De onzakelijke lening: hoe nu verder?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De onzakelijke lening: hoe nu verder?"

Transcriptie

1 Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: Auteur: prof. mr. dr. P.G.H. Albert [1] Wetingang: art. 8b Wet Vpb 1969, BNB 2008/91, BNB 2012/37, BNB 2013/170, BNB 2014/98 De onzakelijke lening: hoe nu verder? De onzakelijke lening houdt de fiscale gemoederen sinds zes jaar bezig (HR 9 mei 2008, BNB 2008/191). Reden voor een terugblik en een vooruitblik. 1Inleiding De onzakelijke lening houdt de fiscale gemoederen sinds zes jaar bezig (HR 9 mei 2008, BNB 2008/191). Reden voor een terugblik en een vooruitblik. De terugblik bestaat uit een beschouwing over de vraag in hoeverre het concept van de onzakelijke lening past in de Wet VPB 1969 en welke alternatieven er waren geweest (onderdeel 2). De vooruitblik bestaat uit een bespreking van de (volgens mij) twee belangrijkste vraagpunten die op dit moment nog aan de onzakelijke lening kleven (onderdeel 3 en 4). Ik sluit af met een samenvatting (onderdeel 5). 2Het fiscaaltheoretisch concept van de onzakelijke lening Het concept van de onzakelijke lening, zoals uiteengezet in het standaardarrest BNB 2012/37, ontmoet in de literatuur veel weerstand en onbegrip. Meussen [2] spreekt van een catastrofale ontwikkeling in de fiscale rechtspraak, Bruins Slot [3] over een fiscaal karrenspoor, Van den Hurk [4] meent dat de Hoge Raad het paard achter de wagen spant, volgens Heithuis [5] kan de onzakelijkeleningjurisprudentie beter ten grave worden gedragen en volgens Arts [6] draagt de fiscus door de onzakelijkeleningjurisprudentie niet mee in het risico van hoog risicovolle maar zakelijke leningen, maar profiteert wel ten volle als het goed gaat. Gelet op de vrij massale kritiek [7], dringt de vraag zich op of het concept van de onzakelijke lening past in de bestaande wettelijke kaders en welke alternatieven er zijn (of er waren geweest). Eerst ga ik in op de onzakelijke lening omhoog, dan op de onzakelijke lening omlaag. De fiscaaltheoretische fundering van de onzakelijke lening en de meest voor de hand liggende alternatieven bespreek ik in beide gevallen aan de hand van een eenvoudige casus. 2.1 Onzakelijke lening omhoog In NTFR 2007/1160 en WFR 2008/1226 schreef ik dat onzakelijke leningen voor de heffing van vennootschapsbelasting in twee categorieën kunnen worden ingedeeld: een lening omhoog: een lening die een vennootschap verstrekt aan haar aandeelhouder of aan een zustermaatschappij (de geldverstrekker heeft slechts één hoedanigheid ten opzichte van de gelieerde debiteur: crediteur); een lening omlaag: een lening die een vennootschap verstrekt aan haar (klein)dochtermaatschappij (de geldverstrekker staat in twee hoedanigheden tot de gelieerde debiteur: crediteur en aandeelhouder). Het onderscheid tussen een onzakelijke lening omhoog en een onzakelijke lening omlaag is van belang, omdat de theoretische fundering van de niet-aftrekbaarheid van het afwaarderingsverlies wezenlijk verschilt. [8] Dan nu de casus over een onzakelijke lening omhoog. Casus Rogier (29), die tijdens zijn studententijd parttime in de horeca heeft gewerkt, heeft na het voortijdig afbreken van zijn derde studie het idee opgevat een grand café te beginnen. Er blijkt evenwel een groter 1

2 startkapitaal benodigd dan hij had verwacht (vooruitbetaling huur, gebruiksklaar maken pand, investering in keuken, reclamekosten). Bij de bank hoeft hij niet aan te kloppen zonder ervaring, zonder concreet bedrijfsplan en zonder eigen geld. De holding (hierna: H) van zijn vader, een geslaagd zakenman, is bereid hem een lening van te verstrekken tegen 4% rente. Vraag Wat zouden binnen de bestaande wettelijke kaders de wenselijke fiscale gevolgen zijn van de geldverstrekking door H aan Rogier? Ik beperk me hierbij tot de belangrijkste kwestie: wat zijn (binnen de bestaande wettelijke kaders) de wenselijke fiscale gevolgen als na verloop van tijd blijkt dat Rogier de lening niet kan terugbetalen? Zou het verlies voor H aftrekbaar moeten zijn? Opvatting 1: afwaarderingsverlies aftrekbaar (er is nu eenmaal sprake van vreemd vermogen) Op het moment van de geldverstrekking vindt er geen winstuitdeling plaats, omdat H (vader) de (wellicht te optimistische) verwachting heeft dat het grand café een succes wordt en dat de lening wordt terugbetaald. De leningverstrekking vormt derhalve geen winstuitdeling. Omdat er sprake is van vreemd vermogen, behoort het verlies op de lening in aftrek te komen. Fiscaaltechnisch bezwaar tegen opvatting 1 De opvatting dat het verlies aftrekbaar behoort te zijn, omdat sprake is van vreemd vermogen, gaat eraan voorbij dat het verlies enkel heeft kunnen ontstaan doordat de crediteur en debiteur gelieerde partijen zijn. H zou nimmer hebben uitgeleend aan iemand die in dezelfde feitelijke omstandigheden als Rogier verkeerde, maar ongelieerd zou zijn aan haar enig aandeelhouder (vader). Omgekeerd, Rogier zou van een onafhankelijke derde nimmer een lening van hebben kunnen krijgen tegen een vaste rente. Bij transacties tussen gelieerde partijen (waaronder het verstrekken van leningen) ligt in het wettelijke systeem een zakelijkheidstoets besloten. Die zakelijkheidstoets gaat verder dan toetsing aan het bodemlozeputcriterium. Opvatting 2: afwaarderingsverlies niet aftrekbaar (privéverlies) Het verlies dat H op de lening lijdt, behoort niet in mindering op de fiscale winst van H te komen, omdat de oorzaak van dat verlies in de privésfeer van vader ligt. Hoe kan deze oplossing (privéverlies, geen zakelijk verlies) binnen de bestaande wetgeving worden gerealiseerd? Dat zou kunnen door de vordering van H op Rogier niet als ondernemingsvermogen van H te erkennen. De nieterkenning van ondernemingsvermogen komt in conflict met art. 2 lid 5 Wet VPB Niet met de tekst ervan, maar wel met de uitleg die de Hoge Raad aan de tekst heeft gegeven: al het vermogen van een BV is per definitie ondernemingsvermogen; een BV heeft geen privévermogen (HR 17 december 1980, BNB 1981/29). [9] Een andere mogelijkheid om de vordering van H op Rogier, niet als ondernemingsvermogen van H te erkennen, is een (verkapte) winstuitdeling in aanmerking te nemen: H keert de vordering op Rogier om niet uit aan vader. Deze redenering spreekt niet aan vanwege de inbreuk op de juridische werkelijkheid (niet vader is de schuldeiser, maar H). Een winstuitdeling zou wel aan de orde zijn als op het moment van de leningverstrekking al duidelijk is dat Rogier de lening niet kan of zal terugbetalen. Maar daarvan is geen sprake: partijen hebben de (wellicht te optimistische) verwachting dat het grand café een succes wordt. Een andere (tweede) manier om te bereiken dat een eventueel verlies op de lening een privéverlies vormt en geen zakelijk verlies, is gebaseerd op de uitleg van art. 8 lid 1 Wet VPB 1969 jo. art. 3.8 Wet IB 2001: winst uit onderneming is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. Het woord uit duidt erop dat een causale band moet bestaan tussen het voordeel en de onderneming. Voor- en nadelen die opkomen in de privésfeer (IB-ondernemer) of in de aandeelhouderssfeer (onderneming in BV-vorm) zijn niet belastbaar of aftrekbaar. Met de lening aan Rogier heeft H een debiteurenrisico op zich genomen dat een onafhankelijke derde (bijvoorbeeld een bank) niet zou hebben genomen. De verarming die optreedt bij 2

3 verwezenlijking van het debiteurenrisico (de verarming die op het verstrekken van de lening is terug te voeren; de afwaardering van de lening), vormt daarom een onttrekking (een niet aftrekbaar nadeel). Fiscaaltechnisch bezwaar tegen opvatting 2 Welk fiscaaltechnisch bezwaar is er tegen bovenstaande redenering, die is gebaseerd op het onttrekkingenconcept en die de Hoge Raad heeft omarmd? Men zou kunnen stellen dat de redenering niet past in het wettelijke systeem: een lening vormt vreemd vermogen, vreemd vermogen valt in de belaste sfeer, de afwaardering moet dus aftrekbaar zijn. Dit bezwaar is niet overtuigend. De opvatting over het wettelijk systeem is juist als het gaat om leningen tussen onafhankelijke derden. Bij transacties tussen gelieerde partijen (waaronder het verstrekken van leningen) ligt in het wettelijke systeem een zakelijkheidstoets besloten (de totaalwinstconceptie van art. 3.8 Wet IB 2001). De Hoge Raad heeft de zakelijkheidstoets in BNB 2012/37 aldus ingevuld dat eerst gezocht moet worden naar een (at arm s length) rentevoet met inachtneming van alle feiten en omstandigheden van het geval (waaronder de zekerheden die de debiteur heeft verleend en het risico dat de debiteur niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen), waarbij die (at arm s length) rente niet in wezen winstdelend mag worden. Als die rentevoet niet gevonden kan worden (of als er een rentevoet uit de bus zou komen die in wezen winstdelend is), wordt de afwaardering van de lening buiten de winstsfeer geplaatst (onttrekking). Conclusie Ik vind de uitkomst waartoe de Hoge Raad komt (BNB 2008/191 en BNB 2012/37) niet alleen billijk, maar ook goed inpasbaar in het wettelijke systeem (het arm s length-beginsel van art. 8b Wet VPB 1969 [10] en het onttrekkingenconcept van art. 3.8 Wet IB 2001). 2.2 Onzakelijke lening omlaag Casus Nadat een holding (hierna: H) alle aandelen in een werkmaatschappij heeft verkocht, gaat zij zich toeleggen op het beleggen van de bij verkoop verkregen liquide middelen ( 5 miljoen). H koopt voor 5 miljoen beursaandelen. Een dag later richt H een dochtermaatschappij (hierna: D) op met 1 aandelenkapitaal en draagt zij de effectenportefeuille over voor de waarde in het economische verkeer van 5 miljoen tegen schuldigerkenning. De lening van 5 miljoen draagt een rente van 5% per jaar. Een jaar later blijkt de waarde in het economische verkeer van de effectenportefeuille te zijn gedaald tot 4 miljoen. D zal daarom een fiscaal verlies nemen van 1 miljoen. Vraag Mag ook H een verlies van 1 miljoen nemen, omdat haar vordering 1 miljoen minder waard is geworden? Opvatting 1: afwaarderingsverlies aftrekbaar (er is nu eenmaal sprake van vreemd vermogen) De lening vormt geen bodemlozeputlening. Op het moment dat de lening wordt verstrekt, bestaat er een reële kans dat de effectenportefeuille in waarde zal stijgen en dat de lening volwaardig blijft. Op het moment van de geldverstrekking vindt er daarom geen informele kapitaalstorting plaats. De lening wordt fiscaalrechtelijk erkend. Omdat er sprake is van vreemd vermogen, behoort het verlies op de lening in aftrek te komen. Fiscaaltechnisch bezwaar tegen opvatting 1 De opvatting dat het verlies aftrekbaar behoort te zijn omdat sprake is van vreemd vermogen, gaat voorbij aan het feit dat het verlies enkel heeft kunnen ontstaan doordat de crediteur aandeelhouder was van de debiteur. H zou de effectenportefeuille nooit tegen schuldigerkenning hebben overgedragen aan een vennootschap zonder eigen vermogen, indien de aandelen in die vennootschap in het bezit van een onafhankelijke derde waren geweest. Omgekeerd zou D van een onafhankelijke derde nimmer 5 3

4 miljoen tegen een vaste rente hebben kunnen lenen. Opvatting 2: afwaarderingsverlies niet aftrekbaar (deelnemingsverlies) Het in onderdeel 2.1 besproken onttrekkingenconcept kan niet gebruikt worden om het afwaarderingsverlies op de lening buiten de fiscale winst van H te plaatsen. H is niet op onzakelijke gronden verarmd. Als H de effectenportefeuille niet had overgedragen aan haar dochtermaatschappij maar zelf had gehouden, was haar vermogenspositie identiek geweest. Er is een andere motivering nodig, en wel deze. H zou de effectenportefeuille nooit tegen schuldigerkenning hebben overgedragen aan een vennootschap zonder eigen vermogen, indien de aandelen in die vennootschap in het bezit van een onafhankelijke derde waren geweest. H lijdt het verlies niet in de hoedanigheid van crediteur, maar in de hoedanigheid van aandeelhouder van D. Het verlies moet daarom niet aan de vordering op H, maar aan de aandelen in D worden toegerekend. Als op de aandelen de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, is het verlies niet aftrekbaar. Alternatieve opvatting 2: afwaarderingsverlies niet aftrekbaar (informeel kapitaal) Een alternatieve motivering (of opvatting) is dat de Hoge Raad het begrip informeel kapitaal had kunnen oprekken en de lening van 5 miljoen (gedeeltelijk) als informeel kapitaal had kunnen aanmerken. Dit alternatief maakt een veel grotere inbreuk op de fiscale winstbepaling dan partijen voor ogen staat (of dan in de oplossing waartoe de Hoge Raad in BNB 2012/37 is gekomen). Toegepast op de casus: had de gehele lening ( 5 miljoen) als informeel kapitaal aangemerkt moeten worden? Of slechts een deel (het deel dat een niet-aandeelhouder had willen financieren, bijvoorbeeld 60%)? Wat gebeurt er in dat laatste geval met de rente? Er doemen in dit alternatief veel grotere vervolgproblemen op dan in het concept van de onzakelijke lening. Conclusie Ik vind de uitkomst waartoe de Hoge Raad komt (BNB 2012/37) niet alleen billijk, maar ook goed inpasbaar in het wettelijke systeem (het arm s length-beginsel van art. 8b Wet VPB 1969 en art. 13 Wet VPB 1969: het verlies kan alleen verklaard worden uit het feit dat de crediteur tevens aandeelhouder is, zodat het verlies aan de aandeelhoudersrelatie ofwel deelnemingssfeer wordt toegerekend). Als de dochtermaatschappij in het voorbeeld op Curaçao zou zijn gevestigd en aldaar aan 3% winstbelasting was onderworpen, zou de dochtermaatschappij een niet-kwalificerende beleggingsdeelneming zijn geweest. In dat geval had H het afwaarderingsverlies op haar vordering wel ten laste van de winst kunnen brengen. En dat is logisch: als de verstrekking van eigen vermogen aan de deelneming zich in de belaste sfeer bevindt (dividend en vervreemdingswinsten zijn belast, vervreemdingsverlies is aftrekbaar), moet de verstrekking van vreemd vermogen die slechts uit de aandeelhoudersrelatie kan worden verklaard, zich eveneens in de belaste sfeer bevinden. 2.3 Conclusie Het door de Hoge Raad ontwikkelde concept van de onzakelijke lening is naar mijn mening een juist concept, omdat het goed past binnen de bestaande wettelijke kaders (het arm s length-beginsel van art. 8b Wet VPB 1969 [11], in combinatie met het onttrekkingenconcept van art. 3.8 Wet IB 2001 voor een onzakelijke lening omhoog en met art. 13 Wet VPB 1969 voor een onzakelijke lening omlaag) én omdat alternatieve oplossingen inferieur zijn: Het afwaarderingsverlies in aftrek toelaten omdat een onzakelijke lening vreemd vermogen is, gaat voorbij aan het feit dat de lening haar oorsprong vindt in de gelieerde verhoudingen. De verstrekking van een onzakelijke lening als informeel kapitaal aanmerken (als het gaat om een lening omlaag) of als een winstuitdeling (als het gaat om een lening omhoog), gaat voorbij aan het feit dat partijen een lening zijn overeengekomen waarop een terugbetalingsverplichting rust en aan het feit dat het op het moment van de leningverstrekking lang niet zeker is dat de debiteur niet tot terugbetaling in staat zal zijn. Dat het concept van de onzakelijke lening helder en juist is, betekent niet dat er geen vraagpunten aan de 4

5 onzakelijkeleningjurisprudentie kleven. Veelal gaat het om vragen van ondergeschikte aard (detailvragen). [12] Wat mij betreft, zijn er twee principiële vraagpunten: de invulling van de simultaanuitzondering; de overdracht van een onzakelijke lening en de overdracht van de aandelen in de debiteur of crediteur van een onzakelijke lening. 3De simultaanuitzondering (BNB 2013/170 en BNB 2014/98) De onzakelijkeleningjurisprudentie heeft betrekking op leningen tussen gelieerde partijen (zie r.o t/m van BNB 2012/37). Een lening tussen onafhankelijke derden kan geen onzakelijke lening zijn. Maar hoe zit het als de aandeelhoudersrelatie en de crediteur/debiteur-relatie op (bijna) hetzelfde moment in samenhang ontstaan? Wie zich concentreert op het moment vlak vóórdat de lening wordt verstrekt, ziet een geldverstrekking aan een onafhankelijke derde. Wie echter kijkt naar het moment vlak nadat de lening is verstrekt, ziet een lening aan een gelieerde partij (dochtervennootschap). De Hoge Raad heeft gekozen voor het moment vlak vóórdat de lening wordt verstrekt. Dat betekent dat er in beginsel geen sprake is van een onzakelijke lening (BNB 2013/170 en 171). In BNB 2014/98 overweegt de Hoge Raad (r.o ): Een onzakelijke lening in de zin van het arrest van 25 november 2011, BNB 2012/37, doet zich in beginsel niet voor in een geval waarin de verstrekking van de geldlening plaatsvindt door een belastingplichtige die voorafgaande aan de geldverstrekking nog niet aandeelhouder van de vennootschap was en in het kader van die verstrekking door toekenning van aandelen in de vennootschap of anderszins medegerechtigd wordt tot de winst van de vennootschap. Alsdan is het aandeelhouderschap een hoedanigheid die voortvloeit uit de verstrekking van de lening (vgl. HR 3 mei 2013, BNB 2013/171). De geciteerde passage duid ik kortheidshalve aan als de simultaanuitzondering. De simultaanuitzondering kan alleen bij een onzakelijke lening omlaag aan de orde komen, niet op een onzakelijke lening omhoog. De geldverstrekker moet immers aandeelhouder in de debiteur worden. [13] In BNB 2013/170 heb ik gemotiveerd waarom ik de simultaanuitzondering een ongelukkige keuze vind van de Hoge Raad. De Hoge Raad had zich volgens mij beter kunnen concentreren op het moment vlak nadat de lening is verstrekt, zodat er geen uitzondering was gekomen op de toepassing van de onzakelijkeleningjurisprudentie. Dat betoog zal ik hier niet herhalen. Ik beperk me op deze plaats tot één aspect, namelijk de reikwijdte van de simultaanuitzondering. Wanneer we kijken naar het basisarrest over de onzakelijke lening (BNB 2012/37), dan is het (arm s length-)criterium waarmee wordt bepaald of een lening tussen gelieerde partijen een onzakelijke lening vormt volstrekt helder (lees r.o ). Dat de invulling in een concrete praktijksituatie niet altijd eenvoudig is, doet aan de helderheid van het criterium niet af. Wanneer we daarentegen naar de formulering van de simultaanuitzondering in BNB 2013/170 en BNB 2014/98 kijken, is onduidelijk wanneer de uitzondering intreedt. De formulering is heel ruim; tekstueel kunnen er vele onzakelijke leningen omlaag onder de uitzondering worden geschaard. Is dat de bedoeling? Zo ja, dan zou de Hoge Raad daarmee in feite afstand nemen van het in onderdeel 2.2 besproken (fiscaaltheoretische juiste) concept van de onzakelijke lening omlaag. Zo nee, dan behoeft de formulering (precieze afbakening) van de simultaanuitzondering aanscherping. Ik licht de onduidelijke reikwijdte (of ruime formulering) van de simultaanuitzondering toe met twee voorbeelden. Voorbeeld 1 Voorbeeld 1 is gelijk aan de casus van onderdeel 2.2 (de overdracht van de effectenportefeuille tegen schuldigerkenning). De lening van 5 miljoen van Holding aan de pas opgerichte dochtermaatschappij vormt een onzakelijke lening (de casus is ontleend aan BNB 2012/37). Maar de lening valt ook onder de bewoordingen van de (na BNB 2012/37 ontwikkelde) simultaanuitzondering (zie de hierboven geciteerde r.o van BNB 2014/98). Reikt de simultaanuitzondering zo ver dat er nimmer een onzakelijke lening kan ontstaan bij oprichting van een vennootschap, ongeacht de kapitalisatie? Voorbeeld 2 5

6 Voorbeeld 2 ontleen ik aan punt 6 van mijn noot bij BNB 2013/170. Hoe moet de volgende situatie worden beoordeeld? A B BV en verwerft in samenhang daarmee 40% van de aandelen in B BV. In tekening: De lening van A BV aan B BV in bovenstaande tekening valt onder de toets van BNB 2012/37, omdat het een lening tusse Tegelijkertijd valt de lening onder de simultaanuitzondering. Welk arrest gaat vóór, BNB 2012/37 of BNB 2013/170? Conclusie Het lijkt mij logisch dat de simultaanuitzondering alleen van toepassing is bij de aankoop van aandelen van een niet-gelieerde vennootschap. De simultaanuitzondering zou volgens mij niet van toepassing moeten zijn bij een lening die wordt verstrekt tegelijk met: a. de oprichting van een vennootschap (voorbeeld 1); b. de aankoop van aandelen van een gelieerde vennootschap (voorbeeld 2). Zou in deze gevallen de simultaanuitzondering worden toegepast, dan zou de onzakelijkeleningjurisprudentie voor de onzakelijke lening omlaag grotendeels buiten werking worden gesteld. 4Overdracht van een onzakelijke lening en overdracht van aandelen in de debiteur of crediteur van een onzakelijke lening: ontsmetting? Het toetsmoment van de vraag of een lening een onzakelijke lening vormt, is het moment waarop de lening wordt verstrekt. Op het toetsmoment zijn de debiteur en crediteur gelieerd (want anders is een onzakelijke lening niet aan de orde). Het is denkbaar dat er een einde komt aan de gelieerdheid tussen de debiteur en crediteur, vóórdat de onzakelijke lening door aflossing of kwijtschelding tenietgaat. Welke fiscale gevolgen dan optreden, is, als ik het goed heb gezien, in de jurisprudentie en literatuur nog niet aan de orde geweest. Er kunnen volgens mij de volgende hoofdtypen worden onderscheiden: de onzakelijke lening wordt overgedragen (verkocht, gecedeerd) aan een onafhankelijke derde; de aandelen in de crediteurvennootschap worden aan een onafhankelijke derde verkocht met als gevolg dat de crediteur en debiteur niet meer gelieerd zijn; de aandelen in de debiteurvennootschap worden aan een onafhankelijke derde verkocht met als gevolg dat de 6

7 crediteur en debiteur niet meer gelieerd zijn. De drie varianten licht ik hierna toe aan de hand van een voorbeeld. De uitwerking van ieder voorbeeld is niet meer dan de weergave van mijn eerste indruk. Verdere gedachtevorming is noodzakelijk. 4.1 Overdracht van een onzakelijke lening voorbeeld Bij de overdracht van een onzakelijke lening dringt zich de associatie op met de overdracht van een art. 10alening (besmetting en ontsmetting) en met de overdracht van een afgewaardeerde vordering (art. 13b). Deze associaties (specifieke wetsbepalingen) zijn volgens mij onvruchtbaar (irrelevant). Bij de overdracht van een onzakelijke lening geldt volgens mij het volgende. Bij vervreemding van de vordering aan een onafhankelijke derde zal een zakelijke prijs zijn gehanteerd (stel 60). Voor de vervreemder is het verschil tussen de overdrachtsprijs (60) en de fiscale boekwaarde (dat zal normaliter de nominale waarde zijn, stel 100) niet aftrekbaar. Er is immers sprake van een onzakelijke lening (zie r.o van BNB 2012/37: Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening niet op de winst van de vennootschap in mindering kan worden gebracht ). [14] Voor de koper is de gekochte vordering geen onzakelijke lening meer, maar een gewone lening. Een waardestijging van de vordering boven 60 en een waardedaling beneden 60 vallen voor de koper in dat geval in de belaste sfeer. Als de koper de vordering nadien zou kwijtschelden, wordt de debiteur bevrijd van een schuld van 100. De vraag is dan of de debiteur 100 winst moet nemen (afgezien van de kwijtscheldingswinstvrijstelling) of 60. Dat laatste lijkt wetssystematisch het meest juist te zijn. Wat nu als de vordering van 100 (met een waarde van 60) niet aan een onafhankelijke derde was overgedragen, maar aan een gelieerde partij? Voor de vervreemder lijken de fiscale gevolgen mij eender: het vermogensverlies van 40 is niet aftrekbaar (er is immers sprake van een onzakelijke lening). Maar wat zijn de fiscale gevolgen voor de gelieerde koper van de onzakelijke lening? Behoudt de lening de kwalificatie onzakelijk (omdat er gelieerdheid is blijven bestaan)? In dat geval zou een waardedaling van de vordering beneden 60 voor de koper niet aftrekbaar zijn. En wat gebeurt er bij een waardestijging van de vordering boven 60? 4.2De aandelen in de crediteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een onafhankelijke derde voorbeeld Men kan het voorbeeld uit onderdeel 2.1 in gedachten nemen (het grand café van Rogier, waarbij het grand café is onde W2). In tekening: 7

8 Op het moment dat H1 de aandelen W1 verkoopt, heeft de (onzakelijke) lening aan W2 een nominale waarde (en een w ) van 200 en een waarde in het economische verkeer (en op de commerciële balans) van nihil. Stel dat W1 de vordering tijd nadat de aandelen W1 van eigenaar zijn gewisseld (en W1 en W2 niet langer gelieerd zijn). Het lijkt mij logisch dat d onzakelijk behoudt, zodat het fiscale verlies van 200 voor W1 niet aftrekbaar is. Wat zijn de fiscale gevolgen voor Rogie kwijtschelding? Het lijkt mij dat Rogier niet belast kan worden voor een schenking. Ten tijde van de verstrekking van de Rogier bevoordeeld zou worden, terwijl de kwijtschelding van de lening door een onafhankelijke derde geschiedt die gee heeft. Voor W2, die wordt bevrijd van een schuld van 200, rijst de vraag of zij 200 winst moet nemen (afgezien van de kwijtscheldingswinstvrijstelling) of nihil (omdat een onzakelijke lening wordt kwijtgescholden). [16] Ervan uitgaande dat pa voor een verkapte winstuitdeling en Rogier niet voor een schenking, lijkt 200 winstneming wetssystematisch het meest j vordering op W2 kwijtscheldt vóórdat H1 de aandelen W1 verkoopt, zouden de fiscale gevolgen wel eens anders kunne kwijtschelding mogelijk een verkapte winstuitdeling aan pa [17], die wordt gevolgd door een schenking van pa aan Rogier kapitaalstorting door Rogier in H2 en een informele kapitaalstorting door H2 in W2. [18] In dat geval zou W2 geen kwijtsc 4.3De aandelen in de debiteur van de onzakelijke lening worden verkocht aan een onafhankelijke derde voorbeeld Hierna volgen twee situatieschetsen, eerst van een onzakelijke lening omhoog, dan van een onzakelijke lening omlaag. De commerciële balansen zien er voorafgaand aan de verkoop van de aandelen D als volgt uit: 8

9 Op het moment dat H de aandelen D verkoopt, heeft de vordering van D op H een nominale waarde van 100 en een wa verkeer van nihil. D heeft de vordering niet kunnen afwaarderen, omdat het ging om een onzakelijke lening (omhoog). S kwijtscheldt, enige tijd nadat de aandelen D van eigenaar zijn gewisseld (en H en D niet langer gelieerd zijn). Het lijkt mi kwalificatie onzakelijk behoudt, zodat het fiscale verlies van 100 voor D niet aftrekbaar is. Wat zijn de fiscale gevolgen v Het lijkt logisch de kwijtscheldingswinst als een nagekomen dividend te beschouwen, zodat de 100 kwijtscheldingswinst Dan een voorbeeld van een onzakelijke lening omlaag, waarbij de gelieerdheid tussen debiteur en crediteur wordt doorb aandelenverkoop. 9

10 De commerciële (tevens fiscale) balans van D ziet er als volgt uit. Op het moment dat H de aandelen D voor 1 verkoopt, heeft de vordering van H op D een nominale waarde van 100 en economische verkeer van nihil. H heeft de vordering niet kunnen afwaarderen, omdat het ging om een onzakelijke lening vordering op D kwijtscheldt, enige tijd nadat de aandelen D van eigenaar zijn gewisseld (en H en D niet langer gelieerd z lening de kwalificatie onzakelijk behoudt, zodat het fiscale verlies van 100 voor H niet aftrekbaar is. Wat zijn de fiscale g voor D? Het lijkt logisch de kwijtscheldingswinst als een nagekomen informele kapitaalstorting te beschouwen, [19] zodat D s verliezen niet aantast. 5Samenvatting Het concept van de onzakelijke lening omhoog en omlaag is een juist concept, omdat het goed past in het wettelijk systeem (het arm s length-beginsel van art. 8b Wet VPB 1969, in combinatie met het onttrekkingenconcept van art. 3.8 Wet IB 2001 voor een onzakelijke lening omhoog en met art. 13 Wet VPB 1969 voor een onzakelijke lening omlaag) én omdat alternatieve oplossingen inferieur zijn (zie onderdeel 2.3). De simultaanuitzondering kan alleen bij een onzakelijke lening omlaag aan de orde komen, niet bij een onzakelijke lening omhoog. De reikwijdte (formulering) van de simultaanuitzondering is zeer ruim. De simultaanuitzondering zou volgens mij alleen aan de orde moeten kunnen komen bij aankoop van aandelen, waarbij de verkoper een niet-gelieerde vennootschap is (zie onderdeel 3). Het is denkbaar dat er een einde komt aan de gelieerdheid tussen de debiteur en crediteur van een onzakelijke lening, vóórdat de onzakelijke lening door aflossing of kwijtschelding tenietgaat. In onderdeel 4 heb ik enkele voorbeelden geschetst. Op dit onontgonnen terrein moet nog het nodige denkwerk worden verricht. Voetnoten Voetnoten 10

11 [1] Auteur is directeur Bureau Vaktechniek Belastingadviseurs Baker Tilly Berk NV; hoogleraar internationaal belastingrecht Nyenrode Business Universiteit. [2] G.T.K. Meussen, De lening met een onzakelijk debiteurenrisico: een catastrofale ontwikkeling in de fiscale rechtspraak, in: J.A.G. van der Geld en I.J.F.A. van Vijfeijken (red.), Rijkersbundel, Opstellen aangeboden aan Prof. Dr. A.C. Rijkers, 2013, p [3] W. Bruins Slot, Objection, your Honor!, WFR 2012/38. [4] H. van den Hurk, De onzakelijke lening, het paard nog steeds achter de wagen, WFR 2013/450. [5] E.J.W. Heithuis, Is het verlies op een onzakelijke lening omlaag in de TBS-sfeer respectievelijk opzij aftrekbaar?, WFR 2013/998 (onderdeel 4, p. 1004). [6] J.H.M. Arts, Onzakelijke leningen, Fed fiscale brochures, Kluwer, Deventer, 2013, p.157. [7] Voor andere uitingen van kritiek, zie P.G.H. Albert, Afwaardering van een onzakelijke lening in de Wet VPB 1969, WFR 2011/1122 (onderdeel 5) en P.G.H. Albert, Liever niet sneller dan m/s?, WFR 2012/1138. [8] Het is overigens denkbaar dat een lening zowel een lening omlaag als een lening omhoog is. Hierbij kan worden gedacht aan een lening van de holding van vader aan een werkmaatschappij waarvan de aandelen voor 50% in handen zijn van de holding van vader en voor 50% in handen van de zoon van vader. (Zie R.E. Zwier, Het chalet- en informal investor-arrest II; antwoorden en nieuwe vragen, WFR 2014/514, figuur 2.2 in onderdeel 4.1) [9] Als een BV wel privévermogen zou kunnen hebben, rijst het probleem dat de vordering op Rogier met ondernemingsvermogen is gefinancierd. [10] BNB 2008/191 had betrekking op het jaar 2000 en BNB 2012/37 op het jaar Toen bestond art. 8b Wet VPB 1969 nog niet (art. 8b Wet VPB 1969 is met ingang van 1 januari 2002 ingevoerd). Art. 8b vormt slechts een codificatie van het arm s length-beginsel dat in art. 3.8 Wet IB 2001 ligt besloten (zie het artikelsgewijs deel van de memorie van toelichting van wetsvoorstel ; V-N 2001/53.4). [11] Vergelijk C. Maas en H. Vermeulen, Het karakter van geldverstrekkingen, WFR 2014/597 (onderdeel 3). [12] Ik denk hierbij aan de vragen die in de literatuur zijn opgeworpen naar aanleiding van HR 15 maart 2013, BNB 2013/149 (de rente op een onzakelijke lening wordt slechts in aanmerking genomen voor de waarde in het economische verkeer op het moment dat deze vervalt) of aan de vraag of de kwijtschelding van een onzakelijke lening omhoog tot een winstuitdeling leidt (zie mijn noot in BNB 2012/38) of aan de vraag hoe art. 15ab lid 6 Wet VPB 1969 moet worden toegepast op een onzakelijke lening (V-N 2012/23.31; I.M. de Groot, Samenloop tussen de onzakelijke geldlening en het fiscale-eenheidsregime, WFR 2012/1329). [13] Heithuis past de simultaanuitzondering ook toe bij een onzakelijke lening omhoog, of, in zijn terminologie, bij een onzakelijke lening opzij, dus bij een onzakelijke lening waarbij de leningverstrekker geen (middellijk) aandeelhouder in debiteur wordt. Dit brengt Heithuis tot de conclusie dat het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening opzij aftrekbaar is (E.J.W. Heithuis, Is het verlies op een onzakelijke lening omlaag in de TBS-sfeer respectievelijk opzij aftrekbaar?, WFR 2013/998, onderdeel 3.1.2). Omdat deze gevolgtrekking Heithuis wat kras voorkomt, haalt hij BNB 1995/15 van stal als mogelijke motivering om het afwaarderingsverlies van een onzakelijke lening opzij van aftrek uit te kunnen sluiten (E.J.W. Heithuis, Nogmaals de onzakelijke lening opzij, WFR 2014/451). Dat de Hoge Raad in het renpaardenarrest (HR 14 juni 2002, BNB 2002/290, r.o. 3.3) afstand heeft genomen van BNB 1995/15 deert Heithuis niet. Heithuis is tot deze vergezochte en ingewikkelde redenering gedwongen, omdat hij er categorisch aan voorbijgaat waarom de Hoge Raad in BNB 2008/191 heeft beslist dat het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening omhoog niet aftrekbaar is, namelijk omdat het afwaarderingsverlies een onttrekking vormt (vergelijk WFR 2014/357). Vanwege art. 3.8 Wet IB 2001 (het concept van de onttrekking) is er geen fiscaal relevant verschil tussen een onzakelijke lening omhoog en opzij (vergelijk P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464). [14] Vergelijk r.o van Hof Amsterdam in HR 6 december 2013, nr. 12/04798, V-N 2014/5.16 (afgedaan met art. 81 Wet RO). [15] W1 heeft de vordering niet kunnen afwaarderen, omdat het ging om een onzakelijke lening. [16] Vergelijk HR 25 november 2011, BNB 2012/78 (r.o. 3.5) en HR 28 februari 2014, BNB 2014/98 (r.o ). [17] Zie mijn noot onder HR 25 november 2011, nr. 10/05161, BNB 2012/38. 11

12 [18] Vergelijk HR 9 februari 2007, nr , 10/05161, BNB 2012/ /141 (r.o ). [19] Vergelijk HR 28 februari 2014, nr. 12/03526, BNB 2014/98 (r.o ). 12

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Op 1 maart van dit jaar heeft de Nederlandse Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een Nederbelgische situatie.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Seminar Transacties tussen de DGA en zijn BV in een fiscaal perspectief 26 maart 2014 Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Jolanda van

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN 678 Weekblad fiscaal recht. 6954. 17 mei 2012 DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN) OP TBS-RESULTAAT EN AB-INKOMEN PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT 1 1 Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur Dit artikel uit Vennootschap is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Omzetting van vordering in aandelenkapitaal debiteur: fiscale regels voor de debiteur Inleiding Het omzetten

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV JAARREKENING 2014 thuis VASTGOED BV Inhoudsopgave 1. DOELSTELLING 5 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 6 3. WINST- EN VERLIESREKENING 2014 8 4. WAARDERINGSGRONDSLAGEN 9 5. TOELICHTING OP DE BALANS 10 6. TOELICHTING

Nadere informatie

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young Reorganiseren in zwaar weer Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young overzicht Afwaarderen intercy vordering Financiële reorganisatie Verkoop dochter na reorganisatie

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 20 oktober 2009 Onderwerpen Bedrijfsopvolging in Nederland Inkomstenbelasting Successiewet Bedrijfsopvolging in België Samenloop Nederland

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening Bachelor Thesis De onzakelijke lening Naam : Erkan Er Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s915916 Datum : 26 april 2010 Begeleider/ coördinator : prof. dr.j.a.g.van der Geld Coördinator

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Inleiding Obligatieleningen kunnen, al dan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2 GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

SRA-Signalering. Standpunten Belastingdienst inzake leenverhoudingen dga. Versie: 5 juni Doelgroep: accountants en fiscalisten

SRA-Signalering. Standpunten Belastingdienst inzake leenverhoudingen dga. Versie: 5 juni Doelgroep: accountants en fiscalisten SRA-Signalering Standpunten Belastingdienst inzake leenverhoudingen dga Versie: 5 juni 2018 Doelgroep: accountants en fiscalisten SRA-Vaktechniek Postbus 335 3430 AH NIEUWEGEIN T 030 656 60 60 F 030 656

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN

ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN Staalbankiers N.V. Postbus 327 2501 CH DEN HAAG ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN Deze achtergrondinformatie bij de Staalbankiers hypothecaire lening in Zwitserse

Nadere informatie

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Mr. Almer M.A. de Beer 1 De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Wanneer is een houdstervennootschap beleidsbepalend? 1 Werkzaam bij Arenthals

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Masterscriptie studiejaar 2009/2010 Paul Kalapnathsing, 0343048 Student fiscale economie 1 e begeleider: dr. J.L. van de Streek

Nadere informatie