NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED NUNSPEET

Transcriptie

1 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET GEMEENTE NUNPEET 30 oktobe 2009 B01033/CE9/005/302303/ws

2 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Inhoud 1 Inleiding Notitie Reikwijdte en detailniveau Aanleiding en m.e..-plicht Leeswijze 7 2 Voonemen, beleid, wetgeving en vekenningen Voonemen Beleid en wet- en egelgeving Toelichting Reconstuctieplan Veluwe (2005) Oveige beleidskades Wettelijke kades 14 3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling Refeentie situatie Tendmatige ontwikkelingen landbouw en veehoudeij Landelijke tends in de veehoudeij Ontwikkeling veehoudeijbedijven in Nunspeet Bodem en wate Landschap en cultuuhistoie Infastuctuu Occupatie en milieusituatie 26 4 Altenatief en scenaio s Totstandkoming altenatieven Refeentie: huidige situatie en autonome ontwikkeling Altenatief scenaio s voo de veehoudeij 32 5 Effectbeoodeling tudiegebied Planhoizon beoodelingsschaal Relevante effecten Thema s Natuu Geu Landschap Vekee Fijn tof Geluid Bodem en wate Acheologie 36 B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 2

3 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET gezondheid 36 6 Pocedue en planning Ovezicht pocedue plan-mer Raadpleging 38 Bijlage 1 Aantal bedijven en NGE s in Nunspeet 40 Bijlage 2 Integale zoneing en veehoudeijbedijven 42 Bijlage 3 Lijst met afkotingen 44 B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 3

4 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de aanleiding voo het opstellen van een Notitie Reikwijdte en Detailniveau en de elatie met de m.e..-plicht. 1.1 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Voo u ligt de Notitie eikwijdte en detailniveau, de eeste stap in de plan-m.e..-pocedue. Met deze notitie geeft de gemeente Nunspeet aan welke ondedelen van het agaische buitengebied zij wil ondezoeken, welke (milieu)thema s daabij hoen en welke pocedue de gemeente wenst te volgen. Mede op basis van de esultaten van het plan-mer en de inspaakeacties wodt een besluit genomen ove de invulling van het agaisch buitengebied in het bestemmingsplan. Deze Reikwijdtenotitie is de inbeng voo een eeste consultatie van bestuusoganen en van de Commissie voo de milieueffectappotage. Met een openbae kennisgeving is het publiek in de gelegenheid gesteld om in te speken. Het esultaat van deze consultatie betekt de gemeente bij de vedee opstelling van het plan-mer. Het plan-mer beschijft ontwikkelingen en effecten op het schaalniveau van het buitengebied van de gemeente Nunspeet. Het plan-mer gaat niet in op individuele bedijven. BELUIT-M.E.R.-PLICHT BLIJFT GEHANDHAAFD Een misvestand is dat, na het doolopen van een plan-m.e. voo m.e..-plichtige activiteiten, e geen MER mee nodig zou zijn. Dit is niet het geval: de besluit-m.e..-plicht blijft onvekot van kacht! Als een veehoudeij wil uitbeiden wodt de aanvaag voo een nieuwe vegunning getoetst op de m.e..-plicht. Basis daavoo is het besluit-m.e.. In de bijlage bij dit besluit staan twee lijsten: de zogenaamde C-lijst met m.e..-plichtige activiteiten en de zogenaamde D-lijst voo activiteiten op basis waavan het bevoegd gezag beoodeelt of e een MER moet woden gemaakt. (zie voo mee infomatie: of In dit appot zijn de volgende definities gebuikt: m.e..= milieueffectappotage = de pocedue plan-mer= milieueffectappot = het poduct plan-m.e..= pocedue voo plannen die een kade stellen voo m.e..-plichtige activiteiten besluit-m.e..= m.e..-pocedue voo pojecten die bij wet m.e..-plichtig zijn Voo de plan-m.e..-pocedue is de gemeente Nunspeet zowel initiatiefneme als bevoegd gezag. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 4

5 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET 1.2 AANLEIDING EN M.E.R.-PLICHT Bestemmingsplan Buitengebied en Receatieteeinen 2010 De aadscommissie Ruimte en wonen van de gemeente Nunspeet heeft op 3 septembe 2009 ingestemd met de statnotitie voo het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 en het bestemmingsplan eceatieteeinen Voo beide plannen wodt de pocedue gelijktijdig doolopen. De Nota van uitgangspunten is in voobeeiding en gaat in op inhoudelijke vagen (bijvoobeeld Hoe goot mag een woning zijn? ) en op de vom, inhoud en systematiek van het bestemmingsplan. Afbeelding 1.1 Het plangebied bestaat uit het buitengebied van gemeente Nunspeet met cica 70 kampeeen bungalowteeinen en 191 veehoudeijbedijven. Voo de spoozone, tussen Nunspeet en de A28, wodt een gescheiden bestemmingsplan opgesteld. Hievan zijn de exacte plangenzen nog niet vastgesteld en daaom meegenomen als plangebied. Plangebied bestemmingsplannen buitengebied en eceatieteeinen Nunspeet M.e..-plicht Bij de voobeeidingen van dit bestemmingsplanbesluit is spake van de plicht voo een plan-mer. Deze plicht geldt voo wettelijk of bestuusechtelijk veplichte plannen die het kade vomen voo toekomstige m.e..-(beoodelings)plichtige besluiten; alleen vakens- en pluimveebedijven zijn m.e..-(beoodelings)plichtig. Het nieuwe bestemmingsplan voo het buitengebied van Nunspeet bevat een aantal kenmeken welke beoodeeld woden als plan-m.e..-plichtige activiteit. Hiena woden de belangijkste genoemd. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 5

6 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET PLAN-MER-PLICHT Plan-MER vloeit voot uit de Euopese ichtlijn beteffende de beoodeling van de gevolgen voo het milieu van bepaalde plannen en pogamma s (n. 2001/42/EG). Deze ichtlijn is in septembe 2006 omgezet in de Nedelandse wet- en egelgeving doo wijziging van de Wet milieubehee (Wm) en het hieaan gekoppelde Besluit m.e Het is veplicht om vooafgaand aan besluiten doo een oveheid ove bepaalde plannen een plan-mer op te stellen. Het gaat daabij om plannen die (uiteindelijk) kunnen leiden tot concete pojecten of activiteiten met mogelijk belangijke nadelige gevolgen voo het milieu. Mee conceet geldt de plan-m.e..-plicht in geval van wettelijk of bestuusechtelijk veplichte plannen: - die het kade vomen voo toekomstige poject-m.e..-(beoodelings)plichtige besluiten of - waavoo een passende beoodeling nodig is op gond van de Euopese Habitatichtlijn (VROM, 2006 ). Veehoudeijen In de eeste plaats zijn e in het plangebied intensieve veehoudeijen gevestigd. Met het bestemmingsplanbesluit voo het agaische buitengebied van Nunspeet wodt de omvang van bestaande bouwblokken vastgelegd en in een aantal gevallen veuimd. Omdat hiemee het vestigingsbeleid voo intensieve veehoudeijen wodt bepaald, kan het bestemmingsplan de opmaat zijn voo latee m.e..-(beoodelings)plichtige pojecten. M.E.R.-(BEOORDELING)PLICHTIGE PROJECTEN In het Besluit m.e (ondedeel C, activiteit 14) is aangegeven, dat een besluit-m.e.. moet woden opgesteld voo het "opichten, wijzigen of uitbeiden van een inichting met plaatsen voo mesthoendes, plaatsen voo hennen, voo mestvakens of 900 voo zeugen. Indien e spake is van het opichten, wijzigen of uitbeiden van een inichting met plaatsen voo mesthoendes, plaatsen voo hennen, voo mestvakens of 350 voo zeugen, dan is e spake van een m.e..-beoodelingsplicht. In de tweede plaats is de afstand van de ontwikkelingsmogelijkheden voo intensieve veehoudeij tot de Natua 2000-gebieden (Veluwe en Veluweandmeen) en Beschemde Natuumonumenten (Mosteveen een Leemputten bij taveden) 1 van dien aad dat e aanleiding is voo een toetsing aan de Natuubeschemingswet. Hiedoo is het noodzakelijk een passende beoodeling uit te voeen, wat automatisch een plan-m.e..-plicht met zich mee bengt. PLAN-M.E.R.-PLICHT BIJ PAENDE BEOORDELING De Natuubeschemingswet 1998 en de plan-m.e..-plicht zijn aan elkaa gekoppeld. Wannee een plan wettelijk of bestuusechtelijk veplicht is (zoals een bestemmingsplan) én hievoo moet een passende beoodeling woden gemaakt, dan geldt e een plan-m.e..-plicht. Een passende beoodeling is veeist wannee een wettelijk of bestuusechtelijk veplicht plan, significante gevolgen kan hebben voo een Natua 2000-gebied. 1 De status van deze twee Beschemde Natuumonument zal komen te vevallen als gevolg van een aanwijzing als Natua 2000-gebied onde de Natuubeschemingswet Deze twee gebieden maken dan deel uit van Natua 2000-gebied Veluwe. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 6

7 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Receatie Vanuit toeistisch-eceatief uitgangspunt wil de gemeente alle eceatieteeinen in één bestemmingsplan onde bengen. Hiedoo kan een eenduidige egeling woden opgesteld voo alle eceatieteeinen. Voo de inhoudelijke keuzes van eceatieve bestemmingen sluit de gemeente aan op de Notitie Receatief Nachtveblijf in Nunspeet. Doo deze keuzes kan de eceatieduk toenemen en dit kan wee gevolgen hebben voo Natua gebieden (vestoing, beteding). Of op gond van de Natuubeschemingswet hievoo een passende beoodeling nodig is, wodt ondezocht. Als deze noodzaak is aangetoond dan kan het beleid voo veblijfseceatie woden aangemekt als kade voo latee m.e..- (beoodelingsplichtige) activiteiten. Natuu De Hiedense poot is een belangijk ondedeel van de Ecologische Hoofdstuctuu (EH) in het buitengebied van Nunspeet. De poot is een belangijke schakel tussen natuugebieden op de Veluwe en de andmeekust. Voo de Hiedense poot is een uitvoeingspogamma opgesteld dat ondemee vooziet in de ealisatie van nieuwe natuu. Binnen de plangenzen van het plan Buitengebied moet ongevee 100 ha aan landbouwgond in de Hiedense poot woden omgevomd naa natuu. Deze functiewijziging naa natuu blijft onde de m.e..-beoodelingsdempel van 125 ha (Besluit m.e..; activiteit 9 landinichting ). Voo deze functiewijziging zal naa vewachting een gescheiden bestemmingsplanplanpocedue woden gevolgd. 1.3 LEEWIJZER Hoofdstuk 2 gaat vede in op het voonemen, beleid, wetgeving en vekenningen. De huidige situatie en autonome ontwikkelingen zijn bescheven in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 beschijft de te ondezoeken altenatieven en hoofdstuk 5 de effectbeoodeling van deze altenatieven. In hoofdstuk 6 is de te volgen pocedue voo het plan-mer met aadpleging bescheven. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 7

8 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 2 Voonemen, beleid, wetgeving en vekenningen Dit hoofdstuk geeft een ovezicht van de uitgangspunten voo het nieuwe bestemmingsplan en met welk beleid, wet- en egelgeving in het plan-mer ekening wodt gehouden. 2.1 VOORNEMEN Gelijktijdig met deze eikwijdtenotitie stelt de gemeente Nunspeet een Nota van uitgangspunten vast als belangijke bouwsteen voo het bestemmingsplan. In deze nota zijn een aantal algemene uitgangspunten opgenomen. De volgende uitgangspunten kunnen voo het plan-mer elevant zijn: 1. De feitelijke en huidige situatie wodt vastgelegd met ontwikkeluimte voo de komende planpeiode. Kleine ontwikkelingen, passend binnen het beleid, woden meegenomen. Gote ontwikkelingen vagen om een specifieke belangenafweging met divese ondezoeken en oveeenkomsten en maken daaom geen deel uit van het bestemmingsplanbesluit. 2. Voo ontwikkelingen als nevenactiviteiten bij voomalige agaische bedijfsbebouwing, kampeen bij de boe, bepekte veplaatsing bouwblok en mantelzog wodt een eenvoudige wijzigings- of ontheffingsmogelijkheid ingebouwd. 3. Vastgesteld beleid zoals eceatief beleid, bed and beakfast, beleid paadenbakken, beleid vijkomende agaische bedijfsbebouwing (VAB s), sloopegeling, nieuwe landgoedeen, nevenactiviteiten, schuilstallen, paadenhoudeij en woningsplitsing wodt onvekot ovegenomen en ingepast in het bestemmingsplan buitengebied. 4. Alle eceatieteeinen woden in het bestemmingsplan ondegebacht met een eenduidige egeling. 5. Voogesteld wodt om te kiezen voo een eenvoudig stelsel van gebiedsbestemmingen. De agaische gebieden binnen het goenblauwe aamwek 2 woden bestemd als Agaisch met waaden. De gebieden die e buiten liggen woden bestemd als Agaisch. Vede woden uiteaad bos, heide, zandvestuiving, natuu en wate als apate gebiedsbestemming aangeduid. tappenplan Het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan bestaat uit een aantal stappen. Een bestemmingsplan is ingijpend voo bewones en bedijvigheid in het gebied. Daaom is e een uitgebeide pocedue waabij uimte is voo inspaak en oveleg. 2 Het Goen Blauwe Raamwek is opgenomen in het teekplan Geldeland en bestaat uit de Ecologische Hoofdstuctuu en Waadevol open gebied. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 8

9 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Voo dit bestemmingsplan zien de stappen e als volgt uit: Tabel 2.1 tappenplan bestemmingsplan tap Omschijving tatus 1 Inventaisatie functies en beleid Opeationeel 2 tatnotitie voo het bestemmingsplan Raadsbesluit (03 septembe 2009) buitengebied 3 Nota van Uitgangspunten Collegebesluit (oktobe 2009) 4 Vooontwep bestemmingsplan In voobeeiding 5 Inspaak en (voo)oveleg In voobeeiding 6 Ontwepplan en vaststelling in voobeeiding Welke ontwikkelingen binnen het voonemen zijn nu echt elevant voo het planmer? Intensieve veehoudeij Voo de bestemmingsplanegeling voo intensieve veehoudeij sluit de gemeente zoveel mogelijk aan bij de afspaken zoals vastgelegd in het Reconstuctieplan Veluwe. Met deze afspaken biedt het bestemmingsplan ontwikkelingsuimte voo de intensieve veehoudeij. Deze ontwikkelingsuimte moet woden ondezocht in het planmer (zie 1.2). Veblijfseceatie In de gemeente Nunspeet zijn cica zeventig kampee- en bungalowteeinen aanwezig en vaiëen in gootte. Het aantal ovenachtingplaatsen is hievan een veelvoud. De vegunde situatie op gond van de Wet op de openluchteceatie (WOR) komt oveeen met de situatie in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. E zijn geen nieuwe ontwikkelingen voozien en het bestaande gebuik wodt geespecteed en is bescheven in het Natua 2000 beheeplan Veluwe (DHV; wekvesie; juni 2009). De libealiseing van de veblijfseceatie, zoals bescheven in de Nota van uitgangspunten, heeft naa vewachting geen gevolgen voo de eceatieduk op de omliggende natuugebieden, omdat: 1 E mee stacaavans komen op vaste plaatsen ten koste van een deel van het toeistisch kampeen. 2 Het aantal ovenachtingplaatsen voo natuukampeen gelijk blijft. 3 De jaaondexploitatie van eceatiebedijven nu ook al mogelijk is. 2.2 BELEID EN WET- EN REGELGEVING TOELICHTING De gemeente kiest in het bestemmingsplan voo een planologische egeling voo de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehoudeijen. E is beleid en wet- en egelgeving waamee de gemeente, bij het bepalen van hun planologisch beleid, ekening moet houden. De ontwikkelingsmogelijkheden voo de intensieve veehoudeij in het agaische buitengebied van Nunspeet wodt vooal bepaald doo het Reconstuctieplan Veluwe, de Wet geuhinde veehoudeij en de Natuubeschemingswet B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 9

10 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Het econstuctieplan en beide wetten woden hieonde kot toegelicht. In bijlage 2 is een lijst opgenomen met oveige elevante beleidsdocumenten waamee in het Plan-MER ekening wodt gehouden RECONTRUCTIEPLAN VELUWE (2005) Om de uimtelijke en milieupoblematiek in het econstuctiegebied tussen het Veluwemee in de IJssel, de Nedeijn en het Centaal Veluws Natuugebied (CVN) aan te pakken is het econstuctieplan Veluwe opgesteld. De Zuid-Veluwe (gemeente Wageningen, Renkum, Anhem, Rozendaal en Rheden) valt niet onde de Reconstuctiewet, maa maakt wel deel uit van het plangebied van dit econstuctieplan, omdat het onde het gelijktijdig lopende poject Veluwe 2010 valt. Een belangijk kenpunt uit dit plan is het scheiden en veweven. Niet veenigbae functies, zoals de intensieve veehoudeij en kwetsbae natuu woden zoveel mogelijk gescheiden in de uimte en veenigbae functies zoals landbouw, wonen, eceëen, wate en natuu woden veweven. GEEN LOG IN GEMEENTE NUNPEET Om de intensieve veehoudeij te scheiden van de kwetsbae natuu is het gebied tussen Beemte en Vaassen aangewezen als Landbouw Ontwikkelingsgebied (LOG) voo de vedee ontwikkeling van de intensieve veehoudeij. Binnen het agaische buitengebied van gemeente Nunspeet is geen LOG aanwezig. Afbeelding 2.2 Uitsnede gemeente Nunspeet van de zoneingskaat Intensieve Veehoudeij (bon: steekplankaat 20 Povincie Geldeland) In het Reconstuctieplan is het zoneingsbeleid voo de intensieve veehoudeij weegegeven. Dit beleid heeft, op gond van de Reconstuctiewet, de kacht van een steekplan. Het elevante beleid voo de gemeente Nunspeet is: Vewevingsgebied: een uimtelijk begensd gedeelte van een econstuctiegebied geicht op veweving van landbouw, wonen en natuu, waa hevestiging of uitbeiding van de intensieve veehoudeij mogelijk is, mits de uimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daa niet tegen vezetten. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 10

11 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Extensiveingsgebied: een uimtelijk begensd gedeelte van een econstuctiegebied met het pimaat wonen of natuu, waa uitbeiding, hevestiging of nieuwvestiging van in iede geval intensieve veehoudeij onmogelijk is of in het kade van de econstuctie onmogelijk zal woden gemaakt. Vewevingsgebied In het vewevingsgebied is nieuwvestiging van intensieve veehoudeij niet toegestaan. (He)vestiging van intensieve veehoudeij is mogelijk maa uitsluitend op bestaande agaische bouwblokken. Uitbeiding van intensieve veehoudeijbedijven of de intensieve veehoudeijtak is toegestaan tot maximaal 1 hectae. Uitbeiding van bebouwing voo de intensieve veehoudeij boven de 1 hectae is in beginsel uitgesloten, tenzij de uitbeiding aantoonbaa noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen van dieenwelzijn en veteinaie gezondheid zonde dat het aantal dieplaatsen toeneemt. GEEN ONTWIKKELLOCATIE IN NUNPEET. Deze locaties moeten wel voldoen aan bepaalde citeia 3. Echte omdat alle veehoudeijlocaties in de buut van een Natua 2000 gebied of in een open gebied liggen, zal waaschijnlijk geen enkel bedijf voldoen aan de citeia van een ontwikkellocatie. Hiedoo vevalt deze mogelijkheid bij het ontwikkelen van de altenatieven. Omschakeling van volledig gondgebonden bedijven naa intensieve veehoudeij is toegestaan mits is getoetst of deze zich vedaagt met de te plaatse van belang zijnde omgevingskwaliteiten (landschap, natuu en/of wate). Concentatie van intensieve veehoudeijtakken van een bedijf is mogelijk als de omgevingsfactoen dit toestaan. Uitbeiding van het bouwblok tot mee dan 1 ha is mogelijk als de intensieve veehoudeij op de andee locaties van het bedijf wodt beëindigd. E gelden geen bouwblokbepekingen voo oveige landbouwbedijven andes dan vigeend in steek- en bestemmingsplan. Extensiveingsgebied De begenzing van extensiveingsgebied is zo gekozen dat e een zone van 250 mete ond het Centaal Veluws Natuugebied (CVN) is ingesteld en een zone van 250 mete ond de voo vezuinggevoelige paels buiten het CVN. Het doel van het extensiveingsgebied ligt pimai bij natuu. Nieuwvestiging, hevestiging en omschakeling naa intensieve veehoudeij is niet toegestaan. Uitbeiding van bebouwing voo intensieve veehoudeij is in beginsel uitgesloten, tenzij de uitbeiding aantoonbaa noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen van dieenwelzijn en veteinaie gezondheid zonde dat het aantal dieplaatsen toeneemt. 3 Niet binnen 500 mete ond kenandzones en veblijfseceatie (cat I + II), niet binnen 1000 mete ond Natua2000- en Natuubeschemingswet-gebieden, niet binnen 500 mete ond Wav-gebieden en o.a. de open gebieden, EH en de stiltegebieden woden uitgesloten (bon: bijlage 7 Reconstuctieplan Veluwe). B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 11

12 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Vevangende nieuwbouw is toegestaan mits de staloppevlakte niet toeneemt. Vede zijn e geen bouwblokbepekingen voo oveige landbouwbedijven (geen intensieve veehoudeij) andes dan vigeend in steek- en bestemmingsplan OVERIGE BELEIDKADER Naast het Reconstuctieplan zijn e nog andee beleidskades waamee ekening wodt gehouden bij de ontwikkelingsmogelijkheden in het buitengebied van Nunspeet. Nationaal beleid Het nationale beleid ond Natua 2000 (Vogel en habitatichtlijn) en de Nota Ruimte zijn daa voobeelden van. Povinciaal beleid Op povinciaal niveau is vooal het steekplanbeleid ond de ecologische hoofdstuctuu elevant. In het teekplan Geldeland 2005 is de Ecologische Hoofdstuctuu (EH) vastgelegd. De Ecologische Hoofdstuctuu bestaat uit de volgende die ondedelen. EH-natuu: bestaat uit natuu- en bosgebieden, daain liggende vespeide bebouwing en waadevolle wateen en uit agaische cultuugond die omgezet zal woden in natuu (ontwikkelingsgebieden voo nieuwe natuu). Voo de gebieden met een natuuontwikkelingsdoelstelling geldt dat egulie gebuik op basis van de vigeende bestemming kan woden gecontinueed. EH-veweving: natuuwaaden veweven met andee functies zoals landbouw, eceatie en vespeide bebouwing. EH-veweving bestaat gotendeels uit landgoedeen, landbouwgebieden met natuuwaaden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuu- en boselementen. Doo natuuontwikkeling en agaisch natuubehee wodt de natuuwaade van de EH-veweving als geheel vestekt. ooten binnen de EHveweving zijn vaak gebonden aan een combinatie van natuu en cultuugond. Daaom is het geheel van natuu-, bos- en landschapselementen en het (agaisch) cultuulandschap waain de elementen zijn ingebed, van belang voo de aanwezige en te ontwikkelen natuuwaaden. Binnen de EH-veweving speelt gondgebonden landbouw blijvend een belangijke ol in het behee van de cultuugond en de daamee veweven natuuwaaden. EH-vebindingszones: vebinden de veschillende delen van de EH-natuu en EHveweving met elkaa. Ecologische vebindingszones bestaan uit een schakeling van natuuelementen (stapstenen) gelegen in een landschapszone. Deze landschapszone is enezijds een zoekzone waabinnen kansen op vesteking van de ecologische vebindingszone gegepen kunnen woden. Maa de landschapszone is ook een multifunctioneel gebied waain de aanwezigheid van landschapselementen het functioneen van de ecologische vebinding ondesteunt. Voo het functioneen van een vebindingszone is de inbedding van natuu-, bos- en landschapselementen in het omliggende landschap van belang. Beken of andee wategangen vomen veelal de as van de ecologische vebindingszone. Pe ecologische vebindingszone zijn specifieke vebindingsdoelen aangegeven doo het toekennen van modellen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 12

13 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Afbeelding 2.3 Ligging EH (bon: kaat 17 EH steekplan) Hebegenzing EH Voo de Geldese EH is een steekplanheziening doogevoed. Op 1 juli 2009 zijn de nieuwe genzen van de ecologische hoofdstuctuu (EH) in het teekplan definitief vastgesteld. De hebegensde Ecologische Hoofdstuctuu is een factie (1,4%) kleine, maa wel obuuste. In de EH woden bestaande natuugebieden uitgebeid en ontbekende vebindingen tussen natuugebieden geealiseed. In Figuu 3.1 is de begenzing van de EH na de heziening van het teekplan weegegeven. De hebegenzing van de Ecologische Hoofdstuctuu loopt gelijk op met het vaststellen van de kaat van kwetsbae gebieden in het kade van de Wet ammoniak en veehoudeij (Wav), welke in mei 2007 is gewijzigd. Dit beteft bestaand bos en natuuteein binnen de EH, waa bepekingen gelden voo de uitbeiding van veehoudeijen. Nota Belvoi Het cultuuhistoisch beleid van de povincie Geldeland staat in de nota Belvoi. Hiein is vastgelegd hoe de povincie omgaat met het cultuuhistoisch efgoed. De povincie Geldeland wil dat histoische landschappen, acheologische en bouwkundige waaden als een geheel woden gezien. En dat bij de ontwikkeling van uimtelijke en economische plannen daamee ekening wodt gehouden. Lokaal beleid De integale uimtelijke toekomstvisie Nunspeet 2015, het landschapsontwikkelingsplan, de beleidsnota eceatie en een gebiedsvisie als ondebouwing voo de gemeentelijke geuveodening zijn elevante beleidsdocumenten voo het plan-mer. Daanaast is het wateschapsbeleid t.a.v. bebouwing elevant voo het uitbeiden van bestaande agaische kavels. Het wateschap stelt eisen bij nieuwe uimtelijke ontwikkelingen. Bij de vestiging van nieuwe bedijven moet hiemee in het ontwep ekening woden gehouden. De belangijkste eisen zijn: 1. De afvoe van wate mag niet toenemen als gevolg van de uimtelijke ingeep. 2. Inundatie vanuit oppevlaktewate mag niet vake plaatsvinden dan de weknom. Indien de uimtelijke ingeep e toe leidt dat een stengee weknom moet gaan gelden (bijvoobeeld 1x pe 25, 50 of 100 jaa), dan dient dit in de uimtelijke ontwikkeling betokken te woden (kosten-veoozake-pincipe). B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 13

14 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET 3. Houdt ekening met de kwaliteitsits Vasthouden begen afvoeen. Hemelwate dient binnen het plangebied te woden vastgehouden en/of gebogen. choon hemelwate niet diect afvoeen (naa iool of oppevlaktewate) maa te plaatse pobeen te infilteen. Als dit niet lukt oppevlakkig begen in open wate of maaivelddepessies. 4. Kwaliteitstits schoon houden scheiden schoon maken ; Bonmaategelen om veonteiniging van watestomen tegen te gaan (bijvoobeeld toepassing van niet uitlogende bouwmateialen) en een duuzame bedijfsvoeing (zoals het vemijden van chemische bestijdingsmiddelen, bemestingvije zones et cetea) kunnen veonteiniging van gond- en oppevlaktewate vookomen. Binnen de uimtelijke ontwikkeling moet aangegeven woden welke maategelen genomen woden om veonteiniging /vemesting van gond- en oppevlaktewate te vookomen. 5. E dient gesteefd te woden naa een gondwateneutaal ontwep WETTELIJKE KADER Voo het opstellen van het Plan-MER zijn divese wettelijke kades elevant, zoals de Wet uimtelijke odening, de Wet milieubehee, de Reconstuctiewet concentatiegebieden, de Wet ammoniak en veehoudeij, de Wet geuhinde en veehoudeij, de AmvB Huisvesting, de Wet geluidhinde, de Natuubeschemingswet, de Euopese IPPC-Richtlijn en de egelgeving ondom luchtkwaliteitseisen (opgenomen in de Wet milieubehee). Deze Euopese en landelijke wetten en egels stellen andvoowaaden aan de ontwikkeling van intensieve veehoudeijen en de pocedues die moeten woden doolopen bij besluitvomingstajecten. Ook voo de gemeenten zijn dit andvoowaaden bij de besluitvoming, zoals het opstellen van uimtelijke plannen en het velenen van vegunningen. De eigen beleidsvijheid daain is in de egel bepekt. Uitzondeingen zijn de Wet geluidhinde en de Wet geuhinde en veehoudeij. Deze wetten bieden de gemeenten de mogelijkheid om, binnen een bepaalde bandbeedte, eigen nomen te stellen. Vooal de nomstelling in het kade van de Wet geuhinde en veehoudeij is van diect belang voo de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehoudeij. De elevante wettelijk kades bestaan uit: De Wet milieubehee. Ammoniakwetgeving, zoals de Wet ammoniak en veehoudeij en de AMvB-Huisvesting. Natuubeschemingswetgeving, m.n. de Natuubeschemingswet 1998 en (in mindee mate) de Floa en faunawet. De Wet geuhinde en veehoudeij. IPPC-ichtlijn. Wet luchtkwaliteit Wet op de uimtelijke odening (Wo). Dieenwelzijn. De Wet geuhinde veehoudeij, de Natuubeschemingswet, de IPPC-ichtlijn, Wet luchtkwaliteit 2005, Wet op de uimtelijke odening en Dieenwelzijn zijn hiena toegelicht. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 14

15 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Wet geuhinde veehoudeij De Wet geuhinde en veehoudeij (Wgv) is vanaf 1 januai 2007 van kacht en vomt het toetsingskade voo geu veoozaakt doo het houden van dieen. E wodt geekend met odou units (ou) en geugevoelige objecten, zoals huizen, kijgen een beschemingsfacto toegewezen. De Wgv biedt de gemeenten de mogelijkheid om bij veodening gebiedsgeicht geubeleid vast te stellen en hiemee af te wijken van de standaadnom voo geu. De geunom kan soepele of juist stenge woden vastgesteld doo de gemeente. De gemeente Nunspeet heeft een gebiedsvisie op laten stellen als ondebouwing voo de gemeentelijke geuveodening waamee een afwijkende geunom is vastgelegd voo de volgende nieuwbouwpojecten: 1. Molenbeek; alle geugevoelige objecten in het plangebied hebben een geunom van 6,5 OU/M3 en een vaste afstand tot een geugevoelig object van 50 mete tot een nietintensieve veehoudeij. 2. Elspeet; alle geugevoelige objecten in het noodelijk deel van het plangebied hebben een geunom van 6,5 OU/M3 en een vaste afstand tot een geugevoelig object van 50 mete tot een niet-intensieve veehoudeij. Voo de est van de gemeente geldt de standaadnom van 3 OU/m 3 voo geugevoelige objecten binnen de bebouwde kom en 14OU/m 3 voo buiten de bebouwde kom. Voo stallen met dieen waavoo in de Wvg geen omekeningsfacto is vastgelegd geldt een vaste afstand van 100 mete. Bij beoodeling van vegunningaanvagen wodt bepaald of deze nomen voo geubelasting op een geugevoelig object wodt ovescheden. Bij het bepalen van de milieugebuiksuimte wodt op vegunningenniveau de cumulatie niet meegenomen. Nieuwvestiging van een intensieve veehoudeij (of omschakeling van niet-intensief naa intensief) gaat altijd gepaad met een uitbeiding van de geuemissie. Uitbeiding van bestaande intensieve veehoudeijen (mee dieplaatsen) kan gepaad gaan met de uitbeiding van de vegunde geuemissie, maa dat is niet noodzakelijkewijs het geval. Doo toepassing van modene stalsystemen of luchtwasses is het ook mogelijk om, binnen het vegunde emissieniveau, uit te beiden. Natuubeschemingswet 1998 E is geen duidelijk toetsingskade voo ammoniak op de natuugebieden die woden beschemd doo de Natuubeschemingswet. Het bestemmingsplanbesluit is een globaal plan met potentieel significante effecten op Natua 2000-gebieden. Volgens de Natuubeschemingswet 1998 (at. 19j) is hievoo een passende beoodeling nodig waavoo de Commissie m.e.. vewijst naa de Algemene Handeiking Natuubeschemingswet Deze handeiking biedt echte geen toetsingskade voo ammoniak. De altenatieven woden echte wel getoetst op het aspect ammoniak. De vagen uit de handeiking beoodeling activiteiten die stikstofdepositie veoozaken op Natua gebieden, ecent opgesteld doo het Ministeie van LNV naa aanleiding van het advies van de Commissie Tojan, bieden enig houvast. Hiemee woden vegunningaanvagen beoodeeld van bestaand gebuik en voogenomen activiteiten in het kade van de op te stellen beheeplannen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 15

16 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET VRAGEN HANDREIKING 1. Wat zijn de instandhoudingsdoelstellingen voo de te beschemen sooten en habitattypen die gevoelig zijn voo stikstofdepositie? 2. Wat is de locatie binnen het Natua 2000-gebied van beteffende sooten en habitattypen. 3. Wat is de huidige staat van instandhouding van deze sooten en habitattypen? 4. Wat zijn de abiotische condities die belangijk zijn voo deze sooten en habitattypen en welke (bepekende) condities bepalen op dit moment de huidige staat van instandhouding? 5. Wat is de pognose voo de ontwikkeling van de elevante abiotische condities (zijn de bepekende abiotische condities te beïnvloeden naa een mee gewenst niveau?). 6. Wat is het effect van de (voogenomen) activiteiten op de abiotische condities (is e effect op de meest bepekende abiotische condities en daamee op de mogelijkheden om de instandhoudingsdoelstellingen te behalen?). 7. Wat zijn elevante veschillende activiteiten in en nabij het Natua 2000-gebied en wat is het cumulatieve effect daavan? Voo zove het past bij het detailniveau van het bestemmingsplanbesluit staan deze vagen zoveel mogelijk centaal in de effectbeschijving voo de Natua 2000-gebieden: Veluwe en Veluweandmeen en Beschemde Natuumonumenten: Mosteveen een Leemputten bij taveden. IPPC-ichtlijn De IPPC ichtlijn (Integated Pollution Pevention Contol) is een Euopese ichtlijn inzake de geïntegeede peventie en bestijding van veonteiniging. De IPPC ichtlijn veplicht de lidstaten van de EU om gote milieuvevuilende bedijven te eguleen middels een integale vegunning gebaseed op de beste beschikbae technieken (BBT). Een gedeelte van de intensieve veehoudeijbedijven valt onde de wekingssfee van de ichtlijn. Het beteft bedijven met dieaantallen hoge dan: plaatsen voo pluimvee plaatsen voo mestvakens. 750 plaatsen voo zeugen. IPPC omgevingstoets ammoniak en veehoudeij Doo het ministeie van VROM is de Beleidslijn IPPC-omgevingstoets ammoniak en veehoudeij ontwikkeld. Deze beleidslijn is bedoeld als handeiking voo het uitvoeen van de omgevingstoets die op gond van de IPPC ichtlijn voo ammoniakemissie dient te woden uitgevoed. De beleidslijn geeft het volgende aan: Bij uitbeiding kan woden volstaan met toepassing van BBT zolang de emissie niet méé bedaagt dan kg ammoniak pe jaa. Bedaagt de ammoniakemissie mee dan kg ammoniak pe jaa na uitbeiding, dan dient een exta eductie ten opzichte van BBT te woden geealiseed op het uit te beiden gedeelte. De mate van eductie hangt af van de uitgangssituatie (de mate waain BBT de ammoniakemissie educeet) en de beschikbaaheid van vedegaande technieken in de beteffende diecategoie (BBT+). B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 16

17 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Bedaagt de jaalijkse ammoniakemissie na uitbeiding met toepassing van BBT (tot kg) en vedegaande technieken (vanaf kg) daana nog mee dan kg, dan dient boven het meedee een eductie van cica 85 % te woden geealiseed (BBT++). Wet luchtkwaliteit 2005 De luchtkwaliteit is afhankelijk van de mate van veonteiniging doo divese luchtveonteinigende stoffen waabij de voonaamste bonnen van luchtveonteiniging het wegvekee, industiële bonnen en de landbouw zijn. Voo intensieve veehoudeij is alleen fijn stof (PM10) een elevante stof. In de Wet luchtkwaliteit is de volgende genswaade voo fijn stof concentatie opgenomen: 32 g/m 3 als jaagemiddelde concentatie. 50 g/m 3 als 24 uugemiddelde concentatie waabij geldt dat deze maximaal 35 maal pe kalendejaa mag woden ovescheden. Het ministeie van VROM hanteet een twee spoen-beleid om de fijn stof-poblematiek in de landbouw op te lossen. Deze zijn het saneen van bestaande oveschijdingen en het vookómen van nieuwe oveschijdingen. Het vookómen van nieuwe oveschijdingen is een belangijk uitgangspunt bij de vedee invulling van het buitengebied. Met vegunningvelening houdt de gemeente ekening met de nieuwste wet- en egelgeving met betekking tot fijn stof. E wodt doo VROM gewekt aan het opstellen van een toetsingskade, vespeidingsmodel en handeiking fijn stof in de landbouw. Het is nog onduidelijk wannee het toetsingskade en vespeidingsmodel voldoende zijn ontwikkeld om te woden gebuikt. Wet uimtelijke odening De Wet uimtelijke odening (Wo) daagt bij aan veeenvoudiging en vesnelling van pocedues en beoepspocedues. Ook zal e schepee handhaving zijn doo betee toezichts- en handhavingsmogelijkheden, uitbeiding van het instumentaium, koppeling aan het stafecht en doo de mogelijkheid tot ingijpen als gemeenten hun taak onvoldoende uitoefenen. Vooal doo de mogelijkheid van het opnemen van milieunomen in het bestemmingsplan en het veodenend kaakte van gebuiksegels woden nieuwe wegen geopend voo de bescheming van het lokale milieu. De klassieke lijn dat e een steke scheiding bestaat tussen het stelsel van milieubehee en uimtelijke odening wodt hiemee enigszins dooboken. In de opzet van de Wo legt de gemeente haa beleid vast in een stuctuuvisie en woden de planologische mogelijkheden conceet bescheven in bestemmingsplannen. Wet geluidhinde De Wet geluidhinde gaat ove geluid dat veoozaakt wodt doo wegen, spoowegen en gezoneede industieteeinen. In de wet is aangegeven welke geluidsnomen e gelden voo o.a. de bouw van nieuwe woningen en het wijzigen van (spoo)wegen binnen de invloedssfee van geluidsbonnen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 17

18 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET De Wet geluidhinde kent een aantal begippen, namelijk: Vookeusgenswaade. Maximale ontheffingswaade. Geluidsgevoelige bestemmingen. De vookeusgenswaade is de geluidsbelasting die altijd toelaatbaa is op de gevel van de geluidsgevoelige bestemming. De maximale ontheffingswaade is de geluidsbelasting die na toestemming van het college van B&W maximaal toelaatbaa is op de gevel. Een geluidsgevoelige bestemming is een functie die geschikt is voo woondoeleinden, zogdoeleinden en ondewijsdoeleinden. Dieenwelzijn Op locaties waa vestiging en ontwikkeling van intensieve veehoudeij plaatsvindt, dient in veband met het tegengaan van vespeiding van dieziekten voldoende afstand tussen nieuwe bouwblokken en bestaande bouwblokken te woden aangehouden. Vanuit veschillende patijen woden hievoo veschillende ichtlijnen en adviezen gegeven: De NVV (Nedelandse Veeniging van Vakenshoudes) adviseet een afstand van minimaal 100 mete tussen de bouwblokken. De Gezondheidsdienst voo Dieen adviseet een zo goot mogelijke afstand (het liefst 400 m) aan te houden tussen de bedijven, hoe gote hoe minde makkelijk de vespeiding van dieziekten veloopt. Echte voo vakensfokkeijen en vemeedeingsbedijven met een PF status is een minimale afstand van 400 m (300 m met filtes) veplicht om deze status te vekijgen. De PF status is een keumek voo bedijven die een bepaald aantal ziektekiemen niet in hun bestand hebben. Ook voo gootoudebedijven in de pluimveesecto wodt deze afstand geadviseed. Aanvullend hieop dient vanuit het aspect geu (Wet Geuhinde en Veehoudeij) een afstand van 25 mete tussen de bouwblokken en 50 mete tussen het emissiepunt en de naastgelegen bedijfswoning (van naastgelegen bedijf) te woden aangehouden. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 18

19 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling Dit hoofdstuk gaat in op de landelijke tends in de veehoudeij. Deze tends zijn specifiek gemaakt voo de povincie Geldeland en gemeente Nunspeet. De tendmatige ontwikkelingen zijn bescheven op basis van divese appoten van het LEI, LNV, LTO en Altea. De cijfes komen van het CB. 3.1 REFERENTIE ITUATIE De huidige situatie in en om het plangebied en vaststaande autonome ontwikkelingen vomen de efeentie voo het Plan-MER. Altenatieven of scenaio s voo het voonemen dienen voo de veschillende milieuaspecten getoetst te woden aan deze efeentie. In de volgende paagafen is eest nade ingegaan op de tendmatige ontwikkelingen voo landbouw en veehoudeij en daana is voo een aantal aspecten de huidige situatie bescheven en de bekende autonome ontwikkelingen. De aspecten zijn in volgode van de lagenbenadeing bescheven, dus van ondeste laag (bodem, wate, landschap), naa tweede laag (infastuctuu) naa de dede laag (occupatie en milieusituatie t.a.v. ammoniak, geu, fijn stof e.d.). 3.2 TRENDMATIGE ONTWIKKELINGEN LANDBOUW EN VEEHOUDERIJ LANDELIJKE TREND IN DE VEEHOUDERIJ De pimaie secto van het veehoudeijcomplex is veelzijdig. De gootste deelsectoen zijn: 1. De gondgebonden gaasdieenhoudeij met de melkveehoudeij als belangijkste vetegenwoodige. 2. De intensieve veehoudeij met de vakenshoudeij, legpluimveehoudeij, slachtpluimveehoudeij en de vleeskalveenhoudeij als belangijkste deelsectoen. DRIE ONTWIKKELINGEN IN LAND- EN TUINBOUW IN NEDERLAND Als ontwikkeling van bedijven in de land- en tuinbouw in Nedeland woden die ichtingen ondescheiden: I. Een intenationale geoiënteede landbouw. II. Een egionaal geoiënteede multifunctionele landbouw. III. Bedijven die woden beëindigd. De stoppes bieden uimte voo de bedijven die zich doo ontwikkelingen op basis van een intenationale dan wel egionale oiëntatie. De pimaie bedijven binnen het gondgebonden gaasdieenhoudeijcomplex kunnen ingedeeld woden bij alle die ontwikkelingsichtingen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 19

20 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET De pimaie bedijven binnen het intensieve veehoudeij complex zijn vooal ingedeeld bij de ontwikkelichting I en III. Van de poductie van het Nedelands intensieve veehoudeijcomplex wodt, naast de gootschalige poductie voo afzet in Nedeland, cica 75% geëxpoteed doo bedijven die deel uitmaken van obuuste ketenstuctuen. De poductie vindt zo efficiënt mogelijk plaats. Velaging van de kostpijs in combinatie met vehoging van de toegevoegde waade en kwaliteit is een voowaade om te kunnen blijven concueen. De ontwikkeling voo deze agaische ondenemingen wodt voo een belangijk deel bepaald doo de intenationale concuentiepositie. chaalvegoting, intensiveing, kwaliteitsvebeteing en toegevoegde waade zijn belangijke stategieën voo de toekomst. Dit onde de voowaaden van de maatschappelijke veandeingen en eisen die aan de intensieve veehoudeij gesteld woden. Figuu 3.1 geeft de landelijke tend wee voo undvee, vakens en kippen Figuu 3.1 Landelijke tend van dieaantallen ove enkele decennia (bon: het gote goene misvestand; Leo Lames; juni 2007) Het volgende valt hieuit af te leiden: Bij pluimvee is de laatste die jaa het aantal dieen aanmekelijk lage dan in de jaen evoo, maa ove lange tijd kent de cuve een gillig veloop. Dit heeft waaschijnlijk te maken met de vogelpestuitbaak. Ten aanzien van vakens valt op te maken dat na een toename tot medio jaen negentig en een afname in de jaen ena e sinds die jaa min of mee een stabilisatie is van het aantal. Bij undvee is een afname te zien vanaf 1984 (supeheffing), sinds die jaa min of mee stabilisatie. AFCHAFFING COMPARTIMENTERING VAN PRODUCTIERECHTEN Op 1 januai 2008 is de zogenoemde compatimenteing van de poductieechten afgeschaft. Deze compatimenteing zogde e voo dat dieechten niet konden veschuiven tussen die veschillende concentatiegebieden; het concentatiegebied oost (Geldeland, Oveijssel en een deel van Utecht), het zuidelijke concentatiegebied (Nood-Babant en Limbug) en de est van Nedeland. E is op dit moment nog geen duidelijk beeld ove de gevolgen van de afschaffing van de compatimenteing, maa als e een veschuiving plaats gaat vinden, dan wodt vewacht dat die naa het zuiden zal zijn. De jongste cijfes van de povincie Geldeland bevestigen de vewachting dat de afschaffing van de compatimenteing zou leiden tot een afname van het aantal dieen in Geldeland. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 20

21 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET AMVB HUIVETING Bedijven moeten wellicht in 2013 voldoen aan de AMvB Huisvesting 4. Hiedoo woden veel (kleine) intensieve veehoudeijen veplicht om te investeen in staltechnieken die voldoen aan de stenge nomen ond de uitstoot van ammoniak. Voo vleeskalveen is de staltechniek, die voldoet aan de stenge emissie eisen voo ammoniak, echte nog in ontwikkeling en niet opgenomen in de AMvB-Huisvesting. EUROPEE DIERENWELZIJNEIEN In 2013 woden daanaast de Euopese dieenwelzijneisen van kacht. De consequentie hievan is een vebod op legbatteijen en gemiddeld 20% mee uimte voo vakens. Het is de vewachting dat beide ontwikkelingen e toe leiden dat een substantieel aantal intensieve veehoudeijen zal stoppen. De vedee algemene vewachting voo de toekomst van de intensieve veehoudeij is gunstig te noemen. Doo toenemende concuentie van binnen en voonamelijk ook van buiten de EU zal de pimaie secto zich ichten op kostpijsvelaging, onde mee doo schaalvegoting en het vebeteen en ontwikkelen van samenwekingsvomen. Daanaast zal de gehele secto zich gaan ichten op vaaggestuude poductie en het vegoten van de kostenefficiency. Daadoo ontstaan e kotee ketens die zich snel kunnen aanpassen aan maktveandeingen. chaalvegoting, intensiveing, kwaliteitsvebeteing en toegevoegde waade zijn belangijke stategieën voo de toekomstige agaische ondenemingen. De algemene tend pe secto is hieonde toegelicht. Melkveehoudeij Nedeland telde in 2004 ongevee bedijven met gaasdieen (melkvee, vleeskalveen, vleesvee en schapen) waavan melkveebedijven. inds 1990 is het aantal melkveebedijven bijna gehalveed van naa Ook het aantal koeien is sinds die tijd stek veminded. De tend van gestage vemindeing van het aantal bedijven gaat doo. Bij de blijves goeit de omvang. In 2004 hadden de melkveehoudes gemiddeld 60 melkkoeien en 40 ha gond, 10% van de bedijven had mee dan 100 koeien. De komende 10 jaa staat de melkveehoudeij gote veandeingen te wachten, zoals deze zich ook in voobije peiode hebben voogedaan, namelijk schaalvegoting, kostenbespaing (efficiënt poduceen), minde veehoudes, minde koeien en vedegaande specialisatie. E bestaan nog steeds gote veschillen in kostpijs en inkomen tussen vegelijkbae melkveebedijven. Daa is nog veel te winnen met efficiënt poduceen. Het gemiddelde aantal koeien pe bedijf goeit tot 2015 doo tot 80 melkkoeien en 50 hectae gond. De koeien geven in 2015 gemiddeld kg melk mee. Het gemiddelde bedijf poduceet in 2015 ongevee kilogam melk. Tabel 3.2 Landelijke tend melkveehoudeij (bon: CB) Jaa Melkveehoudes Gem. oppevlak Koeien pe bedijf (aantal) (ha) (aantal) Melkpoductie (kg) Tend Neemt af tijgt tijgt tijgt 4 Van ministe Came kijgt de secto uitstel tot 2013 (bon: pesbeicht ANP). Op 1 januai 2010 moeten de boeen wel in een plan laten zien hoe ze aan de stengee nomen voo de uitstoot van ammoniak gaan voldoen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 21

22 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET De samenleving heeft ove het algemeen een positief beeld van de melkveehoudeij. Dit kan veandeen omdat schaalvegoting en ationalisatie effect heeft op de aanblik van het bedijf en op het landschap. Tabel 3.3 Landelijke tend vakenshoudeij (bon: CB) Vakenshoudeij E waen in 2004 uim bedijven in Nedeland met vakens en uim gespecialiseede vakensbedijven vedeeld in 40% vleesvakensbedijven, 40% fokvakens en 20% gesloten bedijven. inds 1990 voltok een fose kimp. Het aantal bedijven met vakens is met tweedede afgenomen en het aantal gespecialiseede bedijven met de helft. Het aantal vakens is in Nedeland sinds 1995 met bijna een kwat afgenomen van 14,4 miljoen in 1995 tot 11,1 miljoen in De vakenshoudeij vindt steeds mee plaats op gespecialiseede bedijven. In 2004 wed 70% van de vakens gehouden op dit type bedijven. Tot 2015 is de vewachting dat de vakensstapel stabiel blijft, de ontmenging (specialisatie) gaat vede en het totale aantal bedijven waa vakens gehouden wodt zal afnemen (schaalvegoting). Gem. aantal Gem. aantal vakens Bedijven met Gespecialiseede Jaa vakens pe pe gespecialiseed vakens bedijven bedijf bedijf Tend Neemt af Neemt af tijgt tijgt Pluimveehoudeij In de pluimveehoudeij zijn de stuctuele ontwikkelingen vegelijkbaa met de vakenshoudeij. Het aantal bedijven met pluimvee is sinds 1990 in Nedeland gehalveed tot in Hievan zijn gespecialiseede pluimveebedijven. Het aantal stuks pluimvee is sinds het hoogtepunt in 2000 met bijna een vijfde deel afgenomen tot 88 miljoen stuks in Tabel 3.4 Landelijke tend pluimveehoudeij (bon: CB) Tot 2015 is de vewachting dat de pluimveestapel licht zal afnemen met 10%, de specialisatie gaat vede en het aantal bedijven met pluimvee zal afnemen (schaalvegoting). Jaa Gem. aantal kippen Bedijven met Gespecialiseede Gem. aantal kippen pe gespecialiseed pluimvee pluimveebedijven pe bedijf bedijf Tend Neemt af Neemt af tijgt tijgt Vleeskalvebedijven De vleeskalveenhoudeij is succesvol. Het aanpakken van het mestpobleem, de vesnelde omschakeling naa goepshuisvesting en de vegaande ketenintegatie hebben het imago goed gedaan van deze secto. De meeste van de gespecialiseede bedijven weken op basis van een contact. De vewachting is dat het aantal kalvebedijven stabiliseet. In 2015 is het aantal bedijven cica met bijna kalveen. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 22

23 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Tabel 3.5 Tabel landelijke tend vleeskalveen (bon CB) Jaa Bedijven met Gespecialiseede Gem. aantal kalveen pe vleeskalveen vleeskalveenbedijven bedijf Tend tabilisatie tabilisatie tabilisatie ONTWIKKELING VEEHOUDERIJBEDRIJVEN IN NUNPEET Huidige situatie Deze paagaaf schetst een beeld van de huidige situatie van de agaische secto in Nunspeet aan de hand van gegevens van het Centaal Bueau voo de tatistiek (CB) en het vegunningensysteem. Cica 3000 hectae van de in totaal cica hectae gond in de gemeente is volgens opgave van het Centaal bueau voo de statistiek in agaisch gebuik. De landbouw is daamee gezamenlijk met de functies bos& natuu de gootste gondgebuike in de gemeente. Tabel 3.6 Gondgebuik buitengebied gemeente Nunspeet (bon: CB) Tabel 3.7 Aantal veehoudeijbedijven Nunspeet (bon: gemeente) Een belangijk aandachtspunt is echte de ontkoppeling van de slachtpemie doo de hevoming van het Euopese landbouwbeleid. In opdacht van de Poductschappen voo Vee, Vlees en Eieen (PVE), zijn de gevolgen van een ontkoppeling van de slachtpemie voo de vleeskalvesecto ondezocht. Een belangijke conclusie van dit ondezoek is dat de secto in Nedeland ekening moet houden met een maximale kimp van de poductie van 13 tot 17% (bon: LEI Wageningen UR; septembe 2008; appot ). Totale opp. Receatieteein teein Agaisch Bos & Natuu Regio s peiode Ha ha ha Ha Nunspeet Nunspeet Nunspeet Nunspeet Opvallend is dat het aantal hectaes gond dat in gebuik is bij de landbouw edelijk stabiel blijft tewijl het aantal bedijven is gedaald van 254 bedijven in 2000 naa 177 bedijven in 2008 zie ondestaande tabel. Jaa Bedijven In 2009 zijn 177 agaische bedijven actief in het buitengebied van Nunspeet. In ondestaande tabel is aangegeven ove welke bedijfsgootten het gaat. De bedijfsgootte is daabij weegeven in de Nedelandse gootte eenheid (NGE). 70 NGE staat daabij gelijk aan een bedijf waaaan een volwaadig inkomen kan woden ontleend. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 23

24 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Tabel 3.8 Veehoudeijbedijven Nunspeet naa omvang (bon: gemeente) nge >70 Totaal Elspeet Nunspeet Viehouten Hulshost Van de volwaadige bedijven (gote dan 70 NGE) behoot ongevee 55% tot de intensieve veehoudeij. Voo wat de bedijven die onde de gens van volwaadig bedijf vallen behoot ongevee 45% tot de intensieve veehoudeij. NEDERLANDE GROOTTE EENHEID (NGE) De Nedelandse gootte-eenheid (nge) is een eële economische maatstaf die gebaseed is op het butostandaadsaldo (bss, opbengsten minus bepaalde specifieke kosten). Het is een maat waamee de economische omvang van agaische activiteiten wodt weegegeven. Een nge staat bij pijsniveau 2002 (Landbouwtellingen 2005 en 2006) voo euo aan saldo (bon: Met nge s kunnen veschillende sectoen met elkaa woden vegeleken. De volgende classificatie wodt doo de gemeente Nunspeet gebuikt voo melkveehoudeij (bon: concept Nota van Uitgangspunten): nge (hobby en pattimes) nge (ealistisch bedijf). - gote dan 70 nge (volwaadig bedijf). Toekomstige ontwikkeling Uit de gecombineede tabellen blijkt dat ongevee 33% van de bedijven moet woden aangemekt als volwaadig gezinsbedijf. De vewachting is dat deze bedijven vede zullen goeien in bedijfsomvang. Het pecentage bedijven dat moet woden aangemekt als pattime bedaagt ook cica 33% evenals het pecentage hobbyboeen. Op basis van de aanvagen die woden gedaan voo functieveandeing van agaische bedijvigheid naa wonen (30 stuks) 5 wodt vewacht dat binnen de planpeiode een aantal bedijven om bedijfseconomische edenen zal stoppen. Omdat een goot deel van de functieveandeingen intensieve bedijven beteft en doo de ontkoppeling van de slachtpemies voo de vleeskalvesecto, zal het aandeel intensieve veehoudeij tijdens de planpeiode enigszins dalen ten opzichte van de melkveehoudeij. 3.3 BODEM EN WATER Nunspeet ligt in het stoomgebied van de Hiedense Beek dat doo een kleilaag in de ondegond een afzondelijke hydologische eenheid vomt. Het stoomgebied snijdt diep in het Veluwemassief. Tussen Hadewijk en Elbug wateen doo ovewegend agaisch gebied tientallen kleinee beken en sloten af ichting Veluwemee. Het plangebied kent geen gondwatebeschemingsgebieden. Wel zijn e oppevlaktewatebeschemingsgebieden en natte natuu aanwezig. Eens uitsnede van de beschemingskaat uit het teekplan is opgenomen in Afbeelding Die van de vie vakensbedijven in Nunspeet hebben zich aangemeld voo functieveandeing. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 24

25 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Afbeelding 3.4 Beleidskaat teekplan Geldeland: beschemingskaat (bon: pov. Geldeland 2005). 3.4 LANDCHAP EN CULTUURHITORIE De Veluwe is aangewezen als povinciaal waadevol landschap en Nationaal landschap. De gemeente Nunspeet maakt deel uit van de zandlandschappen. Naa visueel-uimtelijk kaakte en ontginningstype is het landschap te ondescheiden naa: Kampenlandschap met oud bouwlanden en jongee boekontginningen tussen de Veluwe en het Veluwemee en binnen de enclave van Elspeet. Boslandschap op de stuwwal van de Veluwe. Kampenlandschap Het Kampenlandschap is een kleinschalig agaisch gebied dat doo individuele ontginningen vanaf de hoge gelegen dekzanduggen afwisselend is gewoden. Hoogteveschillen als gevolg van individuele plaggenlandbouw zijn nog steeds aanwezig. Op de ovegang van het Veluwemassief naa de lagee zandgonden en op de hogee uggetjes liggen banden van oud bouwlanden, die kaakteistieke stuctuen binnen het kampenlandschap vomen. Zij omsluiten lagee, nattee, soms venige delen die een lange stokenvekaveling kenden. De kaakteistieke kenmeken en patonen zijn echte stek vevlakt; een genivelleed kampenlandschap oveheest. Boslandschap Op de stuwwal is het Boslandschap ontstaan met hoge natuu-, landschappelijke en cultuuhistoische waaden. Nadat de gonden intensief zijn begaasd degeneeede het oosponkelijke bos tot heide en zandgonden. Eind 19de eeuw zijn deze gonden massaal ingepland met naaldbos. De laatste tientallen jaen wodt gesteefd naa het instandhouden van de esteende heide en zandvestuivingen en wodt inheems, steekeigen bos (bek, eik en beuk) bevoded. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 25

26 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET 3.5 INFRATRUCTUUR Dwas doo het gebied lopen de A28 en de spoolijn Amesfoot-Zwolle. Buiten de snelweg en het spoo zijn in het buitengebied nog gebiedsontsluitingswegen (de povinciale wegen) en veblijfsgebieden te ondescheiden. Op alle gemeentelijke wegen buiten de bebouwde kom is een 60 km/uuzone ingesteld. 3.6 OCCUPATIE EN MILIEUITUATIE Ammoniakdepositie op Natua 2000-gebieden 6 De N depositie in op de Geldese Natua 2000-gebieden en Natuumonumenten bedaagt gemiddeld 2357 mol N ha-1 j-1 (peiljaa 2006). Deze wodt voo 60% oveheest doo de achtegonddepositie. Dit bestaat uit de NH 3 depositie ten gevolge van de bonnen buiten de 10 km zone ondom de natuugebieden en alle niet landbouwbonnen en alle NO X bonnen binnen en buiten Geldeland. Deze achtegonddepositie bedaagt gemiddeld 1407 mol N ha-1 j-1 ofwel 60% van de totale depositie. Het esteende deel, 40% wodt bepaald doo de ammoniakemissie vanuit de landbouw in de 10 km zone ondom de Natua 2000-gebieden en Natuumonumenten. Van de totale ammoniakdepositie vanuit de 10 km zone ( 951 N ha-1 j-1 mol is cica de helft afkomstig van stal- en opslagemissie van intensieve veehoudeijen, 1/6 van stal- en opslagemissies gondgebonden landbouw en 1/3 afkomstig van aanwendingen en beweidingsemissies. Pe gebied kan deze vedeling stek veschillen afhankelijk van de gootte van het natuugebied en het aantal en type bedijven, dat vookomt in de 10 km zone. Afbeelding 3.5 illusteet dat een goot deel van het buitengebied van Nunspeet in een Natua 2000 of EH-gebied ligt. 6 Bon: Altea, Ammoniakemissie en -depositie in en ondom de Natua 2000-gebieden en beschemde natuugebieden in de povincie Geldeland, eindconcept 19 januai 2009 B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 26

27 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Afbeelding 3.5 Natuugebieden in het plangebied Geu In opdacht van de gemeente Nunspeet heeft De Roeve Milieuadviseing een quickscan Wet geuhinde veehoudeij uitgevoed voo de gehele gemeente (documentn /RK/vesie 2; d.d. 30 oktobe 2007). In deze quick scan is op basis van de standaadnom het volgende geconstateed: Ten aanzien van de goeimogelijkheden voo veehoudeijen van de 143 intensieve veehoudeijbedijven zouden vede kunnen goeien dan de maximaal vegunbae emissie van 143 intensieve bedijven zit op slot. Ten aanzien van de geubelasting op geugevoelige objecten: 1. De dopskenen van Nunspeet, Hulshost en Viehouten ondevinden weinig hinde van de achtegondbelasting aan geu. Voo de dopsken Elspeet is de achtegondbelasting wat hoge maa vomt nog steeds geen belemmeing voo een goed leefklimaat. 2. De achtegondbelastingen van lintbebouwingen zijn ove het algemeen wat hoge dan in de est van de gemeente. Het gaat om de lintbebouwingen aan de Hadewijkeweg, de takenbegweg, de tavedenseweg, de Kleine Kolonieweg en de Viehouteweg. 3. De achtegondbelasting bij veschillende eceatiegebieden is zee goed of goed. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 27

28 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Lucht en geluid Fijn stof en stikstofdioxide liggen in Nedeland het dichtst bij de gestelde genswaaden uit de Wet Luchtkwaliteit 2007 en bepalen of e spake is van een luchtkwaliteitspobleem. Oveschijding van de andee stoffen komen in ons land nauwelijks mee voo. Op veschillende plekken in Nedeland is de luchtkwaliteit hoge dan de Euopese nomen voo stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) toestaan. Het gaat dan om locaties nabij dukke vekeesoutes (m.n. NO2) en veehoudeijen (PM10). Voo het buitengebied van Nunspeet is daaom alleen fijn stof elevant. De totale emissie van fijn stof in Nedeland bedoeg in het jaa 2000 ca. 50 Kton aan PM10. Hievan was ca. 10 Kton (20%) afkomstig uit de landbouw. Van de fijn stof uit de landbouw is het ovegote deel afkomstig van pluimvee- en vakensstallen (geschatte bijdage ca. 9 Kton) 7. Uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van het RIVM is op te maken dat in 2008 de gemeten fijnstofconcentaties (PM10) in het landelijke gebied ten opzicht van 2007 is afgenomen met gemiddeld 2μg/m 3. Deze afname is teug te vinden in de gemiddelde concentaties pe jaa ove de egionale achtegond (zie afbeelding 3.6). Afbeelding 3.6 Veloop van het jaagemiddelde aan fijnstofconcentaties in Nedeland. Bon: LML RIVM Uit de Emissiefactoen fijn stof voo veehoudeij 8 blijkt dat het houden van kippen de meeste fijnstof emissie oplevet. Uit een ondezoek van ECN (A. Bleeke, A. Kaai; maat 2008) is op te maken dat 43 pioitaie veehoudeijbedijven in de povincie Geldeland de genswaaden voo fijn stof oveschijden. Uit een nadee uitweking van dit ondezoek doo RE Milieudienst 9 blijkt dat van deze 43 veehoudeij bedijven nog maa 10 bedijven een oveschijding van de genswaaden veoozaken. 7 Chaadon W.J. en van de Hoek K.W., 2002 Altea-appot 682, IN Bon: Lijst emissiefactoen fijn stof voo veehoudeij. Ministeie van VROM, Bon: Concept-appot Fijn tof, Inzoomactie veehoudeij (RE Milieudients; 8 mei 2009) B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 28

29 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Hiebij zijn naast de bugewoningen ook de nabuige veehoudeijen aangemekt als te beschemen object. Geen van deze bedijven is gelegen in de gemeente Nunspeet. Gezondheid Uit het infomatieblad Intensieve veehoudeij en gezondheid van de GGD en Babant en Zeeland (januai 2009) blijkt dat voo de componenten geu, fijn stof en Q-koots een effect op het gezondheidsisico te vewachten is in de algemene leefomgeving. Voo de componenten endotoxinen, influenza en MRA is het onduidelijk of effect opteedt vanwege het ontbeken van blootstellingsgegevens op leefomgevingsniveau. De gezondheidsaspecten voo geu en fijn stof zijn hievoo behandeld. Het aspect geu behandelt de leefkwaliteit en fijn stof blijft waaschijnlijk in alle gevallen onde de wettelijke nomen. Q-koots wodt veoozaakt doo de bacteie Coxiella bunetii. Deze bacteie komt voo bij vijwel alle diesooten. De twee gootste kinglopen waabinnen deze bacteie ciculeet zijn enezijds wilde knaagdieen en andezijds gedomesticeede dieen, zoals und, schaap en geit. Tussen de landbouwhuisdieen kan besmetting voonamelijk opteden doo het inademen van stofdeeltjes met daain bacteiën. Het inademen van besmette stofdeeltjes is ook de voonaamste oozaak van besmetting bij de mens, afkomstig van de landbouwhuisdieen. In Nedeland zijn in de peiode jaalijks tussen de 11 en de 41 humane gevallen gemeld van Q-koots. Waaschijnlijk is het wae aantal gevallen hoge, enezijds doodat een deel van de infecties symptoomloos veloopt en andezijds doodat e doo de vage klachten vaak niet aan Q-koots gedacht wodt. In 2007 was e een uitbaak van Q-koots in de povincie Babant, waabij ongevee 140 mensen ziek geweest zijn. Het lijkt eop dat het uitzondelijk doge en wame wee voo vespeiding doo de lucht van de bacteie gezogd heeft van geitenbedijven met abotuspoblemen. In 2008 zijn, in meedee egio s, ook al elatief veel gevallen van Q-koots gemeld (bon: RIVM). B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 29

30 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 4 Altenatief en scenaio s In dit hoofdstuk woden de in het plan-mer te ondezoeken altenatieven en scenaio s bescheven. 4.1 TOTTANDKOMING ALTERNATIEVEN De wijze waaop de gemeente planologische stuing gaat geven in het bestemmingsplan hangt mede af van de esultaten uit het plan-mer. Het plan-mer ondebouwt de beleidsuimte in het bestemmingsplan voo de intensieve veehoudeij en undvee. Voo het plan-mer buitengebied Nunspeet is dit als volgt gedacht: 1. Het plan-mer bengt de huidige omvang van de veehoudeij in beeld en gaat in op de mogelijke autonome ontwikkeling voo de intensieve veehoudeij en de invloed van de gemeente hieop. 2. Vevolgens woden in het plan-mer de milieugevolgen van de divese ontwikkelingsaltenatieven en eventuele scenaio s inzichtelijk gemaakt. 3. De effectbeschijving esulteet in een vegelijking tussen de altenatieven. De altenatieven zijn gebaseed op de ontwikkelingen binnen de secto met intensieve veehoudeijbedijven in de vom van stoppes, blijves en goeies. Via hevedeling van poductieechten (nge) kijgen de goeies de poductieechten van de stoppes. Hievan wodt het milieueffect beekend. Met een goeiscenaio wodt ekening gehouden met een eventuele goei van het aantal poductieechten in het buitengebied van Nunspeet. Het aandeel in ammoniakdepositie van de undveehoudeijbedijven in het buitengebied van Nunspeet wodt ook met een scenaio in beeld gebacht. Tabel 4.9 Modelmatige typeing intensieve veehoudeijen. Toelichting: toppes, goeies en blijves Het toekomstpespectief voo bedijven met een intensieve veehoudeij tak is niet in beeld gebacht via een bedijfsenquête. Daaom wodt elk bedijf modelmatig getypeed naa omvang en gebaseed op de afweging voo melkveehoudeijbedijven zoals bescheven in de Nota van uitgangspunten. De indeling is als volgt: Nge Typeing Toekomstpespectief Tot 35 nge Hobbymatig en Pattimes toppe 35 tot 70 nge Realistisch bedijf Blijve, goeie of stoppe > 70 nge Volwaadig agaisch bedijf Blijve of goeie B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 30

31 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET toppes zijn kleine bedijven met geen of weinig milieugebuiksuimte. Blijves zijn volwaadige bedijven met geen of weinig milieugebuiksuimte. Goeies zijn volwaadige bedijven met voldoende milieugebuiksuimte. De locaties, met een intensieve veehoudeij tak van 70 NGE of mee, staat gelijk aan één of mee volwaadige abeidskacht(en) 10. Wellicht zal het aantal goeies bepekt zijn omdat bijna alle locaties in een gevoelig gebied liggen waain de milieugebuiksuimte bepekt is. Voo de definitie van een gevoelig gebied wodt zoveel mogelijk aangesloten bij de citeia voo ontwikkellocaties (of stelocaties) zoals bescheven in bijlage 7 van het Reconstuctieplan Veluwe: 250 mete zone ond de voo vezuing gevoelige gebieden (Wav-gebieden) mete ondom de Natua 2000 gebieden. 500 mete ond stank kenandzones en veblijfseceatie. De extensiveingsgebieden. Het milieueffect van de goeies wodt modelmatig beekend met een standaad gesloten vakensbedijf (300 zeugen) of een standaad kalvehoude (900 vleeskalveen) op een bestaande agaische locatie met milieugebuiksuimte in het buitengebied van Nunspeet. Het aantal pluimveehoudes is in het buitengebied van Nunspeet zee bepekt en wodt niet modelmatig uitgewekt. 4.2 REFERENTIE: HUIDIGE ITUATIE EN AUTONOME ONTWIKKELING De efeentiesituatie wodt bescheven aan de hand van de vegunde situatie in het agaische buitengebied van Nunspeet (zie bijlage 1). Autonoom moeten alle bedijven voldoen aan de AMvB-Huisvesting. Hiemee wodt ekening gehouden met het beoodelen van de effecten voo alle aspecten. De ammoniakdepositie op Natua 2000-gebieden vomt hieop een uitzondeing. De Natuubeschemingswet schijft voo dat het effect moet woden vegeleken met de huidige situatie. 4.3 ALTERNATIEF Bij een plan-mer is het gebuikelijk om de edelijkewijs te beschouwen altenatieven in beeld te bengen (at lid 1 ondedeel b1 Wet milieubehee). Omdat het aantal goeies zee bepekt zal zijn wodt één altenatief doogeekend. De vijkomende poductieechten van stoppes woden hevedeeld ove de goeies in het vewevingsgebied. Belangijke uitgangspunten hiebij is dat het aantal dieen in de gemeente gelijk blijft en dat alleen spake is van uitbeiding op bestaande agaische locaties. Nieuwvestiging van een intensieve veehoudeij is immes uitgesloten omdat e geen landbouwontwikkelingsgebied is begensd in het plangebied. 10 bon: kengetallen van CB/LEI ove bedijfseconomische omvang B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 31

32 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET 4.4 CENARIO VOOR DE VEEHOUDERIJ Geen goeiscenaio De toekomstige ontwikkeling van de intensieve veehoudeij is schaalvegoting. E komen minde bedijven en de bedijven met milieuuimte gaan mee dieen houden. De ontwikkeling in de komende planpeiode is onzeke. Het is echte niet zinvol om een goeiscenaio voo de veestapel in het plangebied doo te ekenen. Het aantal dieen in het buitengebied van Nunspeet zal eede dalen dan toenemen omdat: Doo ontkoppeling van slachtpemies voo vleeskalveen in 2010 de landelijke poductie maximaal met 13 tot 17% kimpt. De milieuuimte bepekt is doo de vele natuugebieden in het buitengebied van Nunspeet. E veel aanvagen zijn voo functieveandeing naa wonen. Voo het bestemmingsplan vindt nog een bedijfsenquête plaats op basis van gespekken aan de keukentafel. Met het esultaat van deze behoeftepeiling wodt in het planmer de nulgoei, als uitgangspunt voo het te ondezoeken planaltenatief (zie 4.3), nade ondebouwd. cenaio undvee en ammoniak Vanuit de Natuubeschemingswet is de ammoniakdepositie op de Natua 2000-gebieden mede maatgevend voo de milieugebuiksuimte in het buitengebied van Nunspeet. Daaom wodt voo het aspect ammoniak een scenaio doogeekend naa ammoniakdepositie op Natua 2000-gebieden vanuit de stalemissies bij undveebedijven. Uitgangspunt is dat de bestaande melkveehoudeijbedijven met milieuuimte goeien met 10% van het aantal undvee in de vegunde situatie. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 32

33 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 5 Effectbeoodeling In dit hoofdstuk staan de aspecten die in het plan-mer woden ondezocht en op welke wijze de beoodeling plaatsvindt. 5.1 TUDIEGEBIED Het gebied waa het plan-mer betekking op heeft is het gebied dat valt binnen de genzen van het bestemmingsplan voo het agaische buitengebied met uitzondeing van de spoozone. De effecten van de m.e..-plichtige activiteiten kunnen vede eiken dan dit plangebied, dit is afhankelijk van het milieuaspect. De omvang van het ondezoeksgebied veschilt daaom pe milieuaspect. 5.2 PLANHORIZON Omdat het bestemmingsplan een looptijd van maximaal tien jaa moet omvatten, geldt als planhoizon en dus als efeentiejaa de situatie anno BEOORDELINGCHAAL De ontwikkeling van de intensieve veehoudeij leidt tot effecten voo het milieu. Dit zijn oveigens niet altijd negatieve effecten, ook positieve effecten kunnen opteden. In het plan-mer woden de effecten van de scenaio s en altenatieven op veschillende milieueffecten in beeld gebacht en vegeleken met de efeentiesituatie. Pe thema zijn één of meedee aspecten gefomuleed, die aan de hand van beoodelingsciteia zijn beoodeeld. De effecten woden kwalitatief beoodeeld met de volgende zevenpuntsbeoodelingsschaal: Tabel 5.10 Zevenpunts-beoodelingsschaal coe Omschijving + + Zee positief ten opzichte van de efeentiesituatie + Positief ten opzichte van de efeentiesituatie 0/+ Licht positief ten opzichte van de efeentiesituatie 0 Neutaal 0/- Licht negatief ten opzichte van de efeentiesituatie - Negatief ten opzichte van de efeentiesituatie - - Zee negatief ten opzichte van de efeentiesituatie B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 33

34 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET 5.4 RELEVANTE EFFECTEN THEMA De intensieve veehoudeij kenmekt zich doo een aantal pominente gevolgen voo de leefomgeving en het milieu, die in het Plan-MER aan de ode zullen komen. Het beteft, min of mee in afnemende volgode van impact: 1. Natuu (Ammoniak en vestoing). 2. Geu. 3. Landschap. 4. Vekee. 5. Fijn stof. 6. Geluid. 7. Wate/bodem. 8. Acheologie. 9. Gezondheid Naast bovenstaande thema s is de evaing dat op het niveau van het Plan-MER thema s als enegie, andee dan bovengenoemde luchtemissies e.d. veelal bepekt ondescheidend zijn voo de keuzes die gemaakt woden in het kade van het voonemen. Deze aspecten zullen niet of slechts globaal woden bescheven NATUUR Ammoniak Het plan-mer pesenteet pe altenatief de ammoniakemissie en -depositie. Daabij wodt ondescheid gemaakt in Natua 2000-gebieden, Wav-gebieden (Wet ammoniak en veehoudeij) en oveige natuu. Pe altenatief zal een inschatting woden gegeven van de vewachte bedijfsontwikkelingen en de deposities (toename en afname) die deze opleveen. Met een vespeidingsmodel wodt de toename of afname van ammoniakdepositie beekend. Hiebij is de autonome ontwikkeling, waain alle bedijven voldoen aan de AMvB-Huisvesting, vedisconteed. NATURA 2000 Zoals eede aangegeven is een toets aan de Natuubeschemingswet, in de vom van een vootoets of passende beoodeling, nodig. Voo het aspect natuu is het van belang om het veschil in ammoniakdepositie op de Natua 2000-gebieden in kaat te bengen en in pespectief te plaatsen met de huidige achtegonddepositie en met het aandeel vanuit de undveesecto. In en nabij de gemeente Nunspeet gaat het om de volgende Natua 2000-gebieden: Veluwe, Veluweandmeen en de Beschemde Natuumonumenten Mostedvenen en Leemputten bij taveden. Vestoing In het plan-mer wodt aangeven wat de effecten zijn van het aangepaste eceatiebeleid op beschemde natuugebieden en leefgebieden van beschemde sooten. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 34

35 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET GEUR De huidige geusituatie wodt in het plan MER indicatief weegegeven met contouen voo geuhinde op basis van de vigeende milieuvegunningen en de standaad geunomen voo binnen en buiten de bebouwde kom (Wgv). Voo niet intensieve veehoudeijbedijven (bijvoobeeld undveebedijven) geldt voo buiten de bebouwde kom een vaste afstand van 50 mete. Voo binnen de bebouwde kom geldt een afstand van 100 mete. Deze afstanden woden weegegeven als cikels ond de beteffende bedijven. De contouen van de intensieve veehoudeijen zijn ove het algemeen gote en hebben een gillige vom. E wodt ekening gehouden met de afwijkende nom in een aantal pojectgebieden zoals vastgelegd in de gemeentelijke geuveodening LANDCHAP Het plan-mer zal pe altenatief aangeven wat de effecten zijn op landschap en cultuuhistoie. Uitgangspunt is een kwalitatieve beoodeling op basis van deskundigenoodeel. Een aantal landschappelijke en cultuuhistoische aspecten zal doo de altenatieven waaschijnlijk niet beïnvloed woden en dan ook niet afzondelijk beoodeeld woden. Naa vewachting gaat dit om bodemkundige waaden, het landschappelijke hoofdpatoon en histoisch-geogafische elementen en patonen. Op basis van de uimtelijke impact van de altenatieven woden gebieden ondescheiden waa landschappelijke en cultuuhistoische effecten op zouden kunnen teden. Nagegaan zal woden wat binnen deze gebieden de effecten zijn op de geomofologie, het kaakte van gebieden, de maat en schaal/openheid en beslotenheid en de context van histoische bouwweken VERKEER Bij de veschillende altenatieven voo het vestigingsbeleid voo intensieve veehoudeij gaat een veschuiving plaatsvinden van vacht- en pesonenvevoe. Op basis van standaadkengetallen (KWIN: kwantitatieve infomatie) geeft het plan-mer een inschatting van toename en afname van deze vekeesstomen. Met gebuik van beschikbae gegevens ove vekeespatonen en tends op de wegen zullen eventueel knelpunten en fictiepunten woden getaceed en zo mogelijk maategelen woden voogesteld FIJN TOF In het Plan-MER wodt, mede aan de hand van een aantal voobeelden (individuele concentaties) en de beschikbae pognoses ten aanzien van de achtegondbelasting, nade ingegaan op het aspect fijn stof. E wodt gebuik gemaakt van de landelijke kaat met achtegondconcentaties en oveschijdingsdagen. Deze kaat geeft een indicatief beeld van de mogelijke pobleemgebieden voo fijn stof. Knelpunten woden vooal vewacht voo pluimveebedijven en gote vakensbedijven. Voo deze bedijven zullen vooal de (individuele concentatienomen) een bepalende facto zijn voo de vegunningvelening. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 35

36 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET TOETINGKADER FIJN TOF Het ministeie van VROM hanteet een twee spoen beleid om fijn stof poblematiek in de landbouw op te lossen. Dit zijn het saneen van bestaande oveschijdingen en het vookomen van nieuwe oveschijdingen. Het vookomen van nieuwe oveschijdingen is een belangijk uitgangspunt bij de vedee invulling van de landbouwontwikkelingsgebieden. In het kade van vegunningvelening zullen de gemeente ekening moeten houden met de vigeende wet- en egelgeving met betekking tot fijn stof, de Wet luchtkwaliteit (luchtkwaliteitseisen) en de daabij hoende besluiten en egelingen. In het plan-mer zullen de mogelijkheden van vestiging en uitbeiding van veehoudeijen in het plangebied in kaat gebacht. Voo fijn stof (PM10) wodt het effect van een standaad veehoudeij weegegeven GELUID Doo toename van intensieve veehoudeij in het agaische buitengebied neemt ook de geluidemissie toe. Dit is het gevolg van toename van bedijfsactiviteiten. De gootste toename van stationaie bonnen wodt doo de ventilatie veoozaakt. Ventilatoen bevinden zich aan de buitenzijde van de stallen. De meeste geluidpoduceende activiteiten bij intensieve veehoudeij vinden vede inpandig plaats. Ook de toename van vachtvekee kan een toenemende bon voo geluidemissies vomen. Geluidstoe- of afname zal in het plan-mer geelateed woden aan de geluidsgevoelige categoieën: Bebouwde kom, Geluidgevoelige gebouwen en teeinen, Woningen en tiltegebieden BODEM EN WATER Op de nieuwe locaties voo hevestiging zal wateneutaal woden gebouwd, waadoo geen effecten opteden op het watesysteem. Deze constateing zal in het MER woden ovegenomen. Voo bodem wodt de ingeep-effect elatie met de bodembeschemingsgebieden beoodeelt ARCHEOLOGIE Voo acheologie wodt een quick-scan uitgevoed. Deze scan heeft tot doel om met enkele snelle stappen te bepalen wat de acheologische potentie van het plangebied is. Daadoo kan de eventuele aanwezigheid van acheologische esten of een hoge acheologische vewachtingswaade woden meegenomen in de vedee uimtelijke ontwikkeling GEZONDHEID Doo het gote hiaat in kennis ove intensieve veehoudeij en gezondheidsisico s wodt de effectbeoodeling van de altenatieven en scenaio s bepekt tot het expet judgement van de GGD zoals bescheven in hoofdstuk 4. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 36

37 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET HOOFDTUK 6 Pocedue en planning Dit hoofdstuk geeft een ovezicht van de te volgen pocedue voo het plan-mer en welke patijen geaadpleegd woden doo het bevoegd gezag. 6.1 OVERZICHT PROCEDURE PLAN-MER Figuu 6.2 Hieonde wodt de volledige pocedue in een aantal stappen inzichtelijke gemaakt en vevolgens toegelicht. Ovezicht pocedue planm.e.. Kennisgeving Het voonemen om een plan op te stellen en hievoo een plan-m.e..-pocedue te doolopen is aangekondigd in één of meedee dag-, nieuws- of huis aan huisbladen, zoals Nunspeet Huis aan Huis. Daanaast is het voonemen aangegeven op de intenetsite van de gemeente. Hiebij is onde andee gemeld welke inspaakmogelijkheden e zullen komen en dat de onafhankelijke Commissie voo de milieueffectappotage betokken is in de pocedue. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 37

38 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Consultatie De vooliggende notitie is bedoeld om de betokken bestuusoganen te infomeen. Ook de aadscommissie wodt geïnfomeed. De Commissie m.e.. ontvangt deze notitie en zal op basis van hievan een advies opstellen voo het plan-mer. Voo het bestemmingsplan is een klankbodgoep ingesteld waavoo de volgende oganisaties zijn uitgenodigd: Land- en Tuinbouw Oganisatie Nood (LTO-Nood); Natuumonumenten; Wateschap Veluwe; Geldes Landschap; Povincie Geldeland; Geldes paticulie gondbezit; dopsbelangen; Recon; Platfom eceatie. Plan-MER De ondezoeksesultaten woden gebundeld in het plan-mer. Dit wodt een zelfstandig appot, welke als ondebouwing dient voo het in te dienen bestemmingsplan. Ongeacht de pesentatievom voldoet het plan-mer aan de volgende wettelijke inhoudseisen: Inhoud en doelstelling plan. Bestaande toestand en ontwikkelingen milieu. Relevante beleidsdoelstellingen. Redelijke altenatieven met motiveing. Nadelige milieugevolgen. Mitigeende en compenseende maategelen. Leemten in kennis. Monitoingsmaategelen. amenvatting. Tevisielegging Het (voo)ontwep bestemmingsplan wodt samen met het milieueffectappot te visie woden gelegd. Vedee bestemmingsplanpocedues Na de tevisielegging e gelegenheid tot inspaak en consultatie. Een speciaal aandachtspunt is toetsing van het milieueffectappot doo de onafhankelijke Commissie voo de milieueffectappotage. Uitkomst van deze toetsing is een positief of negatief advies ichting het bevoegd gezag. Vevolgens voegt de plan-m.e..-pocedue slechts één veplichting toe: een expliciete motiveing van de ol die het milieueffectappot en de inspaakeacties daaop hebben gespeeld bij het definitieve besluit ove het plan. 6.2 RAADPLEGING Het bevoegd gezag voo het plan dient de eikwijdte en het detailniveau van het op te stellen plan-mer te bepalen. Hiebij dient gelet te woden op de elementen waa in een plan-mer aandacht aan moet woden besteed. Bij het bepalen van de eikwijdte en detailniveau van het plan-mer aadpleegt het bevoegd gezag minstens de wettelijk voogescheven bestuusoganen (atikel 7.11b Wet milieubehee). Het beteft o.a. de volgende bestuusoganen: Gedeputeede taten van Geldeland. Bugemeestes en wethoudes van omliggende gemeenten. Wateschap Veluwe. Ministeie van LNV, diectie Oost (incl. taatsbosbehee). Rijksdienst Acheologie, Cultuulandschap en Monumenten. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 38

39 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET En in iede geval de volgende oveige actoen: Geldese Milieufedeatie. LTO Nood. Klankbodgoep met vetegenwoodiges van divese belangenoganisaties. Eventuele eacties kunnen pe of pe post woden aangeleved aan: Gemeente Nunspeet t.a.v. van de hee A. Dickhof Postbus AB NUNPEET B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 39

40 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET BIJLAGE 1 Aantal bedijven en NGE s in Nunspeet Op basis van het Web-BVB (Bestand Veehoudeij Bedijven) van de povincie Geldeland is de actueel vegunde situatie van veehoudeijbedijven in de gemeente Nunspeet vetaald naa een kaat en een tabel. Mutaties in 2009 zijn niet doogevoed. B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 40

41 Doonspijk Veluwemee Hieden Duinen Nunspeet spoozone Hulshost Hadewijk Viehouten Gote Kolonie Elspeet Kleine Kolonie Emelo Metes Uddel bedijf met >=35 nge iv <35 nge nge >=70 nge veehoudeij 't Hade vakens undvee gemengd oveig paaden

42 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET Aantal nge pe econstuctiewetzone en pe soot Integale zoneing Waavan Aantal Nge undvee Waavan nge kalveen Nge vakens Nge kippen Nge paaden Nge oveig Nge totaal nge intensief Alle bedijven Vewevingsgebied Extensiveingsgebied tedelijk gebied Totaal Bedijven < 35 nge Vewevingsgebied Extensiveingsgebied tedelijk gebied ubtotaal Bedijven nge Vewevingsgebied Extensiveingsgebied ubtotaal Bedijven >=70 nge Vewevingsgebied Extensiveingsgebied tedelijk gebied ubtotaal B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 41

43 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET BIJLAGE 2 Integale zoneing en veehoudeijbedijven B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 42

44 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU BETEMMINGPLAN BUITENGEBIED NUNPEET B01033/CE9/005/302303/ws ARCADI 43