Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Transcriptie

1 20 ONDERHOUD EN NETHEID EIGEN BUURT In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prettige en de mindere prettige kanten van de openbare ruimte in de eigen buurt of wijk. Vervolgens wordt gekeken hoe men verschillende aspecten van de openbare ruimte in de eigen buurt ervaart en in hoeverre dit is veranderd vergeleken met een jaar geleden. Daarna wordt ingegaan op het oordeel over het aan een groot aantal aspecten van de openbare ruimte door de gemeente Prettige aspecten en ergernissen van de eigen buurt De gemeente probeert de verschillende buurten in Leiden zo goed mogelijk in te richten, in de hoop dat de mensen er met plezier wonen. Leidenaren is gevraagd wat zij het meest prettig vinden aan de openbare ruimte als zij door hun buurt wandelen. Als Leidenaren gevraagd wordt om aan te geven wat ze prettig vinden aan de inrichting in hun buurt, dan wordt net als in 2011 het groen het meest vaak genoemd. De inrichting van de wijk (goed wonen, fijne wijk, schoon) staat op de tweede plaats. Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) groen, parkjes, bomen 6 inrichting, goed wonen, fijne wijk, schoon 4 rustig, veilig, ruimte bestrating, wegen uitstraling, gebouwen, historie, grachten sfeer, leuke mensen, vertrouwd, kleinschalig water kindvriendelijk, leuke voorzieningen kinderen verkeersveilig, autoluw centraal, voorzieningen dichtbij 1 1 2% % 2 50% 7 100% * Tot en met 2010 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, vanaf 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 en 2013 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk. Omwille van een zo optimaal mogelijke vergelijking zijn voor 2010 alleen de uitkomsten via internet meegenomen. Vergeleken met de vorig metingen wordt het aspect rustig veilig en ruimte minder vaak naar voren gebracht. Het aspect inrichting, goed wonen, fijne wijk, schoon wordt juist steeds meer genoemd. Ook is de Leidenaar gevraagd om één of meer aspecten te noemen die men het minst prettig vindt. Zwerfvuil neemt duidelijk de eerste plaats in. Bijna de helft van de Leidenaren (4) noemt zwerfvuil. Daarnaast gaat het vooral om aspecten als hondenpoep, het aan straten en wegen, fout parkeren, de verkeersveiligheid of het van en de hoeveelheid groen. Stadsenquête Leiden

2 Grafiek 20.1b Minst prettige aspecten in de eigen buurt ( meer antwoorden mogelijk)* zwerfvuil, rommel op straat 4 hondenpoep straten en wegen fout parkeren verkeersveiligheid en hoeveelheid groen te weinig of volle afvalcontainers parkeergelegenheid (hang)jongeren straatverlichting geluidsoverlast meeuwen 21% 1 12% % 2 50% 7 100% * Tot en met 2010 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, vanaf 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 en 2013 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk. Omwille van een zo optimaal mogelijke vergelijking zijn voor 2010 alleen de uitkomsten via internet meegenomen. Het zwerfvuil wordt steeds genoemd als minder prettig. Ook hondenpoep en het aan straten en wegen zijn dit jaar weer vaker naar voren gebracht dan voorheen. Verkeersveiligheid en geluidsoverlast worden minder vaak genoemd dan in 2010 en In hoeverre ervaart u in uw wijk? In de periode werd de mate van overlast in de wijk bijgehouden voor zeven aspecten. In 2013 is gevraagd hoe men deze aspecten ervaart. Bij de vergelijking van de onderzoeksresultaten met voorgaande jaren en in de tabellen en grafieken zal daarom niet meer van overlast gesproken worden. Men ervaart het meeste hondenpoep en rommel op straat. Stankoverlast van de watergangen wordt relatief het minste ervaren. 136 Stadsenquête Leiden 2013

3 Grafiek 20.2a Ervaring met zeven voorvallen in de eigen wijk, in procenten hondenpoep 2 50% zwerfvuil, rommel op straat 23% 4 onkruid graffiti 3% 3% 20% % 1 zeer ernstig ernstig wildplakken posters 43% 53% behoorlijk wat een beetje niet / nvt drijfvuil op water 3% % stankoverlast watergangen 3% 1 7 0% 2 50% 7 100% Vergeleken met 2011 ervaren nu meer mensen hondenpoep in de categorie behoorlijk wat of (zeer) ernstig (van 3 naar 40%) en (voor zover van toepassing) geldt hetzelfde voor drijfvuil op het water (van 21% naar 2). De mate waarin rommel op straat in bovengenoemde categorieën wordt ervaren is licht afgenomen (van 43% naar 40%) en de overlast van onkruid is ongeveer gelijk aan De onderzoeksmethodiek van 2013 komt overeen met die van 2011, waardoor een goede vergelijking van de resultaten tussen de twee jaren mogelijk is. Bij een vergelijking met de jaren vóór 2011 speelt de wijziging in onderzoeksmethode een rol (zie daarvoor ook de onderzoeksverantwoording in bijlage A). Om de vergelijking met 2010 zo goed mogelijk te kunnen maken, zijn voor dat jaar alleen de resultaten van de internetenquête opgenomen. De verschillen met de resultaten die in 2009 en eerder (telefonisch) zijn verkregen, zijn waarschijnlijk te verklaren omdat men nu verschillende mogelijkheden voor zich ziet en/of er langer over kan nadenken. Tabel: 20.2b Ervaring met zeven voorvallen in eigen wijk 4, * / ** (percentage (zeer) veel) zwerfvuil, rommel op straat % 32% % 43% 40% hondenpoep % 2 23% 23% 32% 3 40% onkruid.# # # 13% % 2 2 graffiti # 2% 2% 1% 3% wildplakken van posters # 2% 0% 1% 0% 1% 2% overlast drijfvuil op water # 1 12% 12% 1 20% 2 stankoverlast van watergangen # # 1% 2% 1% 1% 3% * Tot en met 2010 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, vanaf 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 en 2013 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk. Omwille van een zo optimaal mogelijke vergelijking vanaf 2010, zijn voor 2010 alleen de uitkomsten via internet meegenomen. ** In de periode wordt de mate van overlast in de wijk bijgehouden voor zeven aspecten. In 2013 is gevraagd hoe men deze aspecten ervaart. Bij de vergelijking van de onderzoeksresultaten met voorgaande jaren en in de tabellen en grafieken zal daarom nog van overlast gesproken worden. 4 De jaren 2002, 2004 en 2006 zijn vanwege de overzichtelijkheid niet opgenomen Stadsenquête Leiden

4 Ervaringen naar De onderstaande tabel toont de uitkomsten naar. Inwoners van de binnenstad maar ook van Leiden Noord en van het Stevenshof ervaren meer zwerfvuil. Bewoners van Leiden Noord en het Stevenshof ervaren gemiddeld ook meer hondenpoep. Ook onkruid ervaren de respondenten in het Stevenshof meer dan de andere en. In het Merenwijk ervaart men eveneens meer hondenpoep. Drijfvuil wordt gemiddeld meer ervaren in het Merenwijk en in Leiden Noord. In grote lijnen lijkt het beeld sterk op dat van Tabel: 20.2c Ervaring met zeven voorvallen in eigen wijk 5, naar * (percentage (zeer) veel) 2013 Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Roodenburger Bos-en Gasthuis Mors Merenwijk Stevenshof zwerfvuil, rommel op straat 40% hondenpoep 40% 21% onkruid % 31% 20% graffiti 3% 2% 3% 3% 3% wildplakken van posters 3% 3% overlast drijfvuil op water % 21% % stankoverlast van watergangen 3% 3% 3% * excl. Stations en Boerhaave Ontwikkeling ten opzichte van vorig jaar Als men moet aangeven of er verschillen zijn met een jaar geleden, geeft gemiddeld driekwart tot 80% aan dat er niets is veranderd. De overige Leidenaren vinden net als in 2011 dat er eerder meer (22%) dan minder rommel op straat (0. Dit geldt ook voor hondenpoep ( afgenomen en 1 toegenomen) en voor drijfvuil ( toegenomen en 1). Bewoners zien in hun wijk minder graffiti en wild geplakte posters vergeleken met vorig jaar, evenals de stankoverlast van watergangen. Grafiek 20.2d Ontwikkeling van de ervaring met zeven voorvallen in eigen wijk, vergeleken met een jaar geleden 6 zwerfvuil, rommel op straat 22% 6 hondenpoep 1 71% onkruid 81% wildplakken posters 8 toegenomen graffiti 8 13% gelijk gebleven afgenomen drijfvuil op water 1 7 stankoverlast watergangen 8 0% 2 50% 7 100% 5 De jaren 2002, 2004 en 2006 zijn vanwege de overzichtelijkheid niet opgenomen 6 De overlast van drijfvuil op water en stankoverlast van de watergangen is beoordeeld door respondenten met watergangen in de eigen wijk (91%). 138 Stadsenquête Leiden 2013

5 20.3 Beoordeling van het van de openbare ruimte Voor het van de openbare ruimte in de eigen wijk geven de bewoners dit jaar net als in 2011 een gemiddeld rapportcijfer 6,9. Twee op de drie bewoners geven een 7 of hoger, één op de tien bewoners beoordeelt het van de openbare ruimte in de buurt met een onvoldoende. Het verschil in beoordeling tussen de en is klein, alleen het Stevenshof- (6,4) en Leiden- Noord (6,5) scoren wat lager. De bewoners van het Roodenburger zijn het meest positief over het van de openbare ruimte (7,3). In bijna alle en liggen de rapportcijfers op hetzelfde niveau als in 2011, alleen het Stevenshof laat een lagere beoordeling zien. Tabel 20.3a Rapportcijfer voor het openbare ruimte in de eigen wijk 7, ** gemiddeld cijfer 6,7 6,7 6,7 6,9 6,9 naar * Binnenstad-Zuid 7,0 6,5 7,0 7,0 7,2 verdeling cijfers Binnenstad-Noord 6,5 6,6 6,6 7,0 6,9 9 of hoger 3% 2% 3% 3% Leiden Noord 6,4 6,4 6,2 6,5 6,5 8 22% Roodenburger 6,9 6,7 7,0 7,1 7,3 7 41% % 3 Bos- en Gashuisdistr. 6,7 6,8 6,7 6,9 6,9 6 20% % 1 Mors 6,4 6,6 6,8 7,0 6,9 5 of lager 1 12% 1 Merenwijk 6,8 7,0 6,8 6,8 6,9 100% 100% 100% 100% 100% Stevenshof 6,4 6,5 6,5 6,7 6,4 Boerhaave* 7,1 7,3 7,0 7,2 7,1 Stations* - - 6,6 7,2 7,1 * Boerhaave en Stations: resultaten zijn indicatief, vanwege klein aantal waarnemingen ** Tot en met 2010 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, vanaf 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 en 2013 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk. Omwille van een zo optimaal mogelijke vergelijking vanaf 2010, zijn voor 2010 alleen de uitkomsten via internet meegenomen Beoordeling van de diensten Leidenaren konden zich uitspreken over verschillende aspecten van het aan de openbare ruimte in de eigen buurt. Het ophalen van vuilnis wordt ook dit jaar het meest positief beoordeeld (8 vindt het goed tot uitstekend), gevolgd door het aan de verkeersvoorzieningen (o.a. borden, lantaarnpalen en belijning) (7), het openbare groen (73%), de speeltoestellen (70%) en de watergangen (6). Ook over het vegen van straten en wegen (6) en het aan straten en wegen (5) is ruim de helft tot twee derde van de Leidenaren positief gestemd en 2009 zijn vanwege de overzichtelijkheid niet opgenomen Stadsenquête Leiden

6 Grafiek 20.4a Beoordeling acht aspecten in eigen buurt ophalen vuilnis 1 70% verkeersvoorzieningen 70% 20% groen speeltoestellen watergangen 63% % 2 2 uitstekend goed matig vegen straten en wegen 5 2 slecht straatmeubilair 5 31% straten en wegen 52% 32% 12% 0% 2 50% 7 100% Het oordeel over het van de eigen wijk komt sterk overeen met het oordeel dat de bewoners hadden in Op zes van de acht aspecten is er sprake van een minimale vooruitgang (het percentage dat het uitstekend of goed vindt is een fractie hoger). Vergeleken met de jaren vóór 2010 is de score echter juist iets lager. Dat kan het gevolg zijn van de veranderde onderzoeksmethodiek. Tabel 20.4b Beoordeling acht aspecten in eigen wijk: percentage uitstekend of goed, * * gemiddelde voor 8 aspecten ophalen vuilnis 73% % 82% 8 verkeersvoorzieningen 83% 8 83% 71% 7 7 groen 7 73% 7 71% 72% 73% speeltoestellen % watergangen vegen straten en wegen % 6 straatmeubilair 72% 71% 70% 5 63% 62% straten/wegen % 53% 5 5 * tot en met 2010 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, vanaf 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 en 2013 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk. Omwille van een zo optimaal mogelijke vergelijking vanaf 2010, zijn voor 2010 alleen de uitkomsten via internet meegenomen. In de vorige paragraaf is het rapportcijfer voor het door de gemeente per wijk besproken (tabel 20.3a). Als de beoordelingen van de aspecten aan de hand van een rekenschema worden omgerekend als ware het rapportcijfers (waarbij: uitstekend = 9, goed = 7,5, matig = 5 en slecht = 3) (tabel 20.4c), dan valt op dat met name Leiden Noord en het Stevenshof op veel punten lager scoren dan gemiddeld. Dat was in 2011 ook al zo. De bewoners van Leiden Noord laten zich vooral negatiever dan gemiddeld uit over het aan en vegen van straten en wegen en aan het van het groen en de watergangen, maar ook andere saspecten worden minder gewaardeerd dan gemiddeld. Ook de bewoners van het Stevenshof beoordelen de meeste aspecten van het minder dan gemiddeld. Net als in 2011 laten de bewoners van Binnenstad-Zuid en het Roodenburger- zich juist veelal meer dan gemiddeld positief uit over het van de openbare ruimte. Dit geldt vooral voor het aan speeltoestellen en het straatmeubilair. 140 Stadsenquête Leiden 2013

7 Tabel 20.4c Beoordeling* van aspecten van door gemeente Leiden, naar ophalen vuilnis verkeersvoorz. watergangen groen speeltoestellen vegen straten en wegen straatmeubilair straten en wegen Leiden ,3 6,9 6,7 6,9 6,7 6,5 6,4 6,5 Leiden ,2 6,8 6,6 6,8 6,6 6,4 6,5 6,2 Binnenstad-Zuid 7,0 7,1 7,0 7,2 7,1 6,8 6,7 6,6 Binnenstad-Noord 7,1 7,1 6,8 6,9 6,7 6,6 6,6 6,4 Leiden-Noord 7,2 6,8 6,2 6,5 6,4 6,1 6,2 6,0 Roodenburger 7,3 7,0 7,0 7,1 7,1 6,7 6,8 6,7 Bos- en Gashuisdist. 7,3 6,7 6,5 6,9 6,7 6,6 6,2 6,2 Mors 7,3 7,0 6,7 6,9 6,4 6,6 6,4 6,3 Merenwijk 7,2 6,7 6,5 7,0 6,4 6,5 6,2 5,6 Stevenshof 7,3 6,6 6,2 6,4 6,4 6,3 6,3 6,0 * Beoordeling van de aspecten is omgerekend als ware het rapportcijfers (uitstekend=9, goed=7,5, matig=5 en slecht=3) ** Het Stations en het Boerhaave zijn vanwege de relatief grote verschillen als gevolg van kleine aantallen niet opgenomen in deze tabel. Verschil met Leiden: 0,4 of meer hoger Verschil met Leiden: 0,2 of 0,3 hoger Verschil met Leiden: 0,2 of 0,3 lager Verschil met Leiden: 0,4 of meer lager Stadsenquête Leiden