2005. Nr. : Dnst. : C&E

Transcriptie

1 Nr. : Dnt. : C&E Beantwoording van de inpraak op het voorne-men de locatie Haagweg 13 aan te wijzen voor de opvang van (verlaafde) daken thuilozen. Leiden, 17 mei Op 21 december 2004 i door het College het voornemen uitgeproken de Leonardukerk aan de Haagweg 13 bechikbaar te tellen voor de opvang van daklozen en verlaafden. Naar de mening van het College wa daarbij prake van een zodanig maatchappelijk belang, dat op dit beluit de Inpraakverordening van toepaing i verklaard. Op grond van het collegebeluit van 21 december 2004 en de Inpraakverordening heeft van 4 februari tot en met 21 maart 2005 het beleidvoornemen van 21 december 2004 ter inzage gelegen om (onder andere) de Leonardukerk aan de Haagweg nr 13 bechikbaar te tellen voor de opvang van daklozen en verlaafden. A. Inpraak Er zijn 26 inpraakreactie ontvangen. Een overzicht daarvan treft u al bijlage aan. Op hoofdlijnen betreffen de reactie de volgende thema : - onderbouwing van de beluitvorming,procedure en inpraak - de locatiekeuze en de locatie zelf - de combinatie met andere opvangvoorzieningen - het leefklimaat in de wijk - de gevolgen voor het eigen woningbezit - controle, beheerbaarheid en toezicht - de communicatie - uggetie - de hulpverlening aan dak- en thuilozen - de afweging van belangen - rol en taak van de gemeente De meete reactie hebben betrekking op het (verlechteren van het) leefklimaat in de wijk Haag-wegkwartier. Uit de inpraakreactie preekt zorg van omwonenden voor door hen verwachte overlat van de voorziening. Enkele reactie waren intemmend van karakter. De concept beantwoording i opgenomen in het bijgevoegde collegevoortel. De inpraakreactie hebben geen zodanige inzichten, feiten of omtandigheden naar voren gebracht dat er aanleiding i om het beleidvoornemen te wijzigen. De zorgen die worden uitgeproken over het leefklimaat in de wijk en de uggetie die worden gedaan voor de verbetering daarvan, benadrukken het belang van omgevingbeheer rondom de voorziening.

2 Statu, rol, taken en bevoegdheden van de te tarten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vatgelegd. Een door de beheergroep op te tellen beheerplan i onderdeel van een convenant dat namen de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Statu, rol, taken en bevoegdheden van de te tarten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vatgelegd. Een door de beheergroep op te tellen beheerplan i onderdeel van een convenant dat namen de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Over de koten die gemoeid zijn met de benodigde aanpaingen van de Leonardukerk wordt, nog voor de collegebehandeling van voorliggend voortel, aanvullend geadvieerd. Inpraakreactie Haagweg: Inpreker A. Algemeen HW 1, 16, 17, 18, 23 A.1. Hulpverlening A.1.1. Intemming met hulp aan daken thuilozen, maar niet de wijze waarop de gemeente Leiden aanbiedt. Meer individuele zorg nodig, begeleiding naar betaald werk en terugkeer naar een volwaardig betaan in de maatchappij. Te grote diveriteit van problemen zonder dat onderdak, tructuur en (pychiche) begeleiding wordt aangeboden. Waarom zijn dag- en nachtopvang gecheiden? Biedt geen oploing voor de verlaafden-problematiek. De voorgenomen tweede dagopvang voor al dan niet verlaafde dak- en thuilozen) maakt deel uit van een keten van voorzieningen. De omvang van de totale doelgroep wordt gechat op 150 tot 200 peronen. Op de Oude Rijn i de eerte dagopvang gevetigd, aan de Boommarkt 16(later wellicht in de Roodenburgertraat) het Slaaphui. De Zaak, onderdeel van verlavingzorgintelling Parnaia, gevetigd in de ir. Drieentraat 11 biedt dagbeteding aan vanuit de verlaving-zorg. De Binnenvet verzorgt opvang voor dak- en thuilozen. Bezoeker van de Binnenvet hebben daar hun potadre. De intellingen bieden individuele hulpverlening aan, chuldhulpverlening, anitaire voorzieningen (douche, kledingomruil, bewaing). Belangrijk i ook het vrijwilligerinitiatief van Stichting De Schuilplaat, dat aan de Boommarkt 16a op vrijdagavond opvang, een warme maaltijd en mediche zorg aanbiedt. Parnaia biedt in Leiden teven ambulante zorg en reclaering aan en vertrekt methadon (een vervangend middel voor heroïne) onder mediche begeleiding.

3 Inpreker In Den Haag en Zoetermeer heeft Parnaia mogelijkheden voor onder andere hulp bij het verminderen/beëindigen van een verlaving. Deze kliniche en emikliniche programma zijn ook toegankelijk voor inwoner van Leiden. De groep van dak- en thuilozen betaat in feite uit verchillende ubgroepen van menen die korter of langer op traat leven, geen vate laapplek hebben of nog wel ergen voor de nacht terecht kunnen, verlaafd zijn aan alcohol en/of drug of juit niet, wel of niet een jutitieel verleden hebben, in veel gevallen pychiatriche hulp nodig hebben, bijna allemaal grote chulden hebben, enz Ze zijn door een veelheid van oorzaken op traat geraakt en niet in taat op eigen kracht weer een eigen betaan op te bouwen. Ze delen het feit dat prake i van een groot aantal complexe en vaak al langer durende problemen van pychiche, ociale, financiële aard, terwijl ook vaak prake i van een lechte fyieke gezondheid. De ketenaanpak houdt in dat er een gevarieerd maar amenhangend aanbod van zorg en begeleiding wordt aangeboden, van voorlichting en preventie tot en met woonbegeleiding. Daarbij werken Parnaia en De Binnenvet amen met woningbouw-

4 Inpreker corporatie, de geetelijke gezondheid-zorg, de GGD, de zorgverzekeraar, de politie, de intelling voor menen met een vertandelijke handicap en divere afdelingen van de gemeente. De opvang en begeleiding van dak- en thuilozen in Leiden heeft dringend behoefte aan nieuwe huiveting. Een aantal panden kan binnenkort niet meer gebruikt worden of zijn te klein zijn om uit te breiden. Bovendien zijn er panden nodig voor het huiveten van zorgvoorzieningen die nu nog niet aanwezig zijn in de tad. Teven groeit de groep dak- en thuilozen, dat i een landelijke trend die zich ook in Leiden voordoet. Er i onder andere behoefte aan meer opvang ( middag, avond en in de weekend), meer dagbeteding, meer huiveting met begeleiding, gebruikruimten voor alcohol- en drugverlaafden, verkoop van warme maaltijden. Landelijk i er een ontwikkeling dat opvangvoorzieningen gecombineerd worden aangeboden. In Leiden heeft de urgentie van de (her-) huiveting van voorzieningen een belangrijke rol gepeeld bij de locatiekeuze. Bij het bechikbaar komen van andere panden zal opnieuw een afweging worden gemaakt, welke voorzieningen in elke combinatie op welke locatie het bet gehuivet kunnen worden. De uitbreiding met een tweede dagopvang aan de Haagweg i daar een onderdeel van. Zij kan op zichzelf niet in alle noodzakelij-ke hulp en zorg voorzien, maar i voor de andere onderdelen wel een onmibare chakel. Het vinden van gechikte locatie i

5 Inpreker HW 14 A.1.2. Dakloze verlaafden worden door de gemeente in de watten gelegd. een voorwaarde om deze zorg te kunnen aanbieden. Daarbij dient bedacht te worden dat naarmate een verlaving langer duurt, de mogelijkheden om volledig te toppen met het gebruik van drug of alcohol afnemen. Bij deze groep erntig en langdurig verlaafden i afkicken geen reële optie meer, en gaat het erom verdere chade te voorkomen, en de zorg en huiveting zodanig in te richten dat weer prake kan zijn van een menwaardig betaan. Ervaringen met opvangvoorzieningen in andere teden laten zien dat betere zorg leidt tot het tabilieren of zelf verminderen van het middelengebruik, een beter fyieke conditie en meer gelegenheid voor hulpverlener om contacten te leggen en hun werk te doen. Dat i in alle opzichten wint voor elke betrokkene. Wij kunnen on voortellen dat het daar op het eerte gezicht op lijkt. Maar er i ook een andere kant. Het leven op traat houdt een hard, ongezond en vaak ook onveilig betaan in. Er zijn maar weinig daklozen die daarvoor kiezen, in tegendeel. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor iedereen die binnen de gemeentegrenzen verblijft, du ook voor daklozen. Gezien boventaande bechrijving van de groep dak- en thuilozen en hun problematiek i dat geen overbodige luxe. Ook de rijkoverheid dringt aan op verbetering van de zorg voor daklozen en het verminderen van het aantal menen dat op traat moet leven.

6 Inpreker HW 17 A.1.3. I er voldoende nachtopvang? Voor daklozen i het niet eenvoudig om weer een eigen betaan op te bouwen: zonder vat woonadre of inkomen i inchrijving voor een hui niet mogelijk. Uitzendbureau zijn niet geïntereeerd in werkzoekenden met een potadre bij De Binnenvet. Bij veel intantie zijn wachtlijten. Voor dagbetedingprojecten betaat bij de daklozen veel belangtelling- de wen om op een eerlijke manier zelf (voor een deel) weer een inkomen te verwerven i groot. De voorgetelde capaciteit aan de Roodenburgertraat komt overeen met de betaande capaciteit van 18 bedden. Niet alle bezoeker van de dagopvang zijn aangewezen op Het Slaaphui. Een groot aantal heeft een (vate) laapplek, bijvoorbeeld in een ociaal penion, een eigen woning of kamer, bij vrienden/fami-lie enz.. Deze groep, die wel bechikt over een (tijdelijke) laapplaat, maar geen thui heeft en in feite de dag op traat of in de opvang doorbrengt wordt doorgaan aangeduid met de term thuilozen. HW 14 A.1.4. De regiofunctie van Leiden heeft aanzuigende werking en leidt tot overlat. Sommige daklozen willen geen gebruik maken van de nachtopvang, bijvoorbeeld om financiële redenen, omdat er niet gebruikt mag worden of omdat ze zich binnen en in gezelchap van anderen niet op hun gemak voelen. Nachtopvang fungeert al een vangnet. Wellicht zijn er daklozen voor wie een woonzorgaanbod paender i. De afdeling Zorg en Welzijn van de gemeente laat een extern bureau een quick can uitvoeren naar de

7 Inpreker HW 8, 9, 10, 11 A.1.5. Begrip voor de afweging voor locatie dagopvang aan Haagweg; aan elke plek zijn nadelen verbonden. Verzoek bezwaren mee te laten wegen. amentelling van de doelgroep, mede omdat een landelijke tenden i dat de omvang van de groep toeneemt. Mogelijk dat daar voor de toekomt wijzigingen in de capaciteit voor de nachtopvang uit voortkomt. De gemeente Leiden heeft een wettelijke taak om de maatchappelijke opvang (o.a. dak- en thuilozen) te verzorgen voor de regio Zuid-Holland Noord, waar 22 gemeenten onder vallen. Leiden krijgt daar ook extra middelen voor van de rijkoverheid. Al daklozen afkomtig zijn uit een van deze 22 gemeenten en voor opvang een beroep doen op Leiden, dan kan du niet geproken worden over aanzuigende werking. Nederland telt in totaal 43 centrumgemeenten met bijbehorende regio, verdeeld over het hele land. Gemeenten gaan er teed meer toe over alleen menen uit de eigen regio op te vangen Het feit op zich dat er in Leiden opvangvoorzieningen zijn, zal menen niet aanporen tot een betaan al dakloze. Het concentreren van voorzieningen in centrumgemeenten i een efficiënte manier om de complexe zorg aan daklozen te organieren. Overigen i er in Alphen vanuit vrijwilliger een dagopvangvoorziening onttaan en leven er oortgelijke plannen in Katwijk. HW 4, 17, A.2. Afweging belangen A.2.1. Bewoner Haagweg Het college i erkentelijk voor het begrip; op de bezwaren wordt in C.2. nader ingegaan. Andere voorzieningen voor dak- en

8 Inpreker 18 HW 12, 18 onevenredig belat; binnentad ontzien; onvoldoende gekeken naar preiding van problemen in de tad. A.2.2. De gemeente heeft maling aan belating betalende burger ten gunte van daklozen die alleen maar geld koten. thui-lozen/verlaafden zijn op dit moment gevetigd aan de Boommarkt, de Oude Rijn en de Ir. Drieentraat. Het Inloophui Pychiatrie i gevetigd aan het Rapenburg. Dat zijn allemaal locatie in de Binnentad. De nachtopvang i voorzien aan de Roodenburgertraat, in de Profeoren/Burgemeeterwijk. Van de Haagweg vertrekt eind 2005 de vrouwenopvang Roa Manu, naar het Maanteenpad. Het ociaal penion van De Binnenvet aan de Haagweg blijft daar voorlopig gehuivet. Op afzienbare termijn zal vervangende huiveting gevonden moeten worden voor de huidige 1 e dagopvang- de ruimte en de afgegeven vergunning laten uitbreiding niet toe. Dagbeteding De Zaak i nu gevetigd aan de Ir. Drieentraat, een locatie die herontwikkeld zal gaan worden. Hetzelfde geldt voor Inloophui Pychiatrie aan het Rapenburg. Daarbij zal ook naar mogelijkheden in de binnentad gekeken worden. Het i waar dat de opvangvoorzieningen voor dak- en thuilozen geld koten. De gemeente ontvangt voor de opvang financiële middelen van de rijkoverheid en dient deze middelen daar ook voor te gebruiken. Daar taat tegenover dat ook andere burger gebruik maken van voorzieningen op velerlei terrein die gemeenchapgeld koten, zoal onderwij, cultuur, gezondheidzorg, huurubidie, enz. HW 18 A.2.3. Het algemeen belang mag geen deatreuze gevolgen voor anderen of een individu hebben. Compenerende maatregelen vereien intemming De aanwezigheid van dak- en thuilozen in de gemeente Leiden i

9 Inpreker HW 14 van de individuele betrokkene(n). Van de traat houden van daklozen taat in geen verhouding tot de materiële chade van woningeigenaren. A.2.4. De gemeente heeft ook zorgplicht voor de bewoner / omwonenden een feit, evenal de wettelijke plicht van de gemeente om voor hen te zorgen. Van wezenlijk belang voor de mate van overlat i de wijze waarop het omgevingbeheer rond de voorziening ingevuld gaat worden. De gemeente hecht veel waarde aan de deelname van omwonenden aan de te tarten beheergroep Haagweg. Voor eventuele overlat zullen in amenpraak tuen omwonenden, De Binnenvet, Portaal, de politie, belangenorganiatie van daklozen en de gemeente maatregelen afgeproken worden, die vatgelegd worden in een beheerplan. Het beheerplan maakt deel uit van een af te luiten convenant dat door bovengenoemde partner ondertekend wordt. De portefeuillehouder Zorg ondertekent het convenant namen de gemeente Leiden. Overigen taat chade op voorhand niet vat. Er zijn voorbeelden (Utrecht, Nijmegen) van voorzieningen met goed geregeld omgevingbeheer, waarbij geen prake i van waardevermindering van woningen. Ook zal de relatie tuen de chade en de opvangvoorziening helder gemaakt moeten worden. Zie voor een uitvoeriger beantwoording ook hoofdtuk F. Het college i het hier uiteraard mee een. Veiligheid in de openbare ruimte, peciaal in de woonomgeving i voor alle inwoner van belang. Vandaar dat de gemeente veel aandacht zal beteden aan het tot tand brengen van een beheergroep, beheerplan en convenant. In het beheerplan zal veel aandacht beteed worden aan het voorkomen van overlat, aan toezicht en aan handhaving door de politie.

10 Inpreker HW 18 HW 25 A.2.5. De groep daklozen kent veel overlatgever die juit van de voorziening gebruik zullen maken. A.2.6. Eerlijke verpreiding over de tad i onmogelijk, dat rechtvaardigt extra aandacht voor dit taddeel. Zie ook de antwoorden vermeld in hoofdtuk E. In de beheergroep zal aan betaande overlat ook aandacht worden beteed. Conequente toepaing van huiregel door De Binnenvet en aanvullende afpraken via het beheerplan dienen de overlat rondom de locatie tot een minimum te beperken. In de afgelopen jaren hebben politie, Milieu en Beheer en Portaal extra aandacht beteed aan de wijk. Dit zal worden voortgezet o.a. door middel van deelname aan de beheergroep. HW 7, 16, 18 HW 17 A.3. Rol en taak van de gemeente A.3.1. De gemeente i niet verantwoordelijk voor daklozen uit omliggende gemeenten. Er i meer amenwerking gewent met de omlig-gende gemeenten; wat i de verantwoordelijkheid van de omliggende gemeenten? A.3.2. De gemeente telt de vrouwen uit het Vrouwenopvanghui bloot aan alcoholiten en andere verlaafden; Zoal ook onder 1.5. i toegelicht heeft de gemeente die verantwoordelijkheid voor die regiogemeenten op bai van de wet juit wel. Zij kan (en wil) die verantwoordelijkheid niet ontlopen. Op betuurlijk niveau i er overleg met wethouder uit de regiogemeenten over de aanpak en de bijdrage die deze gemeenten daaraan kunnen leveren, met name al het gaat om preventie en nazorg. De gemeente Leiden i verantwoordelijk voor de opvangvoorzieningen. De omliggende regiogemeenten kunnen een belangrijke rol pelen bij het voorkómen van daklooheid en verlavingproblema-tiek. Tijdige ignalering van problemen, chuldhulpverlening, afpraken met corporatie, voorlichting aan jongeren, trajectbegeleiding voor werklozen zijn voorbeelden van taken die door gemeenten zelf uitgevoerd kunnen worden.

11 Inpreker HW 18 daarmee kan de anonimiteit van de vrouwen in het geding komen. A.3.3. De gemeente zorgt alleen binnen de ingel voor veiligheid en leefbaarheid. Het Vrouwenopvanghui verhuit op korte termijn naar een andere locatie, een beliing die geheel lo taat van de voorgenomen komt van de dagopvang in de Leonardukerk; Roa Manu i overigen geen geheime vrouwenopvang-voorziening, het adre i openbaar en algemeen bekend. Van bloottelling en chending van anonimiteit i du geen prake. HW 2, 12, 18 A.3.4. De gemeente eigent zich het recht toe mijn leven, werk en toekomt te ontnemen. De gemeente i verantwoordelijk al mijn dochter iet overkomt. We houden on hart vat al dit echt gebeurt; omwonenden worden de dupe van de dagopvang. De gemeente werkt de vernietiging van de kop van de Haagweg in de hand. Sind enkele jaren i er vanuit de politie, Portaal, gemeente en omwonenden extra aandacht voor de veiligheid en leefbaarheid in het Haagwegkwartier. Het aantal overlatmeldingen i afgenomen. In de te tarten beheergroep zal de overlat in beeld worden gebracht, met de daarbij paende maatregelen. De aandacht van divere organiatie voor het Haagwegkwartier zal eerder toe- dan afnemen. Het college i zich er van bewut dat de komt van de voorziening gevoelen van onveiligheid en angt kan oproepen. Bedacht dient te worden dat de opvang zich richt op daklozen die nu ook al in de tad verblijven en niet op nieuwe groepen die van buiten de regio eventueel naar Leiden toe zouden komen. De Leide daklozen en hun problemen zijn bekend bij hulpverlener en politie. Naar onze mening zal betere opvang een poitief effect hebben op het verminderen van overlat en meer veiligheid in de openbare ruimte opleveren. Er i begrip voor de gevoelen van

12 Inpreker HW 18 A.3.5. De gemeente loopt weg voor haar verantwoordelijkheid; verlavingproblematiek i onoplobaar. onveiligheid en angt, maar die worden niet bevetigd door feiten over erntige incidenten rond opvangvoorzieningen in Leiden of andere teden. Met het intellen van een beheergroep en het optellen van een beheerplan kunnen preventief maatregelen getroffen worden en kan alert op voorvallen gereageerd worden. Omwonenden van de voorziening zijn behalve belanghebbenden ook een zeer belangrijke partner in de beheergroepen. Meer over de beheergroep en het beheerplan in hoofdtuk E. Leefklimaat. Verlavingproblemen doen zich voor in alle gemeenten in Nederland (en ver daarbuiten). Al maatchappelijk verchijnel i de verlavingproblematiek op dit moment een gegeven. HW 26 HW 26 HW 26 A.3.6. De locatie dient heroverwogen te worden al er een ander pand vrijkomt, of al er te veel overlat i of in ieder geval dient de locatie na 6 jaar heroverwogen te worden. A.3.7. Geef omwonenden een beeld van wat de voorziening inhoudt, wat de gevolgen kunnen zijn, zorg voor informatie, organieer excurie, laat omwonenden kenni maken met de daklozen. Op individueel niveau zijn de laatte jaren in binnen- en buitenland methode ontwikkeld om, afhankelijk van de duur en ernt van de verlaving, het middelengebruik te tabilieren, te verminderen of zelf te beëindigen. Alleen al uit humane overwegingen en vanuit een oogpunt van openbare volkgezondheid i het zinvol en wenelijk zorg aan verlaafden te bieden. Ervaring in andere teden leert ook dat met goede voorzieningen overlat voor anderen te beperken i. De huiveting van alle opvangvoorzieningen wordt betrokken bij de bechikbaarheid van panden. In het beheerplan zullen afpraken opgenomen worden voor het geval er onverhoopt prake zou zijn van onaanvaardbare overlat of een

13 Inpreker HW 16 A.3.8. Wat gaat de gemeente doen met de daklozen van buiten de regio? B. Onderbouwing beluitvorming, procedure en inpraak B.1. Geboden argumentatie en criteria B.1.1. Het argument dat een centrumgemeente al Leiden daklozen aantrekt i onzin. noemenwaardige toename van het aantal door de Politie geregitreerde incidenten. Deze uggetie paen goed in de boogde werkwijze met de beheergroep. Teven zal enkele malen per jaar een Nieuwbrief Zorglocatie verchijnen met nieuw over de voortgang van het project en over de betaande opvang in Leiden. Overleg hierover tuen gemeente, politie en opvangintellingen i gaande. Een gegeven i dat daklozen doorgaan naar grotere teden trekken. Zij houden zich op in de buurt van tation, in (overdekte) winkelcentra, bij looppanden, in parken enz. De mogelijkheden om op een onopvallende manier verblijfplaaten te vinden en lotgenoten te ontmoeten zijn in de teden meeraanwezig. HW 18 B.1.2. De noodzaak van 24-uur opvang i onvoldoende onderbouwd. De aanwezigheid van opvangvoorzienin-gen peelt een beperkte rol in de beliing om naar een grotere tad te gaan. Uit onderzoek van het miniterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid i gebleken dat de belangrijkte reden voor een dakloze om zich te vetigen i de mate van peroonlijke gebondenheid met de plaat: aanwezigheid van familie, vrienden, gechiedeni enz. Tuen centrumgemeenten komen afpraken op gang waarbij uitgangpunt i dat elke regio de opvang en zorg voor de eigen

14 Inpreker HW 17, 18 Waarom wordt opvang zonder aanvullende voorzieningen en behandelingen aangeboden? Een tweede dagopvang lot niet alle problemen op. B.1.3. Het overgrote deel van de longlit i een farce; niet duidelijk i gemaakt waarom gebouwen zijn afgevallen; er i prake van onzorgvuldige beluitvorming. Er i gezocht naar de meet gemakkelijke en goedkope oploing. Er heeft geen belangenafweging plaatgevonden; daklozen regelt. Hieraan liggen twee overwegingen ten grondlag. De eerte heeft betrekking op het verbeteren van de zorg aan daklozen. Er i grote behoefte aan een veilige, droge, warme plaat. Het lieft natuurlijk gewoon in een hui. Voor wie dat (nog) niet wil of (nog) niet kan i opvang een alternatief. In de opvang kan baale zorg worden geboden ( bed, bad, brood ) en i er gelegenheid om begeleiding, dagbeteding en hulp aan te bieden. In de Leonardukerk zal het aanvullende aanbod beperkter zijn, omdat dezelfde doelgroep deze ook al aangeboden krijgt via de eerte dagopvang aan de Oude Rijn, het Slaaphui en dagbetedingproject De Zaak. Steed meer gemeenten gaan er toe over om de opvang luitend te maken, dat wil zeggen de klok rond en op elke dag van de week. De reultaten hiervan zijn uit een oogpunt van zorg poitief. Zie bijvoorbeeld het onderzoekrapport van het Trimbointituut over de Zorgcentra in Utrecht. De tweede overweging heeft betrekking op de vermindering van overlat. Daklozen zullen niet uit het traatbeeld verdwijnen, maar de tweede dagopvang biedt extra mogelijkheden om delen van de dag binnen te zijn, te eten en drinken, zich te verzorgen, door te tromen naar dagactiviteiten, te lapen of uit te ruten, en hulp te zoeken en te krijgen bij peroonlijke problemen. Op de tweede dagopvang al onderdeel van het totale Leide ketenaanbod i onder punt A.1.1 al ingegaan Gezien de aflopende vergunningen

15 Inpreker de huidige problemen zijn niet meegewogen. voor Het Slaaphui en De Zaak en het ontbreken van uitbreidingmogelijkheden voor de dagopvang i bechikbaarheid een van de belangrijkte aandachtpunten geweet bij het zoeken naar panden. Bij de electieprocedure zijn alle panden in gemeentelijk bezit betrokken, aangevuld met enkele panden die detijd (medio 2004) op de markt waren, zodat tijdrovende verwervingprocedure vermeden zouden kunnen worden. Bekeken i of de panden bechikbaar zijn, binnen afzienbare termijn bechikbaar komen of bijvoorbeeld door herhuiveting bechikbaar te maken zijn. Teven i gezocht naar panden met een op grond van het betemmingplan bruikbare betemming, nl. maatchappelijke doeleinden. Natuurlijk vallen er dan veel panden af, maar dat wil niet zeggen dat de hele lijt niet zorgvuldig bekeken i. Veel gemeenten hebben al ervaren dat de ideale locatie voor opvangvoorzieningen niet betaat. Elke buurt of wijk zal apecten naar voren brengen waarom juit op die plaat een opvangvoorziening niet wenelijk i, dat i op zich begrijpelijk, maar uiteindelijk zal toch een afweging en een keuze gemaakt moeten worden. Omdat er veel belangen bij het vinden van een locatie betrokken zijn, (waarvan ommige ook tegenovergeteld of trijdig kunnen zijn) kan in de praktijk zelden tot nooit aan alle aandachtpunten worden voldaan, terwijl er toch opvangvoorzieningen nodig zijn. In het geval van de Leonardukerk hebben bechikbaarheid en betemming de doorlag gegeven. Er i natuurlijk ook gekeken naar ligging, bebouwing, overige voorzieningen, eventueel al

16 Inpreker HW 18 B.1.4. Uitpraken over bezoekeraantallen variëren, zijn tegentrijdig en niet onderbouwd; er i geen rekening gehouden met aanzuigende werking vanuit de regio. betaande problematiek enz. Bij een belangenafweging taat de uitkomt niet op voorhand vat. Het i logich en begrijpelijk dat veel omwonenden ( op welke locatie dan ook) tot een andere uitkomt komen, maar dat wil nog niet zeggen dat de afweging door het college niet heeft plaatgevonden. Middel het beheerplan dienen de overige aandachtpunten en nadelen van de locatie in nauwe amenpraak met de omwonenden opgepakt te worden, met maatregelen die daaraan tegemoet komen. Deze aanpak zou op willekeurig welke andere locatie ook toegepat worden, waarbij de apecten uiteraard variëren al naar gelang de pecifieke omtandigheden per locatie. Niet duidelijk i waarom volgen de inpreker de Leonardukerk de meet goedkope oploing zou zijn - er zijn verwerving-, verbouwing- en inrichtingkoten en uitgaven voor maatregelen in het kader van het beheerplan, net al op alle andere locatie het geval zou zijn. In de concept viienota maatchappelijke opvang en verlavingbeleid (november 2004) wordt uitgegaan van circa 200 dak- en thuilozen in de regio Leiden. Dit aantal i gebaeerd op chattingen van de zorg-intellingen zoal Parnaia, De Binnen-vet, GGD, Inloophui. Daklozen uit de regio zijn hier du al in meegenomen. Het betreft daklozen die op dit moment al in de tad verblijven en op enigerlei wijze gebruik maken van de zorgvoorzieningen. Deze groep vormt de potentiële bezoeker-groep van de dagopvang. In de praktijk maken, gemeten door het

17 Inpreker HW 18 HW 18 HW 19 B.1.5. Er wordt de chijn van tijdelijkheid gewekt. B.1.6. Heeft het Rembrandtjaar een rol gepeeld in de beluitvorming? B.1.7. De buitenruimte i te klein voor 50 bezoeker, maar i wel gehanteerd al criterium. jaar heen, circa 150 dak- en thuilozen hiervan gebruik. Op een dag komen in totaal 50 tot 80 bezoeker op de huidige dagopvang. Die zijn er niet allemaal tegelijk, maar verpreid over de openinguren. De huidige bezoekercijfer zijn een indicatie voor het aantal bezoeker van de tweede dag-opvang, maar met zekerheid valt dat natuurlijk niet te zeggen. Bovendien variëren die aantallen, afhankelijk van jaargetijde en (weer)om-tandigheden Uit landelijk onderzoek blijkt dat de omvang en amentelling van de groep daklozen geen tatich gegeven i. In genoemde beleidnota wordt het voornemen uitgeproken om (aanluitend op het beleid van de rijkoverheid) ook in Leiden meer aandacht aan het monitoren van de groep dak- en thuilozen te gaan geven. Er i behoefte om meer te weten over de in-, door-, en uittroom, de amentelling en profielen van de divere ubgroepen, de zorgbehoefte en de woonbehoefte. Op die wijze kan een teed beter aanbod gedaan worden dat pat bij de individuele omtandigheid. In een perbericht heeft de gemeente laten weten dat er prake i van een tweede dagopvang in de Leonardukerk voor onbepaalde tijd. De acute huivetingproblemen voor de dag- en nachtopvang en de dagbeteding vragen om een nelle oploing. Er wordt nog doorgezocht naar locatie voor de dagbeteding De Zaak en voor het inloophui. Voor de middellange en lange termijn zal worden gezocht naar gechikte

18 Inpreker panden waar combinatie van opvangvoorzieningen mogelijk zijn. Het i op dit moment nog niet aan te geven op welke termijn zich gechikte panden zullen voordoen en wanneer die in gebruik genomen kunnen worden. Nee, dat i niet het geval geweet. HW 25 B.1.8. De kerk i nog eigendom van het Bidom Rotterdam De buitenruimte aan de achterzijde leent zich inderdaad niet voor gebruik door de bezoeker van de dagopvang. De Binnenvet telt wel prij op een enigzin bechutte wachtruimte aan de voorzijde van de kerk, om te voorkomen dat de bezoeker in de omgeving van het pand gaan rondzwerven. De inrichting van dit voorterrein en de wijze waarop daar toezicht zal worden gehouden, i onderwerp van beprekingen in de beheergroep. Een (lieft omloten) buitenruimte kan een pré zijn bij dit oort voorzieningen en blijft al wen bij de zoektocht naar huiveting op de middellange/lange termijn betaan. Het i plezierig al bezoeker naar buiten kunnen zonder overlat voor omwonenden. Dit aandachtpunt heeft echter niet zo zwaar gewogen dat de Leonardukerk al locatie afgevallen i. De huidige eigenaar i het Parochiebetuur van de Leonardukerk. De notari legt de laatte hand aan de overdracht die in mei zal plaatvinden. B.2 Betemmingplan

19 Inpreker HW 18 HW 18, 22, 25 B.2.1. Er i prake van een betemmingplan. De procedure daarvoor dient volledig doorlopen te worden. Het doorbreken van de aanhoudingplicht i niet voor zoiet ingrijpend bedoeld, totdat het nieuwe betemmingplan onherroepelijk i kan het plan geen doorgang vinden. B.3. Inpraak en overleg B.3.1. Er i lecht inpraak voor de vorm; de kerk i al aangekocht, het beluit i al genomen. De locatie wordt gerealieerd op bai van het huidige, geldende betemmingplan. Derhalve behoeft van de aanhoudingplicht en de doorbreking ervan geen gebruik te worden gemaakt. De Gemeenteraad heeft inderdaad ingetemd met het verlenen van krediet om de kerk aan te kopen, maar tegelijkertijd bepaald dat daarmee over het gebruik van de kerk nog niet beloten i. Het beluit van het college waarover de in-praak nu plaat vindt, i een voornemen en nog geen definitief beluit. Het college neemt een beliing nadat advie i uitgebracht door de Gemeenteraad. HW 15,16 B.3.2. Groot belang van inpraak en regulier overleg met de buurt; betrek menen meer, beter en ook individueel bij de vetiging van de opvang. De inhoud van de inpraakreactie geven de gemeente de gelegenheid om gemaakte afwegingen en keuze nog een tegen het licht te houden en actuele ontwikkelingen en alternatieven te betrekken in de definitieve beluitvorming. Het vinden van gechikte locatie i niet eenvoudig. Alle uggetie uit de inpraak zullen worden getoett en betrokken in de beluitvorming. Dit tandpunt wordt geheel onderchreven. Alle inpraakreactie worden zorgvuldig en uitvoerig beantwoord, waarbij recente ontwikkelingen en voortchrijdende inzichten worden meegenomen.

20 Inpreker HW 15 HW 18 HW 26 B.3.3. Er i vooraf geen overleg met de naate omwonenden geweet over de plannen een opvangvoorziening in de kerk te vetigen. B.3.4. Inzage in het doier van het project Zorglocatie i geweigerd, het i niet duidelijk op welke grond dat gebeurd i. Het i onmogelijk nu een compleet beeld te vormen en volledig gebruik te maken van de inpraak. B.3.5. De longlit i pa na de tart van de inpraak bekend gemaakt. In april i de beheergroep voor de Haagweg van tart gegaan, waarvoor een 20-tal omwonenden zich heeft aangemeld. De groep taat open voor meer deelnemer. Met de naate buren vinden vanaf februari geprekken plaat over de verwachte gevolgen en te treffen maatregelen. Omwonenden die eveneen prij tellen op individueel overleg, worden uitgenodigd daarover contact op te nemen met de projectleiding. Een dilemma i vaak dat waar de een een uitgewerkt plan verwacht waarop gereageerd kan worden, de ander een voorkeur heeft voor een open ituatie waarin vanaf het begin uggetie door omwonenden in de planvorming kan worden meegenomen. De keuze die in dit geval gemaakt i kan niet meer terug-gedraaid worden. Wel wordt toegezegd dat veel aandacht beteed zal worden aan het zorgvuldig omgaan met de inpraakreactie, met de beheergroep en met individuele geprekken met bewoner die daar prij op tellen. Alle tukken die het college heeft gebruikt bij de beluitvorming zijn ter inzage gelegd. Ambtelijke werkdocumenten behoren daar niet toe. De longlit i inderdaad later bechikbaar gekomen dan de overige tukken. Niettemin reteerde nog geruime tijd om tot een oordeel daarover te kunnen komen.

21 Inpreker HW 18 HW 18 C Locatiekeuze en de locatie zelf C.1. Locatie in de wijk C.1.1. Dagopvang dient in de binnentad plaat te vinden, niet in een woonwijk. C.1.2. De bechrijving van de ligging van de kerk klopt niet. Hij taat midden tuen de huizen. In veel gemeenten (maar er zijn ook uitzonderingen, bijvoorbeeld Apeldoorn en Vliingen), vindt de opvang inderdaad plaat in of nabij het centrum. Ook in Leiden bevinden zich opvangvoorzieningen in de binnentad - waar overigen ook gewoond wordt - over het algemeen houden daklozen zich daar het vaakt op. Dat ver-groot de kan dat ze ook werkelijk van de voorzieningen gaan gebruik maken. Het college i voortander van een even-wichtiger preiding van voorzieningen. In het centrum zijn er al een aantal voor-zieningen, zodat nu ook i gekeken naar omringende wijken. Bij het zoeken naar locatie op de middel-lange en lange termijn zullen ook panden in de binnentad weer meegenomen wor-den in de electieprocedure. De inventari- atie die in de afgelopen maanden heeft plaatgevonden i, na actualiatie, nog teed bruikbaar. In de hortlit i prake van ligging naat woning en bedrijf. Dat i een ummiere aanduiding. Een aan-vulling daarop kan zijn: de kerk i een vrijtaand pand dat ligt aan de noordelijke rand van het Haagwegkwartier, met aan de noordzijde de Rijn/het Galgewater. Aan de ootzijde de Spoorweghaven en direct daaraan grenzend een woonhui met bedrijfruimten. Aan de overzijde van de Haagweg (een drukke verkeerroute naar de binnentad) woonhuizen, met daarachter een woonwijk. Aan de wetzijde een vrijtaande villa

22 Inpreker HW 18 HW 8, 9, 10, 11, 19 HW 18 HW 18 C.1.3. De poorlijn i een natuurlijke en pychiche barrière; angt dat de doelgroep rond de kerk en omliggende traten blijft rondhangen. C.2. Gebruik buitenruimten C.2.1. De buitenruimten zullen zorgen voor overlat en verlie van privacy. C.3. Openingtijden C.3.1. Uitbreiding van openinguren i even belatend voor de omwonenden van het betaande dientencentrum al voor de omwonenden van de Leonardukerk. (middel een halletje met af te luiten verbindingdeur verbonden aan de kerk) die bewoond wordt door broeder van de Orde van Francicanen. In de nabijheid bevinden zich divere appartementgebou-wen met eniorenwoningen, en verder weg een chool voor voortgezet onderwij. Dak- en thuilozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tuen de divere voorzieningen en ontmoetingplaaten. Dat de poorlijn dan een barrière zal vormen i niet waarchijnlijk. Rondhangen in omliggende traten i uiteraard niet de bedoeling. In de beheergroep zullen daarover afpraken worden gemaakt met de (vertegenwoordiger van de)bezoeker zelf, De Binnenvet, omwonenden, de politie, woningcorporatie en de gemeente. Het gaat dan vooral om wachtende bezoeker rond de opening- en luitingtijden. Uiteraard i van belang hoe met de uitvoering en handhaving van de afpraken wordt omgegaan. Zie daarover ook hoofdtuk E. Zoal al vermeld onder B.1. zal De Binnenvet geen gebruik maken van de buitenruimte aan de achterzijde. De dagopvang zal alleen gebruik maken van de binnenzijde van het gebouw. Beheer en toezicht van de buitenruimte aan de voorzijde worden beproken in de beheergroep. Dat i waar. De eerte dagopvang aan de Oude Rijn kan echter vanwege bepalingen in de vergunning niet uitgebreid worden met meer en langere openingtijden.

23 Inpreker HW 19 HW 3, 17, 19, 23 C.3.2. De openingtijden zijn midadig: te lang (middagen, avonden en weekend) en dienen aangecherpt te worden. C.3.3. De openingtijden zijn voorlopig; er i angt dat ze in de toekomt verruimd zullen worden. C.4. Aanlooproute C.4.1. De Haagweg i voor kwetbare verkeerdeelnemer nu al een gevaarlijke doorgangweg. Dat gaat ook gelden voor de bezoeker van de dagopvang. Het verminderen van de openingtijden taat haak op het doel van de tweede dagopvang: uitbreiding van de openinguren, aanvullend op de betaande eerte dagopvang. Het opvangen van menen binnen de voorziening helpt in het algemeen om de overlat buiten te beperken. Inpreker woont tegenover de Leonardukerk en heeft belang bij een goed beheer van de omgeving van de voorziening. Deelname aan de beheergroep kan bijdragen aan het zorgvul-dig omgaan met die belangen door de projectpartner en het maken van adequate afpraken. De openingtijden zijn inderdaad, zoal meegedeeld op de informatieavond van 31 januari, voorlopig. Enerzijd i het mogelijk dat het zorgaanbod en de openingtijden uitgebreid worden; anderzijd i denkbaar dat het beoogde aanbod ( op termijn) op een andere locatie uitgevoerd gaat worden. Een en ander i mede afhankelijk van ontwikkelingen in de doelgroep en het aanbod van gechikte panden. Relevant i dat ongeacht aanbod en openingtijden er prake i van goed beheer binnen èn buiten de voorziening. De verkeerituatie, aanlooproute en eventuele maatregelen zijn onderwerp van geprek in de beheergroep. Dak- en thuilozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tuen de divere voorzieningen en ontmoetingplaaten. Zie in dit verband de verkeerituatie rond de Garenmarkt en het Station. Dat de Haagweg voor de doelgroep te

24 Inpreker HW 19 HW 13 C.4.2. De dagopvang doet door de ligging aan een aanlooproute afbreuk aan de door de gemeente gewente (winkel)centrumfunctie. C.4.3. Het zal moeilijk zijn om bij verkoop voor de naatgelegen villa een andere betemming te vinden. gevaarlijk moet worden geacht i niet aannemelijk. Dak- en thuilozen bevinden zich nu ook al overwegend in het centrum, amen met een groot aantal anderenpaanten, winkelend publiek, toeriten, bewoner enz. Dat het traatbeeld daardoor zodanig wijzigt dat prake i van afbreuk, i niet aannemelijk. Met de bewoner en eigenaar van de naatgelegen villa vindt overleg plaat over pecifieke maatregelen. HW 3, 7, 19, 22, 24 D Combinatie met andere (opvang)voorzieningen D.1. In de wijk zelf D.1.1. Er i al overlat van het ociaal penion, de aanwezigheid van meer daklozen en verlaafden in de wijk i ongewent. Er zijn nu al veiligheidproblemen in de wijk, o.a. in portieken, parken, bij bejaardenhuizen, cholen en het parkeerterrein aan de Haagweg. De betaande overlat en riicoplaaten zullen een van de eerte geprekpunten in de beheergroep zijn. Een inventariatie daarvan, met name van overlat die gerelateerd i aan dak- en thuilozen, verlaafden of bewoner van het ociaal penion, gekoppeld aan een chouw in de wijk, vormt de bai voor het in beeld brengen van de overlat en te nemen maatregelen. Inbreng van omwonenden i daarbij onontbeerlijk. Een eerte voorgeprek daarover met politie, De Binnenvet en de afdeling Milieu en beheer heeft inmiddel plaatgevonden. Meldingen van overlat bij de politie zijn afgenomen. Het ociaal penion ontvangt al geruime tijd geen klachten. Ook Milieu en Beheer meldt geen bijzonderheden. Dit taat echter haak op de reactie tijden de informatieavond van 31 januari en de inhoud van de inpraakbrieven. Het ondertreept de

25 Inpreker HW 17 HW 4 HW 19 D.1.2. Aankoop van alcohol bij café/nackbar aan de overkant. D.1.3. Overlat van toekomtige bewoner van het pand van de vrouwenopvang D.1.4. Bewoner van het ociaal penion en bezoeker van de dagopvang zullen bij elkaar op bezoek gaan, dat geeft overlat en leidt tot een extra looproute. noodzaak om dit punt amen met omwonenden op korte termijn helder in beeld te krijgen, voordat nader ingegaan kan worden op de door omwonenden verwachte overlat van de dagopvang. De nackbarhouder evenal de buurtuper zal worden gevraagd deel te gaan nemen aan de beheergroep, zodat afpraken gemaakt kunnen worden tuen de nackbar, buurtuper, De Binnenvet en omwonenden. Het pand i in particuliere handen, de ge-meente heeft geen bemoeieni met de ver-koop. Onlang i bekend geworden dat het pand verkocht i; er zal een appartemen-tencomplex in gevetigd worden. Indien gewent kunnen toekomtige beheerder en bewoner uitgenodigd worden deel te gaan nemen aan de beheergroep, om daar met omwonenden afpraken te maken. De bewoner van het ociaal penion worden begeleid door Parnaia (verlavingzorg). Hun verlavingprobleem i over het algemeen getabilieerd. Over het gebruik van alcohol maakt Parnaia individuele afpraken met de bewoner. Denkbaar i dat bewoner van het ociaal penion gebruik zullen maken van de dagopvang, maar de verwachting i niet dat dit veel zal gebeuren. Zij zijn niet dakloo en hebben een eigen plek. Veel bewoner komen niet tot nauwelijk buiten het ociaal penion. Voor het ontvangen van bezoek en gewent gedrag in het ociaal penion kent De Binnenvet huiregel. Het

26 Inpreker HW 16, 17 HW 18 D.2. Deconcentratie veru concentratie van zorg D.2.1. De buurt heeft al twee opvanghuizen. D.2.2. Maaliteit, openingtijden en alcoholgebruikruimte zorgen voor concentratie in plaat van preiding. ongelimiteerd langgaan i niet aan de orde. Bezoek moet zich melden en wordt ontvangen in de gemeenchappelijke huikamer. Voor verblijf in de laapkamer i toetemming van de begeleiding nodig. Bezoek mag niet blijven overnachten. De vrouwenopvang verhuit eind 2005 naar een pand buiten de wijk. Het ociaal penion blijft voorlopig in de wijk gehuivet. De capaciteit van de tweede opvang i iet groter (30 plaaten) dan die van de eerte (25 plaaten) en i (vergeleken met opvangvoorzieningen elder) van gemiddelde / kleine omvang. Mogelijk i de toeloop in het weekend wat groter al ook de bezoeker van De Zaak en het Dag Activiteiten Centrum Pychiatrie van de opvang gebruik gaan maken, afhankelijk van het toelatingbeleid. HW 16, 17 D.2.3. Verwijzen en aanvoeren van veelpleger en harddruggebruiker draagt niet bij aan preiding. De alcoholgebruikruimte i ongewent Divere opvangintellingen zijn elder gevetigd, zoal het Slaaphui, het Inloophui, de ambulante verlavingzorg, de methadonvertrekking en De Zaak (dagbeteding). Er i wel degelijk prake van preiding. Het koppelen van een alcoholgebruikruimte aan dagopvang i erg voor de hand liggend en zorgt op zich niet voor meer bezoeker. Een dergelijke voorziening vermindert het gebruiken op traat en draagt daarmee bij aan het terugdringen van de overlat. Opvang vermindert de overlat op traat, en draagt bij aan betere

27 Inpreker HW 18 en heeft een aanzuigende werking. D.2.4. De kerk i zo groot dat verwacht mag worden dat nog meer voorzieningen er in worden ondergebracht. leefomtandigeden van de daklozen. De tweede dagopvang richt zich op dezelfde bezoekergroep al de eerte dagopvang, niet op een nieuwe bezoekergroep. Er vindt du geen uitbreiding plaat van het aantal daklozen al gevolg van toetroom naar Leiden, hooguit vanwege groei al gevolg van Leidenaren die op traat belanden. Het combineren van opvangvoorzieningen i lang niet alleen een kwetie van ruimte en vierkante meter. Primair gaat het om de wenelijkheid en mogelijkheid van het combineren van voorzieningen. Op welk deel van de doelgroep richt een voorziening zich, zijn er wettelijke beperkingen (zoal bijvoorbeeld bij de vertrekking van heroïne onder medich toezicht), ligt de nadruk op reguleren van gebruik of juit op verminderen of toppen van gebruik? Op het van de traat afhalen of (al weer een tap verder) om activering en wonen al dan niet met begeleiding? Boventaande luit een combinatie met een andere opvangvoorziening niet uit, maar geeft aan dat bepalend i of de combinatie inhoudelijk wenelijk en mogelijk i. HW 16, 18, 23 D.3. Combinatie met laaphui D.3.1. Waarom worden dag- en nachtopvang niet gecombineerd? Er i voldoende onderzocht hoe de opvang in andere gemeenten i geregeld. Er zijn inmiddel veel voorbeelden in andere gemeenten van combinatie van opvangvoorzieningen. Dag- en nachtopvang in één pand, wel of geen gebruikruimten erbij, alcohol en drug wel of niet amen, inpandige dagbete-ding, methadonvertrekkingongeveer alle varianten komen voor. Dat heeft dikwijl te maken met lokale omtandigheden, de amentelling en

28 Inpreker omvang van de doelgroep, de wijze waarop verlavingzorg en maatchappelijke opvang per regio georganieerd zijn, met bechikbare panden en locatie, afpraken met omwonenden, betemmingplannen, vergunningen, met geld. Kortom, er i niet één zaligmakend model. Elke gemeente dient oploingen te zoeken die paen bij de eigen omtandigheden. Leiden kent een urgent huivetingprobleem voor de opvangvoorzieningen. Uitbreiding op de Oude Rijn i niet mogelijk. Bij het bechikbaar komen van nieuwe huivetingmogelijkheden zullen gewente combinatie opnieuw worden bekeken. Wat betreft openingtijden zijn er ook voorbeelden te geven van opvangvoorzieningen die 24 uur per dag, 7 dagen per week geopend zijn. Een tenden i om de voorzieningen uit een oogpunt van zorg en vanwege beheerbaarheid en vermindering van overlat juit zo lang en zo vaak mogelijk open te laten zijn. Er wordt ondercheid gemaakt tuen thuilozen (menen die ergen een vate laapplek hebben, maar daar overdag niet kunnen / willen verblijven) en feitelijk daklozen die om te lapen aangewezen zijn op tijdelijk verblijf bij familie, vrienden, bekenden, op de opvang of op de traat. Leiden kent naar chatting twee keer zoveel thuilozen al daklozen. De huidige capaciteit van de nachtopvang bedraagt 18 bedden. Voor de vervangende nachtopvang i van een zelfde aantal uitgegaan. In de winter i dat aantal te klein en worden tijden koude periode bedden

29 Inpreker HW 17, 18, 19, 23 D.3.2. Openingtijden van dagopvang en nachtopvang luiten niet op elkaar aan. Er zijn veel meer daklozen dan bedden in de nachtopvang, daklozen zullen zich avond rond de Leonardukerk gaan ophouden en in de wijk verpreiden: de aftand naar de nachtopvang i te groot en het aantal bedden te klein. De vorm van de voorgetelde dagopvang i onver-antwoord. bijgeplaatt (de zgn. winterregeling). Een aantrekkelijker alternatief voor het vergroten van de capaciteit i betere uittroom (naar zelftandig(er) wonen). Hier wordt op het moment aan gewerkt in amenwerking tuen opvangintellingen, corporatie en gemeente. Van de bezoeker van de dagopvang in de kerk zal du lang niet iedereen gebruik maken van de nachtopvang, omdat ze elder een plek om te lapen hebben. Het i niet logich te verondertellen dat deze bezoeker die een eigen laapplek hebben rond de kerk zullen blijven hangen. De openingtijden van beide voorzieningen zijn du wel op elkaar afgetemd, maar houden ook rekening met de bezoeker die niet richting Slaaphui gaan. De ervaringen in andere teden leert dat het vertrek van de bezoeker van de dagopvang heel geleidelijk verloopt en zich niet concentreert rond luitingtijd. De aankomt bij de nachtopvang vindt eveneen gepreid plaat, omdat niet iedereen uit de dagopvang komt. Sommigen zijn erg vermoeid en willen zo vroeg mogelijk lapen, anderen komen vlak voor luitingtijd binnen of blijven zo lang mogelijk op. HW 2, 3, 5, 6, 15, 16, 17, 18, 22 E. Leefklimaat E.1. Belating van de wijk; leefbaarheid; ociale (on)veiligheid; overlat De wijk kent al veel overlat, hoge werklooheid, veel inbraken en andere criminaliteit, ociale problemen, jongerenoverlat, twee opvangvoorzieningen, weinig openbare ruimte, die bovendien vervuild i, drugpanden. Er wonen De zorgen en angten die de inpreker verwoorden zijn heel herkenbaar. Voor een deel hebben ze te maken met betaande overlat en ociale problematiek in de wijk, voor een ander deel met peroonlijke ervaringen met menen uit de doelgroep en om ook met het

30 Inpreker HW 2, 5, 6, 15, 18 HW 1, 5, 6, 7, 12, 14, 16, 17, 18, 19 HW 1, 4, 7, 14, 16, 18, 19 veel ouderen, kinderen en ociaal zwakkeren. De ociale coheie en controle zijn gering. De buurt wordt onevenredig zwaar belat. Het voortbetaan van de buurtuper wordt door de komt van alcoholiten bedreigd. De buurt wordt onleefbaar; de dagelijke, lijfelijke confrontatie met alcoholiten i een pychiche lat voor de Haagwegbewoner; er moet dag en nacht in een gepannen ituatie worden geleefd, er i geen vrije keu meer. Bewoner en hun gaten hebben recht op een normaal leefklimaat. Het i niet aanvaardbaar dat bewoner hun leefruimte elke dag moeten delen met de meet onbeheerbare groep van de tad. De gemeente ontkent mijn betaan. Rondzwervende daklozen leveren gevaar voor de omgeving op. Ik heb grote zorgen over de veiligheid en leefbaarheid door de komt van de opvang. De opvang verterkt angtgevoelen, ouderen durven hun hui niet meer uit. We willen on niet verchanen achter hekken, muren en heggen. Deze problemen waren er niet toen de gemeente on advieerde in deze wijk te gaan wonen. De opvang zorgt voor een cumulatie van overlat in een woon / werkwijk. De onevenredigheid i in deze wijk vele malen groter dan in de binnentad. De gemeente beeft niet tot welke problemen dit gaat leiden. onbekend zijn met de leef- en denkwijze van dak- en thuilozen en verlaafden. Het i waar dat al de dagopvang van tart gaat, de bezoeker ervan zichtbaar aanwezig zullen zijn op traat en in de omgeving van de kerk. Of dat al overlat ervaren wordt, i voor een deel een peroonlijke zaakvoor de een zal dat wel het geval zijn, voor de ander niet en het i mede afhankelijk van het gedrag van de bezoeker. In de reactie worden vormen van overlat genoemd die niet acceptabel zijn. Uitgangpunt dient te zijn dat de overlat minimaal niet toeneemt al gevolg van de komt van de dagopvang en lieft afneemt. Dat de omgeving van de Haagweg choner wordt en beter onderhouden. Dat gevoelen van onveiligheid afnemen en er adequaat gereageerd wordt op meldingen van overlat. Onlomakelijk aan de dagopvang verbonden i het omgevingbeheer. Het i geen tovermiddel, maar wel een heel bruikbare manier om leefklimaat en veiligheid te verbeteren, dat in divere buurten rond opvangvoorzieningen zijn waarde heeft bewezen. Er zijn lechte voorbeelden van beheergroepen en gelukkig ook goede. Van beide kan geleerd worden hoe het niet, repectievelijk wel

31 Inpreker aangepakt kan worden. Omgevingbeheer zoal dat rond de opvangvoorziening ontwikkeld zal worden gaat uit van de gedachte dat alle betrokkenen/belang-hebbenden gezamenlijk en op een actieve manier hun verantwoordelijkheid nemen voor een veilige, onderhouden en chone openbare ruimte. Ieder heeft daarin een eigen rol: politie, intelling en tadtoezicht zorgen voor toezicht en handhaving; milieu en beheer zorgen amen met de intelling/bezoeker en eventuele corporatie voor een chone en onderhouden omgeving; bewoner, ondernemer en bijzondere voorzieningen in de wijk hebben vooral een ignalerende rol en bewaken de overeengekomen afpraken. In de beheergroep inventarieren omwonenden, ondernemer, vertegenwoordiger van de doelgroep, De Binnenvet, woningcorporatie(), gemeente (Milieu en Beheer; Zorg en Welzijn), politie en projectleiding de huidige ituatie, voeren een chouw uit, brengen de overlat in kaart. Vervolgen worden mogelijke oploingen op het gebied van bouwkundige maatregelen, openingtijden, huiregel, toelatingbeleid, toezicht, handhaving, onderhoud en beheer van de openbare ruimte, verlichting enz. met elkaar beproken en worden er keuze gemaakt van welke maatregelen het meete effect verwacht wordt. Van gemeentezijde i een budget bechikbaar om zoveel mogelijk maatregelen uit te voeren.