Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Westland

Transcriptie

1 Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Westland

2 Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Westland mei 2009

3 COLOFON Samenstelling Andrew Britt Mark Gremmen Vormgeving binnenwerk Druk Bakker Baarn SGBO Onderzoek > Advies > Implementatie Postbus HE Den Haag SGBO Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 1 Verantwoording en achtergrondgegevens 3 2 Ervaren woonomgeving 6 3 Jeugd en opvoeding 10 4 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen 12 5 Vragen over zorg, wonen en welzijn 18 6 Sociale contacten en Wmo-raad 20 Conclusies en aanbevelingen 23

5 Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 ingegaan en heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijk verkeer. De wet zorgt er ook voor dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. Burgers hebben een centrale positie in de Wmo. Zij moeten betrokken worden bij de uitvoering van de wet en kunnen een belangrijke rol spelen bij het opstellen en bijstellen van beleid. Een belevingsonderzoek onder burgers is een adequate methode om zicht te krijgen op de wensen van de burgers en hun tevredenheid over het ondersteuningsaanbod van de gemeente. De gemeente voldoet met dit belevingsonderzoek aan artikel 9 lid 1a van de Wmo, waarin is aangegeven dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks vóór 1 juli de uitkomsten publiceert van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet. Voor u ligt het rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4. Het rapport toont de beleving van inwoners uit de gemeente Westland op de eerste vier prestatievelden van de Wmo, te weten: 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen die problemen hebben met opgroeien en van ouders die problemen hebben met opvoeden. 3 Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In het onderzoek hebben de inwoners dus hun mening gegeven over zaken als de woonomgeving, de eventuele ontvangen ondersteuning van de gemeente voor opvoeding, mantelzorgers, vrijwilligers, en de informatievoorziening vanuit de gemeente over zorg, wonen en welzijn. In dit rapport wordt de beleving van de inwoners van de gemeente Westland vergeleken met die van de inwoners van alle deelnemende gemeenten, de zogenoemde referentiegroep. Als uw gemeente in 2007 ook heeft meegedaan, worden de huidige resultaten tevens vergeleken met die van het vorige onderzoek. Het rapport geeft inzicht in wat de sterke en minder sterke punten van de gemeente Westland zijn als het gaat om de tevredenheid van de burgers over de praktische invulling van de Wmo. Mede hierdoor biedt het rapport concrete aanknopingspunten voor verbeteringen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 1

6 Leeswijzer Het rapport bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de verantwoording en de achtergrondgegevens van het onderzoek en de deelnemers. In hoofdstuk 2 komt aan de orde hoe de inwoners de woonomgeving in uw gemeente ervaren. De tevredenheid over de ontvangen opvoedingsondersteuning komt aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden vrijwilligerswerk en de vrijwillige (niet-beroepsmatige) zorg voor anderen behandeld. Hoofdstuk 5 gaat over de informatievoorziening vanuit de gemeente op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Sociale contacten en de bekendheid met de Wmoraad zijn de onderwerpen van hoofdstuk 6. In het rapport wordt in de figuren de respons van uw gemeente in lichtblauw weergegeven en de respons van de referentiegroep in donkerblauw. Als uw gemeente in 2007 ook heeft deelgenomen aan het onderzoek, vindt u die informatie in geel. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 2

7 1 Verantwoording en achtergrondgegevens Het onderzoek is in februari 2009 uitgevoerd. In totaal hebben 20 1 gemeenten aan het onderzoek deelgenomen. De deelnemende gemeenten hebben een aselecte streekproef getrokken van 1500 inwoners boven de 18 jaar, die zij hebben aangeschreven met het verzoek de vragenlijst op papier of via internet in te vullen. Om de resultaten van de gemeenten onderling goed te kunnen vergelijken, is gebruik gemaakt van een standaard vragenlijst. In totaal zijn 518 van de 1500 vragenlijsten ingevuld. De respons is daarmee 35%. In de referentiegroep is de gemiddelde respons 39%. Achtergrondgegevens respondenten In het onderzoek is gevraagd naar het geslacht en de leeftijd van de respondenten. Van de responderende inwoners is 61% vrouw en 39% man. In de referentiegroep is de verdeling 66% vrouw en 34% man. Dit zijn te verwachten percentages, want de ervaring leert dan vrouwen eerder geneigd zijn deel om te nemen aan enquêtes dan mannen. In figuur 1 zijn de respondenten verdeeld naar leeftijdscategorie voor de gemeente Westland en voor alle deelnemende gemeenten. Figuur 1 Verdeling leeftijden van respondenten Een relatief groot aantal respondenten is afkomstig uit de leeftijdcategorie 35 tot en met 64 (62%). Dit aandeel is in de gemeente Westland iets groter dan in de referentiegroep (58%). Aan de inwoners is ook gevraagd of zij betaalde arbeid verrichten en zo ja, in welke mate. De verdeling van het aantal uren per week dat de respondenten betaalde arbeid verrichten, is te zien in figuur 2. 1 Appingedam, Dantumadiel, Echt-Susteren, Giessendam, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Heumen, Landerd, Leerdam, Medemblik, Meppel, Nieuw-Lekkerland, Rotterdam, Venray, Westerveld, Westland, Wijchen, Zederik SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 3

8 Figuur 2 Betaalde arbeid en verdeling naar aantal uren Het percentage respondenten dat geen betaalde arbeid verricht, is in de gemeente Westland (34%) en daarmee lager dan in de referentiegroep (43%). Van de mensen in uw gemeente die betaalde arbeid verrichten, werkt het grootste percentage meer dan 32 uur per week (32%). Informatie over de verdeling van het aantal uren betaalde arbeid wordt tevens gebruikt om de sociale en fysieke kwaliteit van de woonomgeving te bepalen. Deze kwaliteit wordt berekend aan de hand van diverse variabelen en wordt veel toegepast in landelijke leefbaarheids- en veiligheidsmonitors. Aan respondenten is gevraagd naar de samenstelling van hun huishouden. De resultaten zijn te vinden in grafiek 3. Figuur 3 Samenstelling huishouden SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 4

9 De meeste respondenten (45%) zijn gehuwd of hebben een partner met thuiswonende kinderen. Dit is hoger dan de referentiegroep waar het merendeel (44%) bestaat uit mensen die gehuwd zijn / een partner hebben zonder (thuiswonende) kinderen. Slechts 2% van de respondenten zijn alleenstaand met thuiswonende kinderen (ten opzichte van 2,7% in de referentiegroep). Tenslotte is aan de respondenten gevraagd of één van de volgende situaties op hen van toepassing is (fig. 4). Dit om in beeld te krijgen welk deel van de respondenten een (potentiële) mantelzorger is. De meeste respondenten (80%) geven aan dat geen van de onderstaande situaties op hen van toepassing is. Van de resterende 20% meldt 9% liever geen antwoord te geven op de vraag. Verder geeft 37% aan dat (een van) de ouders niet in Nederland geboren is/zijn. Ook geeft bijna een kwart aan (een van de) ouders van een gehandicapt of chronisch ziek kind te zijn. Dit is allebei iets hoger dan de referentiegroep. Figuur 4 Gezinssituatie SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 5

10 2 Ervaren woonomgeving De woonomgeving speelt een grote rol in het welbevinden van de meeste mensen. De beleving van de woonomgeving is ten eerste gemeten door te vragen naar een aantal aspecten van de buurt. De inwoners konden hierbij aangeven of ze het eens zijn met uitspraken over de buurt. Dit is voor de gemeente Westland en de referentiegroep hieronder weergegeven in figuur 5. Figuur 5 Tevredenheid over buurt Sociale cohesie Op de vraag of er behoefte is aan plaatsen waar men andere mensen uit de buurt kan ontmoeten, zegt 90% van de respondenten uit uw gemeente daar behoefte aan te hebben. In de referentiegroep is dit iets lager namelijk, 85%. Drieëntwintig procent van de respondenten uit uw gemeente geven aan dat zij hun buurtgenoten nauwelijks kennen en 67% geeft aan dat ze in gezellige buurt wonen met veel saamhorigheid en voldoende ontmoetingsplaatsen (55%) 2. Tegelijkertijd is men tevreden over de prettige omgang in de buurt (86%) en voelt men zich voor het merendeel thuis in de buurt (84%). Daarnaast is aan de inwoners gevraagd hoe vaak er leuke activiteiten in de buurt worden georganiseerd. Gedacht kan worden aan zaken als braderieën en buurtfeesten. Het grootste deel van de respondenten (49%) geeft aan dat er soms deze activiteiten plaatsvinden. 11% Geeft aan dat deze vaak plaatsvinden en 40% geeft aan dat deze bijna nooit plaatsvinden. Dit is minder dan de referentiegroep waar 55% aangeeft dat leuke activiteiten soms plaatsvinden en 35% (bijna) nooit. Verder geeft 42% van de respondenten aan hier soms aan deel te nemen. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep, waarin bijna 42% soms deelneemt aan buurtactiviteiten. 2 Het percentage respondenten dat zegt dat er voldoende ontmoetingsplaatsen zijn, heeft alleen betrekking op degenen die behoefte hebben aan plaatsen in de buurt waar men elkaar kan ontmoeten. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 6

11 Burgers kunnen zelf actief een bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Gedacht kan worden aan activiteiten organiseren, schoonmaakacties, en contact met de gemeente over zaken die in de buurt spelen. 16% Van de respondenten in de gemeente Westland geeft aan in het afgelopen jaar actief te zijn geweest in de eigen buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. In de referentiegroep is dit iets lager namelijk 15%. Openbare ruimte Aan de inwoners van de deelnemende gemeenten is ook gevraagd hoe vaak bepaalde ongemakken in de openbare ruimte voorkomen. In figuur 6 is weergegeven welk percentage van de respondenten aangeeft dat deze ongemakken in de openbare ruimte vaak voorkomen. Figuur 6 Voorkomen van ongemakken in de openbare ruimte Voor het merendeel van de ongemakken geldt dat relatief meer respondenten in de gemeente Westland aangeven dat deze vaak voorkomen dan de respondenten in de referentiegroep. Rommel (op straat) (19%) en hondenpoep (op straat) (38%) worden als de meest voorkomende ongemakken in de openbare ruimte ervaren in Westland. Verenigingsleven Lid zijn van een vereniging zegt iets over de deelname van burgers aan de maatschappij. Aan respondenten is daarom gevraagd of zij lid zijn van een vereniging. Hiertoe behoren niet alleen sportclubs, maar ook gezelligheids- of andere vrijetijdsverenigingen. De meerderheid (63%) van de respondenten geeft aan wel lid te zijn van een vereniging. In de referentiegroep is dit lager namelijk 57%. In figuur 7 is de lidmaatschap van een vereniging afgezet tegen de leeftijd van de respondenten. Wat opvalt is dat vooral ouderen in uw gemeente relatief vaker lid zijn van een vereniging dan in de referentiegroep. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 7

12 Figuur 7 Lidmaatschap van een vereniging naar leeftijd Sociale en fysieke kwaliteit De schaalscores omtrent sociale en fysieke kwaliteit zijn gebaseerd op meerdere vragen over hetzelfde onderwerp. Samenhangende vragen worden hiertoe gebundeld. Elke antwoordcategorie van een vraag krijgt een waarde toegekend. Rekening houdend met deze waarde en het aantal antwoordcategorieën kan een schaalscore worden berekend die resulteert in een waarde tussen 0 en 10 (fig. 8). Figuur 8 Schaalscores sociale en fysieke kwaliteit SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 8

13 Ten behoeve van de schaalscore op sociale kwaliteit zijn de vragen over de sociale omgang in een buurt samengenomen. De antwoordcategorieën die een positieve invloed hebben op de sociale cohesie krijgen een hogere waarde toegekend dan antwoordcategorieën die daar een negatieve invloed op hebben. De schaalscore varieert van 0 (weinig cohesie) tot 10 (veel cohesie). Dus hoe hoger, hoe beter. De schaalscore fysieke kwaliteit is gebaseerd op de mate waarin bewoners vinden dat er sprake is van hondenpoep, zwerfvuil, vernielingen en graffiti in hun buurt. De schaalscore varieert van 0 (geen verloedering) tot 10 (veel verloedering). Dus hoe lager, hoe beter. Zowel op sociale als fysieke kwaliteit scoort de gemeente Westland iets negatiever dan de referentiegroep. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 9

14 3 Jeugd en opvoeding Een belangrijke vorm van ondersteuning die omschreven staat in de Wmo is de hulp bij opvoeding. Vroegtijdige interventie en een toereikend aanbod van opvoedingsondersteuning voor alle gezinnen in een gemeente kunnen ertoe bijdragen dat kinderen zich op een goede manier ontwikkelen. Daarom is opvoedingsondersteuning een expliciet onderdeel van deze vragenlijst. 38% Van de respondenten in uw gemeente en 29% in de referentiegroep geeft aan kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 18 jaar te hebben. Aan de responderende inwoners met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar is gevraagd of ze weten waar ze terecht kunnen met vragen over opvoeding. In welke mate ze daarvan op de hoogte zijn, is te zien in figuur 9. Figuur 9 Weet u waar terecht kunt met vragen over opvoeding? De meeste respondenten uit Westland met kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar weten waar ze moeten zijn met opvoedingsvragen (69%), of weten hoe zij daar achter kunnen komen (31%). Dit is iets positiever dan de referentiegroep waar de percentages respectievelijk 64% en 33% zijn. Van de respondenten in uw gemeente geeft 16% aan dat zij weleens gebruik hebben gemaakt van opvoedingsondersteuning. In de referentiegroep is dit percentage lager namelijk 11%. Hoe hebben de burgers die een beroep hebben gedaan op hulp bij de opvoeding deze ondersteuning ervaren? In figuur 10 is te zien hoe tevreden de inwoners van de gemeente Westland en in de referentiegroep zijn over de ontvangen opvoedingsondersteuning. Van de 16% responderende inwoners van Westland die opvoedingsondersteuning hebben ontvangen, is 98% (zeer) tevreden. Dit is hoger dan in de referentiegroep. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 10

15 Figuur 10 Tevredenheid burgers over opvoedingsondersteuning Ook is aan respondenten die kinderen hebben tot 18 jaar gevraagd hoe tevreden zij zijn over de voorzieningen voor jongeren in de gemeente. Hierin is onderscheid gemaakt tussen voorzieningen voor kinderen tot en met 12 jaar en voor kinderen die ouder zijn dan 12 jaar (fig. 11). De tevredenheid over de voorzieningen voor de jeugd tot en met 12 jaar is in Westland hoger dan in de referentiegroep. Voor de voorzieningen voor de jeugd ouder dan 12 jaar geldt dat iets meer dan de helft (51%) (zeer) tevreden is. Figuur 11 Tevredenheid burgers over voorzieningen voor kinderen SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 11

16 4 Vrijwilligerswerk en zorg voor anderen Vrijwilligers zijn onmisbaar in onze samenleving. In de Wmo worden belangrijke maatschappelijke taken aan hen toegedicht. In het burgeronderzoek is gevraagd naar de invulling van vrijwilligerswerk en de zorg voor anderen. Vrijwilligerswerk In uw gemeente geeft 45% van de respondenten aan in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk te hebben gedaan. In de referentiegroep is dit percentage 39%. 43% Van de respondenten in de gemeente Westland verwacht in de komende 12 maanden vrijwilligerswerk te gaan doen. Dit is hoger dan in de referentiegroep, waar dit 39% is. Wat opvalt is dus dat de kans groot is dat de groep die verwacht vrijwilligerswerk te gaan doen hetzelfde is als de groep die het al doet. Aan de inwoners die verwachten dat zij de komende 12 maanden geen vrijwilligerswerk zullen doen, is gevraagd wat hiervoor de redenen zijn (meerdere antwoorden mogelijk). De verdeling hiervan is te zien in figuur 12. Figuur 12 Verdeling redenen/oorzaken om geen vrijwilligerswerk te doen Voor de inwoners van Westland die verwachten dat zij de komende 12 maanden geen vrijwilligerswerk zullen doen is de voornaamste reden tijdgebrek (84%). Geen interesse of behoefte (67%) spelen ook vaak mee. De gemeente heeft in overleg met de Wmo-raad een aanvullende vraag laten stellen over vrijwilligerswerk: - Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan vrijwilligerswerk? In figuur 13 is de verdeling te zien. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 12

17 Figuur 13 Uren vrijwilligerswerk Het merendeel van de respondenten (77%) geeft aan gemiddeld 0 tot en met 4 uur per week aan vrijwilligerswerk te besteden. Mantelzorg / Vrijwillige zorg Mantelzorg kan omschreven worden als langdurende zorg die niet-beroepsmatig door een naaste wordt geboden aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij vrijwillige zorg kan gedacht worden aan vrijwillige thuiszorg, buddyprojecten en vriendendiensten. Van de respondenten geeft 29% aan zelf vrijwillige zorg te geven aan anderen. Dit is hoger dan de referentiegroep waar 26% aangeeft vrijwillige zorg te bieden. Figuur 14 Vrijwillige zorg aan anderen naar leeftijd SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 13

18 Afhankelijkheid vrijwillige zorg In overleg met de Wmo-raad heeft de gemeente de extra vraag laten toevoegen Bent u afhankelijk van vrijwillige zorg? Figuur 15 Afhankelijkheid vrijwillige zorg Het grootste deel van de respondenten (90%) geeft aan helemaal niet afhankelijk te zijn van vrijwillige zorg. Bijna 7% geeft aan een beetje afhankelijk te zijn van vrijwillige zorg. De opties afhankelijk en erg afhankelijk worden beiden door bijna 2% van de respondenten gekozen. Mantelzorg Ook is gevraagd of respondenten zorg geven aan hulpbehoevende familieleden, vrienden of bekenden (mantelzorg). 41% Van de respondenten geeft aan mantelzorg te geven aan naasten. Dit is hoger dan het percentage dat vrijwillige zorg geeft in de gemeente. In de referentiegroep geven minder mensen aan mantelzorg te bieden, namelijk 36%. Aan de mensen die aangegeven hebben mantelzorg te bieden, is gevraagd of zij zichzelf ook als mantelzorger beschouwen. De meerderheid van de respondenten geeft aan zichzelf niet als mantelzorger te beschouwen (fig. 16). Dit is iets lager dan in de referentiegroep waar 77% van de respondenten aangeeft zichzelf niet als mantelzorger te beschouwen. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 14

19 Figuur 16 Herkenning als mantelzorger Van de mensen die minimaal wekelijks mantelzorg bieden, is de verdeling van het aantal uren dat zij deze zorg bieden te zien in figuur 17. Figuur 17 Verdeling aantal uren mantelzorg per week Het grootste gedeelte van de respondenten biedt 0-4 uren mantelzorg per week. Dit percentage is iets hoger dan in de referentiegroep. 18% Van de respondenten in Westland biedt meer dan 8 uur mantelzorg per week. In de referentiegroep is dat hoger namelijk 22%. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 15

20 Het verlenen van (te) veel hulp aan anderen kan tot overbelasting leiden bij degene die het geeft. Aan de respondenten is gevraagd in welke mate zij zich door het geven van vrijwillige zorg overbelast voelen (fig. 18). Figuur 18 Overbelasting De meerderheid van de respondenten geeft aan zich niet overbelast te voelen. Dit is iets hoger dan in de referentiegroep waar dit percentage 63% is. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 16

21 Ondersteuning aan niet-beroepsmatige hulpverleners. Het is een taak van elke gemeente om ondersteuning te bieden aan mantelzorgers. In hoeverre zijn mantelzorgers in de gemeente Westland op de hoogte van deze ondersteuning? Op de vraag Weet u dat u ondersteuning kunt krijgen wanneer het vrijwillig geven van hulp u te veel wordt? geeft 69% een positief antwoord. Daarentegen geeft 31% aan niet te weten dat deze ondersteuning beschikbaar is. Aan de inwoners is vervolgens gevraagd of zij weten waar vrijwillige hulpverleners terecht kunnen voor ondersteuning en met vragen. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 19. Figuur 19 Op de hoogte zijn van waar men terecht kan voor ondersteuning en met vragen De meerderheid van de respondenten uit de gemeente Westland weet waar nietberoepsmatige zorgverleners terechtkunnen voor ondersteuning en met vragen (43%). 13% Van de responderende inwoners van uw gemeente maakt weleens gebruik van deze ondersteuning. In de referentiegroep is dit iets hoger, namelijk 14%. Van de inwoners in die aangeven in uw gemeente gebruik te maken van ondersteuning, meldt 17% zeer tevreden te zijn over deze ondersteuning en 83% tevreden. Dit is hoger dan de referentiegroep waar 25% aangeeft zeer tevreden te zijn, 67% tevreden en 8% (zeer) ontevreden. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 17

22 5 Vragen over zorg, wonen en welzijn Prestatieveld 3 betreft het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning. Hiermee wordt gedoeld op activiteiten die de inwoners van de gemeente de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen, zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen, zoals een individueel advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Aan de inwoners van de gemeente is gevraagd of zij weten waar zij terecht kunnen met vragen over zorg, wonen en welzijn. De verdeling van de antwoorden op deze vraag is te zien in figuur 20. Figuur 20 wonen en welzijn Op de hoogte zijn van waar men terecht kan met vragen over zorg, 5% Van de responderende inwoners van de gemeente Westland weet niet waar zij terecht kunnen met vragen over zorg, wonen en welzijn en ook niet hoe zij daar achter kunnen komen. Stichting Welzijn Westland In overleg met de Wmo-raad heeft de gemeente de eigen vraag laten toevoegen Bent u bekend met het aanbod van Stichting Welzijn Westland? Respondenten konden kiezen uit 3 antwoorden: - Ja, maar ik maak er geen gebruik van - Ja, en ik maak er ook gebruik van - Nee SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 18

23 De resultaten zijn terug te zien in figuur 21 Figuur 21 Bekendheid in gebruik Stichting Welzijn Westland Meer dan de helft van de respondenten (57%) is onbekend met het aanbod van Stichting Welzijn Westland. Daarnaast maakt een groot deel geen gebruik van het aanbod van de stichting maar is er wel bekend mee (36%). Aan de respondenten die aangeven gebruik te maken van de diensten is gevraagd van welke diensten zij dan gebruik maken (meerdere antwoorden mogelijk). De volgende figuur geeft de spreiding weer van de antwoordcategorieën. Figuur 22 Gebruik diensten Stichting Welzijn Westland SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 19

24 6 Sociale contacten en Wmo-raad Een doel van de Wmo is dat mensen kunnen (blijven) participeren in de samenleving. Onvoldoende sociale contacten of eenzaamheid kunnen hier een belemmering voor zijn. Voor gemeenten is het daarom interessant om inzichtelijk te hebben hoeveel inwoners een goed sociaal netwerk hebben. Sociaal netwerk In de gemeente Westland geeft 94% van de responderende inwoners aan te beschikken over voldoende sociale contacten. In de referentiegroep is dit percentage bijna even groot (93%). Ook is gevraagd of mensen zich vaak eenzaam voelen. In uw gemeente geeft 5% aan zich vaak eenzaam te voelen. Dit is iets lager dan de referentiegroep, waar 6% aangeeft zich vaak eenzaam te voelen. Op de vraag Heeft u mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? geeft de meerderheid (91%) van de inwoners van Westland aan deze wel te hebben. 10% Van de respondenten geeft aan geen mensen te hebben op wie ze terug kunnen vallen. Dit is iets positiever dan de referentiegroep, waar de percentages respectievelijk 87% en 13% zijn. Discriminatie Discriminatie op bijvoorbeeld handicap, afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook kan mensen belemmeren om mee te doen in de maatschappij. Daarom is aan respondenten gevraagd of zij zich wel eens gediscrimineerd voelen. In figuur 19 zijn de resultaten te zien. Figuur 23 Discriminatie SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 20

25 In uw gemeente geeft de meerderheid ( 92%) van de respondenten aan zich (bijna) nooit gediscrimineerd te voelen. 7% soms en 1% vaak. Dit is iets positiever dan de referentiegroep waar 8% aangeeft zich soms gediscrimineerd te voelen. De Wmo-raad De Wmo verplicht de gemeente om burgers te betrekken bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van het beleid. Vaak heeft de gemeente een Wmo-raad (ook wel Wmo-platform of participatieraad genoemd) ingesteld. Aan de inwoners van uw gemeente is gevraagd of zij weleens gehoord hebben van de Wmo-raad. De minderheid (21%) geeft aan hier weleens van te hebben gehoord. In de referentiegroep is dit percentage 36%. Vervolgens is aan de mensen die wel van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) hebben gehoord gevraagd hoe tevreden zij zijn over de informatie van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) over zijn activiteiten en de wijze waarop de Wmo-raad (of vergelijkbaar) opkomt voor uw belang?. De resultaten van deze twee vragen zijn terug te vinden in figuur 20. Figuur 24 Tevredenheid over Wmo-raad Van de respondenten uit de gemeente Westland die weleens gehoord hebben van de Wmo-raad, is 73% tevreden over de informatie vanuit de Wmo-raad. Dit percentage is net iets lager dan dat van de referentiegroep (75%). Ongeveer driekwart van de responderende inwoners is tevreden over de belangenbehartiging door de Wmo-raad. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 21

26 De gemeente Westland heeft in overleg met de Wmo-raad de vraag toe laten voegen Hoe zou u het liefst geïnformeerd willen worden over de Wmo? Figuur 25 Het merendeel van de respondenten wil het liefst geïnformeerd worden over de Wmo via de lokale kranten. Daarnaast is via folders met 33% ook een populair communicatiemiddel. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 22

27 Conclusies en aanbevelingen Dit rapport laat een beeld zien van de beleving van de inwoners van de gemeente Westland op de eerste vier prestatievelden van de Wmo. In totaal hebben 518 inwoners in de leeftijd vanaf 18 jaar de vragenlijst ingevuld. Ondanks dat de respondenten uit Westland op een aantal punten niet tevreden zijn over hun buurt, geeft 86% van de respondenten aan tevreden te zijn over de prettige omgang in de buurt. De punten waar burgers het meest ontevreden over zijn, zijn rommel en hondenpoep (op straat). De sociale en fysieke kwaliteit van de buurt wordt in Westland ervaren als net iets negatiever dan in de referentiegroep. De meeste inwoners (68,5%) met kinderen weten waar zij in uw gemeente terecht kunnen met opvoedingsvragen. De tevredenheid over opvoedingsondersteuning is vrij hoog, namelijk 97,6%. Een minderheid (45%) van de respondenten heeft in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan en 43% verwacht dit te doen in de komende 12 maanden. Deze percentages liggen iets hoger dan in de referentiegroep. Tijdsgebrek is de voornaamste reden om geen vrijwilligerswerk te doen. Wat opvalt is dat respondenten in uw gemeente relatief beter op de hoogte zijn van waar men terecht kan voor vrijwilligerswerk en wat voor vrijwilligerswerk er te doen is. Ongeveer 29% van de respondenten geeft aan geregeld vrijwillige, niet-beroepsmatige hulp aan anderen te bieden. Van deze 29% weet de meerderheid (69%) waar zij terecht kunnen voor ondersteuning aan hulpverleners of hoe zij daar achter kunnen komen. De Wmo-raad is onder 21% van de responderende inwoners van Westland bekend. Een minderheid van de respondenten (5%) geeft aan zich vaak eenzaam te voelen. Dit is iets lager dan de referentiegroep waar dit net meer dan 5% is. Verder voelen in uw gemeente de meeste respondenten zich minder vaak gediscrimineerd dan in de referentiegroep. Aanbevelingen Enkele punten van aandacht zijn de bekendheid van de Stichting Welzijn Westland. Meer dan de helft van de respondenten is hier niet mee bekend. Verder is de tevredenheid over voorzieningen voor de jeugd ouder dan 12 beduidend minder dan die voor jongeren onder de 12 (maar nog steeds hoger dan de referentiegroep). Tenslotte is er ruimte voor verbetering wat betreft de herkenning onder mensen dat zij mantelzorgers zijn. Meer dan driekwart (76%) van de respondenten die mantelzorg geven zeggen zich niet als mantelzorger te beschouwen. Daarnaast voelt meer dan een kwart van deze respondenten (28%) zich regelmatig overbelast door het geven van vrijwillige zorg. SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 23

28 Bijlage 1 Cijferbijlage De mensen in mijn buurt Helemaal mee eens 4,3% 4,2% kennen elkaar nauwelijks Mee eens 18,9% 18,7% Mee oneens 49,5% 56,8% Helemaal mee oneens 27,3% 20,4% In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om Helemaal mee eens 22,4% 18,2% Mee eens 64,1% 67,7% Mee oneens 10,0% 11,0% Helemaal mee oneens 3,4% 3,1% Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid Helemaal mee eens 13,6% 10,4% Mee eens 54,1% 56,9% Mee oneens 27,1% 27,8% Helemaal mee oneens 5,2% 4,9% Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt Helemaal mee eens 18,7% 16,0% Mee eens 65,7% 68,3% Mee oneens 12,1% 11,0% Helemaal mee oneens 3,5% 4,8% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 24

29 Bekladding van muren en/of gebouwen Vaak 2,2% 1,8% Soms 15,8% 17,2% (Bijna) nooit 81,9% 81,0% Graffiti Vaak 1,7% 1,4% Soms 11,6% 11,2% (Bijna) nooit 86,7% 87,4% Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes Rommel (op straat) Vaak 6,1% 9,0% Soms 22,9% 31,2% (Bijna) nooit 71,0% 59,7% Vaak 21,2% 19,4% Soms 49,0% 53,4% (Bijna) nooit 29,8% 27,2% Hondenpoep (op straat) Vaak 31,0% 39,7% Soms 45,4% 41,9% (Bijna) nooit 23,6% 18,4% Vandalisme Vaak 5,8% 8,5% Soms 36,7% 42,1% (Bijna) nooit 57,5% 49,4% Defecte openbare voorzieningen zoals straatverlichting, bushokjes, en telefooncellen Vaak 4,4% 5,3% Soms 30,2% 31,8% (Bijna) nooit 65,5% 62,8% Heeft u behoefte aan plaatsen in de buurt waar u andere mensen uit de buurt kunt ontmoeten? Ja 14,8% 10,4% Nee 85,2% 89,6% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 25

30 In mijn buurt zijn voldoende plaatsen waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten Helemaal mee eens 11,6% 8,4% Mee eens 50,7% 46,8% Mee oneens 26,7% 27,3% Helemaal mee oneens 11,0% 17,5% Vinden er leuke activiteiten in uw buurt plaats (braderieën, buurtfeesten etc)? Zo ja, neemt u hier aan deel? Vaak 10,0% 10,8% Soms 54,7% 49,1% (Bijna) nooit 35,4% 40,1% Vaak 19,8% 17,6% Soms 41,9% 42,1% (Bijna) nooit 38,3% 40,3% Bent u het afgelopen jaar Ja 15,3% 15,9% actief geweest in uw Nee buurt om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren? 84,7% 84,1% Bent u lid van een vereniging? (bijvoorbeeld sport-, gezelligheids of andere vrijetijdsvereniging) Ja 57,3% 62,6% Nee 42,7% 37,4% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 26

31 Heeft u kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar? Weet u waar u terecht kunt met vragen over opvoeding? Ja 28,9% 37,9% Nee 71,1% 62,1% Ja 60,3% 64,3% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen 34,6% 34,3% Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 5,0% 1,4% Heeft u wel eens gebruik Ja 10,5% 16,3% gemaakt van opvoedingsondersteuning Nee (bijvoorbeeld een cursus)? 89,5% 83,7% Hoe tevreden bent u over Zeer tevreden 10,1%,0% de ontvangen Tevreden 78,8% 97,6% opvoedingsondersteuning? Ontevreden 8,3% 2,4% Zeer ontevreden 2,8%,0% Voor kinderen jonger dan 12 jaar Zeer tevreden 5,2% 3,7% Tevreden 68,2% 77,5% Ontevreden 21,2% 14,7% Zeer ontevreden 5,4% 4,2% Voor kinderen ouder dan 12 jaar Zeer tevreden 2,0% 1,2% Tevreden 46,9% 49,4% Ontevreden 39,5% 40,6% Zeer ontevreden 11,7% 8,8% Heeft u de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan? Verwacht u in de komende 12 maanden vrijwilligerswerk te doen? Ja 39,2% 44,6% Nee 60,8% 55,4% Ja 38,9% 42,6% Nee 61,1% 57,4% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 27

32 Geeft u zelf (vrijwillig) Ja 25,6% 29,1% hulp aan Nee zorgbehoevenden anderen (vrijwillige zorg)? 74,4% 70,9% Geeft u zelf (vrijwillig) hulp aan zorgbehoevende familieleden, vrienden of bekenden (mantelzorg)? Beschouwt u zich als mantelzorger? Ja 35,5% 41,0% Nee 64,5% 59,0% Ja 22,9% 24,1% Nee 77,1% 75,9% Kunt u inschatten hoe vaak u deze hulp geeft? Aantal keer per jaar 27,1% 24,6% Aantal keer per maand 33,3% 37,7% Aantal keer per week 39,6% 37,7% Hoeveel uur per week geeft u ongeveer hulp? 0 4 uur 56,6% 61,2% 5 8 uur 20,9% 20,9% 9 16 uur 10,4% 6,7% uur 3,7% 2,2% Meer dan 25 uur 8,3% 9,0% In welke mate voelt u zich door het vrijwillig geven van zorg overbelast? Niet 62,6% 65,6% Soms 7,2% 5,8% Regelmatig 28,3% 27,7% Vaak 1,9% 0,9% Weet u dat u ondersteuning kunt krijgen wanneer het vrijwillig geven van hulp teveel wordt? Ja 66,6% 69,1% Nee 33,4% 30,9% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 28

33 Weet u waar (vrijwillige) hulpverleners en mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning of vragen? Maakt u wel eens gebruik van de geboden ondersteuning? Ja 42,4% 42,5% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen 39,7% 40,8% Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 17,9% 16,7% Ja 14,4% 12,9% Nee 85,6% 87,1% Hoe tevreden bent u over Zeer tevreden 24,7% 17,2% de geboden Tevreden 66,7% 82,8% ondersteuning? Ontevreden 5,8% 0,0% Zeer ontevreden 2,8% 0,0% Heeft u mensen op wie u terug kunt vallen wanneer u hulp of zorg nodig heeft? Weet u waar u terecht kunt voor informatie of advies wanneer u vragen heeft over zorg, wonen en welzijn? Ja 86,9% 90,5% Nee 13,1% 9,5% Ja 53,3% 56,2% Nee, maar weet wel hoe ik erachter kan komen 39,8% 39,1% Nee, en weet niet hoe ik erachter kan komen 6,9% 4,8% Vindt u dat u voldoende sociale contacten heeft? Sociale contacten zijn dingen die u doet samen met anderen, zoals op bezoek gaan, samen sporten, een uitje maken of telefoneren. Voldoende sociale contacten Behoefte aan meer sociale contacten 93,4% 93,7% 6,6% 6,3% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 29

34 Voelt u zich vaak eenzaam? Ja 5,2% 4,7% Nee 94,8% 95,3% Voelt u zich wel eens gediscrimineerd (op handicap, afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging of welke grond dan ook)? Vaak 1,2% 1,2% Soms 7,7% 6,5% (Bijna) nooit 91,1% 92,3% Heeft u wel eens gehoord Ja 35,5% 20,6% van de Wmo-raad (of Nee vergelijkbaar) en zijn activiteiten? 64,5% 79,4% de informatie van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) over zijn activiteiten De Wmo-raad (of vergelijkbaar) komt op voor uw belang. Hoe tevreden bent u hierover? Zeer tevreden 4,1%,0% Tevreden 71,4% 72,7% Ontevreden 20,6% 22,7% Zeer ontevreden 3,9% 4,5% Zeer tevreden 4,0% 1,2% Tevreden 72,8% 73,8% Ontevreden 18,9% 21,2% Zeer ontevreden 4,2% 3,8% Wat is uw leeftijd? ,7% 17,5% ,1% 61,6% ,9% 12,7% ,3% 8,2% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 30

35 Hoe is uw huishouden samengesteld? Alleenstaand zonder (thuiswonende) kinderen Alleenstaand met thuiswonende kinderen Gehuwd / partner zonder (thuiswondende) kinderen Gehuwd / partner met thuiswonende kinderen 17,5% 13,1% 2,7% 2,0% 43,9% 39,8% 35,9% 45,2% Verricht u betaalde arbeid? Nee 43,0% 33,7% Ja, 1-12 uur per week 18,5% 26,5% Ja, uur per week 9,6% 7,4% Ja, meer dan 32 uur per week 28,9% 32,4% Ik ben (een van de) ouders van een gehandicapt of chronisch ziek kind Ik werk als vrijwilliger in de zorg voor anderen (geen familie of vriendschapsband) Ik ben partner of (een van de) ouders van een psychiatrisch patiënt Ik ben partner van een dementerende (Een van) mijn ouders zijn (is) niet in Nederland geboren 4,2% 4,9% 2,1% 1,9% 1,0% 1,4% 3,5% 2,6% 6,5% 7,5% Niet van toepassing 80,6% 79,8% Wil ik liever niet zeggen 2,0% 1,9% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 31

36 Hoe zou u het liefst geïnformeerd willen worden over de Wmo? Via de lokale kranten 42,3% Via de Wmo-adviesraad 1,2% Via internet / de gemeente website 21,2% Via folders 32,6% Via bijeenkomsten 2,7% Bent u bekend met het aanbod van Stichting Welzijn Westland? Ja, en ik maak er ook 6,5% gebruik van Nee 57,1% Ja, maar ik maak er geen gebruik van 36,4% Maakt u wel eens gebruik van deze diensten van Stichting Welzijn Westland? Mogelijkheden voor 20,0% ontmoeting Informatie en advies 21,7% Praktische 11,7% ondersteuning Educatief aanbod en/of bewegingsactiviteiten 31,7% Ondersteuning vrijwilligers van 15,0% Bent u afhankelijk van vrijwillige zorg? Helemaal niet afhankelijk 90,2% Beetje afhankelijk 6,5% Afhankelijk 1,6% Erg afhankelijk 1,6% Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan vrijwilligerswerk? Tussen de 0 en 4 uur per week Tussen de 4 en 8 uur per week 76,7% 15,5% Meer dan 8 uur per week 7,8% SGBO RAPPORT BELEVINGSONDERZOEK PRESTATIEVELDEN 1 T/M 4 GEMEENTE WESTLAND 32