Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoeken Betalingsverplichting servicekosten 2013 en 2014 (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Veemarktstraat NN ROTTERDAM Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummers Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak I Verloop van de procedure De verzoeken van de huurder De Huurcommissie ontving op 23 juni 2016 een 2-tal verzoeken van de huurder. Daarin vraagt huurder aan de Huurcommissie om de redelijke betalingsverplichting voor de servicekosten vast te stellen over de jaren 2013 en Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de kostenposten Verwarming, Warm water, Koud water t.b.v. stadsverwarming en overige kosten verwarming opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. Pagina 1 van 5

2 De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring van de huurder: Ik merkte pas dat de kraan van de radiator stuk was nadat er in 2016 een installateur was maar ik heb wel direct contact opgenomen na ontvangst van de afrekening 2013 en 2014; De bank heeft altijd voor de radiator gestaan; De metertjes werken goed en de radiator nu ook weer. Korte samenvatting verklaring van gemachtigde van de verhuurder: We kregen inderdaad in 2014 een melding van huurder. We hebben toen de metertjes gecontroleerd maar niet de radiatoren. Het kan zijn dat de defecte knop van de radiator enig sluimerverbruik veroorzaakte maar dat is nooit zoveel als in dit geval; In 2014 trad de warmtewet in werking en gingen we van een verdeling van 65 variabel en 35 vast naar bijna 100% variabel. Wie het meeste stookt heeft er het meeste nadeel van; De berekeningen van de rapporteur zijn wel akkoord. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekeningen over 2013 en 2014 voor de servicekostenposten Verwarming, Warm water, Koud water t.b.v. stadsverwarming en overige kosten verwarming. De Huurcommissie kan de bedragen verlagen als blijkt dat die hoger zijn dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening kostenposten Verwarming, Warm water, Koud water t.b.v. stadsverwarming en overige kosten verwarming De huurder heeft gedurende de jaren 2013 en 2014 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze jaren maandelijks een voorschot voor genoemde leveringen en diensten aan huurder in rekening gebracht. De aan deze kosten verbonden leveringen en diensten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. COU2G ENV Pagina 2 van 5

3 Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie huurders betalingsverplichting voor de kosten voor Verwarming, Warm water, Koud water t.b.v. stadsverwarming en overige kosten verwarming over het jaar 2013 vast te stellen op 1.662,05 en over het jaar 2014 op 2.122,99 uitgaande van de afrekening van de verhuurder (Ista) of op 1.744,91 op basis van normverbruiken. Beoordeling Huurcommissie De huurder is het eens met de conclusies en bevindingen van de rapporteur althans met de berekening die rapporteur maakte op basis van de normverbruiken. Er was sprake van een kapotte radiator waardoor er sluimerverbruik optrad. Gemachtigde van verhuurder erkent dat er een kapotte radiator was maar dat zou verhuurder niet verwijtbaar zijn. Dat verweer passeert de commissie. Direct na ontvangst van de eindafrekening over 2013 heeft huurder bij verhuurder gereclameerd. In plaats van de installatie te controleren heeft men huurder slechts een betalingsregeling aangeboden. Na ontvangst van de eindafrekening over 2014 heeft huurder opnieuw bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de kosten. Toen is een monteur naar de woning gestuurd en die constateerde dat een radiator defect was. Een en ander overziend stelt de commissie vast dat de door verhuurder over 2013 in rekening gebrachte kosten voor verwarming van 1.266,44 in lijn zijn met het door rapporteur berekende normverbruik van 1.318,64. Er is niet gebleken van feiten of omstandigheden die aanleiding zijn om af te wijken van de door verhuurder in rekening gebrachte kosten over Over 2014 zijn de kosten voor verwarming die verhuurder in rekening brengt ( 1.696,72) aanzienlijk hoger dan het normverbruik ( 1.290,86 in plaats van het door rapporteur vermelde bedrag van 1.318,64 dat berust op een foute berekening). Naar het oordeel van de commissie laat dit de conclusie toe dat het defect aan de radiator de hoogte van de kosten over het jaar 2014 heeft beïnvloed. Dat zou niet het geval zijn geweest indien verhuurder direct na de klacht van huurder over de hoogte van de kosten over 2013 een onderzoek naar de installatie zou hebben laten instellen. Nu gebeurde dat pas nadat huurder ook bezwaar maakte tegen de hoogte van de kosten over Het kan huurder niet verweten worden dat het gebrek aan de installatie pas (te) laat is ontdekt. De commissie heeft dan ook overwogen dat het niet redelijk is om de extra kosten over 2014 aan huurder in rekening te brengen. Daarom gaat de commissie voor 2014 uit van het normverbruik voor verwarming van 1.290,86. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak Pagina 3 van 5

4 Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. Over het jaar 2013 stelt de Huurcommissie huurders betalingsverplichting vast overeenkomstig de eindafrekening van de verhuurder. Daarom stelt de Huurcommissie de huurder in het ongelijk. De Huurder moet in beginsel de leges betalen. Huurder is echter vrijgesteld van die verplichting. Over het jaar 2014 stelt de Huurcommissie huurders betalingsverplichting aanzienlijk lager vast ( 1.717,13) dan de kosten die verhuurder in rekening bracht ( 2.122,99). Daarom stelt de Huurcommissie de verhuurder in het ongelijk. De verhuurder moet de leges betalen. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. IV Beslissing Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling 1. Ten aanzien van huurders betalingsverplichting over het jaar 2013: De huurder moet in beginsel 25,00 leges betalen. De huurder heeft vrijstelling van betaling van de leges gekregen en hoeft daarom geen leges te betalen. 2. Ten aanzien van huurders betalingsverplichting over het jaar 2013: De verhuurder moet 450,00 leges betalen. COU2G ENV Pagina 4 van 5

5 ROTTERDAM, De Huurcommissie, mr. C.S. van Damme mr J.S. Buiting en J.C. Droogendijk Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5