Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Leerdam

Transcriptie

1 Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente

2 Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Juni 2009

3 COLOFON Samenstelling Andrew Britt Mark Gremmen Michelle Rijken Vormgeving binnenwerk Druk Bakker Baarn SGBO Niets uit d eze p ub licatie mag word en ver ve e lvoud ig d, opg eslag e n in e en g eauto matiseerd g eg eve nsb esta nd en/of ope nb aar g emaakt d oor mid d e l van d ruk, fotokop ie of op we lk e and ere w ijz e d an ook, zond er d e vo orafg aand e sch rifte lijke to estemming van SGBO. Aan d e totstand koming van d eze pu b licatie is d e g rootst mog elijke zorg beste ed. SGBO kan echter niet aans prake lijk word en g este ld voor e ventu e le onjuisth ed en, noc h kunn en a an d e inho ud rechten word e n ont le end.

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 2 1 Verantwoording en achtergrondgegevens 4 2 Ervaren woonomgeving 7 3 Jeugd en opvoeding 11 4 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen 13 5 Vragen over zorg, wonen en welzijn 17 6 Sociale contacten en Wmo-raad 18 Conclusies en aanbevelingen 20 Bijlage 21 Bijlage Vijfherenlanden 30

5 Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 ingegaan en heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijk verkeer. De wet zorgt er ook voor dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. Burgers hebben een centrale positie in de Wmo. Zij moeten betrokken worden bij de uitvoering van de wet en kunnen een belangrijke rol spelen bij het opstellen en bijstellen van beleid. Een belevingsonderzoek onder burgers is een adequate methode om zicht te krijgen op de wensen van de burgers en hun tevredenheid over het ondersteuningsaanbod van de gemeente. De gemeente voldoet met dit belevingsonderzoek aan artikel 9 lid 1a van de Wmo, waarin is aangegeven dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks vóór 1 juli de uitkomsten publiceert van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet. Voor u ligt het rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4. Het rapport toont de beleving van inwoners uit de gemeente op de eerste vier prestatievelden van de Wmo, te weten: 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen die problemen hebben met opgroeien en van ouders die problemen hebben met opvoeden. 3 Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In het onderzoek hebben de inwoners dus hun mening gegeven over zaken als de woonomgeving, de eventuele ontvangen ondersteuning van de gemeente voor opvoeding, mantelzorgers, vrijwilligers, en de informatievoorziening vanuit de gemeente over zorg, wonen en welzijn. In dit rapport wordt de beleving van de inwoners van de gemeente vergeleken met die van de inwoners van alle deelnemende gemeenten, de zogenoemde referentiegroep. Als uw gemeente in 2007 ook heeft meegedaan, worden de huidige resultaten tevens vergeleken met die van het vorige onderzoek. Het rapport geeft inzicht in wat de sterke en minder sterke punten van de gemeente zijn als het gaat om de tevredenheid van de burgers over de praktische invulling van de Wmo. Mede hierdoor biedt het rapport concrete aanknopingspunten voor verbeteringen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 2

6 Leeswijzer Het rapport bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de verantwoording en de achtergrondgegevens van het onderzoek en de deelnemers. In hoofdstuk 2 komt aan de orde hoe de inwoners de woonomgeving in uw gemeente ervaren. De tevredenheid over de ontvangen opvoedingsondersteuning komt aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden vrijwilligerswerk en de vrijwillige (niet-beroepsmatige) zorg voor anderen behandeld. Hoofdstuk 5 gaat over de informatievoorziening vanuit de gemeente op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Sociale contacten en de bekendheid met de Wmoraad zijn de onderwerpen van hoofdstuk 6. In het rapport wordt in de figuren de respons van uw gemeente in lichtblauw weergegeven en de respons van de referentiegroep in donkerblauw. Als uw gemeente in 2007 ook heeft deelgenomen aan het onderzoek, vindt u die informatie in geel. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 3

7 1 Verantwoording en achtergrondgegevens Het onderzoek is in februari 2009 uitgevoerd. In totaal hebben 20 1 gemeenten aan het onderzoek deelgenomen. De deelnemende gemeenten hebben een aselecte streekproef getrokken van 1500 inwoners boven de 18 jaar, die zij hebben aangeschreven met het verzoek de vragenlijst op papier of via internet in te vullen. Om de resultaten van de gemeenten onderling goed te kunnen vergelijken, is gebruik gemaakt van een standaard vragenlijst. In totaal vulden 538 van de 1500 aangeschreven inwoners van de vragenlijst in. De respons is daarmee 36%. In de referentiegroep 2 is de gemiddelde respons 39%. Deze respons is groot genoeg om representatieve uitspraken te doen over de gehele bevolking. Achtergrondgegevens respondenten In het onderzoek is gevraagd naar het geslacht en de leeftijd van de respondenten. Van de responderende inwoners is 60% vrouw en 40% man. In de referentiegroep is de verdeling 61% vrouw en 39% man. Dit zijn te verwachten percentages, want de ervaring leert dat vrouwen eerder geneigd zijn deel om te nemen aan enquêtes dan mannen. In figuur 1 zijn de respondenten verdeeld naar leeftijdscategorie voor de gemeente en voor alle deelnemende gemeenten. Figuur 1 Verdeling leeftijden van respondenten Een relatief groot aantal respondenten is afkomstig uit de leeftijdcategorie 35 tot en met 64 (55%). Dit aandeel is in de gemeente is lager dan in de referentiegroep (58%). 1 Appingedam, Dantumadiel, Echt-Susteren, Giessenlanden,,,, Heumen, Landerd,, Medemblik, Meppel,, Rotterdam, Venray, Westerveld, Westland, Wijchen, 2 de overige 19 gemeenten SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 4

8 Aan de inwoners is ook gevraagd of zij betaalde arbeid verrichten en zo ja, in welke mate. De verdeling van het aantal uren per week dat de respondenten betaalde arbeid verrichten, is te zien in figuur 2. Figuur 2 Betaalde arbeid en verdeling naar aantal uren Het percentage respondenten dat geen betaalde arbeid verricht, is in de gemeente (43%) en daarmee even groot als in de referentiegroep. Van de mensen in uw gemeente die betaalde arbeid verrichten, werkt het grootste percentage meer dan 32 uur per week (28%). Informatie over de verdeling van het aantal uren betaalde arbeid wordt tevens gebruikt om de sociale en fysieke kwaliteit van de woonomgeving te bepalen. Deze kwaliteit wordt berekend aan de hand van diverse variabelen en wordt veel toegepast in landelijke leefbaarheids- en veiligheidsmonitors. Aan respondenten is gevraagd naar de samenstelling van hun huishouden. De resultaten zijn te vinden in grafiek 3. Figuur 3 Samenstelling huishouden SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 5

9 De meeste respondenten (40%) zijn gehuwd/partner zonder thuiswonende kinderen. Dit geldt ook voor de referentiegroep, maar daar is het percentage hoger (42%). Tenslotte is aan de respondenten gevraagd of één van de volgende situaties op hen van toepassing is (fig. 4). Dit om in beeld te krijgen welk deel van de respondenten een (potentiële) mantelzorger is. De meeste respondenten (81%) geven aan dat geen van de onderstaande situaties op hen van toepassing is. De overige resultaten, gevisualiseerd in figuur 4, zijn indicatief omdat het slechts de groep respondenten betreft waarvoor wel één of meerdere onderstaande situaties geldt (dus 19% van het aantal respondenten). Figuur 4 Gezinssituatie SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 6

10 2 Ervaren woonomgeving De woonomgeving speelt een grote rol in het welbevinden van de meeste mensen. De beleving van de woonomgeving is ten eerste gemeten door te vragen naar een aantal aspecten van de buurt. De inwoners konden hierbij aangeven of ze het eens zijn met uitspraken over de buurt. Dit is voor de gemeente en de referentiegroep hieronder weergegeven in figuur 5. Figuur 5 Tevredenheid over buurt Sociale cohesie Op de vraag of er behoefte is aan plaatsen waar men andere mensen uit de buurt kan ontmoeten, zegt 13% van de respondenten uit uw gemeente daar behoefte aan te hebben. In de referentiegroep is dit iets hoger, namelijk 15%. 33% van de respondenten uit uw gemeente geven aan dat zij hun buurtgenoten nauwelijks kennen en 60% geeft aan dat ze in een gezellige buurt wonen met veel saamhorigheid Daarnaast geeft 62% aan dat er voldoende ontmoetingsplaatsen zijn 3. Daarnaast is 85% tevreden over de prettige omgang in de buurt en voelt 80% zich thuis in de buurt. In het algemeen ervaren respondenten uit iets minder sociale cohesie dan de respondenten uit de referentiegroep. Daarnaast is aan de inwoners gevraagd hoe vaak er buurtactiviteiten worden georganiseerd. Gedacht kan worden aan zaken als braderieën en buurtfeesten. Het grootste deel van de respondenten (52%) geeft aan dat deze activiteiten soms plaatsvinden. 40% geeft aan dat deze (bijna) nooit plaatsvinden en 8% geeft aan dat deze vaak plaatsvinden. Dit is lager dan de referentiegroep waar 10% aangeeft dat leuke activiteiten vaak plaatsvinden. Verder geeft 13% van de respondenten aan hier vaak aan deel te nemen. Dit is lager dan de referentiegroep, waarin 20% vaak deelneemt aan buurtactiviteiten. 3 Het percentage respondenten dat zegt dat er voldoende ontmoetingsplaatsen zijn, heeft alleen betrekking op degenen die behoefte hebben aan plaatsen in de buurt waar men elkaar kan ontmoeten. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 7

11 Burgers kunnen zelf actief een bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Gedacht kan worden aan activiteiten organiseren, schoonmaakacties, en contact met de gemeente over zaken die in de buurt spelen. 16% van de respondenten in de gemeente geeft aan in het afgelopen jaar actief te zijn geweest in de eigen buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. In de referentiegroep is dit percentage 15%. Openbare ruimte Aan de inwoners van de deelnemende gemeenten is ook gevraagd hoe vaak bepaalde ongemakken in de openbare ruimte voorkomen. In figuur 6 is weergegeven welk percentage van de respondenten aangeeft dat deze ongemakken in de openbare ruimte vaak voorkomen. Figuur 6 Voorkomen van ongemakken in de openbare ruimte Voor alle ongemakken geldt dat de respondenten in de gemeente meer aangeven dat deze vaak voorkomen dan de respondenten in de referentiegroep. Rommel (op straat) (38%) en hondenpoep (op straat) (40%) worden als de meest voorkomende ongemakken in de openbare ruimte ervaren in. Verenigingsleven Lid zijn van een vereniging zegt iets over de deelname van burgers aan de maatschappij. Aan respondenten is daarom gevraagd of zij lid zijn van een vereniging. Hiertoe behoren niet alleen sportclubs, maar ook gezelligheids- of andere vrijetijdsverenigingen. De helft van de respondenten geeft aan lid te zijn van een vereniging en de andere helft niet. In de referentiegroep is de verdeling 58% wel en 42% niet. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 8

12 Figuur 7 Lidmaatschap van een vereniging naar leeftijd Sociale en fysieke kwaliteit De schaalscores omtrent sociale en fysieke kwaliteit zijn gebaseerd op meerdere vragen over hetzelfde onderwerp. Samenhangende vragen worden hiertoe gebundeld. Elke antwoordcategorie van een vraag krijgt een waarde toegekend. Rekening houdend met deze waarde en het aantal antwoordcategorieën kan een schaalscore worden berekend die resulteert in een waarde tussen 0 en 10 (fig. 8). Figuur 8 Schaalscores sociale en fysieke kwaliteit Ten behoeve van de schaalscore op sociale kwaliteit zijn de vragen over de sociale omgang in een buurt samengenomen. De antwoordcategorieën die een positieve invloed hebben op de sociale cohesie krijgen een hogere waarde toegekend dan SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 9

13 antwoordcategorieën die daar een negatieve invloed op hebben. De schaalscore varieert van 0 (weinig cohesie) tot 10 (veel cohesie). Hoe hoger de score, hoe beter. De schaalscore fysieke kwaliteit is gebaseerd op de mate waarin bewoners vinden dat er sprake is van hondenpoep, zwerfvuil, vernielingen en graffiti in hun buurt. De schaalscore varieert van 0 (geen verloedering) tot 10 (veel verloedering). Hoe lager de score, hoe beter. Zowel betreffende de sociale kwaliteit als betreffende de fysieke kwaliteit scoort wat negatiever dan de referentiegroep. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 10

14 3 Jeugd en opvoeding Een belangrijke vorm van ondersteuning die omschreven staat in de Wmo is de hulp bij opvoeding. Vroegtijdige interventie en een toereikend aanbod van opvoedingsondersteuning voor alle gezinnen in een gemeente kunnen ertoe bijdragen dat kinderen zich op een goede manier ontwikkelen. Daarom is opvoedingsondersteuning een expliciet onderdeel van deze vragenlijst. 31% van de respondenten in uw gemeente en 29% in de referentiegroep geeft aan kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 18 jaar te hebben. Aan de responderende inwoners met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar is gevraagd of ze weten waar ze terecht kunnen met vragen over opvoeding. In welke mate ze daarvan op de hoogte zijn, is te zien in figuur 9. Figuur 9 Weet u waar terecht kunt met vragen over opvoeding? De meeste respondenten uit met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar weten waar ze moeten zijn met opvoedingsvragen (68%), of weten hoe zij daar achter kunnen komen (31%). Dit komt ongeveer overeen met de referentiegroep waar de percentages respectievelijk 64% en 33% zijn. Van de respondenten in uw gemeente geeft 12% aan dat zij weleens gebruik hebben gemaakt van opvoedingsondersteuning. In de referentiegroep is dit percentage 11%. Hoe hebben de burgers die een beroep hebben gedaan op hulp bij de opvoeding deze ondersteuning ervaren? In figuur 10 is te zien hoe tevreden de inwoners van de gemeente en in de referentiegroep zijn over de ontvangen opvoedingsondersteuning. Van de 12% responderende inwoners van die opvoedingsondersteuning hebben ontvangen, is 87% (zeer) tevreden. Dit is iets lager dan in de referentiegroep (90%). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 11

15 Figuur 10 Tevredenheid burgers over opvoedingsondersteuning Ook is aan respondenten die kinderen tot 18 jaar hebben gevraagd hoe tevreden zij zijn over de voorzieningen voor jongeren in de gemeente. Hierin is onderscheid gemaakt tussen voorzieningen voor kinderen tot en met 12 jaar en voor kinderen die ouder zijn dan 12 jaar (fig. 11). De tevredenheid over de voorzieningen voor de jeugd tot en met 12 jaar is in lager dan in de referentiegroep (respectievelijk 60% en 74%). Voor de voorzieningen voor de jeugd ouder dan 12 jaar in geldt dat 38% (zeer) tevreden is ten opzichte van 49% in de referentiegroep. Figuur 11 Tevredenheid burgers over voorzieningen voor kinderen SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 12

16 4 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen Vrijwilligers zijn onmisbaar in onze samenleving. In de Wmo worden belangrijke maatschappelijke taken aan hen toegedicht. In het burgeronderzoek is gevraagd naar de invulling van vrijwilligerswerk en de zorg voor anderen. Vrijwilligerswerk In uw gemeente geeft 39% van de respondenten aan in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk te hebben gedaan. In de referentiegroep is dit percentage ook 39%. 38% van de respondenten in de gemeente verwacht in de komende 12 maanden vrijwilligerswerk te gaan doen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep, waar dit percentage 39% is. Aan de inwoners die verwachten dat zij de komende 12 maanden geen vrijwilligerswerk zullen doen, is gevraagd wat hiervoor de redenen zijn (meerdere antwoorden mogelijk). De verdeling hiervan is te zien in figuur 12. Figuur 12 Verdeling redenen/oorzaken om geen vrijwilligerswerk te doen Voor de inwoners van die verwachten dat zij de komende 12 maanden geen vrijwilligerswerk zullen doen is de voornaamste reden tijdgebrek (86%). Geen interesse of behoefte (75%) spelen ook vaak mee. Mantelzorg. Mantelzorg kan omschreven worden als langdurende zorg die niet-beroepsmatig door een naaste wordt geboden aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij vrijwillige zorg kan gedacht worden aan vrijwillige thuiszorg, buddyprojecten en vriendendiensten. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 13

17 Van de respondenten geeft 25% aan zelf vrijwillige zorg te geven aan anderen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep waar 26% aangeeft vrijwillige zorg te bieden. Figuur 13 Vrijwillige zorg aan anderen naar leeftijd Ook is gevraagd of respondenten zorg geven aan hulpbehoevende familieleden, vrienden of bekenden (mantelzorg). 35% van de respondenten geeft aan mantelzorg te geven aan naasten. Dit is hoger dan het percentage dat vrijwillige zorg geeft in de gemeente. In de referentiegroep geven ongeveer evenveel mensen aan mantelzorg te bieden, namelijk 36%. Aan de mensen die aangegeven hebben mantelzorg te bieden, is gevraagd of zij zichzelf ook als mantelzorger beschouwen. De minderheid van de respondenten (25%) geeft aan zichzelf als mantelzorger te beschouwen (fig. 14). Dit is iets hoger dan in de referentiegroep waar 23% van de respondenten aangeeft zichzelf als mantelzorger te beschouwen. Figuur 14 Zelfbeeld mantelzorgers SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 14

18 Van de mensen die minimaal wekelijks mantelzorg bieden, is de verdeling van het aantal uren dat zij deze zorg bieden te zien in figuur 15. Figuur 15 Verdeling aantal uren mantelzorg per week Het grootste gedeelte van de respondenten biedt 0-4 uren mantelzorg per week (51%). Dit percentage is lager dan in de referentiegroep (57%). 28% van de respondenten in biedt meer dan 8 uur mantelzorg per week. In de referentiegroep is dat lager, namelijk 22%. Het verlenen van (te) veel zorg aan anderen kan tot overbelasting leiden bij degene die het geeft. Aan de respondenten is gevraagd in welke mate zij zich door het geven van vrijwillige zorg overbelast voelen (fig. 16). Figuur 16 Overbelasting SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 15

19 De meerderheid van de respondenten (58%) geeft aan zich niet overbelast te voelen. Dit is lager dan in de referentiegroep waar dit percentage 63% is. Het percentage respondenten uit dat zich vaak overbelast voelt is echter hoger dan het percentage respondenten uit de referentiegroep (5% ten opzichte van 2%). Ondersteuning aan niet-beroepsmatige zorgverleners. Het is een taak van elke gemeente om ondersteuning te bieden aan mantelzorgers. In hoeverre zijn mantelzorgers in de gemeente op de hoogte van deze ondersteuning? Op de vraag Weet u dat u ondersteuning kunt krijgen wanneer het vrijwillig geven van zorg u te veel wordt? geeft 68% een positief antwoord. Daarentegen geeft 32% aan niet te weten dat deze ondersteuning beschikbaar is. Aan de inwoners is vervolgens gevraagd of zij weten waar vrijwillige zorgverleners terecht kunnen voor ondersteuning en met vragen. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 17. Figuur 17 Op de hoogte zijn van waar men terecht kan voor ondersteuning en met vragen De meeste respondenten uit de gemeente weet niet waar niet-beroepsmatige zorgverleners terechtkunnen voor ondersteuning en met vragen, maar weet wel hoe zij daar achter kunnen komen (38%). 18% van de responderende inwoners van uw gemeente maakt weleens gebruik van deze ondersteuning. In de referentiegroep is dit 14%. Van de inwoners in die aangeven in uw gemeente gebruik te maken van ondersteuning, meldt 93% (zeer) tevreden te zijn over deze ondersteuning. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep (92%). SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 16

20 5 Vragen over zorg, wonen en welzijn Prestatieveld 3 betreft het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning. Hiermee wordt gedoeld op activiteiten die de inwoners van de gemeente de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen, zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen, zoals een individueel advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Aan de inwoners van de gemeente is gevraagd of zij weten waar zij terecht kunnen met vragen over zorg, wonen en welzijn. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 18. Figuur 18 Op de hoogte zijn van waar men terecht kan met vragen over zorg, wonen en welzijn 7% van de responderende inwoners van de gemeente weet niet waar zij terecht kunnen met vragen over zorg, wonen en welzijn en ook niet hoe zij daar achter kunnen komen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 17

21 6 Sociale contacten en Wmo-raad Een doel van de Wmo is dat mensen kunnen (blijven) participeren in de samenleving. Onvoldoende sociale contacten of eenzaamheid kunnen hier een belemmering voor zijn. Voor gemeenten is het daarom interessant om inzichtelijk te hebben hoeveel inwoners een goed sociaal netwerk hebben. Sociaal netwerk In de gemeente geeft 94% van de responderende inwoners aan te beschikken over voldoende sociale contacten. In de referentiegroep is dit percentage 93%. Ook is gevraagd of mensen zich vaak eenzaam voelen. In uw gemeente geeft 6% aan zich vaak eenzaam te voelen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep, waar 5% aangeeft zich vaak eenzaam te voelen. Op de vraag Heeft u mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? geeft de meerderheid van de inwoners van (88%) aan deze wel te hebben. 12% van de respondenten geeft aan geen mensen te hebben op wie ze terug kunnen vallen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep, waar de percentages respectievelijk 87% en 13% zijn. Discriminatie Discriminatie op bijvoorbeeld handicap, afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook kan mensen belemmeren om mee te doen in de maatschappij. Daarom is aan respondenten gevraagd of zij zich wel eens gediscrimineerd voelen. In figuur 19 zijn de resultaten te zien. Figuur 19 Discriminatie SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 18

22 In uw gemeente geeft de meerderheid van de respondenten ( 87%) aan zich (bijna) nooit gediscrimineerd te voelen. 12% soms en 1% vaak. Dit is iets negatiever dan de referentiegroep waar 91% aangeeft zich (bijna) nooit gediscrimineerd te voelen. De Wmo-raad De Wmo verplicht de gemeente om burgers te betrekken bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van het beleid. Vaak heeft de gemeente een Wmo-raad (ook wel Wmo-platform of participatieraad genoemd) ingesteld. Burgerparticipatie is in vormgegeven door het houden van een wijken- en dorpentocht. Daarnaast is regelmatig overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de zorgvragerstafel, de kerken en moskeeën, allochtone verenigingen, de Seniorenraad en het Platform Gehandicaptenbeleid e.o. Ook is in 2008 begonnen met de voorbereidingen om een Wmo-raad op te richten. Aan de inwoners van uw gemeente is gevraagd of zij weleens gehoord hebben van de Wmo-raad (of vergelijkbaar). De minderheid (37%) geeft aan hier weleens van te hebben gehoord. In de referentiegroep is dit percentage lager met 35%. Vervolgens is aan de mensen die wel van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) hebben gehoord gevraagd hoe tevreden zij zijn over de informatie van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) over zijn activiteiten en de wijze waarop de Wmo-raad (of vergelijkbaar) opkomt voor uw belang?. De resultaten van deze twee vragen zijn terug te vinden in figuur 20. Figuur 20 Tevredenheid over Wmo-raad Van de respondenten uit de gemeente die weleens gehoord hebben van de Wmo-raad, is 74% tevreden over de informatie vanuit de Wmo-raad. Dit percentage komt ongeveer overeen met dat van de referentiegroep (75%). 75% van de responderende inwoners is tevreden over de belangenbehartiging door de Wmo-raad. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 19

23 Conclusies en aanbevelingen Dit rapport laat een beeld zien van de beleving van de inwoners van de gemeente op de eerste vier prestatievelden van de Wmo. In totaal hebben 538 inwoners in de leeftijd vanaf 18 jaar de vragenlijst ingevuld. Ondanks dat de respondenten uit op een aantal punten niet tevreden zijn over hun buurt, geeft 85% van de respondenten aan tevreden te zijn over de prettige omgang in de buurt. De punten waar burgers het meest ontevreden over zijn, zijn rommel (op straat) (38%) en hondenpoep (op straat) (40%). De sociale en fysieke kwaliteit van de buurt wordt in als negatiever ervaren dan in de referentiegroep. De meeste inwoners met kinderen (68%) weten waar zij in uw gemeente terecht kunnen met opvoedingsvragen. De tevredenheid over opvoedingsondersteuning is vrij hoog, namelijk 87%. Een minderheid (39%) van de respondenten heeft in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan en 38% verwacht dit te doen in de komende 12 maanden. Deze percentages zijn ongeveer gelijk aan de referentiegroep waar beide percentages 39% zijn. De voornaamste reden om geen vrijwilligerswerk te doen is tijdgebrek. Een kwart van de respondenten geeft aan geregeld vrijwillige, niet-beroepsmatige zorg aan anderen te bieden. Van deze 25% weet de meerderheid waar zij terecht kunnen voor ondersteuning aan zorgverleners (37%) of hoe zij daar achter kunnen komen (38%). De Wmo-raad is onder 37% van de responderende inwoners van bekend. Een minderheid van de respondenten (6%) geeft aan zich vaak eenzaam te voelen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep waar dit percentage 5% is. Verder voelen in uw gemeente meer mensen zich soms of vaak gediscrimineerd (13%) dan in de referentiegroep (9%). Aanbevelingen Enkele punten van aandacht zijn wellicht dat 28% van de mantelzorgers 8 uur of meer per week zorg geeft. Bijna 44% geeft aan zich soms tot vaak overbelast te voelen. De bekendheid dat men ondersteuning kan krijgen als het geven van zorg teveel wordt zou wellicht vergroot kunnen worden. 32% van de respondenten is hier niet van op de hoogte. De tevredenheid over de voorzieningen voor jongeren jonger en ouder dan 12 jaar is in een stuk lager dan de referentiegroep. Misschien dat dit een aandachtspunt kan zijn voor de gemeente. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 20

24 Bijlage Respons (N) Steekproef (N) Respons (%) 39% 36% De mensen in mijn buurthelemaal mee eens 4,2% 7,6% kennen elkaar nauwelijks Mee eens 18,6% 25,4% Mee oneens 49,9% 46,0% Helemaal mee oneens 27,3% 21,0% In deze buurt gaat men ophelemaal mee eens 22,4% 18,6% een prettige manier metmee eens 64,2% 65,8% elkaar om Mee oneens 10,0% 11,6% Helemaal mee oneens 3,4% 3,9% Ik woon in een gezelligehelemaal mee eens 13,6% 10,0% buurt met veel saamhorigheid Mee eens 54,4% 49,9% Mee oneens 26,8% 34,0% Helemaal mee oneens 5,2% 6,1% Ik voel mij thuis bij dehelemaal mee eens 18,7% 14,8% mensen in deze buurt Mee eens 65,8% 66,0% Mee oneens 12,0% 14,4% Helemaal mee oneens 3,5% 4,9% Bekladding van muren en/ofvaak 2,0% 8,6% gebouwen Soms 15,3% 29,9% (Bijna) nooit 82,7% 61,5% Graffiti Vaak 1,5% 8,4% Soms 11,1% 23,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 21

25 (Bijna) nooit 87,5% 67,9% Vernieling van telefooncellen, Vaak 5,8% 17,4% bus- of tramhokjes Soms 22,8% 32,6% (Bijna) nooit 71,4% 50,0% Rommel (op straat) Vaak 20,5% 38,5% Soms 49,4% 41,8% (Bijna) nooit 30,1% 19,7% Hondenpoep (op straat) Vaak 31,0% 40,0% Soms 45,3% 44,0% (Bijna) nooit 23,7% 15,9% Vandalisme Vaak 5,7% 11,8% Soms 36,6% 46,6% (Bijna) nooit 57,8% 41,6% Defecte openbare Vaak 4,2% 9,2% voorzieningen zoalssoms 29,8% 41,0% straatverlichting, bushokjes, (Bijna) nooit en telefooncellen 66,0% 49,8% Heeft u behoefte aanja 14,7% 12,6% plaatsen in de buurt waar unee andere mensen uit de buurt kunt ontmoeten? 85,3% 87,4% In mijn buurt zijn voldoende Helemaal mee eens 11,3% 16,7% plaatsen waar buurtbewoners Mee eens 51,1% 36,2% elkaar kunnen ontmoeten Mee oneens 26,3% 37,4% Helemaal mee oneens 11,3% 9,8% Vinden er leuke activiteiten invaak 10,1% 7,6% uw buurt plaats (braderieën, Soms 54,5% 52,2% buurtfeesten etc)? (Bijna) nooit 35,4% 40,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 22

26 Zo ja, neemt u hier aan deel? Vaak 20,0% 12,9% Soms 42,1% 35,1% (Bijna) nooit 37,9% 52,0% Bent u het afgelopen jaarja 15,3% 15,9% actief geweest in uw buurtnee om de leefbaarheid en 84,7% 84,1% veiligheid te verbeteren? Bent u lid van eenja 57,8% 50,3% vereniging? (bijvoorbeeld Nee sport-, gezelligheids of 42,2% 49,7% andere vrijetijdsvereniging) Heeft u kinderen in de leeftijdja 29,2% 30,9% van 0-18 jaar? Nee 70,8% 69,1% Weet u waar u terecht kuntja 60,4% 63,9% met vragen over opvoeding? Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen 34,6% 33,7% Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 5,0% 2,4% Heeft u wel eens gebruikja 10,7% 12,0% gemaakt vannee opvoedingsondersteuning (bijvoorbeeld een cursus)? 89,3% 88,0% Hoe tevreden bent u over dezeer tevreden 9,7% 5,3% ontvangen Tevreden 79,8% 81,6% opvoedingsondersteuning? Ontevreden 8,0% 7,9% Zeer ontevreden 2,5% 5,3% Voor kinderen jonger dan 12Zeer tevreden 5,2% 3,6% jaar Tevreden 69,2% 55,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 23

27 Ontevreden 20,4% 31,1% Zeer ontevreden 5,2% 9,6% Voor kinderen ouder dan 12Zeer tevreden 1,9% 3,4% jaar Tevreden 47,5% 34,9% Ontevreden 39,4% 43,2% Zeer ontevreden 11,2% 18,5% Heeft u de afgelopen 12Ja 39,4% 39,3% maanden vrijwilligerswerknee gedaan? 60,6% 60,7% Verwacht u in de komendeja 39,1% 38,1% 12 maanden vrijwilligerswerknee te doen? 60,9% 61,9% Geeft u zelf (vrijwillig) hulpja 25,7% 25,3% aan zorgbehoevenden Nee anderen (vrijwillige zorg)? 74,3% 74,7% Geeft u zelf (vrijwillig) hulpja 35,7% 34,9% aan zorgbehoevendenee familieleden, vrienden of 64,3% 65,1% bekenden (mantelzorg)? Beschouwt u zich alsja 22,9% 24,9% mantelzorger? Nee 77,1% 75,1% Kunt u inschatten hoe vaak uaantal keer per jaar 27,0% 26,0% deze hulp geeft? Aantal keer per maand 33,5% 34,8% Aantal keer per week 39,5% 39,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 24

28 Hoeveel uur per week geeft u0 4 uur 57,1% 51,4% ongeveer hulp? 5 8 uur 20,9% 21,6% 9 16 uur 10,1% 11,7% uur 3,7% 3,6% Meer dan 25 uur 8,2% 11,7% In welke mate voelt u zichniet 62,9% 57,6% door het vrijwillig geven vansoms 7,0% 9,6% zorg overbelast? Regelmatig 28,3% 28,3% Vaak 1,8% 4,5% Weet u dat u ondersteuningja 66,6% 67,7% kunt krijgen wanneer het Nee vrijwillig geven van hulp 33,4% 32,3% teveel wordt? Weet u waar (vrijwillige) Ja 42,7% 36,7% hulpverleners en Nee, maar weet wel hoe ik mantelzorgers terechterachter kan komen 39,8% 37,6% kunnen voor ondersteuningnee, en weet niet hoe ik of vragen? erachter kan komen 17,6% 25,7% Maakt u wel eens gebruikja 14,2% 17,7% van de geboden Nee ondersteuning? 85,8% 82,3% Hoe tevreden bent u over dezeer tevreden 24,8% 17,5% geboden ondersteuning? Tevreden 66,9% 75,0% Ontevreden 5,8% 2,5% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 25

29 Zeer tevreden 24,8% 17,5% Tevreden 66,9% 75,0% Ontevreden 5,8% 2,5% Zeer ontevreden 2,5% 5,0% Heeft u mensen op wie uja 87,0% 88,1% terug kunt vallen wanneer unee hulp of zorg nodig heeft? 13,0% 11,9% Weet u waar u terecht kuntja 53,4% 53,8% voor informatie of advies Nee, maar weet wel hoe ik wanneer u vragen heeft overerachter kan komen 39,9% 38,8% zorg, wonen en welzijn? Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 6,8% 7,4% Vindt u dat u voldoendevoldoende sociale contacten 93,4% 93,6% sociale contacten heeft? Behoefte aan meer sociale Sociale contacten zijn dingencontacten die u doet samen met anderen, zoals op bezoek gaan, samen sporten, een uitje maken of telefoneren. 6,6% 6,4% Voelt u zich vaak eenzaam? Ja 5,2% 6,0% Nee 94,8% 94,0% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 26

30 Voelt u zich wel eens Vaak 1,2% 1,6% gediscrimineerd (opsoms 7,5% 11,7% handicap, afkomst, seksuele (Bijna) nooit geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook)? 91,3% 86,7% Heeft u wel eens gehoordja 34,8% 36,6% van de Wmo-raad (ofnee vergelijkbaar) en zijn 65,2% 63,4% activiteiten? de informatie van de Wmo-Zeeraad tevreden 4,0% 4,1% (of vergelijkbaar) over Tevreden 71,5% 69,7% zijn activiteiten Ontevreden 20,7% 20,7% Zeer ontevreden 3,8% 5,5% De Wmo-raad (ofzeer tevreden 3,9% 3,3% vergelijkbaar) komt op voortevreden 72,9% 71,7% uw belang. Hoe tevreden Ontevreden 19,0% 19,2% bent u hierover? Zeer ontevreden 4,2% 5,8% Wat is uw leeftijd? ,7% 19,6% ,4% 54,6% ,8% 13,9% ,1% 11,9% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 27

31 Hoe is uw huishoudenalleenstaand zonder samengesteld? (thuiswonende) kinderen 17,4% 16,4% Alleenstaand thuiswonende kinderen met 2,6% 4,5% Gehuwd / partner zonder (thuiswondende) kinderen Gehuwd / partner met thuiswonende kinderen 43,8% 40,9% 36,2% 38,2% Verricht u betaalde arbeid? Nee 42,6% 42,7% Ja, 1-12 uur per week 18,9% 17,4% Ja, uur per week 9,5% 10,9% Ja, meer dan 32 uur per week 29,1% 29,1% Bent u man of vrouw? Man 38,5% 40,2% Vrouw 61,5% 59,8% Ik ben (een van de) ouders van een gehandicapt of chronisch ziek kind Ik werk als vrijwilliger in de zorg voor anderen (geen familie of vriendschapsband) Ik ben partner of (een van de) ouders van een psychiatrisch patiënt Ik ben partner van een dementerende 4,2% 5,7% 2,1% 2,5% 1,0%,7% 3,4% 5,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 28

32 (Een van) mijn ouders zijn (is) niet in Nederland geboren 6,6% 5,7% Niet van toepassing 80,7% 78,0% Wil ik liever niet zeggen 2,0% 1,6% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 29

33 Bijlage Vijfherenlanden Giessenlanden Respons (N) Steekproef (N) Respons (%) 39% 34% 42% 39% 36% 39% 45% 45% Giessenlanden De mensen in mijn buurt kennen elkaar nauwelijks In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt Helemaal mee 3,1% 9,7% 1,2% 4,3% 7,6% 2,3% 3,8% 2,4% eens Mee eens 12,9% 31,1% 9,4% 19,8% 25,4% 10,5% 16,0% 10,3% Mee oneens 54,3% 47,2% 48,1% 55,7% 46,0% 53,9% 55,3% 48,5% Helemaal mee 29,7% 11,9% 41,3% 20,2% 21,0% 33,2% 24,9% 38,8% oneens Helemaal mee 23,6% 15,3% 29,6% 21,9% 18,6% 24,2% 19,0% 24,8% eens Mee eens 62,7% 68,4% 61,3% 64,4% 65,8% 64,4% 67,9% 63,5% Mee oneens 9,4% 13,1% 7,3% 11,8% 11,6% 7,2% 11,0% 8,7% Helemaal mee 4,3% 3,2% 1,9% 1,9% 3,9% 4,2% 2,1% 3,0% oneens Helemaal mee 12,7% eens 7,8% 20,6% 12,2% 10,0% 16,6% 12,1% 14,2% Mee eens 59,2% 48,8% 58,4% 54,2% 49,9% 54,3% 52,7% 60,3% Mee oneens 23,2% 36,8% 17,9% 27,1% 34,0% 22,8% 31,9% 21,7% Helemaal mee oneens 4,9% 6,7% 3,0% 6,5% 6,1% 6,3% 3,4% 3,8% Helemaal mee 17,5% 12,6% 23,0% 17,4% 14,8% 20,2% 16,9% 20,9% eens Mee eens 65,9% 67,4% 65,6% 66,9% 66,0% 65,2% 68,3% 64,6% Mee oneens 13,0% 15,4% 9,0% 11,3% 14,4% 10,3% 13,1% 11,6% Helemaal mee 3,6% 4,7% 2,4% 4,4% 4,9% 4,3% 1,7% 2,9% oneens SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 30

34 Giessenlanden Bekladding van muren en/of gebouwen Graffiti Vaak,5% 5,4%,5% 2,1% 8,6%,9% 2,4%,6% Soms 12,0% 29,3% 12,6% 19,3% 29,9% 12,6% 19,3% 11,3% (Bijna) nooit 87,5% 65,3% 86,9% 78,6% 61,5% 86,5% 78,2% 88,1% Vaak,2% 4,4%,2% 1,9% 8,4%,6%,8%,3% Soms 7,3% 21,4% 8,4% 13,2% 23,7% 8,3% 9,0% 6,2% (Bijna) nooit 92,5% 74,2% 91,4% 84,8% 67,9% 91,1% 90,2% 93,5% Vernieling van Vaak 1,7% 7,5% 5,4% 3,1% 17,4% 2,7% 20,8% 2,3% telefooncellen, bus- of Soms 14,8% 29,6% 35,8% 23,3% 32,6% 21,6% 32,0% 19,1% tramhokjes (Bijna) nooit 83,5% 62,9% 58,9% 73,6% 50,0% 75,7% 47,2% 78,6% Rommel (op straat) Hondenpoep (op straat) Vandalisme Defecte openbare voorzieningen zoals straatverlichting, bushokjes, en telefooncellen Vaak 11,3% 35,7% 17,2% 19,9% 38,5% 15,6% 31,2% 9,7% Soms 56,1% 46,7% 52,8% 51,3% 41,8% 49,9% 45,1% 54,5% (Bijna) nooit 32,6% 17,6% 30,1% 28,8% 19,7% 34,5% 23,7% 35,8% Vaak 26,1% 38,5% 17,9% 29,6% 40,0% 23,4% 35,4% 30,2% Soms 47,7% 43,9% 50,2% 48,3% 44,0% 44,9% 43,2% 47,6% (Bijna) nooit 26,3% 17,6% 31,9% 22,1% 15,9% 31,7% 21,4% 22,1% Vaak,9% 11,0% 3,6% 9,3% 11,8% 2,9% 9,0% 2,0% Soms 29,9% 43,1% 37,5% 41,5% 46,6% 28,4% 41,2% 29,4% (Bijna) nooit 69,3% 45,8% 58,9% 49,2% 41,6% 68,7% 49,8% 68,6% Vaak 3,4% 7,1% 3,7% 4,3% 9,2% 1,8% 10,9% 2,2% Soms 29,2% 35,1% 32,7% 28,2% 41,0% 26,8% 33,7% 27,0% (Bijna) nooit 67,5% 57,9% 63,6% 67,5% 49,8% 71,4% 55,4% 70,8% Giessenlanden Heeft u behoefte aan plaatsen in de buurt waar u andere mensen uit de buurt kunt ontmoeten? Ja 18,0% 13,2% 15,4% 12,4% 12,6% 12,0% 11,0% 12,0% Nee 82,0% 86,8% 84,6% 87,6% 87,4% 88,0% 89,0% 88,0% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 31

35 Giessenlanden In mijn buurt zijn voldoende plaatsen waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten Helemaal mee eens 9,5% 6,3% 6,9% 16,2% 16,7% 10,7% 8,0% 10,5% Mee eens 56,8% 39,0% 56,9% 33,5% 36,2% 52,0% 42,6% 57,6% Mee oneens 27,9% 36,5% 27,1% 34,1% 37,4% 26,6% 33,0% 19,9% Helemaal mee oneens 5,8% 18,2% 9,0% 16,2% 9,8% 10,7% 16,5% 12,0% Giessenlanden Vinden er leuke activiteiten in uw buurt plaats (braderieën, buurtfeesten etc)? Zo ja, neemt u hier aan deel? Vaak 11,1% 5,8% 9,3% 4,5% 7,6% 5,7% 6,5% 6,5% Soms 68,2% 39,1% 64,3% 35,0% 52,2% 64,3% 53,4% 72,2% (Bijna) nooit 20,7% 55,1% 26,4% 60,5% 40,2% 29,9% 40,0% 21,3% Vaak 25,7% 9,7% 24,2% 13,2% 12,9% 18,5% 10,5% 21,0% Soms 50,2% 33,4% 50,7% 33,8% 35,1% 43,0% 40,7% 49,7% (Bijna) nooit 24,1% 56,9% 25,1% 53,0% 52,0% 38,5% 48,8% 29,3% Giessenlanden Bent u het afgelopen jaar actief geweest in uw buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren? Bent u lid van een vereniging? (bijvoorbeeld sport-, gezelligheids of andere vrijetijdsvereniging) Ja 17,1% 10,6% 14,8% 11,1% 15,9% 14,5% 13,6% 15,3% Nee 82,9% 89,4% 85,2% 88,9% 84,1% 85,5% 86,4% 84,7% Ja 69,7% 50,1% 54,3% 47,0% 50,3% 55,8% 49,4% 64,4% Nee 30,3% 49,9% 45,7% 53,0% 49,7% 44,2% 50,6% 35,6% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 32

36 Giessenlanden Heeft u kinderen in de Ja 32,2% 30,0% 38,0% 33,6% 30,9% 32,1% 24,0% 28,6% leeftijd van 0-18 jaar? Nee 67,8% 70,0% 62,0% 66,4% 69,1% 67,9% 76,0% 71,4% Weet u waar u terecht kunt met vragen over opvoeding? Heeft u wel eens gebruik gemaakt van opvoedingsondersteuning (bijvoorbeeld een cursus)? Ja 60,3% 63,5% 61,2% 61,3% 63,9% 64,1% 52,0% 53,7% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen Ja Nee 35,1% 32,3% 33,9% 34,7% 33,7% 28,8% 39,2% 40,3% 4,6% 4,2% 4,9% 4,0% 2,4% 7,1% 8,8% 6,0% 12,7% 10,3% 10,0% 12,7% 12,0% 13,3% 12,7% 7,3% 87,3% 89,7% 90,0% 87,3% 88,0% 86,7% 87,3% 92,7% Giessenlanden Hoe tevreden bent u over de ontvangen opvoedingsondersteuning? Voor kinderen jonger dan 12 jaar Voor kinderen ouder dan 12 jaar Zeer tevreden 5,9% 10,7% 5,7% 14,3% 5,3% 8,8% 10,3% 9,7% Tevreden 88,2% 67,9% 80,0% 80,0% 81,6% 82,4% 82,8% 80,6% Ontevreden 5,9% 21,4% 11,4% 5,7% 7,9% 5,9% 3,4% 3,2% Zeer ontevreden,0%,0% 2,9%,0% 5,3% 2,9% 3,4% 6,5% Zeer tevreden 3,3% 5,4% 6,2% 5,0% 3,6% 6,2% 4,5% 2,5% Tevreden 68,1% 65,1% 78,4% 55,0% 55,7% 74,0% 69,2% 69,5% Ontevreden 23,1% 23,5% 12,3% 28,3% 31,1% 16,4% 19,9% 23,0% Zeer ontevreden 5,5% 6,0% 3,1% 11,7% 9,6% 3,4% 6,4% 5,0% Zeer tevreden 1,9% 1,5% 2,4% 1,8% 3,4% 1,9%,6% 1,6% Tevreden 47,8% 45,8% 62,9% 43,0% 34,9% 50,3% 51,0% 50,5% Ontevreden 35,7% 38,9% 28,8% 41,8% 43,2% 35,7% 33,5% 38,6% Zeer ontevreden 14,6% 13,7% 5,9% 13,3% 18,5% 12,1% 14,8% 9,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 33

37 Giessenlanden Heeft u de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan? Verwacht u in de komende 12 maanden vrijwilligerswerk te doen? Ja 41,7% 28,7% 49,8% 42,9% 39,3% 40,9% 43,8% 45,6% Nee 58,3% 71,3% 50,2% 57,1% 60,7% 59,1% 56,2% 54,4% Ja 42,6% 28,3% 49,8% 42,5% 38,1% 39,3% 43,9% 46,4% Nee 57,4% 71,7% 50,2% 57,5% 61,9% 60,7% 56,1% 53,6% Giessenlanden Geeft u zelf (vrijwillig) hulp aan zorgbehoevenden anderen (vrijwillige zorg)? Geeft u zelf (vrijwillig) hulp aan zorgbehoevende familieleden, vrienden of bekenden (mantelzorg)? Ja 23,8% 25,2% 31,2% 29,5% 25,3% 26,5% 30,0% 26,3% Nee 76,2% 74,8% 68,8% 70,5% 74,7% 73,5% 70,0% 73,7% Ja 36,4% 33,9% 42,7% 39,7% 34,9% 37,2% 39,7% 37,0% Nee 63,6% 66,1% 57,3% 60,3% 65,1% 62,8% 60,3% 63,0% Beschouwt u zich als Ja 26,6% 24,0% 24,4% 17,1% 24,9% 18,9% 24,2% 23,3% mantelzorger? Nee 73,4% 76,0% 75,6% 82,9% 75,1% 81,1% 75,8% 76,7% Giessenlanden Kunt u inschatten hoe vaak u deze hulp geeft? Aantal keer per jaar Aantal keer per maand Aantal keer per week 26,3% 30,0% 28,3% 24,9% 26,0% 33,3% 21,6% 28,3% 30,5% 30,0% 34,1% 30,6% 34,8% 32,4% 36,4% 32,1% 43,2% 40,0% 37,6% 44,5% 39,2% 34,3% 42,0% 39,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 34

38 Giessenlanden Hoeveel uur per week geeft u ongeveer hulp? 0 4 uur 56,0% 53,4% 66,9% 59,4% 51,4% 55,8% 59,0% 56,6% 5 8 uur 22,4% 23,3% 16,5% 21,0% 21,6% 24,8% 19,3% 14,5% 9 16 uur 9,6% 12,6% 11,5% 8,7% 11,7% 7,0% 6,2% 16,6% uur 4,8% 1,9% 2,2% 1,4% 3,6%,8% 5,0% 4,1% Meer dan 25 uur 7,2% 8,7% 2,9% 9,4% 11,7% 11,6% 10,6% 8,3% Giessenlanden In welke mate voelt u zich door het vrijwillig geven van zorg overbelast? Niet 70,9% 62,9% 66,4% 63,4% 57,6% 68,4% 66,7% 66,5% Soms 4,8% 5,9% 5,0% 3,1% 9,6% 2,6% 6,7% 7,4% Regelmatig 23,5% 28,5% 28,2% 30,4% 28,3% 26,3% 25,2% 24,5% Vaak,9% 2,7%,4% 3,1% 4,5% 2,6% 1,5% 1,6% Giessenlanden Weet u dat u ondersteuning kunt krijgen wanneer het vrijwillig geven van hulp teveel wordt? Weet u waar (vrijwillige) hulpverleners en mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning of vragen? Ja Nee 62,9% 67,9% 69,6% 66,4% 67,7% 65,4% 73,3% 68,5% 37,1% 32,1% 30,4% 33,6% 32,3% 34,6% 26,7% 31,5% Ja 42,2% 40,1% 45,0% 44,2% 36,7% 40,1% 53,8% 43,2% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 38,4% 38,6% 39,6% 37,2% 37,6% 46,1% 34,4% 39,0% 19,4% 21,3% 15,4% 18,6% 25,7% 13,8% 11,7% 17,8% Maakt u wel eens gebruik Ja 8,8% 17,6% 13,5% 11,2% 17,7% 16,6% 13,9% 11,5% van de geboden Nee 91,2% 82,4% 86,5% 88,8% 82,3% 83,4% 86,1% 88,5% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 35

39 ondersteuning? Giessenlanden Hoe tevreden bent u over de geboden ondersteuning? Zeer tevreden 19,0% 17,2% 22,5% 40,0% 17,5% 20,6% 32,6% 30,6% Tevreden 81,0% 69,0% 70,0% 56,0% 75,0% 67,6% 62,8% 58,3% Ontevreden,0% 13,8% 5,0% 4,0% 2,5% 11,8% 4,7% 8,3% Zeer ontevreden,0%,0% 2,5%,0% 5,0%,0%,0% 2,8% Giessenlanden Heeft u mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? Weet u waar u terecht kunt voor informatie of advies wanneer u vragen heeft over zorg, wonen en welzijn? Ja 86,8% 83,3% 89,1% 89,7% 88,1% 88,6% 87,5% 88,4% Nee 13,2% 16,7% 10,9% 10,3% 11,9% 11,4% 12,5% 11,6% Ja 49,0% 49,7% 53,1% 57,6% 53,8% 54,0% 59,8% 56,0% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 42,6% 42,9% 41,1% 37,4% 38,8% 39,2% 34,3% 37,5% 8,4% 7,4% 5,8% 5,0% 7,4% 6,8% 5,9% 6,5% Giessenlanden Vindt u dat u voldoende sociale contacten heeft? Sociale contacten zijn dingen die u doet samen met anderen, zoals op bezoek gaan, samen sporten, een uitje maken of telefoneren. Voldoende sociale contacten 94,3% 90,1% 95,7% 93,9% 93,6% 95,7% 94,1% 96,3% Behoefte aan meer sociale contacten 5,7% 9,9% 4,3% 6,1% 6,4% 4,3% 5,9% 3,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 36

40 Giessenlanden Voelt u zich vaak Ja 3,8% 5,5% 3,4% 5,2% 6,0% 3,3% 4,7% 3,5% eenzaam? Nee 96,2% 94,5% 96,6% 94,8% 94,0% 96,7% 95,3% 96,5% Giessenlanden Voelt u zich wel eens gediscrimineerd (op handicap, afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook)? Vaak 1,2% 1,8% 1,5% 2,0% 1,6% 1,1%,9% 1,3% Soms 6,1% 12,9% 8,2% 9,3% 11,7% 8,3% 7,8% 6,7% (Bijna) nooit 92,7% 85,3% 90,3% 88,7% 86,7% 90,7% 91,3% 92,0% Giessenlanden Heeft u wel eens gehoord van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) en zijn activiteiten? Ja 37,2% 35,8% 33,7% 36,8% 36,6% 37,3% 43,0% 40,8% Nee 62,8% 64,2% 66,3% 63,2% 63,4% 62,7% 57,0% 59,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 37

41 Giessenlanden de informatie van de Wmoraad (of vergelijkbaar) over zijn activiteiten De Wmo-raad (of vergelijkbaar) komt op voor uw belang. Hoe tevreden bent u hierover? Zeer tevreden 1,2% 5,5% 3,1% 1,4% 4,1% 3,3% 3,0% 4,4% Tevreden 77,9% 61,0% 73,0% 74,1% 69,7% 73,0% 68,3% 82,0% Ontevreden 18,4% 29,3% 20,1% 21,1% 20,7% 19,7% 23,3% 10,7% Zeer ontevreden 2,5% 4,3% 3,8% 3,4% 5,5% 3,9% 5,4% 2,9% Zeer tevreden 2,1% 5,0% 2,8%,7% 3,3% 2,3% 1,2% 4,1% Tevreden 75,7% 62,4% 74,1% 79,7% 71,7% 77,1% 74,3% 82,8% Ontevreden 18,1% 29,8% 18,2% 13,8% 19,2% 16,0% 19,9% 10,1% Zeer ontevreden 4,2% 2,8% 4,9% 5,8% 5,8% 4,6% 4,7% 3,0% Giessenlanden Wat is uw leeftijd? ,4% 18,2% 24,5% 21,1% 19,6% 17,7%,9% 18,8% ,7% 58,6% 57,5% 55,4% 54,6% 59,1% 67,6% 54,1% ,6% 14,1% 12,5% 12,3% 13,9% 13,8% 18,5% 16,2% 75+ 9,3% 9,1% 5,5% 11,2% 11,9% 9,4% 12,9% 10,9% Giessenlanden Hoe is uw huishouden samengesteld? Alleenstaand zonder (thuiswonende) kinderen Alleenstaand met thuiswonende kinderen Gehuwd / partner zonder (thuiswondende) kinderen 12,8% 19,8% 13,2% 14,8% 16,4% 15,1% 13,7% 15,6% 1,9% 2,6% 1,8%,6% 4,5% 2,6% 2,0% 1,4% 43,7% 42,8% 36,7% 40,6% 40,9% 40,1% 49,6% 40,3% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 38

42 Gehuwd / partner met thuiswonende kinderen 41,6% 34,9% 48,2% 44,0% 38,2% 42,3% 34,7% 42,7% Giessenlanden Verricht u betaalde arbeid? Nee 39,7% 38,7% 35,6% 39,2% 42,7% 42,2% 52,7% 41,1% Ja, 1-12 uur per week Ja, uur per week Ja, meer dan 32 uur per week 20,3% 18,9% 18,3% 19,0% 17,4% 15,3% 12,2% 17,3% 10,4% 9,0% 14,3% 11,4% 10,9% 11,8% 10,0% 14,5% 29,6% 33,4% 31,8% 30,4% 29,1% 30,7% 25,1% 27,1% Giessenlanden Bent u man of vrouw? Man 35,3% 40,2% 33,0% 38,1% 40,2% 35,3% 42,0% 34,9% Vrouw 64,7% 59,8% 67,0% 61,9% 59,8% 64,7% 58,0% 65,1% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 39

43 Giessenlanden Gezinssituatie Ik ben (een van de) ouders van een gehandicapt of chronisch ziek kind Ik werk als vrijwilliger in de zorg voor anderen (geen familie of vriendschapsband) Ik ben partner of (een van de) ouders van een psychiatrisch patiënt Ik ben partner van een dementerende (Een van) mijn ouders zijn (is) niet in Nederland geboren Niet toepassing van Wil ik liever niet zeggen 3,7% 2,9% 4,7% 4,3% 5,7% 5,9% 5,8% 4,1% 2,1% 1,8% 2,5% 2,7% 2,5% 1,7% 1,8% 2,1%,6%,4% 1,1%,0%,7%,9% 1,8%,4%,8% 7,6% 1,3% 2,5% 5,7% 2,0% 1,8% 1,2% 4,8% 5,2% 9,3% 5,7% 5,7% 5,0% 8,9% 8,4% 87,3% 80,9% 79,6% 82,5% 78,0% 82,6% 77,4% 81,1%,6% 1,1% 1,5% 2,3% 1,6% 2,0% 2,5% 2,7% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE <GEMEENTE> 40