college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 januari 2016

Transcriptie

1 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 januari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris _CBS_00366 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Reguliere procedure district Antwerpen - Scheldelaan Goedkeuring Motivering Aanleiding en context Aanvragers: Oiltanking Stolthaven Antwerp NV de oprichting van 4 onderstations, het bouwen van 2 delugegebouwen, het De aanvraag plaatsen van een elektriciteitscabine en de oprichting van een omvat: dampverbrandingsinstallatie Dossiernummer: HVN/B// Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten. Regelgeving: bevoegdheid Artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Openbaar onderzoek Nee Argumentatie Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd. 1 / 7

2 Financiële gevolgen Nee Besluit Artikel 1 Het college sluit zich integraal aan bij: het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. Artikel 2 Het college beslist de stedenbouwkundige vergunning goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is: 1. bij toevalsvondsten de dienst archeologie van de stad Antwerpen op de hoogte te brengen; 2. de voorwaarden uit het advies van 3 december 2015 van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen strikt na te leven; 3. de voorwaarden uit het advies van 8 december 2015 van de brandweer/risicobeheer/preventie strikt na te leven. Artikel 3 Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen. Bijlagen 1. H pdf 2 / 7

3 Verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar Voorgeschiedenis In toepassing van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college de beslissing te nemen binnen 75 dagen na de ontvankelijkheids- en volledigheidsverklaring. Voor de aanvragen waarvoor een openbaar onderzoek vereist is neemt het college een beslissing binnen 105 dagen. Indien de aanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft dan neemt het college een beslissing binnen 150 dagen. Feiten en context Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure. Aanvragers: Oiltanking Stolthaven Antwerp nv, Scheldelaan 450, 2040 Antwerpen Ligging van het perceel: Scheldelaan 450, 2040 Antwerpen. Kadastrale gegevens: (afd. 18) sectie A 162 R en (afd. 18) sectie F 112 M. De aanvraag omvat: de oprichting van 4 onderstations, het bouwen van 2 delugegebouwen, het plaatsen van een elektriciteitscabine en de oprichting van een dampverbrandingsinstallatie. Ontvangst aanvraag: 16 oktober Dossiernummer: Fasering Procedurestap Datum Ontvangst aanvraag 16 oktober 2015 Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs 10 november 2015 Opening openbaar onderzoek geen Afsluiten openbaar onderzoek geen Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. Het ministerieel besluit van 19 juni 2008 waarbij werd vastgesteld dat de stad Antwerpen voldoet aan de vijf voorwaarden van artikel 193, 1 van het decreet van 18 mei Dit besluit werd op 8 juli 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. 3 / 7

4 Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde; - het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten. In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Watertoets Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) dient het ontwerp onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Mer-screening Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Andere voorschriften Geen. Advies 4 / 7

5 Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen. Zij brachten advies uit op 15 december 2015 met referentie 121/B/BAV/2015/4032. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan Infrabel nv. Zij brachten advies uit op 18 december 2015 met referentie 3516.RO/472.adv.Col/2015/FDR. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen. Zij brachten advies uit op 3 december Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten advies uit op 8 december 2015 met referentie BW/KD/2015/H A Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie (SW/OE/A). Zij brachten advies uit op 10 december 2015 met referentie SW/OE/A/2015/12/6073. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen (SW/V/MV). Zij brachten advies uit op 18 november 2015 met referentie /WE. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Het advies stelt dat een aanpassing van de milieuvergunning nodig zal zijn voor het bouwen en exploiteren van de nieuwe installaties. Een stedenbouwkundige vergunning voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht conform het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend overeenkomstig artikel 5, 1, van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning of de melding niet is gebeurd, krachtens artikel van de Codex Ruimtelijke Ordening. Derhalve herneemt deze voorwaarde een bepaling uit de geciteerde wetgeving die van toepassing blijft, en is deze overbodig. Op 10 november 2015 werd advies gevraagd aan Waterlink. Zij brachten advies uit op 23 november 2015 met referentie ST/BL/ Op 12 november 2015 werd advies gevraagd aan Inovyn - dienst pipeline. Zij brachten advies uit op 16 november 2015 met referentie NC/J-37553/PMS/ELE/VBX. Argumentatie Toetsing aan de wettelijke en reglementaire voorschriften De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 5 / 7

6 Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er werd een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. Daar de aanvraag de oprichting van technische gebouwen betreft waarbij geen mogelijkheden zijn tot herbruik van hemelwater en het daken betreft met een relatief beperkte oppervlakte, kan afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening worden toegestaan voor het aspect herbruik. De aanvrager voorziet wel dat het hemelwater geïnfiltreerd wordt. De Vlaamse gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid is niet van toepassing op deze aanvraag. Beoordeling De aanvraag betreft de oprichting van vier onderstations, het bouwen van twee delugegebouwen, het plaatsen van een elektriciteitscabine en de oprichting van een dampverbrandingsinstallatie. Verspreid over een grootschalig industrieel terrein, maar op minstens 200 m van de openbare weg, worden diverse technische gebouwen opgericht: - een onderstation GKK, met een oppervlakte van circa 130 m², welk haaks tegen een bestaande post wordt gebouwd; - een delugegebouw gasplant met een oppervlakte van 21,5 m², welk geplaatst wordt op circa 52 m van de oostzijde van het nieuwe onderstation GKK; - een onderstation 627a, met een oppervlakte van circa 30 m², welk tegen een bestaande post wordt gebouwd. De gevellijnen sluiten op elkaar aan; - een elektriciteitscabine met een oppervlakte van 12 m², welke geplaatst wordt op 3,5 m van de westzijde van het nieuwe onderstation 627a; - een dampverbrandingsinstallatie, met een grondoppervlakte van 94 m² en een hoogte van maximum circa 5 m tussen een private spoorbundel en de noordelijke grens van het goed op minstens circa 13,50 m van de grens van het goed; - een delugegebouw put 20, met een oppervlakte van 75 m², welk geplaatst wordt op 8 m ten zuiden van een bestaande tankput; - een onderstation post 4c, met een oppervlakte van 51 m², welk geplaatst wordt op circa 3 m van de oostzijde van een bestaande tankput 9; - een onderstation post 7c, met een oppervlakte van 51 m², welk geplaatst wordt op 7,7 m ten zuiden van de bestaande post 7. Gezien de aanvraag de oprichting betreft van diverse technische gebouwen, temidden van allerhande industriële installaties, is de ruimtelijke impact beperkt en is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. 6 / 7

7 Conclusie De stedenbouwkundige vergunning kan worden verleend aan de aanvrager die er toe gehouden is: bij toevalsvondsten de dienst archeologie van de stad Antwerpen op de hoogte te brengen; de voorwaarden uit het advies van 3 december 2015 van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen strikt na te leven; de voorwaarden uit het advies van 8 december 2015 van de brandweer/risicobeheer/preventie strikt na te leven. Datum: Geert De Grave Wim Van Roosendael Anniek Desmet Kristof Peeters Karel Bauwens Helia Dezhpoor Martijn Coppoolse Ilke Huyghe gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Elisabeth Wouters architect 7 / 7