INVESTERINGSINSTRUCTIE EN PRESTATIE-INDICATOREN FONDS HERSTRUCTURERING BEDRIJVENTERREINEN GELDERLAND (FHBG)

Transcriptie

1 BIJLAGE 2 B.V. INVESTERINGSINSTRUCTIE EN PRESTATIE-INDICATOREN FONDS HERSTRUCTURERING BEDRIJVENTERREINEN GELDERLAND (FHBG) DEZE BIJLAGE IS GEBASEERD OP ARTIKEL 10.2 VAN OVEREENKOMST BETREFFENDE FHBG. TENZIJ DE CONTEXT ANDERSZINS VEREIST OF IN DIT DOCUMENT ANDERS IS VERMELD, HEBBEN DE WOORDEN MET EEN HOOFDLETTER DE BETEKENIS DIE DAARAAN IN DE BEHEEROVEREENKOMST IS TOEGEKEND. Omvang fonds en investeringsperiode Beleidsgebieden Toepasselijke wet- en regelgeving Doelgroep Thema project 7.5 mln. FHGB dient de initiële middelen binnen 4 jaar na storting daarvan door de Provincie te investeren. Bedrijventerreinen Alle Financieringen voldoen aan de toepasselijke internationale en nationale wet- en regelgeving, met inbegrip van de Europese wet- en regelgeving inzake de verlening van staatssteun. Projectontwikkelaar en/of natuurlijke of rechtspersonen /huurder van onroerende zaken en/of eigenaar van onroerende zaken dan wel een samenwerkingsverband tussen voornoemde doelgroepen die substantiële economische activiteiten in de provincie Gelderland verrichten of gaan verrichten. Tot de doelgroep behoort ook een gemeente mits zij deelneemt in een privaatrechtelijke constructie. Op projectniveau dient bij voorkeur een aparte (juridische) entiteit te bestaan die kredietnemer en uitvoerder is. Stimulering van de herontwikkeling van privaat eigendom op bedrijventerreinen, gericht op de versterking van de economische functie van het bedrijventerrein. Uitgesloten zijn herontwikkelingen die er uitsluitend op gericht zijn om ruimte te maken voor grote detailhandel of zelfstandige kantoren op bedrijventerreinen. Aard en omvang van Financiering Private inbreng Onder een bedrijventerrein wordt verstaan een terrein in gebruik bij meer dan één bedrijf dat vanwege zijn bestemming bestemd en geschikt is voor gebruik door de handel, en/of nijverheid en/of industrie en/of commerciële en/of niet commerciële dienstverlening. Bij aanvang moet duidelijk zijn dat de herontwikkeling van één of enkele cruciale private kavels een positieve uitwerking op het terrein heeft en dit nieuwe investeringen uitlokt. De herontwikkeling kan aanvullende activiteiten en diensten op het terrein mogelijk maken waarbij de inzet erop is gericht om de economische functie van het bedrijventerrein te versterken en werkgelegenheid te behouden en -waar mogelijk- uit te breiden. Daarbij dient ook de ruimte op de bestaande bedrijventerreinen beter te worden benut (zodat er minder snel ruimte op nieuwe bedrijventerreinen nodig is ). - Risicodragende participatie - Alle vormen van leningen Per project geldt een minimaal investeringsbedrag van en een maximaal investeringsbedrag van 2,5 mln. Looptijd: Maximaal 10 jaar De investering vanuit het fonds bedraagt maximaal 50 % van het totale risicodragende vermogen in het project. Private Co-financiers

2 investeren minimaal 50 % per project. De cofinanciering mag niet bestaan uit reeds gedane investeringen uit het verleden. Indien gezamenlijk wordt geïnvesteerd met private partijen, zal dit onder gelijke condities en minimaal gelijke voorwaarden plaatsvinden. Voorwaarden project MVO-beleid Bijdragen van co-financiers mogen voor het bepalen van de private inbreng niet bestaan uit subsidiegelden of andere bijdragen verkregen van overheden. - De inzet is gericht op herstructurering van private kavels en bedrijventerreinen om een vliegwiel op gang te krijgen. Om een substantieel effect te bewerkstelligen zal de oppervlakte waar het project positieve uitstraling op heeft, minimaal 5.000m² -in principe aaneengeslotenterrein bedragen. De uitvoering van het project moet een aantoonbaar positief effect hebben op de omgeving van het project en/of moet leiden tot vervolginvesteringen op korte termijn. De aanvrager van de Financiering moet op basis van best effort - aannemelijk maken dat de inzet van de Financiering voor een private kavel, een positieve kwaliteitsimpuls 1 oplevert voor de kavels van het bedrijventerrein waarop het private kavel gelegen is. Er dienen concrete en substantiële plannen en afspraken te zijn; over de voortgang hiervan zal de aanvrager FHBG informeren. - Aantoonbaar is dat dat de herstructurering niet volledig door marktpartijen kan worden gefinancierd. - Het project moet onderdeel uit maken van een integraal en door de gemeente vastgesteld en ondersteund herstructureringsplan en/of bedrijventerreinenvisie en dient op deze wijze spin-off voor de projectomgeving op te leveren. - Voor het desbetreffende bedrijventerrein is aannemelijk gemaakt dat het over voldoende toekomstpotentie beschikt om de economische functie als bedrijventerrein ook voor de toekomst te waarborgen. - Het project moet een bijdrage leveren aan tenminste het behoud van de werkgelegenheid op het gehele bedrijventerrein. - Een voorwaarde bij elk project is dat de kwaliteit van de openbare ruimte op orde is of deze op orde wordt gebracht met behulp van andere middelen dan vanuit het fonds (vanuit het fonds is er in principe geen inzet in de openbare ruimte). - Investeringen betreffen aankoop/bewerking van grond en/of vastgoed; geen machines/inventaris e.d. FHBG hanteert bij de beoordeling van de investeringsaanvragen onderstaande principes en ziet erop toe dat deze MVO-principes door de betreffende onderneming nageleefd worden. Het betreft hierbij de Tien Principes van het Global Compact volgens de meest recente versie van het beleggingsstatuut Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland van de provincie Gelderland ( ten tijde van het ondertekenen van de beheerovereenkomst FHBG: PS ) De eerste twee principes van het Global Compact zijn rechtstreeks afgeleid van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ondernemingen dienen: 1. de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te ondersteunen en te eerbiedigen; en 2. zich er steeds van te vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten. De volgende vier principes zijn afgeleid van de Verklaring van de International Labour Organisation over de fundamentele arbeidsrechten. Ondernemingen dienen: 1 Deze voorwaarde is gekoppeld aan de prestatie-indicator positieve kwaliteitsimpuls en zal aangepast worden op basis van de Procesafspraak zoals verwoord bij voetnoot 2

3 uitgesloten bedrijven 3. de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven; 4. de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid te ondersteunen; 5. de effectieve afschaffing van kinderarbeid te bevorderen; en 6. de bestrijding van discriminatie te ondersteunen in arbeid en beroep. De volgende drie principes zijn afgeleid van de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling. Ondernemingen dienen: 7. voorzorg te betrachten bij belasting van het milieu; 8. initiatieven te ondernemen om een groter milieubewustzijn te bevorderen; en 9. de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren. Het laatste principe is afgeleid van de Anti-Corruptie Conventie van de Verenigde Naties: 10. bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping. Uitsluitingenbeleid conform de meest recente versie van het beleggingsstatuut Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland van de provincie Gelderland ( ten tijde van het ondertekenen van de beheerovereenkomst FHBG: PS ) Toelichting: In het beleggingsstatuut Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland van de provincie Gelderland (PS ) wordt op pagina 5 genoemd, dat het huidige uitsluitingenbeleid beperkt is tot ondernemingen uit de wapensector (conform het beleid van APG-IS). Volgens de website van APG maakt dit uitsluitingenbeleid onderdeel uit van één van de acht principes om verantwoord te beleggen. Dat betekent, dat door FHBG niet geïnvesteerd zal worden in ondernemingen die investeren in of bedrijven die direct betrokken zijn bij de productie van landmijnen, clustermunitie, afvuursystemen hiervoor en in chemische of biologische wapens of kernwapens die in strijd met het Nuclear Non-Proliferation Treaty worden vervaardigd.

4

5 multiplier) 2. De uitgangspunten voor de ijkpunten voor de metingen zijn: bij de aanvraag van de Financiering (op basis van het businessplan); bij de 4-jaarlijkse evaluatie van het fonds en bij de exit van de Financiering. Revolverendheid Per project wordt uit gegaan van een revolverendheidspercentage van minimaal 100%. Voor het fonds wordt uitgegaan van een revolverendheidspercentage van minimaal 80%. 2 Procesafspraak: Provincie en PPM Oost stellen uiterlijk 31 december 2014 gezamenlijk vast op welke wijze de ruimtelijke multiplier zal worden gemeten en worden verantwoord, op basis van ervaringen bij vergelijkbare fondsen. Provincie neemt hiervoor het initiatief. Indien blijkt dat de positieve kwaliteitsimpuls onvoldoende kwantificeerbaar is, zal de ruimtelijke multiplier als prestatie-indicator vervallen.