Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Herculeshof 31 D 6215 BG MAASTRICHT Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker [xxx] (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: huurder Wederpartij [xxx] Hierna te noemen: verhuurder [xxx] Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de service- en stookkosten over het jaar 2015 bedraagt 2.008, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 10 augustus 2016 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de servicekosten over het jaar 2015 te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor zijn bij de verhuurder de rekeningen van de servicekosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Vanwege de samenhang van de zaken heeft de Huurcommissie twintig verzoeken uit dit complex gevoegd ter zitting behandeld. Ter zitting zijn twaalf huurders verschenen. De verklaringen van de aanwezige huurders worden geacht voor allen te zijn gedaan. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring huurders: er is geen bewonerscommissie in het complex; we hebben wel betaald voor de groenvoorziening, maar dit komt niet terug in de afrekening of in het rapport; het is niet eerlijk om de waterkosten gelijk te verdelen; de stookkosten zijn veel hoger dan in voorgaande jaren; bij de afrekening over het jaar 2014 is ons nooit verteld dat er sprake was van een schatting; als pas in 2015 de werkelijke stand is opgenomen, moet het geschatte deel van 2014 er wel afgetrokken worden, wij zijn er van overtuigd dat deze verrekening niet heeft plaatsgevonden; de kosten over 2014 waren normaal in vergelijking met de jaren daarvoor; inzage in de stukken wordt niet gegeven, daar is wel om gevraagd. Korte samenvatting verklaring verhuurder: ons beleid is om bij grotere complexen ondersteuning te bieden bij de oprichting van een bewonerscommissie; de kosten voor de groenvoorziening zaten nog wel in het voorschotbedrag maar zijn niet doorbelast; in afwijking van de normale situatie heeft in 2014 eenmalig een schatting van de meterstanden voor het gasverbruik door de energieleverancier plaatsgevonden, deze schatting bleek te laag, we zijn hierover flink boos geworden op de leverancier; de beginstand van 2014 klopte wel, ook de eindstand van 2015 is bekend, de totale kosten over deze twee jaren zijn dus wel correct, de kosten die in 2014 zijn doorbelast, zijn niet nogmaals in 2015 in rekening gebracht; we hebben niet meer aan de bewoners doorbelast dan dat de energieleverancier bij ons gefactureerd heeft; de huurders hebben recht op inzage in de stukken, een huurder kan een afspraak maken om de stukken op kantoor in te zien en krijgt daarbij tekst en uitleg, het is ook mogelijk dat met meerdere huurders tegelijk te doen. COU2G ENV Pagina 2 van 5

3 III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening servicekosten De huurder heeft gedurende het jaar 2015 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van 1.984,71 in rekening gebracht. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de servicekosten over het jaar 2015 vast te stellen op 2.008,08. Beoordeling Huurcommissie De huurder heeft over het jaar 2015 een voorschotbedrag betaald voor de kostenpost groenvoorziening. Op de servicekostenafrekening van de verhuurder staat het betaalde voorschotbedrag vermeld. Hierop staat tevens vermeld dat het aandeel van de huurder in deze kostenpost 0,00 bedraagt. Dat wil zeggen dat de huurder het volledige voorschotbedrag voor deze kostenpost terugkrijgt. Ten overvloede merkt de Huurcommissie op dat de betalingsverplichting van de huurder voor deze kostenpost 0,00 bedraagt. Voor wat betreft de waterkosten is de Huurcommissie van oordeel dat verdeling over het aantal woonruimten de enige bruikbare methode is, nu de woningen niet zijn voorzien van een individuele watermeter. De commissie neemt de berekening uit het rapport voor deze kostenpost ongewijzigd over. In het rapport van voorbereidend onderzoek zijn twee berekeningen gemaakt van de stookkosten. De eerste berekening is gelijk aan de afrekening van de verhuurder. De tweede berekening is gebaseerd op toerekening van de totale energiekosten over de jaren 2014 en 2015 naar het laatste jaar met behulp van graaddagen. Deze tweede berekening is gemaakt omdat het energieverbruik over het jaar 2014 door de energieleverancier geschat is. Het bezwaar van de huurders is dat de kosten over 2015 buitensporig hoog zijn. Als mogelijke oorzaak is gegeven dat het geschatte verbruik over 2014 is opgeteld bij het opgenomen verbruik van De Huurcommissie deelt deze mening niet. De geschatte eindstand van 2014 is als beginstand genomen voor Dit houdt in dat het geschatte verbruik over 2014 niet nogmaals is meegeteld in De commissie is van oordeel dat de verhuurder bij de afrekening over 2014 de huurders had moeten informeren dat deze afrekening gebaseerd is op een geschat energieverbruik. De huurders hadden er dan rekening mee kunnen houden dat de afrekening over 2015 hoger zou zijn. Dit neemt echter niet weg dat het totale in rekening gebrachte energieverbruik over de twee genoemde jaren correct is. Er zijn geen kosten in rekening gebracht die niet doorberekend hadden mogen worden. De Huurcommissie neemt de berekening uit het rapport, die gelijk is aan de afrekening van de verhuurder, daarom ongewijzigd over. Pagina 3 van 5

4 Bovenstaande houdt in dat de Huurcommissie geen aanleiding ziet van het rapport van voorbereidend onderzoek af te wijken. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de service- en stookkosten over het jaar 2015 bedraagt 2.008,08. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting van de huurder vast op een bedrag dat vrijwel overeen komt met de afrekening van de verhuurder. De Huurcommissie stelt de huurder daarom in het ongelijk. De huurder moet de leges betalen. De huurder heeft de leges al als voorschot betaald. COU2G ENV Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de service- en stookkosten over het jaar 2015 bedraagt 2.008,08. Legesveroordeling De huurder moet 25,00 leges betalen en krijgt het betaalde legesvoorschot daarom niet terug. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. MAASTRICHT, De Huurcommissie, mr. J.A.M. Schuurbiers W.J.M. Dings en L.P.J. Creugers MBA Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5