Rapport Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Ameland

Transcriptie

1 Rapport Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Ameland

2 Rapport Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners, Prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Ameland april 2010

3 COLOFON Samenstelling Andrew Britt Mark Gremmen Lieke Salomé Vormgeving binnenwerk BMC Onderzoek Druk Bakker Baarn SGBO Benchmarking Postbus HE Den Haag SGBO Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 1 Verantwoording en achtergrondgegevens Achtergrondgegevens respondenten 3 2 Sociale en fysieke kwaliteit / Sociale samenhang en leefbaarheid Sociale en fysieke kwaliteitscores Leefbaarheid Voorzieningen in de buurt Sociale cohesie Sociale contacten Sociaal netwerk Discriminatie Bemoeizorg / signalering Verenigingsleven 17 3 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen Vrijwilligerswerk Mantelzorg Ondersteuning aan mantelzorgers 23 4 Vragen over zorg, wonen en welzijn 25 5 Jeugd en opvoeding 27 6 Beleidsparticipatie / bekendheid met de Wmo 29 Conclusies 30 Bijlage 32

5 Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 ingegaan en heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijk verkeer. De wet zorgt er ook voor dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. Burgers hebben een centrale positie in de Wmo. Zij moeten betrokken worden bij de uitvoering van de wet en kunnen een belangrijke rol spelen bij het opstellen en bijstellen van beleid. Een belevingsonderzoek onder burgers is een adequate methode om zicht te krijgen op de wensen van de burgers en hun tevredenheid over het ondersteuningsaanbod van de gemeente. De gemeente voldoet met dit belevingsonderzoek aan artikel 9 lid 1a van de Wmo, waarin is aangegeven dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks vóór 1 juli de uitkomsten publiceert van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet. Voor u ligt het rapport Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners (prestatievelden 1 t/m 4). Het rapport toont de beleving van inwoners uit de gemeente Ameland op de eerste vier prestatievelden van de Wmo, te weten: 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen die problemen hebben met opgroeien en van ouders die problemen hebben met opvoeden. 3 Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In het onderzoek hebben de inwoners dus hun mening gegeven over zaken als de woonomgeving, de eventuele ontvangen ondersteuning van de gemeente voor opvoeding, mantelzorgers, vrijwilligers, en de informatievoorziening vanuit de gemeente over zorg, wonen en welzijn. In dit rapport wordt de beleving van de inwoners van de gemeente Ameland vergeleken met die van de inwoners van alle deelnemende gemeenten, de zogenoemde referentiegroep. Het rapport geeft inzicht in wat de sterke en verbeterpunten van de gemeente Ameland zijn als het gaat om de tevredenheid van de burgers over de praktische invulling van de Wmo. Mede hierdoor biedt het rapport concrete aanknopingspunten voor verbeteringen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 1

6 Leeswijzer Het rapport bestaat uit 6 hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de verantwoording en de achtergrondgegevens van het onderzoek en de deelnemers. In hoofdstuk 2 wordt de sociale en fysieke kwaliteit binnen de gemeente besproken. Hoe beleven mensen hun buurt? Hoe zijn de sociale contacten binnen de gemeente et cetera. Hoofdstuk 3 gaat in op vrijwilligerswerk en zorg voor anderen. De tevredenheid over de informatievoorziening vanuit de gemeenten op het gebied van zorg, wonen en welzijn komt aan de orde in hoofdstuk 4. De bekendheid met en tevredenheid over opvoedingsondersteuning en de voorzieningen voor de jeugd in de gemeente in hoofdstuk 5. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op beleidsparticipatie en bekendheid met de Wmo in het algemeen. Uw gemeente heeft ook de resultaten van dit onderzoek laten uitsplitsen naar 4 dorpen binnen de gemeente. Deze zijn in de figuren aangeduid als segmenten 1 t/m 4. De verdeling is als volgt: Segment 1: Hollum Segment 2: Ballum Segment 3: Nes Segment 4: Buren SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 2

7 1 Verantwoording en achtergrondgegevens Het onderzoek is in februari 2010 uitgevoerd. In totaal hebben 18 1 gemeenten aan het onderzoek deelgenomen. De deelnemende gemeenten hebben een aselecte streekproef getrokken van vanaf de inwoners van 18 jaar en ouder, die zij hebben aangeschreven met het verzoek de vragenlijst in te vullen. Om de resultaten van de gemeenten onderling goed te kunnen vergelijken, is gebruik gemaakt van een uniforme vragenlijst. In Ameland zijn de enquêtes (in totaal stuks) huis aan huis verspreid. In totaal hebben 571 van de aangeschreven burgers uit de gemeente Ameland de vragenlijst ingevuld. De respons voor de gemeente Ameland is daarmee 36,8%. In de referentiegroep is de gemiddelde respons 40,0%. 1.1 Achtergrondgegevens respondenten In het onderzoek is gevraagd naar het geslacht en de leeftijd van de respondenten. Van de respondenten is 59% vrouw en 41% man. In de referentiegroep is de verdeling nagenoeg gelijk, namelijk 57% vrouwen om 43% mannen. In figuur 1 zijn de respondenten verdeeld naar leeftijdscategorie voor de gemeente Ameland, en voor alle deelnemende gemeenten. Figuur 1 Verdeling leeftijden van respondenten Uw gemeente 2009 Referentiegroep De meeste respondenten behoren tot de leeftijdcategorie jaar (58,9%). Er is nauwelijks verschil tussen uw gemeente en de referentiegroep. 1 Achtkarspelen, Alphen a/d Rijn, Ameland, Bergeijk, Dalfsen, Dinkelland, Heumen, Hillegom, Landerd, Loppersum, Meppel, Rheden, Rijssen-Holten, Rotterdam, Someren, Uitgeest, Wierden, Woensdrecht. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 3

8 Aan de inwoners is ook gevraagd of zij betaalde arbeid verrichten en zo ja, in welke mate. De verdeling van het aantal uren per week dat de respondenten betaalde arbeid verrichten, is te zien in figuur 2. Figuur 2 Betaalde arbeid en verdeling naar aantal uren Uw gemeente 2009 Referentiegroep Tabel 1 Overzicht betaalde arbeid naar dorp Nee Ja, 1-12 uur per Ja, uur per Ja, 32 uur of meer per week week week Hollum 39,4% 10,2% 20,8% 29,7% Ballum 33,3% 3,2% 28,6% 34,9% Nes 37,7% 7,2% 19,8% 35,3% Buren 38,9% 10,0% 16,7% 34,4% Gemeente 38,2% 8,4% 20,6% 32,8% 2009 Referentie 41,1% 6,7% 19,4% 32,8% groep Het aandeel respondenten dat geen betaalde arbeid verricht, bedraagt in de gemeente Ameland 38,2% en is daarmee iets lager dan in de referentiegroep. 32,8% van de respondenten werkt meer dan 32 uur per week, dit is precies gelijk aan de referentiegroep. In de gemeente Ameland is onder de deeltijdwerkers de groep die uur arbeid verricht het grootst. Relatief gezien werken de meeste mensen in de dorpen Hollum en Nes. Aan respondenten is gevraagd naar de samenstelling van hun huishouden (gehuwd/samenwonend, alleenstaand, met of zonder (thuiswonende) kinderen). De resultaten zijn te lezen in figuur 3. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 4

9 Figuur 3 Samenstelling huishouden Uw gemeente 2009 Referentiegroep Tabel 2 Overzicht samenstelling huishouden naar dorp Geh. / samenw. met Geh. / samenw. Alleenst. met thuisw. Alleenst. zonder thuisw. kind. zonder (thuisw.) kind. kind. (thuisw.) kind. Hollum 25,2% 52,1% 4,7% 17,9% Ballum 39,7% 46,0% 1,6% 12,7% Nes 31,1% 44,7% 2,5% 21,7% Buren 39,5% 36,0% 1,2% 23,3% Gemeente 31,0% 46,7% 3,1% 19,2% 2009 Referentie 34,3% 44,4% 2,6% 18,7% groep Bijna de helft van de respondenten 46,7% in uw gemeente woont samen zonder (thuiswonende) kinderen. Dit is iets meer dan in de referentiegroep. Huishoudens met thuiswonende kinderen daarentegen komen in Ameland minder vaak voor dan in de referentiegroep. In Hollum wonen het minste aantal gehuwden/samenwonenden met thuiswonende kinderen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 5

10 2 Sociale en fysieke kwaliteit / Sociale samenhang en leefbaarheid 2.1 Sociale en fysieke kwaliteitscores De schaalscores over sociale en fysieke kwaliteit zijn gebaseerd op meerdere vragen over hetzelfde onderwerp. Samenhangende vragen worden hiertoe gebundeld. Elke antwoordcategorie van een vraag krijgt, afhankelijk van de lading, een waarde toegekend. Rekening houdend met deze waarde en het aantal antwoordcategorieën kan een schaalscore worden berekend die resulteert in een waarde tussen 0 en 10 (figuur 4). Figuur 4 Schaalscores sociale en fysieke kwaliteit algemeen Uw gemeente 2009 Referentiegroep Figuur 5 Schaalscores sociale en fysieke kwaliteit naar wijk Uw gemeente 2009 Referentiegroep Ten behoeve van de schaalscore op sociale kwaliteit zijn de vragen over de sociale omgang in een buurt samengenomen. De antwoordcategorieën die een positieve invloed hebben op de sociale cohesie krijgen een hogere waarde toegekend dan antwoordcategorieën die daar een negatieve invloed op hebben. De schaalscore varieert van 0 (weinig cohesie) tot 10 (veel cohesie). Dus hoe hoger de score, hoe beter. Uw gemeente scoort een 7,4 op het aspect sociale kwaliteit. De sociale cohesie is daarmee hoger dan de referentiegroep (6,8). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 6

11 De schaalscore fysieke kwaliteit is gebaseerd op de mate waarin bewoners vinden dat er in hun buurt sprake is van hondenpoep, zwerfvuil, vernielingen, diefstal, inbraak et cetera. De schaalscore varieert van 0 (geen verloedering) tot 10 (veel verloedering). Dus hoe lager deze score, hoe beter. In uw gemeente is de fysieke kwaliteit wat positiever dan de referentiegroep (4,3 ten opzichte van 4,5). In Hollum is de meeste sociale samenhang en in Nes is de minste sociale samenhang tussen de bewoners. Er is weinig verschil in fysieke kwaliteit van de leefomgeving tussen de verschillende segmenten, al lijkt ook de fysieke kwaliteit in Nes iets minder te zijn. 2.2 Leefbaarheid De woonomgeving speelt een grote rol in het welbevinden van de meeste mensen. De beleving van de woonomgeving is ten eerste gemeten door te vragen naar een aantal aspecten van de buurt. Deze zijn onder andere gebruikt om de fysieke kwaliteitsscore te berekenen. Aan de inwoners van de deelnemende gemeenten is ook gevraagd hoe vaak bepaalde ongemakken in de openbare ruimte voorkomen. In figuur 6 en 7 is weergegeven welk aandeel van de respondenten aangeeft dat deze ongemakken in de openbare ruimte vaak voorkomen. Figuur 6 Voorkomen van ongemakken in de openbare ruimte (fysieke verloedering) Uw gemeente 2009 Referentiegroep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 7

12 Figuur 7 Voorkomen van ongemakken in de openbare ruimte (sociale overlast) Uw gemeente 2009 Referentiegroep Verkeers-, parkeeroverlast (12,1%) en hondenpoep (55,3%) worden als de meest voorkomende ongemakken in de openbare ruimte ervaren in Ameland. In vergelijking met de referentiegroep ervaren burgers in Ameland veel meer overlast van hondenpoep. Wat de overige overlast betreft ondervinden respondenten in Ameland relatief gezien minder overlast. In de onderstaande tabellen zijn deze ongemakken uitgesplitst naar dorp. Tabel 3 Ongemakken naar dorp (fysieke verloedering) Vernieling en Vernieling van Rommel, Hondenpoep Defecte openb. Diefstal, Leegstand, bekladding openb. auto zwerfvuil voorz. inbraak verpaupering ruimte gebouw. Hollum 0,0% 0,0% 5,0% 59,2% 3,4% 0,0% 3,0% Ballum 1,6% 0,0% 4,8% 54,7% 8,1% 0,0% 0,0% Nes 3,0% 1,8% 10,8% 56,2% 3,0% 0,6% 2,4% Buren 2,2% 1,1% 12,4% 44,9% 2,3% 0,0% 4,7% Gemeente ,4% 0,7% 7,9% 55,3% 3,6% 0,2% 2,7% Referentie groep 6,1% 3,4% 20,8% 36,4% 6,6% 2,9% 2,3% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 8

13 Tabel 4 Ongemakken naar dorp (sociale overlast) Geluidsoverlas Rondhangende Verkeers-, Overlast van Agressie, t groepen parkeeroverlast omwonenden geweld Hollum 2,9% 1,3% 8,0% 0,4% 0,0% Ballum 4,8% 1,6% 16,1% 1,6% 0,0% Nes 16,7% 10,8% 20,7% 7,2% 0,0% Buren 15,7% 12,2% 4,5% 5,6% 1,1% Gemeente 9,3% 5,9% 12,1% 3,4% 0,2% 2009 Referentie 9,1% 7,0% 20,0% 3,9% 0,9% groep Verkeers-, parkeeroverlast (12,1%) en hondenpoep (55,3%) worden als de meest voorkomende ongemakken in de openbare ruimte ervaren in Ameland. De verkeers-, parkeeroverlast wordt vooral ervaren door bewoners van Nes terwijl de grootste overlast door hondenpoep vooral in Hollum plaatsvindt. Tot slot is aan respondenten gevraagd of de stoepen en straten in uw buurt goed begaanbaar zijn voor bijvoorbeeld kinderwagens of mensen in een rolstoel of scootermobiel. De resultaten hiervan zijn terug te lezen in de onderstaande tabel dorp. In Ameland wordt de begaanbaarheid van stoepen en straten beter beoordeeld dan in de referentiegroep. In Nes zijn de bewoners hier echter iets minder tevreden over. Tabel 5 Begaanbaarheid stoepen en straten naar dorp Goed Redelijk Slecht Weet ik niet begaanbaar begaanbaar begaanbaar Hollum 52,7% 34,0% 8,7% 4,6% Ballum 45,3% 37,5% 12,5% 4,7% Nes 33,7% 46,2% 14,8% 5,3% Buren 45,6% 41,1% 10,0% 3,3% Gemeente 45,1% 39,2% 11,1% 4,6% 2009 Referentie 41,0% 40,9% 14,4% 3,7% groep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 9

14 2.3 Voorzieningen in de buurt De aanwezigheid van voldoende voorzieningen zoals winkels, banken, postkantoren en jeugdvoorzieningen wordt door veel mensen als belangrijk beschouwd. Zowel in kleine dorpskernen als in oude stadswijken staan deze voorzieningen vaak onder druk. Juist plekken zoals (buurt)winkels, postkantoren of parkjes zijn plekken waar buurtbewoners elkaar regelmatig tegen kunnen komen om een praatje te maken. Aan inwoners is gevraagd of er in hun buurt (op loopafstand) voldoende voorzieningen zijn. De resultaten op gemeenteniveau zijn terug te lezen in figuur 8 en op wijkniveau in de onderstaande tabel. Figuur 8 Voorzieningen in de buurt Uw gemeente 2009 Referentiegroep Inwoners van Ameland geven aan dat er voldoende winkels aanwezig zijn voor basisbehoeften en dat er voldoende openbaar vervoer is op loopafstand, zij scoren hier hoger dan in de referentiegroep. De meerderheid van de respondenten geeft echter aan dat er onvoldoende banken, postkantoren op loopafstand zijn. Ook het aantal jeugdvoorzieningen dat op loopafstand beschikbaar is scoort laag. Ook bij het aantal voorzieningen per dorp steekt Nes er uit. In dit segment is de tevredenheid over het aantal winkels voor basisbehoeften het grootst. Dit geldt ook voor de banken, postkantoren, pinautomaten, artsen e.d., maar juist niet voor het openbaar vervoer. In Nes zijn mensen hier het minst tevreden over. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 10

15 Tabel 6 Voorzieningen naar dorp Winkels voor Banken, Pinautomaten Huisartsposten, Openbaar Jeugd Groen basisbehoeften postkantoren cosultatiebureaus, CJG's vervoer Hollum 91,7 29,4 67,9 66,7 93,4 53,6 72,7 Ballum 81,8 18,5 43,9 95,5 87,9 29,7 75,4 Nes 97,6 72,9 68,3 91,5 67,9 41,6 74,4 Buren 86,7 34,1 50,6 69,0 78,9 59,6 66,7 Gemeente 91,3 41,8 62,4 77,8 82,9 48,5 72, Referentie 75,6 63,8 73,0 67,9 71,2 29,7 74,4 groep 2.4 Sociale cohesie De inwoners konden hierbij aangeven in hoeverre ze het eens zijn met uitspraken over sociale samenhang in de buurt. Dit is voor de gemeente Ameland en de referentiegroep weergegeven in figuur 9. Onder andere deze antwoorden worden gebruikt om de sociale kwaliteitsscore te berekenen. Figuur 9 Tevredenheid over sociale cohesie Uw gemeente 2009 Referentiegroep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 11

16 Tabel 7 Tevredenheid sociale cohesie naar dorp Kennen elkaar Prettige Gezell. buurt met veel Thuisvoelen in deze Betrokken bij de nauwelijks omgang saamhorigheid buurt buurt Hollum 3,5% 91,7% 84,8% 92,4% 86,2% Ballum 11,3% 88,9% 71,0% 88,9% 75,4% Nes 14,6% 85,3% 64,1% 79,1% 65,8% Buren 6,9% 89,8% 78,2% 89,9% 83,0% Gemeente 8,3% 89,2% 76,1% 87,7% 78,4% 2009 Referentie 25,7% 86,5% 66,2% 82,9% 72,0% groep Een ruime meerderheid van de respondenten in uw gemeente geeft aan dat zij in een gezellige buurt wonen met veel samenhorigheid (76,1%). Tegelijkertijd is men tevreden over de prettige omgang in de buurt (89,2%), en voelt men zich er goed thuis (87,7%). 78,4% van de respondenten geeft aan zich heel betrokken bij de buurt te voelen. In Nes is duidelijk minder sociale cohesie, zo blijkt uit bovenstaande tabel. Op de vraag of er behoefte is aan plaatsen waar men andere mensen uit de buurt kan ontmoeten, zegt 14,8% van de respondenten uit uw gemeente daar behoefte aan te hebben. In de referentiegroep is dit aandeel ongeveer gelijk namelijk, 14,1%. Tabel 8 Voldoende plaatsen waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens Hollum 20,5% 55,4% 16,9% 7,2% Ballum 11,8% 64,7% 23,5% Nes 9,6% 53,8% 30,8% 5,8% Buren 27,0% 51,4% 13,5% 8,1% Gemeente 17,8% 55,5% 20,4% 6,3% 2009 Referentie 9,1% 45,1% 34,5% 11,3% groep Aan de mensen die hebben aangegeven behoefte te hebben aan plaatsen in de buurt waar zij andere mensen uit de buurt kunnen ontmoeten is de stelling voorgelegd In mijn buurt zijn voldoende plaatsen waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten. Het grootste deel van deze respondenten is het hier mee eens (55,5%). Daarnaast is aan de inwoners gevraagd hoe vaak er leuke activiteiten in de buurt worden georganiseerd. Gedacht kan worden aan zaken als braderieën en buurtfeesten. Het SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 12

17 merendeel van de respondenten (53,9%) geeft aan dat deze activiteiten soms plaatsvinden. 15,6% geeft aan dat deze (bijna) nooit plaatsvinden. Dit is veel lager dan in de referentiegroep waar 39,2% aangeeft dat er (bijna) nooit leuke activiteiten plaatsvinden. In Buren vinden het vaakst leuke activiteiten plaats. Verder geeft 21,3% van de respondenten aan hier aan deel te nemen. Dit is iets lager dan in de referentiegroep, waar 22,6% deelneemt aan buurtactiviteiten. Tabel 9 Leuke activiteiten naar dorp Vaak Soms (Bijna) nooit Hollum 29,3% 61,5% 9,2% Ballum 13,8% 69,2% 16,9% Nes 29,8% 41,0% 29,2% Buren 46,7% 45,6% 7,8% Gemeente 30,5% 53,9% 15,6% 2009 Referentie 9,4% 51,4% 39,2% groep Burgers kunnen zelf actief een bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Gedacht kan worden aan activiteiten organiseren, schoonmaakacties, en contact met de gemeente over zaken die in de buurt spelen. Figuur 10 geeft aan dat 25,9 % van de respondenten in de gemeente Ameland in het afgelopen jaar actief te zijn geweest in de eigen buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Dit wijkt af van het beeld in de referentiegroep. Het grootste deel van de respondenten voelt zich betrokken bij de buurt. De minste betrokkenheid bij de buurt is te vinden in Nes, maar dit is niet verwonderlijk omdat hier ook de minste sociale cohesie is. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 13

18 Tabel 10 Betrokkenheid bij buurt uitgesplitst naar dorpen Hoe betrokken voelt u zich bij uw buurt? Bent u het afgelopen jaar actief geweest in uw buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren? Heel Enigszins Nauwelijks Niet betrokken Ja Nee betrokken betrokken betrokken Hollum 46,0% 49,4% 4,2%,4% 31,5% 68,5% Ballum 39,7% 49,2% 9,5% 1,6% 29,7% 70,3% Nes 27,4% 55,4% 16,1% 1,2% 16,8% 83,2% Buren 37,4% 58,2% 4,4% 24,7% 75,3% Gemeente 38,4% 52,6% 8,3%,7% 25,9% 74,1% 2009 Referentie 27,2% 56,1% 13,9% 2,8% 21,5% 78,5% groep 2.5 Sociale contacten Een doel van de Wmo is dat mensen kunnen (blijven) participeren in de samenleving. Onvoldoende sociale contacten of eenzaamheid kunnen hier een belemmering voor zijn. Voor gemeenten is het daarom interessant om inzichtelijk te hebben hoeveel inwoners een goed sociaal netwerk hebben. Aan inwoners is gevraagd in hoeverre zij bekend zijn met de bewonersorganisaties in de buurt. 21,5% van de respondenten is hier goed mee bekend, terwijl 19% hier nauwelijks bekend mee is. De bewonersorganisaties op Ameland genereren veel meer bekendheid dan in de referentiegroep Sociaal netwerk In de gemeente Ameland geeft 92,9 % van de respondenten aan te beschikken over voldoende sociale contacten. In de referentiegroep is dit percentage ongeveer gelijk namelijk 92,5%. Ook is aan respondenten gevraagd hoe vaak zij zich eenzaam voelen. In uw gemeente geeft 1,6% aan zich vaak eenzaam te voelen. Dit is lager dan in de referentiegroep, waar 2,1% aangeeft zich vaak eenzaam te voelen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 14

19 Tabel 11 Eenzaamheid en sociale contacten Vindt u dat u voldoende sociale contacten Voelt u zich vaak eenzaam? heeft? Voldoende sociale contacten Behoefte aan meer sociale contacten Vaak Soms (Bijna) nooit Hollum 93,8% 6,2%,8% 22,1% 77,1% Ballum 93,9% 6,1% 18,2% 81,8% Nes 89,8% 10,2% 2,4% 15,5% 82,1% Buren 95,6% 4,4% 3,3% 25,0% 71,7% Gemeente 92,9% 7,1% 1,6% 20,1% 78,3% 2009 Referentie 92,5% 7,5% 2,1% 15,0% 82,9% groep Op de vraag Heeft u mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? geeft de meerderheid van de inwoners van Ameland aan deze wel te hebben. 8,3% van de respondenten geeft aan geen mensen te hebben op wie ze terug kunnen vallen, dit is iets lager dan in de referentiegroep (10%). In de meeste gevallen kunnen mensen terugvallen op hun familie Discriminatie Discriminatie op bijvoorbeeld handicap, afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook kan mensen belemmeren om mee te doen in de maatschappij. Daarom is aan respondenten gevraagd of zij zich wel eens gediscrimineerd voelen. In de onderstaande tabel zijn de resultaten te zien. Tabel 12 Discriminatie Vaak Soms (Bijna) nooit Gemeente,9% 8,7% 90,4% 2009 Referentie 1,3% 7,6% 91,1% groep In uw gemeente geeft de meerderheid (90,4%) van de respondenten aan zich niet gediscrimineerd te voelen. Dit is iets lager dan de referentiegroep Bemoeizorg / signalering Bemoeizorg richt zich voornamelijk op de zogenaamde zorgwekkende zorgmijders. Mensen die in behoeftige of anderszins verkommerde omstandigheden leven maar de stap naar de reguliere hulpverlening nog niet kunnen, of niet meer willen maken. Bewoners kunnen een SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 15

20 rol spelen in het helpen signaleren van deze mensen. Voor de gemeente is het van belang dat inwoners weten waar zij terecht kunnen als zij een zorgwekkende zorgmijder in hun omgeving hebben. Aan respondenten is de vraag gesteld Weet u waar u melding kunt doen als u zich ernstig zorgen maakt om een persoon of gezin in uw omgeving (bijvoorbeeld iemand die niet meer weet wat goed voor hem is, iemand die nooit meer buiten komt, die zichzelf of anderen verwaarloosd, et cetera)? Het grootste deel van de respondenten (50,4%) geeft aan dit niet te weten maar wel te weten hoe zij erachter kunnen komen. Het aantal respondenten dat aangeeft wel te weten waar ze een melding kunnen maken is hoger in Ameland dan in de referentiegroep. Figuur 10 Bekendheid mogelijkheid tot melding Uw gemeente 2009 Referentiegroep Vervolgens is aan respondenten gevraagd of zij ooit iemand in hun omgeving hebben gekend/kennen waar zij zich ernstig zorgen over maken/maakte. De meeste mensen geven aan niemand in hun omgeving te hebben. Toch geeft 13,4% aan wel iemand gekend te hebben waar zij zich zorgen over maakte (maar dit niet gemeld te hebben) en 13,3% die zich ernstig zorgen maakte en het wel meldde. Figuur 11 Zorgen over iemand in de omgeving? Uw gemeente 2009 Referentiegroep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 16

21 Tenslotte geeft 68,2% van de respondenten aan dat zij het wel zouden melden als zij zich ernstig zorgen maakte om een persoon of gezin in hun omgeving. Tabel 13 Zou u het melden? Ja Nee Weet niet Gemeente 68,2% 2,7% 29,1% 2009 Referentie 67,8% 2,4% 29,8% groep 2.6 Verenigingsleven Lid zijn van een vereniging zegt iets over de deelname van burgers aan de maatschappij. Aan respondenten is daarom gevraagd of zij lid zijn van een vereniging. Hiertoe behoren niet alleen sportclubs, maar ook gezelligheid- of andere vrijetijdsverenigingen. Meer dan de helft (67%) van de respondenten in uw gemeente geeft aan lid te zijn van een vereniging. In de referentiegroep is dit 79%. Het percentage van de inwoners van uw gemeente dat lid is van een vereniging is dus lager dan de referentiegroep. Tabel 14 Verdeling redenen/oorzaken om geen lid te zijn van vereniging Gemeente 2009 Referentie groep Redenen om geen lid te worden van een vereniging Geen interesse of behoefte 40,5% 52,0% Reiskosten,9%,8% Tijdsgebrek / te druk 50,0% 38,3% Lidmaatschap is te duur 6,9% 8,0% Problemen met kinderopvang 6,0% 2,2% Ik weet niet wat voor 2,6% 4,9% verenigingen er zijn Ik voel mij niet welkom,9% 1,6% Er zijn in de buurt geen 5,2% 4,2% verenigingen N.v.t. 14,7% 13,7% De voornaamste redenen/oorzaken om geen lid te zijn van een vereniging zijn geen interesse of behoefte (40,5%) en tijdsgebrek (50,0%). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 17

22 3 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen Vrijwilligers zijn onmisbaar in onze samenleving. In de Wmo worden belangrijke maatschappelijke taken aan hen toegedicht. In het belevingsonderzoek is gevraagd naar de invulling van vrijwilligerswerk en de zorg voor anderen. 3.1 Vrijwilligerswerk In uw gemeente geeft 60,5% van de respondenten aan in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk te hebben gedaan. In de referentiegroep is dit aandeel lager. 56,9% van de respondenten in de gemeente Ameland verwacht in het komend jaar vrijwilligerswerk te gaan doen. Dit is hoger dan in de referentiegroep, waar dit aandeel 41,1% bedraagt. Tabel 15 Vrijwilligerswerk Heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? Verwacht u in de komende 12 maanden vrijwilligerswerk te doen? ja nee Ja Nee Gemeente 60,5% 39,5% 56,9% 43,1% 2009 Referentie 45,7% 54,3% 41,1% 58,9% groep Aan de inwoners die verwachten dat zij het komend jaar geen vrijwilligerswerk zullen doen, is gevraagd wat hiervoor de redenen zijn (meerdere antwoorden mogelijk). De verdeling hiervan is te zien in de onderstaande tabel. Tabel 16 Verdeling redenen/oorzaken om geen vrijwilligerswerk te doen Gemeente 2009 Referentie groep Redenen om geen vrijwilligerswerk te doen Geen interesse of behoefte 37,7% 42,3% Tijdsgebrek / te druk 59,3% 59,1% Problemen kinderopvang 4,4% 3,4% (Reis)kosten,5% 1,0% Weet niet wat voor 9,8% 7,1% vrijwilligerswerk ik kan doen Weet niet hoe ik aan 4,9% 2,7% vrijwilligerswerk kan komen SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 18

23 Voor de inwoners van Ameland die verwachten dat zij het komend jaar geen vrijwilligerswerk zullen doen is de voornaamste reden tijdgebrek (59,3%). Geen interesse of behoefte (37,7%) speelt ook (relatief) vaak een rol. In uw gemeente wordt er als reden om geen vrijwilligerswerk te doen iets vaker aangegeven dat burgers niet weten wat voor soort vrijwilligerswerk ze kunnen gaan doen. Hier ligt nog een kans om meer vrijwilligers te werven. 3.2 Mantelzorg Mantelzorgers zorgen onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Volgens de definitie van het SCP moet deze zorg ook meer dan 8 uur per week en langer dan 3 maanden duren voordat er sprake is van mantelzorg. Respondenten is de vraag voorgelegd of zij vrijwillige zorg geven aan hulpbehoevende familieleden, vrienden of bekenden (mantelzorg). 19,5% van de respondenten geeft aan vrijwillige zorg te geven aan naasten. Dit is ongeveer gelijk aan het percentage in de referentiegroep (19,7%). Aan wie geven deze mensen vrijwillige zorg? De verdeling hiervan is terug te lezen in de onderstaande tabel. De meeste mensen geven zorg aan hun (schoon)ouders. Het aandeel mantelzorgers dat voor hun buren, vrienden of kennissen zorgt is in Ameland hoger dan in de referentiegroep. Tabel 17 Aan wie geeft men vrijwillige zorg? Echtgeno(o)t(te) of (Pleeg / stief) (Schoon) Andere Buren, vrienden of Anders partner kinderen ouders familieleden kennissen Gemeente 14,0% 9,3% 38,3% 14,0% 16,8% 7,5% 2009 Referentie 16,1% 9,7% 42,7% 13,6% 12,5% 5,4% groep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 19

24 83,7% van de respondenten die aangeeft mantelzorg te verlenen doet dit al langer dan 12 maanden. Figuur 12 Hoeveel uur geven mensen zorg Uw gemeente 2009 Referentiegroep Meer dan de helft van de respondenten (56,6%) biedt 0-4 uren mantelzorg per week. Dit percentage is iets hoger dan in de referentiegroep (54,8%). 26,4 % van de respondenten in Ameland biedt meer dan 8 uur mantelzorg per week. In de referentiegroep is dat aandeel lager (24,1%). Figuur 13 Leeftijd mantelzorgers Uw gemeente 2009 Referentiegroep Het merendeel van de mantelzorgers is tussen de 35 en 64 jaar oud. Toch is er ook een groot deel 75 jaar of ouder. Dit is een zogenaamde risicogroep omdat de kans groot is dat zij zelf op den duur fysieke belemmeringen gaan ondervinden. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 20

25 Het verlenen van (te) veel hulp aan anderen kan tot overbelasting leiden bij degene die het geeft. Aan de respondenten is gevraagd in welke mate zij zich door het geven van mantelzorg overbelast voelen (figuur 14). Figuur 14 Overbelasting Uw gemeente 2009 Referentiegroep De meerderheid van de respondenten (52,3%) geeft aan zich niet overbelast te voelen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep waar dit aandeel op 51,3% ligt. In de onderstaande tabel is de mate van overbelasting afgezet tegen of mensen wel of niet binnen de SCP definitie van mantelzorg vallen. Tabel 18 Overbelasting naar definitie mantelzorg In welke mate voelt u zich door het vrijwillig geven van zorg overbelast? Niet Soms Regelmatig Vaak Gemeente Mantel- Meer dan 8 uur p/w, min. 3 mnd 11,1% 77,8% 3,7% 7,4% 2009 zorger (SCP definitie) Tot 8 uur p/w, min. 3 mnd 63,4% 35,2% 1,4% Meer dan 8 uur p/w, max. 3 mnd 100,0% Tot 8 uur p/w, max. 3 mnd 80,0% 20,0% Referentie Mantel- Meer dan 8 uur p/w, min. 3 mnd 27,5% 51,7% 11,7% 9,2% groep zorger (SCP definitie) Tot 8 uur p/w, min. 3 mnd 57,7% 37,5% 3,4% 1,4% Meer dan 8 uur p/w, max. 3 mnd 63,2% 31,6% 5,3% Tot 8 uur p/w, max. 3 mnd 68,0% 29,5% 1,6%,8% Het ligt voor de hand dat de mensen die binnen de SCP definitief vallen vaker overbelasting ervaren dan mensen die minder (structureel) zorg bieden. Ongeveer 1 op de SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 21

26 5 respondenten binnen de SCP definitie valt voelt zich regelmatig tot vaak overbelast. Ook loopt de overbelasting op naarmate mantelzorgers meer uren hulp verlenen. Als wij de resultaten van de eerder gestelde vraag Heeft u zelf mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? kruisen met de respondenten die hebben aangegeven mantelzorg te geven leidt dit tot het volgende: Tabel 19 Mensen op wie je terug kunt vallen voor hulp naar wel/niet mantelzorger Heeft u mensen op wie u kunt terugvallen ja nee Gemeente 2009 Mantel- zorger Ja 93,5% 6,5% Nee 92,2% 7,8% Referentie groep Mantel- zorger Ja 88,3% 11,7% Nee 90,5% 9,5% Het kan een punt van zorg zijn dat mensen die vrijwillige zorg geven aan anderen minder vaak iemand hebben om op terug te vallen wanneer zij zelf hulp of zorg nodig zouden hebben. In die zin wordt ondersteuning vanuit de gemeente voor mantelzorgers extra belangrijk. De meeste mantelzorgers hebben iemand om zelf op terug te vallen. Aan de mensen die aangegeven hebben mantelzorg te bieden, is gevraagd of zij zichzelf ook als mantelzorger beschouwen. In uw gemeente zijn er relatief minder mensen die zorg aan een naaste geven die zichzelf ook daadwerkelijk als mantelzorger beschouwen dan in de referentiegroep. Van de respondenten die binnen de SCP definitie van mantelzorg vallen beschouwd bijna 3 op de tien mantelzorgers zichzelf niet als mantelzorger. Dit kan te maken hebben met onbekendheid met het begrip, of de wens om niet in hokjes gestopt te willen worden. Ook kunnen mensen de hulp die zij geven als vanzelfsprekend beschouwen. Van deze groep is het in ieder geval belangrijk dat zij hun weg naar ondersteuning weten te vinden. Figuur 15 Verhouding verschillende definities mantelzorg Uw gemeente 2009 Referentiegroep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 22

27 Tabel 20 Zelfbeeld mantelzorgers Beschouwt u zich als mantelzorger? Ja Nee Gemeente 2009 Mantel- zorger Meer dan 8 uur p/w, min. 3 mnd (SCP 81,5% 18,5% definitie) Tot 8 uur p/w, min. 3 mnd 35,2% 64,8% Meer dan 8 uur p/w, max. 3 mnd 100,0% Tot 8 uur p/w, max. 3 mnd 40,0% 60,0% Referentie groep Mantel- zorger Meer dan 8 uur p/w, min. 3 mnd (SCP definitie) 71,5% 28,5% Tot 8 uur p/w, min. 3 mnd 44,0% 56,0% Meer dan 8 uur p/w, max. 3 mnd 31,2% 68,8% Tot 8 uur p/w, max. 3 mnd 24,2% 75,8% Ondersteuning aan mantelzorgers Het is een taak van elke gemeente om ondersteuning te bieden aan mantelzorgers. In hoeverre zijn mantelzorgers in de gemeente Ameland op de hoogte van deze ondersteuning? Op de vraag Weet u dat u ondersteuning kunt krijgen wanneer het geven van hulp u te veel wordt? geeft 70,8% een positief antwoord. Daarentegen geeft 29,2% aan niet te weten dat deze ondersteuning beschikbaar is. Dit aandeel is lager in de referentiegroep. Aan de mantelzorgers is vervolgens gevraagd of zij weten waar mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning en met vragen. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 16. Figuur 16 Op de hoogte zijn van waar men terecht kan voor ondersteuning en met vragen Uw gemeente 2009 Referentiegroep SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 23

28 Ongeveer de helft van de respondenten uit de gemeente Ameland weet niet waar mantelzorgers terechtkunnen voor ondersteuning en met vragen. Van deze groep weet het grootste deel wel hoe men er achter kan komen. Het is van belang dat juist de mensen die voor langere tijd veel uren zorg geven hun weg naar ondersteuning weten te vinden. Daarom hebben wij in de volgende tabel de bekendheid met waar men terecht kan voor ondersteuning afgezet tegen een combinatie van de uren per week en duur dat met zorg geeft. Tabel 21 Bekendheid ondersteuning naar definitie mantelzorg Weet u waar (vrijwillige) hulpverleners en mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning of vragen? Ja Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen Gemeente 2009 Mantel- zorger SCP definitie 55,6% 25,9% 18,5% Overig 48,1% 40,5% 11,4% Referentie groep Mantel- zorger SCP definitie 55,8% 29,0% 15,3% Overig 46,9% 42,4% 10,7% De meerderheid van de mantelzorgers die binnen de SCP definitie valt is op de hoogte waar men terecht kan voor ondersteuning. Wel is er ook een relatief grote groep (18,5%) die dat niet weet en ook niet weet hoe zij hierachter kunnen komen. 11,3% van de respondenten die mantelzorg geven uit uw gemeente heeft wel eens gebruik gemaakt van deze ondersteuning. In de referentiegroep is dit aandeel gelijk. Van de inwoners die aangeven in uw gemeente gebruik te maken van ondersteuning, meldt 90,9% (zeer) tevreden te zijn over deze ondersteuning. Dit is hoger dan in de referentiegroep (86,3%). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 24

29 4 Vragen over zorg, wonen en welzijn Prestatieveld 3 betreft het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning. Hiermee wordt gedoeld op activiteiten die de inwoners van de gemeente de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen, zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen, zoals een individueel advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Aan de inwoners van de gemeente is gevraagd of zij weten waar zij terecht kunnen met vragen over zorg, wonen en welzijn. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 17. Figuur 17 Op de hoogte zijn van waar men terecht kan met vragen over zorg, wonen en welzijn Uw gemeente 2009 Referentiegroep Tweederde van de respondenten weet waar zij terecht kan met vragen over zorg, wonen en welzijn. Slechts 3,4% van de respondenten uit de gemeente Ameland weet niet hoe zij hier achter kan komen. In de andere gemeenten bedraagt dit aandeel 4,9%. In de volgende tabel is de verdeling naar dorp terug te lezen. Vervolgens is gevraagd naar de tevredenheid van respondenten over - de informatievoorziening vanuit de gemeente - de bereikbaarheid van de gemeente voor klachten, informatie of wensen - het reageren van de gemeente op buurtproblemen. De resultaten hiervan zijn terug te lezen in figuur 18. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 25

30 Figuur 18 Tevredenheid informatievoorziening, bereikbaarheid, reageren Het grootste deel van de respondenten is tevreden over de informatievoorziening vanuit de gemeente. 12% van de respondenten is hier echter ontevreden over. Het minst positief zijn respondenten in Ameland over de wijze waarop de gemeente reageert op buurtproblemen. Ruim vier op de tien respondenten is hier ontevreden over en een op de tien zelfs zeer ontevreden. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 26

31 5 Jeugd en opvoeding Een belangrijke vorm van ondersteuning die omschreven staat in de Wmo is de hulp bij opvoeding. Vroegtijdige interventie en een toereikend aanbod van opvoedingsondersteuning voor alle gezinnen in een gemeente kunnen ertoe bijdragen dat kinderen zich op een goede manier ontwikkelen. Daarom is opvoedingsondersteuning een expliciet onderdeel van deze vragenlijst. 33,9% van de respondenten in uw gemeente en 36,7% in de referentiegroep geeft aan thuiswonende kinderen te hebben. Aan de respondenten met thuiswonende kinderen is gevraagd of ze weten waar ze terecht kunnen met vragen over opvoeding. In welke mate ze daarvan op de hoogte zijn, is te zien in figuur 19. Figuur 19 Weet u waar u terecht kunt met vragen over opvoeding? Uw gemeente 2009 Referentiegroep Bijna driekwart van de respondenten uit Ameland met thuiswonende kinderen weet waar hij/zij moet zijn met opvoedingsvragen, en bijna een kwart weet hoe hij/zij daar achter kan komen. In de referentiegroep liggen de percentages respectievelijk op 63,8% en 33,2%. Van de respondenten in uw gemeente geeft 11% aan dat zij wel eens gebruik hebben gemaakt van opvoedingsondersteuning. In de referentiegroep is dit percentage 13,6%. Hoe hebben de burgers die een beroep hebben gedaan op hulp bij de opvoeding deze ondersteuning ervaren? In figuur 20 is te zien hoe tevreden de inwoners van de gemeente Ameland en in de referentiegroep zijn over de ontvangen opvoedingsondersteuning. Van de inwoners van Ameland die opvoedingsondersteuning hebben ontvangen (11%), is 92% (zeer) tevreden. Dit is hoger dan in de referentiegroep (88%). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 27

32 Figuur 20 Tevredenheid burgers over opvoedingsondersteuning Ook is aan respondenten die thuiswonende kinderen hebben gevraagd hoe tevreden zij zijn over de voorzieningen voor jongeren in de gemeente. Hierin is onderscheid gemaakt tussen voorzieningen voor kinderen tot en met 12 jaar en voor kinderen die ouder zijn dan 12 jaar (figuur 21). Inwoners van de gemeente Ameland zijn vaker tevreden over de voorzieningen voor de jongeren tot en met 12 jaar (77,9%) dan de inwoners in de andere gemeenten (75,8%). De tevredenheid over de voorzieningen voor kinderen ouder dan 12 jaar loopt een stuk achter op de tevredenheid over de voorzieningen voor kinderen onder de 12. Figuur 21 Tevredenheid burgers over voorzieningen voor kinderen SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 28

33 6 Beleidsparticipatie / bekendheid met de Wmo De Wmo verplicht de gemeente om burgers te betrekken bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van het beleid. Vaak heeft de gemeente een Wmo-raad (ook wel Wmo-platform of participatieraad genoemd) ingesteld. Aan de inwoners van uw gemeente is gevraagd of zij bekend zijn met de Wmo. Het merendeel (59,1%) geeft aan niet bekend te zijn met de Wmo. Op de vervolgvraag Weet u dat iedere inwoner van de gemeente invloed kan uitoefenen op het Wmo-beleid van de gemeente? geeft 44,5% een negatief antwoord. 52,9% geeft aan dit wel te weten, dit is een stuk hoger dan in de referentiegroep (46,2%). Een minderheid (42,6%) geeft aan wel eens gehoord te hebben van de Wmo-raad (of vergelijkbaar), in de referentiegroep is dat 47,7%. Vervolgens is aan de mensen die wel van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) hebben gehoord gevraagd of zij op de hoogte zijn van het feit dat de Wmo-raad (of vergelijkbaar) het college van b en w adviseert over het Wmobeleid van de gemeente. Het merendeel van de respondenten geeft aan dit niet te weten (63,0%). Aan de mensen die daar wel van op de hoogte zijn is gevraagd hoe tevreden zij zijn over de inhoud van de adviezen van de Wmo-raad. De resultaten daarvan zijn terug te lezen in figuur 22. Figuur 22 Tevredenheid / bekendheid adviezen Wmo-raad Een groot deel van de respondenten is tevreden over de belangenbehartiging door de Wmoraad. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 29

34 Conclusies en aanbevelingen Dit rapport laat een beeld zien van de beleving van de inwoners van de gemeente Ameland op de eerste vier prestatievelden van de Wmo. In totaal hebben 571 inwoners in de leeftijd van 18 jaar en ouder de vragenlijst ingevuld. Over het algemeen bezien wordt de sociale en fysieke kwaliteit van de buurt in Ameland als redelijk goed ervaren. Deze steken beter af ten opzichte van de andere gemeenten. Bewoners van het dorp Nes ervaren echter een iets slechtere sociale en fysieke kwaliteit. Inwoners van Ameland ondervinden in de openbare ruimte relatief vaak last van hondenpoep. De respondenten uit Ameland zijn overwegend tevreden over hun buurt; 89.2% van de respondenten is tevreden over de prettige omgang, en 87,7% voelt zich thuis in de buurt. 87,7% van de inwoners geeft aan zich heel betrokken bij de buurt te voelen. Deze items vormen samen de sociale cohesie tussen inwoners van Ameland. De sociale cohesie is lager in het dorp Nes dan in de andere dorpen. De respondenten zijn over het algemeen van mening dat zij over voldoende sociale contacten beschikken (92,9%). Een kleine minderheid van de respondenten (1,6%) geeft aan zich vaak eenzaam te voelen en 20,1% geeft aan zich soms eenzaam te voelen. Op Ameland voelen iets meer mensen zich soms eenzaam dan in de referentiegroep. In Ameland worden veel vaker leuke buurtactiviteiten georganiseerd dan in de referentiegroep, maar inwoners van Ameland zijn niet sneller geneigd hieraan deel te nemen. Het grote aandeel leuke activiteiten dat georganiseerd wordt kan te maken hebben met het feit dat Ameland erg op toerisme leunt. Inwoners van Ameland zijn over het algemeen heel tevreden over de voorzieningen in de buurt. Het tevredenst zijn zij over de winkels voor basisbehoeften (91,3%) en het openbaar vervoer (83%). Zij zijn het ontevredenst over het aantal banken, postkantoren (41,9%) en het aantal jeugdvoorzieningen (48,5%) in de buurt. Tweederde van de inwoners is actief in het verenigingsleven. Redenen om geen lid te zijn van een vereniging zijn geen interesse of behoefte en tijdsgebrek. Een meerderheid (60,5%) van de respondenten heeft in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan, en 56,9% verwacht dit te doen in de komende 12 maanden. Tijdsgebrek en het gebrek aan interesse en behoefte is de voornaamste reden om geen vrijwilligerswerk te doen. 19,5% van de respondenten geeft vrijwillige hulp aan een naaste. De meeste respondenten geven deze hulp aan hun (schoon)ouders. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 30

35 52,3% van de respondenten die aangeeft mantelzorg te geven geeft aan zich niet overbelast te voelen door het geven van deze hulp. Iets minder dan de helft van de respondenten die aangeeft mantelzorg te geven is soms of regelmatig overbelast. De meeste respondenten weten waar mantelzorgers terechtkunnen voor ondersteuning (53,3%), of weet hoe zij erachter kunnen komen (35,2%). 11,3% geeft aan wel eens gebruik gemaakt te hebben van deze ondersteuning. 90,9% was daar (zeer) tevreden over. Dit is hoger in de referentiegroep. De meeste respondenten in uw gemeente zijn over het algemeen tevreden over de informatievoorziening vanuit de gemeenten over wonen, zorg en welzijn (87%). 80% van de respondenten is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de gemeente en 58% is (zeer) tevreden over de wijze waarop de gemeente reageert op buurtproblemen. De inwoners van de gemeente Ameland zijn ten aanzien van de voorzieningen voor de jongeren tot en met 12 jaar meer tevreden dan de inwoners in de andere gemeenten. Meer dan de helft van de inwoners met kinderen weet waar zij in uw gemeente terecht kunnen met opvoedingsvragen (73,9%). De tevredenheid over opvoedingsondersteuning is vrij hoog namelijk 92%. De meerderheid van de bewoners is niet bekend met de Wmo (59,1%). Een meerderheid van de respondenten die van de Wmo afweten (44,5%) weet dat inwoners invloed kunnen uitoefenen op het Wmo-beleid van de gemeente. 42,6% heeft wel eens gehoord van de Wmo-raad (of vergelijkbaar). Van de respondenten die bekend zijn met de adviezen van de Wmo-raad zegt 69% hier (zeer) tevreden over te zijn. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 31

36 Bijlage Table 1 Steekproef Respons (N) Respons (%) Gemeente ,7% 2009 Referentie ,0% groep Table 1 De mensen in mijn buurt kennen elkaar nauwelijks Helemaal mee eens 1,4% 2 3,2% 1,6% 3 3,4% 616 4,9% 7 1,3% Mee eens 7 3,1% 5 8,1% 22 14,0% 3 3,4% ,8% 37 6,9% Mee oneens 78 34,5% 30 48,4% 72 45,9% 25 28,7% ,7% ,4% Helemaal mee ,9% 25 40,3% 62 39,5% 56 64,4% ,6% ,4% oneens In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om Helemaal mee eens 71 31,0% 17 27,0% 30 18,4% 22 25,0% ,2% ,9% Mee eens ,7% 39 61,9% ,9% 57 64,8% ,4% ,2% Mee oneens 10 4,4% 5 7,9% 19 11,7% 5 5,7% ,5% 39 7,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE <GEMEENTE> 32

37 Helemaal mee 9 3,9% 2 3,2% 5 3,1% 4 4,5% 374 2,9% 20 3,7% oneens Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid Helemaal mee eens 53 23,7% 10 16,1% 11 7,1% 11 12,6% ,0% 85 16,0% Mee eens ,2% 34 54,8% 89 57,1% 57 65,5% ,4% ,0% Mee oneens 26 11,6% 15 24,2% 48 30,8% 17 19,5% ,6% ,0% Helemaal mee 8 3,6% 3 4,8% 8 5,1% 2 2,3% 622 5,0% 21 4,0% oneens Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt Helemaal mee eens 60 26,7% 16 25,4% 17 10,8% 19 21,3% ,0% ,9% Mee eens ,8% 40 63,5% ,4% 61 68,5% ,0% ,8% Mee oneens 11 4,9% 6 9,5% 28 17,7% 6 6,7% ,8% 51 9,5% Helemaal mee 6 2,7% 1 1,6% 5 3,2% 3 3,4% 406 3,3% 15 2,8% oneens De mensen in mijn buurt voelen zich betrokken en verantwoordelijk voor de buurt Helemaal mee eens 51 22,8% 12 19,7% 9 5,8% 11 12,5% ,9% 83 15,7% Mee eens ,4% 34 55,7% 93 60,0% 62 70,5% ,2% ,8% Mee oneens 24 10,7% 13 21,3% 43 27,7% 11 12,5% ,0% 91 17,2% Helemaal mee 7 3,1% 2 3,3% 10 6,5% 4 4,5% 607 4,9% 23 4,3% oneens SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 33

38 Table 1 De mensen in mijn buurt voelen zich betrokken en verantwoordelijk voor de buurt Helemaal mee eens 51 22,8% 12 19,7% 9 5,8% 11 12,5% ,9% 83 15,7% Mee eens ,4% 34 55,7% 93 60,0% 62 70,5% ,2% ,8% Mee oneens 24 10,7% 13 21,3% 43 27,7% 11 12,5% ,0% 91 17,2% Helemaal mee 7 3,1% 2 3,3% 10 6,5% 4 4,5% 607 4,9% 23 4,3% oneens Table 1 Hoe betrokken voelt u zich bij uw buurt? Heel betrokken ,0% 25 39,7% 46 27,4% 34 37,4% ,2% ,4% Enigszins betrokken ,4% 31 49,2% 93 55,4% 53 58,2% ,1% ,6% Nauwelijks 10 4,2% 6 9,5% 27 16,1% 4 4,4% ,9% 47 8,3% betrokken Niet betrokken 1,4% 1 1,6% 2 1,2% 0,0% 371 2,8% 4,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 34

39 Table 1 Bent u het afgelopen jaar actief geweest in uw buurt om de leefbaarheid Ja 75 31,5% 19 29,7% 28 16,8% 22 24,7% ,5% ,9% Nee ,5% 45 70,3% ,2% 67 75,3% ,5% ,1% en veiligheid te verbeteren? Bent u lid van een Ja ,5% 45 70,3% ,4% 80 87,9% ,4% ,3% vereniging? (bijvoorbeeld Nee 42 17,5% 19 29,7% 45 26,6% 11 12,1% ,6% ,7% sport-, gezelligheids of andere vrijetijdsvereniging) SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 35

40 Table 1 Referentie groep Gemeente 2009 Redenen om geen lid te worden van een Geen interesse of behoefte ,1% 50 23,3% vereniging Reiskosten 47,8% 1,5% Tijdsgebrek / te druk ,5% 59 27,4% Lidmaatschap is te duur 366 6,0% 10 4,7% Problemen met 98 1,6% 7 3,3% kinderopvang Ik weet niet wat voor 219 3,6% 3 1,4% verenigingen er zijn Ik voel mij niet welkom 72 1,2% 1,5% Er zijn in de buurt geen 217 3,6% 7 3,3% verenigingen N.v.t ,4% ,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 36

41 Table 1 Vernieling / bekladding van muren, gebouwen, bus- of tramhokjes etc. Vaak 0,0% 1 1,6% 5 3,0% 2 2,2% 784 6,1% 8 1,4% Soms 25 10,5% 9 14,3% 46 27,7% 25 27,8% ,6% ,8% (Bijna) nooit ,5% 53 84,1% ,3% 63 70,0% ,4% ,8% Vernieling van auto's / fietsen. Vaak 0,0% 0,0% 3 1,8% 1 1,1% 441 3,4% 4,7% Soms 26 10,9% 2 3,2% 35 21,2% 17 19,1% ,7% 80 14,4% (Bijna) nooit ,1% 61 96,8% ,0% 71 79,8% ,9% ,9% Rommel (op straat), zwerfvuil Vaak 12 5,0% 3 4,8% 18 10,8% 11 12,4% ,9% 44 7,9% Soms ,3% 27 42,9% 92 55,1% 47 52,8% ,4% ,4% (Bijna) nooit ,6% 33 52,4% 57 34,1% 31 34,8% ,7% ,7% Hondenpoep Vaak ,2% 35 54,7% 95 56,2% 40 44,9% ,5% ,3% Soms 82 34,2% 21 32,8% 60 35,5% 39 43,8% ,9% ,2% (Bijna) nooit 16 6,7% 8 12,5% 14 8,3% 10 11,2% ,6% 48 8,5% Defecte openbare voorzieningen zoals straatverlichting, bushokjes en Vaak 8 3,4% 5 8,1% 5 3,0% 2 2,3% 849 6,6% 20 3,6% Soms 77 32,4% 15 24,2% 54 32,5% 25 28,4% ,0% ,9% (Bijna) nooit ,3% 42 67,7% ,5% 61 69,3% ,4% ,5% overhangend groen SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK INWONERS GEMEENTE AMELAND 37