De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting"

Transcriptie

1 Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. F.J. Elsweier

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Paragraaf 1.1 Aanleiding 5 Paragraaf 1.2 Probleemstelling 5 Paragraaf 1.3 Verantwoording van de opzet 6 Paragraaf 1.4 Afbakening 6 Hoofdstuk 2 Fiscale kwalificatie van de geldlening Paragraaf 2.1 Verschil tussen eigen vermogen en vreemd vermogen 7 Paragraaf 2.2 Onderscheid tussen lening en kapitaal 7 Paragraaf 2.3 Uitzonderingen in BNB 1988/217 8 Paragraaf Schijnlening 8 Paragraaf Bodemlozeputlening 8 Paragraaf Deelnemerschapslening 9 Paragraaf 2.4 Kwalificatie van een geldverstrekking 9 Hoofdstuk 3 Zakelijk versus onzakelijk handelen Paragraaf 3.1 Totaalwinst 11 Paragraaf 3.2 Aandeelhouder 11 Paragraaf 3.3 At arm s length beginsel 11 Paragraaf 3.4 Dubbele bewustheidseis 12 Paragraaf 3.5 Gelieerdheid 12 Paragraaf 3.6 Lening met onzakelijke voorwaarden 13 Hoofdstuk 4 De onzakelijke lening in en na BNB 2008/191 Paragraaf 4.1 Inleiding 15 Paragraaf 4.2 BNB 2008/ Paragraaf 4.3 Oordeel van de Hoge Raad 15 Paragraaf 4.4 De openstaande vragen naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad 16 Paragraaf Wanneer is er sprake van een onzakelijke lening? 17 Paragraaf Kan er sprake zijn van een onzakelijke lening omlaag? 20 Paragraaf Behoort de onzakelijke lening tot een vierde categorie? 21 2

3 Paragraaf Kwalificeert een niet aftrekbaar afwaarderingsverlies als een winstuitdeling of een kapitaalstorting? En op welk moment? 22 Paragraaf Moet de onzakelijke lening worden gesplitst? 24 Paragraaf Hoe moet de verschuldigde rente die ziet op de onzakelijke lening fiscaal worden behandeld? 24 Paragraaf Wat is de positie van de debiteur? 25 Paragraaf 4.5 Conclusie 25 Hoofdstuk 5 De onzakelijke lening in en na de 25 november 2011 arresten Paragraaf 5.1 Inleiding 27 Paragraaf 5.2 Het standaardarrest, BNB 2012/37 27 Paragraaf 5.3 Oordeel van de Hoge Raad door beantwoording van de openstaande vragen 28 Paragraaf Wanneer is er sprake van een onzakelijke lening? 28 Paragraaf Kan er sprake zijn van een onzakelijke lening omlaag? 29 Paragraaf Behoort de onzakelijke lening tot een vierde categorie? 29 Paragraaf Kwalificeert een niet aftrekbaar afwaarderingsverlies als een winstuitdeling of een kapitaalstorting? En op welk moment? 30 Paragraaf Moet de onzakelijke lening worden gesplitst? 30 Paragraaf Hoe moet de verschuldigde rente die ziet op de onzakelijke lening fiscaal worden behandeld? 31 Paragraaf 5.4 BNB 2012/38 (de verhoging van het opgeofferde bedrag bij liquidatie) 32 Paragraaf Casuïstiek 32 Paragraaf Uitspraak van de Hoge Raad 32 Paragraaf 5.5 BNB 2012/78 (kwijtschelding van de onzakelijke tbs-vordering) 32 Paragraaf Casuïstiek 33 Paragraaf Uitspraak van de Hoge Raad 33 Paragraaf 5.6 Conclusie 33 Hoofdstuk 6 Openstaande vragen naar aanleiding van de 25 november 2011 arresten Paragraaf 6.1 Inleiding 35 Paragraaf 6.2 Bewijslast 35 Paragraaf 6.3 Wat is in wezen winstdelend? 36 3

4 Paragraaf 6.4 Afwaarderingsverlies niet aftrekbaar, en dan? 36 Paragraaf 6.5 Tegenstrijdigheden 37 Paragraaf 6.6 Wanneer is er sprake van bijzondere omstandigheden? 37 Paragraaf 6.7 Conclusie 38 Hoofdstuk 7 Conclusies 40 Afkortingenlijst 43 Literatuurlijst 44 Jurisprudentieregister 47 4

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Vanwege de huidige economische ontwikkelingen waar banken soms niet bereid zijn een lening te verstrekken waardoor de moedervennootschap de lening verschaft is het thema onzakelijke lening juist nu voor de accountant een goed onderwerp om over in gesprek te gaan met de belastingadviseur en de klant. Een dergelijke geldverstrekking kan immers naast fiscale gevolgen ook consequenties hebben voor de jaarrekening. 1 Uit bovenstaande blijkt dat de onzakelijke lening in deze tijd een veel besproken onderwerp in de praktijk is. Dit is echter niet alleen in de praktijk het geval, de onzakelijke lening kent zowel in de jurisprudentie als in de literatuur een bewogen geschiedenis. Bedrijven kunnen er belang bij hebben om ervoor te zorgen dat een geldverstrekking fiscaal als lening en niet als kapitaal wordt aangemerkt. De verschillen tussen het verstrekken van een lening en het verstrekken van kapitaal lopen fiscaal nogal uiteen. Zo wordt een lening en de daarbij behorende voorwaarden in aanmerking gekomen bij het bepalen van de fiscale winst. De vergoeding voor het verstrekken van het vermogen, de rente, is bij de schuldenaar aftrekbaar van de winst net als een eventueel verlies op dezelfde lening. De verstrekking van kapitaal speelt zich daarentegen niet af in de winstsfeer maar in de kapitaalsfeer. Het gevolg hiervan is dat de vergoeding voor de verstrekking van het vermogen, het dividend, niet aftrekbaar is van de winst. Een onzakelijke lening is een lening tussen gelieerde partijen waarbij er een debiteurenrisico is genomen dat een onafhankelijke derde niet genomen zou hebben. Er is een aantal arresten door de Hoge Raad gewezen waarop fiscaal schrijvend Nederland gereageerd heeft met een flink aantal artikelen. Het eerste arrest van de Hoge Raad is dat van 9 mei 2008 (BNB 2008/191), waarin hij heeft geoordeeld dat het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening niet aftrekbaar is van de winst. Daarnaast is er op 25 november 2011 een drietal arresten door de Hoge Raad gewezen (BNB 2012/37, BNB 2012/28, BNB 2012/78) waarin hij een aantal gerezen vragen beantwoordt (en nieuwe oproept, zoals zal blijken). 1.2 Probleemstelling In deze thesis verdiep ik mij in de fiscale problematiek rondom de onzakelijke lening. Daarbij ga ik onderzoeken hoe de onzakelijke lening zich in de jurisprudentie de laatste jaren heeft ontwikkeld, wat de reacties in de literatuur zijn en of het vraagstuk van de onzakelijke lening nu opgelost is. 1 G. Kampschöer, J. Litjens en C. Wisman, De onzakelijke lening, Accountant, september

6 Dit brengt mij dan ook tot de volgende probleemstelling: Wat is fiscaal gezien een onzakelijke lening en in hoeverre heeft de jurisprudentie het leerstuk van de onzakelijk lening opgelost? 1.3 Verantwoording van de opzet Om de problematiek rondom de onzakelijke lening te begrijpen en daarna de probleemstelling te beantwoorden zal ik in hoofdstuk twee beginnen met het bespreken van de verschillen tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Ik zal dit hoofdstuk afsluiten met het belichten van de fiscale kwalificatie van de lening. Hierbij geef ik aan dat in beginsel de civielrechtelijke vorm van de lening beslissend is waarbij er drie uitzonderingssituaties zijn die daarna aan bod komen. In hoofdstuk drie behandel ik het zakelijk handelen naast het onzakelijk handelen, wanneer is er sprake van onzakelijk handelen en welke invloeden hierbij een rol spelen. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier het arrest van de Hoge Raad uit 2008 behandeld waarbij ik tevens in ga op de nog openstaande vragen die in de literatuur opgeworpen zijn. Daarna behandel ik in hoofdstuk vijf de arresten van de Hoge Raad van 25 november 2011 aan de hand van de eerder opgeworpen vragen die waren ontstaan naar aanleiding van het arrest uit Hierbij zullen eveneens meningen van diverse auteurs aan bod komen. In hoofdstuk zes wordt de huidige stand van zaken besproken waarbij er ook ingegaan wordt op de vraag in hoeverre de arresten van 25 november 2011 duidelijkheid hebben verschaft en welke vragen onbeantwoord zijn gebleven of juist zijn ontstaan. Ten slotte zal ik afsluiten met een conclusie, waarin een koppeling wordt gemaakt naar de probleemstelling. 1.4 Afbakening De onzakelijke lening speelt ook een rol in de inkomstenbelasting en dan met name in de terbeschikkingsstellingsfeer. Ik beperk me in deze thesis tot de onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, de onzakelijke lening in de inkomstenbelasting wordt daardoor niet behandeld. In deze thesis wordt de term onzakelijke lening voor een onzakelijke geldlening gebruikt. 6

7 Hoofdstuk 2 Fiscale kwalificatie van de lening 2.1 Verschil eigen vermogen en vreemd vermogen Naast de verschillen in de fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen zijn er verschillen in de kenmerken van het vermogen. Volgens van der Geld 2 zijn er in essentie vier verschillen tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen, ook wel kapitaal, onderscheid zich volgens van der Geld op de volgende aspecten van vreemd vermogen: - Mate waarin en de wijze waarop de schuldeisers meedelen in eventuele winsten en verliezen van de vennootschap. - De looptijd van de schuld. - De afhankelijkheid van de vergoeding van de winst. - De zeggenschap in de vennootschap. Met de mate waarin en de wijze waarop schuldeiser meedelen in de winsten of verliezen van een vennootschap wordt gedoeld op het gegeven dat kapitaalverschaffers in geval van liquidatie later aanspraak maken op hun geld dan een schuldeiser. Het is dus een indicatie of er sprake is van eigen of van vreemd vermogen. Eigen vermogen heeft in beginsel een veel lange looptijd dan vreemd vermogen omdat eigen vermogen gezien wordt als een onlosbare schuld van de vennootschap aan de aandeelhouder. Indien de vergoeding afhankelijk is van de winst, is er sprake van eigen vermogen. De vergoeding van eigen vermogen is altijd in zekere mate afhankelijk van de winst, bij de vergoeding van vreemd vermogen is dit normaal gesproken niet van toepassing. Als aan de geldverstrekking zeggenschap vastzit duidt dit op eigen vermogen; aan vreemd vermogen is nooit zeggenschap verbonden. Dit zijn volgens van der Geld in essentie de verschillen tussen eigen en vreemd vermogen. 2.2 Onderscheid tussen lening en kapitaal Om de problematiek rondom de onzakelijke lening goed te kunnen begrijpen is het van belang om eerst aandacht te besteden aan het leerstuk van de fiscale kwalificatie. Civielrechtelijk gezien bestaat er een duidelijk onderscheid tussen lening en kapitaal. Art. 7A:1800 BW geeft aan dat de lener een terugbetalingsverplichting heeft: Die iets ter leen ontvangt is verpligt hetzelve, in gelijke hoeveelheid en hoedanigheid, en op den bepaalden tijd, terug te geven Het is in civiele zin bij een lening van belang dat er een terugbetalingsverplichting aanwezig is. 2 J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, onderdeel

8 Het begrip kapitaal staat niet expliciet omschreven in het civiele recht. Voor een BV staat in art.2:178 BW dat kapitaal bestaat uit vier soorten kapitaal namelijk het maatschappelijke kapitaal, het minimumkapitaal, het gestorte kapitaal en het geplaatste kapitaal. Fiscaal gezien zijn het materiele begrippen en kan er onduidelijkheid ontstaan over de kwalificatie van een geldverstrekking, wanneer is het een kapitaalverstrekking en wanneer is het een geldlening? Het beroemde bodemloze-put-arrest uit verschaft hierin duidelijkheid, dit is later bevestigd in In het hierboven genoemde bodemloze-put-arrest beantwoorde de Hoge Raad de vraag wanneer er fiscaal geen sprake is van een geldlening terwijl partijen wel een overeenkomst van geldlening kunnen presenteren. De Hoge Raad oordeelde dat bij de beoordeling of het gaat om een geldlening of om een kapitaalverstrekking er in eerste instantie een formeel criterium gehanteerd moet worden 5. In beginsel is dus de civielrechtelijke vorm beslissend, tenzij er sprake is van één van de drie hierna volgende uitzonderingen. 2.3 Uitzonderingen in BNB 1988/ Schijnlening Een schijnlening is een geldverstrekking die qua kenmerken overeenkomt met een lening, terwijl partijen in wezen hebben beoogd om eigen vermogen te verstrekken. 6 Wat partijen in werkelijkheid hebben beoogd bij de geldverstrekking is moeilijk tot niet te achterhalen, daarom zullen de feiten en omstandigheden met betrekking tot de geldverstrekking een rol spelen. De Hoge Raad heeft in 1954 vastgesteld dat het aankomt op wat in werkelijkheid tussen partijen is verhandeld, dat is op de verhoudingen, welke naar burgerlijk recht beoordeeld in werkelijkheid tussen partijen bestaan Bodemlozeputlening In BNB 1988/217 heeft de Hoge Raad een derde uitzondering toegevoegd aan de twee uitzonderingen die het Hof had geformuleerd. De Hoge Raad kwam met de bodemlozeputlening, er is een kapitaalstorting in het geval dat een belastingplichtige op grond van zijn positie als aandeelhouder in een vennootschap in welke hij een deelneming in de zin van artikel 13 houdt, aan deze vennootschap een geldlening verstrekt onder zodanige omstandigheden dat aan de uit die lening voortvloeiende vordering, naar hem reeds aanstonds duidelijk moet zijn geweest, voor het geheel of voor een gedeelte geen waarde toekomt omdat het door hem ter leen verstrekte bedrag niet of niet ten volle zal kunnen 3 HR 27 januari 1988, LJN ZC3744, BNB 1988/ HR 24 mei 2002, LJN AE3171, BNB 2002/ HR 27 januari 1988, LJN ZC3744, BNB 1988/217, r.o HR 27 januari 1988, LJN ZC3744, BNB 1988/217, r.o HR 3 november 1954, LJN AY3410, BNB 1954/357. 8

9 worden terugbetaald, zodat het geheel of gedeeltelijk zijn vermogen - voor zover dat niet bestaat uit de aandelen in de dochtervennootschap - blijvend heeft verlaten. 8 Kortom, indien het aanstonds duidelijk is dat de geldverstrekking niet gaat worden terugbetaald, komt er geen geldlening tot stand en wordt de geldverstrekking gezien als een kapitaalstorting Deelnemerschapslening Van een deelnemerschapslening is sprake als de vergoeding voor de geldverstrekking bijna geheel van de winst afhankelijk is, de schuld achtergesteld is bij alle concurrente schuldeisers en de schuld geen vaste looptijd of een looptijd langer dan 50 jaar heeft. Bij een dergelijke lening is het de schuldeiser die in zekere mate deel heeft in de onderneming van de schuldenaar gezien de omstandigheden waaronder de lening is verstrekt. Deze criteria vloeien voort uit het prêt participatif arrest 9. De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat een lening met een looptijd van 50 jaar of langer als vast kan worden beschouwd. Verder heeft de Hoge Raad geoordeeld dat niet de gehele vergoeding winstafhankelijk moet zijn. Als de vergoeding hoofdzakelijk afhankelijk is van de winst, wordt ook aan de voorwaarde voldaan. 2.4 Kwalificatie van een geldverstrekking Indien één van de drie uitzonderingen van toepassing is, vindt fiscale herkwalificatie plaats. Ondanks dat de lening het civielrechtelijke uiterlijk heeft van vreemd vermogen wordt het fiscaal als het verschaffen van eigen vermogen gezien. Uit eerdere rechtspraak is gebleken dat het omgekeerde ook mogelijk is. Iets dat zich presenteert als kapitaal kan in wezen een geldlening zijn. Voor het beoordelen of een geldverstrekking kwalificeert als een lening is het dus van belang dat de geldverstrekking civielrechtelijk de vorm van een lening heeft. Kortom, de lening wordt fiscaal aangemerkt als een kapitaalstorting indien er sprake is van één van deze drie uitzonderingen waardoor men geen waarde aan de civielrechtelijke vorm. De fiscale duiding als kapitaal of lening is onder andere van belang voor de aftrekbaarheid van de kosten. Bij een lening met zakelijke voorwaarden valt de hoofdsom in de winstsfeer en is de betaalde rente in beginsel aftrekbaar en bij de ontvanger is deze rente normaliter belast. Verder kan degene die de lening heeft verstrekt zijn vordering ten laste van de fiscale winst afwaarderen als het ernaar uitziet dat de vordering niet meer geint zou kunnen worden. 8 HR 27 januari 1988, LJN ZC3744, BNB 1988/217, r.o HR 25 november 2005, LJN AT5958, BNB 2006/82. 9

10 Indien de geldverstrekking wordt gezien als een kapitaalverstrekking, valt de hoofdsom in de kapitaalsfeer en is de vergoeding op het eigen vermogen, de dividenduitkering, niet aftrekbaar. Als de ontvanger van het dividend een Nederlands Vpb-plichtig lichaam is, geldt de deelnemingsvrijstelling als aan de daarvoor geldende eisen is voldaan (o.a. de 5%-eis). 10

11 Hoofdstuk 3 Zakelijk versus onzakelijk handelen 3.1 Totaalwinst Om de fiscale winst te bepalen moet eerst de totaalwinst worden vastgesteld. In art. 3.8 Wet IB 2001 is het begrip totaalwinst gedefinieerd als: het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. Via art. 8 lid 1 Wet VPB 1969 geldt het totaalwinstbegrip uit de inkomstenbelasting ook voor de vennootschapsbelasting. De totaalwinst wordt bepaald door middel van een vermogensvergelijking, het fiscale eindvermogen 10 minus het fiscale beginvermogen waarna vervolgens de stortingen en onttrekkingen uit de winstberekening worden geëlimineerd. De stortingen en onttrekkingen moeten uit de fiscale winst gehaald worden omdat alleen de voordelen verkregen uit een onderneming belast worden, transacties in de kapitaalsfeer behoren hier niet toe. Alle transacties die de aandeelhouder als zodanig doet vallen in de kapitaalsfeer. 3.1 Aandeelhouder Het kan zijn dat een aandeelhouder handelt als zodanig, dat houdt in dat de aandeelhouder als aandeelhouder handelt en niet als bijvoorbeeld een debiteur of crediteur. De transacties van de aandeelhouder als zodanig worden via de stortingen en onttrekkingen uit de fiscale winst gehaald waardoor de fiscale winst bepaald kan worden zonder de invloed van de aandeelhouder. Het kan zijn dat de aandeelhouder niet als zodanig handelt maar als bijvoorbeeld een debiteur. In dat geval is het van belang dat bij de winstbepaling gekeken wordt of de aandeelhouder zakelijk heeft gehandeld. Indien een onafhankelijke derde een andere prijs zou zijn overeengekomen, kan er sprake zijn van een informele kapitaalstorting of een verkapte dividenduitkering. Deze stortingen of uitkering mogen de winstsfeer niet raken omdat ze tot stand zijn gekomen door de invloeden van de aandeelhouder als zodanig en worden daarom uit de fiscale winst geëlimineerd. Is het de bedoeling dat een transactie volledig in de winstsfeer terecht komt, dan is het van belang dat de aandeelhouder als bijv. een debiteur een overeenkomst met zijn vennootschap aangaat zoals een onafhankelijke derde dat ook zou doen. Er moet gehandeld worden volgens het at arm s length beginsel. 3.3 At arm s length beginsel Het at arm s length beginsel heeft als doel, in situaties waarin sprake is van invloeden van het aandeelhouderschap, om de winst van ondernemingen zodanig te bepalen alsof er een transactie met 10 Het gaat om het fiscaal begin- en eindvermogen van het desbetreffende boekjaar. 11

12 een onafhankelijke derde geweest zou zijn. Het at arm s length beginsel leidt ertoe dat er zakelijke prijzen tot stand komen. Het at arm s length beginsel is ondanks dat het al vele jaren van toepassing was via de regels voor de totaalwinst in 2002 toch vastgelegd in art. 8b Wet Vpb De belangrijkste reden voor codificatie in de wet is vanwege de druk uit het buitenland, het buitenland was achterdochtig of Nederland zich wel aan dit beginsel hield wat daardoor van invloed kon zijn op de belastingconcurrentie. 11 Het belangrijkste praktische effect van de opname in de wet van het arm s lengthbeginsel is waarschijnlijk een zwaardere bewijslast voor belastingplichtige. 3.4 Dubbele bewustheidseis Voor de invoering van het at arm s length beginsel in de wet rustte de bewijslast bij de inspecteur. De inspecteur kon corrigeren door te bewijzen dat de transactie niet zakelijk was omdat er een bevoordeling of een benadeling heeft plaatsgevonden. De inspecteur moest het bewijs leveren dat beide partijen bewust een onzakelijke transactie aangingen, ook wel de dubbele bewustheidseis genoemd. De belastingplichtige moet zich sinds de invoering van art. 8b Wet Vpb 1969 houden aan de administratieplicht. Houdt de belastingplichtige zich niet aan de administratieplicht dan is omkering van de bewijslast op grond van art. 27 e AWR mogelijk. Verder is de dubbele bewustheidseis van minder groot belang geworden. De inspecteur kan, in vergelijking met de situatie van voor invoering van art. 8b Wet Vpb 1969, ook corrigeren als belastingplichtige zich niet bewust was van een bevoordeling. De inspecteur moet dan aan kunnen tonen dat de transactieprijs van de belastingplichtige niet at arm s length is. Als de transactieprijs niet at arm s length is, wordt er automatisch een bevoordelingsbedoeling aangenomen ongeacht of partijen zich bewust waren van de onzakelijkheid van de transactie(s). 3.5 Gelieerdheid Het at arm s length beginsel speelt niet tussen onafhankelijke derden, de prijs die tussen onafhankelijke derden tot stand komt wordt geacht zakelijk te zijn doordat wegens het ontbreken van aandeelhoudersbanden voor de invloed van het aandeelhouderschap niet gevreesd hoeft te worden. Het at arm s length beginsel speelt een rol indien er onzakelijkheden voorkomen in de transacties tussen gelieerde partijen. Art. 8b Wet Vpb 1969 ziet op de verbondenheid tussen lichamen onderling of de verbondenheid van een lichaam met de aandeelhouder. De verbondenheid ontstaat als een lichaam of persoon 11 Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, onderdeel

13 onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam 12. Art. 8b Wet Vpb 1969 maakt een onderscheid tussen verticale en horizontale gelieerdheid. Verticale gelieerdheid is de verbondenheid tussen een moedermaatschappij met haar dochter(s). Er is sprake van verticale gelieerdheid als een lichaam, onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam 13. Bij horizontale gelieerdheid gaat het om lichamen die via een gezamenlijk persoon verbonden zijn. De wettekst geeft aan dat van horizontale gelieerdheid sprake is indien een zelfde persoon, onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van het ene en het andere lichaam 14. Hierbij is te denken aan de verbondenheid van twee zustervennootschappen, zij zijn via de gemeenschappelijk moedermaatschappij horizontaal met elkaar verbonden. Er is alleen sprake van gelieerdheid als er via de leiding, toezicht of de aandeelhoudersrelatie voldoende zeggenschap aanwezig is om invloed uit te oefenen. 15 Wat precies voldoende zeggenschap is moet per situatie objectief worden beoordeeld en is afhankelijk van de feiten in een bepaalde situatie. In een situatie waarin er een relatie is tussen één of meerdere lichamen via het aandeelhouderschap, toezicht of leiding kan er vooraf zekerheid bij de inspecteur worden gevraagd omtrent de vraag of er voldoende zeggenschap wordt uitgeoefend. 16 Indien geoordeeld wordt dat er geen verbondenheid is, hoeft de belastingplichtige niet te voldoen aan de administratieplicht Lening met onzakelijke voorwaarden Van de onzakelijke lening moet onderscheiden worden de lening met onzakelijke voorwaarden, dit zijn twee verschillende fenomenen. Een lening met onzakelijke voorwaarden is een lening die niet onder zakelijke voorwaarden is verstrekt. Een verschil met de onzakelijke lening is dat bij een lening met onzakelijke voorwaarden het onzakelijkheidsaspect nog gecorrigeerd kan worden waardoor de lening niet meer onzakelijk is maar weer in lijn is met het at arm s length beginsel. Het corrigeren van de onzakelijke voorwaarden tast het karakter van de geldlening niet aan. Uit de jurisprudentie is ook gebleken dat onzakelijkheid gecorrigeerd moet worden naar zakelijkheid, de correctie wordt veelal gedaan in de vergoedingensfeer namelijk door aanpassing van de rente. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het Zweeds grootmoederarrest 18 waarin een Nederlandse kleindochter een renteloze lening ontving van haar Zweedse grootmoeder. Vanwege concernbelangen werd er geen 12 Art.8b lid 1 Wet Vennootschapsbelasting Art. 8b lid 1 Wet Vennootschapsbelasting Art. 8b lid 2 Wet Vennootschapsbelasting Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, onderdeel Zie ook kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, onderdeel Administratieverplichting is vastgelegd in art. 8b lid 3 Wet Vennootschapsbelasting HR 31 mei 1978, nr , BNB 1978/

14 rentevergoeding gevraagd, de Hoge Raad oordeelde dat er een (fictieve) rente bepaald moest worden aangezien de renteloosheid onzakelijk was. De Hoge Raad heeft het terminologische onderscheid tussen een onzakelijke lening en een lening met onzakelijke voorwaarden heel helder aangebracht in een arrest van 13 januari In dit arrest 19 had belanghebbende geld geleend aan zijn holding, op een gegeven moment wilde hij een afwaarderingsverlies nemen. De Hoge Raad oordeelde 20, net als het Hof en A-G Niessen, dat het afwaarderingsverlies genomen mocht worden omdat belanghebbende op het moment van verstrekken van de geldlening van mening was en ook redelijkerwijs van mening kon zijn dat er voldoende zekerheid bestond dat de holding het geld zou terugbetalen. Op het moment van het verschaffen van de lening was er niets aan de hand, het leek waarschijnlijk dat het geld terugbetaald zou worden ondanks dat er door de holding geen zekerheden waren afgegeven. In dat geval is er sprake van een lening met onzakelijke voorwaarden en niet van een onzakelijke lening. Bij een lening met onzakelijke voorwaarden kan de onzakelijkheid nog gecorrigeerd worden door aanpassing van de rente waardoor een eventueel ontstaan afwaarderingsverlies fiscaal aftrekbaar is. Bij een onzakelijke lening is de onzakelijkheid niet meer te corrigeren in de vergoedingensfeer en daardoor is de rente en een eventueel afwaarderingsverlies niet aftrekbaar. 19 HR 13 januari 2012, LJN BP8068, BNB 2012/ HR 13 januari 2012, LJN BP8068, BNB 2012/79., r.o

15 Hoofdstuk 4 De onzakelijke lening in en na BNB 2008/ Inleiding De Hoge Raad wees op 9 mei 2008 in BNB 2008/191 een arrest waarin de onzakelijke lening aan bod kwam. Het was een vrij kort arrest, met geen conclusie door een Advocaat-Generaal. Dit duidt erop dat noch de Kamer noch de Hoge Raad het idee had dat ze met iets zeer afwijkends te maken hadden. 4.2 BNB 2008/191 Het ging in dit arrest om een lening van een dochtermaatschappij aan een moedermaatschappij. De moedermaatschappij had nog meer dochtermaatschappijen en boven de moedermaatschappij zitten certificaathouders. Er is een groepje certificaathouders dat uitgekocht wil worden. Ze hadden de certificaten kunnen verkopen aan de certificaathouders die blijven zitten maar hier was geen geld voor. De moedermaatschappij wilde de certificaten wel inkopen maar de moedermaatschappij had hier eveneens geen geld voor, de dochtermaatschappij bezat wel voldoende liquide middelen. Zodoende leende de moedermaatschappij een bedrag van de dochtermaatschappij waarmee de moedermaatschappij via een opgerichte overnameholdingvennootschap de certificaten koopt. De moedermaatschappij moet vervolgens het geleende bedrag gaan terugbetalen. Er is echter geen schriftelijke overeenkomst, geen aflossingsschema, terwijl er wel jaarlijks rente wordt bijgeschreven. Uit de jaarlijks bijgeschreven rente kan men afleiden dat partijen kennelijk een lening bedoelden overeen te komen. De moedermaatschappij had als bedoeling om in de aangifte vennootschapsbelasting 2000, net als in de aangifte vennootschapsbelasting 1999, een aanvullende voorziening te treffen ter zake van de lening. De moedermaatschappij wilde de vordering afwaarderen. De inspecteur accepteerde de dotatie aan de voorziening in 2000 niet omdat de lening van de moedermaatschappij aan de overnameholding geen zakelijke lening zou zijn. Hof Arnhem heeft aangegeven dat de aanleiding voor de lening en de vorm van de lening beide onzakelijk zijn. Het uitkopen van de certificaathouders is volgens het Hof niet zakelijk te noemen, eveneens is het ontbreken van een leningsovereenkomst, aflossingsschema en het vragen en verstrekken van zekerheden niet gelegen in de zakelijke sfeer. Kortom, het Hof concludeerde dat de geldverstrekking niet zakelijk is waardoor de afwaardering niet ten laste van het resultaat kan komen. 4.3 Oordeel van de Hoge Raad De Hoge Raad oordeelde dat een onafhankelijke derde onder de gestelde voorwaarden en omstandigheden, vooral het feit dat er geen zekerheid werd gevraagd en verstrekt, geen lening verstrekt zou hebben. Daardoor mocht de dochtervennootschap het afwaarderingsverlies op de lening 15

16 niet nemen omdat het aandeelhoudersbelang is gediend bij het lopen van het debiteurenrisico. 21 De Hoge Raad omschrijft de onzakelijke lening als volgt: Indien en voor zover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, moet behoudens bijzondere omstandigheden- ervan worden uitgegaan dat die vennootschap dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst van die vennootschap kan worden gebracht. 22 Het gevolg van een onzakelijke lening is dat het afwaarderingsverlies niet in de winstsfeer valt en daardoor niet aftrekbaar is. Volgens de Hoge Raad mag de moedermaatschappij de vordering niet afwaarderen omdat er een te hoog debiteurenrisico werd gelopen. Er zijn echter te weinig bewijsstukken om dit fiscaal ook als een lening te behandelen aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat het afwaarderingsverlies dat belanghebbende claimde niet aftrekbaar is. De redactie van Vakstudie Nieuws meent dat de Hoge Raad met dit arrest een novum heeft gecreëerd, namelijk het bestaan van een geldlening die civielrechtelijke en fiscaal zo gezien wordt, maar geen aftrekbaar afwaarderingsverlies oplevert. 23 Albert is het eens met het oordeel van de Hoge Raad en kan zich vinden in de wijze waarop de Hoge Raad oordeelt dat het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening niet ten laste van de winst gebracht kan worden De openstaande vragen naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad Het opvallende aan dit arrest is dat het eigenlijk niets nieuws bracht. Uit eerdere jurisprudentie is ook al gebleken dat men een vordering niet mocht afwaarderen als er een onzakelijk debiteurenrisico werd gelopen. Toch is er veel onrust ontstaan na dit arrest, vele artikelen werden gepubliceerd waaruit bleek dat men met veel vragen achter bleef. Hierna wordt de stand van zaken gegeven na BNB 2008/191 en voor uitspraak van de Hoge Raad uit Zie ook M.L. Molenaars en R.A. de Boer, Het onzakelijkeleningenarrest van 9 mei 2008; een exegese, MBB 2008/ HR 9 mei 2008, LJN BD1108, BNB 2008/191, r.o Redactie Vakstudie-Nieuws V-N 2008/ Noot bij HR 9 mei 2008, LJN BD1108, BNB 2008/

17 4.4.1 Wanneer is er sprake van een onzakelijke lening? Zoals eerder in hoofdstuk twee is vermeld dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen het verschaffen van een lening en het verschaffen van kapitaal. Indien geoordeeld wordt dat de geldverstrekking fiscaal gezien wordt als het verschaffen van een lening, kan er onder bepaalde voorwaarden sprake zijn van een onzakelijke lening. A-G Wattel concludeert dat de onzakelijke lening uit twee soorten onzakelijke leningen bestaat, namelijk de lening met rentecorrigeerbare onzakelijke voorwaarden (hierna: OR-leningen) en de lening met niet-rentecorrigeerbaar onzakelijk debiteurenrisico (hierna ODR-lening). 25 De OR-lening is een lening tussen gelieerde partijen met slechts een onzakelijke rente, deze lening kan zakelijk worden gemaakt door de rente naar boven te corrigeren. De ODR-lening is volgens Wattel een lening tussen gelieerde partijen waarbij er geen adequate zekerheden worden verstrekt die niet uitsluitend de aandeelhoudersmotief dienen. Hij onderscheid twee soorten ODR-leningen, namelijk de ODR-lening die prijsonzakelijk is en de ODR-lening die hoofdsom onzakelijk zijn. 26 De ODR-lening die prijsonzakelijk is, is een lening waarvan het onzakelijke debiteurenrisico weggenomen kan worden door aanpassing van de rente. Met de ODR-lening die hoofdsom onzakelijk is, doelt A-G Wattel op de problematiek rondom de onzakelijke lening. Bij deze ODR-lening ontbreekt het aan voldoende zekerheden en is aanpassing van de rente niet voldoende om de lening zakelijk te maken. A-G Wattel geeft drie manieren aan waarop de onzakelijke lening, in zijn bewoordingen de ODRlening die hoofdsom onzakelijk is, zakelijk te maken is. 1. Op het moment van aangaan van de lening kan er een schatting gemaakt worden welk gedeelte een onzakelijk risico is en dit bedrag is dan aan te merken als storting of als onttrekking. Kortom, eerst een schatting maken en dan een gedeeltelijke herkwalificatie van lening naar kapitaal. 2. Een andere manier om de onzakelijke lening te corrigeren naar zakelijk is door de beloning voor de crediteur aan te passen tot een zeer hoog aandeel in de winst. 3. De laatste manier die Wattel beschrijft is een correctie door een eventuele afwaardering op de ODR-lening niet aftrekbaar te laten zijn indien het onzakelijke debiteurenrisico tot realisatie komt. Wattel stelt voor om de rente die de crediteur ontvangt te corrigeren naar een rente die past bij een zakelijke lening. Er zijn dus verschillende oplossingen denkbaar hoe een onzakelijke lening moet worden gecorrigeerd. Deze oplossingen zijn in de literatuur dan ook een veelbesproken onderwerp. 25 A-G Wattel in de conclusie van 14 juli 2010, LJN BN A-G Wattel in de conclusie 14 juli 2010, LJN BN3442, onderdeel

18 In bovenstaande is de definitie van een onzakelijke lening in de ogen van A-G Wattel behandeld, er zijn echter meer opvattingen over de definitie van een onzakelijke lening in de literatuur te vinden. Hierna zullen er enkele worden besproken. Peeters is eveneens van mening dat er verschillende soorten onzakelijke leningen zijn. Hij verdeelt de onzakelijke lening onder in een hoofdsomonzakelijke lening, een transactioneelonzakelijke lening en een prijsonzakelijke lening. 27 De prijsonzakelijke lening is eenvoudig zakelijk te maken door de prijs, de rentevergoeding, te corrigeren naar een zakelijke rentevergoeding. Met de transactioneelonzakelijke lening bedoelt Peeters de lening die vanaf het begin (geheel of gedeeltelijk) moet worden geherkwalificeerd als kapitaal. Onder de hoofdsomonzakelijke lening verstaat Peeters een lening waarvan de overeengekomen voorwaarden niet zakelijk zijn waardoor een onafhankelijke derde onder dezelfde voorwaarden geen lening zou zijn aangegaan. 28 Volgens Peeters is er bij een hoofdsomonzakelijke lening in ieder geval sprake van een te lage rente, is er geen aflossingsschema overeengekomen en heeft de debiteur geen zekerheden verstrekt en heeft de crediteur deze niet gevraagd. De hoofdsomonzakelijke lening komt overeen met het begrip onzakelijke lening zoals die in de rest van deze thesis wordt genoemd. Peeters heeft een tienstappenplan opgezet om te kunnen beoordelen wanneer er sprake is van een onzakelijke lening. 29 Dit tienstappenplan is een verdieping van twee kernvragen. Om redenen van eenvoud worden hier alleen de twee kernvragen genoemd. De eerste kernvraag, die volgens Peeters gesteld moet worden, is de vraag of het materieel om eigen vermogen gaat. Indien het antwoord ontkennend luidt komt men toe aan vraag twee, of de voorwaarden van de lening zakelijk zijn. Van Sprundel en Van Strien gebruiken geen tienstappenplan om te beoordelen of er sprake is van een onzakelijke lening, zij vatten het tienstappenplan van Peeters samen tot een tweestappenplan. 30 Deze twee stappen komen in feite overeen met de twee kernvragen van Peeters. De eerste stap, die volgens Van Sprundel en Van Strien genomen dient te worden, is te beoordelen of de geldverstrekking kwalificeert als het verstrekken van een lening of van kapitaal. Zij geven aan dat BNB 1988/217, behandeld in hoofdstuk twee, hierbij leidend is. Kortom, als er civielrechtelijk sprake is van een geldlening, wordt dit fiscaal gevolgd tenzij er sprake is van een bodemlozeputlening, deelnemerschapslening of een schijnlening. Is een van deze uitzonderingen van toepassing dan wordt 27 P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (II): één term met verschillende betekenissen?! (deel 2; beoordelingskader), WFR 2010/ P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (I): één term met verschillende betekenissen?! (deel 1; openstaande rechtsvragen),wfr 2010/ P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (II): één term met verschillende betekenissen?! (deel 2; beoordelingskader), WFR 2010/ D.E. van Sprundel en J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijke lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/

19 er fiscaal vanuit gegaan dat er sprake is van kapitaalverschaffing en wordt de rentebetaling fiscaal behandeld als het verstrekken van een dividend. De tweede en daarmee laatste stap hoeft alleen genomen te worden als uit stap één blijkt dat sprake is van een lening. Er moet namelijk worden beoordeeld in hoeverre de voorwaarden die zijn overeengekomen als onzakelijk kunnen worden aangemerkt. Met andere woorden, tijdens deze stap wordt bekeken of er andere voorwaarden zijn overeengekomen dan tussen onafhankelijke derden gebruikelijk zou zijn. Het kan zijn dat uit de tweede stap blijkt dat de rentevergoeding niet zakelijk is. In dat geval kan het zakelijke gedeelte van de rentevergoeding volgens de normale regels van de winstbepaling bij de crediteur als opbrengst worden belast en bij de debiteur als kostenpost in aanmerking genomen worden. Het verschil tussen de zakelijke vergoeding en de onzakelijke vergoeding moet buiten de fiscale winst gehouden worden, het verschil wordt aangemerkt als verkapt dividend of als een informele kapitaal-storting. Uit de tweede stap kan ook volgen dat er onzakelijkheden met betrekking tot het stellen van (voldoende) zekerheden zijn. Van Sprundel en van Strien maken onderscheid tussen drie situaties waarin er onvoldoende zekerheden worden gesteld. 31 In het eerste geval heeft de debiteur wel de mogelijkheden om voldoende zekerheden te verstrekken maar heeft dit om onzakelijke redenen niet gedaan. Het onzakelijke aspect is dus het niet verstrekken van voldoende zekerheden waardoor de crediteur een eventuele waardedaling van de vordering fiscaal niet als last mag nemen. In de tweede situatie heeft de debiteur eveneens de mogelijkheden om voldoende zekerheden te verstrekken maar doet dit niet vanwege zakelijke redenen. Het onzakelijke aspect is hier niet aanwezig waardoor een eventueel afwaarderingsverlies genomen kan worden. Ten slotte is er de situatie waarin de debiteur niet de mogelijkheid had om voldoende zekerheden te verstrekken. Indien een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest om met dezelfde onvoldoende zekerheden een lening te verstrekken, ervan uitgaande dat de onafhankelijke derde een hogere rentevergoeding bedingt om de onvoldoende zekerheden te compenseren, is het ontbreken van zekerheden geen onzakelijke voorwaarde. Het enige wat onzakelijk zou kunnen zijn is de rentevergoeding, de debiteur en crediteur kunnen een ander percentage overeengekomen dan de onafhankelijke derde zou zijn overeengekomen. In dat geval zou de crediteur wel een eventueel afwaarderingsverlies kunnen nemen, de rente dient wel gecorrigeerd te worden naar een zakelijk percentage. 31 D.E. van Sprundel en J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijke lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/

20 Het is hierbij wel van belang dat de rente niet achteraf gecorrigeerd wordt, uit een uitspraak van het Hof 32 blijkt dat de waardedaling in dat geval niet aftrekbaar is. Het achteraf verhogen van de overeengekomen rente leidde in deze uitspraak volgens het Hof tot het aanvaarden van een nog hoger debiteurenrisico. Er zijn in de literatuur verschillende manieren om tot de conclusie te komen of een lening tussen gelieerde partijen gekwalificeerd moet worden als een onzakelijke lening. De hierboven beschreven manieren komen erop neer dat er in eerste instantie gekeken moet worden of het gaat om kapitaal of om een lening, met andere woorden is er sprake van eigen of vreemd vermogen. Een lening kwalificeert als kapitaal indien er sprake is van een van de drie uitzonderingen uit BNB 1988/217. Vervolgens moet er gekeken worden of de voorwaarden die zijn overeengekomen zakelijk zijn. Als er tussen de gelieerde partijen voorwaarden zijn overeengekomen die tussen onafhankelijke derden niet tot stand zouden zijn gekomen, kan ervan uitgegaan worden dat de vennootschap dit debiteurenrisico heeft genomen om het belang van de aandeelhouder als zodanig te dienen Kan er sprake zijn van een onzakelijke lening omlaag? Volgens Peeters zou BNB 2008/191 volgens de gedachte van het arm s-lengthbeginsel ook moeten gelden voor de lening omlaag. Hij is geen indicatie tegen gekomen waaruit blijkt dat het arms slengthbeginsel alleen geldt bij een lening omlaag. 33 De redactie van Vakstudie Nieuws noemde het arrest van 9 mei 2008 een gelegenheidsarrest. Zij hoopte dat de uitkomst van het arrest niet zou gelden in de situatie van een lening omlaag maar uitsluitend in de minder vaak voorkomende lening omhoog gevallen. 34 Ligthart beschouwde dit arrest niet als een gelegenheidsarrest en daardoor past het volgens hem prima in de lijn van de bestaande jurisprudentie. 35 De samenstellers van de Cursus Belastingrecht zijn van mening dat het concept van de onzakelijke lening uit BNB 2008/191 eveneens van toepassing is op de andere variant, namelijk de onzakelijke lening omlaag. 36 A-G Wattel concludeerde dat eliminatie van aandeelhoudersinvloeden, de ratio uit BNB 2008/191, net zo goed van toepassing is op de onzakelijke leningen opzij en omlaag. Bij de onzakelijke lening omlaag heeft de moeder het debiteurenrisico aanvaard als aandeelhouder. Wattel geeft aan dat er van een verkapt dividend of onttrekking geen sprake is maar van een verkapte storting Hof Arnhem 26 oktober 2010, LJN, NTFR 2010/ P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (I): één term met verschillende betekenissen?! (deel 1; openstaande rechtsvragen), WFR 2010/ Redactie Vakstudie-Nieuws V-N 2008/ N.M. Ligthart, De zakelijkheid van een onzakelijke lening, NTFRB Cursus belastingrecht Vennootschapsbelasting, onderdeel B.e1.IV 37 Conclusie A-G Wattel 14 juli 2010, nr 08/05323, onderdeel 7. 20

21 Albert geeft aan dat theoretisch gezien de onzakelijke lening omlaag anders behandeld moet worden omdat de moedermaatschappij handelt in twee hoedanigheden, namelijk als aandeelhouder en als crediteur, waardoor de onzakelijke lening eigenlijk gesplitst dient te worden in een onzakelijk en een zakelijk deel. 38 In de praktijk is dit volgens hem uiterst lastig en daardoor is het volgens Albert denkbaar dat de Hoge Raad de onzakelijke lening omlaag op dezelfde manier, volgens dezelfde stappen, behandeld als de onzakelijk lening omhoog. Vele auteurs zijn van mening dat de onzakelijke lening omlaag op dezelfde manier benaderd moet worden als BNB 2008/191, de onzakelijke lening omhoog. Er is echter nog geen jurisprudentie inzake de onzakelijke lening omlaag verschenen Behoort de onzakelijke lening tot een vierde categorie? Zoals in hoofdstuk twee al werd aangegeven is in beginsel de civielrechtelijke vorm van de geldverstrekking beslissend tenzij er sprake is van één van de drie uitzonderingen uit BNB 1988/217 namelijk een schijnlening, een bodemlozeputlening of een deelnemerschapslening. De onzakelijke lening is volgens Molenaars en De Boer 39 en Heithuis 40 geen nieuwe tussencategorie tussen eigen en vreemd vermogen. Met tussencategorie wordt gedoeld op het feit dat de onzakelijke lening niet geherkwalificeerd wordt maar dat de fiscale behandeling wel plaatsvindt in de kapitaalsfeer. Heithuis geeft aan dat dit zijns inziens niet past in het systeem van de wet. Een onzakelijke lening blijft volgens Van Sprundel en Van Strien een lening, een herkwalificatie naar kapitaal kan volgens hen alleen plaatsvinden op het beoordelingsmoment waarbij gekeken wordt of het gaat om een kapitaalverschaffing of om een lening. Het feit dat er onzakelijkheden in de lening zitten kan volgens hen niet leiden tot herkwalificatie van een lening naar kapitaal. Volgens Van Sprundel en Van Strien is er daarom geen sprake van een vierde categorie. 41 Engelen en Van Scharrenburg zien de onzakelijke lening als een bodemlozeputlening, die daardoor zou moeten kwalificeren als kapitaal. 42 De omstandigheid dat het verlies op een ander moment vaststaat is een feitelijk verschil en rechtens niet relevant. Fiscaal zou volgens Engelen en Van Scharrenburg de onzakelijke lening als kapitaal behandeld moeten worden en daardoor behoren tot een vierde categorie. 38 P.G.H. Albert, Is verlies op onzakelijke lening omlaag aftrekbaar?, WFR 2008/ M.L. Molenaars en R.A. de Boer, Het onzakelijkeleningenarrest van 9 mei 2008; een exegese, MBB 2008/ E.J.W. Heithuis, Onzakelijke leningen. Een nieuw fenomeen of oude wijn in nieuwe zakken?, MBB 2008/ D.E. van Sprundel en J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijk lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/ F.A. Engelen en R. van Scharrenburg, Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting, WFR 2008/

22 4.4.4 Kwalificeert een niet aftrekbaar afwaarderingsverlies als een winstuitdeling of een kapitaalstorting? En op welk moment? De Hoge Raad heeft in BNB 2008/191 geoordeeld dat het afwaarderingsverlies op de onzakelijke lening omhoog niet aftrekbaar is. De vraag die in de literatuur opspeelde is of dit afwaarderingsverlies kon leiden tot een winstuitdeling (bij een onzakelijke lening omhoog) of kapitaalstorting (bij een onzakelijke lening omlaag). Indien dit het geval is, op welk moment vindt deze uitdeling of storting dan plaats? Is dat op het moment van verstrekken van de lening, afwaarderen van de lening, kwijtschelding van de lening of op moment van liquidatie? A-G Wattel erkent dat er in de literatuur discussie is ontstaan over de vraag of het niet aftrekbaar zijn van het afwaarderingsverlies leidt tot een informele kapitaalstorting en verhoging van het voor de deelneming opgeofferde bedrag (in geval van een lening omlaag). 43 Peeters twijfelt of bij het aanwezig zijn van een niet aftrekbaar afwaarderingsverlies er dan ook sprake kan zijn van een winstuitdeling of kapitaalstorting, vooral omdat de vereiste vermogensverschuiving ontbreekt. 44 Wattel concludeert dat een juiste benadering er toe zou leiden dat op het moment van verschaffen van de lening een schatting gemaakt moet worden van het bedrag dat niet meer terug te ontvangen is. 45 Op dat moment zou er voor het bedrag dat niet meer terug te ontvangen is, en wat niet voor afwaardering in aanmerking komt, volgens hem sprake zijn van een informele kapitaalstorting. Volgens hem zou de Hoge Raad niet voor deze werkwijze hebben gekozen omdat het niet praktisch is. Van Sprundel en Van Strien vinden dit standpunt discutabel, er kan volgens hen geen sprake zijn van een kapitaalstorting omdat er op dat moment nog geen definitieve vermogensverschuiving heeft plaatsgevonden. 46 Indien op het moment van verstrekken van de lening omhoog duidelijk is dat de debiteur het bedrag niet kan terugbetalen is er volgens Albert sprake van een winstuitdeling. Dit kan alleen als met volledige zekerheid kan worden vastgesteld dat het bedrag niet terugbetaald wordt. 47 Egelie meent dat op het moment van verstrekken van de lening er geen fiscale gevolgen plaatsvinden, er wordt volgens hem geen storting of winstuitdeling geconstateerd op het moment van verstrekken. 48 Hij geeft aan dat het mogelijk is dat de fiscale gevolgen uitblijven, het kan namelijk zo zijn dat de 43 A-G Wattel in de conclusie 14 juli 2010, LJN BN3442, onderdeel P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (I): één term met verschillende betekenissen?! (deel 1; openstaande rechtsvragen),wfr 2010/ A-G Wattel in de conclusie 14 juli 2010, LJN BN D.E. van Sprundel en J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijk lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/ P.G.H. Albert, Is de afwaardering van een onzakelijke lening aftrekbaar?, NTFR 2007/ W.F.E.M. Egelie, De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, NTFR 2008/

23 lening wordt afgelost. Egelie geeft eveneens aan dat van een verarming en dus vermogensverschuiving geen sprake is zolang er niet wordt afgewaardeerd. Wattel komt verderop in zijn conclusie al redenerend tot zijn oordeel dat op het moment van afwaarderen van de vordering een kapitaalstorting aangenomen moet worden. Een kapitaalstorting op het moment van verstrekken van de lening zou vanwege de al eerder genoemde praktische overwegingen niet haalbaar zijn. 49 In deze conclusie kunnen Van Sprundel en Van Strien zich ook niet vinden. Er is naar hun mening nog steeds geen sprake van een definitieve vermogensverschuiving omdat bij het afwaarderen van de vordering de terugbetalingsverplichting nog steeds in stand blijft. 50 Afwaardering van een onzakelijke lening omlaag is volgens Egelie een informele kapitaalstorting. 51 Realisatie van het debiteurenrisico bij de onzakelijke lening omhoog is volgens Egelie een winstuitkering. De schrijvers van de Cursus Belastingrecht hebben hetzelfde standpunt als Van Sprundel en Van Strien, d.w.z. dat er op het moment van afwaarderen van de lening nog geen storting plaats vindt omdat de terugbetalingsverplichting nog steeds bestaat. 52 De schrijvers van de Cursus Belastingrecht geven aan dat er een storting op het moment van liquidatie plaatsvindt. Peeters geeft aan dat er in geval van liquidatie van de debiteur volgens hem nog steeds geen sprake is van een definitieve vermogensverschuiving omdat de debiteur er op dat moment nog steeds niet vanuit kan gaan dat hij niet meer terug hoeft te betalen. 53 Dit was ook het geval in het Fokker II arrest 54 waarbij de Hoge Raad bepaalde dat een faillissement niet automatisch leidt tot het nemen van winst bij de debitrice door vrijval van haar schulden. Mijns inziens is er alleen op het moment van kwijtschelden sprake van een kapitaalstorting. Dan is er immers pas sprake van een definitieve vermogensverschuiving. Op het moment dat de vordering wordt afgewaardeerd kan er volgens mij nog geen definitieve vermogensverschuiving zijn omdat de terugbetalingsverplichting nog steeds aanwezig is. De schuld staat immers bij de debiteur ook nog steeds voor de nominale waarde op de balans. 49 A-G Wattel in de conclusie 14 juli 2010, LJN BN D.E. van Sprundel en J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijk lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/ W.F.E.M. Egelie, De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, NTFR 2008/ Cursus belastingrecht Vennootschapsbelasting, onderdeel E.e4. 53 P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur (II): één term met verschillende betekenissen?! (deel 2; beoordelingskader), WFR 2010/ HR 18 oktober 2002, LJN BI8100, BNB 2003/44. 23

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening Bachelor Thesis De onzakelijke lening Naam : Erkan Er Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s915916 Datum : 26 april 2010 Begeleider/ coördinator : prof. dr.j.a.g.van der Geld Coördinator

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2?

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Fiscale Economie De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht MASTERSCRIPTIE Fiscaal Recht HET EINDE IN ZICHT?! Beantwoording van de laatste openstaande (hoofd)vragen omtrent het leerstuk van de ODR-lening Auteur: R.P.C. Linders Administratienummer: 465163 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening: hoe nu verder? Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: 27-05-2014 Auteur: prof. mr. dr. P.G.H.

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Masterscriptie studiejaar 2009/2010 Paul Kalapnathsing, 0343048 Student fiscale economie 1 e begeleider: dr. J.L. van de Streek

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Sana Ameziane 16 november 2016 Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? Auteur

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E.

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E. Bachelor Thesis De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. Naam : Y.G.M.E. (Ynte) Rasenberg Studierichting : Fiscale economie Administratienummer

Nadere informatie

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering

Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering Masterscriptie Fiscale economie Erasmus Universiteit Rotterdam Auteur: H.M.M.M. (Hervé) van Oosterhout Onder begeleiding van: R.C. de Smit MSc

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2011:BN3442

ECLI:NL:PHR:2011:BN3442 ECLI:NL:PHR:2011:BN3442 Instantie Datum uitspraak 25-11-2011 Datum publicatie 25-11-2011 Zaaknummer 08/05323 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Vraag 1 (4 punten) In

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico 1 Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico De reikwijdte van artikel 3.94 Wet inkomstenbelasting 2001 Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Fiscale Economie, reguliere

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Coen Twigt 328128 Fiscale Economie Erasmus School of Economics Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:BW6552 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/02248

ECLI:NL:PHR:2013:BW6552 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/02248 ECLI:NL:PHR:2013:BW6552 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 15-03-2013 Datum publicatie 15-03-2013 Zaaknummer 11/02248 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS BSC FISCALE ECONOMIE Fiscale kwalificatie van eigen vermogen Fiscaalrechtelijke gevolgen van een civielrechtelijke benadering ABSTRACT: Dit onderzoek

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak

De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak Diederik Kales H. Vermeulen 5782031 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen?

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? De definitie en consequenties van de onzakelijke lening vergeleken met andere vermogensverstrekkingen Derrick Bijker VOORWOORD a SAMENVATTING

Nadere informatie

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV?

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV? Oefententamen VPB (2) BLR4.2 FACBLR0142/8342/9042 jan 2010 Vraagstuk 1 Manager BV heeft in 2002 een tweetal deelnemingen aangeschaft, te weten Betonwerken BV en IJzerwerken BV. Voor Betonwerken BV betaalde

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15 Inhoudsopgave Inhoudsopgave.. Voorwoord... 1 1. Lenen van en aan de BV... 3 1.1. Rechtspersoon... 4 1.1.1. Voorbeeld fiscale gevolgen bij drie mogelijke opnames... 5 1.1.2. Van en aan de BV... 5 1.1.3.

Nadere informatie

Onzakelijke garanties en borgstellingen

Onzakelijke garanties en borgstellingen Onzakelijke garanties en borgstellingen Rechtbank Arnhem dd 5 augustus 2008, nr AWB 08/1406, LJN BN3301 Hof Arnhem 15 maart 2011, nr 10/00431, LJN BP9846, NTFR 2011/850 met noot Horzen, V-N2011/28.1.2.

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

1 Cassatiemiddelen. X fl c t> 'C. 1.1 Inleiding. Edelhoogachtbaar college,

1 Cassatiemiddelen. X fl c t> 'C. 1.1 Inleiding. Edelhoogachtbaar college, Edelhoogachtbaar college, Op 6 november 2013 is namens BV (hierna: BV)MB beroep in cassatie aangetekend tegen de gecombineerde uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) van 26 september

Nadere informatie

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl Deze hand-out betreft de sheets van een lezing die is verzorgd ten behoeve van het BRA Eindejaar seminar Fiscale kringen op 10 december 2015. Gezien de aard betreft dit geen volledige behandeling van het

Nadere informatie

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep.

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Master Thesis Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Naam : Marc Wolters Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : S233041 Datum : augustus 2009 Examencommissie : Prof. dr. J.A.G. van der

Nadere informatie

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Inleiding Obligatieleningen kunnen, al dan

Nadere informatie