Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000"

Transcriptie

1 Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000 een analyse van de Leidse wijken in het kader van het Grotestedenbeleid

2 Onderzoeker Projectleider Opdrachtgever Paul van Wensveen Jolanda Verdurmen Corrine Oudijk Gemeente Leiden Interne begeleiding Carolien de Groot, Hanny Zalme (Gemeente Leiden) Hanneke Tielen (GGD Zuid Holland Noord) Nadere informatie Hanny Zalme, tel Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de auteurs vermenigvuldigd worden. Deze uitgave mag wel geheel of gedeeltelijk geciteerd worden, mits de auteurs daarbij vermeld worden en mits er geen wijzigingen in het geciteerde zijn aangebracht. BOOM/COS, Rotterdam, juli 2000 P. van Wensveen, J.M.F. Verdurmen Bureau Onderzoek Op Maat (BOOM) Centrum voor Onderzoek en Statistiek Groot Handelsgebouw Goudsesingel 78 Conradstraat 38 Postbus Unit D AH Rotterdam Postbus telefoon: GA Rotterdam fax: telefoon: fax:

3 VOORWOORD Sinds 1997 maakt Leiden deel uit van de 25 1 steden, die zijn aangesloten in het kader van het Grotestedenbeleid. Het Grotestedenbeleid heeft tot doel om de (economische) potenties van de stad en de regio te benutten om sociale bedreigingen weg te werken. Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke onderwerpen binnen het Grotestedenbeleid. De gemeente Leiden probeert samen met organisaties en burgers de leefbaarheid, veiligheid en vitaliteit in de stad zo groot mogelijk te maken. Een geïntegreerde aanpak is daarvoor nodig. Gemeente en Rijk hebben hiervoor uiteraard informatie nodig. Jaarlijks wordt informatie verzameld over allerlei aspecten, die een beeld geven van de feitelijke situatie van de deelnemende steden. Deze informatie is beschikbaar via het ISEO 2. Daarnaast is de mening van de burger van groot belang: hoe ervaart een ieder de leefbaarheid en veiligheid van de stad en de buurt? Vandaar dat eens per twee jaar onder 2500 bewoners van de stad Leiden de Leefbaarheidsmonitor wordt gehouden. De Leefbaarheidsmonitor is een enquête die ook in andere grote steden wordt afgenomen. Onderlinge vergelijking tussen steden is daardoor mogelijk. De voor u liggende rapportage is de tweede meting in Leiden: in het najaar van 1997 vond de eerste meting (0-meting) plaats. De actuele meting dateert van het voorjaar Dat betekent dat er nu gekeken kan worden in hoeverre de leefbaarheid is toe- of afgenomen. Als we afgaan op de uitkomsten van dit onderzoek, is Leiden zeker op de goede weg. Om deze positieve trend vast te houden is het belangrijk dat we ook de komende jaren aandacht aan de leefbaarheid schenken. In Leiden Maakt Kennis, het Leidse Meerjarenontwikkelingsprogramma voor de periode , kunt u lezen welke doelstellingen het gemeentebestuur zich op het gebied van veiligheid en leefbaarheid heeft gesteld. De Leefbaarheidsmonitor zal in het voorjaar van 2002 opnieuw worden afgenomen. Leiden, oktober 2000, J.K.T. Postma, burgemeester van Leiden 1 de G4: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht de G21: Almelo, Arnhem, Breda, Den Bosch, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo en Zwolle. 2 Op de site van het ISEO ( is gedetailleerde informatie te vinden.

4 2 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek

5 3 Inhoud Samenvatting I I.I Opzet onderzoek I I.II Uitkomsten in 2000 I I.III Vergelijking met andere steden V I.IV Blik vooruit VII 1 Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Werkwijze en opbouw van de rapportage Overzicht van de respons Representativiteit van het onderzoek Leeswijzer 5 2 Algemene aspecten Algemeen oordeel over de buurt Ontwikkeling van de buurt en de stad Ontwikkeling van de buurt Ontwikkeling van de stad Gehechtheid aan de buurt en stad 12 3 Leefbaarheid Verloedering van de woonomgeving Overlast in de buurt Verkeersoverlast in de buurt Belangrijkste problemen in de buurt 18 4 Veiligheid Veiligheid in de buurt Criminaliteit in de buurt Vermogensdelicten Bedreiging Slachtofferschap 26 5 Sociale factoren Sociale samenhang in de buurt Maatschappelijke participatie 31 6 Voorzieningen 35 7 Wonen Evaluatie van de woning Soort woning Verhuisbehoefte 39 8 Betrokkenheid bewoners 41 9 Vergelijking andere steden 45 bijlage I Gebiedsindeling Leiden ten behoeve van de Leefbaarheidsmonitor 47 bijlage II Vragenlijst inclusief verdeling van de antwoorden 51

6 4 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek

7 Samenvatting I.I Opzet onderzoek In dit rapport zijn de resultaten opgenomen van de tweede meting van de leefbaarheidsmonitor in Leiden. Aan het onderzoek hebben 2525 bewoners meegedaan. De uitkomsten zijn vergeleken per district. Daarnaast zijn de uitkomsten bekeken voor vier aandachtsgebieden. Het gaat om Slaaghwijk, Hoge Mors, Haagweg Noord en Zuid en De Waard. Van de bewoners die bereikt zijn heeft 77% meegewerkt aan het onderzoek. Per aandachtsgebied zijn minimaal 100 bewoners geïnterviewd en per district minimaal 200. Hierdoor is het mogelijk om per aandachtsgebied en district representatieve uitspraken te doen. Het onderzoek is een vervolg op de Leefbaarheidsmonitor van In dit rapport is een vergelijking gemaakt met de situatie in Deze vergelijking is zowel gemaakt voor de stad als geheel als voor de tien districten. De opzet van het onderzoek is gelijk aan de opzet in Tevens zijn dezelfde vragen opgenomen, hetgeen een vergelijking met de situatie in 1997 mogelijk maakt. I.II Uitkomsten in 2000 In het onderzoek zijn diverse aspecten van leefbaarheid en veiligheid aan de orde gekomen. In tabel I.I worden de resultaten van het onderzoek beknopt weergegeven. In de tabel is de uitsplitsing gemaakt naar de tien districten, Leiden en de vier aandachtsgebieden. In de kolommen van de tabel wordt achtereenvolgens vermeld: (tussen haakjes staat het hoofdstuk waarin het onderwerp aan de orde komt) naam van het gebied respons per wijk (h1) oordeel over de buurt (hoe hoger hoe beter) (h2) verloedering van de buurt (hoe lager hoe beter) (h3) overlast in de buurt (hoe lager hoe beter) (h3) verkeersoverlast (hoe lager hoe beter) (h3) vermogensdelicten, zoals inbraak, vernieling en diefstal (hoe lager hoe beter) (h4) bedreiging (hoe lager hoe beter) (h4) percentage van de bewoners dat zich wel eens onveilig voelt (h4) sociale samenhang van de buurt (hoe hoger hoe beter) (h5) evaluatie van de eigen woning (hoe hoger hoe beter) (h7) percentage van de bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid van de buurt (h8) In het onderzoek zijn voor verschillende onderwerpen indicatoren gemaakt. Een dergelijke indicator heeft een waarde tussen nul en tien. Deze waarden kunnen en mogen niet opgevat worden als rapportcijfers, omdat het berekende waarden zijn. Het belang van de waarden ligt vooral in de vergelijking tussen de verschillende gebieden. Tevens maken de indicatoren een vergelijking met het onderzoek van 1997 mogelijk. In tabel I.I is de vergelijking met de situatie in 1997 opgenomen. Voor de tien districten en de gemeente Leiden zijn de uitkomsten vergeleken. Wanneer er sprake is van een positieve

8 II Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek ontwikkeling, dan is het cijfer vetgedrukt. Voor de aandachtsgebieden is geen vergelijking met 1997 mogelijk. In het eerste onderzoek zijn de aandachtsgebieden nog niet apart onderscheiden. Tabel I.I Beknopte uitkomsten Leefbaarheidsmonitor 2000 responspercentage oordeel over de buurt verloedering overlast verkeersoverlast vermogensdelicten bedreiging wel eens onveilig % sociale samenhang oordeel over de woning medeverantwoordelijk Stationsdistrict 73% 7,7 4,8 2,5 3,2 4,2 1,4 26% 6,1 7,0 81% Binnenstad Zuid 81% 7,7 5,5 3,3 4,0 5,4 2,0 23% 5,7 6,8 81% Binnenstad Noord 84% 7,3 5,8 3,5 3,7 5,2 2,1 32% 5,5 7,0 75% Leiden Noord 76% 6,6 5,7 2,7 3,3 4,6 1,0 16% 5,8 6,9 74% Merenwijkdistrict 78% 7,3 5,1 2,2 2,5 4,1 0,7 25% 6,1 7,3 87% Boerhaavedistrict 73% 7,9 4,1 2,5 2,6 3,6 1,0 17% 6,2 7,3 90% Roodenburgerdistrict 79% 7,8 3,3 1,5 2,3 3,2 0,4 18% 6,5 7,2 88% Bos- en Gasthuisdistrict 80% 7,6 4,2 1,9 2,7 3,6 0,6 25% 6,0 7,2 84% Morsdistrict 73% 7,3 4,8 2,3 2,7 3,5 0,7 23% 6,1 7,0 86% Stevenshofdistrict 77% 7,5 4,6 2,1 2,8 3,4 0,6 10% 6,4 7,2 90% Leiden 77% 7,4 4,8 2,4 2,9 4,0 1,0 22% 6,0 7,1 83% Slaaghwijk 71% 6,3 6,3 3,8 2,9 5,3 1,5 35% 5,1 7,0 80% Hoge Mors 73% 7,3 5,7 2,5 2,3 3,0 0,5 20% 6,0 7,1 85% Haagweg Noord en Zuid 79% 7,1 4,3 2,0 2,5 3,1 0,9 20% 5,8 6,8 77% De Waard 76% 7,0 4,6 2,5 2,0 4,2 0,8 11% 5,8 6,9 75% Respons De respons per gebied is gelijkmatig verdeeld. Er zijn geen gebieden waar de respons duidelijk achterblijft. Met een gemiddelde van 77% is de respons hoog te noemen. Oordeel over de buurt Het oordeel van de buurt is in Leiden Noord lager dan in de andere districten. De Slaaghwijk wordt als buurt minder beoordeeld door haar bewoners dan de andere drie aandachtsgebieden. In Leiden is de waardering voor de buurt toegenomen van 7,3 naar 7,4 gemiddeld. Verloedering van de buurt De verloedering van de buurt varieert sterk per gebied. De bewoners van de Binnenstad Noord en Leiden Noord ervaren de meeste verloedering. Bewoners van de Haagweg Noord en Zuid en De Waard vinden dat hun buurt minder verloederd is dan bewoners uit de Hoge Mors en Slaaghwijk. De beoordeling van de verloedering komt overeen met de situatie in 1997.

9 III Overlast De bewoners van de Binnenstad ervaren de meeste overlast. In de aandachtsgebieden blijkt dat de bewoners van Slaaghwijk meer overlast ervaren dan in de andere gebieden. In Leiden is de overlast in de buurt in vergelijking met 1997 afgenomen. In alle districten, behalve het Boerhaavedistrict is deze afname te zien. Overlast van het verkeer In het onderzoek is ditmaal ook gevraagd naar de overlast van het verkeer. Vooral bewoners uit de Binnenstad (Noord en Zuid) hebben last van het verkeer. In de aandachtsgebieden blijkt dat er in De Waard relatief weinig overlast van het verkeer is. Veiligheid Op het gebied van veiligheid zijn de uitkomsten positief. Zowel vermogensdelicten als ook bedreiging zijn in de ogen van de bewoners afgenomen. De verbetering is ook terug te zien in het deel van de bewoners dat zich wel eens onveilig voelt. In 1997 voelde 32% zich wel eens onveilig. Nu is dat nog 22%. Sociale samenhang De Leidenaren vinden dat de sociale samenhang in de buurt in vergelijking met 1997 is toegenomen. In de Binnenstad Noord en de Slaaghwijk is de sociale cohesie volgens de bewoners lager dan in de andere gebieden. Waardering van de woning De waardering van de woning is in vergelijking met de situatie in 1997 toegenomen, er zijn geen verschillen in de waardering van de woning tussen de gebieden. Medeverantwoordelijkheid voor de buurt Een grote meerderheid voelt zich verantwoordelijk voor de leefbaarheid van de buurt. Zowel in de districten als in de aandachtsgebieden is het verantwoordelijkheidsgevoel groot. Deze uitkomsten komen overeen met de resultaten van het onderzoek van Het is opvallend dat er op geen van de aspecten van leefbaarheid en veiligheid een verslechtering van de situatie is te zien. De ontwikkeling van het cijfer voor de gemeente Leiden is voor zeven van de tien aspecten die in tabel I.I vermeld staan positief.

10 IV Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Problemen top-tien Naast het positieve beeld dat het overzicht van tabel I.I geeft is er nog een aantal opvallende uitkomsten. Zo hebben de bewoners aangegeven wat volgens hen de grootste problemen in hun buurt zijn, die met voorrang moeten worden aangepakt. Drie kwart van de respondenten heeft op deze vraag minstens één probleem genoemd. In tabel I.II zijn de tien meest genoemde problemen vermeld. Tabel I.II Problemen top-tien Leiden 1. parkeerproblemen 2. overlast door vuil 3. verkeersproblemen 4. voorzieningen voor kinderen 5. hondenpoep 6. onderhoud groen 7. onderhoud straten en stoepen 8. jongerenvoorzieningen 9. renovatie/sloop/onderhoud woningen 10. aanwezigheid jongeren 33% 16% 15% 7% 7% 7% 5% 5% 4% 4% Er is één probleem dat er duidelijk uitspringt. Parkeerproblemen wordt door een derde van de respondenten genoemd en is in alle districten het meest genoemde probleem. Overlast door vuil en verkeersproblemen worden door ongeveer een zesde van de bewoners als probleem genoemd. Deze problemen horen in alle districten bij de meest genoemde problemen. In 1997 waren ook het vuil, verkeer en parkeerproblemen de meeste genoemde problemen. Toen lagen de percentages van deze problemen dichter bijeen. Het onderhoud van het groen was in 1997 nog één van de meest genoemde problemen, nu wordt het nog in slechts twee districten regelmatig genoemd. Maatschappelijke participatie In het onderzoek is dit maal een aantal vragen opgenomen die nagaan in hoeverre de bewoners van Leiden actief zijn. Er is gevraagd naar de deelname aan sociale en culturele activiteiten. Een meerderheid van de bewoners doet aan sport, een grote meerderheid gaat uit. Tweederde heeft enkele malen per week contacten met vrienden en familie. Een kleine minderheid (7%) zou actiever willen zijn, voornamelijk door vaker contact te hebben met vrienden en familie. Voorzieningen Voor een aantal voorzieningen is de tevredenheid van de bewoners nagegaan. De Leidenaren zijn in het algemeen tevreden als het gaat om de straatverlichting, basisonderwijs, winkels, openbaar vervoer, groenvoorzieningen en het onderhoud van wegen en stoepen. Wat betreft speelmogelijkheden voor kinderen en parkeergelegenheid is men minder positief. Hierover is ongeveer de helft van de bewoners tevreden. De voorzieningen voor jongeren worden het minst gewaardeerd. Tweederde is ontevreden over de jongerenvoorzieningen. Voor geen van de voorzieningen is een toe- of afname van de tevredenheid te zien in vergelijking met 1997.

11 V I.III Vergelijking met andere steden De leefbaarheidsmonitor wordt ook in andere steden gehouden. In deze paragraaf worden de uitkomsten van Leiden in vergelijking gebracht met een aantal andere steden. De waarden in de tabellen zijn gebaseerd op de enquête van 1999/2000. In tabel I.III wordt een aantal vragen over de ontwikkeling van de stad en de buurt gepresenteerd. De eerste drie kolommen betreffen de stad, de laatste drie kolommen betreffen de buurt. Aan de orde komen achtereenvolgens: het percentage van de bewoners dat gehecht is aan de stad / buurt het percentage van de bewoners dat denkt dat de stad / buurt in het komende jaar vooruit zal gaan het percentage van de bewoners dat een achteruitgang in de stad / buurt verwacht Op de laatste regel van de tabel is een gemiddelde van de in de tabel genoemde steden opgenomen. Tabel I.III Overzicht ontwikkeling stad en buurt, vergelijking tussen zestien gemeenten* stad buurt gehechtheid zal vooruit zal achteruit gehechtheid zal vooruit zal achteruit Almelo Arnhem Breda Deventer nb nb nb 63 nb nb Dordrecht Eindhoven nb Enschede Groningen Helmond Hengelo Leeuwarden Leiden Maastricht nb Nijmegen Tilburg Venlo gemiddeld *Met dank aan de gemeente Dordrecht voor het beschikbaar stellen van de gegevens. Wat betreft de band en de verwachtingen van de stad en de buurt liggen de uitkomsten van Leiden in de buurt van het gemiddelde. Het beeld dat de bewoners positiever zijn over de stad dan over de eigen buurt is in de andere steden ook te zien.

12 VI Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek In tabel I.IV worden de uitkomsten van Leiden voor een aantal indicatoren vergeleken met de andere steden. In de kolommen van de tabel wordt achtereenvolgens vermeld: naam van het gebied oordeel over de buurt (indicator, hoe hoger hoe beter) overlast (indicator, hoe lager hoe beter) verloedering (indicator, hoe lager hoe beter) vermogensdelicten (indicator, hoe lager hoe beter) bedreiging (indicator, hoe lager hoe beter) sociale samenhang, cohesie (indicator, hoe hoger hoe beter) woonkwaliteit van de eigen woning (indicator, hoe hoger hoe beter) medeverantwoordelijkheid voor de buurt (percentage ja) Op de laatste regel van de tabel is een gemiddelde van de in de tabel genoemde steden opgenomen. Tabel I.IV Overzicht voor aantal aspecten, vergelijking tussen zestien gemeenten* oordeel buurt overlast verloedering vermogen bedreiging cohesie woonkwaliteit verantwoordelijk Almelo 7,4 1,6 3,0 2,5 0,6 7,0 7,5 89 Arnhem 7,3 2,7 3,6 4,3 2,3 5,9 7,2 85 Breda 7,6 1,7 3,3 4,4 0,9 6,4 7,4 85 Deventer 7,5 1,7 3,4 3,0 0,6 6,3 7,3 80 Dordrecht 7,3 2,9 4,5 4,1 1,5 5,3 7,4 89 Eindhoven 7,7 2,8 4,4 4,5 1,1 6,2 7,5 76 Enschede 7,4 2,0 3,2 3,3 0,9 6,3 7,3 86 Groningen 7,3 2,8 4,6 4,5 1,7 5,8 7,4 84 Helmond 7,9 2,5 4,2 4,3 1,2 6,4 7,9 73 Hengelo 7,5 1,8 2,9 2,7 0,5 7,5 7,5 88 Leeuwarden 7,3 2,0 4,2 4,0 1,1 6,1 7,4 85 Leiden 7,4 2,4 4,8 4,0 1,0 6,0 7,1 83 Maastricht 7,5 2,3 3,5 4,6 1,2 nb 7,3 87 Nijmegen 7,6 2,2 4,2 4,4 1,0 6,1 7,3 87 Tilburg 7,2 2,8 4,3 4,9 1,7 6,3 7,8 83 Venlo 7,9 2,7 4,2 3,4 1,5 6,6 7,9 92 gemiddeld 7,5 2,3 3,9 3,9 1,2 6,3 7,5 85 *Met dank aan de gemeente Dordrecht voor het beschikbaar stellen van de gegevens. In het algemeen ligt de score van Leiden rond het gemiddelde. Dit geldt voor overlast, vermogensdelicten, bedreiging, de samenhang in de buurt en de medeverantwoordelijkheid van de bewoners. Op twee punten is de situatie in Leiden minder positief. In Leiden ervaren de bewoners het meeste verloedering en de woonkwaliteit is lager dan in de andere steden.

13 VII I.IV Blik vooruit De tweede meting van de leefbaarheidsmonitor heeft een duidelijk beeld gegeven van de situatie in Leiden. Op een aantal punten is er sprake van een verbetering sinds de eerste meting in Bij een volgende meting zal duidelijk worden of deze positieve ontwikkeling zich door zet. Dan wordt ook duidelijk hoe de situatie zich in de aandachtsgebieden heeft ontwikkeld. De extra inspanningen in de vier aandachtsgebieden kunnen dan onderling vergeleken worden. Daarnaast is de vergelijking mogelijk met gebieden waar geen extra inspanningen zijn gedaan. Met de selectie van de aandachtsgebieden in dit rapport is een eerste aanzet gedaan tot het beoordelen van de effectiviteit van het grotestedenbeleid in de gemeente Leiden.

14

15 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek In het kader van het Grotestedenbeleid (GSB) is tussen het Rijk en de GSB-gemeenten overeen gekomen dat er elke twee jaar een onderzoek wordt uitgevoerd naar de beleving van de leefbaarheid en de veiligheid van de eigen stad en wijk bij de bewoners. Voor u ligt de tweede leefbaarheidsmonitor Leiden. Deze leefbaarheidsmonitor 2000 biedt een vergelijking met de eerste meting die is uitgevoerd in het najaar van Door de resultaten van verschillende metingen naast elkaar te zetten kunnen de ontwikkelingen van de verschillende aspecten van leefbaarheid en veiligheid in de buurt zichtbaar worden gemaakt. Het onderzoek is grootschalig opgezet. In totaal zijn er net als in 1997 meer dan 2500 Leidenaren ondervraagd. Dit maakt het mogelijk om per district en aandachtsgebied uitspraken te doen over de stand van zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. 1.2 Werkwijze en opbouw van de rapportage De leefbaarheidsmonitor kent een gebiedsgerichte aanpak. In Leiden is ervoor gekozen om uitspraken te doen voor de tien districten en daarnaast voor vier aandachtsgebieden. De samenstelling van de districten in het onderzoek van 2000 komt overeen met de indeling die in het onderzoek van 1997 is gebruikt. Als basis hiervoor is de CBS-indeling gehanteerd. Volgens deze indeling is Leiden opgedeeld naar tien districten. Wel is er een aantal wijken bij een ander district ingedeeld. Het Kooidistrict is in drie delen gesplitst: de buurt De Waard is bij de Binnenstad Noord gevoegd en Waardeiland bij het Roodenburgerdistrict. De resterende drie buurten: Groenoord, Noorderkwartier en De Kooi worden in dit rapport aangeduid als Leiden Noord. In bijlage I is een overzicht van de gebiedsindeling opgenomen. In het rapport wordt een tevens uitsplitsing gemaakt naar vier aandachtsgebieden. Deze wijken worden apart behandeld omdat ze in de komende jaren extra aandacht van de gemeente krijgen, in het kader van het grotestedenbeleid. De wijken waar het om gaat zijn Slaaghwijk, Hoge Mors, Haagweg Noord en Zuid en De Waard. In de rapportage worden de uitkomsten voor de districten en de aandachtsgebieden na elkaar besproken. Dit gebeurt volgens een vast patroon. Ten eerste wordt een vergelijking gemaakt tussen de tien districten. In deze vergelijking zijn alle bewoners die hebben meegewerkt aan het onderzoek opgenomen. De bewoners die in de aandachtsgebieden wonen zijn bij deze vergelijking opgenomen in het district waar het gebied binnen valt. Voor de Slaaghwijk is dat het Merenwijkdistrict, de Hoge Mors valt onder het Morsdistrict, de Haagweg Noord en Zuid horen bij het Bos- en Gasthuisdistrict en De Waard wordt net als in 1997 bij de Binnenstad Noord gevoegd. In de tweede plaats wordt ingezoomd op de vier aandachtsgebieden; er wordt beschreven hoe de uitkomsten in de vier wijken zich tot elkaar verhouden. Ten derde wordt de vergelijking met het onderzoek van 1997 gemaakt. De vergelijking bekijkt de gemeente Leiden als geheel, en tevens wordt per district bekeken hoe de situatie zich ontwikkeld heeft. Ten vierde wordt bekeken of respondentkenmerken als geslacht, leeftijd en opleidingsniveau samenhangen met de resultaten van de meting in 2000.

16 2 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek De rapportage is ingedeeld in verschillende thema s. Allereerst komt het algemene oordeel van de bewoners over hun buurt aan de orde, vervolgens worden diverse aspecten van veiligheid en leefbaarheid uitgewerkt. In het tabellenboek worden alle vragen weergeven in tabellen. In het tabellenboek wordt ook de indeling naar districten en aandachtsgebieden gehanteerd. 1.3 Overzicht van de respons Het onderzoek heeft plaatsgevonden in maart en april De interviews zijn telefonisch afgenomen. Het veldwerk is als volgt verlopen. Er is een steekproef getrokken van 8400 personen verdeeld over tien districten en vier aandachtsgebieden. Voor deze personen is nagegaan of zij een telefoonnummer hebben. De 75% van de bewoners waarvan een telefoonnummer bekend is, zijn minimaal één maal benaderd. Er is zowel overdag als s avonds naar de bewoners gebeld. Van 25% procent van de bewoners is geen telefoonnummer bekend. Dit kan zijn omdat ze geen telefoon hebben, alleen een mobiele telefoon hebben of dat het om een geheim nummer gaat. Het is niet bekend dat er juist bepaalde groepen zijn die geen bekend nummer hebben. Vooraf is besloten om in de districten 200 en in de aandachtsgebieden 100 bewoners te interviewen, dit om betrouwbare uitspraken mogelijk te maken. Wanneer dit aantal werd bereikt, is de benadering van nieuwe respondenten gestopt. Tabel 1.1 Opbouw van de respons bruto steekproef 8400 geen telefoon benaderde bewoners 6264 (75%) geen contact gehad contact gehad 3462 bewoner niet bekend bewoners bereikt (netto steekproef) 3288 weigering 753 waarvan: geen zin 333 te druk of geen tijd 155 geen nut 78 principieel 65 gezondheid 35 taalproblemen 12 anders 75 afgebroken interview 10 - medewerking 2525 (77%) In totaal zijn er 2525 interviews gehouden. Het aantal weigeringen bedraagt 753. De belangrijkste redenen om te weigeren zijn geen interesse en tijdgebrek. Een klein deel doet om principiële reden niet mee. De totale respons (aantal interviews / aantal bereikte personen) bedraagt 77%. De respons is hoger dan in 1997 en in het algemeen zeer goed te noemen. In de volgende tabel wordt de respons per gebied weergegeven.

17 Inleiding 3 Tabel 1.2 Respons naar districten en aandachtsgebieden respons aantal Stationsdistrict 73% 220 Binnenstad Zuid 81% 201 Binnenstad Noord 84% 214 Leiden Noord 76% 222 Merenwijkdistrict 78% 204 Boerhaavedistrict 73% 200 Roodenburgerdistrict 79% 202 Bos- en Gasthuisdistrict 80% 202 Morsdistrict 73% 215 Stevenshofdistrict 77% 206 Leiden 77% 2525 Slaaghwijk 71% 114 Hoge Mors 73% 110 Haagweg Noord en Zuid 79% 107 De Waard 76% 108 Het blijkt dat er geen grote verschillen zijn tussen de gebieden als het gaat om het deel van de bewoners dat weigert mee te doen. In alle gebieden is de respons minstens zeventig procent. 1.4 Representativiteit van het onderzoek In het onderzoek is gestreefd naar een respons die het mogelijk maakt om voor elk van de gebieden uitspraken te kunnen doen. Hiervoor zijn in de aandachtsgebieden minimaal honderd en in de districten minimaal tweehonderd bewoners geïnterviewd. In de volgende tabel wordt een aantal gegevens van de respondenten vergeleken met het onderzoek van Wanneer de opbouw van de onderzoeksgroepen overeenkomt is het mogelijk om de vergelijking met 1997 te maken.

18 4 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Tabel 1.3 Vergelijking onderzoeksgroep meting 1997 en meting respondenten geslacht man 42% 43% vrouw 58% 57% leeftijd 18 tot en met 29 jaar 21% 14% 30 tot en met 39 jaar 22% 20% 40 tot en 54 jaar 33% 35% 55 jaar of ouder 24% 30% opleidingsniveau lager onderwijs 12% 12% LBO/MAVO 23% 24% MBO/HAVO/VWO 29% 27% HBO/WO 36% 37% betaald werk werkzaam 61% 61% niet werkzaam 39% 39% In de eerste plaats is de omvang van de onderzochte groep bewoners ongeveer gelijk. Ook de verdeling naar geslacht, opleidingsniveau en het deel van de respondenten dat betaald werk heeft, wijkt niet af van het onderzoek in Wel zijn er dit maal iets minder jongeren tot 30 jaar en meer bewoners van 55 jaar of ouder ondervraagd. De gegevens in deze rapportage zijn gecorrigeerd voor een aantal factoren. Deze correctie is nodig als we uitspraken willen doen voor heel Leiden. Met deze zogenaamde weegfactor wordt in het gemiddelde van Leiden rekening gehouden met het aantal inwoners van elk gebied. Verder is in de weegfactor ook rekening gehouden met het feit dat vrouwen en ouderen in het algemeen vaker meedoen aan enquêtes. Daarom is ook voor leeftijd en geslacht een correctie aangebracht. In tabel 1.4 worden de gevolgen van het wegen weergegeven.

19 Inleiding 5 Tabel 1.4 Voorbeeld van de gevolgen van de weging steekproef bevolking Leiden na weegcorrectie geslacht man 43% 49% 48% vrouw 57% 51% 52% leeftijd 18 tot en met 29 jaar 14% 29% 29% 30 tot en met 39 jaar 20% 23% 23% 40 tot en 54 jaar 35% 25% 25% 55 jaar of ouder 30% 24% 24% Gebied Stationsdistrict 9% 2% 2% Binnenstad Zuid 8% 7% 8% Binnenstad Noord 13% 11% 14% Leiden Noord 9% 11% 11% Merenwijkdistrict 13% 3% 12% Boerhaavedistrict 8% 9% 3% Roodenburgerdistrict 8% 15% 15% Bos- en Gasthuisdistrict 12% 13% 16% Morsdistrict 13% 5% 9% Stevenshofdistrict 8% 11% 10% Slaaghwijk 5% 4% 4% Hoge Mors 4% 4% 4% Haagweg Noord en Zuid 4% 3% 3% De Waard 4% 2% 2% Zoals in deze paragraaf is weergegeven kunnen op basis van de enquête in 2000 uitspraken gedaan worden voor de aandachtsgebieden en de districten en de gemeente Leiden. De redenen hiervoor zijn: Per aandachtsgebied zijn minimaal 100 bewoners geïnterviewd, per district zijn minimaal 200 bewoners geïnterviewd. In totaal zijn meer dan 2500 bewoners ondervraagd. De respons is hoog (77%). Er is een correctie aangebracht voor de verschillen naar inwonertal, geslacht en leeftijd. De opzet van het onderzoek is gelijk aan het onderzoek in 1997 en de onderzoeksgroep is vergelijkbaar met het onderzoek van Leeswijzer Indicatoren Veel van de oordelen van de burgers in dit rapport worden uitgedrukt in indicatoren. Deze indicatoren zijn zo samengesteld dat de waarden lopen van nul tot tien. Deze waarden kunnen en mogen niet opgevat worden als rapportcijfers, het zijn berekende waarden. Het belang van deze waarden ligt vooral in de vergelijkingen tussen de verschillende districten en aandachtsgebieden van Leiden.

20 6 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Significante verschillen Bij de tabellen en figuren worden verschillen beschreven. Er wordt alleen van een verschil gesproken als het om een significant verschil gaat. Wanneer een verschil significant is, betekent dit dat de kans dat het verschil op toeval berust klein is. Of een bepaald verschil significant is, hangt af van de steekproefomvang, het aantal mensen dat een bepaalde vraag heeft beantwoord en de spreiding van de antwoorden over de bijbehorende antwoordcategorieen. Voor de verschillen tussen gebieden wordt een betrouwbaarheidspercentage van 95% gehanteerd. Dit houdt in dat de kans dat het gevonden verschil op toeval berust kleiner is dan 5%. Voor de vergelijking van de uitkomsten voor de gemeente Leiden wordt een percentage van 99% gebruikt, dit omdat de omvang van de onderzochte groep bewoners groter is. Opbouw van het rapport Het rapport kent de volgende opbouw: In hoofdstuk twee wordt het oordeel van de bewoners over hun buurt besproken. Tevens is er aandacht voor de ontwikkeling van de buurt en stad. In hoofdstuk drie wordt de leefbaarheid van de buurt behandeld, hierin komen de overlast en problemen in de buurt aan bod. In hoofdstuk vier wordt de beoordeling van de veiligheid en criminaliteit besproken. In hoofdstuk vijf worden de sociale samenhang in de buurt en maatschappelijk participatie uitgewerkt. In hoofdstuk zes wordt ingegaan op de beoordeling van een aantal voorzieningen. In hoofdstuk zeven komen de beoordeling van de woning en de behoefte om te verhuizen aan de orde. In hoofdstuk acht staat de betrokkenheid van de bewoners bij de buurt centraal. In hoofdstuk negen worden de uitkomsten van de gemeente Leiden naast uitkomsten van andere GSB-steden gelegd.

21 2 Algemene aspecten 2.1 Algemeen oordeel over de buurt Om een algemeen oordeel over de buurt weer te geven is een indicator opgesteld op basis van vier stellingen: De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen. Het is vervelend om in deze buurt te wonen. Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen. Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen. Bovendien is een vraag toegevoegd over hoe prettig men het wonen vindt in de buurt. Op basis van de stellingen is een schaalscore berekend die loopt van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor een ongunstig oordeel over de buurt en 10 voor een gunstig oordeel. Zie voor een overzicht van de antwoorden op de afzonderlijke stellingen tabel 2.1 van het tabellenboek. Figuur 2.1 Oordeel over de buurt (hoe hoger de score hoe gunstiger) Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 7,5 7,7 7,8 7,7 6,8 7,3 6,5 6,6 7,2 7,3 8,0 7,9 7,9 7,8 7,2 7,6 7,2 7,3 7,3 7,5 Leiden 7,3 7,4 Slaaghwijk Hoge Mors 6,3 7, Haagweg Noord en Zuid 7,1 De Waard 7,

22 8 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Bij de vergelijking van de verschillende districten valt Leiden Noord op. De score is hier lager dan in elk van de andere districten, de buurt wordt hier dus slechter beoordeeld. In het Boerhaavedistrict wordt de buurt het best beoordeeld door de bewoners. In de vier aandachtsgebieden wijkt de beoordeling in de Slaaghwijk af. De bewoners waarderen hun buurt minder dan in de andere drie aandachtsgebieden. Het gemiddelde van Leiden is toegenomen. Bewoners beoordelen hun buurt beter dan in In 1997 werd de buurt beoordeeld met een 7,3 nu is dat een 7,4 geworden. Deze toename is in twee districten terug te zien, in de Binnenstad Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict. 2.2 Ontwikkeling van de buurt en de stad Ontwikkeling van de buurt Aan de bewoners is gevraagd hoe zij de ontwikkeling van de buurt beleven. Als eerste is gevraagd of zij vinden dat de buurt in het afgelopen jaar vooruit is gegaan, of er een achteruitgang is geweest of dat de situatie onveranderd is gebleven. Figuur 2.2 De ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 33% 28% 37% 26% 16% 14% 20% 22% 20% 13% Leiden 23% Slaaghwijk Hoge Mors Haagweg Noord en Zuid De Waard 31% 14% 13% 16% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vooruitgang gelijk gebleven achteruitgang

23 Algemene aspecten 9 Ongeveer één vijfde van de Leidenaren vindt dat hun buurt in het afgelopen jaar vooruit is gegaan (23%). Een meerderheid ziet in het afgelopen jaar geen verandering (60%). Achttien procent vindt dat de buurt in het afgelopen jaar achteruit is gegaan. In de Binnenstad Noord is het deel van de bewoners dat positief oordeelt over de afgelopen jaren het grootst. In de Binnenstad Zuid is het deel van de bewoners dat vindt dat de situatie in het afgelopen jaar is verslechterd het laagst. In de Slaaghwijk zijn de bewoners positiever dan de bewoners in de andere drie aandachtsgebieden als het gaat om de ontwikkeling van hun buurt in het afgelopen jaar. In vergelijking met 1997 is het oordeel van de Leidenaren over de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar positiever. Dit geldt voor de Binnenstad Noord, Leiden Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict. In het Stationsdistrict vinden minder bewoners dat de buurt het afgelopen jaar vooruit gegaan is. Naast de ontwikkeling in het afgelopen jaar is aan de bewoners gevraagd hoe zij denken dat de buurt zich in het komende jaar zal ontwikkelen. Figuur 2.3 De ontwikkeling van de buurt in het komende jaar Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord 44% 42% 38% 35% Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 17% 26% 28% 28% 25% 13% Leiden 28% Slaaghwijk Hoge Mors Haagweg Noord en Zuid De Waard 31% 24% 20% 26% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vooruitgang gelijk gebleven achteruitgang Ruim één kwart van de Leidenaren verwacht dat hun buurt in het komende jaar vooruit zal gegaan (28%). Iets meer dan de helft ziet in het komende jaar geen verandering (54%). Achttien procent verwacht dat de buurt in het komende jaar achteruit zal gaan.

24 10 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek In het Stationsdistrict en de Binnenstad is het deel van de bewoners dat positief is over de toekomst van de buurt het hoogst. In het Stevenshofdistrict en het Merenwijkdistrict is het aandeel positieve bewoners het laagst. In elk van de vier aandachtsgebieden is het deel dat vooruitgang verwacht even groot als het deel dat achteruitgang ziet. Wel is er een verschil in de groep die geen verandering verwacht, deze groep is in de Haagweg Noord en Zuid duidelijk groter. Het oordeel van de Leidenaren over de ontwikkeling van de buurt in de toekomst is positiever dan in Dit geldt met name in Leiden Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict. Naast het oordeel over de ontwikkeling van de buurt en stad is aan de bewoners gevraagd waaraan de vooruitgang of achteruitgang is te merken. De vooruitgang in de buurt is vooral te zien aan het onderhoud aan woningen (21%), de aanpak van het groen (15%), het onderhoud van stoepen en straten (12%) en de inzet van de gemeente (12%). Bewoners die achteruitgang van de buurt zien noemen voornamelijk vuil (19%). Daarnaast noemt 12% de aanwezigheid van allochtonen en buitenlanders, een veranderende samenstelling van de bevolking wordt door 11% genoemd Ontwikkeling van de stad De bewoners is eveneens gevraagd naar de ontwikkeling van de stad Leiden. In de volgende figuur wordt de ontwikkeling van de stad in het afgelopen jaar geschetst. Figuur 2.4 De ontwikkeling van de stad in het afgelopen jaar Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 37% 43% 45% 29% 33% 41% 29% 31% 33% 21% Leiden 33% Slaaghwijk Hoge Mors Haagweg Noord en Zuid De Waard 38% 40% 31% 32% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vooruitgang gelijk gebleven achteruitgang

25 Algemene aspecten 11 Eén derde van de Leidenaren vindt dat de stad in het afgelopen jaar vooruit is gegaan (33%). Ongeveer twee vijfde vindt dat er geen verandering is geweest (41%). Een kwart vindt dat Leiden in het afgelopen jaar achteruit is gegaan (25%). In de Binnenstad Noord en Zuid is het percentage positieve bewoners het hoogt. In het Stevenshofdistrict oordelen de bewoners minder positief over de ontwikkeling van de stad. Het oordeel van de Leidenaren over de ontwikkeling van de stad is minder negatief dan in Vooral in Leiden Noord, het Morsdistrict en het Stevenshofdistrict vinden nu minder respondenten dat de stad het afgelopen jaar achteruit gegaan is. Figuur 2.5 De ontwikkeling van de stad in het komende jaar Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict 46% 53% 47% 37% 42% 51% 38% 42% 46% Stevenshofdistrict 26% Leiden 42% Slaaghwijk Hoge Mors 50% 54% Haagweg Noord en Zuid De Waard 34% 51% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vooruitgang gelijk gebleven achteruitgang De Leidenaren zijn positief over de ontwikkeling van de stad in het komende jaar. Ruim veertig procent (42%) ziet vooruitgang, één vijfde verwacht een verslechtering van de situatie (21%) en bijna veertig procent verwacht geen verandering (38%). In het Stevenshofdistrict zijn de bewoners minder positief zijn over de ontwikkeling van de stad dan in de andere districten. Wanneer de vier aandachtsgebieden worden vergeleken, blijkt dat de bewoners in de Haagweg Noord en Zuid minder positief zijn over de ontwikkeling van de stad in de toekomst dan in de andere aandachtsgebieden.

26 12 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek In vergelijking met 1997 is het deel dat een achteruitgang verwacht afgenomen (was 28%). In Leiden Noord en het Merenwijkdistrict is deze afname het duidelijkst te zien. Bewoners zijn dus positief over de ontwikkeling van de stad. De bewoners die de ontwikkeling van de stad positief beoordelen, noemen vooral de aanpak van de binnenstad (26%) en het onderhoud van woningen (20%). Aspecten die voor een negatief oordeel zorgen zijn: het vuil (18%), het parkeerprobleem (15%), de afwezigheid van voorzieningen (13%) en de onbereikbaarheid van de binnenstad (11%). De ontwikkeling in de buurt en stad in het verleden en de toekomst zijn ook vergeleken naar de achtergrondkenmerken. Voor deze persoonskenmerken is een aantal algemene conclusies te trekken. Het blijkt dat jongeren in het algemeen positiever zijn dan ouderen als het gaat om de ontwikkeling van de buurt en stad. Ook voor het opleidingsniveau is een duidelijk verschil te zien. Naarmate de opleiding van de bewoners hoger is, zijn ze positiever over de ontwikkeling in de buurt en de stad. Het verschil naar leeftijd en opleiding geldt zowel voor de situatie in het verleden als voor de toekomst van de buurt en stad. Mannen zijn optimistischer dan vrouwen als het gaat om de ontwikkeling van Leiden in het afgelopen jaar. Opvallend in het algemeen is dat bewoners positiever zijn over de ontwikkeling in de eigen stad, dan over de ontwikkeling in de eigen buurt. Dit geldt voor alle gebieden. Kennelijk beoordeelt men de ontwikkelingen van de eigen stad op andere criteria Gehechtheid aan de buurt en stad Aan de bewoners is ook gevraagd of zij gehecht zijn aan de eigen buurt en stad. Drie kwart van de bewoners is gehecht aan de buurt. Dat is hoger dan in het onderzoek van Op de vraag of men aan Leiden is gehecht geeft zelfs tachtig procent aan dat men (zeer) aan de stad is gehecht. Ook dit is hoger dan in In het Roodenburgerdistrict is net als in 1997 de band met de buurt het meest hecht. Als we kijken in welk gebied men zich verbonden voelt met de stad, dan blijkt dat in de Binnenstad Zuid de band het sterkst is. In het algemeen is de band met de stad hechter dan de band met de buurt. Deze algemeenheid gaat niet op voor de Hoge Mors, de bewoners van dit gebied zijn in vergelijking met de andere aandachtsgebieden meer gehecht aan hun buurt. Vrouwen zijn meer dan mannen gehecht aan de buurt. Ook komt naar voren dat ouderen meer aan hun buurt gehecht zijn dan jongeren. Bewoners met een hogere opleiding zijn minder gehecht aan de buurt. Het valt op dat er voor de band met de stad geen duidelijke relaties tussen persoonskenmerken en de gehechtheid te vinden zijn.

27 3 Leefbaarheid In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op een aantal aspecten van de leefbaarheid van de buurt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verloedering van de buurt, overlast in de buurt en overlast specifiek veroorzaakt door verkeer. Tevens wordt naar de belangrijkste problemen in de buurt gevraagd. Om een algemeen beeld te geven van de woonomgeving is aan de bewoners gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de woonomgeving. De bewoners van Leiden geven gemiddeld een 7,3. Dit is hoger dan de 7,1 in In alle districten beoordelen de bewoners hun woonomgeving als voldoende. De hoogste cijfers worden gegeven in het Roodenburgerdistrict (7,7) en het Boerhaavedistrict (7,6). In twee districten zijn de cijfers beduidend lager; het gaat om Leiden Noord (6,7) en de Binnenstad Noord (7,0). Ook in de vier aandachtsgebieden komen geen onvoldoendes voor. De laagste score wordt gegeven in de Slaaghwijk (6,5). Ook in De Waard ligt het cijfer onder de zeven (6,7). In de twee andere aandachtsgebieden liggen de rapportcijfers wel in de buurt van het stedelijk gemiddelde. In de Haagweg Noord en Zuid en in de Hoge Mors wordt de woonomgeving beoordeeld met een 7, Verloedering van de woonomgeving Er is een indicator opgesteld die de mate van verloedering van de woonomgeving meet. Deze indicator is samengesteld uit vier vragen naar mogelijke problemen in de buurt: 'Bekladding van muren en/of gebouwen'. 'Vernielingen van telefooncellen, bus- of tramhokjes'. 'Rommel op straat'. 'Hondenpoep op straat'. Aan de bewoners is gevraagd of deze problemen vaak, soms of nooit voorkomen. Een hoge score op deze indicator betekent dat er volgens de bewoners sprake is van een hoge mate van verloedering in de woonomgeving.

28 14 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Figuur 3.1 Mate van verloedering van de woonomgeving (hoe lager de score hoe gunstiger) Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 4,9 4,8 5,3 5,5 5,9 5,8 5,7 5,7 5,1 5,1 3,9 4,1 3,5 3,3 4,4 4,2 4,7 4,8 4,3 4,6 Leiden 4,8 4,8 Slaaghwijk 6,3 Hoge Mors Haagweg Noord en Zuid De Waard 4,3 4,6 5, De bewoners van de Binnenstad Noord en Zuid en de bewoners van Leiden Noord vinden dat hun woonomgeving meer verloederd is dan bewoners van het Roodenburgerdistrict, het Boerhaavedistrict en het Bos- en Gasthuisdistrict. Wanneer de vier aandachtsgebieden met elkaar vergeleken worden, blijkt dat de bewoners uit de Haagweg Noord en Zuid en uit De Waard vinden dat hun buurt minder verloederd is dan de bewoners uit de Hoge Mors en Slaaghwijk. Volgens de Leidenaren is de verloedering in de woonomgeving niet toegenomen sinds In geen van de districten is er sprake van een aantoonbare verandering in de mate van verloedering die bewoners ervaren in hun woonomgeving. Het blijkt dat zowel leeftijd als opleiding van invloed zijn op de beoordeling van de verloedering van de woonomgeving. Oudere bewoners ervaren minder verloedering van de woonomgeving dan jongere bewoners. Eveneens kan geconstateerd worden dat bewoners met een hogere opleiding meer verloedering van de woonomgeving ervaren dan bewoners met een lagere opleiding.

29 Leefbaarheid Overlast in de buurt Naast de verloedering van de buurt, is eveneens aandacht besteed aan de overlast die bewoners kunnen ervaren in de buurt. Hiervoor is eveneens een indicator samengesteld, waarbij gevraagd is naar de volgende vormen van overlast: 'Vormen van geluidsoverlast. 'Overlast van groepen jongeren'. 'Overlast door omwonenden'. Overlast door verkeer valt hier buiten en komt in de volgende paragraaf aan de orde. Een hogere score betekent dat bewoners meer overlast ervaren in de buurt. Figuur 3.2 Mate van overlast in de buurt (hoe lager de score hoe gunstiger) Stationsdistrict Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 3,2 2,5 3,3 3,5 3,3 2,7 3,0 2,2 2,9 2,5 2,4 1,5 2,9 1,9 2,9 2,3 2,9 2,1 4,2 4,4 Leiden 2,4 3,2 Slaaghwijk 3,8 Hoge Mors 2,5 Haagweg Noord en Zuid De Waard 2,0 2,

30 16 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek De bewoners in de Binnenstad Noord en de Binnenstad Zuid ervaren relatief veel overlast. De minste overlast wordt ervaren in het Roodenburgerdistrict. Wanneer de vier aandachtsgebieden worden vergeleken blijkt dat de mate van overlast in Slaaghwijk beduidend hoger is dan in de andere drie aandachtsgebieden In vergelijking met 1997 is er sprake van een afname van de mate van overlast die bewoners ervaren. In bijna alle districten (met uitzondering van het Boerhaavedistrict) kan een afname worden geconstateerd van de overlast in de buurt. Vrouwen ervaren meer overlast dan mannen. Naarmate de leeftijd toeneemt, ervaren bewoners minder overlast in de buurt. Jongeren geven vaker aan overlast te ervaren dan ouderen. Dit geldt zowel voor geluidsoverlast als voor overlast door groepen jongeren en overlast door omwonenden. Hierbij moet worden opgemerkt dat in de wijken waar veel overlast ervaren wordt, relatief veel jongeren en weinig ouderen wonen. Bewoners met een hogere opleiding ervaren meer overlast dan bewoners met een lagere opleiding. 3.3 Verkeersoverlast in de buurt In het onderzoek van 2000 is naast de algemene vragen naar overlast extra aandacht besteed aan de problemen die het verkeer veroorzaakt. Hiervoor is een indicator samengesteld die specifiek ingaat op de verkeersoverlast. De indicator verkeersoverlast is samengesteld door de volgende vormen van verkeersoverlast samen te voegen: 'Parkeeroverlast'. 'Agressief verkeersgedrag'. 'Geluidsoverlast door verkeer'. 'Te hard rijden'. 'Aanrijdingen'. 'Stankoverlast door verkeer'. Een hoge score betekent dat bewoners veel verkeersoverlast ervaren in de buurt.

31 Leefbaarheid 17 Figuur 3.3 Mate van verkeersoverlast in de buurt (hoe lager de score hoe gunstiger) Stationsdistrict 3,2 Binnenstad Zuid Binnenstad Noord 3,7 4,0 Leiden Noord 3,3 Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Stevenshofdistrict 2,5 2,6 2,3 2,7 2,7 2,8 Leiden 2,9 Slaaghwijk Hoge Mors Haagweg Noord en Zuid De Waard 2,9 2,3 2,5 2, De bewoners van het Roodenburgerdistrict hebben het minst te kampen met verkeersoverlast. In het district Binnenstad Zuid ervaren de bewoners de meeste verkeersoverlast in de buurt. Over het algemeen kan gesteld worden dat de bewoners in de Binnenstad (Noord en Zuid) meer hinder ondervinden van het verkeer dan de bewoners uit de meeste andere districten (met uitzondering van het Stationsdistrict en Leiden Noord). Voor de vier aandachtsgebieden kan geconstateerd worden dat de bewoners uit De Waard aangeven minder overlast te ervaren door het verkeer dan de bewoners uit Slaaghwijk. Wanneer de indicator verkeersoverlast wordt vergeleken met de achtergrondkenmerken, blijkt dat vrouwen vaker hinder ondervinden van het verkeer dan mannen. Jongeren ervaren meer verkeersoverlast dan ouderen. Het opleidingsniveau is eveneens van invloed op de overlast die bewoners aangegeven te ondervinden van het verkeer. Bewoners met een lagere opleiding geven minder vaak aan last te hebben van het verkeer dan bewoners met een hogere opleiding. Eén van de grote problemen op het gebied van verkeersoverlast vormt de parkeeroverlast. Aan de bewoners van Leiden is gevraagd of zij het eens zijn met de volgende stelling: In deze buurt is een enorm gebrek aan parkeerplaatsen. In de volgende figuur zijn de uitkomsten op deze vraag weergeven.

32 18 Bureau Onderzoek Op Maat / Centrum voor Onderzoek en Statistiek Figuur 3.4 Parkeergelegenheid Stationsdistrict 61% 30% Binnenstad Zuid Binnenstad Noord 67% 73% 23% 27% Leiden Noord 52% 43% Merenwijkdistrict Boerhaavedistrict Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict 36% 41% 33% 32% 34% 53% 55% 61% 59% 61% Stevenshofdistrict 63% 34% Leiden 47% 47% Slaaghwijk Hoge Mors 20% 26% 78% 68% Haagweg Noord en Zuid De Waard 49% 52% 43% 37% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens In Leiden vindt bijna de helft van de bewoners dat er een gebrek is aan parkeergelegenheid. Een even groot deel is het echter oneens met de stelling en is tevreden met de parkeergelegenheid. Er zijn grote verschillen tussen de gebieden. Vooral in de Binnenstad, het Stevenshofdistrict en het Stationsdistrict zijn veel bewoners ontevreden over de parkeerruimte. In de aandachtsgebieden zijn de parkeerproblemen klein in de Slaaghwijk en de Hoge Mors. In de andere twee gebieden ligt de parkeerdruk rond het stedelijk gemiddelde. 3.4 Belangrijkste problemen in de buurt De bewoners is gevraagd naar de belangrijkste problemen in de buurt, die met voorrang moeten worden aangepakt. Het was mogelijk om meer dan één probleem te noemen. De tabellen 3.1 tot en met 3.3 geven een overzicht van de meest genoemde problemen voor Leiden totaal, voor de tien districten en voor de vier aandachtsgebieden. De cijfers in de tabel verwijzen naar de rangorde van de problemen per gebied. Drie kwart (77%) van de respondenten heeft minstens één probleem genoemd. De overlast door vuil bestaat naast vuil op straat (11%) ook uit de overlast van vuilcontainers (4%). Van de verkeersproblemen gaat ongeveer de helft om de veiligheid van het verkeer, de andere helft bestaat uit drukte, drempels en bereikbaarheid.

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000 Tabellenboek behorende bij de Leefbaarheidsmonitor 2000 N. Goezinne P. van Wensveen juli 2000 een onderzoek in opdracht van de Gemeente Onderzoeker Projectleider Opdrachtgever Interne begeleiding Nico

Nadere informatie

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2004 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2004 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2004 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid Colofon Serie Statistiek 2004/7 Opdrachtgever Onderzoeksbureau

Nadere informatie

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2002 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2002 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2002 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid Colofon Serie Statistiek 2002/07b Opdrachtgever Onderzoeksbureau

Nadere informatie

Leiden. Leefbaarheidsmonitor Leiden Voorwoord. Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

Leiden. Leefbaarheidsmonitor Leiden Voorwoord. Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid Voorwoord Voor u liggen de resultaten van de vierde Leefbaarheidmonitor die in het kader van het Grotestedenbeleid (GSB) is gehouden. In de Leefbaarheidsmonitor is de mening van de burger van groot belang:

Nadere informatie

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2007 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2007 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2007 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid Colofon Serie Statistiek 2007/17b Opdrachtgever Onderzoeksbureau

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

Colofon Serie Statistiek 2007/17a

Colofon Serie Statistiek 2007/17a Colofon Serie Statistiek 2007/17a Opdrachtgever Gemeente Leiden, Grotestedenbeleid Onderzoeksbureau Bureau Onderzoek Op Maat (BOOM), Rotterdam P. van Wensveen, E.C.M. Wendrich, J. Verdurmen (projectleider)

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Hoe veilig is Leiden?

Hoe veilig is Leiden? Hoe veilig is? Veiligheidsmonitor gemeente Tabellenrapport April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/015 Datum April 2014 Opdrachtgever Auteurs

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009 Leefbaarheidsmonitor 2009 Nieuw Engeland september 2009 een onderzoek in opdracht van deelgemeente, Woonbron en Vestia Rotterdam Onderzoeker Projectleider Veldwerk Opdrachtgever Interne begeleiding Andrea

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 Leefbaarheid en Veiligheid Hengelo 2007 Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 COLOFON Uitgave Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie Gemeente Hengelo Hazenweg 121 Postbus 18,

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN 2005-2015 OPZET EN UITVOERING Sinds 1999 voert de gemeente Ede elke twee jaar een onderzoek uit naar leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Tot en

Nadere informatie

Hoe veilig is Leiden?

Hoe veilig is Leiden? Hoe veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente 2011 April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April 2012 Opdrachtgever Veiligheidsregio

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt Samenvatting Leidenaren vinden, evenals voorgaande jaren, het groen in de wijk en de inrichting van de wijk de belangrijkste aspecten die een wijk of

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014 Leefbaarheid in Spijkenisse Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014 datum woensdag 6 mei 2015 versie 3 Auteur(s) Tineke Last Postadres Postbus 25, 3200

Nadere informatie

Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013

Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Leefbaarheid woonbuurt Bijlage 2.1a: Rapportcijfers voor de leefbaarheid in de buurt naar wijken, 2001-2013 Bijlage 2.1b: Rapportcijfers voor de woonomgeving naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk

Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk Samenvatting Leidenaren vinden groen in de buurt en een rustige woonomgeving de meest prettige punten aan de inrichting van een wijk. Als grootste bron van irritatie wordt,

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Beoordeling verloedering in eigen wijk

Hoofdstuk 6. Beoordeling verloedering in eigen wijk Hoofdstuk 6. Beoordeling verloedering in eigen wijk Samenvatting Voor het derde achtereenvolgende jaar is middels een open vraag onderzocht aan welke zaken de Leidse burgers zich wel eens ergeren in de

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid 2016

Leefbaarheid en Veiligheid 2016 Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl Onderzoek & Statistiek Leefbaarheid en Veiligheid 2016 Raadsnummer Datum 6 november 2017 Auteur Tineke Brouwers en Francien Wisman Versie

Nadere informatie

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek Afdeling Vastgoed en Wonen 29 augustus 2014 2 Algemeen Deze notitie bevat cijfers over inwoners en woningvoorraad

Nadere informatie

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

De inkomenspositie van Leidse huishoudens Feitenblad april 2007 Beleidsinformatie Onderzoek Advies De inkomenspositie van Leidse huishoudens Dit feitenblad schetst een beeld van de inkomenspositie van aren. Het gaat hierbij om het gemiddeld basisinkomen

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens Resultaten peiling EnschedePanel Inleiding Voor de verbetering van de leefbaarheid en aanpak van de veiligheid in de wijken is in oktober 2015 een onderzoek verricht. In dezelfde periode is de landelijke

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport DIMENSUS beleidsonderzoek Juni 2010 Projectnummer 379 Colofon Informatie DIMENSUS Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1c 4818 AA Breda

Nadere informatie

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Gemeente Hollands Kroon Mei 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl

Nadere informatie

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Mei 2018 Uitgave 2018/02 info@leidenincijfers.nl Inleiding Urban Data Center Leiden071 Om datagestuurd werken binnen de gemeente te ondersteunen hebben de gemeente

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast Samenvatting Twee derde van alle Leidenaren geeft aan bij hen in de buurt overlast van meeuwen te hebben. Vergeleken met voorgaande jaren is vooral het aandeel bewoners dat

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor 2011

Leefbaarheidsmonitor 2011 Leefbaarheidsmonitor Foto voorpagina: Ton Heijnen Stadsfotograaf Velsen Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen I&O Research, juni Colofon Opdrachtgever Samensteller Gemeente Velsen I&O Research I&O Research

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10% 20 ONDERHOUD EN NETHEID EIGEN BUURT In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prettige en de mindere prettige kanten van de openbare ruimte in de eigen buurt of wijk. Vervolgens wordt gekeken hoe men verschillende

Nadere informatie

Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in de buurt 12345678 Leefbaarheid in de buurt Nu het oordeel van de Dordtenaren over hun woonkwaliteit, woonomgeving en de geboden voorzieningen in kaart is gebracht, zullen we in dit hoofdstuk gaan kijken hoe de

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Drie jaar Taskforce Overlast

Drie jaar Taskforce Overlast Drie jaar Taskforce Overlast Duidelijke afname van ervaren overlast Centrum en Sinds 2010 werkt de gemeente Dordrecht met de Taskforce Overlast in de openbare ruimte aan het terugdringen van de overlast

Nadere informatie

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Veiligheidsmonitor Noord-Holland Noord 2013 April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014-concept Datum April

Nadere informatie

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL?

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL? Rapport HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL? Veiligheidsmonitor gemeente Bloemendaal Augustus 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/062

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

HOE VEILIG IS ELBURG?

HOE VEILIG IS ELBURG? Rapport HOE VEILIG IS ELBURG? Veiligheidsmonitor gemeente april 2015 www.ioresearch.nl Hoe veilig is? COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/ Datum april

Nadere informatie

HOE VEILIG IS KATWIJK?

HOE VEILIG IS KATWIJK? Rapport HOE VEILIG IS KATWIJK? Veiligheidsmonitor gemeente Katwijk 2017 Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/087 Datum Juni

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor 2011

Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Eindrapport gemeente Hengelo 2011 Juli 2012 Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Eindrapport gemeente Hengelo 2011 Juli 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Leefbaarheid in eigen wijk

Hoofdstuk 5. Leefbaarheid in eigen wijk Hoofdstuk 5. Leefbaarheid in eigen wijk Samenvatting De Leidse burgers hebben vijf aspecten beoordeeld, die betrekking hebben op het onderhoud van de stad en als zodanig onder de medeverantwoordelijkheid

Nadere informatie

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010 Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente 2010 Tilburg Dienst Beleidsontwikkeling Onderzoek & Informatie Juli 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inleiding... 7 Hoofdstuk 1 Buurt en buurtproblemen...

Nadere informatie

Waar staan de Drechtsteden?

Waar staan de Drechtsteden? Waar staan de? Burgers over de gemeentelijke dienstverlening Wat vinden de burgers van de van de gemeentelijke dienstverlening? Het oordeel van de burgers uit de vindt u in deze factsheet. Daarnaast worden

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeksresultaten

Samenvatting onderzoeksresultaten SAMENVATTING ONDERZOEKSRESULTATEN 9 2 Samenvatting onderzoeksresultaten 2.1 Inleiding In 2007 hebben de gemeente Tilburg en de woningcorporaties Tiwos Tilburgse Woonstichting, WonenBreburg, t Heem (voorheen

Nadere informatie

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017 Rapport LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017 Gemeente Arnhem Februari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/ 19 Datum Februari

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

HOE VEILIG IS ROERMOND?

HOE VEILIG IS ROERMOND? Rapport HOE VEILIG IS ROERMOND? Veiligheidsmonitor gemeente Roermond 2017 Juli 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/112 Datum

Nadere informatie

Verleden en toekomst in Oud-West

Verleden en toekomst in Oud-West Verleden en toekomst in In mei 009 is aan de panelleden van stadsdeel gevraagd naar hun mening over de ontwikkelingen die in het stadsdeel zichtbaar zijn. Deze ontwikkelingen betreffen onder andere inkomsten,

Nadere informatie

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel?

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel? Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel? Veiligheidsmonitor gemeenten Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel 2013 April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede

Nadere informatie

Bewonerspeilingen aandachtswijken. Rapportage 2011- Resultaten per gemeente

Bewonerspeilingen aandachtswijken. Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Uitgevoerd in opdracht van ministerie BZK Jan Hooft

Nadere informatie

Hoe veilig is Nijkerk?

Hoe veilig is Nijkerk? Hoe veilig is Nijkerk? Veiligheidsmonitor gemeente Nijkerk 2013 Mei 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/016 Datum Mei 2014 Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Samenvatting 3. Inleiding 9. 1. Voorzieningen in de buurt 13 1.1 Voorzieningen 13 1.2 Het onderhoud 20

Samenvatting 3. Inleiding 9. 1. Voorzieningen in de buurt 13 1.1 Voorzieningen 13 1.2 Het onderhoud 20 INHOUD Samenvatting 3 Inleiding 9 1. Voorzieningen in de buurt 13 1.1 Voorzieningen 13 1.2 Het onderhoud 20 2. Leefbaarheid in de buurt 23 2.1 Waardering van de woonomgeving 23 2.2 Gehechtheid en medeverantwoordelijkheid

Nadere informatie

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid. Gemeente Zutphen 2014. Definitief 23-4-2015 Team Kennis en Verkenning Gemeente Deventer Remmelt Bos

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid. Gemeente Zutphen 2014. Definitief 23-4-2015 Team Kennis en Verkenning Gemeente Deventer Remmelt Bos Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid Gemeente Zutphen 2014 Definitief 23-4-2015 Team Kennis en Verkenning Gemeente Deventer Remmelt Bos Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1 Voorzieningen in de buurt... 5

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Integrale Veiligheidsmonitor Noord-Holland Noord 2011 April 2012 Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2012-1833

Nadere informatie

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 December 2016 Kenniscentrum MVS Gemeente Schiedam E n q u ê t e h e r i n r i c h t i n g B o t e n b u u r t P a g i n a 1 Inleiding De gemeente Schiedam voert in

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Veiligheidsmonitor 20 Dordtse scores op de MJP-indicatoren en vergeleken met andere gemeenten De gemeente Dordrecht heeft in 20 voor de derde keer deelgenomen aan de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas

Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas April 2014 Het bestand WoON is een subset uit het Woon Onderzoek Nederland (WoON). Het WoON meet bij één persoon van 18 jaar of ouder in een huishouden een groot

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Gemeente Hollands Kroon Mei 2012 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 In de periode half mei/ begin juli 2013 heeft USP Marketing Consultancy in opdracht van Volkshuisvesting opnieuw een bewonersonderzoek gedaan naar de tevredenheid

Nadere informatie

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Regionaal panel ten behoeve van de Toekomstvisie Leidse regio 2027 Wat is de beste vorm om bestuurlijk samen te werken om de Leidse regio toekomstbestendig

Nadere informatie

Gemeente Stichtse Vecht

Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Stichtse Vecht Monitor Veiligheid en leefbaarheid 201 Definitief 11 augustus 201 DATUM 11 augustus 201 TITEL Monitor Veiligheid en leefbaarheid 201 ONDERTITEL Definitief OPDRACHTGEVER Gemeente

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie