TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2004 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

Transcriptie

1 TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2004 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid Colofon Serie Statistiek 2004/7 Opdrachtgever Onderzoeksbureau Gemeente Leiden, Programmabureau Grotestedenbeleid Bureau Onderzoek Op Maat (BOOM), Rotterdam Paul van Wensveen, Andrea van der Meide, Jolanda Verdurmen Interne begeleiding Gemeente Leiden, BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) Hanny Zalme (071) Programmabureau Grotestedenbeleid Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres Stadhuisplein 1, Leiden Foto omslag Wim van Noort Druk Gemeente Leiden, Stadsdrukkerij Oplage 200 exemplaren Een electronische versie van dit tabellenboek staat vanaf eind september 2004 op de website: Extra papieren exemplaren van het tabellenboek of het algemene rapport Leefbaarheidsmonitor kunnen worden aangevraagd bij de Gemeente Leiden, afdeling BOA.

2

3 Inhoudsopgave Blz 1 Opzet tabellenboek en onderzoek, respondentkenmerken Opzet tabellenboek Opzet van het onderzoek Overzicht van de respons Overzicht van de deelnemers Respondentkenmerken 8 2 Algemeen oordeel over de buurt Waardering van de buurt Waardering van voorzieningen Toekomstverwachting buurt en stad 16 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Verloedering van de woonomgeving Verkeersoverlast Overlast medebewoners Buurtproblemen top Veiligheidsbeleving Vermogensdelicten Bedreiging 24 Blz 4 Maatschappelijke en sociale participatie Onderlinge betrokkenheid Maatschappelijke en sociale participatie 30 5 Overige onderwerpen Vragen over de woning Vragen over slachtofferschap 38 6 Uitkomsten naar achtergrondkenmerken Utkomsten naar achtergrondkenmerken 41 7 Vragenlijst Leefbaarheidsmonitor 43 A Voorzieningen in de buurt 43 B Maatschappelijke participatie 43 C Buurtproblemen 45 D Leefbaarheid in de buurt 46 E De kwaliteit van de woning 46 F Veiligheidsbeleving 47 G Slachtofferschap in de afgelopen 12 maanden 48 H Leefbaarheid 48 I Achtergrondvragen 51 Trefwoordenlijst 53

4 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor Het algemene rapport, Leefbaarheidsmonitor, gaat in op de hoofdlijnen. In dit tabellenboek staan gedetailleerde gegevens over alle onderwerpen waarover in het onderzoek vragen zijn gesteld. Dit hoofdstuk (hoofdstuk 1) gaat dieper in op de opzet van het onderzoek en bevat een overzicht van de achtergrondkenmerken van de respondenten. De hoofdstukken 2 tot en met 4 bevatten de tabellen van de onderwerpen die in het rapport in de corresponderende hoofdstukken aan de orde komen: Hoofdstuk 2: Algemeen oordeel over de buurt Hoofdstuk 3: Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Hoofdstuk 4: Sociale samenhang en maatschappelijke participatie Hoofdstuk 5 bevat de onderwerpen die in het algemene rapport niet behandeld worden (vragen over de woning en over slachtofferschap). Het tabellenboek wordt afgesloten met de vragenlijst met daarin verwerkt de uitkomsten voor heel Leiden in 2004 (hoofdstuk 6). 1.2 Opzet van het onderzoek Dit onderzoek is de vierde meting van de Leefbaarheidsmonitor Leiden. In het kader van het Grotestedenbeleid (GSB) is tussen het Rijk en de GSBgemeenten overeen gekomen dat er elke twee jaar een onderzoek wordt uitgevoerd naar de beleving van de leefbaarheid en de veiligheid van de eigen stad en wijk bij de bewoners. Deze Leefbaarheidsmonitor 2004 biedt een vergelijking met de metingen van 1997, 2000 en Door de resultaten van de verschillende metingen naast elkaar te zetten, kunnen de ontwikkelingen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid zichtbaar worden gemaakt. De gebruikte vragenlijst lijkt sterk op die van eerdere metingen. De vragenlijst is gebaseerd op de lijst die in het kader van het Grotestedenbeleid door het Ministerie van BZK is ontwikkeld en getoetst. Het onderzoek is grootschalig opgezet, en kent een gebiedsgerichte aanpak. In Leiden is ervoor gekozen om uitspraken te doen voor de tien districten en daarnaast voor zeven aandachtsgebieden. Deze gebieden worden apart behandeld omdat ze extra aandacht van de gemeente krijgen in het kader van het Grotestedenbeleid. De gebieden waar het om gaat zijn Leiden Noord,,, Haagweg Noord en Zuid (Haagwegkwartier), Leiden Zuidwest, en. In dit tabellenboek is ook de indeling in vier stadsdelen opgenomen. Tabel 1.1 Stadsdelen, districten en aandachtsgebieden stadsdeel noord stadsdeel midden stadsdeel zuid stadsdeel west tevens aandachtsgebied Oostelijk Binnenstad Roodenburgerdistrict Bos- & Gashuisdistrict Haagweg Noord en Zuid Leiden Zuidwest Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 4

5 1.3 Overzicht van de respons Het onderzoek heeft plaatsgevonden in maart en april De interviews zijn telefonisch afgenomen bij bewoners tussen de 18 en 75 jaar. Het veldwerk is als volgt verlopen. Er is een ruime steekproef getrokken van personen verdeeld over de tien districten en de zeven aandachtsgebieden. Van 63% van deze personen is een telefoonnummer bekend (4.707 mensen). In 2002 was er nog van 70% van de mensen een telefoonnummer bekend. Van 37% van de bewoners is dus geen telefoonnummer bekend (2.789 personen). Dat kan zijn omdat ze geen telefoon hebben, alleen een mobiele telefoon hebben of dat het om een geheim nummer gaat. Vooraf is besloten om in de districten 200 en in de aandachtsgebieden 100 bewoners te interviewen, dit om betrouwbare uitspraken mogelijk te maken. Wanneer dit aantal werd bereikt, is de benadering van nieuwe respondenten gestopt. Hierdoor zijn 466 telefoonnummers niet gebruikt. Een deel van de nummers (614) valt onder de technische non-respons. Hieronder vallen de volgende categorieën: nummer bestaat niet, persoon is onbekend op dat nummer, nummer komt tweemaal voor in de steekproef, taalprobleem, persoon is langdurig afwezig en faxnummer in plaats van telefoonnummer. In totaal komen we op benaderde bewoners. De respondenten zijn minimaal 1 en maximaal 5 keer benaderd. Er is zowel overdag als s avonds naar de bewoners gebeld. Met 880 personen is geen contact geweest. Van de bewoners die we gesproken hebben wilden er meewerken. In totaal zijn er geslaagde interviews gehouden. Het aantal weigeringen bedraagt 564. De belangrijkste redenen om te weigeren zijn geen interesse en tijdgebrek. De totale respons (aantal interviews / aantal benaderde bewoners) bedraagt 60% en is zeer goed te noemen. De respons is hoger dan in Mensen die we bereiken werken vaker mee. Daarnaast speelt ook mee dat we extra inspanningen hebben gedaan om mensen te benaderen. Dit omdat we met een kleinere steekproef evenveel interviews hebben gehouden. In tabel 1.2 is de opbouw van de respons nog eens samengevat. Tabel 1.2 Opbouw van de respons bruto steekproef geen telefoon te benaderen adressen niet gebruikt 466 technische non-respons benaderde bewoners (100%) geen contact gehad bewoners bereikt (netto steekproef) weigering 564 waarvan: geen interesse/ zin 254 te druk of geen tijd 75 taalprobleem 75 gezondheid/leeftijd 30 principieel 25 geen nut 22 wordt al zo vaak gebeld 17 heeft geen brief gekregen 17 wil geen reden geven 17 woont er pas 8 wil niet telefonisch meedoen 7 anders 17 afgebroken interview 5 - medewerking (60%) Om een beeld te krijgen van de deelname in de gebieden is in tabel 1.3 het responspercentage uitgesplitst naar district. Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 5

6 Tabel 1.3 Respons naar district respons aantal 64% % % % 206 Roodenburgerdistrict 61% 208 Bos- en Gasthuisdistrict 61% % % % % 216 Leiden 61% De respons loopt uiteen van 56% in het tot 66% in Binnenstad Noord. De verschillen zijn voornamelijk te verklaren uit het aantal bewoners dat niet bereikt is. Het percentage bewoners dat daadwerkelijk weigert om mee te werken is in alle districten vergelijkbaar. 1.4 Overzicht van de deelnemers In het onderzoek is gestreefd naar een respons die het mogelijk maakt om voor elk van de gebieden uitspraken te kunnen doen. Hiervoor zijn in de aandachtsgebieden minimaal honderd en in de districten minimaal tweehonderd bewoners geïnterviewd. In de volgende tabel wordt een aantal gegevens van de respondenten vergeleken met vorige metingen. Tabel 1.4 De onderzoeksgroep in 2004, 2002, 2000 en respondenten geslacht man 42% 43% 41% 42% vrouw 58% 57% 59% 58% leeftijd 18 tot en met 29 jaar 21% 14% 21% 20% 30 tot en met 39 jaar 22% 20% 25% 21% 40 tot en met 54 jaar 33% 35% 31% 32% 55 jaar of ouder 24% 30% 22% 27% opleidingsniveau lager onderwijs 12% 12% 8% 5% LBO/MAVO 23% 24% 16% 16% MBO/HAVO/VWO 29% 27% 29% 32% HBO/WO 36% 37% 46% 47% Etniciteit Nederland 88% 91% 86% 85% Ander land 12% 9% 14% 15% Antillen 1% 0% 1% 2% Suriname 1% 0% 1% 1% Turkije 1% 1% 1% 1% Marokko 1% 0% 1% 1% Noord-Mediteraan 0% 1% 1% 1% Indonesië 4% 4% 3% 3% overige arme landen 1% 1% 3% 3% overige rijke landen 3% 2% 4% 4% betaald werk werkzaam 61% 61% 72% 68% niet werkzaam 39% 39% 28% 32% Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 6

7 De samenstelling van de onderzoeksgroep is vergelijkbaar met In vergelijking met de metingen in 2000 en 1997 is er in de samenstelling wel een aantal verschillen. Zo zijn er minder bewoners ondervraagd. Dit komt omdat de bewoners in de aandachtsgebieden ditmaal ook deel uitmaken van de districten. Wat betreft de geldigheid en reikwijdte van de uitspraken in het rapport is er geen verschil. De verschillen in leeftijd en geslacht zijn klein. Bovendien wordt hiervoor een correctie uitgevoerd (zie hieronder). Wel zijn er in 2002 en 2004 meer hoger opgeleiden en meer werkenden ondervraagd. Het blijkt echter dat opleiding en werken slechts weinig verschil maken in de beoordeling van de diverse onderwerpen in dit onderzoek. Bij nadere analyse blijkt er bijvoorbeeld geen verschil in veiligheidsbeleving en score op schalen van buurtproblemen. Kortom, de samenstelling van de responsgroep wijkt iets af van die in Dit biedt echter geen verklaring voor de positieve ontwikkeling die we bij veel onderwerpen zien. Weging van de respondenten De gegevens in deze rapportage zijn gecorrigeerd voor een aantal factoren. Deze correctie is nodig als we uitspraken willen doen voor heel Leiden. Met deze zogenaamde weegfactor wordt in het gemiddelde van Leiden rekening gehouden met het aantal inwoners van elk gebied. Verder is in de weegfactor ook rekening gehouden met het feit dat vrouwen en ouderen in het algemeen vaker meedoen aan enquêtes. Daarom is ook voor leeftijd en geslacht een correctie aangebracht. In tabel 1.5 worden de gevolgen van het wegen weergegeven. Tabel 1.5 Voorbeeld van de gevolgen van de weging responsgroep bevolking Leiden na weegcorrectie geslacht man 42% 49% 49% vrouw 58% 51% 51% leeftijd 18 tot en met 29 jaar 20% 29% 29% 30 tot en met 39 jaar 21% 23% 23% 40 tot en 54 jaar 32% 27% 27% 55 jaar of ouder 27% 21% 21% etniciteit Nederland 85% 74% geen weging ander land 15% 26% mogelijk Gebied 9% 8% 8% 10% 14% 14% Stationdistrict 9% 2% 2% 10% 11% 11% Roodenburgerdistrict 10% 14% 14% Bos- en Gasthuisdistrict 12% 16% 16% 10% 9% 9% 9% 4% 4% 12% 12% 12% 10% 10% 10% 5% 6% 6% 10% 11% 11% Haagweg Noord en Zuid 5% 4% 3% Leiden Zuidwest 11% 14% 14% 5% 4% 4% 5% 4% 4% 5% 5% 5% Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 7

8 Uit de tabel blijkt dat ten opzichte van de Leidse bevolking vrouwen en ouderen vaker meedoen. Dit is gebruikelijk bij onderzoek en bovendien wordt hiervoor een correctie aangebracht in de resultaten. In de onderzoeksgroep zijn de allochtonen ook minder vertegenwoordigd, net als voorgaande metingen. Hiervoor kan echter niet worden gewogen, omdat de aantallen daarvoor te klein zijn. Dit is het gevolg van de methode van enquêteren waarvoor is gekozen. Vooral bij Turken en Marokkanen is minder vaak een telefoonnummer gevonden in vergelijking met de Nederlanders. Bij het enquêteren is overigens nog wel apart aandacht besteed aan deze groepen. Hiervoor waren Turkse en Marokkaanse enquêteurs beschikbaar, zodat het interview in de eigen taal kon worden afgenomen indien dit nodig was. Conclusie Op basis van de enquête in 2004 kunnen uitspraken gedaan worden voor de aandachtsgebieden, de districten en de gemeente Leiden. Bovendien zijn vergelijkingen met de vorige metingen mogelijk. De redenen hiervoor zijn: Per aandachtsgebied zijn minimaal 100 bewoners geïnterviewd, per district zijn 200 bewoners geïnterviewd. (Alleen in de zijn er in 2004 iets minder, namelijk 192 personen ondervraagd) In totaal zijn bijna bewoners ondervraagd; Er zijn weinig weigeringen; Er is een correctie aangebracht voor de verschillen naar inwonertal, geslacht en leeftijd; De opzet van het onderzoek is gelijk aan die van de vorige metingen. 1.5 Respondentkenmerken Aan de respondenten is een aantal achtergrondkenmerken gevraagd, waarvan in tabel 1.6 de resultaten zijn opgenomen. Het gaat om zaken als geslacht, leeftijd, huishoudensamenstelling, opleiding, werkzaamheden en etniciteit. Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 8

9 Tabel 1.6 Respondentkenmerken Bent u man of vrouw (niet gewogen) man vrouw N Wat is uw leeftijd (niet gewogen) en ouder N Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend of meer N Hoeveel personen daarvan zijn jonger dan 18 jaar of meer N Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 9

10 Tabel 1.6 Respondentkenmerken (vervolg) Aantal uur werkzaam geen werk tot 12 uur per week meer dan 12 uur per week N Waar werkt u, indien u buitenshuis werkt in het centrum van Leiden in de buurt waar ik woon elders in de woonplaats buiten de woonplaats geen vast werkadres ik werk niet buitenshuis/ik werk thuis N Hoofdbezigheid niet werkenden Student/scholier Werkzaam in eigen huishouding Werkloos (WW) Arbeidsongeschikt Gepensioneerd / VUT Anders N Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 10

11 Tabel 1.6 Respondentkenmerken (vervolg) Wat is de hoogstgenoten schoolopleiding die u met een diploma heeft afgerond lager onderwijs lbo/mavo mbo/havo/vwo hbo/wo N Rekent u uw huishouden tot de groep met een laag inkomen, een gemiddeld inkomen of een hoger inkomen 800 of minder t/m t/m t/m t/m t/m t/m of meer Weet niet/wil niet zeggen N Bent u zelf of is een van uw ouders buiten Nederland geboren Nederland Ander land / allochtoon Antillen Suriname Turkije Marokko Noord-Mediteraan Indonesië overige arme landen overige rijke landen N Hoofdstuk 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 11

12 2. Algemeen oordeel over de buurt Tabel 2.1 Waardering van de buurt indicator waardering buurt 7,6 6,9 7,3 6,7 7,7 6,9 7,3 7,6 7,3 7,2 6,8 6,6 6,8 7,2 6,3 7,1 7,1 7,2 7,3 7,2 7,2 7,3 7,2 7,2 De mensen in deze buurt blijven hier 1,5 1,4 1,5 1,4 1,6 1,4 1,5 1,5 1,5 1,5 1,4 1,4 1,4 1,5 1,3 1,4 1,5 1,4 1,5 1,5 1,4 1,5 1,5 1,5 graag wonen Het is vervelend om in deze buurt te 1,7 1,6 1,7 1,6 1,7 1,6 1,7 1,7 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,5 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 wonen Als het maar enigszins mogelijk is, 1,6 1,4 1,6 1,4 1,6 1,5 1,5 1,6 1,5 1,5 1,3 1,5 1,5 1,5 1,3 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 ga ik uit deze buurt verhuizen Als je in deze buurt woont, heb je het 1,6 1,4 1,5 1,3 1,6 1,4 1,5 1,6 1,4 1,5 1,4 1,2 1,3 1,5 1,2 1,5 1,4 1,5 1,5 1,5 1,4 1,5 1,4 1,5 goed getroffen Vindt u de buurt waarin u woont prettig om te wonen 1,2 1,1 1,1 1,0 1,2 1,1 1,1 1,2 1,1 1,1 1,1 1,0 1,0 1,1 1,0 1,1 1,1 1,1 1,2 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 N De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Het is vervelend om in deze buurt te wonen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 12

13 Tabel 2.1 Waardering van de buurt (vervolg) Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Vindt u de buurt waarin u woont prettig om in te wonen zeer prettig prettig onprettig zeer onprettig N Welk rapportcijfer zou u geven voor uw woonomgeving score 7,6 7,0 7,3 6,6 7,6 7,1 7,3 7,8 7,3 7,2 6,8 6,7 6,9 7,1 6,6 7,3 7,1 7,2 7,3 7,3 7,1 7,3 7,1 7,2 N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 13

14 Tabel 2.2 Waardering van voorzieningen Winkels voor dagelijkse boodschappen tevreden neutraal ontevreden N Speelmogelijkheden voor kinderen tevreden neutraal ontevreden N Straatverlichting tevreden neutraal ontevreden N Groenvoorzieningen tevreden neutraal ontevreden N Openbaar vervoer tevreden neutraal ontevreden N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 14

15 Tabel 2.2 Waardering van voorzieningen (vervolg) Onderhoud van wegen en fietspaden tevreden neutraal ontevreden N Basisonderwijs tevreden neutraal ontevreden N Voorzieningen voor jongeren tevreden neutraal ontevreden N Parkeergelegenheid tevreden neutraal ontevreden N In deze buurt is er enorm gebrek aan parkeerplaatsen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 15

16 Tabel 2.3 Ontwikkeling en toekomstverwachting van de buurt en de stad Vindt u dat de buurt waarin u woont het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan buurt is vooruit gegaan buurt is achteruit gegaan buurt is gelijk gebleven N Denkt u dat de buurt waarin u woont de komende jaren vooruit of achteruit zal gaan buurt zal vooruit gaan buurt zal achteruit gaan buurt zal gelijk blijven N Genoemde aspecten vooruitgang buurt * aanpak woningen onderhoud straten en stoepen onderhoud buurt algemeen onderhoud groen sociale contacten aanpak vuiloverlast voorzieningen voor kinderen andere buurtbevolkingssamenstelling aanpak straatverlichting N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 16

17 Tabel 2.3 Ontwikkeling en toekomstverwachting van de buurt en de stad (vervolg) Genoemde aspecten achteruitgang buurt * zwerfvuil/rommel aanwezigheid jongeren andere buurtbevolkingssamenstelling onderhoud groen normen en waarden allochtonen/buitenlanders overlast parkeerproblemen criminaliteit N Vindt u dat de stad het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan stad is vooruit gegaan stad is achteruit gegaan stad is gelijk gebleven N Denkt u dat uw stad de komende jaren vooruit of achteruit zal gaan stad zal vooruit gaan stad zal achteruit gaan stad zal gelijk blijven N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 17

18 Tabel 2.3 Ontwikkeling en toekomstverwachting van de buurt en de stad (vervolg) Genoemde aspecten vooruitgang stad * opknappen en vernieuwen algemeen onderhoud straten en stoepen betere voorzieningen aanpak woningen aanpak vuiloverlast sfeer, gezelligheid aanpak stationsgebied onderhoud buurt algemeen aanpak binnenstad betere uitgaansmogelijkheden N Genoemde aspecten achteruitgang stad * zwerfvuil/rommel criminaliteit aanwezigheid voorzieningen zwervers of bedelaars parkeerproblemen veiligheid onderhoud buurt algemeen aanwezigheid jongeren N Hoofdstuk 2 Algemeen oordeel over de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 18

19 3. Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabel 3.1 Verloedering van de woonomgeving indicator verloedering 4,4 4,8 4,0 4,7 3,2 3,8 3,9 3,4 4,3 4,5 4,5 4,5 4,0 4,3 5,4 4,5 4,4 4,6 3,6 4,2 4,8 4,8 4,0 4,1 Bekladding van muren / gebouwen 0,9 0,8 0,6 0,7 0,4 0,7 0,6 0,5 0,8 0,6 0,5 0,9 0,7 0,7 1,0 0,6 0,7 0,8 0,6 0,6 1,0 0,9 0,7 0,7 Vernieling telef. cellen en bushokjes 0,6 0,7 0,5 1,1 0,5 0,6 0,7 0,9 1,0 1,0 0,6 0,7 0,7 0,9 1,2 1,0 1,0 0,7 0,6 0,9 0,7 0,9 0,7 0,8 Rommel op straat 1,4 1,5 1,4 1,4 0,9 1,2 1,1 0,9 1,1 1,3 1,4 1,3 1,3 1,3 1,6 1,4 1,2 1,5 1,1 1,2 1,4 1,4 1,3 1,2 Hondenpoep op straat 1,5 1,7 1,5 1,6 1,4 1,3 1,5 1,1 1,5 1,5 1,9 1,5 1,3 1,4 1,6 1,5 1,5 1,6 1,4 1,5 1,7 1,6 1,3 1,5 N Bekladding van muren en/of gebouwen komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Rommel op straat komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hondenpoep op straat komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 19

20 Tabel 3.2 Verkeersoverlast indicator verkeersoverlast 2,9 3,0 2,3 2,7 2,3 2,4 2,1 2,3 1,9 2,8 2,7 2,7 2,4 1,6 2,3 2,7 2,2 2,9 2,3 2,5 2,7 2,1 2,5 Parkeeroverlast 0,8 0,7 0,6 0,8 0,7 0,5 0,6 0,6 0,5 1,0 0,6 0,9 0,6 0,3 0,5 1,0 0,6 0,7 0,6 0,8 0,7 0,6 0,7 Agressief verkeersgedrag 0,6 0,5 0,4 0,4 0,3 0,4 0,3 0,4 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,2 0,4 0,4 0,3 0,5 0,4 0,4 0,5 0,4 0,4 Geluidsoverlast door verkeer 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,2 0,3 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Te hard rijden 0,7 0,7 0,6 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 0,8 0,7 0,6 0,5 0,7 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6 0,7 0,6 0,7 Aanrijdingen 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 0,2 0,3 0,3 0,2 0,3 0,1 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 Stankoverlast door verkeer 0,2 0,3 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 N Parkeeroverlast komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Agressief verkeersgedrag komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Geluidsoverlast door verkeer komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 20

21 Tabel 3.2 Verkeersoverlast (vervolg) Te hard rijden komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Aanrijdingen komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Stankoverlast door verkeer komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 21

22 Tabel 3.3 Overlast medebewoners indicator overlast medebewoners 3,4 3,4 2,3 2,3 1,6 2,4 2,3 2,0 2,3 2,4 3,3 3,5 2,7 2,4 3,5 2,8 2,3 3,3 2,0 2,4 3,2 2,4 2,3 2,5 Vormen van geluidsoverlast 1,6 1,7 1,0 1,0 0,7 1,0 1,0 1,0 1,1 0,9 1,6 1,5 1,1 1,0 1,5 1,0 1,0 1,6 0,9 0,9 1,4 1,0 1,0 1,1 Overlast van groepen jongeren 1,0 1,1 0,8 0,8 0,6 0,8 0,8 0,6 0,8 1,2 1,1 1,2 0,9 1,0 1,1 1,3 0,8 1,1 0,7 1,0 1,0 0,8 0,8 0,9 Overlast door omwonenden 0,7 0,7 0,4 0,5 0,3 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4 0,6 0,8 0,6 0,4 0,9 0,4 0,5 0,6 0,4 0,4 0,8 0,5 0,5 0,5 N Vormen van geluidsoverlast komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Overlast van groepen jongeren komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Overlast door omwonenden komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 22

23 Tabel 3.4 Buurtproblemen top-10: problemen die volgens de bewoners met voorrang moeten worden aangepakt* parkeerproblemen overlast door vuil verkeersproblemen aanwezigheid jongeren aanpak groen hondenpoep drugsproblemen onderhoud straten en stoepen voorzieningen voor kinderen jongerenvoorzieningen er zijn geen problemen N Tabel 3.5 Veiligheidsbeleving Voelt u zich wel eens onveilig Nee Ja ja, maar niet in Leiden ja, in Leiden maar niet in de eigen ja, in Leiden en ook in de eigen buurt N Voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig voel me niet onveilig voel me niet onveilig in Leiden voel me zelden onveilig in Leiden voel me soms onveilig in Leiden voel me vaak onveilig in Leiden N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 23

24 Tabel 3.6 Vermogensdelicten indicator vermogensdelicten 4,2 3,9 4,0 3,7 2,8 3,1 2,9 3,3 3,4 2,7 3,3 3,4 3,1 2,7 4,4 3,1 3,5 4,0 2,9 2,9 4,4 4,0 3,4 3,3 Fietsendiefstal 1,6 1,6 1,4 1,2 0,8 1,1 0,9 1,1 1,1 0,8 1,4 1,0 1,0 0,9 1,3 0,9 1,1 1,6 0,9 0,9 1,3 1,2 1,1 1,1 Diefstal uit auto's 0,8 0,7 1,0 0,8 0,5 0,6 0,6 0,6 0,6 0,5 0,4 0,7 0,6 0,4 0,8 0,6 0,7 0,7 0,6 0,6 0,9 0,8 0,7 0,6 Beschadiging of vernieling aan auto's 1,1 1,0 1,0 1,1 0,8 0,8 0,8 1,0 1,0 0,8 0,9 1,1 0,9 0,7 1,5 1,0 1,0 1,1 0,8 0,8 1,1 1,1 0,9 0,9 en diefstal vanaf auto Inbraak in woningen 0,7 0,6 0,6 0,6 0,7 0,6 0,7 0,6 0,7 0,6 0,5 0,6 0,6 0,6 0,8 0,6 0,7 0,6 0,7 0,6 1,0 0,9 0,7 0,6 N Fietsendiefstal komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Diefstal uit auto's komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Beschadiging of vernieling aan auto's en diefstal vanaf auto komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Inbraak in woningen komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 24

25 Tabel 3.7 Bedreiging indicator bedreiging 1,8 1,9 1,5 1,0 0,4 0,7 0,7 0,8 0,5 0,6 1,1 1,3 0,8 0,8 0,9 0,7 0,7 1,8 0,6 0,7 1,2 1,0 0,8 0,9 Bedreiging 0,2 0,2 0,2 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 Dronken mensen op straat 0,8 0,6 0,5 0,3 0,2 0,2 0,2 0,3 0,1 0,1 0,4 0,4 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,7 0,2 0,2 0,3 0,2 0,3 0,3 Vrouwen en mannen die op straat 0,2 0,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,3 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 Gewelddelicten 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 Drugsoverlast 0,2 0,5 0,4 0,2 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,2 0,3 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,4 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 0,2 Tasjesroof 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 N Bedreiging komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Dronken mensen op straat komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Vrouwen en mannen die op straat worden lastiggevallen komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 25

26 Tabel 3.7 Bedreiging (vervolg) Gewelddelicten komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Drugsoverlast komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Tasjesroof komt (bijna) nooit voor komt soms voor komt vaak voor N Hoofdstuk 3 Leefbaarheid en veiligheid in de buurt Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor - blz 26

27 4. Maatschappelijke en sociale participatie Tabel 4.1 Onderlinge betrokkenheid indicator sociale cohesie 5,7 5,5 6,1 6,0 6,4 5,8 6,2 6,5 6,0 6,2 5,7 5,5 5,6 6,1 5,1 6,1 6,1 5,6 6,1 6,2 5,8 6,0 6,0 6,0 De mensen kennen elkaar in deze 1,2 1,2 1,3 1,5 1,4 1,3 1,4 1,5 1,4 1,4 1,3 1,3 1,2 1,3 1,2 1,4 1,4 1,2 1,3 1,4 1,3 1,4 1,3 1,3 buurt nauwelijks De mensen in deze buurt gaan op 1,7 1,7 1,7 1,7 1,8 1,7 1,7 1,8 1,7 1,7 1,7 1,6 1,7 1,7 1,6 1,7 1,7 1,7 1,8 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 een prettige manier met elkaar om Ik woon in een gezellige buurt, waar 1,2 1,2 1,4 1,4 1,5 1,3 1,4 1,5 1,3 1,4 1,3 1,2 1,2 1,4 1,0 1,4 1,3 1,2 1,4 1,4 1,3 1,3 1,4 1,3 veel saamhorigheid is Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen 1,6 1,5 1,6 1,6 1,7 1,5 1,6 1,7 1,6 1,7 1,4 1,4 1,5 1,6 1,3 1,6 1,6 1,5 1,6 1,7 1,5 1,6 1,6 1,6 N De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N De mensen in deze buurt gaan op een prettige manier met elkaar om helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens N Hoofdstuk 4 Maatschappelijke en sociale participatie Tabellenboek Leefbaarheidsmonitor blz 27