Milieukwaliteit in Noord-Hollamd 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieukwaliteit in Noord-Hollamd 2000"

Transcriptie

1 PROVINCIE I Rappot N oodl lland Milieukwaliteit in Nood-Hollamd 2000 Afdeling Ondezoek - '-J I +:- w

2 ( Rappot N oodl PROVINCIE ' lland Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000 Afdeling Ondezoek Juni 2001

3 2 Milicukwn lit~it in l'\oud-hu1jan

4 lnhoud 5 Voowood 7 Samenvatting 11 1 Ove dit appot 'De Spiegel' 2 Maatschappelijke ontwikkelingen 3 Kwaliteit lucht 4 Kwaliteit oppevlaktewate 5 Kwaliteit gondwate 6 Kwaliteit (wate)bodem 7 Vestoing 8 Milieukwaliteit en natuu 'Ret Vegootglas' 9 Schiphol 10 Vekee 11 Landbouw Bijlagen Afkotingen Dankwood 3 Millcukwatitcit in Nood-.tollnnd 2000

5 4 Mili('ukwuJil.,it in Nootl-Hollnnd 2000

6 Voowood Het appot 'Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000' is een ovekoepelende appotage ove de kwaliteit van het fysieke milieu. Het appot houdt een spiegel voo met een beeld van de kwaliteit van het goene, gijze en blauwe milieu, en legt een vegootglas op de ondewepen Schiphol, vekee en landbouw. Het appot, ook wel kot aangeduid met 'de MilieuMonito', is gemaakt als ondedeel van de milieubeleidsmonitoing in opdacht van het bueau Stategische Beleidsontwikkeling (SBO) van de afdeling Economie, Landbouw en Milieu (ELM) van de povincie Nood-Holland. De nilieubeleidsmonitoing vekeet nog in een opbouwfase. Bueau SBO wekt momenteel aan een nieuw stategisch Milieubeleidsplan, dat in de loop van 2001 zal uitkomen. Deze MilieuMonito is een achtegonddocument te ondesteuning van dat poces, en wodt in de komende jaen nauwe afgestemd op het nieuw gefomuleede milieubeleid. Daanaast is de MilieuMonito een bon van infomatie voo planvoming, beleidsvoobeeiding en -uitvoeing voo ande povinciaal beleid, bijvoobeeld het Watehuishoudingsplan en Steekplannen. Op basis van de MilieuMonito wodt een bochue samengesteld die geschikt is voo vespeiding onde een bede publiek. Een goot aantal mensen heeft bijgedagen aan de totstandkoming van dit appot. Een ovezicht is achtein opgenomen. Aanspeekpunt voo inhoudelijke vagen is de pojectleide Henk Goenewoud van de afdeling Ondezoek. juni 2001 ds. Sjoed Bosma, MBA, hoofd afdeling Ondezoek 5 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

7 6 Milil:ukwaliteit iu Noo<l-Ilolhmd 2000

8 Samenvatting Dit appot geeft een ovezicht van de milieukwaliteit in de povincie Nood-Holland. Het is opgesteld in het kade van de milieubeleidsmonitoing van de povincie. Voo lucht, wate, bodem en natuu is aangegeven in hoevee kwaliteitsdoelstellingen waden beeikt, waa we op schema liggen en waa spake is van eventuele tekoten of bedeigingen. Waa mogelijk wodt inzicht gegeven in de speiding van milieubelasting en milieukwaliteit in de vom van kaaten. Het appot biedt daamee een basis voo het evalueen van het milieubeleid zoals vastgelegd in het Milieubeleidsplan , en voo het bepalen van de doelen voo nieuw povinciaal milieubeleid. Algemeen Op ondedelen neemt de milieuduk in Nood-Holland af en vebetet de milieukwaliteit. Zo zijn bijvoobeeld de gemiddelde concentaties van een aantal stoffen in de lucht afgenomen en is in veschillende gebieden de vedoging teuggedongen. E zijn echte belangijke ondedelen waa geen vebeteing, of zelfs een veslechteing van de milieukwaliteit is opgeteden. Bijvoobeeld: Het enegiegebuik neemt toe, en daamee de uitstoot van kooldioxide. Ondanks de vebeteingen voldoet de luchtkwaliteit in stedelijke gebieden voo fijn stof en stikstofdioxide nog niet aan de nomen. De geluidbelasting is te hoog en wodt ook mee als geluidhinde evaen. Figuu 0.1 Milieuduk in egio's In gate delen van Nood-Holland voldoet de oppevlaktewatekwaliteit niet aan de nomen. De kwaliteit van de natuu neemt nog altijd af. D CJ D IGJ Agaisch nooden Lage PEHS-zone Hoge PEHS-zone Stedelijk-industieel zuiden :;;;; De milieuduk gaat bovendien in toenemende mate gepaad met 'uimteduk', die zich ook uit in een aantasting van de leefomgeving van mens, die en plant. Het gaat daabij onde mee om de toenemende vespeiding van bonnen zoals vekee en bewoning ove de povincie, de vemindeing en doosnijding van het leefgebieden voo planten en dieen en aantasting van waaden in het landschap. Regionale kenmeken Bon : Povincie Nood-Holland Op basis van de milieuduk en milieukwaliteit is Nood-Holland in globaal vie gebieden te vedelen: Het 'agaische nooden ': het landelijk gebied gofweg boven de lijn Alkmaa-Hoon. De 'lage PEHS' zone: dit is het natte deel van de Povinciale Ecologische Hoofdstuctuu, voonamelijk bestaande uit veenweidegebieden. Het gebied omvat Nood-Hollands Midden, Amstelland, de Vechtsteek en het oostelijk deel van Texel. 7 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

9 De 'hoge PEHS-zon~': dit is het doge deel van de Povinciale Ecologische Hoofdstuctuu, bestaande uit de zandgonden van de duinen en duinzoom (inclusief die van Texel) en het Gooi. Het 'stedelijk-industiele zuiden': Amstedam, IJmond, Noodzeekanaalgebied en de Haalemmemee inclusief Schiphol. De milieuduk in het 'agaische nooden' van de povincie bestaat vooal uit een vootgaande belasting van het oppevlaktewate met bestijdingsmiddelen en meststoffen. Bannen zijn vooal de bollenteelt, maa ook de glastuinbouw en de vollegondstuinbouw. Natuu heeft in dit landelijk gebied weinig uimte. In de '!age PEHS zone' ontstaat de gootste milieuduk doo het inlaten van gebiedsveemd wate (met name vanuit het nooden belast met bestijdingsmiddelen en meststoffen) en achtestallige baggewekzaamheden. Deze egio staat in het bijzonde ond Amstedam stek onde duk van het stedelijk gebied, metals gevolg dat de vestoing goat is, bijvoobeeld in de vom van geluidbelasting en lichtvestoing. In de 'hoge PEHS' liggen omvangijke natuugebieden waa de milieuduk nadelige gevolgen heeft voo de natuukwaliteit. De natuu op de zandgonden - in het bijzonde de kalkame zandgonden - is gevoelig voo ta! van effecten zoa ls gondwatestandsdaling en afname van kwel, neeslag van vezuende en vemestcndc stoffen en vespeiding van veonteinigingen. Daanaast speelt ook de vesnippeing van leefgebieden een ol. De natuu als geheel veeist goede condities op al deze milieu-aspecten. In het 'stedelijk-industiele zuiden' spingen vooal de gevolgen voo de mens in het oog. In dit stek vestedelijkt gebied leidt de goei van weg- en luchtvaatvekee tot een steeds gotee geluidbelasting - waabij oveigens in het binnenstedelijk gebied ook buengeucht een belangijke ban van hinde is. De concentaties fijn stof en stikstofdioxide in de lucht zijn hoog, vooal in het stedelijk gebied van Amstedam (met name de AlO) maa ook in de egio's Schiphol en IJmond. Voo een goot dee! wodt dit veoozaakt doo vekee op dukke binnenwegen en snelwegen. De uimteduk in het zuidelijk dee! van de povincie is zee hoog. s pe hoofdstuk Maatschappelijke ontwikkelingen Mede doo de economische goei in Nood-Holland nemen milieubelastende activiteiten van de mens toe. Zo neemt het enegiegebuik toe, en daamee de uitstoot van kooldioxide. De milieuduk in het stedelijk gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo bedijvigheid, vekee en vevoe en de inwones. De milieuduk in het landelijk gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo agal'ische activiteilen. De hoge milieuduk gaat gepaad met een hoge uimteduk. Kwaliteit lucht Ondanks de econumische goei zijn de emissies van veel stoffen veminded. De luchtkwaliteit is de afgelopen tien jaa niet veel veanded en lokaal zelfs veheted. Gemiddeld genomen voldoet de luchtkwaliteit in Nood-Holland aan de wettelijke genswaaden, maa vooal langs dukke wegen in de steden is de luchtkwaliteit nog een pobleem. 8 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

10 ( ( Kwaliteit oppevlaktewate In wateen met een nevenfunctie natuu zijn in de peiode de algemene kwaliteitsdoelen beeikt; in de oveige gebieden veelal nog niet. Dit geldt niet voo vemestende stoffen en veonteinigingen. De aanwezigheid van vemestende stoffen is in een goat dee! van het Nood-Hollandse oppevlaktewate een pobleem. De concentaties bestijdingsmiddelen in het oppevlaktewate zijn te hoog. De concentaties van de zwae metalen kope, zink en nikkel ook. Kwaliteit gondwate De concentatie vemestende stoffen in het gondwate voldoet op een goot aantal plaatsen niet aan de steefwaade en is vooal in het Gooi te hoog. E zijn elatief weinig poblemen met zwae metalen, hoewel lokaal de steefwaaden ovescheden kunnen waden. Kwaliteit (wate)bodem Het aantal saneingen en bodemondezoeken stijgt constant, maa het is nog niet te voozien of de totale omvang van de bodemsaneingsopeatie voo 2005 in beeld is. De aanwezigheid van bagge in watelopen is een pobleem, zowel vanwege de belasting van het oppevlaktewate met nitaat en fosfaat, als vanwege de aanwezigheid van veonteinigingen. De saneing van watebodems stagneet. Aanvullend ondezoek is nodig om de omvang van <lit pobleem vast te stellen. Ook van de landbodem in het landelijk gebied is elatief weinig bekend. Ve stoing Hoewel het aantal milieuklachten bij de milieuklachtentelefoon afneemt, blijkt uit ondezoek <lat de hinde als gevolg van geluidbelasting toeneemt. Wegvekee en buengeucht zijn de belangijkste oozaken. Gote delen van Nood-Holland kunnen te maken kijgen met wateovelast. Zeespiegelijzing en bodemdaling vomen belangijke aandachtspunten voo de toekomst. De extene veiligheid voldoet aan de nomen voo zove de povincie bevoegd gezag is. Milieukwaliteit en natuu De oppevlakte natuu neemt toe, maa de ealisatie van de Povinciale Ecologische Hoofdstuctuu wodt gehinded doo een bepekte gondmobiliteit. De biodivesiteit in Nood-Holland neemt nog steeds af, zij het minde snel dan vooheen. Met name sooten die!even in voedselame, natte en weinig vestoode situaties gaan stek achteuit. Vogels en zoogdieen laten een minde ongunstig beeld zien dan anfibieen, eptielen, vlindes, libellen en planten. De meeste weidevogels zijn stek achteuitgegaan, maa de inspanningen van het weidevogelbehee lijken effect te hebben. De milieukwaliteit is nog niet oveal goed genoeg voo de natuu. E is een begin gemaakt met het hydologisch hestel van vedoging (gand watestandvehoging en hes tel kwelstomen), maa ecologisch hes tel vegt mee tijd. De neeslag van vezuende en vemestende stoffen is ondanks de afname nog te hoog. Andee poblemen zijn de aanvoe van gebiedsveemd wate (te voedselijk, te veonteinigd), de aanwezigheid van bagge (ban van voedingsstoffen en soms veonteinigd), vespeiding van veonteinigingen en de vesnippeing van leefgebieden. Schiphol Het aantal vliegbewegingen is de laatste tien jaa vedubbeld. Toch is de luchtkwaliteit in de egio vebeted, maa dit 9 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

11 komt vooal doo vemindede emissies van het wegvekee. Het aantal woningen met gote geluidbelasting neemt af. Volgens beekeningen neemt het aantal geluidgehindeden ook af. Uit gezondheidskundig ondezoek blijkt echte dat hinde gote is dan beekend, en dat ook het gebied met hinde gote is dan de gehanteede geluidzone. Het aantal inwones binnen de geucontouen is toegenomen. De beekende isico's zijn toegenomen ten opzichte van Vekee Een steke goei van het vekee zogt voo een gote gebied met een hoge geluidbelasting. De emissie van veschillende milieubelastende stoffen doo het wegvekee daalt. Hoewel de luchtkwaliteit volgens beekeningen in 2010 vebeted zal zijn, woden de landelijke doelstellingen niet gehaald. Momenteel zijn e geen knelpunten met betekking tot extene veiligheid. Landbouw Ren vegelijking op gemeenteniveau toont aan dat de veliesnomen voo 1999 voo de vemestende stoffen fosfaat en stikstof vijwel oveal woden gehaald. De nomen voo 2003 waden waaschijnlijk ook gehaald. Toch is de belasting van het oppevlaktewate met vemestende stoffen te hoog. Volgens landelijke modelbeekeningen is in heel Nood Holland spake van fosfaatvezadiging van landbouwgonden. De eductiedoelstellingen voo bestijdingsmiddelen v1oden niet gchaald. De belasting van bestijdingsmiddelen leidt tot te zwae belasting van het oppevlaktewate. Het enegiegebuik in de glastuinbouw is de laatste jaen gestabiliseed. Het halen van de doelstelling voo enegieefficientie vegt echte nog een gote inspanning. 10 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

12 1 Ove dit appot 1.1 lnleiding De povincie steeft naa een duuzame samenleving, waain een leefbaa Nood-Holland kan woden nagelaten aan de volgende geneaties. Duuzaam, zowel economisch, sociaal als fysiek. Kijken we naa het fysieke milieu, dan betekent dit dat onze leefomgeving voldoende vooaden moet bieden zoals dinkwate, een buikbae bodem, uimte voo wonen weken en eceeen, gondstoffen voo enegie en poductie, ecosystemen die het mogelijk maken om het leven te ondesteunen. Maa ook moet onze leefomgeving gezond zijn: lucht, wate en bodem moeten mens en ecosystemen niet ziek maken, noch doo de stoffen die e in vookomen, noch doodat bewones het landschap negatief evaen. De veschillen in leefomgeving in de povincie Nood-Holland zijn goot. In het zuidelijk deel van de povincie liggen omvangijke stedelijke gebieden met de hoge bevolkingsconcentaties van de Randstad, met een dicht wegennet en met een bedijfsleven dat intenationale bedijven omvat zoals het staalcomplex Cons en de luchthaven Schiphol. Op kote afstand hievan begint landelijk gebied dat voonamelijk in gebuik is voo de landbouw of voo natuu, eceatie of watebehee. Mee naa het nooden wodt dit gebied dunne bevolkt. Zowel in de vestedelijkte als in de landelijke gebieden is spake van een aanzienlijke milieuduk. In de vestedelijkte gebieden leidt de concentatie van wonen, weken en vekee bijvoobeeld tot een veslechteing van de luchtkwaliteit en tot belasting met geluid en licht. De landelijke gebieden woden geconfonteed met de uitstalingseffecten van de stedelijke gebieden, maa ondevinden ook belasting als gevolg van landbouwkundig gebuik en inlaat van gebiedsveemd wate, wat onde mee leidt tot een veslechteing van de natuukwaliteit. 1.2 Doel van dit appot Dit appot geeft een ovezicht van de milieukwaliteit in de povincie Nood-Holland. Het is opgesteld in het kade van de milieubeleidsmonitoing, die is geicht op het vezamelen van infomatie voo het milieubeleid. Voo lucht, wate, bodem en natuu is aangegeven in hoevee kwaliteitsdoelstellingen woden beeikt, waa we op schema liggen en waa spake is van eventuele tekoten of bedeigingen. Waa mogelijk wodt inzicht gegeven in de speiding van milieubelasting en milieukwaliteit in de vom van kaaten. Het appot biedt daamee een basis voo het evalueen van het milieubeleid zoals vastgelegd in het Milieubeleidsplan , en voo het bepalen van de doelen voo nieuw povinciaal milieubeleid. Het is opgesteld voo bestuudes en beleidsmakes van Nood-Holland. 1.3 Monitoing en beleidscyclus Dit appot is ondedeel van een geheel aan activiteiten die milieubeleidsmonitoing wodt genoemd. Beleidsmonitoing kan woden gedefinieed als 'het peiodiek en systematisch vezamelen, odenen, beheen en pesenteen van gegevens die van belang zijn voo het beleid'. Het doel van beleidsmonitoing is het geven van infomatie om het endement van beleidspocessen of pojecten te optimaliseen. 11 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

13 Beleidsnonitoing is van belang bij het beantwooden van die sooten vagen: 1 Doen weals povincie wat we beloofd hebben? (instumentmonitoing). 2 Zitten we als povincie op de goede weg naa het gestelde doe! en in het velengde daavan: noet bestaand beleid woden bijgesteld? (doelbeeikingsmonitoing). 3 Is e nieuw beleid nodig? (beleidsvoobeeidende monitoing). Figuu 1.1 Basisschema monitoing en beleldscyclus Beleidsnonitoing vevult daamee een ol in de beleidscyclus, die veeenvoudigd is weegegeven in het schema van figuu 1.1. Dit appot is vooal geicht op de milieukwaliteit. Het is daanee ondedeel van de doelbeeikingsnonitoing, en op enkele ondedelen ook van de beleidsvoobeeidende monitoing. De beschijving van wat de povincic allemaal doet (instumentnonitoing) kont in dit appot alleen te spake voo zove dit diect te naken heeft met de nilieukwaliteit. Monitoing is niet hetzelfde als evaluatie. Monitoing is geicht op het vezanelen en vestekken van infonatie. Evaluatie is een volgende stap, waabij een bestuulijk of beleidsnatig oodeel wodt geveld ove het gevoede beleid. De dede stap die volgt is het ealiseen van een dooweking in nieuw beleid. 1.4 Monitoing en milieukwaliteit Bij nilieumonitoing wodt in het algeneen uitgegaan van de zogenaande beleidseffectketen. De gedachte hiebij is als volgt (de cijfes staan ook in het schema van figuu 1.2). 1 In de Nood-Hollandse naatschappij vinden allelei naatschappelijke - nenselijke - activiteiten plaats, bijvoobeeld wonen, weken, tanspot. Deze activiteiten veandeen in de loop de tijd als gevolg van naatschappelijke tends of ontwikkelingen, zoals econonische goei, individualiseing of de opkonst van de computeindustie. 2 De nenselijke activiteiten leiden tot nilieuduk. Deze duk uit zich onde nee in het gebuik van gondstoffen en uimte of enissies naa lucht, wate en boden. Bij de beschijving van deze nilieuduk wodt meestal ondescheid gemaakt tussen bepaalde bmnen en doelguepen. Voobeelden zijn de duk die ontstaat doo consumenten, doo vekee, doo de landbouw, doo takken van de industie. 3 De nilieuduk leidt tot een bepaalde milieukwaliteit. Zo kunnen enissies van stoffen - na tanspot en omzetting - tot onstandigheden in lucht, wate en bodem leiden die schadelijk zijn voo mens of ecosysteen. 4 De nilieukwaliteit heeft effect op het welzijn van mens, plant en die. Doo slechte nilieu-omstandigheden teden gezondheidsklachten op, e ontstaan gote isico's, bepaalde functies kunnen niet mee woden vevuld of de natuu gaat achteuit. 12 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

14 5 Al de stappen 1 tot en met 4 leiden via maatschappelijke en politieke duk tot een beleidseactie. Doelstellingen en maategelen waden aangepast of nieuw ontwikkeld. Deze beleidseactie heeft vevolgens wee effect op de maatschappelijke ontwikkelingen. De beleidseffectketen staat onde invloed van exteme factoen. Menselijke activiteiten kunnen stek veandeen als gevolg van veandeende waaden in de samenleving, technische of economische ontwikkelingen, allemaal factoen die zich buiten de beleids-effectketen bevinden. In dit appot ove Nood-Holland woden bijvoobeeld de aanvoe van stoffen vanuit het buitenland of de toestand van de weeld-economie als extene - gegeven - factoen beschouwd. Figuu 1.2 Beleldseffectketen Monitoing mmeukwallteit Monitoing effecten 4. Effecten < Exteme facloen De beleidseffectketen geeft niet alleen een veklaingsmodel voo de milieukwaliteit, maa geeft ook achteliggende doelen (wat is het gevolg van een slechte milieukwaliteit) en mogelijke aangijpingspunten voo het beleid. Idealite zou de milieubeleidsmonitoing ingaan op alle stappen van de keten, en zou op alle gefomuleede doelen woden gemonitod. Dat is momenteel niet mogelijk, maa ook niet wenselijk. E is een keuze gemaakt voo het pesenteen van de hoofdlijnen. Aangezien de povincie op de dempel staat van een nieuw Milieubeleidsplan, wodt voo de komende jaen voozien dat de milieubeleidsmonitoing aangepast zal waden aan de nieuwe beleidsdoelen. 1.5 Pesentatie infomatie en opbouw appot De pesentatie van infomatie is e op geicht om de ken van de infomatie en de conclusies als eeste te pesenteen. Met uitzondeing van hoofdstuk 2, dat als kade de maatschappelijke ontwikkelingen schetst, hebben de hoofdstukken een vaste opbouw. In achteeenvolgende paagafen volgen wodt eest een algemene schets van het ondewep gegeven (paagaaf 1), daana de hoofddoelstellingen (paagaaf 2) en vevolgens de conclusies van het hoofdstuk (paagaaf 3). Daana volgt in paagaaf 4 een toelichting aan de hand van figuen en kote teksten. Het appot als geheel is opgebouwd volgens het pincipe dat het appot een globaal ovezicht geeft van de algehele milieukwaliteit alsof een 'spiegel' wodt voogehouden, en <lat enkele maatschappelijk elevante ondewepen vede woden uitgewekt alsof ze onde een 'vegootglas' liggen. 13 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

15 In de 'spiegel' is met gote stappen de beleidseffectketen gevolgd. Dit stat met hoofdstuk 2, Maatschappelijke ontwikkelingen, waain is aangegeven hoe maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot milieuduk. In dat hoofdstuk waden oak enkele belangijke maatschappelijke tends aangegeven, als inhoudelijk kade voo de daana volgende hoofdstukken. In de daana volgende hoofdstukken 3 tot en met 6 wodt een ovezicht gegeven van de milieukwaliteit voo elk van de compatimenten lucht, oppevlaktewate, gondwate en (wate)bodem. Daana volgen twee hoofdstukken die ingaan op de effecten van de milieukwaliteit in deze compatimenten op de mens en de natuu in espectievelijk hoofdstuk 7, Veiligheidheid en vestoing en hoofdstuk 8, Milieukwaliteit en natuu. De laatste die hoofdstukken vallen onde het 'vegootglas'. Hoofdstuk 9, Schiphol, gaat diepe in op de milieukwaliteit in de egio van de nationale luchthaven. Hoofdstuk 10, Vekee en hoofdstuk 11, Landbouw, gaan elk diepe in op een specifieke doelgoep. Mi I ieukwal iteitsnomen In dit appot waden veel vegelijkingen gemaakt met bestaande milieukwaliteitsnomen. Deze nomen kunnen al dan niet wettelijk zijn vastgelegd. Vaak wodt een bovengens gehanteed die aangeeft dat het oveschijden kan leiden tot gote effecten of isico's (meestal oveeenkomend met kote-temijn doelstellingen) en een ondegens die aangeeft dat het oveschijden kan leiden tot kleine effecten of isico's (meestal oveeen komend met lange-temijn doelstellingen). De belangijkste nomen waden in het NMP-3 als volgt bescheven. Wettelijk Genswaade, een nom die in acht moet waden genomen. Richtwaade, een nom waamee ekening moet woden gehouden. Niet-wettelijk Maximaal Toelaatbaa Risico (MTR), een wetenschappelijk afgeleide waade voo een stof, die aangeeft bij welke concentatie ofwel geen negatief effect te vewachten is, ofwel een kans van lq-6 op stefte voospeld kan waden. Steefwaade, een waade die aangeeft wannee e spake is van vewaaloosbae effecten op het milieu. 14 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

16 'De Spiegel' ; -- ". 'IT,... - I'~. :~- >_'- ' " ~ '-= 1'

17 16 Milieukwalitt'it m Nood-Hollaml 2ll00

18 2 Maatschappelijke ontwikkelingen 2.1 Menselijke activiteiten en milieuduk Milieuduk is een gevolg van menselijke activiteiten, en leidt tot onstandigheden die voo mens, die en plant nadelig kunnen zijn. In de loop van de tijd is niet alleen het aantal mensen dat activiteiten ondeneemt toegenomen, maa is ook de aad van de activiteiten veanded en de eikwijdte toegenomen. Hiedoo is de nilieuduk gestegen. De duk is tegenwoodig zo ve gestegen dat wij niet alleen de nadelige gevolgen ondevinden van activiteiten in het buitenland, maa zelf ook bijdagen aan de aantasting van het milieu tot ve ove onze landsgenzen. Dit intenationale aspect blijft in dit appot oveigens buiten beschouwing. Wij leven in een ijk, gei:ndustialiseed land. Het voogaande decenniun is e een geweest van ongekende econonische goei. De econonische goei (het Buto Binnenlands Podukt) in Nedeland ligt al een aantal jaen boven de 3%. Landelijk gezien is het BBP sinds 1950 vevijfvoudigd. Figuu 2. 1 Goel lnwones, inkomen BBP en enegievebuik Ook in Nood-Holland goeide de economie stek. De wekgelegenheid is in de peiode met16% toegenomen. Het gemiddeld besteedbaa inkomen in Nood-Holland is in die peiode met 22% toegenomen, waadoo mee mensen mee geld beschikbaa hebben. Het inkomen wodt voo een lnwones (NH) --Enegievebuik (Ned) --Besteedbaa --Buto Binnenlands Bon: CBS inkomen (Ned) Poduct (Ned) steeds gote deel besteed aan goedeen en diensten met een hoge milieuduk, zoals hoogwaadig voedsel, elektische appaatuu, pesonenauto's of buitenlandse vakanties met het vliegtuig. De poductie en consumptie van deze goedeen en diensten gaat nog steeds gepaad met een toenemend gebuik van fossiele bandstoffen en andee moeilijk vevangbae gondstoffen, met gebuik van gevaalijke en moeilijk afbeekbae chemische stoffen, met gebuik van meststoffen, met emissies van tal van stoffen en met een nog steeds oplopend aandeel niet hebuikbae afvalstoffen. Naast het begip milieuduk wodt ook vaak het begip 'uinteduk' gebuikt om effecten van menselijk handelen aan Figuu 2.2 Landgebuik in Nood-Holland 100 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ g 60 ~ :;. 40 ~ 20 Agaisch Bebouwd Natuulijk Vekee Receatie Bossen Bon: CBS Oveig te geven. De begippen liggen in elkaas velengde, want ook uimteduk komt voot uit menselijke activiteiten en kan leiden tot aantasting van de leefomgeving van mens, die en plant. Vanwege deze samenhang, omdat de uimteduk in het Nood-Hollandse stedelijk gebied tot de hoogste in Nedeland behoot, en omdat uimteduk steeds mee een facto wodt in het welbevinden van de bewones van Nood-Holland wodt ook aan dit aspect aandacht besteed. Zeke in een Randstadpovincie als Nood-Holland leiden maatschappe!ijke veandeingen, en in het bijzonde de uimee financiele middelen, tot steeds mee veandeingen in het gondgebuik (zie figuu 2.2 en 2.3). De stedelijke bebouwing is de laatste jaen stek toegenomen. E is steeds mee uimte 17 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

19 nodig vuu wonen, bedijfsteeinen en vekeesinfastuctuu. Dit leidt ook tot een toename van bebouwing en infastuctuu in het landelijk gebied, waamee de bonnen van milieuduk zich vede vespeiden. Sinds 1960 is het bebouwde oppevlak in Nood-Holland toegenomen van 14% (waavan 6% met een stedelijke dichtheid) naa 25% (waavan 15% stedelijk) in De uimtevaag voo de voedselpoductie is in die peiode juist gedaald van 68% naa 59%. De komende jaen zal de oppevlakte landbouwgond vede afnemen. Een deel evan wodt omgezet in bebouwing, maa een deel ook in natuuteein en eceatiegebied. Het aandeel natuulijk teein, eceatiegebied, bos en binnenwate is in Nood-Holland sinds oveigens 1960 gedaald van 18% naa 16%, en stijgt pas wee in de laatste jaen (zie vede hoofdstuk 8, Milieukwaliteit en natuu). 2.2 Milieuduk in stedelijk gebied De milieuduk in het stedelijk gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo bedijvigheid, vekee en vevoe en de inwones van het stedelijk gebied. Het zwaatepunt van de poductie-, consumptie- en vevoesactiviteiten heeft van oudshe gelegen in het zuidelijk deel van de povincie, op de oost-westassen van Amstedam naa Haalem/IJmuiden, en de nood-zuidas langs de duinzoom. E is een goot contast ontstaan tussen de stedelijk-industiele gebieden en de landelijke gebieden (zie figuu 2.3). De milieuduk in deze gebieden uit zich onde mee in emissies van vezuende en smogvomencie stoffen naa de lucht doo huishoudens, vekee en industie. In de vestedelijkte gebieden vindt het leeuwendeel van de enegieconsumptie plaats. Het enegiegebuik stijgt nog altijd, de laatste jaen vooal doo de bijdagen van huishoudens en Figuu 2.3 Vestede!ijk!ngsduk in Nood-Hol!and vekee /venoe. Sinds 1945 is het totale enegievebuik in Nedeland vezesvoudigd. In het veleden was e een nauwe elatie tussen de stijging van het buto nationaal poduct, het - enegievebuik en de emissie van schadelijke stoffen. De laatste jaen stijgt de enegieconsumptie minde snel dan de economie goeit. Vooal in de industie is de enegie-efficiency toegenomen, en daamaast goeien de minde enegie-intensieve sectoen elatief snel. De enegieconsumptie van de industie blijft daadoo constant. Bon : Povincie Nood-Holland Ondanks het toegenomen vebuik van fossiele bandstoffen blijkt dat de 'gemiddelde' luchtkwaliteit in Nedeland is vebeted voo tal van stoffen (zie hoofdstuk 3, Kwaliteit lucht). De emissies van milieubelastende stoffen zoals zwaveldioxide (50 2, potentieel smog- en zuuvomend), stikstofoxiden (NOx, smog- en zuuvomend en vemestend) en fijn stof (potentieel smogvomend, diect effect op de gezondheid) zijn op landeiijk niveau veminded dankzij een omschakeling naa minde belastende bandstoffen (gas en elekticiteit in plaats van kolen en olie), technologische venieuwingen (zoals filtes voo S0 2 en NOx, de dieweg-katalysato bij auto's en een vebetede bandstof-samcnstclling). Op egionale schaal, en vooal in binnenstedelijke gebieden zoals in en ond Amstedam, kunnen echte nag steeds hoge concentaties van veschillende potentieel schadelijke stoffen vookomen (zie onde mee hoofdstukken 9, Schiphol en 10, Vekee). 18 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

20 ( De gootste uitdaging vanuit het oogpunt van enegie-vebuik is de stijgende enissie van het boeikasgas kooldioxide (kooldioxide). De enissie van kooldioxide hangt echtsteeks samen met het enegiegebuik. Nationaal stijgt de emissie nog altijd, van 167 Mton in 1990 tot 185 Mton in Ook de enissie van Nood-Holland stijgt (zie figuu 2.4). Het aandeel van Nood-Holland in de nationale uitstoot is opgelopen van 13% in 1990naa17,8% in Figuu 2.4 COemlssie Nood-Holland 35 Figuu 2.5 COemissies pe doelgoep, na toedellng emlssies enegiesecto (1997) Bon: Emissieegstatie. Jaa 1991 geschat D Landbouw 3% LJAfvalvewekingsbedijven 4% - Utiliteit (HDO) 14% D Huishoudens 18% D vekeeen vevoe 14% - Oveige industie 18% cous25% - Natuu3% Doveig 1% - Raffinadeijen 0% Bon: Emissieegistatie Totale emissies Nood-Holland 1997 na coectie enegiesecto: 33 Mton Alleen Cous daagt al voo 25% bij aan de totale Nood Figuu 2.6 COemlssie pe gemeente 1997 Emissie in ton - >5.000 D < 5.ooo D 300- < 5001 D 100- <300 D <100 Hollandse uitstoot. Daanaast is een goat deel van de kooldioxide-enissie afkomstig van de Nood-Hollandse huishoudens: 18%. Deze is uitsluitend afkomstig uit de enegie die gebuikt wodt voo vewaning van de woning, wam wate en elekticiteit. Het enegiegebuik van de auto valt onde vekee en vevoe. Inclusief goedeenvevoe en Schiphol is dat 14% (zie figuu 2.5). Uit de egionale speiding van de kooldioxide-emissie blijkt hoe zee dit een stedelijke aangelegenheid is. Infiguu 2.6 is de kooldioxide-enissie weegegeven van de industie (inclusief de enegiesecto) en consumenten. De emissie doo vekee en vevoe is niet inbegepen. De uitstoot is het hoogst in de gate steden waa de industie en de bevolking is geconcenteed. De gemeente Velsen spingt e uit met gate bijdagen van Cous (7,7 niljoen ton) en de enegiesecto (5,4 miljoen ton). Amstedam komt op de tweede plaats, zowel doo de aanwezigheid van de enegiesecto (3,2 miljoen ton) als van veel consumenten (1,0 niljoen ton). Een belangijke maatschappelijke tend is de toename van de mobiliteit (zie figuu 2.7). De pogingen van ijks- of povinciaal beleid om de mobiliteit af te emmen blijken niet op te wegen tegen andee maatschappelijke factoen. Bon: Emissieegistatie De vekoop van het aantal pesonenauto's en bedijfsauto's is sinds 1990 met 10% gestegen. Met die auto's is 19 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

21 Figuu 2.7 Ontwlkkeling vekee en vevoe ook mee geeden: het aantal vevoeskilometes op ijksen povinciale wegen is in de peiode met 27% gestegen. Ook het vliegvekee is stek toegenomen. Het aantal vliegbewegingen op Schiphol is met maa liefst 70% gestegen (zie vede de hoofdstukken 9, Schiphol en 10, Vekee) ~..-~..--~..--~.--~.-----, ; Pesonen- en bedijfsauto's --Vliegtuigbewegingen Bon: CBS/Povincie N-H --Voetuigkilometes belang (zie figuu 2.8). 2.3 Milieuduk in landelijk gebied De milieuduk in het landelijk gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo agaische activiteiten. In veband met de milieuduk is vooal het ondescheid tussen veeteelt, akkebouw en tuinbouw, bollenteelt en glastuinbouw van In de landbouw zijn enkele tegengestelde tends in Nood-Holland waa te nemen. Hoewel het totale aeaal landbouwgond afneemt (zie figuu 2.2), neemt het aeaal bollenteelt en tuinbouw toe (zie figuu 2.9). Dit zijn sectoen die belangijke economische potentie hebben. Bij de veeteelt neemt het aantal undeen en vakens (gootvee) af, onde mee als gevolg van EU- en ijksbeleid (zie figuu 2.10). Figuu 2.8 Ovezlchtskaat landgebuik Figuu 2.9 Ontwlkkellng landbcuwaeaal -Natuu ~ Gasland ~ 'C - -Bouwland.E Glastuinbouw 80 lndustie 140 _.,,, =---~ Wonen --Bollen Akkebouw Gasland Wate Bon : CBS --Tuinbouw --Glasteelt Figuu 2.10 Ontwlkkellng veeteelt (aantal dleen) Bon : Povincie Nood-Holland ,,e >< Q) 'tl 120.!::: Rundvee --Paaden Schapen Bon: CBS Vakens --Kippen --Geiten 20 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

22 ( De bijdage van de landbouw aan emissies naa het milieu blijft hoog. De goots te poblemen woden geconstateed bij emissies van fosfaat en stikstof (Pen N, vemestende stoffen), ammoniak (NH 3, vemestende en vezuende stof) en bestijdingsmiddelen. In de hoofdstukl<en 4, Kwaliteit oppevlaktewate; 5, Kwaliteit gondwate en 9, Landbouw blijkt dat de belasting van het milieu met deze stoffen nog altijd aanzienlijk is. Daanaast leid t de inichting van het landelijk gebjed en het watebehee tot vedogi.ng en aanvoe van wate van onvoldoende kwaliteit. 2.4 s Mede doo de economische goei in Nood-1-lolland nemen milieubelastende activiteiten van de mens toe. Een hoge milieuduk gaat gepaad met een hoge uimteduk. De milieuduk in het stedelijk gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo bedijvigheid, vekee en vevoe en de inwones van het s tedelijk gebied. Het enegiegebuik neemt toe, en daamee de uitstoot van kooldioxide. Het aandeel va n Nood-Holland in de nationale uitstoot van kooldioxide is opgelopen tot bijna 18%. Een belangijke maatschappelijke tend is de toename van de mobiliteit. De milieuduk in het landelijl< gebied wodt voonamelijk veoozaakt doo agaische activiteiten. Belangijke tends zijn de toename van het aeaal bollenteelt en tuinbouw, en de afname van het aantaj stuks gootvee. 21 MilieukwalttCll in Nood-Holland 2000

23 22 Milieukwa1ileit in N0-01 cl-floljand 2000

24 3 Kwaliteit lucht 3.1 lnleiding De luchtkwaliteit in de povincie Nood-Holland wodt gotendeels bepaald doo emissies van lokale bonnen zoals industie, weg- en vliegvekee. Een goot deel van de veonteinigingen, 40%, komt echte van bonnen van buiten de povinciegenzen. Luchtveonteiniging heeft effect op de gezondheid van de mens (bijvoobeeld luchtwegaandoeningen) en op de natuu (bijvoobeeld vezuing en vemesting). In Nood-Holland bevinden zich een aantal zwaa belaste gebieden. Belangijkste bon van emissies naa de lucht in de egio Schiphol is het wegvekee en in mindee mate de luchtvaat (zie ook hoofdstuk 9, Schiphol en hoofdstuk 10, Vekee). Het IJmond-gebied wodt onde andee belast doo industiele complexen ond Cons, doo bonnen in het havengebied en doo het vekee. Amstedam heeft ook een goot havengebied, veel industie en vekee. Het midden en de kop van Nood-Holland kennen elatief minde luchtveonteiniging. 3.2 Doelstellingen en uitvoeing Nationale doelstellingen zijn: Voo 2010 is het steven dat alle stoffen de steefwaade niet (mee) oveschijden. Een steefwaade geeft de concentatie aan waabij spake is van vewaaloosbae effecten (NMP, ovegenomen in PMP). Zomesmog mag in 2010 niet mee vookomen (NMP-3). E mogen behoudens een vastgestelde tijdspeiode geen oveschijdingen van genswaaden plaatsvinden (NMP, ovegenomen in PMP). Voo de Schipholegio geldt dat de luchtkwaliteit niet mag veslechteen (Planologische Kenbeslissing, PKB, Schiphol en Omgeving decembe 1995). De povincie sluit zich aan bij het nationale beleid. Naast het landelijk meetnet luchtkwaliteit van het Rijksinstituut voo Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft de povincie Nood-Holland een eigen meetnet ond Schiphol en de IJmond. De gevonden concentaties woden getoetst aan de wettelijke icht- en genswaaden. Daanaast wodt met oveleg en vegunningvelening gepobeed invloed uit te oefenen op de emissies. 3.3 s Ondanks de economische goei zijn de emissies van veel stoffen veminded. De luchtkwaliteit is de afgelopen tien jaa niet veel veanded, en lokaal zelfs vebeted. Gemiddeld genomen voldoet de luchtkwaliteit in Nood-Holland aan de wettelijke genswaaden. De steefwaaden voo de gemeten stoffen in Nood-Holland woden nog Jang niet gehaald. Het ziet e niet naa uit dat deze in 2010 we! gehaald zullen zijn. E komt in Nood-Holland nog zomesmog voo. De doelstelling voo 2005 zal vemoedelijk niet gehaald woden. Uit de povinciale metingen blijkt dat de wettelijke genswaaden voo luchtkwaliteit niet woden ovescheden. De niveaus van zowel stikstofdioxide als fijn stof zijn echte hoog in de IJmond en in Amstedam en blijven een punt van aandacht, vooal ond dukke wegen in stedelijk gebied. Dit wodt veoozaakt doo zowel aanvoe van eldes als het vekee en de industie. 23 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

25 In de Schipholegio wodt vooalsnog voldaan aan het stand-still uitgangspunt van de PKB Schiphol en Omgeving (geen veslechteing van de luchtkwaliteit). Hoewel de emissie van vezuende stoffen daalt, wodt de depositiedoelstelling in het gootste dee! van Nood Holland niet gehaald. Hoewel de stikstofdepositie in vegelijking met de povincies met intensieve veehoudeij laag is, wodt de doelstelling in het gootste deel van Nood-Holland niet gehaald. 3.4 Milieukwaliteit Figuu 3.1 Luchtkwaliteit Beleid/doel (figuu 3.1) 150 In 2010 oveschijdt geen van de stoffen de steefwaade. l: l 100 ~ I )( Q) 'O.E -- Schiphol -- Amstedam - IJmond -- doel 2010 Bon: Povincie Nood-Holland In de gafiek is de index voo de luchtkwaliteit pe jaa weegegeven. Deze is samengesteld uit de gemeten concentaties van 5 stoffen (N0 2, CO, 0 3, PMlO, B(a)P) uit het meetnet. De gevonden indices zijn vegeleken met de landelijke steefwaadcn. Ecn steefwaade geeft de hoogte van een concentatie aan waa mogelijke effecten te vewaalozen zijn. In de gafiek is de afstand van de indices tot het doel te zien. De luchtkwaliteit is voo de egio's Amstedam en IJmond de afgelopen tien jaa niet veel veanded. Rond Schiphol is de kwaliteit de laatste jaen vebeted. De gewenste steefwaade wodt echte niet benaded. Figuu 3.2 Stikstofdioxide Beleid/doel (figuu 3.2) De uugemiddelde waade van 135 µg/m3 van stikstofdioxide (N0 2 ) mag 2% van de tijd ovescheden woden (98-pecentiel). De ichtwaade is 80 µg/m Schiphol -- ichtwaade IJmond -- Amstedam -- genswaade Kop van NH Bon: Povincie Nood-Holland De gafiek toont het veloop van de 98-pecentielwaaden voo de veschillende egio's. NOx is gotendeel afkomstig van vekee en een kleine dee! van onde andee de industie en ontstaat bij vebandingspocessen. NOx heeft effecten op de gezondheid en daagt bij aan de vezuing en vemesting. Het 98-pecentiel van alle gebieden iigt onde de genswaade. De concentaties gevonden in de kop van Nood-Holland zijn onde de ichtwaade. De andee egio's benadeen die waade. Voo dukke staten in de binnensteden geldt dat genswaaden wel ovescheden woden. (Zie daavoo hoofdstuk 10, Vekee en hoofdstuk 9, Schiphol.) 24 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

26 Figuu 3.3 N0 2 in 1999 Jaagemiddelde concentatie (µg/m') ~ > Beleidldoel (figuu 3.3) Het jaagemiddelde stikstofdioxide mag niet boven de 40 µg/m3 uitkomen. Op deze kaat is de vetaling van de emissiemetingen naa een speidingsovezicht te zien. Deze vetaling gebeut doo het RIVM, dat daavoo gegevens gebuikt uit het landelijk meetnet luchtkwaliteit. De concentatie stikstofdioxide is het hoogst in de Randstad. Vekee en de aanvoe uit het buitenland dagen voo het gootste deel bij aan de stikstofdioxideconcentatie. De genswaade wodt ovescheden ond Amstedam en snelwegen (zie ook figuu 10.7). Het nooden van de povincie heeft geen oveschijdingen. Doo het meten en het modelmatig veweken van de gegevens is de onzekeheid in de esultaten uim. De onzekeheid in het jaagemiddelde ligt op ongevee 5-10% op meetlocaties. Pe kaatvlak (1x1 km) is de onzekeheid cica 10 tot 15 % met de gootste onzekeheid nabij bongebieden zoals steden. (Zie ook hoofdstuk 10, Vekee, en hoofdstuk 9, Schiphol.) Bon: RIVM Figuu 3.4 Koolmonoxide <') 8000 ~ E 'E ~ ~4000 ~ 2000 "<-= Schiphol -- Amstedam -- IJmond -- genswaade Bon: Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuu 3.4) De genswaade van µg/m3 voo koolmonoxide (CO) mag 2% van de tijd gemiddeld naa 8 uu (98-pecentiel van 8 uugemiddelde) ovescheden woden. De gafiek laat het 98 pecentiel van het 8 uugemiddelde zien. CO ontstaat bij onvolledige vebandingspocessen. Voo het gootste deel is de CO in de lucht afkomstig uit de industie. Ook het vekee is een gote bon. CO heeft effect op de gezondheid. De gemeten waaden liggen ve onde de nom. De concentaties ondom Schiphol zijn veminded, tewijl IJmond en Amstedam op hetzelfde niveau blijven. (Zie ook hoofdstuk 9, Schiphol.) 25 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

27 Figuu 3.5 Benzo(a)pyeen Beleid/doel (figuu 3.5) De genswaade voo benzo(a)pyeen is een jaagemiddelde concentatie van 1 ng/m3. De ichtwaade is 0,5 ng/m Schiphol Kop NH -- IJmond -- genswaade Bon: Povincle Nood-Holland -- ichtwaade Benzo(a)pyeen (B(a)P) is een polycyclische aomatische koolwatestof (PAK) die gevomd wodt bij onvolledige vebandingspocessen. Jndustie en wegvekee zijn belangijke bonnen van PAK's. B(a)P is stek cacinogeen en wodt gebuikt als indicato voo alle PAK's. De concentaties in de kop van Nood-Holland en bij Schiphol liggen onde de ichtwaade. De waaden zijn vegelijkbaa met 5 jaa teug. In de IJmond stijgt, sinds de daling in 1998, de concentatie wee en ligt deze boven de ichtwaade maa nog onde de genswaade. Figuu 3.6 Fijn stof 1999 (jaagemiddelde concentatle) Jaagemiddelde concentatie (µg/ I > 40 Beleid/doel (figuu 3.6) Het jaagemiddelde fijn stof mag niet boven de 40 µg/ m3 uitkomen. Op deze kaat is de speidingsovezicht van de jaagemiddelde concentaties van fijn stof in de povincie Nood-Holland te zien. Hievoo zijn de gegevens uit het landelijk meetnet luchtkwaliteit modelmatig doo het RIVM vewekt. De jaagemiddelde concentatie fijn stof is in de Randstad hoge dan in het nooden van de povincie. Hie wodt de nom van 40 µg/m3 ovescheden. De onzekeheidsmage in het modelmatig veweken van de meetgegevens is goot. De onzekeheid in het jaagemiddelde pe meetlocatie is ongevee 20% en pe kaatvlaken (van 5 x 5 km) ongevee 30%, met de gootste onzekeheid nabij bongebieden zoals steden. Bon : RIVM 26 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

28 Figuu 3.7 Fijn stof Beleidldoel (figuu 3.7) cg 60 ~ 40 ~.!.! 20 : Schiphol -- IJmond -- genswaade Bon: Povincie Nood-Holland De genswaade voo fijn stof (PMlO) is 40 µg/m3 als jaagemiddelde. De gafiek toont het jaagemiddelde fijn stof voo de egio' s IJ mond en Schiphol. Fijn stof is afkomstig van vebandingspocessen bij industie en vekee. Zeke de helft van de concentaties is afkomstig van buiten de egio. Fijn stof heeft effecten op de gezondheid. De concentaties zijn de afgelopen jaen gedaald en liggen onde de genswaade. Figuu 3.8 Zomesmog in Nood-Holland Beleidldoel (figuu 3.8) 60 c: Q) g> 40 "C ~ 20 ~ D enstig matig geing Bon: Povincie Nood-Holland In 2010 mag e geen zomesmog mee vookomen. Als de concentaties van ozon (0 3 ) vehoogd zijn is e spake van zomesmog. Ozon ontstaat doodat koolwatestoffen en stikstofdioxiden onde invloed van zonlicht en wamte met elkaa eageen. Bij concentaties tussen 120 en 180 µg/ m3 is spake van geinge smog, bij concentaties tussen de 180 en 240 µg/ m3 is spake van matige smog. Als de concentatie hoge is dan 240 µg/ m3 betekent dat enstige smog. Een smogdag is een dag met matige of enstige smog. Het aantal dagen met geinge smog fluctueet, vooal doo de wisselende zomes. Emstige smog is sinds 1997 niet mee voogekomen. Matige smog komt nog wel eens voo, waadoo het moeilijk wodt om de doelstelling in 2005 te halen. Figuu 3.9 Emissie vezuende stoffen In Nood-Holland Beleidldoel (figuu 3.9) , ;-~ ; i-- -i-- -, ===---i ~ 1,500 c g ~ D Zwaveldioxide II Stikstofdioxide Ammoniak Bon: Povincie Nood-Holland De povincie steeft naa vemindeing van de emissies van vezuende stoffen. Aangesloten wodt bij de landelijke eductiedoelstellingen. Ten opzichte van 1980 wodt in 2000 gesteefd naa een eductie van emissies met 80% van S0 2, met 58% van NOx en met 66% van NH 3. In 2010 is dit espectievelijk 88%, 80% en 77% (NMP3). Uit landelijke gegevens blijkt dat de emissies van vezuende stoffen stek dalen, maa dat de landelijke doelen nog niet waden beeikt. Figuu 3.9 geeft een induk van de tend in de emissies in Nood-Holland. De emissie van vezuende stoffen daalt. Dit komt oveeen met het landelijke beeld. Het is niet bekend of de emissiedoelstelling is gehaald, aangezien Nood-Hollandse gegevens van het efeentiejaa 1980 ontbeken. 27 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

29 Figuu 3.10 Zue deposltle 1999 Figuu 3.11 Stlkstofdeposltle 1999 Z-eq pe ha ~ >5600 Mol pe ha s; >3200 Bon : RIVM Bon: RIVM Beleidldoel (figuu 3.10) Niet mee zue depositie dan 2400 zuu equivalenten pe hectae in2000. Het kaatje laat de zue depositie voo Nood-Holland zien. Hoewel de emissie van vezuende stoffen daalt, wodt de depositiedoelstelling in het gootste deel van Nood-Holland ni~t gehaald. Amstedam en de IJmond hebben de meeste depo$itie. (Zie ook hoofdstuk 8, Milieukwaliteit en natuu.) Beleidldoel (figuu 3.11) Niet mee stikstofdepositie dan mol pe hectae in Het kaatje laat de stikstofdepositie voo Nood-Holland zien. Landbouw daagt voo uim 50% bij aan de totale stikstofdepositie. Nood-Holland heeft aanzienlijk minde depositie dan de povincies met veel intensieve veehoudeij. Conclttsie Hoewel de stikstofdepositie in vegelijking met povincies met intensieve veehoudeij laag is, wodt de doelstelling voo 2000 nog uim ovescheden. (Zie ook hoofdstuk 8, Milie1Jkwaliteit en natu11.) 28 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

30 4 ( Kwaliteit oppevlaktewate 4.1 lnleiding ( Kenmekend voo Nood-Holland is de aanwezigheid van veel oppevlaktewate. Dit is het diecte gevolg van de natuulijke ontstaanswijze van het landschap en de geschiedenis van inpoldeing doo de mens. Doodat gate gebieden beneden zeeniveau liggen is het nodig ovetollig kwel-, egen- en iviewate af te voeen. In doge peioden wodt ook wate ingelaten om de watepeilen niet al te ve te laten dalen. Vee! menselijke gebuiksfuncties zijn afhankelijk van een goede kwaliteit van het oppevlaktewate, zoals dinkwatewinning, visseij en eceatie. Een goede watekwaliteit is ook van belang voo de natuu, zowel op het land als in het wate zelf. De watekwaliteit wodt bei:nvloed doo vespeiding van milieuveemde stoffen, vemesting, vezuing en (wate)bodemveonteiniging. In het zuidelijk deel van Nood-Holland staat de watekwaliteit vooal onde duk als gevolg van vestedelijking, economische activiteiten, mobiliteit en eceatie. In het noodelijk dee! van Nood-Holland gaat het vooal om landbouw. 4.2 Doelstellingen en uitvoeing Nationale doelstelling, die is ovegenomen in het povinciaal beleid, is: De MTR-waaden (nomen voo het maximaal toelaatbaa isico van stoffen) waden niet mee ovescheden (NMP, ovegenomen in Watehuishoudingsplan (WHP)). Povinciale doelstellingen zijn uitgewekt in de Specifiek Ecologische Nomdoelstellingen (SEND - zie toelichting ondeaan deze pagina). Deze doelen zijn ook opgenomen in het WHP: 30% van de oppevlaktewateen met een hoofd- en nevenfunctie natuu voldoet in 2002 aan de ecologische nomen behoende bij espectievelijk het hoogste en middelste ambitieniveau. 50% van alle oppevlaktewateen voldoet in 2002 aan het laagste ambitieniveau (de basiskwaliteit). 95% van alle oppevlaktewateen voldoet in 2010 aan het laagste ambitieniveau (de basiskwaliteit). On de specifieke watenatuu in Nood-Holland te behouden of te ontwikkelen (de aquatische divesiteit) is een stelsel van ecologische nomdoelstellingen (SEND) ontwikkeld. De SEND-nonen zijn gebaseed op systeemeigen paametes, zoals zuustofgehalte, doozicht en fosfaat- en nitaatgehalte. Veonteinigingen zoals zwae metalen en bestijdingsniddelen maken geen deel uit van het SEND. De nomen houden zowel ekening met het gebiedseigen kaakte doo indeling in 19 watetypen, als met de veschillende maatschappelijke functies die het oppevlaktewate vevult. De nomen voo de SEND-paametes zijn afhankelijk van de toegekende functies. De stengste nomen (het hoogste ambitieniveau) gelden voo de wateen waaaan de hoofdfunctie natuu is toegekend. Voo wateen met een nevenfunctie natuu gelden minde stenge nomen; daaaan is het middelste ambitieniveau vebonden. Voo alle andee functies en functieconbinaties geldt als minst stenge nom de basiskwaliteit van het desbeteffende watetype: het laagste ambitieniveau. De povincie stelt deze watekwaliteitseisen in het watehuishoudingsplan (Stilstaan bij stomen, WHP ), dat het beleidsmatig kade vomt voo de watebeheesplannen van de watekwantiteit- en watekwaliteitbeheedes. De povincie houdt bij de toetsing van die watebeheesplannen, bij peilbesluiten, wateakkooden, uimtelijke odening en vegunningen ekening met de watekwaliteitsaspecten. Om de veonteiniging vanuit diffuse bonnen teug te dingen is de Pojectoganisatie 'diffuse bonnen Nood-Holland' opgeicht. Een voobeeld van een poject is de aanpak van het 29 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

31 zwae metaal kope, waabij onde mee watespotes woden gestimuleed om in plaats van kopehoudende antifouling een bostelbaan te gebuiken om algengoei op hun schip tegen te gaan. Ook wodt het gebuik van kunststof gestimuleed te vevanging van kopeen wateleidingen en zinken dakgoten. 4.3 s Voo wateen in gebieden met de nevenfunctie natuu zijn in de peiode de doelen beeikt. Een gote inspanning is nodig om de kwaliteit van wateen met een hoofdfunctie natuu of oveige functies te vebeteen. Met name de kwaliteit van wateen waaaan geen functie natuu is toegekend (oveige functies) ligt ve achte bij de gestelde doelen. E is nog een lange weg te gaan om te beeiken dat in % van alle wateen in Nood-Holland voldoet aan de SEND-nomen. E is een gate inspanning nodig voo vemestende stoffon om te voldoen aan de gestelde nomeingen, vooal in gebieden met wateen waaaan de hoofdfunctie natuu is toegekend. Voo aseen, cadmium, choon, kwik en lood zijn de doelstellingen om het MTR in 2000 niet te oveschijden in de peiode al vijwel gehaald. Kope, zink en nikkel blijven achte. Bestijdingsmiddelen in het oppevlaktewate komen aan de ode in hoofdstuk 11, Landbouw. 4.4 Milieukwaliteit Fig Toetsing oppev!aktewate aan SEND-nomen Ecologische doelslellingen (SEND) Oodeel Voldoet niet Voldoet wel - Hoofdfunctie natuu Oveige functies Beleidldoel (figuu 4.1) In het kade van de ecologische doelstellingen van het SENDstelsel voldoet in % van de oppevlaktewateen met een hoofd- en nevenfunctie natuu aan de nomen van espectievelijk het hoogste en middelste ambitieniveau, en 50% van alle oppevlaktewateen aan de nomen van de basiskwaliteit. In 95% van de oppevlaktewateen voldoet de watekwaliteit in het jaa 2010 aan de nomdoelstellingen van de basiskwaliteit. De kaat toont de meetpunten in poldewateen die wel of niet voldoen aan de nomen. Ook de functie van het gebied is aangegeven, omdat deze het ambitieniveau bepaalt. Bij de toetsing is gebuik gemaakt van de gegevens van 1993 tot en met Bon : Pov. N-H, USHN, Rijnland, DWR Voo gebieden met een nevenfunctie natuu zijn in de peiode de algemene SEND-doelen beeikt. Een gate inspaning is nodig om de kwaliteit van wateen met een hoofdfunctie natuu of ovcigc functies te vebeteen. Met name de wateen waaaan geen functie naluu (oveige functies) is toegekend liggen ve achte bij de gestelde doelen. E is nog een lange weg te gaan om te beeiken dat in % van alle wateen in Nood-Holland voldoet aan de nomen. 30 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

32 ( Figuu 4.2A Toetsing meetpunten aan SEND-ondedeel voedselljkdom ~ Q. 1i 20 E 15 <ft Hoofdfunctie natuu Nevenfunctie natuu Oveige functies Vemesting Beleidl do el (figuu 4.2A) Zie SEND-nomeing van figuu 4.1. De SEND-nom is een samengestelde nom, waavan voedselijkdom een ondedeel is. Figuu 4.2A geeft aan welk pecentage meetpunten voldoet aan het SEND-ondedeel voedselijkdom. Vanwege de gotee beschikbaaheid van gegevens gaat het hie om mee meetpunten dan bij figuu 4.1. Bij de toetsing is gebuik gemaakt van gegevens van 1993 tot en met In het algemeen voldoet eendede van de beoodeelde meetpunten in Nood-Holland aan de doelen voo voedselijkdom. Voo wateen met een hoofdfunctie natuu voldoet cica een kwat van de meetpunten aan de gestelde eisen. In wateen met een nevenfunctie natuu is dit voo cica 40% het geval. Figuu 4.28 Toetslng oppevlaktewate aan SEND-ondedeel voedselljkdom Oodeel Voldoet niet aan laagste ambiti mlveau Voldoet aan laag ambitieniveau Voldoet aan hoog ambitieniveau - Hoofdfunctie natuu Nevenfunctie natuu Oveige functies (figuu 4.28) De kaat geeft de ligging wee van de meetpunten die ook voo figuu 4.2A zijn gebuikt. De kleu van de stippen geeft aan of het meetpunt voldoet aan het hoogste ambitieniveau (donkeblauw), middelste ambitieniveau (lichtblauw), laagste ambitieniveau (oanje) of dat het meetpunt niet voldoet aan het laagste ambitieniveau (ood). In gebieden met een hoofdfunctie natuu zouden alleen donkeblauwe stippen mogen vookomen. In gebieden met een nevenfunctie natuu zouden alleen danke- of lichtblauwe stippen mogen vookomen. In gebieden met oveige functies zouden alleen donkeblauwe, lichtblauwe of oanje stippen mogen vookomen. Rode stippen zouden negens mogen vookomen. Bij de toetsing is gebuik gemaakt van gegevens van 1993 tot en met Bon: Pov. N-H, USHN, Rijnland, DWR De Kop en het midden van Nood-Holland, de binnenduinand, de Haalemmemee en omsteken en het Gooigebied scoen laag tewijl delen van Texel, West-Fiesland/westelijk van West-Fiesland en het gebied boven het Noodzeekanaal edelijk tot goed scoen. E is een gote inspanning nodig om te voldoen aan de nomen, vooal in gebieden met wateen waaaan de hoofdfunctie natuu is toegekend. Bemoedigend is het feit dat wateen met oveige functies in het gebied van West Fiesland/westelijk van West-Fiesland in veel gevallen opvallend goed scoen. 31 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

33 Figuu 4.3A Zwae metalen in oppevlaktewate Zwae metalen Oveschijding MTR Geen oveschijding MTR Beleid/doel (figuu 4.3A) De meetpunten voldoen aan de MTR-waaden (Maximaal Toelaatbaa Risico) voo zwae metalen: aseen 32µg/l, cadmium 2 µg/l, choom 84 µg/l, kope 3,8 µg/1, kwik 1,2 µg/l, nikkel 6,3 µg/l, lood 220 µg/1, zink 40 µg/l. De kaat geeft een beeld van de meetpunten in poldewateen waa al clan niet wodt voldaan aan de MTR-waade. Blauwe punten voldoen, ode niet. Bij de toetsing is gebuik gemaakt van de gegevens van 1994 tot en met Aseen: Bijna alle meetpunten voldoen aan de MTR-waade. Alleen in de Haalemmemeepolde wodt deze waade ovescheden. De oozaak is kwel van aseeihoudend gondwate. Aseen komt in deze egio van natue voo in het basisveen (voo nadee toelichting zie hoofdstuk 5, Kwaliteit gondwate en hoofdstuk 6, Kwaliteit (wate)bodem). Cadmium: Bijna alle meetpunten voldoen aan de MTR-waade. Boven het Noodzeekanaal zijn enkele oveschijdingen. Choom: Op enkele meetpunten in de Wieingemee na zijn Bon: Pov. N-H, USHN, Rijnland, DWR e geen oveschijdingen van de MTR. Kope: De MTR wodt op vele plaatsen in Nood-Hol\and ovescheden. Belangijkste oozaak zijn diffuse bonnen zoals emissies doo kopeen wateleidingen, kopehoudende anti-foulings in de scheepvaat en uitijden van kopehoudende mest doo de landbouw. Kwik: De MTR-waade voo kwik wodt slechts op twee locaties ovescheden. Nikkel: De MTR-waade wodt vespeid ove Nood-Holland op veschillende plaatsen ovescheden. Lood: De MTR-waade wodt negens ovescheden. Zink: De MTR-waade vespeid ove Nood-Holland op veschillende plaatsen ovescheden. Het gaat hie om diffuse bonnen zoals zinken dakgoten, lantaanpalen en vangails. Figuu 4.38 Toetslng meetpunten aan zwae metalen (figuu 4.38) ,_ As Cd C Cu Hg Ni Pb Zn Pecentage dat voldoet aan de MTR Bon: Povincie N-H, USHN, DWR, Rijnland De gafiek laat het pecentage meetpunten pe zwaa metaal zien dat in de peiode voldoet aan de MTR-waade. Bij de toetsing is gebuik gemaakt van de gegevens van 1994 tot en met V oo kope, zink en nikkel zal de doclstclling v;aaschijnlijk niet woden gehaald. Voo de oveige zwae metalen zal de nom waasdtljnlijk wel woden gehaald. 32 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

34 5 Kwaliteit gondwate 5.1 lnleiding Gondwate is voo veschillende functies van goot belang. Tot voo kot was gondwate een onmisbae bon voo schoon dinkwate. Doo natuulijke pocessen zoals filteing en oganische afbaak kan vooal het diepee gondwate zee 'schoon' zijn, in de zin dat dit geschikt is voo menselijke consumptie. Ook de natuu is afhankelijk van de kwaliteit van het gondwate, bijvoobeeld doodat in kwelzones de kwaliteit van het oppevlaktewate wodt beinvloed doo het gondwate. Doo menselijk ingijpen zoals inpoldeingen, bemalingen en gondwatewinningen zijn de hydologische systemen in Nood-Holland ingijpend veanded. Ook woden doo menselijke activiteiten milieuveemde stoffen in het gondwate gebacht, die doo de tage of diepe stoming in de bodem vijwel onopgemekt blijven. De gondwatekwaliteit staat in het algemeen onde duk doo vemesting, vezuing, vedoging en vespeiding. Daanaast komen op sommige plaatsen van natue stoffen voo, die gezien de concentaties mogelijk effecten kunnen hebben op ecosystemen en mensen. 5.2 Doelstellingen en uitvoeing Povinciale doelstellingen zijn: E wodt gesteefd naa een zodanig behee van het gondwate dat vedoging wodt tegengegaan en date een zodanig evenwicht ontstaat dat zoet en schoon gondwate voo hoogwaadige doeleinden beschikbaa is (PMP). E wodt gesteefd naa een gondwatekwaliteit die voldoet aan de MTR-waaden (NMP, PMP. Nomeing bijgesteld innw4). De povincie heeft haa eigen gondwatemeetnet en houdt zo de kwaliteit bij. De povincie pobeet met vegunningen, peilbesluiten, wateakkooden en uimtelijke odening de gondwatekwaliteit en kwantiteit te waabogen. 5.3 s E wodt confom de doelstellingen steeds minde gondwate onttokken. De concentatie vemestende stoffen voldoet op een goat aantal plaatsen niet aan de steefwaade. Naast natuulijke oozaken zijn landbouw en bewoning belangijke bonnen. E zijn elatief weinig poblemen met zwae metalen, hoewel lokaal de steefwaaden ovescheden kunnen woden. Voo aseen gelden wel fose oveschijdingen in het diep gondwate tussen Hoofddop en Ankeveen. Het gaat hie om een natuulijke belasting die echte wel doo de mens is vegoot. 33 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

35 5.4 Milieukwaliteit In veband met de beschikbae gegevens en de gehanteede beekeningsmethode kunnen de kaaten in dit hoofdstuk slechts waden beschouwd als een globale indicatie van de vespeiding. Zo zijn binnen het meetnet voo een aantal paametes nauwelijks geschikte meetgegevens beschikbaa geweest in de duinen en in een goat deel van West Fiesland, en is geen ekening gehouden met de gondwatestoming of bodemsamenstelling Zoetwatevookomens Figuu 5.1 Gondwateonttekkingen Beleid/doel (figuu 5.1) Vemindeen van het onttekken van zoet gond;vate met het oog op behoud van de zoetwatevooaad en hestel van oosponkelijke hydologische situatie. De gafiek laat de vegunde hoeveelheid gondwateonttekkingen zien. Bon: Povincie Nood-Holland E wodt confom de doelstellingen steeds minde gondwate onttokken. Figuu 5.2 Chloidengehalten eeste \\'atevceend pakket Resultaten Eenheid = mg I lite - < D D > Beleid/doel (figuu 5.2) E zijn geen algemene beleidsdoelstellingen voo het zoutgehalte in het gondwate. De kaat geeft een indicatief beeld van de chloidengehalten in het gondwate. E wodt ove zoet gondwate gespoken bij een gehalte van minde dan 150 mg chloide pe lite. (Zie ook figuu 7.5, Zout/ast 1995.) Zoet gondwate komt voo in de duinen, het Gooi, West-Fiesland en andom Uithoon. Doo de vemindede gondwateonttekkingen wijzigen de gondwatepatonen. Dit kan gevolgen hebben voo de gondwatekwaliteit. Bon : Povincie Nood-Holland 34 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

36 5.4.2 V emesting ( Figuu 5.3 Nitaat In gondwate mg. NO, I lite 0-8 mete -NAP Do Figuu 5.4 Fosfaat In gondwate mg. P0 4 I lite 0-8 mete -NAP CJ 0-0,5-0,5-1,5-1, Bon : Povincie Nood-Holland Bon : Povincie Nood-Holland Beleidldoel (figuu 5.3) Voo nitaat geldt een steefwaade van 25 mg nitaat pe lite en een MTR van 50 mg nitaat pe lite. De kaat geeft een indicatie van de concentaties nitaat pe lite in het ondiepe gondwate tot cica 10 mete beneden de gemiddelde gondwatestand in Nood-Holland. In veengebieden kunnen nutienten soms van natue in zee hoge gehalten vookomen doo afbaak van oganisch mateiaal. Beleidldoel (figuu 5.4) Voo fosfaat geldt een steefwaade van 0,4 mg P pe lite in zandgebieden en 3 mg P pe lite voo klei- en veengebieden. Omgeekend naa P0 4 geldt voo de duingebieden en het Gooi een steefwaade van 1,22 mg P0 4 pe lite en voo de est van Nood-Holland een steefwaade van 9,18 mg P0 4 pe lite. De kaat geeft een indicatie van de fosfaatgehalten in het ondiepe gondwate. De steefwaade wodt in een aantal delen van het landelijk gebied ovescheden. De MTR-waade wodt op een aantal plaatsen in het Gooi ovescheden. Voonaamste bonnen zijn de landbouw en bewoning. Op veschillende plaatsen in het landelijk gebied wodt de steefwaade ovescheden. 35 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

37 Figuu1 5.5 Ammonium in gondwaie Figuu 5.6 Aluminium in gondwate mg. NH, I lite 0-8 mete -NAP D 0-2 D >50 ).19 Al I lite 0-8 mete -l\j.ll.p D D Bon : Povincie Nood-Holland Bon : Povincie Nood-Holland Beleidldoel (figuu 5.5) Voo ammonium geldt een steefwaade van 2 mg NH 4 pe lite voo zandgebieden en van 10 mg voo klei- en veengebieden Vespeiding en vezuing Beleid/doel (figuu 5.6) De dinkwatenom voo aluminium is 0,2 µg pe lite. De kaat geeft een indicatie van de ammoniumgehalten in het ondiepe gondwate. In de zandgebieden wodt aan de steefwaade voldaan. In de klei- en veengebieden wodt de steefwaade op een ~1ooi aantal locaties fos ovescheden. Gezien de gondwatesamenstelling is hie spake van een natuulijke oozaak doo dfbnak van oganisch mateiaal. De kaat geeft een indicatie van het aluminiumgehalte in het ondiepe gondwate. Aluminium wodt hie gebuikt als een indicato voo vezuing. In de kalkame/ ontkalkte zandgonden woden doo zue omstandigheden metalen opgelost en met het infilteende gondwate meegevoed, waana op zekee diepte doo buffeing van de zuugaad afzettmg piaats vindt. Hoge concentaties aluminium woden gevonden in het Gooi. Dit zou ook het gcval mocten zijn in de ontkalkte duingebieden, maa doodat daa weinig geschikte meetpunten zijn volgt dat niet diect uit de kaat. 36 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

38 Figuu 5.7 Zink In gondwate Figuu 5.8 Aseen In gondwate µg Zn I lite O - 8 mete -NAP D >200 µg As I lite cica 30 mete -NAP D > 1000 Bon : Povincie Nood-Holland Bon : Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuu 5.7) De steefwaade voo zink is 24 µg pe lite. Beleid/doel (figuu 5.8) De steefwaade voo aseen is 7,2 µg pe lite. De kaat geeft een indicatie van de concentaties zink in het ondiepe gondwate. Vooal in de zandgonden van het Gooi woden licht vehoogde gehalten aangetoffen. Zwae metalen woden ove het algemeen steke gebonden aan kleideeltjes en aan oganisch mateiaal zoals veen clan aan zand. Ook voo zink en de andee metalen geldt dat e in het meetnet geen geschikte metingen van de duingebieden zijn. Het vespeidingspatoon van zink is bij benadeing epesentatief voo andee zwae metalen. Alleen lood komt vespeid doo de povincie in licht vehoogde gehalten in het gondwate voo. De oozaak hievoo is niet bekend. Lokaal zijn e oveschijdingen van de steefwaaden voo zwae metalen. Dit zou ook het geval kunnen zijn in de duingebieden, maa doodat daa weinig geschikte meetpunten zijn volgt dat niet diect uit de kaat. De kaat geeft een indicatie van de aseengehalten in het diepee gondwate. De steefwaade wodt ovescheden in een 5 km bede stook tussen Hoofddop en Ankeveen. Het gaat hie om een natuulijke belasting die wel vegoot wodt doo menselijke activiteiten zoals gondboingen, peilbehee, en in het veleden ontvening en inpoldeing. (Zie ook hoofdstuk 6 1 Kwaliteit (wate-)bodem.) Ook voo aseen geldt dat in de duingebieden weinig geschikte meetpunten zijn. 37 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

39 38 Milieukw~lit('it in Nood-Holl~ncl 2000

40 ( I 6,~. Kwaliteit (wate)bodem 6.1 lnleiding In dit hoofdstuk wodt de kwaliteit van bodem en watebodem bespoken. Op dit moment ontbeken echte zowel van de land- als van de watebodem gebiedsdekkende ovezichten van de kwaliteit. De belangijkste infomatie komt daaom uit afgeleide bonnen, zoals ovezichten van bodemsaneingen. De belangijkste aantasting van de bodemkwaliteit is de aanwezigheid van veonteinigingen. Delange histoie van industiele en stedelijke activiteiten in Nood-Holland heeft op veel plaatsen bodemveonteiniging veoozaakt. Aanwezige veonteinigen kunnen gezondsheidsisico's opleveen voo mensen en natuu, bijvoobeeld doo opname via gewassen of veeteeltpoducten, uitdamping van vluchtige stoffen naa de lucht, opname doo de huid of diecte opname van gonddeeltjes. Veonteinigingen van watebodems hebben in eeste instantie vooal gevolgen voo de aanwezige watenatuu, maa kunnen ook isico's voo de mens opleveen: diect via het zwemwate of indiect, bijvoobeeld via het op land bengen van veonteinigd slib. Een antle kwaliteitsaspect dat aan de ode komt heeft te maken met de uimteduk (zie hoofdstuk 2). Dit is de aantasting doo bijvoobeeld afgaving en egalisatie van de vomen en estanten in de bodem die samenhangen met het ontstaan van het Nood-Hollandse landschap: de aadkundige veschijnselen. 6.2 Doelstellingen en uitvoeing Volgens het NMP-3 moet de omvang van de totale bodemveonteiniging in Nedeland voo 2005 landsdekkend in kaat zijn gebacht. V dient de bodem op alle veonteinigde locaties wee geschikt te zijn voo het gewenste maatschappelijke gebuik. De Wet Bodembescheming geeft povincies een belangijke ol bij het inventaiseen en aanpakken van (wate)bodemveonteiniging en bij het saneen daavan. Taken zijn onde mee het vaststellen van de enst en ugentie van de veonteiniging, beoodeling van saneingsplannen en het opstellen van een povinciaal saneingspogamma. De gemeente Amstedam is voo landbodems zelf bevoegd gezag en heeft voo het Amstedamse gondgebied een vegelijkbae ol als de povincie. Het vootouw binnen het stedelijk gebied ligt bij gemeenten. Dit wodt doo gemeenten onde andee opgepakt in het kade van het Investeingsbudget Stedelijke Venieuwing (ISV). Een belangijk ondedeel van deze aanpak is het poject Oienteend Ondezoek (00) Nieuwe Stijl. Doe! van dit poject is samen met alle gemeenten in Nood-Holland de aanpak te bevodeen van potentieel ugente, niet ondezochte bodemveonteinigingslocaties. Bodemsaneing speelt zich vooal af in en ond het bebouwde gebied. Het landelijk gebied kijgt weinig pioiteit. Mede in het licht van de genoemde doelstelling voo 2005 heeft de povincie Nood-Holland het initiatief genomen de kwaliteit van het landelijk gebied van de povincie globaal in kaat te bengen. Voo behoud en bescheming van aadkundige veschijnselen is beleid gefomuleed in het kade van de bodembeschemingsgebieden, gebaseed op het Intentiepogamma Bodembeschemingsgebieden van In 2000 is een nieuwe basiskaat opgesteld met waadevolle elementen in Nood-Holland. Deze kaat kan - eventueel in een aangepaste vom - dienst doen bij het actualiseen van beleid. 39 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

41 6.3 s E zijn weinig gebiedsdekkende gegevens beschikbaa ove de kwaliteit van bodem en watebodem. in het iandelijk gebied zijn in die steekplangebieden gegevens ove de bodemkwaliteit gekateed in het kade van Actief Bodembehee. Voo zove bekend conflicteen de beoogde (bodem)functies op steekplanniveau niet met de bodemkwaliteit. Voo wat beteft het van natue aanwezige aseen in de ondegond komen slechts op enkele plaatsen vehoogde gehalten voo, en dan voonamelijk in de ondewatebodem. Het aantal afgesloten saneingen en nadee ondezoeken stijgt jaalijks vij constant. Langzamehand komt zicht op de totale omvang van de saneingsopeatie in Nood-Holland. Het is nog niet te voozien of de totale omvang voo 2005 in beeld is. Van cica 150 voomalige stotplaatsen woden vespeidingsisico's va.tl veonteinigingen ondezocht. De voouitzichten voo het saneen van de voomalige gasfabieksteeinen zijn gunstig. E is geen gebiedsdekkend ovezicht van de kwaliteit van de watebodems in Nood-Holland. De aanwezigheid van bagge in watelopen is een pobleem, zowel vanwege de belasting van het oppevlaktewate met nitaat en fosfaat, als vanwege de aanwezigheid van veonteinigingen. Ondanks initiatieven van de povincie en watekwaliteitbeheedes stagneet de saneing van watebodems. Vespeid doo Nood-Holland zijn aadkundig waadevolle veschijnselen en pocessen aanwezig. Op veel plaatsen woden de aanwezige aadkundige w<inden bedeigd. 6.4 Bonnen en veonteinigingen Figuu 6.1 Landelijk gebled Diffuse veonteiniging en achtegondgehalten D Niet gekateed - Wei gekateed Beleidldoel (figuu 6.1) Povinciedekkend bepalen van de bodemkwaliteit v in het kade van Actief Bodembehee Bon : Povincie Nood-Holland In het landelijk gebied heeft de povincie voo die gebieden de tot nu toe beschikbae gegevens ove de bodemkwaliteit in kaat gebacht: de steekplangebieden Zuid-Kennemeland & IJmondgebied, Gooi & Vechtsteek en Wateland-Pumeend West. Het in kaat bengen was geicht op het toetsen van de bodemkwaliteit aan de in de steekplannen vastgestelde (bodem)functies. Bij de toetsing van de achtegondgehalten van onvedachte bodemkwaliteitszones in het landelijkgcbicd van het steekplangebied Wateland-Pumeend lijkt mogelijk spake te zijn van gebuiksbepeking voo het gebuik van de bodemkwalititeitszone 'veen bovengond'. Of hie daadwekelijk spake van is zal doo middel van nade ondezoek in beeld gebacht moelen woden. Van zandgonden in het Gooi en het duingebied zijn weinig gcgcvens beschikbaa. Uit ecent ondczoek is komen vast te staan dat aseen van natue in hoge tot zee hoge gehalten in de bodem vookomt in een ongevee 5 kilomete bede stook lopend vanaf Hoofddop tot Ankeveen. (Zie ook figuu 6.2.) Voots zijn in het bollen- 40 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

42 gebied van Kennemeland egelmatig vehoogde gehalten zwae metalen, in het bijzonde kwik aangetoffen. Deze vehoogde gehalten leveen echte daa geen isico's op voo de (bodem)functies. In het landelijk gebied is binnen de die gekateede steekplangebieden geen spake van gootschalig diffuus veonteinigde gebieden. Figuu 6.2 Aandachtsgebied aseen in veband met het vookomen van aseen in het basisveen Beleid/doel (figuu 6.2) Povinciedekkend bepalen van de bodenkwaliteit. Ondezoek naa isico van vehoogde aseengehalten in basisveen. Bon : Povincie Nood-Holland Figuu 6.3 Voomalige stotplaatsen Aseen komt van natue voo in onde andee basisveen. In figuu 6.2 is aangegeven waa in Nood-Holland hoge aseengehalten in het basisveen zijn aangetoffen, alsmede in het zich daaonde bevindende gondwate. In een goot deel van het gebied zit het aseen op mee dan 10 mete diepte. Op een aantal plaatsen komt e aseen met het kwelwate onhoog en accumuleet het vooal in de kwelsloten doo neeslageactie aan het bodemslib. In de bovenste bodemlaag zijn tot nu toe geen vehoogde aseengehalten aangetoffen. Naa de oospong van het vookonen in dit gebied en in andee gebieden van Nedeland wodt nog ondezoek gedaan. (Zie oak hoofdstuk 5, Kwaliteit gondwate.) Stotplaatsen Stotplaatsen VOS Voo de veschillende functies van de bodem zijn e geen poblemen. Slechts op enkele plaatsen komen vehoogde aseengehalten voo en dan voomanelijk in de ondewatebodem. Vooal in de gebieden met kwel moet met de mogelijkheid van vehoogde aseengehalten in het bodemslib ekening woden gehouden Puntveonteinigingen en saneing Alle cijfes in tekst en figuen zijn exclusief Amstedam, dat bevoegd gezag is voo het eigen gondgebied. De figuen 6.4 en 6.5 geven alleen de locaties wee die zijn opgenomen in het financieel adninistatief systeem Finabo van de povincie. Beleid/doel (figuu 6.3) Ondezoek naa isico's van vespeiding van veonteinigingen uit voomalige stotplaatsen. Bon : Povincie Nood-Holland In Nood-Holland zijn cica 250 vemoedelijk voomalige stotlocaties bekend. Uit het Vekennend Ondezoek Stotlocaties (VOS) is gebleken dat hievan 150 locaties aangemekt 41 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

43 konden wuden als voomalige stotplaats. Deze zijn opgenomen in het pogamma Nazog Voomalige Stotplaatsen (NA VOS). De eeste fase van dit pogamma bestaat uit een kwaliteitsbepaling (monitoing) van het gondwate ond de voomalige stotplaats geduende 3 a 4 jaa. De tussenappotage ove deze fase wodt in 2001 vewacht. De tweede fase omvat een eenmalig ondezoek naa de dikte van de deklaag. Dit ondezoek wodt in 2001 uitgevoed op alle beschouwde NA VOS locaties. Deze esultaten woden betokken in de bepaling van de saneingsugentie. s Van cica 150 voomalige stotplaatsen vespeid ove Nood-Holland woden vespeidingsisico's van veonteinigingen ondezocht. Figuu 6.4A Locaties bodemveonteinlging Beleidldoel (figuen 6.4A+6.4B) V saneen of beheesen van alle bodemveonteinigingsgevallen die enstig en ugent zijn. In Finabo zijn locaties opgenomen, bestaande uit locaties die sinds begin jaen '80 doo de povincie zijn ondezocht en (deels) gesaneed (SAP-locaties) en locaties waa deden ondezoek en saneing hebben aangepakt (SEB-locaties). Vanaf 1995, toen de Saneingsegeling van de Vlet bodembescheming de veantwuudelijkheid voo de saneing bij de vevuile, teeingebuike en -eigenaa legde, is vooal de saneing in eigen behee (SEB) goed op gang gekomen. De locaties van de Stichting Bodemsaneing in gebuik zijnde Bedijfsteeinen (BSB) zijn niet in Finabo opgenomen. Van deze locaties kan de vootgang niet woden vemeld, omdat dit een vijwillige aanpak doo betokkenen zelf beteft waaove geen infomatie wodt vestekt. Ook locaties van het poject '00-nieuwe stijl' zijn niet opgenomen in Finabo. In dit poject zijn voomalige bedijfsteeinen met behulp van gemeenten geselecteed op mogelijke bodemveonteiniging. Geschat dat locaties in aanmeking komen voo een oienteend ondezoek Bon : Povincie Nood-Holland (00). In 1999 is een pilot uitgevoed op 348 locaties. In 2000 is opdacht veleend voo de uitvoeing van OO's. Deze ondezoeken zullen waaschijnlijk in iguu G.4D Uitvoeliig bodensaneing 2001 geeed komen i'l 400 c: "' m 300 zoo ioo Bon: Finabo/Povincie Nood-Holland 99 osap Nadee ondezoeken uitslag enstig D SAP Afgeonde saneingen SEB Afgeonde saneingen Het aantal afgesloten saneingen en nadee onde7.oeken stijgl jaalijks vij constant. Langzamehand komt zicht op de lolale omvang van de saneingsopealie in Nood-Holland. Het aantal locaties dat enstig veonteinigd blijkt te zijn neemt nog altijd toe. Het is nog niet te voozien of de totale omvang voo 2005 in beeld is. 42 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

44 Figuu 6.5 Voomalige gasfabieksteeinen Figuu 6.6A Vootgang bodemsaneing tankstations Nazog Uitvoeing Oveig saneingspogamma ]ii c "' El SU BAT Wekpogamma tankstations Bon: Povincie N-H Figuu 6.68 Ovezlcht tankstations en SUBAT-locaties SUBAT-locaties Tankstations Bon : Povincie Nood-Holland Beleid!doel (figuu 6.5) Saneing van voomalige gasfabieksteeinen doo het vijmaken van financiele middelen en heontwikkeling van de teeinen. Binnen de povincie Nood-Holland (exclusief Amstedam) bevinden zich 41 voomalige gasfabieksteeinen. Hievan zijn e eeds 11 gesaneed. Op 8 locaties vindt na saneing langjaige gondwatesaneing plaats. De oveige 22 locaties maken ondedeel uit van het Bodemsaneingspogamma Gasfabieksteeinen. Acht van deze 22 zijn of woden binnen afzienbae tijd gesaneed. Van 14 locaties zijn e twee minde ugent gebleken. Bij twee andee locaties lijkt adequate aanpak doo maktpatijen gegaandeed. De esteende 10 locaties woden ondezocht op mogelijke ontwikkelingspotentie. Subsidie doo Ministeie van VROM is beschikbaa indien deden 2/3 van de totaal benodigde kosten voo hun ekening nemen. De voouitzichten voo het saneen van de voomalige gasfabieksteeinen zijn gunstig. Bon : Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuen 6.6A+6.68) 767 in gebuik zijnde tankstations moesten in 1999 aan de milieueisen voldoen voo een Wet milieubehee-vegunning. Voobeelden van maategelen zijn saneing van aanwezige bodemveonteiniging, het aanbengen van een nieuwe vloeistofdichte vloe en tot dampafzuigvoozieningen. Bij 194 opgeheven tankstations moet de bodem in 2000 zijn gesaneed. Dit wodt geegeld via contacten in het kade van de SUBAT-opeatie (Stichting Uitvoeing Besluit Amoveing Tankstations). 43 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

45 De figuu toont de vootgang van de saneing van zowel in gebuik zijnde als opgeheven tankstations. Momenteel voldoen 176 tankstations geheel aan de actuele milieu-eisen voo bodemkwaliteit, en zijn 118 SUBAT-locaties gesaneed. Noch de doelstelling voo milieu-eisen bij in gebuik zijnde tankstations noch die voo bodemsaneing bij opgeheven tankstations is gehaald. Daavoo zijn divese oozaken, vaieend van financien en oganisatie/techniek van de uitvoeing tot optedende vetaging bij het nemen beschikkingen bij het bevoegde gezag Regionale watebodems (geen figuu) E is geen povinciedekkend ovezicht van de kwaliteit van de watebodems. De aanwezigheid van bagge is we! een pobleem in Nood-Holland. De aanpa k van veonteinigde watebodems en ondehoudsbagge stagneet. Vanuit milieuhygienisch oogpunt is de aanwezigheid van bagge om twee edenen een pobleem. Alleeest leidt de aanwezigheid van bagge tot een belasting van het wate met stikstof en fosfaat. Fosfaat kan met de bagge opslaan in de watebodem, en daa nog tientallen jaen voo naleveing zogen. Vooal in de vecnweidegebiedei wodt de toename van bagge in de sloten als zee poblematisch evaen. De watenatuu heeft hievan stek te leiden. Daanaast gelden bij veonteinigingen (met bijvoobeeld zwae metalen of PAK) in watebodems de egels van de Wet bodembescheming voo ondezoek en saneing. Si.."'1ds 1 augustus 1997 hebben de egionale watekwaliteitsbeheedes de taak het ondezoek en de saneing van watebodems in egionale wateen uit te voeen. Rijkswatestaat heeft de zog voo ijkswateen. De egionale watekwaliteitbeheedes dienen een ondezoeks- en saneingspogamma in bij Gedeputeede Staten. Binnen het povinciaal Pogamma bodemsaneing wodt jaalijks 2 miljoen gulden geeseveed voo ondezoek naa en saneing van watebodems. De povincie ondesteunde in J 999 de uitvoeing van twee pojecten. Het poject 'Wateen I' te Hilvesum en het poject 'Kopsloten Ringvaat' bij Aalsmee. In 2000 heeft de povincie besloten de saneingsplannen van twee zee omvangijke watebodemsaneingspojecten uitvoeingsgeeed te maken: het poject 'Wateen II' te Hilvesum en het poject 'Wategangen Cindu' bij Uithoom. V oo deze laatste twee pojecten heeft de povincie bij VROM een financieingsaanvaag ingediend. Ondanks het belang <lat de povincie hecht aan de poblematiek stagneet de aanpak van veonteinigde watebodems en ondehoudsbagge. In de paktijk wodt alleen ondezoek veicht indien de watekwaliteitsbeheedes ondehoudsbagge moeten afvoeen en veweken. Zonde noodzaak van ondehoud vindt geen ondezoek ten behoeve van saneing plaats. Redenen hievoo zijn het ontbeken van budget, onvoldoende kennis (waaonde het ontbeken van de inzicht in de ugentie van saneing en de elatie tussen watebodemkwaliteit en het functioneen van watesystemen), onvoldoende maatschappelijke noudzaak en poblemen bij de eindveweking. De povincie heeft daaom onlangs met Rijkswatestaat en de egionale watekwaliteitsbeheedes een baggeplatfom opgeicht, met het doe! een integate aanpak van de wateboctemsaneing en achtestallig ondehoudsbaggeen op gang te bengen. E is geen gebiedsdekkend ovezicht van de kwaliteit van de watebodems in Nood-Holland. De aanwezigheid van bagge in watelopen is een pobleem, zowel vanwege de belasting van het oppevlaktewate met nitaat en fosfaat, als 44 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

46 vanwege de aanwezigheid van veonteinigingen. Ondanks initiatieven van de povincie en watekwaliteitbeheedes stagneet de saneing van watebodems Aadkundige waaden Figuu 6.lA Basiskaat aadkundige waaden Figuu 6.78 Aantastlngen en bedeigingen aadkundige waaden Waadeing -lntenationaal -Nationaal -Povinciaal -Regionaal Met espect behandelen Bon : TNO Bon : TNO Beleidl do el (figuen 6.7 A+6.7B) Aan de kaaten van de figuen 6.7 A en 6.7B zijn geen beleidsdoelstellingen vebonden. Recent is de Basiskaat aadkundige waaden Nood-Holland opgesteld (TNO, decembe 2000). Deze kaat geeft een ovezicht van aadkundig waadevolle veschijnselen en pocessen, en is gekoppeld aan een database. Als ondedeel van de Basiskaat is een ovezicht van aantastingen en bedeigingen opgesteld. In het ondezoek zijn de volgende locaties als 'toplocaties' aangemekt: de gehele duinstook vanaf de povinciegens tot Campeduin en de duinen op Texel; het getijdesysteem van de Slufte op Texel; de zandplaten op het Beezand, de Beehon en de Noodehaaks; het voomalige eiland Wieingen; de glaciale opduiking van het Oude Land van Texel; de standwal van Spaanewoude; de veenstomen de Vecht en de Wave; de dekzandug van de Lange Heu!; de stuwwallen van het Gooi; de land- en stuifduinen te Zuideheide; het op natuulijke wijze ontstane Naademee; het Alkmaademee als voobeeld van een niet-dooggelegd mee; de polde Mijzen met actief Hollandveen; en de keken bij Oude Vee in de Anna Palowna polde. Vespeid doo Nood-Holland zijn aadkundig waadevolle veschijnselen en pocessen aanwezig. Op veel plaatsen waden de aanwezige aadkundige waaden bedeigd. 45 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

47 46 Milieukw~ liteit in Nood-Hollanct 2000

48 ( 7 Vestoing ( 7.1 lnleiding De hoofdstukken 7 en 8 beschijven de laatste stap van de beleids-effectketen die in hoofdstuk 1 is gepesenteed: de gevolgen van de aanwezige llilieukwaliteit. Hoofdstuk 8 beschijft de effecten op de natuu. Dit hoofdstuk beschijft de gevolgen voo de mens. Het gaat daabij om de gezondheid van de inwones van Nood-Holland en de beleving van het llilieu. Ook veiligheid heeft een- zij het bescheiden-plaats gekegen in dit hoofdstuk. Veiligheid en hinde als gevolg van (luchtvaat)vekee woden bespoken in hoofdstuk 9, en veiligheid en hinde als gevolg van vekee in hoofdstuk Doelstell in gen en uitvoeing Nationale doelstellingen zijn (NMP3): Geluid: het hindeniveau mag dat van 1985 niet ovestijgen in In 2010 mag enstige hinde niet mee vookomen. Geu: stabilisatie van geuhinde in 2000 op het niveau van In 2010 mag enstige geuhinde niet mee vookomen. Extene veiligheid: 2010: bij inichtingen in bestaande situaties wodt voldaan aan de nom voo het individueel isico van lq-6 voo kwetsbae bestemmingen en aan IR= 10-s voo minde kwetsbae bestemllingen. Povinciale doelstellingen zijn (PMP): Geluid: het zoveel mogelijk bepeken van het aantal (potentieel) geluidgehindeden. Geu: het vookomen van enstige hinde. Middelen die de povincie inzet om deze doelen te ealiseen zijn vegunningvelening, isolatie, zoneing en adviseing aan gemeenten. Klachten kunnen buges melden bij de povinciale klachtentelefoon (0800) waa de klacht geegisteed wodt naa aad en postcode. Klachten woden doogegeven aan betokken gemeenten, GGD's en (indien te taceen) de betokken veoozakes van de hinde. Voo klachten ove Schiphol kan een speciaal telefoonnumme (020) gebeld woden. 7.3 s De geluidbelasting is hoog in het zuidelijk deel van de povincie. De hinde als gevolg van geluidbelasting neemt toe. Wegvekee en buengeucht zijn de belangijkste oozaken. De doelstelling om in 2010 geen enstig gehindeden mee te hebben lijkt voo geu en geluid onbeeikbaa. Het aantal milieuklachten bij de llilieu-klachtentelefoon in Nood-Holland neemt geleidelijk af ondanks een flinke toename in 1994 en een lichte toename in E woden mee klachten geegisteed in de zomemaanden en op dagen met mooi wee dan in de wintemaanden en op dagen met slecht wee. De meeste klachten in 1999 komen uit de egio's Schiphol, Noodzeekanaal en Zandvoot. 47 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

49 Ook in het landelijk gebied is spake van vestoing. Vestoing en uimteduk uiten zich bijvoobeeld doodat elatief weinig natuu snel beeikbaa is, en doo lichthinde. Gote delen van Nood-Holland kunnen te nakenkijgen met wateovelast. Klimaatveandeing, zeespiegelijzing en bodemdaling vomen vanwege de veiligheid tegen ovestomingen een belangijk aandachtspunt voo de toekomst. De exteme veiligheid voldoet aan de nomen voo zove de povincie bevoegd gezag is. 7.4 Effecten Vestoing Figuu 7.1 Geluldzones In vegunnlngen lndustieteein Geluidzone Beleid/doel (figuu 7.1) Zonebehee industielawaai: vaststellen geluidzones en uitvoeing saneingspogamma's Wet geluidhinde (bonmaategelen en woningisolatie) waabij uitelijk in2003 zoveel mogelijk woningen tot of onde de 55 db(a) saneingsgenswaade woden teuggebacht ' [)..,.. De kaat geeft een ovezicht van de geluidzones, voo zove deze zijn vastgelegd in de vegunningen. De zone ond Schiphol heeft alleen betekking op de bedijfsmatige activiteiten op de lucht-haven zelf, en niet op het vliegvekee (zie daavoo hoofdstuk 9, Schiphol, figuu 9.2). Hoewel deze zones geen beeld geven van de actuele geluidbelasting, geven ze wel een ind.tuk van de ligging van gebieden waa geluidbelasting doo de industie plaats kan vinden. Co11 lusi e De vegunde gel uidzones ligg n in ted lijk-industiele gebieden. Bon : Povincle Nood-Holland 48 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

50 Figuu 7.2 Oveschijding in stiltegebleden Geluidbelasting in LAeq 24 uu - - Geluidbelastlng < 40 db(a) GeJuldbelasllng > 40 db(a) Bebouwlng Beleid/doel (figuu 7.2) In de stiltegebieden is de genswaade voo geluidbelasting ovedag 45dB(A), 's avonds 40 db(a) en's nachts 35 db(a). De kaat geeft een ovezicht van de gebieden waa de geluidbelasting volgens modelbeekeningen hoge is dan 40 db(a). De kaat geeft daamee een indicatie van de oveschijding van de nomen voo geluidbelasting in stiltegebieden. De stiltegebieden in Wateland zijn nog niet fomeel vastgelegd in een steekplan. (Zie oak figuu 9.2 voo geluidbelasting doo vliegvekee, en figuu 10.5 voo geluidbelasting doo vekee). Met name in het zuidelijk deel van de povincie is de geluidbelasting ook in stiltegebieden te hoog. Bon: RIVM Figuu 7.3 Enstige hinde Wegvekee li L---. Buen llll L--L, Beleidldoel (figuu 7.3) Zo veel mogelijk bepeken van het aantal (potentieel) geluidgehindeden. Vliegvekee De figuu geeft een indicatie van enstige (geluid) hinde, zoals bepaald in landelijke enquetes. Hinde is stek bepaald doo individuele beleving en omgevingsfactoen. Daadoo gaat een ve Bon: RIVM % enstig gehindeden 30 andeing in de daadwekelijke belasting niet altijd gepaad met eenzelfde veandeing in hinde. Opvallend is de bijdage van hinde doo buen op de tweede plaats. Sinds 1993 is de hinde doo een aantal bonnen toegenomen. Wegvekee en buen zijn de belangijkste oozaken van hinde. 49 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

51 Figuu 7.4 Aantal klachten en klages Beleidldoel (figuu 7.4) Gesteefd wodt naa zo min mogelijk klachten N ""... en o; en en en en en en ~ ~ ~ Bon: Povincie Nood-Holland "' en ~ De gafiek laat het aantal klachten en klages zien die de povinciale klachtentelefoon (0800) hebben gebeld. Niet inbegepen zijn de klachten van de Schipholtelefoon (020) Via <lat numme woden jaalijks mee dan tienduizend klachten geegisteed. Het totaal aantal telefonische klachten vetoont een dalende tendens (in de peiode met 46%) met een flinke stijging (37%) in 1994 en een lichte stijging (13%) in Figuu 7.5A Aantal klachten pe maand I'- ~ c.~ I'- I'- en ~ t: a; E E,._ m 0..., II> Bon: Povincie Nood-Holland t en > 0 c co ~ c.~ co "' t: E co en 6. QJ en co en > 0 c Figuu 7.58 Meteoologlsche kenmeken van dagen met de meeste en en C:.~ en en t: E en ~ 'Qi E m "' 6. QJ en "' m ~ c Beleidldoel (figuu 7.5A+7.58) Zie figuu 7.4. De gafiek laat het aantal klachten pe maandzien. hebben waadoo de hlnde gote is. In de zomemaanden komen e veel mee klachten binnen dan in de wintemaanden. Een veklaing hievoo kan zijn dat mensen in zomemaanden mee buiten zijn en vake amen open klachten en van dagen zonde klachten De gezamenlijke meteoologische kenmeken van de 12 dagen in 1997, 1998 en 1999 met de meeste klachten Kenmeken Hoge luchtvochtigheidsgaad => 75% Geen egen Onweesdag of deigend onwee Hoge tcmpeatuu max =>20 C Hoge luchtduk => 1020 hpa Uen zmmeschijn => 10 Lage wi.ndsnelheid max<= lom/sec Oostelijke windichting Aantal dagen waaop dit vookwam De gezamenlijke meteoologische kenmeken 11an de 20 dagen zonde klachten in 1997, 1998 en 1999 Keuneken Hoge elatieve luchtvochtigheidsgaad ~> 80% Lichte egen =< 2mm Lage tempeatuu max =<12 C Uen zmmeschijn =< 2 Vee! bewolking => 5 achtsten Windsnelheid max>= lom/sec Westclijke windichting Bon: KNMI Aantal dagen waaop dit vookwam (figuu 7.58) De tabellen laten zien wat de weesomstandigheden waen op de 12 dagen met de meeste klachten in de afgelopen 3 jaa en op de 20 dagen zonde klachten in die die jaa. Concl11sie De meeste klachten komen voo op zonnige doge dagcn zonde al te veel wind of een lichte oostelijke wind. De minste kiachten komen voo op windeige natte koude en bewolkte dagen. 50 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

52 Figuu 7.6 Klachten totaal 1999 CJ D Geen klachten Exclusief Schiphol Beleidldoel (figuu 7.6) Gesteefd wodt naa zo min mogelijk klachten. De kaat toont het totaal aantal klachten bij de Milieutelefoon pe postcodegebied in 1999 in Nood-Holland. De meeste klachten komen uit de Zaansteek, IJmond, Schipholegio, Zandvoot en Naaden. Bon : Povincie Nood-Holland Figuu 7.7 Geuhinde pe egio Bon : Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuu 7.7) Vanaf 1995 is hinde het kenbegip in het stankbeleid. Algemeen uitgangspunt is het vookomen van (nieuwe) hinde. Voo 2000 wodt landelijk gesteefd naa maximaal 12% gehindeden. In 2010 mag enstige hinde niet mee vookomen. In de afgelopen jaen zijn e ondom IJmond, Westelijk Havengebied, in de Zaansteek en Haalem-Oost, telefonische leefsituatie ondezoeken uitgevoed die een beeld geven van de hinde die men ondevindt doo geluid, stank en stof van veschillende bonnen. De gafiek laat de esultaten van veschillende ondezoeken naa geuhinde doo bedijven in Nood-Holland zien, waabij steeds het pecentage gehindeden en enstig gehindeden is weegegeven. Het pecentage gehindeden is in zwaa belaste gebieden hoge clan 12%. De doelstelling voo enstig gehindeden zal vemoedelijk niet waden gehaald. 51 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

53 Figuu 7.8 Klachten geu 1999 Figuu 7.9 Klachten geluid 1999 CJ D Geen klachten Exclusief Schiphol... D D Geen klachten Exclusief Schiphol Bon : Povincie Nood-Holland Bon : Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuu 7.8) Algemeen uitgangspunt is het vookomen van (nieuwe) hinde. De kaat laat het aantal geuklachten pe postcodegebied in Nood-Holland zien voo Niet inbegepen zijn de klachten van de Schipholtelefoon, waa jaalijks mee dan tienduizend klachten (waaonde geu) woden geegisteed. De meeste klachten komen uit de Zaansteek (cacaofabiek), IJmond (staalfabiek), Zandvool (ioolwcttezuiveingsinstallatie), Schiphol (vliegvekee) en Naaden (chemisch bedijf). Beleid/doel (figuu 7.9) Het zoveel mogelijk bepeken van het aantal (potentieel) geluidgehindeden. De kaat laat het aantal geluidklachten in 1999 pe postcodegebied zien. Niet inbegepen zijn de klachten van de Schipholtelefoon, waa jaalijks mee dan tienduizend klachten (waaonde geluid) woden geegisteed. De meeste klachten komen uit Zandvoot (cicuit), Schiphol egio (vliegvekee), de Zaansteek en IJmond (beide industie), egio Alkmaa (bedijvigheid) en Texel (vliegveld en nilitai oefenteein). 52 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

54 ( Figuu 7.10 Lichtvevulling ( ( Beleidldoel (figuu 7.10) Zo min mogelijk hinde doo licht. Deze satellietfoto laat Euopa in de nacht zien, waadoo alle velichting zichtbaa is. Het gaat om velichting ten behoeve van vekeesveiligheid, sociale veiligheid, eclame, openbae gebouwen, wonen, weken en kassen. In geheel Nood-Holland is lichthinde mogelijk. De noodelijke andstad is doo de gote hoeveelheid lichtbonnen goed zichtbaa. 53 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

55 7.4.2 Wateovelast en veiligheid Figuu 7.11 Wateovelast Figuu 7.12 Watebeglngskansen Bij 75 mm neeslag in 24 uu Wateovelast - Geen < 10mm mm - >40mm Regionale wateen - Beekdalen D Retentiepoldes - lnlaatpoldes - Retentie/ inlaatpoldes Rijkswateen D Buitendijkse gebieden Bon : Acadis I WB21 Bon : Acadis I WB21 ~,,..,. Beleidldoel (figuu 7. 11) Nomen woden ontwikkeld voo een maatschappelijk aanvaadbaa niveau van wateovelast. Beleidldoel (figuu 7.12) Ontwikkeling van flexibele vomen van watebehee om wateovelast teug te dingen. Het kaatje omvang wateovelast geeft aan welke gebieden begingscapaciteit (in mm) te kot komen bij 75 mm egen in een natte peiode. Gote delen van Nood-Holland kunnen te maken kijgen met wateovelast. De kaat is in dit appot opgenomen als signaal dat ondezoek wodt veicht naa flexibele vomen van watebehee. De kaat geeft een globale indicatie van gebieden die vanwege ligging, maaiveldhoogte en bepekte economische waade in aanmeking kunnen komen voo watebeging. Doo wate in die gebieden te begen wodt de kans van ovelast kleine. E wodt ondezoek veicht naa flexibele vomen van watebehee. E zijn in Nood-Holland volop kansen om wate te begen. 54 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

56 ,.- 1 Figuu 7.13A Zeesplegelstljging 1Q T ~-----~~-----, ~ 5~ ~~ :=~ ~ Oi-,,...--:l'l"~~.---,.,...-=-.--;,...-.,..-,..:::on-~~-=~-:t>l ~ -5i.:>.:_:>.:... ;;,.:..._...;>..: :."-'::::;~..:::..>.:... ;;,..:_--'>.'.. :."'---'-'~ 5-10i----=----=:;--~~----~~ _.;;., Bon: RIVM, nationale milieuvekenning Figuu Bodemdaling Daling > 80 cm -Daling cm -Daling cm -Daling cm -Daling cm -Daling cm CJ Daling 5-10 cfl? CJ Daling 2-5 cm CJ Daling tot 2 cm CJ Geen veandeing -Stijging tot 2 cm CJ Stijging > 2 cm / Beleidldoel (figuen 7.13A+7.13B) Nood-Holland beschemen tegen de zee. De gafiek geeft de zeespiegelstijging wee voo de kust van Nedeland in de afgelopen eeuw. Het kaatje geeft een ovezicht van de vewachte bodemdalingen in Nood-Holland in De bodemdaling heeft 3 oozaken. Doodat gondwatepeilen doo bemaling onde het maaiveld komen te staan is e spake van veenoxidatie. Delfstofwinning, met name aadgas zogt ook voo bodemdaling. Doo een geologische kanteling van Nedeland om de as Emmen - Begen op Zoom, daalt Noodwest-Nedeland en stijgt Zuidoost-Nedeland. Tewijl de zeespiegel de afgelopen eeuw fos is gestegen en vemoedelijk zal blijven stijgen, daalt de totale Nood Hollandse bodem. Zonde maategelen neemt het isico van ovestoming vanuit zee daadoo toe. Bon : Haasnoot et al., Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

57 Figuu Zoutlast 1995 Figuu 7.15 Ligglng EVR-pllchtige bedijven in kg/ha pe jaa < <;) EVR-locaties >5000 Bon : H aasnoot et al., 1999 Bon : Povincie Nood-Ho\land, RIVM Beleidldoel (figuu 7.14) E zijn geen beleidsdoelstellingen voo zoute kwel. De figuu toont de de omvang van de zoutlast in kg zout pe hectae pe jaa. De huidige zoute kwel is een estant van de zee-invloed in het veleden. Hoge zoutgehalten in het bovenste gondwate en oppevlaktewate hebben een negatief effect op de landbouw, maa kunnen de natuuwaaden in bakke omstandigheden vehogen. Aan de hand van modelbeekeningen wodt geschat dat in de toekomst de zoutlast zal toenemen met ongevee 10% in (Zie ook figuu 5.2, diluicll'gl'halten l'este watevoeend pakket.) Doo zeespiegelijzing en bodemdaling kan de zoutlast in de toekomsttoenemen. Beleidldoel (figuu 7.15) In 2010 wodt bij zo veel mogelijk inichtingen in bestaande situaties voldaan aan de nom voo het individueel isico (JR) van 10-6 voo kwetsbae bestemmingen en aan IR= 10-s voo minde kwetsbae bestemmingen. (Voo toelichting op IR: zie hoofdstuk 9, toelichting figuu 9.11 isicocontouen Schiphol). De kaat geeft de locaties aan van bedijven waavoo de povincie bevoegd gezag is en die gezien hun aad een exta isico met zich mee bengen (zoals bandstofoveslag, chemie bedijf en degelijke) en daaom een exten veiligheidsappot (EVR) moeten maken. De bijbehoende isicocontouen waen te klein om op deze kaat aan te geven. De meeste EVR bedijven liggen langs het Noodzeekanaal in Amstedam op in de IJmond. De IR-isiconom wodt negens ovescheden. 56 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

58 8 ( n Milieukwaliteit en natuu 8.1 lnleiding Na hoofdstuk 7 is dit het tweede hoofdstuk dat ingaat op de effecten van de milieukwaliteit. Dit hoofdstuk icht zich op de milieufactoen die de kwantiteit en kwaliteit van de natuu bemvloeden. Vemesting, vezuing en vedoging hebben gote gevolgen voo de kwaliteit van de natuu. Daanaast is ook de uimtelijke samenhang van natuugebieden van belang, de 'vesnippeing'. 8.2 Doelstellingen en uitvoeing Het povinciaal beleid is geicht op: 1 Realisatie van PEHS in Uitvoeing van het faunabeleid. 3 lmplementatie Pogamma Behee. De uggengaat van het povinciale natuubeleid bestaat uit de totstandkoming van de Povinciale Ecologische Hoofdstuctuu (PEHS) in het jaa Doo het vomen en vebinden van natuugebieden ontstaan stabielee levensomstandigheden voo sooten. De mogelijkheden voo vespeiding en uitwisseling van individuen woden gote, en gotee gebieden zijn in de egel ook minde kwetsbaa voo invloeden van buitenaf. Binnen de PEHS icht het beleid zich op hestel en/of ontwikkeling van natuu. Dat kan doo middel van gondveweving, inichting, behee en het afsluiten van oveeenkomsten ove hestelmaategelen. Uiteaad spelen ook planologische bescheming en maategelen op het gebied van het milieu- en watebeleid een belangijke ol. Het Uitvoeingspogamma Faunabeleid is complementai aan het PEHS-beleid. Hiein staat bescheming van diesooten en het nemen van stimuleingsmaategelen vooop. Met het Pogamma Behee, een subsidieegeling van het ijk, wodt het behee van natuu en landschap een nieuwe impuls gegeven. De nieuwe subsidieegelingen zijn stek geicht op het daadwekelijk ealiseen van natuudoelen. De povincie heeft een belangijke taak bij het vaststellen van de natuudoelen. 8.3 s De oppevlakte natuu neemt toe. De ealisatie van de Povinciale Ecologische Hoofdstuctuu wodt gehinded in Nood-Holland doo een bepekte gondmobiliteit, maa veloopt in vegelijking met andee povincies elatief goed. De biodivesiteit in Nood-Holland neemt nog steeds af, zij het minde snel dan vooheen. Vogels en zoogdieen laten een minde ongunstig beeld zien dan amfibieen, eptielen, vlindes, libellen en planten. De meeste weidevogels zijn stek achteuitgegaan, maa in de gebieden van Nood-Hollands met weidevogelbehee is de afname kleine. Hoewel een begin is gemaakt met het (hydologische)opheffing van de vedoging is de doelstelling voo 2000 niet gehaald. Om de doelstelling van 2010 te halen is nog een gate inspanning nodig. Ove het ecologisch hestel valt nog weinig te zeggen, omdat dit altijd achteloopt bij het hestel van de gewenste gondwatestand of het hestel van kwelstomen. 57 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

59 De belangijkste nilieu-omstandigheden die de veandeingen bij de floa en fauna in Nood-Holland veaozaken zijn vedaging doo gandwatestandsdaling en afname van kwel, neeslag van vezuende en vemestende stoffen, aanvoe van gebiedsveemd (veelal voedselijk) wate, de aanwezigheid van bagge en vespeiding van veanteinigingen. Met name sooten die leven in voedselame, natte en weinig vestoode situaties gaan stek achteuit. Daanaast vomt ook de vesnippeing van leefgebieden een bedeiging. 8.4 Kwantiteit en kwaliteit van de natuu Figuu 8.1 De voming van de basis van het landschap Ondeliggendepatonen die.in het landschapzichtbaazijn ~ Wate Zand la J b! Klei en leem D Veen 0 (figuu 8.1) E zijn geen beleidsdoelstellingen. De figuu is opgenomen om een induk te geven van de voming van het Nood-Hollandse landschap vanaf de laatste ijstijd. De hoge gelegen zandganden (stuwwallen en standwallen) die doo ijs, wate en wind waen opgewopen vomden de genzen van het wadachtige landschap dat zich na de ijstijd vomde. De zee bak meemalen doo de nog jonge duinen, waadoo gate oppevlakten ontstonden van afwisselend kweldes, getijdestomen en open wate. Onde invloed van zee is in gate delen van het gebied klei afgezet. In peiodes met minde gate invloed van de zee kon in een bak tot zoet milieu veenvonning plaatsvinden. De huidige Jigging van de zand-, klei- en veengonden is in de kaat goed te hekennen. De natuulijke condities hebben aan de basis gestaan van de ecosystemen die daaap zijn ontwikkeld. In de loop de eeuwen heeft de mens vijwel het gehele landschap aangepast aan de eisen die bewoning en econonische activiteiten stelden. Bon: Povincie Nood-Holland 58 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

60 Figuu 8.2 Huidlge begenzing PEHS Vegelljklng tussen de situatie zonde nleuwe natuu (1990, goen) en de situatie op basis van de pe 1 januai 1999 begensde PEHS (oanje en geel) Figuu 8.3 Boedgebieden van bedeigde en kwetsbae moeasvogels in Nood-Holland en belangijke (natte) ecologische vebindlngszones. - Bestaande natuu Nieuwe natuu : - Beheesgebied D Natuuontwikkelingsgebied en C? Resevaatsgebied!Ml Boedgebied /\/ Ecologische vebindingszone PEHS Bon : DLG I Altea Bon : Povincie Nood-Holland Beleid/doel (figuu 8.2) Tegengaan vesnippeing doo het ealiseen van de PEHS in In de kaat staat de exacte begenzing van de PEHS in 1999 aangegeven. De ealisatie van vebindingszones veloopt moeizaam. De gondveweving veloopt stoef doo het geinge gondaanbod. In vegelijking met andee povincies veloopt de veweving van esevaatsgebieden gunstig. Hoewel op dit moment nog niet pecies is aan te geven hoeveel natuu e in Nood Holland is, is wel duidelijk dat het aeaal natuugebied sinds 1990 is toegenomen. In samenweking met de Dienst Landelijk Gebied van het Ministeie van LNV is een poject gestat om de vootgang van de ealisatie van de PEHS bete in beeld te kijgen. De ealisatie van de PEHS vodet. De oppevlakte natuu in Nood-Holland neemt toe. Het is nog niet duidelijk of de PEHS in 2018 voltooid is. Beleidldoel (figuu 8.3) Zie figuu 8.2. Een voobeeld is het opheffen van de vesnippeing van ietmoeassen. Naast de oppevlakte natuu is ook de samenhang tussen natuugebieden van belang. Vesnippeing doo bebouwing, infastuctuu, veandeing van landschap speelt vooal sooten met een geing vespeidingsvemogen paten. Hietoe behoen veel sooten insecten zoals vlindes en loopkeves, eptielen, amfibieen en zoogdieen, maa ook sommige sooten vogels. Ook planten van bijvoobeeld schale gaslanden kunnen zich moeilijk vespeiden. Een belangijk gevolg van vesnippeing is dat leefgebieden van sooten kleine waden en daamee het aantal dieen afneemt. Populaties kunnen hiedoo te klein waden waadoo zij kans!open uit een gebied te vedwijnen. Ruimtelijke samenhang tussen gebieden wodt dan een noodzaak om uitwisseling tussen populaties mogelijk te maken. 59 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

61 Het effect van vesnippeing in combinatie met oveige milieustess op de Nood-Hollandse natuu is waaschijnlijk gate dan ove het algemeen wodt ondekend. Met name moeassen en heiden zijn deze eeuw stek vesnipped geaakt in Nood-Holland. Hiedoo staat bijvoobeeld de zandhagedis in het Gooi op het andje van uitsteven en zijn veel sooten vlindes en libellen in gote delen van Nood-Holland vedwenen. Van de kenmekende schaase boedvogels voo de Nood-Hollandse natuugebieden in bos, moeas, heide en duinen blijkt slechts een geing deel duuzaam te kunnen vookomen. Te illustatic is in figuu 8.3 een ovezicht gegeven van de gotee en kleinee ietmoeassen, een belangijk natuutype in Nood-Holland. Als indicato is gebuik gemaakt van het vookomen van vijf sooten ietvogels van de Rode Lijst. Voo deze goep van sooten zijn twee 'kengebieden' te ondescheiden: het Vechtplassengebied en Zaansteek-Wateland. Daabuiten komen deze ietvogels slechts plaatselijk voo en met name in de Kop van Nood-Holland liggen belangijke moeasgebieden gei:soleed van de kengebieden. In figuu 8.3 zijn tevens de geplande ecologische vebindingszones aangegeven. De uimtelijke samenhang van met name gei:soleede moeasgebieden buiten de beide kengebieden Vechtplassengebied en Zaansteek-Wateland is nog nauwelijks vebeted. Hiedoo lopen nog steeds plant- en diesooten een kans om lokaal uit te steven. Figuu 8.4 Tends in faunasootgoepen in Nood-Holland Beleidldoel (figuu 8.4) c Q) 60 t: 0 50 "' ]i 40 c "' Bon: Povincie Nood-Holland D voouit gelijk achteuit Achteuitgang natuukwaliteit bepeken/ opheffen. Biodivesiteit is een belangijke indicato voo de kwaliteit van de natuu. Ondanks de toename van oppevlakte natuu in Nood-Holland neemt de biodivesiteit nog steeds af. Van de diegoepen waavan tends in de Nood Hollandse aantallen bekend zijn, gaan e mee sooten achteuit dan voouit. Met name de situatie bij de diegoepen libellen, amfibieen en eptielen is zogwekkend. Binnen alle diegoepen gaan vooal sooten die afhankelijk zijn van voedselame, natte en weinig vestoode situaties achteuit, zoals de kemphaan en de watespitsmuis. Sooten van voedselijke, dogee en stek doo mensen bei'nvloede omstandigheden doen het elatief bete, zoals de kakeend, de putte en de huisspitsmuis. In het intensief gebuikte cultuuland is de milieubelasting het gootst. Hie doen zich de gootste negatieve tends voo. In natuugebieden en in het extensief gebuikte cultuuland gaat het met veel sooten bete. Een voobeeld is de gutto, die het in het veenweidegebied in Nood-Hollands Midden (veel natuu en deels extensieve landbouw) bete doet dan eldes in de puvincie. Ondanks de toename van oppevlakte natuu (kwantiteit) in Nood-Holland neemt de biodivesiteit nog steeds af. 60 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

62 Figuu 8.5A Weidevogelgebieden in Nood-Holland volgens citeia Pogamma Behee D D -? Algemeen weidevogelgebied Belangijk algemeen weidevogelgebied (Zee) sooteni\p weidevogelgebied Geen gegevens Figuu 8.58 Tend van de gutto (gei'ndexeed) in Nood-Holland binnen en buiten het veenweidegebied in Nood-Hollands Midden in x ~ 100 ( Veenweidegebied NH-midden Bon: Povincie Nood-Holland oveig NH Beleid/doel (figuen 8.5A+8.58) Behoud van weidevogels in Nood-Holland. Bon : Povincie Nood-Holland Weidevogels vomen een belangijk ondedeel van de Nood Hollandse natuu. Ondanks de inspanningen om de weidevogels te behouden, gaat het niet zo goed. Het Pogamma Behee ekent 21 vogelsooten tot de weidevogels. Hievan komen e 15 voo in de Nood-Hollandse gaslanden. Van deze 15 sooten gingen e in de peiode zeven in aantal achteuit, en namen slechts twee sooten (tueluu en kakeend) in aantal toe. Intensiveing van het gondgebuik in combinatie met vedoging (peilbehee afgestemd op het agaische gebuik) zijn de belangijkste oozaken voo deze achteuitgang. De kaat geeft aan welke gebieden thans voldoen aan de citeia voo algemeen, belangijk algemeen, sootenijk en zee sootenijk weidevogelgebied. De beide laatste categoieen zijn gecombineed. Weidevogelgebieden zijn stek geconcenteed in het veenweidegebied van Nood-Hollands Midden. Met name in Nood-Holland Nood zijn e nog maa weinig weidevogelgebieden. Vegeleken met gegevens uit de jaen tachtig, blijkt <lat hie nogal wat weidevogelgebieden veloen zijn gegaan, onde andee doo het vedwijnen van gaslanden en de intensiveing van de veeteelt. De gutto is een van de belangijkste doelsooten van het weidevogelbeleid. Landelijk gezien is de populatie in de jaen negentig ongevee 30% afgenomen. Nood-Holland steekt hiebij in gunstige zin af. Dit komt vooal omdat e in het veenweidegebied in Nood-Hollands Midden slechts een geinge afname is van cica 10%. Buiten het veenweidegebied benadet de afname het landelijk gemiddelde. Het gaat niet goed met de weidevogels in Nood-Holland. In een bepekt gebied, het veenweidegebied van Nood Hollands Midden, heeft het natuubehee in de esevaten aantoonbaa esultaat. Hie zijn de veschillende activiteiten blijkbaa voldoende om de populaties van een aantal sooten weidevogels, waaonde de gutto, slechts in geinge mate achteuit te laten gaan. 61 Milieukwaliteit in N ood-holland 2000

63 Figuu 8. 6 Gevoeligheid van sootgoepen voo effecten van mllieuthema's Vedoging Vemesting Vezuing Vesnippeing Vespeiding Beleidldoel (figuu 8.6) Achteuitgang natuukwaliteit bepeken/ opheffen. Vogels ~di b=& eptielen Vlindes Libellen Plan ten Totaal De cijfes 1 t/m 5 indiceen de mate van invloed, waabij 5 het belangijkste en 1 het minst belangijke thema is. Bon: Povincie Nood-Holland De achteuitgang van de biodivesiteit wodt voo een belangijk deel veoozaakt doo milieuomstandigheden. In de tabel wodt pe sootgoep aangegeven in welke mate ze woden be'invloed doo de veschillende milieuthema's. De die thema's met het gootste (negatieve) effect zijn vedoging, vemesting en vezuing. Deze thema's ovelappen elkaa deels. Zo kan een stof als ammoniak (NH 4 ) zowel een vemestende als vezuende weking hebben, en zo leidt vedoging soms tot veandeingen in bodempocessen die ook een vemestend effect hebben. In het wateijke Nood-Holland heeft de aanvoe van gebiedsveemd (veelal voedselijk) wate op veel plaatsen een negatief effect op de aanwezige natuuwaaden. In hoofdstuk 6, Kwaliteit (wate)bodem, is aangegeven dat de aanwezigheid van bagge in veel watelopen (en met name in de veenweidegebieden) een pobleem is. Helaas ontbeken hieove momenteel gebiedsdekkende gegevens. De natuu staat vooal onde duk van vedoging, vemesting en vezuing. In het wateijke Nood-Holland hebben de aanvoe van gebiedsveemd wate en de aanwezigheid van Figuu 8.7 Afname vindplaatsen planten in natuulljk gebied doo bagge in veel watelopen een negatief effect op de natuumllleustess ( ). waaden. in% ~ Beleidldoel (figuu 8.7) Achteuitgang natuukwaliteit bepeken/ opheffen. De figuu toont pe fysisch-geogafische egio de esultaten van een modelbeekening van de afname van het aantal plantensooten in de peiode als gevolgvan milieustess: veandeingen in zuugaad, stikstofbeschikbaaheid, gondwatestand en toxische duk van zwae metalen. Vanwege de bodemeigenschappen zijn de kalkame zandgonden van de duinen en het Gooi kwetsbaa, in het bijzonde voo vezuing en vemesting. Dit uit zich in een gote afname van het aantal sooten. Daanaast zijn kwelvegetaties kwetsbaa voo vedoging, waaonde in dit geval alleen wodt vestaan de velaging van de gondwatestand. Modelbeekeningen tonen aan dat in Nood-Holland de duk in het bijzonde hoog is op de kalkame zandgonden van de duinen en het Gooi. Bon: RIVM 62 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

64 Figuu 8.8A Ovezicht van het hestel van vedoogde gebieden In hectaen (afgeond), uitgesplltst naa functle. Hestel vedoging Hoofdfunctie natuu Nevenfunctie natuu Tota al Geen hestel Deels hesteld (<50%) Gotendeels hesteld (>50%) Vedoging opgeheven Bon: Povincie Nood-Holland Beleidldoel (figuen 8.8A, 8.88, 8.8C De doelstelling van de vedogingsbestijding is vemindeing van het vedoogd aeaal met 25% in 2000 ten opzichte van 1985 en met 40% in Van vedoging wodt gespoken in gebieden met een natuufunctie waa de gondwatestand stuctueel onvoldoende hoog is of de kwelduk niet stek genoeg is om de kaakteistieke ecologische waaden te beschemen. E wodt ook gespoken van vedoging wannee te compensatie wate van eldes van onvoldoende kwaliteit wodt aangevoed. De tabel geeft een ovezicht van eventueel hestel van vedoogde gebieden. De kaaten geven aan welke gebieden in Nood-Holland vedoogd zijn, en waaom. Vedoging heeft een goat effect gehad op de Nood-Hollandse natuu, zowel in natuugebieden (bijvoobeeld de duinen) als daabuiten (bijna alle poldes in zowel klei- als veenpoldes). Hiedoo zijn oevevegetaties en planten en dieen die gebonden zijn aan vochtige en dassige gaslanden stek achteuitgegaan. Het is in combinatie met intensiveing van de landbouw de belangijkste oozaak voo de achteuitgang van de voo Nood-Holland zo kenmekende weidevogels. Maa ook de achteuitgang van bijvoobeeld dottebloemgaslanden en zoogdieen als de watespitsmuis is voo een goat dee! te veklaen doo vedoging. Uit een inventaisatie voo de vedogingskaat 2000 blijkt dat in Nood-Holland bijna ha gond vedogingsveschijnselen vetoont. Hievan heeft cica ha als hoofdfunctie natuu. De est heeft als nevenfunctie natuu. In Figuu 8.88 Vedoogde gebleden in Nood-Holland Figuu 8.8C Type vedoging In Nood-Holland D Gondwatestand -Afname kwel -Gondwatestand en kwel -Niet vedoogd -Vedoogd, hoofdfunctie natuu D Bon : Povincie Nood-Holland Bon : Povincie Nood-Holland 63 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

65 Figuu 8.80 Hestel van vedoging In Nood-Holland Figuu 8.9 Oveschijding kitische belastlng stlkstof doo atmosfeische depositie in 1999 ~ Geen hestel F- i)d Deels hesteld < 50% - Deels hesteld > 50% - Volledig hesteld Mal pe ha - ~o Ell >2000 D Geen gegevens Bon : Povincie Nood-Holland I Bon: RIVM de Gooi- en Vechtsteek is e vooal spake van de afname van kwelstomen. Langs de binnenduinand en op Texel is e zowel spake van afname van kwelstomen, als daling van de gondwatestand, onde andee doo peilvelagingen en winning van gondwate. Met name in de lagee gebieden woden watetekoten aangevuld met gebiedsveemd wate dat vaak te voedselijk is. Hiedoo teedt vemesting op. Uit de inventaisatie blijkt vede dat de doelstelling voo 2000 negens in Nedeland is gehaald: gemiddeld is slechts op 3% van het aeaal hydologisch hestel opgeteden, voo Nood Holland is dit 6%. In vegelijking met 1985 is op cica ha de vedoging opgeheven, en is op cica ha de gewenste gondwatesituatie gedeeltelijk tot gotendeels hesteld. Dat is bemoedigend, maa betekent nog altijd dat op bijna ha geen hestel heeft plaatsgevonden. I Iieonde vallen nag vij veel natuugebieden. Hoewel een begin is gemaakt met het (hydologische) opheffing van de vedoging is de doelstelling voo 2000 niet gehaald. Om de doelstelling van 2010 te halen is nag een gate inspanning nodig. Ove het uiteindelijke doe! van de vedogingsbestijding, het ecologisch hestel in de vedoogde gebieden, valt nog weinig te zeggen. Ecologisch hestel loopt altijd achte bij het hestel van de gewenste gondwatestand of het hestel van kwelstomen. Beleidldoel (iguu 8.9) Achteuitgang natuukwaliteit doo vemesting bepeken/ opheffen. De kaat laat de natuugebieden zien waa kitische belasting van vemestende stoffen uit de atmosfee volgens beekeningen wodt ovescheden. Zowel binnen als buiten natuugebieden is vemesting uit de atmosfee een goat pobleem omdat vemestende stoffen gemakkelijk waden vespeid. Stikstofminnende planten doen het daadoo eg goed, waadoo 64 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

66 ( vegetaties veandeen van samenstelling. Dit heeft vooal een negatief effect op insecten (vlindes, loopkeves), maa ook op vogels en zoogdieen. Sooten van voedselame en zelfs matig voedselijke milieu's nemen stek af, evoo in de plaats komen sooten van (zee) voedselijke milieu's. Het effect is het beste zichtbaa in voedselame milieu's in esevaten (zandgonden). In de duinen en op heiden in het Gooi zogt vemesting doo atmosfeische depositie voo een toename van gassen en een achteuitgang van voedselplanten voo allelei insecten; ook vedwijnen kale plekken en nemen stuwelen in omvang toe. Hiedoo nemen onde andee zeldzame vlindes af, maa nemen stuweelminnende vogelsooten als nachtegaal en gasmus juist toe. Natuugebieden in Nood-Holland op de zandgonden woden zwaa belast met vemestende stoffen uit de atmosfee. Figuu 8.10 Oveschijding kitische belasting potentleel zuu 1999 Beleid!doel (figuu 8.10) Z-eq pe ha - ~o >2000 c::j Geen gegevens I Achteuitgang natuukwaliteit doo vezuing bepeken/ opheffen. De kaat laat de natuugebieden zien waa kitische belasting van vezuende stoffen uit de atmosfee volgens beekeningen wodt ovescheden (zie oak hoofdstuk 3, Kwaliteit lucht en hoofdstuk 5, Kwaliteit gondwate). Hoewel de neeslag van vezuende stoffen in Nood-Holland al jaen afneemt, heeft vezuing nog altijd effect. Vooal de kalkame duinen en zandgonden in het Gooi hebben te lijden van de vezuing. In combinatie met de vemestende weking van de atmosfeische depositie heeft de vezuing in deze gebieden geleid tot een afname van plantensooten van schale omstandigheden. Zo zijn in de gevoelige gebieden sooten als zandblauwtje en duinoosje achteuitgegaan. Bochtige smele echte is stek toegenomen. Dit gas eageet positief op vezuing en is veantwoodelijk voo de 'vegassing' van heiden. In vochtige en natte duinvalleien zijn veenmossen in opmas. In de meen en vennen vedwijnen amfibieen en kenmekende insectensooten. In bossen nemen vaens en bamen stek toe, waadoo vogels als zwatkop en tjiftjaf in Nood-Holland stek zijn toegenomen. Bon: RIVM in het Gooi heeft te lijden van de vezuing, in combinatie met vemesting. Met name de natuu van kalkame duinen en van zandgonden 65 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

67 Figuu 8.11 Tend oofvogels (aantal boedpaen) In Nood-Holland in Doel/beleid Achteuitgang natuukwaliteit doo vespeiding van milieuveemde stoffen bepeken/ opheffen ~ havik spewe --buized Bon: Povincie Nood-Holland De gafiek toont als voobeeld de tend in een aantal boedpaen oofvogels. Hoewel een begin van hestel zichtbaa is, menen deskundigen dat de efeentie-aantallen nog Jang niet zijn beeikt. Vooal zoogdieen en vogels zijn gevoelig voo vespeiding van milieuveemde stoffen zoals bestijdingsmiddelen. Naa schatting diekwat.van alle sooten zoogdieen en bijna een vijfde deel van alle boedvogels is gevoelig voo veonteiniging met milieuveemde stoffen. Ook de veonteiniging van het oppevlaktewate en de ondewatebodems heeft nadelige gevolgen voo in het wate levende diesooten, zoals de otte. Roofvogels weden in de peiode v bedeigd doo bestijdingsmiddelen, voo;il gechloeei:de koolwatestoffen. Sinds deze stoffen vcboden zijn, nemen de populaties van veschillende sooten oofvogels wee toe. Het hestel is oveigens ook te danken aan de toename van geschikt boed- en fouageegebied en minde afschot. Een milieufacto die het hestel afzwakt is dat veel giftige stoffen, ook nadat de vespeiding gotendeels of geheel gestopt is, nog langduig een negatieve invloed kunnen hebben op dieen. Zo blijven e bijvoobeeld vebindingen aanwezig in het milieu, die effect hebben op eieen of de goei van jongen. Vespeiding van milieuveemde stoffen is geenszins een pobleem uit het veleden. De laatste jaen is e bijvoobeeld aandacht voo de vespeiding van stoffen met homonale weking, zoals gebomeede bandvetages en oganotinvebindingen. In het veld zijn effecten aangetoond op veschillende diesooten, zoals wateslakken en mosselen. Hoewel op ondedelen een begin van hestel zichtbaa lijkt te zijn, veoozaakt vespeiding van milieuveemde stoffen nog altijd gote duk op de natuu. 66 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

68

69 68 Mi licukwa lit~ il in Noon!-1-lolland 2000

70 9 Schiphol 9.1 lnleiding Luchthaven Schiphol is een van de ondenemingen binnen de pavincie die een gate milieuduk legt op de omgeving. Schiphol heeft daamaast ook een gate economische invloed. De afgelopen tien jaa is het luchtvaatvekee stek gegoeid. Schiphol is veoozake van geluidovelast, geuovelast, extene veiligheid en luchtveonteiniging. De geuovelast wodt veaozaakt doo onvebande en onvolledig vebande keosine. Staffen als N0 2, CO, 50 2, PAK, fijn stof, aet, ozon kunnen een pobleem voo de luchtkwaliteit zijn. Dit alles gaat gepaad met een toenemende bezogdheid van de omwonenden ove het milieu, de leefbaaheid van de omgeving en ook de angst voo gezondheid en veiligheid. In het gebied ond Schiphol wonen mee dan 1,5 miljoen mensen. 9.2 Doelstellingen en uitvoeing Het ijksbeleid met betekking tot Schiphol is in 1995 vastgelegd in de Planologische kenbeslissing Schiphol en omgeving (PKB). Hiein is gekozen voo een vesteking van de luchthaven in economische zin en tegelijketijd voo een vebeteing van de kwaliteit van het leefmilieu in de omgeving van de luchthaven. IJkjaa is hiebij 1990 en de doeljaen zijn 2003 (wannee de vijfde baan in gebuik wodt genomen) en Momenteel is e een MER (milieu-effect appotage) pacedue gestat om een nieuw stelsel van nomen en genzen te bepalen. Deze moeten gelijkwaadig zijn aan de nomen en genzen uit de PKB maa bete handhaafbaa en meetbaa. Het pavinciaal beleid ten aanzien van Schiphol is geicht op een selectieve goei van de luchtvaat binnen de andvoowaaden voo milieu en veiligheid. In de PKB zijn een aantal taken toebedeeld aan de pavincie. Op het gebied van milieu en uimtelijke odening gaat het met name om: De naleving van de woningbouwbepekingen and Schiphol. In zowel de geluidzone (35 Ke) als de vijwaingszone (globaal het gebied van de 30 Ke) zijn e stingente bepekingen ten aanzien van woningbouw. Het monitoen van de woningvooaad in de veschillende Schipholzones en de wijzigingen daain. Het monitoen van ondedelen van de milieubelasting, met name luchtveonteiniging en geu. E vindt geegeld ondezoek plaats naa beleving en gezondheid van de inwones. Vede waden e metingen en beekeningen veicht naa onde andee de luchtkwaliteit, geluidhinde en veiligheid. 9.3 s Het aantal vliegbewegingen is de laatste 10 jaa vedubbeld. Het aantal woningen met gote geluidbelasting neemt af. Volgens beekeningen neemt het aantal geluidgehindeden ook af. Uit gezondheidskundig ondezoek blijkt echte dat hinde gate is clan beekend, en dat ook het gebied met hinde gate is clan de gehanteede geluidzone. Het aantal inwones binnen de geucontouen is toegenomen. Het wegvekee in de egio Schiphol heeft mee invloed op de luchtveanteiniging dan het vliegvekee. Vliegvekee daagt maa tot 3% bij aan de totale belasting in het gebied. Het aandeel van het wegvekee is vele malen gate, tot 14%. De laatste jaen is de belasting doo het wegvekee afgenomen doo technische vebeteingen aan 69 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

71 auto's en bandstoffen. Hoewel het luchtvaatvekee is toegenomen hebben deze veandeingen bij het wegvekee etoe geleid dat de luchtkwaliteit in de egio toch is vebeted. Het isico als gevolg van het vliegvekee (gesommeed gewogen goepsisico - GGR) is toegenomen ten opzichte van Schiphol en milieukwalitelt Figuu 9.1 Aantal vllegbeweglngen Beleidl do el (figuu 9.1) / / Tot 2003 is een goei toegestaan met vliegbewegingen pe jaa tot ee, totaal van De eis daabij is dat voldaan wodt aan de milieunomen ei -genzen die vastgelegd zijn. In 2003 wodt de nieuwe vijfde baan in gebuik genomen. Dan teden and ee, nog te bepalen, nomen en genzen in weking Vliegbewegingen Oude pognose PKB Bon: Ministede va n V&W Figuu 9.2 Geluldzcne 35 Ke Het aantal vliegbewegingen is in 1999 gestegen tot Voo de jaen 2003 en 2015 is in de Planologische Kem Beslissing (PKB) de oude pognoses uit 1990 weegegeven. De goei van Schiphol is veel steke geweest dan ten tijde van het vaststellen van de PKB is voozien. De pognose voo 2015 is achtehaald. ->- Beleid/doel (figuu 9.2) Geen oveschijding van de wettelijk vastgestelde geluidzones (de 35-Ke voo de etmaal, en de 26 LAeq voo 's nachts). Voo 1999 en 1998 geldt een gedoogbesluit, waain het aantal oveschijdingen bepekt dient te blijven tot de maximaal toegestane geluidbelasting. Vanaf 2003, als de vijfde baan in gebuik is, dient de situatie voo geluid afkomstig van vliegtuigen vebeted te zijn ten opzichte van de situatie in Het aantal woningen binnen de zone dient van naa woningen teug te gaan. Ook zullen in 2003 de Ke en de nacht LAeq waden omgeekend naa de Euopese eenheid Lden. De geluidzones komen doo het gebuik van de vijfde baan andes te liggen. Op de kaat is de 35 Ke geluidzone te zien. lje 35 Ke contou geeft de geluidbelasting aan de hand van de wekelijk gevlogen outes in 1999 wee. Het oze gebied geeft het ondeschijden van de wettelijke bepaalde geluidzone wee, de blauwe gebieden geven de oveschijding wee. Bon: Commissie Geluidhinde Schiphol In 1999 vindt op elf punten een oveschijding plaats, maa de maximaal toegestane geluidbelasting is niet ovescheden. 70 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

72 ( ( Figuu 9.3 Woningen binnen 35 Ke contou ovedag Beleidldoel (figuu 9.3) ]i c: "' <( Bon: Ministeie van V&W, Schiphol Goup -Woningen Wettelijke gens -lnspanningsveplichting secto Het aantal woningen met een feitelijke geluidbelasting van 35 Ke of mee mag maximaal bedagen. Dit is een wettelijke gens. Aanvullend geldt dat de luchtvaatsecto inspanningsveplichtingen op zich heeft genomen om tot 2003 het aantal belaste woningen te bepeken tot Na gebuik name van de Se baan zal de gens op woningen komen te liggen. Woningbouw is alleen bepekt toegestaan in het 30 Ke-gebied. De gafiek laat het aantal woningen zien ten opzichte van de doelstelling van Het aantal woningen met een bepaalde geluidbelasting wodt beekend aan de hand van de wekelijke vliegtuigbewegingen pe jaa (de wekelijke situatie wodt weegegeven met geluidcontouen en niet met geluidzones). De zones, doelen en pognoses zijn bepaald met een zogenaamde meteomage. Omdat de weesomstandigheden niet te voospellen zijn en daadoo niet bekend is wat het wekelijke baangebuik zal zijn, is een meteomage ingevoed van cica 20%. De wettelijke gens heeft een waade waa deze meteomage bij is opgeteld. Sinds 1995 is het aantal woningen binnen de 35 Ke-contou afgenomen. In 1999 is - na een stijging met 200 woningen ten opzichte van het aantal woningen in de 35 Ke-contou minde dan het doel in 2003, zelfs met aftek van de 20% meteomage. Figuu 9.4 Woningen binnen 26 LAeq Beleidldoel (figuu 9.4) Het aantal woningen binnen de nachtgens van 26 LAeq mag in niet mee dan zijn ~ c ~ Bon: Ministeie van V&W Woningen Doel 2003 De gafiek laat het aantalwoningen binnen de 26 LAeq contou zien. Het aantal woningen in de nachtcontou is al minde dan het doel in 2003 zelfs met aftek van 20% meteomage. Figuu 9.5 Enstig gehindeden en slaapvestolngen Enstig hinde binnen 20 Ke contou - PKB gens voo gehindeden Slaapvestoingen binnen 20 db(a) Laeq-{;ontou PKB gens voo -' slaapvestoing Bon: Ministeie van V&W Beleidldoel (figuu 9.5) Binnen de 20 Ke-contou moet vanaf 2003 het aantal emstig gehindeden aanzienlijk lage zijn dan in 1990 (54.000). Het aantal slaapvestoingen moet kleine zijn dan de in1990. De figuu bevat cuven van het aantal emstig gehindeden en slaapvestoingen tot De cuve is vebonden met de pognose in De pognose is hoog omdat e ekening wodt gehouden met een toename van het aantal vliegtuigen. Opgemekt wodt dat het om beekende aantallen gehindeden/ slaapvestoingen gaat met behulp van bestaande dosis/effect elaties. 71 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

73 E blijkt namelijk uit een in 1996 gehouden ondezoek (vagenlijstondezoek van TNO-PG, RIVM oktobe 1998, ondedeel van de Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol (GES)) dat de evaen geluidhinde gate is dan beekend. In dat jaa is het aantal mensen dat aangeeft enstig hinde te ondevinden in de 20 Ke zone a in plaats van de zoals uit de gafiek valt af te lezen. Ook bleek het gebied waa bewones aangeven enstige geluidhinde te ondevinden gate te zijn dan de 20 Ke zone. Het aantal enstig gehindeden blijkt in de paktijk hoge dan uit beekende waaden valt af te leiden. Dit oept de vaag op of de gebuikte beekening van de geluidbelasting als maat Figuu 9.6 Klachten en klachtindienes m.b.t. vliegtulglawaai voo emstig hinde de juiste is ] c: ~ & Klages & Kiachten EV D Klachten MV Bon: Commissie Geluidhlnde Schiphol Figuu 9.7 Geucontouen Schlphol 1999 (figuu 9.6) De gafiek laat het aantal klages en klachten zien. De klachten zijn ondevedeeld in enkelvoudig (EV) en meevoudig (MV mee dan een pe melding) ingediende klachten. Het aantal klachten laat net als het gezondheidsondezoek zien dat de mate van hinde goot is. In 10 jaa tijd is het aantal klachten 25 kee gate gewoden, tewijl de vliegbewegingen zijn vedubbeld. Ook komen veel klachten van buiten het 35 Kegebied was een topjaa met 80% mee klachten dan in Een goot aantal uitvliegoutes is toen gewijzigd en de Kaagbaai1. wed die maanden buiten gebuik gesteld., f okaties intenties _.a' t;oratfes in aanbouw ~ Lokat!es in steekplan Geucon,t~l 990 Geucont~ 1995 Het aantal klachten is de laatste 10 jaa doo divese oozaken toegenomen. Beleid/doel (figuu 9.7) Het aantal inwones binnen de geucontou van 1 geueenheid/ m3 (98 pecentiel) mag niet toenemen ten opzichte van Inmiddels is het landelijk beleid ove geu niet mee leidend. Het kabinet is van plan om de nom voo geu te wijzigen. De maat van geueenheid pe m3 zal niet mee waden gebuikt. De evaen geuhinde wodt leidend. : Op de kaat zijn de contouen van de jaen 1990, 1995, 1996 en 1998 (espectievelijk zwat, goen, blauw en ood) te zien. Bon : TNO-MEP Het gebied waa mogelijke geuhinde kan opteden is in 1998 gate gewoden. Oozaken: een toename van de geuemissies tijdens het taxien ondanks een afname in emissies tijdens het landen en stijgen. Vede bei:nvloeden poefdaaien, ove- en opslag van keosine, de weesonstandigheden en het baangebuik de omvang van de geucontou. 72 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

74 Figuu 9.8 lnwones binnen geucontouen Beleid!doel (figuu 9.8) Het aantal inwones binnen de geucontou van 1 geueenheid/m3 ( pecentiel) mag niet toenemen ten opzichte van 1990 (PKB-doelstelling) "' > ; Het aantal inwones wodt beekend aan de hand van de geucontouen. x 110 'tj E "' Het jaa 1990 is een efeentiejaa. In 1996 was een afname te zien. 100 De toename in 1998 ligt voo 37% binnen de 98-pecentiel en 28% in de 90 99,5-pecentiel lnwones binnen 98 pecentiel contou Bon: Ministeie V&W lnwones binnen 99,S pecentiel contou -- PKB doel De PKB-doelstelling van geu wodt niet gehaald. Het kabinet oveweegt de nom te wijzigen. Figuu 9.9 Aantal geuklachten Comissie Geluidhinde Schiphol Beleidldoel (figuu 9.9) Het algemene uitgangspunt van het landelijk geubeleid is dat nieuwe geuhinde dient te waden vookomen en bestaande acceptabel dient te zijn. Het doel is het vemindeen van geuhinde Klachtentelefoon povincie Nood Holland In de pavincie blijkt Schiphol de gaotste ban van geuhinde te zijn. Gemiddeld waden 2 klachten pe dag ingediend (zie oak hoofdstuk 7, Vestoing). Het meendeel komt uit een gebied van 5 tot 7 kilomete and Schiphol. E waden tot 12 kilomete and Schiphol meldingen ontvangen. Uit ondezoek met snuffelploegen blijkt dat bij nomale weesomstandigheden tot een afstand van vijf kilomete geu kan waden waagenomen. Bon: Povincie Nood-Holland, Commissie Geluidhinde Schiphol Het aantal geuklachten is in de eeste helft van de jaen 90 fos toegenomen en stabiliseet in de tweede helft. Figuu 9.10 Bijdage luchtvaat aan uitstoot Schiphol (figuu 9.10) In hoofdstuk 3, Kwaliteit lucht, wodt vede ingegaan op de Ro et S02. VOS 1998 luchtkwaliteit in de omgeving van Schiphol. In figuu 9.10 wodt het aandeel in luchtveanteinigingen veoozaakt doo vliegvekee in het gebied Schiphol aangegeven. D 1990 NOx c: ~ co Cii Het elatieve aandeel van de luchtvaat in de uitstoot neemt C02 toe. Dit komt vooal doo vebeteingen bij de andee bannen in dit gebied (wegvekee, industie, consumenten endegelijke). Bon: Ministeie van V&W Pocentuele bijdage van de luchtvaat De uitstoot doo de luchtvaat is geing in vegelijking met de bijdagen van andee bannen, behalve voo oet. De eden daavan is dat de bijdage aan oet doo het weg- 73 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

75 vekee schep is gedaald. De totale emissie in het gebied neemt voo elke stof af. Ook de totale (absolute) emissie aan oet is aanzienlijk gedaald. Figuu 9.11 Rlslcocontouen 1997 Risicocontouen 5x10 _, 10' Bon : Schiphol Goup Beleidldoel (figuu 9.11) Het gesommeed gewogen isico (GGR) voo woningen dient gelijk aan het GGR in 1990 te blijven tot de vijfde baan gebuiksklaa is. Momenteel past het ijk het nomenstelsel voo extene veiligheid aan. Het GGR dat hie bespoken wodt, zal daabij komen te vevallen. De maat voo isico op een bepaalde locatie wodt bepaald met het individueel isico (IR). Het IR houdt in de kans pe jaa dat een willekeuig pesoon op een plaats buiten het luchtvaatteein doo een ongeval met een vliegtuig ovelijdt. Van deze pesoon wodt veondesteld dat deze zich 24 uu pe dag onbeschemd op die plaats bevindt. De maat voo een isico op een amp wodt aangeduid met het Goepsisico (GR). Dit is de kans pe jaa dat doo een vliegtuigongeval een bepaald aantal pesonen ovelijdt dat zich in de omgeving van het luchtvaatteein bevii-idt. llet isico wodt voo een bepaald gebied aangegeven met een contou waa hetzelfde isico geldt in de ode van 10-s tot lq-7 pe jaa (de gebeutenis kan zich eens pe tot 10 miljoen jaa voodoen). Het GGR is een optelling van alle IR' s van de woningen binnen de zone van het toetsingsgebied en het 5 x 10-s-gebied. Zo wodt ekening gehouden met zowel het aantal woningen als het isico pe woning in het gebied. Op de kaat zijn de veiligheidscontouen van de situatie in 1997 weegeven. Het totaal aantal woningen tot het 10-7 gebied is met inwones. Het GGR is sinds 1990 toegenomen. 74 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

76 Vekee 10.1 lnleiding Vekee levet een goot aandeel in de milieubelasting. In hoofdstuk 2, Maatschappelijke ontwikkelingen, is aangegeven dat de nobiliteit in Nood-Holland stek is gegoeid. De toegenonen mobiliteit leidt tot veel knelpunten zoals het beslag op uimte, de geluidbelasting, de luchtveonteiniging en de aantasting van natuugebieden. On een volledig beeld te kijgen van de milieubelasting en de ontwikkeling doo het vekee in Nood-Holland is een studie uitgevoed 'Vekenning Relatie Milieu en Vekee' (VRMV, RBOI, juli 2000). In deze studie zijn nogelijke milieu-effecten bekeken van het weg- en ailvekee, binnenscheepvaat en de infastuctuu. De ontwikkeling wodt gevolgd in het jaa 1995 ten opzichte van 1986 en beekend voo het jaa Het beteft indicatieve beekeningen die echte een goed beeld geven van de totale situatie in de povincie, uitgezonded de binnenstedelijke wegen. Deze laatste wegen zijn niet meegenomen Doelstellingen en uitvoeing Doelstellingen zijn: De geluidbelasting in stiltegebieden moet laag blijven (PMP). E nogen in 2000 niet mee geluidgehindeden zijn dan in 1985 doo weg- of ailvekee (NMP-3). De emissie van NOx en VOS doo autovekee client in % lage te zijn dan in 1985 (SVV-2). Het veiligheidsniveau geelateed aan vekee dient in 2000 even goot te zijn als in 1986 (SVV-2). De belangijkste povinciale taken liggen op het gebied van aanleg en econstuctie van wegen, uimtelijke odening (steekplan) en uitvoeing maategelen te bepeking van de milieubelasting (aanleggen van ZOAB op wegen voo de vemindeing van geluidbelasting) s Geluid: Een steke goei van het vekee zogt voo een gote gebied met een hoge geluidbelasting. Een flinke vemindeing van de geluidbelasting is te vekijgen als op alle ijks- en povinciale wegen ZOAB zal woden aangelegd. Ondank deze venindeing nemen de knelpunten echte toe, aanvullende naategelen zijn nodig om de doelstellingen te kunnen halen. Ook de geluidbelasting veoozaakt doo spoovekee neemt in de toekomst toe. Geluidbelasting veoozaakt doo de scheepvaat is vijwel nihil. Lucht: Ondanks de goei van het wegvekee is vooal doo technische vebeteingen de uitstoot naa de lucht van de stoffen CO, VOS en lood gedaald sinds De uitstoot van NOx en fijn stof is na een toename tot 1985 wee bijna op het niveau van De COz-emissie is gestegen. Hoewel de luchtkwaliteit voo NOx en VOS in 2010 vebeted zal zijn ten opzichte van 1986, woden de landelijke doelstellingen niet gehaald. Extene veiligheid: Monenteel zijn e geen knelpunten, dat wil zeggen date geen oveschijding van de genswaade is. Wei zijn e een aantal plaatsen waa het isico lage ligt dan de genswaade maa waa het misschien in de toekomst een knelpunt kan woden. 75 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

77 ~ 10.4 Vekee en Milieukwaliteit Figuu 10.1 Goel wegvekee Beleidldoel (figuu 10.1) Het landelijke doel is om het vekee in Nedeland tussen 1986 en 2010 met maximaal 35% te laten goeien. Q) ~ 40~-----.,,,.~ c ~ _, Goei -- Dael 2010 Bon: VRMV: RBOI, Witteveeh+Bos, AVIV van 1986 is in 1995 gote dan het doel voo Indien de tend doozet is de hoeveelheid vekee in 2010 vedubbeld. In de gafiek is de wekelijke goei van het vekee in de povincie tot 1995 te zien. Daana wodt de vewachting van de goei tot 2010 weegegeven. Bij deze goeicuve is het landelijke doel van 35% gezet. De intensiteit van het vekee uitgedukt in pecentages ten op zichte Figuu 10.2 Toe/afname geluidbelasting stiltegebleden Beleid/doel (figuu 10.2) F""o.., t 180; ,,-----t!.< ~160; ,1;'"--... ~o------'---t E 140;-----.,<-,6<------"'""'-"" ;------J'-F l ""--~ ; db(a) db(a) -- 55dB(A) Bon: VRMV: RBOI, Witteveen+Bos, AVIV -- 60dB(A) De geluidbelasting in het stiltegebied client laag te blijven. Het doel is het beschemen van het achtegond-geluidniveau dat voo elk gebied bepaald is. Dit ligt tussen de 30 en 45 db(a). Een geluidbelasting van 40 db(a) wodt doo mensen als stil evaen. Weegegeven is de ontwikkeling van de geluidbelasting in de stiltegebieden. Deze is weegegeven als index waabij de index van is. Uit de gafiek blijkt dat het oppevlak stiltegebied met een geluidbelasting hoge dan 40 db(a) tussen 1986 en 1995 met gofweg een kwat is toegenomen (van ha in 1986tot in 1995). In 1995 is een toename van het oppevlak te zwaa belast gebied te zien. De afname in 2010 is te vewachten doo toepassing van ZOAB (Zee Open Asfalt Beton)-vehading op alle autosnelwegen. De geluidbelasting is echte clan nog steeds iets hoge dan in Figuu 10.3 Geluldbelaste woningen doo wegvekee Beleidldoel (figuu 10.3) x ~100.s ~ - -,- -,,_, ::;;,_ ~ ~ D 40 db(a) Iii 50 db(a) 55 db(a) Bon: VRMV: RBOI, Witteveen+Bos, AVIV _,... ~ - -:: - I ~ - 60 db(a) In 2000 mag het aantal geluidgehindeden niet zijn toegenomen ten opzichte van Dit geldt voo weg-, en ailvekee. E zijn geen nomen voo scheepvaatvekeelawaai, de bijdage aan geluidhinde doo scheepvaat is geing. Toclichting De index geeft wee wat de toe- en/ of afname is in het aantal geluidbelaste woningen ten opzichte van 1986 (uim boven de 50 db(a) ten gevolge van het wegvekee). Uitgegaan is van het tend-scenaio, waa ekening wodt gehouden met een goei van wegvekee van 50% ten 76 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

78 opzichte van Ook is weegegeven in welke mate deze woningen belast woden. De te hanteen genswaade is afhankelijk van de situatie. Wel kan gesteld woden dat een gevelbelasting van 70 db(a) of mee altijd ontoelaatbaa is, 55 db(a) is de ondegens voo saneing van bestaande situaties. V oo nieuwe situaties geldt een andee vookeusgenswaade, namelijk 50 db(a). ( In 1995 is een toename te zien van geluidbelaste woningen. Hetzelfde zal gelden voo het aantal geluidgehindeden. Devewachting voo 2010 is dat het aantal geluidbelaste woningen doo saneingsmaategelen wee daalt, maa hoge blijft dan in De doelstelling voo 2000 is niet gehaald. Figuu 10.4 Geluidbelaste woningen doo ailvekee 1 00 of.-,.-.-- Beleidldoel (figuu 10.4) In 2000 mag het aantal geluidgehindeden niet zijn toegenomen ten opzichte van Dit geldt voo weg- en ailvekee. E zijn geen nomen voo scheepvaatvekeelawaai, de bijdage aan geluidhinde doo scheepvaat isgeing D 40 db(a) 60 db(a) Bon: VRMV: RBOI, Witteveen+Bos, AVIV Figuu 10.5 Geluidcontouen Situatie 1995 CJ 40 db(a) (weg/ ail/binnenvaat) D 50 db(a) (weg) - 55 db(a) (weg) - 60 db(a) (weg/c? ail/binnenvaat) - 73 db(a) (ail/ binnenvaat) db(a) De index geeft wee wat de toe- en I of afname is in aantal geluidbelaste woningen ten opzichte van 1987 (uim > 60 db{a)) ten gevolge van het ailvekee. De genswaade 70 db(a) en vookeuswaade 57 db(a) zijn onlangs velaagd. In deze gafiek is nog van de oude waaden, espectievelijk 73 en 60, uitgegaan. In 1996 was e een afname van geluidbelaste woningen doo het plaatsen van geluidschemen en stille waden van teinmateieel. Het aantal geluidbelaste woningen neemt tot 2010 toe doo een intensiveing van eizigesvebindingen met name ond Amstedam. Dezelfde veandeingen zullen gelden voo het aantal geluidgehindeden. Beleid!doel (figuu 10.5) De geluidbelasting mag in 2000 niet zijn toegenomen t.o.v De kaat laat zien dat de geluidcontouen stek samenhangen met de vekeesintensiteit. Op ijkswegen, de wegen met een A-numme, zijn de geluidcontouen vede van het midden van de weg dan bij povinciale wegen (de wegen met een N-numme). Uit de studie blijkt dat de meeste knelpunten voo geluid bij wegvekee liggen. De effecten van een uitgevoede geluidweende maategel zijn waa te nemen: geluidcontouen vesmallen of vevallen op die plaats. Bon : Pov. NH, RWS, RBOI, WIBO Uit het VRMV-ondezoek van RBOI blijkt dat de geluid- 77 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

79 belasling in de pt:!iode is toegenomen. De geluidcontouen iiggen in 1995 vede van de weg dan in De doelstelling wodt niet gehaald. Railvekee is stille gewoden doo antle mateieel met uitzondeing van het taject Amstedam-Utecht. Figuu 10.6 Totale emissie hoofdwegennet Nood-Holland Q) 80 ~ 60 Q) ~ 40 c_ Bon: VRMV: RBOI, Witteveen+Bos, AVIV 2010 doe I ovos!!!i NOx Beleidldoel (figuu 10.6) De doo alle autovekee uitgestoten hueveelheid NOx en oak VOS (Vluchtige Oganische Staffen zoals PAK - Polycyclische Aomatische Staffen) is in % en in % lage dan in De gafiek geeft het pecentage veandeingen aan van wegvekee emissies voo NOx en VOS ten opzichte van In de Milieubalansen 1999 en 2000 van het RIVM wodt geconstateed dat - ondanks de goei van het autovekee - de uitstoot van CO, VOS en lood is gedaald sinds 1970, en dat de uitstoot van NOx en fijn stof na een toename tussen 1970 en 1985 inmicidels wee bijna op het niveau is van Dit komt vooal doo technische vebeteingen aan voetuigen en bandstoffen. De kooldioxide-emissie is sinds 1970 jaalijks toegenomen. Figuu 10 7 Contouen luchtveonteinigingen N Situatie 1995 CJ < 8 0 micogam Im' N micoga Im' N0 2 > 120 mico- ~ gam/m3 N0 2 De bijdage van ail- en scheepvaatvekee aan de tutale vekeesuitstoot is vewaaloosbaa. De doelstelling voo NOx in 1995 is niet gehaald. De situatie is veslechted. Devewachting is dat doo vegaande technische vebeteingen de uitstoot van NOx, S0 2 en VOS aanzienlijk zal afnemen tussen 1995 en Desondanks wodt voo NOx niet aan de nationale emissiedoelstelling voldaan. Voo VOS is de eductie gate dan de doelstelling in 1995 en het is onzeke of de doelstelling voo 2010 wodt gehaald. Beleid!doel (figuu 10.7) De luchtkwaliteit dient te voldoen aan de wettelijke nomen. De gens- en toetsingswaaden voo N0 2 zijn espectievelijk 135 en 120 µg/m3 98-pecentiel van 1-uuswaaden. De ichtwaade is 80 µg/m3 98-pecentiel van 1-uuswaaden. Bon: Pov. NH, RWS, RBOI, WIBO Hie wodt alleen de concentatie in stikstofdioxide gepesenteed, omdat deze als een maatgevende component wodt beschouwd. De genswaade voo N0 2 wodt egelmatig ovescheden met name in de Randstad (op de Al, A2, A4, A9 en AlO). Op de kaat is goed te zien hoe goat het gebied is dat boven de ichtwaade valt. Vede wodt ook de benzeennom geegeld ovescheden bij specifieke plaatsen zoals pakeeplaatsen. De emissie van een aantal veonteinigende stoffen 78 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

80 (50 2, NOx, Pb) is ve-minded doo het gebuik van loodvije benzine, zwavelame diesel en de toepassing van katalysatos. Deze vemindeing wodt wee deels tenietgedaan doo de steke goei van het vekee. De luchtkwaliteit voldoet niet oveal aan de wettelijke nomen. Figuu 10.8 Aantal gehindede woningen pe kilomete weglengte Situatie > 120 micog/m3 Luchtcontou 1995 < > 150 Beleid/doel (figuu 10.8) E wodt gesteefd naa zo min mogelijk woningen waabij de toetswaade van 120 µg/m3 stikstofdioxide wodt ovescheden. Aantal gehindede woningen doo een uitstoot gote dan 120 N0 2 µg/m3 is in woningen. In 2010 is de vewachting dat het aantal daalt tot tussen 635 en afhankelijk van de goei in het vekee. Deze woningen liggen vooal in de gemeentes Amstedam met name ond de ingweg AlO en Haalemmemee. Andee knelpunten liggen in Amstelveen, Oostzaan, Diemen, Zaanstad, Oude-Amstel, Landsmee, Muiden en Velsen. Het aantal gehindede woningen neemt de komende jaen fos af maa blijft in Amstedam en Haalemmemee wel vookomen. Bon : Pov. NH, RWS, RBOI, WIBO 79 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

81 Figuu 10.9 Aandachtsgebieden goepslslco vevoe gevaalijke stoffen Beleidldoel (figuu 10.9) Het niveau van veiligheid dient in 2010 hetzelfde te zijn als in Situatie 1995 Aandachtslocatie goepsisico t.g.v. wegvekee Voo veiligheid zijn e twee begippen waaaan getoetst wodt, het individueel isico (IR) en het goepsisico (GR - voo toelichting op IR en GR zie ook hoofdstuk 9, toelichting figuu 9.11 isicocontouen Schiphol). Het isico houdt een kans op een ongeval met een bepaald effect in. Het IR kent een genswaade voo nieuwe situaties, het maximaal toelaatbae isico van de 1 op l0-6 pe jaa. De oienteende waade voo het GR mag niet ovescheden woden. Dit is 1Q-4 voo 10 slachtoffes en 1Q-6 voo 100 slachtoffes enzovoot. Van een GR mag genotiveed woden afgeweken. Op de kaat staan de aandachtslocaties (locaties waa de oienteende waade wodt ovescheden) dan wel bijna-aandachtlocaties (een facto 10 lage dim de oienteende waade) voo goepsisico. Bij deze locaties moeten uintelijke en vevoesontwikkelingen in de gaten woden gehouden andes bestaat de kans date knelpunten ontstaan. Bon: Pov. NH, FNVS, RBOI, WIBO Op een aantal plaatsen in de povincie zijn aandachtslocaties voo GR te vinden. Het gaat om 8 locaties. E zijn 46 bijnaaandachtslocaties. Voo wat het IR beteft zijn e geen aandachtspunten, behoudens enkele vakken langs het spoo Weesp-Amesfoot. Maa in de 13 mete zone langs dit spoo staat geen bebouwing. Wei zijn e bijna-aandachtslocaties langs wegen (IR= 10-7 pe jaa). De vewachting is dat de situatie niet significant veandet in Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

82 Landbouw 11.1 lnleiding De landbouw veoozaakt veschillende sooten milieubelasting. De uitstoot van ammoniak, nitaat en fosfaat dagen bij aan vemesting en vezuing. Het gebuik van bestijdingsmiddelen daagt bij aan vespeiding van milieuveemde stoffen. Peilbehee en wategebuik veoozaken vedoging, en het enegiegebuik zogt evoo dat het COz-gehalte in de atmosfee stijgt. Ongevee 50-60% van het Nood-Hollandse gondgebied wodt voo landbouw gebuikt (zie oak hoofdstuk 2, Maatschappelijke ontwikkelingen). Kenmekend voo Nood-Holland is het gote aeaal bollenteelt, dat vooal te vinden is in de duinzoom, de Kop van Nood-Holland en West-Fiesland. Ook glastuinbouw komt in vegelijking met andee povincies veel voo en is te vinden in de Meelanden en West-Fiesland. Veeteelt (West-Fiesland en Wateland) en akkebouw (Kop, Meelanden, Texel, West-Fiesland, Wateland) nemen nog altijd het gootste deel van het aeaal landbouwgond in, uim 80%. De effecten van de belasting met mestsfoffen op de kwaliteit van het oppevlaktewate woden bespoken in hoofdstuk 4. In hoafdstuk 8, Milieukwaliteit en natuu, waden de effecten van vedoging (mede als gevalg van de inichtings-eisen van de landbauw) behandeld Doelstellingen en uitvoeing Doelstellingen zijn: V oo vennestende stoffen geldt het ijksbeleid: velies- en gebuiksnomen volgens het minealen aangifte systeem MINAS. Vao de glastuinbauw zijn in een convenant emissieeductiedoelstellingen afgespoken: Een fosfaateductie naa oppevlaktewate, bodem en gondwate van 75 % in 2000 en 95 % in 2010 ten opzichte van 1985 en een stikstof eductie van 70% in 2000 en 95% in 2010 ten apzichte van Vaa de ballenteelt zijn in een canvenant emissieeductiedaelstellingen afgespoken: vaa meststaffen van 70-90% in 2000 ten opzichte van Vaa bestijdingsmiddelen gelden de namen van het Meejaenplan gewasbescheming (Integale Milieutaakstelling, opgenomen in MJP-G en onde mee aok bloembollencanvenant): Het gebuik moest in 2000 geeduceed zijn met 61 % ten apzichte van 1987 (indicatieve taakstelling). In 2000 moest de emissie naa oppevlaktewate geeduceed zijn met >90%, naa lucht met;::: 50%, en naa badem en gondwate met;::: 75% ten opzichte van de efeentiepeiade Enegievebuik in de glastuinbouw: E is gesteefd naa 50% enegie efficiency pe eenheid poduct in 2000 ten apzichte van 1980 (MJA-E) s De MINAS-veliesnomen vao 1999 woden vaa fosfaat oveal, en vao stikstof vijwel oveal gehaald. De namen vaa 2003 waden naa alle waaschijnlijkheid gehaald. Ove het gebuik van stikstaf en fosfaat in de blaemballensecto bestaat nag anduidelijkheid. Doo de glastuinbouw komen elatief veel minealen in het milieu teecht. Ondanks de gunstige esultaten ten opzichte van de MINAS-namen leidt de belasting van vemestende stoffen op het oppevlaktewate nog altijd tot oveschijdingen van de MTR-waaden. Valgens landelijke modelbeekeningen is in heel Naod-Halland spake van fosfaatvezadiging van landbouwgonden. 81 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

83 Nood-Holland behoot tot de povincies met het hoogste vebuik aan bestijdingsmiddelen en met de gootste belasting van het oppevlaktewate doo bestijdingsmiddelen. Veel van de gebuikte stoffen woden toegepast in de bollenteelt. Een goot pecentage van de metingen in de bollengebieden voldoet niet aan de MTR-waaden. In het boezemstelsel in het meest noodelijke deel en in West-Fiesland woden veel middelen aangetoffen. Het enegiegebuik in de glastuinbouw is de laatste jaen gestabiliseed. Het halen van de doelstelling voo enegieefficientie vegt nog een gote inspanning Landbouw en milieukwaliteit Vemesting Figuu 11.1 Emissles NH 3 pe ha 1999 Beleidldoel (figuu 11.1) De ammoniakemissie wodt met 70% geeduceed in de In kg NH3 pe ha D 0-20 D D iiii CJ Geen landbouwbedijven peiode ten opzichte van De kaat laat voo clke gemeente de ammoniakemissie pe hectae cultuugond in 1999 zien. De gemiddelde emissie in Nood-Holland is 51 kg NH 3 pe hectae cultuugond. Voo Nedeland is dat gemiddeld 79 kg. De gemeenten met het meeste melkvee pe hectae cultuugond hebben ook de hoogste emissies. Het gaat hie om Heehugowaad, Naaden en Bussum. Vegeleken met het gemiddelde van Nedeland is de emissie laag. Of het doel beeikt wodt is niet te zeggen omdat de emissies van 1980 niet bekend zijn. Bon: LEI 82 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

84 Figuu 11.2 Stlkstofoveschotten 1999 Figuu 11.3 Fosfaatoveschotten 1999 In kg stikstof (N) pe ha D ~100 D D >175 CJ Geen landbouwbedijven In kg fosfaat (P205) pe ha D ~-10 D D >20 C? D Geen landbouwbedijven Bon: LEI Bon : LEI Beleidldoel (figuu 11.2) De veliesnomen voo stikstof zijn 300 kg N pe hectae voo gasland en 175 kg N pe hectae voo bouwland. In 2003 woden deze nomen espectievelijk 180 en 100 kg. De kaat laat de gemiddelde stikstofoveschotten pe gemeente in 1999 zien. De gemeenten met hoge stikstofoveschotten liggen in het Gooi en in de kleiweidesteken van het noodelijk deel van de povincie. Alleen het zuidwestelijk deel haalt nu de nom niet, aangezien daa minde gasland voo komt. De nom voo 2003 wodt waaschijnlijk gehaald. Beleid/doel (figuu 11.3) Het fosfaatoveschot client in 1999 niet mee clan 40 kg pe hectae te zijn. In 2003 wodt dit 20 kg. De kaat laat de fosfaatoveschotten pe hectae pe gemeente zien. De MINAS wetgeving neemt kunstmest niet mee, vandaa dat vele gemeenten een negatief saldo hebben. Wannee kunstmest wel was meegeekend zou geen enkele gemeente een negatief saldo hebben. Alle gemeenten voldoen aan de nom van Den Helde, Langedijk en Stede Boec voldoen nog niet aan de nom voo Milieul<waliteit in Nood-Holland 2000

85 Figuu 11.4 Bodembelasting N en P <a 500 -E ~ 400 ~ lij z ~ (figuu 11.4) De gafiek laat de bodembelasting met stikstof en fosfaat pe hectae in 1999 voo Nedeland en Nood-Holland zien. De totale bodembelasting is in Nood-Holland minde goot dan gemiddeld in Nedeland, met uitzondeing van snijmais. 0 Bon: LEI Nood-Holland Nedeland Figuu 11.5 Fosfaatvezadlging landbouwgonden 1999 Beleidldoel (figuu 11.5) Minde dan 25% van de landbouwgonden is met fosfaat % pe PAWN-distict vezadigd. - s Geen landbouwgond Met landelijke modellen is de fosfaatvezadiging van de bovenste mete van de bodem van landbouwgonden beekend. De kaat laat zien hoe goot het pecentage landbouwgond is dat fosfaat vezadigd is. Voo klei en veen zijn de esultaten nog voolopig. Voo heel Nood-Holland geldt dat volgens beekeningen op landbouwgonden spake is van fosfaatvezadiging. Bon: RIVM 84 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

86 Figuu 11.6A Oveschijdlngen MTR meststoffen bollengebied Nood Hollands zandgebled c Q) , ' 60 Q) ~ 40 ~ ;ft 20 0 ~ Bon: Doelgoepoveleg bloembollen --N-tot -- P-tot Figuu Oveschijdingen MTR meststoffen bollengebied Nood Hollands kleigebied c Q) g> 60 ~ ~ 40 ~ ;ft ~ l Bon: Doelgoepoveleg bloembollen --N-tot -- P-tot Figuu 11.6C Oveschijdingen MTR meststoffen bollengebied Kennemeland c Q) g> 60 ~ ~ 40 ~ ;ft 20 / / 1999 ~ ~ ~ Beleidldoel (figuen 11.6A, B, C) Voldoen aan de waaden voo het Maximaal Toelaatbaa Risiconiveau (MTR) voo meststoffen in het oppevlaktewate. De gafieken laten het pecentage metingen zien voo bollengebieden in het Nood-Hollandse zandgebied, kleigebied en Kennemeland, dat niet voldoet aan de MTR-waaden. Ove het gebuik van stokstof en fosfaat in de bollengebieden bestaan nag onduidelijkheid. De tend vaieet volgens veschillende bonnen van een flinke afname in het gebuik in de laatste jaen tot een flinke toename in het gebuik. Ove het gebuik van stikstof en fosfaat in de bollenteelt bestaat onduidelijkheid. Daaentegen neemt in het oppevlaktewate van de bollengebieden het aantal oveschijdingen van het Maximaal Toelaatbaa Risiconiveau (MTR) toe. Wel zijn in deze Nood-Hollandse bollengebieden de maximaal gemeten concentaties afgenomen. De nom voo fosfaat wed in 1998 vijwel oveal ovescheden. Deze oveschijdingen zijn niet geheel toe te wijzen aan de bollenteelt, omdat de watekwaliteit oak wodt bemvloed doo factoen zoals de aanwezigheid van kwel, de kwaliteit van inlaatwate en naleveing doo de watebodem (zie oak hoofdstuk 6, Kwaliteit (wate)bodem). Bovendien wodt in een gebied als West-Fiesland, waa de bollenteelt in steke mate is gemtegeed met andee teelten, de watekwaliteit oak bemvloed doo andee teelten Bon: Doelgoepoveleg bloembollen --N-tot -- P-tot Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

87 Figuu 11.7 Gewasoppevlakte in ;999 (in hectae cultuugond) en kunstmestgebulk In 1997 (In kg pe hectae cultuugond) in de povincle Nood-Holland In de glastulnbouw (Luesink et. al., 2000) Gewas Aeaal Kunstmestgebuik Stikstof (N) Fosfaat (P205) Goente/ substaat Goente/ gond Potplanten Bloemen I su bsta at Bloemen/ gond Oveng glas ::ll Totaal/gemiddeld Bon: LEI Beleidldoel (figuu 11.7) In het convenant glastuinbouw en milieu zijn eductiedoelstellingen van 95% in 2010 ten opzichte van 1985 afgespoken voo zowel fosfaat als stikstof. De tabel laat het kunstmestgebuik in de glastuinbouw in Nood-Holland zien. De mestwetgeving voo glastuinbouw gaat alleen ove dielijk mest. Omdat dielijk mest vijwel niet wodt toegepast in de glastuinbouw voldoet men daa uimschoots aan. Doo het hoge gebuik van kunstmest en doo meedee intensieve teelondes pe jaa komen e vanuit de glastuinbouw in vegelijking met andee sectoen wel veel ninealen in het milieu teecht. De eductiedoelstellingen zijn niet te contoleen aangezien e geen cijfes voo 1985 bekend zijn. Waaschijnlijk woden de doelen niet gehaald Bestijdingsmiddelen Figuu 11.8A Gebuik bestljdlngsmiddelen pe povincie kg/ha Bon: LEI 0 OVERIG!ill NEM INS 0 HERB 0 FUN (figuen 11.8A, 11.88) D gafieken tonen het gebuik en d milieubelastlng van bestijdingsmiddelen, vedeeld ove de povinciet>. E wodt ondescheid gemaakt in hebiciden (HERB), insecticiden I acaiciden (INS), fungiciden (FUN), nematiciden of gondontsmettingsmiddelen (NEM) en oveige bestijdingsmiddelen (OVERIG). De laatste goep bevat middelengoepen als hulpstoffen, goeiegulatoen, zwavel en andeen. Het gebuik is uitgedukt in kilogam actieve stof. De milieubelasting is uitgedukt in milieubelastingspunten, een ekenmethode waain naast het gebuik van actieve stof ook de giftigheid van het middel wodt beoodeeld. Figuu Milleubelasting oppevlaktewate pe povincie ~ ~ ~ 14 c: 12 ~ c: :J 10 - c. "' Cl 8 c: 6 "' :8 4 :J ~ 2 ~ 0 In Nood-Holland woden de meeste bestijdingsmiddelen gebuikt, daana volgt Flevoland. De milieubelasting van de middelen is in Zuid-Holland het gootst, gevolgd doo Nood-Holland. Bon: LEI D Oveig D Nematiciden Iii lnsekticiden Hebiciden Fungiciden 86 Mi!ieukwaliteit in Nood-Holland 2000

88 Figuu 11.9A Gebuik bestijdlngsmiddelen In Nood-Holland Figuu Milieubelastingspunten oppevlaktewate ~ ~ Cl 20 c: n "ffi 15 "' ~ ~ _!!/ " 10 ~ 'E )( ~ "C.E " "' - Bon:LEI (figuen 11.9A, 11.98) De gafieken tonen de tien bestijdingsmiddelen die met meest woden gebuikt in Nood-Holland en de tien middelen die de meeste milieubelasting veoozaken. Het gebuik is uitgedukt in totaal kilogam actieve stof. De milieubelasting is uitgedukt in milieubelastingspunten, een ekenmethode waain naast het gebuik van actieve stof ook de giftigheid van het middel wodt beoodeeld. Van de genoemde stoffen waden de meeste ingezet in de bloembollensecto. Figuu 11.10A Oveschijdlng MTR bestljdingsmiddelen bloembollengebied Nood-Hollands zandgebled 100 Beleidldoel (figuen 11.10A, , 11.10C) Voldoen aan de MTR-waaden voo bestijdingsmiddelen in het oppevlaktewate. 80 c: 60 Q) Cl., c: 40 Q) E c: "' > 20.,,,, cabendazim -.. aldicabsulfoxyde Bon: Doelgoepoveleg bloembollen./ flutolanil piimifos-methyl popoxu De gafieken laten het pecentage metingen zien voo bollengebieden in zandgebied, kleigebied en Kennemeland dat niet voldoet aan de MTRwaaden. In de figuu zijn die 5 stoffen opgenomen die voo 90% van de oveschijdingen zogen. Een goat pecentage van de metingen in de bollengebieden voldoet niet aan de MTR-waaden. Figuu Oveschijding MTR bestijdingsmiddelen bloembollengebied Nood-Hollands klelgebled Figuu 11.10C Oveschijding MTR bestijdingsmlddelen bloembollengebied Kennemeland c: Q) g> 60 ~ E cabendazim aldicabsulfoxyde Bon: Doelgoepoveleg bloembollen flutolanil piimifos-methyl popoxu c: Q) Cl c: ~ E c: Ill >.,,,, " ~ cabendazim -- aldicabsulfoxyde Bon: Doelgoepoveleg bloembollen flutolanil piimifos-methyl popoxu 87 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

89 Figuu Ondezoeksesultaten 46 aangetoffen mlddelen in boezemstelsel Beleidldoel (figuu 11.11) Voldoen aan de MTR-waaden voo bestijdingsmiddelen in het oppevlaktewate. - Aangetoffen, zonde MTRoveschijding D Geen toetsing ~ mogelijk - Niet aangetoffen Significante veslechteing Significante vebeteing / De kaat toont voo veschillende punten in het boezemstelsel van Nood-Holland of de concentaties bestijdingsmiddelen in het oppevlaktewate voldoen aan de MTR of niet. E lijkt een elatie aanwezig te zijn met de bloembollenteelt, stedelijk goenbehee en illegaal gebuik van middelen. De meeste middelen waden aangetoffen in het meest noodelijke dee[ van het boezemstelsel en in West-Fiesland. Zuidelijke, globaal onde Alkmaa, waden de MTR-waaden in het boezemstelsel vijwel niet ovescheden. Bon : Hoogheemaadschap van Uitwateende Sluizen in Hollands Noodekwatie Enegie Figuu Enegievebulk naa bedijfstype Bon: LEI ~ :::=-1 D hokdie iasvee I D opengondse goente D glasgoente bloembollen D snijbloemen o glas oveige tuinbouw Otuit D combinaties (figuu 11.12) De gafiek toont het aandeel enegievebuik in de landbouw naa bedijfstype. De glastuinbouwsecto is de gootste enegievebuike in de landbouw. De bedijven met glasgoente en snijbloemen onde glas nemen te samen 90% van het enegievebuik in de landbouw vuu hun ekening. De oveige tuinbouwbedijven hebben een aandeel van 4%. Het aandeel van de glastuinbouw in het totale enegievebuik is van Nood-Holland 3,6%. 88 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

90 ( Figuu COi-emissie landbouw 1998 (x 1000 kg Co2/ ha) D D C? D Geen gegevens (figuu 11.13) De kaat toont de geschatte COz-emissie doo de landbouw pe gemeente in Vooal in gemeenten met glastuinbouw veoozaakt de landbouw hoge COz-emissies. Bon : LEI Figuu Enegievebulk glastuinbouw Enegfegebulk (PJ) ~ Beleidldoel (figuu 11.14) De glastuinbouw is in % enegie-efficiente dan in Bon: LEI De enegie-efficientie in 1999 wodt voolopig geaamd op 57% (voo geheel Nedeland). Dit is een dating met 3% ten opzichte van De gafiek laat het gemiddelde landelijke enegievebuik zien voo de glastuinbouw in de peiode (dit laatste jaa een voolopige aming). De landelijke cijfes woden epesentatief geacht voo Nood-Holland. In Nood-Holland bedaagt het enegievebuik van de landbouw cica 3% (zie ook figuu 2.5). Hiein heeft de glastuinbouw een aandeel van 85%. Een opvallende ontwikkeling is <lat veel bloembollenteles (die niet onde de poductieglastuinbouw vallen) de laatste jaen ook zijn begonnen met het afboeien van bollen in kassen. Bij deze goep neemt het enegiegebuik toe. Met de libealiseing van de gasmakt op komst en de!age entabiliteit van Wamte/Kacht installaties, estwamte en duuzame enegie is het uitzicht voo een lage enegievebuik en lagee kooldioxide-emissie bepekt. Het enegiegebuik in de glastuinbouw is de laatste jaen gestabiliseed. Het halen van de doelstelling voo enegieefficientie vegt nog een gote inspanning. 89 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

91 Figuu C0 2 -emissie (figuu 11.15) De gafiek laat de COi-emissie vedeling in enegiebonnen voo Nood Holland zien. aadgas electa olie Dwamte Vooal het aadgasvebuik levet een gate bijdage aan de kooldioxide uitstoot. Glastuinbouwbedijven zijn vooal gootvebuikes van aadgas. 90 Milieukwaliteit in Nood-Holland 2000

92

1. Procedure. Tabel 1: vergunde situatie. Ammoniakemissie Geuremissie Fijn stofemissie Ammoniakemissiefactor. Geur- Emissiefacto r OU/sec/dier

1. Procedure. Tabel 1: vergunde situatie. Ammoniakemissie Geuremissie Fijn stofemissie Ammoniakemissiefactor. Geur- Emissiefacto r OU/sec/dier Zaaknumme : 1162768 Vegunninghoude : L.J.J. Hatzmann Pojectomschijving : het doen van een bepekte milieutoets t.b.v. het bouwen van een kapschuu 1. Pocedue 1.1 Pojectbeschijving De voogenomen veandeing

Nadere informatie

Bijlage 3: Budgetbrief. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Postbus 891. 5600 AW Eindhoven. t.a.v. mevrouw H.F. van Breugel. Bergen op Zoom, 25 juni 2014

Bijlage 3: Budgetbrief. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Postbus 891. 5600 AW Eindhoven. t.a.v. mevrouw H.F. van Breugel. Bergen op Zoom, 25 juni 2014 -CONCEPT Bijlage 3: Budgetbief Bueau Jeugdzog Nood-Babant Postbus 891 5600 AW Eindhoven t.a.v. mevouw H.F. van Beugel Begen op Zoom, 25 juni 2014 Geachte mevouw van Beugel, Confom de afspaken in de "Babantbede

Nadere informatie

Onderzoek naar het effect van actief randenbeheer op akker- en weidevogels in West-Brabant

Onderzoek naar het effect van actief randenbeheer op akker- en weidevogels in West-Brabant Ondezoek naa het effect van actief andenbehee op akke- en weidevogels in West-Babant Opdachtgeve: povincie Nood-Babant Novembe 2007 Antonie van Diemenstaat 20 5018 CW Tilbug 013-5802237 Eac@home.nl Pagina

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centaal Bueau voo de Statitiek Economie, Bedijven en NR Oveheidfinanciën en Conumentenpijzen Potbu 24500 2490 HA Den Haag PRJSNDEXCJFER COMMERCËLE DENSTVERLENNG 1. nleiding Dit document bechijft de methoden

Nadere informatie

Het Informatieportaal voor Financiële Veiligheid. De 4 bedreigingen voor je spaargeld vandaag

Het Informatieportaal voor Financiële Veiligheid. De 4 bedreigingen voor je spaargeld vandaag Het Infomatiepotaal voo Financiële Veiligheid De 4 bedeigingen voo je spaageld vandaag Veval van de systeembanken Veval van de systeembanken De Vie gote Bedeigingen 1. Veval van de systeembanken 2. 3.

Nadere informatie

Een nieuw model voor de CBS huishoudensprognose

Een nieuw model voor de CBS huishoudensprognose Een nieuw model voo de CBS huishoudenspognose Coen van Duin en Cael Hamsen Het model waamee het CBS zijn huishoudenspognose maakt, is aangepast. De nieuwe pognose wodt beekend met een macosimulatiemodel

Nadere informatie

- gezonde dieren, gezonde mensen

- gezonde dieren, gezonde mensen pagina 1 van 8 Jaaveslag 2000 Wood van de voozitte Afgelopen jaa is voedselveiligheid een belangijk item in Euopa geweest, denk alleen maa aan de BSE-cisis. Het is dan ook niet moeilijk voo te stellen

Nadere informatie

P&O ISD. ssc. Hieronder vindt u kort de conclusies en resterende vragen weergegeven. In de bijlage vindt u een toelichting hierop.

P&O ISD. ssc. Hieronder vindt u kort de conclusies en resterende vragen weergegeven. In de bijlage vindt u een toelichting hierop. Á W/P. min HUI 0 0 0 2 8 9 1 Ē Bueau Gezondheid, Milieu 8t Veiligheid RAAD GRIF B&W Gemeente Oischol ISD P&O BURG SECR INGEKOMEN 1 7 NOV 2014 ssc Gemeente Oischot t.a.v dh. Giesen Postbus 11 AFD. DV AFD.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Methodebeschijving Outputpijsindexcijfe van nieuwbouwwoningen 1. Inleiding Dit is een methodebeschijving van de statistiek Outputpijsindexcijfe van nieuwbouwwoningen (O-PINW). De beschijving heeft alleen

Nadere informatie

Gemeente Delft 0 8 DEC Doc./bijlage

Gemeente Delft 0 8 DEC Doc./bijlage HOLLAND Gemeenteaad van Delft Postbus 78 2600 ME DELFT Gemeente Delft Doc./bijlage 0 8 DEC 2015 Gedeputeede Staten Diectie Leefomgeving en Bestuu Afdeling Bestuu Contact C.M.A. van de Kleijn-Goos T 070-441

Nadere informatie

nr. 37 van JOS DE MEYER datum: 20 oktober 2015 aan HILDE CREVITS Onderwijspersoneel - Afwezigheden wegens ziekte

nr. 37 van JOS DE MEYER datum: 20 oktober 2015 aan HILDE CREVITS Onderwijspersoneel - Afwezigheden wegens ziekte SCHRIFTELIJKE VRAAG n. 37 van JOS DE MEYER datum: 20 oktobe 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Ondewijspesoneel - Afwezigheden wegens ziekte

Nadere informatie

- 1 - UITVOERINGSPLAN WMO BELEIDSPLAN RONDOM BURGERS 2012 2015

- 1 - UITVOERINGSPLAN WMO BELEIDSPLAN RONDOM BURGERS 2012 2015 UITVOERINGSPLAN WMO BELEIDSPLAN RONDOM BURGERS 2012 2015 De gemeente Womeland heeft een duidelijke visie op maatschappelijke ondesteuning: elke Womelande telt mee en doet mee, ongeacht leeftijd, bepekingen

Nadere informatie

Standaarden Verpleeghuiszorg

Standaarden Verpleeghuiszorg Standaaden Vepleeghuiszog Vesie septembe 2010 Mw. E. Cox, MA, NVLF Mw. ds. C. Koolhaas, NVLF Mw. A. van Hemet, MA, NVLF 1 Inhoud 1..Inleiding...3 1.1 Doel standaaden en checklisten...3 1.2 De logopedist

Nadere informatie

Tilburg University. Reclame-uitgaven in Nederland de Blok, J. Document version: Publisher final version (usually the publisher pdf)

Tilburg University. Reclame-uitgaven in Nederland de Blok, J. Document version: Publisher final version (usually the publisher pdf) Tilbug Univesity Reclame-uitgaven in edeland de Blok, J Document vesion: Publishe final vesion (usually the publishe pdf) Publication date: 1970 Link to publication Citation fo published vesion (APA):

Nadere informatie

Eenparige cirkelbeweging

Eenparige cirkelbeweging Inhoud Eenpaige cikelbeweging...2 Middelpuntzoekende kacht...4 Opgave: Looping...5 Opgave: McLaen MP4-22...6 Opgave: Baanwielennen (tack acing)...8 Gavitatie...8 Zwaate-enegie...9 Opgave: Satellietbanen...10

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet van

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet van Beschikking van Gedeputeede Staten van de povincie Nood-Babant van de ambtshalve wijziging van de vegunning kachtens de Watewet van FieslandCampina Veghel / DMV Intenational, gelegen aan de NCB-Laan 80

Nadere informatie

UIZEN ARCHITECTEN STEDENBOUWKUNDIGEN. r r

UIZEN ARCHITECTEN STEDENBOUWKUNDIGEN. r r UIZEN ARCHITECTEN STEDENBOUWKUNDIGEN ( Vastgesteld doo de aad van de gemeente Teneuzen bij beslult van, voozitte I giffie D D Mldde1bug KJevesk~seweg 49 PostbUtl29 4330 M IlIefoon:.31 118853737 lax: +31

Nadere informatie

Advies: Het college gaat akkoord met verzending van bijgaande RIB naar de gemeenteraad.

Advies: Het college gaat akkoord met verzending van bijgaande RIB naar de gemeenteraad. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: C.P.G. Kaan Tel n: 06 8333 8358 Numme: 15A.01184 Datum: 10 novembe 2015 Team: Ondewijs, Welzijn en Zog Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschift

Nadere informatie

In hoofdstuk 1 zijn algemene beschouwingen en de visie van ENECO Net- Beheer op de verdere ontwikkeling van het beheerde net opgenomen.

In hoofdstuk 1 zijn algemene beschouwingen en de visie van ENECO Net- Beheer op de verdere ontwikkeling van het beheerde net opgenomen. . INLEIDING Dit document omvat het Capaciteitsplan 2 van ENECO NetBehee zoals veeist in de Elekticiteitswet 1998 en het hieop aansluitend besluit "Regeling capaciteitsplannen Elekticiteitswet 1998" van

Nadere informatie

Milieubalans Heeft het beleid effect? Worden de doelen gehaald? Kan het goedkoper?..in een Europese context VBTB: Milieu- en Natuurplanbureau

Milieubalans Heeft het beleid effect? Worden de doelen gehaald? Kan het goedkoper?..in een Europese context VBTB: Milieu- en Natuurplanbureau Milieubalans 2003 VBTB: Heeft het beleid effect? Woden de doelen gehaald? Kan het goedkope?..in een Euopese context Opening De Milieubalans wodt vootaan in mei uitgebacht om daamee het jaalijkse poces

Nadere informatie

Visualisatie van het Objectgeoriënteerde Paradigma. Arend Rensink Faculteit der Informatica, Universiteit Twente e-mail: rensink@cs.utwente.

Visualisatie van het Objectgeoriënteerde Paradigma. Arend Rensink Faculteit der Informatica, Universiteit Twente e-mail: rensink@cs.utwente. Visualisatie van het Objectgeoiënteede Paadigma. Aend Rensink Faculteit de Infomatica, Univesiteit Twente e-mail: ensink@cs.utwente.nl Samenvatting Pogammeeondewijs maakt een wezenlijk deel uit van elke

Nadere informatie

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS Stichting AIM gevestigd te Eist Rappot inzake de jaastukken 2014 Vendelie4 Postbus 622 3900 AP Veenendaal T: (0318) 618666 veenendaal@schuiteman.com Schuiteman Accountants

Nadere informatie

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen Ondezoek naa de ecologische achteuitgang en het hestel van Zuid- Limbugse hellingschaallandcomplexen Diectie Kennis en Innovatie, augustus 009 009 Diectie Kennis en Innovatie, Ministeie van Landbouw, Natuu

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma IHP

Uitvoeringsprogramma IHP Uitvoeingspogamma IHP -2020 Het IHP leidt tot veschillende acties voo zowel de benoemde maategelen als de vookeusscenaio s. Deze acties zijn vespeid ove IJsselstein, hebben een veschillend tijdspad en

Nadere informatie

Westergracht 71 - Haarlem

Westergracht 71 - Haarlem Westegacht 71 - Haalem Vaagpijs! 349.000,-- k.k. Makelaaskantoo IDELER Oude Zijlvest 37 in Haalem Website: www.makelaaskantooideler.nl Omschijving Westegacht 71 - Haalem Op loopafstand van centum, uitgebouwde

Nadere informatie

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen Ondezoek naa de ecologische achteuitgang en het hestel van Zuid- Limbugse hellingschaallandcomplexen Diectie Kennis en Innovatie, augustus 009 009 Diectie Kennis en Innovatie, Ministeie van Landbouw, Natuu

Nadere informatie

9. Matrices en vectoren

9. Matrices en vectoren Computealgeba met Maxima 9. Matices en vectoen 9.1. Vectoen In Maxima is een vecto een datatype bestaande uit een geodende lijst (ij) van gelijksootige elementen welke via een index kunnen woden geselecteed.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 15 mei uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 15 mei uur Eamen VW 07 tijdvak maandag 5 mei.0-6.0 uu wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 5 vagen. Voo dit eamen zijn maimaal 7 punten te behalen. Voo elk vaagnumme staat hoeveel punten met een goed antwood

Nadere informatie

Fase 2-11 vrij kavels. Startebos. plezierig wonen in Meijel

Fase 2-11 vrij kavels. Startebos. plezierig wonen in Meijel Fase 2-11 vij kavels Statebos plezieig wonen in Meijel Statebos plezieig wonen in Meijel Vije kavels in de goene omgeving van Meijel U ziet Statebos helemaal zitten, maa de te bouwen woningen voldoen niet

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Bussel, 11.3.2015 COM(2015) 117 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD doo de lidstaten op gond van Veodening (EG) n. 1371/2007 beteffende de echten en

Nadere informatie

Op verzoek van Patrick Fey, voorzitter CNV Overheid & Publieke Diensten stuur ik u deze brief met de bijbehorende bijlage toe.

Op verzoek van Patrick Fey, voorzitter CNV Overheid & Publieke Diensten stuur ik u deze brief met de bijbehorende bijlage toe. Van: Connectief-secetaiaat-CBB [mailto:cbb@cnv.nl] Vezonden: dondedag 29 maat 2018 16:20 Ondewep: CNV Oveheid ove goed wekgeveschap Geachte hee, mevouw, Op vezoek van Patick Fey, voozitte CNV Oveheid &

Nadere informatie

Psychometrische kwaliteiten van de Recidive Inschattingsschalen (RISc)

Psychometrische kwaliteiten van de Recidive Inschattingsschalen (RISc) Cahie 2007-5 Psychometische kwaliteiten van de Recidive Inschattingsschalen (RISc) Intebeoodelaasbetouwbaaheid, intene consistentie en conguente validiteit L. M. van de Knaap L. E. W. Leenats L. T. J.

Nadere informatie

05.2011. landschapskrant Noord-Hageland. Dag van de biodiversiteit Werchter zondag 22 mei 2011. in dit nummer

05.2011. landschapskrant Noord-Hageland. Dag van de biodiversiteit Werchter zondag 22 mei 2011. in dit nummer 05.2011 landschapskant Nood-Hageland Dag van de biodivesiteit Wechte zondag 22 mei 2011 in dit numme Dag van de biodivesiteit p2 Samenweking met bedijven p4 Landschapsanimatie: Wat is dat? p6 Regionaal

Nadere informatie

Milieu-effectrapport voorde Reststoffenbewerkingsinstallatie te Delfzijl. Opgesteld door: Tebodin Consultants & Engineers te Hengelo (Ov)

Milieu-effectrapport voorde Reststoffenbewerkingsinstallatie te Delfzijl. Opgesteld door: Tebodin Consultants & Engineers te Hengelo (Ov) Milieu-effectappot voode Reststoffenbewekingsinstallatie te Delfzijl Opgesteld doo: Tebodin Consultants & Enginees te Hengelo (Ov) in opdacht van de Nedelandse Aadolie Maatschappij B.v. Nedelandse Aadolie

Nadere informatie

Alternatieve evenwichten -Alledaags of niet?-

Alternatieve evenwichten -Alledaags of niet?- Voo de docent Uitweking van de vagen Opdacht 1 t t (t) e ' (t) e (t) De voospelling van Malthus is gebaseed op een lineai toenemende voedselpoductie en een exponentieel goeiende bevolking. Het is eenvoudig

Nadere informatie

besluit hogere grenswaarden

besluit hogere grenswaarden WET GELUIDHINDER besluit hogee genswaaden. Gegevens vezoeke Naam Qua Wonen Ades Hof te Begen Postcode 6 DR Plaats Begambacht Telefoon 088 666 Fax n.v.t. contactpesoon Dh. C. Bol kenmek besluit datum besluit.

Nadere informatie

Westergracht 71 - Haarlem

Westergracht 71 - Haarlem Westegacht 71 - Haalem Vaagpijs! 349.000,-- k.k. Makelaaskantoo IDELER Omschijving Westegacht 71 - Haalem Op loopafstand van centum, uitgebouwde uime TRAPGEVELwoning met zonnige vezogde tuin, voozien van

Nadere informatie

Inclusie en Exclusie groep 2

Inclusie en Exclusie groep 2 Inclusie en Exclusie goep Tainingsweek 8 3 juni 009 Venndiagammen Als voo elementen in een vezameling twee veschillende eigenschappen een ol spelen, dan kun je voo deze vezameling een Venndiagam tekenen.

Nadere informatie

www.urban-synergy.org JOINT ARCHITECTURAL NETWORK FOR URBAN SYNERGY Betere Buurt Biotoop

www.urban-synergy.org JOINT ARCHITECTURAL NETWORK FOR URBAN SYNERGY Betere Buurt Biotoop www.uban-synegy.og JOINT ARCHITECTURAL NETWORK FOR URBAN SYNERGY Betee Buut Biotoop Betee Buut Biotoop De Betee Buut Biotoop (BBB) is een multidisciplinai poject van de stichting JANUS (Joint Achitectual

Nadere informatie

De Creatieve Computer

De Creatieve Computer De Ceatieve Compute J.I. van Hemet jvhemet@cs.leidenuniv.nl 1 Intoductie Als we de evolutie van computes vluchtig bekijken dan zien we dat de taken die doo computes woden uitgevoed steeds ingewikkelde

Nadere informatie

Verkenning van Verblijfsrecreatie in de EHS

Verkenning van Verblijfsrecreatie in de EHS Vekenning van Veblijfseceatie in de EHS Pobleemanalyse en oplossingsichtingen Stichting Kennis- en Innovatiecentum Vekenning van veblijfseceatie in de EHS colofon Stichting Receatie, febuai 2002. Auteu:

Nadere informatie

TECHNISCHE VRAGEN RAAD bij JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015

TECHNISCHE VRAGEN RAAD bij JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015 TECHNISCHE VRAGEN RAAD bij JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015 Indienen uitelijk dinsdag 14 juni 2016 bij giffie@eindhoven.nl n Patij Blz Beleidsveld Secto Wethoude Vaag Antwood 50 PvdA 10 Sociale Ondesteuni

Nadere informatie

Q l = 22ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 22ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 22ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 22ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eeste onde - ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 1 ste Vlaamse Fysica Olympiade Eeste onde 1. De eeste onde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vagen met vie mogelijke antwooden. E is telkens één

Nadere informatie

MAGNEETKOPPEN/SPOELEN & ACCESSOIRES fundamentele principes voor identificatie / codering van de spoelen

MAGNEETKOPPEN/SPOELEN & ACCESSOIRES fundamentele principes voor identificatie / codering van de spoelen MGNEETKOPPEN/SPOEEN & ESSOES fundamentele pincipes voo identificatie / codeing van de spoelen BEEKENNGEN Voo diect wekende magneetafsluites kan de elektomagnetische aantekkingskacht beekend woden met de

Nadere informatie

Voor de warmteoverdracht Q van punt A naar punt B geldt de formule:

Voor de warmteoverdracht Q van punt A naar punt B geldt de formule: Wamteovedacht 6. Wamteovedacht Onde wamteovedacht wodt bedoeld de ovegang van enegie onde invloed van een tempeatuuveschil. Zolang een tempeatuuveschil aanwezig is zal wamte in een bepaalde ichting stomen,

Nadere informatie

Een eenparige cirkelbeweging is een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid niet verandert.

Een eenparige cirkelbeweging is een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid niet verandert. Cikelbewegingen Gaden adialen Zie bladzijde 135 t/m 137 Baiboek wikunde van de Caat en Boch ISBN 90-430-1156-8 Een aanade voo Sinteklaa! http://taff.cience.uva.nl/~caat/functiene.pdf Eenpaige cikelbeweging

Nadere informatie

B en W - advies. nr. \j nr. J / Openbaar. Onderwerp: Aanbesteding inkoop electriciteit en aardgas (6RNV gemeenten en 4 'aanhakers') 2010-2013

B en W - advies. nr. \j nr. J / Openbaar. Onderwerp: Aanbesteding inkoop electriciteit en aardgas (6RNV gemeenten en 4 'aanhakers') 2010-2013 B en W - advies Potefeuillehoude Afdeling Advies van Datum advies Bestandsnaam Advies O.R. In oveleg met afdeling(en) Actief infomeen aad Actief infomeen wijkcontactambtenaa Advies: Aangehouden d.d. Beslissing

Nadere informatie

Ter info. a m/s² a = Δv/Δt Toetsvraag 1. v m/s v = 2πr/T Toetsvraag 4

Ter info. a m/s² a = Δv/Δt Toetsvraag 1. v m/s v = 2πr/T Toetsvraag 4 Te info Deze toets geeft je een idee van je kennis ove de begippen uit de tabel hieonde. Dit zijn de voonaamste begippen die in de leeplannen van het middelbaa ondewijs aan bod komen. Je mag de vagen oplossen

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langee vaag ove de theoie a) Beschijf in detail het opladingspoces voo een condensato die in seie wodt geschakeld met een gelijkspanningsbon en met een weestand (de inwendige weestand van de gelijkspanningsbon

Nadere informatie

Rietorchis & daslook bij het Zonnehuis

Rietorchis & daslook bij het Zonnehuis Rietochis & daslook bij het Zonnehuis Rietochis & daslook nabij het Zonnehuis Auteu P.J.H. van de Linden Opdachtgeve Pojectnumme Ingen Seach B.V. 09.087 juni 2010 foto omslag daslook langs het voetpad

Nadere informatie

Pieter Oosterhout Buro voor Architektuur BNA BV

Pieter Oosterhout Buro voor Architektuur BNA BV Gemeente Beuningen t.a.v. College van B&W Van Heemstaweg 46 Beuningen cc. mev. C. van Hemmen en dh. C. McQueen, Kloostestaat 1 beteft datum vezoek voooveleg woonhuis naast Kloostestaat 1, Beuningen 11

Nadere informatie

De raadsfracties zijn zodanig geïnformeerd dat zij goed toegerust hun standpunt kunnen bepalen bij de besluitvorming

De raadsfracties zijn zodanig geïnformeerd dat zij goed toegerust hun standpunt kunnen bepalen bij de besluitvorming BEHANDELMEMO Van: Aan: agendacommissie aadsleden en steunfactieleden Nieuw taievenbeleid Spotvoozieningen Status: Deelnemes: Debat te voobeeiding op de besluitvoming Raadsleden Potefeuillehoude: W.J. Stegeman

Nadere informatie

Gemeenteraad gemeente Hardenberg Commissie Ruimte Gemeenteraad Hardenberg Gemeenteraad gemeente Ommen Commissie Ruimte Gemeenteraad Ommen

Gemeenteraad gemeente Hardenberg Commissie Ruimte Gemeenteraad Hardenberg Gemeenteraad gemeente Ommen Commissie Ruimte Gemeenteraad Ommen Aan: College van Bugemeeste & Wethoudes gemeente College van Bugemeeste & Wethoudes gemeente Gemeenteaad gemeente Hadenbeg Commissie Ruimte Gemeenteaad Hadenbeg Gemeenteaad gemeente Ommen Commissie Ruimte

Nadere informatie

Eerste ronde - 20ste Vlaamse Fysica Olympiade 1. 20ste Vlaamse Fysica Olympiade. R R R p 1 2 = + = FA. l = ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C )

Eerste ronde - 20ste Vlaamse Fysica Olympiade 1. 20ste Vlaamse Fysica Olympiade. R R R p 1 2 = + = FA. l = ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) este onde - 0ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Met eveneens dank aan: Untwepen, K.U.Leuven, K.U.Leuven Campus Kotijk, UHasselt, UGent en VUB. 008 0ste Vlaamse Fysica Olympiade este onde x = x0 + vx t vx =

Nadere informatie

6. Oplossingsrichting 4:

6. Oplossingsrichting 4: 93 6. Oplossingsichting 4: Enegie-efficiency 6.1 Wat houdt het in? van de poductiekosten uitmaken, zijn enegie-efficiencypojecten meestal ook economisch inteessant De basis van het MJA3-convenant en MEE

Nadere informatie

Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52

Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52 Rappot I.00..00.R00 SAB/ao basisschool Nieuwstaat Deumel Aoestisch ondezoe Status: CONCEPT Adviseus voo bouw, industie, veee, milieu en softwae info@dgm.nl www.dgm.nl Van Pallandtstaat -, Postbus NL-00

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma 2006-2010 Vastgesteld door benw op 30 mei 2006

Uitvoeringsprogramma 2006-2010 Vastgesteld door benw op 30 mei 2006 Uitvoeingspogamma 20062010 Vastgesteld doo benw op 30 mei 2006 1 Ovezicht Uitvoeingspogamma 2006 t/m 2010 Poga Pote Afdemma houde 1.1 MB DIV Bestuusstijl Wij zullen ons inspannen om op heldee wijze veantwooding

Nadere informatie

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS Stichting Feedom in Chist Ministies Nedeland gevestigd te Dachten Rappot inzake de jaastukken 2014 Vendelie4 Postbus 622 3900 AP Veenendaal T: (0318) 618666 veenendaal@schuiteman.com

Nadere informatie

Kids-Gea! Maak een beverburcht kijk op pagina 4. Alles over bevers op pagina 2. Kijk op pagina 6 en 7 voor leuke activiteiten

Kids-Gea! Maak een beverburcht kijk op pagina 4. Alles over bevers op pagina 2. Kijk op pagina 6 en 7 voor leuke activiteiten Kids-Gea! Alles ove beves op pagina 2 Maak een bevebucht kijk op pagina 4 Kijk op pagina 6 en 7 voo leuke activiteiten Gatis jeugdbijlage bij het ledenblad van It Fyske Gea Winte 2015/2016 Beve: De nieuwe

Nadere informatie

ZA5881. Flash Eurobarometer 369 (Investing in Intangibles: Economic Assets and Innovation Drivers for Growth) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA5881. Flash Eurobarometer 369 (Investing in Intangibles: Economic Assets and Innovation Drivers for Growth) Country Questionnaire Belgium (Flemish) ZA88 Flash Euobaomete 69 (Investing in Intangibles: Economic Assets and Innovation Dives fo Gowth) County Questionnaie Belgium (Flemish) A Flashnumme FL9A B land FL9B C Numme van het inteview FL9C NACE

Nadere informatie

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)26 443 58 36

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)26 443 58 36 Rappot V.2011.0262.00.R001 Centumgebied Limmel/Nazaeth, Maasticht Akoestisch- en luchttechnisch ondezoek Status: DEFINITIEF Adviseus voo bouw, industie, vekee, milieu en softwae info@dgm.nl www.dgm.nl

Nadere informatie

SCHUITEMAN. Stichting JMetgezel. gevestigd te Voorthuizen. Accountantsrapport Voorthuizen, 15 juni 2018 INAA ACCOUNTANTS & ADVISEURS

SCHUITEMAN. Stichting JMetgezel. gevestigd te Voorthuizen. Accountantsrapport Voorthuizen, 15 juni 2018 INAA ACCOUNTANTS & ADVISEURS SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS Stichting JMetgezel gevestigd te Voothuizen Accountantsappot 2017 Voothuizen, 15 juni 2018 Schuiteman Accountants & Adviseus B.V. KvK-n: 32074583, BTW-n:NL807922924B01,

Nadere informatie

Inclusie en Exclusie groep 1

Inclusie en Exclusie groep 1 Inclusie en Exclusie goep 1 Tainingsweek 8 13 juni 2009 Venndiagammen Als voo elementen in een vezameling twee veschillende eigenschappen een ol spelen, dan kun je voo deze vezameling een Venndiagam tekenen.

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Texel 2018

Damoclesbeleid gemeente Texel 2018 Gemeente Texel Damoclesbeleid gemeente Texel 2018 Beleidsegel op gond van atikel 13b Opiumwet Diectie maat 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Juidisch kade 5 3. Doel 7 4. Algemene uitgangspunten... 9

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED OUDEWATER & WILLESKOP GEMEENTE OUDEWATER GEMEENTE OUDEWATER. maart 2010 B

BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED OUDEWATER & WILLESKOP GEMEENTE OUDEWATER GEMEENTE OUDEWATER. maart 2010 B BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED OUDEWATER & WILLESKOP GEMEENTE OUDEWATER maat 2010 B01033.589301 GEMEENTE OUDEWATER 2 WITPAARD B01033.589301 Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Begenzing van het plangebied

Nadere informatie

Reconstructie N221 te Soest

Reconstructie N221 te Soest Reconstuctie N221 te Soest Akoestisch ondezoek Gemeente Soest Mei 2015 Reconstuctie N221 te Soest Akoestisch ondezoek dossie : BA8258-103-100 egistatienumme : MD-AF20150221 vesie : Def01 classificatie

Nadere informatie

Beredeneerd aanbod groep 1 en 2

Beredeneerd aanbod groep 1 en 2 Beedeneed aanbod goep 1 en 2 Mei 2013 Inhoudsopgave Inleiding en veantwooding blz. 3 Themaplanning blz. 5 Taal / lezen / schijven blz. 9 Rekenen / wiskunde blz. 11 Weekplanning blz. 13 Zelfstandig weken

Nadere informatie

Beantwoord de vragen bij Verkennen. Denk aan de goniometrische verhoudingen sinus en cosinus!

Beantwoord de vragen bij Verkennen. Denk aan de goniometrische verhoudingen sinus en cosinus! 1 Vectoen in 2D Vekennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Vectomeetkunde Vectoen in 2D Inleiding Vekennen Beantwood de vagen bij Vekennen. Denk aan de goniometische vehoudingen sinus

Nadere informatie

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Dr. H. Colijnstraat 610. 3-kamerappartement op de tiende en elfde verdieping

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Dr. H. Colijnstraat 610. 3-kamerappartement op de tiende en elfde verdieping Amstedam Nieuw-West D. H. Colijnstaat 610 3-kameappatement op de tiende en elfde vedieping Netto huupijs 820 Pe maand Luxe badkame en keuken Voo een stad om van te houden 2 In deze bochue Objectinfomatie

Nadere informatie

Gebiedsinventarisatie Noordeindseweg/ Noordersingel

Gebiedsinventarisatie Noordeindseweg/ Noordersingel Gebiedsinventaisatie / Bekel en Rodenijs (Lansingeland) Gebiedsinventaisatie / Bekel en Rodenijs (Lansingeland) Kwaliteitstoets Paaaf Autoisatie Paaaf Naam L.F. van het Hoofd Naam M. van de Blaak Functie

Nadere informatie

plannen HUISWERKTOOLS 5 TOOLS direct aan de slag! Your future is created by what you do today not tomorrow! SKUR Angelique Gerretsen & Petra Daemen

plannen HUISWERKTOOLS 5 TOOLS direct aan de slag! Your future is created by what you do today not tomorrow! SKUR Angelique Gerretsen & Petra Daemen impel amen plannen ovelee de bugkla HUISWERKTOOLS You utue i 5 TOOLS diect aan de lag! ceated by what you do today not tomoow! Angelique Geeten & Peta Daemen SKUR SET HUISWERKTOOLS Deze et bevat 5 handige

Nadere informatie

Leiderschapsontwikkeling

Leiderschapsontwikkeling Leideschapsontwikkeling (11): Van een gefagmenteede naa een samenhangende aanpak Leideschapsontwikkeling 2.0 E is veel gescheven ove de ontwikkeling van leideschap in oganisaties. In dit atikel beschijven

Nadere informatie

Gevoeligheidsanalyse transportparameters

Gevoeligheidsanalyse transportparameters Gevoeligheidsanalyse tanspotpaametes voo de ondegond Woute Kaeman Ed Veling Het model PROFCD (PROFile Convection-Diusion) is doo Veling (1993) gescheven om snel een inschatting te kunnen maken van het

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N00) 8 juni 007, 4.00-7.00 uu Opmekingen:. Dit tentamen bestaat uit 4 vagen met in totaal 9 deelvagen.. Het is toegestaan gebuik te maken van bijgeleved fomuleblad en een ekenmachine.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Haarlem

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Haarlem Tevedenheidsondezoek Wmo ove 2010 Cliënten individuele voozieningen Gemeente Haalem Tevedenheidsondezoek Wmo ove 2010 Cliënten individuele voozieningen Gemeente Haalem COLOFON Samenstelling Ingid Dooms

Nadere informatie

Het is voorjaar en nieuwe samenwerkingen bloeien op. Het samenwerken met

Het is voorjaar en nieuwe samenwerkingen bloeien op. Het samenwerken met Zog dieen aansluit Aansluitende zog Het is voojaa en nieuwe samenwekingen bloeien op. Het samenweken met Jaagang 5 1 Lente 2014 De MediantKant is een uitgave van Mediant Geestelijke Gezondheidszog en geeft

Nadere informatie

Kun je me de kortste weg vertellen?

Kun je me de kortste weg vertellen? Kun je me de kotste weg vetellen? Inhoudsopgave 1 Gafen 2 1.1 Wat is een gaaf?........................... 2 1.2 Opgaven................................ 4 2 Kotste bomen 6 2.1 Het 'Geedy' lgoitme.......................

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Heupprothese

Factsheet Indicatoren Heupprothese Deze indicatoenset is opgenomen in het egiste van Zoginstituut Nedeland waamee het aanleveen van deze kwaliteitsgegevens in 2018 ove veslagjaa 2017 wettelijk veplicht is. Colofon Intenet: OmniQ (potaal

Nadere informatie

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Osdorpplein 54. 3-kamer appartement op de eerste verdieping. Netto huurprijs 819 Per maand

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Osdorpplein 54. 3-kamer appartement op de eerste verdieping. Netto huurprijs 819 Per maand Amstedam Nieuw-West Osdopplein 54 3-kame appatement op de eeste vedieping Netto huupijs 819 Pe maand Wonen in het goenste stadsdeel van Amstedam Voo een stad om van te houden 2 In deze bochue Objectinfomatie

Nadere informatie

L0000512. Garantievoorwaarden/Gebruikershandleiding DUCOTWIN/ DUCOSCREEN

L0000512. Garantievoorwaarden/Gebruikershandleiding DUCOTWIN/ DUCOSCREEN L0000512 Gaantievoowaaden/Gebuikeshandleiding DUCOTWIN/ DUCOSCREEN I. INHOUD I. INHOUD p 1 II. ALGEMEEN p 2-6 III. INSTALLATIE p 7-8 IV. GEBRUIK EN ONDERHOUD p 9-12 V. CE-ATTEST p 13 VI. BIJLAGEN p 14

Nadere informatie

Bestemmingsplan Derde Haven

Bestemmingsplan Derde Haven Gemeente Velsen Toelichting, vooschiften en plankaat Apil 1997 Gemeente Velsen Toelichting, vooschiften en plankaat Apil 1997 Kenmek R74095 Weknumme 1110 11._. L ~chitektuu en stedebouw L. L. Toelichting

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED NUNSPEET

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED NUNSPEET NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET GEMEENTE NUNPEET 30 oktobe 2009 B01033/CE9/005/302303/ws NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Inhoud

Nadere informatie

Rapportage Inventarisatie quick-win terugdringen lichtuitstoot Waddengebied.

Rapportage Inventarisatie quick-win terugdringen lichtuitstoot Waddengebied. Rappotage Inventaisatie quic-win teugdingen lichtuitstoot Waddengebied. ZONE / GEBIED DATUM UITVOERING Geeente Den Helde 19 juli 2017 Inleiding O te zogen dat de nachtelije duistenis in het Waddengebied

Nadere informatie

Uitwerkingen bij de opgaven van. De Ster van de dag gaat op en onder

Uitwerkingen bij de opgaven van. De Ster van de dag gaat op en onder Uitwekingen bij de opgaven van De Ste van de dag gaat op en onde Statopgave Google Maps geeft bijvoobeeld 52.382306, 6.644897. Mocht je niet bekend zijn met de begippen Noodebeedte en Oostelengte, zoek

Nadere informatie

05.2010. landschapskrant Noord-Hageland. Dag van het Park Groen in je buurt. zondag. 30 mei 2010. in dit nummer

05.2010. landschapskrant Noord-Hageland. Dag van het Park Groen in je buurt. zondag. 30 mei 2010. in dit nummer landschapskant Nood-Hageland Dag van het Pak Goen in je buut zondag 30 mei 2010 05.2010 in dit numme Dag van het Pak p2 Je hebt mee buen dan je denkt! p4 Leven in de Demevallei p6 Regionaal Landschap Nood-Hageland...

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2 Opgave Indoo Skydive maximumscoe 3 uitkomst: h =,7 0 m voobeelden van een beekening: methode Omdat de luchtweestand vewaaloosd wodt, geldt: v( t) = gt. Invullen levet: 40 = 9,8 t t = 6,796 s. 3, 6 h =

Nadere informatie

HOEKCONTACT KOGELLAGERS

HOEKCONTACT KOGELLAGERS HOEKCONTACT KOGELLAGERS Hoekcontact kogellages Eén-ijige hoekcontact kogellages Hoekcontact kogellages zijn geschikt voo toepassingen waa een hoge nauwkeuigheid en een hoog toeental is veeist. Dit type

Nadere informatie

Handleiding leginstructies

Handleiding leginstructies www.alityfloos.nl Handleiding leginstcties Gaat binnenkot een hoten vloe leggen? Met de leginstcties van Qalityfloos E.W.F. heeft de jiste kennis binnen handbeeik. Is deze kls toch niet aan besteedt, of

Nadere informatie

Hardmetalen stiftfrezen voor ruw gebruik speciaal in gieterijen, werven en in de staalbouw

Hardmetalen stiftfrezen voor ruw gebruik speciaal in gieterijen, werven en in de staalbouw Hadmetalen stiftfezen voo uw gebuik speciaal in gieteijen, weven en in de staalbouw Hoogendementsvetandingen, -S Innovatieve hoogendementsvetandingen met exteme schokbestendigheid Zee obuuste, kachtige

Nadere informatie

SERIE RESEBREHmEmORBnDB

SERIE RESEBREHmEmORBnDB ET 1985 021 SERIE RESEBREHmEmORBnDB INDIRECTE SYSTEMEN TER BEHEERSING VAN DE GELDHOEVEELHEID IN NEDERLAND; EEN ECONOMETRISCHE ANALYSE S.C.W. Eijffinge Reseachmemoandum 1985-21 aug. 1985 VRIJE UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Colloïdaal goud. jouw bondgenoot in de strijd tegen de tijd!

Colloïdaal goud. jouw bondgenoot in de strijd tegen de tijd! C O L L E C T I E O P S C H O O N H E I D S T A A T G E E N L E E F T I J D L U X U E U Z E V E R Z O R G I N G V O O R D E R I J P E R E H U I D Colloïdaal goud jouw bondgenoot in de stijd tegen de tijd!

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2013-I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2013-I Eindexamen vwo natuukunde pilot 03-I Beoodelingsmodel Opgave Spint maximumscoe De snelheid is constant omdat het (s,t)-diagam (vanaf 4 seconde) een echte lijn is. De snelheid is gelijk aan de helling van

Nadere informatie

REKEN JE RIJK. Verbeterde versie 0.8. P. v. Mouche

REKEN JE RIJK. Verbeterde versie 0.8. P. v. Mouche REKEN JE RIJK 2002 Vebetede vesie 0.8 c P. v. Mouche Dit typoscipt gaat ove ente en aanvewante zaken. Het is vij elementai van aad. Uiteaad houd ik me aanbevolen voo op- en aanmekingen die kunnen leiden

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 2 Uitwerkingen Tentamen 26 januari 2015

Wiskundige Technieken 2 Uitwerkingen Tentamen 26 januari 2015 Wiskundige Techniek Uitweking Ttam 6 januai 5 Nomeing voo pt vag andee vag naa ato: pt pt pt pt pt goed begep én goed uitgevoed, evtueel met kele onbelangijke ekfoutjes gote lijn begep, maa technische

Nadere informatie

Mechanica van Materialen

Mechanica van Materialen UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN VAKGROEP TOEGEPASTE MATERIAALWETENSCHAPPEN Mechanica van Mateialen Academiejaa 3-4 Veantwoodelijk lesgeve en auteu: Pof. d. i. Wim VAN PAEPEGEM Medelesgeve:

Nadere informatie

Dit is geen toeval 6 Over waarom je dit boek leest en hoe je ermee aan de slag kunt gaan. Lees dit eerst. 9 Stap 1: Vind je passie 96

Dit is geen toeval 6 Over waarom je dit boek leest en hoe je ermee aan de slag kunt gaan. Lees dit eerst. 9 Stap 1: Vind je passie 96 Dit is geen toeval 6 Ove waaom je dit boek leest en hoe je emee aan de slag kunt gaan. Lees dit eest. Inleiding 10 1 Waaom goeien we? 18 Ove de uitdaging van het goeien en ove wat passie is 2 Willen en

Nadere informatie

Optimale strategieën voor gunstige binomiale spellen (Engelse titel: Optimal control of favourable binomial games)

Optimale strategieën voor gunstige binomiale spellen (Engelse titel: Optimal control of favourable binomial games) Technische Univesiei Delf Faculei Elekoechniek, Wiskunde en Infomaica Delf Insiue of Applied Mahemaics Opimale saegieën voo gunsige binomiale spellen (Engelse iel: Opimal conol of favouable binomial games)

Nadere informatie

Projectbesluit Bergbezinkbassin Wilsonsplein Ontwerp ruimtelijke onderbouwing

Projectbesluit Bergbezinkbassin Wilsonsplein Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Pojectbesluit Begbezinkbssin Wilsonsplein Ontwep uimtelijke ondebouwing Dtum: 9 juli 0 Contctpesoon: Annemiek Kmphuis (VVH/OV) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING.... PLANBESCHRIJVING....1 Beschijving vn het gebied....

Nadere informatie

De invloed van passerende schepen op afgemeerde schepen, Juni 2004, O.A. Willemse

De invloed van passerende schepen op afgemeerde schepen, Juni 2004, O.A. Willemse De invloed van passeende schepen op afgemeede schepen, Juni 004, O.A. Willemse Pot Reseach Cente Rottedam-Delft. Gebuik van gegevens en teksten is met bonvemelding vijelijk toegestaan. Commecieel gebuik

Nadere informatie

Beleidskaders en beleidsacties in het sociale domein 2010

Beleidskaders en beleidsacties in het sociale domein 2010 Jaaschijf 2010 Sociaal Domein Beleidskades en beleidsacties in het sociale domein 2010 Integaal De woonmogelijkheden, het niveau van de sociale en cultuele voozieningen en het poldelandschap, bepalen de

Nadere informatie