Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Communicatie & Multimedia Design, hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Communicatie & Multimedia Design, hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd"

Transcriptie

1 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Communicatie & Multimedia Design, hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 september 2007 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, december 2007

2 2/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per facet en onderwerp 12 Deel B: Facetten 17 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 19 Onderwerp 2 Programma 21 Onderwerp 3 Inzet van Personeel 34 Onderwerp 4 Voorzieningen 39 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 42 Onderwerp 6 Resultaten 46 Deel C: Bijlagen 51 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 52 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 57 Bijlage 3: Bezoekprogramma 61 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 62 Bijlage 5: Domeinspecifieke competenties 63 Bijlage 6: Opleidingsspecifieke competenties 64 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 3/65

4 4/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

5 Deel A: Onderwerpen NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 5/65

6 6/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

7 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Communicatie en Multimedia Design (CMD) van de Hogeschool Rotterdam heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in augustus 2007, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 27 september In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold (voorzitter); De heer ing. B.G.M Olde Hampsink (domeinpanellid); Mevrouw L. Boois (studentpanellid); Mevrouw drs. M. Honigh (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hogeschool Rotterdam (HR) biedt ongeveer 80 bacheloropleidingen en 12 masteropleidingen aan. Bij de HR staan ruim studenten ingeschreven; de afgelopen jaren is er sprake van een grote groei van het aantal studenten. Het aanbod van de HR is breed. De opleidingen van de HR zijn tot en met het studiejaar ondergebracht bij in totaal 17 clusters. De opleidingen worden ondersteund door negen centrale diensten. Het college van bestuur fungeert als bevoegd gezag dat zich primair richt op de strategische positie en ontwikkeling van de hogeschool. De hogeschool ontwikkelt zich thans van een opleidingsinstituut naar een kennisinstituut. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 7/65

8 De missie van de HR luidt als volgt: De hogeschool Rotterdam is dé Rotterdamse hogeschool, waar mensen hun grenzen verleggen door leren en werken, denken en doen. De hogeschool biedt een breed pakket van hbo-opleidingen uit diverse sectoren aan voor ieder die daartoe de capaciteiten heeft en wil daarmee tegemoet komen aan de maatschappelijke behoefte aan hoger opgeleiden, in de eerste plaats in de regio. Bij de ontwikkeling van het aanbod van opleidingen, minoren, lectoraten en kenniskringen laat de HR zich leiden door de thema s die voor de stad en de regio van belang zijn. Er zijn in 2006 acht centrale thema s met een eigen programma geformuleerd die steden worden genoemd. Voorbeelden zijn de Gezonde stad, Bouwende stad, Creatieve stad en Lerende stad. Aan de steden zijn lectoraten, minoren gericht op centrale vragen uit de steden en projecten die een innovatieve bijdrage leveren aan de omgeving gekoppeld. Rond thema s die voor de regio belangrijk zijn, is er sprake van wederzijdse samenwerking. Hierbij levert het werkveld een actieve bijdrage aan de opleidingen en leveren de opleidingen bijdragen aan de ontwikkelingen van het werkveld (Outside in, Inside out). Centraal staat de ambitie van de HR zich te profileren als kennisinstituut voor de regio Rotterdam. De HR wil haar kracht ontlenen aan een stevige binding met de stad en de regio waarin zij geworteld is. Vooral het onderzoek van de lectoraten is gericht op concrete vraagstukken uit de omgeving van de HR. Hiermee wil zij als kennisinstituut een bijdrage leveren aan de innovatie en aan economische en sociale ontwikkeling van de omgeving. De opleidingen zijn tot het studiejaar ondergebracht bij clusters. Met de ontwikkelingen rondom de steden en de snelle groei van het aantal studenten is de behoefte ontstaan de steden en de bijbehorende lectoraten, kenniskringen, bachelor- en masteropleidingen en contractactiviteiten organisatorisch een prominentere plaats te geven. Daarom worden vanaf september 2007 de opleidingen ondergebracht bij instituten. Er worden 11 instituten gevormd. De hogeschool hanteert bij de vorming van de instituten het uitgangspunt dat de twee-lagenstructuur wordt gehandhaafd en steden, clusters en (commercieel) maatwerk worden samengevoegd. De omvang van de nieuwe instituten is ongeveer 2500 studenten. De centrale taak van de instituten is het verzorgen van bacheloropleidingen. Daarnaast komt er meer ruimte voor maatwerktrajecten, kenniskringen en lectoraten. Ook de contractactiviteiten worden ondergebracht bij de instituten. Per instituut zal er een directie zijn met een voorzitter en een lid of adjunct-directeur. Het beleid van de HR op het gebied van internationalisering is vastgelegd in de Beleidsnota Internationalisering Hogeschool Rotterdam De nota biedt een kader waarbinnen clusters en opleidingen naar eigen inzicht en in relatie tot het eigen beroepsprofiel invulling kunnen geven aan het internationaliseren van het onderwijs. Waar zinvol en relevant worden opleidingen aangezet internationale en interculturele aspecten in de programma s te integreren, student- en docentmobiliteit te stimuleren, een internationaal netwerk op te bouwen, Engelstalig onderwijs aan te bieden, te participeren in partnerschappen met buitenlandse onderwijsinstellingen en te participeren in internationale projecten met het oog op kennisuitwisseling. Ook is in de beleidsnota een aantal ambities verwoord op het gebied van internationalisering. Ten eerste wil de hogeschool een leeromgeving bieden waarbinnen studenten competenties kunnen verwerven om in een geïnternationaliseerde en 8/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

9 interculturele beroepssetting en leefomgeving te functioneren. Verder wil de hogeschool door een actueel en innovatief onderwijsaanbod de concurrentiepositie binnen en buiten Nederland versterken. Tenslotte wil de hogeschool deelnemen aan internationale (interdisciplinaire) projecten die aansluiten bij de speerpunten van de hogeschool en waarmee de hogeschool zich kan profileren als innovatief kennisinstituut dat bijdraagt aan de ontwikkeling van landen met een onderwijsachterstand. Met het oog op het intensiveren en professionaliseren van de contacten met het werkveld en de HR, de clusters en de opleidingen voert de hogeschool een tweesporenbeleid. Dit betekent concreet het inrichten in de nieuwe organisatiestructuur van een HR-centraal Centrum Externe Betrekkingen als aanvulling op bestaande contacten met op externe contacten gerichte media: leepste, telefooncentrale, drukwerk. Het Centrum Externe Betrekkingen ondersteunt en voedt de HR bij de marktbepaling en het onderzoeken van het assortiment. Daarnaast worden op clusterniveau de externe betrekkingen geprofessionaliseerd door het inrichten van Bureaus Externe Betrekkingen als coördinatiepunt voor alle praktijkgerelateerde onderwijsactiviteiten en de relaties met de omgeving. Aldus vervullen deze bureaus een fysieke loketfunctie voor externe relaties en studenten. De opleiding Communication & Multimedia Design (CMD) is ondergebracht in het cluster Media aan de Maas. Onder dit cluster vallen verder de opleidingen Grafimediatechnologie (GMT) en de opleidingsvariant Communicatie Digitale Media (CDM). De drie opleidingen bevinden zich in dezelfde sector: de digitale creatieve industrie en dragen vanuit hun kernspecialisatie bij aan het creëren van digitale interactieve creatieve producten en diensten. Zo is CMD vooral gericht op design, GMT op techniek en CDM op communicatie. Het cluster Media aan de Maas is vanaf 1 september 2007 met het Rotterdams Instituut voor Informatica Opleidingen, samengevoegd in het Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie (CMI). Deze samenvoeging heeft de komende jaren nog geen gevolgen voor het onderwijsprogramma en het personeel. Het strategisch beleid van het cluster is verwoord in het Strategisch Beleidsplan De opleiding CMD is in september 2002 van start gegaan als onderdeel van de Willem de Kooning academie. In 2006 is de opleiding ondergebracht in het cluster Media aan de Maas. De opleiding kent een voltijd en een deeltijd variant. Met het oprichten van het nieuwe cluster Media aan de Maas is vanaf januari 2006 hard gewerkt aan de ontwikkeling van het clusterbeleid in combinatie met vernieuwing en documentatie van de opleiding CMD. Er is onder meer een nieuw, gezamenlijk, curriculum ontworpen voor de eerste twee jaar. Het gemeenschappelijke programma omvat vier clusterbrede projecten in het eerste en tweede jaar, een clusterbrede leerlijn (Media en Creativiteit), een gemeenschappelijke leerlijn voor Algemene Beroepsvaardigheden (ABV) en Studieloopbaanbegeleiding (SLB) en het clusterbrede Leerwerkbedrijf, een (keuze)aanbod van (opleidingsspecifieke, clusterbrede en hogeschoolbrede) keuzevakken en minoren. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 9/65

10 De rode draad binnen de opleiding is het ontwerpproces en de beroepsrollen die daarbij worden vervuld. Het profiel van een CMD er: hij ontwikkelt innovatieve productconcepten, geeft ze vorm, realiseert een technisch werkend prototype en positioneert het product in de markt. Hij is een interdisciplinaire, creatieve en betrokken multimediaontwikkelaar. Vanaf 1 september 2007 is het cluster gehuisvest in een verbouwd pand aan de Pieter de Hooghweg. In 2006 zijn de eerste CMD'ers afgestudeerd, 112 in totaal. De opleiding heeft de grootste instroom vergeleken met de andere CMD-opleidingen, mede door het weer intrekken van de numerus fixus, wel is er sprake van enige fluctuatie in de instroom. Voor de toekomst streeft de opleiding naar een instroom van 175 (2008), naar 225 (2009) en 275 (2010) studenten. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Daarna konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode (september 2007) bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het onderwijsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en 10/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

11 met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2007 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2007 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk is gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 11/65

12 1.5 Oordelen per onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Opleiding Communication & Multimedia Design Onderwerp/Facet Voltijd Deeltijd 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Voldoende 1.2 Niveau bachelor Goed Goed 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief 2.1 Eisen hbo Goed Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Voldoende 2.4 Studielast Voldoende Voldoende 2.5 Instroom Goed Goed 2.6 Duur Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief 3.1 Eisen hbo Goed Goed 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief 5.1 Evaluatie resultaten Goed Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Doelstellingen opleiding Twee facetten van het onderwerp Doelstellingen te weten Niveau bachelor en Oriëntatie hbo bachelor zijn voor zowel de voltijd als de deeltijd met een goed beoordeeld. Het facet Domeinspecifieke eisen met een voldoende. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. De opleiding (voltijd en deeltijd) baseert zich op het landelijk vastgestelde beroepsprofiel en de landelijk vastgestelde competenties. Centraal staan de eindkwalificaties waarover de afgestudeerden van de opleiding CMD moeten beschikken om het beroep zelfstandig en adequaat uit te kunnen oefenen. Het profiel is gevalideerd door het betreffende 12/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

13 beroepenveld. In verschillende matrices is de relatie aangegeven tussen de generieke hbokernkwalificaties, de Dublin-descriptoren en de landelijke en opleidingsspecifieke competenties. Programma De facetten Eisen hbo, Instroom en Afstemming tussen vormgeving en inhoud zijn bij zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding met een goed beoordeeld. De overige facetten, zowel bij de voltijd- als de deeltijdopleiding, met een voldoende. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. De opleiding besteedt voldoende tot goed aandacht besteed aan de beroepsgerichtheid en de praktijk en de relatie tussen doelstellingen en inhoud van de meeste programmaonderdelen is op voldoende wijze weergegeven. Wel kan de vertaling van de eindkwalificaties naar de leerdoelen van sommige programmaonderdelen explicieter geformuleerd worden. Het curriculum is opgebouwd uit overzichtelijke eenheden en de competenties zijn naar behoren vertaald in het onderwijsprogramma. Er wordt op voldoende wijze aandacht besteed aan de studeerbaarheid en studievoortgang van en in de opleiding. De aansluiting op het voorgaande onderwijs goed is vormgegeven. De kern van het didactisch concept wordt gevormd door de afwisseling van cursorische overdrachtsvormen en individuele en groepsgewijze verwerkingsopdrachten. De toetsen sluiten inhoudelijk aan bij de modulen maar de beoordelingen zijn niet altijd consistent en consequent. De toetsing en beoordeling van de stage en de afstudeeropdracht vindt plaats aan de hand van duidelijke procedures en criteria. Inzet van personeel De facetten Eisen hbo en Kwaliteit personeel zijn met een goed beoordeeld bij zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding. Het facet Kwantiteit personeel met een voldoende (beide opleidingen). De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. Het docentencorps bestaat uit een mix van mensen uit de praktijk en wetenschappelijk onderwijs en functioneert goed op hbo-niveau. Er is voldoende personeel. De opleiding besteedt goed aandacht aan de kwalificaties van docenten en biedt ruimte voor scholing. De afgelopen jaren hebben de docenten vooral onderwijskundige trainingen gevolgd naast vakinhoudelijke scholing. Voorzieningen De facetten Materiële voorzieningen en Studiebegeleiding worden bij zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. De voorzieningen van de opleiding zijn, mede door het nog niet gereed zijn van de verbouwing, voldoende te noemen. De studieloopbaancoaching (SLC) krijgt waardering. Interne kwaliteitszorg De facetten Evaluatie resultaten en Maatregelen tot verbetering zijn met een goed beoordeeld (beide opleidingen). Het derde facet Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld met een voldoende. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 13/65

14 De opleiding heeft de kwaliteitszorg goed vormgegeven. De uitgangspunten en plannen zijn helder beschreven. De evaluaties vinden plaats volgens de PDCA-cyclus en er zijn streefnormen waaraan de resultaten worden getoetst. De opleiding gaat goed om met de evaluatieresultaten: er worden verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd. Docenten, studenten en werkveld zijn in voldoende mate betrokken bij de kwaliteitszorg van het onderwijs, de alumni minder. Resultaten De facetten Gerealiseerd niveau en Onderwijsrendement zijn voor beide opleidingen met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen derhalve positief. De afgestudeerden voldoen in de praktijk en beheersen de beoogde eindkwalificaties. De controle op de realisatie van de eindkwalificaties vindt plaats tijdens de stage en de afstudeeropdracht. De afstudeeropdrachten zijn van een voldoende niveau. De opleiding beschikt over relevante kerngegevens om het rendementsbeleid te kunnen sturen. Het onderwijsrendement voldoet deels aan de streefcijfers. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan, waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen positief is. 14/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

15 Deel B Facetten NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 15/65

16 16/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

17 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR stimuleert dat clusters en opleidingen stevige verbindingen leggen met de beroepspraktijk. De HR institutionaliseert en professionaliseert de relaties met de beroepspraktijk in de bureaus externe betrekkingen (BEB s) op centraal en instituutsniveau. Hierdoor zijn de clusters en opleidingen op de hoogte van actuele eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden. Het aanbod aan minoren (een samenhangend programma van 30 EC in het derde en vierde jaar van de opleiding) is voor elke opleiding een profilerend element. De HR bevordert dat de minoren aansluiten op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. De minor biedt de student een extra inhoudelijke startkwalificatie en de student ontwikkelt een innovatieve competentie. De opleiding CMD heeft haar competenties gebaseerd op het Landelijke beroeps- en competentieprofiel (Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication and multimediadesign, april 2005). Dit profiel is opgesteld in het landelijk overleg van alle CMD-opleidingen. In het landelijke profiel zijn elementen uit de hbo-opleidingsdomeinen economie, communicatie, vormgeving, kunst en techniek geïntegreerd en uitgewerkt in een geheel nieuwe benadering van communicatie met behulp van multimedia (tekst, beeld, geluid en video). De HBO-raad moet nog instemmen met het landelijke profiel. Het landelijk profiel is wel gevalideerd in het overleg met de beroepenveldcommissies van de betrokken opleidingen. Het landelijk profiel onderscheidt drie competentieniveaus: competenties die het algemene of bachelor niveau beschrijven, zes domeincompetenties en specifieke beroepscompetenties. De opleiding heeft het landelijk profiel aangescherpt naar aanleiding van de specifieke wensen van het regionale werkveld en in samenwerking met de opleidingen CDM en GMT in het cluster. Van een Rotterdamse CMD er wordt verwacht dat hij in een disciplinair team binnen de multimedia industrie als specialist maar ook als generalist kan samenwerken. In het landelijk overleg toetst de opleiding of haar competentieprofiel aansluit bij de actuele beroepspraktijk. Op clusterniveau heeft de opleiding hiertoe overleg met de Adviesraad. De opleiding CMD van de HR heeft zich op basis van dit overleg naast het vormgeven/design en technologie ook op marketing gericht: in het werkveld is behoefte aan multimedia professionals in de marketing- en communicatiebranche, die ondersteuning bieden op het terrein van de digitale communicatie. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 17/65

18 Op basis van regionale ontwikkelingen en de verbreding van het programma door de clustervorming zijn de competenties voor het studiejaar opnieuw geordend. De opleiding heeft daarbij het nine pillars model van Garrett gebruikt. Het model van Garrett laat zien dat bij elk ontwerp- en ontwikkelproces dezelfde negen creatieve stappen moeten worden doorlopen: van gebruikersonderzoek (user research) en strategie naar ontwerp en implementatie van het eindproduct. Elke pillar beschrijft een fase, behalve de pillars user research en projectmanagement die van belang zijn in alle fasen van het ontwerpproces. De opleiding richt met haar beroepscompetenties op vijf van de negen pillars of domeinen: product strategy, abstract design en concrete design, user research en projectmanagement. De competenties die de opleiding hanteert staan beschreven in het document Competentieprofiel CMD. Dit profiel bevat een omschrijving van drie rollen: vakman, projectmedewerker en onderzoeker. De rollen zijn uitgewerkt voor vijf opleidingsspecifieke competenties CMD: - product developer, domein/pillar product strategy - usability researcher, domein/pillar abstract design - interaction designer, domein/pillar abstract design - visual interface designer domein/pillar concrete design - interface developer domein/pillar concrete design Daarnaast hanteert de opleiding zes programmabrede competenties vanuit de domeinen/pillars projectmanagement en user research: communiceren, organiseren, samenwerken, ondernemend, creatief probleem oplossen, onderzoeken (context). Deze competenties richten zich vooral op het projectmatig werken in multidisciplinaire teams. Deze algemene beroepscompetenties zijn in het hele programma van het cluster hetzelfde. Het panel heeft een zeer uitgebreid en duidelijk schema aangetroffen waarin de relatie te zien is tussen de pillars van Garrett, de beroepsrollen/-competenties, de algemene competenties en de bijbehorende beroepsproducten. De opleiding wil de studenten niet alleen opleiden voor het ontwerpen van websites, maar voor een breed scala aan interactieve mediaproducten en diensten (product strategy). De opleiding zegt zich te onderscheiden van het landelijke competentieprofiel door haar nadruk op marketing en productontwikkeling en het zijn van een intermediair tussen strategie en ict. De opleiding gaat binnenkort starten met een internationale vergelijking van haar programma. Tot nu toe beperken de internationale activiteiten zich tot excursies naar Londen en Berlijn en zijn er enkele studenten die een internationale stage lopen dan wel een internationale afstudeeropdracht maken. Het panel concludeert dat de opleiding door het gebruik van het landelijk beroepsprofiel en het eigen accent op marketing, aansluit bij de eisen van de beroepspraktijk. Zij constateert echter wel dat er nog geen sprake is van internationale vergelijkingen en komt daarom tot het oordeel voldoende. 18/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

19 Facet 1.2 Niveau bachelor Vt: goed Dt: goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Ter ondersteuning van de invulling van de Dublin descriptoren op opleidingsniveau heeft de HR een hogeschoolbrede concretisering van de Dublin descriptoren geformuleerd voor zowel de bacheloropleidingen als de masteropleidingen. Het panel heeft verschillende documenten aangetroffen waarin de opleiding CMD inzicht geeft in hoe de Dublin descriptoren zijn gerelateerd aan de gedragsindicatoren/leerdoelen die bij elke competentie zijn opgesteld. Alle gedragsindicatoren zijn daarin gekoppeld aan onderdelen van het onderwijsprogramma (onder andere Competentiematrix CMD). Elke competentie bevat gedragsindicatoren op drie niveaus, die samenhangen met de verschillende fasen in de opleiding (propedeuse, stagegericht, afstuderen gericht en specialisme gericht). Het panel heeft korte beschrijvingen aangetroffen welke projecten, concepten en vaardigheden aan de orde komen. Daarbij wordt aangegeven aan welke competenties en hbo-kwalificaties in het blok wordt gewerkt. Een voorbeeld: in de competentie het definiëren van de benodigde functionaliteit in de interface en de functionele eisen aan de backend wordt in het leerdoel de student kan de technische uitwerking van het product documenteren een koppeling gemaakt met twee Dublin- descriptoren namelijk Kennis en inzicht en Toepassen kennis en inzicht. Het panel stelt vast dat alle competenties en hbokwalificaties in de blokken (in ruime mate) aan bod komen. In de verschillende documenten wordt per jaar en per kwartaal aangegeven in welke onderdelen van het programma welk leerdoel wordt behandeld en welke Dublin descriptoren in het betreffende onderdeel aan de orde komen. In het studiejaar wordt het programma volledig volgens deze systematiek uitgevoerd. Het panel stelt vast dat de competenties aantoonbaar aansluiten bij de Dublin descriptoren. De opleiding verantwoord op goede wijze de aansluiting van haar eindkwalificaties bij de Dublin descriptoren. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 19/65

20 Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Vt: goed Dt: goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De beroepsgerichte identiteit van het HR-onderwijs komt tot uiting in de contacten met het beroepenveld op het niveau van de hogeschool, de clusters en de opleidingen in de Bureaus Externe Betrekkingen (BEB). Het cluster Media aan de Maas kent sinds september 2006 haar eigen BEB. Dit bureau heeft een belangrijke rol in het leggen en onderhouden van de contacten met het beroepenveld en het bedrijfsleven. Het bureau regelt de projecten, stageplaatsen, afstudeeropdrachten en opdrachten ten behoeve van het Leerwerkbedrijf. Hierboven is al aangegeven welke competenties de opleiding CMD gebruikt en hoe ze aansluiten bij een door het relevante landelijke en regionale beroepenveld opgesteld beroepsprofiel en eindkwalificaties. In het landelijke beroepsprofiel (Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & Multimediadesign, april 2005) wordt een beeld geschetst van het werkveld, de ontwikkelingen daarbinnen, de beroepsfuncties en de beroepscompetenties. De opleiding heeft als doel de student op te leiden tot een CMD'er die vormgeving en techniek doeltreffend weet in te zetten voor het realiseren van interactieve multimediale toepassingen ten behoeve van effectieve communicatie die tegemoet komt aan de wensen en behoeften van opdrachtgevers en eindgebruikers uit alle maatschappelijke sectoren zoals bedrijfsleven, cultuur, overheid, onderwijs en zorg. CMD'ers zijn in staat om als beginnend beroepsbeoefenaar een ontwerpproces uit te kunnen voeren van user research en product strategy tot aan het ontwikkelen van een prototype van een multimedia product of dienst (concrete design). Het panel constateert dat de Rotterdamse CMD'ers zich, ondanks het streven van de opleiding, vooral richten op het ontwerpen van websites. De nadruk ligt binnen de opleiding vooral op het ontwikkelen van producten gericht op internet. Afgestudeerden komen in een divers werkveld binnen de multimedia industrie terecht in beroepen als productmanager, product developer, information architect, interaction designer, usability engineer, webdeveloper en interface designer, webdesigner, ontwerper van pc-games en e-marketeer. Ze komen terecht bij zowel kleine als grote ondernemingen. Een groot aantal studenten blijkt terecht te komen bij kleinere ontwerpbureaus. Het panel stelt vast dat de opleiding regelmatig nagaat of de competenties door het werkveld als relevant worden beoordeeld. Er is vier keer per jaar overleg met de Adviesraad waarvan de leden afkomstig zijn uit een breed scala van bedrijven en organisaties, er worden enquêtes gehouden onder alumni en werkveld, er vindt landelijk 20/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

21 overleg plaats met de andere CMD-opleidingen en er zijn talrijke contacten met bedrijven via de stages en afstudeeropdrachten. Het panel is van mening dat de afgestudeerden die de eindkwalificaties hebben behaald, op de arbeidsmarkt kunnen functioneren op hbo-niveau. Onderwerp 2 Programma Het studieprogramma bevat vier blokken van elk tien weken en is modulair ingericht. Binnen de opleiding zijn naast opleidingsspecifieke programma s ook clusterbrede leerlijnen opgenomen in samenwerking met de twee andere opleidingen uit het cluster. Programma: Leerjaar 1: user centered design (hele ontwikkelproces); Leerjaar 2: verdieping; Leerjaar 3: eerste helft stage en tweede helft differentiaties en minors (ontwerpmarketing en technologie); Leerjaar 4: eerste helft differentiaties/minors (verbredend, verdiepend) en tweede helft afstudeerstage. De opleiding CMD richt zich vooral op ontwerpen: concrete design, abstract design, en product strategy. Het ontwerpproces valt in 6 stappen uiteen: 1. onderzoek en analyse 2. conceptontwikkeling 3. interactie ontwerp 4. visueel ontwerp 5. prototype 6. productie Het onderwijs is vormgegeven aan de hand van een aantal leerlijnen: 1. projecten en abv (algemene beroepsvaardigheden), projecten zijn de kern (integrale leerlijn) 2. de leerlijn media en creativiteit 3. drie design leerlijnen: interaction design, visual interface design en skills 4. MME 5. creative marketing Een deel van de modulen (ABV, Media en creativiteit) wordt clusterbreed aangeboden. Deeltijdstudenten volgen in de eerste twee jaar het voltijdprogramma. Zij kunnen vrijstellingen krijgen op basis van een intakegesprek. In de deeltijdopleiding vindt de stage en het afstuderen plaats in het bedrijf waar de studenten werken waarbij de werkzaamheden moeten passen binnen de inhoudelijke eisen van de stages. Ze volgen onderwijs op vrijdag en dinsdag- en woensdagavond. Als didactisch concept hanteert de opleiding het Rotterdams Onderwijs Model (ROM), dat een onderverdeling kent in drie typen onderwijs: kennisgestuurd, praktijkgestuurd en studentgestuurd. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 21/65

22 Het kennisgestuurde onderwijs bestaat uit modulen. Elke module wordt gegeven aan de hand van opdrachten waarin de studenten leren een beroepsproduct te ontwikkelen. Er zijn ondersteunende hoorcolleges. Het kennisgestuurde onderwijs bevat in totaal 120 EC. Het praktijkgestuurde onderwijs bestaat uit projecten (elk kwartaal een project). Vanaf het derde jaar worden projecten uitgevoerd met een echte opdrachtgever. Een deel van de projecten is clusterbreed zodat de studenten multidisciplinair leren werken. Voorts is er een stage van een half jaar in het begin van het derde leerjaar, projecten in het Leerwerkbedrijf en het afstuderen. Tijdens de afstudeeropdracht werken studenten aan een opdracht voor een bedrijf waarmee ze een product/concept ontwikkelen waarmee ze ook antwoord geven op een onderzoeksvraag. Deze leerlijn omvat 96 EC. Het studentgestuurde onderwijs bestaat uit SLC en keuzeonderwijs en omvat 24 EC. In het derde jaar kiest de student een minor van 30 studiepunten, waarmee hij zich kan specialiseren in één van de beroepsrollen. De opleiding biedt de volgende minoren aan: - User experience design met de beroepsrollen interactieontwerper, interface ontwerper en usability researcher. - Multimedia product en concept development met de beroepsrol: product developer - Experience branding met de beroepsrollen: product developer en interface ontwerper - Web en Mobile in samenwerking met de opleiding GMT met de beroepsrol: interface developer. Facet 2.1 Eisen HBO Vt: goed Dt: goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleent studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR wil de praktijk een centrale plaats gegeven in het curriculum door de beroepspraktijk in de school te halen (Outside in). Vanaf het begin van de studie wordt studenten geleerd om vraagstukken aan te pakken die ze in hun beroepspraktijk tegenkomen. Het betreft zoveel mogelijk échte vraagstukken met een échte opdrachtgever. Zoveel mogelijk samen met andere studenten, ook met studenten van andere opleidingen. In 2006 is de Taskforce Praktijksturing actief geworden, gericht op het versterken van het praktijkgestuurde onderwijs in de opleidingen. Zij heeft de specifieke opdracht opleidingen te ondersteunen zodat deze actief aan de slag kunnen gaan met 22/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

23 vragen/opdrachten die in de omgeving leven ( authentieke leerervaringen ). Thans zijn er zes projecten geselecteerd die zullen resulteren in een serie handreikingen voor de opleidingen voor het omgaan met praktijkopdrachten in het onderwijs. Elke student van de HR wordt een aantal keuzemogelijkheden geboden. Daarmee wordt ingespeeld op de diversiteit van de beginsituaties en leervragen van de studenten. Ten eerste zijn 12 EC gereserveerd voor keuze- en bijspijkeronderwijs. Voorts omvat ieder curriculum een minor met een omvang van 30 EC. De opleiding heeft een overzicht van de minoren waaruit studenten kunnen kiezen. De minoren bieden de studenten een extra inhoudelijke startkwalificatie. Het werken aan concrete vraagstukken uit de beroepspraktijk staat centraal in het minorprogramma. Ook verdiept de student zich in nieuwe conceptuele kaders. Er worden drie typen minoren onderscheiden: verbredende minoren, verdiepende minoren, en doorstroomminoren. Het assortiment aan minoren sluit aan bij de strategische inzet van de hogeschool (speerpunten). Kenniskringen hebben een rechtstreekse verbinding met het onderwijs. Nieuw ontwikkelde inzichten worden vertaald in het onderwijsprogramma. Ook leveren de studenten bij aan het ontwikkelen van die kennis. Studenten leveren hun bijdrage door te participeren in onderwijsprojecten die gericht zijn op het aanpakken van reële vragen uit de praktijk. De opleiding CMD haakt met twee docenten aan bij de Kenniskring Human Centered ICT. Deze Kenniskring wordt daarmee uitgebreid met het vakterrein multimedia. Het panel vindt de literatuur(lijst) die zij heeft ingezien, voldoende actueel, maar noch erg uitgebreid, noch diepgaand. De opleiding gebruikt naast de vakliteratuur, standaardwerken en vakpublicaties op Internet. Het panel heeft in de literatuurlijst zowel praktische als theoretische vakliteratuur aangetroffen. Het panel heeft zeer uitgebreide en goed beschreven modulewijzers aangetroffen waarin onder meer de benodigde literatuur staat aangegeven. Het panel heeft geconstateerd dat er binnen de projecten voor een groot deel gebruik gemaakt wordt van studiemateriaal uit de praktijk. Uit de gesprekken met de studenten en docenten blijkt dat de docenten het studiemateriaal met actuele praktijkvoorbeelden aanvullen en waar nodig actuele onderwerpen in de lessen behandelen. Voorts blijkt uit het gesprek met de docenten dat zij de ontwikkelingen in de beroepspraktijk goed volgen en bezien welke in het curriculum moeten worden ingepast. Een aantal docenten is werkzaam in het betreffende beroepsveld waardoor zij casuïstiek inbrengen in de projecten. Tevens hebben vele docenten contact met de beroepspraktijk door middel van stages, projecten, moduleontwikkeling. Voorts maakt de opleiding gebruik van gastdocenten en zijn er opdrachten van externe organisaties. Uit het gesprek met de studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de actualiteit van het programma. Het panel stelt vast dat de opleiding aandacht besteedt aan toegepast onderzoek. De opleiding participeert in een kenniskring en tijdens hun opleiding doen studenten (methodiek)onderzoek of leveren een bijdrage aan een onderzoek. Zelfstandig onderzoek vindt plaats in het afstudeerproject. Het panel constateert dat in beide routes (voltijd en deeltijd) de studenten goed in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk. Studenten komen vanaf het eerste jaar in aanraking met de praktijk en daaraan gekoppelde onderzoeksmethoden in de diverse projecten en stages. De opleiding heeft bijvoorbeeld een samenwerking met KPN in de NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 23/65

24 projecten via thema s zoals Work. De opleiding is van plan voor de projecten een duidelijker relatie te gaan leggen met de competenties, en zodoende de competenties te koppelen aan echte vragen vanuit de praktijk. Uit het overzicht van het betrokken werkveld stelt het panel vast dat de opleiding veel externe contacten heeft, vooral op design en techniekgebied en minder op marketinggebied. De opleiding heeft contacten zowel met grote (KPN, Rabobank, Gemeentes, Lost Boys, Ogilvy, Talpa) als kleine (media) bedrijven en ontwerpbureaus. De opleiding heeft een Adviesraad die minimaal vier keer per jaar bij elkaar komt. Zij toetst onder andere of het programma aansluit op de actuele beroepspraktijk, bespreekt het competentieprofiel en leden van de adviesraad fungeren als extern deskundigen bij de eindexamens. Uit de module-evaluaties (en de Keuzegids) blijkt dat de studenten de inhoud van het onderwijs en de hoeveelheid praktijk in de opleiding positief waarderen. Het panel concludeert dat de opleiding op een goede wijze aandacht besteed aan de beroepsgerichtheid en de praktijk. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Vt: voldoende Dt: voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel stelt vast dat de opleiding werkt met vijf competenties vanuit het landelijk opleidingsprofiel CMD en zes clusterbrede. Deze elf competenties vormen samen de eindkwalificaties. Het voltijd en deeltijdonderwijs worden aangestuurd door dezelfde eindkwalificaties. Het verschil zit in de praktijkcomponent van het deeltijdonderwijs. De vertaling van de competenties naar het onderwijsprogramma is gemaakt door elke competentie op vier niveaus (1,2,3 en 3+) te omschrijven. De algemene competenties en beroepsrollen op niveau 1 en 2 komen aan bod in leerjaar 1 en 2. Het major programma in jaar 3 en 4 leidt op tot algemene competenties en beroepsrollen op hbo-niveau: niveau 3. Wanneer een student een verdiepende minor binnen de opleiding kiest beheerst hij de bijbehorende beroepsrollen aan het eind op specialisatieniveau 3+. De algemene competenties worden aangeboden in het clusterbrede programma, de beroepsrollen komen aan bod in het opleidingsspecifieke programma. De algemene competenties en de beroepsrollen worden vooral geïntegreerd toegepast binnen de projecten, stage, minor, leerwerkbedrijf en het afstuderen. 24/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

25 Het panel heeft een competentiematrix per jaar aangetroffen. Daarin staat aangegeven hoe de Dublin descriptoren en de verschillende competenties, uiteengelegd in verschillende leerdoelen, in de vier kwartalen en in de modulen terug te vinden zijn. Het panel constateert dat uit de competentiematrix blijkt dat alle competenties in het programma aan de orde komen en dat de Dublin descriptoren zijn afgedekt. De competenties zijn voor alle modulen en projecten in leerdoelen vertaald en te vinden in de modulewijzers en projectbriefings. In de modulewijzers heeft het panel een overzicht aangetroffen van: de competenties, leerdoelen, indicatoren, werkvormen, wijze van toetsing en beoordelingscriteria, studiemateriaal, relatie met ander onderwijs en planning van de lessen. Ook per les wordt vervolgens aangegeven wat het leerdoel is, de te behandelen onderwerpen, werkvormen en opdrachten. Het panel heeft veel waardering voor deze duidelijke documenten. Uit de Keuzegids hoger onderwijs, de eigen evaluaties en het gesprek blijkt dat de studenten bekend zijn met de doelstellingen van de modulen en dat hen de relaties tussen onderwijseenheden en competenties duidelijk zijn. Hoewel uit de betreffende documenten blijkt dat alle nagestreefde competenties adequaat zijn vertaald in het onderwijsprogramma, stelt het panel op basis van de gesprekken en het materiaal dat is ingezien vast dat in de praktijk niet alle beoogde competenties/eindkwalificaties voldoende in het programma zijn uitgewerkt. De opleiding geeft aan dat deze laatste vertaalslag een prioriteit is waaraan uitwerking zal worden gegeven in het huidige studiejaar Van de competenties op het gebied van marketing, design (vormgeving) en techniek, ligt de nadruk in de uitvoering volgens het panel sterk op marketing en in mindere mate op de technische competenties en designcompetenties. Een ander probleem vindt het panel de veelheid aan competenties: volgens haar leidt de veelheid tot een brede, maar zeker in het geval van een aantal beoogde competenties, ondiepe opleiding, waar studenten aan veel onderdelen ruiken, maar zich weinig kunnen specialiseren en verdiepen in specifieke competenties: er is te weinig tijd en niet voldoende oefening. Hierdoor is ook het onderscheid tussen de beroepsrollen soms niet helder. Het panel ziet bijvoorbeeld in het programma het onderscheid tussen interaction designer en product developer niet terug. Het panel vindt dat de opleiding meer (theoretische) diepgang moet hebben op contextueel gebied, zoals meer cultuur- en maatschappijbeschouwing en andere reflectieve modulen, die de conceptontwikkeling ondersteunen en meer aandacht moet geven aan de vormgeving- en de techniekkant. Zij vindt dat er meer aandacht voor creativiteit over de volle breedte van de opleiding moet zijn nu richt deze zich met name op creatieve productontwikkeling en marketing, maar deze zou zich ook moeten richten op vormgeving en techniek- en dat het vormgeven/design zich scherper kan profileren ten opzichte van techniek en marketing. Het management beaamt dat het opleidingsprofiel heel breed is, voor haar is de kern van de opleiding design en conceptontwikkeling. Dat blijkt ook uit het feit dat de design vakgroep de grootste is. Daarnaast wordt aandacht besteed aan marketing en techniek, waarbij marketing een ondersteunende rol heeft. De docenten zijn dezelfde mening toegedaan: zij vinden design de kern. Aan beide aspecten van ontwerp -beeld en gedragwordt volgens hen aandacht besteed, techniek is daar ondersteunend in. Het panel constateert dat de werkveldvertegenwoordigers die zij gesproken heeft liever niet de focus op design willen leggen. Zij prefereren een brede opleiding binnen NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 25/65

26 verschillende domeinen, volgens hen komt de specialisatie wel binnen een bedrijf. Kleine bedrijven hebben ook geen behoefte aan specialisten. Zij constateren dat toen de opleiding nog bij de Willem de Kooning academie was ondergebracht, de opleiding creatiever was. De alumni laten in het gesprek met het panel een ander geluid horen: zij vinden zichzelf te breed opgeleid. Volgens hen lag het accent op design en marketing. Uit de gesprekken met het werkveld en de alumni is duidelijk geworden dat het onderwijsprogramma, ondanks de kanttekeningen die het panel plaatst, opleidt tot de nagestreefde competenties: de inhoud biedt de studenten de mogelijkheid de eindkwalificaties te bereiken, er is sprake van aantoonbare relaties tussen de leerdoelen van de vakken en de competenties. Er is sprake van een voldoende concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau en domeinspecifieke eisen. Het panel is echter wel van mening dat van de drie pijlers waar de opleiding zich op richt - marketing, design en techniek - de nadruk, mede gezien de (afstudeer)producten, nogal sterk op marketing ligt, daar waar de opleiding zelf zegt zich te willen profileren op de vormgevings-/designkant. Het panel vindt dat meer aandacht voor vormgeving en informatica, zowel in de uitvoering van het programma zoals bijvoorbeeld in de (afstudeer)producten, explicieter naar voren kan komen. Het panel komt daarom tot het oordeel voldoende. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de curricula van de opleidingen worden drie hoofdlijnen onderscheiden die in elke studiefase (in wisselende verhouding) aanwezig zijn en onderling inhoudelijk verbonden zijn: kennisgestuurd (beroepsrelevante conceptuele kaders en vaardigheden), praktijkgestuurd (leren in en van de beroepspraktijk) en studentgestuurd (studieloopbaancoaching, bijspijker- en keuzeonderwijs en minoren). De omvang van deze lijnen is in het Rotterdamse Onderwijsmodel (ROM) vastgelegd (zie facet 2.7). Voor deze leerlijnen zijn voor de clusters/opleidingen richtinggevende kadernotities ontwikkeld. Zo zijn er handreikingen beschikbaar voor de functie en organisatie van de minoren, de invulling van het onderwijs in de laatste twee jaar van de studie naast de minor en het ontwerpen van een curriculum van een deeltijd en duale opleiding. Het didactisch concept zoals vastgelegd in het ROM bevordert dat het curriculum als een samenhangend geheel wordt ontworpen en ontwikkeld. In elke fase van de opleiding is er sprake van een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Het panel heeft duidelijk schema s aangetroffen waarin aangegeven staat welke competenties wanneer aan bod komen, in welke leerlijn en in welke onderwijsvorm. Elke competentie is uitgewerkt in beroepsrollen en criteria. 26/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

27 In het eerste jaar maken de studenten vooral kennis met het vakgebied (eerste niveau). In de daarop volgende jaren neemt de complexiteit van de opdrachten en modulen toe door complexere theorie en complexere projecten. Het panel is van mening dat de opleiding een goede samenhang nastreeft tussen de projecten en de ondersteunende modulen. In de modulen en projecten leren studenten een beroepsproduct te ontwerpen of ontwikkelen dat hoort bij een specifieke beroepsrol of algemene competentie. Daarnaast leren de studenten in een multidisciplinair team samen te werken met andere beroepsrollen. De opbouw en samenhang heeft het panel aangetroffen in de modulewijzers en de studiegids. De horizontale samenhang wordt volgens het panel gerealiseerd doordat binnen een periode naast een project, inhoudelijke onderwijsonderdelen zijn geprogrammeerd die samenhangen met het project. De verticale samenhang wordt gerealiseerd door de opbouw van het programma en de leerlijnen. In het derde en vierde jaar biedt de gekozen minor de samenhang. Als een student bijvoorbeeld de minor user experience design kiest, neemt hij in een project de rol van interactie ontwerper op zich. Ook SLC speelt een belangrijke rol bij het zorgen voor samenhang. Het panel stelt op basis van het materiaal dat zij heeft ingezien en op basis van de gesprekken met verschillende geledingen vast dat de eindkwalificaties en leerlijnen, uitgewerkt in een thematische aanpak, voldoende samenhang brengen in een module. De invulling van het ROM leidt tot voldoende samenhang tussen binnen- en buitenschools leren, tussen kennis-, praktijk- en studentgestuurd onderwijs, tot meer flexibiliteit in het onderwijs, tot het binnenhalen van de praktijk uit de Rotterdamse regio en tot het ontwikkelen van zinvolle beroepsproducten tijdens het onderwijs. Uit evaluatiegegevens blijkt dat in % van de studenten tevreden is over de samenhang. In de Keuzegids scoort dit punt 7.2. Voorheen waren de evaluaties minder positief waaruit blijkt dat de samenhang meer gestalte heeft gekregen. De studenten die het panel gesproken heeft, kunnen nog geen afgewogen oordeel geven over het nieuwe (clusterbrede) programma: dat is pas gestart. Voor de opleiding is samenhang een belangrijk punt. Daarom wordt de samenhang nu per kwartaal beschreven en worden de thema s en onderwerpen op lesniveau uitgewerkt. Ook komt er meer overleg tussen de docenten van de verschillende onderdelen. Voor de studenten is de samenhang duidelijker gemaakt doordat het competentieprofiel is uitgewerkt in een competentiekaart, die onder meer bij SLC gebruikt wordt. In de modulewijzers is de samenhang van het betreffende programmaonderdeel aangegeven met andere programmaonderdelen. De studenten geven in het gesprek aan dat het eerste jaar nogal breed is, een soort basisjaar, ze krijgen nog niet echt een beeld van de mogelijke beroepen. In het derde jaar moeten ze de definitieve keuze maken voor een minor. Het panel concludeert dat de meeste studenten vooral de stage en de projecten gebruiken om een keuze te maken voor de marketing, vormgevings- of programmering/techniekkant. De afgestudeerden vonden de samenhang in de eerste twee jaren matig, in de jaren drie en vier beter. Het panel stelt vast dat per onderwijseenheid (in de documenten) een samenhangend onderwijsaanbod wordt aangeboden, waarbij alle thema s gezamenlijk het beroepenspectrum van CMD bestrijken. De samenhang wordt geborgd door de onderwijsmanager en het coördinatorenteam. Het panel geeft een voldoende omdat de samenhang in de praktijk zich nog aan het ontwikkelen is. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 27/65

28 Facet 2.4 Studielast Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het OER van iedere opleiding zijn normen vastgesteld met betrekking tot de studeerbaarheid van het programma. Het programma wordt conform deze normen uitgevoerd. De opleidingen doen regelmatig onderzoek onder studenten naar factoren die zij als belemmerend voor hun studie ervaren en voeren waar nodig verbeteringen uit. Ook wordt regelmatig in kaart gebracht of de feitelijke studielast overeenkomt met de geplande studielast. Het panel constateert dat er in de voltijdopleiding goed aandacht wordt besteed aan de studeerbaarheid en studievoortgang van en in de opleiding. Het leerplan is opgebouwd uit overzichtelijke onderwijseenheden. In de studiegids en de modulewijzers staat duidelijk beschreven hoe de studielast verdeeld is over de verschillende programmaonderdelen en in de tijd. De studenten hebben in de eerste twee jaar gemiddeld 14 uur per week les en in de latere leerjaren gemiddeld 9 uren. De opleiding voert periodieke evaluaties uit om zicht te krijgen op de feitelijke studielast. Op basis van de gegevens worden eventueel bijstellingen uitgevoerd, inhoudelijk of organisatorisch. Er zijn adequate toetsmomenten en een systeem van studieloopbaancoaching (SLC). Tot slot zijn er bijspijkermogelijkheden om tekorten weg te werken. Het panel constateert tevens dat er ook formele maatregelen zijn genomen om de studievoortgang te bevorderen: het bindend studieadvies in de propedeuse (minimaal 45 EC behalen of EC met aangewezen vakken) en nadere voorwaarden voordat studenten aan de stage of de afstudeeropdracht kunnen beginnen. In jaar 2 moet de propedeuse behaald zijn. Voordat de student op stage gaat moet de hij zijn propedeuse behaald hebben en alle vakken van het tweede jaar. Er mag pas gestart worden met de afstudeerfase als alle andere studiepunten zijn behaald. De opleiding kent geen compensatiemogelijkheden. In de Keuzegids geven de studenten een 7.2 aan de studeerbaarheid van de opleiding. Uit de module-evaluaties blijkt dat het merendeel van de studenten (gemiddeld 70%) tevreden is over de studiebelasting. De studenten geven aan dat de studielast per blok kan verschillen. Ze vinden de opleiding in het algemeen goed te doen. Ook de afgestudeerden vonden de opleiding goed te doen. Eén vak bleek een groot struikelpunt: usability engineering. Daarover waren de studenten niet enthousiast. Het vak mediatheorie geeft problemen bij de mbo-instroom. 28/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

29 Uit module-evaluaties blijkt dat de gerealiseerde tijdsbesteding gemiddeld overeenkomt met de geplande, uitgezonderd die van usability engineering. Ook waren er problemen met de vakken usability en interaction, daar was veel overlap tussen. Bij de deeltijdopleiding wordt de studielast als zeer hoog ervaren. De uitval is dan ook erg hoog. Als belangrijkste oorzaak noemt de opleiding het feit dat er weinig vrijstellingen zijn waardoor de studenten een groot aantal projecten en modulen moeten volgen die maar één keer per jaar worden aangeboden. Het panel stelt op basis van de gesprekken met de studenten vast dat de studielast verschillend wordt ervaren. Bij de deeltijd is de studielast erg hoog. De voltijdstudenten vinden de studielast goed. Het panel constateert dat het management een aantal verbeteracties in gang heeft gezet om de voortgang te bevorderen: het vak usability engineering is nu ondergebracht in het vak interaction design. Er is ander studentvolgsysteem (Osiris) ingevoerd zodat er beter zicht komt op de studievoortgang. Ook het herkansingenbeleid is aangepast: studenten hoeven niet meer alles van een project/module over te doen, alleen dat onderdeel/ die onderdelen waarvoor zij een onvoldoende hebben behaald. Voor het deeltijdonderwijs is een aantal met name organisatorische verbeteringen aangebracht (zie paragraaf 6.2). Het panel geeft, gezien deze ontwikkelingen en constateringen, als oordeel voldoende. Facet 2.5 Instroom Vt: goed Dt: goed Criterium: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR wil adequaat inspelen op de diversiteit die kenmerkend is voor Rotterdam. Er is sprake van een grote en groeiende diversiteit in de populatie van aspirant-studenten met betrekking tot vooropleiding, leeftijd, moedertaal en sociale en culturele achtergrond. Van de grote steden heeft Rotterdam het laagste gemiddelde opleidingsniveau van de bevolking. De hogeschool streeft ernaar dat haar studentenpopulatie een afspiegeling is van de omgeving. Aspirant-studenten met een allochtone achtergrond krijgen daarom extra aandacht. De opleiding CMD kent nog weinig diversiteit wat de studenten betreft. De afgelopen jaren is er sprake geweest van een sterke stijging van het aantal instromende studenten. Desondanks blijkt uit gegevens van de hogeschool dat de doorstroming vanuit mbo-4 naar het hbo in belangrijke mate achterblijft bij de landelijke cijfers. Vooral voor allochtone deelnemers aan het mbo in Rotterdam blijkt de overstap naar het hbo niet vanzelfsprekend. Om meer studenten onder niet-reguliere doelgroepen te werven, wordt de marketingstrategie van de hogeschool aangepast en verfijnd. De HR wil op twee vlakken extra inspanningen leveren. Voor de poort door de werving van studenten expliciet te richten op nieuwe doelgroepen. De HR spoort verborgen NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 29/65

30 talenten op en daagt hen uit de stap richting hoger onderwijs te wagen. Studenten van de hogeschool spelen hierbij een centrale rol. In dit verband hanteert de HR de term outreach. Na de poort spant de hogeschool zich in de begeleiding en ondersteuning van studenten goed vorm te geven, met als doel studenten te helpen zichzelf te overtreffen en de studie succesvol af te ronden. De keuze voor diversiteit brengt met zich mee dat de diversiteit onder studenten van een opleiding toeneemt. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop studenten worden benaderd; de hogeschool antwoordt hierop met een flexibel aanbod van keuzemogelijkheden in het onderwijs. Voorts is het in alle opleidingen ontwikkelen van maatwerktrajecten voor studenten met erkennen van verworven competenties (EVC) een aandachtspunt. De hogeschool streeft naar een gestandaardiseerde EVC-procedure voor alle opleidingen. Voor studenten buiten de EU heeft de hogeschool de Code of Conduct ondertekend. De diverse doelgroepen van de hogeschool worden met een diversiteit aan leerroutes bediend. Naast voltijdprogramma s biedt de hogeschool waar mogelijk en zinvol ook onderwijs in deeltijd en duale vorm aan. Met elke instromende student vindt een gestructureerde intake plaats. Daarbij worden de aanwezige kennis en vaardigheden in kaart gebracht. Voorts bieden de opleidingen studenten die daarvoor in aanmerking komen ondersteuningsprogramma s dan wel vrijstellingen aan. Het toelatingsbeleid van de opleiding CMD heeft het panel in diverse documenten aangetroffen. Studenten met een vooropleiding havo (alle profielen met wiskunde A en B), mbo-4 of vwo worden toegelaten. Mbo-4 studenten met een relevant diploma komen in aanmerking voor een verkort traject. Er is voor de voltijdopleiding geen specifiek instroom- of doelgroepenbeleid. Het aantal havo-abituriënten bedraagt ongeveer de helft van het totaal. 25% is afkomstig uit het mbo en 11% uit het vwo. De regeling voor vrijstellingen heeft het panel aangetroffen in het Onderwijs- en examenreglement. Daaruit blijkt dat er geen generieke vrijstellingen zijn, alleen individuele. Er is een duidelijke procedure met betrekking tot het aanvragen en verlenen van vrijstellingen. De invulling van dit traject wordt bepaald met behulp van een intakegesprek. Dat gebeurt ook met de deeltijders. De instroom laat een wisselende trend zien. Volgens het management heeft dat een aantal oorzaken: sterke concurrentie, de loskoppeling van de Willem de Kooning Academie en de numerus fixus die in het jaar werd gehanteerd. Het management geeft aan dat er verschillende acties zijn en worden ondernomen om de instroom weer te verhogen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Zo wordt de voorlichting verbeterd en worden open dagen en meeloopdagen georganiseerd zodat de studenten met een goed beeld voor ogen met de opleiding starten. Er wordt een onderzoek gedaan naar de herkomst van de studenten om zo verkorte opleidingstrajecten voor vwo en mboinstroom te kunnen realiseren. Met het Grafisch Lyceum is een samenwerkingsverband gesloten om te komen tot een betere aansluiting. Voor deze studenten is een verkort programma ontwikkeld. In zal een English stream worden aangeboden. Ook wordt er bijspijkeronderwijs aangeboden in de zgn. struikelvakken, bijvoorbeeld training in specifieke software. 30/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

31 Het panel constateert dat de opleiding zeer actief is op het gebied van voorlichting en het uitvoeren van maatregelen om de instroom kwantitatief en kwalitatief te verhogen. Er is veel voorlichtingsmateriaal, aspirant-studenten kunnen proeflessen volgen en er zijn open dagen. Het panel is van oordeel dat de opleiding goed aanluit bij de vooropleiding van de studenten. Uit de gesprekken met studenten en docenten blijkt dat er weinig tot geen aansluitingsproblemen zijn. Uit het STO blijkt dat bijna 80% van de studenten tevreden is over de aansluiting. Facet 2.6 Duur Vt: voldaan Dt: voldaan Criterium: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De voltijdopleiding en de deeltijdopleiding hebben beide de formele studieduur van 240 studiepunten (EC). De studielast van de onderwijseenheden en de verdeling daarvan over de verschillende fasen staan beschreven in de studiegids en het onderwijs- en examenreglement. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Vt: goed Dt: goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De hogeschool heeft het Rotterdamse Onderwijsmodel (ROM) ontwikkeld dat richtinggevend is voor alle opleidingen. Belangrijke uitgangspunten van het model zijn: een centrale plaats van de beroepspraktijk in de opleiding en een resultaatgerichte probleemaanpak, een stevige basis voor kennisontwikkeling, inspelen op de diversiteit in de populatie van studenten en de mogelijkheid tot opleidingsoverstijgende samenwerking van studenten, met name in projecten en minoren. Deze benadering komt samen onder de noemer Denken en Doen. De hogeschool kiest met het ROM voor een pragmatische mix van werkvormen. Uitgangspunt is dat in de curricula drie samenhangende leerlijnen zijn aan te wijzen: kennisgestuurd, praktijkgestuurd en studentgestuurd. Ieder van de drie leerlijnen omvat directe betrokkenheid van docenten. In de loop van de studie is er sprake van een toenemende zelfsturing van het leerproces door de NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 31/65

32 studenten. Daarmee kiest de hogeschool voor een zowel kennisgeoriënteerde als studentgeoriënteerde werkwijze gebaseerd op een open uitwisseling met de praktijk. De opleidingen maken gebruik van ict om het onderwijs optimaal vorm te geven en om bijvoorbeeld plaats- en tijdonafhankelijk leren mogelijk te maken. De HR beschikt over een eigen elektronische leeromgeving In de notitie ROM in deeltijd en duaal (2005) wordt een handreiking geboden voor het ontwerpen van deeltijd en duale opleidingen. Het wezenlijke voor een deeltijd en duale opleiding is dat het leren voor een deel plaatsvindt op en met behulp van de werkplek. In het model staat standaard 24 EC per jaar (gemiddeld twee dagen per week) te boek als werk -leren. De praktijk wordt gebruikt als leerervaring en er wordt gebruik gemaakt van allerlei vormen van Action Learning. Aanvullend op het ROM voor de bachelor wordt in de masteropleidingen de praktijkgestuurde lijn verweven met de onderzoeksgestuurde lijn. Vragen en opdrachten uit de praktijk worden tijdens de opleiding omgezet in onderzoeksvragen. Het panel constateert dat competentiegericht en opdrachtgestuurd onderwijs het uitgangspunt is. Het curriculum is opgebouwd uit modulen in de verschillende leerlijnen: werkgroepen, hoorcolleges, briefings, consultancyuren, trainingen en zelfstudie. Daarnaast is er SLC. Het panel stelt vast dat er projectmatig in elke onderwijsperiode wordt gewerkt aan opdrachten en concrete problemen. Door de nadruk op de beroepsproducten staan de theoretische aspecten van de opleiding steeds zeer nauw in relatie tot de praktijk. Het panel heeft geconstateerd, onder andere uit de projectverslagen die zij heeft ingezien, dat de complexiteit van de projecten en producten gedurende de studie toeneemt. Bovendien dienen studenten steeds zelfstandiger te werken. De studenten hebben in de eerste twee jaar meer contacturen (gemiddeld 14 uur per week) en het programma is meer aanbodgericht dan in de latere leerjaren (gemiddeld 9 uren per week). De studenten zijn tevreden over de gehanteerde werkvormen, zij vinden de werkvormen passen bij het soort onderwijs en zien een duidelijke lijn van klassikaal naar projectmatig. Zij volgen projectgroepen waarin ze problemen en vraagstukken moeten aanpakken uit de beroepspraktijk van multimedia en digitale communicatie. Hierbij worden competenties ontwikkeld als samenwerken, presenteren, rapporteren, adviseren en projectmatig werken. Volgens de studenten worden de projecten goed begeleid. De afgestudeerden waarmee het panel gesproken heeft vinden de werkvormen gevarieerd. Het panel stelt op basis van het materiaal dat is ingezien en de gesprekken met de diverse groeperingen vast dat de leerlijnen van het ROM duidelijk te herkennen zijn in het programma. 32/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

33 Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De bewaking van de kwaliteit van de toetsen vindt plaats op het niveau van de opleidingen. Zij formuleren daartoe een eigen beleid. Centraal staat dat aangetoond kan worden dat elke eindkwalificatie wordt beoordeeld. Ook wordt de rol van de examencommissie vastgelegd. Er worden heldere beoordelingscriteria toegepast voor de diverse toets- en beoordelingsvormen (waaronder stages, projecten en afstudeerwerkstukken). Docenten geven inhoudelijke feedback op opdrachten en behaalde resultaten. De toetsing vindt plaats aan het einde van elk kwartaal. De norm is dat de uitslagen van tentamens binnen vier weken bekend gemaakt worden. Projectbeoordelingen vinden plaats aan het einde van het project. De opleiding baseert haar toetsbeleid op de Nota toetsbeleid Hierin staan onder meer richtlijnen voor het toetsen van modulen, projecten, de stage en het afstuderen. Van de verschillende programma s staat vervolgens beschreven hoe de toetsing van dat specifieke programmaonderdeel is geregeld. De invulling van de toetsvereisten en de beoordelingscriteria valt onder de verantwoordelijkheid van de betreffende vakgroepcoördinatoren. Het panel heeft diverse toetsvormen aangetroffen, afhankelijk van de leerdoelen: tentamens, essays, verslagen, producten self- en peer assessment. De docenten geven in het gesprek aan dat zij de toetsen gezamenlijk maken aan de hand van leerdoelen en gezamenlijk de projecten beoordelen. Op basis van bestudering van materiaal stelt het panel vast dat de beoordeling van de projecten op adequate wijze plaatsvindt. De deeltijdopleiding kent tentamens, waaronder tentamens in de vorm van opdrachten. Daarnaast dient hun arbeidsleerplaats goedgekeurd te zijn door de opleiding. In de modulewijzers heeft het panel informatie aangetroffen over hoe, wanneer en waarop getoetst wordt. Meeliftgedrag wordt voorkomen door peer assessments en individuele (anonieme) studentbeoordelingen. De studenten geven in het gesprek aan dat ze de toetsen duidelijk vinden, ze weten waarop ze getoetst worden, ze kennen de beoordelingscriteria. Ze beamen dat er bij de projectbeoordelingen een anonieme teamevaluatie plaatsvindt, mede om meeliftgedrag te voorkomen. Uit de onderwijsevaluaties blijkt dat de studenten in het algemeen tevreden zijn over de beoordelingen (tussen de 75 en 80%). Knelpunten zijn communicatie over herkansingen en de snelheid waarmee de resultaten bekend worden gemaakt. De alumni geven aan over de toetsing in het algemeen niet helemaal tevreden te zijn. In hun ogen werd meeliftgedrag getolereerd, er werd gekeken naar het werk en niet naar het groepsproces. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 33/65

34 In een beoordelingsleidraad, waarin de competenties zijn uitgewerkt, staan de procedures en beoordelingscriteria rond stage en afstuderen beschreven. Het panel heeft de beoordelingsleidraden ingezien: een lijst van geoperationaliseerde competenties. De stage wordt beoordeeld door een docent en de begeleider vanuit het stagebedrijf. De praktijkcomponent van de deeltijdstudent in leerjaar 3 en 4 wordt op een vergelijkbare wijze beoordeeld als de stage en het afstuderen in de voltijd. Het panel heeft geconstateerd dat de beoordeling van de afstudeerscripties daadwerkelijk plaatsvindt aan de hand van een beoordelingsleidraad; in dit formulier zijn voor elke minor waarbinnen een student afstudeert de competenties uitgewerkt op niveau 3. Praktijkdeskundigen en docenten beoordelen gezamenlijk de bekwaamheden van de student. Bij de eindbeoordeling is ook een externe deskundige uit het werkveld betrokken. Deze wordt gescreend op kwaliteit en niveau. Het panel vindt de beoordelingscriteria van toetsen, projecten, stage en afstudeeropdrachten duidelijk en heeft vastgesteld dat deze ook grotendeels worden toegepast. Het panel heeft een aantal toetsen ingezien en is van mening dat de verschillende toetsen en -vormen voldoende aansluiten bij de leerstof en de gehanteerde werkvorm. De verschillende soorten toetsen zijn voldoende divers om aspecten als kennis, vaardigheden en inzicht te kunnen meten. Het panel is van mening dat de toetsing in de praktijk voldoet. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding aan dat haar toetsbeleid nog kan verbeteren. Het panel constateert met de opleiding dat de kwaliteitseisen nog niet consequent gehanteerd worden, nog niet alle modulewijzers kennen een beoordelingsleidraad met beoordelingscriteria en beoordeelt mede daarom dit facet als voldoende. Onderwerp 3 Inzet van personeel Facet 3.1 Eisen HBO Vt: goed Dt: goed Criterium: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De uitgangspunten van het personeelsbeleid van de HR zijn vastgelegd in het Beleidsplan afdeling P&O Het beleid is in 2006 geactualiseerd. Centraal staat het uitgangspunt dat werknemers zich kunnen ontwikkelen om een optimale bijdrage te leveren aan de strategische doelstellingen van de hogeschool. De HR stelt zich ten doel dat de docenten beschikken over voor de opleiding relevante en actuele praktijkkennis. 34/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

35 De kenniskringen die geworteld zijn in de beroepspraktijk vervullen een structurele rol bij de professionalisering van de docenten. De clusters/opleidingen stellen op basis van het hogeschoolbeleid een meerjaren personeelsbeleidsplan op, waarbinnen specifiek aandacht wordt besteed aan scholing. De clusters/opleidingen voeren een beleid gericht op actuele praktijkervaring van docenten en op het actief betrekken van docenten bij onderzoek en beroepsontwikkeling. Het personeelsbeleid zal in 2007 verder worden ontwikkeld ten aanzien van het formatieen vacaturebeleid, professionalisering en arbeidsvoorwaarden. Ook is een pilot ontwikkeld om de docentstages een meer centrale plaats te geven. Het panel heeft bij de opleiding CMD/het cluster CMI een zeer gedegen Personeelsplan juni 2007 aangetroffen waarin de streefdoelen en te nemen acties en termijnen en de betrokken verantwoordelijken zijn verwoord. De opleiding vindt praktijkervaring een belangrijke voorwaarde voor het docentschap. Het panel heeft uit de bijgevoegde CV s kunnen constateren dat de opleiding hier voldoende in geslaagd is. Uit de CV s van de docenten blijkt dat 65% van de docenten naast de onderwijstaak, actief is in het werkveld. Dit geldt voornamelijk voor het merendeel van de parttime docenten. De fulltime docenten komen voor het merendeel uit het beroepenveld, maar zijn daarbinnen niet meer praktiserend. Om actuele praktijkervaring in de opleiding te brengen, wordt er tevens gebruik gemaakt van gastdocenten. De opleiding borgt de aansluiting op de beroepspraktijk door zoveel mogelijk alle docenten in te zetten op de begeleiding van stages en afstudeeropdrachten. Voorts nemen docenten deel aan werkveldexcursies voor studenten en congressen. Twee docenten nemen deel aan een kenniskring. Het panel constateert dat de opleiding beschikt over een ruim (bilateraal) contactnetwerk in de regio. De opleiding heeft 23 docenten (21 fte). Een zeer groot deel van de docenten heeft een deeltijd- of tijdelijke aanstelling. Het panel vindt het docententeam zeer divers: 84% van de docenten heeft recente ervaring met de beroepspraktijk en 50% heeft naast het docentschap een eigen bedrijf. Daarnaast heeft meer dan 40% regelmatig contact met de beroepspraktijk in het kader van de stage en afstudeeropdrachten. Het werkveld geeft aan goede contacten te hebben met de opleiding onder meer via de stagebegeleiding. Er zijn (nog) geen docentstages. Bij werving en selectie van nieuwe medewerkers wordt gestreefd naar een afdekking van de inhoudelijke beroepsrollen uit de 9 pillars van Garrett. De studenten beoordelen de docenten voldoende op hun kennis van de praktijk (Opleidingsenquête, 2006). Ook uit de gesprekken blijkt dat de studenten tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de docenten: ze hebben goede kennis van het werkveld en brengen de actualiteit binnen de opleiding. Ook de afgestudeerden zijn tevreden: er zijn veel praktijkgerichte docenten die een groot accent leggen op de ontwikkeling van een visie. Het panel heeft een enthousiast en betrokken team aangetroffen. Het panel stelt vast dat alle docenten beschikken over specifieke domeinkennis en praktijkervaring en vindt het docentencorps op hbo-niveau. De praktijkcomponenten en de eigen ervaringen zorgen ervoor dat de docenten verbindingen leggen met de beroepspraktijk. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 35/65

36 Facet 3.2 Kwantiteit personeel Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR heeft als streefdoel gesteld dat de opleidingen minimaal 65% van het budget besteden aan onderwijsactiviteiten. In 2007 wil de afdeling P&O de werving- en electieactiviteiten professionaliseren om het grote aantal vacatures efficiënter en effectiever te kunnen vervullen. De functiebeschrijving is leidend bij het opstellen van de vacature voor wat betreft de taakinhoud. Naast aandacht voor werving wordt in 2007 door de afdeling P&O beleid ontwikkeld voor de verhouding vast en flexibel personeel en voor een adequate verdeling van de docentfuncties over de salarisschalen. Bij de toewijzing van onderwijstaken aan docenten wordt het taaktoedelingsinstrument (TTI) gebruikt. Het TTI wordt in 2007 geëvalueerd met als belangrijkste onderwerpen deskundigheidsbevordering en ervaren werkdruk. Er zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van het ziekteverzuim; met name de preventie van ziekteverzuim krijgt aandacht. De opleiding CMD valt met haar personeelsbeleid onder het clusterregime. Het panel heeft waardering voor het rapport Structuur en cultuur van het cluster Media aan de Maas dat de basis vormt voor de uitwerking van het personeelsbeleid van het cluster in het document Personeelsplan Media aan de Maas. Daarin staan de volgende streefcijfers genoemd: een docent: student ratio van 1:30, verhouding vast: tijdelijk 70%: 30%. Dat laatste kent nu een verhouding van 57%:43%. In het plan staat een kwantitatief en kwalitatief beeld beschreven van de formatie. Eenmaal per jaar worden de taken van de docenten in individuele gesprekken met het management vastgelegd. Uit de documenten leidt het panel af dat het onderwijsmanagement streeft naar een redelijke spreiding van de werkzaamheden over een jaar. De opleiding heeft momenteel de beschikking over 12 fte docenten in vaste dienst en 6 fte docenten in tijdelijke dienst en 3 fte op contractbasis, totaal 21 fte. Het totaal aantal studenten bedraagt 660 waardoor de ratio hoger is dan de streefnorm namelijk: 1: 32. Hoewel bij de deeltijd dezelfde ratio geldt, bedraagt de ratio bij die opleiding door het geringe aantal studenten gemiddeld 1:22. De opleiding heeft nog ruimte voor formatieve uitbreiding die het komende jaar gebruikt zal worden. Het panel stelt op basis van de cijfers en het gesprek met het management vast dat er geen sprake is van een personeelstekort maar vindt de ratio relatief hoog voor een creatieve opleiding en constateert dat er nogal wat uitval van docenten is. Het gemiddelde ziekteverzuim van de opleiding in bedroeg 3.35%. Dit ligt onder de streefnorm van de hogeschool. 36/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

37 De opleiding CMD wordt geleid door een onderwijsmanager die verantwoordelijk is voor de aansturing en de coördinatie van de opleiding. Er zijn vijf vakgroepen. De docenten geven in het gesprek aan de structuur goed te vinden, het management is inhoudelijk goed bezig en de dialoog met elkaar verloopt transparant. Ook het managementteam is tevreden over de huidige situatie en vindt dat de omvang per vakgroep gehandhaafd moet blijven. De grootste vakgroep is die van design, de kern van de opleiding. Het panel constateert dat de ambities van de opleiding/het cluster een behoorlijke werkdruk veroorzaken. Dit beeld wordt bevestigd in het gesprek met de docenten: zij vinden de werkdruk weliswaar hoog maar nog wel acceptabel. Uit een enquête (2007) onder het personeel, blijkt dat 62% de werkdruk acceptabel vindt. Een zorgpunt volgens de studenten is de continue in- en uitstroom van docenten uit de praktijk waardoor de klassen soms te groot zijn en de vervanging niet altijd goed geregeld is. Het management deelt deze zorg niet, volgens haar is de uitstroom niet zodanig dat er problemen door ontstaan. Het panel heeft een positieve indruk gekregen van de inzet en het enthousiasme van het team. Er heerst een goede, inspirerende sfeer. Het panel concludeert dat de opleiding, ondanks de opmerkingen over de ratio en de uitval van praktijkdocenten, voldoende garanties biedt, mede door de beoogde formatieve uitbreiding, dat het onderwijs ook in de toekomst op adequate wijze zal worden verzorgd. Facet 3.3 Kwaliteit personeel Vt: goed Dt: goed Criterium: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Om de kwaliteit van het personeel van de HR te waarborgen hanteert de HR sinds 2007 een jaarlijkse gesprekscyclus tussen leidinggevende en medewerker (evaluatiegesprekken, planningsgesprekken en beoordelingsgesprekken). Aan het begin van de cyclus worden resultaatafspraken gemaakt met iedere medewerker ten aanzien van het verzorgen van onderwijs, werk in de organisatie en professionalisering. Aan het eind van de cyclus wordt de medewerker beoordeeld op realisatie van de afspraken. Ter ondersteuning van het personeelsbeleid is in 2005 het HR-project Professionalisering en Implementatie in het leven geroepen. Doelstelling van het project is het opzetten en uitvoeren van deskundigheidsbevorderingstrajecten voor onderwijzend en ondersteunend personeel ter ondersteuning van de strategie van de HR. Het project ondersteunt noodzakelijke veranderingen op het terrein van onderwijs, personeel en organisatie. Voor docenten gaat het om kennis en vaardigheden op het gebied van onderwijskunde, didactiek, ICT en het ROM (studieloopbaancoaching, actualiseren van vakkennis, praktijksturing, internationalisering en nieuwe taken zoals toegepast onderzoek). NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 37/65

38 De opleidingen/clusters verwoorden in een eigen scholingsplan dat past binnen het HRbeleid de plannen met betrekking tot professionalisering van hun personeel voor de komende 4 jaar. Professionalisering is gekoppeld aan de gesprekscyclus die HR-breed wordt toegepast. In 2007 wordt veel aandacht besteed aan de implementatie van de gesprekscyclus (planningsgesprekken, evaluatiegesprekken, beoordelingsgesprekken en POP-gesprekken). Nieuwe docenten nemen deel aan een inwerkprogramma. Van het reguliere budget wordt 10% ingezet voor deskundigheidsbevordering. De opleiding CMD heeft veel docenten met veel praktijkkennis, en het team is nog relatief jong, de gemiddelde leeftijd bedraagt 39 jaar. Het aantal deeltijd docenten is hoog (84%), met kleinere aanstellingen van één of twee dagen. Het verloop onder deeltijders met een kleine aanstelling is volgens de studenten nogal hoog. Het panel constateert dat het personeelsbeleid een clusterbrede (CMI) activiteit is. Zij stelt op basis van diverse documenten en het gesprek met het onderwijsmanagement vast dat de opleiding het belangrijk vindt dat de docenten beschikken over de benodigde competenties voor curriculumontwikkeling, de uitvoering van competentiegericht onderwijs en studieloopbaancoaching. Er zijn budgetten voor scholing en deskundigheidsbevordering en elke docent heeft ruimte voor gerichte bij- en nascholing. Er vinden jaarlijks plannings- en beoordelingsgesprekken plaats. In de planningsgesprekken komen drie thema s aan de orde: werken in de organisatie, werken in het onderwijs en professionalisering. Het panel concludeert op basis van het materiaal dat zij heeft ingezien en het gesprek met de docenten dat er regelmatig dergelijke gesprekken worden gevoerd. Jaarlijks wordt een scholingsplan opgesteld, waarbij de norm van 10% van de arbeidstijd voor professionalisering wordt ingevuld. In de planningsgesprekken wordt bekeken welke scholing nodig is, docenten kunnen ook zelf een voorstel doen. Binnen het scholingsplan zijn het ROM, de pillars en het docentprofiel de belangrijkste uitgangspunten voor de professionalisering. In het afgelopen jaar is aandacht besteed aan de didactische aantekening, het op peil houden en vergroten van de vakkennis, trainingen in slc, en studiedagen voor het hele team. De opleiding geeft nu extra aandacht aan scholing in het kader van studieloopbaancoaching. Op basis van inzage van curricula vitae stelt het panel vast dat het opleidingsniveau van de docenten passend is. Docenten hebben relevante opleidingen hoger onderwijs gevolgd. In een aantal gevallen zijn zij bijgeschoold op terreinen die betrekking hebben op de verschillende domeinen van de opleiding en didactiek. Een personeelsenquête geeft aan dat het merendeel van de medewerkers tevreden is over hun ontwikkelmogelijkheden binnen hun functie, over de plannings- en beoordelingsgesprekken, over de mogelijkheden om op de hoogte te blijven van het vakgebied, over de aandacht voor scholingswensen, over de sfeer, de organisatie en de samenwerking. Het merendeel vindt de opleiding inspirerend. Minder tevreden zijn ze over de introductieperiode, men wil beter geïnformeerd worden. De deskundigheden van de docenten wordt gemeten via de onderwijsevaluaties en het Tevredenheidsonderzoek. Daaruit en uit het gesprek blijkt dat de studenten over de vakinhoudelijke en didactische deskundigheid van de meeste docenten tevreden zijn. Ze 38/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

39 vinden de docenten goed op de hoogte van de beroepspraktijk. Zij missen echter een stimulerende rol van de docenten en vinden hun bereikbaarheid niet altijd even goed. De alumni zijn in het gesprek positief over de kwaliteit en deskundigheid van de docenten. Zowel bij het management als bij de docenten heeft het panel veel aandacht voor en een open houding ten opzichte van actuele ontwikkelingen waargenomen. Ook het werkveld constateert dat in de gesprekken met het panel: de docenten letten goed op actuele ontwikkelingen en hebben op basis daarvan vernieuwingen doorgevoerd en projecten ingevoerd. Het werkveld vindt dat het docentenkorps technisch en inhoudelijk voldoende is geschoold en over voldoende flexibiliteit beschikt om in te spelen op nieuwe technische en onderwijskundige ontwikkelingen. Het management geeft in het gesprek aan dat er een gewenst docentprofiel is ontwikkeld, waarbij ROM leidend is ten aanzien van de didactische kwaliteiten. De opleiding heeft een recruiting bureau ingeschakeld om vacatures voor designdocenten op een goede manier op te vullen. Er zal in de komende tijd aandacht worden besteed aan het scholen van docenten om hen een meer inspirerende houding ten opzichte van de studenten in te laten nemen. In het Taaktoedelingsinstrument (TTI) wordt meer tijd voor afstudeerbegeleiding en stagebegeleiding opgenomen. Er wordt een introductieprogramma voor nieuwe docenten opgezet. Het panel stelt vast dat de opleiding/ het cluster goed aandacht besteedt aan de kwalificaties en de professionalisering van de docenten en hiermee aan het behoud van de gewenste kwaliteit. Onderwerp 4 Voorzieningen Facet 4.1 Materiële voorzieningen Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR streeft op het gebied van huisvesting en voorzieningen naar een hoge kwaliteit. Dit betekent dat er voor studenten en medewerkers sprake is van een plezierige studeeren werkomgeving. Om goede huisvesting te realiseren wordt geïnvesteerd in de bestaande bouw en wordt nieuwbouw gerealiseerd. Een onderdeel van het ROM is gericht op de onderwijsorganisatie. In de notitie Onderwijsorganisatie Heroverwogen is beleid geformuleerd gericht op verbetering van de kleine kwaliteit. Dit betekent concreet dat vanaf 2004 een hogeschoolbrede roosterorganisatie wordt ingevoerd, roosterprocessen worden herzien en bedrijfstijden en de docentbelasting worden aangepast. De directeuren zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het beleid. De opleiding CMD heeft deze roosterstructuur nu gerealiseerd, met vier onderwijsperioden per jaar van tien lesweken, twee roostervrije NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 39/65

40 dagdelen per opleiding en een hogeschooldag met aanbod van keuzeonderwijs, deficiëntieonderwijs en minors. Per 1 september 2007 is de opleiding/ het cluster Media aan de Maas gehuisvest in een pand aan de Pieter de Hooghweg. De opleiding heeft de beschikking over verschillende lokalen: theorie- en computerlokalen en projectruimtes. Er zijn veel pc s. Het panel heeft tijdens de rondleiding veel audiovisuele middelen aangetroffen. Er is een behoorlijk aantal inlogpunten. Ten tijde van het bezoek was een deel van het gebouw (een uitbreiding, waarin twee ICT-lokalen, een studielandschap en een collegezaal gepland zijn) nog niet gereed. Alle betrokkenen geven aan dat dit geen onoverkomelijke hinder geeft om het onderwijsprogramma uit te voeren. Over het oude gebouw aan de Wijnhaven waren de studenten tevreden. Er zijn nog geen evaluatieve gegevens over het vernieuwde gebouw voorhanden, maar naar de indruk van het panel zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen voldoende toereikend zijn om het programma uit te voeren. Het nieuwe pand is berekend op 1500 studenten (nu 1200) en er komen veel voorzieningen in zoals een studielandschap, kantine, een projectieruimte, het Leerwerkbedrijf en vier studio s. De docenten hebben de beschikking over ruime kamers. Facet 4.2 Studiebegeleiding Vt: voldoende Dt: voldoende Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studieloopbaancoaching (SLC) is een belangrijk onderdeel van het ROM. Daarom hebben de opleidingen in elke studiefase SLC in het programma opgenomen. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de kadernotitie Studieloopbaancoaching aan de HR (2006). SLC maakt deel uit van het studentgestuurde onderwijs en omvat onderdelen als oriëntatie op de studie en beroep, selectie, bewaken en bevorderen van de studievoortgang, planning van studie en loopbaan, bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en het opbouwen van een netwerk. De professionele ontwikkeling van de student staat in de SLC centraal. De student leert onder begeleiding van een (zo mogelijk door de HR gecertificeerde) studieloopbaancoach de individuele ontwikkeling van de studieloopbaancompetenties en de eigen studievoortgang te bewaken en te sturen, gericht op de door de opleiding beoogde eindkwalificaties. Ook bij de invulling van de keuzemogelijkheden binnen het programma vervult SLC een belangrijke functie. De HR werkt thans in het kader van SLC aan de invoering van een digitaal portfolio. Het digitaal portfolio is een ruimte binnen het programma N@tschool waarin studenten hun materialen kunnen verzamelen. Aan de hand hiervan kunnen studenten laten zien welke competenties zijn gerealiseerd en welke nog moeten worden aangeleerd. 40/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

41 Vooral van deeltijd studenten wordt verwacht dat zij vanaf de start voor een deel van hun opleiding zelf richting en invulling geven aan het (standaard)programma. SLC is daarom minstens even noodzakelijk als bij de voltijdstudenten. Een goede implementatie van de SLC wordt bevorderd door de taskforce Diversiteit en Studieloopbaancoaching. De opleidingen worden in de gelegenheid gesteld studenten in te zetten voor peer-coaching, dat wil zeggen ouderejaars studenten die als mentor of tutor ondersteuning bieden aan andere studenten. Deze extra begeleiding heeft als oogmerk de studievoortgang te bevorderen, uitval te voorkomen, en het studierendement te verbeteren. Er wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid een negatief bindend studieadvies (BSA) uit te brengen met een drempel zoals is vastgelegd in het OER. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van inhoudelijke selectiecriteria. Het beleid met betrekking tot de informatievoorziening is gericht op bevordering van de studievoortgang en op de behoeften van de studenten. Ten aanzien van de informatievoorziening zijn door de hogeschool een aantal concrete streefdoelen geformuleerd. In 2007 wordt een nieuw studentvolgsysteem (Osiris) geïntroduceerd dat ook voor de SLC van belang is. SLC is een aparte leerlijn in het programma van de opleiding CMD met een omvang van 5% van het curriculum. Sinds wordt een gestructureerd programma voor SLC gebruikt. Het panel vindt het beleid rond SLC goed beschreven in de Nota Studieloopbaancoaching, 2006 en in de Studiegidsen. Voor de docenten is er de Docenthandleiding Studieloopbaancoaching en portfolio (2005). Elke student heeft een slc-coach. SLC is een combinatie van groepswerkvormen en individuele gesprekken aan de hand van een portfolio. SLC vindt regelmatig plaats en is deels verplicht. De SLCdocent heeft de volgende taken: hij is studievoortgangbewaker, mentor en reflectiedocent. De student houdt gedurende zijn studie dezelfde begeleider. In het eerste jaar is er een vrij strakke begeleiding en veel aandacht voor de studievoortgang. In het tweede jaar is er veel aandacht voor de keuzeprocessen en in het derde jaar vindt reflectie op de stages plaats. Het vierde jaar staat in het teken van de begeleiding bij de (voorbereiding) van het afstudeertraject (zelfsturend). Voor de deeltijdstudenten is een apart programma ontwikkeld dat met name gericht is op de aansluiting tussen werk en opleiding. Deeltijdstudenten worden ook individueler begeleid. De studenten vertellen dat zij hun digitale portfolio gebruiken bij deze gesprekken waarin onder andere reflectie op hun ontwikkeling plaatsvindt. De docenten krijgen voor deze taak aparte uren en dienen een SLC-certificaat te hebben. Een paar docenten loopt nu cursussen om een dergelijk certificaat te krijgen. De studenten hebben bij hun stages een begeleider vanuit school en één vanuit het bedrijf. Het beleid rond de stagebegeleiding en afstudeerbegeleiding is volgens het panel goed beschreven in de betreffende handleidingen. De studenten geven aan tevreden te zijn over de stagebegeleiding. De docent komt minstens twee keer tijdens de stage langs. Ze zijn redelijk tevreden over de informatievoorziening. Ook de deeltijdstudent is tevreden over de begeleiding. Het panel stelt op basis van het gesprek met de werkveldvertegenwoordigers vast dat de opleiding het werkveld voldoende informeert over wat er van hen verwacht wordt op het gebied van begeleiding. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 41/65

42 Het panel constateert dat er waardering is voor de verschillende begeleidingsvormen en oordeelt positief over de inspanningen van de opleiding om SLC goed uit te voeren. Het Tevredenheidsonderzoek 2005 over de informatievoorziening gaf een score van 43% tevreden studenten. 27% van de alumni is tevreden. Uit het zelfevaluatierapport en het gesprek blijkt dat de studenten tevreden zijn over de studiegids en het studiemateriaal. Studenten geven aan dat ze (te) weinig inzicht hebben in hun studievoortgang. Cinfo werkte niet naar behoren en een aantal docenten houdt zich niet aan de termijn voor het aanleveren van de cijfers. Het panel heeft als oordeel een voldoende gegeven, gezien de problemen rond de informatievoorziening. Er is al een aantal verbeteringen ingang gezet waar het panel waardering voor heeft: er is een communicatiemedewerker aangetrokken, het nieuwe studentvolgsysteem Osiris is ingevoerd, er is een studentcoördinator ingesteld die de studenten op de hoogte moet houden van allerlei zaken die de opleiding betreffen en een stagecoördinator die alles rond de stage moet regelen. Ook dienen docenten de cijfers binnen vier weken bekend te maken en worden de roosters nu minimaal een week voor een kwartaal bekend gemaakt. De informatievoorziening via intranet is nu een stuk verbeterd. Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Facet 5.1 Evaluatie resultaten Vt: goed Dt: goed Criterium: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het kwaliteitsbeleid van de HR staat beschreven in het document Kwaliteitszorgbeleid bij de Hogeschool Rotterdam (2006). Het motto is: Kwaliteit is doelbereiking. Het kwaliteitszorgkader is ontleend aan het strategisch beleid van de HR en aan het accreditatiekader van de NVAO. Het kader is verder uitgewerkt in concrete streefdoelen voor de HR. Het kwaliteitsbeleid van HR berust op drie pijlers. Ten eerste de beleids- en jaarplancyclus van planning en control. Basis voor het management en sturing is de planvorming van het cluster zoals dat is vastgelegd in het strategisch beleidsplan van het cluster. Binnen de P&C-cyclus worden de beleidsterreinen financiën, onderwijs en kwaliteit van management en sturing onderscheiden. Het jaarlijkse managementcontract met prestatiedoelen vervult hierbij een centrale rol. Een tweede pijler is de interne kwaliteitszorgsystematiek van opleidingen waarin cyclisch en methodisch wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering. De kwaliteitszorg heeft betrekking op de domeinen onderwijskwaliteit, kwaliteit van management en sturing, operationele kwaliteit. In het HRkwaliteitskader zijn onder genoemde domeinen de NVAO-criteria opgenomen. De HR 42/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

43 heeft de NVAO-criteria en de HR-doelen uitgewerkt in toetsbare streefdoelen. Binnen dit kader ontwikkelen de opleidingen hun eigen kwaliteitsbeleid. Een derde en laatste pijler is Auditing, Monitoring en Control (AMC). Het bureau AMC is relatief zelfstandig en biedt het college van bestuur onafhankelijke informatie. Ook heeft het AMC een adviestaak. Als onderdeel van het kwaliteitsbeleid voert het AMC periodiek audits uit bij de opleidingen. Dit gebeurt halverwege de accreditatiecyclus. De interne audits hebben zowel een verantwoordingsfunctie als een spiegelfunctie. De opleidingen meten periodiek in welke mate de streefdoelen zijn gerealiseerd. Bij deze metingen wordt in ieder geval de mening van de studenten over de inhoud en vorm van het onderwijs gevraagd. De HR verricht eens per twee jaar een studententevredenheidsonderzoek (STO). Het laatste is in 2005 gehouden. Eind 2007 vindt een nieuw STO plaats waarvan de resultaten in het voorjaar van 2008 wordt gepubliceerd. De hogeschool beschikt over het DocumentatieKwaliteitsbeheerSysteem (DKS) van Infoland om kwaliteitszorg digitaal te ondersteunen. Het systeem biedt applicaties waarmee een intern kwaliteitszorgsysteem kan worden opgebouwd en onderhouden. Documenten kunnen voor externen (visitatiepanels) beschikbaar gesteld via de Compliance Manager. Het panel heeft het kwaliteitsbeleid van de opleiding CMD aangetroffen in de clusternotitie Kwaliteitszorg. De basis wordt gevormd door de kaders van de hogeschool. De opleiding (het cluster) onderscheidt vier kwaliteitsdomeinen: onderwijskwaliteit, operationele kwaliteit, kwaliteit management en sturing en kwaliteitszorg. Voor elk van deze domeinen zijn streefdoelen geformuleerd waarbij verschillende doelgroepen met verschillende evaluatie-instrumenten worden bevraagd. De opleiding geeft in een schema aan op welk moment, welk onderdeel en op welke wijze geëvalueerd wordt. Elk jaar wordt een pdca-overzicht ingevuld waarin een samenvatting wordt gegeven van punten die verbeterd moeten worden en welke verbeteracties ondernomen worden. De opleiding werkt met een kwaliteitszorgkalender, dat volgens het panel een goed planningsinstrument is en alle betrokkenen goed informeert. Om de kwaliteit te meten maakt de opleiding naast de hogeschoolbrede Tevredenheidsonderzoeken (studenten en docenten) gebruik van schriftelijke module- en projectevaluaties en mondelinge evaluaties. Het panel constateert dat de opleiding het afgelopen jaar veel aandacht besteed heeft aan het opbouwen van de onderwijskwaliteit. Er zijn nu systematische onderwijsevaluaties opgezet: alle streefdoelen worden periodiek geëvalueerd. De opleiding is zelf nog niet helemaal tevreden: zij wil de terugkoppeling van de resultaten nog beter stroomlijnen en acties ondernemen om de respons te verhogen. Het panel is van oordeel dat de opleiding de kwaliteitszorg in principe goed heeft vormgegeven: de uitgangspunten en plannen zijn helder beschreven, en er vinden (recent) een aantal evaluaties plaats volgens de hierboven genoemde plannen en de pdca-cyclus. Verder heeft het panel streefnormen aangetroffen waaraan de resultaten zullen worden getoetst. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 43/65

44 Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering Vt: goed Dt: goed Criterium: - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR stimuleert dat clusters/opleidingen onderzoek doen naar de oorzaken van het niet bereiken van de streefdoelen. Voorts wordt van elk cluster/opleiding een kwaliteitszorgplan verwacht waarin de interne kwaliteitszorg is uitgewerkt aan de hand van de PDCA-cyclus en waarin is vastgelegd hoe is geborgd dat voor elk kwaliteitsaspect het proces van kwaliteitsverbetering plaatsvindt. Naar aanleiding van evaluaties en nader onderzoek stellen clusters/opleidingen verbeterplannen op, waarin verbeteracties, doelen, termijnen en verantwoordelijkheden worden beschreven. De verbeterplannen kunnen worden opgenomen in de managementcontracten. Het panel constateert dat de opleiding CMD/het cluster de afgelopen tijd veel aandacht heeft besteed aan het formaliseren van interne processen en van de organisatie. Door middel van de Tevredenheidsonderzoeken en de module- en projectevaluaties worden gegevens verzameld over de operationele kwaliteit. De doelen zijn geformuleerd rond vijf speerpunten: roosters, studiepunten en studievordering, voorzieningen, bereikbaarheid en communicatie- en informatievoorziening. Daarnaast wordt in de evaluaties veel aandacht besteed aan de onderwijsinhoud en programmering van het onderwijsaanbod. De ontwikkelstappen en de producten worden regelmatig gereviewed en indien nodig bijgesteld. De opleiding voert haar verbeteracties uit op basis van strategisch beleid en periodieke evaluaties volgens vaste procedures. De resultaten van onderwijsevaluaties worden besproken in diverse overlegvormen als de medezeggenschapsraad, het vakgroepcoördinatorenoverleg en de toetscommissie. Hieruit komen voorstellen ter verbeteringen aan het management. Deze bepaalt vervolgens welke verbeteringen op welke termijn worden doorgevoerd. De verbeteracties zijn vastgelegd in een pdca-overzicht. De directeur van het cluster bewaakt de voortgang. Het bedrijfsbureau is vervolgens verantwoordelijk voor het plannen en uitvoeren van de verbeteracties. Het panel heeft tijdens haar bezoek tastbare en positieve bewijzen gezien van verbeteracties op basis van evaluaties. Kleine verbeteracties worden meteen door het docententeam opgepakt. Grotere verbeteracties worden door het management aangestuurd. Voorbeelden van grotere verbeteracties zijn: betere aansturing, verbetering van de aansluiting op de vooropleiding, toetsing, SLC en verbetering van de interne communicatie en organisatie door het aanstellen van coördinatoren. Het panel constateert dat de opleiding op een goede manier omgaat met de evaluatieresultaten. 44/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

45 Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR verwacht van clusters/opleidingen dat zij kunnen aantonen op welke wijze medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld zijn betrokken bij evaluatieonderzoek en het formuleren van verbeterplannen. Het panel stelt vast dat vooral docenten en de voltijdstudenten betrokken zijn bij de kwaliteitszorg. De studenten zijn betrokken bij de Tevredenheidsonderzoeken van de hogeschool, de module-evaluaties en projectevaluaties. Docenten zijn met name betrokken bij het hogeschoolbrede Medewerkerstevredenheidsonderzoek. Het panel stelt vast dat de betrokkenheid van de studenten bij evaluatieactiviteiten beter kan: er is een vrij lage respons. Ook de inbreng vanuit het werkveld (stage- en afstudeerbegeleiders) en de alumni kan worden verbeterd. Het panel stelt vast dat de opleiding pas recent begonnen is met het actief en gestructureerd betrekken van deze groeperingen. Zo geven de afgestudeerden in het gesprek aan dat zij pas vrij recent benaderd zijn voor het geven van evaluatieve feedback. Ongeveer de helft van de studenten geeft aan tevreden te zijn hoe de opleiding omgaat met hun klachten en over de wijze waarop de evaluaties leiden tot verbetering van het onderwijs. 74% van de docenten (MTO) is tevreden over de inspraakmogelijkheden: er wordt veel geëvalueerd en de resultaten worden meteen teruggekoppeld. De opleiding heeft een actieve Adviesraad met vertegenwoordigers uit de Rotterdamse regio. Deze commissie komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Uit de verslagen van deze vergaderingen, die het panel heeft ingezien, blijkt dat er inhoudelijk gesproken wordt over de afstemming tussen onderwijs en beroepspraktijk. Gesproken is onder meer over het competentieprofiel CMD, de clustervorming en ontwikkelingen binnen het beroepsdomein in relatie tot het curriculum. Uit de gesprekken met de adviesraad stelt het panel vast dat deze goed wordt betrokken bij de invulling van het curriculum. De raad geeft aan dat er voldoende naar haar opmerkingen en suggesties wordt geluisterd. Ook andere werkveldcontacten, zoals stagebiedende organisaties, worden regelmatig betrokken bij de inhoudelijke discussies. De opleiding heeft een aantal maatregelen genomen om de betrokkenheid van de verschillende groeperingen te verbeteren. Studenten kunnen hun klachten naar één mailadres sturen en krijgen binnen twee weken een reactie. De evaluatieresultaten en de te nemen verbeteracties zullen via nieuwsbrieven worden teruggekoppeld. Alumni zullen beter worden benaderd via alumnidagen, workshops en evenementen. Samenvattend stelt het panel vast dat docenten, studenten en werkveld in voldoende mate betrokken zijn en worden bij de kwaliteitszorg van het onderwijs maar een duidelijker rol van alumni is naar het oordeel van het panel nodig. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 45/65

46 Onderwerp 6 Resultaten Facet 6.1 Gerealiseerde niveau Vt: voldoende Dt: voldoende Criterium: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De HR verwacht van de clusters/opleidingen dat periodiek onderzoek wordt gedaan onder afgestudeerden naar hoe de opleiding achteraf wordt gewaardeerd. De aandacht gaat in het bijzonder uit naar het bereikte niveau en de aansluiting op de beroepspraktijk. Het panel stelt vast dat door de toetsing tijdens de thema s, de stage en het afstuderen duidelijk wordt of de studenten alle competenties en bekwaamheidsvereisten op het vereiste niveau beheersen. Daarbij hanteert de opleiding een aantal ijkpunten om te beoordelen of de studenten de beoogde eindkwalificaties inderdaad hebben bereikt. Belangrijk ijkpunt is het niveau en de inhoudelijke oriëntatie van het eindexamenwerk. Deze opdracht heeft altijd een externe opdrachtgever. Hierin moet het bachelorniveau en de inhoudelijke specialisatie voor één of meerdere beroepsrollen tot uitdrukking komen. De afstudeerscriptie richt zich op een onderzoeksvraag op het terrein van interactieve multimedia en wordt uitgevoerd bij een bedrijf. De studenten moeten een kritische reflectie geven op het vak van multimedia ontwerper vanuit de gevolgde minor. Het panel heeft vooraf veertien afstudeerscripties ingezien en geconstateerd dat de beoordeling van de afstudeerscripties daadwerkelijk plaatsvindt aan de hand van ijkpunten. Met deze procedure wordt volgens het panel voldoende gegarandeerd dat de studenten het hbo-niveau halen. De alumni geven aan (Alumni-enquete, 2007) dat ze de competenties voldoende tot goed beheersen (20% response). Het werkveld vindt de afgestudeerde een goede intermediair tussen verschillende disciplines: de afgestudeerden bewegen zich gemakkelijk en zijn praktijkgericht. Volgens hen kan de opleiding geen designers afleveren, wel breed opgeleiden met een goede basis. Afgestudeerden leren vervolgens wel in de praktijk waar hun kracht ligt. Elementen die ze missen in de opleiding zijn: projectmanagement, budgetmanagement en ondernemerschap. Ook aan Engels dient meer aandacht besteed te worden. Het werkveld miste deze aspecten ook. Eén vertegenwoordiger van het werkveld is van mening dat het hbo-niveau van sommige scripties wat hoger mag, sommige waren in haar optiek net voldoende. De andere werkveldvertegenwoordigers zijn in het algemeen van oordeel dat het niveau voldoet. Volgens de docenten uit het hbo-niveau zich in aspecten als conceptontwikkeling, diepgang van het ontwerp, bewust zijn van procesmatig werken, zelfstandig problemen kunnen oplossen. In de scriptie, projecten en onderzoek komt volgens hen ook het contextuele en reflectieve aan de orde. 46/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

47 De meeste studenten geven aan tevreden te zijn over de mate waarin de opleiding hen heeft opgeleid voor het beroep. De afgestudeerden beoordelen de aansluiting van de opleiding op hun functie als goed of voldoende. Uit het alumnionderzoek blijkt dat de meeste gaan werken na de opleiding. Studenten die een master zijn gaan volgen zijn naar Nyenrode Universiteit gegaan en naar de UvA: de master Media en Cultuur. Het panel vindt de kritische opmerkingen ten aanzien van de diepgang van de opleiding bevestigd in de elf afstudeeropdrachten die zij heeft ingezien. De werkstukken zijn sterk beschrijvend van aard, en sterk marketing- en webgeoriënteerd. Er is veel aandacht voor het proces en de onderbouwing, maar minder aandacht voor het product. Prototypes zijn bijvoorbeeld niet erg uitgewerkt en hebben meer de vorm van een schets of een demo. De vraag is ook of het niveau van de techniek -competenties wel wordt behaald. Het panel vindt de meeste scripties van voldoende kwaliteit, maar vindt de onderwerpenkeuze heel eenzijdig: veel scripties op het gebied van marketing en communicatie. Deze zijn niet altijd voldoende diepgaand. Hoewel de opleiding onderscheidend is door de gerichte aandacht voor marketing, wil zij zich toch niet door middel van dit deeldomein profileren, maar door middel van het deeldomein design. Dit laatste heeft het panel evenwel niet in het voorgelegde afstudeerwerk kunnen terugzien. De werkstukken zijn in het algemeen adequaat beoordeeld. Het merendeel van de afstudeeropdrachten heeft een relevante vraagstelling en er worden onderzoeksmethoden gebruikt als interviews en statistische technieken, literatuur- en marktonderzoek, desk research. Het panel stelt vast dat in het merendeel van de werkstukken de conceptuele fase net voldoende is. Het panel heeft als eindconclusie dat de competenties die de opleiding zegt na te streven met haar onderwijsprogramma, gezien het ambitieniveau ervan, niet alle voor de 100% behaald kunnen worden (zie ook paragraaf 2.1). Dit geldt vooral voor de techniek competenties en in mindere mate voor de designcompetenties. Het panel pleit dan ook voor een duidelijker profilering van de opleiding CMD en een duidelijker accent in het onderwijs in lijn met deze profilering. Facet 6.2 Onderwijsrendement Vt: voldoende Dt: voldoende Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het college van bestuur heeft in 2005 het onderwijsrendement tot een van de speerpunten van het beleid verheven. Het rendement is een vast onderdeel van het managementcontract. De HR verwacht van de clusters/opleidingen dat streefcijfers worden geformuleerd voor het propedeuserendement, het afstudeerrendement, de studieduur van studiestakers en de studieduur van afstudeerders. Als de resultaten niet in overeenstemming zijn met de streefcijfers volgt een verklaring/analyse. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 47/65

48 De eigen rendementsgegevens van de opleidingen worden vergeleken met die van andere soortgelijke opleidingen in Nederland of elders; indien er sprake is van afwijkingen worden deze geanalyseerd. Indien nodig wordt verbeterbeleid uitgevoerd. De instroom bedraagt zo n studenten per jaar. De opleiding heeft ruim 670 studenten, waarvan 20 deeltijders (2006), en is daarmee de grootste opleiding binnen het cluster Media aan de Maas. In het rendementsplan heeft de opleiding een streefcijfer opgevoerd voor de instroom in de komende jaren: 175 studenten in 2008, 225 in 2009 en 275 in De instroom heeft de afgelopen jaren een onregelmatig verloop getoond mede door de loskoppeling van de Willem de Kooning Kunstacademie en de numerus fixus die gold in het studiejaar Ook door veel concurrerende opleidingen in de regio is het aantal studenten verminderd. De opleiding vindt dat het aantal studenten te ver is afgenomen en zoekt versterking van de instroom met name bij mbo-studenten. De aanpak heeft succes gehad, want de instroom in 2007 bedroeg 54 studenten. Het panel heeft de volgende (HR-brede) streefnormen aangetroffen: een propedeuserendement: na 1 jaar van 50%, na 2 jaar 60%; een afstudeerrendement na 4 jaar 45%, na 5 jaar 55%, na 6 jaar 60%; de uitval: na 1 jaar 25%, na 2 jaar in totaal maximaal 35%; studieduur van uitvallers: maximaal 1,35 jaar; studieduur voor gediplomeerden: maximaal 4,5 jaar. Het panel constateert dat de opleiding haar eigen streefcijfers niet haalt, met name wat betreft uitval. De uitval is hoog, na twee jaar 49% (2004) en na 3 jaar 50% (2003). Volgens het management wordt dit veroorzaakt door verkeerde verwachtingen bij de studenten, het brede onderwijsaanbod, waarvan techniek soms forse problemen oplevert, onvoldoende informatie over studievoortgang en het herkansingenbeleid. Bij het deeltijd is de uitval bijzonder hoog, 52% na één jaar en 82% na twee jaar (2005). Volgens de opleiding wordt het deeltijdonderwijs met twee problemen geconfronteerd: een beperkte instroom (in is geen groep gestart) en een hoge uitval wegens een te zware studielast. De deeltijdstudenten volgen hetzelfde programma als de voltijdstudenten, maar moeten dat in de helft van de tijd doen in combinatie met hun werk. Het panel constateert dat de opleiding ook het streefcijfer van het propedeuserendement niet haalt, 48% na twee jaar (2004) en 31% na één jaar (2006). De afgestudeerden hebben de studie in een snel tempo afgerond, binnen de 4 jaar. De gemiddelde studieduur van de studiestakers ligt rond de 1 jaar. Het afstudeerrendement bedraagt 81%. Het panel constateert dat het management hard werkt aan maatregelen om het rendement te verhogen. SLC wordt geïntensiveerd en zullen er systematische exitgesprekken met studiestakers worden gehouden. Er worden studenttutoren aangesteld om de eerstejaarsstudenten nog beter te ondersteunen. Met mbo-opleidingen in de regio zijn afspraken gemaakt om de doorstroming te bevorderen. Voorts worden docenten geschoold in begeleiding en het maken van modulen, een goede uitvoering van de pdca-cyclus en extra begeleiding van de 5 e jaars. Voor het studiejaar komen daar nog de volgende maatregelen bij: niveau- en tempodifferentiatie, aanbieden van bijspijkeronderwijs, aanbieden van een English stream, betere voorlichting aan potentiële studenten, betere SLC, het instellen van een kwalitatieve BSA-norm, herkansingen op onderdelen en betere informatie over de studievoortgang. 48/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

49 Bij het deeltijdonderwijs zijn de volgende maatregelen getroffen: er is een aparte voorlichtingscampagne voor deeltijd ontwikkeld, er worden aanvullende toelatingseisen gesteld zoals een relevante functie van tenminste 16 uur per week en intakegesprekken om te bezien waar vrijstellingen kunnen worden gegeven. Deeltijdstudenten krijgen automatisch vrijstelling voor ABV, keuzemodulen, design skills en de modulen media en creativiteit in jaar 1 aangezien zij de bijbehorende competenties vaak al in hun werk hebben opgedaan. Voor de zittende deeltijders is de studielast nu over meerdere jaren uitgespreid, aangezien studenten deels vrijstellingen krijgen voor de stage. Ook de onderwijsprogrammering verandert: in plaats van standaardopdrachten en modulen, krijgen deeltijdstudenten nu werkboeken met taken die zij vooral op hun werkplek moeten uitvoeren. Het panel heeft waardering voor de activiteiten om het rendement te verbeteren. Het panel heeft mede vanwege de getroffen maatregelen als oordeel een voldoende. NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 49/65

50 50/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

51 Deel C: Bijlagen NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 51/65

52 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 52/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

53 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt) 53/65

54 54/65 NQA Hogeschool Rotterdam, hbo-bachelor Communication & Multimedia Design (vt/dt)

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Croho: Opleiding: Croho: Accountancy, hbo-bachelor 34406; varianten: voltijd/deeltijd/duaal Fiscale Economie, hbo-bachelor 34409; varianten: voltijd Visitatiedatum:

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Home Opleiding Onderwijsprogramma Organisatie Stages en projecten. Zoek

Home Opleiding Onderwijsprogramma Organisatie Stages en projecten. Zoek Home Opleiding Onderwijsprogramma Organisatie Stages en projecten Zoek Home Opleiding Onderwijsprogramma Organisatie Stages en projecten CMD Amsterdam Studie programma Ontwerpopleiding voor interactieve

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) 34401 (BE), 34414 (FSM)

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) 34401 (BE), 34414 (FSM) Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Varianten: Croho: Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) 34401 (BE), 34414 (FSM) Visitatiedatum: 5 oktober

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Willem de Kooning Academie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Willem de Kooning Academie Opleiding: Croho: Opleiding: Croho: Autonome Beeldende Kunst, bachelor; 39110, varianten: voltijd en deeltijd Vormgeving, bachelor; 39111, varianten:

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Willem de Kooning Academie

Hogeschool Rotterdam Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam Willem de Kooning Academie Opleiding: Docent Beeldende Kunst & Vormgeving, hbo-bachelor; Croho: 39100 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 20 september 2007 Netherlands Quality

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Croho: 34405 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 10 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007 2/63

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Croho: Varianten: voltijd/deeltijd/duaal

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Croho: Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool Rotterdam Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 24 september 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, Tilburg AVANS Hogeschool, Tilburg Opleiding: Technische Bedrijfskunde; hbo-bachelor Croho: 34421 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 9 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2008

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Commerciële Economie, bachelor (incl. specialisatieprogramma SportMarketing & Management) Croho: 34402 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 16 mei

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: 34422 Varianten: voltijd en duaal

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: 34422 Varianten: voltijd en duaal Hogeschool Rotterdam Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: 34422 Varianten: voltijd en duaal Visitatiedatum: 16 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde Hogeschool Rotterdam HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde Netherlands Quality Agency (NQA) juli 2010 2/85 NQA - HRO: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen LE en LTV

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 5 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, mei 2007

Nadere informatie

V2 assessments rooster B. 14 februari 2012 A.W.M. Feleus. gaan testen en kunnen jullie ook zi welk team. Tags: Internationalisering

V2 assessments rooster B. 14 februari 2012 A.W.M. Feleus. gaan testen en kunnen jullie ook zi welk team. Tags: Internationalisering Gepost door Jacub Nolsen Voorzitter opleidingscommissie De opleiding Communication & Multimedia Design (CMD) Amsterdam leert studenten alles over het ontwerpen van online interactieve media. Dit betekent

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Verpleegkunde, hbo bachelor; Visitatiedatum: 20 september 2006

Hogeschool Rotterdam. Verpleegkunde, hbo bachelor; Visitatiedatum: 20 september 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Verpleegkunde, hbo bachelor; voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 20 september 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: 34438 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 4 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007 2/54 NQA - visitatie

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Visitatiedatum: 25 juni 2007 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: 34402 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedatum: 25 april 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Instituut voor EAS, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam Instituut voor EAS, Rotterdam Hogeschool Rotterdam Instituut voor EAS, Rotterdam Opleiding: Autotechniek; hbo-bachelor Croho: 34262 Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 23 en 24 september 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut. Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo master; Variant: voltijd. Visitatiedatum: 17 mei 2006

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut. Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo master; Variant: voltijd. Visitatiedatum: 17 mei 2006 Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut Opleiding: Grafisch Ontwerpen, hbo master; Variant: voltijd Visitatiedatum: 17 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Visitatiedatum: 31 oktober 2006 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Opleiding: Leraar voortgezet onderwijs 1e graad Lichamelijke Opvoeding hbo-bachelor Croho: 35025 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 2 april 2008 Netherlands

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Small Business & Retail Management HBO bachelor; Croho: 34422 Variant: voltijd Visitatiedatum: 25 april 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2007

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Food & Business, hbo bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Instituut voor EAS Opleiding: Industrieel Product Ontwerpen (IPO) Niveau: hbo-bachelor Croho: 34389 Varianten: voltijd

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Instituut voor EAS Opleiding: Industrieel Product Ontwerpen (IPO) Niveau: hbo-bachelor Croho: 34389 Varianten: voltijd Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Instituut voor EAS Opleiding: Industrieel Product Ontwerpen (IPO) Niveau: hbo-bachelor Croho: 34389 Varianten: voltijd Visitatiedata: 23 en 24 september 2008 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool HBO Nederland Hogeschool HBO Nederland Opleiding: Variant: Locaties: Management, Economie & Recht; voltijd hbo-bachelor; Amsterdam, Arnhem, Breda, Groningen, Rotterdam, Utrecht, Weert en Zwolle Visitatiedatum: 2 november

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Gezondheidszorg Technologie; hbo-bachelor Croho: 39219 Variant: voltijd Visitatiedatum: 8 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2008

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Varianten: Verpleegkunde, hbo bachelor voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 27 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2006 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland. Opleidingen: Informatica, bachelor Bedrijfskundige Informatica, bachelor Croho: en Varianten: voltijd

Hogeschool Zeeland. Opleidingen: Informatica, bachelor Bedrijfskundige Informatica, bachelor Croho: en Varianten: voltijd Hogeschool Zeeland Opleidingen: Informatica, bachelor Bedrijfskundige Informatica, bachelor Croho: 34404 en 34479 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 23 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Informatica en Technische Informatica; hbo-bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 34479 (I) en 34476 (TI) Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum:

Nadere informatie

Fontys Hogeschool, Eindhoven

Fontys Hogeschool, Eindhoven Fontys Hogeschool, Eindhoven Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 28 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Visitatiedatum: 11 september 2007

Visitatiedatum: 11 september 2007 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Accountancy; bachelor, croho: 34406 Locaties: Alkmaar, Amsterdam/Diemen, Rotterdam Opleiding: Bedrijfseconomie; bachelor, croho: 34401 Locaties: Alkmaar, Amsterdam/Diemen,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Technische Bedrijfskunde

Hogeschool Rotterdam. Technische Bedrijfskunde Hogeschool Rotterdam Technische Bedrijfskunde Netherlands Quality Agency (NQA) september 2010 2/77 NQA Hogeschool Rotterdam: audit bestaande hbo-bacheloropleiding, Technische Bedrijfskunde Managementsamenvatting

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Management Economie en Recht; hbo-bachelor Croho: 34435 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sitard

Hogeschool Zuyd, Sitard Hogeschool Zuyd, Sitard Opleiding: MZD bachelor; deeltijd Croho: 34538 Opleiding: PBM, bachelor; voltijd Croho: 34125 Visitatiedatum: 14 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Werktuigbouwkunde; hbobachelor Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Visitatiedata: 27 en 28 oktober 2005 Aanvullende onderzoek aug./sept. 2006 Netherlands Quality

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE 28-03-2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Betreft: Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam m ao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam datum 29 september

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Visitatiedatum: 24 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Fontys Hogescholen Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Visitatiedatum: 8 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Facility Management

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Facility Management Hogeschool Rotterdam HBO-Bachelor Facility Management Netherlands Quality Agency (NQA) Augustus 2010 2/67 NQA - Hs. Rotterdam: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Facility Management Managementsamenvatting

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: 34401 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 20 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Commerciële Economie, hbo-bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Arnhem en Nijmegen Visitatiedatum: 19 juni 2007 Netherlands Quality

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede swqo r nederlands - Vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Christelijke Hogeschool Ede

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Opleiding: Pedagogiek; hbo-bachelor Croho: 35158 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 26 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2009 2/69

Nadere informatie

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Avans Hogeschool s-hertogenbosch Avans Hogeschool s-hertogenbosch Opleiding: Technische Informatica; hbo-bachelor Variant: voltijd Croho: 34475 Visitatiedatum: 28 maart 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2007 2/70

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Management, Economie en Recht; hbo-bachelor, croho: 34435 Locatie: Zwolle Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Technische bedrijfskunde; hbo-bachelor Croho: 34421 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 1 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Bestuurskunde & Overheidsmanagement; hbo-bachelor Croho: 34464 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedata: 11 en 12 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedatum: 16 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor ,nuao ~ nederlands~ vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van NHL Hogeschool datum 30

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Integrale Veiligheid, hbo-bachelor Croho: 39201 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 3 juni 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool Zuyd, Maastricht Hogeschool Zuyd, Maastricht Opleiding: Communication & Multimediadesign, hbo bachelor; Varianten: Voltijd Visitatiedata: 12 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006 NQA - visitatie

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Nederland

Christelijke Hogeschool Nederland Christelijke Hogeschool Nederland Opleiding: Media en Entertainment Management hbo-bachelor, croho: 34952 Locatie: Leeuwarden Variant: Voltijd Visitatiedatum: 19 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Technische Informatica, hbo bachelor; Croho: 34475 Variant: voltijd Visitatiedatum: 14 maart 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007 2/49 NQA

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Bestuurskunde & Overheidsmanagement hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34464 Visitatiedatum: 25 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd, deeltijd

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd, deeltijd Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd, deeltijd Visitatiedatum: 4 juli 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie