Bestemmingsplan Eulderinkweg 22. Toelichting. Voorontwerp-bestemmingsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Eulderinkweg 22. Toelichting. Voorontwerp-bestemmingsplan"

Transcriptie

1 Betemmingplan Eulderinkweg 22 Toelichting Voorontwerp-betemmingplan

2 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 2 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

3 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Betemmingplan Eulderinkweg 22 Toelichting Voorontwerp-betemmingplan Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Afdeling Betemmingplannen Oktober 2009 Behoort bij tek. nr betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 3

4 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 4 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

5 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer INHOUDSOPGAVE Hoofdtuk 1 Inleiding Functie en tatu betemmingplan Aanleiding en doel betemmingplan Eulderinkweg Ligging en begrenzing plangebied Geldende juridiche regelingen Betemmingplannen Voorbereidingbeluiten Betemmingplan Ueler E Leewijzer... 9 Hoofdtuk 2 Gebiedbechrijving Ruimtelijke karakteritieken en tructuur Algemene bechrijving van het plangebied Ruimtelijke tructuur Bodem, water en hoogte Functionele karakteritieken en tructuur Cultuurhitorie Hitoriche gebiedanalye Monumenten Archeologich erfgoed Hoofdtuk 3 Planologich beleidkader Rijkbeleid Nota Ruimte Nota "Menen, Wenen, Wonen" Provinciaal beleid Omgevingviie Overijel Omgevingverordening Overijel Regionaal beleid Agenda van Twente Gemeentelijk beleid Toekomtviie Enchede Ruimtelijke Ontwikkelingviie Enchede Herijking Ruimtelijke Ontwikkelingviie, Binnentadviie en Mobiliteitviie Woonviie Enchede Groentructuur Actieplan - GRAP Gid Buitenkan Hoofdtuk 4 Omgevingapecten Milieu Bodemkwaliteit Geluidhinder Bedrijven en milieuzonering Externe veiligheid Luchtkwaliteit Zoutwinning door AKZONobel betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 5

6 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 4.2 Waterhuihouding Archeologie Ecologie Hoofdtuk 5 Gewente ontwikkeling plangebied Ontwikkelingmogelijkheden volgen Gid 'Sprekend Enchede' Beeldkwaliteitplan Project Zorgboerderij Eulderinkweg Hoofdtuk 6 Juridiche planopzet Wet ruimtelijke ordening en RO Standaarden Planytematiek en betemmingmethodiek Algemeen Wijze van betemmen Flexibiliteit in betemmingplannen Indeling planregel Inleidende regel Betemmingregel Algemene regel Overgang- en lotregel Handhaving Hoofdtuk 7 Economiche uitvoerbaarheid...65 Hoofdtuk 8 Participatie Adviezen Vooroverleg Procedure Bijlagen...69 Bijlage 1 Verlag overleg ex artikel Bro Bijlage 2 Samenvatting en beantwoording zienwijzen Bijlage 3 Voorontwerp bouwplan Eulderink Bijlage 4 Akoetich onderzoek Het Eulderink d.d. 5 april Bijlage 5 Luchtkwaliteitonderzoek Bijlage 6 Bodemonderzoeken Het Eulderink Bijlage 7 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 Eelerwoude B.V. d.d Bijlage 8 Archeologich onderzoek Eulderinkweg 22 ADC ArcheoProjecten d.d. april Bijlage 9 Adviezen Staattoezicht op de Mijnen i.v.m. Zoutwinning AKZONobel d.d. 10 maart 2008 en 18 februari betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

7 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 1 Inleiding In dit hoofdtuk worden in het kort de functie en tatu van een betemmingplan bechreven, wordt toegelicht wat de aanleiding i om het betemmingplan Eulderinkweg 22 te maken en wat het doel van het betemmingplan i, wordt de ituering en de begrenzing van het plangebied bechreven, wordt een overzicht gegeven van de geldende juridiche regelingen en wordt een vooruitblik gegeven op de ret van deze plantoelichting. 1.1 Functie en tatu betemmingplan De ruimtelijke ordening heeft al doel zo guntig mogelijke voorwaarden te creëren voor het gebruik en de ontwikkeling van een bepaald gebied. Dit gebeurt door het toekennen van een betemming aan de gronden in het betemmingplan en het geven van regel voor het gebruik van de grond en van de zich daarop bevindende bouwwerken. Het betemmingplan i het juridich toetingkader, dat voor overheid en burger rechttreek bindende regel geeft. Met het betemmingplan kan de gemeenteraad bepalen welke inrichting en bebouwing en welk gebruik in het plangebied i toegetaan. Het betemmingplan i daarmee een intrument om de betemming, de inrichting en het beheer van gronden te regelen. Een betemmingplan geeft du antwoord op de vraag waar bijvoorbeeld winkel, horeca of bedrijven mogen komen, welke gronden zijn betemd voor openbaar groen of verkeerdoeleinden, maar bevat onder meer ook regel voor de maximaal toegetane hoogte en oppervlakte van bouwwerken. In die zin vervult het betemmingplan een centrale rol in het concretieren van ruimtelijk beleid. Het betemmingplan bevat een kaart of een daarmee vergelijkbare informatiedrager waarop de verchillende betemmingen zijn aangegeven, en regel ten aanzien van de bebouwing en het gebruik van de grond en de bouwwerken in verband met de betemming. Het plan gaat vergezeld van een toelichting met een uiteenzetting over de uitvoering van het plan en de ruimtelijk relevante kwaliteiteien. 1.2 Aanleiding en doel betemmingplan Eulderinkweg 22 In amenwerking met de JP van den Benttichting wil Holtdijk B.V. op de locatie Het Eulderink, gelegen aan de Eulderinkweg 22 te Enchede, een zorgboerderij realieren voor menen met een (lichte) vertandelijke en/of meervoudige beperking. De JP van den Benttichting i op zoek naar uitbreiding van huiveting voor haar cliënten. Er i behoefte aan een buitenlocatie. Deze huiveting i op bovengenoemde locatie gevonden. Het voorliggende betemmingplan beoogt voor het plangebied Eulderinkweg 22 een betemming te geven die overeenkomt met het gewente toekomtige gebruik al maatchappelijke voorziening in de vorm van een zorgboerderij. 1.3 Ligging en begrenzing plangebied De gemeente Enchede i ingedeeld in taddelen, wijken en buurten. Het gebied waarop het betemmingplan Eulderinkweg 22 betrekking heeft, i gelegen in het taddeel Wet, in het noordelijke deel van de Ueler E, en het plangebied maakt op dit moment deel uit van het buitengebied van Enchede. Het gebied waar het plan Eulderinkweg 22 wordt ontwikkeld i gelegen in de "wetkran" van de Ueler E (noord), en i gelegen aan de Eulderinkweg. Op circa 100 meter ten noorden van het plangebied bevindt zich de Geerdinkweg. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 7

8 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 1: Situatie plangebied 1.4 Geldende juridiche regelingen Betemmingplannen Voor het grootte gedeelte van het gebied van onderhavig betemmingplan Eulderinkweg 22 geldt momenteel: 1. Betemmingplan "Buitengebied 1996" (vatgeteld d.d , goedgekeurd d.d ), met de van toepaing zijnde herzieningen: 2. "Herziening 32 van het betemmingplan Buitengebied 1996" (Reparatieherziening n.a.v. uitpraak Raad van State d.d ) (vatgeteld d.d. 18 juli 2005, goedgekeurd d.d ); 3. "Herziening 38 van het betemmingplan Buitengebied 1996" (Herziening van de voorchriften n.a.v. het Toetingkader). 8 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

9 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Voorbereidingbeluiten Binnen het plangebied van het onderhavige betemmingplan "Eulderinkweg 22" i momenteel een voorbereidingbeluit van kracht (voorbereidingbeluit "Ueler E 2008"). Dit voorbereidingbeluit i door de gemeenteraad van Enchede genomen in zijn vergadering van 15 december 2008 en i in werking getreden op 19 december Het voorbereidingbeluit heeft tot doel het voorkomen van ongewente ruimtelijke ontwikkelingen. Het geldend betemmingplan biedt onvoldoende becherming en dient op korte termijn te worden herzien. 1.5 Betemmingplan Ueler E 2008 Het betemmingplan Eulderinkweg 22 wordt opgeteld voor een gebied dat op het moment van het optellen van het betemmingplan i gelegen in het buitengebied, maar waarvoor op dit moment het betemmingplan "Ueler E 2008" wordt voorbereid. In augutu 2008 i de tand van zaken zo, dat het vooroverleg over het betemmingplan "Ueler E 2008" i gevoerd, en dat het de verwachting i, dat het betemmingplan in het najaar van 2009 al ontwerp-betemmingplan ter inzage zal kunnen worden gelegd. Het plan voor de zorgboerderij Eulderinkweg 22 zal in het betemmingplan "Ueler E 2008" worden opgenomen. 1.6 Leewijzer Dit betemmingplan betaat uit een analoge en digitale verbeelding, regel en deze toelichting. De verbeelding en de regel vormen gezamenlijk het juridiche deel van het betemmingplan; in amenhang met elkaar gelezen, wordt duidelijk voor welke doeleinden gronden mogen worden gebruikt en of, en zo ja, onder welke voorwaarden mag worden gebouwd. Na een inleidend hoofdtuk, waarin ondermeer wordt ingegaan op de aanleiding en het doel van het nieuwe betemmingplan, volgt het inhoudelijke deel van deze toelichting met een bechrijving van de betaande ituatie (hoofdtuk 2). Zaken die daarbij aan de orde komen betreffen een ruimtelijke analye, een bechrijving van de ruimtelijke en functionele tructuur met de buurtkarakteritieken en de ruimtelijke kwaliteit. In het daarop volgende hoofdtuk 3 worden de beleidkader bechreven die bij het optellen van dit betemmingplan een rol hebben gepeeld. Het gaat daarbij om beleid van zowel het Rijk, de provincie, regio Twente al de gemeente zelf. Hoofdtuk 4 geeft aan op welke wijze met de divere omgevingapecten, waaronder de milieu-apecten rekening i gehouden. Aanluitend volgt een hoofdtuk waarin het plan inhoudelijk wordt bechreven. Daarbij wordt ingegaan op het project en de gewente gebiedontwikkeling (ruimtelijke en functionele hoofdtructuur). Hoofdtuk 6 bevat een verantwoording van de juridiche opzet. Hierbij wordt onder andere aandacht beteed aan de planmethodiek en worden de in het plan voorkomende betemmingen kort bechreven. In de laatte twee hoofdtukken wordt verlag gedaan van het onderzoek naar de financiële uitvoerbaarheid van het plan (hoofdtuk 7), en wordt de wijze bechreven waarop burger en maatchappelijke organiatie bij de voorbereiding van het betemmingplan zijn betrokken met de reultaten van het vooroverleg en de zienwijzenprocedure (hoofdtuk 8). betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 9

10 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 10 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

11 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 2 Gebiedbechrijving In dit hoofdtuk wordt een algemene bechrijving van het plangebied gegeven. Daarbij zal voornamelijk worden ingegaan op de huidige ruimtelijke tructuur met een bechrijving van de ruimtelijke kenmerken en buurtkarakteritieken. Het doel i het aanreiken van een kader waaraan ontwikkelingen in de wijk of buurt kunnen worden getoett. Uitgangpunt hierbij i dat de huidige ruimtelijke kwaliteiten worden gewaarborgd en zo mogelijk verterkt. 2.1 Ruimtelijke karakteritieken en tructuur Algemene bechrijving van het plangebied Het plangebied Eulderinkweg 22 i gelegen in het gebied de Ueler E. De Ueler E ligt ten zuidweten van de tad Enchede, aan de rand van het tedelijk gebied. De Ueler E i een e, die aan de zuidzijde van de Rijkweg A35 doorloopt. Het plan Eulderinkweg 22 ligt in het noordelijk deel van de Ueler E (in de wetkran). De aanleg van de A35 heeft de e gecheiden in een noordelijk en zuidelijk deel. Op de e wordt de A35 ruimtelijk nauwelijk ervaren vanwege de verdiepte aanleg, maar functioneel zijn noord en zuid van elkaar gecheiden. De Ueler E heeft al hoofdtructuur een driedeling, namelijk: de hoger gelegen open bolling en de lager gelegen wetkran en ootkran. In de kranen zijn de bebouwing en de weidegronden gelegen in een tructuur van greppel en boomingel. Op de open bolling zijn de akkerbouwgronden gelegen in een hoog gelegen en geheel open gebied. De groentructuur van de kranen i in de loop van de jaren verchraald en daardoor minder fijnmazig geworden. Momenteel heeft dit gebied de functie 'landelijk gebied' met voornamelijk een landbouwfunctie. Binnen het gebied zijn vooral aan de randen - in de wet- en ootkran - van het gebied enkele woningen en (voormalige) agrariche bedrijven, en andere bedrijfmatige en maatchappelijke functie aanwezig. De boerderijen zijn voor het overgrote deel niet meer al zodanig in functie. Onder de panden bevinden zich divere cultuurhitorich waardevolle panden, waarvan enkele panden zijn aangewezen al rijk- en gemeentemonument, zoal het pand Eulderinkweg 22, dat een rijkmonument i. Het betaande pand i een rijkmonument, met name vanwege de monumentale bovenkamer. Van belang i dat de gehele boerderij verwoet i, behalve de bovenkamer. Deze bovenkamer zal in het nieuwbouwplan al rijkmonument. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 11

12 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 2: Luchtfoto van de Ueler E met het plangebied Eulderinkweg 22 rechtonder (boven de A 35) Ruimtelijke tructuur De omgeving van het plangebied Eulderinkweg 22 heeft door zijn gebruikgechiedeni een zeer herkenbare tructuur. Er i een groot contrat tuen de openheid van de bolling en de gelotenheid van de kranen, met name van de wetkran, waar het plangebied voor de Eulderinkweg 22 zich bevindt. Er zijn enkele ruimtelijk fraaie en cultuurhitorich waardevolle cluter van bebouwing deel met en grotendeel zonder formele tatu in de wetkran van de Ueler E aanwezig Bodem, water en hoogte Geologie / geomorfologie en grondwater Het gebied de Ueler E, waar het plangebied Eulderinkweg 22 zich bevindt, i opgebouwd uit een keileemlaag, dekzandlagen, eerdgronden en veldpodzolgronden en beekeerdgronden. Hierbij horen wielende grondwatertanden. Enchede kent mede hierdoor zijn eigen waterproblematiek. In het algemeen verdroogt de bodem rond Enchede, echter door het topzetten van de textielindutrie met de daarbij behorende wateronttrekking i er plaatelijk veel wateroverlat. Voor meer informatie over de waterapecten zie paragraaf 4.2 (watertoet). Hoogtekaart Het gebied van de Ueler E i gelegen op een van oorprong al hoger gelegen tuwwal. De bolling van de e i door de jaren heen door het pottalyteem nog hoger komen te liggen. Het hoogte punt van de bolling van de e ligt op ongeveer 35,00 meter plu NAP. Rondom de bolling ligt de kran van de e. Naar het ooten loopt de kran af naar circa 32,50 meter boven NAP en in het weten en noorden naar circa 28,50 meter boven NAP. Dit zorgt voor een hoogteverchil in het gebied van circa 6,50 meter. 12 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

13 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 2.2 Functionele karakteritieken en tructuur Momenteel heeft het plangebied "Eulderinkweg 22" en de omgeving daarvan de functie 'landelijk gebied' met voornamelijk een agrariche functie. Rondom het plangebied zijn, in de wetkran van het gebied Ueler E, enkele woningen (voormalige agrariche bedrijven) en agrariche bedrijven aanwezig. 2.3 Cultuurhitorie Hitoriche gebiedanalye Het gebied Ueler E (noordelijk gedeelte) i gelegen in het ootelijke zandgebied. Dit gebied, de Ueler marke, wordt gekenmerkt door een terk verbrokkeld reliëf: op korte aftanden komen grote verchillen voor in hoogteligging, bodemtype en waterhuihouding. De Ueler E maakte ooit deel uit van een amenhangende reek van een rond Enchede. De e Een e i een bol liggend akkercomplex, omgeven door cluter van boerderijen met erfbeplanting in een kleinchalig houtwallenlandchap; de kran rond de e. Het akkercomplex, de bolling, vormt amen met de kran één ruimtelijk amenhangend geheel. De Ueler E i al heel lang een door menen bewoond gebied. De verhogingen in het landchap waren zeer gechikt voor bewoning door de guntige hydrologiche omtandigheden. Ook waren de gronden gemakkelijk te bewerken. Over de e zelf liepen enkele onverharde paden om de akker te kunnen bereiken. Om het land te bemeten brachten boeren plaggen en met op het land, waardoor langzaam een dikke bovengrond onttond. Door het eeuwenlang volgen van nagenoeg dezelfde productiewijze, het opbrengen van met, zijn open akkergronden teed hoger én herkenbaar 'bol' ten opzichte van de omgeving komen te liggen. Rondom het akkercomplex lagen erven, tallen, kleine weilanden en moetuinen. De kran van woonplaaten wa kleinchalig en dicht beplant met hoogopgaand groen. Binnen de kran waren in tegentelling tot de bolling, veel onverharde paden aanwezig met een grillig verloop. De beloten kran vormde een groot contrat met het open akkercomplex. Buiten de kran lagen de lagere en nattere weilanden, waar het vee werd geweid. Verkaveling betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 13

14 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Enederzettingen vormen een aanpaing aan gebieden met een onregelmatig reliëf, waar lecht beperkte, hogere en daardoor drogere delen van het terrein gechikt waren al akkerland. Die gechiktheid werd nog verterkt vanwege de grotere humurijkdom, veroorzaakt door de oorpronkelijke loofwoudvegetatie (bruine bobodem of moderpodzolen). Het graland lag in de meer uitgetrekte lagere terreindelen. Voor de bouw van boerderijen werd over het algemeen voor een ituering bij de gronden die het meet intenief in gebruik waren gekozen, du tuen akkerland en graland, daar waar water op bereikbare aftand of in de diepte kon worden gewonnen. Het oudte permanente akkerland moet trouwen meetal in een zone buiten de een worden gezocht, bij de betrekkelijk grote onregelmatig blokvormige en omwalde huikampen, waarop de oudte boerderijen zijn te vinden. Rond de e i een zone (kran) met zogenoemde huikampen aanwezig, waarop de boerderijen taan. De e i waarchijnlijk pa later in gebruik genomen. De bezitpreiding van het akkerland op de e i gering. Het ligt meetal geconcentreerd in de buurt van de boerderij. Dat wijt erop dat de hoeven ter plaate al aanwezig waren toen de e werd opgedeeld. Opvallend i de ééntrepige verkaveling, die eveneen met een individuele occupatie vanaf de randen in verband kan worden gebracht. Anderzijd werkte de regelmatige afhelling deze tructuur in de hand. Recente hitoriche ontwikkelingen Op de hitoriche kaarten van Enchede i de Ueler E duidelijk herkenbaar in het landchap aanwezig. Niet de Ueler E zelf, maar vooral de omgeving van de Ueler E i in de loop der tijd terk veranderd. In de periode waren de belangrijkte verbindingwegen voor de Ueler E noord-zuid georiënteerd. Uelo wa verbonden met Enchede via het noordelijke gedeelte van de e. Vrijwel parallel aan deze verbinding wa er ook een verbinding met Enchede via het zuidelijke gedeelte van de ekran met het Uelerveen. Aan de wetzijde van de e wa de kran groter dan aan de ootzijde, de zuid-ootzijde wa dan ook een moeraig gebied. Ten noorden van de e hadden de Ueler E en de Joink E een gemeenchappelijke kran. De Ueler E wa omgeven door een veengebied. In de eerte helft van de 20e eeuw veranderde het landchap rond de Ueler E ingrijpend. Ontginningen, ontwatering en kanaliatie van het veengebied bepaalden de koer voor een integrale ontwikkeling van het platteland. Een belangrijke ontwikkeling voor de Ueler E zelf, wa de opkomt van nieuwe mettechnieken ter vervanging van het oude pottalyteem en de komt van prikkeldraad in plaat van de ingel en houtwallen. Op bai van oude kaarten zijn de meet recente veranderingen in het gebied geanalyeerd. De meet in het oog pringende ontwikkelingen én veranderingen, die in de loop der tijd invloed hebben gehad op de Ueler E, zijn de: - Verdunning kran; - Veranderende wegentructuur; - Ruilverkaveling. 14 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

15 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 3: Enchede rond 1910 Verdunning kran De meet direct in het oog pringende verandering i het 'dunner' worden van de kran. Veel houtwallen en lanen zijn verdwenen, waardoor het landchap van de kran opener i geworden. Ook de kenmerkende 'aaneengeloten' beplanting rondom de bolling i grotendeel verdwenen. Hierdoor i vanaf de bolling een open zicht onttaan tot 'diep' in de kran. Het verdwijnen van deze karakteritieke beplanting direct rondom de bolling laat kran en bolling nu in elkaar overlopen, terwijl vroeger het contrat door deze beplanting ruimtelijk werd benadrukt. In de omgeving van het plangebied Eulderinkweg 22, de Ueler E, i in de loop der eeuwen het een en ander veranderd. De verandering met de meete impact op de bolling (ten noorden van de Haakbergertraat), wa de ruilverkaveling uit de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw. Niet alleen werden de malle kavel op de bolling amengevoegd tot een meer rationeel verkaveld gebied, ook de wegentructuur in het gebied zelf werd gewijzigd. Op de oude kaarten wa het centrale deel van de e meer compact en lag ten weten van de grote e nog een kleine e. Deze kleine e i ook nu nog, daar waar deze bolling in de kran ligt, herkenbaar in het landchap aanwezig. Bij de ruilverkaveling werden meer gronden, grenzend aan de wetzijde van de grote bolling, bij het akkercomplex op de bolling betrokken en bij de bolling mee verkaveld. Ook de oorpronkelijk aanwezige 'kleine e' i meegenomen in de rationele verkaveling van de bolling. De akkerbouwgronden op de bolling zijn ten weten van de oorpronkelijke bolling van de 'grote' e enigzin uitgebreid. Bij de ruilverkaveling i, vooral aan het noordelijke deel van de Ueler E, de oorpronkelijke wegentructuur op de e veranderd. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 15

16 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Monumenten Rijkmonumenten De bovenkamer van de (voormalige) boerderij Eulderinkweg 22 i aangewezen al rijkmonument. Uit een brief van de Rijkdient voor Archeologie, Cultuurlandchap en Monumenten (RACM) van 20 eptember 2007 (kenmerk RS ) aan Zwijnenberg Makelaar te Enchede blijkt, dat men tijden een bezoek van 7 eptember 2007 heeft gecontateerd, dat van de grote chuur / tal feitelijk niet meer overeind taat. In de winter van 2006 / 2007 wa ten gevolge van hevige neeuwval een boom op de boerderij gevallen. Hierdoor onttond een gevaarlijke ituatie en daarom werd er beloten om dit deel van de boerderij te ruimen. Verder werd tijden dat bezoek gecontateerd dat de bovenkamer nog grotendeel intact wa, maar dat daarvoor retauratiewerkzaamheden noodzakelijk waren. Verder werd gecontateerd dat zich op het erf een tweede tal bevindt. Deze tal i niet bechermd al rijkmonument, maar heeft wel degelijk monumentale waarden en moet al waardevol voor het boerenerf worden gewaardeerd. De zogenoemde redengevende omchrijving voor aanwijzing al rijkmonument i (monumentnummer 15291): "Het Eulderink". Boerderij van het Twente type, die zijn hoofdvorm goed bewaard heeft, maar in hoofdzaak van belang i door de gave bovenkamer. Betrating van veldkeitje, Muren opgetrokken op een Bentheimertenen plint." Omdat de bovenkamer nog grotendeel gaaf aanwezig i en geretaureerd kan worden zag de Rijkdient in eptember 2007 geen aanleiding om een procedure tot afvoering uit het monumentenregiter op te tarten. Aan het aangewezen rijkmonument i in dit betemmingplan geen juridiche betekeni op grond van de Wro toegekend. De becherming van deze objecten vindt plaat op grond van de Monumentenwet Bij de planvorming i uiteraard wel nauwkeurig rekening gehouden met de tatu van rijkmonument. Van belang hierbij i dat uit een bericht van mevrouw M. Kok van de Rijkdient voor Cultureel Erfgoed d.d. 29 juni 2009 blijkt dat er op bai van de toen bekende plannen voor de Rijkdient geen onoverkomelijke bezwaren betaan tegen de voorgenomen werkzaamheden en betemmingplanwijziging Archeologich erfgoed In het kader van de betemmingplanprocedure voor het betemmingplan "Ueler E 2008" i gecontateerd dat het gebied waar het plan Eulderinkweg 22 wordt ontwikkeld aangemerkt wordt al een gebied met belangrijke archeologiche waarden. Om die reden i er uitgebreid archeologich onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek i onder andere naar voren gekomen, dat het gebied waar de zorgboerderij Eulderinkweg 22 wordt gebouwd, i aangewezen al "Archeologich Onderzoekgebied A". Mede in verband met dit gegeven i met betrekking tot dit plan Eulderinkweg 22 nader archeologich onderzoek verricht. Hiervoor wordt verwezen naar Hoofdtuk 4, paragraaf 4.3 (Archeologiche paragraaf). 16 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

17 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 3 Planologich beleidkader Dit hoofdtuk bechrijft, voor zover van belang, het rijk-, provinciaal- en gemeentelijk ruimtelijk beleid. Naat de belangrijkte algemene uitgangpunten worden de pecifieke voor dit plangebied geldende uitgangpunten weergegeven. Het beleid i in dit betemmingplan afgewogen en doorvertaald op de plankaart en in de regel. 3.1 Rijkbeleid De belangrijkte bronnen waarin het rijkbeleid tot uitdrukking komt zijn de nota' over de ruimtelijke ordening, tructuurcheten, tructuurchema' en andere beleidbeliingen, die van belang zijn voor het nationaal ruimtelijk beleid Nota Ruimte Op achtereenvolgen 17 mei 2005 en 17 januari 2006 hebben de Tweede en Eerte Kamer der Staten-Generaal ingetemd met de Nota Ruimte Ruimte voor ontwikkeling. De Nota Ruimte i een trategiche nota op hoofdlijnen, waarin het nationaal ruimtelijk beleid zoveel mogelijk i ondergebracht. Uitwerkingen van deze Nota zijn onder andere de Nota Mobiliteit, de Agenda Vitaal Platteland, de Nota Pieken in de Delta en het Actieprogramma Cultuur en Ruimte. De Nota Ruimte bevat de viie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkte bijbehorende doeltellingen. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een terke economie, een veilige en leefbare amenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingvraagtukken die pelen tuen nu en 2020, met een doorkijk naar De tekt van de Nota Ruimte geldt al deel 4 van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid en vervangt de ruimtelijk relevante rijknota', te weten de PKB', behorend bij de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra en het Structuurchema Groene Ruimte. De Nota Ruimte i met het in werking treden van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 aangemerkt al tructuurviie zoal bedoeld in artikel 2.3 van die wet. De nota chept ruimte voor ontwikkeling uitgaande van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet' en verchuift het accent van het tellen van ruimtelijke beperkingen naar het timuleren van gewente ontwikkelingen. De nota onderteunt gebiedgerichte ontwikkeling. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid i ruimte te cheppen voor de verchillende ruimtevragende functie op het beperkte oppervlak dat on in Nederland ter bechikking taat. Meer pecifiek richt het zich hierbij op vier algemene doelen: verterking van de Nederlande economie en concurrentiepoitie, bevordering van krachtige teden en een vitaal platteland, waarborging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en waarborging van de veiligheid. In het reterende deel van deze paragraaf worden enkele belangrijke thema' uit de Nota Ruimte kort beproken. Bundeling van vertedelijking en infratructuur Het rijk wil vertedelijking en infratructuur zoveel mogelijk bundelen in nationale tedelijke netwerken, economiche kerngebieden en hoofdverbindingaen. Nationale tedelijke netwerken zijn grote(re) en kleinere teden, gecheiden door open ruimten. De amentellende teden en centra vullen elkaar aan en verterken elkaar, zodat zij amen meer te bieden hebben dan elk afzonderlijk. Het i uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de nationale tedelijke netwerken een nieuwe betuurlaag gaan vormen. De amenwerking tuen de overheden binnen het netwerk i vrijwillig, flexibel en pragmatich. Het Rijk verwacht dat de gemeenten afpreken hoe ze het bundelingbeleid zullen vormgeven, in overleg met de provincie en de WGR-pluregio'. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 17

18 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 4: Nationale ruimtelijke hoofdtructuur Twente i aangewezen al nationaal tedelijk netwerk. 'Bundeling van vertedelijking en infratructuur' en 'organieren in tedelijke netwerken' zijn de beleidtrategieën die het Rijk hanteert voor economie, infratructuur en vertedelijking. De daaruit afgeleide beleiddoelen zijn: ontwikkeling van nationale tedelijke netwerken en tedelijke centra, verterking van de economiche kerngebieden, verbetering van de bereikbaarheid, verbetering van de leefbaarheid en ociaal-economiche poitie van teden, bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de teden, behoud en verterking van de variatie tuen tad en land, aftemming van vertedelijking en economie met de waterhuihouding, en waarborging van de milieukwaliteit en veiligheid. Het i in de eerte plaat de verantwoordelijkheid van provincie en (amenwerkende) gemeenten om het generieke bundelingbeleid uit te werken en uit te voeren met het oog op pecifieke problemen en uitdagingen. Daarbij hecht het Rijk grote waarde aan amenwerking tuen gemeenten bij gemeentegrenovertijgende vraagtukken op het raakvlak van vertedelijking, economie en vervoer. Groen in om de tad Stadbewoner zoeken teed vaker 'groene' recreatiemogelijkheden in en om de tad. De mogelijkheden daartoe hebben echter geen gelijke tred gehouden met deze toename in de vraag: in de nationale tedelijke netwerken i de ontwikkeling van recreatievoorzieningen achtergebleven bij de vertedelijking. Het Rijk vindt het daarom van belang dat de betrokken overheden voldoende ruimte reerveren voor groengebieden en andere recreatiemogelijkheden om de tad, en dat duurzame recreatieve landchappen onttaan en worden behouden. Milieu en veiligheid Op het gebied van milieukwaliteit en veiligheid krijgen provincie en gemeenten meer ruimte voor lokaal en regionaal maatwerk. Het Rijk legt de baimilieukwaliteit vat in weten regelgeving en biedt kader waarbinnen de decentrale overheden hun eigen afwegingen kunnen maken. Wel i daarbij van belang, dat zij milieu- en veiligheidapecten vroegtijdig en geïntegreerd in de planvorming opnemen. 18 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

19 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Nota "Menen, Wenen, Wonen" In de Nota 'Menen, Wenen, Wonen' heeft het kabinet zijn viie op het wonen in de 21e eeuw neergelegd. Onder het motto 'Menen, Wenen, Wonen' telt de nota de burger centraal in het woonbeleid. Dat i nodig, want uit onderzoek i gebleken dat de woonwenen van de burger nog onvoldoende worden bediend. In de nota 'Menen, Wenen, Wonen' i verwoord dat het woonbeleid voor de komende 10 jaar zich richt op vijf kernopgaven, namelijk: 1. Vergroten van de zeggenchap over de woning en de woonomgeving. Op dit moment werkt de woningmarkt zodanig dat veel menen hun woonwenen onvoldoende kunnen honoreren. Om dit te verbeteren, moet de zeggenchap van zowel koper al huurder worden vergroot. 2. Kanen cheppen voor menen in kwetbare poitie. Bepaalde groepen in de amenleving dreigen de aanluiting te verliezen met de grote groepen die het momenteel voor de wind gaat. Het kabinet wil ook via het woonbeleid deze aanluiting behouden en verbeteren. 3. Bevorderen van wonen en zorg op maat. Het aantal menen dat zorg nodig heeft, neemt in de toekomt for toe. Het woonbeleid wil de ontwikkelingen bevorderen van op maat geneden woon- en zorgarrangementen, die nauw aanluiten bij de individuele behoefte en wenen van de zorgbehoevenden. 4. Verbeteren van de tedelijke woonkwaliteiten. De kwaliteit van het wonen in de teden blijft achter bij die elder in het land. Met het grotetedenbeleid en het Inveteringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) wordt de tedelijke woonkwaliteit verbeterd. De ambitie op dit gebied worden aanzienlijk verhoogd. 5. Tegemoet komen aan de groene woonwenen. Er i bij de burger een grote belangtelling om ruim en groen te wonen. Het woonbeleid richt zich op het faciliteren van deze woonwenen zonder dat daarbij natuurwaarden en ruimtelijke kwaliteiten worden gechaad. 3.2 Provinciaal beleid Het ruimtelijk beleid van de provincie Overijel komt vooral tot uitdrukking in de door Provinciale Staten vatgetelde Omgevingviie Overijel. Voorzover dit relevant wordt geacht, wordt in deze paragraaf ingegaan op het provinciale ruimtelijke beleid, zoal dat in de Omgevingviie tot uitdrukking komt Omgevingviie Overijel Op 1 juli 2009 i de nieuwe Omgevingviie Overijel door Provinciale Staten vatgeteld. De Omgevingviie Overijel verwoordt de ambitie en doeltellingen die van provinciaal belang zijn voor de ontwikkeling van de fyieke leefomgeving van de provincie Overijel. Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit zijn daarbij kernwoorden. De Omgevingviie biedt kader en geeft daarbinnen ruimte voor gemeenten, waterchappen, maatchappelijke organiatie en andere initiatiefnemer om ruimtelijke ontwikkelingen te realieren. De omgevingviie heeft de volgende tatu: Structuurviie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro); Regionaal Waterplan onder de (nieuwe) Waterwet en provinciaal Waterhuihoudingplan onder de Wet op de waterhuihouding tot de inwerkingtreding van de Waterwet; Milieubeleidplan onder de Wet milieubeheer; Provinciaal verkeer- en vervoerplan onder de Planwet Verkeer en Vervoer; Bodemviie in het kader van ILG-afpraak met het Rijk. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 19

20 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer De Omgevingviie betaat uit de volgende onderdelen: Ontwikkelingviie op de fyieke leefomgeving; Algemene bijlagen; Waterbijlage; Catalogu Gebiedkenmerken; Duurzaamheidbeoordeling / Plan-MER; Viie op de Ondergrond. De centrale beleidambitie voor de Omgevingviie Overijel i: "Toekomtvate groei van welvaart en welzijn met een verantwoord belag op de bechikbare natuurlijke voorraden". De provincie Overijel wil met deze hoofdambitie uitdrukken, voorbereid te zijn op de toekomt door te voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor de toekomtige generatie in gevaar te brengen (duurzaamheid). De provincie wil de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving verbeteren, met het oog op een goed vetigingklimaat, een goede woonomgeving en een fraai buitengebied. Juit in deze tijd i het belangrijk om een inpirerende ontwikkelingviie voor Overijel naar buiten te brengen. De rode draden duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit zijn in de Omgevingviie zowel gebiedgericht al per beleidthema nader ingevuld. Het gebiedgerichte deel betaat uit ontwikkelingperpectieven. Deze ontwikkelingperpectieven zijn richtinggevend voor de ruimtelijke functionele ontwikkelrichting voor de verchillende gebieden in de provincie. Daarbinnen i al hoofdopdeling gekozen voor de Groene Omgeving (buitengebied) en de Stedelijke Omgeving (teden, dorpen, en hoofdinfratructuur). Het beleidmatige deel i volgen deze hoofdindeling uitgewerkt en wordt behandeld aan de hand van negen thema', namelijk: Woonomgeving; (Binnen-)teden en landchap; Veiligheid en gezondheid; Economie en vetigingklimaat \ Bereikbaarheid; Energie; Natuur; Waterytemen en klimaat; Ondergrond. Duurzaamheid Volgen paragraaf van de Omgevingviie "dient Duurzaamheid te worden gerealieerd door een tranparante en evenwichtige afweging van ecologiche, economiche en ociaal-culturele beleidambitie". Een aantal vraagtukken i voor een duurzame ontwikkeling van de provincie Overijel dermate cruciaal, dat deze in de uitvoering van de Omgevingviie het grootte gewicht krijgen. Het gaat hierbij om: Robuute natuur: realiatie biodiveriteit middel de EHS met verbindingzone, Nationale Parken en Natura 2000-gebieden; Behoud landchapwaarden door ontwikkeling in Nationale Landchappen; Waterveiligheid: ruimte voor de rivieren en kleinere waterytemen; Ontwikkelingmogelijkheden voor chaalvergroting en -verbreding van de landbouw, onder voorwaarde van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik; Zuinig ruimtegebruik door hertructurering van bedrijventerreinen; Zuinig ruimtegebruik door hertructurering en hoogwaardige ontwikkeling van woongebieden; Realiatie van een terke hoofdinfratructuur voor bereikbaarheid en doortroming (weg, poor, fiet, water) om kanen te bieden voor het leefmilieu op andere plaaten; Bevorderen duurzame vervoerwijzen voor peronenvervoer, openbaar vervoer, en fiet, en voor goederenvervoer over water en poor; Tranitie naar duurzame energiehuihouding en vermindering van de CO 2 -uittoot (Energiepact Overijel); Bevorderen van een gezond en veilig leefmilieu: terugdringen gezondheidverlie door milieubelatingen (lucht, geluid, geur, externe veiligheid); Bevorderen van een balan tuen gebruik en becherming van de ondergrond. 20 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

21 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Lagenbenadering De provincie gaat in haar omgevingviie uit van een lagenbenadering. De provincie ondercheidt vier lagen: de natuurlijke laag, de laag van het agrariche cultuurlandchap, de tedelijke laag en de "lut- en leiure" laag. Ontwikkelingperpectieven De provincie Overijel heeft de ontwikkelingperpectieven ingedeeld in ontwikkelingperpectieven voor de Groene omgeving en die voor de Stedelijke omgeving. Voor de Groene omgeving wordt een ondercheid gemaakt in: Realiatie van de groene en blauwe hoofdtructuur; Buitengebied accent veelzijdige gebruikruimte. Voor de Stedelijke omgeving wordt een ondercheid gemaakt in: Steden al motor; Dorpen en Kernen al veelzijdige leefmilieu; Hoofdinfratructuur: vlot en veilig; Met de Groene omgeving wordt volgen de Omgevingviie gedoeld op het grondgebied buiten teden, dorpen en hoofdinfratructuur. In de Omgevingviie wordt uitgebreid ingegaan op de zogenoemde tadrandgebieden. Met name de Wetkran van de Ueler E i zo'n tadrandgebied. Het i in dit gebied dat het plan Eulderinkweg 22 wordt gerealieerd. In de Omgevingviie wordt opgemerkt, dat het vormgeven van tadrandgebieden al entree van zowel de Groene en de Stedelijke omgeving een belangrijk kwaliteitdoel i. Specifiek hierop toegeneden nieuwe woon- en werkmilieu kunnen worden ingezet ter verterking van de landchappelijke tructuur in deze gebieden. Ontwikkelingen in tadrandgebieden moeten gepaard gaan met ubtantiële inveteringen in de ruimtelijke kwaliteit en beleefbaarheid. In deze gebieden wordt de functie al "uitloopgebied" voor de tad verterkt door de verdichting van het routenetwerk voor langzaam verkeer. Ook recreatieve functie en culturele voorzieningen kunnen op pecifieke plekken in de tadranden de kwaliteit en de aantrekkelijkheid verhogen. Toerime en vrije tijd De provincie chrijft in paragraaf (blz. 155) van de Omgevingviie, dat de Stad- en dorpranden de entree tot de Groene omgeving en vice vera vormen. Hier dient aandacht te worden gegeven aan wandel- en fietroute. In deze tadrandgebieden zijn ook mogelijkheden voor divere recreatiemogelijkheden en bijzondere voorzieningen. Cultureel erfgoed De ambitie van de provincie i het behoud en verterken van het cultureel erfgoed (monumenten, indutrieel en agrarich erfgoed). De hoofdlijn van beleid in dezen i dat het cultureel erfgoed een integraal onderdeel i van ruimtelijke plannen. Werk wordt gemaakt van voorlichting over en bewutworden van de waarde van het erfgoed. De provincie kiet voor een ontwikkelinggerichte trategie door het cultuurhitoriche erfgoed te verbinden met de hedendaage amenleving en de uitdagingen en opgaven waar we in Overijel voor taan (blz. 158). De provincie Overijel zet in op een integrale benadering van het cultureel erfgoed in ruimtelijke projecten. De uitdaging ligt daarbij niet zozeer in het behoud op zichzelf, maar in het vinden van een functie en een betaanbai die aanluiten bij de eien van de huidige amenleving. Daarom timuleert de provincie tranformatie en hergebruik van erfgoed, zoal het indutrieel erfgoed, dat zich veelal in teden en dorpen bevindt. De provincie bevordert dat het erfgoed wordt ingezet in ruimtelijke ontwikkelingen. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 21

22 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Omgevingverordening Overijel Tegelijk met de Omgevingviie Overijel i ook de Omgevingverordening Overijel vatgeteld. Deze Omgevingverordening i op 1 eptember 2009 in werking getreden. In de omgevingviie i aangegeven welke onderwerpen in de Omgevingverordening zijn opgenomen. De omgevingverordening i daarmee een uitwerking van de omgevingviie. De Omgevingverordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de doorwerking van het beleid van de Omgevingviie juridich geborgd moet zijn. De Omgevingverordening voorziet ten opzichte van de Omgevingviie niet in nieuw beleid en i daarmee du beleidneutraal. De inzet van de Omgevingverordening al juridich intrument om de doorwerking van provinciaal beleid af te dwingen en i beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regel noodzakelijk i om provinciale belangen veilig te tellen of om doorvoering te geven aan wettelijke verplichtingen In Hoofdtuk 2 van de Omgevingverordening i het ruimtelijke deel van de verordening te vinden. Dit deel richt zich tot de gemeenteraden en bevat intructie over de inhoud van en de toelichting op de betemmingplannen. 3.3 Regionaal beleid Agenda van Twente De Agenda van Twente i een door de Regio Twente vatgeteld ontwikkelingprogramma met een looptijd van circa tien jaar dat door de regio in amenwerking met de provincie Overijel en de Twente gemeenten wordt uitgevoerd. De Agenda van Twente bundelt regionale beleidviie, zoal het Regionaal Economich Ontwikkelingplan, het Regionaal Mobiliteitplan en het Betuurlijk Manifet "Wij zijn Twente", en divere projecten. Met de Agenda van Twente wordt beoogd de Twente ambitie op ociaaleconomich en ruimtelijk terrein gezamenlijk te realieren met al uiteindelijk doel een productief en welvarend Twente tot tand te brengen, waar het prettig wonen, werken en recreëren i. De ambitie zijn vertaald in concrete doeltellingen, die moeten worden gerealieerd op bai van een viertal programma', zijnde: Menen in Twente, gericht op het welbevinden van menen; Werken in Twente, gericht op het verterken van duurzame werkgelegenheid; Twente lang alle wegen, gericht op betere bereikbaarheid en mobiliteit; Landgoed Twente, gericht op een betere benutting van landchappelijke kwaliteit, een goede ruimtelijke ordening, een aantrekkelijk woonklimaat en inveteren in recreatie en toerime. De programma' betaan uit projecten en een financieringtrategie. 3.4 Gemeentelijk beleid Het ruimtelijk beleid van de gemeente Enchede i in verchillende beleidtukken vatgelegd. In deze paragraaf wordt ingegaan op de Toekomtviie Enchede 2020, de Ruimtelijke ontwikkelingviie Enchede 2015, de Herijking Ruimtelijke Ontwikkelingviie, Binnentadviie en Mobiliteitviie, de Kantorennota, beleid m.b.t. Bedrijventerreinen, het Detailhandelbeleid (Detailhandeltructuurviie), het Groentructuur Actieplan (GRAP), het Mobiliteitplan , en de Gid Buitenkan. 22 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

23 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Toekomtviie Enchede 2020 Op 17 december 2007 heeft de gemeenteraad van Enchede de Toekomtviie Enchede 2020 vatgeteld. De Toekomtviie Enchede 2020 beoogt richting te geven aan het gemeentelijk beleid tot Dat betekent dat zij in ieder geval aan twee kenmerken moet voldoen: zij moet richting geven en zij moet inpireren. Volgen de Toekomtviie dient er voor worden gezorgd, dat Enchede in 2020: Een zeer terke centrumpoitie heeft in de Euregio met groottedelijke allure en top culturele uittraling; Een zeer terke werkgelegenheidfunctie heeft in de Euregio en een goed opgeleide beroepbevolking; Groen en duurzaam onlomakelijk verbonden heeft met het leven in Enchede; Sociale tijging en binding heeft gerealieerd voor haar bewoner; Het imago heeft van Europee kennitad. Meer concreet geeft de Toekomtviie jaarlijk richting aan het optellen van de Kadernota, die weer richting geeft aan het optellen van de programmabegroting. Ofwel: de Toekomtviie i de top van de gemeentelijke beleidpiramide. Een top die tot 2020 behouden blijft, waarbij de bai jaarlijk wordt gewijzigd. De Kadernota 2008 i op 2 juli 2007 door de gemeenteraad vatgeteld. Deze i uitgewerkt in de programmabegroting , die op 12 november 2007 door de gemeenteraad i vatgeteld. In beide documenten werken veel van de ambitie uit de Toekomtviie door. De debatten over de Toekomtviie waren immer volop aan de gang ten tijde van het optellen van de Kadernota. De drie trategiche opgaven die in deze documenten zijn uitgewerkt: "Enchede werkt", "Stad Enchede" en "On Enchede" zijn dan ook een eerte belangrijke tap in de realiatie van de Toekomtviie Ruimtelijke Ontwikkelingviie Enchede 2015 De nota "Enchede biedt ruimte voor de toekomt" i een ruimtelijke ontwikkelingviie tot 2015, met een doorkijk tot De viie biedt een kader voor duurzame ontwikkelingen op de lange termijn. Deze ruimtelijke ontwikkelingviie i tot tand gekomen in nauwe wielwerking met de Toekomtviie Enchede 2010, die het integrale programma voor de economiche, fyieke en ociale tructuurverterking van de tad voor de komende jaren omvatte. De Ruimtelijke Ontwikkelingviie 2015 i door de gemeenteraad van Enchede vatgeteld op 3 juli Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe Ruimtelijke Ontwikkelingviie (Ruimtelijke Ontwikkelingviie ), die zal worden vatgeteld al tructuurviie zoal bedoeld in artikel 2.1 van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening. De Ruimtelijke Ontwikkelingviie Enchede 2015 heeft de volgende hoofddoeltellingen: het ombuigen van de cheefheid in de bevolkingamentelling: de ondervertegenwoordiging van hoge inkomengroepen; het verterken van de kernkwaliteiten van de tad: Enchede groene woontad, moderne werktad en Euregionale voorzieningentad; het waarborgen van een duurzame ontwikkeling. Deze doeltellingen voor de lange termijn zijn nader uitgewerkt en geconcretieerd in een aantal bouwtenen voor de ruimtelijke ontwikkelingviie. Voor de toekomt moet het vizier vooral worden gericht op verterking en herinrichting (hertructurering) van het betaande tedelijke gebied. Zowel in het binneningelgebied al in een aantal wijken daarbuiten zullen ingrijpende veranderingen plaatvinden om Enchede al woon- en werktad aantrekkelijk te houden. Vanuit dit perpectief moeten plannen die voor de komende tijd op het programma taan zoveel mogelijk in de betaande tad worden gerealieerd. Het betaande tedelijke gebied kent globaal drie ringen of gordel: het binneningelgebied, de voornamelijk vooroorloge taddelen en de naoorloge taddelen. In de toekomt zullen deze ringen door electieve ingrepen nog meer worden aangecherpt en verrijkt. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 23

24 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Herijking Ruimtelijke Ontwikkelingviie, Binnentadviie en Mobiliteitviie D.d. 22 juni 2009 i de Herijking Ruimtelijke Ontwikkelingviie, Binnentadviie en Mobiliteitviie vatgeteld door de gemeenteraad. De viie biedt richting en leidraad, uitdaging en ruimte voor het ontwikkelen van bijzondere projecten. Het ligt in de bedoeling om in de tweede helft van 2009 de viie te vertalen in een tructuurviie, conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Volgen de Herijking Ruimtelijke Ordeningviie kan het buitengebied van Enchede helpen pecifieke woonwenen binnen het groen wonen te realieren. Voor de woonconument die niet de wijken en buurten wil opzoeken (zoal Vaneker, Brunink, of Echmarke), maar wel groen wil wonen en een middeldure of dure woning zoekt, kan het buitengebied ruimte bieden. De nadruk ligt hierbij op "kan", omdat het buitengebied zulke kwetbare plekken kent waar de gemeente geen nieuwe woningen went. Maar er zijn ook plekken in het buitengebied die kwaliteit mien en een impul kunnen gebruiken. Woningen zullen olitair of in kleine plukje onder de voorwaarden van de Gid Buitenkan gepland worden. De viie Wonen i: realiatie van gemiddeld 600 woningen per jaar, waarvan circa 200 vervanging, in de periode ; waarvan 60% (circa 5.500) in tedelijk wonen en 40% (circa 3.500) in groene wonen; levenloopbetendige en energie-arme woningen bouwen voor een duurzaam woningarenaal; realiatie van woningen in groene milieu in de betaande tad en circa in de Echmarke, Brunink, en Vaneker; realiatie van maximaal 500 woningen in de tadrand / het buitengebied in de periode met inachtneming van de criteria uit de Gid Buitenkan en de methode landchapbouw, zonder de verplichting om grootchalige natuurontwikkeling van 10 ha, maar gericht op het verterken van de landchappelijke kwaliteit. Volgen de viiekaart op blz. 26 i het gebied de Ueler E al werkterrein met de aanduiding C aangewezen. De indeling ABCD van bedrijventerreinen van 15 ha en meer i al een nieuwe methodiek aangewezen in het Materplan Enchede-Wet. Bij A en B bedrijven ligt het accent op productiviteit, bij C en D bedrijven ligt het accent op imago en werknemer. De viie werken i: Bedrijventerreinen beheren en ontwikkelen conform de ABCD-indeling; Nieuwe bedrijventerreinen en categorie C ontwikkelen; ABCD-methodiek regionaal uitdragen; Werken aan hui meer mogelijkheden bieden. Voor het Groen biedt de Herijking Ruimtelijke Ontwikkelingviie nieuwe kanen. Daar waar de ruimte en de rut het toelaten en daar waar de recreanten het verwachten, daar wil de gemeente ruimte bieden aan nieuwe vormen van vrijetijdbeteding. Met op een beperkt aantal plekken mogelijk nieuwe bebouwing ala er geen bebouwing bechikbaar i of bechikbaar kan worden gemaakt. De gemeente wil hierbij de criteria en de landchapbouw van de Gid Buitenkan de leidraad laten zijn zonder de verplichting van grootchalige natuurontwikkeling, maar wel de ei om tot een verrijking van het landchap te komen. De viie op Groen i: Definiëren van de Lokale Ecologiche Hoofdtructuur; Ontwikkelen kanrijke blauwe ader; Ontwikkelen "zontructuur": radiaal netwerk van langzaam verkeerroute over betaande wegen die aantakken op het "rondje Enchede" en eindigen in attractiepunten; Attractiepunten lang "zontructuur" en rondje Enchede mogelijk maken door middel van rood voor groen Realiatie van PR2: Park, Ride en Recreation. 24 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

25 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Woonviie Enchede Het tedelijk kader voor wonen i vatgelegd in het trategich programma wonen en i nader uitgewerkt in de Woonviie. Op het gebied van wonen pelen verchillende ontwikkelingen: de gemeente Enchede wil de tructuur van de tad verterken door meer hogere inkomengroepen vat te houden en aan te trekken; tegelijkertijd zorgen ontwikkelingen in de markt voor een druk op het realieren van vooral goedkope woningen. In de Woonviie wordt een tweetal hoofddoeltellingen ondercheiden: het leveren van een bijdrage aan het verterken van de ociaal-economiche poitie van Enchede; het vergroten van de woonkwaliteit voor alle inwoner, waarbij de wenen van de conument centraal taan. Deze doeltellingen zullen gerealieerd worden via vijf beleidlijnen: turen op trategiche aanpaing van de voorraad; aandacht voor kwetbare groepen; werken aan woonkwaliteit voor nu en trak; vergroten van de invloed van woonconumenten; amenwerken aan wonen. Belangrijk uitgangpunt voor het gemeentelijk woonbeleid i de tedelijke doeltelling tructuurverterking. Daarom zijn percentage geteld aan de te realieren egmenten in de nieuwbouw. Gemiddeld over de tad mag per jaar maximaal 20% van de nieuwbouwproductie goedkoop zijn (huur < 525,- per maand, koop < ,-), 30% middelduur (huur > 525,-, koop , ,-) en minimaal 50% duur (huur > 525,-, koop > ,-). Daarnaat moeten jaarlijk 150 kavel worden aangeboden. Binnen dit programma moet wel voldoende ruimte zijn voor de menen met een kleinere beur, die nu al in de gemeente wonen. Alle nieuwbouwwoningen en de woonomgeving moeten voldoen aan het baipakket van Woonkeur en het plupakket veiligheid. Wonen en zorg Op 26 januari 2004 hebben gemeenten, corporatie, zorg- en welzijnaanbieder en zorgkantoor het convenant wonen, welzijn en zorg ondertekend. Hierin i al miie neergelegd dat alle burger, in het bijzonder kwetbare burger, kunnen bechikken over adequate huiveting, welzijn en zorg, in een omgeving die leefbaar en veilig i. De aandacht gaat in het kader van wonen, welzijn en zorg derhalve uit naar ouderen, lichamelijk en vertandelijk gehandicapten, menen met pychiche beperkingen, allochtonen, dak- en thuilozen, verlaafden en ex-gedetineerden. Het aandeel ouderen op de woningmarkt zal, al gevolg van de vergrijzing, de komende jaren terk toenemen. Ook de door velen geuite wen om langer zelftandig te wonen leidt hiertoe. Deze wen betaat niet alleen bij ouderen maar ook bij jongere menen met lichte of zwaardere lichamelijke, vertandelijke of pychiche beperkingen, die voorheen al dan niet in intellingen verbleven. De amenleving zal, meer dan nu, menen kennen die met lichte of zwaardere beperkingen, zoveel mogelijk zelftandig willen wonen en maatchappelijk actief zijn. Dit telt eien aan het aanbod van woningen, aan de woonomgeving en aan voorzieningen in de directe omgeving. De vraag en het aanbod naar nultreden- en levenloopbetendige woningen i geïnventarieerd. De vraag i veel groter dan het aanbod. Bij (ver)nieuwbouwplannen moet invulling worden gegeven aan deze vraag. De Woonviie Enchede Werken aan Wonen i door de gemeenteraad van Enchede op 27 juni 2005 vatgeteld. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 25

26 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Groentructuur Actieplan - GRAP Op 27 juni 2005 heeft de gemeenteraad van Enchede het Groentructuur-actieplan (verder: GRAP) vatgeteld. Uniek aan dit plan i dat het behalve een beleidviie ook een uitvoeringprogramma i. Het GRAP initieert en timuleert de uitvoering van groenprojecten in de tad Enchede. De ambitie om het groene karakter van Enchede verder te verterken blijft uitgangpunt. Het GRAP gaat in op de toekomt van het openbaar groen op tedelijk niveau en de relatie van het groen met het omringende landchap. Gekeken i hierbij naar een drietal belangrijke functie die het groen in de tad kan hebben, te weten: de gebruikmogelijkheden voor bewoner en bezoeker; de ecologiche (verbinding)waarde; de ruimtelijke kwaliteit en de tructurerende betekeni. Het behouden, verterken en ontwikkelen van deze functie i de doeltelling van het gemeentelijk groenbeleid voor de komende jaren. De functie van het groen zijn in principe gelijkwaardig, maar welke functie hierin de meete aandacht krijgt i afhankelijk van de ituatie. De gebruikwaarde van het groen peelt een teed belangrijkere rol. Het GRAP i gericht op aanvulling, recontructie en vervanging van groen dat tot de hoofdtructuur van de tad behoort. Dat zijn de in het GRAP benoemde wiggen, tadranden, lijnvormige elementen, bijzondere groengebieden en het zogenaamde 'GRAPwaardige' wijkgroen. De viie op het groen in de tad i op hoofdlijnen dezelfde gebleven. Ten opzichte van de vorige periode i er wel prake van een verchuiving; voorheen werd met name geïnveteerd in de ingel, radialen en de tadparken, in de komende periode wordt het accent gelegd op projecten in de wiggen, tadranden en het groen in de wijken. De voorkeur voor nieuwe uitvoeringprojecten in de komende periode wordt zichtbaar in de cenario' Land in de Stad en Buiten in de Buurt. In het cenario Land in de Stad wordt ingezet op viieontwikkeling en uitvoering van projecten in de wiggen, de verbetering van de beleving en het gebruik van de tadranden en het voltooien van de bomentructuur van ringen en radialen. In het cenario Buiten in de Buurt worden bewoner en marktpartijen uitgedaagd om amen met de gemeente te werken aan de kwaliteit van de woonomgeving. Met name de buurten met een ociaal-fyieke achtertand (de zogenaamde hotpot) verdienen een kwaliteitimpul. Het GRAP geeft niet alleen een amenhangend toekomtbeeld van het openbaar groen in hoofdlijnen, maar reikt tegelijk de intrumenten aan waarmee dit kan worden bereikt. In die zin i het plan richtinggevend en kadercheppend en i teven een toetingkader voor plannen op het gebied van de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling in Enchede. Het GRAP heeft tot taak de kwaliteit en identiteit van het groen in de toekomt te waarborgen en te verbeteren. Wiggen Enchede kent een tructuur van tedelijke vinger met groene wiggen, waardoor het buitengebied tot ver in de tad door loopt. De betekeni van de wiggen voor de tad i groot: de wiggen zorgen voor tructuur en afwieling; de wiggen garanderen een groot raakvlak tuen tad en buitengebied. Dit heeft een poitieve invloed op de kwaliteit van de leefomgeving. Door de wiggen zijn natuur en landchap toegankelijk en worden recreatiemogelijkheden dicht bij hui geboden; de wiggen brengen de natuur tot ver in de tad. Ze zijn belangrijk voor de wijken voor de wijken. De doeltelling i om de wiggen te behouden en waar mogelijk te verterken of te ontwikkelen. Een invulling met kwalitatief hoogwaardige en duurzame groene betemmingen en gebruikmogelijkheden ten behoeve van bewegen, recreatie en pelen i hiervoor noodzakelijk. De tedelijke druk op de wiggen blijft een knelpunt. Om het landchappelijk karakter te behouden, wordt andere aanvullende bebouwing in de wiggen alleen toegetaan wanneer dit de beoogde groene invulling en de gebruikmogelijkheden verterkt. 26 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

27 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Stadranden Confrontatie tuen tad en land leveren naat beperkingen ook kanen op. Op ommige plekken moeten tadranden beleefbaar en bruikbaar zijn. Andere plekken verdienen een helder vormgegeven gren of juit een diffue overgang waarin de tad en het landchap met elkaar zijn verweven. Afhankelijk van de ituatie kan de keuze worden gemaakt voor een bepaalde vormgeving van de rand. Ondercheidend i hierbij de overgang tuen 'binnen en buiten'. Twee uiterten zijn de harde rand (zowel viueel al functioneel een abrupte overgang) en de zachte rand (zowel viueel al functioneel een geleidelijke overgang van binnen naar buiten en vice vera). Ook de betemming van de tad ter plaate van de tadrand i bepalend voor het type rand en du voor de viie. Een tadrandviie voor een woonwijk verchilt bijvoorbeeld van een tadrandviie voor een bedrijventerrein. In het GRAP worden drie tadranden ondercheiden: de woonrand, de werkrand en de gebruikrand. Door gericht te inveteren in de tadrandzone wordt op tal van plekken het landchap vanuit de tad beter toegankelijk en beleefbaar Gid Buitenkan De Gid Buitenkan i d.d. 23 juni 2008 door de gemeenteraad vatgeteld. Deze gid i opgeteld om meer mogelijk te maken in het buitengebied en tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De Gid betaat uit drie onderdelen: 1. Een werkmethode, die aangeeft hoe initiatieven door de gemeente worden behandeld; 2. Een hoofdtuk over ruimtelijke kwaliteit: hoe paen initiatieven het bete in het landchap; 3. Beleidkader voor een aantal onderwerpen, zoal "rood voor rood", nieuwe landgoederen, rood voor groen, en nieuwe functie in leegtaande agrariche bedrijfgebouwen. Voormalige agrariche bedrijfgebouwen (VAB) Voor een "waardevolle chuur gelegen op een erf" zijn volgen de Gid Buitenkan de toegetane VAB-functie: wonen, werken, recreatie en toerime, mit er geen aantating van de karakteritieke waarden van de chuur en het karakter van het erf plaatvinden. Een woon- of zorgfunctie wordt lecht dan toegekend, indien het een karakteritieke chuur betreft, met een bouwjaar eerder dan 1945, en met een minimale inhoud van 450 m³. De churen die niet hergebruikt worden moeten afgebroken worden, tenzij zij van belang zijn voor het erfkarakter of een agrariche functie blijven houden. Na toekenning van een woonof zorgfunctie wordt in het betemmingplan vatgelegd, dat de karakteritieke chuur niet mag worden uitgebreid en opgenomen dient te worden op de gemeentelijke monumentenlijt. Afbraak gevolgd door nieuwbouw bij Voormalige agrariche bedrijfgebouwen (VAB) Afbraak gevolgd door nieuwbouw op hetzelfde erf ten behoeve van een VAB-functie i mogelijk indien de ruimtelijke kwaliteit daarmee i gediend of wanneer dat noodzakelijk i vanwege functionele of bouwtechniche redenen. Sloop gevolgd door nieuwbouw moet in elk geval leiden tot een verterking van de ruimtelijke kwaliteit. Daarbij kan de ruimtelijke kwaliteit vragen om een ubtantiële reductie van het bouwvolume. Afbraak van beeldbepalende, cultuurhitoriche en karakteritieke gebouwen en van gebouwen die van eentiëel belang zijn voor het karakter van een erf zijn niet toegetaan. Woonfunctie Een woonfunctie i mogelijk voor de betaande dientwoning en voor een waardevolle chuur op een erf, voorzover daardoor de karakteritieke waarden van die waardevolle chuur en het karakter van een erf niet worden aangetat. Het gehele waardevolle gebouw mag worden gebruikt voor een woonfunctie. Ook bij de dientwoning mag het gehele gebouw waarvan de dientwoning deel uitmaakt worden gebruikt voor de woonfunctie. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 27

28 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Stadranden Volgen de Gid Buitenkan (blz. 48) gaat er peciale aandacht uit naar het overganggebied van tad en land. De randen van de tad zijn belangrijk voor de beleving van Enchede, zowel van het buitengebied al van de tad zelf. Onder het begrip tadrand wordt gevat alle plekken, waar de bebouwing overgaat naar het landchap, ook binnen de bebouwde kom, de zogenaamde groene wiggen. Hier liggen extra ruimtelijke knelpunten en opgaven, ook vanuit de tad. Het gaat om de intenivering van het recreatief gebruik en de recreatieve ontluiting, de verbetering van de overgang tad-land en het creëren van een aantrekkelijke groene omgeving in de nabijheid van de tad. In een directe cirkel van 500 meter rondom de tad i het bouwen met de methode landchapbouw gemakkelijker gemaakt dan in het overige buitengebied. Dit wordt hier "rood voor groen" genoemd. Terwijl in het overige buitengebied voor de aanleg van nieuw landgoed 10 of 15 ha nodig i, i dit voor "rood voor groen" in de tadrand 5 ha. Voorwaarde hierbij i dan wel, dat er een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het verwezenlijken van de doeltellingen voor de tadrand. De kwaliteit van de tadrand kan worden verbeterd door het creëren van terke groene wanden die het tedelijke gebied aan het zicht onttrekken. 28 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

29 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 4 Omgevingapecten Het vattellen of wijzigen van een betemmingplan kan gevolgen hebben voor de belangen van natuur en milieu, voor cultuurhitoriche, landchappelijke en archeologiche waarden, de waterhuihouding en andere waarden. De ruimtelijke ordening moet nadrukkelijk rekening houden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu en de beperkingen die milieuapecten opleggen. Een goede ruimtelijke ordening vereit dat aandacht wordt beteed aan de divere relevante milieuapecten die bij ruimtelijke afwegingen een belangrijke rol pelen. Het betuurorgaan dient bij de voorbereiding van een betemmingplan daarom te onderzoeken welke waarden bij het plan in het geding zijn en wat de gevolgen van het plan zijn voor deze waarden. In dit hoofdtuk wordt aan deze omgevingapecten nader aandacht beteed en worden de reultaten van het onderzoek bechreven. 4.1 Milieu De ruimtelijke ordening moet nadrukkelijk rekening houden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu en de beperkingen die milieuapecten opleggen. De aftemming tuen ruimtelijke ordening en milieu i voor een deel verankerd in beleid, wet- en regelgeving. In de praktijk i het betemmingplan een belangrijk intrument voor een integrale aftemming tuen milieuapecten en de ruimtelijke ordening en het doorvertalen van ruimtelijk relevante onderdelen van het milieubeleid. Binnen het plangebied pelen divere milieuapecten een rol, onder andere vanwege de ligging van het plangebied aan belangrijke verkeerwegen en de aanwezige bedrijvigheid in en rondom het plangebied. Op grond van artikel van het Beluit ruimtelijke ordening i de gemeente verplicht om de reultaten van het onderzoek naar de milieuapecten te bechrijven in de plantoelichting. Hierbij moet rekening worden gehouden met de geldende wet- en regelgeving almede met de vatgetelde (boven)gemeentelijke beleidkader. In deze paragraaf wordt aangegeven of en zo ja, op welke wijze in dit betemmingplan rekening i gehouden met de verchillende milieu-apecten. Aan de orde komen bodemkwaliteit, geluidhinder, milieuhinder van bedrijvigheid, externe veiligheid en luchtkwaliteit Bodemkwaliteit Bij het optellen van een betemmingplan moet onderzoek worden verricht naar de bodemkwaliteit binnen het plangebied. De reden hiervoor i dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde betemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het betemmingplan. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende i voor de betreffende functiewijziging. Bodemonderzoeken kunnen echter in verchillende gradatie plaatvinden. Naat de uitvoering van een hitorich onderzoek, kan het noodzakelijk zijn een verkennend, of indien de onderzoekreultaten daar aanleiding toe geven - zelf aanvullend bodemonderzoek te laten plaatvinden in het kader van de voorbereiding van een betemmingplan. Het plangebied Eulderinkweg 22 In verband met de planontwikkeling aan de Eulderinkweg 22 ten behoeve van een zorgboerderij zijn door Lankelma Geotechniek twee onderzoeken uitgevoerd naar de bodemkwaliteit, te weten: het "Verkennend bodemonderzoek Eeulderinkweg 22 (nr. DLE/VN-28996, d.d. 25 eptember 2008)" en het "Controleonderzoek Eulderinkweg 22 (nr. DLE/VN-28996A d.d. 1 december 2008)". betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 29

30 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer De concluie van het Verkennend bodemonderzoek van 25 eptember 2008 i, dat de bodem op de locatie niet geheel vrij i van bodemverontreiniging. De aangetroffen verontreinigende parameter zijn lecht in licht verhoogde gehalten / concentratie aangetoond. Er zijn in de bodem geen parameter in gehalten / concentratie boven de tuenwaarde aangetoond. Dit houdt volgen het rapport in dat er op bai van de Wet bodembecherming (Wbb) geen aanleiding betaat voor het laten uitvoeren van een nader onderzoek. Op bai van het bodemonderzoek i er uit het oogpunt van de aangetoonde bodemkwaliteit geen belemmering voor de geplande bouwactiviteiten. In het indicatief onderzoek naar de kwaliteit van het gronddepot i een terke verontreiniging aangetoond. Gezien de aard en mate van de verontreinigingen kan het materiaal niet meer worden hergebruikt, maar moet het worden afgevoerd. (Dit laatte i inmiddel gebeurd). Aanbevolen wordt om tijden de loop- en graafwerkzaamheden op de locatie aandacht te beteden aan de locatie van de voormalige dieeloplag. Nabij deze locatie i een lichte verontreiniging met xylenen aangetoond, maar de bodem op de locatie zelf kon door locatiepecifieke omtandigheden niet worden onderzocht. Indien grond van de locatie vrijkomt, moet er rekening mee worden gehouden dat deze niet zonder meer elder toepabaar i. Op hergebruik van grond i het Beluit Bodemkwaliteit van toepaing waarbij een andere onderzoektrategie geldt. Gezien de aangetoonde verontreinigingen in het gronddepot, wordt het aanbevolen om het depot door een erkende aannemer af te laten voeren naar een erkende verwerker. (Het gronddepot i inmiddel verwijderd). Uit het Controleonderzoek van 1 december 2008 bleek, dat er geen prake i van een terke verontreiniging met minerale olie in de grond. De grondverontreiniging i voldoende afgeperkt. De omvang i beperkt tot circa 5 m 3 terk verontreinigde grond. Het grondwater i lecht licht verontreinigd met minerale olie-producten. Er i geen prake van een geval van erntige bodemverontreiniging. Verder onderzoek i volgen het rapport niet nodig en een anering i evenmin nodig bij handhaving van de huidige betemming en het gebruik. Het advie volgen het rapport i, om de bodemverontreiniging te verwijderen op een "natuurlijk" moment, bijvoorbeeld bij het opchonen van de locatie voor de herinrichtingplannen. Hiertoe dienen eert de retanten van de chuur en de begroeiing rondom te worden verwijderd. Vervolgen kan de verontreiniging onder milieukundige begeleiding worden verwijderd, waarbij er nog extra aandacht i voor de bodem onder de chuurretanten. Na afronding van de anering worden eindcontrolemonter genomen om aan te tonen dat de olieverontreiniging afdoende i verwijderd. Beoordeling van de bodemrapporten door de gemeente Enchede Met betrekking tot het verkennend bodemonderzoek van Lankelma ingenieurbureau BV te Almelo (eptember 2008, nr ) wordt het volgende geconcludeerd. Gezien de aangetoonde verontreinigingen in het gronddepot, wordt aanbevolen om het depot door een erkend aannemer af te laten voeren naar een erkend verwerker. Teven wordt geadvieerd om ter plaate van de dieeloplag vervolgonderzoek uit te voeren vanwege de locatiepecifieke omtandigheden (lechte bereikbaarheid). In de bovengrond komt veel bodemvreemd materiaal voor. De gemeente advieert om na loop van de optallen de bovengrond te zeven, om zodoende het bodemvreemde materiaal uit de bovengrond te verwijderen. 30 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

31 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Met betrekking tot het vervolg-bodemonderzoek van Lankelma Ingenieurbureau BV te Almelo (november 2008, nr A), wordt het volgende geconcludeerd. Ter plaate van de dieeloplag i geen prake van een erntig geval van bodemverontreiniging. Nader onderzoek i niet noodzakelijk en anering evenmin bij het handhaven van de huidige betemming en functie. Mocht de locatie herontwikkeld worden, dan advieert de gemeente om de minerale olieverontreiniging ter plaate van de dieelolieoplag te aneren. Omdat er geen prake i van een erntig geval van bodemverontreiniging dient een plan van aanpak te worden opgeteld alvoren te kunnen aneren. Het optellen van het plan van aanpak kan wrden uitgevoerd door de afdeling Beleid & Advie van de gemeente Enchede. In de bovengrond komt veel bodemvreemd materiaal voor. De gemeente advieert om na de loop van de optallen de bovengrond te zeven, om zodoende het bodemvreemde materiaal uit de bovengrond te verwijderen. Op bai van het boventaande kan worden geconcludeerd dat de bodemgeteldheid geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van het betemmingplan Geluidhinder In deze paragraaf wordt aandacht beteed aan het geluid vanwege het wegverkeer op de wegen. De mate waarin het geluid het woonmilieu mag belaten i geregeld in verchillende wetten en regelingen. Afhankelijk van de bron en regeling gelden er voorkeurgrenwaarden, treefwaarden of maximale grenwaarden voor geluidgevoelige functie. Om te bepalen of voldaan wordt aan de getelde eien i onderzoek nodig. Onderzoek i nodig naar de geluidbelating vanwege geluidbronnen indien het plangebied binnen de onderzoekzone van die bronnen i gelegen. Het Eulderink i gelegen op de Ueler E. De Ueler E i omgeven door divere wegen die deel uitmaken van de hoofdwegentructuur van de gemeente Enchede. Op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder (Wgh) hebben deze wegen een onderzoekzone. Het Eulderink i gelegen binnen de zone van de Weterval en Rijkweg 35. Op de Ueler E zijn divere lokale wegen aanwezig. De aftand van deze wegen tot Het Eulderink i dermate groot dat Het Eulderink buiten de zone i gelegen, of de inteniteit i zo laag dat zondermeer aan de voorkeurgrenwaarde van 48 db uit de Wet geluidhinder wordt voldaan. In de nabijheid van Het Eulderink i het in het kader van de Wgh gezoneerde indutrieterrein Havengebied/Uelerhalte gelegen. Het Eulderink i gelegen buiten de geluidzone van dit indutrieterrein. In de omgeving van Het Eulderink zijn divere betemmingplanprocedure getart. Met de akoetiche gevolgen hiervan i bij deze herziening reed rekening gehouden. Op de Ueler E wordt onder andere een indutrieterrein mogelijk gemaakt. Om het indutrieterrein te ontluiten wordt een rondweg aangelegd. Het Eulderink i gelegen binnen de zone van de rondweg.verder worden de indutrieterreinen De Groote Plooy, Marteden en Ueler E gezoneerd in het kader van de Wgh. Het Eulderink i gelegen buiten de geluidzone van deze indutrieterreinen. In de nabijheid van het plangebied zijn geen in het kader van de Wgh gezoneerde poorwegen gelegen. Het plangebied ligt buiten de KE-zone van de vliegbai Twente. Voor Het Eulderink i derhalve uitluitend de geluidbelating vanwege het wegverkeer op de Weterval, Rijkweg 35 en de rondweg om het indutrieterrein Ueler E relevant. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 31

32 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Wegverkeer Wettelijk kader In artikel 74 van de Wet geluidhinder i bepaald dat zich aan weerzijden van een weg een zone bevindt. De breedte van de zone i afhankelijk van de ligging van de weg in tedelijk of buitentedelijk gebied en van het aantal rijtroken. De zonering geldt niet voor wegen die gelegen zijn binnen een al woonerf aangeduid gebied en voor wegen waarvoor een maximum nelheid geldt van 30 km per uur. Op geluidgevoelige betemmingen bedraagt de voorkeurgrenwaarde 48 db. Een geluidbelating hoger dan de voorkeurgrenwaarde i uitluitend mogelijk indien een hogere waarde wordt vatgeteld. Het vattellen van een hogere waarde i pa mogelijk indien aangetoond wordt dat maatregelen (bronmaatregelen, overdrachtmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan de voorkeurgrenwaarde niet doeltreffend zijn (bezwaren tedenbouwkundige, verkeerkundige, vervoerkundige, landchappelijke of financiële aard), en voldaan wordt aan de voorwaarden uit de Geluidnota Enchede (verder Geluidnota). De Geluidnota i op 7 april 2009 door Burgemeeter en Wethouder vatgeteld. Onderzoek Naar de geluidbelating vanwege het wegverkeer op de Weterval, Rijkweg 35 en de rondweg om het indutrieterrein Ueler E i een akoetich onderzoek uitgevoerd. Het akoetich onderzoek i uitgevoerd door Buijvoet Bouw- en Milieuadviering. De reultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het rapport Akoetich onderzoek bouwplan zorgboerderij het Eulderink te Enchede met werknummer van 5 april Het rapport i al bijlage bij deze toelichting gevoegd. In het akoetich onderzoek wordt voor de hogere waarde procedure verwezen naar de notitie van 24 januari Deze notitie i inmiddel vervangen door de Geluidnota. Reultaten De zorgboerderij betaat uit een groot en een klein woongebouw met repectievelijk 15 en 6 laap- en woonkamer die al geluidgevoelig zijn aan te merken. Uit het akoetich onderzoek blijkt dat vanwege het wegverkeer op Rijkweg 35 en de rondweg om het indutrieterrein Ueler E voldaan wordt aan de voorkeurgrenwaarde van 48 db. Vanwege het wegverkeer op de Weterval kan op de noord- en wetgevel van het kleine woongebouw en op de wetgevel van grote woongebouw niet worden voldaan aan de voorkeurgrenwaarde. Vanwege de Weterval bedraagt de geluidbelating ten hoogte 53 db. Hogere waarde Een geluidbelating hoger dan de voorkeurgrenwaarde i uitluitend mogelijk indien een hogere waarde wordt vatgeteld. Het vattellen van een hogere waarde i pa mogelijk indien aangetoond wordt dat maatregelen (bronmaatregelen, overdrachtmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan de voorkeurgrenwaarde niet doeltreffend zijn (bezwaren tedenbouwkundige, verkeerkundige, vervoerkundige, landchappelijke of financiële aard), en voldaan wordt aan de voorwaarden uit de Geluidnota. 32 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

33 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer In het akoetich onderzoek i de mogelijkheid van bron- en overdrachtmaatregelen onderzocht. Al bronmaatregel i gekeken naar de aanpaing van het wegdektype. Bij het toepaen van dubbellaag ZOAB op de Weterval en het creëren van één dove gevel van het kleine woongebouw wordt voldaan aan de voorkeurgrenwaarde. Omdat het woongebouw op relatief grote aftand van de Weterval i gelegen moet op een relatief groot wegvak tiller afalt worden toegepat, hetgeen hoge koten met zich meebrengt. Daarnaat zal de wegbeheerder niet intemmen met de aanpak van een wegdeel omdat dit onderhoudtechnich en bij de gladheidbetrijding tot problemen leidt. Al overdrachtmaatregel i ook gekeken naar een geluidwal en een geluidcherm. Een geluidwal i niet mogelijk, omdat hiervoor vanwege de ligging van de Weterval op een talud geen ruimte i. Vanwege de aftand van Het Eulderink i een relatief lang cherm nodig, hetgeen hoge koten met zich meebrengt. Uit het akoetich onderzoek blijkt dat de maatregelen die getroffen moeten worden om aan de voorkeurgrenwaarde te voldoen bezwaren ontmoeten van tedenbouwkundige, landchappelijke en financiële aard. Hiermee wordt aan de eerte ei om een hogere waarde te kunnen vattellen voldaan. In de Geluidnota i bepaald dat om een hogere waarde te kunnen vattellen: een woning ten minte één geluidluwe gevel heeft. Een gevel i geluidluw indien de geluidbelating ten gevolge van elk van de afzonderlijk te ondercheiden bronnen op grond van de Wet geluidhinder niet hoger i dan de voorkeurgrenwaarde die voor elk van de afzonderlijk te ondercheiden geluidbronnen geldt. verblijfruimten en buitenruimten (indien bechikbaar) bij voorkeur gelegen zijn aan de geluidluwe zijde van een woning. Op de noord- en wetgevel van het kleine woongebouw bedraagt de geluidbelating vanwege de Weterval ten hoogte 53 db. Om aan de voorwaarde van een geluidluwe gevel uit de Geluidnota te voldoen dient ten minte één van de overige gevel (oot- of zuidgevel) geluidluw te zijn. Dit betekent dat vanwege elk van de afzonderlijke wegen (Weterval, Rijkweg 35 en rondweg indutrieterrein Ueler E) de geluidbelating niet meer mag bedragen dan 48 db. Vanwege geen enkele van de afzonderlijke wegen bedraagt de geluidbelating meer dan 48 db. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarde van een geluidluwe gevel. Op de wetgevel van het grote woongebouw bedraagt de geluidbelating vanwege de Weterval ten hoogte 52 db. Om aan de voorwaarde van een geluidluwe gevel uit de Geluidnota te voldoen dient ten minte één van de overige gevel (noord-, oot- of zuidgevel) geluidluw te zijn. Dit betekent dat vanwege elk van de afzonderlijke wegen (Weterval, Rijkweg 35 en rondweg indutrieterrein Ueler E) de geluidbelating niet meer mag bedragen dan 48 db. Vanwege geen enkele van de afzonderlijke wegen bedraagt de geluidbelating meer dan 48 db. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarde van een geluidluwe gevel. Aan de aanvullende voorwaarde uit de Geluidnota dat verblijfruimten en buitenruimten bij voorkeur zijn gelegen aan de geluidluwe zijde kan gedeeltelijk worden voldaan. Bij een woning i het mogelijk om deze dudanig in te delen dat verblijfruimten aan de geluidluwe zijde geitueerd worden. In dit geval gaat het niet om één enkele woning maar om twee gebouwen met daarin éénperoon wooneenheden. Het i niet mogelijk om alle wooneenheden aan de geluidluwe zijde te itueren. In de Geluidnota i aangegeven dat bij appartementengebouwen, waarmee de zorgboerderij vergelijkbaar i, het itueren van verblijfruimten aan de geluidluwe zijde niet altijd haalbaar i. De buitenruimte, het plein/erf, i gelegen aan de geluidluwe ootzijde van het kleine woongebouw. Hiermee wordt aan de tweede ei om een hogere waarde te kunnen vattellen voldaan. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 33

34 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Concluie Het Eulderink i gelegen binnen de onderzoekzone van de Weterval, Rijkweg 35 en de rondweg om het indutrieterrein Ueler E. Vanwege het wegverkeer op Rijkweg 35 en de rondweg om het indutrieterrein Ueler E kan op de woongebouwen van Het Eulderink worden voldaan aan de voorkeurgrenwaarde uit de Wgh. Vanwege het wegverkeer op de Weterval kan op de noord- en wetgevel van het kleine woongebouw en op de wetgevel van het grote woongebouw niet worden voldaan aan de voorkeurgrenwaarde. Vanwege de Weterval bedraagt de geluidbelating ten hoogte 53 db. Een geluidbelating hoger dan de voorkeurgrenwaarde i uitluitend mogelijk indien een hogere waarde wordt vatgeteld. Aan de voorwaarden voor het vat tellen van een hogere waarde wordt voldaan. Gelijktijdig met de procedure voor dit betemmingplan zal een procedure worden getart voor het vattellen van een hogere waarde Bedrijven en milieuzonering Veel potentiële conflictituatie waarbij milieuapecten in het geding zijn, kunnen worden voorkomen door toepaing van zonering. Zonering i in zijn algemeenheid een ruimtelijk middel voor het invullen en beheren van de ruimte. Hierbij wordt een cheiding tuen verchillende, vaak conflicterende, functie aangehouden. Vanwege dit ruimtelijk tructurerend karakter kan een zonering in het betemmingplan juridich worden vatgelegd. Milieuzonering i het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke cheiding tuen milieubelatende en milieugevoelige functie ter vergroting van de leefkwaliteit. Bij integrale milieuzonering wordt bovendien rekening gehouden met cumulatieve effecten. Voor milieuzonering in de ruimtelijke planvorming i de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (2007) in de praktijk een belangrijk hulpmiddel. Deze publicatie geeft voor vele bedrijftypen, oplagen en intallatie aan welke milieuapecten een rol kunnen pelen en biedt een handreiking ten aanzien van welke gemiddelde aftanden tot woonbebouwing vanuit een goede ruimtelijke ordening 'paend' zijn. De genoemde richtaftanden zijn lecht indicatief, waardoor maatwerk op lokaal niveau noodzakelijk i. In verband met de voorbereiding van het betemmingplan "Eulderinkweg 22" heeft een inventariatie plaatgevonden van betaande bedrijvigheid in en rondom het plangebied, die van invloed kan zijn op het woon- en leefklimaat in het plangebied. Er i onderzoek gedaan naar de potentiële milieubelating van deze inrichtingen (bedrijven en voorzieningen). De milieubelating en de bijbehorende contouren worden bepaald door verchillende ruimtelijk relevante milieuapecten, zoal geur, tof, geluid en gevaar. Aan de hand van doieronderzoek i, met behulp van de gemeentelijke bedrijvenlijt, en de publicatie "Bedrijven en milieuzonering", van de aanwezige bedrijven en voorzieningen binnen het plangebied de milieucategorie bepaald. Teven i een beknopte bechrijving gemaakt van de (bedrijf)activiteiten en worden voor elk bedrijf of voorziening per milieuapect de wenelijke aftanden tot woningen aangegeven. Hieronder volgen de concluie van het onderzoek: Betaande bedrijvigheid buiten het plangebied In de nabijheid van het plangebied zijn twee inrichtingen gelegen waarvan de indicatieve contouren (op bai van de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering ) over een deel van het plangebied loopt. 1. Grolche Bierbrouwerijen, Brouwerlaan 1 Voor de inrichting gelden de volgende indicatieve contouren (VNG, 2007): 1. geur: 300 meter; 2. tof: 30 meter; 3. geluid: 100 meter; 34 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

35 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 4. gevaar: 50 meter. De apecten tof en gevaar leveren geen knelpunt op ter plekke van de Eulderinkweg 22. Geur: In het kader van de aanvraag voor een nieuwe milieuvergunning, i in opdracht van Grolch, door Witteveen+Bo geuronderzoek verricht. Uit het geuronderzoek blijkt dat er twee bedrijfonderdelen zijn waarbij geur relevant i: - de brouwerij; - de waterzuivering. Omdat inmiddel bij de waterzuivering maatregelen zijn getroffen, i die bron volgen het rapport geen relevante geurbron meer. De geurituatie rond de brouwerij ten gevolge van het brouwproce i weergegeven door middel van de contour van 1,35 OUe/m3 al 98 percentiel. Deze norm i afgeleid uit het milieuvoorchrift dat de uurgemiddelde concentratie van 2,7 ge/m3 bij woningen van derden niet vaker dan 2 procent van het jaar mag worden overchreden. De geurituatie i in beeld gebracht voor de huidige productie van 2,9 miljoen hectoliter en voor de aangevraagde productiecapaciteit van 6 Mhl. Hieruit blijkt dat de geurbron i gelegen aan de ootzijde van de inrichting. Verder blijkt dat de geurcontour niet valt over woningen van derden en ook niet over het plangebied van Eulderinkweg Warmtekrachtcentrale Eent (Marteden 35) De warmtekrachtcentrale heeft (volgen VNG, 2007) de volgende indicatieve contouren: 1. geur: 100 meter; 2. tof: 100 meter; 3. geluid: 500 meter; 4. gevaar: 100 meter. De contouren voor de apecten geur, tof en gevaar vallen niet over het plangebied Eulderinkweg 22. Voor de geluidcontour geldt het volgende: De warmtekrachtcentrale i gelegen op het gezoneerde of binnenkort te zoneren indutrieterrein De Marteden. De geluidzone van dit indutrieterrein ligt buiten het plangebied. De inrichting vormt daarmee geen knelpunt voor het betemmingplan Eulderinkweg 22. Bedrijven nabij het plangebied Eulderinkweg 22 (in het de wetkran van de Ueler E [Noordelijke deel]) Hieronder wordt een overzicht gegeven van de betaande bedrijvigheid binnen het plangebied: deze tabel i gebaeerd op de geldende vergunningen Wet milieubeheer. Wm nummer Adre Aftand Bepalend milieu-apect Soort bedrijf Uitbreidingmogelijkheden 0597 Harberinkweg 49 Geen bedrijf meer Nee, vergunning zal worden ingetrokken 3139 Harberinkweg meter Stank Melkrundveehouderij Ja 0599 Harberinkweg 561 Geurnorm van 14 Stank Vleevarkenhouderij ruim OU/m3 Vergunning voor vleevarken 0598 Harberinkweg meter Stank Akkerbouw + ja Vee (beperkt) 1556 Roinkweg meter Stank Melkrundveehouderij ja 0577 Haakbergertr meter VNG-geluid Landbouw- Mechaniatoe- Bedrijf Figuur 5: Tabel met een overzicht van nabijgelegen bedrijven in de wetkran van de Ueler E betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 35

36 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer De volgende bedrijven zijn niet meer in werking: 1. Harberinkweg 2 bij een controle i gecontateerd: niet in werking; 2. Harberinkweg 59 bij een controle i gecontateerd: niet in werking; 3. Roinkweg 25 i opgeheven. Agrariche bedrijven Voor de agrariche bedrijven waar dieren worden gehouden met vate aftandeien geldt dat binnen de tankcirkel van 50 meter geen gebouwen gerealieerd kunnen worden waar meerdere menen gedurende langere tijd verblijven. Ten aanzien van de ontwikkeling van de Eulderinkweg 22 onttaan hierdoor geen knelpunten. De bedrijven aan de Harberinkweg 60 en 555 en de Roinkweg 40 vallen onder het Beluit landbouw milieubeheer en kunnen op grond van de milieuwetgeving nog uitbreiden tot max. 200 melkkoeien (en 50 mve). Voor agrariche bedrijven waar geuremiiefactoren berekend moeten worden (Harberinkweg 561) geldt dat het bedrijf op grond van de milieuwetgeving - kan uitbreiden zolang de norm van 14 OU/m3 niet wordt overchreden. Inmiddel i aan dit bedrijf een milieuvergunning verleend waarmee het mogelijk i uit te breiden. De bijbehorende geurcontour i hieronder aangegeven op bijgaande tekening. Het bedrijf geeft geen belemmeringen voor het plan Eulderinkweg 22. Figuur 6: Geurcontouren varkenhouderij Harbrinkweg betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

37 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Geluidzonering Indutrieterrein Voor het bedrijventerrrein Ueler E, dat in de nabijheid van het plangebied komt te liggen, wordt een geluidzone vatgeteld. Het plan voor de Eulderinkweg 22 valt hier juit buiten Externe veiligheid Het externe veiligheidbeleid richt zich op de riico' van activiteiten met gevaarlijke toffen die voor de omgeving aanwezig zijn. Dit zijn: 1. het gebruik, de oplag en de productie van gevaarlijke toffen (inrichtingen); 2. het tranport van gevaarlijke toffen (buileidingen, waterwegen, wegen en poorwegen); 3. het gebruik van luchthaven. In het Vierde Nationaal Milieubeleidplan heeft het kabinet de lijnen uitgezet voor de vernieuwing van het beleid inzake externe veiligheid. Het uiteindelijke beleiddoel i de burger in zijn woon-, werk- of leefomgeving te bechermen door er voor te zorgen dat het peroonlijke riico veroorzaakt door activiteiten met gevaarlijke toffen voldoende klein i. Teven i het beleiddoel erop gericht de kan op een ramp voldoende klein te houden. Burger mogen voor de veiligheid van hun woonomgeving rekenen op een minimum bechermingniveau. De kan op een groot ongeluk met veel lachtoffer moet expliciet worden afgewogen en verantwoord. Daarbij pelen maatchappelijke baten van en de bechikbare alternatieven voor de debetreffende activiteit een belangrijke rol. Gebruik, oplag en productie van gevaarlijke toffen Op 10 juni 2004 i het Beluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) gepubliceerd in het Staatblad. Dit beluit, dat milieukwaliteiteien formuleert op het gebied van externe veiligheid, i op 27 oktober 2004 [laatte wijzigingen in werking getreden d.d. 13 februari 2009 (Staatblad 2009, 47)]. Hiermee zijn de riiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot inrichtingen met gevaarlijke toffen wettelijk vatgelegd. Het beluit heeft al doel zowel individuele al groepen burger een minimum bechermingniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke toffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi de bevoegd gezagen Wet milieubeheer en Wet op de Ruimtelijke Ordening aftand te houden tuen kwetbare objecten (objecten waar zich (veel) menen ophouden) en riicovolle bedrijven. Teven beperkt het beluit het totale aantal aanwezige peronen in de directe omgeving van een riicovol bedrijf. Hiertoe i de Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi) vatgeteld (inwerkinggetreden d.d. 27 oktober 2004, bekendgemaakt Staatcourant 2004, 183) [laatt gewijzigd op 1 juli 2009 (Staatcourant 2009, 116)]. Het Revi bechrijft de normen met betrekking tot aftanden en de wijze van berekening van het plaatgebonden riico en het groepriico ter uitvoering van het Bevi. Gemeenten en provincie moeten de normen uit het Bevi (en het daarbij horende Revi) naleven bij de optelling van betemmingplannen. Eén van de normen i, dat zowel de gemeentelijke al ook de regionale brandweer bij dergelijke plannen om advie moet worden gevraagd. In het Bevi i voor het plaatgebonden riico ten opzichte van kwetbare objecten een grenwaarde opgeteld, met betrekking tot beperkt kwetbare objecten i het plaatgebonden riico een richtwaarde. Het ondercheid in het Bevi tuen de waarden voor het plaatgebonden riico in betaande en nieuwe ituatie voor kwetbare objecten komt uiterlijk in 2010 te vervallen. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 37

38 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer De normen in het beluit zijn niet effectgericht, maar gebaeerd op een riicoeffectbenadering. Teven geven de riiconormen alleen de kan weer om al direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke toffen te overlijden; gezondheidchade en de kan op verwonding of materiële chade zijn daarin niet meegenomen. In het Bevi i geen harde norm voor het groepriico vatgelegd. Er i voor gekozen om de norm voor het groepriico al oriëntatiewaarde te handhaven, zij het met een nadrukkelijke verantwoordingplicht. In het Bevi i een voorchrift opgenomen, op grond waarvan inzicht moet worden gegeven in de actuele hoogte van het groepriico en de bijdrage aan het groepriico van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit betekent een inpanningverplichting bij de beluitvorming rond ruimtelijke plannen waarbij onder andere de mogelijkheden tot verlagen van de riico', de zelfredzaamheid en de hulpverlening van belang zijn. Hiervoor i door het miniterie van VROM in augutu 2004 de Handreiking verantwoordingplicht groepriico (in concept) opgeteld. Dit document geeft een handleiding m.b.t. het verantwoorden van het groepriico. Tranport gevaarlijke toffen In de Circulaire riiconormering vervoer gevaarlijke toffen (Stcrt. 147, 4 augutu 2004) wordt het beleid bechreven over de afweging van veiligheidbelangen die een rol pelen bij het vervoer van gevaarlijke toffen in relatie tot de omgeving. Een wettelijke verankering van deze riiconormen i in voorbereiding. Het vervoer van gevaarlijke toffen kent verchillende modaliteiten: vervoer over de weg, het poor, over het water (zee en binnenwater) en door buileidingen. Voor de modaliteiten weg, poor en water zijn in opdracht van het miniterie van Verkeer en Watertaat de zogenoemde riicoatlaen opgeteld. Hierin zijn voor de verchillende modaliteiten de riico' en mogelijke knelpunten in kaart gebracht. Deze atlaen geven een beeld van de betaande ituatie m.b.t. het plaatgebonden riico en het groepriico. Voor buileidingen i een dergelijke atla nog niet opgeteld. Met betrekking tot de aardgaleidingen wordt al eerte het document Regel inzake de zonering lang hogedruk aardgatranportleidingen van 26 november 1984 en de daarop gebaeerde NEN 3650 geraadpleegd. Ten tweede wordt gekeken naar de voorlopig door het RIVM aangegeven maximale plaatgebonden riicocontour 10-6 voor de afzonderlijke typen aardgaleidingen. Dit in verband met de herziening van de wetgeving betreffende de buileidingen die momenteel gaande i. (De nieuwe AMvB Buileidingen i al ontwerp in eptember 2009 gepubliceerd). In de circulaire riiconormering vervoer gevaarlijke toffen i voor het plaatgebonden riico ten opzichte van kwetbare objecten een grenwaarde opgeteld. Met betrekking tot beperkt kwetbare objecten i het plaatgebonden riico een richtwaarde. Voor het groepriico i geen harde norm vatgelegd. Er i voor gekozen om de norm voor het groepriico al oriëntatiewaarde te handhaven. Over elke overchrijding van de oriëntatiewaarde van het groepriico of toename van het groepriico moet verantwoording worden afgelegd. In de circulaire i hierover een voorchrift opgenomen, op grond waarvan inzicht moet worden gegeven in de actuele hoogte van het groepriico en de toename van het groepriico door de ruimtelijke ontwikkelingen. Dit betekent bij een overchrijding van de oriëntatiewaarde of toename van het groepriico een inpanningverplichting bij de beluitvorming rond ruimtelijke plannen waarbij onder andere de mogelijkheden tot verlagen van de riico', de zelfredzaamheid en de hulpverlening van belang zijn. Voor de regel in verband met vervoer van gevaarlijke toffen i ook de Wet vervoer gevaarlijke toffen van 12 oktober 1995 opgeteld. Op grond van het bepaalde in artikel 11 van de Wet vervoer gevaarlijke toffen i degene die gevaarlijke toffen vervoert verplicht de bebouwde kom zoveel mogelijk te vermijden. Deze verplichting geldt niet, indien het vervoer binnen de bebouwde kom noodzakelijk i ten behoeve van het laden of loen, of omdat er redelijkerwij geen route buiten de bebouwde kom bechikbaar i. 38 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

39 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Op grond van artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke toffen kan de gemeenteraad op het grondgebied van zijn gemeente wegen of weggedeelten aanwijzen, waarover de bij miniteriële regeling aangewezen gevaarlijke toffen, bij uitluiting mogen worden vervoerd. Bij beluit van de gemeenteraad, in werkinggetreden op 3 eptember 2006, zijn de volgende wegen en weggedeelten aangewezen voor de routering binnen de gemeente Enchede: A 35/ N 35; N 18, incluief Weterval, Uelerrondweg tot en met de kruiing met de Haakbergertraat. Deze routering luit aan bij de door het Regionale Veiligheidberaad uitgeproken wen tot een doorgaande regionale routering in Twente. Het gebruik van luchthaven Vliegvelden en grote luchthaven worden vermeld omdat de kan op het neertorten van vliegtuigen in de buurt van een vliegveld groter i dan elder. Een luchtvaartongeval i daar du te voorzien en het i denkbaar dat daarbij (woon)bebouwing wordt getroffen. Een vliegtuig of helikopter kan overal neertorten. De gevolgen kunnen du op elke plek optreden. Het riico i echter het groott nabij een vliegveld. Bij het optijgen en landen i de kan op neertorten het groott. Dit riico betaat uit grote luchtvaartongevallen, waarbij zowel civiele al militaire toetellen, en zowel paagier- al cargotoetellen, betrokken kunnen zijn. Het gaat hierbij vooral om: crahe op of nabij een vliegveld tijden het optijgen of het maken van een(nood)landing; het neertorten van een vliegtuig in buitengebied; het neertorten van vliegtuigen op bebouwing. De effecten van dit ramptype die betreden moeten worden zijn al volgt amen te vatten: relatief veel dodelijke lachtoffer, vooral brandwonden en mechanich letel en mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke toffen. Gemeentelijk beleid De Externe Veiligheidviie, vatgeteld door de gemeenteraad d.d. 18 juni 2007 (tuknr ), van de gemeente Enchede maakt ondercheid in het naleven van wettelijk vatgelegde grenwaarden (naleven van landelijk beleid) en de vermindering van riico dat verder gaat dan het landelijk beleid (ambitie). Eén van de uitgangpunten binnen het gemeentelijk beleid i: "een benadering op maat gericht op naleving van vigerend landelijk riicobeleid (wegnemen knelpunten). Daar waar al aan landelijke eien voldaan wordt, treven naar riicoreductie en actieve verantwoording over omgaan met retriico' (preparatie van brandweer, trikte handhaving op veiligheidapecten) naar bevolking en betrokken bedrijven". De ambitie binnen het gemeentelijk beleidkader heeft, met inzet van eigen middelen, geleid tot een tart van deze uitvoering. Het gemeentelijk en het landelijk beleidkader eien hetzelfde reultaat met het verchil dat het gemeentelijk beleidkader de maatregelen neller wil doorvoeren dan landelijk vereit i. Naat de Bevi-inrichtingen (die al prioritaire bedrijven worden aangewezen binnen de gemeente) kunnen middel een checklit, opgeteld door de gemeente Enchede, ook andere inrichtingen al prioritair worden aangewezen. Bij deze inrichtingen zou een plaatgebonden riicocontour PR 10-6 contour buiten de terreingren mogelijk kunnen zijn. Deze bedrijven vallen niet onder het Bevi, maar worden wel met name in deze paragraaf genoemd al zijnde bedrijven waar in het kader van de externe veiligheid rekening mee gehouden dient te worden. Deze bedrijven komen indien van toepaing in de paragraaf Overige apecten waarvoor het Bevi niet van toepaing i aan de orde. Externe veiligheid betreffende het plangebied In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe dit betemmingplan zich verhoudt tot het hierboven verwoorde in paragraaf genoemde beleid op het terrein van de externe veiligheid. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 39

40 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bevi Binnen het plangebied i het voor Bevi-bedrijven niet toegetaan om zich te vetigen. Deze bedrijven zijn middel een wijzigingprocedure wel inpabaar mit aan de dan geldende wet- en regelgeving wordt voldaan. Het plangebied grent niet aan een bedrijf waar het Bevi betrekking op heeft. Overige apecten waarvoor het Bevi niet van toepaing i Hiermee worden bedrijven bedoeld die niet onder het Bevi vallen maar vanwege aard en eventuele omgevingeffecten toch relevant kunnen zijn. In het plangebied komen geen bedrijven voor, waarop deze apecten van toepaing zijn. Circulaire riiconormering vervoer gevaarlijke toffen Op bai van de Circulaire riiconormering vervoer gevaarlijke toffen i het tranportriico van alle modaliteiten met betrekking tot het onderhavig betemmingplan beoordeeld. Teven i de Wet vervoer gevaarlijke toffen in acht genomen. Modaliteit Weg Het plangebied wordt omloten door wegen, A35, Weterval en de Uelerrondweg, die deel uitmaken van de tranportroute voor het vervoer van gevaarlijke toffen over de weg. Voor het tranport van gevaarlijke toffen over de overige trajecten lang het plangebied zal, indien vereit overeenkomtig het Raadbeluit "Routering gevaarlijke toffen" dd. 3 juli 2006, bij het bevoegd gezag ontheffing moeten worden aangevraagd. Plaatgebonden riico Informatie in de riicoatla wegtranport gevaarlijke toffen (2002) geeft aan dat het tranport van gevaarlijke toffen over de A35, Weterval en de Uelerrondweg, geen plaatgebonden riicocontour PR 10-6 oplevert. Met betrekking tot het plaatgebonden riico i er geen prake van beperkingen voor bebouwing lang deze tranportroute. Groepriico Binnen het gebied van de Ueler E, waar het gebied het Eulderink 22 deel uitmaakt, i het aantal aanwezigen terk wielend. Voor de bepaling van het groepriico i met name het deel bechouwd dat al bedrijfterrein i betemd in het nieuwe bedrijvenpark Ueler E waarvoor een afzonderlijke planologiche procedure loopt. Er i conervatief uitgegaan van een continue aanwezigheid van 75 peronen per hectare, zowel overdag al ' nacht. Tranportgegeven Er hebben geen waarnemingen plaatgevonden met betrekking tot het tranport van gevaarlijke toffen over de A35, Weterval en de Uelerrondweg. In Enchede zijn 10 LPG tanktation en enkele (kleine) propaantank, veelal in het buitengebied. Voor het tranport i een chatting gemaakt. Er i aangenomen dat de tankauto twee keer per drie weken komt per LPG tanktation, het gehele jaar door. Dit i gezien de doorzetten van de LPG tanktation een ruime chatting. Dit zijn 38 tankauto' per tanktation per jaar. Totaal 380 tranporten voor 10 tanktation. Conervatief wordt aangenomen dat alle tankauto' over de A35 rijden. In de berekening i uitgegaan van 400 tranporten LPG per jaar. Plaatgebonden riico Het plaatgebonden riico (PR) i in de huidige ituatie gelijk aan die van de toekomtige ituatie. Het aantal tranportbewegingen blijft namelijk gelijk. Uit de berekening met RBM II blijkt dat er geen prake i van een PR 10-6 contour. Dit geldt zowel voor de huidige al de toekomtige ituatie. 40 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

41 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Groepriico huidige ituatie Berekening voor de huidige ituatie i uitgevoerd, daaruit blijkt dat in de huidige ituatie geen prake i van een groepriico. Groepriico toekomtige ituatie De normwaarde van de toekomtige ituatie ten opzicht van de oriëntatiewaarde i Dat wil zeggen dat het groepriico 0.4% van de oriëntatiewaarde bedraagt. Hierbij wordt opgemerkt dat bij een normwaarde van 1 nog juit aan de oriëntatiewaarde wordt voldaan. Het maximaal aantal berekende lachtoffer i 20. In de huidige ituatie i er geen groepriico. Modaliteit Spoor Op de hieronder afgebeelde kaart "voer gevaarlijke toffen via het poor" (bron: Miniterie van Verkeer en Watertaat, Spooratla 1998) wordt een indicatie gegeven van de vervoerinteniteiten van het vervoer van gevaarlijke toffen over het poor. Uit de tekening kan worden opgemaakt dat de poorverbinding Hengelo - Enchede en Enchede - Gronau niet wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke toffen. Bij de vattelling van dit betemmingplan behoeft hier derhalve geen rekening mee te worden gehouden. Figuur 7: Vervoer gevaarlijke toffen via het poor Modaliteit Water In de Riicoatla Hoofdvaarwegen Nederland (bron: Miniterie van Verkeer en Watertaat, 2003) wordt een indicatie gegeven van de vervoerinteniteiten van het vervoer van gevaarlijke toffen over de binnenwateren. Uit de atla kan worden opgemaakt dat het Twentekanaal tuen Hengelo en Enchede enkel wordt gebruikt voor het vervoer van brandbare vloeitoffen. Uit de atla blijkt dat er geen plaatgebonden riico i berekend en dat er ook geen prake i van een groepriico. Bij de vattelling van dit betemmingplan behoeft hier geen rekening mee te worden gehouden, aangezien het plangebied niet nabij het Twentekanaal i gelegen. Modaliteit Buileidingen Nabij het plangebied i een 24 aardgaleiding gelegen. Het beleid ten aanzien van aardgaleidingen i neergelegd in de miniteriële circulaire van 26 november 1984'' en de betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 41

42 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer daarop gebaeerde NEN In het beleid worden twee typen veiligheidaftanden ondercheiden, namelijk bebouwing- en toetingaftanden. De bebouwing- en toetingaftand rond de leiding komen overeen met de riicocontouren rond de leiding waarvoor het plaatgebonden riico op overlijden wegen het falen van de leiding 10-6 per jaar, repectievelijk 10-8 per jaar bedraagt. In het riicobeleid bedraagt het toelaatbaar niveau voor nieuwe (tationaire) ituatie ten hoogte 10-6 per jaar (d.w.z. een overlijdenkan van maximaal 1 op een miljoen per jaar). Ten aanzien van de 24'' -aardgaleiding levert dit het volgende beeld op: Diameter leiding Overdruk Toetingaftand Bebouwingaftand 24 50,0-80,0 bar 80 meter 25 meter Figuur 8: Tabel Veiligheidaftanden circulaire 1984 Voor het vatleggen van een toelaatbaar tracé voor een nieuwe leiding of het toelaten van nieuwe bebouwing rond een betaande leiding, dient het volgende in acht te worden genomen: het treven i erop gericht een aftand van de tranportleiding tot (woon)bebouwing of een bijzonder object aan te houden die groter i dan de toetingaftand; planologiche, techniche of economiche overwegingen kunnen aanleiding geven tot een kleinere aftand van de tranportleiding tot (woon)bebouwing dan de toetingaftand; in het algemeen kan geen aftand van de tranportleiding tot (woon)bebouwing gehanteerd worden die kleiner i dan de bebouwingaftand. Het plan Eulderink 22 ligt buiten de toetingaftand. De hoofgatranportleiding vormt geen belemmering voor het plan. Gebruik van luchthaven Het plangebied ligt hemelbreed op circa 10 kilometer van het vliegveld Twente. Op het kaartje 'Riico' luchtvaartongevallen' zijn de tart- en landingbanen op het vliegveld aangeduid met rode lijnen al gebieden waar 75 procent van de ongevallen plaatvindt. Daarnaat i het met donkergeel aangegeven gebied, het gebied waar 10 procent van de ongevallen plaatvindt. (bron: Het plangebied ligt binnen het op de kaart in donkergeel aangegeven gebied. 42 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

43 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 9: Riico' luchtvaartongevallen Luchtkwaliteit Op het perceel aan Het Eulderink 22 betaat het voornemen een zorgboerderij te realieren. Gezien het feit dat de realiatie hiervan niet pat in het vigerende betemmingplan i hiervoor een herzieningprocedure op bai van art. 3.1 Wro noodzakelijk. In het kader van deze herziening dient een ruimtelijke onderbouwing te worden opgeteld waarin o.a. de milieugevolgen inzichtelijk moeten worden gemaakt. In deze notitie zal worden ingegaan op de gevolgen voor de luchtkwaliteit. Wettelijk kader Op grond van artikel 5.16 lid 2 van de Wet Milieubeheer dienen bij procedure op grond van art 3.1 Wro de gevolgen voor de luchtkwaliteit in beeld te worden gebracht. Luchtkwaliteiteien vormen onder de nieuwe 'Wet Luchtkwaliteit' geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen indien: a. Geen prake i van feitelijke of dreigende overchrijding van de grenwaarden uit bijlage 2 van de Wet Milieubeheer. b. Een project, al dan niet per aldo, niet leidt tot een verlechtering van de luchtkwaliteit. c. Een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging (zie ondertaande toelichting). d. Een project i opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend. Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (hierna: de Wm) en het daarop gebaeerde 'Beluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteien)' worden ruimtelijk-economiche beluiten die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van toffen waarvoor bijlage 2 van de Wm een grenwaarde bevat, niet langer, zoal voorheen, individueel getoett aan die grenwaarden. Al gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook in ituatie waar nog niet aan de grenwaarden wordt voldaan. De effecten van deze projecten op de luchtkwaliteit betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 43

44 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer worden verdiconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, zoal bechreven in het Nationaal Samenwerkingprogramma luchtkwaliteit (NSL). De in het 'Beluit niet in betekenende mate' opgenomen 3% gren vormt de algemene gren ter bepaling of een project al dan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenwaarde. Deze grenwaarde geldt vanaf de vattelling van het NSL (voorzien in het voorjaar van 2009). Totdat het NSL van kracht wordt geldt een tijdelijke 1% gren. Bovendien i in het Beluit een grondlag opgenomen om bij miniteriële regeling categorieën van gevallen aan te wijzen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen. Een project dat volledig binnen een aldu aangewezen categorie of combinatie van categorieën valt, beneden de daarvoor eventueel getelde nadere begrenzing blijft en bechikt over eventuele daarbij genoemde voorzieningen of maatregelen, draagt in ieder geval niet in betekenende mate bij. Het begrip 'niet in betekenende mate' (NIBM) peelt du een belangrijke rol in de nieuwe regelgeving en i uitgewerkt in het "Beluit niet in betekenende mate bijdragen" en de "Regeling niet in betekenende mate". Al toelichting van het begrip 'niet in betekenende mate' i de Handreiking 'niet in betekenende mate' (NIBM) luchtkwaliteit" opgeteld. Deze handreiking heeft momenteel nog geen formeel juridiche tatu, maar kan in ituatie wel een houvat bieden voor beluiten al deze. Overwegingen en concluie De realiatie van een zorgboerderij i (nog) niet aangewezen in de Miniteriële Regeling NIBM in de categorieën van gevallen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen. Derhalve i een berekening nodig om te bepalen of de ontwikkeling binnen de getalmatige begrenzing van het criterium 'niet in betekenende mate' valt. De luchtkwaliteit ter plaate van zorgboerderij Het Eulderink zal worden bepaald door de achtergrondconcentratie en de ter plaate aanwezige voertuigbewegingen. Door de initiatiefnemer i aangegeven dat op een gemiddelde werkdag 15 tot 20 voertuigbewegingen worden gegenereerd. Via de door VROM bechikbaar getelde rekentool NIBM (verie 10 april 2009) blijkt dat het initiatief al NIBM kan worden bechouwd. De berekening i al Bijlage bij deze Toelichting opgenomen. Concluie Het plan valt binnen de in het "Beluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteien)'" genoemde kader waardoor er uit het oogpunt van luchtkwaliteit geen belemmering aanwezig i voor de realiatie van het plan Zoutwinning door AKZONobel Het gebied d Ueler E i conceiegebied van Akzo Nobel. Akzo Nobel heeft recht om zoutboringen uit te voeren. Naar de mogelijke gevolgen voor het gebied (zettingen) i door Akzo Nobel onderzoek gedaan. De gemeente Enchede heeft aan het Staattoezicht op de Mijnen (SodM) advie gevraagd in de vorm van een econd opinion. De concluie i, dat op bai van de door Akzo Nobel te hanteren boorytematiek er geen ontoelaatbare zettingen zullen optreden en geen (gebouw)chade zullen optreden die gerelateerd zijn aan deze Akzo Nobel-boringen (volgen het advie van Staattoezicht op de Mijnen d.d. 10 maart 2008 en 18 februari 2009). 44 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

45 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Adviezen i.v.m. de zoutwinning Ueler E Er i i.v.m. de zoutwinning op de Ueler E advie gevraagd aan het Staattoezicht op de Mijnen. Dit advie van het Staattoezicht op de Mijnen met betrekking tot de zoutwinning door Akzo Nobel op de Ueler E Noord i gedateerd d.d. 10 maart 2008 (met een aanvullend advie d.d. 18 februari 2009). De amenvattende concluie van dit rapport luidt, dat de gemeente Enchede - in redelijkheid en billijkheid - voldoende zekerheid heeft om op de Ueler E een modern gemengd bedrijventerrein te ontwikkelen. Een eentiële voorwaarde hierbij i, dat Akzo Nobel de zoutwinning precie conform het door de Miniter van Economiche Zaken goedgekeurde winningplan Ueler E en de GSMP-richtlijnen uitvoert. SodM houdt vanuit de rijkoverheid toezicht op een juite gang van zaken. De enige ruimtelijke retrictie, die de zoutwinning met zich meebrengt, i de poitie van de boorputten aan maaiveld, waaromheen de intelling van een (kleine) veiligheidzone noodzakelijk i. Dat apect wordt nader geregeld in een VG-document, conform artikel 2.42f, ARBO beluit 1997, en paragraaf 3.2, ARBO regeling Deze veiligheidzone wordt in acht genomen vanaf het dichtbijzijnde boorpunt ten opzichte van het plan Eulderinkweg 22. Op grond van deze adviezen kan worden gecontateerd dat de zoutwinning op de Ueler E geen belemmering vormt voor de planontwikkeling in het gebied de Ueler E, en derhalve i er ook geen belemmering voor het plan Eulderinkweg 22. Voor de bovengenoemde adviezen van het SodM wordt verwezen naar de Bijlagen bij deze Toelichting. 4.2 Waterhuihouding Voor de wateropgave gelden de volgende algemene uitgangpunten: a. Vathouden (infiltreren), bergen en afvoeren: regenwater dient zo min mogelijk uit het gebied afgevoerd te worden. De achtergrond van dit principe i dat door vernelde afvoer van hemelwater troomafwaart problemen in de waterhuihouding onttaan en dat boventroom verdroging optreedt; b. Hertellen van de nierwerking: het zoveel mogelijk cheiden van chone en vuile watertromen, waarbij het chone water op een natuurlijke wijze wordt opgevangen (infiltratie, aftroming) en het vuile water ter plekke wordt gezuiverd of wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering-intallatie; c. Beleving van water: door water een expliciete rol te geven in de leefomgeving van menen, kan de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting worden vergroot en/of het belang van water worden gecommuniceerd. Voor dit betemmingplan zijn de volgende uitgangpunten van toepaing: a. Vuil en choon water dienen te worden gecheiden. b. Vuil water naar het IBA-yteeem (eptictank) en choon(hemel)water dient te worden geïnfiltreerd in de bodem (vathouden). c. Hemelwater mag du niet rechttreek op open water afwateren. d. Voor de hoeveelheid te infiltreren water geldt een hoeveelheidnorm van 40 mm in 75 minuten. Advie vormgeving: Infiltratie kan plaatvinden middel een: 1. Een grindtrook rond de zorgboerderij in het geval van een rieten kap (zonder dakgoten); 2. Een poel waar het dakwater zich in verzamelt met ruimte voor een tukje natuurontwikkeling. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 45

46 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 4.3 Archeologie In 1992 ondertekenden 20 Europee taten, waaronder Nederland, het Verdrag van Malta of - zoal het officieel heet - het Europee Verdrag inzake de becherming van het archeologich erfgoed. Het verdrag werd in 1998 door een goedkeuringwet bekrachtigd maar i pa recentelijk in nieuwe wetgeving vertaald (Wet op de Archeologiche Monumentenzorg). Het verdrag kent de volgende uitgangpunten: Archeologiche waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren; Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie; Bodemvertoorder betalen archeologich vooronderzoek en mogelijke opgravingen. Dat er veelal al voor de inwerkingtreding van de Wet op de Archeologiche Monumentenzorg (nu integraal opgenomen in de Monumentenwet) gewerkt werd in de geet van het Verdrag van Malta komt mede doordat veel provincie hieromtrent beleid hebben geformuleerd. Met betrekking tot het nieuwe archeologiche betel heeft de provincie een toetende en kadertellende rol. De provincie Overijel heeft in de nota "Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen" hierover aangegeven dat vanaf het begin van de planvorming rekening moet worden gehouden met cultuurhitoriche waarden, waar de archeologiche waarden nadrukkelijk deel van uit maken. Archeologiche en cultuurhitoriche elementen worden in een vroeg tadium van de ruimtelijke planvorming meegenomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met aardkundige waarden. De nieuwe archeologiche wetgeving, zoal vatgelegd in de Wet op de Archeologiche Monumentenzorg, legt de zorgplicht voor het archeologich erfgoed bij gemeenten en bepaalt dat archeologie voortaan binnen het intrumentarium van de ruimtelijke ordening dient te worden meegewogen. De kern van de nieuwe wetgeving i al volgt: Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de afgifte van monumentenvergunningen en voor de aanwijzing van archeologiche rijkmonumenten; De provincie kan archeologiche attentiegebieden aanwijzen die moeten worden opgenomen in een betemmingplan van een gemeente en kan verplichtingen opleggen bij ontgrondingen; De gemeente kan archeologiche verplichtingen verbinden aan bouw-, loop- en aanlegvergunningen; De nieuwe regel gelden alleen bij nieuwe betemmingplannen almede bij wijzigingen en ontheffingen van betaande betemmingplannen. De gemeente heeft ten aanzien van het omgaan met archeologie een ubtantiële inhoudelijke beleidruimte toegewezen gekregen om belangenafwegingen te maken. De nieuwe wet impliceert voor gemeenten het volgende: Voor alle bodemvertoringen binnen de archeologiche contouren op de betemmingplankaarten geldt een vergunningtelel; De vergunningaanvrager i financieel en operationeel verantwoordelijk; De gemeente telt de eien en handhaaft ze. Archeologiebeleid gemeente Enchede Op 28 januari 2008 i door de gemeenteraad van Enchede het gemeentelijke archeologiebeleid vatgeteld. Hierin i opgenomen hoe Enchede vorm geeft aan "het rekening houden met archeologie". Op bai van het beleid dient archeologie op een dudanig vroeg tijdtip te worden betrokken bij planontwikkelingen en/of aanvragen voor bouw-, loop- of aanlegvergunningen dat de riico' voorafgaand aan de werkzaamheden in kaart kunnen worden gebracht. Hierbij i het van belang dat inzicht betaat in de archeologiche verwachtingwaarde en de trefkan dat waardevolle archeologiche waarden in de bodem aanwezig zijn. Daarbij geldt dat de geologie, de geomorfologie en de aard van de bodem zeer bepalend zijn voor de archeologiche verwachtingwaarde. Geteld kan worden dat tot de Middeleeuwen nederzettingen meetal gelegen waren op hooggelegen gronden (troomruggen en oeverwallen). In de Middeleeuwen en daarna heeft zich op een deel van deze gronden een edek gevormd. In deze hoger gelegen gebieden zijn reten van nederzettingen uit divere periode te verwachten. Op bai van kenni over het hiervoor genoemde kan een indicatie worden gegeven over hoe groot de kan i dat 46 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

47 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer ergen waardevolle zaken in de bodem aanwezig zijn. Deze indicatie taan op de Algemene Archeologiche Verwachtingkaart van de gemeente Enchede aangegeven. De Algemene Archeologiche Verwachtingkaart i opgebouwd uit aparte verwachtingkaarten voor de periode waarin de menen al jager en verzamelaar leefden en voor de periode waarin menen edentair gingen leven al landbouwer. Daarnaat zijn ontgrondinggegeven en hitoriche elementen, zoal hoeven, molen en landweren, toegevoegd. Archeologie en het plangebied "Eulderinkweg 22" Het bureau ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventarierend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Eulderinkweg 22 te Enchede. Tijden het bureauonderzoek bleek, dat in het plangebied archeologiche reten vanaf het Laat- Paleoliticum kunnen voorkomen. Deze verwachting i gerelateerd aan het voorkomen van een plaggendek. Anorganiche archeologiche reten en grondporen zijn onder het plaggendek vaak goed bewaard gebleven. De archeologiche verwachting voor het plangebied i daarom hoog. Het booronderzoek heeft uitgewezen, dat in een deel van plangebied inderdaad een plaggendek met intacte bodem aanwezig i. Er zijn ze boringen verricht. Alleen in boring 1 i onder het plaggendek een podzolbodem (AEBC-horizonten) aanwezig. De oorpronkelijke A- en E-horizont van de podzolgrond i echter niet waargenomen, waardoor het waarchijnlijk i dat deze opgenomen zijn in het plaggendek. In boring 4 i alleen een retant van de B-horizont aangetroffen, dat weergeeft dat deze vertoord i. De concluie luidt dat de bodem ter hoogte van de boringen, uitgezonderd boring 1, tot in het relevante archeologiche niveau i vertoord. Ter hoogte van boring 1 i een enkeerdgrond met daaronder een podzolbodem aangetroffen. Dit bodemtype werd op bai van het bureauonderzoek ook verwacht. Ter hoogte van boring 1 i de bodem intact en kunnen er archeologiche reten in itu aanwezig zijn. Volgen de voorgenomen bouwplannen zal de bodem ter hoogte van boring 1 niet vertoord worden, waardoor eventuele archeologiche reten niet in gevaar zullen komen. De overige boringen zijn tot in het archeologiche relevante niveau vertoord, waardoor eventuele archeologiche reten niet meer in itu aanwezig zullen zijn. Omdat binnen het plangebied geen archeologiche waarden zullen worden vertoord, advieert ADC-Archeoprojecten om geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. De gemeente Enchede i akkoord met het electieadvie, zoal hierboven bechreven, en daarmee i het plan uitvoerbaar en vrijgegeven waar wat betreft het deel waarvoor de bouwaanvraag, i ingediend, volgen het plan dat al bijlage aan deze Toelichting i toegevoegd. 4.4 Ecologie Bij ruimtelijke planvorming moet aandacht worden beteed aan de natuurwet- en regelgeving. Momenteel genieten zowel een groot deel van de flora en fauna zelf al de leefgebieden van divere oorten wettelijke becherming. Die becherming vloeit voort uit zowel Europee al nationale regelgeving. Zo richt de EG-Habitatrichtlijn zich expliciet op de becherming van de habitat (leefgebied) van wilde planten en dieren en bechermt de EG-Vogelrichtlijn op oortgelijke wijze broed- en trekvogel. In het kader van deze richtlijnen heeft Nederland zogenaamde peciale bechermingzone ('Natura 2000'- gebieden) aangewezen, welke zijn geïncorporeerd in de Natuurbechermingwet In dit kader i de volgende natuurwet- en regelgeving van belang: betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 47

48 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Natuurbechermingwet 1998 (gebiedbecherming); Flora- en Faunawet (oortenbecherming); Nota Ruimte, in treekplannen/tructuurviie uitgewerkt voor de becherming van de ecologiche hoofdtructuur (EHS), ganzenfoerageergebied en weidevogelgebied. De bechermingregime hebben tot doel de natuurwaarden in de betreffende gebieden veilig te tellen. In ommige ituatie dienen ook ruimtelijke ingrepen buiten de begrenzing van deze gebieden te worden getoett op mogelijke chadelijke uittralende effecten, dit wordt ook wel externe werking genoemd. Natuurbechermingwet 1998 In de Natuurbechermingwet 1998 worden twee typen bechermde gebieden ondercheiden, de peciale bechermingzone of 'Natura 2000' gebieden en de bechermde natuurmonumenten. Onder 'Natura 2000' gebieden worden vertaan de EG- Vogelrichtlijngebieden en, ind 1 februari 2009, de EG-Habitatrichtlijngebieden. Voor de meete EG-Habitatrichtlijngebieden geldt overigen dat deze nog wel formeel al zodanig moeten worden aangewezen door de miniter van Landbouw, Natuurbeheer en Voedelkwaliteit, omdat daarvoor nog intandhoudingdoeltellingen moeten worden vatgeteld. Zo lang de EG-Habitatrichtlijngebieden nog niet definitief door de miniter zijn aangewezen dient nog te worden getoett aan de communautaire lijt, zijnde de lijt van gebieden zoal die indertijd zijn aangemeld bij de Europee Commiie. Onder bechermde natuurmonumenten worden die natuurgebieden vertaan die op grond van de oude Natuurbechermingwet reed al zodanig waren vatgeteld. Voor zover de bechermde natuurmonumenten overlappen met Natura 2000 gebieden geldt dat de tatu bechermd natuurmonument voor die betreffende gebieden i komen te vervallen, de bechermde waarden voor het betreffende gebied voor zover die niet ook onder de intandhoudingdoeltelling van het Natura 2000 gebied vallen blijven echter voor die gebieden onverminderd van kracht. Op grond van de Natuurbechermingwet 1998 dienen voor alle Natura 2000 gebieden intandhoudingdoeltellingen en een beheerplan te worden vatgeteld. Betaand gebruik mag worden voortgezet, mit niet conflicterend met de intandhoudingdoeltellingen en al zodanig vatgelegd in het beheerplan. Voor alle andere activiteiten i een vergunning van Gedeputeerde Staten (met uitzondering van die gebieden waar op grond van het Beluit vergunningen Nb-wet'98 de miniter van LNV bevoegd gezag i) vereit. Nota Ruimte In de Nota Ruimte i de viie van het Rijk op de natuur en het landelijk gebied vatgelegd. De nota richt zich op het behoud, hertel en ontwikkeling van wezenlijke natuurlijke kenmerken en waarden. Vanuit deze doeltelling i de Ecologiche Hoofdtructuur (EHS) in het leven geroepen en worden ganzenfoerageergebieden en weidevogelgebieden aangewezen. Het rijkbeleid uit de Nota Ruimte dient door provincie en gemeenten te worden doorvertaald in ruimtelijke plannen, zoal tructuurviie en betemmingplannen. De EHS, het ganzenfoerageergebied en het weidevogelgebied vallen niet onder de werking van de gebiedbecherming zoal geregeld in de Natuurbechermingwet Flora- en Faunawet De Flora- en faunawet regelt de becherming van de meet kwetbare planten- en dieroorten die in Nederland voorkomen. Het gaat daarbij niet om de becherming van individuele planten of dieren maar om waarborgen om te voorkomen dat het voortbetaan van oorten planten of dieren niet in gevaar komt. Hiertoe zijn in deze wet een aantal verbodbepalingen opgenomen, zoal het verbod op het doden of verontruten van dieren of het verbod op het plukken van planten. Daarbij i het nee, tenzij principe het uitgangpunt, er mag geen chade worden toegebracht aan bechermde dieren of planten tenzij dit uitdrukkelijk i toegetaan. Op grond van de Flora- en faunawet zijn alle dieren en planten van onvervangbare waarde en du dienen menen daarmee zorgvuldig om te gaan. Daarom i in de wet ook een algemene zorgplicht (artikel 2) opgenomen, die inhoudt dat een ieder 'voldoende zorg' in acht dient te nemen voor álle in het wild voorkomende dieren en planten (du niet alleen de bechermde) en hun leefomgeving. Indien een voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling mogelijk negatieve gevolgen heeft voor in dat gebied voorkomende 48 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

49 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer bechermde oorten dan dient in de regel ontheffing van de betreffende verbodbepalingen te worden gevraagd bij de miniter van Landbouw, Natuurbeheer en Voedelkwaliteit. De ontheffingregeling i geregeld in artikel 75 van de Flora- en Faunawet en nader uitgewerkt in de AMvB artikel 75. De Flora- en faunawet hanteert een driedeling in bechermingcategorieën: 1. tabel 1 oorten, dit zijn de meet algemeen voorkomende oorten waarvoor bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijtellingregeling geldt. Voor deze oorten hoeft geen ontheffing te worden gevraagd; 2. tabel 3 oorten, dit zijn de trikt bechermde oorten. Het gaat hierbij om de EG- Habitatrichtlijnoorten en een (nationale) electie van de zwaardere categorieën van de Rode Lijt. Voor deze oorten dient altijd ontheffing te worden gevraagd; 3. tabel 2 oorten, een tuencategorie betaande uit de reterende bechermde oorten. Voor deze oorten geldt een vrijtellingregeling wanneer wordt gehandeld volgen een door de miniter goedgekeurde gedragcode. In andere gevallen dient voor deze oorten doorgaan ontheffing te worden gevraagd. Vogel nemen in de Flora- en faunawet een bijzondere poitie in. Vogel worden door de wet alleen bechermd tijden het broedeizoen. Voor een aantal vogeloorten (met name pechten, uilen en boombewonende roofvogel) zijn de voortplanting- of vate rut- of verblijfplaaten jaarrond bechermd. Aan het verlenen van ontheffing door de miniter zijn, afhankelijk van de tatu van de oort, verchillende voorwaarden verbonden. Daarbij wordt ondercheid gemaakt in een lichte toet en een uitgebreide toet. De lichte toet geldt voor tabel 1- en tabel 2 oorten en voor de meete vogel en houdt in dat de werkzaamheden het voorbetaan van de oort niet in gevaar mogen brengen oftewel geen afbreuk doet aan de guntige taat van intandhouding van de oort. De uitgebreide toet geldt voor tabel 3 oorten en de jaarrond bechermde vogeloorten en houdt in dat: de werkzaamheden het voortbetaan van de oort niet in gevaar mogen brengen oftewel geen afbreuk doet aan de guntige taat van intandhouding van de oort en; er geen alternatief i voor de activiteiten en; er prake i van groot maatchappelijk belang (zoal volkgezondheid, openbare veiligheid, et cetera) en; de werkzaamheden zodanig worden uitgevoerd dat er prake i van zorgvuldig handelen. Ecologie en het plangebied "Eulderinkweg 22 Het plangebied "Eulderinkweg 22" i niet gelegen binnen een gebied dat i aangewezen al Natura 2000 gebied of bechermd natuurmonument of in de directe omgeving daarvan. In het plangebied en de ruimere omgeving daarvan, gelegen in het terk vertedelijkte gebied, i geen prake van pecifieke oortenrijkdom. Het betemmingplan Eulderinkweg 22 beoogt de bouw van een zorgboerderij mogelijk te maken. In het kader hiervan i door adviebureau Eelerwoude B.V. te Goor een onderzoek naar de aanwezige bechermde oorten uitgevoerd. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling geen negatieve gevolgen voor bechermde oorten in het plangebied heeft, en dat er geen vrijtelling danwel een ontheffing dient te worden aangevraagd. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 49

50 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 50 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

51 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 5 Gewente ontwikkeling plangebied In dit hoofdtuk wordt een amenvatting gegeven van het toekomtbeeld voor het plangebied, zoal dat in de Gid Sprekend Enchede i vatgelegd. Teven wordt ingegaan op het door Burgemeeter en Wethouder vatgetelde Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan Bedrijvenpark Ueler E. Dit Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan i d.d. 16 juni 2009 vatgeteld door het college van B&W en zal naar verwachting begin 2010 worden vatgeteld door de gemeenteraad (al wijziging van de weltandnota). 5.1 Ontwikkelingmogelijkheden volgen Gid 'Sprekend Enchede' De nota 'Sprekend Enchede, Gid voor ruimtelijke kwaliteit' beoogt de ontwikkelpotentie van de tad en de wijken weer te geven. In dat kader wordt een beeld weergegeven van alle ontwikkelmogelijkheden in de tad en in de wijken en buurten die de gemeente wenelijk vindt en wil timuleren. De Gid i een ontwikkelinggericht deel van het ruimtelijk beleid van de gemeente Enchede: kader en uitgangpunt voor de ruimtelijke onderbouwing van afzonderlijke herzieningen. In de gid legt de gemeente vat hoe belangrijk de betaande kwaliteit van een wijk of een buurt wordt gevonden, hoe de hoofdopzet eruit ziet, hoe de wijk i ingericht en functioneert en of dat een uitgangpunt i voor toekomtige ontwikkelingen. Dit wordt de grondhouding genoemd. In de gid wordt gewerkt met een grondhouding voor geografich afgebakende gebieden. Een grondhouding geeft du aan hoe de gemeente aankijkt tegen de ruimtelijke kwaliteit van dat gebied. I die kwaliteit de moeite waard, kan deze nog jaren mee of i grondige vernieuwing gewent. Op bai van de grondhouding worden randvoorwaarden opgenomen voor wat op een plek i toegetaan en wat niet. De gid ondercheidt vier grondhoudingen, namelijk: Repecteren: Ruimtelijke initiatieven dienen de betaande kwaliteiten van een gebied al uitgangpunt te nemen en te verterken. Nieuwe ontwikkelingen in gebieden met de grondhouding 'repecteren' moeten in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden: aanpaen aan en inpaen in de huidige ituatie; onderteunen van het huidige ruimtelijke concept; onderteunen en verterken van de betaande ruimtelijke tructuur; aanpaen aan de omgeving van het plangebied. Repecteren m et gericht vernieuwen: Ruimtelijke initiatieven die nen overwegend de betaande kwaliteiten van een gebied al uitgangpunt te nemen en te verterken. Vernieuwing kan gericht in het plangebied plaatvinden. Nieuwe ontwikkelingen in gebieden met de grondhouding 'Repecteren met gericht vernieuwen' moeten in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden: handhaven van het ruimtelijke concept met vernieuwing van accenten; handhaven van de betaande ruimtelijke opzet met (becheiden) vernieuwing van objecten, tedelijke ruimten; handhaven van de betaande functie, met becheiden toevoegen van nieuwe functie. Vernieuwing met gericht repecteren: Ruimtelijke initiatieven dienen overwegend te breken met de betaande kwaliteiten van een gebied. Nieuwe ontwikkelingen in gebieden met de grondhouding 'vernieuwen met gericht repecteren' moeten in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoen: vernieuwen van het ruimtelijke concept met behoud van objecten; vernieuwen van de ruimtelijke opzet met conervering van objecten; vernieuwing van functie met behoud van enkele betaande functie. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 51

52 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Vernieuwing: Ruimtelijke initiatieven dienen te breken met de betaande kwaliteiten van een gebied. De betaande opzet mit kwaliteit en een volledig nieuwe opzet gaat de kwaliteit bepalen. Nieuwe ontwikkelingen in gebieden met de grondhouding 'vernieuwen' moeten in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoen: vernieuwen en veranderen van het huidige ruimtelijke concept; introduceren van een nieuwe ruimtelijke opzet en tructuur; introduceren van een nieuw functioneel programma. De Nota Sprekend Enchede heeft de openbare voorbereidingprocedure ingevolge de Algemene wet betuurrecht doorlopen en i op 13 februari 2006 door de gemeenteraad vatgeteld. De Gid "Sprekend Enchede" en het project Eulderinkweg 22 Voor het gebied waar het project Eulderinkweg 22 wordt gerealieerd (en de omgeving daarvan, de Ueler E) zegt de Nota Sprekend Enchede het volgende: Grondhouding vernieuwen met gericht repecteren vernieuwen: ruimtelijke initiatieven dienen overwegend een nieuwe ruimtelijke hoofdopzet en amenhang te introduceren of wanneer deze al ontworpen i, hierin te paen; gericht repecteren: enkele elementen moeten gericht gerepecteerd worden. Ruimtelijke hoofdopzet Het gebied i duidelijk herkenbaar al e. Een e i een bol liggend akkercomplex (bolling), omgeven door cluter van boerderijbebouwing met erfbeplanting in een kleinchalig houtwallenlandchap (kran); Context ligging aan belangrijke tedelijke tructuren al de Haakbergertraat, Weterval, A35 en de groene wig. Randvoorwaarden vernieuwen door de ligging heeft het gebied een grote betekeni voor de herkenbaarheid en de karakteritiek van heel Enchede; de betaande e zal bebouwd worden, de plannen hiervoor zijn in voorbereiding; Functie toevoegen van de hoofdfunctie bedrijvigheid. Te repecteren elementen Vorm de landchappelijk waardevolle elementen, zoal ommige bebouwing, houtwallen en het contrat tuen de bolling en kran moeten herkenbaar blijven in het te ontwikkelen bedrijventerrein; Functie betaande woningen en bedrijven zullen zoveel mogelijk worden gerepecteerd (ingepat). Concluie m.b.t. de Gid Sprekend Enchede Het plan voor de zorgboerderij Eulderinkweg 22 pat binnen de criteria van de Gid Sprekend Enchede. 52 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

53 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 5.2 Beeldkwaliteitplan In het kader van het betemmingplan "Ueler E 2008" vindt er een aanpaing plaat van de Weltandnota van de gemeente Enchede. Dit gebeurt op bai van het Stedenbouwkundig en Beeldkwaliteitplan Bedrijvenpark Ueler E (juni 2009). Het gebied van Eulderinkweg 22 i hierin opgenomen. Een in te dienen bouwplan voor de zorgboerderij Het Eulderink zal hieraan worden getoett. Volgen het Beeldkwaliteitplan (blz. 138) hebben de betaande boerderijen in de kranen hun agrariche functie goeddeeel verloren. Een voorwaarde voor behoud van de karakteritieken van het landchap en van de boerderijen i het herbetemmen van de bebouwing met functie die een economiche impul betekenen voor de kranen. Het behoud van karakteritiek en kwaliteit taat hierbij voorop. Maar er moet ook ruimte worden geboden aan nieuwe initiatieven zowel voor de gebouwen al voor het erf. Om toekomtige initiatieven mogelijk te maken met behoud van de cultuurhitorich waardevolle karakteritieken van zowel de gebouwen al de erfinrichting zijn er beeldkwaliteitregel opgeteld. Het boerenerf betaat uit een hoofdbedrijfgebouw, de boerderij (woning + deel) en de lotaande overige bedrijfgebouwen. Bij de "oude erven" i de bebouwing gegroepeerd rondom een gemeenchappelijk (verhard / onverhard) erf. Het erf i direct toegankelijk van de weg. De boerderij ligt met de achterzijde (de deel) aan het erf en de voorzijde van de boerderij (de woning) i georiënteerd op het omliggende landchap. De overige bedrijfgebouwen zijn eveneen gelegen aan het achtererf en vormen met de boerderij een amenhangend enemble van gebouwen. De gebouwen zijn veelal in een loe tructuur rond het erf gelegen. Aan de voorzijde van de boerderij (de woning) ligt een iertuin met een nuttuin en eventueel een dierenweide. Door de ruimtelijke amenhang van de volume (boerderij met bedrijfgebouwen) en een amenhangende architectuur vormen de gebouwen een architectonich enemble. Om de ruimtelijke amenhang te bewaren moeten nieuwe volume: georiënteerd zijn op het gemeenchappelijke erf; liggen aan, of op korte aftand van het erf; tenminte op 5 meter aftand van elkaar taan; in maat en chaal paen bij het oorpronkelijke erf; paen in het betande bebouwingbeeld of daar een verrijkend contrat mee vormen. Stedenbouw / Architectuur. Het hoofdbedrijfgebouw, de boerderij: de boerderij i van het hallehuitype met een eenvoudige grondvorm, vierkant of rechthoekig; de hoofdmaa betaat uit een begane grondlaag met zadeldak; een enkele of dubbele kap; de boerderij heeft een lage goot, maximaal 3,5 meter en een nokhoogte van maximaal 10 meter; er i een duidelijk ondercheid in de voorkant (woonzijde) en de achterzijde (deel met baanderdeuren); de boerderij i opgetrokken uit bakteen en een kap van rode of grijze pannen met kenmerkende witte windveren. De opgevel i voor de bovente helft uitgevoerd met hout; nieuwe boerderijen kunnen traditioneel of modern worden vormgegeven mit paend in de karakteritieken van het hoofdbedrijfgebouw. Stedenbouw / Architectuur. De overige lotaande bedrijfgebouwen: de lotaande bedrijfgebouwen hebben eveneen een eenvoudige grondvorm, vierkant of rechthoekig; het lotaande bedrijfgebouw heeft een lage goot en een kap, aanluitend of verwant aan de kap van het hoofdgebouw; betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 53

54 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer het lotaande bedrijfgebouw i opgetrokken uit bakteen of hout; de lotaande bedrijfgebouwen zijn verchillend in volume maar zijn oberder uitgevoerd dan het hoofdgebouw; de lotaande bedrijfgebouwen hebben een omvang van maximaal 12 x 24 meter al grondvlak en zijn maximaal 10 meter hoog; de lotaande bedrijfgebouwen kunnen traditioneel of modern worden vormgegeven paend in het erf enemble; Het erf: het erf i verhard bij voorkeur met klinker en keien; geen open oplag, oplag aleen inpandig; voor het woongedeelte komt vaak een becheiden iertuin voor in combinatie met een nuttuin; olitaire eiken en om erf-boje komen voor; hagen in aftemming op het omringende landchap; minimaal 5 meter aftand bebouwing tot betaande bomen. Het plan voor de zorgboerderij Het Eulderink zal voor een groot deel kunnen voldoen aan de bovengenoemde weltandcriteria. De beperrking van de oppervlakte van 12 x 24 meter al grondvlak voor lotaande bedrijfgebouwen geldt niet voor het plan Het Eulderink omdat hier prake i van een pecifieke betemming "Maatchappelijk - Zorgboerderij". De gebouwen zullen hoger worden dan 10 meter. De maximale hoogte die in het betemmingplan wordt toegelaten i 13 meter. 5.3 Project Zorgboerderij Eulderinkweg In amenwerking met de JP van den Bent Stichting wil Holtdijk B.V. op de locatie Het Eulderink, gelegen aan de Eulderinkweg te Enchede, een zorgboerdrij realieren voor menen met een (lichte) vertandelijke en / of meervoudige beperking. Het nieuwbouwgedeelte van de zorgboerdrij omvat 23 wooneenheden voor menen met een (lichte) vertandelijke en/of meervoudige beperking en i onderverdeeld in twee woongebouwen. De monumentale bovenkamer zal worden geretaureerd en dient gaan doen al kantooir / preekruimte. De nog betaande chuur (die lo taat van de oorpronkelijke boerderij) zal eveneen worden geretaureerd en dient al werkplaat en berging. Al dagactiviteit op het terrein en in de werkplaat kan gedacht worden aan onderteunende activiteiten voor andere locatie zoal reparatie van materiaal en onderhoudwerkzaamheden op de locatie. Teven kunnen op het terrein groenten worden verbouwd en eventueel kleinvee worden ondergebracht. In de keuken kan worden gedacht aan kookactiviteiten voor de cliënten, maar ook aan het bakken van bijvoorbeeld appeltaarten e.d. voor derden. Het Eulderink zal in eerte intantie worden gebruikt al kort verblijfhui. Som zijn er problemen waar je niet direct een oploing voor weet. Ouder of verzorger kunnen ploteling wegvallen of zij kunnen door de problematiek van het kind de opvoeding tijdelijk of helemaal niet meer aan. Maar het kan ook zijn dat iemand helemaal geen thui of dak boven zijn hoofd heeft. In een kortverblijfhui kunnen menen met een (lichte) vertandelijke beperking maximaal één jaar - tijdelijk - wonen. Voor elke cliënt i er een eigen appartement. Bij de onderteuning wordt ervan uitgegaan dat de menen die in Het Eulderink wonen gewoon meedoen in de dagelijke bezigheden. Hierdoor leren zij bezig te zijn en blijven en i er helderheid over de dagindeling. Afhankelijk van de peroon en de ituatie wordt geprobeert de cliënten (weer) de weg te wijzen in het "normaal" omgaan met elkaar. 54 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

55 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer De activiteiten overdag zijn afhankelijk van de cliënt. Kinderen van 6 tot 18 jaar gaan naar de (Z)MLK- of ZMOK-chool. Kinderen die niet naar chool gaan of volwaenen die geen werk hebben, maken gebruik van een dagactiviteitencentrum (dicht)bij het kortverblijfhui. Parkeren op eigen erf Parkeren dient op eigen erf plaat te vinden. Verkeeraantrekkende werking De verkeerpecten van het gehele gebied Ueler E (incluief het plangebied Eulderinkweg 22) i uitvoering onderzocht in het kader van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Uele E, met het betemmingplan "Ueler E 2008" dat in procedure i. In het kader van dat laatte plan wordt de omliggende wegentructuur aangepat. Uit dit betemmingplan "Ueler E 2008" blijkt dat er geen belemmeringen aanwezig zijn op dit punt voor de uitvoering van het betemmingplan Eulderinkweg 22. Bouwplan Beltman Architecten d.d Door Beltman Architecten i een chetplan gemaakt gedateerd (zie bijlage bij dit ontwerp-betemmingplan). Dit chetplan wordt uitgewerkt en wordt daarna al bouwaanvraag ingediend. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 55

56 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 56 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

57 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 6 Juridiche planopzet In dit hoofdtuk wordt ingegaan op de verplichtingen op grond van de Wet ruimtelijke ordening, de planytematiek en de betemmingmethodiek, de indeling van de planregel met een korte bechrijving van de betemmingen en tenlotte de handhaafbaarheid van het plan. 6.1 Wet ruimtelijke ordening en RO Standaarden 2008 Op 1 juli 2008 i de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Deze wet i de opvolger van de oude WRO die uit 1965 tamt. In de Wro heeft de vernieuwing van het ruimtelijke intrumentarium en de nieuwe rolverdeling tuen Rijk, provincie en gemeente getalte gekregen. Snelle en overzichtelijke procedure, duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden almede tranparantie in beleid en in normtelling zijn belangrijke baiprincipe van de nieuwe Wro. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet i de digitaliering van ruimtelijke plannen. Vanaf 1 januari 2010 i het verplicht alle nieuwe ruimtelijke plannen digitaal te ontwerpen en digitaal bechikbaar te tellen en i het digitale plan ook het enige rechtgeldige plan. Onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden alle planologiche (tructuur)viie, plannen, beluiten, verordeningen en algemene maatregelen van betuur (Wro intrumenten) digitaal vervaardigd en digitaal bechikbaar geteld. Betemmingplannen worden onderling vergelijkbaar. Om dit mogelijk te maken zijn de RO tandaarden 2008 ontwikkeld. Deze tandaarden zijn met een miniteriele regeling gekoppeld aan de Wro. De RO Standaarden 2008 betaat uit een pakket aan tandaarden verdeeld in: tandaarden voor de bechrijving van het techniche model waaraan de ruimtelijke intrumenten moeten voldoen; praktijkrichtlijnen die de toepaing van het model bechrijven; een tandaard voor tructuur en preentatie van een ruimtelijk intrument; een tandaard voor publicatie en authenticatie van een digitale dataet van een ruimtelijk intrument. De RO tandaarden 2008 zijn voor het grootte deel wettelijk verankerd in de Regeling tandaarden ruimtelijke ordening (Staatcourant, 30 oktober 2008). Deze Regeling bechrijft hoe plannen digitaal moeten worden vervaardigd, bechikbaar geteld en uitgewield. Tot 1 januari 2010 geldt er een overgangperiode met betrekking tot de uitvoeringapecten voor betemmingplannen die worden opgeteld conform de Wro. De ituatie tot 1 januari 2010 i op hoofdlijnen: de Wro verplicht een analoge verie van ieder nieuw betemmingplan te maken en bechikbaar te tellen; de Wro verplicht bronhouder om nieuwe betemmingplannen elektronich bechikbaar te tellen, waarvoor geen pecifieke vormvereiten gelden; ieder nieuw digitaal betemmingplan waarvan het ontwerp na 1 juli 2008 ter inzage wordt gelegd, i wel rechtgeldig, maar bij twijfel of verchil prevaleert het analoge plan; RO-partner die niet in taat zijn om met het digitale betemmingplan te werken, kunnen met het analoge plan blijven werken; Voor het analoge en digitale betemmingplan gelden nog niet de vormvereiten uit de Standaard voor vergelijkbare betemmingplannen 2008 (SVBP 2008). De gemeente Enchede heeft beloten om gedurende de overgangperiode al wel conform de SVBP 2008 te gaan werken. De SVBP 2008 verplicht tot vergelijkbare betemmingplannen, die leiden tot een betere leebaarheid, raadpleegbaarheid, duidelijkheid en vereenvoudiging voor de gebruiker. De SVBP 2008 voorziet in een vate opbouw, tructuur en indeling met een vat begrippenkader, verplichte analoge en digitale verbeelding. 'Analoge' verbeelding betekent de manier waarop het plan op papieren kaarten moet worden getoond (opmaakverplichtingen voor de plankaart). 'Digitale' verbeelding betekent de manier waarop het digitale plan moet worden getoond in een raadpleegomgeving (webite op het internet). betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 57

58 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 6.2 Planytematiek en betemmingmethodiek Algemeen Betemmingplannen behoren op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening een in de 10 jaar te worden geactualieerd. Na het afgerond project inhaallag betemmingplannen volgt een hernieuwde actualiatieronde van de gemeentelijke betemmingplannen. Het beleid van de gemeente Enchede i erop gericht dat nieuwe betemmingplannen allen conform de SVBP 2008 dezelfde tructuur en opbouw kennen, waardoor een uniform geheel onttaat, wat de rechtgelijkheid voor burger ten goede komt, de toeting van aanvragen om een bouwvergunning evenal de handhaving van betemmingplannen vergemakkelijkt. De Wet ruimtelijke ordening en het Beluit ruimtelijke ordening maken het mogelijk een betemmingplan op verchillende manieren vorm te geven. Grofweg kan gekozen worden uit de volgende planvormen: een traditioneel gedetailleerd betemmingplan. Een dergelijk plan legt het beoogde gebruik van gronden en optallen en de bebouwingmogelijkheden van de in het plan opgenomen gronden gedetailleerd vat. De methodiek wordt wel ingezet om betaande ituatie te conerveren, maar wordt ook gebruikt om beoogde nieuwe ontwikkelingen nauwgezet te turen; een globaal betemmingplan dat nader moet worden uitgewerkt. In een dergelijk betemmingplan worden een of meerdere betemmingen opgenomen, die later moeten worden uitgewerkt. Wordt veelal toegepat in gevallen waar de ontwikkeling van een gebied op hoofdlijnen bekend i, maar waar de concrete invulling nog moet volgen; Een globaal eindplan. In deze planvorm wordt het ruimtelijk en functioneel treefbeeld in globale zin vatgelegd; Een mix van boventaande planvormen afhankelijk van de pecifieke problemen. Naat dit ondercheid, dat i gebaeerd op de techniek van het betemmen, wordt in de literatuur wel ondercheid gemaakt tuen ontwikkelinggerichte en beheergerichte betemmingplannen. Dit ondercheid i niet zozeer gebaeerd op hoe een betemmingplan in elkaar teekt, maar juit wat met het betemmingplan wordt beoogd (beheren of ontwikkelen). Bij de keuze voor een bepaalde ytematiek van betemmingregeling peelt de vraag hoe omgegaan wordt met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen daarbij een grote rol. In Enchede i gekozen om ontwikkelinggericht te gaan betemmen. Kern van deze aanpak betaat uit de volgende elementen: Betemmingplannen kunnen neller en met minder menkracht gemaakt worden al de betemmingregeling i toegepitt op het huidige gebruik en plannen die zich (met een aan zekerheid grenzende waarchijnlijkheid) binnen de planperiode gaan voordoen. Voor al datgene wat zich waarchijnlijk of mogelijk gaat voordoen worden, buiten een aantal generieke wijzigingbevoegdheden om, in het betemmingplan geen peciale voorzieningen getroffen. Voor het gehele tedelijk gebied i een ruimtelijk toetingkader opgeteld ('Sprekend Enchede, gid voor ruimtelijke kwaliteit'). Voor elke wijk zijn de randvoorwaarden en uitgangpunten opgenomen voor nieuwe initiatieven en ruimtelijke ontwikkelingen. De gid i vatgeteld al beleidregel en wordt gebruikt al toeting- en beoordelingkader van voor nieuwe initiatieven. Plannen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die niet paen in het betemmingplan kunnen worden gefaciliteerd door een partiële herziening van het betemmingplan. De gid vormt het ontwikkelinggerichte deel in het ruimtelijk beleid van Enchede: kader en uitgangpunt voor de ruimtelijke onderbouwing van partiële herzieningen. In chema 1 i de relatie tuen de betemmingplannen die in het kader van de hernieuwde actualiatie worden gemaakt, de nota 'Sprekend Enchede' en partiële herzieningen in verband met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in een plangebied, weergegeven. 58 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

59 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Figuur 10: herzieningen Schema Relatie Sprekend Enchede, betemmingplan en partiële Nieuwe betemmingplannen voor het tedelijk gebied zullen, zoal gezegd, allen dezelfde opbouw hebben. Er i gekozen voor de vorm van een meer traditioneel betemmingplan, waarin voornamelijk de huidige ituatie (functie en bebouwing) wordt vatgelegd, waarbij binnen de verchillende betemmingen vaak wel een paend meervoudig gebruik mogelijk i Wijze van betemmen Uitgangpunt i om aan gronden in het plangebied een paende betemming toe te kennen. Met een betemming wordt tot uitdrukking gebracht welke gebruikdoelen of functie, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, aan de in het plan begrepen gronden zijn toegekend. Niet iedere functie leent zich voor een eigen betemming conform de hoofdgroepen van betemmingen uit de SVBP Of dit zo i hangt af van de ruimtelijke relevantie, of wel van de mate waarin de betrokken functie invloed heeft op zijn omgeving of daaraan eien telt. Behalve om functie gaat het bij betemmingen altijd om concreet ruimtegebruik of om fyiek aanwezige ruimtelijke objecten. Bij de keuze voor een bepaalde betemming i de (gewente) hoofdfunctie bepalend. Afhankelijk van de ruimtelijke relevantie en/of de mate waarin de betreffende functie invloed heeft op de omgeving of daaraan eien telt, bijvoorbeeld ruimtelijke uittralingeffecten in de zin van verkeeraantrekkende werking, benodigde parkeervoorzieningen, ruimtebelag, itueringkenmerken en milieuhinder, wordt gekozen voor een (gepecificeerde) betemming met eigen planregel (bouw- en gebruikregel). Binnen de hoofdgroepen van betemmingen kan worden gekozen voor een verbijzondering van de betemming met een zelftandig pakket van planregel, waarin teven ondergechikte functie in de betemmingomchrijving kunnen worden opgenomen. Binnen veel hoofdgroepen van betemmingen komen ondergechikte functie voor, zoal parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en nutvoorzieningen. Deze functie kunnen worden opgenomen binnen de betemmingomchrijving. Voor bijzondere ondergechikte functie, die niet onder de algemene betemmingomchrijving vallen en niet conflicteren met de betemming, wordt gekozen voor een afzonderlijke functieaanduiding Flexibiliteit in betemmingplannen Bij de ontwikkeling van het betemmingplan Eulderinkweg 22 heeft de gemeente zich ten doel geteld een intrument te ontwikkelen dat: zodanig flexibel i dat oepel ingepeeld kan worden op gewijzigde omtandigheden; tegelijkertijd voldoende mogelijkheden biedt voor turing van ontwikkelingen; betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 59

60 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer teven in een voldoende mate de rechten en belangen waarborgt van eigenaren en/of gebruiker van gronden in of rondom het plangebied en/of andere belanghebbenden. In de planregel zijn daartoe baieien opgenomen, waaraan in beginel elke bouwaanvraag moet voldoen. Het betreft voornamelijk de op de plankaart gegeven aanwijzingen die voor gebouwen gelden, zoal: de ituering binnen het bouwvlak (al dan niet verplichte bouwgren); de maximale bouwhoogte; het maximum aantal bouwlagen. Tegelijkertijd i in de planregel aan burgemeeter en wethouder de bevoegdheid toegekend om onderdelen van het plan te wijzigen en in concrete ituatie van bepaalde regel ontheffing te verlenen. Daarnaat wordt door de keuze van bepaalde hoofdgroepen van betemmingen mogelijk gemaakt dat meerdere hoofdfunctie binnen die betemming uitwielbaar zijn, hetgeen de flexibiliteit ten goede komt. Aangezien belanghebbenden terug kunnen vallen op de in het plan opgenomen baieien, ofwel de gelegenheid hebben om zienwijzen in te brengen tegen een kenbaar gemaakt voornemen om veranderingen (wijzigingen en ontheffingen) toe te taan van het betemmingplan, bevat het plan voor hen voldoende rechtwaarborgen. 6.3 Indeling planregel Het juridich bindend gedeelte van het betemmingplan betaat uit de regel en de bijbehorende digitale verbeelding en de analoge verbeelding (papieren plankaart) waarop de divere betemmingen zijn aangegeven. De verbeelding en de regel dienen in amenhang te worden bekeken. De regel zijn onderverdeeld in vier hoofdtukken: Hoofdtuk 1 - Inleidende regel; Hoofdtuk 2 Hoofdtuk 3 Hoofdtuk 4 - Betemmingregel; - Algemene regel; - Overgang- en lotregel. In deze paragraaf worden de regel per hoofdtuk toegelicht Inleidende regel Hoofdtuk 1 bevat de inleidende regel. Deze regel gelden voor het gehele plangebied van het betemmingplan Eulderinkweg 22. Hoofdtuk 1 betaat uit de navolgende artikelen: Artikel 1 - Begrippen In dit artikel zijn definitie van de in de regel gebruikte begrippen opgenomen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen i vatgelegd. Artikel 2 - Wijze van meten Dit artikel geeft bepalingen hoe onder meer de hoogte van gebouwen en de inhoud van gebouwen gemeten moeten worden en hoe bepaalde eien betreffende de maatvoering begrepen moeten worden. 60 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

61 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Betemmingregel Hoofdtuk 2 bevat de juridiche vertaling van de verchillende betemmingen die in het plangebied voorkomen. Voor ieder gebied op de plankaart i de betemming weergegeven. Al op de plankaart een bouwvlak i opgenomen, i de hoofdregel dat de hoofdgebouwen binnen de bouwgrenzen dienen te worden opgericht. Bij de indeling van de betemmingregel wordt conform de SVBP 2008 een vate volgorde aangehouden. De regel van een betemming worden al volgt opgebouwd en benoemd: betemmingomchrijving (omchrijving van de toegetane functie en gebruikdoelen); bouwregel (regel waaraan de bebouwing dient te voldoen); nadere eien (regel op grond waarvan nadere eien aan bouwwerken en de ituering daarvan kunnen worden geteld); ontheffing van de bouwregel (regel op grond waarvan in concrete ituatie onder bepaalde voorwaarden kan worden afgeweken van de bouwregel); pecifieke gebruikregel (regel die aangeven welk pecifiek gebruik verboden i); ontheffing van de gebruikregel (regel op grond waarvan in concrete ituatie onder bepaalde voorwaarden kan worden afgeweken van de gebruikregel); aanlegvergunning (regel waarbij wordt geregeld wanneer en onder welke omtandigheden een aanlegvergunning noodzakelijk i); loopvergunning (regel waarbij wordt geregeld wanneer en onder welke omtandigheden er een loopvergunning noodzakelijk i); wijzigingbevoegdheid (regel die aangeven in welke gevallen en onder welke voorwaarden onderdelen van het plan gewijzigd kunnen worden). Hieronder worden de divere betemmingregel kort toegelicht. Artikel 3 Maatchappelijk Zorgboerderij De betemming "Maatchappelijk - Zorgboerderij" wordt in de betemmingregel bechreven al een maatchappelijke voorziening voor het bieden van zorg in combinatie met grondgebonden agrariche bedrijfactiviteiten waarbij wonen ten behoeve van deze functie i toegetaan. Op het perceel i de verkoop van op het perceel geteelde of gefokte en/of verwerkte producten toegetaan. De verkoopruimte mag maximaal 100 meter² zijn. De gebouwen mogen, zoal i aangeduid, maximaal 13 meter hoog worden Algemene regel Hoofdtuk 3 bevat de algemene regel, betaande uit algemene ontheffingregel, wijzigingregel, procedureregel, bouwregel, gebruikregel, aanduidingregel, overige regel en de anti-dubbeltelregel. Artikel 4 bevat de Antidubbeltelregel. In dit algemene artikel wordt geregeld dat grond die eenmaal in aanmerking i genomen bij het toetaan van een bouwplan bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten bechouwing blijft. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 61

62 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Artikel 5 geeft de Algemene aanduidingregel. In de Algemene aanduidingregel zijn beperkende regel met betrekking tot het gebruik of het bouwen opgenomen voor de verwezenlijking van de betemmingen, die zijn gekoppeld aan zone die aan ruimtelijk relevante, ectorale regelgeving zijn ontleend zoal de Wet geluidhinder en de wetgeving met betrekking tot archeologie (Monumentenwet). Het betreft regel die zijn gekoppeld aan gebiedaanduidingen, zoal geluidzone. Een gebiedaanduiding i een aanduiding die verwijt naar een gebied waarvoor bij de toepaing van het betemmingplan pecifieke regel gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt. In dit betemmingplan wordt van de algemene aanduidingregel gebruik gemaakt voor de geluidzone voor het wegvereerlawaai (geluidzone - weg) en voor de aanduiding van het archeologich onderzoekgebied A. Met deze laatte aanduiding wordt het plangebied bechermd voor de aantating van eventueel aanwezige archeologiche waarden. Artikel 6 geeft de Algemene Ontheffingregel In dit artikel worden algemene ontheffingregel gegeven voor het door het college van Burgemeeter en wethouder eventueel te verlenen ontheffingen voor bijvoorbeeld het afwijken van voorgechreven maten, afmetingen en percentage van ten hoogte 10%. Teven wordt de mogelijkheid gecreëerd voor een ontheffing voor geringe afwinken ten opzichte van bouwgrenzen. Daarnaat wordt een ontheffingmogelijkheid gegeven voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter. Artikel 7 geeft de Algemene wijzigingregel. Burgemeeter en wethouder zijn bevoegd, overeenkomtig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan op een aantal onderdelen onder bepaalde randvoorwaarden te wijzigen. In dit artikel wordt een bevoegdheid gegeven voor een wijziging in de ituering van betemminggrenzen en bouwvlakken indioen bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verchuivingen in verband met ingekomen bouwplannen wenelijk of noodzakelijk zijn, mit de betemminggrenzen of bouwgrenzen niet meer dan 5 meter worden verchoven. Teven wordt in dit artikel de mogelijkheid geboden om met een wijizgingplan af te wijken van de voorgechreven maten, afmetingen en percentage met ten hoogte 20%. Artikel 8 geeft de Algemene procedureregel In dit artikel worden algemene procedureregel gegeven voor het toepaen van een ontheffingbevoegdheid. Bijvoorbeeld wordt geregeld dat het ontwerpbeluit met de daarbij behorende tukken gedurende twee weken voor een ieder ter inzage ligt. Teven geeft dit artikel (aanvullend op wat de wet regelt in artikel 3.6, lid 5 Wro) een anatal procedure regel voor het toepaen van de wijzigingbevoegdheid. 62 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

63 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer In atikel 9 Overige regel wordt ten aanzien van het parkeren geregeld dat parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein dienen te worden gerealieerd. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt aanluiting gezocht bij de parkeerkencijfer, zoal die zijn genoemd in de publicatie van het CROW Parkeerkencijfer- bai voor parkeernormering (2008) en wordt gebruik gemaakt van het handboek Aanbevelingen voor verkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom. Het benodigde aantal parkeerplaaten kan worden berekend op bai van parkeerkencijfer of wordt bepaald in parkeernormen. Parkeerkencijfer zijn op de praktijk gebaeerde cijfer. Parkeernormen geven het aantal beleidmatig vatgetelde parkeerplaaten bij een bedrijf of voorziening aan. Bij het gebruik van parkeerkencijfer moet rekening worden gehouden met de bereikbaarheid van de locatie, de pecifieke kenmerken van de functie, de mobiliteitkenmerken van de gebruiker van het gebouw en met het gemeentelijk beleid. Hierbij wordt gezocht naar een evenwicht tuen zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de parkeervraag en de optimale combinatie van leefbaarheid en bereikbaarheid. Burgemeeter en wethouder kunnen ontheffing verlenen van de hoofdregel dat parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein dienen te worden gerealieerd, mit op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien en de ituering van de parkeerplaaten het ruimtelijk beeld van de omgeving, de verkeerveiligheid en de gebruikmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantat. In het artikel Overige regel wordt ook aangegeven dat, indien en voor zover in deze regel wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, deze regelingen dienen te worden gelezen zoal ze luidden op het tijdtip van inwerkingtreding van het betemmingplan Overgang- en lotregel Hoofdtuk 4 tot lot, geeft een regeling voor het overgangrecht en geeft de zogenoemde lotregel. Artikel 10 Overgangregel Op grond van dit artikel worden bouwactiviteiten aan betaande, met het plan trijdige, bouwwerken, almede betaand, van het plan afwijkend, gebruik onder voorwaarden toegetaan. Artikel 11 Slotregel Dit laatte artikel van de planregel bepaalt op welke wijze de regel van het betemmingplan kunnen worden aangehaald. 6.4 Handhaving Betemmingplannen zijn bindend voor overheid en burger. Enerzijd kan de gemeentelijke overheid naleving van betemmingplannen afdwingen (optreden tegen trijdig gebruik en/of bebouwing). Anderzijd vormt het betemmingplan ook het juridich kader voor de burger waaruit kan worden afgeleid wat de eigen bouw- en gebruikmogelijkheden zijn, maar ook wat de planologiche mogelijkheden in juridiche zin zijn op percelen in de directe omgeving. Het betemmingplan geeft immer de gewente planologiche ituatie voor het betreffende gebied binnen de planperiode aan. Het ontwikkelen van beleid en de vertaling hiervan in een betemmingplan heeft weinig zin, indien na de vattelling van het betemmingplan de regel van het plan niet gehandhaafd (kunnen) worden. Daarom i het belangrijk al bij het optellen van een betemmingplan aandacht te beteden aan de handhaafbaarheid van de opgetelde regel. Hierbij i een aantal punten in het bijzonder van belang: betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 63

64 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 1. Voldoende kenbaarheid van en draagvlak voor het betemmingplan Een goed handhavingbeleid begint bij de kenbaarheid van het betemmingplan bij degenen die het moeten naleven. De inhoud van het plan kan lecht gehandhaafd worden, indien het beleid en de regeling in grote kring onderteund wordt door de gebruiker van het betemmingplan. Een algemene poitieve benadering van het betemmingplan i om die reden wenelijk. 2. Realitiche en inzichtelijke regeling Een juridiche regeling dient inzichtelijk en realitich te zijn. De voorchriften dienen niet meer, maar ook niet minder te regelen dan noodzakelijk i. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de leebaarheid, hanteerbaarheid, gebruikvriendelijkheid en handhaafbaarheid. 3. Actief handhavingbeleid Het luittuk van een goed handhavingbeleid i voldoende controle op de feitelijke ituatie in het plangebied. Indien de voorchriften worden overtreden, moeten adequate maatregelen worden getroffen. Indien dit wordt nagelaten onttaat een grote mate van rechtonzekerheid. Een handhaafbaar betemmingplan i een betemmingplan dat zich goed leent voor het bereiken of het bechermen van gewente beleiddoeltellingen en i een goede bai voor eventuele anctionerende maatregelen. Bij de ontwikkeling van het betemmingplan "Eulderinkweg 22 hebben, vanuit het oogpunt van effectieve handhaving bezien, de volgende vragen centraal getaan: I in de planregel en de toelichting helder verwoord wat de gemeente wil? Zijn de normen duidelijk? Wat i de reden voor opgelegde beperkingen? I hiervoor voldoende maatchappelijk draagvlak? Biedt het plan voldoende flexibiliteit om onnodige beperkingen te voorkomen? Met het oog op de toet- en handhaafbaarheid van dit betemmingplan i in de planregel ondermeer aangegeven wat in ieder geval tot een gebruik in trijd met de betemming moet worden vertaan, een algemeen verbod op gebruik in trijd met de betemming i opgenomen in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening. Teven i een eenduidige regeling opgenomen voor het medegebruik van woningen voor de uitoefening van beroepof bedrijfmatige activiteiten en i bij ontheffing- en wijzigingbevoegdheden zoveel mogelijk het afwegingkader aangegeven. 64 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

65 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 7 Economiche uitvoerbaarheid Het hoofddoel van het betemmingplan "Eulderinkweg 22" i de gewente toekomtige ituatie planologich-juridich vat te leggen. Het hoofddoel van de ontwikkeling i een zorgboerderij. De gronden in het plangebied zijn eigendom van particulieren. Exploitatieovereenkomt De gebieden in het plangebied die geen gemeentelijk eigendom zijn worden in amenwerking met de gemeente Enchede door particulieren en/of projectontwikkelaar ontwikkeld, waarbij de gemeente de koten zal verhalen middel het luiten van een (anterieure) exploitatieovereenkomt met de betreffende particuliere ontwikkelaar. Zodra de exploitatieovereenkomten geloten zijn zal daar overeenkomtig het bepaalde in artikel 6.24 Wro in de "Hui aan Hui" mededeling worden gedaan. Exploitatieplan Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad voor gronden waarop een bouwplan al bedoeld in artikel van het Beluit ruimtelijke ordening i voorgenomen een exploitatieplan vat te tellen, tenzij het kotenverhaal van de grondexploitatie over de in het betemmingplan begrepen gronden anderzin i verzekerd. Gelet op wat hierboven onder "Exploitatie-overeenkomt" i gechreven, kan worden geteld dat het kotenverhaal voldoende anderzin i verzekerd en i de economiche uitvoerbaarheid van het nu voorliggende betemmingplan voldoende aangetoond. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 65

66 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 66 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

67 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Hoofdtuk 8 Participatie 8.1 Adviezen Op grond van de notitie Wijkorganen en Advieafpraken worden beleidvoortellen, die van invloed zijn op een wijk, voorafgaand aan de beluitvorming ter adviering voorgelegd aan het erkende wijkorgaan. Binnen het plangebied van het betemmingplan "Eulderinkweg" i geen erkend wijkorgaan actief. 8.2 Vooroverleg Krachten artikel van het Beluit ruimtelijke ordening (Bro) pleegt het college van Burgemeeter en Wethouder overleg met de beturen van betrokken gemeenten en waterchappen en met die dienten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belat zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. In het kader van het vooroverleg i het voorontwerp van het betemmingplan "Eulderinkweg 22" voorgelegd aan de provincie Overijel, het Waterchap Regge en Dinkel, de VROM-Inpectie, Brandweer Enchede, de Regio Twente Hulpverleningdient, de Rijkdient voor het Cultureel Erfgoed, en de Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede. Van de binnengekomen reactie en het gemeentelijk commentaar daarop zal een verlag worden vervaardigd, dat al Bijlage aan de plantoelichting zal worden toegevoegd. 8.3 Procedure Op grond van artikel van het Beluit ruimtelijke ordening geeft het College van burgemeeter en wethouder dat voornemen i op verzoek of uit eigen beweging een betemmingplan voor te bereiden, waarbij prake i van ruimtelijke ontwikkelingen, kenni van dat voornemen in het gemeentelijk blad Hui-aan-Hui. Bovendien wordt de openbare kennigeving ook lang elektroniche weg gedaan. Er wordt hierbij geen gelegenheid geboden om zienwijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen. Publicatie van het voornemen heeft al doel om de burger tijdig te informeren over het voornemen om een betemmingplan voor te bereiden. Deze publicatie i geplaatt d.d. 14 oktober Op grond van het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening dient het ontwerp van het betemmingplan "Eulderinkweg 22" gedurende een periode van ze weken voor een ieder ter inzage te worden gelegd. Deze terinzagelegging en de mogelijkheid om gedurende die periode zienwijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad zal te zijner tijd worden bekendgemaakt in de Nederlandche Staatcourant en in de "Hui aan Hui". De kennigeving van de terinzagelegging in de Hui aan Hui i teven te raadplegen via de gemeentelijke webite de kennigeving van de terinzagelegging in de Staatcourant i teven te raadplegen via de webite Van de eventueel ingekomen zienwijzen en de gemeentelijke beantwoording daarvan zal een verlag worden vervaardigd dat al bijlage aan deze toelichting zal worden toegevoegd. Daarna zal het betemmingplan door de gemeenteraad worden vatgeteld. betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 67

68 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 68 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

69 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlagen betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 69

70 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 70 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

71 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 1 Verlag overleg ex artikel Bro betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 71

72 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 72 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

73 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 2 Samenvatting en beantwoording zienwijzen betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 73

74 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 74 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

75 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 3 Voorontwerp bouwplan Eulderink betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 75

76 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 76 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

77 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 4 Akoetich onderzoek Het Eulderink d.d. 5 april 2009 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 77

78 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 78 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

79 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 5 Luchtkwaliteitonderzoek betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 79

80 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 80 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

81 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 6 Bodemonderzoeken Het Eulderink betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 81

82 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 82 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

83 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 7 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 Eelerwoude B.V. d.d betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 83

84 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 84 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

85 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 8 Archeologich onderzoek Eulderinkweg 22 ADC ArcheoProjecten d.d. april 2009 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 85

86 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer 86 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept)

87 Gemeente Enchede Dient Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Bijlage 9 Adviezen Staattoezicht op de Mijnen i.v.m. Zoutwinning AKZONobel d.d. 10 maart 2008 en 18 februari 2009 betemmingplan "Eulderinkweg 22" (concept) 87

88 d.d. 9 oktober 2009 Verlag van de vooroverlegreactie met gemeentelijk commentaar m.b.t. voorontwerpbetemmingplan Ueler E 2008 Ter voldoening aan het getelde in artikel van het Beluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn reactie gevraagd van de volgende intantie: 1. Provincie Overijel, Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid, Potbu 10078, 8000 GB ZWOLLE 2. Waterchap Regge en Dinkel, Potbu 5006, 7600 GA ALMELO 3. NV Nederlande Gaunie, Afdeling Grondzaken, Potbu 162, 7400 AD DEVENTER 4. VROM Inpectie Oot, Potbu 136, 6800 AC ARNHEM 5. Hulpverleningdient Regio Twente (Regionale Brandweer Twente), Potbu 1400, 7500 BK ENSCHEDE 6. Miniterie van Economiche Zaken Regio Oot, Potbu 324, 6800 AH ARNHEM 7. Rijkwatertaat Oot-Nederland Afdeling Planvorming en Advie (WVP), Potbu 9070, 6800 ED ARNHEM 8. Rijkdient voor Archeologie, Cultuurlandchap en Monumenten, Potbu 1600, 3800 BP AMERSFOORT 9. Viten Overijel N.V., Potbu 10005, 8000 GA ZWOLLE 10. Overticht, Potbu 531, 8000 AM ZWOLLE 11. Eent Netwerk Noord, Potbu 10074, 8000 GB ZWOLLE 12. DGW&T Directie Noord-Oot Nederland, Potbu 40184, 8004 DD ZWOLLE 13. Natuur en Milieu Overijel, Stationweg 3, 8011 CZ ZWOLLE 14. Miniterie van Landbouw, Natuurbeheer en Vierij, Directie Oot, Potbu 554, 7400 AN DEVENTER 15. AKZO ZOUT Chemie Nederland BV, Boortorenweg 20, 7554 RS HENGELO 16. Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede, t.a.v. de heer W.H. Arend, Potbu 20, 7500 AA ENSCHEDE 17. Brandweer Enchede, Potbu 31, 7500 AA ENSCHEDE 18. Tennet t.a.v. Grondzaken (hoogpanningleidingen), Potbu 718, 6800 AS ARNHEM 19. Staattoezicht op de Mijnen, Potbu 24037, 2490 AA -GRAVENHAGE 20. Regio Twente, Potbu 1400, 7500 BK ENSCHEDE De volgende reactie zijn ontvangen: I. Provincie Overijel, Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid, Potbu 10078, 8000 GB ZWOLLE, d.d. 23 april II. Waterchap Regge en Dinkel, Potbu 5006, 7600 GA ALMELO, met brief d.d. 6 januari III. NV Nederlande Gaunie, Afdeling Grondzaken, Potbu 162, 7400 AD DEVENTER, met brief d.d. 15 januari IV. VROM Inpectie Oot, Potbu 136, 6800 AC ARNHEM, met brief d.d. 17 maart V. Hulpverleningdient Regio Twente (Regionale Brandweer Twente), Potbu 1400, 7500 BK ENSCHEDE, met brief d.d. 14 januari VI. Viten Overijel N.V., Potbu 10005, 8000 GA ZWOLLE, met brief d.d. 23 december VII. Eent Netwerk Noord, Potbu 10074, 8000 GB ZWOLLE, met brief d.d. 4 december VIII. Natuur en Milieu Overijel, Stationweg 3, 8011 CZ ZWOLLE, met brief d.d. 12 januari IX. AKZO ZOUT Chemie Nederland BV, Boortorenweg 20, 7554 RS HENGELO, met brief d.d. 15 december X. Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede, t.a.v. de heer W.H. Arend, Potbu 20, 7500 AA ENSCHEDE, met brief d.d. 18 januari Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

89 XI. Brandweer Enchede, Potbu 31, 7500 AA ENSCHEDE, met brief d.d. 9 januari XII. Staattoezicht op de Mijnen, Potbu 24037, 2490 AA -GRAVENHAGE, met brief d.d. 18 februari In het navolgende deel worden de ingekomen vooroverlegreactie amengevat en van gemeentelijk commentaar voorzien. I. Provincie Overijel, eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid, Potbu 10078, 8000 GB ZWOLLE De provincie Overijel heeft in het kader van het vooroverleg de volgende reactie gezonden: A. Algemeen De Provincie Overijel chrijft dat het plan, dat i getoett aan het Streekplan Overijel 2000+, teven i beoordeeld op bai van de concept-omgevingviie. De planning i erop gericht om de definitieve Omgevingviie op 1 juli 2009 door Provinciale Staten te laten vattellen. Na deze vattelling geldt de Omgevingviie al geldend provinciaal beleid. De provincie i van oordeel dat de voorgenomen realiering van het nieuwe bedrijventerrein een provinciaal belang betreft. In het kader van de beoordeling van het voorontwerp dient volgen de provincie daarom nader te worden ingegaan op de onderbouwing van de behoefte, de regionale aftemming, de hertructuringopgave en de doorwerking van de ruimtelijke kwaliteit in het plan en de aanluiting van de infratuctuur. Reactie gemeente Enchede De gemeente i het met de provincie een, dat de voorgenomen realiering van dit nieuwe bedrijventerrein een provinciaal belang betreft. Dit blijkt uit het gemeentelijke commentaar bij de ondertaande punten, genoemd onder B t/m F. Het betemmingplan i ook getoett aan de Omgevingviie zoal deze op 1 juli 2009 i vatgeteld door Provinciale Staten. De Toelichting van het betemmingplan i hierop aangepat. B. Provinciaal beleid In het Streekplan Overijel maakt Enchede deel uit van het tadgewet Twente (netwerktad Twente). Binnen het tadgewet wordt een hoog niveau aan ondermeer bedrijvigheid, dientverlening, voorzieningen (cultuur, onderwij, zorg en detailhandel) en woonmilieu nagetreefd. In het treekplan i het noordelijk deel van de Ueler E in potentie aangewezen al grote werklocatie tot Er i in het treekplan geen rode belemmeringlijn voor tedelijke ontwikkeling aangegeven. In de concept-omgevingviie i het betrokken gebied al gepland bedrijfterrein aangegeven en wordt het plan aangemerkt al een pijplijnplan. In het licht hiervan concludeert de provincie, dat het provinciale beleid in principe de mogelijkheid geeft om op het noordelijke deel van de Ueler E een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Reactie gemeente Enchede De gemeente Enchede contateert met intemming, dat de Provincie Overijel concludeert, dat het provinciale beleid in principe de mogelijkheid geeft om op het noordelijke deel van de Ueler E een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Werd het betemmingplan Ueler E 2008 volgen het ontwerp van de Omgevingviie nog aangemerkt al een pijplijnplan, Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

90 volgen de definitie zoal vermeld in de vatgetelde Omgevingviie i het betemmingplan Ueler E 2008 een zogenoemd hard plan, omdat het vooroverleg met goed gevolg i doorlopen en het betemmingplan al ontwerp-betemmingplan ter inzage kan worden gelegd. C. Motivering behoefte De Provincie Overijel chrijft, dat het treekplan voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein vraagt om een gedegen onderbouwing. De Omgevingviie gaat uit van een onderbouwde maatchappelijke behoefte en gaat uit van een kwantitatieve aftemming met buurgemeenten en met de gemeenten in het tadgewet en van een kwalitatieve inpaing met gebiedkenmerken. De provincie chrijft, dat het bekend i, dat er in het kader van de procedure voor de optelling van de provinciale Omgevingviie zowel ambtelijk al betuurlijk overleg i gevoerd, waarbij de ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein nadrukkelijk onderwerp van geprek wa. In de plantoelichting van het voorontwerp-betemmingplan (paragraaf 1.6.1) wordt ter onderbouwing en toelichting van de behoefte gewezen op de door het bureau Ecory geactualieerde behoeftecijfer. Deze cijfer zijn aangegeven in het rapport Ecory Kwaliteitmatch vraag en aanbod bedrijventerrein Enchede van 29 januari Aanluitend op het gevoerde ambtelijke overleg meent de provincie, dat de behoefteonderbouwing van het betemmingplan Ueler E in ruimer kader van de gehele regio zou moeten worden bezien. Daarbij gaat het onder meer om aftemming van bedrijfterreinontwikkeling, zoal die in de andere teden / buurgemeenten in de regio (de Netwerktad Twente) plaatvinden (ei van regionale aftemming). Bij de onderbouwing van de behoefte zal ingegaan moeten worden op andere ontwikkelingen, die in voorbereiding zijn (Kennipark) en in het bijzonder het regionale bedrijventerrein (XL Buinepark Twente) dat in ontwikkeling i. Ook andere locatie in de Netwerktad, met name in Hengelo kunnen wellicht een rol pelen voor de Enchedee behoefte. Afweging locatie Ueler E Hoewel het beleid in principe de mogelijkheid biedt om in het gebied Ueler E een bedrijfterrein te ontwikkelen, vindt de provincie dat bij de afweging en verantwoording niet goed inzichtelijk i gemaakt welke rol het behoud van de cultuurhitoriche waarden en de karakteritiek van de unieke e hierbij heeft gepeeld. Het i van belang hieraan bij de definitieve keuze aandacht te beteden. Hertructureringopgave bedrijfterreinen Bij de onderbouwing van de behoefte peelt in het treekplan het beginel inbreiding voor uitbreiding een belangrijke rol. In de in paragraaf van het treekplan opgenomen algemene principe bij tedelijke uitbreiding i onder meer vermeld dat ter bereiking van efficiënt ruimtegebruik eert de mogelijkheden voor een optimale benutting van het betaand tedelijk gebied moeten zijn bezien alvoren nieuwe uitbreidingen aan nee kunnen komen. Met de toepaing van de zogenaamde SER-ladder, zoal die in de concept-omgevingviie wordt voorgechreven, wordt feitelijk van hetzelfde beginel uitgegaan. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

91 De provincie vindt de noodzaak van het toepaen van deze algemene principe en van een actieve gemeentelijke rol bij de hertructurering van verouderde terreinen van groot belang. Het i de provincie bekend, dat door de gemeente ook i / wordt ingezet op de hertructurring, intenivering en kwalitatieve verbetering van betaande bedrijventerreinen, dit al uitvloeiel van de tranformatieopgave voor vitale bedrijfterreinen (rijkopdracht). In de plantoelichting wordt volgen de provincie te umier ingegaan op de hertructuringopgave. De provincie vraagt om de behoefte aan het bedrijventerrein Ueler E verder te onderbouwen en inzichtelijk te maken op welke wijze er aftemming met de teden en buurgemeenten binnen de regio heeft plaatgevonden (Netwerktad Twente) en te bezien of andere locatie in de Netwerktad, met name Hengelo een rol kunnen pelen in de Enchedee behoefte. Teven verzoekt de provincie de locatie te bezien in relatie tot de ruimtewint die te boeken i met de hertructuring van betaande bedrijfterreinen. Reactie gemeente Enchede De gemeente Enchede onderchrijft het beleid van het Rijk en de Provincie Overijel om bewut om te gaan met de ruimte, ook waar het gaat om bedrijventerreinen. Dit tandpunt bleek al uit haar ruimtelijk beleid, zoal bechreven in de Toekomtviie 2001: inbreiding gaat voor uitbreiding. De toepaing van de SER-ladder i du iet wat in Enchede feitelijk al in 2001 werd ingezet. Dat de gemeente ook meent wat zij zegt, blijkt onder andere uit de zoektocht naar nieuwe lokatie voor bedrijvigheid in de betaande tad (taddeel zuid, plan in onderzoek, ca. 1,5 ha. nieuw terrein). Verder wordt gewerkt aan de uitvoering van hertructurering op de terreinen Havengebied (Materplan 2005, inchatting circa 10 ha extra uitgifte), Hardick en Seckel (plan 2007, circa 2 ha nieuw uit te geven terrein), op de Brouwerij (Roombeek, circa 3 ha uit te geven terrein) en het gebouw Spinnerij/Twekkelerveld (gereed 2007) waarvoor ook veel middelen zijn vrijgemaakt in de gemeentelijke begroting. De gemeente Enchede zet echter ook in op het verbeteren van de kwaliteit van de betaande bedrijventerreinen. Hiervoor zijn afpraken gemaakt met de provincie onder meer door deelname aan de Kwaliteitcan voor twee terreinen te weten De Reulver en Rigterbleek. Voor Euregiopark I volgt later dit jaar (2009) een can. Verder i in het voorjaar van 2009 een Materplan Enchede-Wet (Royal Hakoning, 2009) vatgeteld waarin bechreven wordt welke kwaliteit(en) aan bedrijfterreinen er mit in de tad. Een aantal (betaande) terreinen zal hierom in kwaliteit worden verhoogd door revitaliering, duurzaam ontwerp en parkmanagement. De ontwikkeling van o.a. het Kennipark (inbreidinglokatie) i hierin ook meegenomen. Naat de directe en indirecte ruimtewint van deze hertructurering blijkt uit onderzoek van Ecory (2008) dat er tot 2020 meer ruimte nodig i voor modern gemengde bedrijvigheid dan de hertructurering en inbreiding kan genereren. Door toepaing van het gemeentelijke uitgiftebeleid wordt zuinig ruimtegebruik getimuleerd. Dit uitgiftebeleid betaat uit een aantal apecten waarvan de belangrijkte zijn: - Bedrijven die meer dan 2 ha grond nodig hebben worden doorverwezen naar het Buinepark XL ( de grootte grondtranactie die Enchede in 2008 heeft gedaan waren percelen á 1 ha netto); Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

92 - Elk bedrijf dat grond wil afnemen moet aantoonbaar kunnen voldoen aan de ei van minimaal 50 werknemer per ha. Regionale aftemming gebeurt op zowel betuurlijk al ambtelijke niveau via meerdere regionale overleggen. In de Regio Twente taat in het overleg Economie en het overleg Ruimte de planning van hertructurering en uitleglocatie al vat onderdeel op de agenda. Dit geldt ook voor het overleg van de Netwerktad. Medio 2008 i de provincie getart met een aftemmingoverleg met de regio en de afzonderlijke gemeenten in het kader van de Omgevingviie en haar bedrijventerreinenbeleid. Uiterlijk december 2009 worden de afpraken per gemeente via pretatie-afpraken met de provincie vatgelegd. Hierin wordt o.a. meegenomen hoe de planning i van nieuwe terreinen. Het door het rijk en provincie gehanteerde TM cenario i hierbij uitgangpunt. Cultuurhitoriche waarden en locatiekeuze De provincie verzoekt aandacht te beteden aan de onderbouwing en verantwoording van de locatiekeuze voor het apect cultuurhitoriche waarden. In de Toelichting van het voorontwerp-betemmingplan zijn in paragraaf 2.3 Cultuurhitorie (i in het ontwerpbetemmingplan paragraaf 3.3.) de cultuurhitoriche apecten van het plangebied bechreven. In paragraaf 5.2 (i in het ontwerp-betemmingplan paragraaf 6.4) i de relatie gelegd tuen de cultuurhitoriche apecten en de planontwikkeling op de Ueler E. In paragraaf 1.7 (i in het ontwerp-betemmingplan paragraaf 2.2) i de locatiekeuze bechreven zoal die i gebeurd op grond van de rapporten Beoordeling locatie Euregio- Noord (Grontmij, 30 november 1999) en Effectentudie Modern Gemengd Bedrijventerrein Enchede (Grontmij, 22 maart 2000). In paragraaf 1.7 Locatiekeuze van het voorontwerpbetemmingplan (i in het ontwerp-betemmingplan paragraaf 2.2) i in het kort de concluie van het rapport Effectentudie Modern Gemengd Bedrijventerrrein Enchede met betrekking tot de cultuurhitoriche apecten bechreven. De locatie heeft bepaalde waarden; het gaat om waardevolle landbouwgrond en om waardevol cultuurlandchap met hoge cultuurhitoriche, aardkundige en archeologiche waarde. Het feit echter dat de e door een aantal grootchalige infratructurele elementen wordt doorneden en begrend (A35, hoogpanningleiding en Weterval), vermindert reed het belang ervan en beperkt de belevingwaarde en de functie al uitloopgebied van de e. De e maakt hierdoor feitelijk al onderdeel uit van het tedelijk gebied van Enchede. In het ontwerp-betemmingplan zal op dit apect uitgebreider worden ingegaan, met name in de paragraaf met betrekking tot de Locatiekeuze (paragraaf 2.2). D. Ruimtelijke kwaliteit Op bai van het provinciale beleid vraagt de provincie aandacht voor de ruimtelijke kwalitatieve invulling van de Ueler E. De provincie vraagt om de ondertaande provinciale (aandacht)punten te betrekken bij de plannen voor de invulling van de Ueler E. Toekomtwaarde nieuwe locatie De provincie chrijft, dat nieuwe locatie voor wat betreft duurzaamheid, inrichting en uittraling grote toekomtwaarde krijgen. De provincie bechouwt de locatie Ueler E al Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

93 een nieuwe ontwikkellocatie. Ruimtelijke kwaliteit i in verband met duurzaamheid, inrichting, uittraling en toekomtwaarde van groot belang. De provincie chrijft daarom veel waarde te hechten aan een zorgvuldige invulling in de context van het gebied zelf en aan de amenhang met de directe omgeving. Gebiedkenmerkencatalogu van de Omgevingviie De Omgevingviie ondercheidt gebiedkenmerken in vier lagen (natuurlijke laag, laag van agrariche cultuurlandchap, tedelijke laag en lut- en leiurelaag). Op bai van deze lagen gelden pecifieke kwaliteitvoorwaarden en kwaliteitopgaven voor ruimtelijke ontwikkelingen. In hoofdtuk 3 van de Omgevingviie zijn de lagen en gebiedkenmerken van provinciaal belang bechreven. De bijlage gebiedkenmerken catalogu geeft meer in detail inzicht in de kenmerken van de verchilende gebieden. De provincie vindt het noodzakelijk dat dit betemmingplan ook met behulp van de gebiedkenmerken invulling geeft aan een goede landchappelijke inpaing en ruimtelijke kwaliteit. De provincie merkt op, dat zich in het plangebied verchillende Rijkmonumenten en een aantal beeldbepalende panden bevinden. Aan de karakteritieke agrariche bebouwing / erven wordt in dit betemmingplan een zodanig ruime betemmingregeling B of B-E toegekend, dat daardoor het behoud en de toekomtwaarde onvoldoende zijn gewaarborgd. Recreatie en toerime De provincie chrijft, dat het beleid aandacht vraagt voor ruimte voor recreatie dicht bij hui, in randzone van teden en kernen in het buitengebied door het optellen van een integrale viie op het groen in en om de tad. Verder i een goede ontluiting van belang van de groene ruimte voor recreatief medegebruik, onder meer door de verbetering van routenetwerken. Verbreking van betaande route (lange-aftandfieten en wandelen) wordt alleen toegetaan, indien er een goed alternatief wordt geboden. De provincie chrijft dat zij de Ueler E, in dit kader, een bijzonder gebied vinden in de tadrandzone. Het gebied heeft een recreatieve en toeritiche waarde al verbindingroute (fietroute) tuen Enchede, Uelo en Haakbergen. Bij een nieuwe invulling van het gebied zal recht moeten worden gedaan aan deze pecifieke recreatieve en toeritiche eigenchappen. De Ueler E bevindt zich in de randzone van de tad en i daarmee bij uittek een locatie waar ruimte voor recreatie en toerime kan worden geboden. In het betemmingplan en in het beeldkwaliteitplan blijft echter het onderdeel recreatie en toerime naar de mening van provincie onderbelicht. Het verdient aanbeveling om nadrukkelijk aan te geven in welke mate recreatie en toerime, ondermeer in het overganggebied, een rol kan pelen bij de invulling van dit betemmingplan in het algemeen en de door de gemeente gekozen betemming tadrandzone in het bijzonder. Relatie tad groene ruimte De provincie chrijft, dat de overgang tad-groene ruimte zorgvuldig ontwikkeld en ingericht moeten worden, waarbij het accent ligt op het verterken van de functie voor de tad en haar bewoner. Wanneer gemeenten beluiten tot grotere uitbreidingen buiten het betaande tedelijke gebied, zal vooraf inzicht moeten worden geboden in een viie over de invulling van de tadrandzone en de daarbij behorende paende functie. Een langere termijnviie i voor deze gebieden gewent. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

94 De provincie chrijft, dat in het betemmingplan en in het beeldkwaliteitplan de aandacht voor de verterking van de groentructuur in het gebied ontbreekt. Gezien de voorgetelde invulling i het wenelijk, dat er op de locatie zelf een verterking van het landchap plaatvindt zowel kwantitatief al kwalitatief. In het voorliggende plan zou hieraan meer aandacht moeten worden beteed. Cultuurhitoriche bebouwing / enemble Vanwege de aanwezigheid van een e in combinatie met cultuurhitoriche waardevolle enemble hecht de provincie aan het behoud en verterking van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied. De provincie chrijft, dat het beeldkwaliteitplan uggereert dat bij de nieuwe invulling de verchillende betaande enemble-achtige en cultuurhitoriche waardevolle bebouwing in zijn betaande compoitie intact blijft. Volgen de provincie laat het betemingplan echter een andere invulling zien, waarbij de bebouwing en de percelen een bedrijfmatige betemming krijgen. De wijze waarop dit gebeurt, de gekozen vormgeving van de kavel en de mate waarin per kavel ruimte wordt geboden voor verdichting, i, volgen de provincie, niet voldoende onderbouwd en lijkt daarmee (ogenchijnlijk) vrij willekeurig gekozen. De in het betemmingplan aangegeven betemmingregeling (bouwkavel) rondom de betaande bebouwing zal op termijn kunnen leiden tot een aanzienlijke verdichting van het hitoriche waardevolle gebied. Hiermee zal de karateritiek van het gebied op termijn verloren gaan. Het i zeer wenelijk en logich dat de regeling voor wat betreft bebouwing en gebruik beter aanluit bij de (voormalige) agrariche functie en rekening houdt met de karakteritiek van de cultuurhitoriche waardevolle bebouwing / enemble. Met het oog op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit vindt de provincie het van belang dat de betaande cultuurhitoriche waardevolle bebouwing / enemble intact blijven. Gezocht zal moeten worden naar een meer paende betemming die de intandhouding van de bebouwing en de karakteritiek van de erven (met groen) voldoende waarborgen. Voor wat betreft de geprojecteerde groentructuur, merken wij op, dat voorzover valt na te gaan de verterking van de groentructuur niet altijd gebaeerd i op de aanwezige groenelementen in het plangebied. Niet duidelijk i op welke wijze de geprojecteerde groentructuuur aanluit op de betaande waardevolle groentructuur. Reactie gemeente Enchede Toekomtwaarde nieuwe locatie De nieuwe locatie i op een zorgvuldige manier ingepat in het gebied. Verwezen wordt hiervoor naar het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan Bedrijvenpark Ueler E (juni 2009). Teven wordt het bedrijventerrein Ueler E een duurzaam bedrijventerrein. Voor dit laatte wordt verwezen naar het Duurzaamheidplan voor het bedrijventerrein. In dit Duurzaamheidplan zijn de duurzaamheidambitie van de gemeente Enchede voor de Ueler E opgenomen. Verder i hierin aangegeven welke van de ambitie al zijn geborgd in betaande plannen, bijvoorbeeld het genoemde Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan. Het gaat dan om bijvoorbeeld wadi, het behouden en verterken van de groentructuur met name in de wetkran, het realieren van een ecologiche zone lang de zuidrand van het Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

95 plangebied et cetera.tenlotte wordt in het Duurzaamheidplan aangegeven hoe ambitie op andere gebieden (bijvoorbeeld energie) binnen het project zullen worden geborgd. Gebiedkenmerkencatalogu van de Omgevingviie De Toelichting van het betemmingplan zal zodanig worden aangepat, dat er een onderbouwing van het betemmingplan plaatvindt vanuit de Gebiedkenmerkencatalogu van de Omgevingviie, zoal deze i vatgeteld d.d. 1 juli Dat in het betemmingplan op een zorgvuldige manier rekening i gehouden met de Rijk- en gemeentelijke monumenten, wordt hieronder aangetoond onder het kopje Cultuurhitoriche bebouwing / enemble. In dat gedeelte van onze reactie gaan wij ook nader in op de toegekende betemmingen Bedrijf (B) en Bedrijf-Erf (B-E). Uit dat antwoord zal blijken, dat deze betemmingen niet willekeuring zijn gekozen. Recreatie en toerime In het plan voor de Ueler E wordt rekening gehouden met recreatie en toerime, in die zin, dat binnen het plangebied fietroute worden aangelegd (zie de kaart op blz. 44 van het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan [juni 2009]). Voor fieter wordt een aantal voorzieningen aangelegd. Zo wordt er een vrijliggend fietpad over de bolling lang de Helweg (de huidige Ruilverkavelingweg) aangelegd. Dit vrijliggende fietpad wordt aangetakt op de fietroute lang de Uelerrondweg en de Haakbergertraat en wordt gechikt gemaakt voor een mogelijke aanluiting, in een latere fae, op het zogenoemde Rondje Enchede (een fiet-en wandelroute om de tad Enchede), waarbij dan eventueel een fietbrug over de A35 naar het buitengebied zal worden aangelegd. Verder zullen alle wegen binnen het plangebied ook gechikt zijn om over te fieten. Divere betaande wegen in de wetkran worden autoluw gemaakt. Voor voetganger worden ook tal van voorzieningen aan het plangebied toegevoegd, zoal een rondje om de bolling, een voetpad van circa 2,5 km lengte dat ook al recreatieve route met portfaciliteiten een functie krijgt. Verder kunnen er in het plangebied lenterpaden komen. Er loopt een recreatieve Lange Aftandfietroute LF15b (Boerenlandroute) van Enchede naar Alkmaar over de e, evenal de route Noordlint, een onderdeel van het Rondje Enchede. De route teekt bij de Achterhofweg over naar de Uelerchoolweg en volgt verder de Willembeekweg-Hilgenhueweg-Uelereweg en luit via het fietpad parallel aan de Keuperweg weer aan op het viaduct Haakbergertraat richting Uelo. In de nieuwe ituatie blijven de betaande aantakkingen van de lange aftandfietroute LF15b over de e bij de Achterhofweg en het viaduct Haakbergertraat betaan. Door de nieuwe interne wegentructuur zal de route binnen het plangebied niet in zijn geheel ongewijzigd in tand kunnen blijven, maar zijn er goede mogelijkheden om de route met voldoende attractieve waarde aan te paen. Daarbij ligt het voor de hand om de route deel via het nieuwe vrijliggende fietpad over de bolling lang de Helweg te leiden. Uit archeologich onderzoek i gebleken dat de e een bewoninggechiedeni heeft vanaf de teentijd tot nu. Waardevolle bewoningporen worden in de kran behouden en bechermd (in itu). Op de bolling worden de waardevolle bewoningporen behouden door ze op te graven (ex itu). Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

96 In het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan i expliciet een zone aangeduid waar ruimte i voor het beleefbaar en zichtbaar maken van de archeologie, namelijk in de zogenaamde ecozone, waarin het Mauritboje en bijbehorend monument onder andere een plek krijgen. In het betemmmingplan heeft dit deel van het gebied een betemming Groen gekregen. Binnen deze betemming zijn de genoemde functie toegetaan. Uitgangpunt bij het beleefbaar maken zijn de archeologiche waarden, de aardlagen en de (verdwenen)oude erven. Het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan taat daarnaat open voor verterking van de cultuurhitoriche beleving in de fae van uitvoering van het plan door nog meer rekening te houden met de betekeni van de aangetroffen bewoningporen voor beleving van de e. Daarbij opnieuw gebruik makend van de vele verhalen over de e, de divere lagen, de bodem en de hitoriche route (Helweg) en dergelijke, en de ontluiting per fiet van de e door aan te luiten bij de recreatieve route in de tadrandzone "Rondje Enchede". Relatie tad groene ruimte Met name in het Groentructuur-actieplan GRAP (vatgeteld door de gemeenteraad van Enchede op 27 juni 2005) wordt aandacht beteed aan de tadranden. De kwaliteit Confrontatie tuen tad en land leveren naat beperkingen ook kanen op. Vaak gaan beperkingen en kanen hand in hand; een waardevol natuurgebied biedt een uitbreidingbeperking vanuit de tad maar i een kan om natuur dicht bij de tad beleefbaar en bereikbaar te maken. In het GRAP benaderen we de tadrand vanuit de tad zelf (recreatie/gebruik); waar liggen de kanen en waar juit de beperkingen. De viie Op ommige plekken moeten tadranden beleefbaar en bruikbaar zijn. Andere plekken verdienen een helder vormgegeven gren of een juit een diffue overgang waarin de tad en het landchap met elkaar zijn verweven. Afhankelijk van de ituatie kun je kiezen voor een bepaalde vormgeving van de rand. Ondercheidend i hierbij de overgang tuen binnen en buiten. Twee uiterten zijn de harde rand; zowel viueel al functioneel een abrupte overgang, en de zachte rand; zowel viueel al functioneel een geleidelijke overgang van binnen naar buiten en vice vera. Ook de betemming van de tad ter plaate van de tadrand i bepalend voor het type rand en du voor de viie. Een tadrandviie voor een woonwijk verchilt bijvoorbeeld van een tadrandviie voor een bedrijfterrein. Om hier invulling aan te geven ondercheiden we drie tadranden: 1. De Woonrand 2. De Werkrand 3. De Gebruikrand Alvoren in te gaan op de viie per type rand allereert de overkoepelende viie per functie: Gebruikmogelijkheden De gebruikmogelijkheden worden afgetemd op de wen vanuit de bebouwde omgeving. Vanuit een indutrieterrein i de gebruikbehoefte ander dan vanuit een Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

97 woonwijk. Ecologie Natuur en landchap grenzen aan bebouwing. Dieren en planten kunnen hierdoor makkelijk de wijken binnendringen waardoor de natuurbeleving in de wijken relatief hoog i. Behoud en verterking van natuur- en landchapwaarden in het buitengebied wordt uitgewerkt in de daarvoor betemde landchapplannen (o.a. Landchapbeleidplan). Toch moet ook vanuit de bebouwde omgeving rekening worden gehouden met deze waarden. Zo kunnen grote lichtmaten en terke geluidproductie dieren in de tadrand afchrikken en verjagen. Duurzame aftemming tuen ecologiche belangen en belangen vanuit de tad i daarom belangrijk. Ruimtelijke identiteit Bij de rand begint het buitengebied. Dit buitengebied i opgedeeld in verchillende landchaptypen. Elk landchaptype heeft een eigen identiteit van kleinchalig en beloten tot weid en open. In de daarvoor bedoelde landchapplannen wordt de identiteit per landchaptype behouden en/of verterkt. De Woonrand: Dit type rand komt het meete voor, woonwijken grenzen hier aan het buitengebied. Het buitengebied dient pecifiek lang deze randen al tedelijk uitloopgebied. De Werkrand: Hier ontmoeten werkgebied en buitengebied elkaar. We maken een ondercheid in twee typen werkgebieden 1) de traditionele bedrijven- en indutrieterreinen 2) Hoogwaardige werkgebieden Dit zijn bedrijventerreinen met een groene uittraling, ingepat in het landchap, die recent ontwikkeld zijn of nog ontwikkeld moeten worden. Uitgangpunten hiervoor zijn: - De overgang van tad naar land i diffuu; landchappelijke lijnen en elementen lopen vanuit het buitengebied door in het bedrijventerrein; - Er i een evenwicht tuen werken, natuur en landchap (ecozone). Gebruikrand: In gebruikranden uiten bewoner hun behoefte om het buitengebied mede te gebruiken. Je zou kunnen zeggen dat de doeltelling die bijvoorbeeld voor de groene wiggen geldt: medegebruik, toegankelijkheid en beleefbaarheid, in de gebruikzone wordt gehaald. In het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan i een plan voor de relatie tuen het Bedrijventerrein en de Stadrandzone ontwikkeld, dat zich in het betemmingplan met name manifeteert in de betemming Agrarich Stadrandzone. De in de GRAP genoemde oorten tadrandzone, woonrand, werkrand, en gebruikrand zijn in dit deel van het betemmingplangebied alledrie aanwezig.het wonen, het werken en het gebruik ten behoeve van recreatie i in het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan tot een harmonieu geheel amengemeed. Op bai daarvan i het betemmingplan opgeteld. Voor wat betreft de geprojecteerde groentructuur i het ontwerp-betemmingplan aangepat Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

98 (verbeterd) ten opzichte het voorontwerp-betemmingplan. De boachtige gebieden, die zijn gelegen binnen het gebied met de betemming Agrarich Stadrandzone, hebben de betemming Groen gekregen. Binnen deze betemming i ook bo toegetaan. De houtwallen op gemeentegrond en op uitgeefbare grond hebben ook de betemming Groen gekregen. In het Stedenbouwkundig plan i een aantal houtwallen (met een breedte groter dan 15 meter) getekend die op particuliere gronden binnen het gebied met de betemming Agrarich Stadrandzone zijn gelegen. (Houtwallen tot een breedte van 15 meter zijn binnen de betemming Agrarich Stadrandzone bij recht toegetaan). De genoemde houtwallen, die breder zijn dan 15 meter, kunnen worden aangelegd, indien hierover met de grondeigenaren overeentemming kan worden bereikt. (Hierbij i met name het onderhoud een belangrijk apect). Het ligt in on voornemen om hierover in overleg met het Landchap Overijel een plan voor te maken. Cultuurhitoriche bebouwing / enemble Door de gemeente Enchede i, nadat het voorontwerp-betemmingplan gereed wa, omdat de noodzaak daarvoor ook door de gemeente werd gevoeld, opdracht gegeven aan het Overticht voor het doen van een cultuurhitorich / tedenbouwkundig onderzoek naar de betaande erven en de daarop aanwezige gebouwen (incluief de in het gebied aanwezige gemeentelijke en rijkmonumenten). Het rapport van het Overticht Inventariatie van boerderijen en erven rondom de Ueler E, het toekomtige bedrijventerrein te Enchede (maart 2009) geeft een verlag van het onderzoek naar alle betaande erven op de Ueler E. Per erf i bechreven wat de waarde van zowel de gebouwen al de erftructuur en inrichting van het erf i. Het Overticht advieert in het rapport het volgende: Het cluter (gelegen aan de pliting van de Keuperweg, Harberinkweg) te bechermen en te hertellen. Volgen het Overticht i het cluter heel waardevol. In het cluter i de individuele bebouwing (de bouwtijl en de materialiering) niet zo van belang, maar de loe trooiing, de diveriteit aan bijgebouwen, de grote bouwvolume en poitionering van de bouwvolume ten opzichte van elkaar i hier zeer bijzonder en waardevol. Ontwikkelingen zijn mogelijk binnen de betaande bouwvolume, zij dienen de karakteritieken te verterken. Inveteer in het achtertallig onderhoud van de erven. Het Overticht chrijft, dat voor het gro van de gebouwen geldt, dat de taat van onderhoud matig tot lecht i. Het Overticht chrijft verder, dat het verterken van de karakteritieken op de individuele erven maatwerk i. Behoud door ontwikkeling al uitgangpunt te nemen. Het Overticht chrijft, dat bij verdichting van de kran betaande bouwtenen (chaalniveau van individuele erven en cluter van erven) al uitgangpunt gebruikt dienen te worden. De ontwikkelingen op de erven af te temmen met de archeologiche waarden. Het Overticht chrijft verder, dat de boerderijen grofweg allemaal zijn gebouwd in de periode De oorprong van de erven i echter veel ouder en het i zeer waarchijnlijk dat er nog oude poren in de gewijzigde gebouwen en in de bodem te vinden zijn. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

99 De aanbevelingen van het Overticht zijn verwerkt in het definitieve Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan van juni 2009 en in het ontwerp-betemmingplan. In het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan i voor de betaande erven overwogen, dat de betaande boerderijen in de kranen hun agrariche functie goeddeel hebben verloren waardoor de karakteritieken van het landchap en van de boerderijerven eveneen verloren dreigen te gaan. Een voorwaarde voor behoud i volgen het Overticht het herbetemmen van de bebouwing met functie, die een economiche impul betekenen voor de kranen. In het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan wordt er echter ook op gewezen, dat het wijzigen van de gebruikmogelijkheden van de van oorprong agrariche bebouwing en erven ook tot ongewente aanpaingen van de waardevolle karakteritieken kan leiden. Daarom taat het behoud van de karakteritieken en de kwaliteit voorop. Maar er moet ook ruimte worden gegeven aan nieuwe initiatieven zowel voor de gebouwen al voor het erf. Om toekomtige initiatieven mogelijk te maken met behoud van de cultuurhitorich waardevolle karakteritieken van zowel de gebouwen al de erfinrichting zijn in het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan extra beeldkwaliteitregel opgenomen. Naat de regel in het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan zijn ook de regel in het betemmingplan zodanig geformuleerd, dat rekening i gehouden met de aanbevelingen in het rapport van het Overticht en met hetgeen i bechreven in het Beeldkwaliteitplan. Aan de betaande erven i de betemming Wonen gegeven voor het woongedeelte van de (meetal voormalige) agrariche bedrijfgebouwen en de betemming Bedrijf-Erf i gegeven aan het erf van de (voormalige) agrariche bedrijven. Binnen deze betemming Bedrijf-Erf kunnen de gebouwen worden gebruikt voor lichte (maximaal milieucategorie 2) bedrijvigheid met een geringe verkeeraantrekkende werking. Deze betemming Bedrijf-Erf geldt niet voor de bedrijven, die in het betemmingplan Buitengebied (1996) reed een bedrijfbetemming hadden, zoal Haakbergertraat 104, en Haakbergertraat 858. Deze laatte bedrijven krijgen ook in het nieuwe betemmingplan de betemming Bedrijf. (deze laatte betemming geeft aan deze bedrijven meer mogelijkheden). De percelen met de betemming Bedrijf-Erf hebben op de betemmingplankaart bouwvlakken gekregen die gebaeerd zijn op het onderzoek van het Overticht en op het Stedenbouwkundig- en- Beeldkwaliteitplan. In de bebouwingregel worden zodanige eien geteld aan nieuwe bebouwing dat de voorgetane beeldkwaliteit ook daadwerkelijk wordt gerealieerd bij bouwplannen. De beeldkwaliteit wordt voor het overige ook bechermd via de (gewijzigde) Weltandnota van de gemeente Enchede waar, na het raadbeluit daartoe, het Beeldkwaliteitplan Ueler E onderdeel van gaat uitmaken. De toegetane bedrijfactiviteiten binnen de gebouwen van de erven met de betemming Bedrijf-Erf zullen, zoal gechreven, hoogten milieucategorie 2 kunnen betreffen. Voor deze betemming Bedrijf-Erf i een pecifieke (beperkte) bedrijvenlijt opgeteld voor de bedrijvigheid die binnen deze betemming zal worden toegelaten. Deze bedrijvigheid houdt volgen deze lijt in: ambachtelijke bedrijven, groothandelbedrijven, en (kleine) kantoren (architectenbureau en dergelijke). Detailhandel i nadrukkelijk niet toegetaan binnen de betemming Bedrijf-Erf. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

100 E. Externe veiligheid Buileidingen De provincie chrijft, dat binnen het plangebied een hogedruk aardgatranportleiding aanwezig i. Hiervoor i op de plankaart een veiligheidzone van 80 meter opgenomen. De regelgeving i blijken de plantoelichting gebaeerd op de Miniteriële Circulaire van 26 november De provincie chrijft, dat de nieuwe AMvB Buileidingen op afzienbare termijn in werking zal treden. Er wordt geadvieerd om bij de verdere planvoorbereiding met deze AMvB rekening te houden en het plan zo nodig aan te paen. Bevi In de toelichting bij het betemmingplan i aangegeven, dat het voor Bevi bedrijven niet i toegetaan om zich in het plangebied te vetigen. Wel zijn volgen de planregel deze bedrijven inpabaar middel een wijzigingprocedure, mit aan de geldende wet- en regelgeving wordt voldaan. Verder i aangegeven, dat het plangebied niet grent aan een bedrijf waar het Bevi betrekking op heeft. De provincie wijt erop, dat in de toelichting op de regel i aangegeven, dat er een regeling wordt gegeven voor een veiligheidzone voor het Bevi. De provincie chrijft, dat een en ander niet met elkaar correpondeert, en verzoekt daarom hier nader aandacht aan te beteden. Verder vindt de provincie het van belang om in de betemmingregeling (artikel 4.7) en bij de begripbepaling (artikel 1.53) expliciet aan te geven dat het gaat om het Bevi van 27 oktober 2004 (later aangevuld bij beluit van 16 juni 2008). Tranport gevaarlijke toffen In de toelichting i aandacht beteed aan het tranport van gevaarlijke toffen (LPG) over de infratructuur rond het plangebied. Voor het tranport i een chatting gemaakt, waarbij ervan uitgegaan i, dat alle tankauto over de A35 rijden. Omdat ook LPG tranport naar LPG tanktation in de tad zal plaatvinden, verzoeken wij u om in verband met de riico de inteniteit van het LPG vervoer op de wegen lang het plangebied (Weterval en Uelerrondweg) nader te bekijken en te beoordelen. Verkeer De provincie chrijft ervan uit te gaan dat de gemeente bij de planvoorbereiding aandacht beteedt en zo nodig rekening houdt met de nieuwe tracering / verbinding met de N18. De provincie verzoekt in de verdere planvoorbeiding met het boventaande apecten rekening te houden. Reactie gemeente Enchede Buileidingen De gemeente heeft bij dit betemmingplan inderdaad gebruik gemaakt van de Miniteriële Ciriculaire van 26 november Het i on bekend dat de nieuwe AMvB Buileidingen binnenkort in werking zal treden. Het ontwerp van deze AMvB Buileidingen i in eptember 2009 gepubliceerd. Het ontwerp-betemmingplan Ueler E 2008 wordt aangepat aan deze ontwerp-amvb Buileidingen. Bevi In het betemmingplan zijn riicovolle bedrijven (Bevi-bedrijven) inderdaad niet bij recht toegetaan. Wel i bij de betemmingen Bedrijfterrein en Bedrijf een wijzigingbevoegdheid opgenomen, waarbij onder (trikte voorwaarden) een riicovol bedrijf Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

101 kan worden gevetigd. Indien een dergelijk bedrijf met een wijzigingplan wordt gevetigd, dient er een veiligheidzone Bevi (riicocontour) op de betemmingplankaart te worden aangebracht. Indien er een dergelijke contour op de betemmingplankaart i aangebracht, dienen daar ook regel voor binnen het plan aanwezig te zijn. Daarom i artikel (waarin regel worden gegeven over dergelijke riicocontouren) in de Regel van het voorontwerpbetemmingplan opgenomen. Bij de gemeente Enchede i het de gewoonte om geen datum of data van de op het moment van vattelling of van inwerkingtreding van het betemmingplan geldende wettekten, AMvB et cetera, in de Regel op te nemen. Daartoe i artikel 22.2 (nummering volgen het voorontwerp-betemmingplan) in de Regel opgenomen, waarin taat Indien en voor zover in deze regel wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden gelezen zoal ze luidden op het tijdtip van inwerkingtreding van het betemmingplan. Naar de mening van de gemeente Enchede i dit een aanvaardbare juridiche oploing. Tranport gevaarlijke toffen Op het punt van de riico, de inteniteit van het LPG vervoer op de Weterval en de Uelerrondweg nader te bekijken en te beoordelen. Op dit punt zal de Toelichting worden aangepat. Verkeer De verkeerparagraaf in de Toelichting zal worden uitgebreid en aangepat. Hierbij zal ook meer aandacht worden beteed aan het nieuwe tracé van / de verbinding met de N18. F. Concluie De provincie chrijft, dat het plan in hoofdlijnen in overeentemming i met het provinciaal ruimtelijk beleid. Wel vindt de provincie het noodzakelijk, dat het plan op ommige onderdelen beter moet worden onderbouwd. Samengevat dient bij de onderbouwing van de behoefte meer aandacht te worden beteed aan regionale aftemming en aan de hertructureringopgave. Bij de betemming / inrichting van het gebied zal verder nadrukkelijker rekening moeten worden gehouden met de aanwezige cultuurhitoriche waarden in het gebied, zodat intandhouding van de bebouwing en de karakteritiek van de (agrariche) erven (met groen) voldoende gewaarborgd zijn. Reactie gemeente Enchede De gemeente neemt er met intemming kenni van, dat het betemmingplan Ueler E 2008 in hoofdlijnen in overeentemming i met het provinciaal ruimtelijk beleid. Mede naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de provincie, i het betemmingplan op een aantal onderdelen, zoal de behoefte aan het bedrijventerrein; de regionale aftemming, en de hertructureringopgave, nader onderbouwd. Daarnaat i in het betemmingplan meer aandacht beteed aan de in het gebied aanwezige cultuurhitoriche waarden, zoal de in met name de wetkran aanwezige betaande erven, waarvoor een onderzoekrapport I opgeteld door het Overticht. Een en ander i hierboven nader onderbouwd in de punten A tot en E. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

102 II. Waterchap Regge en Dinkel, Potbu 5006, 7600 GA ALMELO Het Waterchap Regge en Dinkel heeft in het kader van het vooroverleg de volgende reactie gezonden: A. De bechrijving van de hemelwaterafvoer voor gebied 1: bedrijventerrein Bolling i niet volledig. Het Waterchap Regge en Dinkel chrijft, dat de bechrijving van de hemelwaterafvoer voor gebied 1: bedrijventerrein Bolling, zoal i vermeld op bladzijde 100 van de Toelichting, niet volledig i. De afwatering van de wadi in noordootelijke richting kan vanwege capaciteitproblemen niet worden aangeloten op de betaande waterloop ( ). Hiervoor zal binnen dit gebied een nieuwe waterloop moeten worden gegraven. De ruimte, die hiervoor nodig i, zal gezocht moeten worden binnen de betemmingen Groen en Verkeer. Reactie gemeente Enchede De opmerkingen van het Waterchap zijn verwerkt in het definitief ontwerp van de inrichting van het betemmingplangebied. Hiermee i de watertoet van het betemmingplan Ueler E 2008 akkoord bevonden. Een punt van aandacht blijft het oppompen van water voor bluwater in de poelen. Voor het onttrekken van grondwater i een Wvo-vergunning (onttrekkingvergunning) nodig van het Waterchap (voorheen wa dit de provincie). Het i op dit moment nog niet in te chatten of dat nog tot aanpaingen van het inrichtingplan leidt. De watertoet i een doorlopend traject. Het waterchap zal daarom betrokken blijven bij de verdere planvorming (en uitvoering van het plan), zoal het rioleringplan en het waterhuihoudkundig plan. De Toelichting zal met betrekking tot het boventaande worden aangepat. B. De betaande waterloop ( ), ter plaate van de percelen Haakbergertraat 858 t/m 866, heeft de betemmingen Bedrijf en Bedrijf-Erf gekregen. Het Waterchap Regge en Dinkel chrijft, dat de betaande waterloop ( ), ter plaate van de percelen Haakbergertraat 858 t/m 866, de betemmingen Bedrijf en Bedrijf-Erf heeft gekregen. Volgen het waterchap i het huidige voorontwerpbetemmingplan in trijd met het Keur van het waterchap, dit omdat de gronden die op de kaart zijn aangewezen voor deze betemmingen niet betemd zijn voor waterlopen. Het i daarom van belang dat de betemmingomchrijving hierop wordt aangepat. Reactie gemeente Enchede De betemmingomchrijvingen van de betemmingen Bedrijf en Bedrijf-Erf worden zodanig aangepat dat binnen deze betemmingen ook waterlopen zijn toegetaan. Hiermee zal het ontwerp-betemmingplan voldoen aan het Keur van het waterchap. III. BV Nederlande Gaunie, Potbu 162, 7400 AD DEVENTER In de vooroverlegreactie van 15 januari 2009 chrijft de Gaunie, dat zij een advie hebben opgeteld betreffende externe veiligheidapecten, gerelateerd aan de aardgatranportleiding. Dit advie i gebaeerd op het nieuwe externe veiligheidbeleid van het miniterie van VROM, zoal dat naar Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

103 verwachting in 2009 in werking zal treden middel de AMvB Buileidingen. De circulaire Zonering lang hoge druk aardgatranportleidingen uit 1984 zal dan komen te vervallen. A. Groepriico De Gaunie chrijft, dat de leiding de volgende kenmerken heeft: A-646-KR-029 t/m 033, diameter 24, ontwerpdruk 80. i. De 1% letaliteitgren (9,8 kw/m2 contour) van deze leiding ligt op 330 meter. De planontwikkeling valt du binnen de invloedfeer van de leiding. ii. De 100% letaliteitgren (35 kw/m2 contour) ligt op 150 meter van de leiding. Het plangebied valt binnen deze gren. Voor de planontwikkeling i dit relevant. Gezien het feit, dat de planontwikkeling plaatvindt binnen de 100% letaliteitgren (35 kw/m2 contour) van de leiding en daarom ignificant bijdraagt aan de toename van het groepriico, advieren wij u om een groepriicoberekening te laten maken. De Gaunie kan op bai van leiding- en omgevingdata deze berekening maken. Voor wat betreft het aanleveren van omgevingdata verwijt de Gaunie naar het bijgeloten pdf-document, getiteld eien omgevingdata in het kader van groepberekeningen bij ruimtelijke ontwikkelingen, reviie 4. Reactie gemeente Enchede Zoal door de Gaunie wordt aanbevolen, heeft de gemeente Enchede de Gaunie verzocht om een berekening uit te voeren naar het groepriico, zoal in de brief van de Gaunie wordt voorgeteld. Deze berekening naar het groepriico i uitgevoerd. In de Toelichting van het ontwerp-betemmingplan i dit verantwoord. De gemeente zal in het ontwerpbetemmingplan ook uitgaan van de nieuwe AMvB Buileidingen, die in eptember 2009 i gepubliceerd. B. Plaatgebonden riico-contour De Gaunie chrijft, dat de Plaatgebonden riico-contour geen belemmering vormt voor de realiatie van het plan. Reactie gemeente Enchede De gemeente Enchede neemt er kenni van dat volgen de Gaunie het Plaatgebonden Riico geen belemmering vormt voor de realiatie van het plan. Dat wa ook de concluie van de gemeente. C. Belemmerende trook In artikel 13 Leiding Ga van de regel van het betemmingplan wordt bepaald dat de op de verbeelding (plankaart) al zodanig aangewezen gronden primair betemd zijn voor een ondergronde gatranportleiding. Op deze gronden i het oprichten van bebouwing en het uitvoeren van een aantal werkzaamheden vergunningplichtig geteld. Naar de mening van de Gaunie i echter de than opgenomen bepalingen onvoldoende ter waarborging van een veilig en bedrijfzeker gatranport en ter beperking van gevaar voor peronen en goederen in de directe omgeving van de leiding. De Gaunie verzoekt daarom om artikel 13 zodanig uit te breiden, dat de in de brief genoemde werkzaamheden, uitgevoerd binnen een zone van 5 meter ter weerzijden van de hartlijn van de leiding (belemmerde trook), behouden vrijtelling niet zijn toegetaan: Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

104 Het oprichten van enig bouwwerk; Het aanbrengen van diepwortelende en /of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting; Het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; Het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabel, leidingen en drainage, ander dan normaal pit- en ploegwerk; Diepploegen; Het aanbrengen van geloten verhardingen; Het permanent oplaan van goederen waaronder ook begrepen het oplaan van afvaltoffen; Het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van betaande waterlopen; Het plaaten van onroerende objecten zoal lichtmaten, wegwijzer, en ander traatmeubilair; Het indrijven van voorwerpen in de bodem. Het college van Burgemeeter en Wethouder kan hiervan vrijtelling verlenen in overleg met de leidingbeheerder. Reactie gemeente Enchede De regel m.b.t. aanlegvergunningen voor werkzaamheden die zonder aanlegvergunning niet zijn toegetaan, bij de betemming Leiding Ga zullen worden aangepat, zoal door de Gaunie gewent, behalve dat geen aanlegvergunning kan worden gegeven voor het oprichten van enig bouwwerk en het plaaten van onroerende objecten, zoal lichtmaten, wegwijzer, en ander traatmeubilair, omdat dit het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken betreft en dat valt onder de bepalingen van de artikelen 13.2 en 13.3 (nummering volgen het voorontwerp-betemmingplan. D. Wijzigingbevoegdheid De Gaunie chrijft, dat op de plankaart een Wro-zone wijziginggebied i aangegeven, waarbinnen onder andere betemminggrenzen en bouwvlakken gewijzigd kunnen worden. In artikel 20 Algemene wijzigingregel wordt geteld, dat Burgemeeter en Wethouder de wijzigingbevoegdheid kunnen toepaen, mit er geen aantating plaatvindt van onder andere de externe veiligheid. De Gaunie zou daar graag aan toegevoegd willen zien, dat in een dergelijk geval er overleg gepleegd wordt met de leidingbeheerder. Reactie gemeente Enchede De regel van het plan zullen worden aangepat op dit punt. Aan de voorwaarden zal worden toegevoegd dat, indien er belangen in geding zijn met betrekking tot een galeiding volgen de betemming Leiding Ga er overleg met de leidingbeheerder dient plaat te vinden voordat de wijzigingbevoegdheid kan worden toegepat. Dit zal worden opgenomen binnen de regel in de voorchriften voor de wijzigingbevoegdheden en in artikel 20 Algemene wijzigingregel (nummering volgen het voorontwerp-betemmingplan). Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

105 IV. VROM Inpectie, Regio Oot, Potbu 136, 6800 AC ARNHEM A. Nationaal belang (02) Verbetering baikwaliteit van de gehele hoofdinfratructuur, Vrom-Inpectie Hogedruk aardgatranportleidingen In het betemmingplan i één hogedruk-aardgatranportleiding opgenomen, waarbij rekening i gehouden met een veiligheidzone van 80 meter. De betemmingregeling i gebaeerd op de circulaire Zonering lang hogedruk aardgatranportleidingen (VROM, 1984). De VROM Inpectie advieert echter op het nieuwe beleid, zoal dat zal worden verwoord in de AMvB Buileidingen te anticiperen. Naar verwachting zal deze AMvB Buileidingen in 2009 in werking treden. De ytematiek houdt in dat het plaatgebonden riico (PR), de 10-6 contour, dient te worden berekend. Teven moet het groepriico (GR) bij het ruimtelijke beluit worden betrokken, incluief het advie van de regionale brandweer. Daarnaat voorziet het voorgenomen beleid in het aangeven van een zogenoemde belemmeringentrook of zakelijke rechttrook van tenminte 5 meter aan weerzijden van buileidingen. Op deze trook i dan, overeenkomtig het nieuwe beleid, een aanlegvergunningtelel van toepaing voor werkzaamheden op- en in de bodem. Binnen de belemmeringentrook i geen bebouwing toegetaan, behouden ontheffing. De VROM Inpectie bechikt over een kaart waarop binnen het plangebied nog een tweede aardgatranportleiding i aangegeven. De VROM Inpectie advieert bij de Gaunie na te vragen of er mogelijk nog een tweede tranportleiding aanwezig i. Reactie gemeente Enchede De nieuwe AMvB Buileidingen i in eptember 2009 gepubliceerd. Het ontwerpbetemmingplan zal aan deze ontwerp-amvb Buileidingen worden aangepat. In het gebied i één aardgatranportleiding aanwezig. Inderdaad i het zo, dat er een tweede aardgatranportleiding in het gebied aanwezig wa. Deze liep meer noordelijker. Deze laatte aardgatranportleiding i echter buiten gebruik geteld, en i om die reden niet meer opgenomen op de betemmingplankaart. Op dit moment worden er plannen ontwikkeld voor een nieuwe aardgatranportleiding die ongeveer naat de huidige aardgatranportleiding lang de A35 zal gaan lopen. Het i de bedoeling dat voor deze nieuwe leiding een Rijkinpaingplan wordt gemaakt. Het tracé van deze nieuwe galeiding i nog niet exact bekend. Hierom kon deze nieuwe galeiding niet in het onderhavige betemmingplan worden opgenomen. B. Nationaal belang (19). Behoud en verterking van de kernkwaliteiten met betrekking tot natuur, architectuur, cultuurhitorie, gebruikwaarde en belevingwaarde van het landchap (landchappelijke kwaliteit), Rijkdient voor Archeologie, Cultuurlandchap en Monumenten. De VROM Inpectie chrijft, dat in de voorgechiedeni van het plan ook het apect archeologie heeft gepeeld. Daarom i er ruim archeologich onderzoek ten behoeve van het plan uitgevoerd. Op grond hiervan kennen grote delen van het plangebied een dubbelbetemming in artikel 15 van de voorchriften (van het voorontwerp-betemmingplan). Zoal in de Toelichting (pagina 117) i vermeld, i bij de toepaing van dit artikel een Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

106 electiebeluit nodig, om tot maatregelen voor behoud in itu dan wel ex itu te beluiten die al voorwaarden kunnen worden opgelegd bij een bouwvergunning. Andere voorwaarden, bijvoorbeeld met betrekking tot ituering van de bebouwing om archeologiche waarden te ontzien, lijken beperkt door de trikte eien, die met name in het betemmingvoorchrift 6 worden geteld aan de ituering van de gebouwen. Ook lijkt het, zo chrijft de VROM Inpectie, mogelijk om per kavel verchillende voorwaarden te tellen, bijvoorbeeld ophogen op de ene kavel en opgraven op de andere kavel, waarvan de conequentie voor het eindbeeld op dit moment niet goed in te chatten zijn. Ten principale lijkt de keuze voor het bouwen op de bolling niettemin de juite, aangezien in de kran (wetelijk en ootelijke delen van het plangebied) de archeologiche vondtlaag intact i en van duidelijke cultuurhitoriche waarde en hier de mogelijkheden voor behoud in itu het meet zijn gewaarborgd. Ook leidt dit mede tot behoud van het hier reterende landchap. Reactie gemeente Enchede Inmiddel i het electiebeluit genomen d.d. 21 april Beloten i om de bolling niet in itu te bewaren, maar om hier te kiezen voor opgraven (behoud ex itu). De gebieden, die al archeologich waardevol zijn aangemerkt, en die gelegen zijn buiten het gebied van de bolling worden in itu behouden. Voor deze gebieden geldt de betemming Waarde Archeologie. De archeologiche onderzoekgebieden in de wet- en ootkran worden bechermd door de aanduidingen Overig - Archeologich onderzoekgebied A en B [in het voorontwerp -betemmingplan waren de benamingen van deze aanduidingen nog Zone overig (Archeologiche Verwachtingzone) ]. C. Nationaal belang op grond van PKB Tweede Structuurchema Militaire Terreinen, Miniterie van Defenie, Dient Vatgoed Defenie. De VROM-Inpectie chrijft, dat het plangebied op circa 7 kilometer aftand i gelegen van het terrein van de voormalige vliegbai Twenthe. In verband hiermee zijn er ten behoeve van de vliegveiligheid en ter voorkoming van radarvertoring beperkingen van toepaing voor de bouw van hoge gebouwen en overige bouwwerken. Deze beperkingen dienen te worden verankerd in de betreffende betemmingplannen. Door het Rijk i in de Planologiche Kernbeliing, het Tweede Structuurchema Militaire Terreinen (SMT2), gewezen op het zogenoemde indirecte ruimtebelag van militaire activiteiten. In het SMT2 i geteld, dat van decentrale overheden wordt verwacht dat zij bij de optelling van treek- en betemmingplannen rekening houden met dat indirecte ruimtebelag. Verwezen wordt verder naar de brief van 27 oktober 2006 (nr. DRMV/ ) van de Staatecretari van Defenie aan de gemeente Enchede waarin de gemeente werd geïnformeerd over het beleid ten aanzien van obtakelbeheergebieden rond luchtvaartterreinen en verzorginggebieden rond radartation. Verder wordt verwezen naar de brief van 10 november 2006 (nr ) van de Directie Noord van de Dient Vatgoed Defenie waarin de gemeente i ingelicht over de voor Enchede van belang zijnde apecten. De vliegbai Twenthe i geloten, maar het op het terrein van de vliegbai aanwezige militaire radartation zal (met het daarbij behorende vertoringgebied) gehandhaafd blijven. De Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

107 Koninklijke Luchtmacht volgt met zorg het toenemende aantal hoge obtakel (gebouwen en bouwwerken) die worden opgericht in de omgeving van radartation. De bouw van dit oort obtakel kan vertorend werken op het functioneren van militaire radartation. Op bai van de afgelopen jaren verkregen ervaringgegeven wordt het volgen de VROM Inpectie noodzakelijk geacht om een radarvertoringonderzoek uit te voeren voor nieuw te bouwen gebouwen en bouwwerken die gerealieerd worden binnen 15 nautiche mijlen van de radar en die hoger zijn dan 45 meter boven maaiveldhoogte ter plaate van de radar. De maaiveldhoogte ter plaate van de radar op het terrein van de vliegbai Twenthe i 40 meter + NAP. Dit betekent dat bouwplannen voor gebouwen en bouwwerken die hoger zijn dan 85 meter ten opzichte van NAP vooraf beoordeeld dienen te worden op de mogelijke vertoring van de radar. De VROM-Inpectie chrijft, dat in het betemmingplan op divere plaaten in de voorchriften (met name inde artikelen 3.8, 4.7, en 7.6 van de voorchriften) een wijzigingbevoegdheid van het college van Burgemeeter en Wethouder i opgenomen ten behoeve van de bouw van windturbine met een bouwhoogte van maximaal 110 meter. Aan deze bevoegdheid i de voorwaarde verbonden dat onderzoek dient te worden verricht naar overige hinder. De huidige bepalingen geven onvoldoende zekerheid dat er geen bouwwerken worden opgericht die een onaanvaardbare vertoring van de radar geven. De VROM Inpectie chrijft, dat de genoemde bepalingen nader dienen te worden geconcretieerd en wel al volgt: mit uit een beoordeling door het Miniterie van Defenie i gebleken dat het functioneren van het militaire radartation op het terrein van de voormalige Vliegbai Twenthe niet in onaanvaardbare mate (dat wil zeggen meer dan 10% vermindering van het radarbereik in een bepaalde richting) negatief wordt beïnvloed. Reactie gemeente Enchede In verband met de vliegveiligheid zal de volgende voorwaarde voor het toepaen van de wijzigingbevoegdheid voor het plaaten van windturbine worden toegevoegd: Voordat meegewerkt kan worden aan deze wijzigingbevoegdheid dient eert advie te worden ingewonnen bij het Miniterie van Defenie in verband met de eventuele toring van radarapparatuur. De formulering van de voorwaarde voor het toepaen van de wijzigingbevoegdheid voor windturbine, zoal door de VROM Inpectie / het Miniterie van Defenie, i geformuleerd kan niet door de gemeente worden overgenomen omdat in de beroepprocedure, die door het Miniterie van Defenie i aangepannen tegen de bouwvergunning voor een hotel- en appartemententoren aan de Boulevard ( Dih-toren ), door de gemeente uitvoerig i beargumenteerd dat de hoogtebeperking van 45 meter en de operationele norm van maximaal 10% vertoring ( de toetinggrondlag ) onrealitich en ontoereikend zijn. Aangezien deze beroepprocedure nog loopt, kan de gemeente niet van dit tandpunt afwijken. V. Hulpverleningdient Regio Twente (Regionale Brandweer Twente), Potbu 1400, 7500 BK ENSCHEDE De Hulpverleningdient Regio Twente (Regionale Brandweer Twente) chrijft in zijn brief van 14 januari 2009 het volgende: A. Uitgangituatie Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

108 De Hulpverleningdient Regio Twente chrijft in zijn brief, dat binnen en rondom het plangebied zich meerdere riicobronnen bevinden. Ten eerte bevindt het bedrijventerrein zich binnen het invloedgebied van de A35, de Weterval, de Uelerrondweg en de Haakbergertraat. Deze wegen maken conform artikel 21 van de Wet Vervoer gevaarlijke toffen deel uit van de routering in de gemeente Enchede. Daarnaat loopt er een 24 aardgaleiding door het zuidelijke gedeelte van het plangebied. Tot lot zijn er inrichtingen aanwezig in het naatgelegen bedrijventerrein Marteden die onder het Beluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Het invloedgebied blijft echter buiten het plangebied. Van een inrichting, namelijk Norit Proce Technology Holding B.V. (Marteden 50) ligt het invloedgebied beperkt over het plangebied. De toxiche effecten daarvan hebben echter lecht betrekking op één betaand bedrijf en worden daarom door de gemeente niet al maatgevend bechouwd. Reactie gemeente Enchede De bechreven uitgangpoitie klopt met de gegeven zoal in het betemmingplan i omchreven. B. Plaatgebonden en Groepriico De Hulpverleningdient Regio Twente chrijft, dat de hoogte van het plaatgebonden riico i gebaeerd op gegeven uit de riicoatla wegtranport gevaarlijke toffen uit Inmiddel zijn recentere en meer betrouwbare telgegeven bechikbaar die in het kader van het landelijke Bainet voor vervoer van gevaarlijke toffen eind 2006 zijn verricht in opdracht van de Adviedient Verkeer en Vervoer van Rijkwatertaat. Ook uit de recente gegeven blijkt dat er geen prake i van een PR 10-6 contour buiten de infratructuur. Vanwege de tijging van het aantal peronen in het invloedgebied en daardoor een toename van het groepriico heeft de gemeente een riicoanalye uitgevoerd. Op bai van de berekeningen van RBM-II contateert de gemeente terecht dat de oriënterende waarde van het groepriico niet wordt overchreden. De Hulpverleningdient wijt er wel op dat er deondank prake i van een toename van het aantal peronen binnen het invloedgebied, waardoor er bij een ongeval meer (dodelijke) lachtoffer kunnen voorkomen dan in de huidige ituatie. Reactie gemeente Enchede Op bai van de opmerkingen van de Hulpverleningdient Regio Twente zal de Toelichting op dit punt enigzin worden aangepat. C. Scenario Voor dit bedrijventerrein Ueler E i de Hulpverleningdient Regio Twente uitgegaan van vier cenario. 1. Plabrand al gevolg van een ongeval met een tankwagen met brandbare vloeitoffen (benzine) op de A35, Weterval, Uelerrondweg of Haakbergertraat; 2. Boiling Liquid Expanding Vapour Exploion (BLEVE) al gevolg van een ongeval met een tankwagen met LPG op de A35, Weterval, Uelerrondweg of Haakbergertraat; 3. Fakkelbrand en vuurbal al gevolg van een uittroming met directe ontteking van aardga uit de 24 aardgaleiding; Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

109 4. Brand op het bedrijventerrein. Met name de effecten van een BLEVE op de omgeving zijn groot. Reactie gemeente Enchede De cenario worden door de gemeente onderchreven. D. Beheermaatregelen De Hulpverleningdient Regio Twente chrijft, dat de gemeente in het betemmingplan aangeeft de divere eien, die de lokale brandweer telt vanwege de bijdrage aan de mogelijkheden voor betijding en hulpverlening, over te nemen. In het voortel zijn echter geen concrete uitwerkingen van deze eien bechreven. Indien daadwerkelijk volledig invulling wordt gegeven aan deze eien kan de Hulpverleningdient intemmen met de geplande ontwikkelingen. Reactie gemeente Enchede In de uitwerking van het betemmingplan en het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan (met bijbehorende kaart), dat al bijlage bij het betemmingplan behoort, wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de eien van de Brandweer. Een en ander i door de gemeente beproken met de Brandweer en Regionale Brandweer (de Hulpverleningdient Regio Twente). E. Retriico Ondank alle maatregelen betaat er een retriico dat zich een incident met een brandbare vloeitof of LPG voordoet op de doorgaande wegen rond het gebied of een incident met de aardgaleiding. Conform de Maatramp en Operationele Pretatie Twente (2002) bereiden de hulpdienten zich voor op maatcenario V (van ramptype 4 ongeval met brandbare / exploieve tof in de open lucht ). Dit komt overeen met een BLEVE-cenario bij een LPGtanktation in bebouwd gebied. In grote delen van het plangebied betaat ruimte tuen de ruimtelijke ontwikkelingen en de riicobronnen, waardoor het aantal gewonden en doden onder het maatcenario uitkomt. Deondank zal bij een dergelijke calamiteit het aantal gewonden en doden aanzienlijk zijn en zal interregionale bijtand nodig zijn. Dit vergt tijd. Door adequate maatregelen ten aanzien van betrijding en hulpverlening te treffen kunnen effecten beperkt worden of kunnen effecten vertraagd worden. Reactie gemeente Enchede De retriico worden door de gemeente onderchreven. F. Concluie De Hulpverleningdient Regio Twente benadrukt het belang van een goede aftemming met de lokale brandweer over de apecten bluwater, bereikbaarheid en zelfredzaamheid. Het i van groot belang dat de gemeente borgt dat de eien van de lokale brandweer ook daadwerkelijk worden gerealieerd. Door het creëren van een ruimte tuen de tranportaen van vervoer van gevaarlijke toffen en de bebouwing draagt de gemeente in belangrijke mate bij aan het beperken van het aantal Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

110 lachtoffer bij een eventueel ongeval. Daar waar deze ruimte niet aanwezig i moet de zelfredzaamheid worden beoordeeld en dient riicocommunicatie te worden overwogen. In het uitzonderlijke geval van een optredende BLEVE zal het aantal lachtoffer ten opzichte van de huidige ituatie tijgen. Bij een dergelijk incident i interregionale bijtand nodig. Met behulp van adequate ecundaire bluwatervoorzieningen en een korte opkomttijd kan de brandweer wellicht een BLEVE voorkomen of vertragen. Mede gelet op de andere cenario wordt aangeraden de ecundaire bluwatervoorzieningen ook lang de Weterval, de Uelerrondweg, de Haakbergertraat en op het bedrijventerrein aan te brengen, een en ander in overleg met de lokale brandweer. Reactie gemeente Enchede De gemeente Enchede heeft de genoemde eien van de lokale brandweer al volgt gerealieerd, namelijk door deze eien op te nemen in het Stedenbouwkundig- en Beeldkwaliteitplan en de daarbijbehorende ontwerpkaart en in de uitwerkingen daarvan. VI. Viten, Potbu 10005, 8000 GA ZWOLLE Hoofdwatertranportleiding A. Viten chrijft dat op prij wordt geteld, dat de in het gebied aanwezige hoofdwatertranportleiding al zodanig op de betemmingplankaart wordt opgenomen. Verder geeft het voorontwerp-betemmingplan voor Viten geen aanleidng voor het maken van opmerkingen. Reactie gemeente Enchede De hoofdwatertranportleiding van Viten zal alnog indicatief op de verbeelding van het betemmingplan Ueler E 2008 worden aangegeven. VII. Eent Netwerk Noord, Potbu 10074, 8000 GB ZWOLLE A. Tranformatortation Eent chrijft, dat voor wat betreft het elektragedeelte wel rekening i gehouden met een kabel en leiding tracé, maar niet met de geprojecteerde tranformatortation. Graag wil Eent deze ruimte in het betemmingplan opgenomen hebben. Eent wil graag de tranformatortadion op de betemmingplankaart opgenomen hebben Reactie gemeente Enchede Het i in de betemmingplanytematiek binnen de gemeente Enchede niet de gewoonte om dergelijke kleine tranformatortation op te nemen op de betemmingplankaart. Dit wordt ook niet noodzakelijk geacht. Vanwege de flexibiliteit worden trafotation mogelijk gemaakt zonder pecifieke aanduiding maar worden deze in de Regel geregeld met een maximum oppervlakte van 25 m². Dit i ook het oppervlakte van trafotation dat door Eent wordt gevraagd. Op deze manier zijn dergelijke trafotation ten allen tijd mogelijk binnen de betreffende betemmingen. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

111 VIII. Natuur en Milieu Overijel, Stationweg 3, 8011 CZ ZWOLLE A. Demografiche ontwikkelingen Volgen Natuur en Milieu Overijel i het bekend dat de bevolking van Nederland binnen afzienbare termijn gaat dalen en dat de daling van de beroepbevolking al vanaf 2011 inzet. In de Toelichting van het betemmingplan wordt niet ingegaan op recente demografiche ontwikkelingen. Natuur en Milieu Overijel advieert om een analye van deze ontwikkelingen te maken voor de gemeente Enchede en omliggende regio. Verder vraagt Natuur en Milieu Overijel te onderzoeken hoe de werkgelegenheid zich naar verwachting ontwikkelt met het oog op de vergrijzing en de huidige financiële crii. Reactie gemeente Enchede In Enchede en in Twente zal de bevolkinggroei de komende jaren afvlakken. Het aantal huihouden blijft voorlopig toenemen. Pa na 2025/ 2030 wordt voor de bevolkingomvang en het aantal huihouden een daling verwacht. De potentiële beroepbevolking (de groep van 15 t/m 64 jaar) zal de komende jaren afnemen al gevolg van de vergrijzing. De afname van de beroepbevolking wordt echter tegengegaan door het beleid dat erop i gericht de arbeidparticipatie te verhogen: meer menen (o.a. vrouwen) aan het werk door adequate choling en toeleiding naar de arbeidmarkt en maatregelen, die ertoe leiden dat meer ouderen langer blijven deelnemen aan het arbeidproce. Ten aanzien van de werkgelegenheid zal er du het nodige veranderen. Krapte op de arbeidmarkt zowel kwantitatief al kwalitatief vraagt van ondernemer andere oploingen zoal een verdergaande automatiering. De toekomtige omvang van de bedrijvigheid in Enchede (en de bijbehorende ruimtebehoefte) op langere termijn wordt lecht in beperkte mate bepaald door de omvang van de lokale en regionale afzetmarkt en arbeidmarkt. Veel belangrijker i de te verwachten economiche ontwikkeling op nationale en internationale chaal en de verwachting over de plaat en rol van de Twente en Enchedee economie daarin. Die verwachtingen vormen de bai voor het Ecoryrapport over de toekomtige ruimtebehoefte. Ongeacht de demografiche ontwikkelingen zal de vraag naar dienten en producten du blijven. Bedrijven zullen inpelen op een wellicht andere marktvraag gericht op de vergrijzing, een andere logitiek internetwinkel et cetera. De vraag naar producten zal du niet afnemen bij een vergrijzende bevolking. De huidige financiële crii i van tijdelijke aard. Er zullen bedrijven van de markt verdwijnen maar er komen ook nieuwe bij. Daar het Bedrijvenpark Ueler E voor een lange periode betemd i, zal ook zij in de gehele uitgiftefae perioden van aantrekkende economie en receie kennen. B. Groeicenario Natuur en Milieu Overijel chrijft, dat het Advie van de takforce (her)ontwikkeling bedrijventerrein en de reactie van de miniter van VROM hierop i gepubliceerd in oktober In dit Advie en het voornemen van de Miniter wordt ervan uitgegaan dat tot 2020 niet het hoogte (Global Economy), maar het lagere groeicenario (Tranatlantic Market) moet worden gehanteerd. Ook de Provincie Overijel gaat in het ontwerp van de Omgevingviie uit van het TM cenario. De gemeente Enchede hanteert bij de bepaling aan de behoefte aan Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

112 bedrijventerrein echter het European Coordination-cenario in het Spectramodel. Natuur en Milieu chrijft, dat de gemeente door het hanteren van dit cenario niet in overeentemming met het beleid van de Miniter van VROM en van de Provincie Overijel handelt. Natuur en Milieu Overijel advieert om de nut en noodzaak voor het bedrijventerrein te bepalen aan de hand van het TM-cenario. Reactie gemeente Enchede De Gemeente Enchede onderchrijft het beleid van rijk en provincie om bewut om te gaan met de ruimte, met name waar het gaat om bedrijventerreinen. Dit tandpunt bleek al uit haar ruimtelijk beleid, zoal bechreven in de Toekomtviie 2001: inbreiding gaat voor uitbreiding. De toepaing van de SER-ladder i du iet wat in Enchede feitelijk al in 2001 werd ingezet. De telling dat de gemeente Enchede niet in overeentemming handelt met het rijk- en provinciaal beleid heeft geen grond. Verder heeft de gemeente ook veel middelen voor vrijgemaakt in de gemeentelijke begroting voor de hertructurering van terreinen al het Havengebied (Materplan 2005), Hardick en Seckel (plan 2007), op de Brouwerij (Roombeek) en het gebouw Spinnerij/Twekkelerveld (gereed 2007). Naat de directe en indirecte ruimtewint van deze hertructurering blijkt uit onderzoek (o.a. Toekomtviie 2001 en Ecory 2008) dat er tot 2020 meer ruimte nodig i voor modern gemengde bedrijvigheid dan de hertructurering en inbreiding kan genereren. Het door het rijk en de provincie gehanteerde TM cenario wordt ingezet voor regionale aftemming. De provincie heeft hierover een convenant afgeloten met het Rijk en zet deze afpraken door naar de afzonderlijke gemeenten. De provincie i du de partij die zorgdraagt voor aftemming. Gemeenten geven daardoor aan wat zij al behoefte hebben en hoe zij dit denken in te vullen aan de hand van de SER-ladder. Eén en ander wordt eind 2009 vatgelegd via pretatie-afpraken tuen gemeente en provincie. C. Ruimtebehoefte Natuur en Milieu Overijel chrijft, dat de gemeente op bai van het rapport van Ecory van januari 2008 tot de concluie komt, dat in Enchede een behoefte aan bedrijventerrein betaat van 112 ha. Hierbij i volgen Natuur en Milieu inbegrepen de ruimtebehoefte van het cluter tranport, logitiek en groothandel. Dit cluter i goed voor een vraag van 65 ha. Natuur en Milieu chrijft, dat de meete van deze bedrijven ruimtevreter zijn die conform de afpraken tuen de Provincie Overijel en de Twente gemeenten thui horen op het regionaal bedrijventerrein (RBT). Bovendien kunnen deze bedrijven niet voldoen aan de door de gemeente zelf getelde ei van 590 (moet zijn 50) werknemer per ha. Ze kunnen daarom volgen Natuur en Milieu niet medebepalend zijn voor de ruimtebehoefte aan bedrijventerrein. Volgen Natuur en Milieu gebruikt de gemeente de uitgifte van bedrijventerrein in de periode al illutratie van de behoefte aan nieuw terrein. In die cijfer valt op, dat in een periode van laagconjunctuur ( ) de gronduitgifte minimaal wa. Inmiddel i er volgen Natuur en Milieu weer prake van een receie. Gezien de ervaringen in de periode i het volgen Natuur en Milieu maar zeer de vraag of de vraag naar bedrijventerrein zo groot i al de gemeente verwacht. Reactie gemeente Enchede Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

113 De 65 ha voor de branche groothandel, logitiek en tranport lijkt veel, maar Enchede heeft relatief veel bedrijven die vallen in deze categorie. Ter illutratie: in 2006 waren er in geheel Enchede bedrijven met medewerker (wp). Hiervan zijn bedrijven ( wp) die echt op een bedrijventerrein horen (du geen cholen, dientverlening, detailhandel etc.) en daarvan vallen (d.i. ruim de helft) onder de noemer groothandel en vervoer (7.606 wp). Het gaat dan om 15% van totaal aantal bedrijven en 10% van de totale werkgelegenheid in Enchede. Verder zijn niet alle bedrijven in deze branche zogenoemde ruimtevreter. De bedrijven die de zogenoemde lege dozen bouwen, blijken deel uit te wijken naar locatie vlak over de gren i.v.m. de goede verkeeraanluitingen en lagere grondprijzen. Het gemeentelijke uitgiftebeleid betaat uit een aantal apecten. Allereert worden de bedrijven, die meer dan 2 ha grond nodig hebben doorverwezen naar het Buinepark XL. De grootte grondtranactie die Enchede in 2008 heeft gedaan waren één hectare aan een bedrijf in de branche groothandel (nu ca 45 arbeidplaaten, na nieuwbouw groei tot 60 arbeidplaaten) en in de machinebouw. Daarnaat moet elk bedrijf, dat grond wil afnemen, aantoonbaar kunnen voldoen aan de ei van 50 werknemer per ha. Alleen bij hoge uitzondering kan hiervan worden afgeweken. In de eerdere laagconjunctuurjaren wa er in Enchede prake van een combinatie van receie en een krapte in aanbod van bedrijfkavel. Door allerlei vertragingen kon de gemeente later dan gepland tarten met de uitgifte van o.a. de Joink E. In de jaren 2002 en 2003 waren aldu geen kavel bechikbaar, en du niet uitgeefbaar, terwijl de buurgemeenten wel grond hebben kunnen uitgegeven in genoemde periode. De huidige financiële crii i van tijdelijke aard. Er zullen bedrijven van de markt verdwijnen, maar er komen ook nieuwe bij. Daar de Ueler E voor een lange periode betemd i, zal ook dit bedrijventerrein in de gehele uitgiftefae perioden van aantrekkende economie en receie kennen. D. Regionale Aftemming Natuur en Milieu Overijel chrijft, dat de Provincie Overijel in de Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen voorchrijft, dat gemeenten in de onderbouwing van nut en noodzaak van nieuwe bedrijventerreinen aftemming moeten zoeken met omliggende gemeenten. Uit het voorontwerp-betemmingplan kan volgen Natuur en Milieu niet worden afgeleid op welke manier er prake i geweet van regionale aftemming. Reactie gemeente Enchede Regionale aftemming gebeurt naat rechttreek betuurlijke en ambtelijke aftemming via meerdere regionale overleggen. Allereert heeft de provincie tot eind 2007 een regionaal aftemmingberaad bedrijventerreinen Twente (RPB Twente) geleid op zowel ambtelijk al betuurlijk niveau. In dit aftemmingberaad i vooral gekeken naar behoefte aan bedrijventerreinen en aftemming van de gemeentelijke viie. Ook betaat er een betuurlijk en ambtelijk regionaal overleg Economie waar het onderwerp planning van hertructurering Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

114 en uitleglocatie een vat onderdeel i van de agenda. Op Netwerktadniveau wordt op het gebied van RO en Economie geproken over dit onderwerp. Medio 2008 i de provincie getart met aftemmingoverleg met de regio en de afzonderlijke gemeenten in het kader van de Omgevingviie en haar bedrijventerreinenbeleid. Uiterlijk december 2009 moeten de gemeenten via pretatie-afpraken met de provincie aangeven hoe zij o.a. met de planning van de bedrijventerreinen om zullen gaan. Hierbij blijft het uitgangpunt dat de Netwerktadteden de bovenregionale groei moeten opvangen en de kleine(re) gemeenten alleen mogen ontwikkelen voor de opvang van hun lokaal gebonden bedrijven. E. Anticiperen op de Omgevingviie Overijel Natuur en Milieu Overijel chrijft, dat in het ontwerp van de Omgevingviie voorwaarden worden geteld aan het ontwikkelen van nieuwe bedrijfterreinen. Zo taat in deze ontwerp- Omgevingviie bechreven, dat gezien de huidige provinciebrede plannen voor bedrijventerreinen en de noodzakelijke inzet op hertructurering in relatie tot de actuele planvraag een heroriëntatie op de reed geplande uitbreiding (in procedure zijnde plannen) op zijn plaat i. Natuur en Milieu chrijft, dat de gehanteerde definitie van zachte plannen (pagina 10 van de Toelichting) niet in overeentemming i met hetgeen de provincie hieronder vertaat in het ontwerp van de Omgevingviie. Volgen de definitie van de provincie zijn zachte plannen plannen waar wel aan gedacht wordt maar waarover op provinciaal niveau nog geen uitpraken zijn gedaan. Deze plannen taan daarom volgen Natuur en Milieu nog niet op de Streekplankaart. Reactie gemeente Enchede De gehanteerde definitie, zoal deze op pagina 10 bechreven taat, i overgenomen van de concepttukken zoal deze door de provincie in 2008 aan alle Twente gemeenten zijn toegezonden. In de vatgetelde Omgevingviie worden echter de volgende definitie gehanteerd: Harde plannen =conform de IBIS 2009-definitie +ontwerpbetemmingplannen die met goed gevolg het vooroverleg hebben doorlopen en du ter inzage kunnen worden gelegd. Pijplijnplannen =Provincie heeft chriftelijk ingetemd met (ontwerp)tructuurplan of viie. De Ueler E taat al gepland bedrijventerrein opgenomen op de plankaart die behoort bij de Omgevingviie. Voor het overige wordt verwezen naar de gemeentelijke reactie onder de punten D en B. F. Aantating Waardevol Landchap Volgen Natuur en Milieu Overijel erkent de gemeente, dat de Ueler E betaat uit waardevolle landbouwgrond en waardevol cultuurlandchap met hoge cultuurhitoriche, aardkundige en archeologiche waarde. Natuur en Milieu chrijft, dat de gemeente vervolgen chrijft, dat, omdat deze waarden reed zijn aangetat (o.a. door de A35 en een hoogpanningleiding), dit al argument gebruikt wordt om een verdere aantating van het gebied te legitimeren. Volgen Natuur en Milieu bagatellieert de gemeente de waarde van Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

115 het gebied. De hoogpanningleiding i volgen Natuur en Milieu detijd bewut lang de rand van de e gelegd en er niet recht overeen. Verder i de A35 bewut ingegraven om het landchap van de e te paren. Er zijn detijd zeer hoge koten gemaakt om aantating van dit waardevolle landchap te minimalieren. Natuur en Milieu Overijel i van mening dat bij dergelijke waardevolle landchappen al de Ueler e zou moeten worden ingezet op behoud, hertel en verterking van de kenmerkende waarden. Dit i conform het beleid dat de provincie heeft ingezet met de nieuwe Omgevingviie. Natuur en Milieu advieert de gemeente bij ontwikkelingen op de Ueler E te anticiperen op het nieuwe provinciaal ruimtelijke beleid zoal wordt vatgelegd in de Omgevingviie. Hierin taat behoud en verterking van de ruimtelijke kwaliteit centraal. Reactie gemeente Enchede Er i in de planvorming wel degelijk rekening gehouden met de waarden van het landchap. Het i echter onvermijdelijk gebleken, dat het gebruik van een deel van de e voor de ontwikkeling van een bedrijvenpark, een aantating betekent van het open landchap ter plaate van de bolling op het noordelijke deel van de e. Echter de leefbaarheid van het oude cultuurlandchap blijft door de gekozen invulling behouden, te weten: de kleinchalige omgeving van de oot- en wetkran met houtwallen, boage, weide en boerderijerven in contrat met de grootchalige eenvormige centraal gelegen bolling. Door de al jaren geleden ingezette ontwikkeling van verlie aan bedrijfmatige landbouwkundige functie van de boerderijen dreigt het gebied van met name de kranen (oot- en wetkran) te verloederen. De ontwikkeling van nieuwe bedrijfkavel in de kranen betekent in zekere zin de redding voor het gebied. Er i voor gekozen om met name de kranen van de Ueler E te behouden. Dit gechiedt door landchapbehoud mogelijk te maken. Een aantal houtwallen wordt door de gemeente (op met name gemeentegrond) aangelegd. Op de particuliere gronden betaat geen verplichting tot de aanleg / en hertel van de houtwallen, maar dit zal dit wel door gemeente worden getimuleerd, ook door financiële bijdragen. Landchap Overijel zal worden betrokken bij het beheer / onderhoud. G. Concluie Natuur en Milieu concludeert dat de aanleg van het bedrijventerrein Ueler E leidt tot onhertelbare aantating van de grootte krane van Europa. Volgen Natuur en Milieu Overijel i het nut en de noodzaak van het bedrijventerrein onvoldoende onderbouwd. Reactie gemeente Enchede Uit het boventaande gemeentelijke reactie op de vooroverlegreactie van Natuur en Milieu, zoal hierboven verwoord onder de punten A t/m F, blijkt dat de gemeente Enchede op een verantwoordelijke manier omgaat met het landchap van de Ueler E, ondank dat de bolling van de e bebouwd wordt. Verder blijkt uit de gemeentelijke reactie, dat de noodzaak van het bedrijvenpark Ueler E voldoende i aangetoond. IX. AKZO ZOUT Chemie Nederland BV, Boortorenweg 20, 7554 RS HENGELO Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

116 A. Betemmingplankaart opmerking 1 AkZONobel chrijft, dat de boringen 487, 492, 493, 494, 495, 496 en 515 ontbreken terwijl de boring Uelere 29 niet juit i gepoitioneerd. Reactie gemeente Enchede De genoemde boringen waren inderdaad per abui niet op de betemmingplankaart gezet. Dit i met het ontwerp-betemmingplan herteld. B. Betemmingplankaart opmerking 2 De bebouwinggren i niet in alle gevallen zo aangegeven dat het op een boring te plaaten boorhuije binnen deze gren valt. AkzoNobel verzoekt de gren in voorkomende gevallen aan te paen. Reactie gemeente Enchede In de betemmingplanregel i geregeld, dat boorhuije ook buiten de bouwgrenzen kunnen worden gebouwd. C. Betemmingplankaart opmerking 3 De ruimtelijke ituatie rond de boring Ueler E 25 i niet duidelijk. AkzoNobel zal een Autocad-betand turen dat de tand van de laatte afpraken weergeeft en AkzoNobel verzoekt de betemmingplankaart aan te paen. Reactie gemeente Enchede De betemmingplankaart i op dit punt aangepat. D. Toelichting betemmingplan opmerking 1 In paragraaf wordt verwezen naar het protocol Aanpak gevolgen aan het maaiveld door de zoutwinning van Akzo Nobel Salt (bodemdaling). Volgen de kaart, die bij het protocol hoort, valt het gebied van het voorontwerp-betemmingplan niet binnen de werking van genoemd protocol. Volgen Akzo-Nobel kan deze paragraaf vervallen. Reactie gemeente Enchede De toelichting zal op dit punt worden aangepat. E. Toelichting betemmingplan opmerking 2 In paragraaf wordt verwezen naar de onderzoekrapporten van RESPEC van 6 juli 2006 en van GeoDelft van augutu Deze rapporten behandelen echter uitluitend de faen 1 en 3 van de zoutwinning in het boorveld Ueler E. Voor een juite beoordeling dient de gemeente de rapporten van RESPEC RSI (RCO)-1477/12-06/2 van 20 december 2006 en van GeoDelft , verie 02 definitief van februari 2007 te gebruiken. De door de gemeente genoemde econd opinion door het Staattoezicht op de Mijnen i dientengevolge op de verkeerde uitgangpunten gebaeerd. Reactie gemeente Enchede De Toelichting zal op dit punt worden aangepat. De door AkzoNobel genoemde rapporten zijn door de gemeente naar het Staattoezicht op de Mijnen gezonden. Inmiddel i door het Staattoezicht op de Mijnen een advie hieromtrent ontvangen, gedateerd d.d Uit dit advie volgen geen belemmeringen voor de aanleg van het bedrijventerrein Ueler E. X. Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede, Potbu 20, 7500 AA ENSCHEDE Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

117 De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede heeft de volgende vooroverlegreactie ingediend. A. Noodzaak tot het voeren van een ruimtelijke procedure (betemmingplanprocedure) De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft, dat de gemeenteraad reed enkele jaren geleden heeft beloten om het gebied van de Ueler E aan te wijzen al gemengd bedrijventerrein. Het komt de Stichting Natuur- en Milieuraad vreemd voor, dat er nu nog een uitgebreide procedure i getart om de betemming van het terrein te wijzigen. Dit zal, zo chrijft de Stichting, procedureel wel noodzakelijk zijn. Reactie gemeente Enchede De wet (Wet ruimtelijke ordening) chrijft voor, dat er een procedure wordt gevoerd ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). B. Onderbouwing van de noodzaak van het bedrijventerrein De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft van mening te zijn, dat de onderbouwing van de noodzaak van de aanleg van dit bedrijventerrein zeer omtreden i. De gebruikte argumentatie in de vorm van het onderzoekrapport van Ecory kan, volgen de tichting, allermint overtuigend worden genoemd. De marge in behoefte aan bedrijventerrein (variërend van 5 ha, ha bruto tot 2020, ha netto tot 2020) afhankelijk van bevolkingontwikkeling en economiche groei, zijn dermate groot dat hierop, volgen de tichting, in feite geen realitiche planning valt te maken. Volgen de tichting kan de huidige economiche malaie dit beeld alleen nog maar verterken. Daar komt volgen de tichting bij, dat de gemeente de bechikbaarheid van het XL Buinepark te Almelo en een bedrijventerrein nabij het vliegveld buiten bechouwing laat. Kennelijk heeft de gemeente de voortellen van bedrijventerreinen in beide vlekkenplannen A en B niet meegenomen bij dit ontwerp-betemmingplan (in vlekkenplan A taat 62.8 ha genoemd). Naar de mening van de tichting moet de gemeente een duidelijke keuze maken tuen het aanleggen van een bedrijventerrein op de Ueler E of op het terrein van de luchthaven. Voorkomen moet worden, dat de gemeente trak met twee halfgevulde terreinen zit opgecheept. Volgen de tichting i ook de bechikbaarheid van leegtaande panden in de gemeente niet meegenomen. De tichting chrijft verder, dat de groei van het Kennipark onrealitich groot wordt ingechat, niet alleen gelet op de hitoriche ontwikkeling, maar evenzeer op de ituatie van de laatte jaren, de huidige economiche toetand zelf buiten bechouwing gelaten. Reactie gemeente Enchede Bij de opdracht aan Ecory BV i gevraagd de behoefte in meerdere modellen uit te rekenen en daarna aan te geven welk model het bete pat bij de Enchedee/Twente ituatie. De gebruikte modellen en varianten, incluief de hitoriche uitgifteraming, geven een beeld van de mogelijke ontwikkelingen waarbij verchillende uitgangpunten zijn genomen. Het i moeilijk om voor een lange periode (2020) precieze voorpellingen te doen van wat er zal gaan gebeuren. Niettemin moet het beleid wel een richtnoer hebben om de economiche ontwikkelingen mogelijk te maken en ruimtelijk goed in te paen in Enchede. Van de gebruikte modellen i het European Coordination cenario het meet realitiche antwoord op Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

118 de vraag naar bedrijventerrein voor de middellange termijn. Dit cenario lijkt het bete te paen op de ituatie, beleid en ontwikkeling in Enchede. In dit cenario wordt tot 2020 een vraag van netto 112 hectare verwacht. Het model gaat uit van economich goede en lechte jaren. Gezien de lange uitgifteperiode voor het bedrijvenpark op de Ueler E wordt ook rekening gehouden met jaren van nelle en langzame uitgifte. De gemeenteraad heeft eerder al beloten vat te houden aan de uitgifte van een maximum aantal hectare over de jaren heen om zo zuinig grondgebruik te blijven timuleren. Het door het Rijk en de provincie gehanteerde TM-cenario wordt ingezet voor regionale aftemming. De provincie heeft hierover een convenant afgeloten met het Rijk en zet deze afpraken door naar de afzonderlijke gemeenten. De provincie i du de partij die zorgdraagt voor aftemming. Gemeenten geven daarvoor aan wat zij al behoefte hebben en hoe zij dit denken in te vullen aan de hand van de SER-ladder. Eén en ander wordt eind 2009 vatgelegd via pretatie-afpraken tuen gemeente en provincie. Gemeente-overtijgende terreinen zoal het XL-Buinepark en eventuele ontwikkelingen op de Luchthaven worden hierin meegenomen door de provincie. De berekende behoefte aan bedrijvenlocatie i teven een kwalitatief vraagtuk. De gemeente Enchede heeft met het optellen van het Materplan Enchede-Wet duidelijk gemaakt hoe egmentering in het kader van kwaliteit moet plaatvinden. Zo i het Kennipark een gezamenlijke ontwikkeling van de UT, gemeenten, et cetera en belangrijk voor de economiche tructuurverterking verbreding van de gehele regio. Het gaat hier niet om een ontwikkeling van een modern gemengd bedrijventerrein (zoal Bedrijvenpark Ueler E). Dit i dan ook niet meegenomen in de onderzoeken die ten grondlag liggen aan de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Ueler E. De ontwikkelende partijen zijn nog teed van mening dat de ingechatte groei realitich i. Over de leegtaande panden i in de toelichting een paage opgenomen in het betemmingplan. Daarin i ook aangegeven dat een deel van de leegtand door tranformatie en hertructurering wordt weggewerkt, cq wordt tegengegaan. C. Toekomtviie Enchede 2020 De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft, dat al onderdeel van het beleidkader, ook wordt verwezen naar de Toekomtviie Enchede Op deze viie heeft de tichting reed eerder bedenkingen geuit, in de zin van te grote wendromen. Gelet op de poitie van Enchede i de toekomt naar de mening van de tichting niet reëel. Reactie gemeente Enchede De Toekomtviie 2020 i door de gemeenteraad van Enchede vatgeteld. De gemeente Enchede dient daarom in haar beleid (mede) van deze Toekomtviie 2020 uit te gaan. D. Paragraaf MER over lichtuittraling Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

119 De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft, dat in het MER een paragraaf wordt gemit over de nachtelijke lichtuittraling in dit gebied. De tichting chrijft, dat goed gerealieerd moet worden dat dit bedrijventerrein middenin het donkere buitengebied zal komen te taan. Het voorkomen van ongewente nachtelijke lichtuittraling dient daarom volgen de Stichting te worden geregeld. Reactie gemeente Enchede In het MER i onder het hoofdtuk Woon- en leefmiieu aandacht beteed aan Licht en Lichthinder. Op blz. 150 van het MER (d.d. 6 april 2009) taat met betrekking tot licht : Van het apect lichthinder wordt bij het voornemen aangegeven dat het niet verwacht wordt dat lichthinder optreedt. In het MMA worden daarom geen maatregelen voorgeteld. Voor lichtverontreiniging zijn wel maatregelen te nemen: Selecteren van armaturen die geen licht naar boven uittralen; Voorchriften met betrekking tot reclameverlichting, gericht op het tegengaan van lichtuittraling naar boven, het beperken van het verlichtingniveau en het beperken van de brandtijden. Lichtverontreiniging i door deze maatregelen geheel of gedeeltelijk te voorkomen. De core in het MMA voor dit apect i daarom neutraal (0). In de uitwerking van de plannen zal met het boventaande rekening worden gehouden. E. Percentage minimaal bebouwingpercentage De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft, dat in de plantoelichting onder onder artikel 2 Wijze van meten iet taat vermeld over een minimaal bebouwingpercentage. Tot de chrik van de tichting taat hier maar 40%. Naar de mening van de tichting moet dit percentage veel hoger worden. Indien in Nederland overal gebouwd kan worden met dergelijke lage bebouwingpercentage heeft dat volgen de tichting ingrijpende gevolgen voor de ruimtebehoefte. Reactie gemeente Enchede Er i in de Regel prake van een minimaal bebouwingpercentage, en niet van een maximaal bebouwingpercentage. Het i du mogelijk, en dat ligt gezien de grondprijtelling ook voor de hand, dat de verkochte bouwkavel met veel hogere bebouwingpercentage bebouwd gaan worden. De vree van de tichting i derhalve onterecht. F. Begrip groeiplaat boom De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede chrijft, dat tot hun verbazing in de tekten het begrip groeiplaat boom niet wordt vermeld en dat ook op de kaarten er geen aanduidingen van groeiplaat boom voorkomen. Volgen de tichting i het echter zeer onwaarchijnlijk dat in het wetelijke deel in dit oude gebied geen bomen voorkomen die tot deze categorie gerekend kunnen worden. De tichting zou graag zien dat er op dit punt een aanvulling komt op het voorontwerp-betemmingplan. Reactie gemeente Enchede Ten tijde van het optellen van het voorontwerp-betemmingplan i een inventariatie van de bomen uitgevoerd. Uit deze inventariatie bleek in eerte intantie, dat het niet noodzakelijk wa om waardevolle bomen apart te betemmen, omdat vooral houtwallen en boomingel Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

120 van belang waren in het plangebied. Deze bomeninventariatie i mede naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede opnieuw tegen het licht gehouden. Daarna i gecontateerd dat eventueel twee olitaire bomen al waardevolle bomen zouden kunnen worden betemd. Echter het blijkt niet mogelijk om deze twee bomen al waardevolle bomen te betemmen, omdat deze bomen in of zeer nabij een tracé van nieuwe wegen taan, zodat deze bomen niet kunnen blijven taan. Compenatie vindt plaat doordat er onder andere meer dan 400 eiken nieuw worden geplant. G. Detailopmerkingen De Stichting Natuur- en Milieuraad Enchede heeft verder nog een elftal detailopmerkingen gemaakt. 1. Het i de tichting opgevallen, dat er in de Toelichting op het plan en het MER- -rapport veel tekten hetzelfde zijn en van elkaar zijn overgenomen. De Toelichting had volgen de tichting veel beknopter kunnen zijn. Reactie gemeente Enchede Het MER en de Toelichting van het betemmingplan putten voor een groot deel uit dezelfde bronnen en zijn tegelijkertijd opgeteld. Daarom wa het niet te voorkomen, dat een aantal delen van de tekten over hetzelfde gaan. Het betemmingplan i echter leidend in de ruimtelijke procedure en moet zo compleet mogelijk zijn. Het i derhalve niet mogelijk om de Toelichting in te korten. 2. Er taan veel tukken tekt in de plantoelichting die niet met het betreffende gebied te maken hebben en du overbodig zijn. Reactie gemeente Enchede De plantoelichting dient zo compleet mogelijk te zijn en bijvoorbeeld het beleiddeel moet zodanig bechreven worden, dat het project logicherwij planlogich goed wordt onderbouwd. Er taan derhalve geen tukken tekt die overbodig zijn in de Toelichting. 3. De aanduiding van het gebied of het bedrijventerrein i niet overal hetzelfde: Uelere, Ueler e, Ueler E en Ueler-E. Reactie gemeente Enchede Het gebied wordt aangeduid met Ueler E en de naam van het betemmingplan i Ueler E Het betemmingplan zal nog een worden gecreend op een conequente toepaing van deze termen. 4. Waarom i het pak van de planregel niet dubbelzijdig bedrukt? Enkele jaren geleden i toegezegd dat dit wel zou gebeuren. Reactie gemeente Enchede De toelichting van het betemmingplan i dubbelzijdig gedrukt. De regel zijn niet dubbelzijdig gedrukt, omdat dit de leebaarheid van de Regel al juridiche tekt niet bevordert. 5. Her en der taan volgen de tichting wat lordigheidje. Bijvoorbeeld: in artikel 15.3 van de planregel waarin van 0 vierkante meter wordt geproken; in de toelichting waar in paragraaf 1.6 een getal van 590 arbeidplaaten / ha wordt genoemd; er wordt geproken over 58 ha uitgeefbaar en ook over 60 ha uitgeefbaar, ditzelfde geldt voor de huidige bechikbaarheid van ha bedrijventerrein. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

121 Reactie gemeente Enchede 5.a. In artikel 15.3, letter b van de regel i bewut opgenomen, opdat duidelijk i omchreven: dat burgemeeter en wethouder voorwaarden en/of voorchriften kunnen verbinden aan een bouwvergunning op of in gronden zoal die zijn aangeduid met Waarde Archeologie, indien (..) het grondoppervlakte van het te bouwen bouwwerk meer i dan 0 vierkante meter. Dit op grond van een advie van bureau Archeologic te Woerden. Op deze manier wordt ook een zekere gelijkheid met de overige regel met betrekking tot de archeologie in het plan bevorderd en wordt aangeloten bij de Wet op de Archeologie (Hoofdtuk 5 van de Monumentenwet). 5.b. In paragraaf 1.6 i inderdaad een typfout gemaakt. Hier taat 590 arbeidplaaten per ha. Dit moet zijn 50 arbeidplaaten per ha. 5.c. In het betemmingplan wordt geproken over 58 ha uitgeefbaar bedrijfterrein (buiten de zogenoemde betaande erven). Op enkele plaaten wordt geproken over 60 ha. Op die plaaten gaat het echter over hitoriche planvorming, waarbij werd geproken over planvorming voor een bedrijventerrein van circa 60 ha. De tekt van de toelichting i op die plaaten du niet onjuit. 6. Bij de locatiekeuze onder paragraaf 1.7 wordt in de Toelichting nog geproken over de rondweg van Uelo, terwijl de Raad inmiddel heel duidelijk een tandpunt over de N18 heeft ingenomen. Reactie gemeente Enchede De rondweg van Uelo wordt genoemd in een hitoriche context (van 2000). Derhalve i dit geen fout in de Toelichting. 7. Er taan vele afkortingen in het betemmingplan. In een alinea van de Toelichting taan bijvoorbeeld WGR-pluregio ; PVVP ; RVVP ; GSB-teden. En elder taat: grid, EZ en PvE. Reactie gemeente Enchede De Toelichting zal op dit punt door on worden gecreend. De juite methode i, bij de eerte keer dat de afkorting wordt genoemd dient uitgelegd te worden wat deze afkorting betekent. In de ret van de tekt kan dan de afkorting zonder uitleg worden gebruikt. 8. Volgen de tichting zijn verchillende kaarten niet goed leebaar. Genoemd worden: fig. 11 en 13 in de Toelichting blz. 59; figuur 17 op blz. 69 van de Toelichting; fig. 27 van de Toelichting. En volgen de tichting ontbreekt op fig. 19 de geurcontour. Reactie gemeente Enchede Met deze opmerking van de tichting zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Opgemerkt wordt overigen dat de geurcontour wel degelijk op fig. 19 i aangegeven. 9. De tichting vraagt zich waarom de begrippen perifere detailhandel ; winkel ; ligplaat ; woonchip ; protitutie ; en ekinrichting zijn opgenomen in de begrippenlijt, terwijl deze betemmingen niet op de Ueler E voorkomen. Reactie gemeente Enchede Deze begrippen zijn opgenomen in de begrippenlijt van de Regel omdat deze begrippen in de Regel voorkomen, veelal bij verbodbepalingen. Het gaat du dan niet om poitieve betemmingen maar om functie die niet zijn toegetaan. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

122 10. Waarom taan er op het kaartje op de laatte bladzijde van de planregel (blz. 80) geen traatnamen vermeld. Nu moet men gokken wek gebied wordt bedoeld. Reactie gemeente Enchede Op het bedoelde kaartje taan geen traatnamen vermeld, omdat de traatnamen nog niet bekend zijn van een groot aantal traten. Het kaartje geeft overigen voldoende duidelijkheid over de gebieden waarover het gaat. 11. Waarom i de legenda behorende bij het kaartje op blz. 80 van de regel zo klein afgedrukt? Zelf met een leebril i het niet goed te lezen. Reactie gemeente Enchede Wij zullen het kaartje groter afdrukken in de Regel van het ontwerp-betemmingplan. XI. Brandweer Enchede, Potbu 31, 7500 AA ENSCHEDE A. Algemeen De Brandweer geeft aan, dat er met betrekking het voorontwerp-betemmingplan er wat hen betreft geen opmerkingen zijn. B. Voldoende ecundaire bluwatervoorzieningen De Brandweer merkt wel op, dat er in het inrichtingplan rekening moet worden gehouden met voldoende ecundaire bluwatervoorzieningen. Reactie gemeente Enchede In het opgetelde inrichtingplan wordt in voldoende mate rekening gehouden met bluwatervoorzieningen. XII. Staattoezicht op de Mijnen, Potbu 24037, 2490 AA -GRAVENHAGE Bodemdalingriico Staattoezicht op de Mijnen chrijft, dat er over het bodemdalingriico in het betemmingplangebied Ueler E 2008 kortgeleden door het Staattoezicht advie i uitgebracht met brief d.d. 18 februari Uit dit advie van 18 februari 2009 volgt, dat uit de rapporten van met name RESPEC blijkt, dat de bodemdaling door zoutwinning maximaal vier centimeter per eeuw bedraagt en dat de dalingnelheid ten hoogte 0,5 mm per jaar zal bedragen. Het Staattoezicht op de Mijnen taat achter deze cijfer. Het bodemdalingcijfer i iet lager dan door het Staattoezicht op de Mijnen i vermeld in het eerdere advie van 18 maart Dit heeft te maken met een gewijzigde configuratie van caverne. De bodemdalingprognoe i gekoppeld aan de winningplannen Uelere en Uelere fae 2a. Indien de caverne niet worden geitueerd en uitgeloogd overeenkomtig de Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

123 winningplannen Uelere en Uelere fae 2a, dan kan dat effect hebben op de dalingprognoe. Reactie gemeente Enchede Uit de beoordeling van de rapporten van met name RESPEC en van Geo-Delft, die zijn aangeleverd door AKZO Nobel, en die zijn beoordeeld door het Staattoezicht op de Mijnen blijkt, dat de bodemdaling zodanig gering i, dat het bedrijventerrein kan worden aangelegd. De caverne dienen daarbij te worden geitueerd en uitgeloogd overeenkomtig de winningplannen Ueler e en Uelere fae 2. De riico zijn volgen de hiervoor genoemde rapporten en volgen het Staattoezicht op de Mijnen aanvaardbaar. Verlag vooroverleg betemmingplan Ueler E

124 E L T M A N A R C H I T E C T E N EULDERINK HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

125 E L T M A N A R C H I T E C T E N INDUSTRIETERREIN MARSTEDEN STAD ENSCHEDE BOVENKAMER SCHUUR DE LOCATIE LUCHTFOTO S HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

126 E L T M A N A R C H I T E C T E N DE TE RENOVEREN BOVENKAMER IMPRESSIE VAN DE BOVENKAMER HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

127 E L T M A N A R C H I T E C T E N BESTAANDE TE RENOVEREN SCHUUR TOEGANGSWEG LAATSTE DEEL VAN HET PAD IMPRESSIE VAN DE SCHUUR BINNENKANT SCHIUUR HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

128 E L T M A N A R C H I T E C T E N KADASTRALE KAART 1; HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

129 E L T M A N A R C H I T E C T E N DICHT / BOS OPEN / WEILAND EULDERINKSWEG OPEN / WEILAND DICHT / BOS BESTAANDE BEGROEIING 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

130 E L T M A N A R C H I T E C T E N TERREIN-INDELING TERREIN NIEUW 1; HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

131 E L T M A N A R C H I T E C T E N VOGELVLUCHTPERSPECTIEF HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

132 E L T M A N A R C H I T E C T E N GROTE BOERDERIJ PLATTEGRONDEN GROTE BOERDERIJ 1:200 BEGANE GROND EERSTE VERDIEPING TWEEDE VERDIEPING HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

133 E L T M A N A R C H I T E C T E N KLEINE BOERDERIJ BEGANE GROND EERSTE VERDIEPING TWEEDE VERDIEPING PLATTEGRONDEN KLEINE BOERDERIJ 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

134 E L T M A N A R C H I T E C T E N HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

135 E L T M A N A R C H I T E C T E N HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

136 E L T M A N A R C H I T E C T E N HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

137 E L T M A N A R C H I T E C T E N HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

138 E L T M A N A R C H I T E C T E N BOVENKAMER OUDE PLATTEGROND PLUS FOTO BOVENKAMER HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

139 E L T M A N A R C H I T E C T E N boerderij 1968 BOVENKAMER PLATTEGROND EN FOTO S BESTAAND HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

140 E L T M A N A R C H I T E C T E N houten contructie duidelijk zichtbaar maken, door wit gechildert dakbechot toe te paen, en ook de buitenwand wit te childeren. nieuwe wand tuen kantoor en vergaderruimte trak en modern, gla met daarin de katen verwerkt. houten verdiepingvloer komt te vervallen. betaand BOVENKAMER PLATTEGROND BESTAAND EN NEIUW 1:100 MET IDEEN nieuw HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

141 E L T M A N A R C H I T E C T E N voorgevel zijgevel achtergevel betaand voorgevel zijgevel achtergevel nieuw doornede doornede dak, vloer en wanden ioleren met een dunne iolatie BOVENKAMER BESTAANDE EN NIEUWE GEVELS 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

142 E L T M A N SCHUUR A R C H I T E C T E N SCHUUR OUDE EN BESTAANDE GEVELS HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

143 E L T M A N HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE A R C H I T E C T E N SCHUUR OUDE EN BESTAANDE GEVELS PLUS FOTO S

144 E L T M A N A R C H I T E C T E N betaand nieuw SCHUUR BESTAANDE EN NIEUWE PLATTEGROND 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

145 E L T M A N A R C H I T E C T E N houten contructie duidelijk zichtbaar laten door houten dakbechot op de gebinten toe te paen. nieuwe wanden die de werkplaat en de fieten van elkaar cheidt maken van het aanwezige hout waar de verchillende hokken mee zijn afgecheiden. IDEEN VOOR HET INTERIEUR HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

146 E L T M A N A R C H I T E C T E N SCHHUR GEVELS BESTAAND EN NIEUW 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

147 BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING Akoetich onderzoek bouwplan zorgboerderij Het Eulderink te Enchede. Advieur : Opdrachtgever : Contactperoon : ing. Wim Buijvoet Holtdijk BV Potbu AB Goor dhr. G.F.A. Olthof Datum : 5 april 2009 Werknummer : Hyacinthtraat 101 Telefoon : mobiel : Webite : KvK Enchede : BB Oldenzaal Telefax : banknr : info@buijvoet.nl Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd conform de R.V.O.I 98, incl. wijzigingen en aanvullingen, zoal gedeponeerd ter griffie van de arrondiementrechtbank te -Gravenhage op 12-november 1997 (een amenvatting van hoofdzaken i bij on kantoor opvraagbaar)

148 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE I 1 INLEIDING Wijzigen betemmingplan t.b.v. het bouwplan en de Wet geluidhinder Grenwaarden en procedure Berekening geluidbelating GELUIDBELASTINGVERKEERSCIJFERS Beoordeling berekende geluidbelating Rekenmodel en reultaten Concluie Maatregelen reductie geluidbelating...5 BIJLAGEN bladzijde Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina i

149 1 INLEIDING In opdracht van Holtdijk BV i een akoetich onderzoek ingeteld naar de geluidbelating door wegverkeerlawaai op de gevel van de geplande nieuwbouwontwikkeling van een zorgboerderij op de locatie Het Eulderink (zie informatie in bijlage I) te Enchede, binnen de geluidzone van een aantal wegen. 1.1 Wijzigen betemmingplan t.b.v. het bouwplan en de Wet geluidhinder Op bai van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vattelling of herziening van een betemmingplan of vattelling van Wro-procedure een akoetich onderzoek te worden ingeteld. Het akoetich onderzoek bepaalt de geluidbelating aan de gevel van de geluidgevoelige betemming die vanwege de weg wordt ondervonden. Het onderzoek i alleen noodzakelijk al de geluidgevoelige betemming binnen de wettelijke geluidzone van de weg geitueerd i. In artikel 74.1 van de Wgh i aangegeven dat wegen aan weerzijden van de weg een wettelijke geluidzone hebben waarvan de grootte i opgenomen in ondertaande tabel. Wettelijke geluidzone van wegen : Aantal rijtroken tedelijk gebied buitentedelijk gebied 1 of 2 rijtroken 3 of 4 rijtroken 5 of meer rijtroken 200 m 350 m 350 m 250 m 400 m 600 m De "Regeling bepaling geluidzone lang wegen" van 30 maart 1993 geeft aan waar de zone van een weg begint. De zone i gelegen aan weerzijden van de weg en begint naat de buitente rijtrook. Eventuele parkeertroken, voet- of fietpaden en vluchttroken worden niet tot de weg gerekend en vallen binnen de zone. De ondertaande figuur licht dit toe. De zone lang een weg omvat het gebied waarbinnen extra aandacht moet worden gechonken aan het geluid afkomtig van de betrokken weg. Binnen een zone moet worden getreefd naar een akoetich optimale ituatie. Dit betekent dat er bij nieuwe ontwikkelingen, zoal het optellen van betemmingplannen, het verlenen van (individuele) bouwvergunningen en het aanleggen van infratructurele werken, het akoetiche apect van de plannen direct in kaart moet worden gebracht. Zodoende kan in een vroeg tadium worden onderkend of plannen doorgang kunnen vinden danwel of maatregelen nodig zijn om een akoetich guntig klimaat te creëren. In de genoemde "Regeling voor de bepaling van geluidzone" taat ook wat er moet gebeuren al het aantal rijtroken verandert. In dat geval moeten er zone met verchillende breedte op elkaar aanluiten. De verandering van de zonebreedte vindt echter niet plaat ter hoogte van de wegvermalling. Er i gekozen voor een methodiek waarbij het breedte zonedeel nog over een aftand van éénderde van de zonebreedte doorloopt, gemeten vanaf de vermalling. De ondertaande figuur illutreert dit. Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 1

150 Figuur: Aanpaing zonebreedte bij een wegvermalling. De hiervoor genoemde zone gelden niet voor : wegen die zijn aangeduid al woonerf (art 74.2); wegen waarvoor een maximumnelheid van 30 km/uur geldt (art 74.2); Het plangebied ligt in buitentedelijk gebied binnen de wettelijk vatgetelde geluidzone, al bedoeld in art. 74 van de Wet geluidhinder, van de rijkweg A35 met op- en afritten, de Weterval, de geplande rondweg Ueler E Wet en enkele locale wegen. 1.2 Grenwaarden en procedure De voorkeurgrenwaarde voor de geluidbelating L DEN op de gevel van een woning of ander geluidgevoelige betemming t.g.v. een weg bedraagt 48 db. Onder bepaalde voorwaarden kan voor een zorgfunctie door B & W een ontheffing worden verleend tot een hogere grenwaarde van maximaal : - 53 db voor wegverkeerlawaai Om een hogere grenwaarde aan te kunnen vragen moet worden voldaan aan twee voorwaarden : - de optredende geluidbelating moet lager zijn dan de maximaal toelaatbare gevelbelating, - de ituatie moet paen in het gemeentelijk geluidbeleid ten aanzien van vattelling van de hogere grenwaarden. De gemeente Enchede heeft het beleid t.a.v. de voorkeurgrenwaarden en de ten hoogte toelaatbare geluidbelating opgenomen in een notitie van 24 januari Voor het verkrijgen van een hogere grenwaarde dient voor wegverkeerlawaai de procedure gevolgd. Daarbij hoort de ter viielegging van het akoetich onderzoek. 1.3 Berekening geluidbelating De op de woningen invallende geluidbelating L DEN kan worden bepaald met een rekenmodel, volgen het Reken- en Meetvoorchrift Geluidhinder 2006, tandaard-methode I of II. In deze ituatie i binnen de randvoorwaarden gebruik gemaakt van de rekenmethode II. Het model hiervoor met alle relevante gegeven (wegen, hoogtelijnen, bodemgebieden, gebouwen, chermen) i opgeteld door de gemeente Enchede in het kader van een betemmingplan en bechikbaar geteld. Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 2

151 Deze rekenmethoden zijn gebaeerd op het berekenen van de geluidemiie (afhankelijk van het aantal en type voertuigen, het oort wegdek, de rijnelheid en enkele correctiefactoren) en de geluidoverdracht tuen de weg en de immiiepunten (geplande woninggevel). Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 3

152 2 GELUIDBELASTINGVERKEERSCIJFERS Bij het berekenen van de geluidbelating wordt rekening gehouden met een prognoe van de verkeergegeven voor een weekdag in de toekomtige ituatie over minimaal 10 jaar (2019). Het rekenmodel met alle relevante gegeven i afkomtig van de gemeente Enchede voor het prognoejaar Voor de gehanteerde gegeven wordt verwezen naar bijlage I. 2.1 Beoordeling berekende geluidbelating Berekend i de invallende geluidbelating L DEN bij de geplande woongebouwen, dat i de gemiddelde geluidbelating van de dag, avond en nachtperiode. Toeting van de geluidbelating aan de grenwaarden gebeurd volgen de Wgh per weg. T.b.v. het verlenen van ontheffing voor een hogere grenwaarde en toeting van de geluidwering aan de eien van het Bouwbeluit en i teven de cumulatieve geluidbelating bepaald t.g.v. alle wegen. Alvoren de geluidbelating te toeten aan de voorkeurgrenwaarde van 48 db mag de berekende waarde op grond van art. 110g van de Wet geluidhinder worden verminderd (i.v.m. het tiller worden van motorvoertuigen) met : - 2 db voor wegen met een wettelijke maximum nelheid van 70 km/uur en hoger. - 5 db voor de overige wegen. 2.2 Rekenmodel en reultaten De geluidbelating i berekend conform het getelde in het Reken- en meetvoorchrift geluidhinder 2006 ex art 110d van de wet geluidhinder. De berekening van de geluidbelating i gemaakt volgen de tandaard rekenmethode II. In het rekenmodel (DGMR-Geonoie V5.43) zijn chematich opgenomen : - de wegen met inteniteiten, - de gebouwen, objecten en verharde bodemgebieden, - 7 waarneempunten met een waarneemhoogte van 1.5 m boven de vloer op een hoogte van 1.5, 4.5 en 7.0 m boven het maaiveld. De zorgboerderij betaat uit een groot en klein woongebouw met repectievelijk 15 en 6 laap- en woonkamer welke al geluidgevoelig kunnen worden aangemerkt. De maximale belating op de gevel i voor de toeting maatgevend. De betaande chuur met een werkplaat, kantine en vergaderruimte (indutrie en bijeenkomtfunctie) i niet geluidgevoelig. De geluidbelating i gelijk of lager dan 48 db, uitgezonderd in de rekenpunten 1, 2 en 7 t.g.v. de Weterval met een maximale belating van 53 db. Voor de rekeninvoergegeven en reultaten wordt verwezen naar de berekening in bijlage I. 2.3 Concluie De maximale belating L DEN incl. aftrek t.g.v. de Weterval bedraagt 53 db waarmee de voorkeurgrenwaarde van 48 db met 5 db wordt overchreden. De maximale ontheffingwaarde van 53 db wordt niet overchreden. Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 4

153 2.4 Maatregelen reductie geluidbelating Maatregelen om de geluidbelating te reduceren worden onderzocht in de volgorde bronmaatregelen en overdrachtmaatregelen. Bronmaatregelen Het geluid door een voertuig wordt veroorzaakt door motor- en bandengeluid. In de loop der jaren zijn voertuigen, met name vrachtwagen veel tiller geworden, daar i in de rekenmethode al rekening mee gehouden. De verwachting i dat voertuigen in de toekomt nog tiller worden. Door toepaing van de zgn tijdelijke aftrek wordt daar rekening mee gehouden. De initiatiefnemer van het bouwplan ten behoeve waarvan dit akoetich onderzoek wordt uitgevoerd heeft geen invloed op het reduceren van het motor- en bandengeluid aan het voertuig. Wel i het mogelijk een reductie te krijgen op het bandengeluid door aanpaing van het wegdektype. Naarmate de nelheid groter i kan de reductie door tiller afalt toenemen. Naarmate de nelheid groter i kan de reductie door tiller afalt toenemen. Bij toepaing van dubbel laag ZOAB op de Weterval en het creëren van één dove van het kleine woongebouw wordt de voorkeurgrenwaarde niet overchreden. Omdat het woongebouw op ruim 325 m uit de middenberm van de Weterval i gelegen i het relevante wegvak waarop til afalt moet worden toegepat ca (4 x 325 =) 1300 m. De koten van het toepaen van een til wegdek bedraagt bij een prij van 50,-/m 2 excl. BTW en een wegvaklengte van ca 2 x 1300 m x 7 m breedte = ,- excl. BTW. Deze koten zijn hoog omdat het om relatief groot wegvak gaat. De wegbeheerder zal niet intemmen voor de aanpak van een wegdeel omdat dit onderhoudtechnich en bij de gladheidbetrijding tot problemen leidt. Overdrachtmaatregelen De Weterval ligt t.h.v. het Eulderink op een hoog talud. Voor een wal i geen ruimte. Een cherm zou afmetingen moeten hebben van ca 1000 x 2 m met een kotprij van minimaal ,- excl. BTW. De koten worden nog hoger wanneer i.v.m. de veiligheid een vangrail moet worden aangebracht of verplaatt. Bovendien i een cherm uit tedebouwkundig/landchappelijk oogpunt niet gewent en zijn de koten onevenredig hoog. Maatregelen aan de gevel Wanneer een hogere grenwaarde wordt verleend zijn maatregelen aan de gevel van de woongebouwen noodzakelijk. De vereite geluidwering G A;k bedraagt 21 tot 23 db rekening houdend met de cumulatieve belating van alle wegen excl. de tijdelijke aftrek. Een normale gevel heeft een geluidwering van 20 db. De koten van de maatregelen zijn terk afhankelijk van de keuze voor het ventilatieyteem. Wanneer wordt gekozen voor een natuurlijke toevoer via openingen in de geluidbelate gevel zijn urooter in de woon- en laapkamer noodzakelijk. De urooter komen dan i.p.v. normale rooter. De meerkoten voor de urooter zijn gering en bedragen maximaal 5000,- excl. BTW voor de woongebouwen. Tot een geluidwering van ca 27 db kan met normale dubbele HR++ beglazing in de belate gevel worden voltaan, dit zijn alle gevel. Voor de hellende daken i een geluidiolatie van minimaal 27 db noodzakelijk. Bij de keuze van een verzwaard andwichdakelement (bijv. Unidek DLG) zijn de meerkoten ca 10,-/m 2 dakvlak, in totaal ca ,- excl. BTW voor beide woongebouwen. Een voordeel van Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 5

154 zwaardere dakplaten i dat ook de overlang-iolatie tuen verblijfruimten hoger i. Overwogen kan worden dakplaten met minerale wol toe te paen waardoor zowel de luchtgeluidiolatie al overlang-iolatie nog beter i. De totale meerkoten voor ventilatie en dak worden geraamd op ,- excl. BTW. Wanneer een mechanich balanventilatieyteem wordt toegepat beperken de meerkoten zich tot ca ,- excl. BTW. Concluie maatregelen De maatregelen die voor de woongebouwen getroffen dienen te worden om aan de voorkeurgrenwaarde te voldoen, ontmoeten overwegende bezwaren van tedebouwkundige, landchappelijke of financiële aard. De ontheffinggrond i : - verpreid geitueerd worden, of - ter plaate geitueerd worden al vervanging van betaande bebouwing. Volgen de beleidnota moet er naar worden getreefd dat er tenminte één geluidluwe gevel aanwezig i. Deze regel geldt met name voor woningen met meerdere verblijfruimten. De bewoner kan dan kiezen voor een kamer aan de luwe zijde. In dit geval betreft het woongebouwen met éénperoon wooneenheden betaande uit een natte cel, een leefvertrek- en een laapkamer. Bij een beoordeling per weg zijn er voldoende geluidluwe gevel. Bij een beoordeling van de cumulatieve belating van alle wegen amen i er geen enkele wooneenheid met een belating van 48 db of lager. De toekomtige bewoner krijgen een eigen eenheid toegewezen en kunnen niet kiezen voor een geluidluwe gevel. In die zin i een geluidluwe zijde van minder belang dan bij een woning. Wel van belang i dat op de buitenruimte (bijv terra op maaiveldniveau) het niveau gelijk of lager i dan de voorkeurgrenwaarde, aan die voorwaarde wordt voldaan t.h.v. de oot- en zuidgevel van het kleine woongebouw. In alle gevallen waarin ontheffing wordt verleend, worden eien geteld aan het binnenniveau en de indeling van de woning. De binnenwaarde, waaraan bij het realieren van de verblijfgebieden zal moeten worden voldaan, bedraagt 33 db. Rekening moet worden gehouden met urooter, een goede naad- en kierafdichting en een hellend dak met voldoende geluidiolatie. Na dat het definitieve ontwerp gereed i kunnen de noodzakelijke geluidwerende maatregelen worden vatgeteld. Ing. Wim Buijvoet. Zorgboerderij Het Eulderink Enchede pagina 6

155 BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING Bijlage I Informatie over de locatie en platte grond Invoergegeven rekenmodel Zorgboerderij Het Eulderink Enchede

156 E L T M A N A R C H I T E C T E N TERREIN INDELING NIEUW TERREIN INDELING NIEUW 1: HOLTDIJK :: HET EULDERINK :: ENSCHEDE

157 cherm LEGENDA 0 m 100 m chaal = 1 : 5000 oorprong = , rekenmodel cherm-01 cherm02 cherm03 Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V

158 LEGENDA 0 m 50 m chaal = 1 : 2000 oorprong = , rekenmodel met waarneempunten Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V5.43

159 rekenparameter Model: Autonoom + Ueler E Lijt van model eigenchappen Model eigenchap Omchrijving Autonoom + Ueler E Verantwoordelijke bmvegt Rekenmethode RMW-2006 Modelgrenzen (250834,75, ,35) - (256868,34, ,48) Aangemaakt door bmvegt op Laatt ingezien door Werkplek 2 op Model aangemaakt met Geonoie V5.41 Originele databae Niet van toepaing Originele omchrijving Niet van toepaing Geïmporteerd door Niet van toepaing Definitief Niet van toepaing Definitief verklaard door Niet van toepaing Standaard bodemfactor 0,80 Zichthoek 2 Maximum aantal reflectie 1 Luchtdemping Standard RMV-2006, SRM II Luchtdemping [db/km] 0,00; 0,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00 Meteorologiche correctie Standard RMV-2006, SRM II C0 waarde 3,50 Detailniveau reultaten ontvanger Bronreultaten Detailniveau reultaten grid Groepreultaten Rekenoptimaliatie aan Nee Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geonoie V :17:59

160 gebouwen Model:Autonoom + Ueler E Groep:gebouwen Eulderink Lijt van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerlawaai - RMW-2006 Id Omchrijving Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k zorgboerderij bijgebouw 2,50 30,00 Eigen waarde 0 db F 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 2 zorgboerderij woonfunctie 2,70 30,00 Eigen waarde 0 db F 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 3 zorgboerderij 3,00 30,00 Eigen waarde 0 db F 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 4 zorgboerderij woonfunctie 2,70 30,00 Eigen waarde 0 db F 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 Geonoie V :21:49

161 reultaten RW-35 met aftrek LEGENDA periode: Lden Groep: Rijkweg 35 Incluief groepreductie Autonoom + Ueler E 36/37/37 0 m 10 m chaal = 1 : /46/ /41/42 oorprong = , /46/ /47/ /43/44 47/48/48 Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V5.43

162 reulaten met aftrek Rijkweg 35 Model: Autonoom + Ueler E - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating Uelere Bijdrage van Groep Rijkweg 35 op alle ontvangerpunten (incluief groepreductie) Rekenmethode Wegverkeerlawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omchrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden _A 1,5 44,3 41,1 35,8 45,2 1_B 4,5 45,5 42,3 37,1 46,4 1_C 7,0 46,0 42,9 37,7 47,0 2_A 1,5 35,3 32,1 26,7 36,1 2_B 4,5 36,4 33,3 28,0 37,3 2_C 7,0 36,6 33,4 28,1 37,5 3_A 1,5 41,4 38,2 33,0 42,3 3_B 4,5 44,8 41,6 36,4 45,7 3_C 7,0 46,1 42,9 37,7 47,0 4_A 1,5 37,1 34,0 28,7 38,0 4_B 4,5 40,2 37,0 31,7 41,1 4_C 7,0 40,7 37,5 32,3 41,6 5_A 1,5 45,9 42,7 37,4 46,8 5_B 4,5 47,1 43,9 38,7 48,0 5_C 7,0 47,4 44,2 39,0 48,4 6_A 1,5 41,0 37,9 32,4 41,9 6_B 4,5 42,4 39,2 33,9 43,3 6_C 7,0 42,7 39,5 34,2 43,6 7_A 1,5 45,0 41,8 36,5 45,9 7_B 4,5 45,9 42,7 37,5 46,8 7_C 7,0 46,1 43,0 37,8 47,1 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geonoie V :44:29

163 reultaten Weterval met aftrek LEGENDA periode: Groep: Lden Weterval Incluief groepreductie Autonoom + Ueler E 52/53/53 0 m 10 m chaal = 1 : /53/ /43/43 oorprong = , /43/ /51/ /42/42 43/43/43 Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V5.43

164 reulaten met aftrek Weterval Model: Autonoom + Ueler E - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating Uelere Bijdrage van Groep Weterval op alle ontvangerpunten (incluief groepreductie) Rekenmethode Wegverkeerlawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omchrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden _A 1,5 51,8 49,0 42,4 52,4 1_B 4,5 52,5 49,8 43,2 53,2 1_C 7,0 52,7 49,9 43,3 53,4 2_A 1,5 51,3 48,5 41,9 51,9 2_B 4,5 52,1 49,3 42,7 52,7 2_C 7,0 52,2 49,5 42,9 52,9 3_A 1,5 44,4 41,6 34,9 45,0 3_B 4,5 42,8 40,0 33,4 43,4 3_C 7,0 44,1 41,3 34,8 44,8 4_A 1,5 42,9 40,1 33,4 43,5 4_B 4,5 42,1 39,3 32,7 42,8 4_C 7,0 42,2 39,5 32,9 42,9 5_A 1,5 42,1 39,3 32,7 42,7 5_B 4,5 42,3 39,5 33,0 43,0 5_C 7,0 42,5 39,7 33,2 43,1 6_A 1,5 40,7 37,9 31,3 41,3 6_B 4,5 41,7 38,9 32,3 42,4 6_C 7,0 41,8 39,0 32,5 42,5 7_A 1,5 48,8 46,0 39,4 49,4 7_B 4,5 50,6 47,8 41,2 51,3 7_C 7,0 51,0 48,2 41,6 51,6 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geonoie V :45:25

165 reultaten rondweg Ueler E met aftrek LEGENDA periode: Groep: Lden rondweg Ueler E Incluief groepreductie Autonoom + Ueler E 38/39/39 0 m 10 m chaal = 1 : /12/ /44/45 oorprong = , /39/ /19/ /46/47 42/43/44 Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V5.43

166 belating LDEN excl. aftrek waarneemhoogte 1.5/4.5/7.0 m cumulatief alle wegen tbv berekening GA;k LEGENDA periode: Lden Autonoom + Ueler E 55/55/56 0 m 10 m chaal = 1 : 500 oorprong = , /56/ /52/53 50/51/ /55/ /54/54 52/54/54 Wegverkeerlawaai - RMW-2006, Uelere - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating - Autonoom + Ueler E [C:\Data\geonoie\2008\08-215\], Geonoie V5.43

167 reultaten cumulatief excl. aftrek Model: Autonoom + Ueler E - Betemmingplan Ueler E - geluidbelating Uelere Bijdrage van hoofdgroep op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerlawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omchrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden _A 1,5 54,6 51,8 45,4 55,3 1_B 4,5 55,4 52,5 46,2 56,1 1_C 7,0 55,6 52,8 46,5 56,3 2_A 1,5 54,0 51,1 44,6 54,6 2_B 4,5 54,7 51,9 45,4 55,4 2_C 7,0 54,9 52,0 45,6 55,6 3_A 1,5 48,8 45,8 39,7 49,5 3_B 4,5 50,4 47,2 41,4 51,1 3_C 7,0 51,5 48,4 42,6 52,3 4_A 1,5 50,7 47,3 41,3 51,2 4_B 4,5 51,7 48,3 42,4 52,2 4_C 7,0 52,1 48,6 42,8 52,6 5_A 1,5 51,8 48,5 42,8 52,5 5_B 4,5 52,8 49,5 43,9 53,5 5_C 7,0 53,2 49,8 44,2 53,8 6_A 1,5 51,9 48,4 42,6 52,4 6_B 4,5 53,0 49,5 43,8 53,6 6_C 7,0 53,5 49,9 44,2 54,0 7_A 1,5 52,6 49,6 43,4 53,3 7_B 4,5 54,0 51,1 44,9 54,7 7_C 7,0 54,3 51,4 45,2 55,0 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geonoie V :12:14

168 ADVIES Afdeling Beleid & Advie Datum: 8 juni 2009 Datum controle: Van: Werkveld geluid/lucht/externe veiligheid Paraaf: Wytze Kaatra Aan: Afdeling Beleid & Advie Kenmerk:- Jan van der Steege Doiernummer: Onderwerp: Luchtparagraaf t.b.v. ruimtelijke onderbouwing herzieningprocedure i.v.m. realiatie zorgboerderij Het Eulderink Inleiding Op het perceel aan Het Eulderink 22 betaat het voornemen een zorgboerderij te realieren. Gezien het feit dat de realiatie hiervan niet pat in het vigerende betemmingplan i hiervoor een herzieningprocedure op bai van art. 3.1 Wro noodzakelijk. In het kader van deze herziening dient een ruimtelijke onderbouwing te worden opgeteld waarin o.a. de milieugevolgen inzichtelijk moeten worden gemaakt. In deze notitie zal worden ingegaan op de gevolgen voor de luchtkwaliteit. Wettelijk kader Op grond van artikel 5.16 lid 2 van de Wet Milieubeheer dienen bij procedure op grond van art 3.1 Wro de gevolgen voor de luchtkwaliteit in beeld te worden gebracht. Luchtkwaliteiteien vormen onder de nieuwe Wet Luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen indien: Geen prake i van feitelijke of dreigende overchrijding van de grenwaarden uit bijlage 2 van de Wet Milieubeheer. Een project, al dan niet per aldo, niet leidt tot een verlechtering van de luchtkwaliteit. Een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging (zie ondertaande toelichting). Een project i opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend. Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (hierna: de Wm) en het daarop gebaeerde Beluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteien) worden ruimtelijk-economiche beluiten die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van toffen waarvoor bijlage 2 van de Wm een grenwaarde bevat, niet langer, zoal voorheen, individueel getoett aan die grenwaarden. Al gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook in ituatie

169 waar nog niet aan de grenwaarden wordt voldaan. De effecten van deze projecten op de luchtkwaliteit worden verdiconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, zoal bechreven in het Nationaal Samenwerkingprogramma luchtkwaliteit (NSL). De in het Beluit niet in betekenende mate opgenomen 3% gren vormt de algemene gren ter bepaling of een project al dan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenwaarde. Deze gren geldt vanaf de vattelling van het NSL (voorzien in het voorjaar van 2009). Totdat het NSL van kracht wordt geldt een tijdelijke 1% gren. Bovendien i in het Beluit een grondlag opgenomen om bij miniteriële regeling categorieën van gevallen aan te wijzen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen. Een project dat volledig binnen een aldu aangewezen categorie of combinatie van categorieën valt, beneden de daarvoor eventueel getelde nadere begrenzing blijft en bechikt over eventuele daarbij genoemde voorzieningen of maatregelen, draagt in ieder geval niet in betekenende mate bij. Het begrip niet in betekenende mate (NIBM) peelt du een belangrijke rol in de nieuwe regelgeving en i uitgewerkt in het Beluit niet in betekenende mate bijdragen en de Regeling niet in betekenende mate. Al toelichting van het begrip niet in betekenende mate i de Handreiking niet in betekenende mate (NIBM) luchtkwaliteit opgeteld. Deze handreiking heeft momenteel nog geen formeel juridiche tatu, maar kan in ituatie wel een houvat bieden voor beluiten al deze. Overwegingen en concluie De realiatie van een zorgboerderij i (nog) niet aangewezen in de Miniteriële Regeling NIBM in de categoriën van gevallen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen. Derhalve i een berekening nodig om te bepalen of de ontwikkeling binnen de getalmatige begrenzing van het criterium niet in betekenende mate valt. De luchtkwaliteit ter plaate van zorgboerderij Het Eulderink zal worden bepaald door de achtergrondconcentratie en de ter plaate aanwezige voertuigbewegingen. Door de initiatiefnemer i aangegeven dat op een gemiddelde werkdag 15 tot 20 voertuigbewegingen worden gegenereerd. Via de door VROM bechikbaar getelde rekentool NIBM (verie 10 april 2009) blijkt dat het initiatief al NIBM kan worden bechouwd. De berekening i al bijlage opgenomen. Concluie Het plan valt binnen de in het Beluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteien) genoemde kader waardoor er uit het oogpunt van luchtkwaliteit geen belemmering ligt voor de realiatie van het plan. Bijlagen Berekening NIBM-tool

170 Wort-cae berekening voor de bijdrage van het extra verkeer al gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Extra verkeer al gevolg van het plan Extra voertuigen (weekdaggemiddelde) 20 Aandeel vrachtverkeer 1,0% Maximale bijdrage extra verkeer NO 2 in µg/m 3 0,03 Gren voor "Niet In Betekenende Mate" in µg/m 3 PM 10 in µg/m 3 0,01 0,4 Concluie De bijdrage van het extra verkeer i niet in betekenende mate; geen nader onderzoek nodig

171 Implementatie van Standaard RekenMethode 1 op bai van de wort-cae benadering Type gegeven NO 2 PM 10 Weggegeven Breedte van de ontluitingweg 5 5 Aftand van het rekenpunt tot de wegrand 5 5 Aftand van het rekenpunt tot de wega 7,5 7,5 rekenparameter a 0, , rekenparameter b -0,0308-0,0308 rekenparameter c 0,59 0,59 verdunningfactor 0, ,38645 Autonoom verkeer Aantal voertuigen 7700 nvt Percentage vrachtverkeer 0% nvt Extra verkeer Aantal voertuigen (weekdaggemiddelde) Percentage vrachtverkeer 1% 1% Autonoom + extra verkeer Aantal voertuigen (weekdaggemiddelde) 7720 nvt Percentage vrachtverkeer 0,0% nvt Emiiefactoren NO X en PM 10 (gram/km) Licht verkeer 0,698 0,069 Vrachtverkeer 13,166 0,569 Emiie NO X en PM 10 (microgram/m/) Autonoom 62,21 nvt Extra verkeer 0,19 0,02 Autonoom + Extra verkeer 62,40 nvt Fractie direct uitgetoten NO 2 Licht verkeer 0,308 nvt Vrachtverkeer 0,079 nvt Gemiddelde fractie direct uitgetoten NO 2 Autonoom 0,308 nvt Extra verkeer 0,271 nvt Autonoom + Extra verkeer 0,308 nvt Overige invoergegeven Bomenfactor 1,5 1,5 Regiofactor meteorologie 1,05 1,05 Parameter B 0,6 0,6 K Jaargemiddelde bijdrage NO X Autonoom 23,5 nvt Autonoom + Extra verkeer 23,5 nvt Locatiepecifieke achtergrondconcentratie Jaargemiddelde in µg NO 2 /m 3 30,1 nvt Jaargemiddelde in µg O 3 /m 3 36,2 nvt Totaal autonoom jaargemiddelde in µg/m 3 40,4 nvt Bijdrage autonome verkeer in µg/m 3 10,27 nvt Bijdrage autonome+extra verkeer in µg/m 3 10,29 nvt Maximale bijdrage extra verkeer in µg/m 3 0,03 0,01

172 A HOLTDUK Gemeente Enchede T.a.v. de heer H. Wever Potbu AA Enchede Tel: Fax: Reg.nr. Datum Afd. Attentie, HAM 2009 Holtdijk Project B.V. Potbu 85, 7470 AB Goor Wheedwarweg 9, 7471 GG Goor Tel: Fax: Internet: K.v.K.: Goor, 12maart2009 On kenmerk Onderwerp Project POE Bodemonderzoeken Het Eulderink, Eulderinkweg 22 Het bijgaande wordt u hierbij zonder verder chrijven toegezonden: O n.a.v. telefonich onderhoud O n.a.v. onze/uw brief van O op verzoek van O met het verzoek X volgen afpraak O te uwer orientatie O ter informatie O ter goedkeuring O tercontrole O ter doorzending O ter uitvoering O retour, met dank voor de inzage O retour, met akkoordbevinding O retour, met verzoek te wijzigen X in enkelvoud het verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede, Lankelma Geotechniek, d.d. 25 September En het controleonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede, d.d. 1 december Met vriendelijke groet, \.o. P.B.B^Patrick) Oude Egberink Bijlage(n) : al genoemd Brieg aanbieding onderzoeken, H. Wever d.d Veriel , pagina 1/1 Op al onze tranactie zijn onze Algemene Verkoop- en Leveringvoorwaarden van toepaing. Door de acceptatie van dit chrijven verklaart de opdrachtgever teven deze voorwaarden te hebben ontvangen en van de inhoud kenni te hebben genomen.

173 1 LAIMKELMA I N G E N I E U R S B U R E A U VOOR GEO MILIEU EN FUNDERINGSTECHNIEK A t=h V m Ediontraat 2c 7601 PS Almelo Tel: Fax: info@lankelma-almelo.nl

174 Opdrachtgever: Vereniging Nationaal Reumafond, KWF Kankerbetrijding, Atmafond Opdrachtnummer: DLE/VN Statu rapport: Definitief Datum rapport: 25 September 2008 RAPPORT Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede <m Lankelma Geotechniek Almelo b.v. Ediontraat 2c 7601 PS Almelo Tel: Fax: Ingenieurbureau voor: Fundering- en Milieutechniek "onderzoek, metingen en advie voor vatgoed, bouw, bodem en milieu"

175 .Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N I E U R S B U R E A Inhoudopgave 1 Inleiding 1 2 Vooronderzoek Algemeen Toetingcriteria Locatiegegeven Directe omgeving locatie Regionale bodemopbouw en geohydrologie 4 3 Onderzoekprogramma Hypotheeen onderzoektrategie Boortrategie Bemonteringtrategie Analyetrategie 5 4 Onderzoekreultaten Veldonderzoek Analyereultaten Gronddepot Grond Grondwater Toeting van de hypothee Toeting aan de noodzaak tot nader onderzoek 9 5 Samenvatting, concluie en aanbevelingen 10 Tabeilen (zijn in betreffende hoofdtukken verwerkt): 1) Toelichting op referentiewaarden 2) Achtergrondwaarden bodemkwaliteit onderzoeklocatie 3) Locatiegegeven 4) Schematich overzicht bodemopbouw en geohydrologie 5) Overzicht boorprogramma 6) Samentelling (meng)monter en analyeprogramma 7) Grondwatertanden, zuurgraad en geleidingvermogen 8) Samenvatting reultaten bodemonderzoek (incluief gronddepot) Bijlagen: 1) Regionale iigging onderzoeklocatie 2) Situatietekening met locatie boringen en peilbuizen 3) Bodemprofielbechrijvingen 4) Analyecertificaten 5) Overchrijdingtabellen Verantwoording projectnummer: , 25 September 2008

176 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I»OE«I UIS!URS»UVI. 1 INLEIDING In opdracht van Vereniging Nationaal Reumafond, KWF Kankerbetrijding en Atmafond heeft Lankelma Geotechniek Almelo b.v. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie gelegen aan de Eulderinkweg 22 op de Ueler-e in Enchede. De regionale ligging van de locatie i weergegeven in bijlage 1. De aanleiding van net onderzoek i de door de opdrachtgever voorgenomen nieuwbouw en herinrichting. Het doel van net verkennend bodemonderzoek i het vattellen van de actuele bodemkwaliteit ter piaate in het kader van de Woningwet en de hieraan gerelateerde gemeentelijke bouwverordening opgelegde verplichting tot een bodemonderzoek. Bij het optellen van het onderzoekprogramma i uitgegaan van de richtlijnen: voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek (Nederlande Voorlopige Norm 5725, NNI 1999); "onderzoektrategie bij verkennend onderzoek" (Nederlande norm 5740:1999/A1: 2008). Het onderzoekprogramma i afgetemd op locatiepecifieke omtandigheden. Het onderzoek i uitgevoerd in September De veldwerkzaamheden zijn onder BRL-2000 erkenning conform VKB protocollen 2001 en 2002 uitgevoerd. Voorliggend rapport preenteert de reultaten van het vooronderzoek (hoofdtuk 2), het onderzoekprogramma (hoofdtuk 3) en de reultaten van het veld- en analytich onderzoek (hoofdtuk 4). Het rapport wordt beloten met de aan het onderzoek te verbinden concluie en aanbevelingen die in amenvatting zijn weergegeven (hoofdtuk 5). Na de laatte bijlage i de verantwoording van het uitgevoerde onderzoek opgenomen, waaronder verwijzingen naar informatiebronnen, literatuur, wet- en regelgeving en kwaliteitborging. projectnummer: 28996, 25 September /12

177 .Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede A LANKELMA IWGEW1EURSBUREA ^T VOORONDERZOEK 2.1 Algemeen De in dit hoofdtuk opgenomen informatie i afkomtig van/uit: terreininpectie; het wettelijk kader; de opdrachtgever; gemeente Enchede; de Bodemkaart, Geohydrologiche kaart en/of Grondwaterkaart van Nederland; het archief van Lankelma Geotechniek Almelo b.v. 2.2 Toetingcriteria Teneinde de mate van verontreiniging van de bodem te kunnen beoordelen, worden de chemiche analyereultaten van de grond- en grondwatermonter getoett aan: de richtlijnen die zijn vatgeteld door het Miniterie van Volkhuiveting, Ruimteiijke Ordening en Milieubeheer (de zogenaamde treef- en interventiewaarden); de gemeentelijke achtergrondwaarden. Er i prake van bodem al het aandeel van de puinfractie kleiner i dan 50%. Richtlijnen VROM Met betrekking tot bodemverontreinigende toffen worden de gehalten in de grondmonter en de concentratie in de grondwatermonter gerelateerd aan het toetingkader uit de Circulate Streef- en Interventiewaarden bodemanering (VROM, Staatcourant februari 2000, 39), die een onderdeel vormt van de Wet bodembecherming (Wbb). Bij de referentiewaarden wordt ondercheid gemaakt in zogenaamde treef-, tuen- en interventiewaarden. In tabel 1 i een toelichting op deze referentiewaarden en de gehanteerde terminologie gegeven. Tabel 1: Toelichting : Referehtiewaarde Streefwaarde Tuenwaarde Interventiewaarde r op referentiewaarden Afkorting S-waarde T-waarde l-waarde Betekeni waarde voor een chone, multifunctionele bodem toetingwaarde voor (nader) onderzoek ((treefwaarde + interventiewaarde) / 2) waarde voor anering(onderzoek) Terminologie bij overchrijding > S-waarde: licht verhoogd/verontreinigd > T-waarde: matig verhoogd/verontreinigd > l-waarde: terk verhoogd/verontreinigd De referentiewaarden zijn mede afhankelijk geteld van het gehalte lutum (fractie <2jim) en organiche tof. Dit betekent dat bij elk bodemonderzoek locatiepecifieke referentiewaarden worden berekend. Gemeentelijke achtergrondwaarden Er vindt teven toeting plaat aan het gehanteerde toetingkader van de gemeente Enchede. Binnen de gemeente zijn een aantal regio' vatgeteld waarvoor achtergrondwaarden (A-waarden) voor de boven- en de ondergrond zijn vatgeteld. De achtergrondwaarden zijn voor areen, een aantal zware metalen (cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink), EOX, minerale olie en PAK vatgeteld. De regio' zijn ingedeeld naar onttaangechiedeni en gebruik. Onderhavige locatie valt in de regio "7. Bedrijfterrein na 1960". In tabel 2 zijn de achtergrondwaarden voor deze regio weergegeven. projectnurnmer: ' e P tember /12

178 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N I E U R S B U R E A U.A Y Tabel 2: Achtergrondwaarden bodemkwaliteit onderzoeklocatie 1 Parameter Achtergrondwaarde (gehalte in mg/kg d..) I Areen 1 Cadmium Chroom Koper Kwik Nikkei Lood Zink PAK EOX Minerale olie Bovengrond (0-0,5 m -mv) _ 17 0, , ,9 0, Ondergrond (0,5-2,0 m -mv)' 17 0, , ,3 0, Locatiegegeven Algemeen In tabel 3 zijn de locatiegegeven amengevat weergegeven. Tabel 3: Locatiegeqeven Geografiche gegeven Kadatrale aanduiding Oppervlakte X-coordinaat Y-coordinaat Lonneker, ectie U, nummer m^ De onderzoeklocatie i gelegen aan de Eulderinkweg 22 op de Ueler-e in de gemeente Enchede. De locatie ligt ten ooten van indutrieterrein Marteden en de autoweg Weterval. Ten zuiden van de locatie i de nelweg A35 gelegen. De directe omgeving van de locatie heeft overwegend een agrariche betemming. Op bai van de gegeven van de opdrachtgever, een terreininpectie en een door Landmark uitgevoerde milieucan, zijn de volgende gegeven bekend: op de locatie i een voormalige boerderij met chuur geitueerd. Een gedeelte i enkele jaren geleden volledig ingetort en niet geruimd; dat deel i niet of nauwelijk te betreden. Het woongedeelte i een rijkmonument en i wel intact. De landbouwchuur i ook nog intact en zal worden gehandhaafd, in de landbouwchuur i in het verleden vee getald op een klinkervloer. Ook wa de chuur in gebruik al werkplaat en wagenoplag; ten ooten van de boerderij bevindt zich een metvaalt. Ten zuidooten van de boerderij bevinden zich een aantal putten (bovengronde betonnen ringen). In twee putten bevindt zich abetverdacht plaatmateriaal, vier andere putten zijn opgevuld met grind. Een van de putten (opgevuld met abetverdacht plaatmateriaal) valt binnen de onderzoeklocatie; de totale oppervlakte van de locatie i circa m 2. De afmetingen van de chuur (wagenlood) zijn 13 bij 15 meter, het woonhui 5 bij 8 meter en het ingetorte gedeelte 8 bij 15 meter; de ingang van de chuur i verhard met circa 25 m 2 trottoirtegel. Het overige gedeelte van de locatie i onverhard. Rondom de gebouwen i alleen prake van grand, zo nu en dan met wat puinbrokje. Een groot gedeelte van het terrein i begroeid met truwelen e.d; tuen de boerderij en de wagenlood ligt circa 10 m 3 grand in depot, vermengd met bodemvreemde bijmengingen al gla, gebroken afalt, puin en verbrandingreten. projectnummer: 28996, 25 September /12

179 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N I E U R S B U R E A U A.Y Uit het doier Wet-Milieubeheer van de Gemeente Enchede i gebleken dat in het verleden op de locatie drie optallen aanwezig waren: een woning met achterdeel, een gebouw met veetalling, melktanklokaal, werkplaat en wagenoplag en een houten wagenlood. werkplaat: in de werkplaat werden divere gereedchappen opgelagen. Teven wa een boormachine en een laapparaat aanwezig. wagenlood: in de wagenlood werd bovengrond dieelolie opgelagen. Het betrof een tank van liter. Daarnaat werd ter plaate nog een 60 liter opgelagen (mogelijk in een of meerdere vaten). De oplag vond plaat in de noordelijke hoek van de houten lood. De lood i inmiddel deel afgebrand en ingetort. Bodemkwaliteit Voor zover bekend i op de locatie niet eerder een bodemonderzoek uitgevoerd. Er zijn daarom geen bodemkwaliteitgegeven voorhanden. Concluie Op de locatie bevond zich in het verleden onder andere een wagenlood waarin bovengronde oplag van dieelolie plaat vond. Mor- en/of lekverliezen van dieelolie kunnen ter plaate een bedreiging voor de bodemkwaliteit hebben gevormd. De lood i deel afgebrand en ingetort. Er zijn geen bodemkwaliteitgegeven voorhanden en er zijn verder geen concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van bodemverontreiniging(en). 2.4 Directe omgeving locatie Algemeen De directe omgeving random van de locatie i in gebruik al bo of heeft een agrariche betemming (weiland). Bodemkwaliteit Voor zover bekend i er in de nabijheid van de locatie niet eerder een bodemonderzoek uitgevoerd. Er zijn derhalve geen bodemkwaliteitgegeven voorhanden. Concluie Uit het vooronderzoek i geen informatie naar voren gekomen waaruit zou kunnen blijken dat in de directe nabijheid van de locatie prake i, of i geweet van activiteiten die een bedreiging voor de bodemkwaliteit zouden kunnen vormen. 2.5 Regionale bodemopbouw en geohydrologie Uit de Grondwaterkaart van Nederland (TNO, Inventariatierapport Enchede, Glanerbrug kaartblad 34 Oot, 1974) en uit de verrichte bodemonderzoeken kan de regionale geohydrologiche bodemopbouw worden afgeleid. Deze opbouw i weergegeven in tabel 4. Uit de geologiche kaart van Nederland i af te leiden dat op en ten weten van de locatie op een diepte van 4 m -mv. grondmorene voorkomt. Tabel 4: Schematich overzicht bodemopbc uw en geohydrologie Diepte (m+/- Geohydrologiche Geologich tijdperk NAP) eenheid Eerte watervoerend pakket <+23 Eerte cheidende laag Tweede watervoerend pakket Ondoorlatende bai Kwartair Tertiair Geologiche Formatie Twente Drente Drente Breda Lithologie! fijne zanden keileem, leemhoudende zanden en fijnzandige afeettingen matig grove zanden klei Het grondwater in het eerte watervoerend pakket troomt in wetelijke richting. Voor zover bekend wordt er op en in de directe omgeving van de locatie geen grondwater door bedrijven en particulieren onttrokken. projectnummer: 28996, 25 September /12

180 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA A I N G E N 1 E U R S B U R E A vy. ONDERZOEKSPROGRAMMA 3.1 Hypothee en onderzoektrategie Hypothee Op bai de vatgetelde achtergrondwaarden en vanwege het langdurige intenieve gebruik en de bebouwing/bewoning i de locatie al "verdacht" gekwalificeerd ten aanzien van grond- en grondwaterverontreiniging. Hierbij wordt met name in de bovengrond een lichte verontreiniging verwacht met enkele zware metalen en/of PAK. Ter plaate van de dieelolietank in de voormalige wagenlood worden verhoogde gehalten/concentratie minerale olie en aromaten verwacht. Onderzoektrategie Ondank de getelde hypothee i de locatie al geheel onderzocht conform de trategie voor een "niet verdachte locatie" (ONV). Deze trategie geeft een repreentatief inzicht in de bodemkwaliteit, mede omdat op bai van de reultaten van het vooronderzoek lecht licht verhoogde gehalten/concentratie worden verwacht in de grond en het grondwater. Ter plaate van de dieelolietank in de voormalige wagenlood i de trategie voor een "verdachte locatie met een plaatelijke bodembeiating met een duidelijke verontreinigingkern (VEP)" gehanteerd. 3.2 Boortrategie De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 4 September (uitvoering boringen, plaating peilbuizen en bemontering grond) en 12 September 2008 (bemontering grondwater uit peilbuizen). De poitie van de boorlocatie i weergegeven op de ituatietekening in bijlage 2. In tabel 5 i een overzicht van het uitgevoerde boorprogramma weergegeven. Tabel 5: Overzicht boorprogramma Onderdeel.. Aantal Diepte (m -mv), Nummer Gehele locatie (onverdacht) - Boringen Peilbuizen Deellocatie dieelolietank (verdacht Boringen Peilbuizen '. ' circa 0,5 circa 2,0 3,2 circa 2,0 2,7 2, 3, 5t/m9, 11 t/m15 4 en en18 16 Aangezien de lood waarin de dieelolietank heeft getaan i ingetort, kon ter plaate geen boringen worden verricht. Beloten i om de boringen juit ten noorden van de voormalige lood te verrichten. Ook i hier een peilbui nijdend met de grondwaterpiegel geplaatt. 3.3 Bemonteringtrategie Gezien de reultaten van de texturele en viuele beoordeling van de bodemprotlelen (zie paragraaf 4.1) i beloten de oorpronkelijke bemonteringtrategie te handhaven (bemonteren van het bodemmateriaal per laag van maximaal 0,5 meter dikte bij gelijkblijvende textuur of per ondercheidende bodemlaag). Daamaat zijn twee monter genomen van het gronddepot tuen de woning en de voormalige wagenlood. 3.4 Analyetrategie Voor het analytich onderzoek zijn van de bovengrond (0-0,5 m -mv.) en ondergrond (0,5-2,0 m -mv.) op het laboratorium mengmonter amengeteld. Teven i een mengmonter amengeteld van de grondmonter afkomtig uit het depot. In tabel 7 i de amentelling van de mengmonter weergegeven. Gezien de reultaten van de texturele en viuele beoordeling van de boorprofielen (zie paragraaf 4.1) i beloten de oorpronkelijke analyetrategie (conform de onderzoektrategieen voor de locatie al geheel en de deellocatie) uit te breiden. Aanvullend zijn twee boven- en ondergrondmengmonter met projectnummer: 28996, 25 September /12

181 .Verkennend bodemortderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N 1 E U R S B U R E A U bodemvreemde bijmengingen (lakken en puin) amengeteld en geanalyeerd op net tandaardpakket grond. Daarnaat i beloten om een matig tot terk puinhoudend bovengrondmengmonter indicatief te analyeren op abet. Opgemerkt wordt dat het monter niet i geanalyeerd conform NEN 5707 wegen de geringe hoeveelheid van het grondmonter. In de ondertaande tabel i weergegeven op welke parameter de grond(meng)- en grondwatermonter zijn geanalyeerd. Tabel 6 Samentelling (meng)monter en analyeprograinma Montercode Gronddepot Samentelling monter depotl Gehele locatie Bovengrond (0-0,5 m - mv) mm1 4-1; 9-1; 10-1; 11-1; 12-1; 14-1 mm2 1-2; 2-1; 3-1; 8-1; 15-1 mm5 6-1; 7-1 Viueel afwijkende. waarnemingen gla, gebroken afalt, puin, verbrandingreten geen zwak puinhoudend matig tot terk puinhoudend Grond Analyeprogramma tandaardpakket grond 1 + org. tof + lutum tandaardpakket grond + org. tof + lutum tandaardpakket grond + org. tof + lutum tandaardpakket grond + abet + org. tof + lutum Grondwater Ondergrond (0,5-1,9 m -mv) mm3 1-4; 4-5; 10-4; 14-3; 16-4 geen tandaardpakket grond + org. tof + lutum Grondwater (2,0-3,0 m -m.) geen - tandaardpakket grondwater 2 Deellocatie dieelolietank Bovengrond (0-0,5 m - mv) mm4 16-1; 17-1; 18-1 zwak tot matig puinhoudend, poren lakken Boven- en ondergrond (0-0,9 m -mv) mm6 16-1; 16-2 matig puinhoudend en poren lakken BTEX + olie + org. tof + lutum tandaardpakket grond + org. tof + lutum Grondwater (0,7-2,7 m -mv) geen - BTEXN + olie 1 tandaardpakket grond zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), PAK, minerale olie, PCB, lutum, organiche tof en droge tofgehalte. AS3000 voorbehandeling. 2 tandaardpakket grondwater zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, vluchtige aromaten (BTEXN), vluchtige gehalogeneerden (VOX), tyreen, zuurgraad (ph) en geleidingvermogen (EC). AS3000 voorbehandeling. Het monter met betrekking tot het abetonderzoek i in het laboratorium van ACMAA b.v. in Almelo geanalyeerd. De grondmengmonter en het grondwatermonter met betrekking tot het onderzoek naar de aanwezigheid van overige bodemverontreinigende toffen zijn in het laboratorium van ACMAA b.v. in Hengelo geanalyeerd. Beide laboratoria zijn door de RvA geaccrediteerd projectnummer: 28996, 25 September /12

182 LANKELMA Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede I N S E. I E U. H U. E. B V I. 4 ONDERZOEKSRESULTATEN 4.1 Veldonderzoek In bijlage 3 zijn de viuele waarnemingen in de vorm van bodemprofielen weergegeven. Algemeen In net veld i de vrijgekomen grond beoordeeld op de texturele amentelling. Hierbij zijn eveneen de percentage lutum en organiche tof gechat. Daarnaat i gelet op net voorkomen van puin, lakken, kolengrui en dergelijke en op kleurafwijkingen, die kunnen duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De grond uit de boringen i met behulp van de olie-water-reactie beoordeeld op de aanwezigheid van olie-achtige en oppervlakte-actieve toffen. Bodemopbouw De bodem op de onderzoeklocatie betaat tot 3,0 m -mv uit matig fijn, zwak tot matig iltig zand. Tuen 3,0 m -mv en de maximaal verkende diepte van 3,2 m -mv i een terk zandige en zwak grindhoudende leemlaag aangetroffen. Viueel afwijkende waarnemingen De locatie i in het ooten en zuidooten zeer dicht begroeid met brandnetel, een en bereklauw. Hierdoor werd de bereikbaarheid van een deel van de locatie belemmerd. Met een bomaaier i een deel van het terrein toegankelijk gemaakt en een pad gecreeerd richting de afgebrande/ingetorte houten lood. Aan de uitkomende grond zijn de volgende viuele afwijkende waarnemingen gedaan: verpreid over de locatie bevat de bovengrond puin. De mate van bijmenging varieert van enkele poren tot een terk bijmenging. Ter plaate van boringen 16 en 17 (nabij de agebrande/ingetorte wagenlood) i ook de ondergrond tot maximaal 1,3 m -mv puinhoudend (varieert van enkele poren tot een matige bijmenging); ter plaate van boring 05 en 16 bevat de bovengrond lakken. De mate van bijmenging varieert van enkele poren tot een matige bijmenging. Ter plaate van boring 16 i deze bijmenging tot 0,9 m -mv aangetroffen. Grondwater Tijden de bemontering van het grondwater zijn viueel waarnemingen gedaan en metingen verricht die zijn weergegeven in ondertaande tabel 7. Tabel 7: Grondwatertanden, zuurgraad en geleidingvermogen Peilbui Viuele waarnemingen Grondwatertand (m -mv) Zuurgraad (ph) Geleidingvermogen (fis/cm) geen afwijkende geen afwijkende 1,6 1,5 6,1 6, De zuurgraad en het geleidingvermogen zijn al normaal voor de onderzochte locatie te bechouwen. 4.2 Analyereultaten De reultaten van de chemiche analye zijn weergegeven in bijlage 4. Teven i het abetanalyecertificaat opgenomen. De reultaten van de toeting van de analyereultaten van de gronden grondwatermonter zijn weergegeven in bijlage 5. De referentiewaarden (toetingwaarden) zijn vatgeteld op bai van de veldwaarnemingen en de analytich vatgetelde gehalten aan lutum en organiche tof. De gebruikte gehalten zijn eveneen opgenomen in bijlage 5. Opgemerkt wordt dat de correctiefactor voor lutum en organiche tof een minimale waarde kent van 2%; gehalten lager dan 2,0% worden gelijk geteld aan een waarde van 2%. projectnummer: 28996, 25 September /12

183 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA i»6t»uu«bu» E >uv^p/ Teven wordt opgemerkt dat de het onderzoek naar abet en het depotonderzoek indicatief i Gronddepot In het bovengrondmengmonter depot zijn terk verhoogde gehalten barium, lood en zink en i een matig verhoogd gehalte koper aangetoond. Cadmium, cobalt, kwik, nikkel, olie, PCB en PAK zijn in gehalten boven de betreffende treefwaarde aangetoond. De overige onderzochte toffen zijn niet aangetoond in een gehalte boven de betreffende treefwaarde. De verhoogden gehalten kunnen waarchijnlijk gerelateerd worden aan de viuele bodemvreemde bijmengingen Grond In bovengrondmengmonter mm1 van de boringen 4, 9 t/m 12 en 14 (0-0,5 m -mv), bovengrondmengmonter mm2 van de boringen 1 t/m 3, 8 en 15 (0-0,5 m -mv) en bovengrondmengmonter mm5 van de boringen 6 en 7 (0-0,5 m -mv) zijn gehalten cobalt boven de treefwaarde aangetoond. De overige onderzochte toffen zijn niet in een gehalte boven de betreffende treefwaarde aangetoond. Opgemerkt wordt dat voor cobalt (nog) geen gemeentelijke achtergrondwaarde i vatgeteld. In mengmonter mm5 i in het indicatief onderzoek geen abet aangetoond. In bovengrondmengmonter mm4 van de boringen 16 t/m 18 (nabij de voormalige dieelolieoplag) i een gehalte xylenen boven de treefwaarde aangetoond. De overige onderzochte toffen zijn niet in een gehalte boven de betreffende treefwaarde aangetoond. In ondergrondmengmonter mm3 van de boringen 1,4, 10, 14 en 16 (1,0-1,8 m -mv) en mengmonter mm6 van boring 16 (0-0,9 m -mv) zijn geen van de onderzochte toffen in gehalten boven de treefwaarde aangetoond. De verhoogde gehalten aan cobalt hebben mogelijk een natuurlijke oorprong. Het verhoogde gehalte aan xylenen kan waarchijnlijk worden gerelateerd aan mor- en/of lekverliezen die zijn onttaan tijden de bovengronde oplag van dieelolie in de voormalige wagenlood Grondwater In het grondwater uit peilbui 01 i een concentratie barium juit boven de treefwaarde aangetoond. De overige onderzochte toffen zijn niet in een concentratie boven de betreffende treefwaarde aangetoond. In peilbui 16 zijn geen van de onderzochte toffen in een concentratie boven de treefwaarde aangetoond. De verhoogde concentratie aan barium in het grondwater heeft waarchijnlijk een natuurlijke oorprong. In de regio Twente komen, met name in de gebieden met een zandige ondergrond, een aantal zware metalen van nature in verhoogde concentratie in het grondwater voor. In deze gebieden welke veelal worden gekenmerkt door een lage zuurgraad en geringe adorptiecapaciteit, i prake van een relatief grote mobiliteit van zware metalen in de bodem. De aanwezigheid van deze verhoogde concentratie i gerelateerd aan deze geochemiche/bodemkundige apecten (amentelling en textuur van de ondergrond), anderzijd kunnen wielende fyiche conditie in/van de bodem (zoal temperatuur en zuurgraad) een rol pelen Toetinq van de hvpothee De hypothee "verdachte locatie" blijkt een correcte hypothee te zijn geweet omdat er in de bodem een aantal toffen in gehalten en in een concentratie boven de betreffende treefwaarde zijn aangetoond. De hypothee wordt derhalve aangenomen. Ook de hypothee "verdachte locatie" voor de deellocatie "dieelolietank" i correct en wordt aangenomen omdat in de bovengrond een verhoogd gehalte xylenen i aangetoond. Opgemerkt wordt dat het gronddepot terk verontreinigd i met zware metalen. projectnummer: 28996, 25 September /12

184 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA ' M G E " ' E " " B " " E A "VL Toetinq aan de noodzaak tot nader onderzoek Er zijn in bodem geen toffen in gehalten / concentrate boven de tuenwaarde aangetoond. Dit houdt in dat er op bai van de Wet bodembecherming geen aanleiding betaat voor het laten uitvoeren van nader onderzoek. projectnummer: 28996, 25 September /12

185 LANKELMA Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede "* c "'"»»'»»»uvj j, 5 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In opdracht van Nationaal Reumafond, KWF Kankerbetrijding en Atmafond heeft Lankelma Geotechniek Almelo b.v. in September 2008 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie gelegen aan de Eulderinkweg 22 op de Ueler-e in Enchede. Aanleiding, doel en onderzoekopzet De aanleiding van net onderzoek i de door de opdrachtgever voorgenomen nieuwbouw en herinrichting. Het doel van net verkennend bodemonderzoek i net vattellen van de actuele bodemkwaliteit ter plaate in het kader van de Woningwet en de hieraan gerelateerde gemeentelijke bouwverordening opgelegde verplichting tot een bodemonderzoek. Het onderzoek i uitgevoerd conform de richtlijnen NVN 5725, NEN 5740, de BRL SIKB 2000 en de VKB protocollen 2001 en Verder i het onderzoekprogramma afgetemd op locatiepecifieke omtandigheden. Vooronderzoek Uit het vooronderzoek blijkt dat in het verleden op de locatie onder andere bevond een wagenlood bevond waarin bovengronde opiag van dieeiolie plaatvond. Mor- en/of lekverliezen van dieelolie kunnen ter plaate een bedreiging voor de bodemkwaliteit hebben gevormd. De wagenlood i inmiddel afgebrand en ingetort. Er zijn geen bodemkwaliteitgegeven voorhanden en verder geen concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van bodemverontreiniging(en). Uit het vooronderzoek i verder geen informatie naar voren gekomen waaruit zou kunnen blijken dat in de directe nabijheid van de locatie prake i, of i geweet van activiteiten die een bedreiging voor de bodemkwaliteit zouden kunnen vormen. Hypothee Op bai van de vatgetelde achtergrondwaarden en vanwege het langdurige intenieve gebruik en de bebouwing/bewoning i de locatie al "verdacht" gekwalificeerd ten aanzien van grand- en grondwaterverontreiniging. Hierbij wordt met name in de bovengrond een lichte verontreiniging verwacht met enkele zware metalen en/of PAK. Ter plaate van de dieelolietank in de voormalige wagenlood worden verhoogde gehalten/concentratie minerale olie en aromaten verwacht. Strategie Ondank de getelde hypothee i de locatie al geheel onderzocht conform de trategie voor een "niet verdachte locatie" (ONV). Deze trategie geeft een repreentatief inzicht in de bodemkwaliteit, mede omdat op bai van de reultaten van het vooronderzoek lecht licht verhoogde gehalten/concentratie worden verwacht in de grond en het grondwater. Ter plaate van de dieelolietank in de voormalige wagenlood i de trategie voor een "verdachte locatie met een plaatelijke bodembelating met een duidelijke verontreinigingkern" (VEP) gehanteerd. Bodemonderzoek De locatie i in het ooten en zuidooten zeer dicht begroeid met brandnetel, een en bereklauw. Hierdoor werd de bereikbaarheid van een deel van de locatie belemmerd. Met een bomaaier i een deel van het terrein toegankelijk gemaakt en een pad gecreeerd richting de afgebrande/ingetorte houten lood. Tijden de uitvoering van de (veld)werkzaamheden i in de grond een viuele bijmenging met puin en lakken aangetroffen. Teven i in een van de betonnen ringen op de locatie abet aangetroffen. Derhalve i beloten de oorpronkelijke analyetrategie (conform de onderzoektrategie voor de locatie al geheel en de deellocatie) uit te breiden. Aanvullend zijn twee boven- en ondergrondmengmonter met bodemvreemde bijmengingen (puin en lakken) amengeteld en geanalyeerd op het tandaardpakket cjrond. Daarnaat i beloten om een matig tot terk puinhoudend bovengrondmengmonter indicatief te ^nalyeren op abet. Opgemerkt wordt dat het monter niet i geanalyeerd conform NEN 5707 wegen de geringe hoeveelheid van het grondmonter. pfojectnummer: 28996, 25 September /12

186 .Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N I E U R S B U R E A U Op de locatie bevindt zich een gronddepot van circa 10 m 3. Het depot i viueel verontreinigd met bodemvreemde bijmengingen al gla, gebroken afalt, puin en verbrandingreten. Beloten i om van het rnateriaal een mengmonter amen te tellen en te analyeren op het tandaardpakket grand. Bodemopbouw en viueel afwijkende waarnemingen De bodem op de onderzoeklocatie betaat tot 3,0 m -mv uit matig fijn, zwak tot matig iltig zand. Tuen 3,0 mv en de maximaal verkende diepte van 3,2 m -mv i een terk zandige en zwak grindhoudende leemlaag aangetroffen. Aan de uitkomende grand zijn de volgende viuele afwijkende waarnemingen gedaan: verpreid over de locatie bevat de bovengrond puin. De mate van bijmenging varieert van enkele poren tot een terke bijmenging. Nabij de voormalige wagenlood i ook de ondergrond tot maximaal 1,3 m -mv puinhoudend (varieert van enkele poren tot een matige bijmening); bij twee boringen i in de bovengrond lakken aangetroffen. De mate van bijmenging varieert van enkele poren tot een matige bijmenging. Plaatelijk i deze bijmenging tot 0,9 m -mv aangetroffen. Analyereultaten In ondertaande tabel 8 i de toeting van de analyereultaten van het bodemonderzoek amengevat weergegeven. Tabel 8: Samenvattinq reultaten bodemonderzoek (incluief gronddepot) (Deel)locatie Viuele waarnemingen Verontreinigingen Parameter Depot (circa 10 m 3 ) (indicatief) Depot gla, gebroken afalt, puin en verbrandingreten Bovenqrond (0-0,5 m -mv) Gehele locatie geen afwijkende Gehele locatie zwak tot terk puinhoudend barium, lood en zink koper cadmium, kwik, nikkel en min. olie PAK cobalt en PCB overige parameter tandaardpakket grond cobalt overige parameter tandaardpakket grond abet cobalt overige parameter tandaardpakket grond Onderqrond (0,5-2,0 m -mv) Gehele locatie geen afwijkende alle parameter tandaardpakket grond Boven- en ondergrond (0-0,9 m -mv) Dieelolietank zwak tot matig puinhoudend, poren lakken Grondwater (0,7-3,0 m -mv) Gehele locatie geen afwijkende Dieelolietank geen afwijkende xylenen BTEX en minerale olie barium overige parameter tandaardpakket grondwater BTEXN en minerale olie Toeting > interventiewaarde > tuenwaarde > treefwaarde; > achtergrondwaarde > treefwaarde; < achtergrondwaarde > treefwaarde < treefwaarde > treefwaarde < treefwaarde niet aangetoond (indicatief) > treefwaarde < treefwaarde < treefwaarde > treefwaarde < treefwaarde > treefwaarde < treefwaarde < treefwaarde projectnummer: 28996, 25 September /12

187 LANKELMA Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede " " " ' " " " " E '"VL- Bepreking reultaten Op bai van het uitgevoerde onderzoek blijkt dat: het gronddepot terk verontreinigd i met barium, lood en zink, matig verontreinigd i met koper en licht verontreinigd i met cadmium, cobalt, kwik, nikkel, minerale olie, PAK en PCB; de bovengrond over de gehele locatie licht verontreinigd i met cobalt; in de ondergrond geen verhoogde gehalten zijn aangetoond; de boven- en ondergrond ter plaate van de voormalige dieelolietank licht verontreinigd i met xylenen; het grondwater licht verontreinigd i met barium. De verhoogden gehalten in het depot kunnen waarchijnlijk gerelateerd worden aan de viuele bodemvreemde bijmengingen. Aan te nemen i dat het verhoogde gehalte aan cobalt in de grand en de verhoogde concentratie aan barium in het grondwater een natuurlijke oorprong heeft. Het verhoogde gehalte xylenen i waarchijnlijk veroorzaakt door mor- en/of lekverliezen bij de voormalige dieelolietank. Toeting hypothee De hypothee "verdachte locatie" blijkt een correcte hypothee te zijn geweet omdat er in de bodem een aantal toffen in gehalten en in een concentratie boven de betreffende treefwaarde zijn aangetoond. De hypothee wordt derhalve aangenomen. Concluie De bodem op de locatie i niet geheel vrij van bodemverontreiniging. De aangetroffen verontreinigende parameter zijn lecht in licht verhoogde gehalten / concentratie aangetoond. Er zijn in de bodem geen parameter in gehalten / concentratie boven de tuenwaarde aangetoond. Dit houdt in dat er op bai van de Wet bodembecherming geen aanleiding betaat voor het laten uitvoeren van een nader onderzoek. Op bai van het uitgevoerde bodemonderzoek i er uit oogpunt van de aangetoonde bodemkwaliteit geen belemmering voor de geplande bouwactiviteiten. In het indicatief onderzoek naar de kwaliteit van het gronddepot i een terke verontreiniging aangetoond. Gezien de aard en mate van de verontreinigingen kan het materiaal meer hergebruikt worden. Aanbevelingen Aanbevolen wordt om tijden loop- en graafwerkzaamheden op de locatie aandacht te beteden aan de locatie van de voormalige dieelolieoplag. Nabij deze locatie i een lichte verontreiniging met xylenen aangetoond, maar de bodem op de locatie zelf kon door locatiepecifieke omtandigheden in onderhavig onderzoek niet worden onderzocht. Indien grond van de locatie vrijkomt, moet er rekening mee worden gehouden dat deze niet zonder meer elder toepabaar i. Op hergebruik van grond i het Beluit Bodemkwaliteit van toepaing waarbij een andere onderzoektrategie geldt. Gezien de aangetoonde verontreinigingen in het gronddepot, wordt aanbevolen om het depot door een erkende aannemer af te laten voeren naar een erkende verwerker. projectnummer: 28996, 25 September /12

188 Regionale ligging onderzoeklocatie Project Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede Projector.: Tekening: A01 Bijlage: 1 Getekend/Gecontroleerd: EG / 4^5^' " Formaat: A Schaal 1:25000 Datum: Opdrachtgever: Vereniginq nationool Reumafond KWF Konkerbetrijcliriq Atmofond Ediontraat 2c PS ALMELO

189 Legenda 9 boring tot ca. 0,5 m -mv (J \ put met obet m boring tot 2,0 ca. m -mv XW' begroeid o peilbui tank put (2.0 m. diep) o depot meter Situatietekening met locatie boringen en peilbuizen Project Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede Project:nr.: Tekening: A01 Bijlage: 2 Getekend/Gecontroleerd: EG Formaat: A Schaal 1 : 1000 Datum: Opdrachtgever: Vereniqinq nationaal Reumafond KWF Kankerbetrijdinq Atmafond -$-\ Cw Ediontraat 2c PS ALMELO

190 LANKELMA *V Y Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede H C S I H U U H B E. I I V I. BIJLAGE 3: Bodemprofielbechrijvingen projectnummer: 28996, 25 September 2008

191 LANKELMA I GEOTECHNIEKALMELO BV Ingerueuribureau voor Fundeiingx- en Mifieulechniek 01 ta ^3 erf, Zand, matig fijn, matig iltig, beigebruin Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak puinhoudend, bruinzwart braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak puinhoudend, bruinbeige Zand, matig fijn, matig iltig. I Zand, matig fijn, matig iltig, iichtbeige U Ul K i Leem, terk zandig, zwak grindhoudend, bruin 03 $ braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak puinhoudend, bruinzwart 04 '&::&: - oo- OO".VP/.V. m braak braak, Zand, matig fijn, zwak iltig, zwak humeu, zwak grindhoudend, zwartbruin...q-q. Q...! O o O " P.V.V.'P..o. A Zand, matig fijn, matig iltig, poren roet, beigeoranje Zand, matig fijn, matig iltig, Iichtbeige projectnummer: 28996

192 LANKELMA ^ GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieuttbureau voor Funderingt- en Milieulechniek braak braak, Zand, malig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak worlelhoudend, matig lakhoudend, zwak puinhoudend, bruinzwart & braak braak, Zand, malig fijn, matig iltig, matig humeu, terk puinhoudend, matig wortethoudend, bruinzwart braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, matig puinhoudend, bruinzwart 1 braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak puinhoudend, matig worlelhoudend, bruinzwart projectnummer: 28996

193 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV "' Ingenieuibuieau voor Fundeiingt- en Milieutechniefc Obogrond bogrond, Zand, matig fijn, matig iltig, terk humeu, bruinzwart bogrond bogrond, Zand, matig fijn, matig iltig, terk humeu, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, beigegeel bogrond bogrond, Zand, matig fijn, matig iltig, matig humeu, bruinzwart braak, Zand, matig fijn, matig iltig, terk humeu, matig wortelhoudend, bruinzwart projectnummer: 28996

194 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV \ f / Ingenieurtbuieau voot Fundeiingt- en Milieuteehniek vm : : = isbu braak, Zand, matig fijn, matig iltig, matig humeu, poren A. puin, bruinzwart u- ^ o braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, matig humeu, zwak wortelhoudend, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, bruinbeige 3 Zand, matig fijn, matig iltig, bruinbeige 150- " 15 :S : E o braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, matig humeu, zwak 4, puinhoudend, bruinzwart n 16 DA braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, matig puinhoudend, poren lakken, geen olie-waterreactie, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, licht geelbeige O mi projectnummer: 28996

195 LANKELMA E' GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurtbureau voor Fundering- en Miiieutechniefc Oi braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, grijbruin Kt DA Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwak wortelhoudend, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, poren puin, geen olie-water reactie DA Zand, matig fijn, matig iltig, poren roet, geen olie-water reactie, bruinoranje i t Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, beigegeel DA Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, beigegeel D I projectnummer: 28996

196 Legenda (conform NEN 5104) grind boooooi booooo r> r\ o r> r\ i lo o o o o o or lo o o a o o d IOOOOOO., O O O O O O I IOOOOOO l u o u o u o u o u o u J-' ; -l boooo o.'." o o o o o c IOOOOO Grind, iltig Grind, zwak zandig Grind, matig zandig G d. terk zandig Grind, uitert zandig klei /VJN m Kiel, zwak iltig ^' e '' mat '9 iltig Klei, terk iltig Kiel, uitert iltig Klei, zwak zandig geur O geen geur zwakke geur ^- matige geur - terke geur uiterte geur olie O geen oiie-water reactie fj zwakke olie-water reactie fij matige olie-water reactie -B terke olie-water reactie Klei, matig zandig * uiterte olie-water reactie zand M Zand, kleitg Zand, zwak iltig Zand, matig iltig leem \ Kiel, terk zandig Leem, zwak zandig p.i.d.-waarde & >o 8 >1 > >10 9 >100 ^ > >10000 KJS Zand, terk iltig Leem, terk zandig monter SS Zand, uitert iltig geroerd monter overige toevoegingen tj zwak humeu ongeroerd monter veen 3 Veen, mineraalarm 3 E3 matig humeu overig A bijzonder betanddeel Veen, zwak klerfg terk humeu i ^ Gemiddeld hoogte grondwatertand grondwatertand Veen, terk kleitg zwak grindig Gemiddeld iaagte grondwatertand Veen, zwak zandig matig grindig lib.".'. Veen, terk zandig terk grindig peilbui bllndebui caing hoogte grondwatertand gemiddelde grondwatertand Iaagte grondwatertand bentoniet afdichting mi niter

197 LANKELMA Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweq 22 in Enchede IWGENIEUBSBUBEAUV I BIJLAGE 4: Analyecertificaten projectnummer: 28996, 25 September 2008

198 ACMAA ALMELO B.V. LABORATORIUM VOOR VEZELONDERZOEK Krommendijk 20A 7603 NK Almelo Telefoon Fax Internet: Analyecertificaat abet Opdrachtgever Contactperoon Adre Potcode en plaat Project Lankelma Dhr. D. Leeferink Ediontraat 2c 7601 PS Almelo 28996, EULENS Opdrachtcode Datum opdracht Datum rapportage Pagina V van 1 Naam Monteroort Montername door Analye methode Opmerking Q = door RvA geaccrediteerd mm5 Grond Opdrachtgever Abet in bodem* Datum ontvangt Datum montername Datum analye Reultaten Parameter Droge tof Maa monter (veidnat) ChrySOt'iel (erpentijn) AmOSJet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Totaal erpentijn Totaal amfibool Totaal abet Aanvullende analyereultaten volgen hieronder. Concentratie 88,5 0,3 n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. <2 95% betrouwbaarheidinterval Ondergren Bovengren Eenheid % kg Analye Fractie >16 mm Fractie 8-16 mm Fractie 4-8 mm Fractie 2-4 mm Fractie 1-2 mm Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%) * = Van de zeeffractie <0,5 mm i maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen abetverdachte vezel. n.a. = niet aantoonbaar. Fractie 0,5-1 mm 25 5 Fractie <0,5 mm 150 ** Fractie Totaal 240 Concluie en/of opmerkingen: Het aangeboden monter bevat geen abet. * Het aangeleverde monter kan niet volgen de NEN 5707 geanalyeerd worden wegen de geringe hoeveelheid grond. Algemeen Directeur Dhr. ing. J.T. Klein Elhort [O^x Dit rapport mag niet ander dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemming van het laboratorium. Nadere informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Reultaten hebben alleen betrekking op het aangeboden monter. Q, HET LABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L376 VOOR GEBIEDEN ZOAIS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr B01 IBAN: NL69 RABO Swift adre: RABO NL 2U ' -' '- "- " ".iini w=n do vorhrairfinn tuen ODdrachtaever en advierend ingenieur" (r.v.o.i.) gedeponeerd bij de arrondiementrechtbank te '-Gravenhage.

199 ^g^vvw^sp*?-? J«g3»fSjjSJ>};i3<r^j3 ra^ Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Lankelma Geotech dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Laboratorium/Adviebureau Indutrieterreirv. Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Onderzoekrapport Pagina: 1 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA SA SA Reultaten: Parameter Monteromchrijving depot mml mm2 mm3 Intern ref.nr. Eenheid 1 Monteroort Grand Grond Grand Grond 2 3 Datum bemontering MVB. SIKB AS3000 Droge tof Org.St(Gloeiverlie) MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01 DIV-ORG-G01 % (m/m) % van d + 83,4 8,8(i) + 87,0 4,9(D + 90,7 3,4(D + 86,9 <0,5(D KORRELGROOTTEVERDEUNG Lutum ( < 2 urn) Div-urr-GCu % van d 3,7 3,2 3,2 1,9 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 FIMS-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP ,0 6,8 97 0,4 610 <3, <0,4 3,5 8,6 <0,2 36 <3,0 <5, <0,4 4,1 11 <0,2 24 <3,0 <5, ,3 <0,4 <3,0 <5,0 <0,2 <5,0 <3,0 <5,0 7,4 MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 -C12 Fractie C12 -C22 Fractie C22 -C30 Fractie C30 C40 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OLIE (2) < <50 <20 <20 <20 <20 <50 <20 <20 <20 <20 <50 <20 <20 <20 <20 Chromatogram GC3-OUE PCB PCB_28 PCB_52 PCB_101 PCB_118 PCB_138 Zie volgende pagina LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 ug/kg d Mg/kg d ug/kg d Mg/kg d ug/kg d <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 AS 3000 HET MIUEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET BvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U nnhrar-htan wnrhpn uitnfivnerd volaen de Alqemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

200 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Onderzoekrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotech dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Pagina: 2 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA SA SA Reultaten: Parameter PCB PCB_153 PCB_180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Indeno(l,2,3-c,d)pyr Som PAK10 (Rl) Som PAK 10 (R2) Monteromchrijving depot mml mm2 mm3 Intern ref.nr. LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 Eenheid ug/kg d jjg/kg d ug/kg d pg/kg d Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: ) 0,22 0,28 <0,04 0,25 0,11 0,13 0,05 0,09 0,09 0,09 1,3 1,3 Monteroort Grond Grand Grond Grond 2 <1 <1 <6 <7 <0,04 0,07 <0,04 0,22 0,15 0,15 0,08 0,11 0,09 0,11 0,98 1,0 <1 <1 <6 <7 <0,04 0,05 <0,04 0,06 <0,04 0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,40 0,33 3 Datum bemontering = Organiche tof (Gloeiverlie) gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. 2 = Het patroon duidt op een middelzware en zware oliefractie. 3 = Bij deze analye wordt GC-MS toegepat. Met de toegepate combinatie van kolom en detector kan, indien aanwezig, PCB-28 co-elueren met PCB-31; PCB-52 met PCB-69; PCB-138 met PCB-163 en PCB-153 met PCB <1 <1 <6 <7 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,40 0,28 Opmerking monter SA : depot: DEPOT1-1 (0-80) AM DEPOT1-1X (0-80) AM325456E &% m RvA! AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RVA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U J..-t.i~n ninrhan nitnawrtorri \, ninon rio Alnfimene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

201 PSSJ$pHPPf' K F if IFPS jj r ' Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat ACMAA B.V. ANALYTISCH CI-IEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax info@acmaa.nl Internet: Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 3 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA SA SA Reultaten: Monteromchrijving depot mml mm2 mm3 Monteroort Grand Grand Grand Grand Datum bemontering Opmerking monter SA : mml: 04-1 (0-50) AM325444B 09-1 (0-50) AM325195E 10-1 (0-50) AM325227A 11-1 (0-50) AM325191A 12-1 (0-50) AM325257D 14-1 (0-50) AM325255B Opmerking monter SA : mm2: 01-2 (20-50) AM325448F 02-1 (0-50) AM325488J 03-1 (0-50) AM325482D 08-1 (0-50) AM325246B 15-1 (0-50) AM Opmerking monter SA : mm3: 01-4 ( ) AM325452A 04-5 ( ) AM325493F 10-4 ( ) AM325248D 14-3 ( ) AM325483E 16-4 ( ) AM Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag niet ander dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemming van het laboratorium. De reultaten hebben uitluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. & RvA L1 AS 3000 HET MIUEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L10O VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U OnHrar-htpn wnrrtpn uitoevoerd volaen de Alqemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

202 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Chromatogram Gegeven Opdrachtcode Opdrachtnaam Montemaam Monteroort Verdunning : 28996G1 : EULENS : depot : Grand : 1 Montercode Opdrachtgever Aanvrager Betandnaam Datum MA Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink S08I067.TX N 0) 0 t- 0 r' r 10 ffl (1 m 30M m\ low Lkj..JWl^^-j-v^A^^v»,J^-l^" t^j^ikj", XJ XA> «0 0 0 N N 0 N 0 fn [in i iiimi linn niiiiini iiii in ini i ni iiii iii pin iiii iiii iii I iii ini iiii iiii ini nii iiii i ii iiii iin iu i i ii nii iiii IIIIJI IIJIIIIJII ii iiii ii i C8-C10 = min. C10-C12 = min. C12-C22 = min. C22-C30 = min. C30-C40 = min. 0 B 0 N N Karakteriering olie naar alkaantraject: benzine C9 -C14 keroine en petroleum C10-C16 dieel en gaolie C10-C28 motorolie C20-C36 tookolie C10-C36 Banknr. RABO nr. "> Handelregiter Enchede BTWnr. NL B01 IBAN: NL.24 RABO Swift adre: RABO NL2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente.

203 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 1 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G2 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving mm4 Monteroort Grand Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid 1 MVB. SIKB AS3000 Droge tof Org.St(Gloeiverlie) MVB-VBH-AS300O-G01 DIV-DS-G01 DIV-ORG-G01 % (m/m) % van d + 91,1 2,6(D KORRELGROOTTEVERDELING Lutum ( < 2 urn ) MV-LUT-G01 % van d 2,3 AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (Rl) Som aromaten (R2) Som Xylenen (Rl) Som Xylenen (R2) GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,25(2) 0,18 <0,10 0,07 MINERALE OLIE GC OHe totaal C10-C40 Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 GC3OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 <50 <20 <20 <20 <20 Chromatogram GC3-OUE-01 Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: 1 = Organiche tof (Gloeiverlie) gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. 2 = Methode vluchtige aromatiche en gehalogeneerde koolwatertoffen: GC-MS - 4^% AS 3000 HET M1LIEULABORATOR1UM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U norh uninpna Ho Alnomene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

204 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aarwrager Adre Potcode en plaat ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 2 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G2 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving mm4 Monteroort Grand Datum bemontering Reultaten: Opmerking monter SA : mm4: 16-1 (0-50) AM325487I 17-1 (0-50) AM325497J 18-1 (0-40) AM325439F Hoofd lab. ing. BJ. Gerrj Handtekening: Dit rapport mag niet ander dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chrlftelijke toetemming van het laboratorium. De reultaten hebben uitluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Hi AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEOEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREOITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Ondrachten worden uitaevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

205 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Onderzoekrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Pagina: 1 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G3 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrijving mm5 mm6 Monteroort Grand Grand Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid 1 2 MVB. SIKB AS3000 Droge tof Org.St(Gloeiverlie) MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01 DIV-ORG-G01 % (m/m) % van d + 86,5 5,8(D + 86,1 5,1W KORRELGROOTTEVERDEUNG Lutum ( < 2 um ) DIV-LUT-G01 % van d 2,9 2,1 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 FIMS-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP <0,4 4,2 16 <0,2 29 <3, <0,4 <3,0 8,7 <0,2 14 <3,0 6,1 17 MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 -C12 Fractie C12 -C22 Fractie C22 -C30 Fractie C30 -C40 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GO-OUE-01 GO-OUE-01 GO-OUE-01 <50 <20 <20 <20 <20 <50 <20 <20 <20 <20 Chromatogram PCB PCB_28 PCB_52 PCB_101 PCB_118 PCB_138 Zie volgende pagina GC3-OLIE-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 ug/kg d pg/kg d ug/kg d ug/kg d pg/kg d et RuA I + <1 <1 <1 <2 <1 AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L10O VOOR SEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U ODdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland. - <1 <1 <1 <1 <1

206 ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Onderzoekrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Pagina: 2 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G3 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrrjving mm5 mm6 Monteroort Grand Grand Datum bemontering Reultaten: Parameter PCB PCB_153 PCB_180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Indeno(l,2,3-c,d)pyr Som PAK10 (Rl) Som PAK 10 (R2) Intern ref.nr. LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 Eenheid pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: 1 = Organiche tof (Gloeiverlie) gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. 2 = Vanwege de aard van het monter en de torende invloed van de montermatrix i de rapportagegren verhoogd. Indien de komponent aanwezig i zal de concentratie niet meer bedragen dan de aangegeven rapportagegren. 1 <1 <1 <7 <8P) <0,04 0,08 <0,04 0,16 0,08 0,10 0,05 0,09 0,08 0,09 0,74 0,79 2 <1 <1 <6 <7 <0,04 0,04 <0,04 0,05 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,40 0,31 Opmerking monter SA : mm5: 06-1 (0-50) AM325499L 07-1 (0-50) AM325454C Opmerking monter SA : RvA I AS 3000 HET M1LIEULABORATORIUM IS 1NGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTWnr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

207 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 3 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996G3 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrijving mm5 mm6 Monteroort Grand Grand Datum bemontering Reult ten: mm6: 16-1 (0-50) AM325487I 16-2 (50-90) AM Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag niet ander datrirrztfgeheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemming van het laboratorium. De reultaten hebben uitluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. a RvA L1D0 AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONOER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

208 lit/ ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Chromatogram Gegeven Opdrachtcode Opdrachtnaam Montemaam Monteroort Verdunning : 28996G3 : EULENS : mm5 : Grond : 1 Montercode : MA Opdrachtgever : Lankelma Geotechniek Almelo bv Aanvrager : dhr. D. Leeferink Betandnaam : G10I027.TX0 Datum : r S 0 r 0 N 0 r 01 S ri ID 0 r (0 m 40(H m 20M 10W r ft. J *-^A r N 0 0 N W n [111 iiii nii iiii iiii iiii iui ii iiii iii iiii nii ini iii 111ijiii iiii iiii Mii iiii ini iiii imi ini i ii iiii i ii iin iim iiii iiii iiii iiii iiii iiii ini Nii iiii ini i ii iiii iui C8-C10 = min. C10-C12 = min. C12-C22 = min. C22-C30 = min. C30-C40 = min. Karakteriering olie naar alkaantraject: benzine C9 -C14 keroine en petroleum C10-C16 dieel en gaolie C10-C28 motorolie C20-C36 tookolie C10-C36 Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NLB B01 BAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente.

209 :m? iffi^fizg * '-^p^ ACMAA B.V. ANALYTISCH CIIEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax info@acmaa.nl Internet: Onderzoekrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Pagina: 1 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996W1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrijving Monteroort Water Water Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid MVB. SIKB AS3000 MVB-VBH-AS3000-W01 METALEN Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 FIMS-Ng-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ug/i ug/i ug/i M9/1 ug/i ug/i pg/i pg/i ug/i 75 <0,3 <2,0 <5,0 <0,05 <5 <5,0 <5 25 AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal aromaten Totaal xylenen Naftaleen GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 ug/i ug/i ug/i ug/i ug/i pg/i pg/i M9/I <0,20 <0,20 <0,20 <0,20 <0,20 < 1,0(2) <0,20 <0,20 VLUCHT.ARO.KOOLW.STOFFEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal xylenen Styreen Naftaleen MINERALE OUE GC GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 ug/i M9/I pg/i M9/I MS/I m Mfl/1 yg/i <0,20 <0,20 <0,20 <0,20 <0,20 <0,20(D <0,20 <0,20 Zie volgende pagina AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. LlOO VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr , Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland,

210 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCII MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever : Aanvrager : Adre : Potcode en plaat : Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 2 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode : Rapportnummer : Opdracht omchr. : Bemonterd door : 28996W1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrijving Monteroort Water Water Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid I 2 MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 GC3-OUE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OUE-01 GQ-OUE-Ol GC3-OLIE-01 ug/l ug/i ug/i ug/i pg/i <50 <50 <50 <50 <50 <50 <50 <50 <50 <50 Chromatogram VLUCHT.ORG.HALOG.VERB. Vinylchloride 1,1-dichlooretheen Dichloormethaan tran-1,2 dichl.ethe 1,1-Dichloorethaan ci-1,2 dichl.etheen Trichloormethaan 1,1,1-Trichlooretha. Tetrachloormethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichloorpropaan Trichlooretheen 1,2-Dichloorpropaan 1,1,2-Trichlooretha. Tetrachlooretheen 1,3-Dichloorpropaan Tribroommethaan Tot.ci-tran-etheen Som Dichloorpropanen GC3-OLIE-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: ug/i ug/i pg/i pg/i pg/i ug/i ug/i pg/i Mg/i ug/i ug/i ug/i ug/i pg/i pg/i ug/i ug/i ra/i ug/i 1 = Methode vluchtige aromatiche en gehalogeneerde koolwatertoffen: a GC-MS RvA L - <o,io <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <1,0 <0,30(D m *v. AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland. -

211 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 3 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996W1 EA EULENS Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchrijving Monteroort Water Water Datum bemontering Reultaten: 2 = Methode vluchtige aromatiche koolwatertoffen: GC-FID Opmerking monter SA : : 1-1 ( ) AC ( ) AC Opmerking monter SA : : 2-1 (70-270) AC Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag nlet ander dan Til 2 n geneet worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemming van het laboratorium. De reultaten hebben uitlultend betrekklng op de monter, zoal die door u voor analye ter bechlkklng werden geteld. Nadere informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken I bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. ^ til AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L10O VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

212 LANKELMA bhiwilelihihl Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede ' " G 6 " ' E u R 6 8 u R E A u v ' - y BULAGE 5: Overchrijdingtabellen projectnummer: 28996, 25 September 2008

213 n\t\ LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV VJ Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND depot Monteromchrijving: DEPOT1 (0-80) + DEPOT1 (0-80) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid depot */- S T I MVB. SIKB AS3000 Droqe tof Org.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDELING Lutum (< 2 Mm) % van d 3.7 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d < * *.. * *** - * MINERALS OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C < * Chromatoqram + PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB'S (STI) Som 7 PCB' (Ball.) ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d * PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) mq/kq d mg/kq d mg/kq d O * Legenda: * = Reultaat i groter dan treefwaarde. ** = Reultaat i groter dan tuenwaarde. *** = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 3.7% van droge tof en organiche tof: 8.8% van droge tof.

214 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND mm1 Monteromchrijving: 04 (0-50) + 12 (0-50) + 14 (0-50) + 09 (0-50) + 11 (0-50) + 10 (0-50) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid mm1 */- S T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof Orq.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDELING Lutum (< 2 um) % van d 3.2 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink + 21 < < <3.0 < * MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatoqram - PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <6 < PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) < < Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. : Reultaat i groter dan tuenwaarde. : Reultaat i groter dan interventiewaarde. ; Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 3.2% van droge tof en organiche tof: 4.9% van droge tof.

215 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek L Opdrar.ht,^ EULENS SA GROND mm2 ""Onteromchrijving: 02 (0-50) + 03 (0-50) + 08 (0-50) + 15 (0-50) + 01 (20-50) Eenheid mm2 j^qslkb AS3000 2a _tof -2i3J5t(Gloeiverlie) % (m/m) 90.7 % van d 3.4 ^ORRELGROOTTEVERDELING jjjtumj < 2 urn) % van d 3.2 MJTALEN" J2 Structie M2!*bdeen NiSHgT < < < < MtjERALE QUE GC SJig_tptaalC10-C40 _ < Etgctie C10- C12 <20 E StieC12-C22 <20 iilgctie C22 - C30 <20 feacti ie C30 - <20 - tleomatogram pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <1 pg/kg d <6 pg/kg d < Sgr>zo(a)pyreen -g^»tizo(g,h,i)peryleen [-gl^!&no(1,2,3-c,d)pvr f-ggjn PAK10(R1) S< =t«-n PAK10(R2) < O < <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 < ^*^enda: ^ """"^ «Reultaat i grater dan treefwaarde. = Reultaat i grater dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. j^o^tingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: *- -*-*: uim: 3.2% van droge tof en organiche tof: 3.4% van droge tof.

216 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND mm3 Monteromchrijving: 04 ( ) + 14 ( ) + 16 ( ) + 01 ( ) + 10 ( ) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid mm3 */- S T I MVB. SIKB AS3000 Droqe tof Org.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d <0.5 KORRELGROOTTEVERDELING Lutum ( < 2 ym ) % van d 1.9 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink <0.4 <3.0 <5.0 <0.2 <5.0 <3.0 < MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatogram - PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d pg/kg d <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <6 < PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 < I 40 Legend: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 1.9% van droge tof en organiche tof: 0.5% van droge tof.

217 LANKELMA GEOTECHMEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND mm4 Monteromchrijving: 16 (0-50) + 17 (0-50) + 18 (0-40) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid mm4 V- T I MVB. SIKB AS3000 Droqe tof Orq.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDEUNG Lutum ( < 2 pm) % van d 2.3 AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen 0-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) SomXylenen (R1) Som Xylenen (R2) mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d mq/kg d <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 < < * MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatoqram - Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 2.3% van droge tof en organiche tof: 2.6% van droge tof.

218 LAIMKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND mm5 Monteromchrijving: 06 (0-50) + 07 (0-50) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid mm5 */- S T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof Org.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDELING Lutum (< 2 urn) % van d 2.9 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink + 33 < < < * MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatoqram + PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB'S (STI) Som 7 PCB' (Ball.) ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d pg/kg d ug/kg d pg/kg d <1 <1 <1 <2 <1 <1 <1 <7 < PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fIuorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) < < Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 2.9% van droge tof en organiche tof: 5.8% van droge tof.

219 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: EULENS SA GROND mm6 Monteromchrijving: 16 (0-50) + 16 (50-90) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid mm6 */- S T I MVB. SIKB AS3000 Droqe tof Org.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDELING Lutum (< 2 pm) % van d 2.1 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink + 24 <0.4 < < < MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatoqram - PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball:) Mg/kg d ug/kg d pg/kq d pg/kg d ug/kg d pg/kg d ug/kg d pg/kg d pg/kg d <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <6 < PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) mg/kq d < < <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 <0.04 < Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 2.1% van droge tof en organiche tof: 5.1% van droge tof.

220 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aanqeleverd: EULENS SA WATER Parameter Filtertelling (m-mv) Eenheid */- T I MVB. SIKB AS METALEN Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink ug/l Wfl/I uq/l ug/l ug/l pg/i ug/i ug/i ug/l 75 <0.3 <2.0 <5.0 <0.05 <5 <5.0 <5 25 * VLUCHT.ARO.KOOLW.STOFFEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal xylenen Styreen Naftaleen ug/i ug/i pg/i ug/i ug/i ug/i ug/i pg/i <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 < MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 ug/i ug/i ug/i ug/i ug/l <50 <50 <50 <50 < Chromatogram - VLUCHT.ORG.HALOG.VERB. Vinylchloride 1,1-dichlooretheen Dichloormethaan tran-1,2dichl.ethe 1,1-Dichloorethaan ci-1,2dichl.etheen Trichloormethaan 1,1,1-Trichlooretha. Tetrachloormethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1 -Dichloorpropaan Trichlooretheen 1,2-Dichloorpropaan 1,1,2-Trichlooretha. Tetrachlooretheen 1,3-Dichloorpropaan Tribroommethaan Tot.ci-tran-etheen Som Dichloorpropanen ug/i ug/i pg/i ug/i ug/i ug/i ug/i ug/i pg/i ug/i ug/i ug/i ug/i pg/i ug/i ug/i ug/i ug/i ug/i <0.10 <0.10 <0.50 <0.50 <0.50 <0.50 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.50 <1.0 < Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde.

221 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV Ingenieurbureau voor Fundering- en Milieutechniek Opdrachtcode: Project: Datum aanqeleverd: EULENS SA WATER Parameter Filtertelling (m-mv) Eenheid S T I MVB. SIKB AS AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal aromaten Totaal xylenen Naftaleen MS/I ug/i lifl/i ug/i ng/i pg/i M9/I M9/I <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <1.0 <0.20 < MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 US/I UQ/I Uq/I ug/i UQ/I <50 <50 <50 <50 < Chromatogram - Legenda: = Reultaat i groter dan treefwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde.

222 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N G E N 1 E U R S B U R E A KX VERANTWOORDING projectnummer: 28996, 25 September 2008

223 Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede LANKELMA I N Q E N I E U R S B U R E A KY Onderdeel Referehtie^ Brbh; Keurmerk Vooronderzoek Norm NVN 5725 "Het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek" (Nederlande Voorlopige Norm 5725, NN11999) Bodemonderzoek Norm NEN 5740 "Onderzoektrategie bij verkennend onderzoek" (Nederlande norm 5740, NNI 1999) Analye Laboratorium AS3000 ACMAA Hengelo B.V. RvA Kwaliteitborging Kwaliteitzorg algemeen ISO 9001:2000 Procedure voor kwaliteitborging, document- en gegevenbeheer, management van middelen en peroneel en het doorvoeren van verbeteringen Veiligheidcertificaat aannemer VCA* Veiligheidmanagementnorm, incluief de Branchepecifieke Toelichting voor het werken bij Railinfratructuur (BTR) Kwalibo algemeen BRLSIKB Kwalibo taat voor kwaliteitborging in het bodembeheer en i verankerd binnen het Beluit bodemkwaliteit BRL SIKB 2000I BRL SIKB 2000 VKB protocol 200H "Het plaaten van handboringen en peilbuizen ten behoeve van het nemen van grand- en grondwatermonter" Kwalibo protocol BRL SIKB 2000 VKB protocol 2002 "Het nemen van grondwatermonter" PHw GEGERTIHCEERPi Kwaliteitborging uitgevoerde werkzaamheden Veldwerkzaamheden VKB 2001 Veldwerker bodemonderzoek * dhr. R.F.A. Riechke (grand) VKB 2002 Veldwerker bodemonderzoek * dhr. J.G.M. Koender (grondwater) Advie en rapportage ISO 9001 Auteur dhr. G. Klein Teeelink Paraaf: Datum: 25 September 2008 ISO 9001 Kwaliteitcontrole dhr. D. Leeferink Paraaf: Datum: 25 September 2008 * Gecertificeerd in kader van Kwalibo Toelichting Lankelma Geotechniek Almelo B.V. heeft geen financiele of juridiche belangen met betrekking tot het eigendom van de onderzoeklocatie en/of de opdrachtgever voor het bodemonderzoek. Diclaimer Hoewe! het bodemonderzoek op zorgvuldige wijze en conform de vigerende normen en protocollen i voorbereid en uitgevoerd, kan niet worden uitgeloten dat in werkelijkheid de ituatie afwijkt ten opzichte van de in dit rapport gepreenteerde gegeven. Immer, elk bodemonderzoek i gebaeerd op het nemen van een aantal teekmonter, welke repreentatief worden geacht voor het onderzochte gebied, maar waarbij (lokale) afwijkingen niet volledig kunnen worden uitgeloten. projectnummer: 28996, 25 September 2008

224 r i i i i i i tec. zm Holtdijk BV T.a.v. de heer P. Oude Egberink Potbu AB GOOR Onkenmerk : DLE/VN-28996A Datum: Betreft : controle-onderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede Behandeld door : Dieter Leeferink Geachte heer Oude Egberink, Recent i op de locatie een verkennend onderzoek uitgevoerd; "verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede, Lankelma GeotechniekAlmelo, opdrachtnummer DLEA/N d.d. 25 September 2008". Na de dood van de eigenaar i de inboedel opgekocht. De opkoper heeft een container geplaatt en heeft de niet bruikbare inboedel en inventari in de container gedeponeerd en in brand getoken. Dat liep uit de hand en de brandweer heeft de brand geblut en heeft de container ter plekke geleegd; dat i bij elkaar geveegd in een depot. Dit depot bevat grond, afval en verbrandingreten. Tijden het verkennend onderzoek bleek het depot van circa 10 m 3 terk verontreinigd te zijn met barium, lood en zink, matig verontreinigd met koper en licht verontreinigd met cadmium, cobalt, kwik, nikkel, olie, PCB en PAK. Dit depot i recent door u afgevoerd naar een erkende verwerker. Tijden het verkennend onderzoek i teven onderzoek gedaan bij een aan de zuidzijde geitueerde chuur. In deze chuur wa in het verleden prake van oplag van dieelolie. Deze chuur i afgebrand en ingetort. Ten tijde van het verkennend onderzoek waren er beperkingen ten aanzien van de bereikbaarheid van de ondergrond en zijn alleen enkele boringen buiten de chuur uitgevoerd. In de grond i een licht verhoogd gehalte aangetoond met xylenen. In het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetoond. Geadvieerd i de bodem nader te onderzoeken zodra de locatie meer bereikbaar i en de retanten van de chuur verwijderd zijn. Uitgevoerde werkzaamheden De boorwerkzaamheden en de grondmonternamen zijn uitgevoerd volgen onder BRL-2000-erkenning en conform de VKB-protocol De monter zijn geanalyeerd in een RvA-accrediteerd laboratorium. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de normen en de VKB-protocollen zijn weergegeven in dit rapport. Depot Nadat het depot verwijderd wa, zijn van de ondergrond divere teekmonter genomen op bai waarvan een mengmonter i amengeteld om te bepalen of het depot afdoende i verwijderd. Er i een mengmonter van de ondergrond geanalyeerd op het NEN-grond-pakket, incluief droge tof, lutum, organiche tof en AS3000 voorbehandeling. De reultaten zijn vergeleken met de kwaliteit van de bovengrond van de gehele locatie zoal deze uit het verkennend bodemonderzoek i gebleken. Schuur met olietank Het onderzoek i uitgevoerd in november. Bij het optellen van het onderzoekprogramma van het grondonderzoek i uitgegaan van de richtlijn "nader onderzoek naar de aard en concentratie van verontreinigende toffen en de omvang van bodemverontreiniging (IMW-TNO, 1993). Het onderzoekprogramma i verder afgetemd op locatiepecifieke omtandigheden.

225 I I I I I I ft ft Tijden de veldwerkzaamheden bleek dat de locatie nog lecht bereikbaar wa en de retanten van de chuur nog een belemmering waren voor de uitvoering. Binnen de mogelijkheden die er waren i toch een onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in een mogelijke aanwezigheid van een olieverontreiniging. Hiertoe zijn boringen uitgevoerd en heeft in eerte intantie onderzoek plaatgevonden op bai van viuele waarnemingen. Nadat olie in de bodem i aangetroffen heeft viueei en analytich een afperking plaatgevonden en i ter plaate van de boring met verontreinigde grond een peilbui geplaatt. Toetingkader Teneinde de mate van verontreiniging van de bodem te kunnen beoordelen, zijn de chemiche analyereultaten van de grondmonter getoett aan de richtlijnen die zijn vatgeteld door het Miniterie van Volkhuiveting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Er i prake van bodem al het aandeel van de puinfractie kleiner i dan 50%. Met betrekking tot bodemverontreinigende toffen zijn de gehalten in de grondmonter en de concentratie in de grondwatermonter gerelateerd aan het toetingkader uit de Circulate bodemanering 2006 (van kracht per 1 oktober 2008), die een onderdeel vormt van de Wet bodembecherming (Wbb). Bij de referentiewaarden wordt ondercheid gemaakt in zogenaamde landelijke achtergrond-, treet-, tuen- en interventiewaarden. In ondertaande tabel i een toelichting op deze referentiewaarden en de gehanteerde terminologie gegeven. Tabel 1: toelichting op referentiewaarden Referentiewaarde Afkorting Betekeni Terminologie bij overchrijding Grond.'..,' " ', i. ' - -.;,.. Achtergrondwaarde Tuenwaarde Interventiewaarde Interventiewaarde A-waarde T-waarde l-waarde waarde voor een chone, multifunctionele bodem toetingwaarde voor (nader) onderzoek ((achtergrondwaarde + interventiewaarde) / 2) waarde voor anering(onderzoek) > A-waarde: licht verhoogd / verontreinigd > T-waarde: matig verhoogd / verontreinigd > l-waarde: terk verhoogd / verontreinigd Slrdndwater - "., - ' Streefwaarde S-waarde waarde voor een chone, > S-waarde: multifunctionele bodem licht verhoogd / verontreinigd Tuenwaarde T-waarde toetingwaarde voor (nader) onderzoek > T-waarde: ((treefwaarde + interventiewaarde) / 2) matig verhoogd / verontreinigd l-waarde waarde voor anering(onderzoek) > l-waarde: terk verhoogd / verontreinigd De referentiewaarden voor grond zijn mede afhankelijk geteld van het gehalte lutum (fractie <2u.m) en organiche tof. 1.J I 1 II Saneringnoodzaak en -poedeiendheid Een geval van bodemverontreiniging wordt in de Wet bodembecherming omchreven al een geheel van grondgebieden die in techniche, organiatoriche en ruimtelijke zin met elkaar amenhangen, gezien de zich daarop aanwezige verontreiniging, de zich daarop voordoende oorzaak of de gevolgen daarvan. Indien verontreiniging i onttaan na 1987 (opname zorgplichtartikel in de Wet bodembecherming) dient een bodemverontreiniging in principe, ongeacht aard, omvang en riico', te worden geaneerd. Indien een verontreiniging i onttaan voor 1987 ("hitoriche verontreiniging") i het milieuhygienich aneringcriterium bodem van toepaing. Ingeval "hitoriche verontreinigingen" wordt van een geval van erntige bodemverontreiniging geproken indien de concentratie van een tof in minimaal 25 m 3 volume grond of 100 m 3 bodemvolume met grondwater de betreffende interventiewaarde overchrijdt. Het aneringcriterium i opgenomen al artikel 37 van de Wet bodembecherming en i uitgewerkt in de circulate bodemanering DLEA/N-28996A 2/4

226 In eentie betaat toeting uit een getrapte beoordeling van verontreinigingituatie in drie tappen: 1- vattellen "geval van erntige bodemverontreiniging" (vattellen aard en omvang bodemverontreiniging); 2. uitvoeren tandaard riicobeoordeling van humane en ecologiche riico' (via het model Sancrit dient vatgeteld te worden of er prake i van onaanvaardbare humane en ecologiche riico' en van verpreidingriico' (nagaan of er prak i van een "zaklaag", "drijflaag", een overchrijding van het bodemvolume waarin de concentratie van een tof in minimaal m 3 bodemvolume met grondwater de betreffende interventiewaarde overchrijdt of de bedreiging van kwetbare objecten). Indien het geval aan een van de criteria voldoet i er prake van onaanvaardbare riico' en i de anering van (een deel van) het geval 'poedeiend'; 3- uitvoeren locatiepecifieke riicobeoordeling: een expertbeoordeling, pecifiek op de betaande locatiepecifieke omtandigheden. In praktiche zin betekent het dat er meer mogelijkheden betaan de omtandigheden op de locatie te laten meewegen voor het vattellen van de noodzaak om op een bepaalde termijn tot aneren over te gaan. Een en ander wordt ingegeven door de algemene tenden dat een anering op een "natuurlijk" moment moet worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een herontwikkeling van de locatie). Het bevoegd gezag kan op bai van deze werkwijze vattellen of aan het aneringcriterium wordt voldaan en zal hiertoe het geval op "ernt en poedeiendheid" bechikken. Voor een anering dient een aneringplan te worden opgeteld dat, ter verkrijging van een bechikking, moet worden ingediend bij het bevoegd gezag. Indien prake i van een "hitoriche verontreinigingen" en er geen prake i van een geval van erntige bodemverontreiniging of indien er geen prake i van onaanvaardbare riico' dient de bodemverontreiniging te worden beheerd. Indien er prake i van onaanvaardbare riico', i poedige anering vereit. Indien een anering moet worden uitgevoerd dient een plan van aanpak te worden opgeteld en dient de voorgenomen anering te worden gemeld bij het bevoegd gezag. Reultaten Depot In de ondergrond van het depot zijn geen verontreinigende parameter aangetoond. Het depot i volledig verwijderd en er zijn geen verontreinigingen achtergebleven. II II Schuur met olietank De uitgevoerde boringen zijn weergegeven op bijgaande tekening en in bijgaande boortaten. In boring 102 vanaf maaiveld tot circa 1,2 m -mv. olie aangetroffen. Rond 0,5 m -mv. i prake van een terke oliereactie. Rondom zijn boringen uitgevoerd en Week aan drie zijden (103, 104 en 105) geen prake van een viuele verontreiniging met minerale olie-producten. Aan de zijde van chuur kon geen boring worden uitgevoerd zodat twee boringen aan de andere zijde van de retanten van de chuur zijn uitgevoerd. Ook claarbij i viueel geen olie-product aangetroffen. In de volgende tabel zijn de uitgevoerde werkzaamheden, viuele waarnemingen en analyereultaten amengevat. CSLE/VN-28996A 3/4

227 Tabel 1: reultaten afperkend onderzoek olieverontreiniging Montercode Verontreini Montertraject (in m"-mv.) gingkem 0,2-0,5 1,7-2,2 0,7-2,7 Horizontale afperking , terke olie-waterreactie 1001A A mm4 1 NEN grand: 2 mm4 0-0,45 0-0,5 0-0,5 Viueel afwijkende' - waarnemingen geen bijzonderheden geen bijzonderheden geen olie-water-reactie geen olie-water-reactie geen olie-water-reactie geen olie-water-reactie grand (mg/kg d..) Analyereultaten olie (6.300) tolueen (0,14) ethylbenzeen (0,49) xylenen (3,3) olie en aromaten < detectielimiet - olie en aromaten < detectielimiet olie en aromaten < detectielimiet olie en aromaten < detectielimiet olie en aromaten < detectielimiet ' - grondwater, (M9/1) - olie (85) xylenen (0,98) Toeting > interventiewaarde > achtergrondwaarde > achtergrondwaarde > tuenwaarde < achtergrondwaarde > achtergrondwaarde > achtergrondwaarde < achtergrondwaarde < achtergrondwaarde < achtergrondwaarde < achtergrondwaarde zware metalen (Cd,Cu,Hg,Ni,Pb,Zn,Ba,Co,Mo en Sn), PCB, PAK, minerale olie, lutum, organiche tof en droge tofgehalte mm4 i mengmonter van de bovengrond van boring 16,17 en 18 uit verkennend bodemonderzoek Er i prake van een terke verontreiniging met minerale olie in de grond. De grondverontreiniging i afdoende afgeperkt. De omvang i beperkt tot circa 5 m 3 terk verontreinigde grond. Het grondwater i lecht licht verontreinigd met minerale olie-producten. Er i geen prake van een geval van erntige bodemverontreiniging. Verder onderzoek i niet nodig en een anering i evenmin nodig bij handhaving van de huidige betemming en het gebruik. Het advie i om de bodemverontreiniging te verwijderen op een 'natuurlijk' moment, bijvoorbeeld bij het opchonen van de locatie voor de herinrichtingplannen. Hiertoe dienen eert de retanten van de chuur en de begroeiing random te worden verwijderd. Vervolgen kan de verontreiniging onder milieukundige begeleiding worden verwijderd, waarbij er nog extra aandacht i voor de bodem onder de chuurretanten. Na afronding van de anering worden eindcontrolemonter genomen om aan te tonen dat de olieverontreiniging afdoende i verwijderd. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Met vriendelijke groet, Lankelma Geotechniek Almelo b.v. Dieter Leeferink Bijlagen: ituatietekening met locatie boringen en peilbuizen boorprofielen analyecertifi eaten toetingtabellen verantwoording DLEA/N-28996A 4/4

228 BIJLAGE 1: ituatietekening met locatie boringen en peilbuizen

229 Legenda boring tot ca. 0,5 m mv (AS J P ut met at> et put (2.0 m. diep) < ^ Coring tot ca. 2,0 m mv \\\\^ begroeid (j p^ilbui (Z\ tank Situatie-tiekening met locatie boringen en peilbuizen project Verkennend bodemonderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede depot meter Projector.: TeKening: A01 Bijlage: 2 Getekend/Gecxcntroieerd: Formaat: A Y: Schaal Datum: 1 : i i i Opdrachtgever: Vereniging nationaal Reumafond KWF Kankerbetrijding Atmafond & Ediontraat 2c PS ALMELO

230 BIJLAGE 2: boorprofielen

231 DEP0T1 0 Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwartbruin O O braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, geen olie-water reactie, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, bruinbeige Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, beigegeel o 100A 0-1 ^ ^ ^ braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, zwartbruin Zand, matig fijn, matig iltig, bruinbeige DA bogrond bogrond, Zand, matig fijn, matig iltig, terk humeu, geen olie-water reactie, zwartbruin Zand, matig fijn, matig iltig, zwak wortelhoudend, geen olie-water reactie, bruinbeige Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, beigegeel Zand, matig fijn, matig iltig, lichtgrij projectnummer: 28996A

232 101A 102 bogrond bogrond, Zand, matig fijn, i matig ittig, matig humeu, zwak worielhoudend, «bruinzwart HA bogrond bogrond, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, tent intelhoudend, matige olie-water reactie, bruinzwart Zand, matig fijn, matig iltig, terke olie-water reactie, grijgrij Zand, matig fijn, matig iltig, bruin n Zand, matig fijn, matig iltig, zwakke olie-water reactie, beigegeel Q Zand, matig fijn, matig iltig, lichtgrij 1 I I I mi o Zand, matig fijn, matig iltig, geen olie-water reactie, beigegeel Ok braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, poren puin, geen olie-water reactie, zwartbruin BEi * braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, zwak humeu, poren puin, bruinzwart 50 Zand, matig fijn, zwak iltig, Sporen roet, geen olie-water reactie, beigegeel Zand, matig grof, zwak iltig, geelbeige! oi! projectnummer: 28996A

233 DA braak braak, Zand, matig fijn, matig iltig, matig humeu, zwak lakhoudend, poren puin, geen olie-water reactie, bruinzwart Zand, malig grof, matig iltig, geen oiie-water reactie, geelbeige prqjectnummer: 28996A

234 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur >~o~o~o~ovi)h o o o o too o o o o o o *\ i n r\ n n f\ i{\\ Grind, iltig 3 Kiel, zwak iltig O geen geur zwakke geur p o o o o o d b o O O O O O In o o o n a d. Grind, zwak zandig,yjvj Klei, matig iltig <9- matige geur terke geur i o o o o o oooooo IOOOOOO" ro u o u o u o u ot-"- fo o o o o oj.v. Grind, matig zandig Grind, terk zandig o o o o o cf I Grind, uitert zandig b o o o o ot.7. S3 m. Klei, terk iltig Kiel, uitert iltig Kiel, zwak zandig uiterte geur olie O geen olie-water reactie } zwakke olie-water reactie fij- matige olie-water reactie IS terke olie-water reactie Klei, matig zandig * uiterte olie-water reactie zand ZZ] KN Zand, kleitg Zand, zwak iltig Zand, matig iltig leem m Kiel, terk zandig Leem, zwak zandig p.i.d.-waarde » * >o >1 >10 >100 >1000 >10000 k3 Zand, terk iltig Leem, terk zandig monter Zand, uitert iltig geroerd monter overige toevoegingen zwak humeu ongeroerd monter veen Veen, mineraalarm H matig humeu overig A bijzonder betanddeel > Veen, zwak kleitg terk humeu i ^P Gemiddeld hoogte grondwatertand grondwatertand // Veen, terk kleitg y\ zwak grindig Gemiddeld laagte grondwatertand lib Veen, zwak zandig matig grindig.. Veen, terk zandig terk grindig peilbui blinde bui I caing hoogte grondwatertand gemiddelde grondwatertand laagte grondwatertand 10 bentoniet afdichting filter mi

235 I I BIJLAGE 3: analyecertificaten

236 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 1 van 4 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AG3 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving depotondergrond Monteroort Grand Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid 1 MVB. SIKB AS3000 Droge tof Org.St(Gloeiverlie) MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-GOI DIV-ORG-G01 % (m/m) % van d + 89,6 2,7(D KORRELGROOTTEVERDELING Lutum ( < 2 urn ) Div-Lirr-Goi % van d 1,4 METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 FIMS-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP <0,4 3,1 <5,0 <0,2 9,3 <3,0 <5,0 <5,0 MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 -C12 Fractie C12 -C22 Fractie C22 C30 Fractie C30 -C40 GQ-OUE-01 GQ-OUE-01 GQ-OUE-01 GQ-OUE-01 GO-OUE-01 <50 <20 <20 <20 22 Chromatogram PCB PCB_28 PCB_52 PCB_101 PCB_118 PCB_138 Zie volgende pagina GQ-OUE-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 pg/kg d ug/kg d jg/kg d pg/kg d pg/kg d QL HvALl + <1 <1 <1 <1 <1 AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L10O VOOR GEB1EDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Ondrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA 8V gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

237 ACMAA B.V. ANALYT1SCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 2 van 4 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door Montergegeven: 28996AG3 EA Opdrachtgever Nr. Labnr. Monteromchrijving 1 SA depotondergrond Monteroort Grond Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Datum bemontering Reultaten: Parameter PCB PCB_153 PCB_180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Indeno(l,2,3-c,d)pyr Som PAK 10 (Rl) Som PAK 10 (R2) Intern ref.nr. LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 HPLC-PAK-02 Eenheid ug/kg d ug/kg d ug/kg d pg/kg d Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: 1 <1 <1 <6 <7 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,50 0,35 1 = Organiche tof (Gloeiverlie) gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. Opmerking monter SA : depotondergrond: DEPOT1-1 (0-50) AM CSL RvA L AS 3000 HET MILIEULABOBATORIUM IS IN6ESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEOEN 20ALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDfTATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

238 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 3 van 4 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AG3 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving depotondergrond Monteroort Grand Datum bemontering Reultaten: Hoofd lab. ing. B.J. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag niet ander dan In z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke taetemming van net laboratorium. De reultaten hebben uitluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere Infomiatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken I bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. RvA L" AS 3000 HET MIUEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L10O VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDrTATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

239 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Rapportbijlage Pagina: 4 van 4 Deze bijlage behoord bij onderzoekrapport: Opdrachtcode:28996AG3 Rapportnummer:EA Opmerkingen bij monter:sa Droge tof: De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van het reultaat kan zijn bei'nvloed. Gloeiverlie(Org.t): De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van het reultaat kan zijn be'invloed. Olie totaal C10-C40: De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van het reultaat kan zijn be'invloed. Som PAK 10 (Rl): De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van het reultaat kan zijn be'invloed. RvAllll HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. LI 00 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U nndrachten worden uitaevoerd volqen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

240 ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieierrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Chromatogram Gegeven Opdrachtcode Opdrachtnaam Monternaam Monteroort Verdunning 28996AG3 depotondergrond Grand 1 Montercode : MA Opdrachtgever : Lankelma Geotechniek Almelo bv Aanvrager : dhr. D. Leeferink Betandnaam : G24K011.TX0 Datum : W 10M N T N N 0 M r 0 0 m 0 N N 0 0 t 0 0 n 0 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I II I I I I I I I i i I I I I I I I I 1 I I I I I I I I I I I I I I I 1 I I i I I I j I I II I I I I I I I I i I I II I I I! I I I I , C8-C10 = mln. C10-C12 = min. C12-C22 = min. C22-C30 = min. C30-C40 = min. Karakteriering olie naar alkaantraject: benzine C9 -C14 keroine en petroleum C10-C16 dieel en gaolie C10-C28 motorolie C20-C36 tookolie C10-C36 Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U rinhrarhtpn wnrhon uitnovoerd volaen de Alaemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente.

241 Jl ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 1 van 3 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AG1 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Monteromchri jvi ng Monteroort Grond Grond Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid 1 2 S S MVB. SIKB AS3000 Droge tof MVB-VBH-AS3000-G01 MV-DS-G01 % (m/m) + 87,9 + 85,3 AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (Rl) Som aromaten (R2) Som Xylenen (Rl) Som Xylenen (R2) Naftaleen GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 <0,05 0,14 0,49 2,3 0,94 3,9CD 3,9 3,3 3,3 1,7 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,25(D 0,18 <0,10 0,07 <0,05 MINERALE OUE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 GC3-OLIE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GO-OUE-Ol 6300( <20 <50 ( <20 <20 <20 <20 Chromatogram GC3-OLIE-01 Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatiche en gehalogeneerde koolwatertoffen: GC-MS 2 = Het patroon duidt op een vluchtige oliefractie (< CIO) en een middelzware oliefractie. + - Opmerking monter SA : 102-2: a RvA [I AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO * Swift adre: RABO NL 21) / %-J...M. <>m»<an nitnm/norri vninpn rift Alaemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

242 p ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: p p p p p I p I i. I Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Opdrachtgegeven: Opdrachtcode : 28996AG1 Rapportnummer : EA Opdracht omchr. : Bemonterd door : Opdrachtgever Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA Reultaten: (20-50) AM Opmerking monter SA : 102-6: ( ) AM351699M Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Monteromchrijving Onderzoekrapport Monteroort Grand Grand Dit rapport mag niet ander dan In z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemmlng van het laboratorium. De reultaten hebben ultluitend betrekklng op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere Informatie over de toegepate methode en pretatiekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden vertajen. Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Pagina: 2 van Datum bemontering P I I I P I I Ql RvAL! -A- AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U ~ _- 1..:* nra tr.anc Ho Ainpmpno Vnnrwaarden van ACMAA BV qedeponeerd bij de Kamer van Koophande! Oot Nederland.

243 ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Rapportbijlage Pagina: 3 van 3 Deze bijlage behoord bij onderzoekrapport: Opdrachtcode:28996AGl Rapportnummer:EA Opmerkingen bij monter:sa Som aromaten (R2): De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van net reultaat kan zijn be'fnvloed. Opmerkingen bij monter:sa Som aromaten (R2): De opdracht i te laat aangeleverd. De conerveringtermijn i overchreden. De betrouwbaarheid van het reultaat kan zijn be'fnvloed. RvA L HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONOER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCRED1TATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTWnr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL2U Onriranhten worden uitaevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

244 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Chromatog ram Gegeven Opdrachtcode Opdrachtnaam Monternaam Monteroort Verdunning 28996AG Grand 1 Montercode Opdrachtgever Aanvrager Betandnaam Datum : MA : Lankelma Geotechniek Almelo bv : dhr. D. Leeferink : S12K024.TX0 : N 0 O 0 0) 01 0 * " M 300H M \ M W -va 0 m 0 N n 8 N 0 0 N N U <n 0 I M J ; I i I j I - I I I i i I i I I i t ^ I I : I i i I ; L I : I. I. I ; : - I ] i I i I I I L I : I t I i [ I : I I. I I I i L i ; i! p i I j. i 1 1 j I i I i, ;! I, I, I i I I I I I M i i I I I I : I I t M i I p- I I i j i : I,MIII illl I I.. ; )! I I i I I I [ C8-C10 = min. C10-C12 = min. C12-C22 = min. C22-C30 = min. C30-C40 = min. Karakteriering olie naar alkaantraject: benzine C9 -C14 keroine en petroleum C10-C16 dieel en gaolie C10-C28 motorolie C20-C36 tookolie C10-C36 Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente.

245 ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 1 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AG2 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA SA Monteromchrijving 100A-1+101A Monteroort Grand Grand Grand Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid MVB. SIKB AS3000 Droge tof MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01 % (m/m) + 82,1 + 85,3 + 87,4 AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (Rl) Som aromaten (R2) Som Xylenen (Rl) Som Xylenen (R2) Naftaleen GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 GC-MS-01 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,25(D 0,18 <0,10 0,07 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,25(D 0,18 <0,10 0,07 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,25(D 0,18 <0,10 0,07 <0,05 MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 GC3-OLIE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 <50 <20 <20 <20 <20 <50 <20 <20 <20 <20 <50 il <20 <20 <20 <20 Chromatogram GC3-OUE-01 Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Rl = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 zonder factor 0,7. R2 = Sommatie volgen SIKB AS3000 paragraaf 2.5 met factor 0,7. Opmerkingen: = Methode vluchtige aromatiche en gehalogeneerde koolwatertoffen: GC-MS Opmerking monter SA : 100A-1+101A: 100A-1 (0-50) AM AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHHEVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL2U nnrirarhtan wnrrten uttnevoerd volaen de Alqemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

246 ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 2 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AG2 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA SA SA Monteromchrijving 100A-1+101A Monteroort Grand Grand Grand Datum bemontering i Reultaten: 101A-1 (0-50) AM351995L Opmerking monter SA : 103-1: (0-50) AM Opmerking monter SA : 104-1: (0-45) AM351884I Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag niet andr dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemming van het laboratorium. De reultaten hebben uitluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere informatle over de toegepate methode en pretatlekenmerken i bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. QL HvA I AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

247 a ACMAA B.V. ANALYTISCII CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Onderzoekrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Pagina: 1 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AW1 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving Monteroort Water Datum bemontering Reultaten: Parameter Intern ref.nr. Eenheid l MVB. SIKB AS3000 MVB-VBH-AS3000-W01 + AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal aromaten Totaal xylenen Naftaleen GC-PT-01 GC-FT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 GC-PT-01 pg/l pg/i Mg/i ug/i ug/i pg/i ug/i M9/I <0,20 <0,20 <0,20 0,57 0,41 1,2(D 0,98 0,59(2) MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 Fractie CIO - C12 Fractie CI 2 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 GC3-OLIE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 GC3-OUE-01 ug/i ug/i ug/i ug/i ug/i 85(3) <50 60 <50 <50 Chromatogram GC3-OUE-01 Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatiche koolwatertoffen: GC-FID 2 = Het i moeilijk om deze komponent te kwantificeren omdat het monter torende verbindingen bevat. Het opgegeven gehalte dient daarom al een indikatieve waarde te worden bechouwd. 3 = Het patroon duidt op een vluchtige oliefractie (< CIO) en een middelzware oliefractie. + Opmerking monter SA : : (70-270) AC & AS 3000 HET MILIEULABORATOR1UM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR. LIOO VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgen de Afgemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

248 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adre Potcode en plaat ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax Internet: Lankelma Geotechniek Almelo bv dhr. D. Leeferink Ediontraat 2C 7601 PS Almelo Onderzoekrapport Pagina: 2 van 2 Opdrachtgegeven: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omchr. Bemonterd door 28996AW1 EA Opdrachtgever Datum opdracht Startdatum Datum rapportage Montergegeven: Nr. Labnr. 1 SA Monteromchrijving Monteroort Water Datum bemontering Reultaten: Hoofd lab. ing. BJ. Gerriten Handtekening: Dit rapport mag nlet ander dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de chriftelijke toetemmlng van het laboratorium. De reultaten hebben ultluitend betrekking op de monter, zoal die door u voor analye ter bechikking werden geteld. Nadere Informatle over de toegepate methode en pretatiekenmerken I bechikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. a RvALl AS 3000 HET MILIEULABORATORIUM IS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATOR1A ONDER NR. L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN OE AGCREDITATIE Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U Dndrachten worden uitqevoerd volgen de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oot Nederland.

249 '^^P'BwK^B«B^$Si?ii i '*^*'' ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEU ADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviebureau Indutrieterrein: Wetermaat Hazenweg BM Hengelo telefoon fax info@acmaa.nl Internet: Chromatogram Gegeven Opdrachtcode Opdrachtnaam Monternaam Monteroort Verdunning 28996AW Water i-i Montercode : MA Opdrachtgever : Lankelma Geotechniek Almelo bv Aanvrager : dhr. D. Leeferink Betandnaam : D14K026.TX0 Datum : n (0 d 20W 15W 10(H m '"'LLL.-J..U., - jhjlul N r u n 0 N N 0 N N N 0 Ui Hh iiu lnl t!li i! i llljimhimljhll i!ll li;l lill llit llh!llll llll illl!ill^ C8-C10 = min. C10-C12 = min. C12-C22 = min. C22-C30 = min. C30-C40 = min. Karakteriering olie naar alkaantraject: benzine C9 -C14 keroine en petroleum C10-C16 dieel en gaolie C10-C28 motorolie C20-C36 tookolie C10-C36 Banknr. RABO nr Handelregiter Enchede BTW nr. NL B01 IBAN: NL24 RABO Swift adre: RABO NL 2U " * *«../nrrton uitnpvnrrt volaen de Alqemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente.

250 BIJLAGE 4: toetingtabellen

251 p LANKELMA! GEOTECHNIEK ALMELO BU VTA/ Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND Monteromchrijving: DEPOT1 (0-50) depotondergrond Parameter Diepte (m-mv) Eenheid depotondergrond 7- A T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof Orq.St(Gloeiverlie) % (m/m) % van d KORRELGROOTTEVERDELING Lutum (< 2 um) % van d 1.4 I I. p p p p p p I p I P METALEN Detructie Barium Cadmium Cobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkei Zink MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Chromatogram PCB PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som 6 PCB' (STI) Som 7 PCB' (Ball.) PAK(10) Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryeen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(q,h,i)peryleen lndeno(1,2,3-c,d)pyr SomPAK10(R1) SomPAK10(R2) Legenda: * = Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. ** = Reultaat i groter dan tuenwaarde. *** = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. mq/kg d mq/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d uq/kg d ug/kg d ug/kg d ug/kg d Mg/kg d pg/kg d Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 1.4% van droge tof en organiche tof: 2.7% van droge tof < <5.0 < <3.0 <5.0 <5.0 <50 <20 <20 < <1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <6 <7 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <

252 LANKELMA i GEOTECHNIEK AUMELO BV Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND Monteromchrijving: 102 (20-50) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid */- A T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof % (m/m) AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) SomXylenen (R1) Som Xylenen (R2) Naftaleen < * * ** MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C <20 *** Chromatogram + Legenda: * = Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. ** = Reultaat i groter dan tuenwaarde. *** = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 1.9% van droge tof en organiche tof: 0.5% van droge tof.

253 I I LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV N Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND Monteromchrijving: 102 ( ) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid */- A T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof % (m/m) AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) SomXylenen(RI) Som Xylenen (R2) Naftaleen <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 < < < ( I I I MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Chromatogram Legenda: * = Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. ** = Reultaat i groter dan tuenwaarde. *** = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 1.9% van droge tof en organiche tof: 0.5% van droge tof. <50 <20 <20 <20 < I I I I

254 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV X Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA WATER Monteromchrijving: 102 (70-270) Parameter Filtertelling (m-mv) Eenheid */- S T I MVB. SIKB AS AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Totaal aromaten Totaal xylenen Naftaleen ug/i van van van van van van van <0.20 <0.20 < * * MINERALE OLIE GC Olie totaal C10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 van van van van van 85 <50 60 <50 <50 * Chromatogram + Legenda: : Reultaat i grater dan achtergrondwaarde. = Reultaat i grater dan tuenwaarde. = Reultaat i grater dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan treefwaarde.

255 LANKELMA i GEOTECHNIEK ALMELO BV \j-j/ Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND Monteromchrijving: 103 (0-50) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid */- A T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof % (m/m) I AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) SomXylenen(RI) Som Xylenen (R2) Naftaleen <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 < <0.10 L0.07 < MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatogram - Legenda: * = Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. ** = Reultaat i groter dan tuenwaarde. *** = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 3.2% van droge tof en organiche tof: 4.9% van droge tof.

256 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV v Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND Monteromchrijving: 104(0-45) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid */- A T I MVB. SIKB AS3000 Droge tof % (m/m) AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) Som Xylenen (R1) Som Xylenen (R2) Naftaleen <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 < < < MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatogram - Legenda: ; Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 3.2% van droge tof en organiche tof: 4.9% van droge tof.

257 LANKELMA GEOTECHNIEK ALMELO BV v Opdrachtcode: Project: Datum aangeleverd: 28996A EULENS SA GROND 100A-1+101A Monteromchrijving: 100A (0-50) + 101A (0-50) Parameter Diepte (m-mv) Eenheid 100A-1+101A 7- A T I MVB. SI KB AS3000 Droge tof % (m/m) AROMATEN Benzeen Tolueen Ethylbenzeen P-m-xyleen O-xyleen Som aromaten (R1) Som aromaten (R2) SomXylenen(RI) Som Xylenen (R2) Naftaleen <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 < < < MINERALE OLIE GC OlietotaalC10-C40 FractieC10-C12 FractieC12-C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 <50 <20 <20 <20 < Chromatogram - Legenda: = Reultaat i groter dan achtergrondwaarde. = Reultaat i groter dan tuenwaarde. = Reultaat i groter dan interventiewaarde. = Reultaat i kleiner dan achtergrondwaarde. Toetingwaarden zijn berekend met de volgende parameter: Lutum: 3.2% van droge tof en organiche tof: 4.9% van droge tof.

258 VERANTWOORDING I

259 Opdrachtgever Omchrijving project Projectnummer Holtdijk BV controle-onderzoek Eulderinkweg 22 in Enchede 28996A Onderdeel i Referentie Brbn Keurmerk Vooronderzoek Norm NVN 5725 Bodemonderzoek Norm NEN 5740 Analye "Het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek" (Nederlande Voorlopige Norm 5725, NN11999) "Onderzoektrategie bij verkennend onderzoek" (Nederlande norm 5740:1999 /A1:2008) Laboratorium AS3000 ACMAA Hengelo B.V. RvA Kwaliteitborging Kwaliteitzorg algemeen Veiligheidcertificaat aannemer Kwalibo algemeen ISO 9001:2000 VCA* BRLSIKB Procedure voor kwaliteitborging, document- en gegevenbeheer, management van middelen en peroneel en het doorvoeren van verbeteringen Veiligheidmanagementnorm Kwalibo taat voor kwaliteitborging in het bodembeheer en i verankerd binnen het Beluit bodemkwaliteit ISO 9001 & VCA' PiMW f <_X a Kwalibo protocol BRLSIKB 2000, VKB protocol 2001 BRL SIKB 2000, VKB protocol 2002 "Het plaaten van handboringen en peilbuizen ten behoeve van het nemen van grand- en grondwatermonter" "Het nemen van grondwatermonter" BRL SIKB IGECERTlFICEERDl Verklaring van onafhankelijkheid veldwerkzaamheden Protocol VKB 2001 Functie veldwerker Naam bodemonderzoek grond* ^.f-a- (vie.cu.u-e_ VKB 2002 veldwerker bodemonderzoek grondwater* Kwaliteitborging advie en rapportage Norm Functie Naam ISO 9001:2000 auteur fc.f.ft. fc.cuwe. O-^'^- L--4^VK Handtekeninfa * hfi4 Paraaf Q (\fif -"Y ' Datum. 1 - (i-os i~. n_»5 Datum ( _ ISO 9001:2000 ISO 9001:2000 projectleider kwaliteitcontrole * gecertificeerd in kader van Kwalibo "^,D-G.. Lcuz-iyen^u y\ D/em**^. <& cm \ _ { I. - o «5 i-»i- l *8 Toelichting verklaring van onafhankelijkheid Lankelma Geotechniek Almelo B.V. en al haar medewerker hebben geen financiele en / of juridiche belangen met betrekking tot de opdrachtgever en /of het eigendom van de onderzoeklocatie voor het bodemonderzoek. Diclaimer Hoewel het bodemonderzoek op zorgvuldige wijze en conform de vigerende normen en protocollen i voorbereid en uitgevoerd, kan niet worden uitgeloten dat in werkelijkheid de ituatie afwijkt ten opzichte van de in dit rapport gepreenteerde gegeven. Immer, elk bodemonderzoek i gebaeerd op het nemen van een aantal teekmonter, welke repreentatief worden geacht voor het onderzochte gebied, maar waarbij (lokale) afwijkingen niet volledig kunnen worden uitgeloten.

260 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede Definitief Opdrachtgever: Holtdijk B.V. Dhr. G. Olthof Wheedwarweg GG Goor Potbu AB Goor Tel: info@holtdijk.nl Opdrachtnemer: Eelerwoude B.V. Moendamdwarweg DB Goor Tel.: Fax: info@eelerwoude.nl Project nr Opgeteld door Gecontroleerd Datum M. Volker G. Lubber 26 mei 2009

261 INHOUD 1. INLEIDING Onderzoek naar bechermde planten- en dieroorten SITUATIE EN PLANVORMING Gebiedbechrijving Beleidkader Ruimtelijke ontwikkelingen ONDERZOEKSRESULTATEN EN ANALYSE Methode Flora Vogel Zoogdieren Overige oorten CONCLUSIES Geen belangrijke effecten op de bechermde oorten te verwachten Nader onderzoek of aanvraag van ontheffing niet noodzakelijk Afbakening...7 LITERATUUR BIJLAGEN

262 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 1 1. INLEIDING 1.1 Onderzoek naar bechermde planten- en dieroorten Holtdijk B.V. i bezig met de herinrichting van het erf aan de Eulderinkweg 22 te Enchede (figuur 1). Hier taat een vervallen boerderij die zal worden geretaureerd en in gebruik zal worden genomen al zorgboerderij. De ingrepen van de retauratie en de herinrichting van het erf kunnen een effect hebben op de eventueel aanwezige bechermde flora- en fauna. Om te bepalen of negatieve effecten op bechermde oorten zullen optreden i aan het erf een onderzoek uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. De projectlocatie Eulderinkweg valt binnen het projectgebied Ueler E, waar Eelerwoude in het voorjaar van 2009 een actualierend flora- en faunaonderzoek uitvoert in opdracht van de gemeente Enchede. Dit uitgebreide onderzoek volgt op een onderzoek naar vleermuizen in het najaar van 2008 en een flora- en faunaonderzoek naar alle bechermde oorten in De reultaten van genoemde onderzoeken zijn met toetemming van de gemeente Enchede betrokken bij het onderzoek aan de Eulderinkweg. Aan de hand van de gegeven uit 2004, 2008 en het lopende onderzoek dit voorjaar i bepaald welke binnen de Flora- en faunawet bechermde oorten in het plangebied voorkomen. Aan de hand van deze gegeven wordt vervolgen bepaald of en zo ja, welke vervolgtappen ondernomen moeten worden, zoal het aanvragen van een ontheffing op de verbodbepalingen van de Flora- en faunawet. Figuur 1. Ligging van de projectlocatie (rode cirkel) t.o.v. het onderzoekgebied Ueler E (rode arcering). De inzet toont de ligging van de Ueler E in Enchede.

263 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 2 2. SITUATIE EN PLANVORMING 2.1 Gebiedbechrijving Het gehele projectgebied, de Ueler E, i circa 165 hectare groot en ligt aan de zuidwetzijde van Enchede (figuur 1). Het gebied wordt begrend door de Weterval, Uelerrondweg en de Rijkweg A35. De boerderij aan de Eulderinkweg ligt aan de wetzijde van de Ueler E, in het half-open landchap van de zogeheten Wetkran en betaat uit een afwieling van oude boerderijen en boje, erf- en laanbeplanting, maïakker en weilanden. Het erf ligt aan het einde van een zandweg en i omloten door kleine bopercelen. Op het erf taat nog een oude Twente boerderijchuur en een klein woonhui. Beide gebouwen zijn terk vervallen en grotendeel leeggehaald (figuur 2). 2.2 Beleidkader Flora- en faunawet De Flora- en faunawet voorziet in de becherming van een aantal planten- en dieroorten en gaat hierbij uit van het nee, tenzij -beginel. Centraal hierbij taat de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Samengevat kan worden geteld dat alle vogel, zoogdieren, amfibieën en reptielen en een aantal, meet zeldzame planten, vlinder, libellen, vien en ongewervelden bechermd zijn. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten lecht onder trikte voorwaarden mogelijk zijn. De Flora- en faunawet heeft in die zin dan ook de nodige conequentie bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor een nadere toelichting op de Flora- en faunawet wordt verwezen naar bijlage I. 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen De planlocatie i betemd al zorgboerderij. De betaande boerderij en het woonhuije zullen worden geretaureerd en weer een functie krijgen al boerderij voor dagbeteding van menen met een vertandelijke beperking of pychiche problemen. Ook zal het verder erf worden ingericht voor deze functie, hiervoor zullen een aantal gebouwen worden bij gebouwd (bijlage 2). Voor de herinrichting van het erf zullen een aantal bomen worden gekapt, zie planontwerp in bijlage 2. Met uitzondering van vier oude(re) zomereiken gaat het hierbij voornamelijk om een aantal fruitbomen. Daarbij zal in beperkte mate buitenverlichting worden aangebracht en zal de toegangweg worden voorzien van traatverlichting. Figuur 2. Binnenzijde van de boerderijchuur.

264 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 3 3. ONDERZOEKSRESULTATEN EN ANALYSE 3.1 Methode Het aanvullende veldonderzoek heeft zich gericht op het inventarieren van vleermuizen en naar het voorkomen van chaare en jaarrond bechermde broedvogel in het voorjaar van De veldbezoeken zijn uitgevoerd op 17 maart (broedvogel), 23 april (vleermuizen), 19 (broedvogel) en 20 mei (inpectie) 2009 door M. Volker en G. Lubber, beiden werkzaam al ecologiche advieur. Het veldonderzoek heeft zich in eerte intantie geconcentreerd op de projectlocatie Het Eulderink en zich van daaruit gericht op de verdere Wetkran van de Ueler E. Ook zullen bij de uitwerking van dit onderzoek de reultaten van het veldwerk aan de Wetkran van de Ueler E, uitgevoerd in 2004 en 2008 en betrekking hebben op de projectlocatie worden meegenomen met de verder uitwerking. De veldbezoeken vonden plaat in de avondchemering en vroege avond onder guntige waarneemomtandigheden (weinig wind, geen neerlag en een temperatuur boven de 10 ºC). Het vleermuionderzoek i uitgevoerd met behulp van een batdetector (Petteron D100 en D240x). Van enkele waarnemingen zijn geluidopnamen gemaakt die op kantoor voor determinatie zijn geanalyeerd in het oftwareprogramma Batound. De broedvogelinventariatie i met name op bai van gehoor- en Figuur 2. Winterkoningnet in de (nok)doppen van de boerderij. zichtwaarnemingen uitgevoerd. Verder i op 20 mei de boerderij en het woonhui van binnen geïnpecteerd op de aanwezigheid van poren van uilen, teenmarter en eventueel andere gebouwbewonende oorten. Tijden alle veldbezoeken zijn uiteraard ook aanvullende waarnemingen van andere bechermde oorten verzameld. 3.2 Flora Op de te renoveren gebouwen zijn geen bechermde muurplanten aangetroffen. De boerderij i voor een deel overgroeid door klimop, ander muurflora i niet waargenomen. Het erf i verder voor een groot deel omgewoeld door het gebruik van groot materiaal zoal kranen en tractoren. De vegetatie die aanwezig i betaat veelal uit oorten van een vertoorde bodem, zoal grote brandnetel, honddraf, fluitenkruid e.a. In de borand i het mogelijk dat bijvoorbeeld exemplaren van de bechermde brede wepenorchi (tabel 1) voorkomen. Strikt bechermde plantenoorten zijn echter niet aangetroffen en worden gezien de aanwezige terreintypen hier ook niet verwacht. 3.3 Vogel Tijden het veldbezoek zijn in en rondom het erf van Het Eulderink een aantal algemeen in Nederland voorkomende vogeloorten waargenomen. Het gaat om oorten al merel, roodbort, zwartkop, tjiftjaf, koolmee, winterkoning, houtduif, preeuw en zwarte kraai. Teven zijn enkele meer kritiche vogeloorten waargenomen binnen en rondom het erf. Het gaat hierbij om gekraagde roodtaart en boomkruiper. Merel en koolmee hebben vermoedelijk een net in de klimop aan de achterzijde van de chuur en in de boerderijchuur i behalve enkele neten van merel en/of preeuw een net van winterkoning gevonden. Ook de meer kritiche gekraagde roodtaart i een oort die op

265 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 4 boerenerven broed en heeft mogelijk ook een net in de te renoveren gebouwen. Verder zijn binnen de projectlocatie groene pecht, grote bonte pecht en bouil waargenomen. Dit zijn vogeloorten met een jaarrond bechermde vate rut- en verblijfplaat. Deze vogel netelen vermoedelijk in de bopercelen rondom het erf. In de boerderij zijn verder braakballen van teenuil gevonden. De braakballen zijn echter relatief oud en ook (vermoedelijke) neten van deze oort zijn niet aangetroffen. Andere jaarrond bechermde vate rut- en verblijfplaaten van vogel (uilen, roofvogel en pechten) zijn niet waargenomen. 3.3 Zoogdieren Met uitzondering van vleermuizen en de waarneming van een haa in de directe omgeving, zijn geen zoogdieren aangetroffen. Verwacht wordt dat enkele algemeen voorkomende, bechermde zoogdieroorten al bomui, huipitmui en egel voorkomen binnen de onderzoeklocatie. Strikt bechermde oorten die gebruik kunnen maken van de onderzoeklocatie zijn vleermuizen en (teen)marter. In het onderzoek van 2004 i op de wetkran van de Ueler E de aanwezigheid van een exemplaar van teenmarter gemeld door omwonende. Steenmarter i tijden de veldbezoeken in 2009 echter niet waargenomen binnen de projectlocatie. Ook tijden de inpectie van de binnenzijde van de gebouwen zijn geen poren van deze oort aangetroffen. Van de oortgroep vleermuizen zijn aan de wetkran van de Ueler E in totaal vier oorten vleermuizen waargenomen (Eelerwoude 2004). Het gaat hier voornamelijk om foeragerende exemplaren. Van deze vier oorten zijn in het nader veldonderzoek op de projectlocatie twee van deze oorten waargenomen. Het gaat hierbij om enkele foeragerende en paerende exemplaren waargenomen. Het gaat hierbij om voornamelijk gewone dwergvleermui en twee exemplaren van baardvleermui. Geen van de waargenomen vleermuizen had echter een binding met de aanwezige gebouwen. De gewone dwergvleermuizen zijn zowel op de vroege ochtend al in de avond paerend waargenomen en zijn vermoedelijk afkomtig van de naatgelegen boerderij. Ook in de boerderijchuur en het woonhui zijn, gedurende de inpectie, geen aanwijzingen gevonden van een vermoedelijke verblijfplaat van vleermuizen. Baardvleermuizen zijn zowel gebouw- al boombewonende oorten met een kleine actieradiu. Met de inpectie van de gebouwen en de te kappen bomen zijn echter geen poren gevonden waaruit blijkt dat vleermuizen hier een verblijfplaat hebben. Beide gebouwen zijn dudanig vervallen dat er veel doortocht plaatvindt, waardoor geen potentiële verblijfplaaten van vleermuizen aanwezig zijn. Ook in de te kappen bomen zijn geen holten waargenomen die een potentiële rut- en verblijfplaat vormen voor boombewonende vleermuizen. De twee waargenomen exemplaren van baardvleermui zullen mogelijk elder in de directe omgeving een verblijfplaat hebben (in de aangrenzende bopercelen). Een kleinchalig landchap met houtwallen en bochage kunnen in potentie het leefgebied vormen voor de trikt bechermde veldpitmui. In 2004 i op en rond de Ueler E een life-trap onderzoek gedaan (Eelerwoude 2004) naar voorkomen van trikt bechermde muioorten, trikt bechermde oorten, waaronder de veldpitmui i detijd niet vatgeteld. Ook aan de hand van nieuwe verpreidinggegeven van deze oort i het niet waarchijnlijk dat de veldpitmui binnen het plangebied voorkomt (Snaak, 2008). Verder i het waarchijnlijk dat een aantal oorten met een grote actieradiu gebruik maken van het plangebied, zoal ree, vo en marterachtigen. Binnen de projectlocatie zijn echter geen poren van deze oorten aangetroffen, waaruit kan worden geconcludeerd dat de projectlocatie geen klein belangrijk deel uitmaakt van het leefgebied. 3.4 Overige oorten Tijden het veldbezoek zijn geen andere (bechermde) oorten aangetroffen. Het i ook niet de verwachting dat andere (trikt) bechermde oorten of oortgroepen

266 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 5 voorkomen binnen de projectlocatie. De overige in de Flora- en faunawet opgenomen oorten zijn dudanig zeldzaam en grotendeel gebonden aan pecifieke biotopen zoal heide, hoogveen, laagveen en beken, dat het zeer onwaarchijnlijk i dat deze voorkomen op de onderzoeklocatie.

267 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 6 4. CONCLUSIES 4.1 Geen belangrijke effecten op de bechermde oorten te verwachten Zoal in het vorige hoofdtuk al i aangegeven zijn binnen de planlocatie geen trikt bechermde plantenoorten aangetroffen of te verwachten. Daarmee zijn ook negatieve effecten op trikt bechermde plantenoorten uitgeloten. Binnen de planlocatie worden naat broedvogel en vleermuizen hoofdzakelijk algemeen voorkomende bechermde oorten verwacht. Algemene oorten (tabel 1) Het projectgebied maakt onderdeel uit van het leefgebied van enkele algemene, bechermde oorten (tabel 1-oorten). Negatieve effecten op individuen van deze oorten kunnen mogelijk met de renovatie- en herinrichtingwerkzaamheden optreden. Van negatieve effecten op populatieniveau zal, gezien de beperkte chaal van de ingrepen, geen prake zijn. Overige oorten (tabel 2) Voor teenmarter kan het projectgebied onderdeel uitmaken van z n leefgebied. Sporen of verblijfplaaten van deze oort zijn niet aangetroffen. Negatieve effecten op deze oort kunnen dan ook worden uitgeloten. Strikt bechermde oorten (tabel 3) Binnen de projectlocatie zijn een aantal exemplaren van trikt bechermde vleermuizen waargenomen. Het gaat hierbij om foeragerende en paerende exemplaren in en rond de opgaande beplanting en bopercelen. De waargenomen vleermuizen hebben geen binding met de aanwezige bebouwing of de te kappen bomen. Tijden de inpectie van de gebouwen i gebleken dat de panden ongechikt zijn al verblijfplaat voor vleermuizen. De boerderij en het woonhui zijn dudanig vervallen dat er veel tocht aanwezig i, waarmee geen tabiele vochtgraad en temperatuur aanwezig i achter de dakpanten, in de choorteen of achter draagbalken. De opgaande beplanting en boje rondom de projectlocatie bevatten wel bomen die potentieel gechikt zijn al vate rut- en verblijfplaaten voor vleermuizen. Er taan voldoende volwaen eiken met een rijke ondergroei van onder andere hult. Ook de aanwezigheid van vogeloorten al pechten en boomkruiper, duidt erop dat er boomholte aanwezig zijn. De waargenomen baardvleermuizen hebben dan ook mogelijk hun verblijfplaat in de aangrenzende bopercelen. Met uitzondering van de vier eiken en de fruitbomen blijven de bopercelen en andere opgaande beplanting gehandhaafd in de plannen. Aangezien in de te kappen bomen geen holte zijn aangetroffen, i er geen prake van vertoring van eventuele vate rut- en verblijfplaaten van vleermuizen. Verder kan wel worden geconcludeerd dat het plangebied een bepaalde functie heeft voor vleermuizen. Van gewone dwergvleermui zijn enkele paerende exemplaren lang de opgaande beplanting aan de wetzijde van het erf waargenomen. Daarbij wordt rondom het erf korttondig gefoerageerd en van daaruit doorgevlogen naar een volgend foerageergebied. Het gaat hierbij om meerdere exemplaren die van het erf gebruik maken. Negatieve effecten op deze functie zijn niet te verwachten, aangezien de landchappelijk tructuren gehandhaafd blijven. De aanwezigheid van kuntmatige verlichting kan namelijk een effect hebben op het vlieggedrag van vleermuizen. Gewone dwergvleermuizen zijn echter minder gevoelig voor vertoring van verlichting en kunnen er zelf in bepaalde mate van gebruik maken, door rond verlichtingbronnen te jagen, op de door het licht aangetrokken inecten. Baardvleermui i echter wel gevoelig voor vertoring door verlichting. Om vertoring van deze oort te voorkomen dienen de boranden zo minimaal mogelijk verlicht te worden (bij voorkeur helemaal niet).

268 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 7 Vogel Op de locatie zijn naat algemene broedvogeloorten, enkele broedvogel met een jaarrond bechermde rut- en verblijfplaat waargenomen. Deze oorten hebben hun vate ruten verblijfplaaten in bomen en niet in de te retaureren gebouwen. De voorgenomen ontwikkelingen hebben naar verwachting dan ook geen effect op de aanwezige broedvogel. Sloop van gebouwen en kap van beplanting leidt doorgaan tot een verlie aan broedgelegenheid. De retauratie van de gebouwen zal weinig effect hebben op aanwezige broedvogel, mit de zorgplicht in acht wordt gehouden. Ook de te kappen bomen bevatten geen boomholten of netlocatie van jaarrond bechermde vogeloorten. Voor alle vogeloorten geldt namelijk vanuit de Flora- en faunawet een verbod op handelingen die neten of eieren bechadigen of vertoren. In de praktijk betekent dit dat vertorende werkzaamheden, waaronder het kappen van bomen en het lopen dan wel retaureren van gebouwen alleen buiten het broedeizoen uitgevoerd mogen worden, tenzij zeker i dat geen bewoonde neten van vogel aanwezig zijn. Wanneer de werkzaamheden buiten het broedeizoen 1 worden uitgevoerd zullen de ingrepen geen (blijvend) negatief effect hebben op het voorkomen van (populatie van) broedvogel. Aangezien geen bomen worden gekapt of verwijderd en de aanwezige bopercelen intact blijven, wordt niet verwacht dat met de voorgenomen retauratie en herinrichting van het erf negatieve effecten optreden voor de aanwezige jaarrond bechermde vogeloorten. Daarbij onttaat er bij de (opnieuw) ingebruikname van de boerderij nieuw leefgebied voor gebouwgebonden oorten zoal teenuil, kerkuil, gekraagde roodtaart, grauwe vliegenvanger, huimu en boerenzwaluw. De aanwezigheid van vee, met, voer, hooi en tro trekken inecten en muizen aan, die op hun beurt weer voedel vormen voor de bovengenoemde oorten. 1 In het kader van de Flora en faunawet wordt voor het broedeizoen geen tandaardperiode gehanteerd. Van belang i of een broedgeval vertoord wordt, ongeacht de datum. De meete vogel broeden tuen medio maart en medio juli. 4.2 Nader onderzoek en ontheffingaanvraag zijn niet noodzakelijk Uit de bevindingen kan worden geconcludeerd dat een aantal bechermde oorten van het plangebied gebruik maken. Er zijn echter geen bechermde rut- en verblijfplaaten aanwezig in de te retaureren gebouwen of te kappen bomen. Met de ingreep worden dan ook geen (potentieel) gechikte rut- en verblijfplaaten van bechermde oorten vertoord of verwijderd en blijft potentieel gechikt leefgebied (of onderdelen daarvan) van bechermde oorten gehandhaafd. Daarbij krijgt de boerderij weer zijn functie terug, door een kleinchalige opzet (i.v.m. zorgboerderij), en kunnen een aantal (vogel)oorten hier gebruik van maken en (opnieuw) terugkeren naar de locatie. De retauratie en ook het in gebruik nemen van de boerderij heeft gezien de inpaing binnen de betaande landchapelementen geen negatief effect op populatie van bechermde oorten. Er dient wel rekening te worden gehouden met de oortgroep van vleermuizen. Aangezien vleermuizen over het algemeen gevoelig zijn voor vertoring van verlichting, dient (felle) buitenverlichting, vooral met betrekking tot de boranden (ook gedurende de retauratie), tot een minimum te worden beperkt. Voor de aan te brengen traatverlichting lang de toegangweg dient bij voorkeur te worden gekozen voor trooilicht beperkende armaturen. Indien met boventaande rekening wordt gehouden, i de aanvraag van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet voor de retauratie van de gebouwen en de herinrichting van het erf niet aan de orde. Verder blijft uiteraard de algehele zorgplicht van de Flora- en faunawet (zie bijlage) wel van toepaing. 4.3 Afbakening De initiatiefnemer of opdrachtgever i verantwoordelijk voor het gebruik van de rapportage. Eelerwoude aanvaardt dan ook geen aanprakelijkheid voor de inhoud, interpretatie of concluie indien gebruik wordt gemaakt van deelapecten van deze rapportage zonder verwijzing naar de volledige rapportage. Bovendien aanvaardt Eelerwoude

269 Flora- en faunaonderzoek Eulderinkweg 22 te Enchede 8 geen aanprakelijkheid voor koten en vertraging die optreden door het voorkomen van bechermde flora en fauna.

270 LITERATUUR Lange R., Twik P., Winden A. van, Diepenbeek A. van, 1994, Zoogdieren van Europa, KNNV Uitgeverij, Utrecht. Bode, A.D., Dijktra, A.J., Hoektra, B; Hoeve, R., Zollinger, R., Bureau Natuurbalan/Lime Divergen, De zoogdieren van Overijel. Voorkomen, verpreiding en ecologie van de in het wild levende zoogdieren. Waander Uitgever, Zwolle. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Atla van de Nederlande broedvogel Nederlande Fauna 5, Nationaal Natuurhitorich Mueum Naturali, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. K. Kapteyn, 1995, Vleermuizen in het Landchap : over hun ecologie, gedrag en verpreiding, Nozo, Noordholland Landchap, Provincie Noord-Holland, Haarlem Eelerwoude, 9 december Flora- en faunaonderzoek Ueler E, gemeente Enchede. Eelerwoude, Goor. Koninklijke Vermande, , Planten en dieren, Flora- en faunawet, band 1, 2, 3 en 4, SDU Uitgeverij, Den Haag Limpen, H. K, Moterd & W. Bonger, Atla van de Nederlande vleermuizen, onderzoek naar verpreiding en ecologie, KNNV Uitgeverij, Utrecht. Miniterie van Landbouw,Natuur en Voedelkwaliteit, 2004, 501 Algemene Maatregel van Betuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen, Staatblad van het Koninkrijk der Nederlanden. Snaak, G., Prooidieren kerkuil in Noordoot-Nederland en het graafchap Bentheim ( ). Natuur- en milieuvereniging Het Stroomdal, Schoonebeek.

271 BIJLAGE I: FLORA- EN FAUNAWET Inleiding Per 1 april 2002 i de Flora- en faunawet in werking getreden. In deze wet, gepubliceerd op 14 juli 1998 in het Staatblad 402, i de oortbecherming geregeld van in Nederland inheeme in het wild voorkomende dier- en plantenoorten. De wet luit aan op de Europee natuurregelgeving (Natura 2000). De wet i in plaat gekomen voor de Jachtwet, de Vogelwet 1936, de oortenparagraaf uit de Natuurbechermingwet, de Wet bedreigde uitheeme dier- en plantenoorten en de oortbechermingcomponent uit de Europee Habitatrichtlijn en de Europee Vogelrichtlijn. Deze Europee oortenbecherming heeft met de Flora- en faunawet du een Nederlande vertaling gekregen. Zorgplicht De Flora- en faunawet gaat over de becherming van ongeveer 500 planten- en dieroorten, van de oorten die in Nederland voorkomen. Het uitgangpunt van de wet i dat geen chade mag worden gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk i toegetaan (het nee, tenzij-principe ). Centraal taat hierbij de zorgplicht, wat inhoudt dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving. De wet erkent hierbij de intrinieke waarde van de in het wild voorkomende dier- en plantenoorten. Alle oorten hebben een eigen rol in het ecoyteem en dragen bij aan de biodiveriteit. Dat betekent dat voor de wet alle dieren en planten van onvervangbare waarde zijn en dat daar du zorgvuldig mee omgegaan moet worden. Het gevolg i onder andere, dat iedereen die redelijkerwij weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor bechermde dier- of plantenoorten worden veroorzaakt, verplicht i dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel naar redelijkheid alle maatregelen te nemen om die gevolgen te voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Bechermde oorten Via de Flora- en faunawet worden de volgende planten- en dieroorten bechermd: ruim 100 inheeme plantenoorten die van nature in Nederland in het wild voorkomen; alle oorten vogel die van nature op het grondgebied van de lidtaten van de EU in het wild voorkomen; alle zoogdieren die van nature in Nederland in het wild voorkomen, met uitzondering van bruine rat, zwarte rat en huimui; alle amfibieën en reptielen die van nature in Nederland in het wild voorkomen; vien, en chaal- en chelpdieren voorzover ze niet onder de Vierijwet vallen; bepaalde oorten inecten (bijvoorbeeld vlinder, libellen en mieren); Al bechermde inheeme oort kunnen door middel van algemene maatregel van betuur worden aangewezen. Het gaat om oorten die van nature in Nederland voorkomen en: die in hun voortbetaan bedreigd of gevaar lopen in hun voortbetaan bedreigd worden; mogelijk in hun voortbetaan bedreigd worden door overmatige benutting en die uit Nederland zijn verdwenen, maar waarvan de kan op terugkeer reëel i. Verbodbepalingen Om de intandhouding van de wettelijk bechermde oorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die intandhouding voorkomen worden. Welke negatieve effecten dat precie zijn, kan niet in een lijt opgeomd worden. Dat i afhankelijk van oort, locatie en aard van de ingreep. Om die becherming toch enigzin concreet te maken, zijn een aantal voor planten en dieren chadelijke handelingen al verbodbepalingen in de Flora- en faunawet opgenomen. De belangrijkte artikelen zijn: Artikel 8: het i verboden bechermde planten te vernielen, te bechadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaat te verwijderen. Artikel 9: het i verboden bechermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te poren. Artikel 10: het i verboden bechermde dieren opzettelijk te verontruten. Artikel 11: het i verboden neten, holen of andere voortplanting- of vate rut- of verblijfplaaten van bechermde dieren te bechadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te vertoren. Artikel 12: het i verboden eieren van bechermde dieren te zoeken, te rapen, uit het net te nemen, te bechadigen of te vernielen.

272 Ontheffing Bij werkzaamheden waarbij een chadelijk effect optreedt voor bechermde oorten, i een ontheffing of vrijtelling nodig op de in de wet getelde verbodbepalingen (artikel 8 tot en met 18). In artikel 75 van de Floraen faunawet wordt de mogelijkheid geboden om ontheffing aan te vragen op de verbodbepalingen. De bevoegdheid om een ontheffing te verlenen in het kader van artikel 75 van de Flora- en faunawet ligt bij de Miniter van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit. Een aanvraag tot ontheffing kan worden ingediend bij Dient Regelingen van het Miniterie van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit. Bij de ontheffingverlening gelden, afhankelijk van de tatu van de oort, verchillende voorwaarden waaraan voldoen moet worden. Ondercheid wordt gemaakt in een lichte toet en een uitgebreide toet. De lichte toet geldt voor algemene oorten en overige oorten (categorie 1 en 2; zie vrijtelling). De lichte toet houdt in dat de werkzaamheden het voortbetaan van de oort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de guntige taat van intandhouding). De uitgebreide toet geldt voor oorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn opgenomen, voor oorten van bijlage 1 AMvB artikel 75 en voor bechermde vogeloorten (categorie 3; zie vrijtelling). De uitgebreide toet houdt in dat: de werkzaamheden het voortbetaan van de oort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de guntige taat van intandhouding) en er geen alternatief i voor de activiteiten en er prake i van groot maatchappelijk belang (zoal volkgezondheid, openbare veiligheid et cetera) en de werkzaamheden zodanig worden uitgevoerd dat er prake i van zorgvuldig handelen. Vrijtelling In het Beluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van betuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen, ook wel AMvB artikel 75 genoemd, zijn (onder andere) een aantal wijzigingen rondom ontheffingen en vrijtellingen bechreven. In het kort houdt de wijziging in dat niet altijd meer een ontheffing noodzakelijk i. De vrijtellingregeling bevat vrijtellingen voor activiteiten die vallen onder: betendig beheer en onderhoud (ook in landbouw en bobouw), betendig gebruik en ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijtelling hangt af van de dier- of plantenoorten die voorkomen. Hierbij i ondercheid gemaakt in drie categorieën, waarin oorten zijn ingedeeld op bai van zeldzaamheid en kwetbaarheid. Tabel 1 Algemene oorten Voor deze oorten geldt de lichtte vorm van becherming. Al de werkzaamheden of activiteiten vallen onder de hierboven bechreven activiteiten, dan geldt een vrijtelling van de verbodbepalingen van Artikel 8 tot en met 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijtelling zijn geen aanvullende eien geteld. De aanvraag wordt beoordeeld volgen de lichte toet. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Tabel 2 Overige oorten Deze oorten genieten een zwaardere becherming. Er geldt alleen een vrijtelling al prake i van werkzaamheden of activiteiten zoal hierboven bechreven én indien gehandeld wordt volgen een, door de Miniter van LNV, goedgekeurde gedragcode. Indien niet gewerkt wordt volgen een gedragcode, kan het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk zijn. De aanvraag wordt beoordeeld volgen de lichte toet. Tabel 3 Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 AMvB artikel 75 Deze oorten genieten de zwaarte becherming. Ook al i prake van werkzaamheden zoal hierboven bechreven, dan hangt het van de precieze aard van de werkzaamheden af of een vrijtelling met gedragcode geldt, of een ontheffing noodzakelijk i. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt altijd dat voor deze oorten een ontheffing moet worden aangevraagd. De aanvraag wordt beoordeeld volgen de uitgebreide toet. Vogel Vogeloorten zijn niet opgenomen in de hierboven genoemde categorieën. Alle vogel in Nederland zijn gelijk bechermd, conform de Vogelrichtlijn. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogel worden gedood of verontrut, of waarvoor neten of vate- rut en verblijfplaaten worden vertoord, zijn verboden. Voor werkzaamheden of activiteiten zoal hierboven genoemd geldt een vrijtelling, indien gehandeld wordt volgen een, door de Miniter van LNV, goedgekeurde gedragcode. Indien niet gewerkt wordt volgen een gedragcode, i het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk. De aanvraag wordt beoordeeld volgen de uitgebreide toet.

273 BIJLAGE II: PLANONTWERP HET EULDERINK

274 Eulderinkweg 22 te Enchede Een Bureauonderzoek en Inventarierend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek J.A.G. van Rooij R. van Lil

275 2 Colofon ADC Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede Een Bureauonderzoek en Inventarierend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteur: J.A.G. van Rooij, R. van Lil en R.M. van der Zee In opdracht van: Holtdijk B.V. ADC ArcheoProjecten, Amerfoort, november 2009 Foto en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij ander vermeld Niet uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande chriftelijke toetemming van de uitgever. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aanprakelijkheid voor eventuele chade voortvloeiend uit de toepaing van de adviezen of het gebruik van de reultaten van dit onderzoek. Autoriatie: dr. E. Lohof ISBN ADC ArcheoProjecten Tel Potbu BM Amerfoort Fax

276 3 Inhoudopgave Adminitratieve gegeven van het onderzoekgebied 4 Samenvatting 5 1 Inleiding Algemeen Doeltelling en vraagtelling 7 2 Bureauonderzoek Methoden Reultaten 8 3 Inventarierend Veldonderzoek Methoden Reultaten Interpretatie 12 4 Concluie 13 5 Aanbeveling 13 Literatuur 13 Lijt van afbeeldingen 14 Lijt van tabellen 14 Bijlage 1 Boorgegeven

277 4 Adminitratieve gegeven van het onderzoekgebied Provincie: Overijel Gemeente: Enchede Plaat: Enchede Toponiem: Eulderinkweg 22 Kadatrale gegeven: Gemeente Lonneker, Sectie U, perceelnummer 3294 Kaartblad: 34 oot Coördinaten: / ; / ; / ; / Bevoegde overheid: Gemeente Enchede Dekundige namen de bevoegde overheid: Mevr. G. Boer ARCHIS-onderzoekmeldingnummer (CIS-code): ADC-projectcode: Periode van uitvoering: April 2009 Beheer en plaat documentatie: ADC ArcheoProjecten te Amerfoort

278 5 Samenvatting In opdracht van Holtdijk B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventarierend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Eulderinkweg 22 in Enchede (gemeente Enchede). In het plangebied zal de renovatie van de oudbouw en de realiatie van nieuwbouw plaatvinden. Het onderzoek i uitgevoerd in het kader van een bouwaanvraag en wa noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kan betaat dat archeologiche reten in de ondergrond worden aangetat. Tijden het bureauonderzoek i gebleken dat in het plangebied archeologiche reten vanaf het Laat- Paleolithicum kunnen voorkomen. Deze verwachting i gerelateerd aan het voorkomen van een plaggendek. Plaggendekken zijn vanaf de Late Middeleeuwen gevormd door het opbrengen van met vermengd met plaggen. Dit gebeurde vooral op de hoger gelegen dekzandruggen en kopje die in de pre- en protohitorie gechikte locatie voor bewoning vormden. Anorganiche archeologiche reten en grondporen zijn onder het plaggendek, zo leert de ervaring, vaak goed bewaard gebleven. De archeologiche verwachting voor het plangebied i daarom hoog. Binnen het plangebied heeft ontboing plaatgevonden, i de aanwezige bebouwing geloopt en hebben meerdere wegen gelopen. Door dit alle kan toch ook op diepere niveau bodemvertoring hebben opgetreden. De exacte diepteligging van deze vertoringen i echter onbekend. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat in een deel van het plangebied inderdaad een plaggendek met intacte bodem aanwezig i. In boring 1 zijn de archeologich relevante lagen intact en kunnen archeologiche reten in itu aanwezig zijn. Ter plaate van boring 1 zal echter de bodem door de voorgenomen plannen niet vertoord worden. Ter plaate van de boringen 2, 3, 5, 6 en waarchijnlijk 4 i bodem echter vertoord, waardoor archeologiche waarden, indien oorpronkelijk aanwezig, verloren zijn gegaan. ADC ArcheoProjecten advieert om die delen waar de bodemingreep taat gepland geen aanvullend archeologich onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie i er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het i echter niet volledig uit te luiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologiche reten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologiche vondten te melden bij het bevoegde overheid, zoal aangegeven in de Monumentenwet. ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

279 6 Tabel 1. Tijdduur van de verchillende (pre)hitoriche perioden. Periode Nieuwe tijd Middeleeuwen: Late-Middeleeuwen Vroege-Middeleeuwen Romeine tijd: Laat-Romeine tijd Midden-Romeine tijd Vroeg-Romeine tijd IJzertijd: Late-IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege-IJzertijd Brontijd: Late-Brontijd Midden-Brontijd Vroege-Brontijd Neolithicum (Jonge Steentijd): Laat-Neolithicum Midden-Neolithicum Vroeg-Neolithicum Meolithicum (Midden Steentijd): Laat-Meolithicum Midden-Meolithicum Vroeg-Meolithicum Paleolithicum (Oude Steentijd): Laat-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Vroeg-Paleolithicum Bron: Archeologich Bai Regiter heden na Chr. 12 voor Chr. 450 na Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr. tot 8800 voor Chr. Tijd in jaren na Chr na Chr na Chr na Chr. 12 voor Chr na Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr voor Chr. tot voor Chr. ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

280 7 1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van Holtdijk B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventarierend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Eulderinkweg 22 in Enchede (gemeente Enchede). In het plangebied zal de renovatie van de oudbouw en de realiatie van nieuwbouw plaatvinden. Het onderzoek i uitgevoerd in het kader van een bouwaanvraag en wa noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kan betaat dat archeologiche reten in de ondergrond worden aangetat. 1.2 Doeltelling en vraagtelling Het doel van het bureauonderzoek i het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologiche waarden binnen het omchreven gebied. Het doel van het inventarierende veldonderzoek i het aanvullen en toeten van de op bai van het bureauonderzoek opgetelde gepecificeerde verwachting. Het inventarierend veldonderzoek vond plaat door middel van een verkennend booronderzoek. Ten behoeve van het inventarierend veldonderzoek i een plan van aanpak (PvA) opgeteld conform KNA (Kwaliteitnorm Nederlande Archeologie) pecificatie VS01 en de geldende beleidregel van de Staatecretari van OCW. 1 Hierin zijn de volgende onderzoekvragen opgeteld: - I er in het plangebied een onvertoorde bodem aanwezig en zo ja, komt dit overeen met het op bai van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologiche waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat i naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologiche waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden vertoord door realiatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze vertoring door planaanpaing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologiche waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek i nodig om de aanwezigheid van archeologiche waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een electiebeluit? Het bureauonderzoek i uitgevoerd op 27 april en het booronderzoek vond plaat op 28 april Meegewerkt hebben: R. van Lil (propector), J.A.G. van Rooij (archeoloog), R.M. van der Zee en E. Lohof (enior propector). 2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden Het onderzoek i uitgevoerd conform de Kwaliteitnorm Nederlande Archeologie (KNA), verie 3.1, in het bijzonder de pecificatie LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. Het bureauonderzoek wordt gerapporteerd conform LS06. Het onderzoek betaat uit ze onderdelen (pecificatie LS01 t/m LS06). In de eerte vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: - afbakening plangebied en vattellen van de conequentie van het mogelijk toekomtige gebruik - bechrijving van de huidige ituatie - bechrijving van de hitoriche ituatie en mogelijke vertoringen - bechrijving van bekende archeologiche waarden en aardwetenchappelijke gegeven Op grond van deze onderdelen wordt een gepecificeerde verwachting van het gebied opgeteld (pecificatie LS05). Hierin wordt verwoord of, en zo ja, welke archeologiche waarden worden verwacht. Indien deze worden verwacht worden de (verondertelde) eigenchappen van de waarden zo gedetailleerd mogelijk aangegeven. 1 Beleidregel van de Staatecretari van Onderwij, Cultuur en Wetenchap van 15 juni 2005, nr. WJZ/2005/26210 (8163), tot wijziging van de Beleidregel opgravingbevoegdheid. Het PvA i opgeteld door J. Huizer (propector) op 27 april Het PvA i geaccordeerd door dr. E. Lohof, enior propector. ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

281 8 2.2 Reultaten Afbakening plan- en onderzoekgebied en vattellen van de conequentie van het mogelijk toekomtige gebruik (LS01) Het plangebied ligt aan de Eulderinkweg 22 en heeft een oppervlakte van ca 4500 m 2. Het wordt begrend door de Geerdinkweg in het noorden, de Keuperweg in het weten, de Roinkweg in het zuiden en de Uelereweg in het ooten. Het plangebied wordt doorneden door de Eulderinkweg. De exacte locatie i weergegeven in afbeelding 1 en 2. Er zijn weinig archeologiche en aardkundige gegeven bechikbaar van het plangebied. Om een uitpraak te kunnen doen over de archeologiche verwachting in het plangebied zijn daarom gegeven betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoekgebied kan worden gedefinieerd al het gebied binnen een traal van circa 350 m rondom het plangebied. In het plangebied i renovatie van de oudbouw en realiatie van nieuwbouw gepland. Hierbij zal een gebied met een oppervlakte van ca 3000 m 2 worden bebouwd. Voor dit plangebied i nog geen milieutechnich onderzoek verricht. De conequentie van de voorgenomen ingreep i dat eventuele waardevolle archeologiche reten in de ondergrond worden aangetat Bechrijving van de huidige ituatie (LS02) Het plangebied i voor het overgrote deel bebot. In het centrale deel taan boerderijen en in het uiterte noorden en zuiden zijn gralanden. Door het plangebied loopt de Eulderinkweg. Volgen de bodemkaart bevindt het grondwater zich in klae V*, die gedefinieerd i al een gemiddeld hoogte grondwatertand (in de winterperiode) van cm mv en een gemiddeld laagte grondwatertand (in de zomerperiode) van meer dan 120 cm mv. Alvoren het onderzoek tartte i een KLIC-melding aangevraagd. Hieruit bleek dat binnen het plangebied zich geen kabel of leidingen bevinden Bechrijving van de hitoriche ituatie en mogelijke vertoringen (LS03) De hitoriche ituatie i op verchillende kaarten al volgt: Bron hitoriche ituatie Hottinger Atla (Oot Nederland) uit Niet bebouwd Kadatrale minuut uit 1832 Het plangebied i in gebruik al hooiland en bouwland. In het uiterte noordwetelijke deel van het plangebied,of er net buiten, i een hui en erf geitueerd van dhr. Eulderink. Topografiche kaart uit Graland. Bonnekaart uit In het zuidelijk deel van het plangebied loopt een weg. Met name in het ootelijk deel bevindt zich bo en in het noordwetelijk deel graland. In het zuidelijk deel bevinden zich twee gebouwen. Bonnekaart uit idem Bonnekaart uit idem Bonnekaart uit In het centrale deel bevinden zich twee gebouwen. In het zuidelijk deel van het plangebied bevindt zich een oot-wet en in het ootelijk deel een noord-zuid georiënteerde weg. De bebouwingen worden omgeven door bochage. Ten noordooten van het plangebied bevindt zich een poel. Luchtfoto RAF Strookbeboing in het centrale en zuidelijk deel van het plangebied. In het noordelijk deel vindt bebouwing plaat. Topografiche kaart uit Beboing in het ootelijk en wetelijk deel van het plangebied. bebouwing in het centrale deel Topografiche kaart uit idem Verfelt Wolter Noordhoff Atlaproductie Bureau Militaire Verkenningen Bureau Militaire Verkenningen Bureau Militaire Verkenningen Bureau Militaire Verkenningen ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

282 9 Met zekerheid i te zeggen dat vanaf 1891 bebouwing binnen het plangebied i geitueerd (afb. 3). Om de bebouwing zijn bopercelen aanwezig, eert in de vorm van botroken en later ook grotere tukken beboing. Vanaf 1937 bevinden zich binnen het plangebied twee wegen en i bebouwing in het centrale deel van het plangebied aanwezig. De bochage zijn dan meer naar het ooten en weten verplaatt (afb. 4). Vooralnog zijn geen redenen aanwezig om aan te nemen dat binnen het plangebied enige vorm van vervuiling heeft opgetreden. Vertoring van de bodem kan echter in het gehele plangebied opgetreden hebben door de aanwezigheid van de wegen, beboing en bebouwing Bechrijving van bekende archeologiche waarden en aardwetenchappelijke gegeven (LS04) De volgende aardwetenchappelijke informatie i bekend van het plangebied: Type informatie informatie Geologie 11 Formatie van Boxtel met een dek van het laagpakket van Wierden; fluvioperiglacialeafzettingen (leem en zand) met een zanddek dikker dan 2 m (Bx6). Geomorfologie 12 Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met dekzand, zwak golvend en relatief hooggelegen (3L2a) Bodemkunde 13 Hoge zwarte enkeerdgronden, grondwater minimaal tuen en maximaal dieper dam 120 cm- mv (zez23-v*) Het plangebied ligt in het ootelijke zandgebied dat wordt gekenmerkt door het voorkomen van Pleitocene afzettingen in de ondergrond. 14 Gedurende het Holoceen ( jaar geleden tot nu) i het dekzandlandchap doorneden door beken. Hierdoor i een landchap onttaan met een gevarieerd reliëf van kleine dekzandkopje en dalen. Teven ontwikkelde zich op veel plaaten veen. In de beekdalen wa dit een dunne laag moeraboveen (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven). Op de hogere gronden met een lechte drainage ontwikkelde zich veenmoveen (Formatie van Nieuwkoop), dat zich lateraal over het dekzand kon uitbreiden. Het veen i voor het grootte deel afgegraven voor turfbereiding. 15 Het plangebied ligt op een grondmorene met een afdekking van fluvioperiglaciale afzettingen (Formatie van Boxtel) en dekzand. Het dekzand behoort tot het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel). De grondmorene i gevormd in de voorlaatte ijtijd ( jaar geleden), toen het plangebied bedekt wa door landij. Bij het melten van dit landij, i door het landij meegevoerd materiaal afgezet in de vorm van keileem. Tijden de laatte ijtijd ( jaar geleden) heeft zich onder invloed van neeuwmeltwater zand afgezet. De top van dit pakket ligt op een diepte van minder dan 2 m mv. Het bovente pakket betaat uit dekzand. Het dekzand i tijden het midden en het eind van de laatte ijtijd afgezet ( ). In deze periode betond hier een toendra-achtig landchap met weinig vegetatie. Hierdoor kreeg de wind vrij pel en vonden veel vertuivingen plaat, waardoor het dekzand werd afgezet. 16 Vanaf het Laat-Paleolithicum i het gebied bevolkt door jager en verzamelaar. De zandgronden zijn vanaf het Neolithicum in gebruik voor landbouwdoeleinden, maar pa in de Late Middeleeuwen vinden ontginningen op grote chaal plaat. Daarbij wordt de chrale bovengrond bemet met pottalmet, een mengel van talmet, huiafval, botrooiel, heideplaggen en dikwijl zand. Door eeuwenlange bemeting worden de terreinen geleidelijk opgehoogd en onttaan dikke humuhoudende bovengronden, de zogenaamde enkeerdgronden. Vaak i in het onderte deel van de humuhoudende bovengrond nog een deel van het oorpronkelijke bodemprofiel of cultuurlaag van de eerte ontginning te herkennen. Som i het oorpronkelijke profiel verdwenen door verploeging. De kleur van de bodem i afhankelijk van de oort met die i gebruikt: zwarte gronden door gebruik van heideplaggen en bruine gronden door gebruik van boplaggen. In het plangebied komen volgen de bodemkaart hoge zwarte enkeerdgronden voor. Zie kadertekt Stichting voor Bodemkartering Stichting voor Bodemkartering Stichting voor Bodemkartering Pleitoceen: 2,56 Ma tot jaar geleden. Berenden De Mulder et al ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

283 10 De ouderdom van de edekken (of beter gezegd: plaggendekken) binnen Nederland vertonen vrij grote regionale verchillen. Voor Twente wordt over het algemeen het begin van de plaggenbemeting gedateerd tuen 1500 en 1600 n.chr. 17 Volgen het Actueel Hoogtebetand Nederland bevindt het plangebied zich aan de rand van de Ueler e op een hoogte van ca. 30 m +NAP (afb. 5 ). Ter hoogte van de Ueler E i de grondmorene enigzin gemodelleerd waarbij een druppelvormige heuvel (een zogenaamde drumlin ) i onttaan. Deze heeft een noord-zuid richting en vormt daarmee een indicator voor de toenmalige tromingrichting van het landij. In het onderzoekgebied zijn de volgende archeologiche (indicatieve) waarden vatgeteld: Bron omchrijving Indicatieve Kaart Archeologiche Waarden (IKAW) middelhoge indicatieve archeologiche waarde In het noordwetelijke deel wa een erf van na 1500 geitueerd (H146) en dit deel heeft derhalve een hoge Archeologiche verwachtingkaart Enchede 18 archeologiche verwachting. Het overige deel van het plangebied heeft een middelhoge archeologiche verwachting. Archeologiche Monumenten Kaart (AMK) Geen waarnemingen ARCHISII (Archeologich Informatie Syteem) Geen vondtmeldingen ARCHISII Een cherf uit de IJzertijd. In totaal zijn er ze archeologiche onderzoeken onderzoekmeldingen ARCHISII geweet. Het betreffen twee booronderzoeken, één Van Doeburg et al 2007 Bohoven et al ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

284 11 Bron omchrijving proefleuvenonderzoek, één opgraving en twee archeologiche begeleidingen. 19 Volgen de Indicatieve Kaart Archeologiche Waarden (IKAW) heeft het plangebied een middelhoge archeologiche waarde. Volgen de meer verfijnde archeologiche verwachtingkaart van Enchede bevindt zich in het noordwetelijke deel van het plangebied een erf van na 1500 (H146). Dit deel heeft dat ook een hoge archeologiche verwachting. Het overige deel van het plangebied heeft een middelhoge archeologiche verwachting. De ligging van deze waarden i weergegeven in afb. 6. Op circa 250 m ten noordooten van het plangebied i door ADC Archeoprojecten een archeologiche begeleiding uitgevoerd op de Ueler E. Tijden dit onderzoek zijn geen archeologiche reten aangetroffen. Door de geringe diepte wa de archeologiche laag in de meete gevallen echter nog niet bereikt. Doordat de civiel-techniche leuven zo klein waren kon geen goed overzicht worden verkregen van eventueel aanwezige poren. 20 Op circa 250 m ten weten van het plangebied heeft het ADC een tweede archeologiche begeleiding uitgevoerd op de Ueler E. De Archeologiche Begeleiding behelde het toezicht houden op het uitgraven van leidingleuven. Hierbij zijn echter geen archeologiche poren of vondten aangetroffen. 21 In het ootelijk deel van het plangebied wa een proefleuvenonderzoek gepland. Dit i echter niet uitgevoerd omdat men van de bodemingrepen afzag. 22 Ten noorden van het plangebied i een booronderzoek en ten zuiden een opgraving uitgevoerd. In Archi 2 zijn echter van deze onderzoeken geen electiebeluit of advie ingevoerd, waardoor de reultaten van het onderzoek niet bekend zijn. 23 Wel i van de laattgenoemde opgraving een vondtmelding bekend. Het betreft handgevormd aardewerk uit de IJzertijd en bijbehorende kuilen en paalgaten. 24 Ten noordooten van het plangebied i een onderzoekmelding gedaan van een booronderzoek. Dit onderzoek i tijden het chrijven van dit bureauonderzoek echter nog niet uitgevoerd Gepecificeerde verwachting (LS05) In het plangebied kunnen archeologiche reten vanaf het Laat-Paleolithicum voorkomen. Deze verwachting i gerelateerd aan het verwachte voorkomen van een plaggendek. Plaggendekken zijn vanaf de Late Middeleeuwen gevormd door het opbrengen van met vermengd met plaggen. Dit gebeurde vooral op de hoger gelegen dekzandruggen en kopje die in de pre- en protohitorie gechikte locatie voor bewoning vormden. Anorganiche archeologiche reten en grondporen zijn onder het plaggendek, zo leert de ervaring, vaak goed bewaard gebleven. Het vondtniveau wordt verwacht onder het edek en in de top van de oorpronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van cultuurlaag geproken: een doorwerkte oude bodem tuen het edek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuurteen, vuurteen en houtkool. 26 Archeologiche poren zullen zich naar verwachting bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organiche reten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomtandigheden lecht zijn geconerveerd. De beperkte bechikbare gegeven laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte reten nader te pecificeren. Wel kan worden geteld dat de kan op het voorkomen van reten van Middeleeuwe en Nieuwetijde boerderijen relatief groot i, omdat het plangebied aan de voet van de dekzandrug ligt (zie afb. 5). In de Middeleeuwen verplaatte men de boerderijen van de toppen en flanken van dekzandruggen naar de lager gelegen om ronduit draige randen. Op de hogere goed gedraineerde delen van het dekzandlandchap werden de akker aangelegd. Binnen het plangebied heeft ontboing plaatgevonden, i de aanwezige bebouwing geloopt en hebben meerdere wegen gelopen. Door dit alle kan bodemvertoring zijn opgetreden. De exacte diepte van deze vertoringen i echter onbekend. Onderzoekmeldingen: 34595, 6623, 26070, 25404, en 7144 Onderzoekmelding ; Huiman 2008 Onderzoekmelding 25404; Roeingh & Huiman 2009 Onderzoekmelding: Rep. onderzoekmeldingen: 6623 en Vondtmelding: Onderzoekmelding: Groenewoudt ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

285 12 3 Inventarierend Veldonderzoek 3.1 Methoden De bij het Inventarierend Veldonderzoek toegepate methoden zijn conform de KNA, verie 3.1, in het bijzonder pecificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangpunt van het inventarierend veldonderzoek i de gepecificeerde verwachting zoal die i opgeteld in het bureauonderzoek. De trategie voor het veldonderzoek i hierop gebaeerd, almede op het voor dit onderzoek opgetelde Plan van Aanpak (VS01). De rapportage i opgeteld conform pecificatie VS05. Tenlotte i een aanbeveling gegeven Booronderzoek (VS03) In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met al doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemvertoringen. Dit i de verkennende fae van het inventarierend veldonderzoek. Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten ytematich te bechrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoal vatgeteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied al vertoord te bechouwen. Er zijn ze boringen verpreid over het plangebied uitgevoerd met een 7 cm Edelmanboor. De boringen zijn gezet tot gemiddeld 40 cm in de ongetoorde ondergrond tot gemiddeld 130 cm en maximaal 170 cm onder het maaiveld. De bodemtextuur en archeologiche indicatoren zijn bechreven volgen SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de tandaard claificatie van bodemmonter volgen NEN5104 wordt gehanteerd. 27 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie. De hoogte van het maaiveld ter plaate van de boringen i bepaald aan de hand van AHN-beelden. 3.2 Reultaten booronderzoek (VS03) De locatie van de boringen i weergeven in afb. 7. De boorgegeven worden gepreenteerd in bijlage 1. In de boringen i lichtgrij tot geel matig fijn zand aangetroffen. Het zand i kalkloo, zwak iltig en bevat naar boven toe roetvlekken, waardoor de kleur geler wordt. De top van deze laag ligt minimaal op 40 cm, maximaal op 115 en gemiddeld op 70 cm mv. In boring 5 i enkel zwak humeu, zwak iltig donkerbruin zand aangetroffen. Op het licht grijze tot gele zand i in boringen 1 en 4 een gemiddeld 15 cm dikke laag geelbruin zand geitueerd. Dit zand i kalkloo, zwak iltig en matig fijn. Alleen in boring 1 i hierop een laag bruin zand van 15 cm dik aangetroffen. Het bruine zand i matig fijn, zwak iltig en kalkloo. De bovente aangetroffen laag betaat uit zwak iltig, zwak humeu, matig fijn zand. Het i overwegend donkergrij van kleur, bevat in boringen 2, 3, 5 en 6 grijze en gele vlekken, plaatelijk puinreten en bakteen 3.3 Interpretatie In het plangebied i een plaggendek aangetroffen dat geïnterpreteerd wordt al een enkeerdgrond. Deze i echter nog zeer recentelijk omgewerkt, getuige de poren recent bakteen en puinreten. In de boringen 2, 3, 5 en 6 bevat de onderkant van het plaggendek grijze en gele vlekken die afkomtig zijn van de natuurlijke C-horizont. Hierdoor kan worden aangenomen dat in deze boringen de bodem tot in de C-horizont i vertoord. Alleen in boring 1 i onder het plaggendek een podzolbodem (AEBC-horizonten) aanwezig. De oorpronkelijke A- en E-horizont van de podzolgrond i echter niet waargenomen, waardoor het waarchijnlijk i dat ze opgenomen zijn in het plaggendek. In boring 4 i alleen een retant van de B-horizont aangetroffen, hetgeen weergeeft dat deze vertoord i. In boring 5 betaat de onderte laag uit bruin zand. Deze laag i antropogeen van aard en zal waarchijnlijk een recente lootvulling betreffen. 27 Boch 2005; Normaliatie-Intituut ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

286 13 Zoal al in de gepecificeerde verwachting van het bureauonderzoek taat weergegeven, wordt het archeologiche vondtniveau verwacht onder het edek en in de top van de oorpronkelijke C-horizont. Ter hoogte van boringen 2, 3, 5, 6 en waarchijnlijk 4, i de bodem vertoord, waardoor het archeologiche vondtniveau verloren i gegaan. Alleen in boring 1 zijn de archeologich relevante lagen intact en kunnen archeologiche in itu aanwezig zijn. Ter hoogte van boring 1 zal echter de bodem door de voorgenomen plannen niet vertoord worden. 4 Concluie I er in het plangebied een onvertoorde bodem aanwezig en zo ja, komt dit overeen met het op bai van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? Nee. De bodem ter hoogte van de boringen i, uitgezonderd boring 1, tot in het relevante archeologiche niveau vertoord. Ter hoogte van boring 1 i een enkeerdgrond met daaronder een podzolbodem aangetroffen. Dit bodemtype werd op bai van het bureauonderzoek ook verwacht. Zijn er (aanwijzingen voor) archeologiche waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat i naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardetelling hiervan? Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied archeologiche reten vanaf het Laat- Paleolithicum kunnen voorkomen. Deze verwachting i gerelateerd aan het voorkomen van een plaggendek. Plaggendekken zijn vanaf de Late Middeleeuwen gevormd door het opbrengen van met vermengd met plaggen. Zoal hierboven al vermeld i de bodem - met daarin eventuele archeologiche waarden in alle boringen, uitgezonderd boring 1, vertoord. In welke mate worden deze waarden vertoord door realiatie van de geplande bodemingreep? Ter hoogte van boring 1 i de bodem intact en kunnen archeologiche reten in itu aanwezig zijn. Volgen de voorgenomen bouwplannen zal de bodem ter hoogte van boring 1 niet vertoord worden, waardoor eventuele archeologiche reten niet in gevaar zullen komen. De overige boringen zijn tot in het archeologiche relevante niveau vertoord, waardoor eventuele archeologiche reten niet meer in itu aanwezig zullen zijn. Hoe kan deze vertoring door planaanpaing tot een minimum worden beperkt? I niet van toepaing Indien de eventuele archeologiche waarden niet kunnen worden behouden: Welke vorm van nader onderzoek i nodig om de aanwezigheid van archeologiche waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een electiebeluit? Omdat binnen het plangebied geen archeologiche waarden zullen worden vertoord, advieert ADC- Archeoprojecten om geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. 5 Aanbeveling ADC ArcheoProjecten advieert om die delen waar de bodemingreep taat gepland geen aanvullend archeologich onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie i er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het i echter niet volledig uit te luiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologiche reten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologiche vondten te melden bij het bevoegde overheid, zoal aangegeven in de Monumentenwet. Literatuur ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

287 14 Berenden, H.J.A., 2004: De vorming van het land; Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Koninklijke Van Gocum, Aen. Bohoven, E.H., R.M. Lotte, A.G. Oldemenger, L.A. Tebben & J.M.J. Willem 2005: Gemeente Enchede, Archeologiche verwachtingkaart. BAAC-rapport , Hertogenboch. Bureau Militaire Verkenningen, verchillende jaargangen (1891, 1908, 1939 en 1937): Broekheurne, blad Nr 418, 1: Boch, J.H.A., 2005: Archeologiche Standaard Boorbechrijvingmethode, Verie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG A). Doeburg, J., van, M. de Boer, J. Deeben, B.J. Groenenwoudt en T. de Groot (ed.) 2007: Een in zicht; Een en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid. Rijkdient voor Archeologie, Cultuurlandchap en monumenten, Amerfoort. Groenewoudt, B.J., 1994: Propectie, waardering en electie van archeologiche vindplaaten: een beleidgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amerfoort (Nederlande Archeologiche Rapporten, 17). Huiman, N, 2008: Enchede, Ueler E; Een archeologiche begeleiding van een milieuonderzoek. ADC-Rapport 1543, Amerfoort. Kar, H. & A. Smit (red.), 2003: Handleiding Fyiek Behoud Archeologich Erfgoed. Degradatiemechanimen in poren en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studie, 1). Mulder, E.F.J., de, M.C. Geluk, I.L. Ritema, W.E. Weterhoff & T.E. Wong 2003: De ondergrond van Nederland. Wolter-Noordhoff Groningen. Normaliatie-Intituut, Nederland, 1989: Geotechniek, claificatie van onverharde grondmonter NEN 5104, Delft. Roeingh, W. & N. Huiman 2009: Graven naar zout. Archeologich onderzoek aan de rand van de Ueler E in Enchede. ADC-Rapport 1211, Amerfoort Stichting voor Bodemkartering, 1979: Bodemkaart van Nederland, chaal 1:50.000, blad NR 34 oot en 35 Enchede-Glanerbrug. Stichting voor Bodemkartering, 1996: Geologiche kaart van Nederland, chaal 1:50.000, blad NR 34 oot en 35 Enchede-Glanerbrug. Stichting voor Bodemkartering, 1977: Geomorfologiche kaart van Nederland, chaal 1:50.000, blad NR 45 en 35, Enchede en Glanerbrug. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventarierend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave). Verfelt, H.J., 2003: Hottinger-atla van Noord- en Oot-Nederland , Groningen. Wolter-Noordhoff Atlaproduktie, 1990: Grote Hitoriche Atla van Nederland, deel 3 Oot-Nederland , Groningen. Lijt van afbeeldingen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Locatie van het planegbied op de Bonnekaart uit 1891 Afb. 4 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1937 Afb. 5 Het plangebied op het Actueel Hoogtebetand Nederland (AHN). Rood i hierbij hoog gelegen (35 m +NAP) en blauw i laag gelegen (28 m +NAP) Afb. 6 Indicatieve Kaart Archeologiche Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 7 Boorpuntenkaart en de toekomtige ituatie Lijt van tabellen Tabel 1. Tijdduur van de verchillende (pre)hitoriche perioden. ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

288 15 HENGELO OV LOSSER NNN GLANE ENSCHEDE m bron: Geodan GB Legenda Locatie van het plangebied Afb. 1 Locatie van het plangebied ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

289 16 ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Geerdinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Eulderinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Roinkweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg Keuperweg NNN 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m 50m Legenda Begrenzing van het plangebied Bebouwing

290 NNN m Legenda Begrenzing van het plangebied Afb. 3 Locatie van het planegbied op de Bonnekaart uit 1891 ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

291 NNN m Legenda Begrenzing van het plangebied Afb. 4 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1937 ADC ArcheoProjecten Rapport 1907 Eulderinkweg 22 te Enchede

Vaststelling voorontwerp bestemmingsplan 'Hoofddorp Noord'

Vaststelling voorontwerp bestemmingsplan 'Hoofddorp Noord' gemeente Haarlemmermeer Nota van B& Onderwerp Vattelling voorontwerp betemmingplan 'Hoofddorp Noord' Portefeuillehouder dr. M.J. Bezuijen Collegevergadering januari Inlichtingen A. Breuer-Linchooten Regitratienummer.

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

ELST, WOONGEBIED DE PAS SPELREGELKAART BURGEMEESTER GALAMAPARK

ELST, WOONGEBIED DE PAS SPELREGELKAART BURGEMEESTER GALAMAPARK POORWEG PELREGELKAART BURGEMEETER GALAMAPARK N TRACÉ EN GRENZEN ZIJN INDICATIEF PLANGREN (HUIDIG ONTWIKKELING- GEBIED GEMEENTE-BPD-AMVET) BETAANDE ITUATIE TAMINIAUINGEL WOONGEBIED GROENE RAND (OPENBAAR)

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2013.0025195 Vaststelling bestemmingsplan' Hoofddorp Noord'

Raadsvoorstel 2013.0025195 Vaststelling bestemmingsplan' Hoofddorp Noord' gemeente Haarlemmermeer Onderwerp Raadvoortel 0.00 Vattelling betemmingplan' Hoofddorp Noord' Portefeuillehouder dr. M.J. Bezuijen teller dr. A. Breuer-Linchooten Collegevergadering april 0 Raadvergadering.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur (Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing Afwijking bestemmingsplan Tolhuisweg 49 Midlaren Herbouw schuur Gemeente Tynaarlo April 2011 NL.IMRO.1730.ABTolhuisweg49-0301 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Ruimtelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo Gemeente Tynaarlo Maart 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Huidige en beoogde situatie... 6 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

De organisatie van Scorlewald

De organisatie van Scorlewald De organiatie van Scorlewald Inleiding Elk levend organime vernieuwd zich periodiek. Het gemakkelijkt wordt dat zichtbaar aan de meete planten. In het voorjaar komen de eerte prieten boven de grond, de

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Vaststelling ontwerpbestemmingsplan Hoofddorp Centrum

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Vaststelling ontwerpbestemmingsplan Hoofddorp Centrum gemeente Haarlemmermeer Nota van B& Onderwerp Vattelling ontwerpbetemmingplan Hoofddorp Centrum Portefeuillehouder dr. M.J. Bezuijen Colleg evergadering oktober Inlichti ng en dr. J.L.N.M. Poulen Reg itratienummer.

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017' Verantwoordelijk team Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu Nummer Kenmerk Raad d.d. 27792 27 september 2017 Paragraaf begroting Portefeuillehouder 2 mr. J. (Jasper) Verstand Steller A. (Arjen) Ruiter Datum

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht Toelichting op het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne Stadsontwikkeling Dordrecht Augustus 2009 1. Inleiding Het bestemmingsplan Leerpark is op 1 maart 2005

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels Bestemmingsplan Onderdeel Regels Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht BESTEMMINGSPLAN Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0610.bp03buitengebiedh1-3001

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Leeswijzer 3 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen

Nadere informatie

versie: 1.1 datum: 16 mei 2011 Pagina 2 van 6

versie: 1.1 datum: 16 mei 2011 Pagina 2 van 6 Ruimtelijke onderbouwing aanvraag omgevingsvergunning T.b.v. de aanleg van tijdelijke verkeersvoorzieningen in Watergang versie 1.1 1 april 2011 Inleiding De gemeente moet groot onderhoud uitvoeren aan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

definitief RUIMTELIJKE ONDERBOUWING bij projectbesluit ex artikel 3.10 Wro

definitief RUIMTELIJKE ONDERBOUWING bij projectbesluit ex artikel 3.10 Wro definitief RUIMTELIJKE ONDERBOUWING bij projectbesluit ex artikel 3.10 Wro Project gedeeltelijk vergroten IWO-centrale AMC DMB Kenmerk : T01/0914 DMB 2010 Adres/locatie : Meibergdreef 9 Omschrijving :

Nadere informatie

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare Nota Ruimte budget 20 miljoen euro Planoppervlak 160 hectare IJsselsprong Zutphen Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Waterveiligheid als motor Bescherming tegen

Nadere informatie

www.bechmarkmarkburgerparticipatie.nl info@benchmarkburgerparticipatie.nl Telefoon 020-5141320 De Benchmark Burgerparticipatie wordt uitgevoerd door:

www.bechmarkmarkburgerparticipatie.nl info@benchmarkburgerparticipatie.nl Telefoon 020-5141320 De Benchmark Burgerparticipatie wordt uitgevoerd door: Benchmarkrapport 2014-1 Gemeente Utrecht AUTEURS Jurgen de Jong, enior advieur Partner+Pröpper Marleen Henbergen, projectleider Totta Reearch CONTACT Webite www.bechmarkmarkburgerparticipatie.nl E-mail

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk Beeldkwaliteitsplan Goorstraat 35 en Goorstraat ongenummerd (tussen 21 en 23) Te Soerendonk Oktober 2010 1 Inhoudsopgave 1) Inleiding.3 2) Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. buitengebied 4 3) Uitwerking

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Gemeente Tynaarlo Oktober 2011 NL.IMRO.1730.PBWatermolendijk3-0401 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014 Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014 september 2014) 1 september 2014) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 5 1.1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Maastricht Belvédère. Nota Ruimte budget 10 miljoen euro

Maastricht Belvédère. Nota Ruimte budget 10 miljoen euro Maastricht Belvédère Nota Ruimte budget 10 miljoen euro Planoppervlak 56 hectare (als onderdeel van 280 hectare herstructurering oude bedrijventerreinen) Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer;

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer; GEWIJZIGD Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering Juli 2014 Nummer 6721 Onderwerp Visie ruimte en mobiliteit 2014 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december 2016 ruimte voor ideeën Mortiere fase 5A Inhoudsopgave Vaststellingsbesluit 3 Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bestemming van de nummers (geografisch en nietgeografisch)

Bestemming van de nummers (geografisch en nietgeografisch) Beluit Staatecretari van Economiche Zaken van... 2008, nr. ET/TM/..., houdende wijziging van het Nummerplan telefoon en ISDN-dienten in verband met de invoering van een uniform het routeren van oproepen

Nadere informatie

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga Ontwerp Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan/moederplan 3 1.4 Bestaande en toekomstige

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries

Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries Ruimtelijke onderbouwing Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Gemeente Tynaarlo november

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Stadsdeel West, Amsterdam Deel 2. Toelichting

Paraplubestemmingsplan Stadsdeel West, Amsterdam Deel 2. Toelichting Paraplubestemmingsplan Stadsdeel West, Amsterdam Deel 2 Toelichting 17 juli 2012 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding...2 1.2 Plangebied...2 2. PLANOPZET... 2 2.1 Bebouwingspercentage bouwwerken,

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland

Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland Inleiding Op 17 oktober 2011 is het bestemmingsplan Vlieland bebouwde Kom door de raad van de gemeente Vlieland vastgesteld. In dit plan is een mogelijkheid

Nadere informatie

Neede, Centrum 2011, herziening (Bergstraat 7-9a)

Neede, Centrum 2011, herziening (Bergstraat 7-9a) Neede, Centrum 2011, herziening 2019-1 (Bergstraat 7-9a) Inhoudsopgave TOELICHTING 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling 1.2 Plangebied 1.3 Wat is een bestemmingsplan? 1.4 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

Landelijk Gebied - Dalweg 12

Landelijk Gebied - Dalweg 12 Landelijk Gebied - Dalweg 12 blz. 2 blz. 3 Toelichting blz. 4 blz. 5 1. Inleiding Momenteel is aan de Dalweg 12 een kleinschalige kinderopvang, in de vorm van een gastouderopvang, gevestigd. Het perceel

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Bestemmingsplan : Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Datum vaststelling raad : 29

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Statenvoorstel vergadering september 2017 nummer 7029 Onderwerp Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Vergaderdatum GS: 4 juli 2017 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013 Startdocument Schuytgraaf Veld 17b juni 2013 1 Inleiding In mei 2012 heeft de gemeente Arnhem het project Schuytgraaf overgenomen van de GEM (Grondexploitatie maatschappij). De gemeente heeft nu de leiding

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft

Nadere informatie

B&W-voorstel. 1) Status

B&W-voorstel. 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke motivering voor transformatie voormalig kantoor Brabants Dagblad aan het Emmaplein naar 56 woonstudio s en 550 m2 kantoorruimte. 1) Status Het voorstel heeft betrekking

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

1 februari 2016 Vastgesteld

1 februari 2016 Vastgesteld 1 februari 2016 Plannaam: IMRO-nummer: NL.IMRO.0246.406HRDH01BSHWHERZ1-VA01 Plantype: Bestemmingsplan Status: (d.d. 1 februari 2016) Auteur: Ing. J.B.H. ter Avest 2 Toelichting 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

C&H en het omgevingsplan

C&H en het omgevingsplan C&H en het omgevingsplan Meer vertrouwen en Minder regels Het Boekels Model Geodag 2 september 2015 door wethouder Ted van de Loo & Lilian Waaijman Rho adviseurs Gemeente Boekel 3.400 ha 10.200 inwoners

Nadere informatie

B&W voorstel Nr. : Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61. 1) Status

B&W voorstel Nr. : Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61. 1) Status B&W voorstel Nr. : Reg.nr. : 5154753 B&W verg. : 20 januari 2016 Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61 1) Status De voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft een concept waarvoor

Nadere informatie

Saskia Jansma van 8

Saskia Jansma van 8 Moeniswerverpad 1 Ruimtelijke Onderbouwing Saskia Jansma 21-11-2017 Bijlage II VO-2017-039 1 van 8 Inhoudsopgave 1 Ruimtelijke Onderbouwing 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Huidige situatie

Nadere informatie

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten 1. Aanleiding De aanleiding voor het opstellen van een facetbestemmingsplan Ruimte-voorbedrijfsruimte is de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied door middel van een beheersverordening. Hiertoe

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga TOELICHTING 1 TOELICHTING Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing en ligging plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014 Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0203 10 juni 2014 Toelichting parapluplan Nota parkeernormen auto en fiets (zoals vastgesteld door de Raad op dd. maand

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Project: Vergroten woning Oudelandseweg 6 te Sint-Maartensdijk September 2010 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Projectbeschrijving 2 3. Vigerend bestemmingsplan 3 4. Omgevingsplan

Nadere informatie

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie):

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie): PLANOLOGIE VAN STAD & LAND BNB Huub Hooiveld Eikelhof, 2017 Wat hebben we de vorige keer gedaan? Praktisch: www.planvanhuub.nl Literatuur Handout colleges Definitie van ruimtelijke ordening Wensen Afwegen

Nadere informatie