korpschef Deze individuele bevindingen zijn uitsluitend bedoeld voor prtijen wrmee de te verrichten werkzmheden zijn overeengekomen, ngezien nderen die niet op de hoogte zijn vn het doel en de reikwijdte vn de verrichte werkzmheden, de resultten onjuist kunnen interpreteren. Deze bevindingen worden om deze reden in het verkeer tussen Rijksuditdienst en minister vn BZK vertrouwelijk verstrekt. Indien feiten en omstndigheden zols opgenomen in het rpport geheel of gedeeltelijk door derden worden ingevoegd in ndere geschriften, dn geschiedt dt geheel voor verntwoording en risico vn de smensteller vn die geschriften. Genoemde beperkingen gelden onverkort indien de inhoud vn vooriiggend rpport geheel of gedeeltelijk in een procedure wordt opgevoerd. De RAD is verntwoordelijk voor de deugdelijke uitvoering vn de werkzmheden, zols geformuleerd in de opdrcht. De opdrchtgever vn dit onderzoek is verntwoordelijk voor het correcte gebruik vn dit rpport, in het bijzonder wt de privcy betreft, wrbij wordt verwezen nr de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De RAD nvrdt hiervoor geen enkele verntwoordelijkheid. An de inhoud vn het rpport kunnen door derden geen rechten worden onrieend. UI w 2.6 Leeswijzer In dit rpport zijn de onderzoeksvrgen, zols weergegeven in prgrf 2.2, op hoofdlijnen bentwoord in hoofdstuk 3. De bevindingen zijn per beloningselement genonimiseerd en gectegoriseerd nr in het onderzoek gebleken bevindingen weergegeven in hoofdstuk 4. De hoofdstukken 5 en 6 tenslotte behndelen de uitkomsten vn onze werkzmheden inzke de onderzoeksvrgen betreffende de ccountntscontrole en de ondernemingsrden. Pgin 17 vn 54

17 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop h»j UI Algemene bevindingen In dit hoofdstuk zijn de lgemene bevindingen uit het onderzoek beschreven. De meer gedetilleerde onderzoeksbevindingen zijn in hoofdstuk 4 weergegeven. De in dit hoofdstuk beschreven lgemene bevindingen spitsen.zich toe op de onderzoeksvrgen: geef n of de toekenningen rechtmtig zijn geweest, uitgnde vn het op dt moment geldende beleidskder, het BARP, het Bbp en regionle regelgeving. Indien er onrechtmrigheden zijn, geef dn n welke dit zijn; breng de rechtmrigheid vn declrties in krt vn de korpschefs en pltsvervngers in 2008 en Indien er onrechtmtigheden zijn, geef dn n welke dit zijn; geef n voor de toelges en declrties of de regelgeving in redelijkheid is uitgelegd bij deze toekenningen. Geef n of de regelgeving voor meerdere uitleg vtbr Is (geweest); geef n in hoeverre de regionle ccountntsdiensten de rechtmrigheid vn de dedrries en toelgen hebben gecontroleerd; geef n of de regionle ondernemingsrden op de hoogte zijn vn de regionle fkoopregelingen. Hiern wordt eerst ih prgrf 3.1 een totlbeeld plus toelichring vn de bevindingen met betrekking tot de slrisinschling en toelgen gegeven, in prgrf 3.2 een totlbeeld plus toelichting vn de bevindingen met betrekking tot de dedrries, In prgrf 3.3. onze observties met betrekking tot de uitleg vn de regelgeving. Voor de bevindingen inzke de ccountntscontrole en de ondernemingsrden verwijzen wij nr de prgrfen 3.4 en Totlbeeld bevindingen slrisschl en toelgen In onderstnde tbel zijn de bevindingen ten nzien vn de indeling in slrisschl en toelgen smengevt. Pgin 18 vn 54

18 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop ', t ' 1 Toelichting op tbel: kolom 3: het ntl personen wrbij de betreffende beloningscompohent in overeenstemming (IOM) met de lndelijke regelgeving (LR) is toegekend, en wel (IOM) of niet ln overeenstemming (NIOM) met het beleidskder Bpt kolom 4: het ntl personen wrbij de beloningscomponent niet ln overeenstemming met LR Is toegekend. Hierbij is onderscheid gemkt tussen beloningscomponenten die wel / niet een grondslg vinden in regionle regelingen; in het gevl een component zowel NIOM LR ls NIOM Bpt is dn stt de uitkomst lleen In de kolom NIOM LR. 1 Beloningscomponent Slrisschl Grtifictie rt 12 Bbp Inconveniënten toelge rt 14 Bbp Functioneringstoelge rt 16 Bbp Wrnemingstoelge rtikel 17 Bbp Consignrie toelge rtikel 18 Bbp Werving en behoud rtikel 19 Bbp Representtie toelge rtikel 20 Bbp Bijzondere beloning rtikel 74 Brp Ambtsjubileum rtikel 75 Brp Tegemoetkoming verhuizing rtikel 29 Brvvp Vergoeding woonwerkverkeer Brvvp Overige toelgen en vergoedingen Brp, Bbp, Brvvp Totl 2 Antl IOM met lndelijke regelgeving (LR) en IOM Bpt Mr NIOM Bpt^ NIOM met lndelijke regelgeving (LR): mr wel IOM met regionle reqelinq (RR) " RR niet vn toepssing^ Toelichting bevindingen slrisschl en toelgen Uit bovenstnde tbel zijn hiern toegelicht de beloningscomponenten die: wel ln overeenstemming zijn met de lndelijke regelgeving, mr niet in overeenstemming met het beleidskder Bpt; * Het Beleidskder is op 16 jnuri 2007 ingevoerd; vnf die dtum is het Bpt in het onderzoek betrokken. ' Dt wil zeggen: het korps heeft voor de betrelfende beloningscomponent geen regionle regeling opgesteld. Pgin 19 vn 54

19 I li Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop ^^J 0 1 ' <^ niet in overeenstemming zijn met lndelijke regelgeving; O niet in overeenstemming zijn met lndelijke regelgeving mr v^^l in overeenstemming met regionle regelingen. KO Beloningen (slris) Op bsis vn het Brp en Bbp zijn de funcries voor (plv) korpschefs gewrdeerd en ingedeeld in slrisschlen. Beplend voor de toe te pssen schl is de korpssterkte: n één persoon is in fwijking vn het Brp/Bbp schl 18 in plts vn 17 toegekend (NIOM LR); n een tweede persoon is direct bij nstelling een hogere slrisschl toegekend; deze toekenning kn op bsis vn rtikel 74 vn het Brp, mr is niet in overeenstemming met het Bpt wrin is verduidelijkt dt die hogere schl niet bij nstelling mg worden toegekend (NIOM Bpt) Functioneringstoelge Op bsis vn het rtikel 16 vn het Bbp kn het bevoegd gezg een functioneringstoelge verstrekken Indien sprke is vn een zeer goede of uitstekende vervulling vn de functie. In het Bpt is verduidelijkt dt deze toelge lleen wordt toegekend ls er sprke is vn gebleken concrete prestties. Drie personen hebben direct op het moment vn nstelling een functioneringstoelge ontvngen. Op het moment vn nstelling kn,nog geen sprke zijn vn zeer goede vervulling vn de functie Consignrietoelge Eén persoon-heeft een toelge ter compenstie vn beschikbrheid (consigntie) en meerwerk. Artikel 18 vn het Bbp voorziet niet in meerwerk, bovendien is het bedrg vn de toelge hoger dn het mximum bedrg op bsis vn rtikel 18 (NIOM LR). Een tweede persoon ontvngt op grond vn rtikel 18 vn het Bbp een toelge ter fkoop vn enkele In het Bbp geregelde toelgen. Een dergelijke toelge voldoet niet n het rtikel 18 vn het Bbp mr is wel geregeld in een regionle regeling en drmee in overeenstemming (IOM RR). Pgin 20 vn 54

20 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop Kn '3 I-* Ci Representrietoelge An de mbtenr kn op bsis vn rtikel 20 vn het Bbp ls tegemoetkoming in de re presentrie kosten een toelge worden toegekend tot een mximum vn 5% vn het slris. In het Bbp is het begrip representtie niet nder omschreven. In het Bpt stt dt de representrietoelge geen beloningsinstrument is. De toelge ziet op kosten vn de mbtenr die voortvloeien uit de eisen die de uitoefening vn de functie stelt ten nzien vn het onderhouden vn externe contcten. Indien de toelge wordt toegekend, zl een fsprk moeten worden gemkt over welke kosten nog fzonderiijk declrbel zouden kunnen zijn. In beginsel zullen lle kosten moeten worden voldn uit de verkregen representtietoelge. De toelge bedrgt mximl 5% vn het slris. Toekenning vn het mximum is geen utomtisme. Welk percentge wordt gehnteerd voor de tegemoetkoming is fhnkelijk vn de omvng vn de representrieve tken en de druit eventueel voortvloeiende kosten. An de hnd vn deze gegevens zl de tegemoetkoming op een redelijk bedrg moeten worden bepld (einde citt). 7 personen hebben een te hoge toelge ontvngen (NIOM LR); bij 10 personen, wrbij de toelge ls toegekend n invoering vn het Bpt, is in fwijking vn het Bpt niet de fsprk gemkt welke kosten nog fzonderiijk declrbel zouden kunnen zijn (NIOM Bpt) (NB. vn de 12 personen die n invoering vn het Bpt een toelge hebben ontvngen, is bij 2 personen wel conform Bpt die fsprk gemkt); personen hebben een toelge ontvngen die niet in overeenstemming is met het Bbp, mr die wel een grondslg vindt in een regionle regeling (IOM RR) Ambtsjubileum rtikel 75 Brp Betrokkene heeft netto in plts vn bruto 25% vn het slris ontvngen in het kder vn zijn/hr 12,5 jrig jubileum (NIOM LR) Tegemoetkoming verhuizing rtikel 29 Brvvp Twee personen ontvngen een vergoeding voor dubbele woonlsten die hoger is dn het in rtikel 29 vn het Brvvp genormeerde bedrg vn 600 per mnd gedurende mximl 4 mnden. In het Bpt is verduidelijkt dt ndere voorzieningen ter zke vn huisvesting dn genoemd in het Brvvp niet n de orde zijn. Beide vergoedingen zijn toegekend n invoering vn het Bpt (NIOM LR). Pgin 21 vn 54

21 l'l ll Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop U'l KS Overige toelgen en vergoedingen Brp, Bbp en Brvvp Dit betreft.enkele toelgen en vergoedingen die geen grondslg vinden In het Brp, Bbp of Brvvp (NIOM LR): vergoeding Internetbonnement (2 personen); (te hoge) vergoeding kinderopvng (1 persoon); compenstie wegvllen piketvergoeding (1 persoon); vertrekregeling (1 persoon); beschikbrstelling huurpprtement (1 persoon); compenstie belsringheffing huurpprtement (loon in ntur/dezelfde persoon) (1 persoon); persoonlijke toelge (1 persoon); compensrie belsringheffing (nheffing wegens onvoldoende rittenregi strti e dienstuto) {1 persoon). Tevens zijn er enkele toelgen en vergoedingen die niet zijn geregeld in de lndelijke regelgeving, mr die wel zijn geregeld ln een regionle regeling (IOM RR): Structurele vergoeding vn 8% vn het mndslris, onder voorwrde dt betrokkene fziet vn het recht óp enkele in het Bbp genoemde toelgen en vergoedingen (2 personen); Structurele lgemene toelge vn 6% vn het mndslris, onder voorwrde dt betrokkene fziet vn het recht op enkele In het Bbp genoemde toelgen en vergoedingen (1 persoon); Regionl rugzkje (2 personen); Algemene feestdgen grrifictie (2 personen);. Vste mndeiijkse vergoeding voor conrinue beschikbrheid (1 persoon). kï I-*. I w Pgin 22 vn 54

22 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop f,.,^ O 3.2 Totlbeeld bevindingen declrties Overeenkomstig de met de opdrchtgever overeengekomen werkzmheden hebben wij de declrties niet integrl onderzocht; Volgens het onderzoekskder dienden wij tenminste 10% vn de door de (plv) korpschef op de Informrieformts vermelde dedrries te onderzoeken. Wij hebben 23% vn de declrties onderzocht. De selectie vn de te onderzoeken dedrries is per individuele (plv) korpschef gemkt op bsis vn nlytisch doornemen vn lle dedrries. Drdoor verschillen de selecties bij plv. korpschefs: gelijksoortige declrties kunnen bij de één wel en bij de nder niet in de selectie zijn gevllen. In onderstnde tbel zijn de bevindingen ten nzien vn de dedrries smengevt. Deze bevindingen kunnen niet worden geëxtrpoleerd nr de niet in het onderzoek betrokken dedrries. niinschrijving-^ - -' " ' ".>. Totl ntl op Informrieformt vermelde dedrries. Onderzochte dedrries: onderzochte declrties zonder bevindinqen onderzochte declrties met bevindingen Antl, ^ dédrtiès' % :.:, 100% 23% 70% 30% Toelichting bevindingen declrties Vn het ntl onderzochte declrties hebben wij bij 30% bevindingen geconstteerd, betrekking hebbende op; reis- en verblijfkosten (48% vn die 30%); onduidelijkheid in representtiekosten (32%); ontbreken vn bewijsstukken (18%); overige bevindingen (2%) Reis- en verblijfskosten De orgnisrie vn dienstreizen vn de (plv) korpschefs, veell groepsreizen, gebeurt in veel gevllen door een externe orgnisrie. De kosten worden n het korps gefctureerd. In de meeste gevllen ws door het ontbreken vn inzicht in de smenstelling vn de kosten niet vst te stellen ln hoeverre het Brvvp vn toepssing ws op de kosten en zo j, in hoeverre de werkelijke kosten binnen de Brvvp normen blijven..in een ntl gevllen is vstgesteld dt de werkelijke kosten, in overigens beperkte mte, hoger zijn dn de Brvvp normen. De (plv) korpschefs hebben ngenoeg unniem ngegeven dt zij vn mening zijn dt de groepsreizen nr het buitenlnd bedrijfskosten zijn wrop het Brvvp niet vn toepssing is. Ten nzien vn ndere reis- en verblijfkosten wrin door (plv) korpschefs niet wordt ontkend dt het Brvvp vn toepssing is, wordt meerdere mlen door hen ngegeven dt met gebruikmking vn rtikel 37 vn het Brvvp (consttering vn Pgin 23 vn 54

23 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop l<^'^ m UI b onbillijkheden) op bsis vn werkelijke kosten is gedeclreerd. Dt gebeuijjimpllciet, hier zijn geen voor ons controleerbre vsrieggingen vn gemkt. W Mogelijke smenloop met representrietoelge Veel (plv) korpschefs ontvngen een representrietoelge. Het begrip representtie is in de regelgeving niet gedefinieerd. Ook in het beleidskder (Bpt) vn 16 jnuri 2007 is 'representrie' beperkt omschreven. Wel is in het Bpt verduidelijkt dt een fsprk moet worden gemkt welke kosten nog fzonderiijk declrbel zouden kunnen zijn, In het merendeel vn de gevllen is die fsprk niet gemkt. Drdoor ws bij dedrries niet vst te stellen of sprke ws vn smenloop met de representtietoelge Geen bewijsstukken Ten nzien vn 18% vn de voor het onderzoek geselecteerde declrties ontbrken bewijsstukken. Dit betreft In het bijzónder creditcrdbetlingen wrbij wel de creditcrdfschrijvingen mr geen ndere bewijsstukken (bonnen diners etc) nwezig zijn. Evidente nwijzingen voor kosten die een niet zkelijk krkter zouden hebben zijn hierbij niet nr voren gekomen, bijvoorbeeld omdt dt/tijdsrippen nsluiten op zkelijke fsprken blijkens de gend vn betrokkene. pgin.24 vn 54

24 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop If* UI O f-* O o 3.3 Observties met betrekking tot de uitleg vn de regelgeving In de onderzoeksopdrcht is gevrgd n te geven of de regelgeving in redelijkheid Is uitgelegd bij het toekennen vn toelgen en dedrries. Angezien ons onderzoek het krkter heeft vn uitvoering vn specifiek overeengekomen werkzmheden kunnen wlj lleen onze bevindingen rpporteren. Het is n de opdrchtgever om op bsis vn deze bevindingen de bovenstnde vrg te bentwoorden. In dit verbnd geven wij de onderstnde observries mee Antl vstgestelde fwijkingen Uit oogpunt vn de vrg of de regelgeving in redelijkheid is uitgelegd is het ntl bevindingen relevnt: in tott bleken 161 vn de 196 beloningscomponenten in overeenstemming te zijn met lndelijke regelgeving en beleidskder (Bpt) of met regionle regelingen. De 35 geconstteerde fwijkingen betreffen in 11 gevllen fwijking vn het beleidskder en 24 fwijkingen vn de lndelijke regelgeving. Vn het ntl onderzochte declrties hebben wij bij 30% bevindingen geconstteerd Ruimere invulling bevoegdheden door het bevoegd gezg De reikwijdte vn de bevoegdheden vn het bevoegd gezg is begrensd door de in het Brp, Bbp en Brvvp vstgelegde kders en de drbij behorende expliciet geregelde uitzonderingsgronden. Voor ngenoeg lle fwijkingen ten nzien vn indeling in slrisschl en toelgen geldt dt het bevoegd gezg buiten de kders vn de lndelijke regelgeving is getreden. Drbij is niet expliciet gebruik gemkt vn de in de uitzonderingsrtikelen geregelde procedures (m.u.v. het In genoemde gevl). Uit wederhoor is gebleken dt het bevoegd gezg vn mening is in de betreffende situties bevoegd te zijn geweest. Een ntl korpsbeheerders en (plv) korpschefs) heeft verklrd dt ten nzien vn reis- en verblijfkosten op grond vn rtikel 37 vn het Brvvp (consttering vn onbillijkheden) is fgeweken vn de regels. Er is over dergelijke besluitvorming in geen enkel gevl een zodnige vstlegging beschikbr gesteld, dt een en nder voor ons controleerbr ws Ndere regels of bijzondere regelingen doorde minister Afwijking vn de in het Brp en Bbp vstgelegde kders is slechts mogelijk krchtens de rtikelen 21 en 48 vn het Bbp op grond wrvn de minister ndere regels respectievelijk bijzondere regelingen kn treffen. Pgin 25 vn 54

25 Onderzoek beloningen, toelgen en declrties politietop In het onderzoek hebben wij één gevl ngetroffen wrin de minister Cï controleerbr gebruik heeft gemkt vn rtikel 48 vn het Bbp voor het treffen vn een bijzondere regeling ten nzien vn de rbeidsvoorwrden vn een*^ korpschef Ten nzien vn de in tbel 3.1 vermelde fwijking vn de lndelijke regels inzke een toegekende (te hoge) slrisschl heeft de korpsbeheerder op mbtelijk niveu mondeling toestemming ontvngen. IO C-J!» O Beleidskder rbeidsvoorwrden Politietop (Bpt) Het Bpt is met brief vn op 16 jnuri 2007, kenmerk , door de minister vn BZK n de korpsbeheerders en de voorzitter vn het College vn Bestuur vn het LSOP^ en de korpschefs en de voorzitter vn de Rd vn Bestuur vn het LSOP toegezonden. De minister stelt bij de nbieding vn het Bpt (citt) "Dit kder is niet nders dn de vstlegging en verduidelijking vn bestnde regelgeving en drmee bedoeld ls het uitdrgen vn de correcte toepssing vn bestnd beleid en regelgeving". Hoewel het Bpt een vstlegging en verduidelijking vn bestnde regels is, is het Bpt ps vnf de dtum vn invoering op 16 jnuri 2007 in het onderzoek betrokken. De onderwerpen die in het Bpt zijn 'vstgelegd en verduidelijkt' zijn grotendeels uitgewerkt in de hiern volgende tbel. Tevens is drbij vermeld ten nzien vn hoeveel (plv) korpschefs fwijkingen vn het Bpt zijn vstgesteld. ondervyerp. Slrisschl (Inschling) Betrekkinqsomvnq Mximum inkomensgrens Toelge en uitkerinq werving en behoud Functlonerinqstoelqe Representrietoelge (fsprk over declrbele kosten) Huisvesrinq (verqoedinq) Geen compensrie belsringheffing Geen vertrekfsprken bij nstellinq Antl.fwijkingen n Invoering bpfv;:--, -.' ' 1 persoon qeen mkte geen deel uit vn de opdrcht qeen 2 personen 10 personen 3 personen 1 persoon 1 persoon NB. Het ntl fwijkingen in deze tbel wijkt f vn de in prgrf 3.1 opgenomen tbel omdt fwijkingen vn het Bpt die smenvllen met fwijkingen vn de lndelijke regelgeving in tbel 3.1 zijn opgenomen onder NIOM LR. Ten nzien vn het Bpt hebben wij nr nleiding vn het onderzoek de volgende observries: zowel bij de (plv) korpschefs ls het bevoegd gezg bleek veel onduidelijkheid te bestn over het Bpt. Dit geldt zowel voor de sttus vn het Bpt, het moment vn inwerkingtreding (feitelijk 16 jnuri 2007) ls de in omloop zijnde versies; de invoering vn het Bpt heeft bij de korpsen nlet geleid tot ddwerkelijke implementtie vn de drin geformuleerde uitgngspunten: geen npssing vn regionle regelingen n de lndelijke regelgeving; geen ndere fsprken over representtiekosten. ' Politiecdemie Pgin 26 vn 54

26 Onderzoek betoningen, toelgen cn declrties politietop o o IO In enkele gevllen zljn in het verieden toelgen toegekend met ls oogmerk om betrokkenen voor lngere rijd te binden n het korps. In plts vn het toepssen vn de toelge of uitkering werving of behoud (Bbp rtikel 19 respectievelijk 26) werd een toelge of vergoeding toegekend met een omschrijving wrvoor geen grondslg in het Bbp is opgenomen. Deze toelgen zijn in het kder vn dit onderzoek ls niet in overeenstemming met de lndelijke regelgeving ngemerkt (tbel 3.1 consigntietoelge en vergoeding huuristen (gerubriceerd onder overige toelgen en vergoedingen)) Toepssing verkeerde grondslgen Regionle regelingen Een ntl toelgen en vergoedingen bleek niet te zijn geregeld, of niet in overeenstemming te zijn met de lndelijke regelgeving mr wel in overeenstemming met regionle regelingen (de deel-kolom 'IOM RR' in de 4e kolom vn de tbel in prgrf 3.1). De volgende regionle regelingen, die lle vóór introductie vn het Bpt zijn ontstn, hebben wij ngetroffen: Regionle reqelinq. Beschikbrheidsreqelinq Reqionl ruqzkje Structurele verqoedinq vn 8% vn het mndslris Alqemene toelge vn 8% vn het mndslris Bruto onkostenverqoedinq Representtietoelqe Consiqnrietoelqe (fwijkend vn rtikel 18 Bbp) Alqemene feestdqen qrtifictle Aritl personen 1 persoon 2 personen 2 personen 1 persoon 2 personen 1 persoon 1 persoon 2 personen De lndelijke regelgeving is begin 2007 verduidelijkt in een Beleidskder (Bpt) dt - zo schrijft de minister in zijn nbiedingsbrief - de uiterste grenzen ngeeft wrbinnen de korpsbeheerders kunnen beslissen over rbeidsvoorwrden blj nstelling vn mbtenren vn de polirietop. N invoering vn dit Beleidskder is bestnde regionle regelgeving niet of niet in volle omvng ngepst n de lndelijke kders Reis- en verblijfkosten Veel (plv) korpschefs en korpsbeheerders geven in het kder vn wederhoor n dt de kosten smenhngend met.buitenlndse dienstreizen bedrijfskosten zijn wrop het Brvvp niet vn toepssing is. Genoemde rgumenten zijn onder meer dt zij de kosten niet zelf declreren, dt de reizen op uitnodiging vn ndere prtijen pltsvinden, dt het groepsreizen zijn, en dt het Brvvp lleen vn toepssing zou zijn op individuele reizen. In het Brvvp zijn deze uitzonderingsgronden niet genoemd en is de reikwijdte niet expliciet beperkt tot individuele reizen. Pgin 27 vn 54