Kromlijnige bewegingen. Verticale valbeweging. m s. Herhaling Vallen. Vrije val. Oefenopgave 1
|
|
- David Jonker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Krolijnige bewegingen Herhaling Vallen Onder vallen verta ik iedere beweging door de lucht zonder aandrijving (door pierkracht of otorkracht). Bijvoorbeeld de beweging van een voorwerp dat i weggegooid. Vrije val De beweging i een vrije val, al er geen luchtwrijvingkracht werkt. Dit i het geval in vacuü. So i de beweging bij benadering een vrije val, naelijk al de luchtwrijvingkracht klein i. Dit i bijvoorbeeld het geval, al: de nelheid van het voorwerp klein i het voorwerp klein i en een goede troolijn heeft het voorwerp zwaar i de lucht ijl i. Bij een vrije val op aarde i er een contante valvernelling: (±) 9,8 /. De (verticale) beweging i eenparig verneld, odat de enige kracht die werkt de zwaartekracht i. Verticale valbeweging Oefenopgave Een voorwerp valt 3 van 9,6 hoog naar beneden. De luchtwrijving ag worden verwaarlood. Bereken de valtijd. y g t 9,6 9,8 t t, 4 Bereken de eindnelheid. Methode : v g t v 9,8,4 4 v eind 4 Methode : g h v 9,8 9,6 v v 4 In het dagelijke taalgebruik wordt de valbeweging van een parachutit, voordat de parachute geopend wordt, een vrij val genoed. Bedenk echter dat de luchtwrijving dan zeker belangrijk zal zijn en het natuurkundig gezien du geen vrije val i. T.o.v. de zwaartekracht op het voorwerp. 3 De beginnelheid i du 0.
2 Oefenopgave Een voorwerp wordt van 9,6 hoogte et een (begin)nelheid van 4,9 / recht ohoog gegooid. De luchtwrijving ag worden verwaarlood. Bereken de valtijd. De benodigde tijd tot het hoogte punt i: Dit hoogte punt ligt boven 9,6 : v 4,9 t 0, 50 g 9,8 h < v > t 4,9 0,50, Vanaf 9,6 +, 0,8 valt het voorwerp du naar beneden in: y g t 0,8 9,8 t t, 5 Zodat de totale valtijd 0,50 +,5,0 econde i. Bereken de eindnelheid. Methode : v g t v 9,8,5 5 v eind 5 Methode : g h v 9,8 0,8 v v 5 Methode 3: g h + v v 9,8 9,6 + 4,9 v v 5 Oefenopgave 3 Een voorwerp wordt van 9,6 hoogte et een (begin)nelheid van 4,9 /, aar nu verticaal olaag gegooid. De luchtwrijving ag worden verwaarlood. Bereken de eindnelheid. g h + v v 9,8 9,6 + 4,9 v v 5 Bereken de valtijd. h 9,6 9,6 t 0, 99 < v > (4,9 + 5) 9,7 Operking: De eindnelheid i in oefenopgave en 3 gelijk; de valtijd i echter ongelijk!
3 5 Oefenopgave en 3 nelheid ( /) tijd () 0 0,5,5 opgave opgave 3 Oefenopgave 4 Bij opgave en 3 i het voorwerp repectievelijk na,0 en na,0 op de grond. Ga.b.v. het (v,t)-diagra na dat bij oefenopgave : De (val)vernelling ( ) 9,8 / i. Het voorwerp eert, ohoog gaat. Het voorwerp daarna 0,8 olaag gaat. Ga.b.v. het (v,t)-diagra na dat bij oefenopgave 3: De beginhoogte van het voorwerp 9,6 i. Ga na dat de beweging bij opgave 3 exact gelijk i aan het tweede deel van de beweging van het voorwerp bij opgave. 3
4 Oefenopgave 5 Een voorwerp valt van 9,6 hoog naar beneden. Het voorwerp heeft een aa heeft van 5, kg heeft. De luchtwrijvingkracht i voortdurend 30 N 4. Bereken de vernelling: Fre (50 30) a 3,9 5, Bereken de valtijd. y a t 9,6 3,9 t t, Bereken de eindnelheid. Methode : v a t v 3,9, 8,7 v eind 8, 7 Methode : g h 5, 9,8 9,6 v + Q 5, v ,6 v 8, 7 Operking: Er onttaat 30 9,6 88 J warte; de wrijvingkracht verricht 88 J arbeid. Oefenopgave 6 Een voorwerp (aa 5, kg) wordt van 9,6 hoogte et een beginnelheid van 4,9 / recht ohoog gegooid. De luchtwrijvingkracht i voortdurend 30 N. Bereken de valtijd. Fre ( ) a ( )6 5, v 4,9 t 0, 3 a 6 De vernelling bij het ohoog bewegen: De benodigde tijd tot het hoogte punt i: Dit hoogte punt ligt boven 9,6 : h < v > t 4,9 0,3 0, 77 4 De wrijvingkracht i uiteraard altijd tegen de bewegingrichting in gericht. In werkelijkheid zal de luchtwrijvingkracht niet contant zijn, aar afhangen van de nelheid van het vallende voorwerp. 4
5 Vanaf 9,6 + 0,77 0,4 valt het voorwerp du naar beneden. Fre (50 30) a 3,9 5, y a t 0,4 3,9 t t, 3 De vernelling bij het olaag vallen: Zodat de totale valtijd 0,3 +,3,6 econde i. Bereken de eindnelheid. Methode : v a t v 3,9,3 9,0 v eind 9, 0 Methode : g h 5, 9,8 0,4 Methode 3: g h + 5, 9,8 9,6 + v v + Q 5, v ,4 v 9, 0 5, 4,9 v + Q 5, v + 30 (0,77 + 0,4) v 9, 0 Oefenopgave 7 Een voorwerp (aa 5, kg) wordt verticaal olaag gegooid van 9,6 hoogte et een beginnelheid van 4,9 /. De luchtwrijvingkracht i voortdurend 30 N. Bereken de eindnelheid. g h + v 5, 9,8 9,6 + 5, 4,9 Bereken de valtijd. Methode : v + Q 5, v ,6 v 0 Fre (50 30) a 3,9 5, v (0 4,9) t, 3 i. a 3,9 De vernelling bij het olaag vallen: Zodat de valtijd Methode : h 9,6 9,6 t, 3 < v > (4,9 + 0) 7,5 5
6 Oefenopgave 8 Een voorwerp (aa 5, kg) wordt recht ohoog gegooid. De luchtwrijvingkracht i afhankelijk van de nelheid van het voorwerp. De beweging van het voorwerp i weergegeven in een (y,t)-diagra. hoogtegrafiek y () t () Hoe groot i de beginhoogte? Bepaal de beginnelheid. Bepaal de eindnelheid. Hoe groot i de verplaating? Hoe groot i de afgelegde weg? Hoe groot i de vernelling in het hoogte punt? Hoe groot i de wrijvingkracht op t 7,0? Hoe groot i de geiddelde nelheid? Bereken hoeveel arbeid de wrijvingkracht heeft verricht. Σ W E kin W zw + W wr ( v 40 30,0 / 0,/ ( ) 9,8 / 50 N 5,0 / eind vbegin W wr 5, (( 0) 30 ) 5, 9,8 40 4, 0 kj ) 6
7 Oefenopgave 9 Een voorwerp (aa 5, kg) wordt recht ohoog gegooid. De luchtwrijvingkracht i afhankelijk van de nelheid van het voorwerp. De beweging van het voorwerp i weergegeven in een (v,t)-diagra. Op t 8,0 bereikt het voorwerp de grond. nelheidgrafiek v (/) t () Op welk tijdtip i het voorwerp op het hoogte punt? Bepaal vanaf welke hoogte het voorwerp i gegooid. Hoe groot i de wrijvingkracht op t 7,0? Bepaal de vernelling op t,5. Bepaal de wrijvingkracht al het voorwerp et 30 / beweegt. Mogelijkheid : F wr De wrijving i evenredig et de nelheid. De evenredigheidcontante C hangt o.a. af van de troolijn van het voorwerp. Voor de luchtwrijvingkracht geldt: C v Mogelijkheid : F wr C v, N 9,8 / De wrijving i evenredig et het kwadraat van de nelheid. De evenredigheidcontante C hangt o.a. af van de troolijn van het voorwerp. Leg uit welke ogelijkheid voor dit vallende voorwerp geldig i. Bepaal de evenredigheidcontante C. 50 N ogelijkheid 5,0 N./ 5,0 kg/ 7
8 Oefenopgave 0 (naar VWO-exaen 003) Space Shot Space Shot i een pectaculaire attractie in het pretpark Six Flag. Hierbij kan een groep enen zich laten lanceren et behulp van een ring o een hoge toren. Op de ring zijn toelen bevetigd waarin de bezoeker et tevige gordel vatzitten. De ring wordt vanaf de grond ohooggechoten tot onder de top van de toren. Lee de folder. Space Shot: nieuw in de BENELUX! Een enationele lancering et een nelheid van 85 kiloeter per uur, 60 eter ohoog. Een rit valt te vergelijken et een lancering van de Space Shuttle, waarbij je de panning kan voelen die de atronauten ervaren al zij vertrekken van Cape Canaveral. Je ondergaat een vernelling van 4g! naar: reclaefolder van Six Flag Ether wil een aantal gegeven uit de reclaefolder controleren. Met behulp van een vernellingeter eet ze tijden een lancering de vernelling al functie van de tijd. De etingen worden ingelezen in een coputer, die ze bewerkt tot een (v,t)-grafiek. 8
9 Leg et figuur uit of de in de folder genoede nelheid bereikt wordt. Toon aan dat de ring inder ver ohooggaat dan in de folder i vereld. Bepaal of bereken de axiale vernelling tijden de lancering en ga na of deze overeenkot et de waarde uit de folder. De aa van de ring et bezoeker i,4 0 3 kg. De kracht waaree deze ring ohoog wordt getuwd, werkt lecht gedurende,80. Bepaal of bereken hoeveel arbeid de tuwkracht op de ring verricht. Verwaarloo daarbij de arbeid die de wrijvingkracht verricht. In werkelijkheid i de arbeid die de wrijvingkracht verricht niet te verwaarlozen. De grafiek van figuur vertoont op dat tijdtip een lichte knik (dit i et behulp van een geodriehoek goed te zien). Ether denkt dat de knik het gevolg i van het okeren van de richting van de wrijvingkracht tuen de ring en de toren. Leg uit of het okeren van de richting van de wrijvingkracht inderdaad tot een dergelijke knik in de (v,t)-grafiek kan leiden. Zie: 9
10 Oefenopgave (naar VWO-exaen 00) Parachute Joyce wil weten hoe een parachuteprong verloopt. Zij vraagt een ervaren parachutit o inlichtingen. Deze laat de (hoogte, tijd)-grafieken zien van twee van zijn prongen. In het diagra van figuur zijn beide (h,t)-grafieken weergegeven. Eén prong i vanaf 5000 hoogte en één prong vanaf 800. Bij beide prongen ging de parachute open op een hoogte van 700. Joyce erkt dat de parachutit et een vrije val niet hetzelfde bedoelt al wat daarover in haar natuurkundeboek taat. De parachutit bedoelt er het gedeelte van een val ee waarbij de parachute nog niet i geopend. De val van 5000 naar 700 duurt langer dan wanneer het een vrije val volgen het natuurkundeboek zou zijn. Bepaal hoeveel langer. Gebruik g 9,8 -. Uit figuur blijkt dat je bij beide prongen et dezelfde nelheid op de grond neerkot. Hoe blijkt dat uit de grafieken? We bekijken de prong vanaf 5000 hoogte. Leg uit of de wrijvingkracht op de parachutit (plu parachute) op een hoogte van 500 groter dan, kleiner dan of gelijk aan de wrijvingkracht op 500 i. Zie: 0
11 Joyce beluit et behulp van een coputerodel een parachuteprong te iuleren. Ze houdt er rekening ee dat de luchtdruk op grote hoogte lager i dan op de grond, odat de lucht op grote hoogte ijler i. Joyce gaat in haar odel uit van een parachutit die aen et zijn parachute een aa van 75 kg heeft. Ze laat het odel een (nelheid, hoogte)-grafiek tekenen voor een prong vanaf 5000 hoogte. Het blijkt dat de nelheid al vóór het openen van de parachute kleiner wordt. Leg uit waardoor de nelheid dan reed afneet. Bepaal de arbeid die de luchtwrijvingkracht verricht vanaf het tijdtip dat de parachute zich ontvouwt tot de landing. Antwoord: Op kleinere hoogte i de luchtdruk en du F wr groter. Al F wr groter wordt dan F zw neet de nelheid af. E totaal E zw + E kin E Antwoord: Openen parachute: hoogte 7,00 nelheid 7 / g h + v 75 9,8 7, ,.0 totaal E zw + E kin 5 J Landing: hoogte 0 nelheid 7 / g h + v Er verdwijnt du 7, ,.0 5 J energie. Oftewel: Er onttaat du 7,.0 5 J warte. Du: de wrijvingkracht heeft 7,.0 5 J arbeid verricht. 3 J
12 . Horizontale en chuine 5 worp Bij een horizontale en chuine worp beweegt het voorwerp gelijktijdig horizontaal én verticaal. Beide bewegingen verlopen onafhankelijk van elkaar, zoal blijkt uit het proefje et het toetel van figuur. en uit de opnae van figuur.3. Eert bepreken we een worp chuin ohoog, waarbij de wrijvingkracht ag worden verwaarlood. Een goed voorbeeld hiervan i de beweging van een kogel die door een kogeltoter wordt weggetoten. Gegeven: De kogel verlaat de hand van de atleet op een hoogte van,7. De kogel wordt et een nelheid van 33 k/h weggechoten onder een hoek (et de horizontaal) van 40 o. Odat de wrijvingkracht ag worden verwaarlood, i: de horizontale nelheid van de kogel door de lucht ( v x ) contant de verticale beweging van de kogel een vrije val ( g 9,8 / ) Het ontbinden van de beginnelheid: v x 9, co(40) 7, 0 v y 9, in(40) 5, 9 v y 40 o v 9, / Zolang de kogel nog niet op de grond i beweegt het et een contante nelheid van 7,0 / door de lucht naar voren. De aftand die de kogel in totaal naar voren gaat hangt af van de tijd, die de kogel in de lucht i (zie oefenopgave ). Bereken de valtijd. De benodigde tijd tot het hoogte punt i: Dit hoogte punt ligt boven,7 : v 5,9 t 0, 60 g 9,8 h < v > t 5,9 0,60, 8 Vanaf,7 +,8 3,5 valt het voorwerp du naar beneden in: y g t 3,5 9,8 t t 0, 85 Zodat de totale valtijd 0,60 + 0,85,45 econde i. v x Bereken de getoten aftand. x vx t 7,0, De chuine worp i geen exaentof en wordt du niet in het boek behandeld.
13 De nelheid van de kogel verandert tijden de beweging door de lucht voortdurend, zowel van grootte al van richting. Bereken de grootte van de nelheid waaree de kogel de grond raakt. De grootte van de nelheid i op twee anieren uit te rekenen. Wet van behoud van energie Odat de wrijving te verwaarlozen i, onttaat er geen warte. De totale energie van de kogel ( E zw + E kin ) blijft du contant vanaf het oent dat de kogel de hand van de atleet verlaat tot het oent dat de grond wordt geraakt. g h + v v 9,8,7 + 9, v v Stelling van Pythagora De verticale eindnelheid i de nelheid die de kogel bereikt na 0,85 vallen (et [verticale] beginnelheid 0) v g t v y y 9,8 0,85 8,3 ( v y ) eind 8, 3 De horizontale (eind)nelheid i 7,0 /, zodat: v ( v v x ) + ( y ) 7,0 + 8,3 Bereken de richting van de nelheid waaree de kogel de grond raakt. De richting van de nelheid i te berekenen et inu, coinu of tangen. 8,3 in α α 49 7,0 co α α 50 8,3 tan α 7,0 α 50 o o o v y 8,3 / α v x 7,0 / v / In werkelijkheid zal de wrijvingkracht bij een chuine of horizontale worp niet altijd te verwaarlozen zijn. De beweging van het voorwerp door de lucht i dan te bechrijven et de nuerieke natuurkunde die in hoofdtuk 5 wordt behandeld. Nuttige oen horizontale worp: voorbeeld, voorbeeld, o 3, o 5, o 6, o 7, o 8. 3
14 Oefenopgave Dart Officiële aftanden dartbaan: Worp : Een pijl wordt vanachter de Oche vanaf een hoogte van,73 horizontaal naar het idden van het bord gegooid et een nelheid van 9,0 k/h. Er i geen afwijking naar link of recht. De wrijvingkracht op de pijl ag worden verwaarlood. Bereken op welke hoogte de pijl bij de uur i. Worp : De pijl wordt et dezelfde horizontale nelheid chuin ohoog gegooid en kot precie in de Bull eye. Opnieuw i er geen afwijking naar link of recht en ag de wrijvingkracht worden verwaarlood. Bereken onder welke hoek (et de horizontaal) de pijl i weggegooid. Worp 3: De pijl wordt chuin ohoog weggegooid et een nelheid van 5,88 / onder een hoek (et de horizontaal) van 30 o. Er i geen afwijking naar link of recht. De wrijvingkracht op de pijl ag worden verwaarlood. Ga et een berekening na of de pijl boven of onder de Bull eye kot. Bereken de aftand tot de Bull eye. Bereken de hoek (et de horizontaal) waaree de pijl bij het bord kot. Worp 4: Een pijl wordt vanachter de Oche vanaf een hoogte van,73 horizontaal naar het idden van het bord gegooid et een nelheid van 9,0 k/h. Er i geen afwijking naar link of recht. De wrijvingkracht op de pijl ag worden verwaarlood. Precie op het oent dat de pijl wordt gegooid, valt het bord naar beneden. De wrijvingkracht op het bord ag ook worden verwaarlood. Leg uit waar de pijl het bord raakt: boven de Bull eye in de Bull eye onder de Bull eye? Worp : 74 c boven de grond Worp : hoek et horizontaal 3 o Worp 3: 3 c boven Bull eye onder een hoek van 6 o Worp 4: in de Bull eye 4
15 Cirkelbewegingen Graden radialen Zie: Eenparige cirkelbeweging Een eenparige cirkelbeweging i een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de nelheid niet verandert. baannelheid v de nelheid van het bewegende voorwerp in / hoeveel eter de cirkelboog i die per econde wordt doorlopen: hoeknelheid ω de hoeknelheid in rad/ hoe groot de hoek in radialen i die per econde wordt doorlopen olooptijd T hoeveel tijd nodig i voor één rondje π r π T Verband tuen v en ω: v ω v ω r v t φ ω t f T oloopfrequentie f hoeveel rondje per econde worden doorlopen (eenheid: - Hz) eventueel ook het toerental aantal rondje per inuut (eenheid: in - ) 5
16 Een eenparige cirkelbeweging i een vernelde beweging, odat de nelheid van richting verandert. Er i du een nelheidverandering en daardoor ook een vernelling. Voorbeeld: De traal van de bovenkant van de zweefolen i,6. De kabel van ieder toeltje zijn,0 lang en aken een hoek van 60 o et de horizontaal. De zweefolen draait contant rond et RPM 6. Bereken de traal van de cirkel. 3,6 Bereken de olooptijd. 5,0 Bereken de hoeknelheid.,3 rad/ Bereken de (baan)nelheid. 4,5 / Bereken de doorlopen hoek in,4 inuut.,.0 rad Bereken de (grootte van de) verplaating in,5. 5, Bereken de (grootte van de) geiddelde nelheid in,5. 4, / Bereken de (grootte van de) nelheidverandering in,5. 6,4 / Bereken de (grootte van de) geiddelde vernelling in,5. 5, / v eind x v v begin v eind Bereken de (grootte van de) geiddelde nelheid in,5. Bereken de (grootte van de) geiddelde vernelling in,5. Bereken de (grootte van de) geiddelde nelheid in 5,0. Bereken de (grootte van de) geiddelde vernelling in 5,0.,9 / 3,6 / 0 / 0 / 6 RPM toeren per inuut 6
17 Bij een eenparige cirkelbeweging i het niet zinvol te preken over de geiddelde vernelling in een bepaalde periode. Dé vernelling op een bepaald tijdtip i wel belangrijk. Deze vernelling heet de iddelpuntzoekende vernelling a pz. Dit kun je vergelijken et de volgende ituatie. Al je op zaterdagochtend et je racefiet gaat fieten, i je geiddelde nelheid op het oent dat je terug thui kot x 0 < v > 0. Het i voor een wielrenner lecht zinvol o na t t te gaan hoe groot de (oentane) nelheid op ieder tijdtip van de fiettocht wa. Odat er tijden een eenparige cirkelbeweging een (iddelpuntzoekende) vernelling i, oet er ook een reulterende kracht op het voorwerp werken. Deze reulterende kracht heet de iddelpuntzoekende kracht F pz. De richting van de iddelpuntzoekende kracht De iddelpuntzoekende kracht i bij een eenparige cirkelbeweging altijd naar het idden van de cirkel gericht. Zie: De grootte van de iddelpuntzoekende kracht Een chaater oet er in de bocht voor zorgen dat hij zich chrap zet o te voorkoen dat hij de bocht uitvliegt. De benodigde iddelpuntzoekende kracht hangt af van:. De aa van de chaater Hoe groter de aa, de te groter de benodigde kracht; het i voor een zware chaater oeilijker o de bocht te houden.. De nelheid van de chaater v Hoe groter de nelheid, de te groter de benodigde kracht; het i voor een chaater het oeilijkte o de bocht te houden op de 500 print. 3. De traal van de bocht r Hoe kleiner de traal van de bocht, de te groter de benodigde kracht; het i voor een chaater het oeilijkte o de binnenbocht te houden. v Op grond van deze overwegingen, zou kunnen gelden: F pz. r Een eenhedenbechouwing toont echter aan dat deze forule niet kan kloppen: kg [ F] N Het blijkt dat geldt 7 : F pz [ ] [ v] kg [ r] v r Ga et een eenhedenbechouwing na dat dit de goede forule zou kunnen zijn. kg ω r 7 Chritiaan Huygen (659) 7
18 Wielrennen (herhaling) Een wielrenner rijdt een helling af. De helling aakt een hoek α et de horizontaal. Zie: VWO 4 Kernboek A bladzijde: 7 9. F noraal F wrijving F pier α α F zw De krachten loodrecht op de helling heffen elkaar op: F noraal F zw.co α Lang de helling ohoog werkt: De totale wrijvingkracht F wrijving De rolwrijving zal, vergeleken et de luchtwrijving, klein zijn. Al de wielrenner ret, i de totale wrijvingkracht nog groter. Lang de helling olaag werkt: De x-coponent van de zwaartekracht: (F zw ) x F zw.in α De pierkracht F pier lang de helling olaag (al de wielrenner bij trapt). Er zijn drie ogelijkheden:. De nelheid van de wielrenner neet af. Er i een reulterende kracht lang de helling ohoog: F wr > (F zw ) x + F pier. De wielrenner heeft een contante nelheid. De krachten lang de helling heffen elkaar op: F wr (F zw ) x + F pier 3. De nelheid van de wielrenner neet toe. Er i een reulterende kracht lang de helling olaag: (F zw ) x + F pier > F wr 8
19 Wielrennen Een wielrenner rijdt in de bocht op een wielerpite. Het i een eenparige cirkelbeweging. De helling aakt een hoek α et de horizontaal. Zie: VWO 5 Kernboek bladzijde: Wat i er fout aan Figuur.34? F noraal α naar het idden van de cirkel α F zw De voorwaarte en achterwaarte krachten 8 : Odat de nelheid van de wielrenner niet van grootte verandert, heffen de pierkracht en de wrijvingkracht elkaar op: F pier F wrijving. De verticale krachten: De verticale krachten heffen elkaar op. De zwaartekracht en de verticale coponent van de noraalkracht zijn even groot: F zw (F noraal ) y F noraal.co α De horizontale krachten: Al er geen dwarwrijvingkrachten zijn, i de enige horizontale kracht de horizontale coponent van de noraalkracht. Dit i du de benodigde iddelpuntzoekende kracht: F pz (F noraal ) x F noraal.in α 8 Deze krachten zijn loodrecht op de tekening en du niet in de figuur te zien. 9
20 Voorbeeld: De traal van de bovenkant van de zweefolen i,6. De kabel van ieder toeltje zijn,0 lang en aken een hoek van 60 o et de horizontaal. De zweefolen draait rond et een contante hoeknelheid. Bereken deze hoeknelheid. o Fzw g 9,8 tan 60 ω F ω r ω 3,6 pz 9,8 3,6 tan 60 o,3 rad F pan F zw F zw 60 o F pz Nuttige oen:. 0, F zw Het hoogte punt bij een verticale cirkelbeweging Al bij een verticale cirkelbeweging de nelheid te klein i, zal het voorwerp in het hoogte punt uit de cirkel naar beneden (willen) vallen. De noraalkracht kan dit eventueel verhinderen. Zie o 7b. Al de nelheid te groot i, zal het voorwerp de cirkelbeweging voortzetten. De zwaartekracht én een andere kracht 9 aen, leveren dan de benodigde iddelpuntzoekende kracht. Zie o 6b. Er precie i één nelheid waarbij het voorwerp in het hoogte punt net wel/net niet naar beneden dreigt te vallen. Bij deze nelheid i de zwaartekracht de benodigde iddelpuntzoekende kracht: F F v g r Zie o 7a. zw pz 9 Afhankelijk van de ituatie bijvoorbeeld de pankracht óf de noraalkracht. 0
21 Voorbeeld Sven Kraer rijdt de Hiernaat zie je he in de binnenbocht. Nee aan dat hij teed even nel chaatt. Bepaal zijn eindtijd. Niet-eenparige cirkelbeweging Bij het centrifugeren van de wa zijn te ondercheiden:. De troel gaat neller draaien. De troel draait et contant toerental 3. De troel topt et draaien. bron: Al de troel et een contant toerental draait, voert het wagoed een eenparige cirkelbeweging uit. Voorbeeld: toerental 00 RPM diaeter troel 44 c ok (40 g) tegen de binnenkant van de troel. Op de ok werkt een iddelpuntzoekende kracht (de noraalkracht van de troel). Deze kracht i: F pz ω r 0,040 ( π 0) 0,,4.0 N Deze kracht i (uiteraard) voortdurend naar het idden van de troel gericht. Bij het op gang koen (afreen) van de troel, verandert de nelheid niet alleen voortdurend van richting, aar ook van grootte. Er i een reulterende kracht F et een coponent: Naar het idden van de cirkel (radiële coponent F r ) Deze coponent i de iddelpuntzoekende kracht, die ervoor zorgt dat de nelheid van richting verandert. In de richting van de raaklijn op de cirkel (tangentiële coponent F t ) Deze coponent zorgt ervoor dat de nelheid groter/kleiner wordt. Al de cirkel et de wijzer van de klok ee wordt doorlopen, i er prake van afreen (en andero).
22 De gravitatiewet van Newton Twee voorwerpen (aa ) oefenen een aantrekkende kracht op elkaar uit. De gravitatiecontante i zo klein 0 dat deze kracht uitluitend van belang i, indien één of beide voorwerpen een zeer grote aa heeft. De zwaartekracht (op het aardoppervlak) i niet ander dan de gravitatiekracht, waaree de aarde een voorwerp aantrekt: G Aarde g 9, 8 r Aarde N kg De wetten van Newton geven een zeer adequate bechrijving van de bewegingen van heellichaen in het heelal. Deze theorie zal pa in de 0 e eeuw worden verbeterd door de Algeene Relativiteittheorie van Eintein. 0 G 6, N..kg - (BINAS 7)
23 Bewegingen van heellichaen Planeten o een centrale ter Satellieten (anen) o een planeet bewegen eigenlijk in een ellipbaan ( e wet van Kepler). De (baan)nelheid i dichtbij het centrale heellichaa het groott ( e wet van Kepler). Odat het centrale heellichaa (eetal) zeer veel zwaarder i dan het bewegende heellichaa, geldt bij benadering dat:. De baan een cirkel i.. Het centrale heellichaa zich in het iddelpunt van de cirkel bevindt. 3. De beweging een eenparige cirkelbeweging i. 4. De gravitatiekracht de benodigde iddelpuntzoekende kracht i. Afleiding 3 e wet van Kepler F pz F grav v r G M r v G M r v π r T 4 π r T aar ook geldt: 4 π r T G M r zodat: v r T 3 G M 4 π Gevolg:. Voor alle planeten in één zonnetelel 3 r i de verhouding gelijk. T. De aa van een ter (planeet) i te berekenen, indien van één ronddraaiend heellichaa de aftand én de olooptijd bekend zijn. afleiding voor eenparige cirkelbewegingen ide: alle atellieten rondo hun planeet 3
24 Satellieten o de aarde. De aan Geloof jij dat de en op de aan i geweet? Geotationaire atellieten (counicatieatellieten) draaien in 4 uur rond de aarde. Ga na dat zij zich recht boven de evenaar oeten bevinden. Ga na dat zij zich op een hoogte van k oeten bevinden Satellieten et polaire banen draaien in een lage baan 3 over de noord- en de zuidpool rondo de aarde. Zij neen het aardoppervlak waar, dat onder hun baan door draait en worden bijvoorbeeld voor weervoorpellingen gebruikt. Nuttige oen:.6 33, 36, 38 3 eetal tuen k hoogte (boven het aardoppervlak) 4
Naam: Succes! 1 Geef bij elke berekening het antwoord met de juiste nauwkeurigheid en met de juiste. Antwoorden: Eenheid. 0,6 : 2 s s.
Bij deze toet ag je gebruik aken van het foruleblad (bijgeleverd) en de rekenachine. Schrijf de antwoorden OP DIT BLAD en chrijf je naa op elk blad. Gebruik eventueel de achterkant. Schrijf duidelijk en
Nadere informatieEen eenparige cirkelbeweging is een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid niet verandert.
Cikelbewegingen Gaden adialen Zie bladzijde 135 t/m 137 Baiboek wikunde van de Caat en Boch ISBN 90-430-1156-8 Een aanade voo Sinteklaa! http://taff.cience.uva.nl/~caat/functiene.pdf Eenpaige cikelbeweging
Nadere informatieLaat een schrift en een iets kleiner blad naast elkaar van gelijke hoogte valllen. Waarneming: Het blad papier valt langzamer dan het schrift
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 63 - De Valbeweging: Proef : Laat een chrift en een iet kleiner blad naat elkaar van gelijke hoogte valllen. Waarneing: Het blad papier valt langzaer dan het chrift Leg het
Nadere informatieHET EXPERIMENT VAN GALILEI MET HET HELLEND VLAK
HET EXPERIMENT VAN GALILEI MET HET HELLEND VLAK Robert E. Jonckheere INLEIDING Het i genoegzaa bekend dat Galilei proeven deed et ballen rollend op een hellend vlak en daarbij aantoonde dat onder invloed
Nadere informatieUITWERKINGEN selectie KeCo-opgaven mechanica (beweging) 1
UITWERKINGEN electie KeCo-opgaven mechanica (beweging) KeCo M.4. Twee auto A en B rijden over een rechte weg. Auto A heeft een nelheid van 79 km/uur en auto B heeft een nelheid van 85 km/uur. De auto rijden
Nadere informatie- 1 - E pot. 2 de graad 2 de jaar (1uur) oefeningen energie. Opgave 1:
de graad de jaar (uur) - - Opgave : Bereken de potentiële energie van een peroon van 60 die een toren van 0 beklit. (Oploing:,9 x 0 ) Oploing : 60 6,0 0 h 0,0 0 Gevr: pot? Forule: pot g h 6,0 0 9,8,0 0
Nadere informatieQUARK_6-Thema-01-kracht_en_snelheidsverandering Blz. 1
QUARK_6-Thea-01-kracht_en_nelheideranderin Blz. 1 THEMA 1: kracht en nelheideranderin Berippen Of een oorwerp in rut of in bewein i, kun je lecht definiëren ten opzichte an een ander oorwerp. Dat oorwerp
Nadere informatieNatuurkunde LJ2P4 - Beweging Oefenmateriaal compleet
Natuurkunde LJ2P4 - Beweging Oefenmateriaal compleet Trein Een Intercitytrein rijdt met een contante nelheid van 40 km/h lang tation Beilen en paeert 6 minuten later tation Hoogeveen. De trein rijdt daarna
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatie= = = 6. methode-b: het oppervlak onder de snelheid-tijd-grafiek is een maat voor de afgelegde weg.
Verbeterleutel Ea 6MWE_LWE Correctieleutel bij Vraag-V01: Steengoede grafiek 7 We bepalen de geiddelde nelheid uit de grafiek: v + 1 0 1 v vg = = = 6 Hieruit volgt voor de afgelegde aftand:. v. g = = vg
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatie4.1.3 Bepalen van de resulterende kracht...33 4.2 Tweede wet van Newton...36 4.2.1 Dynamische krachtwerking...36 4.2.
Inhoudopgave Bechrijven van bewegingen met vectoren...3. De plaatvector...3. Beweging...4.3 Verplaatingvector...4.4 De nelheidvector...5.4. Gemiddelde nelheidvector...5.4. Ogenblikkelijke nelheidvector...5.5
Nadere informatie11 Bewegingsleer (kinematica)
11 Bewegingleer (kinematica) Onderwerpen - Plaatdiagram - Gemiddelde nelheid en nelheid uit plaat-tijd-diagram - Snelheid op een bepaald tijdtip uit plaat-tijd-diagram - Gemiddelde nelheid uit nelheid-tijd-diagram
Nadere informatieHoofdstuk 4: Veranderingen. 4.1 Stijgen, dalen en intervallen
Hoofdtuk 4: Veranderingen 4. Stijgen, dalen en intervallen Opgave : 4.00-.00 uur eert een toeneende tijging, daarna een afneende tijging eert een toeneende daling, daarna een afneende daling Opgave : 6,
Nadere informatieGrootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt
1.3 Grootheden en eenheden Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt BINAS : BINAS 3A: BINAS 4: vermenigvuldigingsfactoren basisgrootheden
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieKracht en Energie Inhoud
Kracht en Energie Inhoud Wat is kracht? (Inleiding) Kracht is een vector Krachten saenstellen ( optellen ) Krachten ontbinden ( aftrekken ) Resulterende kracht 1 e wet van Newton: wet van de traagheid
Nadere informatieDynamische krachtwerking
Hoofdtuk 7 : Dyniche krchtwerking - 73 - Dyniche krchtwerking Proef : r Uit de trgheidwet vn Newton volgt dt l er een krcht op het voorwerp werkt er een verndering i vn de nelheid. Snelheid kn vernderen
Nadere informatieUitwerkingen opgaven Elektrische velden. DNA onderzoek met elektroforese
Uitwerkingen opgaven lektriche velden Opgave 1.1 DNA onderzoek met elektroforee a Wat beweegt er precie? negatief geladen DNA fragmenten b Door welke tof vindt de beweging plaat? door een gel c Wat veroorzaakt
Nadere informatieBasisvaardigheden - Inhoud
Baivaardigheden - Inhoud 1. Inleiding 2. Grootheden en eenheden. Significantie 4. Practicum meten 5. Formule en driehoeken 6. Vuitregel 7. Diagrammen 8. Oefentoet Hoe werkt de Natuurkunde? Natuurkunde
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieKracht en versnelling. 59. Opwaartse kracht. 61. Beweging met wrijvingskracht. 62
Info Techniche natuurkunde Inhoudopgave Hoofdtuk 1 Grootheden en eenheden. Blz 1. Bai- en afgeleide grootheden. 6 1.3 Machten van 10 en voorvoegel. 7 1.4 Eenheden al controle op juitheid forule. 9 1.5
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieDe eenparig veranderlijke beweging:
de jaar de graad (1uur) Hoofdtuk 5 : Eenparig eranderlijke beweging De eenparig eranderlijke beweging: - 45 - T begon alleaal bij Galileï. Deze italiaane geleerde heeft geleefd an 1564 tot 164. Van zijn
Nadere informatieOpgave 1.2. Theorie: Blz. 37/38
Ogave. Theorie: Blz. 7/8 Ti: Bereken P in uit orule (.60) door een bekend unt in te vullen. Bijvoorbeeld: T 00 7 K et de bekende druk P 0 Pa. Gegeven: L 4000 J/ol T gev 0 0 K R 8,47 J/ol,K Oloing: P (0
Nadere informatieInterferentie door Elektronen
Interferentie door Elektronen Een bachelorscriptie door Jordy van der Hoorn Onder begeleiding van prof.dr.ir Oosterkap dr. Van Gaans Inleverdatu 15 noveber 2013 Matheatisch Instituut, Universiteit Leiden
Nadere informatieSpace Experience Curaçao
Space Experience Curaçao PTA T1 Natuurkunde SUCCES Gebruik onbeschreven BINAS en (grafische) rekenmachine toegestaan. De K.L.M. heeft onlangs aangekondigd, in samenwerking met Xcor Aerospace, ruimte-toerisme
Nadere informatieMechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10
VAK: echanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets - AT echanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT - OPGAVEN en UITWERKINGEN / DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAA EN LEERLINGNUER! Beschikbare tijd: inuten
Nadere informatieInleiding kracht en energie 3hv
Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam
Nadere informatieHet berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.
3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt
Nadere informatieUitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1
Uitwerking exaen natuurkunde 009 (tweede tijdvak) Opgave Optische uis. Teken eerst de verbindingslijn tussen de punten P en Q (lichtstraal in nevenstaande figuur). Deze rechte lijn is ongebroken en gaat
Nadere informatieBEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode
BEWEGING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatieCIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO
CIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven
Nadere informatieProf. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN
FEB Exaen D0H1A 7/01/014 NAAM... Prof. Margriet Van Bael Conceptuele Natuurkunde et technische toepassingen Deel OEFENINGEN Instructies voor studenten Noteer je identificatiegegevens (naa, studentennuer)
Nadere informatieDiagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.
Inhoud... 2 Diagrammen... 3 Informatie uit diagrammen halen... 4 Formules... 7 Opgaven... 8 Opgave: Aventador LP 700-4 Roadster... 8 Opgave: Boeiing 747-400F op startbaan... 8 Opgave: Fietser voor stoplicht...
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieNATUURKUNDE. Figuur 1
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine
Nadere informatieTrillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden
5 Trillingen en tonen 5.1 Inleiding A 1 a Hartslag (polsslag), enstruatiecyclus, adehaling b De snaren van een gitaar en de lucht in blaasinstruenten trillen. De toeschouwers aken heen en weer gaande bewegingen
Nadere informatieDe hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.
et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.
Nadere informatiem = = ρ ρ V V V V R4 m in kg en V in m 3 hoort bij ( coherent) ρ in kg/m 3 m in g en V in ml hoort bij ( coherent) ρ in g/ml
Reflectievraen versie 21 Per edachte..1 R1 R2 1 d is elijk aan 1 c en daaro heb je de nijin te zeen dat 1 k/d elijk is aan 1 k/c. Het is dus eienlijk eer slordiheidsfout dan een denkfout. Model: 1 k/d
Nadere informatiePretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs
Pretpark als laboratorium Opdrachtenboekje secundair onderwijs Fysica in het pretpark: Opdrachten in Bobbejaanland - secundair onderwijs De oplossingen van de opdrachten zijn op uw vraag verkrijgbaar
Nadere informatieExamen VWO. Natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde)
Natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 26 mei 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het
Nadere informatieSTOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13
VAK: Stooturbines A Set Proeftoets AT0 STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT0 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc /3 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Bescikbare tijd: 00 inuten Uw naa:...
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I
Opgave 5 Kanaalspringer Lees onderstaand artikel en bekijk figuur 5. Sprong over Het Kanaal Stuntman Felix Baumgartner is er als eerste mens in geslaagd om over Het Kanaal te springen. Hij heeft zich boven
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen
Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting
Nadere informatie9 Stugheid en sterkte van materialen.
9 Stugheid en sterkte van aterialen. Onderwerpen: - Rek. - Spanning. - Elasticiteitsodulus. - Treksterkte. - Spanning-rek diagra. 9.1 Toepassing in de techniek. In de techniek ko je allerlei opstellingen
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 4
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 De eerste wet van Newton Opgave 7 Opgave 8 a F zw = m g = 45 9,81 = 4,4 10 N b De zwaartekracht werkt verticaal. Er is geen verticale beweging. Er moet dus een tweede
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatie- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner
Nadere informatieArbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts
Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Arbeid & Energie Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts
Nadere informatieHerhalingsvragen 4 WETa - fysica examen1 (Dec) - 1 -
Herhalingsvragen 4 WETa - fysica exaen1 (Dec) - 1 - I. Te kennen leerstof Wet not en ozetten naar de aangegeven eenheid (ook breuken) Rekenen et achten Bewegingsleer: EB Rust en beweging zijn relatief
Nadere informatie5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door
Nadere informatie5.1 De numerieke rekenmethode
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde B Profi
Wiskunde B Profi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Donderdag 25 mei 3.30 6.30 uur 20 00 Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatieGedempt Massa-veersysteem
Gedept Maa-veerytee 1 Inleiding WISNET-HBO update april 2009 Elke krachtenvergelijking i in feite een differentiaalvergelijking. In het volgende gaan we het gedept aa-veerytee onderzoeken. Hierbij gaat
Nadere informatie12 Beweging in de sport
Newton vwo deel Uitwerkingen Hoofdtuk Beweging in de port 64 Beweging in de port. Inleiding Voorkenni Nettokracht en beweging A F r want F vw F a; de baan i rechtlijnig; de nelheid blijft contant. B F
Nadere informatieKLAS 5 EN BEWEGING. a) Bereken de snelheid waarmee de auto reed en leg uit of de auto te hard heeft gereden. (4p)
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 28/6/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (46 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine en
Nadere informatiewiskunde B pilot vwo 2017-II
wiskunde B pilot vwo 017-II Formules Goniometrie sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin(
Nadere informatiesnelheid in m/s Fig. 2
Dit oefen-vt en de uitwerking vind je op Itslearning en op www.agtijmensen.nl 1. Oversteken. Een BMW nadert eenparig met 21 m/s een 53 m verder gelegen zebrapad. Ria die bij de zebra stond te wachten steekt
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatiem C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo
rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 17
jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos
Nadere informatie2dejaar 2degraad (1uur) Hoofdstuk 2 : De eenparige beweging
- 11 - Bewegingleer 1. Rut en beweging Van twee peronen die ergen rutig zitten te praten i men geneigd om te zeggen dat deze peronen in rut zijn. Maar al un zetel zic in een rijdende trein bevinden dan
Nadere informatieSpelregels Drietal hockey
Spelregels Drietal hockey Hoe ziet een speelveld eruit? speelr ichtin g speel richti ng. Veldarkeringen in de vor van pylonnen Doelarkeringen in de vor van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen.
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatie10 Had Halley gelijk: worden de maanden korter?
10 Had Halley gelijk: worden de en korter? Dit is de laatste module. We kunnen nu (eindelijk!) terugkomen op de vraag waar we twee jaar geleden mee begonnen. Terugblik In 1695 had de Engelse astronoom
Nadere informatieWerkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)
Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur
Eamen VW 017 tijdvak woensdag 1 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 74 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieMkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg
Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieProef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht
Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat
Nadere informatieHoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende
Nadere informatieProgrammeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python. Wi1205AE I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 6 mei 2014
Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python Wi1205AE, 6 mei 2014 Bijeenkomst 5 Onderwerpen Het maken van een model Numerieke integratie Grafische weergave 6 mei 2014 1 Voorbeeld: sprong van een
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatieN A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4
N A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4 HOOFDSTUK 1 Reflectie= Terugkaatsing van een lichtstraal. 1.3 PUNT EN SPIEGELPUNT Breking= Bij het wisselen van stof veranderen van richting.
Nadere informatieLangere vraag over de theorie
Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2003-I
Opgave 1 ISO Eind 1995 is in Frans Guyana de astronomische satelliet ISO gelanceerd. ISO staat voor Infra-red Space Observatory. De satelliet meet de intensiteit van infraroodstraling met golflengten tussen
Nadere informatieRekenmachine met grafische display voor functies
Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie
Nadere informatie2. Vind een configuratie voor een lens-geleiding die aan de specificaties kan voldoen. Geef deze configuratie weer in voldoende schetsen.
Uitwerking van de ontwerpopdracht Constructieprincipes door: Anton Verbruggen. 1. Welke coördinaten oeten worden vastgelegd. Alle behalve de z-as. Overigens ga ik ervan uit een zeer geringe rotatie o de
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieUITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde
UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 1: Mechanica editie 01-013 UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde
Nadere informatie3 Kermis aan de hemel
3 Kermis aan de hemel In deze paragraaf onderzoeken en leren we over de beweging van de aarde om de zon, de draaiing van de aarde om haar as, de beweging van de maan rond de aarde, en hoe die bewegingen
Nadere informatieNASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.
NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieLessen wiskunde uitgewerkt.
Lessen Wiskunde uitgewerkt Lessen in fase 1. De Oriëntatie. Les 1. De eenheidscirkel. In deze les gaan we kijken hoe we de sinus en de cosinus van een hoek kunnen uitrekenen door gebruik te maken van de
Nadere informatieDe steen in de vijver 19 december 2007
De in de vijver 19 deceber 2007 Inleiding Er is een oud, bekend problee waarbij een in de vijver gegooid wordt. Het zal daardoor stijgen. ls dezelfde in een je in het gelegd wordt zal het ook stijgen.
Nadere informatieDiagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.
Inhoud... 2 Diagrammen... 3 Informatie uit diagrammen halen... 4 Formules... 7 Opgaven... 10 Opgave: Aventador LP 700-4 Roadster... 10 Opgave: Boeiing 747-400F op startbaan... 10 Opgave: Versnellen op
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieTentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs
Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 6 opgaven met totaal 20 deelvragen Begin elke opgave op een nieuwe kant
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I
Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen
Nadere informatieNatuurkunde. Lj2P4. Beweging
Natuurkunde Lj2P4 Beweging Vrije val Welk voorwerp is het eerst beneden? Steen Veer Welk voorwerp is het eerst beneden? Kogel Sjaal 400 g 400 g Welk voorwerp is het eerst beneden? Voetbal Bowlingbal 24
Nadere informatieHoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende
Nadere informatie