Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Prinsesseweg 19 A KM BA GRONINGEN Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over het jaar 2013 bedraagt 374, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 13 juli 2014 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om zijn betalingsverplichting voor de servicekosten over het jaar 2013 vast te stellen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is in oktober 2014 een voorbereidend onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de in het geding zijnde servicekosten opgevraagd. De gevraagde rekeningen zijn niet door de verhuurder opgestuurd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de huurder: Het verzoek is ingediend op 13 juli 2014 dus ik verzoek de commissie uit te gaan van de nieuwe regelgeving; Het is een onzelfstandige woonruimte; Er dient 12,00 voor de overige kostenposten te worden aangehouden. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening servicekosten De huurder heeft gedurende het jaar 2013 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft geen overzicht van de in die periode gemaakte kosten verstrekt. Volgens de huurovereenkomst bedraagt het voorschot voor de servicekosten 110,00 per maand. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de servicekosten over het jaar 2013 vast te stellen op 479,18. COU2G ENV Beoordeling Huurcommissie Mede in wat gemachtigde van de huurder ter zitting heeft verklaard, ziet de Huurcommissie aanleiding om van het rapport af te wijken. Per 1 juli 2014 is de Wet vereenvoudiging en modernisering in werking getreden. Het onderhavige verzoek is ingediend na 1 juli 2014 terwijl door de verhuurder geen afrekening is overgelegd aan de huurder. Wanneer er geen individuele bemetering is, wordt dan bij onzelfstandige woonruimten voor het gas uitgegaan van een jaarverbruik van 250 m 3, voor elektra van 500 kwh en voor water van 25 m 3. De betalingsverplichting wordt uitgerekend aan de hand van de gemiddelde tarieven volgens het CBS. Voor de overige servicekosten wordt een jaarbedrag van 12,00 per kostenpost gehanteerd. Pagina 2 van 5

3 De commissie heeft de rapporteur daarom verzocht, op basis van de nieuwe wetgeving, een herberekening uit te voeren en een rapport van nader onderzoek op te stellen. Hieruit is het volgende naar voren gekomen: Gas Het wettelijk vastgestelde verbruik is 250 m 3 gas. De gemiddelde tarieven voor gas (inclusief vastrecht, energiebelasting en BTW) bedroegen volgens het CBS in ,807 per m³. Huurders betalingsverplichting wordt gesteld op 250 m³ x 0,807 = 201,75. Elektriciteit Het wettelijk vastgestelde verbruik is 500 kwh. De gemiddelde tarieven voor elektra (inclusief vastrecht, energiebelasting en BTW) bedroegen volgens het CBS in ,192 per kwh. Huurders betalingsverplichting wordt gesteld op 500 kwh x 0,192 = 96,00. Water Het wettelijk vastgestelde verbruik is 25 m 3 water. Het gemiddelde tarief voor water (inclusief vastrecht, belasting op leidingwater en BTW) bedroeg volgens het CBS in de onderzoeksperiode 1,63 per m³. Huurders betalingsverplichting wordt gesteld op 25 m³ x 1,63 = 40,75. Overige servicekosten - Stoffering en roerende zaken - Schoonmaakkosten gemeenschappelijke ruimte - Signaallevering televisie De verhuurder heeft niet de gevraagde gegevens aan de Huurcommissie verstrekt. De rapporteur gaat daarom uit van het wettelijk vastgestelde totaalbedrag van 12,00 per kostenpost. Onderhoud installaties Vanaf de afrekening over het boekjaar 2013 mogen geen kosten meer voor het onderhoud aan installaties aan huurder worden doorberekend. Verhuurder kan de kosten voor het onderhoud van een huurboiler/geiser of cv-ketel dan ook niet meer aan huurder doorberekenen. De betalingsverlichting van huurder is 0,00. Pagina 3 van 5

4 In afwijking van de rapportage stelt de Huurcommissie huurders betalingsverplichting als volgt vast: 2013 Gas 201,75 Elektra 96,00 Water 40,75 Overige servicekosten: - Stoffering en roerende zaken 12,00 - Schoonmaakkosten 12,00 - Signaal televisie 12,00 - Onderhoud installaties 0,00 Belastingen en heffingen n.v.t. Administratiekosten 0,00 Totaal 374,50 Belastingen en/of heffingen De voor rekening van de huurder komende belastingen en/of heffingen zijn niet in de huur inbegrepen. De huurder moet overheidsheffingen betalen als belastingplichtige, niet op grond van de huurovereenkomst. De Huurcommissie beoordeelt niet of een aanslag al dan niet terecht is opgelegd. Overigens is de huurder wel verplicht deze heffingen aan de verhuurder te betalen wanneer deze de heffingen op eigen naam voor de huurder heeft voldaan. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over het jaar 2013 bedraagt 374,50. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De verhuurder heeft geen eindafrekening verstrekt en de Huurcommissie stelt huurders betalingsverplichting op een lager bedrag vast dan huurder aan voorschotbedragen heeft voldaan. De Huurcommissie stelt de verhuurder daarom in het ongelijk. De verhuurder moet de leges betalen. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over het jaar 2013 bedraagt 374,50. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De verhuurder moet 25,00 leges betalen. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. GRONINGEN, De Huurcommissie, mr. J.H. Bloksma Zittingsvoorzitter H. Oostland en ing. J.J. ten Velden Zittingsleden Pagina 5 van 5