college van burgemeester en schepenen Zitting van 1 april 2016

Transcriptie

1 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 1 april 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris Iedereen aanwezig, behalve: de heer Bart De Wever, burgemeester; de heer Rob Van de Velde, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen _CBS_02724 Pijpleidingen - Air Liquide Industries Belgium nv, Polderdijkweg/Scheldelaan zonder nummer (zn), 2030 Antwerpen. Dossiernummer OV2016/003/VS - Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring Beknopte samenvatting De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie vraagt advies aan het college over de aanvraag pijpleidingen, ingediend door Air Liquide Industries Belgium nv, voor de uitbreiding van het bestaande Air Liquide zuurstofnetwerk in het Antwerpse havengebied. Motivering Aanleiding en context Aanvrager(s): Air Liquide Industries Belgium nv - Bourgetlaan Haren-Brussel. De aanvraag omvat de uitbreiding van het bestaande Air Liquide zuurstofnetwerk in het Antwerpse havengebied. Juridische grond De wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten bepaalt dat er steeds een vergunning of toelating vereist is voor het vervoer van gasachtige producten door middel van een leiding, laatst gewijzigd bij de wet van 8 januari 2012 en het koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 maart Regelgeving: bevoegdheid Artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 11 maart 1966, gewijzigd bij de Koninklijke Besluiten van 14 mei 2002 en 3 december 2006, betreffende het toekennen van toelatingen voor gasvervoer bepaalt dat het college een advies dient te verlenen over een vergunningsaanvraag pijpleidingen. 1 / 7

2 Argumentatie Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie. Financiële gevolgen Nee Besluit Artikel 1 Het college beslist het voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren. Artikel 2 Het college geeft opdracht aan: Dienst Taak het advies over te maken aan de Algemene Directie Energie, Afdeling Vergunningen en Stadsontwikkeling/vergunningen/milieuvergunningen Nieuwe Technologieën van F.O.D. Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Artikel 3 Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen. Bijlagen 1. OV2016_003_VS_bijlage_ebesluit.doc Verslag van de dienst milieuvergunningen Voorgeschiedenis Air Liquide Industries Belgium nv (ALIB) exploiteert ter hoogte van de Scheldelaan 600 een inrichting voor de productie van stikstof, zuurstof en argon door middel van destillatie. Het bedrijf beschikt over een leidingnetwerk om klanten in het Antwerpse havengebied te bevoorraden. Feiten en context Op 8 februari 2016 vraagt de Federale overheidsdienst economie, K.M.O. & energie advies aan het college over de aanvraag ingediend door Air Liquide Industries Belgium nv, Bourgetlaan 44, 1130 Haren-Brussel, voor de uitbreiding van het bestaande Air Liquide zuurstofnetwerk in het Antwerpse Havengebied. Meer specifiek gaat het over de aanleg van een ND200 zuurstofleiding tussen de bestaande Air Liquide zuurstofleiding op het Ineos- 2 / 7

3 terrein (Zwijndrecht linker Schelde-oever) en de vestiging van ExxonMobil Antwerp Refinery (ARP) op de rechter Schelde-oever te Antwerpen. Op linkeroever wordt deze aangesloten op de bestaande Air liquide zuurstofleiding ND200 Beveren- Zwijndrecht (vervoersvergunning MB daterend van 18 december 2001 referentie B ). Deze nieuwe leiding heeft als doel Exxon Mobil Refinery Antwerp op het bestaande Air Liquide zuurstofnetwerk aan te sluiten. Fasering Procedurestap Datum ontvangst aanvraag 8 februari 2016 uiterste uitspraak 8 april 2016 Adviezen 1. Stadsontwikkeling/vergunningen/stedenbouwkundige vergunningen adviseerde op 17 maart 2016 het volgende: Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg De aanvraag is deels gesitueerd in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), tot binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De aanvraag is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels gesitueerd in Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde; - het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten. In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. De aanvraag is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels gesitueerd in Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. 3 / 7

4 In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden. De aanvraag is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels gesitueerd in een gebied met een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht. De aangevraagde leidingen kruisen een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. De aanvraag is deels gesitueerd in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). De aanvraag ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een bijzonder natuurgebied met overdruk waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten. Deze zijn mede bestemd voor werken voor waterzuivering en daarbij behorende afvoerleidingen naar de Schelde alsmede voor de aanleg van de ondergrondse leidingstraten tussen beide Schelde-oevers. Werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten, op voorwaarde dat het natuurlijk milieu er maximaal wordt behouden en beschermd of hersteld. (Artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 oktober 1979 houdende de vaststelling van het gewestplan Antwerpen.) De aanvraag ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk. De aanvraag ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een bestaande waterweg. De aangevraagde leidingen kruisen in dit gebied een overdruk met als aanduiding Bestaande hoogspanningsleidingen. 4 / 7

5 De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan en het gewestplan. Stedenbouwkundige beoordeling De aanvraag betreft het bekomen van een toelating voor gasvervoer door middel van leidingen. De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Op 16 februari 2016 verleende de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar stedenbouwkundige vergunning voor uitbreidingswerken op het bestaande Air Liquide zuurstof- en waterstofnetwerk. Het college van de stad Antwerpen werd in deze procedure om advies gevraagd. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er dan ook geen principieel bezwaar. 2. Het Havenbedrijf Antwerpen adviseerde op 7 maart 2016 het volgende: Het dossier betreft meer specifiek de aanleg van een ND200 zuurstofleiding tussen de bestaande Air Liquide zuurstofleiding op het Ineos-terrein (Zwijndrecht linker Schelde-oever) en de vestiging van ExxonMobil Antwerp Refinery (ARP) op de rechter Schelde-oever te Antwerpen. Als beheerder van de leidingenstrook in het Antwerpse havengebied werd het Havenbedrijf Antwerpen ook rechtstreeks om advies gevraagd door de Federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Door onze dienst leidingen (INFR/GBP/L) werden de volgende voorwaarden geformuleerd: 1. De afdeling Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Terreinen dient ten laatste 2 weken voor de start van de werken per of fax op de hoogte gebracht te worden. Hiervoor kan u terecht bij Technisch manager Terreinen, (tel 03/ , fax 03/ , terreinen@portofantwerp.com), Loodglansstraat 5 te 2030 Antwerpen; 2. Overleg moet gepleegd met volgende afdelingen van het HA: - Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Wegen: Technisch manager wegen, (tel 03/ fax 03/ , Wegen@portofantwerp.com), Loodglansstraat 5 te 2030 Antwerpen, wat betreft het uitvoeren van werken in de omgeving van rioleringen; - Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Leidingen: Technisch manager leidingen, (tel 03/ fax 03/ , leidingen@portofantwerp.com), Loodglansstraat 5 te 2030 Antwerpen, wat betreft het uitvoeren van werken in de omgeving van leidingen en leidingentunnels; 3. De kruising van de Polderdijkweg mag niet worden uitgevoerd in open sleuf; 4. De geplande werken mogen geen hinder veroorzaken op het verkeer op de Polderdijkweg; 5. Voor het herstellen van beplantingen en bezaaiing zal u zich moeten schikken naar de richtlijnen van afdeling Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Wegen van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen (sub 3); 6. Het tracé van de leiding moet op het terrein aangeduid worden met duidelijk herkenbare markeringen; 7. De werfinrichting en werftoegang langs de Polderdijkweg dient te gebeuren in overleg met de afdeling Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Wegen (sub 3); 8. Alle gepaste maatregelen dienen getroffen om tijdens de uitvoering van de werken welkdanige schade te voorkomen aan de omliggende infrastructuur, in het bijzonder de ondergrondse leidingen en inrichtingen van het Havenbedrijf Antwerpen en andere KBL's (Kabel- en leidingbeheerders). De benaderende liggingsplans van de leidingen en installaties bekom je via de website Deze aanvraag is verplicht (klipdecreet van 14 maart 2008, uitvoeringsbesluit van 20 maart 2009, volledig in werking vanaf 1 september 2009). 5 / 7

6 Een kopie van deze plannen dienen zich op de werf te bevinden en door de aannemer te worden geraadpleegd. Tevens dienen zij op een eenvoudig verzoek aan een bevoegde afgevaardigde te worden voorgelegd; 9. De leiding wordt zo dicht mogelijk gelegd tegen het spoor mits in achtneming van de veiligheidsafstanden van Infrabel; 10. De kruising van bestaande leidingen dient onder deze leidingen uitgevoerd en dit op een minimale diepte van -2,5m bovenkant buis; 11. Waar de leiding afbuigt van het spoor richting het meetstation dient ze ook op diepte aangelegd te worden (min. -2,5m bovenkant buis) zodoende toekomstige doorgaande leidingen die parallel liggen met de Polderdijkweg niet moeten uitwijken; 12. U is gehouden de terzake geldende jaarlijkse vergoeding af te dragen voor het hebben van de leiding op niet vergund terrein; 13. De aanvrager dient, voor aanvang van de werken, contact op te nemen met alle aanwezige leidingeigenaars en middels een coördinatievergadering de uitvoering te bespreken (toegankelijkheid, veiligheid, ). Deze voorwaarden zullen worden opgenomen in het advies van het Havenbedrijf Antwerpen aan de Federale overheidsdienst economie, K.M.O. & energie. Beoordeling Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft de uitbreiding van het bestaande Air Liquide zuurstofnetwerk in het Antwerpse havengebied. Meer bepaald gaat het over de aanleg van een zuurstofleiding tussen de bestaande Air Liquide zuurstofleiding op het Ineos-terrein op de linker Schelde-oever, met vervoersvergunning B , en de vestiging van ExxonMobil Antwerp Refinery op de rechter Schelde-oever. Deze nieuwe leiding heeft als doel om ExxonMobil Antwerp Refinery op het bestaande zuurstofnetwerk aan te sluiten. De lengte van de aan te leggen leiding bedraagt meter, waarvan een derde in open sleuf wordt aangelegd. De rest van het tracé wordt met horizontale boringen aangelegd. Om redenen die inherent zijn aan de techniek van horizontale boringen én om uitvoeringstechnische redenen, kan op bepaalde locaties niet voldaan worden aan de afstandsregels conform artikel 38 van Koninklijk Besluit van 9 mei Dit artikel schrijft voor dat zuurstofleidingen zich niet op minder dan 0,5 meter mogen bevinden van andere leidingen bij evenwijdige loop en op de kruispunten. Bij de huidige aanvraag wordt verzocht een afwijking op dit artikel toe te staan. Op twee locaties (de spoorweglijn L221 ter hoogte van de Scheldelaan/Polderdijkweg en de kruising met de Polderdijkweg), worden de leidingen middels de techniek van horizontaal gestuurd boren aangelegd. Met de desbetreffende zuurstofleiding, zal een bijkomende leiding ingetrokken worden. Als bijzondere maatregel, zullen de leidingen bijkomend beschermd worden en zullen alle lasnaden gecontroleerd worden door middel van radiografie-en ultrasoon onderzoek. Met betrekking tot de voorbehouden zone van 6 meter breedte (veiligheidsmaatregel), zoals voorgeschreven in artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 18 mei 1993, wordt waar nodig een afwijking aangevraagd. Als beschermende maatregelen wordt de leiding in een betonnen mantelbuis aangebracht, zodat er geen schadelijke invloed van de aanwezige bomen is. Met betrekking tot de gestuurde boring, komt de leiding op grote diepte te liggen. Conclusie Er wordt positief advies gegeven de vervoersvergunning te verlenen alsook de afwijkingen op voormelde artikels toe te staan. 6 / 7

7 Bijzondere voorwaarden alle nodige veiligheidsmaatregelen dienen voorzien te worden om reeds bestaande leidingen en andere ondergrondse infrastructuur niet te beschadigen. Indien nodig dienen de eigenaars van een andere infrastructuur op deze locatie gecontacteerd te worden zodat voldoende informatie over de juiste ligging van de ondergrondse infrastructuur beschikbaar wordt; bij eventuele bemalingen tijdens de werken dient hiervoor een milieumelding ingediend of een milieuvergunning aangevraagd te worden. na graafwerken op het openbaar domein dient de oorspronkelijke toestand zo goed mogelijk hersteld te worden, zowel op verharde als op onverharde terreinen. Niet digitale bijlagen Het volledige dossier is ter inzage volgens de richtlijnen van de openbaarheid van bestuur. 7 / 7