college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

Transcriptie

1 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris _CBS_01269 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Bijzondere procedure. Voorwaardelijk gunstig advies district Antwerpen - Scheldelaan zn - Goedkeuring Motivering Aanleiding en context Aanvragers: Vleemo nv De aanvraag het bouwen van een windturbine ter hoogte van de Scheldelaan (Sigmadijk) - omvat: (KS-F02-02 Sigmadijk) Dossiernummer: HVN/B/P// Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten. Regelgeving: bevoegdheid In toepassing van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college advies uit te brengen aan het Vlaamse gewest over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Openbaar onderzoek Ja Argumentatie Het college beslist op basis van het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag. Financiële gevolgen Nee 1 / 6

2 Besluit Artikel 1 Het college beslist het gunstig advies, zoals geformuleerd in het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag, goed te keuren voor een aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning, onder volgende voorwaarden: de voorwaarden uit het advies van 25 januari 2016 van het havenbedrijf Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden; de voorwaarden uit het advies van 21 januari 2016 van de brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden. Artikel 2 Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen. Artikel 3 Het college geeft opdracht aan: Dienst Taak SW/V/SV Het advies te bezorgen aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar Bijlagen 1. Stedenbouwkundig verslag BP HVN-B-P pdf 2 / 6

3 Voorgeschiedenis Het Agentschap R-E Antwerpen Ruimtelijke Ordening verleende op 6 oktober 2006 een stedenbouwkundige vergunning (met referentienummer ) voor het bouwen van een windturbine bij de Kruisschansbrug, gelegen Scheldelaan ZN, Antwerpen. De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar verleende op 15 juli 2010 een stedenbouwkundige vergunning (met referentienummer 8.00/11002/ ) voor het regulariseren van een aantal elementen uit de bouwvergunning voor de bouw van een windturbine ter hoogte van de Kruisschansbrug, gelegen Kauwenstein zn, Antwerpen. De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar weigerde op 7 november 2014 een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag (met referentienummer 8.00/11002/2054.4) voor het bouwen van een windturbine ter hoogte van de Scheldelaan (Sigmadijk), Antwerpen. Het college van de stad Antwerpen adviseerde op 10 oktober 2014 voorwaardelijk gunstig in dit dossier. Feiten en context Er werd een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij het Departement Ruimte Vlaanderen, afdeling Antwerpen, in toepassing van de bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar verzoekt het college om: - een openbaar onderzoek te organiseren; - een advies uit te brengen over de aanvraag. Aanvrager: Vleemo nv, Amsterdamstraat 18, 2000 Antwerpen Ligging van het perceel: Scheldelaan zn, 2030 Antwerpen Kadastrale gegevens: (afd. 16) sectie D 84/2 N De aanvraag omvat: het bouwen van een windturbine ter hoogte van de Scheldelaan (Sigmadijk) - (KS-F02-02 Sigmadijk) Ontvangst adviesvraag: 23 november 2015 Dossiernummer: Fasering Procedurestap Datum Ontvangst adviesvraag 23 november 2015 Opening openbaar onderzoek 21 december 2015 Afsluiten openbaar onderzoek 20 januari / 6

4 Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde; - het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten. In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. Ten oosten van dit gebied loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht. De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. 4 / 6

5 Andere voorschriften De aanvraag is gesitueerd binnen een zone voor ecologische infrastructuur voor het Bruin Blauwtje zoals aangeduid in het Soortenbeschermingsplan van de Haven van Antwerpen goedgekeurd bij ministerieel besluit op 23 mei 2014 opgemaakt in uitvoering van het Soortenbesluit. De stedenbouwkundige vergunning voor deze werken zal bijgevolg niet uitvoerbaar zijn zonder ontheffing van de beschermingsmaatregelen van het Soortenbesluit, al dan niet geïntegreerd in bedoelde stedenbouwkundige vergunning na inwinning van een advies bij het Agentschap voor Natuur en Bos of in een afzonderlijke beslissing genomen door het Agentschap, binnen de marges van voornoemd Soortenbeschermingsplan. Interne adviezen Op 24 december 2015 werd advies gevraagd aan het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen. Zij brachten advies uit op 25 januari Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 24 december 2015 werd advies gevraagd aan de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten advies uit op 21 januari 2016 met referentie BW/KD/2015/X A Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 24 december 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/vergunningen/dienst milieuvergunningen (SW/V/MV). Zij brachten advies uit op 20 januari 2016 met referentie /TDS. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Het advies stelt als voorwaarde dat de windturbine moet gecertificeerd zijn bij aanvang van de bouw, volgens de bepalingen vervat in hoofdstuk 5.20, subafdeling van Vlarem titel II, waarbij aangetoond wordt dat voldaan wordt aan de gangbare normen en veiligheidseisen. Het advies maakt geen melding van bepaalde strijdigheden met direct werkende normen uit bepaalde regelgeving of van het schenden van zorgplichten hieruit voortvloeiend. Een stedenbouwkundige vergunning doet geen afbreuk aan de van kracht zijnde wetgeving, die van toepassing blijft. Het advies kan dan ook als gunstig worden beschouwd. Op 24 december 2015 werd advies gevraagd aan stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen (SB/GB). Zij brachten advies uit op 8 januari Het advies is onbepaald. Zij geven in hun advies aan dat zij het advies van het Agentschap Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek volgen. Argumentatie Openbaar onderzoek Wettelijke bepalingen afhankelijk van de aanvraag Overeenkomstig het besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd, betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen, moet de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning openbaar gemaakt worden als de werken en/of handelingen betrekking hebben op: artikel 3, 3, 1 : het oprichten van gebouwen of constructies met een hoogte van meer dan 20 meter; het verbouwen van lagere gebouwen en constructies waardoor deze dezelfde hoogte bereiken, het verhogen van gebouwen of constructie die hoger zijn dan 20 meter met meer dan 5 meter. 5 / 6

6 De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd openbaar gemaakt van 21 december 2015 tot 20 januari Het proces-verbaal van openbaar onderzoek werd opgesteld op datum van 25 januari Inventaris van de bezwaarschriften Er werden geen bezwaarschriften ingediend. Toetsing aan de wettelijke en reglementaire verordeningen De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De toelichtingsnota bij het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan verduidelijkt: Windturbines, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie worden eveneens beschouwd als het type bedrijfsactiviteiten waarvoor het zeehavengebied is bestemd. Er is geen specifieke aanduiding voor nodig. Wel kunnen de geschikte locaties voor windturbines in de praktijk beperkt zijn door b.v. de te respecteren afstanden tot omliggende natuurgebieden. Om na te gaan of de inplanting van windturbines opportuun is, wordt best een afwegingskader opgemaakt. Beoordeling De aanvraag betreft het bouwen van een windturbine ter hoogte van de Sigmadijk, langs de Schelde ten noorden van Boudewijn- en Van Cauwelaertsluis. De betreffende turbine (KS- F02-02 Sigmadijk) zal deel uitmaken van een park van 3 windturbines in een zone rond de Schelde, Hansadok, Scheldelaan en Van Cauwelaert- en Boudenwijnsluis (project Kruisschans). Deze zone wordt gekenmerkt door industriële bedrijvigheid. Eén van de drie windturbines is reeds vergund. Voorliggende aanvraag werd eerder geweigerd omwille van ongunstige adviezen van pijpleidingbeheerders maar wordt nu op dezelfde locatie opnieuw aangevraagd. De windturbine heeft een maximale tiphoogte van 150 m en een rotordiameter van maximaal 112 m. Voorliggende aanvraag bevindt zich op circa 113 m van de westzijde van de Scheldelaan en op minimaal circa 27 m van de Schelde op de Sigmadijk. Op circa 30 m naar het zuiden toe wordt een elektriciteitscabine geplaatst met een oppervlakte van circa 14 m² en een hoogte van 2,26 m. De inplanting van windturbines past bij het industriële karakter van de haven van Antwerpen en stoort niet in deze omgeving welke gekenmerkt wordt door allerhande hoge constructies zoals schoorstenen, fakkels,... Conclusie Gunstig advies te verlenen voor een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning onder de volgende voorwaarden: - de voorwaarden uit het advies van 25 januari 2016 van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden; - de voorwaarden uit het advies van 21 januari 2016 van de brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden. 6 / 6