Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) bij exportkredietverzekering

Transcriptie

1 Maatchappelijk verantwoord ondernemen (mvo) bij exportkredietverzekering

2 Maatchappelijk verantwoord ondernemen (mvo) De Nederlande overheid wil graag de Nederlande export bevorderen, maar niet tegen elke prij. De overheid heeft beloten alleen riico uit hoofde van exporttranactie en inveteringen te willen accepteren al de betreffende export of invetering niet kan worden geaocieerd met zaken al omkoping, chending van fundamentele arbeidnormen en geen onaanvaardbare milieu- en ociale gevolgen heeft. Daarnaat wil de Nederlande overheid graag het maatchappelijk verantwoord ondernemen (mvo) bij bedrijven timuleren die internationaal werken. In deze brochure leggen we uit hoe Atradiu Dutch State Buine (Atradiu DSB) het door de overheid opgetelde mvo-beleid heeft opgenomen in de werkzaamheden die zij uitvoert en wat dit voor u al exporteur of inveteerder betekent. Deze brochure richt zich met name op de milieu- en ociale beoordeling. Mocht u vragen hebben over de andere onderwerpen in het kader van de exportkredietverzekering dan kunt u terecht bij de behandelend underwriter. Wat wordt vertaan onder mvo? Maatchappelijk verantwoord ondernemen betekent dat naat het treven naar economiche en maatchappelijke wint (profit en properity) ook rekening wordt gehouden met het effect van de activiteiten van ondernemingen op het milieu (planet) en dat ondernemingen oog hebben voor menelijke apecten binnen en buiten de onderneming (people). Bijdrage van Atradiu DSB op het gebied van maatchappelijk verantwoord ondernemen Atradiu DSB i een onderdeel van de Atradiu Groep. Vandaar dat het mvobeleid van de Atradiu Groep ook geldt voor Atradiu DSB. De Atradiu Groep i ondertekenaar van de UN Global Compact. Al ondertekenaar onderkent Atradiu dat menenrechten, arbeidomtandigheden, milieu en het tegengaan van corruptie onderdeel zijn van de bedrijftrategie, cultuur en het dagelijke beleid en dat het naar de beginelen van UN Global Compact zal handelen. Atradiu DSB vindt tranparantie een belangrijk onderdeel van mvo en doet elk jaar afzonderlijk verlag van haar eigen werkzaamheden in een jaarverlag en een duurzaamheidverlag. Ook wordt op de webite van Atradiu DSB inzicht gegeven in onder andere de afgegeven polien en de werkwijze bij de milieu- en ociale beoordeling. 2 Atradiu

3 Beoordeling van aanvragen op mvoapecten De overheid vindt het belangrijk dat de te verzekeren tranactie voldoen aan de mvo-maattaven. Om te toeten of tranactie aan deze maattaven voldoen, voert Atradiu DSB een tweetal beoordelingen uit voordat ze overgaat tot verzekering. De eerte i een financiële beoordeling waarin wordt gekeken naar het kredietriico van de tranactie. Hierin worden echter ook zaken meegenomen al betrijding van omkoping en duurzaam leenbeleid. Daarnaat voert Atradiu DSB voor een belangrijk deel van de aanvragen een milieu- en ociale beoordeling uit. De criteria voor de twee genoemde beoordelingen zijn gebaeerd op een internationale overeenkomt, vatgelegd in afpraken binnen de OESO 1. Voor de milieu- en ociale beoordeling zijn dit de Common Approache for officially upported export credit and environmental and ocial due diligence (kortweg Common Approache ). Deze internationale afpraken zijn uitgewerkt in Nederland beleid van de miniterie van Financiën en Buitenlande Zaken. Zowel deze richtlijnen al het Nederland beleiddocument zijn terug te vinden op de Atradiu DSB-webite onder het kopje MVO. Milieu- en ociale apecten In het aanvraagformulier vraagt Atradiu DSB naar enkele milieu- en ociale apecten van de tranactie en het project waarvan de tranactie onderdeel van uitmaakt. In een aantal gevallen zal Atradiu DSB vervolgen zelf een beoordeling van de milieu- en ociale gevolgen uitvoeren en aanvullende vragen tellen. Het proce van de beoordeling vindt plaat volgen binnen de OESO vatgetelde richtlijnen Common Approache. Voor deze beoordeling wordt de aangeleverde informatie getoett aan wet- en regelgeving van het land waar de goederen/dienten worden geleverd of het werk wordt uitgevoerd. Inhoudelijk toeten wij ook of het project waaraan geleverd wordt, voldoet aan de internationale richtlijnen zoal geformuleerd in de Performance Standard van de International Finance Corporation (IFC) 2. In aanvulling hierop kunnen ook richtlijnen van de multinationale ontwikkelingbanken, de Europee Unie of internationaal erkende ectorpecifieke tandaarden worden gebruikt. Er i een aantal apecten van maatchappelijk verantwoord ondernemen die niet vallen onder de milieu- en ociale beoordeling, maar onder de financiële beoordeling die de underwriter bij Atradiu DSB uitvoeren. Dit betreft de volgende zaken: Betrijding omkoping De OESO Recommendation on Bribery and Officially upported Export Credit uit 2006, gebaeerd op de Convention on Combating Bribery of Foreign Public Official in International Buine Tranaction legt vat dat het tegengaan van omkoping bij exporttranactie die gebruik maken van overheidgeteunde exportfinanciering prioriteit heeft. De OESO-landen zijn overeengekomen om paende maatregelen te nemen om omkoping bij door hen geteunde tranactie tegen te gaan. Aanvragen worden niet goedgekeurd al er bij Atradiu DSB gegronde vree betaat dat de aanvrager, dan wel zijn agent, volgen het Wetboek van Strafrecht omkoping heeft gepleegd, repectievelijk zal plegen, of daaraan medeplichtig i geweet bij het verwerven van de opdracht. In het aanvraagformulier vraagt Atradiu DSB daarom ook naar gegeven over de agentenproviie. Voort wordt er in de poli verwezen naar de anctie die taan op omkoping: verval van recht op chadevergoeding, verplichting tot terugbetaling van al uitgekeerde vergoedingen en mogelijke trafvervolging. Welke randvoorwaarden gelden voor de milieu- en ociale beoordeling? Voor de milieu- en ociale beoordeling van de aanvragen gelden de volgende randvoorwaarden: De milieu- en ociale beoordeling moet uitgevoerd worden volgen internationale afpraken van de OESO en het aanvullend Nederland beleid; De beoordelingrichtlijnen moeten in de pa lopen met die van buitenlande exportkredietverzekeraar, zodat Nederlande exporteur niet in een nadelige concurrentiepoitie belanden; De milieu- en ociale beoordeling vormt een integraal onderdeel van de beoordeling van een aanvraag; De adminitratieve laten voor exporteur, inveteerder en overheid moeten zo veel mogelijk beperkt blijven. Duurzaam leenbeleid In de OESO zijn amen met het IMF en de Wereldbank afpraken gemaakt die beogen de chuld van ontwikkelinglanden binnen aanvaardbare proportie te houden. Dit betekent dat vooral aan overheden in lageinkomenlanden niet onbeperkt mag worden geleend. Op ommige van deze landen mag alleen exportkrediet worden vertrekt al bij de lening ook een chenking, bijvoorbeeld een RVO 3 -chenking, wordt vertrekt. Raadpleeg hiervoor het landenbeleid op de Atradiu DSB-webite. 1 Organiatie voor Economiche Samenwerking en Ontwikkeling 2 IFC i een lid van de World Bank Group en de grootte wereldwijde ontwikkelingintelling uitluitend gericht op de private ector in ontwikkelinglanden. 3 Rijkdient voor ondernemend Nederland. Atradiu 3

4 OESO-richtlijnen De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen maken duidelijk wat overheden van het gedrag van ondernemingen verwachten. Ze bieden een handvat voor gedragcode van ondernemingen om met de verchillende apecten van duurzame ontwikkeling om te gaan. De richtlijnen gaan onder andere in op werkgelegenheid en arbeidverhoudingen, wetenchap en technologie, milieu, openbaarmaking van gegeven, mededinging, en financiering en belatingen. In die zin zijn de OESO-richtlijnen uniek in hun oort; de richtlijnen beperken zich niet tot één onderwerp, maar behandelen een reek van thema. De richtlijnen zijn zeker niet alleen gericht op grote multinational maar bedoeld voor alle ondernemingen met activiteiten in het buitenland. De richtlijnen worden onderchreven door regeringen uit de OESO-lidtaten en een toenemend aantal andere landen. Ze zijn tot tand gekomen in amenwerking met het bedrijfleven, vakbewegingen en andere maatchappelijke organiatie. Door ondertekening van het aanvraagformulier verklaart u kenni te hebben genomen van deze richtlijnen en ze naar bete kunnen uit te voeren. De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen zijn te vinden onder: Procedure van de milieu- en ociale beoordeling De milieu- en ociale beoordeling bij Atradiu DSB wordt uitgevoerd volgen richtlijnen die binnen de OESO Common Approache zijn afgetemd. In het ondertaande chema een bechrijving van dit proce. Screening Voorafgaand aan de beoordeling vindt een creening plaat van alle verzekeringaanvragen voor exporttranactie en inveteringen. Per aanvraag wordt gekeken of er een milieu- en ociale beoordeling nodig i. De creening vindt plaat op bai van de informatie die de aanvrager heeft vertrekt door het invullen van het aanvraagformulier. Indien de creening niet kan worden afgerond op bai van de in het aanvraagformulier vertrekte informatie, worden er aanvullende vragen geteld. In de volgende gevallen wordt door Atradiu DSB altijd een beoordeling uitgevoerd van de milieu- en ociale apecten van de tranactie en het project waar de tranactie deel van uitmaakt: al de overeengekomen contractprij meer dan 10 miljoen euro bedraagt; indien de overeengekomen contractprij minder dan 10 miljoen euro bedraagt, maar het een levering aan een gevoelige ector, dan wel een gevoelig gebied betreft. Screening aanvraag Procedure van de milieu- en ociale beoordeling Aanvullende informatie van/via computer Aanvullende informatie nodig? Nee Ja Geen beoordeling Nee Beliing/Advie Onaanvaarbaar Aanvaarbaar Afwijzing Toewijzing Projectdefiniëring Claificatie nodig? Ja, A Publicatie ex-ante A-categorie project Ja, B, C. & M Beoordeling op millieu & ociale apecten Stakeholder Categorie A Project Financiering Monitoren 4 Atradiu

5 Uitgezonderd zijn aanvragen: - die defenie dan wel de vliegtuigindutrie betreffen; - voor tranactie die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd met Nederlande ontwikkelinghulp. Bij aanvragen voor Nederlande hulpfinanciering worden de milieu- en ociale gevolgen al beoordeeld door een andere uitvoeringorganiatie. Voor de beoordeling van de milieu- en ociale gevolgen heeft Atradiu DSB dekundigen in dient, de milieu- en ociaal advieur. Daarnaat kan Atradiu DSB gebruik maken van externe dekundigen. Projectdefiniëring Indien een milieu- en ociale beoordeling nodig i, wordt altijd gekeken naar de reputatie van betrokken exporteur en de buitenlande afnemer op het gebied van milieu- en ociale apecten. Bij tranactie met een potentieel hoger milieu- en ociaal riico (zie claificatie hieronder) kijkt Atradiu DSB bij de milieu- en ociale beoordeling niet alleen naar de tranactie zelf, maar ook naar het project waarvan de tranactie deel uitmaakt. Om te bepalen waar de milieu- en ociale beoordeling betrekking op zal hebben, worden de tranactie, het project en projectomgeving gedefinieerd. Hierbij i de tranactie de goederen of dienten die de Nederlande exporteur levert aan de buitenlande afnemer. Het project i het geheel waar de goederen of dienten aan geleverd worden. De projectomgeving betaat uit onderdelen of activiteiten die een terke relatie met het project hebben, maar er geen onderdeel van uitmaken. Claificatie Alle aanvragen, waarvoor de creening uitwijt dat er een milieu- en ociale beoordeling dient te worden uitgevoerd, worden na de projectdefiniëring geclaificeerd in de categorieën: A, B, C of M. Deze claificatie volgt het proportionaliteitprincipe waarbij de ernt, de omvang en/of de diveriteit van de potentieel nadelige milieu- en ociale gevolgen bepaalt hoe zwaar de uit te voeren beoordeling i. Daaruit volgt ook welke informatie minimaal benodigd i voor de uitvoering van de beoordeling. In de claificatie i categorie A de categorie met de grootte riico. Dit zijn de meet gevoelige projecten met potentieel grote nadelige milieuen/of ociale gevolgen. Deze effecten treden buiten de projectlocatie en/ of zijn moeilijk te mitigeren/compeneren. Voor deze categorie projecten voeren wij dan ook de zwaarte beoordeling uit. Voor deze projecten hebben wij een milieu- en ociale effectrapportage (environmental and ocial impact aeement (ESIA)) van het project nodig. Deze en mogelijke andere aanvullende informatie, zoal vergunningen en toetemming van de overheid, dient de exporteur op on verzoek aan te leveren. Bij categorie B-projecten i prake van potentieel ubtantiële nadelige milieu- en ociale gevolgen. De gevolgen zijn minder nadelig dan voor categorie A-projecten. De gevolgen beperken zich tot de grenzen van het project, lecht enkele van de potentiële gevolgen zijn onomkeerbaar en mitigatie en/of compenatie i eenvoudiger. Voor deze beoordeling hebben wij bij voorkeur ook een milieu- en ociale effectrapportage. Maar hier kan eventueel ook met vergelijkbare informatie worden voltaan. Bij categorie C-projecten verwachten we weinig of geen nadelige milieu- en ociale gevolgen. Dan voltaat de beantwoording van de mvo-vragen uit het aanvraagformulier en de antwoorden op eventueel aanvullende vragen. In een aantal gevallen zal een zogenaamde marginale beoordeling (M-categorie) worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld een levering aan een betaande operatie die niet ignificant wijzigt, projecten zonder projectlocatie (zoal een chip) en herfinancieringaanvragen. In dit laatte geval zijn de werkzaamheden van het project in uitvoering of uitgevoerd. De marginale beoordeling richt zich op de reputatie van de exporteur en de afnemer op het gebied van milieu, veiligheid en gezondheid (HSE) en indien nodig volgt een beperkte beoordeling van het project. Milieu- en ociale beoordeling Na ontvangt van de benodigde informatie wordt een tranactie/project beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaat parallel aan de kredietbeoordeling. Het i een integraal onderdeel van de aanvraag. Voor een poitieve beliing zal de beoordeling moeten leiden tot de concluie dat de milieu- en ociale gevolgen van de tranactie en het project waarvan de tranactie deel uitmaakt, alle afwegende, per aldo acceptabel zijn. Hiervoor weegt Atradiu DSB, na analye van de divere milieu- en ociale implicatie, de poitieve, neutrale en negatieve gevolgen in redelijkheid tegen elkaar af. De bai van de beoordeling wordt gevormd door de factoren: ector, locatie en toegepate technologie, bijvoorbeeld: Sector: de bouw van een tuwdam zal grotere gevolgen hebben dan een telecomproject. Locatie: wordt een project gerealieerd op een betaand indutriegebied of moet een natuurgebied of lokale bevolking hiervoor wijken? Toegepate technologie: voldoet de technologie die in het project wordt toegepat aan de geldende indutrietandaarden? Atradiu DSB beoordeelt de potentiële milieu- en ociale gevolgen van het project aan de hand van de IFC performance tandard. Deze tandaarden worden door de IFC (onderdeel van de Wereldbank) gebruikt om de projecten die zij teunen te beoordelen. Deze performance tandard hebben betrekking op de volgende apecten: 1: beoordeling en beheer van milieuen ociale effecten en -riico ; 2: fundamentele arbeidnormen en werkomtandigheden (volgen ILO-arbeidnormen 4 ); 4 ILO = International Labor Organization Atradiu 5

6 3: voorkomen van verontreiniging en zuinig omgaan met hulptoffen (zoal gebruik van chaare hulpbronnen, bijvoorbeeld delftoffen, water en energie); 4: gezondheid, veiligheid en beveiliging voor de ociale omgeving; 5: landaankoop en onvrijwillige herhuiveting; 6: becherming van biodiveriteit en duurzaam beheer van levende hulpbronnen; 7: inheeme bevolkinggroepen; 8: cultureel erfgoed. Meer informatie over de IFC performance tandard i te vinden onder: Om inzicht te geven in de aanpak van de milieu- en ociale beoordeling worden hieronder twee voorbeelden weergegeven van onderwerpen die daarbij worden meegenomen: ketenverantwoordelijkheid en arbeidnormen. 1. Ketenverantwoordelijkheid MVO heeft ook betrekking op ketenverantwoordelijkheid. Voor de exportkredietverzekering betekent dit dat aandacht wordt gechonken aan: - de keten in het project waaraan wordt geleverd, en - de toeleverantieketen van de Nederlande exportgoederen/ dienten. De keten in het project waaraan wordt geleverd, worden door Atradiu DSB beoordeeld in de milieu- en ociale beoordeling. Wat betreft de toeleverantieketen van de tranactie worden in het aanvraagformulier vragen geteld. Deze hebben betrekking op de bekendheid met het overheidbeleid voor ketenverantwoordelijkheid, hoe het wordt toegepat in de onderneming en wie de belangrijkte toeleverancier zijn voor goederen/dienten die zullen worden geëxporteerd, almede de herkomt ervan. Het gaat hierbij om de grootte directe toeleverancier (geen tuenhandelaren) waarop de exporteur controle of invloed heeft. Indien wij daarvoor aanleiding zien zullen wij bepaalde ketenonderdelen meenemen in onze milieu- en ociale beoordeling. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van grote hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen. 2. Fundamentele arbeidnormen Om de naleving van fundamentele arbeidnormen te beoordelen, wordt aangeloten bij de ILO- Verklaring 6 Atradiu

7 inzake fundamentele beginelen en rechten op het werk en de door Nederland op dat gebied geratificeerde verdragen. Het gaat om het verbod op kinderarbeid, het verbod op gedwongen tewerktelling, het recht op vrije vakvereniging en onderhandeling en het verbod op dicriminatie op de werkplek. Indien gegronde vree betaat dat deze fundamentele arbeidnormen (zullen) worden gechonden, i dit een reden om een aanvraag af te wijzen. Wel wordt onderkend dat lokale wet- en regelgeving in het betreffende land naleving zou kunnen verhinderen. Om deze reden beoordelen wij een project op de zogenaamde projectgerelateerde menenrechten. In het aanvraagformulier vraagt Atradiu DSB of, voor zover u bekend i, er prake i van chending van de vier fundamentele arbeidnormen. De verdere beoordeling van de naleving van de relevante arbeidnormen in het project waaraan u levert i onderdeel van de milieu- en ociale beoordeling. Monitoring Categorie A-projecten die vallen onder projectfinanciering zullen gedurende de looptijd van de verzekering worden gemonitord op de milieu- en ociale effecten. Hierbij zal zoveel mogelijk worden amen gewerkt met banken en andere Staatkredietverzekeraar of financiële intellingen. Publicatie van milieu- en ociale informatie Indien een tranactie na ontvangt van het aanvraagformulier wordt geclaificeerd al een categorie A-project (een project met potentieel grote nadelige milieu- en ociale gevolgen), maken wij zo nel mogelijk de projectinformatie publiekelijk toegankelijk. Dit doen wij ten minte 30 dagen voor afgifte van de poli. Deze projectinformatie betaat uit projectnaam, locatie, omchrijving van het project en contactgegeven van de behandelend milieu- en ociaal advieur. Naar aanleiding van de publicatie van deze informatie op onze webite kunnen geïntereeerden de relevante informatie met betrekking tot de milieu- en ociale gevolgen van het project opvragen. Na zo n verzoek zullen wij de bechikbare milieu- en ociale effectrapportage vertrekken. Publicatie van bovengenoemde informatie en vrijgave daarvan aan derden i verplicht op grond van Nederlande wetgeving en internationale afpraken. Atradiu DSB kan de vertrekte gegeven eveneen gebruiken om te voldoen aan haar nationale en internationale rapportageverplichtingen. Wat wordt er van u verwacht? Graag ontvangen wij een zo volledig mogelijk en ondertekend aanvraagformulier van u. Wij gaan dan aan de lag met de creening om te kijken of er een milieu- en ociale beoordeling nodig i en, zo ja, hoe het project geclaificeerd kan worden. Som zullen we daarvoor extra informatie van u nodig hebben waarnaar we u per door middel van pecifieke vragen zullen vragen. Zoal bechreven bij de claificatie i voor ommige projecten een milieuen ociale effectrapportage (categorie A en bij voorkeur ook categorie B) van het project nodig voor de milieuen ociale beoordeling. Stuur deze documenten en andere relevante bijlagen mee met uw aanvraag al u ze bechikbaar heeft, of ander zodra deze bechikbaar zijn. Daardoor zullen wij zo vlot mogelijk kunnen beginnen aan de uitvoering van de milieu- en ociale beoordeling. U dient de informatie in het Nederland of Engel aan te leveren. Teven wijzen wij u erop dat de vertrekte milieu- en ociale effectrapportage een publiek document moet zijn in verband met de vereite publicatie. Dekkingtoezegging met milieumit In het geval de kredietbeoordeling eerder kan worden afgerond dan de beoordeling van milieu- en ociale gevolgen, ontvangt u bij een guntige kredietbeoordeling alvat een dekkingtoezegging. Deze toezegging bevat dan wel de voorwaarde dat Atradiu DSB pa een poli kan afgeven zodra de milieu- en ociale beoordeling poitief i afgerond. Informatieverplichting Heeft u uw dekkingtoezegging inmiddel ontvangen? Dan bent u verplicht voor afgifte van de poli elke wijziging in de milieu- en ociale gevolgen van het totale project meteen aan Atradiu DSB te melden. Dat geldt du óók voor wijzigingen in het totale project die niet rechttreek verband houden met uw levering. Deze nieuwe informatie kan immer leiden tot een herbeoordeling van de milieu- en ociale gevolgen van het totale project. Koten De koten van de beoordeling van milieu- en ociale apecten zijn voor rekening van Atradiu DSB en de taat. De koten voor de aan te leveren documenten (zoal milieu- en ociale rapportage of verklaringen) zijn voor uw eigen rekening. Dit geldt ook voor vertalingen van documentatie indien deze niet in het Nederland of Engel i aangeleverd of het inchakelen van een conultant. Ook al de informatie verkregen dient te worden door middel van een buitenland bezoek zullen wij de koten hiervan worden doorberekenen. Meer informatie Indien u vragen heeft over de milieuen ociale beoordeling, kunt u contact opnemen met één van de milieu- en ociaal advieur ( ). Voor vragen over betrijding van omkoping, duurzaam leenbeleid en OESO-richtlijnen kunt u terecht de afdeling underwriting op tel. Nr Ook vindt u meer achtergrondinformatie op onze webite: mvo/ Atradiu 7

8 Atradiu David Ricardotraat 1 Potbu 8982, 1006 JD Amterdam Nederland Tel info.db@atradiu.com N Handelregiter Amterdam Geregitreerd: Atradiu Dutch State Buine NV