Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 4 juni 2004 Tijd:

Transcriptie

1 Exaen H111 Verkeerkunde Bai Katholieke Univeriteit Leuven Departeent Burgerlijke Bouwkunde Datu: vrijdag 4 juni 2004 Tijd: uur Intructie: Er zijn 5 vragen; tart de beantwoording van elk van de 5 vragen op een nieuw blad! Schrijf op elk blad papier uw naa en het nuer van de vraag. Na het exaen krijgt u een overzicht van ogelijke oploingen. De vragen kunt u houden. Vraag 1. A Toedeling B D C HB-tabel van knooppunt naar knooppunt A B C D A B C D De figuur toont een eenvoudig netwerk dat de knooppunten A, B, C en D et elkaar verbindt. De pijlen geven de reitijden aan op het onbelate netwerk in inuten. Let erop dat de reitijden gegeven zijn in beide richtingen op een chakel. In de HB-tabel taan de verkeertroen tuen de vier knooppunten in voertuigen/uur.

2 a) Bereken de verkeertroen op de chakel et een Alle-of-Niet toedeling. In de praktijk voltaat en zelden et een Alle-of-Niet toedeling. b) Welke andere eer realitiche tatiche toedelingethode zijn er en in welk opzicht voren deze andere toedelingethoden een verbetering ten opzichte van de Alle-of-Niet toedeling? Hoewel en zelden de Alle-of-Niet toedeling al eindreultaat geeft i hij wel een belangrijke bouwteen van de algorite voor de in vraag b) bedoelde andere toedelingethode. Men pat die algorite toe voor grotere netwerken wanneer een analytiche uitwerking ondoenlijk i. c) Ochrijf in woorden het werkingprincipe van die algorite. Vraag 2. Tranportnetwerken Hiërarchie i een belangrijk kenerk van een tranportytee a) Gevraagd: bearguenteer waaro hiërarchie van belang i voor tructuur en inrichting van een tranportnetwerk en geef aan op welke wijze hiërarchie een plaat krijgt in het ontwerp van een netwerk. Veelal vort de functie van de weg een belangrijk uitgangpunt voor de categoriering van het wegennet. b) Welke functie kunnen wegen vervullen? c) Welke voordelen zijn verbonden aan een categorie-indeling van het wegennet? d) Welke wegkenerken zijn van belang bij een categorie-indeling? e) Welke categorie-indeling (et bijbehorende wegkenerken) telt u voor voor het wegennet in Vlaanderen? Vraag 3. Openbaar vervoer a) Welke factoren zijn van invloed op de verplaatingtijd van een openbaar vervoerverplaating? b) Wat vertaat en onder de Verplaatingtijdfactor (VF-factor)? Schet in een diagra het verloop van de VF-factor en duid in dit diagra de verchillende typen reiziger aan. Stel u wordt gevraagd een onderzoek te doen naar de gewente tructuur van het openbaar vervoernet van de regio Leuven. c) Op welke wijze zou u dit onderzoek uitvoeren en welke tappen worden in dit onderzoek doorlopen? Bechrijf per tap de uit te voeren werkzaaheden.

3 Vraag 4. Vervoereconoie a) Bij het evalueren van econoich beleid dient en rekening te houden et de efficiency (doelatigheid) en de equity (billijkheid) van dat beleid. Wat vertaat en onder de teren efficiency en equity? Geef aan hoe ivertanden otrent de efficiency en equity van rekening-rijden de invoering ervan beoeilijken. b) Waaro worden de arginale koten ten gevolge van geluidhinder gerubriceerd onder de externe koten? Hoe kan en een inchatting aken van de geluidhinder-koten? c) Welke relatie betaat er tuen arginale baten en arginale koten in het geval van een arktfaling? Welk type arktfaling treedt op in het huidige wegverkeer? En welk type arktfaling kan optreden indien een vervoerbedrijf een onopolie heeft? Vraag 5. Verkeertrootheorie Gegeven: een weg et een driehoekig fundaenteel diagra kritiche dichtheid = 25 /k axiale golfnelheid (tegen rijrichting) = - 4 / nelheidliiet (treng gehandhaafd) = 72 k/u op deze weg taat een verkeerlicht et een vate cyclutijd (= groentijd + roodtijd) van 120 Gevraagd: a) Teken het fundaenteel diagra en duid hierop alle relevante punten en nelheden aan. b) Wat i de iniale vate groentijd opdat geen enkel voertuig twee keer voor rood kot te taan bij een inteniteit/capaciteit verhouding van 80 %? c) Wat i in die ituatie de axiale aftand vóór de toptreep waar voertuigen tot tiltand koen? Duid deze aftand aan in een x-t diagra dat de fileopbouw weergeeft. d) Wanneer in de cyclu i de wachtrij (= rij van aaneengeloten tiltaande voertuigen) axiaal? Hoe lang i die rij, uitgedrukt in eter? En in voertuigen? Duid de axiale wachtrij aan in je x-t diagra.

4 Oploingen exaen H111 - Verkeerkunde Bai Datu: vrijdag 4 juni 2004 Katholieke Univeriteit Leuven Departeent Burgerlijke Bouwkunde Vraag 1a Bepaal de kortte routeboen vanuit elk knooppunt. Toedeling van de HB-tabel geeft dan de volgende chakelbelatingen in voertuigen/uur: A B D C Vraag 1b Bij de alle-of-niet toedeling gaat en uit van a) volledige kenni en niet variërende beoordeling van alle gebruiker otrent de weertanden in het netwerk en b) contante reitijden op de chakel. De andere tatiche toedelingodellen zijn: Stochatiche toedeling: Onvolledige kenni en variërende beoordeling wordt in rekening gebracht door de introductie van kanverdelingen. Evenwichttoedeling: De reitijd op een chakel wordt afhankelijk geteld van de belating op de chakel. Stochatiche evenwichttoedeling: Rekening wordt gehouden zowel et onvolledige kenni, variërende beoordeling al reitijdverliezen door congetie. Vraag 1c Het werkingprincipe van de verchillende algorite: Stochatiche toedeling: Met behulp van een toevalgenerator (Monte Carlo iulatie) wordt voor elke chakel van het netwerk een "ubjectieve" chakelweertand geloot. Op het onttane netwerk et ubjectieve chakelweertanden wordt een alle-of-niet toedeling uitgevoerd. Dit wordt een aantal alen herhaald. De uiteindelijke toedeling vinden we door iddeling van de aldu uitgevoerde alle-of-niet toedelingen. Evenwichttoedeling: Er wordt een reek alle-of-niet toedelingen uitgevoerd waarbij in een nieuwe iteratie de weertanden worden gebruikt die uit de vorige iteratie zijn verkregen. O ervoor te zorgen dat het algorite convergeert wordt een wegingfactor toegepat, waarbij de uitkoten van de vorige iteratie gewogen worden eegeteld in de volgende iteratie. Stochatiche evenwichttoedeling: Identiek aan de evenwichttoedeling alleen wordt nu een reek tochatiche toedelingen uitgevoerd. Vraag 2a Zie hoofdtuk en eleenten van hoofdtuk 4 (figuur 68) in curutekt Verkeer- en Vervoeryteen. Vraag 2b Functie van wegen: verbindingfunctie (of troofunctie), ontluitingfunctie (of uitwielingfunctie) en erftoegangfunctie (et al belangrijke coponent verblijffunctie). Vraag 2c Voordelen categoriering: adinitratief beheer, concentratie van verkeertroen, uniforiteit in het ontwerp, inventariatie van tekortkoingen.

5 Vraag 2d Wegkenerken bij categoriatie: ontwerpnelheden, aantal rijtroken, al of niet gelijkvloere kruiingen et of zonder lichten, ontwerp van aanluitingen tuen categorieën, al of niet cheiding van verkeeroorten (bijv. behandeling langzaa verkeer), toelaatbaarheid van erftoegang en parkeren. Vraag 2e Uw voortel zou bijvoorbeeld kunnen overeenkoen et de RSV-indeling in hoofdwegen, priaire wegen, ecundaire wegen en lokale wegen (hfdt curutekt Verkeer- en Vervoeryteen.) Vraag 3a De verplaatingtijd in het openbaar vervoer hangt af van -de bechikbaarheid naar plaat (tijd voor voor- en natranport), -de bechikbaarheid naar tijd (wachttijd halte, verborgen wachttijd thui en eventueel op beteing), -de effectieve nelheid van het vervoeriddel (bepaald door aantal halte, door de techniche karakteritieken van het voertuig zoal kruinelheid en optrek- en afree igenchappen en door hinder van het overige verkeer), -de aanluitingen tuen de lijnen (overtapwachttijd). Vraag 3b VF i quotiënt van verplaatingtijd openbaar vervoer en auto. In het diagra dienen OV-captive, auto-captive en keuzereiziger te worden aangegeven. Vraag 3c Stappen: Selectie toegangpunten (overneen hoger chaalniveau, haltedichtheid vattellen, optellen van een rangorde, checken van ontluitende functie) Verbindingen tuen toegangpunten (iniaal oppannende boo, netdichtheid vattellen, checken toelaatbare owegfactor, lijndichtheid of frequentie vattellen) Optellen ideaal net. Ontwerp realitich netwerk door vergelijking ideaal net et betaand net Vraag 4a Met efficiency bedoelt en de ate waarin de aenleving al geheel axiale baten realieert bij gegeven koten, et equity bedoelt en de ate waarin deze baten op een eerlijke anier verdeeld worden over de bevolking. Efficiency i de grootte van de econoiche 'koek', equity gaat over de verdeling ervan. Bij rekeningrijden gaan de autoobiliten in eerte intantie erop achteruit en wint de overheid. Dit tuit op veel weertand. Over het hoofd wordt gezien dat rekeningrijden leidt tot een netto welvaartwint, die via de overheid wordt teruggeluid naar de aenleving. Vraag 4b Externe koten zijn negatieve neveneffecten die anderen treffen dan hen die direct bij de econoiche tranactie zijn betrokken. Een autoobilit houdt bij zijn beliing o een rit te gaan aken geen rekening et de geluidhinderkoten die hij aan anderen veroorzaakt. Schatten van geluidhinderkoten kan via de hedoniche ethode (prijverchil tuen overigen gelijkoortige woningen die verchillen in hun bloottelling aan lawaai) of via kotprij van geluidwerende voorzieningen. Vraag 4c Bij arktfaling zijn arginale koten ongelijk aan arginale baten. In het huidige wegverkeer zijn arginale koten hoger dan arginale baten. Bij een onopolie kunnen arginale koten lager zijn dan arginale baten. In beide gevallen wordt de axia le welvaart niet gerealieerd en i du prake van efficiency verlie. Vraag 5 T rood = 24 T groen = 96 L ax = 73,8 of 11,1 x ax = 320

6 Deze oploingen volgen uit volgende redeneringen: a) volgt uit ligging gegeven punten en gegeven hellingen in fundaenteel diagra; let op: kie gelijke eenheden voor alle grootheden (hier gekozen voor, en ; kon ook k, u en, al het aar conitent i); b) totaal aantal voertuigen aangevoerd tijden een cyclu = totaal aantal voertuigen afgevoerd tijden T q = T q groentijd, ander blijven er voertuigen tijden eer dan 1 cyclu taan, du: groen krit cyclu vraag waaruit T groen ; c) zie aanduiding op figuur; volgt uit driehoeken ABD en BCD: x = AB c = BC V ax ax ax ( ) ( ) = T T c = T T V B rood ax cyclu B ax Dit zijn twee vergelijkingen in twee onbekenden T B en x ax et de gegeven oploing (T rood i bekend uit a). d) uit de x-t plot volgt eteen dat de wachtrij axiaal i op het eind van de roodtijd, L ax volgt dan akkelijk uit: Lax = Trood c. Dit i het antwoord in eter, verenigvuldiging et de filedichtheid k tiltand levert het antwoord uitgedrukt in voertuigen. q( / ) q krit q vraag k q V k krit krit ax vraag = = 0.5 = 20 = 0.02 q vraag = 0.4 k tiltand = 0.15 cax = 4 c = c c ax V ax k vraag k krit k tiltand k( / )

7 T cyclu x Trood T B Tgroen A B C L ax x ax D laattevoertuig dat eventiltaat ennogdoorgroenoet t