Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

Transcriptie

1 Bijlage 5 Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezndheid & Jeugd Zuid-Hlland Zuid Zienswijzen p de vierde wijziging Wel reactie, geen inhudelijke zienswijze: Drdrecht Giessenlanden Grinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Id-Ambacht Papendrecht Leerdam: Op hfdlijnen akkrd met de vrgestelde wijzigingen. Aantal aandachtspunten vr het cmplementeren vr de definitieve stukken. Inhudelijk: In de aanhef wrdt verwezen naar de Gemeenschappelijke regeling Regi Zuid-Hlland Zuid, het lijkt wenselijk m in de aanhef de thans geldende Dienst Gezndheid & Jeugd te vermelden. In de verwegingen wrdt inderdaad gerefereerd aan de gemeenschappelijke regeling Regi Zuid-Hlland Zuid. In 2012 is daarvr bewust gekzen. De Dienst Gezndheid & Jeugd is frmeel gesprken de vrtzetting van de Regi Zuid-Hlland Zuid. Er is uit praktische redenen vr gekzen m die gemeenschappelijke regeling niet p te heffen en te liquideren. In plaats daarvan is de tekst van de gemeenschappelijke regeling in 2012 integraal gewijzigd en vastgesteld. De resterende rechten en verplichtingen van de rechtspersn Regi Zuid-Hlland Zuid werden daarmee dr de Dienst Gezndheid & Jeugd vrtgezet, nder een andere naam. Tt nu te wikkelt de Dienst Gezndheid & Jeugd de resterende taken en andere verplichtingen van de Regi Zuid-Hlland Zuid af. Denk alleen al aan de vier taken die in de bijlagen van de regeling hebben gestaan, maar k aan de vrtzetting van de relatie met het Servicecentrum Drechtsteden en de afwikkeling van kleinere cntracten. Het ligt niettemin vr de hand dat het vastleggen van de relatie met de Regi Zuid-Hlland Zuid in de tekst van nze regeling p den duur geen praktische f juridische ndzaak meer heeft. Hewel de Dienst Gezndheid & Jeugd dus een vrtzetting is van de rechtspersn Regi Zuid-Hlland Zuid [artikel 51, lid 4] is de tekst van de gemeenschappelijke regeling met diezelfde naam in 2012 ingetrkken, daarvr in de plaats is een vlledig nieuwe tekst vastgesteld [artikel 51, lid 5]. In artikel 5 is het nderdeel Reginale Ambulancevrziening tegevegd. De RAV is aangewezen dr de Minister van VWS en niet dr de Dienst zelf. Er wrdt een wijziging in de tekst vrgesteld. Het samenwerkingsverband f de deelnemende gemeenten hebben inderdaad niet zichzelf kunnen aanwijzen als Reginale Ambulancevrziening, als bedeld in de Tijdelijke wet ambulancezrg, dat is een besluit van de Minister van VWS. Die pmerking is terecht, maar dat hebben wij k tt uitdrukking gebracht in het tweede lid, nder a, van artikel V. Het 'zijn' van een Reginale Ambulancevrziening is echter k een uitveringstaak die in de Tijdelijke wet ambulancezrg c.a. is beschreven. In het eerste lid is tt uitdrukking gebracht dat het samenwerkingsverband die taak uitvert, en k al uitverde -nder een andere naamvrdat de Tijdelijke wet ambulancezrg in werking trad. De aanwijzing van de Minister vlgt uit de reeds bestaande taak, maar zeker in ns geval geldt niet het mgekeerde.

2 Het vrgestelde artikel 8a vraagt m verduidelijking. 'Privaatrechtelijke rechtshandelingen en de vrbereiding daarvan'. De wijziging zrgt ervr dat de dienst vrtaan kan deelnemen in andere privaatrechtelijke rechtspersnen. De tegeznden stukken geven te weinig inzicht in de risic's die de wijziging met zich meebrengt. Er wrdt inzicht gevraagd in de financiële en aansprakelijkheidsrisic's. Met het verzek aan de clleges m zienswijzen te geven is een ntwerpbesluit en een artikelsgewijze telichting meegeznden. De telichting verwijst.i. uitgebreid naar de strekking van dit artikel: "Er is vr gekzen deze bepaling tch p te nemen. Beperking van deze mgelijkheid sluit bijvrbeeld k het deelnemen in verenigingen, stichtingen en cöperaties uit. Daarmee wrden allerlei mgelijkheden tt samenwerking met ketenpartners bij vrbaat uitgeslten. Het alsng tekennen van de bevegdheid als de ndzaak zich daarte aandient is een erg mslachtige en tijdrvende prcedure, die ns bvendien de bevegdheid k vr alle andere gevallen alsng zu tekennen. Artikel 31a bepaalt dat deelneming alleen is tegelaten als het bijznder aangewezen met wrden geacht vr de behartiging van het daarmee te dienen penbaar belang. Daarver meten de zienswijzen en bedenkingen van alle gemeenteraden wrden gevraagd. Vervlgens besluit het algemeen bestuur. Dit lijkt een vldende waarbrg vr een zrgvuldig gebruik van de bepaling in artikel 8a, tweede lid". Het ligt vr de hand dat in het vrnemen van het samenwerkingsverband m gebruik te maken van dit artikel per geval aandacht wrdt besteed aan aansprakelijkheid en andere risic's. De gemeenteraden kunnen daarver dan hun zienswijze geven, waarna het algemeen bestuur een besluit neemt. In artikel 50 wrdt gesprken ver het gemeentebestuur van Drdrecht. Graag hier verwijzen naar het cllege van Burgemeester en wethuders van Drdrecht. Het wrd 'gemeentebestuur' is vergenmen uit de tekst van artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin e.e.a. is geregeld. De reden waarm de wet hierin niet verwijst naar een specifiek bestuursrgaan hebben we niet kunnen achterhalen, zdat wij ns hierin aan de wettekst willen cnfrmeren, maar inderdaad versturen wij de stukken in de praktijk via burgemeester en wethuders van Drdrecht. Aanvullend: De vierde wijziging is in beginsel beperkt tt het ntwerpbesluit en de bijbehrende telichting, die aan de clleges vr het geven van zienswijzen zijn tegeznden. De clleges van Leerdam en Zederik hebben [gezamenlijk] k aanvullende pmerkingen gemaakt ver de gehele tekst van de gemeenschappelijke regeling. Hewel het clleges en raden vanzelfsprekend te allen tijde vrij staat m 'iets' te vinden, plaatst dit ns in de beantwrding van de vragen vr een dilemma. De verige clleges hebben zich immers ver de integrale tekst niet uitgelaten. Natuurlijk zu het vreemd zijn als we pmerkingen ver 'kennelijke' futen zuden negeren, die zuden we in bepaalde gevallen znder meer kunnen vernemen. Echter, de gemaakte pmerkingen gaan verder dan dat. Allereerst gaat het ver zaken die al sinds f sms zelfs ng vanuit de 'histrie' in de regeling pgenmen zijn, maar waarver tt nu te geen eerdere pmerkingen zijn gemaakt. Bvendien gaat het deels k m zaken waarver ns inziens vraf een inhudelijke discussie in het algemeen bestuur p z'n plaats is. In deze cntext wrden nderstaande vragen nu krt beantwrd, maar wij zijn van mening dat ze niet alsng in de vierde wijziging verwerkt meten wrden. In het algemeen zu de gemeenschappelijke regeling scherper gefrmuleerd kunnen wrden p het gebied van bevegdheden en uitvering van specifieke (wettelijke) taken. Een verzicht hiervan schept meer helderheid in bevegdheidskwesties en zu eventueel als bijlage bij de regeling pgenmen kunnen wrden. 2

3 Deze pmerking kmt k in het kader van de 'gvernance' vaak aan de rde en vraagt dus m aandacht. Het cncept van deze 4 e wijziging waarp de zienswijze wrdt gegeven dateert al van daarvr. De aanbevelingen p het gebied van gvernance zijn daarm ng niet verwerkt. Ok in het algemeen bestuur is de wens aangegeven m te kmen tt duiding p het gebied van.a. bevegdheden en sturing. Daaraan geeft het dagelijks bestuur uitvering, waar ndig leidt dit tt nadere vrstellen tt wijziging van de gemeenschappelijke regeling. In artikel 14 is sprake van een psmming van datgene wat het algemeen bestuur in een beslten vergadering niet mag besluiten, betekent dit dat het in een penbare vergadering dan wel mag. Bvendien wrdt verwezen naar het inveren f wijzigen van retributies f heffingen, terwijl artikel 30 van de Wgr daar duidelijke beperkingen aan stelt. Dit artikel vraagt m verduidelijking. Naar aanleiding van de vraag is gebleken dat de bepaling in artikel 14 hewel p zich niet in strijd met de wet niet meer in vereenstemming is met de huidige strekking van de Wet gemeenschappelijke regelingen f de Gemeentewet. In de Gemeentewet is de psmming van nderwerpen waarver in besltenheid niet mag wrden beraadslaagd f beslten inmiddels veel beperkter en in de Wet gemeenschappelijke regelingen lijkt er -vreemd geneg- helemaal geen rechtstreekse bepaling ver pgenmen. De bepaling in artikel 14 refereert wellicht aan de Gemeentewet zals die geruime tijd geleden van tepassing was, f er is sprake van een bewuste redactie bij het pstellen van de regeling in het verleden, als aanvulling p de wet, die in 2012 vetstts is vergenmen. Vrgesteld wrdt m het artikel na verder nderzek bij de eerstvlgende wijziging aan te passen. De bepaling leidt als zdanig niet tt ngewenste situaties. Overigens heeft het algemeen bestuur de in artikel 14 genemde bevegdheden. Echter, het samenwerkingsverband heeft inderdaad geen bevegdheden vergedragen gekregen vr het heffen van belastingen f retributies. Onderzcht met wrden f deze bepaling ng relevant is vr het vaststellen van tarieven. In artikel 5 nderdeel II Onderwijs wrdt het uitveren van de Leerplichtwet vlledig pgedragen aan het samenwerkingsverband. Wij vragen ns af in heverre hier daadwerkelijk elke bevegdheid wrdt bedeld, dus k het nemen van besluiten inzake vrijstelling van de Leerplichtwet f tt het aanstellen van Leerplichtambtenaren. Gevraagd wrdt hierver duidelijkheid te verschaffen. Het uitveren van de Leerplichtwet is inderdaad vlledig vergedragen [gedelegeerd] aan het samenwerkingsverband. Z zijn er geen leerplichtambtenaren meer bij de gemeenten en wrden besluiten p basis van de leerplichtwet dr f namens het dagelijks bestuur genmen. Gelet p de pmerking ver het scherper frmuleren van bevegdheden, had deze delegatie wellicht duidelijker uit het artikel kunnen blijken. Vlgens artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling zu de vrzitter dr het cllege van B&W van de gemeente Drdrecht wrden aangewezen, echter dit is wettelijk niet tegestaan. De vrzitter met uit en dr het algemeen bestuur wrden aangewezen. Deze pmerking is juist en het is k bekend. Deze keuze is echter destijds bij het pstellen van de regeling bewust gemaakt en vastgesteld dr de deelnemende gemeenten. Het det recht aan de psitie van Drdrecht als grtste afnemer en cntribuant. Dr de vrzitter niet k de vertegenwrdiger van Drdrecht te laten zijn, maar als extra lid znder stemrecht aan het algemeen bestuur te te vegen, heeft de vrzitter een meer nafhankelijke rl. Artikel 37 is redelijk nbegrijpelijk. Geadviseerd wrdt de tekst te verduidelijken. Hiernaast vraagt men zich af f geen sprake is van een te ruime aansprakelijkheidsstelling vr het niet nakmen van verplichtingen van andere gemeenten znder een terugvrderingsmgelijkheid. 3

4 Artikel 37 werd destijds pgenmen nadat gebleken is dat diverse banken, zals de BNG en de Nederlandse Waterschapsbank specifiekere bepalingen eisen mtrent de garanties dr de deelnemende gemeenten, ndanks dat hierver k bepalingen in de wet zijn pgenmen. De tekst van deze bepaling is vergenmen van de Nederlandse Waterschapsbank. Met dit artikel werd het eenvudiger m financiering te kunnen aantrekken p de nderhandse kapitaalmarkt. De strekking van het artikel geeft verigens weer dat gemeenten -wrst casehfdelijk kunnen wrden aangesprken vr de schulden van de gemeenschappelijke regeling. Dat is feitelijk k de strekking van de wet, zdat dit artikel geen afbreuk det aan de frmele psitie van gemeenten. Vlgens artikel 51, lid 4 wrden de rechten en plichten van de Regi Zuid-Hlland Zuid vrtgezet, maar in lid 5 wrdt die regeling ingetrkken. Dat rijmt niet met elkaar. Wat wrdt hier begd? Het is bvendien een ngewijzigde vrtzetting van hetgeen reeds in de derde wijziging van de regeling p dit punt werd bepaald. Deze bepaling benadrukt dat de rechtspersn Regi Zuid-Hlland Zuid nder een nieuwe naam wrdt vrtgezet. Daarmee is vrkmen dat de ude regeling met wrden geliquideerd, met alle frmele gevlgen van dien. De pmerking refereert aan de integrale tekst die in 2012 werd vastgesteld, en dus niet naar een vrige wijziging. Zederik: De gemeenschappelijke regeling is nvldende duidelijk ver welke bevegdheden aan het samenwerkingsverband tekmen p grnd van welke wetten. Hierver zu een helder verzicht in de regeling meten wrden pgenmen. Deze pmerking raakt aan de discussie ver de 'gvernance' van de gemeenschappelijke regeling. Ongeacht de vraag f de gemeenschappelijke regeling hierin werkelijk frmeel tekrt schiet wat vlgens ns niet het geval is- is er bij smmige gemeenten een kennelijke behefte aan telichting en verduidelijking. Onzerzijds is er dan wel behefte aan cncrete vrbeelden waarp de regeling mgelijk tekrt schiet. Verwijzingen naar de wet wrden in de regeling immers wel degelijk gegeven, en k kan de regeling wrden gelezen in relatie met andere stukken die aan bevegdheden een verdere uitwerking geven, zals de verrdeningen, de prductbegrting en het meerjarenbeleidsplan. Wij gaan hierver graag met de gemeenten in gesprek. De pmerking is echter te 'breed' m nu te kunnen vertalen in cncrete vrstellen. De in de gemeenschappelijke regeling pgenmen besluitbevegdheden van het algemeen bestuur zijn nduidelijk gefrmuleerd en p nderdelen strijdig met de Wet gemeenschappelijke regelingen. Er met een heldere frmulering van de besluitbevegdheden van het algemeen bestuur kmen en een bevegdheidstekenning die in vereenstemming is met de wet. Deze pmerking sluit ns inziens aan p de vrige pmerking. Hewel de regeling p enkele details inderdaad met wrden aangepast aan de wet, is de kwalificatie 'strijdig met de wet' ns inziens te krt dr de bcht. De regeling is qua pzet niet veel anders dan andere teksten van gemeenschappelijke regelingen. Zals hiervr gezegd gaan wij graag met gemeenten in gesprek he de leesbaarheid van de regeling kan wrden verbeterd. Dit vereist sms k een 'investering' vanuit de gemeenten. De in de gemeenschappelijke regeling pgenmen uittrederegeling kppelt het uittreden niet aan een besluit van een individuele gemeente, maar aan een besluit van het algemeen bestuur. De uittreding met wrden gekppeld aan een besluit van een individuele gemeente. Ok deze bepalingen maken geen deel uit van de bgde vierde wijziging. Ze staan al sinds 2012 [en k daarvr] in de gemeenschappelijke regeling. Wij nemen aan dat met de pmerking is bedeld, dat het besluit van een individuele gemeente m uit te treden leidend is. Dat wrdt nderschreven, het algemeen bestuur kan uittreden niet verhinderen. Dat neemt niet weg dat het algemeen bestuur vrwaarden aan het uittreden kan verbinden. Ls daarvan 4

5 merken wij p dat het uittreden uit een reginale gezndheidsdienst p basis van de Wet publieke gezndheid niet znder meer mgelijk is dr een eenzijdig besluit van de gemeente. Aanvullend: Identiek aan de zienswijze van gemeente Leerdam. Zwijndrecht: Wijst er p dat is verzuimd m in te gaan p vragen die al eerder bij de derde wijziging van de regeling dr de raad van Zwijndrecht zijn gesteld. Tegezegd is dat dit bij de vierde wijziging alsng zu gebeuren. De gemeenteraad van Zwijndrecht wil de grip p de zgenaamde verbnden partijen verder verstreken en heeft daarte een Kadernta Verbnden Partijen vastgesteld. In de nta wrden zeven instrumenten benemd. Verzcht wrdt m bij de vierde wijziging aan te geven ver welke van deze instrumenten de raden al beschikken, he ze kunnen wrden ingezet f he ze effectiever ingezet kunnen wrden. Vier instrumenten wrden met name van belang geacht: 1. Zienswijze p de primaire begrting van het vlgend jaar; 2. Zienswijze p de bijgestelde begrting van het vlgend jaar; 3. Betrkkenheid vraf bij vast te stellen belangrijke beleidskaders; 4. Bewustwrding van de infrmatieplicht aan de raad. De bestaande zienswijzeprcedures hebben met name betrekking p de financiële aspecten van de begrting. Met de instrumenten genemd nder 1 en 2 is de nadrukkelijke wens van de raad pgenmen m inzage en inspraak te krijgen in het geval van belangrijke inhudelijke ntwikkelingen f beleidswijzigingen in de begrting. Al eerder - in ktber 2014 bij de derde wijziging van de regeling, in verband met de instelling van de Servicerganisatie Jeugd - werden wij dr het cllege van Zwijndrecht gewezen p de Nta Verbnden partijen van deze gemeente. Destijds liet de specifieke aard van de wijziging geen ruimte vr aanpassing van de regeling p andere punten. Nu, bij de vierde wijziging, vraagt het cllege van Zwijndrecht pnieuw in te gaan p enkele cncrete vragen. Ls van het feit dat de Nta Verbnden partijen van Zwijndrecht in zijn srt niet uniek is veel gemeenten hebben z'n nta- zijn de richtlijnen van de nta een belangrijke graadmeter vr de wijze waarp de gemeenteraden zijn bij de sturing van de gemeenschappelijke regeling. Zals al eerder is aangegeven is de prcedure m te kmen tt deze vierde wijziging gestart vrdat deze zmer meer inhudelijk ver de 'gvernance' van de gemeenschappelijke regeling is gesprken. Als resultaat van de aanbevelingen ver 'gvernance' is vanuit Zwijndrecht dit najaar een actieve bijdrage geleverd m te kmen tt verbetering van de sturing. Deze bijdrage heeft nder meer geleid tt een initiatiefvrstel in het algemeen bestuur. In de telichting p dit initiatiefvrstel wrdt gecncludeerd dat de raden p basis van de gemeenschappelijke regeling vier dcumenten ntvangen: 1. De begrting; 2. De jaarrekening; 3. De algemene financiële en beleidsmatige kaders; 4. Wijzigingen p de begrting vr zver de bijdragen van de gemeenten hierdr wijzigen. Alleen bij dcumenten 1 en 4 is p basis van de gemeenschappelijke regeling sprake van een frmele zienswijzeprcedure. Daarnaast wrdt p basis van artikel 6 van de regeling jaarlijks een meerjarenbeleidsplan pgesteld, maar deze wrdt niet vr zienswijze aangebden. Overigens wrdt dit najaar wel in een zienswijzeprcedure vr het actuele meerjarenbeleidsplan vrzien. In dat verband wrden de effecten van de aanbevelingen ver de gvernance zichtbaar. Aanbeveling in het initiatiefvrstel is, dat het meerjarenbeleidsplan de basis met zijn vr de algemene financiële en beleidsmatige kaders. Het ligt vr de hand dat het algemeen bestuur 5

6 hierp een principebesluit neemt. Het definitieve besluit neemt het algemeen bestuur na zienswijze dr de raden. Het algemeen bestuur en de raden kmen daarmee beide meer in psitie. Als extra hulpmiddel wrdt aanbevlen een beleidskalender per jaar te maken dat het algemeen bestuur en de raden inzicht biedt wat zij wanneer mgen verwachten en wat hun rl daarbij is. Denk daarbij aan: P&C dcumenten, belangrijke beleidsvrstellen, kaders etc. In de vrstellen aan het algemeen bestuur met duidelijk verwrd zijn he het vrstel past binnen het meerjarenbeleidsplan, wat aan het algemeen bestuur wrdt gevraagd en p basis van welke bevegdheid, wettelijk kader, eventuele financiële cnsequenties. Indien ndig kan het algemeen bestuur vrafgaand aan de besluitvrming uitgebreider wrden geïnfrmeerd dr middel van een presentatie (b.v. ver de begrting) f zals nu bij grte nderwerpen een speciale avnd, k vr raden (dekkingsplan, meerjarenbeleidsplan). Op het mment dat het antwrd p de zienswijze p de vierde wijziging werd gefrmuleerd had de besluitvrming p het initiatief van Zwijndrecht ng niet in het algemeen bestuur plaatsgevnden. Het spreekt vr zich dat wij ns de aanbevelingen ter harte zullen nemen. Of de aanbevelingen uiteindelijk k gevlgen meten hebben vr de tekst van de gemeenschappelijke regeling kan in de vierde wijziging niet meer wrden verwerkt. 6