CONCEPT niet citeren of naar verwijzen. Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015
|
|
- Diana Boer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 OCR CONCEPT niet citeren of nr verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Eiwit 5 Dit chtergronddocument is een smenvtting vn wetenschppelijke peer-reviewed publicties tot 1 juli 2014 over een deelonderwerp vn de Richtlijnen goede voeding De Commissie Richtlijnen goede voeding 2015 zl de bevindingen in de chtergronddocumenten integreren tot richtlijnen voor een gezond voedingsptroon. Conclusies over deelonderwerpen kunnen niet direct worden doorvertld nr voedingsdviezen. De gevolgde methodologie is op de volgende pgin kort smengevt en is uitgebreid beschreven in het document Werkwijze vn de Commissie Richtlijnen goede voeding De commentrtermijn loopt tot dinsdg 21 ugustus U kunt uw commentr per e-mil sturen nr RGV2015@gr.nl. 9
2 10 Werkwijze in het kort b c d e Intermediiren RCT s nr effecten op intermediiren en cohortonderzoek nr verbnden met ziekten Ziekten RCT s nr effecten op ziekten en (in gevl vn voedingsptronen) nr effecten op totle sterfte Cohortonderzoek De commissie neemt RCT s nr effecten op drie intermediire uitkomstmten voor ziekten in beschouwing: bloeddruk, LDL-cholesterol en lichmsgewicht. Cohortonderzoek nr verbnden met deze intermediiren blijven buiten beschouwing. De commissie richt zich ten nzien vn deze onderzoekstypen primir op met-nlyses en systemtische reviews. De commissie evlueert de reltie met tien voedinggerelteerde ziekten: coronire hrtziekten, beroerte, hrtflen, dibetes mellitus type 2, COPD, borstknker, drmknker, longknker, dementie en depressie. RCT s met deze uitkomstmten zijn schrs. Vnwege het belng voor uitsprken over cusliteit, beschrijft de commissie ten nzien vn deze uitkomstmten lle beschikbre RCT s, ongecht of met-nlyses en systemtische reviews beschikbr zijn. De term cohortonderzoek wordt in dit dvies gebruikt voor lle vormen vn prospectief observtioneel onderzoek Conclusies in de chtergronddocumenten zijn gebseerd op de hoeveelheid onderzoek, nwijzingen voor heterogeniteit, de sterkte vn het verbnd, deelnemerskrkteristieken en specifieke fwegingen die in de toelichting zijn beschreven. De conclusie kn luiden dt er grote of geringe bewijskrcht is voor een effect of verbnd, dt een effect of verbnd onwrschijnlijk of niet eenduidig is, of dt er te weinig onderzoek is om een uitsprk te doen over het effect of verbnd. Het document Werkwijze vn de Commissie Richtlijnen goede voeding 2015 geeft een uitgebreide beschrijving en toelichting vn de gehnteerde werkwijze. Pgin 2
3 Inhoud Werkwijze in het kort Inleiding Definities Innme vn eiwit Litertuuronderzoek Interventieonderzoek Vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit De vervnging vn niet-sojeiwit door sojeiwit De vervnging vn cseïne door wei-eiwit Conclusie Cohortonderzoek Methodologische knttekeningen bij cohortonderzoek nr eiwit Cohortonderzoek nr totl eiwit Cohortonderzoek nr dierlijk eiwit Cohortonderzoek nr plntrdig eiwit Conclusie Conclusie Litertuur A De commissie Pgin 3
4 42 1 Inleiding In dit document beschrijft de commissie Richtlijnen goede voeding 2015 (bijlge A) de reltie tussen eiwit en het risico op chronische ziekten *. Hierbij wordt ingegn op totl eiwit, dierlijk eiwit en plntrdig eiwit. In een fzonderlijk chtergronddocument komen de effecten vn de onderlinge uitwisseling vn de mcronutriënten eiwit, vet en koolhydrten n de orde. 1.1 Definities Eiwit is een bron vn stikstof en essentiële minozuren die nodig zijn voor groei en instndhouding vn het lichm. De eiwitkwliteit vn een product, ofwel de protein digestibility-corrected mino cid score (PD-CAAS), wordt ondermeer bepld door de hoeveelheid essentiële minozuren en de opnme ervn in het lichm. Eiwit fkomstig uit dierlijke producten heeft in de regel een hogere eiwitkwliteit dn eiwit fkomstig uit plntrdige producten. Dierlijke producten rijk n eiwit zijn vlees, vis, eieren en zuivelproducten. Voorbeelden vn plntrdige eiwitbronnen zijn brood en ndere grnproducten, peulvruchten en noten Innme vn eiwit De voedselconsumptiepeiling wijst uit dt de medine innme vn energie uit eiwit bij kinderen rond de 14 energieprocent ligt en bij volwssenen 16 tot 17 energieprocent bedrgt. Bij zowel kinderen ls volwssenen is circ 60% vn het eiwit fkomstig uit dierlijke producten (tbel 1). 2 Tbel 1 De gebruikelijke innme vn totl, dierlijk en plntrdig eiwit in Nederlnd op bsis vn de Nederlndse voedselconsumptiepeiliing (energieprocent) jr jr Jongens Meisjes Mnnen Vrouwen Totl eiwit P P P Dierlijk eiwit P P P * Zie voor een beschrijving vn de gehnteerde methodologie het document Werkwijze vn de commissie Richtlijnen goede voeding Aminozuren die het lichm niet zelf kn nmken. Pgin 4
5 66 Plntrdig eiwit 7-18 jr jr Jongens Meisjes Mnnen Vrouwen P P P Gewogen voor socildemogrfische fctoren, seizoen en dg vn de week Litertuuronderzoek De commissie heeft de volgende zoekstrtegie in PubMed uitgevoerd: dietry proteins en vegetble poteins ls Mesh-term en de filters met-nlysis en systemtic reviews, species: humns (tot 1 juli 2014) Omdt het ntl systemtische reviews en met-nlyses beperkt ws, heeft de commissie nvullende onderzoeken gezocht met behulp vn het filter review 3-8 en n de hnd vn recent cohortonderzoek nr eiwit. 9,10 74 Pgin 5
6 75 2 Interventieonderzoek In dit hoofdstuk komt interventieonderzoek n de orde nr de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit, niet-sojeiwit en melkeiwit door sojeiwit, en cseïne door weieiwit op systolische bloeddruk en LDL-cholesterol. De commissie heeft geen systemtische reviews of met-nlyses gevonden nr het effect op lichmsgewicht. Bij systolische bloeddruk en LDL-cholesterol richt de commissie zich bij voorkeur op interventieonderzoeken die zijn uitgevoerd onder isoenergetische omstndigheden. Hierbij is de energie-innme dus constnt. Hierbij wordt beoogd dt de eventuele gewichtsverndering in de interventie- en controlegroep hetzelfde is, omdt een verschil in gewichtverndering het effect op bloeddruk en LDL-cholesterol kn vertekenen. 2.1 Vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit De commissie heeft met-nlyses en systemtische reviews gevonden nr het effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit op de systolische bloeddruk Systolische bloeddruk Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit op de systolische bloeddruk. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyse vn 12 RCT s Heterogeniteit J, onverklrd. Schtter effect -0,8 (-2,8 tot +1,2) Onderzochte popultie Gezonde personen, personen met l dn niet behndelde hypertensie, personen met hypercholesterolemie of obesits en dibetesptiënten *. Conclusie: Een effect op de systolische bloeddruk vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit is niet eenduidig. De commissie heeft twee met-nlyses gevonden nr het effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit op de systolische bloeddruk (tbel 2). Altorf-vn der Kuil en colleg s 11 beschrijven twee interventieonderzoeken die door Rebholz en colleg s 12 in combintie met 10 ndere interventieonderzoeken zijn smengevt. Drom blijft de met-nlyse vn Altorf-vn der Kuil en colleg s hier verder buiten beschouwing. * Omdt dit in de met-nlyse niet specifiek wordt gerpporteerd, is deze beschrijving mogelijk niet volledig. Deze met-nlyse is gefinncierd uit een publiek-privte smenwerking. Pgin 6
7 Rebholz en colleg s vinden geen nwijzingen voor een effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit. De nlyse ging geprd met nwijzingen voor nzienlijke heterogeniteit, die in nvullende sensitiviteitsnlyses * niet verder is verklrd. Ook wren er nwijzingen voor publictiebis. Een sensitiviteitsnlyse wrin hiervoor werd gecorrigeerd vond een niet-significnte verlging in systolische bloedduk (-0,8 mmhg; -2,8 tot +1,2 mmhg) bij de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit. Er zijn verschillenden fctoren die kunnen hebben bijgedrgen n de heterogeniteit. Zo verschilt de interventie tussen onderzoeken: in zes vn de interventieonderzoeken is een eiwitsupplement verstrekt, in vier een een volledige voeding en in twee ontvingen deelnemers instructies om hun voeding n te pssen. In de suppletieonderzoeken is een supplement met 30 tot 50 grm eiwit per dg verstrekt. De uteurs hebben niet beschreven hoe groot het verschil in innme vn dierlijk en plntrdig eiwit ws in de ndere interventieonderzoeken. Een nder punt is dt de voedingen niet isoenergetisch hoefden te zijn: een vn de inclusiecriteri ws dt er niet meer dn 10% verschil mocht bestn tussen de innme vn energie in de interventie- en controlegroep. Verschillen in gewichtsverndering tussen de interventieen controlegroep kunnen het effect op de systolische bloeddruk hebben vertekend. Verder wordt niet vermeld welk type eiwit in de interventieonderzoeken is onderzocht: dierlijk eiwit bestond uit vlees, vis, gevogelte, melk, cseïne en wei, plntrdig eiwit uit soj en ndere plntrdige bronnen. 12 Met het oog op de onverklrde heterogeniteit, de vritie in interventiebehndelingen en de uiteenlopende controlebehndelingen concludeert de commissie dt het effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit op de systolische bloedduk niet eenduidig is. Tbel 2 Interventieonderzoek nr het effect vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit op de systolische bloeddruk. Antl Duur per Interventie Controle Verndering in bloeddruk t.o.v onderzoeken; interventie controle (mmhg) (95%-bti ) N deelnemers (mnd) Met-nlyse Rebholz ; Plntrdig Dierlijk eiwit -0,1 (-2,3 tot +2,1) b eiwit N correctie -0,8 (-2,8 tot +1,2) d voor publictiebis c Betrouwbrheidsintervl. b De nlyse ging geprd met nwijzingen voor nzienlijke heterogeniteit. c Trim nd fill methode. d Geen informtie over heterogeniteit verstrekt. * Nr >20 deelnemers, enkel- of dubbelblind, bloeddruk ls primire uitkomsmt, meer dn één bloeddrukbepling en geen gebruik ntihypertensiv. Pgin 7
8 De vervnging vn niet-sojeiwit door sojeiwit Systolische bloeddruk Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op de systolische bloeddruk. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyses vn 16 RCT s Heterogeniteit J, onverklrd Schtter effect -2,0 (-5,0 tot +0,1) per g/d sojeiwit met mg/d isoflvonen Onderzochte popultie Gezonde personen, personen met hypertensie en dibetesptiënten Conclusie: Een effect op de systolische bloeddruk vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) is niet eenduidig. De commissie heeft twee met-nlyses gevonden nr het effect vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op de systolische bloeddruk (tbel 3). Hooper en colleg s vtten negen interventieonderzoeken nr sojeiwitisolt smen, wrbij in het midden blijft op welke interventienderzoeken de met-nlyse zich bseert. Ook is onduidelijk wruit de controlebehndeling bestt. Drom blijft deze met-nlyse hier verder buiten beschouwing. 13 Dong en colleg s vtten 16 interventieonderzoeken smen (tbel 3). 14 Zij vinden geen nwijzingen voor een effect vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit met isoflvonen. Er ws sprke ws vn nzienlijke heterogeniteit, die niet verder is verklrd. Op het oog hd de heterogeniteit zowel met de richting ls de grootte vn de effectschtting te mken. De interventie bestond in cht interventieonderzoeken uit sojeiwitisolt, in de cht ndere onderzoeken zijn ndere sojproducten, zols sojmelk, sojshkes en sojnoten onderzocht. De controlebehndeling bestond in vijf interventieonderzoeken uit cseïne en in de zeven ndere uit l dn niet hlfvolle of mgere melk of zuivel. Dong en colleg s beschrijven niet of de interventies isoenergetisch zijn uitgevoerd. Ook hebben ze geen fzonderlijke nlyse uitgevoerd nr onderzoeken wrin sojeiwitisolt is vergeleken met cseïne. 14 Omdt er sprke is vn nzienlijke heterogeniteit, concludeert de commissie dt een effect vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op de systolische bloeddruk niet eenduidig is. Pgin 8
9 Tbel 3 Interventieonderzoek nr het effect vn de vervnging vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op de systolische bloeddruk. Antl Duur per Interventie Controle Verndering in bloeddruk onderzoeken; interventie t.o.v controle (mmhg) N deelnemers (mnd) (95%-bti ) Met-nlyse Dong ; g/d Cseïne of -2,0 (-5,0 tot +0,1) b sojeiwit met melkeiwit mg/d isoflvonen Betrouwbrheidsintervl. b De nlyse ging geprd met nwijzingen voor nzienlijke heterogeniteit LDL-cholesterol De commissie heeft cht met-nlyses gevonden nr het effect vn sojeiwit op het LDL-cholesterol. 13,15-21* De controlebehndeling is slechts in een deel vn metnlyses beschreven en vrieerde vn niet-sojeiwit, melkeiwit, vleeseiwit tot koolhydrten. Omdt in dit hoofdstuk de effecten vn verschillende eiwitten worden vergeleken, beperkt de commissie zich tot twee hoofdvrgen: het effect vn nietsojeiwit ten opzichte vn sojeiwit en het effect vn melkeiwit ten opzichte vn sojeiwit. Sojeiwit ten opzichte vn niet-sojeiwit Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de isoenergetische vervnging vn niet-sojeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op LDL-cholesterol. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyses vn 42 RCT s Heterogeniteit Nee Schtter effect -0,23 (-0,28 tot -0,18) mmol/l Onderzochte popultie Gezonde personen, personen met hypercholesterolemie Conclusie: De vervnging vn niet-sojeiwit door 30 grm sojeiwit (in combintie met isoflvonen) per dg verlgt het LDL-cholesterol met ongeveer 0,20 mmol/l, met nme bij personen met een hoog LDL-cholesterolgehlte. Bewijskrcht: groot. * Met-nlyses nr. 15,17 en 21 zijn gefinncierd door de voedingsmiddelenindustrie. De uteurs vn met-nlyse nr. 20 wren werkzm bij de voedingsmiddelenindustrie. Pgin 9
10 Vn de cht bovengenoemde met-nlyses is de met-nlyse vn Anderson en colleg s de meest uitgebreide en recentste (tbel 4). 15 Anderson en colleg s hnteerden ls voorwrden voor opnme in de met-nlyse dt het onderzoek zo diende te zijn opgezet dt de interventie- en controlevoeding lleen verschillden in het type eiwit en dt er dgelijks niet meer dn 65 grm sojeiwit werd verstrekt. Zij vinden een LDLcholesterolverlging vn 0,23 (-0,28 tot -0,18) mmol per liter bij innme vn 20 tot 30 grm sojeiwit per dg ten opzichte vn niet-sojeiwit. Er ws sprke vn weinig tot geen heterogeniteit. Er wren geen nwijzingen voor een dosisresponsreltie tussen de hoeveelheid sojeiwit en de verndering in LDL-cholesterol. Wel ws in subgroepnlyses * het effect beperkt tot de 10 onderzoeken met hogere bseline LDLcholesterolwrden (-0,34; -0,41 tot -0,27 mmol/l) ten opzichte vn de negen ndere met lgere wrden (-0,06; -0,13 tot +0,1 mmol/l). 15 Op grond vn de bevindingen in de met-nlyse vn Anderson en colleg s concludeert de commissie dt het gebruik vn 30 grm sojeiwit per dg ten opzichte niet-sojeiwit het LDL-cholesterol verlgt met ongeveer 0,2 mmol/l. Met het oog op de consistentie in bevindingen, beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls groot. Tbel 4 In Interventieonderzoek nr het effect vn de isoenergetische vervnging vn niet-sojeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op LDL-cholesterol. Antl studies; N Duur per Interventie Controle Verndering in LDLcholesterol interventie (mmol/l) t.o.v (mnd); opzet controle (95%-bti ) Met-nlyse Anderson b ; 954 (soj) 1-3 Sojproducten Cseïne of nder -0,23 (-0,28 tot -0,18) t.o.v. 981 en type niet-sojeiwit (controle) sojeiwitisolt Betrouwbrheidsintervl. b 42 RCT s met in het totl 31 vergelijkingen. Sojeiwit ten opzichte vn melkeiwit Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de isoenergetische vervnging vn cseïne door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op LDL-cholesterol. Aspect Beschikbre onderzoeken 2 met-nlyses vn 10 en 27 RCT s Heterogeniteit Nee Schtter effect -0,16 (-0,25 tot -0,07) mmol/l Onderzochte popultie Gezonde personen, personen met hypercholesterolemie Conclusie: De vervnging vn cseïne door 40 grm sojeiwit (in combintie met isoflvonen) per dg verlgt het LDL-cholesterol met 0,15 mmol/l. Bewijskrcht: groot. * De uteurs beperken zich bij deze nlyse tot prllele studies, omdt die vn goede kwliteit wren. Pgin 10
11 In twee vn de cht bovengenoemde met-nlyses is een subgroepnlyse uitgevoerd vn interventieonderzoeken wrin sojeiwit met melkeiwit is vergeleken. 19,20 In de door Zhn en colleg s smengevtte interventieonderzoeken ws de gewichtsverndering vergelijkbr tussen de interventie- en controlegroep, terwijl Weggemns en colleg s ls voorwrde hnteerden dt het gewicht vn de deelnemers stbiel diende te blijven tijdens het onderzoek (+/- 2 kg) (tbel 5). 19,20 Vn de tien interventieonderzoeken in de met-nlyse vn Weggemns, beschrijven Zhn en colleg s er negen in combintie met 18 ndere. Zhn en colleg s vinden nwijzingen dt de vervnging vn cseïne door sojeiwitisolt (in combintie met isoflvonen) het LDL-cholesterol verlgt met 0,16 mmol/l. De uteurs geven geen informtie over de hoeveelheid eiwit die is vervngen. De verndering in isoflvoneninnme vrieerde vn 20 tot 185 mg per dg. Er ws sprke vn significnte heterogeniteit, wrvn de omvng niet is beschreven en wrnr geen nder onderzoek is gedn. Op het oog hing de heterogeniteit meer smen met de grootte vn de schtting dn met de richting. Ook ws het betrouwbrheidsintervl rond de schtting sml. Er is geen nlyse beschikbr nr het effect op LDLcholesterol vn de vervnging vn cseïne door sojeiwitisolt zonder isoflvonen. 19 Weggemns en colleg s beschrijven in hun met-nlyse dt het effect op LDLcholesterol in de subgroepnlyse wrin sojeiwit met cseïne is vergeleken overeenkwm met de nlyse wrin sojeiwit ook met ndere dierlijke eiwitbronnen is vergeleken. In dt ltste gevl bedroeg het effect -0,17 (+/- 0,04) mmol/l per 36 g sojeiwit in combintie met 52 mg isoflvonen per dg). Omdt de uteurs geen kwntittieve gegevens voor deze subgroepnlyse hebben gerpporteerd, is deze niet opgenomen in tbel Zhn en colleg s rpporteerden geen dosis eiwit. De gemiddelde of medine dosering in ndere met-nlyses vrieerde vn 25 grm per dg tot 40 grm per dg. 15,17-20 De commissie concludeert dt de vervnging vn cseïne door ongeveer 40 grm sojeiwit (in combintie met isoflvonen) per dg het LDL-cholesterol verlgt met 0,15 mmol/l. Omdt het betrouwbrheidsintervl rond de schtting sml is en de bovengrens niet vlkbij één ligt, beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls groot. Tbel 5 Interventieonderzoek nr het effect vn de isoenergetische vervnging vn cseïne door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) op LDL-cholesterol. Antl Duur per Interventie Controle Verndering in LDL-cholesterol onderzoeken; N interventie t.o.v controle (mmol/l) (95%-bti ) deelnemers (mnd) Met-nlyse Zhn ; Sojeiwitisolt Cseïne -0,16 (-0,25 tot -0,07) met isoflvonen Betrouwbrheidsintervl. Pgin 11
12 De vervnging vn cseïne door wei-eiwit De commissie heeft twee (niet-systemtische) reviews gevonden nr het effect vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit op de systolische bloeddruk en LDLcholesterol. 3,22 De reviews beschrijven twee interventieonderzoeken * De commissie heeft geen ndere interventieonderzoeken gevonden Systolische bloeddruk Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit op de systolische bloeddruk. Aspect Beschikbre onderzoeken 2 RCT s Heterogeniteit N.v.t. Schtter effect -6,5 t.o.v -2,9 (P=0,3) en 4% dling in beide groepen t.o.v. bseline (n.s.) bij 50 tot 60 g wei-eiwit t.o.v. cseïne Onderzochte popultie Personen met overgewicht of obesits Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het effect op de systolische bloeddruk vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit. Clessens en colleg s 23 rpporteren geen nwijzingen voor een effect vn wei ten opzichte vn cseïne op de systolische bloeddruk tijdens een periode vn hndhving vn gewichtsverlies. Pl en colleg s 25 vinden eveneens geen nwijzingen voor een effect vn wei-eiwit ten opzichte vn cseïne op de systolische bloeddruk (tbel 6). In beide interventieonderzoeken is het eiwit in de vorm vn een supplement verstrekt. Clesssens en colleg s hebben hun onderzoek onder d-libitum omstndigheden uitgevoerd en Pl en colleg s onder isoenergetische omstndigheden. In beide onderzoeken ws de geringe gewichtsverndering vergelijkbr tussen de interventieen controlegroep. 23,25 Met het oog op het kleine ntl onderzoeken die uitsluitend in personen met overgewicht en obesits zijn uitgevoerd concludeert de commissie dt er te weinig onderzoek is om een uitsprk te doen over het effect vn wei-eiwit ten opzichte vn cseïne op de systolische bloeddruk. * Beide interventieonderzoeken zijn gefinncierd door de voedingsmiddelenindustrie. Pgin 12
13 Tbel 6 Interventieonderzoek nr het effect vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit op de systolische bloeddruk. N deelnemers Duur per Interventie Controle Verndering in interventie bloeddruk t.o.v controle (mnd); (mmhg) (95%-bti ) opzet Interventieonderzoek Clessens ; prllel 50 g/d wei 50 g/d cseïne -6,5 t.o.v -2,9 (P=0,3) Pl ; prllel 60 g/d weieiwit 60 g/d 4% dling in beide isolt ntriumcseïnt groepen t.o.v. bseline (n.s. b ) Betrouwbrheidsintervl. b Niet significnt LDL-cholesterol Smenvtting bewijsvoering voor het effect vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit op de LDLcholesterol Aspect Beschikbre onderzoeken 2 RCT s Heterogeniteit N.v.t. Schtter effect +0,48 t.o.v. +0,22 (P=0,13) en -0,22 t.o.v. +0,03 mmol/l (n.s.) bij 50 tot 60 g wei-eiwit t.o.v. cseïne Onderzochte popultie Personen met overgewicht of obesits Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het effect op LDL-cholesterol vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit. Clessens en colleg s 23 rpporteerden geen nwijzingen voor een effect vn wei ten opzichte vn cseïne op het LDL-cholesterol tijdens een periode vn hndhving vn gewichtsverlies. Pl en colleg s 24 vinden eveneens geen nwijzingen voor een effect vn wei-eiwit ten opzichte vn cseïne op LDL-cholesterol (tbel 7). In beide interventieonderzoeken is het eiwit in de vorm vn een supplement verstrekt. Clesssens en colleg s hebben hun onderzoek onder d-libitum omstndigheden uitgevoerd en Pl en colleg s onder isoenergetische omstndigheden. In beide onderzoeken ws de geringe gewichtsverndering vergelijkbr tussen de interventieen controlegroep. 23,24 Met het oog op het kleine ntl onderzoeken die uitsluitend bij personen met overgewicht en obesits zijn uitgevoerd concludeert de commissie dt er te weinig onderzoek is om een uitsprk te doen over het effect vn wei-eiwit ten opzichte vn cseïne op LDL-cholesterol. Pgin 13
14 Tbel 7 Interventieonderzoek nr het effect vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit op LDL-cholesterol. N deelnemers Duur per Interventie Controle Verndering in LDLcholesterol interventie t.o.v (mnd); controle (mmol/l) opzet (95%-bti ) Interventieonderzoek Clessens ; prllel 50 g/d wei 50 g/d cseïne +0,48 t.o.v. +0,22 (P=0,13) Pl ; prllel 60 g/d weieiwit 60 g/d -0,22 t.o.v. +0,03 isolt ntriumcseïnt n.s. b Betrouwbrheidsintervl. b Niet significnt Conclusie De vervnging vn niet-sojeiwit door 30 grm sojeiwit (in combintie met isoflvonen) per dg verlgt het LDL-cholesterol met ongeveer 0,20 mmol/l, met nme bij personen met een hoog LDL-cholesterolgehlte. De vervnging vn cseïne door vn 40 grm sojeiwit (in combintie met isoflvonen) per dg verlgt het LDLcholesterol met 0,15 mmol/l. De bewijskrcht voor beide effecten is groot. Het effect op de systolische bloeddruk vn de vervnging vn dierlijk door plntrdig eiwit of vn melkeiwit door sojeiwit (in combintie met isoflvonen) is niet eenduidig. Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het effect op de systolische bloeddruk en LDL-cholesterol vn de vervnging vn cseïne door wei-eiwit. 316 Pgin 14
15 317 3 Cohortonderzoek In dit hoofdstuk wordt cohortonderzoek beschreven nr de reltie tussen de innme vn totl, plntrdig en dierlijk eiwit en het risico op chronische ziekten. Het hoofstuk begint met een beschrijving vn methodologische ndchtspunten bij cohortonderzoek nr eiwit. 3.1 Methodologische knttekeningen bij cohortonderzoek nr eiwit Bij het schtten vn de innme vn eiwit in cohortonderzoek zijn enkele methodologische knttekeningen te pltsen. In de meeste cohortonderzoeken is de innme vn eiwit ngevrgd met een voedselfrequentievrgenlijst. Deze geven niet de volledige innme weer. Voedselfrequentievrgenlijsten kunnen nleiding zijn voor meetfouten in bijvoorbeeld gerpporteerde frequentie, portiegrootte en het groeperen vn voedingsmiddelen en drnken in een vrg. Drnst is er verschil tussen onderzoeken in de fkppunten voor de definitie vn een hoog en een lg gebruik. De kwliteit vn een voedselfrequentievrgenlijst wordt bepld door de reproduceerbrheid en vliditeit. Om een indruk te krijgen, wordt hier de reproduceerbrheid in een ntl onderzoeken beschreven. In de Nederlndse tk vn het EPIC-onderzoek is de reproduceerbrheid vn de bepling vn de innme vn eiwit * met een voedselfrequentievrgenlijst n een hlf jr en een jr bepld. De correltiecoëfficiënt lg bij mnnen n een hlf jr op 0,82 en n een jr 0,73 en bij vrouwen n een hlf jr op 0,76 en n een jr op 0, In de Nurses Helth Study bedroeg de correltiecoëfficiënt vn de voedselfrequentievrgenlijst n 1 jr voor de innme vn eiwit 0,54 27 en in de Helth Professionls Study lg deze op 0,47 *. 28 Nst reproduceerbrheid is ook de vliditeit vn een voedselfrequentievrgenlijst vn belng. In de Britse tk vn het EPIC-onderzoek is de geschtte innme vn eiwit n de hnd vn de voedselfrequentievrgenlijst (82 grm per dg) hoger dn de schtting op bsis vn een 16-dgse gewogen voedingsopschrijfmethode (69 grm per dg) en de schtting op bsis vn een 24-uurs recll (70 grm per dg). 29 In de Nurses Helth Study en Helth Professionls Study is de voedselfrequentievrgenlijst vergeleken met een voedingsopschrijfmethode die gedurende respectievelijk twee en drie keer een week is uitgevoerd. Bij de Nurses werd de innme vn eiwit met een voedselfrequentievrgenlijst (78 grm per dg) overscht ten opzichte vn de voedingsopschrijfmethode (68 grm per dg). 27 Bij de Helth professionls ws de schtting vn de innme vn eiwit met een voedselfrequentievrgenlijst (88 grm per dg) enigszins lger dn met de voedingsopschrijfmethode (92 grm per dg). 28 * Gecorrigeerd voor de energie-innme. Pgin 15
16 In sommige onderzoeken is de gebruikelijke voeding ngevrgd met een 24-uurs recll of is een meerdgse opschrijfmethode gebruikt. Met het opschrijven vn de voeding is een meer vlide inzicht in de bsolute innme vn eiwit te krijgen. Omdt het rbeidsintensief is, wordt dit in de prktijk echter weinig toegepst. Het gebruik vn uiteenlopende methoden om de innme vn eiwit te beplen en de vritie bij de schtting zelf drgen dus bij n de nzienlijke heterogeniteit tussen de cohortonderzoeken. Hierdoor kunnen werkelijk bestnde verbnden worden versluierd. Een ndere bron vn heterogenitieit is dt het soort eiwitrijke producten dt wordt gebruikt nzienlijk vrieert tussen lnden en werelddelen. Hierdoor kunnen verbnden tussen de innme vn eiwit en het risico op chronische ziekten uiteenlopen. Dit geldt niet lleen voor totl eiwit, mr ook voor dierlijk en plntrdig eiwit. 30 De innme vn een bepld eiwit kn smenhngen met een ongezonder of juist gezonder leefptroon dt gecorreleerd is met respectievelijk een hoger of lger risico op chronische ziekten. Dit betekent dt ls in de onderzoeken onvoldoende wordt gedjusteerd voor potentieel verstorende fctoren (residuele confounding) het verbnd in cohortonderzoek wordt onder- of overscht. Omdt residuele confounding nooit volledig is uit te sluiten, dienen de verbnden uit epidemiologisch onderzoek ideliter ook te worden onderzocht in interventieonderzoek bij mensen. 3.2 Cohortonderzoek nr totl eiwit In dit hoofdstuk worden cohortonderzoeken beschreven nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op coronire hrtziekten, beroerte en dibetes mellitus type 2. De commissie is niet op de hoogte vn met-nlyses of systemtische reviews vn cohortonderzoeken nr hrtflen, chronisch obstructieve longziekten (COPD), borst-, drm- en longknker, dementie en cognitieve chteruitgng, of depressie Coronire hrtziekten Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Aspect Beschikbre onderzoeken 4 cohortonderzoeken Heterogeniteit J (op het oog) Schtter verbnd Vrieert vn RR=0,74 (0,59-0,95) bij 24 t.o.v. 15 energie% tot RR=1,08 (0,95-1,23) bij 22 t.o.v. 15 energie% Onderzochte popultie Noord-Amerikns Conclusie: Het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op coronire hrtziekten is niet eenduidig. Pgin 16
17 De commissie heeft vier cohortonderzoeken gevonden nr het verbnd tussen de totle eiwitinnme en het risico op coronire hrtziekten (tbel 8). Alle cohorten komen uit de Verenigde Stten. In de Nurses Helth Study hing een hoog gebruik vn eiwit smen met een 26% lger risico op coronire hrtziekten. In de nlyse is ondermeer gecorrigeerd voor specifieke vetzuren en voedingsvezel. 31 De Atherosclerosis Risk in Communities study wijst in de richting vn een invers verbnd, dt niet significnt ws. In de nlyse is ondermeer gecorrigeerd voor de innme vn koolhydrten en vezel, mr niet voor de innme vn vetzuren. 9 De Helth Professionls Follow-up study levert drentegen geen nwijzingen voor een verbnd (RR=1,08). Dit cohortonderzoek omvtte ongeveer drie keer zo veel cses ls de ndere twee cohortonderzoeken. Ook is gecorrigeerd voor ondermeer de innme vn vetzuren en vezel. 32 In de Iow Women s Helth Study is de nlyse zo uitgevoerd dt de innme vn eiwit met koolhydrten is vergeleken. Dit cohortonderzoek vindt een vergelijkbre risicoschtting ls de Atherosclerosis Risk in Communities study. De schtting ging echter geprd met een breed betrouwbrheidsintervl, wt de zeggingskrcht vn de bevindingen verkleint. 33 Met het oog op de uiteenlopende verbnden concludeert de commissie dt het verbnd tussen de totle eiwitinnme en het risico op coronire hrtziekten niet eenduidig is. Tbel 8 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Blootstelling Follow up N N cses RR 95% bti tijd (jren) Cohortonderzoek Nurses Helth Study 24 t.o.v. 15 energie% ,74 0,59-0, Iow Women s Helth Study t.o.v. 14 energie% substitutie met koolhydrten ,84 b 0,39-1,79 Helth Professionls 22 t.o.v. 15 energie% ,08 0,95-1,23 Follow-up Study Atherosclerosis Risk in Communities t.o.v. 49 g/d ,84 0,66-1,07 Betrouwbrheidsintervl. b Sterfte. Pgin 17
18 Beroerte Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op beroerte Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyse vn 7 cohorten Heterogeniteit J, deels verklrd Schtter verbnd RR=0,80 (0,66-0,99) bij hoog t.o.v. lg gebruik Onderzochte popultie Europ, Noord-Amerik, Azië Conclusie: Een hoge innme vn totl eiwit hngt smen met een lger risico op beroerte. Bewijskrcht: gering. De commissie heeft een met-nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op beroerte (tbel 9). 34 Zhng en colleg s vinden op bsis vn zeven cohorten nwijzingen voor een verbnd tussen een hoge innme vn eiwit en een 20% lger risico op beroerte, wrbij de bovengrens vn het betrouwbrheidsintervl 0,99 bedroeg. Er ws sprke vn nzienlijke heterogeniteit, die smen leek te hngen met het type eiwit (dierlijk of plntrdig), geslcht, geogrfische loctie en geschiedenis vn hypertensie. Het kleine ntl cohorten in de subgroepnlyses bemoeilijkt de interprettie vn deze bevindingen. 34 Vn de zeven cohorten vindt één - de Helth Professionls Follow-up Study 35 - een (niet-significnt) hoger risico (RR=1,14; 0,90-1,43), terwijl de zes ndere nwijzingen vinden voor een invers verbnd, dt in drie cohorten ook significnt is. Een verklring voor de tegengestelde bevindingen is dt in de Helth Professionls Follow-up Study ls enige gecorrigeerd is voor de innme vn de verschillende typen vetzuren. De commissie concludeert dt een hoge innme vn totl eiwit smenhngt met een lger risico op beroerte. Met het oog op de heterogeniteit en verschillen tussen onderzoeken in de mte vn correctie voor confounders beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls gering. Tbel 9 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op beroerte. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti cohorten tijd (jren) Met-nlyse Zhng Hoog t.o.v. lg n.g. 0,80 b 0,66-0,99 Betrouwbrheidsintervl. b Er is sprke vn nzienlijke heterogeniteit. Pgin 18
19 Dibetes mellitus type 2 Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 gepoolde nlyse vn 8 cohorten; 1 recent cohort Heterogeniteit J, effect lijkt beperkt tot vrouwen Schtter verbnd RR=1,06 (1,02-1,09) per 10 g eiwit/d Vrouwen: 1,10 (1,06-1,14) per 10 g eiwit/d Mnnen: 1,02 (0,98-1,06) per 10 g eiwit/d Onderzochte popultie Europ. Noord-Amerik Conclusie: Een innme vn totl eiwit hngt per 10 grm per dg smen met een 10% hoger risico op dibetes mellitus type 2 bij vrouwen. Bewijskrcht: groot. Conclusie 2: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 bij mnnen. De commissie heeft een gepoolde nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 (tbel 10). 10 Vn Nielen en colleg s vinden op bsis vn het EPIC-InterAct onderzoek * nwijzingen voor een verbnd tussen de innme vn totl eiwit en een hoger risico op dibetes mellitus type 2. Er ws sprke vn weinig tot geen heterogeniteit tussen de lnden. De subgroepnlyses zijn lleen uitgevoerd voor de dosis-respons nlyse. Uit deze nlyses bleek dt het verbnd beperkt ws tot vrouwen: per 10 grm totl eiwit per dg bedroeg het reltieve risico bij vrouwen 1,10 (1,06-1,14) en 1,02 (0,98-1,06) bij mnnen. 10 De commissie heeft nog een nder cohortonderzoek gevonden. In het cohort vn de Women s Helth Inittive studie hing een hoge eiwitinnme eveneens smen met een hoger risico op dibetes mellitus type De commissie concludeert dt bij vrouwen de innme vn totl eiwit per 10 grm per dg smenhngt met een 10% hoger risico op dibetes mellitus type 2. Met het oog op de consistentie vn de bevindingen, beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls groot. Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 bij mnnen, omdt dit lleen binnen het EPIC-onderzoek is onderzocht. * In deze met-nlyse zijn ook de gegevens uit het cohortonderzoek vn Sluijs en colleg s verwerkt. 36 Pgin 19
20 Tbel 10 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn totl eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti b cohorten tijd (jren) b Met-nlyse EPIC-InterAct 111 t.o.v.72 g/d (cohort) Cohortonderzoek Women s Helth Inititive ,17 1,00-1,38 Per 10 g/d 1,06 1,02-1,09 Per 20% toenme (grmmen) Per 20% toenme (energieprocent) De reltieve risico s zijn gecorrigeerd voor BMI. Betrouwbrheidsintervl ,03 1,02-1,05 1,08 1,05-1, Cohortonderzoek nr dierlijk eiwit In dit hoofdstuk worden cohortonderzoeken beschreven nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten, beroerte, dibetes mellitus type 2 en drmknker. In de met-nlyse nr beroerte die bij totl eiwit stt beschreven is ook het verbnd met dierlijk eiwit beschreven. De commissie is niet op de hoogte vn (met-nlyses of systemtische reviews vn) cohortonderzoeken nr hrtflen, chronisch obstructieve longziekten (COPD), borst- en longknker dementie en cognitieve chteruitgng, of depressie Coronire hrtziekten Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Aspect Beschikbre onderzoeken 4 cohortonderzoeken Heterogeniteit J (op het oog) Schtter verbnd Vrieert vn RR=0,84 (0,65-1,07) bij 21 t.o.v. 12 energie% tot RR=1,11 (0,97-1,28) bij 18 t.o.v. 9 energie% Onderzochte popultie Noord-Amerikns Conclusie: Het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten is niet eenduidig. De commissie heeft vier cohortonderzoeken gevonden nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten (tbel 11). Alle cohorten komen uit de Verenigde Stten. De Nurses Helth Study vindt een niet-signifcnt lger risico (RR=0,84), de Atherosclerosis Risk in Communities study levert geen nwijzingen voor een verbnd Pgin 20
21 (RR=1,00) en de Helth Professionls Follow-up study vindt een niet-significnt hoger risico (RR=1,11). 9,31 De Helth Professionls Follow-up study omvtte drie keer zoveel cses ls de ndere twee cohortonderzoeken. 32 In de Iow Women s Helth Study is de nlyse zo uitgevoerd dt de innme vn eiwit met koolhydrten is vergeleken. Dit cohortonderzoek levert eveneens geen nwijzingen voor een verbnd. De schtting ging echter geprd met een breed betrouwbrheidsintervl, wt de zeggingskrcht vn de bevindingen verkleint. 33 Met het oog op de uiteenlopende verbnden concludeert de commissie dt het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten niet eenduidig is. Tbel 11 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Blootstelling Follow up N N cses RR 95% bti tijd (jren) Cohortonderzoek Nurses Helth Study 21 t.o.v. 12 energie% ,84 0,65-1, Iow Women s Helth Study t.o.v. 9 energie% substitutie met koolhydrten ,88 b 0,42-1,86 Helth Professionls 18 t.o.v. 9 energie% ,11 0,97-1,28 Follow-up Study Atherosclerosis Risk in Communities b c c n.g. Betrouwbrheidsintervl. Sterfte. Niet gerpporteerd Beroerte ,00 0,79-1,26 Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op beroerte Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyse vn 5 cohorten Heterogeniteit J, niet verklrd Schtter verbnd RR=0,71 (0,50-0,99) bij hoog t.o.v. lg gebruik Onderzochte popultie Europ, Noord-Amerik, Azië Conclusie: Een hoge innme vn dierlijk eiwit hngt smen met een lger risico op beroerte. Bewijskrcht: gering. Pgin 21
22 De commissie heeft een met-nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op beroerte (tbel 12). 34 Zhng en colleg s vinden op bsis vn twee cohorten uit de Verenigde Stten, één uit Zweden en twee uit Jpn nwijzingen voor een verbnd tussen een hoge innme vn dierlijk eiwit en een 29% lger risico op beroerte, wrbij de bovengrens vn het betrouwbrheidsintervl 0,99 bedroeg. Er ws sprke vn nzienlijke heterogeniteit, die niet verder is onderzocht. 34 Vn de vijf cohorten vindt één - de Helth Professionls Follow-up Study 35 - een (niet-significnt) hoger risico (RR=1,11; 0,87-1,41), terwijl de vier ndere nwijzingen vinden voor een invers verbnd, dt in één Jpns cohort en het Zweedse cohort ook significnt is. Een verklring voor de tegengestelde bevindingen is dt in de Helth Professionls Follow-up Study ls enige gecorrigeerd is voor de innme vn de verschillende vetzuren. Ook kn hebben meegespeeld dt de bronnen vn dierlijk eiwit verschillen tussen onderzoeken uit verschillende lnden: in Zweden en Jpn wordt bijvoorbeeld beduidend meer vis gegeten dn in de Verenigde Stten. De commissie concludeert dt een hoge innme vn dierlijk eiwit smenhngt met een lger risico op beroerte. Met het oog op de onverklrde heterogeniteit en verschillen tussen onderzoeken in de mte vn correctie voor confounders beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls gering. Tbel 12 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op beroerte. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti cohorten tijd (jren) Met-nlyse Zhng Hoog t.o.v. lg n.g. 0,71 b 0,50-0,99 Betrouwbrheidsintervl. b Er is sprke vn nzienlijke heterogeniteit Dibetes mellitus type 2 Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 gepoolde nlyse vn 8 cohorten; 1 recent cohort Heterogeniteit Schtter verbnd RR=1,05 (1,02-1,08) per 10 g dierlijk eiwit/d Vrouwen: RR=1,09 (1,05-1,14) per 10 g dierlijk eiwit/d Mnnen: RR=1,02 (0,97-1,06) per 10 g dierlijk eiwit/d Onderzochte popultie Europ, Noord-Amerik Conclusie 1: Een innme vn dierlijk eiwit hngt per 10 grm per dg smen met een 10% hoger risico op dibetes mellitus type 2 bij vrouwen. Bewijskrcht: groot. Pgin 22
23 Conclusie 2: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 bij mnnen. De commissie heeft een gepoolde nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 (tbel 13). 10 Vn Nielen en colleg s vinden op bsis vn het EPIC-InterAct onderzoek nwijzingen voor een verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en een hoger risico op dibetes mellitus type Er ws sprke vn mtige heterogeniteit tussen de lnden, die op het oog meer met de grootte dn met de richting vn het verbnd te mken hd. In subgroepnlyses bleek het verbnd beperkt tot vrouwen: per 10 grm totl eiwit bedroeg het reltieve risico bij vrouwen 1,09 (1,05-1,14) en 1,02 (0,97-1,06) bij mnnen. 10 De commissie heeft een nvullend cohortonderzoek gevonden. In de Women s Helth study hing een hoge innme vn dierlijk eiwit smen met een hoger risico op dibetes mellitus type De commissie concludeert dt de innme vn dierlijk eiwit per 10 grm bij vrouwen smenhngt met een 10% hoger risico op dibetes mellitus type 2. Met het oog op de consistentie, beoordeelt de commissie de bewijskrcht ls groot. Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het verbnd bij mnnen, omdt dit lleen binnen het EPIC-onderzoek is onderzocht. Tbel 13 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti b cohorten tijd (jren) Met-nlyse EPIC-InterAct t.o.v. 47 g/d ,22 1,06-1,40 (cohort) Per 10 g/d 1,05 c 1,02-1,08 Cohortonderzoek Women s Helth 58 t.o.v. 40 g/d ,33 1,10-1,60 Study t.o.v. 40 g/d 1,44 1,16-1,78 De reltieve risico s zijn gecorrigeerd voor BMI. b Betrouwbrheidsintervl. c Er ws sprke vn mtige heterogeniteit Drmknker Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyse vn 3 cohortonderzoeken Heterogeniteit Nee Schtter verbnd RR=0,90 (0,70-1,15) bij hoge t.o.v. lge innme Onderzochte popultie Misschien Europ, Noord-Amerik Pgin 23
24 Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over de innme vn dierlijk eiwit en het risico op drmknker. De commissie heeft een met-nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op drmknker (tbel 14). 39* Alexnder en colleg s vinden op bsis vn drie cohortonderzoeken geen nwijzingen voor een verbnd. Uit de met-nlyse is echter niet f te leiden op welke drie vn de zes beschreven cohortonderzoeken deze nlyse is gebseerd. Wel is duidelijk dt er op zijn minst een Amerikns onderzoek is smengevt. Er ws geen significnte heteterogeniteit. De commissie concludeert dt er te weinig onderzoek beschikbr is om een uitsprk te doen over de innme vn dierlijk eiwit en het risico op drmknker. Tbel 14 Cohortonderzoek nr de reltie tussen de innme vn dierlijk eiwit en het risico op drmknker. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti cohorten tijd (jren) Met-nlyse Alexnder 2009 Hoog t.o.v. lg 3 n.g. b n.g. n.g. 0,90 0,70-1,15 Betrouwbrheidsintervl. b Niet gerpporteerd. 3.4 Cohortonderzoek nr plntrdig eiwit In dit hoofdstuk worden cohortonderzoeken beschreven nr het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op coronire hrtziekten, beroerte en dibetes mellitus type 2. De commissie is niet op de hoogte vn (met-nlyses of systemtische reviews vn) cohortonderzoeken nr hrtflen, chronisch obstructieve longziekten (COPD), borst-, drm- en longknker, dementie en cognitieve chteruitgng, of depressie Coronire hrtziekten Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Aspect Beschikbre onderzoeken 4 cohortonderzoeken Heterogeniteit J (op het oog) Schtter verbnd Vrieert vn RR=0,87 (0,68-1,10) tot RR=0,93 (0,78-1,12) bij 6 of 7 t.o.v. 4 energie% Onderzochte popultie Noord-Amerikns Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitsprk te doen over het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op coronire hrtziekten. * Deze met-nlyse is gefinncierd door de voedingsmiddelenindustrie. Pgin 24
25 De commissie heeft vier cohortonderzoeken gevonden nr het verbnd tussen de plntrdige eiwitinnme en het risico op coronire hrtziekten (tbel 15). Alle cohorten komen uit de Verenigde Stten. De Nurses Helth Study, de Atherosclerosis Risk in Communities study en de de Helth Professionls Follow-up study leverden geen significnte nwijzingen voor een verbnd, wrbij reltieve risico s uiteenliepen vn 0,87 tot 0,93 bij vergelijking vn een hoge met een lge innme vn plntrdig eiwit. Het cohortonderzoek met veruit het grootste ntl cses vond het zwkste verbnd. 9,31,32 In de Iow Women s Helth Study is de nlyse zo uitgevoerd dt de innme vn eiwit met koolhydrten is vergeleken. Dit cohortonderzoek vindt dt een hoge innme vn plntrdig eiwit smenhngt met een 30% lger risico op coronire hrtziekten. De bovengrens vn het betrouwbrheidsintervl bedroeg 0, Het contrst in de innme vn plntrdig eiwit ws in de cohorten echter gering (2 tot 3 energieprocent). Gezien het kleine contrst in de innme vn plntrdig eiwit en het feit dt de reltieve risico s niet vlkbij 1 liggen, concludeert de commissie dt er te weinig onderzoek is om een uitsprk te doen over het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Tbel 15 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op coronire hrtziekten. Blootstelling Follow up N N cses RR 95% bti tijd (jren) Cohortonderzoek Nurses Helth 4 t.o.v. 2 energie% ,89 0,68-1,18 Study Iow Women s Helth Study Helth Professionls Follow-up Study Atherosclerosis Risk in Communities b 6 t.o.v 4 energie% substitutie met koolhydrten ,70 b 0,49-0,99 7 t.o.v. 4 energie% ,93 0,78-1,12 n.g ,87 0,68-1,10 Betrouwbrheidsintervl. Sterfte. Pgin 25
26 Beroerte Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op beroerte Aspect Beschikbre onderzoeken 1 met-nlyse vn 5 cohorten Heterogeniteit Nee Schtter verbnd RR=0,88 (0,76-1,02) bij hoog t.o.v. lg gebruik Onderzochte popultie Europ, Noord-Amerik, Azië Conclusie: Het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op beroerte is niet eenduidig. De commissie heeft een met-nlyse gevonden nr het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op beroerte (tbel 16). 34 Zhng en colleg s vinden op bsis vn vijf cohorten nwijzingen voor een verbnd tussen een hoge innme vn plntrdig eiwit en een 12% lger risico op beroerte, wrbij de bovengrens vn het betrouwbrheidsintervl 1,02 bedroeg. Er ws sprke vn weinig tot geen heterogeniteit. 34 Vn de vijf cohorten vinden er twee een niet-signifcnt hoger risico, terwijl de drie ndere niet-significnte nwijzingen vinden voor een invers verbnd. Omdt de reltieve risico s vriëren, concludeert de commissie dt het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op beroerte niet eenduidig is. Tbel 16 Cohortonderzoek nr het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op beroerte. Blootstelling Antl Follow up N N cses RR 95% bti cohorten tijd (jren) Met-nlyse Zhng Hoog t.o.v. lg n.g. b 0,88 0,76-1,02 Betrouwbrheidsintervl. b Niet gerpporteerd Dibetes mellitus type 2 Smenvtting bewijsvoering voor een verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en het risico op dibetes mellitus type 2 Aspect Beschikbre onderzoeken 1 gepoolde nlyse vn 8 cohorten; 1 recent cohort Heterogeniteit Nee Schtter verbnd RR=1,04 (0,93-1,16) per 10 g plntrdig eiwit/d Onderzochte popultie Europ, Noord Amerik Conclusie: Het verbnd tussen de innme vn plntrdig eiwit en risico op dibetes mellitus type 2 is niet eenduidig. Pgin 26
CONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Thee
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of nr verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Thee 5 Dit chtergronddocument is een smenvtting vn wetenschppelijke peer-reviewed publicties tot 1 juli
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Vitamine- en mineralensupplementen
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of nr verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Vitmine- en minerlensupplementen 5 Dit chtergronddocument is een smenvtting vn wetenschppelijke peer-reviewed
Nadere informatieVitamine- en mineralensupplementen
Gezondheidsrd Gezondheidsrd Vitmine- en minerlensupplementen Adviezen De tk vn de Ge z ond h eids r d is mi n is t ers en prlement te dvise r en over vrg s tukken op het gebied vn de volksgezond heid.
Nadere informatieZuivel. Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015. Gezondheidsraad. Gezondheidsraad. Adviezen. Aandachtsgebieden
Gezondheidsrd Gezondheidsrd Zuivel Adviezen De tk vn de Ge z ond h eids r d is mi n is t ers en prlement te dvise r en over vrg s tukken op het geied vn de volksgezond heid. De meeste d v ie z en die de
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Granen en graanproducten
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of nr verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Grnen en grnproducten 5 6 Dit chtergronddocument is een smenvtting vn wetenschppelijke peer-reviewed
Nadere informatieEiwit. Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015. Gezondheidsraad. Gezondheidsraad. Adviezen. Aandachtsgebieden
Gezondheidsraad Gezondheidsraad Eiwit Adviezen De taak van de Ge z ond h eids r aad is mi n is t ers en parlement te advise r en over vraag s tukken op het gebied van de volksgezond heid. De meeste ad
Nadere informatieMEMO. Consumptie groenten, fruit, vis en een aantal nutriënten opgedeeld naar opleidingsniveau en verstedelijking VERSIE
MEMO Consumptie groenten, fruit, vis en een ntl nutriënten opgedeeld nr opleidingsniveu en verstedelijking Colofon RIVM 2013 Delen uit deze publictie mogen worden overgenomen op voorwrde vn bronvermelding:
Nadere informatie14 Effectevaluatie van de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV)
Smenvtting Op 1 pril 2001 trd de wet SOV in werking. Op grond vn deze wet kunnen justitibele verslfden die n een ntl in de wet genoemde voorwrden voldoen, in het kder vn een strfrechtelijke mtregel, voor
Nadere informatieAchtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015
1 OCR 2 Concept niet citeren of naar verwijzen 3 Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 4 Vlees Dit achtergronddocument is een samenvatting van wetenschappelijke peer-reviewed publicaties tot
Nadere informatieAan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
An de minister vn Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Voorstel Smenwerking dvisering vccintie Uw kenmerk : 748280-135050-PG en 748363-135057-PG Ons kenmerk : U-994508/RW/bp/066-K en 2016094166
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Koffie
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Koffie 5 Dit achtergronddocument is een samenvatting van wetenschappelijke peer-reviewed publicaties
Nadere informatieprovinci renthe 1. De aanvraag 1.1. Datering en inhoud van de aanvraag
Prooinciehuis rüesterbrink r, Assen T Postdres Postbus rzz, 94oo ec Assen F www.drenthe.nl (o592) 36 55 55 (o592) 36 57 77 provinci renthe I/ERZONDEN I CI 0l{T,2û12 Assen, 10 oktober 2012 Ons kenmerk WH12012006860
Nadere informatieArmoedemonitor 1998. Sociaal en Cultureel Planbureau Centraal Bureau voor de Statistiek
Armoedemonitor 1998 Socil en Cultureel Plnbureu Centrl Bureu voor de Sttistiek Armoedemonitor 1998 Exemplren vn deze uitgve zijn verkrijgbr in de boekhndel en bij Elsevier bedrijfsinformtie onder vermelding
Nadere informatieKeuze van het lagertype
Keuze vn het lgertype Beschikbre ruimte... 35 Belstingen... 37 Grootte vn de belsting... 37 Richting vn de belsting... 37 Scheefstelling... 40 Precisie... 40 Toerentl... 42 Lgergeruis... 42 Stijfheid...
Nadere informatieAlgemeen. Restweefsel voor medischwetenschappelijk onderzoek
Algemeen Restweefsel voor medischwetenschppelijk onderzoek U bent in het Ersmus MC voor onderzoek en/of behndeling. Soms is het nodig bloed of lichmsweefsel/-vloeistof bij u f te nemen. N fronding vn dit
Nadere informatieVerschillenanalyse methodewijziging bouwvergunningen
Pper Verschillennlyse methodewiziging bouwvergunningen Mrt 217 CBS Verschillennlyse methodewiziging Bouwvergunningen 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Belngrikste verschillen 3 3. Verschillen oude en nieuwe methode
Nadere informatieRapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel
Rpportge Enquête ondergrondse fvlinzmeling Zltommel Enquête ondergrondse fvlinzmeling Zltommel VERSIEBEHEER Versie Sttus Dtum Opsteller Wijzigingen Goedkeuring Door Dtum 0.1 onept 4-11-09 VERSPREIDING
Nadere informatieVraag 2. a) Geef in een schema weer uit welke onderdelen CCS bestaat. b) Met welke term wordt onderstaande processchema aangeduid.
Tentmen Duurzme Ontwikkeling & Kringlopen, 1 juli 2009 9:00-12:00 Voordt je begint: schrijf je nm en studentnummer bovenn ieder vel begin iedere vrg op een nieuwe bldzijde ls je een vkterm wel kent in
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk Bijlage bij hoofdstuk Bijlage bij hoofdstuk Bijlage bij hoofdstuk
BIJLAGEN De ondersteuning vn Wmo-nvrgers Een onderzoek onder nvrgers en hun mntelzorgers Mirjm de Klerk Ann Mri Mrngos Mrth Dijkgrf Alice de Boer Bijlge bij hoofdstuk 2... 3 Bijlge bij hoofdstuk 3... 7
Nadere informatieGeëiste en opgelegde sancties bij moord en doodslag,
Pul Nieuwbeert en Sigrid vn Wingerden' In de volgende flevering vn Trem wordt een opvolgend rtilcel vn deze uteurs gepubliceerd met de titel: 'Ontwikkelingen in de lengte vn gevngenisstrffen voor moord
Nadere informatieProfijt van de gemeentelijke overheid
Profijt vn de gemeentelijke overheid De invloed vn het gemeentebeleid op de koopkrcht vn de minim in Groningen Dr. M.A. Allers Profijt vn de gemeentelijke overheid De invloed vn het gemeentebeleid op de
Nadere informatiea a a Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreiaties
Ministerie vn Binnenlndse Zken en Koninkrijksreities > Retourdres Postbus 20011 2500 EA Den Hg An de Voorzitter vn de Tweede Kmer der Stten Generl Postbus 20018 2500 EA Den Hg Bestuur DemocrUe en la Finnciën
Nadere informatieEen flexibel samenwerkingsverband
Een flexibel smenwerkingsverbnd Zorg op mt is mogelijk met een flexibele orgnistie en met flexibel inzetbr personeel. Mr hoe krijg je dt voor elkr? Een brochure vn: in opdrcht vn de Projectgroep Pltsingsbeleid.
Nadere informatienotitie luchtkwaliteit Trompenburg te Lisse LIS16-2 LIS16-2/akkr/027 ir. R.J.A. Groen drs. M.J.Schilt 1. INLEIDING
notitie vn Twickelostrt 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefx 0570 69 73 44 onderwerp projectcode referentie opgemkt door luchtkwliteit Trompenburg te Lisse LIS16-2 LIS16-2/kkr/027
Nadere informatieVoorbereidende opgaven Herkansingscursus. Rekenregels voor vereenvoudigen
Voorbereidende opgven Herknsingscursus Tips: Mk de voorbereidende opgven voorin in één vn de A4-schriften die je gt gebruiken tijdens de cursus. Als een opdrcht niet lukt, werk hem dn uit tot wr je kunt
Nadere informatieDe wetenschap achter de richtlijn voor vet
De wetenschap achter de richtlijn voor vet Marianne Geleijnse Hoogleraar Voeding en Hart- en Vaatziekten Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit MVO Netwerkevent 31 maart 2016 Subsidies van voedingsindustrie
Nadere informatieOp weg naar een betrouwbare beoordeling a
Op weg nr een betrouwbre beoordeling Een eerlijke beoordeling vn cll center gents Cll center-gents worden vk mede beoordeeld op ACT en AHT. Met nme het beoordelen op ACT is niet redelijk, omdt toevl hierin
Nadere informatieFunctiebeschrijving en -waardering Stichting Promes, Meppel. Stichting Promes, onderdeel Schoolmanagement
Functiebeschrijving en -wrdering Stichting Promes, Meppel Functie-informtie Functienm Orgnistie Slrisschl Indelingsniveu FUWASYS-dvies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores 44343 43334 43 43 Somscore
Nadere informatieEen CVA (beroerte) kan uw leven drastisch veranderen! 2009 Een uitgave van de Nederlandse CVA-vereniging
N een CVA (beroerte)... hoe verder?. Een CVA (beroerte) kn uw leven drstisch vernderen! 2009 Een uitgve vn de Nederlndse CVA-vereniging Wt is een CVA? In Nederlnd leven meer dn een hlf miljoen mensen met
Nadere informatie4 HET SAMENGAAN VAN DIVERSE INTERESSES
4 HET SAMENGAAN VAN DIVERSE INTERESSES 4.1 Inleiding Het huidige vrijetijdsptroon kenmerkt zich door een grote mte vn fwisseling. Mensen houden er diverse liefhebberijen op n. Culturele ctiviteiten worden
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen. Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Peulvruchten 5 Dit achtergronddocument is een samenvatting van wetenschappelijke peer-reviewed publicaties
Nadere informatieOogheelkunde. Vitamine A therapie bij retinitis pigmentosa
Oogheelkunde Vitmine A therpie bij retinitis pigmentos U heeft een fsprk op de polikliniek Oogheelkunde voor een Vitmine A therpie bij retinitis pigmentos. In deze folder leest u meer hierover. Wt is retinitis
Nadere informatieErasmus MC Junior Med School
Ersmus MC Desiderius School vn begrijpen nr beslissen Ersmus MC Junior Med School 2012-2013 De rts-onderzoekers vn morgen Het progrmm Dit progrmm loopt prllel n VWO-5 en -6 en bestt uit vier onderdelen:
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 10 Band met het land van herkomst
Bijlge bij hoofdstuk 10 Bnd met het lnd vn herkomst Tbel B10.1 Lineire regressienlyse identifictie met groep uit herkomstlnd (0-4: heleml niet heel sterk), 2009 (in ongestndrdiseerde coëfficiënten, n =
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen. Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015
1 OCR 2 CONCEPT niet citeren of naar verwijzen 3 Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 4 Groente en fruit 5 Dit achtergronddocument is een samenvatting van wetenschappelijke peer-reviewed
Nadere informatieTOELICHTING MONITOR Onderdeel Kwaliteit. 1. Basiskwaliteit. a. Het resultaat van het meest recente IGJonderzoek
TOELICHTING MONITOR 2019 Onderdeel Kwliteit Them/onderdeel 1. Bsiskwliteit Toelichting. Het resultt vn het meest recente IGJonderzoek is voldoende Als voldoende wordt beschouwd dt de zorgnbieder n miniml
Nadere informatiePROCEDURE SCHADEMELDING - VASTGOED -
PROCEDURE SCHADEMELDING - VASTGOED - Afdeling Finnciën Gemeente Molenwrd Procedure Schdemelding Vstgoed versie 1.0 - pg. 1 Gemeente Molenwrd Inhoud Inleiding 1. Algemene beplingen 1.1 Schde melding 1.2.Schde
Nadere informatieOp zoek naar talent en ambitie!
Ersmus MC Desiderius School vn begrijpen nr beslissen Op zoek nr tlent en mbitie! Geneeskunde studeren in Rotterdm Decentrle selectie 2011-2012 Wt hebben we jou te bieden? Sterke knten vn het onderwijsprogrmm
Nadere informatieA. Organisatiebeschrijving academische functie van de school
Acdemische opleidingsschool OSR Stndrdlijst jrverslg onderzoek Versie december 2012 [Algemene instructie (s.v.p. geel gemrkeerde tekst verwijderen n invullen): Vul de vrgen in deze lijst zo volledig mogelijk
Nadere informatieHet bepalen van een evenwichtstoedeling met behulp van het 1 e principe van Wardrop is equivalent aan het oplossen van een minimaliserings-probleem.
Exmen Verkeerskunde (H1I6A) Ktholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrstructuur Dtum: dinsdg 2 september 28 Tijd: Instructies: 8.3 12.3 uur Er zijn 4 vrgen over het gedeelte
Nadere informatieFunctiebeschrijving en -waardering Stichting Promes, Meppel
Functie-informtie Functienm Orgnistie Stichting Promes, onderdeel Onderwijsondersteuning Slrisschl 4 Indelingsniveu FUWASYS-dvies IIb Werkterrein Bedrijfsvoering - Mngementondersteuning Activiteiten Bewerken
Nadere informatieNee heb je, ja kun je krijgen DE EFFECTIVITEIT VAN FONDSENWERVINGS- EN REKRUTERINGSSTRATEGIEËN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES
Nee heb je, j kun je krijgen DE EFFECTIVITEIT VAN FONDSENWERVINGS- EN REKRUTERINGSSTRATEGIEËN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES René Bekkers ICS/Sociologie Universiteit Utrecht R.Bekkers@fss.uu.nl INLEIDING
Nadere informatieAdiameris. Beleggersprofiel
Adimeris Beleggersprofiel Onderstnde informtie is bedoeld om uw beleggersprofiel te beplen op bsis vn onder meer uw finnciële drgkrcht, uw ervring en uw risicotolerntie. Deze oefening heeft eveneens ls
Nadere informatieMARKETING / PR / COMMUNICATIEMEDEWERKER
OPLEIDING: MARKETING / PR / COMMUNICATIEMEDEWERKER MET DE SPECIALISATIE SOCIAL MEDIA 2015 1 Mrketing/PR/Communictiemedewerker Specilistie Socil Medi SCHEIDEGGER en CEDOR bieden een unieke opleiding n.
Nadere informatieFunctiebeschrijving en -waardering Stichting Promes, Meppel. Verlenen van hand- en spandiensten Beheren/beveiligen van goederen, gebouwen en personen
Functiebeschrijving en -wrdering Stichting Promes, Meppel Functie-informtie Functienm Orgnistie Stichting Promes, onderdeel Scholen Slrisschl 3 Indelingsniveu FUWASYS-dvies II Werkterrein Bedrijfsvoering
Nadere informatieWetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen
Wetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen Prof Daan Kromhout Gezondheidsraad Gezondheidsraad 1 De commissie Wat zijn Richtlijnen goede voeding? Geïntegreerde boodschappen gebaseerd
Nadere informatieTrendanalyse huurwoningmarkt Verkorten inschrijfduur en leegstandtijd
Verkorten inschrijfduur en leegstndtijd Pul Kooij 165419 Msterproject Business Mthemtics & Informtics Stgeverslg Zig Websoftwre B.V. Botterstrt 51 C 171 XL Huizen Vrije Universiteit Amsterdm Fculteit Copyright
Nadere informatieHANDLEIDING FOKWAARDEN 2014. Informatie & Inspiratie document Met uitleg over het hoe en waarom van de fokwaarden
HANDLEIDING FOKWAARDEN 2014 Informtie & Inspirtie document Met uitleg over het hoe en wrom vn de fokwrden Missie Al ruim 25 jr ondersteunt ELDA bedrijven in de grrische sector, en het is voor ons een belngrijke
Nadere informatieis het koppel dat overeenkomt met het eindpunt van λ.op ax by = a a b x y = a b = x y a b ax by bx + ay = a b
1 Tweedimensionle Euclidische ruimte 11 Optelling, verschil en sclire vermenigvuldiging = ( b, ) b, is de verzmeling vn lle koppels reële getllen { } Zols we ons de reële getllen kunnen voorstellen ls
Nadere informatieArtikel 06a Maatregelen bij in- en uitrijden werkvakken
Bron: Titel: CROW Artikel 06 Mtregelen bij in- en uitrijden werkvkken Inhoud: 1. Inleiding In CROW-publictie 96b wordt niet uitgebreid ingegn op mtregelen voor het in- en uitrijden vn werkvkken en er zijn
Nadere informatieenergiedeskundige berekend energieverbruik (kwh/rn Dit certiflcaat is geldig tot en met 1 november 2021 softwareversie 1.33
l p 111W II ll I type open bebouwing bestemmng eengezinswoning postnummer 1790 gemeente Affligem nummer 43 bus Dit certiflct is geldig tot en met 1 november 2021 dtum: 01-11-2011 hndtekening: 0 50 100
Nadere informatieEconomische Topper 4 Evaluatievragen thema 3
Eonomishe Topper 4 Evlutievrgen them 3 1 Vn een lnd zijn volgende gegevens bekend: bbp in 2002 800 miljrd EUR bbp in 2003 833 miljrd EUR Prijspeil 2002 t.o.v. 2003 + 1,5 % Bevolking 2002 t.o.v. 2003 +
Nadere informatieIntegratie en religiositeit onder de Turkse tweede generatie in Berlijn en Amsterdam
Integrtie en religiositeit onder de Turkse tweede genertie in Berlijn en Amsterdm Een nlyse vn jonge moslims in twee Europese hoofdsteden 1 Fenell Fleischmnn* Smenvtting In dit rtikel wordt de reltie onderzocht
Nadere informatieANTWOORDEN EN UITWERKINGEN TENTAMEN QUANTUMMECHANICA 2 VAN 31 MEI 2011
ANTWOORDEN EN UITWERKINGEN TENTAMEN QUANTUMMECHANICA VAN MEI ) (Andere ntwoorden zijn niet noodzkelijk (geheel) incorrect) () Enkelvoudig ontrd ofwel niet-ontrd. Niveu met energie C= heeft een deeltje
Nadere informatieseptember 2009 november 2009
september 2009 november 2009 Dit is een smengevtte Nederlndse vertling vn het officiële Engelstlige persbericht over de resulten vn het vierde kwrtl en het boekjr 2009. In het gevl vn eventuele inconsistenties
Nadere informatieInhoudsopgave. Paraaf Qpdrachtnemer: Paraaf Opdrachtgever: 2 - Pagjna 2 van 6 De Staat der Nederlanden - Nederland By. Internettoegang.
G C U) Ct 0, Ct 1 2 1, H N) 2 1, z U:,?. ;;: Inhoudsopgve 1. Inleiding.3 2. Antonen kwliteitsborging vn de dienstverlening 4 3. Auditing 5 3.1. Wnneer toepssen 5 3.2. Onfhnkelijke derde prtij 5 3.3. Opvolging
Nadere informatieWerken aan resultaat, altijd en overal
nbroek choemn dviseurs Werken n resultt, ltijd en overl Nr een professionele implementtie vn Het Nieuwe Werken bij de Belstingdienst Michël Geerdink Onder het motto Werken n resultt, ltijd en overl is
Nadere informatieZ- ß- ßr!2f int tçotg
Z- ß- ßr!2f int tçotg A n s I u iti n g sco nve n nt "De Bouw Werkt ln Noordoost Brbnt" Er is een convennt gesloten De Bouw Werkt in Noordoost Brbnt. Eén vn de doelstellingen vn het convennt is het uitbreiden
Nadere informatieINLEIDING. Gezond eten Gezond drinken Genoeg slapen Goed bewegen
b o r p! f G t i F s i t r G t l p r u e l k r ee INLEIDING Structuur, inzicht en plezier bij gezond leven Dr geloven wij in bij FitGf! Drom hebben we een klender met stickers ontworpen! Voor kinderen,
Nadere informatieMytylschool De Trappenberg Peter van Sparrentak
Mytylshool De Trppenberg Peter vn Sprrentk www.m3v.nl Nieuwbouwonept en revlidtieentrum geriht op de toekomst Mytylshool De Trppenberg en het ngrenzende revlidtieentrum in Huizen willen in de toekomst
Nadere informatieJongeren en seksuele oriëntatie. Bijlagen. Inhoud. Lisette Kuyper
Jongeren en seksuele oriënttie Lisette Kuyper Bijlgen Inhoud Bijlge A Getlsmtige weergve vn de tbellen... 2 Bijlge B Socildemogrfische kenmerken vn LHB-jongvolwssenen nr sekse... 13 1 Bijlge A Getlsmtige
Nadere informatieBegripsvragen: Elektriciteit
Hndboek ntuurkundedidctiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en mgnetisme egripsvrgen: Elektriciteit 1 eerkeuzevrgen Stroomkring 1 [H/] In figuur 1 stn
Nadere informatieHoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid
Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid 8.5 Tectronis Tectronis, een friknt vn elektronic, kn vn een nder edrijf een éénjrige licentie verkrijgen voor de fricge vn product A, B of C. Deze producten
Nadere informatieInleiding Natuurwetenschappen
Inleiding Ntuurwetenschppen Tijden: september: 7:45 :45 3 september: 7:45 :45 6 september: 09:30 3:30 Loctie: Adres: Leuvenln, Utrecht Gebouw: Mrius Ruppertgebouw Zl: A Opdrchtgever: Jmes Boswell Instituut
Nadere informatieBIJLAGEN. Inhoud. Bijlage Hoofdstuk Bijlage Hoofdstuk Bijlage Hoofdstuk Bijlage Hoofdstuk Chinese Nederlanders
BIJLAGEN Chinese Nederlnders Vn horec nr hogeschool Mérove Gijsberts Willem Huijnk Ri Vogels Inhoud Bijlge Hoofdstuk 7... 2 Bijlge Hoofdstuk 8... 3 Bijlge Hoofdstuk 9... 6 Bijlge Hoofdstuk 10... 9 Socil
Nadere informatieGevolgen van schaalvergroting in het basisonderwijs (SCHOOLJAAR 1993/'94)
Dr. J.L.T. Blnk Mw. Drs. E. Eggink F.D.E. Niggebrugge Gevolgen vn schlvergroting in het bsisonderwijs (SCHOOLJAAR 1993/'94) Socil en Cultureel Plnbureu Postbus 37, 80 AA Rijswijk mei 1994 INHOUD 1 INLEIDING
Nadere informatieEigenwaarden en eigenvectoren
Hoofdstuk I. Lineire Algebr Les 4 Eigenwrden en eigenvectoren In het voorbeeld vn de verspreiding vn de Euro-munten hebben we gezien hoe we de mix vn munten n floop vn n jr uit de n-de mcht A n vn de overgngsmtrix
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 7 Gezondheid en zorg
Bijlge bij hoofdstuk 7 Gezondheid en zorg Tbel B7.1 Rokers nr chtergrondkenmerken, 1998-2008 (in procenten) 1998 2003 2008 1998-2008 totl 34 30 28-6 geslcht mnnen 37 33 30-7 vrouwen 30 27 24-6 leeftijd
Nadere informatieChecklist. Aanvulling ondersteuningsplan. integratie LWOO en PrO in passend onderwijs. 11 mei 2015. [Typ hier]
[Typ hier] Checklist Anvulling ondersteuningspln integrtie LWOO en PrO in pssend onderwijs 11 mei 2015 Deze checklist is tot stnd gekomen in nuwe smenwerking met: Ministerie vn Onderwijs, Cultuur en Wetenschp
Nadere informatieRekenregels van machten
4 Rekenregels vn mchten Dit kun je l 1 mchten met een ntuurlijke exponent berekenen mchten met een gehele exponent berekenen 3 terminologie in verbnd met de mchtsverheffing correct gebruiken Test jezelf
Nadere informatieFactsheet. 0-meting Zoetermeer. Inleiding
Inleiding Fctsheet 0-meting De Rekenkmer heeft het Centrl Bureu voor de Sttistiek (CBS) gevrgd een 0-meting op te zetten die ls bsis kn dienen om ontwikkelingen in het socil domein te monitoren. Hiertoe
Nadere informatieHANDLEIDING FOKWAARDEN 2015. Informatie & Inspiratie document Met uitleg over het hoe en waarom van de fokwaarden
HANDLEIDING FOKWAARDEN 2015 Informtie & Inspirtie document Met uitleg over het hoe en wrom vn de fokwrden Missie Al ruim 25 jr ondersteunt ELDA bedrijven in de grrische sector, en het is voor ons een belngrijke
Nadere informatieRIJKSLANDBOUWPROEFSTATION TE MAASTRICHT.
RIJKLANDBUWPREFTATIN TE MAATRICHT. Resultten vn en beschouwingen over het onderzoek vn ontlijmd beendermeel n het Rijkslndbouwproefsttion te Mstricht over het tijdvk vn Mei Jnuri en verbnd houdende met
Nadere informatiedecember 2008 februari 2009
december 2008 februri 2009 Voor verdere informtie: Investor Reltions: Crlo Scheken, Vice President Investor Reltions Telefoon (077) 359 2240, e-mil investor@oce.com Pers: Jn Hol, Senior Vice President
Nadere informatieU ziet dat wij hebben laten weten positief te staan tegenover de ingezette koers en dat wij volop kansen zien voor ons provinciale Erfgoedhuis.
29 Erfgoedhuis Zuid-Hollnd: - MuseuTYicoTisulentschp Monumentenwcht«Provincil Steunpunt voor Monumentenzorg en Archeologie Provincil Historisch Ceritmm Erfgoedeductie * Erfgoedprojecten An de leden vn
Nadere informatieseptember 2008 november 2008
september 2008 november 2008 Dit is een Nederlndse vertling vn het officiële Engelstlige persbericht over de voorlopige resultten over het vierde kwrtl / boekjr 2008. In het gevl vn eventuele inconsistenties
Nadere informatieOnderzoek laagfrequent geluid. (casus: Noord Groningen) drs. T.A. van Veen (NLR) NSG bijeenkomst laagfrequent geluid, 24 mei 2012, Deventer
Onderzoek lgfrequent geluid (csus: Noord Groningen) drs. T.A. vn Veen (NLR) NSG bijeenkomst lgfrequent geluid, 24 mei 2012, Deventer Ntionl Lucht- en Ruimtevrtlbortorium Ntionl Aerospce Lbortory NLR Bron
Nadere informatieGezondheid op hogere leeftijd
Gezondheid op hogere leeftijd Nr. 2018/14A, Den Hg 26 juni 2018 Achtergronddocument bij: Gezondheid en lnger doorwerken Nr. 2018/14, Den Hg 26 juni 2018 Gezondheid op hogere leeftijd pgin 2 vn 10 inhoud
Nadere informatieCONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Alcohol
1 OCR 2 3 4 CONCEPT niet citeren of naar verwijzen Achtergronddocument Richtlijnen goede voeding 2015 Alcohol 5 Dit achtergronddocument is een samenvatting van wetenschappelijke peer-reviewed publicaties
Nadere informatieMonitor Jeugd terecht 2007
Wetenschppelijk Onderzoeken Documenttiecentrum Monitor Jeugd terecht Fct sheet 2007-3 Monitor Jeugd terecht 2007 Augustus 2007 M. Blom en A.M. vn der Ln In het veiligheidsprogrmm Nr een veiliger smenleving
Nadere informatieENERGIEPREMIE B10 a PASSIEVE OF LAGE- ENERGIEBOUW
ENERGIEPREMIE B10 PASSIEVE OF LAGE- ENERGIEBOUW WIE? De volgende sectoren komen, onder beplde voorwrden, in nmerking voor deze premie Deze premie is beschikbr voor een: Prticulier zie B10 b Renovtie JA
Nadere informatieDr. J.L.T. Blank F.D.E. Niggebrugge
Dr. J.L.T. Blnk F.D.E. Niggebrugge Gevolgen vn schlvergroting in het bsisonderwijs (SCHOOLJAAR 1992/'93) 1 Socil en Cultureel Plnbureu Postbus 37, 2280 AA Rijswijk oktober 1993 2 INHOUD 1 INLEIDING 5 2
Nadere informatieFunctiebeschrijving en -waardering Stichting Promes, Meppel
Functie-informtie Functienm Orgnistie Stichting Promes, onderdeel Onderwijsondersteuning Slrisschl 5 Indelingsniveu FUWASYS-dvies IIc Werkterrein Onderwijsproces -> onderwijsbegeleiding Activiteiten Bewerken
Nadere informatie1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 en 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening het
I s e y r e enteffñil Goldêrmlsen De rd vn de gemeente Geldermlsen; gelezen het voorstel vn het college vn burgemeester en wethouders vn 9 en 10 november 2015 nummer 004, besluit: 1. Overeenkomstig het
Nadere informatiellllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
-í Onderwerp Volgnr. Cors kenmerk EnergieAgend Woudrichem -2018 2014-061 14.0012925/2014Z02786 llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Portefeuillehouder Ambtenr Afdeling Dtum voorstel Opiniërende
Nadere informatieTentamen: Kansrekening en Statistiek P0099
Fculteit Economie en Bedrijfskunde Tentmen: Knsrekening en Sttistiek 1 6011P0099 Tentmendtum & -tijd: 15 december 015, 1:00 17:00 Studiejr 015-016 Duur vn het tentmen: 3 uur Legitimtie: U dient zich te
Nadere informatieOnderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WOR 929 Onderzoek risicoverevening 2019: Overll Toets Onderzoek ten behoeve vn het Ministerie vn Volksgezondheid, Welzijn en Sport ESHPM-projecttem risicoverevening * Definitieve eindrpportge, 28 september
Nadere informatieVoedingspatronen. Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015. Gezondheidsraad. Gezondheidsraad. Adviezen.
Gezondheidsraad Gezondheidsraad Voedingspatronen Adviezen De taak van de Ge z ond h eids r aad is mi n is t ers en parlement te advise r en over vraag s tukken op het gebied van de volksgezond heid. De
Nadere informatieOSR-Standaardlijst jaarverslag kwaliteit opleiden Pagina 1 van 13
Opleidingsschool Rotterdm OSR Stndrdlijst jrverslg opleiden Versie december 2012 [Algemene instructie (s.v.p. geel gemrkeerde tekst verwijderen n invullen): Vul de vrgen in deze lijst zo volledig mogelijk
Nadere informatieKennismaken. Wie zitten er bij jou in de klas? 4. Welke afspraken maak jij met je klas? 8
Kennismken 1 2 + + Wie zitten er bij jou in de kls? 4 Welke fsprken mk jij met je kls? 8 Plusopdrcht 11 Thuisopdrcht 12 Meesterproef bij dit hoofdstuk 74 Help je klsgenoot met kennismken! Een nieuw schooljr,
Nadere informatie1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?
Oefenopgven over Stoffen en Mterilen Uitwerking en ntwoord op elke opgve stt n de ltste opgve. Gegevens kunnen worden opgezoht in de tellen hterin. Als de zwrteftor niet vermeld is mg je 9,81 N/kg nemen.
Nadere informatieReactie van de commissie Richtlijnen goede voeding 2015
Reactie van de commissie Richtlijnen goede voeding 2015 op het achtergronddocument over eiwit De commissie heeft op het achtergronddocument over eiwit reacties ontvangen van de Alpro Nederland, Federatie
Nadere informatieGroente en fruit. Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015. Gezondheidsraad. Gezondheidsraad. Adviezen.
Gezondheidsraad Gezondheidsraad Groente en fruit Adviezen De taak van de Ge z ond h eids r aad is mi n is t ers en parlement te advise r en over vraag s tukken op het gebied van de volksgezond heid. De
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN
I - 1 HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN 1.1. Het egrip krcht 1.1.1. Definitie vn krcht Een stoffelijk punt is een punt wrn een zekere mss toegekend wordt. Dit punt is meestl de voorstellende vn een lichm. Zo
Nadere informatieDE KNIEARTROSE INJECTIE STUDIE. Onderzoek naar de behandeling van knieartrose met corticosteroïden injectie in de huisartsenpraktijk
DE KNIEARTROSE INJECTIE STUDIE Onderzoek nr de behndeling vn kniertrose met corticosteroïden injectie in de huisrtsenprktijk DE KNIEARTROSE INJECTIE STUDIE: WAAROM? Ondnks de jrenlnge ervring met intr-rticulir
Nadere informatieHoofdstuk 3. N gekoppelde oscillatoren. 3.1 De bewegingsvergelijkingen
Hoofdstuk 3 N gekoppelde oscilltoren 3.1 De bewegingsvergelijkingen We beschouwen ls een systeem vn N gekoppelde oscilltoren vn N puntmss s M die onderling met veren gekoppeld zijn, zols ngegeven in figuur
Nadere informatiePraktische Opdracht Lineair Programmeren V5
Prktische Opdrcht Lineir Progrmmeren V5 Bij deze prktische opdrcht g je n het werk met een ntl prolemen die je door middel vn Lineir Progrmmeren kunt oplossen. Je werkt lleen of in tweetllen. De prktische
Nadere informatieb,^.c/ -í w-t S t><-h.scl
Z g AUG Z0lt C \/f2 b,^.c/ -í w-t S t> Retourdres Postbus 88 5000 AB Tilburg OPTIMUS stichting ktholiek, protestnts-christelijk
Nadere informatieNieuw Fusarium in iris
Nieuw Fusrium in iris H.A.E. de Werd, S.J. Breeuwsm & M. de Boer Prktijkonderzoek Plnt & Omgeving B.V. Bloembollen juli 2005 PPO nr. 321055 2005 Wgeningen, Prktijkonderzoek Plnt & Omgeving B.V. Alle rechten
Nadere informatieHAVO CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT bij het examen NATUURKUNDE HAVO Tweede tiidvak F- 8CV
HAVO CENTRALE EXAMENCOMMSSE VASTSTELLNG OPGAVEN CORRECTEVOORSCHRFT 1985 bij het exmen NATUURKUNDE HAVO Tweede tiidvk 419 8F- 8CV L De Centrle Exmencommissie Vststelling Opgven heeft voor de beoordeling
Nadere informatie