De onzakelijke lening in concernverband

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De onzakelijke lening in concernverband"

Transcriptie

1 De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: Datum: 29 november 2012 AZ 414, 11:00 uur Examencommissie: J.A.G. van der Geld L.W.D Wijtvliet ~ 1 ~

2 Voorwoord Ter afronding van mijn studie Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg ben ik in februari 2012 begonnen met het schrijven van de masterscriptie. Als onderwerp heb ik de onzakelijke lening in concernverband gekozen. Dit onderwerp heeft mij al eerder aangetrokken, omdat ik ter afronding van mijn hbo-opleiding ook over de onzakelijke lening heb geschreven. Toen de Hoge Raad op 25 november 2011 in een viertal arresten uitspraak heeft gedaan over de onzakelijke lening, heb ik niet lang hoeven nadenken over het onderwerp van mijn scriptie. Omdat het onderwerp zeer actueel is, raakte ik ook meer geprikkeld om mij in het onderwerp te verdiepen. Tijdens de colleges is de onzakelijke lening veelvuldig besproken en ook in de literatuur zijn er veel artikelen verschenen over dit onderwerp. Dit zorgde ervoor dat ik een beter beeld heb kunnen krijgen van de problematiek van de onzakelijke lening. Kortom, het onderwerp heeft mij van begin af aan enorm geboeid en ik heb daarom met veel plezier aan deze scriptie gewerkt. Ik zou graag mijn scriptiebegeleider willen bedanken voor de ondersteuning die hij mij heeft gegeven bij het schrijven van de scriptie. Ook wil ik graag mijn goede vriend Wouter bedanken die mijn scriptie heeft nagelezen. Tevens wil ik de mensen bedanken die mij hebben gesteund. Tot slot wens ik iedereen veel leesplezier toe! Rick Meijer Nijmegen, 11 oktober 2012 ~ 2 ~

3 Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van afkortingen H1. Inleiding 1.1 Probleemstelling Verantwoording opzet 9 H2. Kwalificatie van een geldverstrekking 2.1 Inleiding Het totaalwinstbegrip Verstrekking van eigen vermogen en vreemd vermogen Zakelijke uitgaven en privé-uitgaven Onttrekking en informeel kapitaal De hoofdregel Uitzonderingen op de hoofdregel Schijnlening Deelnemerschapslening Bodemlozeputlening Wanneer vormt de lening een verkapte kapitaalverstrekking dan wel informeel kapitaal? Wanneer is het verlies op een lening die fiscaal niet als zodanig is gekwalificeerd aftrekbaar van de winst? De dubbele bewustheidseis Wanneer kan een afwaarderingsverlies op een geldlening worden genomen? Conclusie 19 ~ 3 ~

4 H3. Uiteenzetting arrest van 9 mei Het arrest van 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ Vragen die opspelen naar aanleiding van het arrest van 9 mei H4. Uiteenzetting 25 novemberarresten 4.1 Inleiding HR 25 november 2011, nr. 10/04588, LJN BP HR 25 november 2011, nr. 10/05161, LJN BR HR 25 november 2011, nr. 08/05323, LJN BN HR 25 november 2011, nr. 10/05394, LJN BR Conclusie 30 H5. Bevindingen bij de 25 novemberarresten 5.1 Inleiding Winstdelend en vastrentend Wanneer dient te worden beoordeeld of sprake is van een onzakelijke lening? Handelen crediteur gedurende de looptijd van de lening Is de vuistregel van de Hoge Raad een goede uitkomst voor ondernemingen? Dient een onzakelijke borgstelling hetzelfde worden behandeld als een onzakelijke lening? Conclusie 41 H6. Vragen en problemen naar aanleiding van de 25 novemberarresten 6.1 Inleiding Hoe dienen winstafhankelijke leningen te worden behandeld? De lening opzij 44 ~ 4 ~

5 6.4 Welke bijzondere omstandigheden worden meegenomen bij de beoordeling van de zakelijkheid van een lening? Wanneer dient de crediteur over te gaan tot afwaardering van de onzakelijke lening? Tot welk moment dient rente in aanmerking te worden genomen bij een onzakelijke lening? Conclusie 48 H7. Rechtsvergelijking 7.1 Inleiding Het wettelijke systeem De TP Guidelines Rechtsvergelijking met andere EU-lidstaten Conclusie 55 H8. Eindconclusie 8.1 Samenvatting Aanbevelingen 57 Literatuurlijst Jurisprudentielijst ~ 5 ~

6 Lijst van afkortingen A-G : Advocaat-Generaal B : Beslissingen in belastingzaken ( ) Blz. : Bladzijde BNB : Besluit in belastingzaken Nederlandse Belastingrechtspraak BW : Burgerlijk Wetboek EU : Europese Unie FM : Fiscale Monografieën FTV : Fiscaal Tijdschrift Vermogen Guidelines : Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations Hof : Gerechtshof HR : Hoge Raad LJN : Landelijk Jurisprudentie Nummer MBB : Maandblad Belasting Beschouwingen MvT : Memorie van Toelichting NDFR : Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht NJ : Nederlandse Jurisprudentie NTFR : Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht Nr. : Nummer OESO : Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling VN : Vakstudienieuws P. : Pagina Rb. : Rechtbank RB: Register Belastingadviseurs R.o. : Rechtsoverweging TFO : Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsvermogen Wet IB 2001 : Wet op de inkomstenbelasting 2001 Wet VPB 1969 : Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR : Weekblad voor Fiscaal Recht ~ 6 ~

7 H1. Inleiding 1.1 Probleemstelling De schuldencrisis heeft ertoe geleid dat de kapitaaleisen van banken zijn aangescherpt. Zij zijn terughoudender geworden met het verstrekken van leningen. Ondernemingen moeten aan strengere eisen voldoen, willen zij een lening krijgen van de bank. Dit heeft tot gevolg dat banken steeds minder leningen verstrekken aan ondernemingen. Dit zorgt ervoor dat ondernemingen afhankelijk worden van andere geldschieters. Vaak wordt dan in concernverband een lening overeengekomen tussen vennootschappen. In 2008 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan die ervoor heeft gezorgd dat er geen afwaarderingsverlies op een fiscaalrechtelijke lening tussen een dochtervennootschap en een moedervennootschap - ook wel een lening omhoog genoemd - kan worden genomen. De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat er sprake is van een onzakelijke lening. Dit omdat de condities die de moeder- en dochtervennootschap zijn overeengekomen, door een onafhankelijke derde niet zouden zijn geaccepteerd. De dochtervennootschap is een lening aangegaan en heeft daarbij een debiteurenrisico aanvaard met de intentie het belang van de aandeelhouder te dienen. Een afwaarderingsverlies kan daardoor in zoverre niet in mindering op de winst worden gebracht. Voor de uitvoeringspraktijk bracht de uitkomst van dit arrest vragen met zich. Een vraag die naar voren is gekomen is of het arrest van 9 mei ook van toepassing is op de omgekeerde situatie (lening omlaag ), waarbij de moedermaatschappij een geldlening verstrekt aan haar dochtervennootschap. Impliceert de Hoge Raad met de woorden in zoverre dat een splitsing gemaakt moet worden van de lening in een zakelijk deel en een onzakelijk deel? De literatuur is met betrekking tot de uitleg van de Hoge Raad niet eenduidig. Op 25 november 2011 heeft de Hoge Raad in een viertal arresten meer duidelijkheid gegeven omtrent de problematiek van de onzakelijke lening. Hieruit is duidelijk geworden dat het arrest van 9 mei 2008 geen gelegenheidsarrest is dat alleen geldt voor een lening omhoog, waarbij de dochtervennootschap een onzakelijke lening aan haar moedervennootschap heeft verstrekt. Opvallend hierbij is dat er veel weerstand tegen dit arrest is geweest. Dit arrest is namelijk gebaseerd op het totaalwinstbeginsel. 2 Het totaalwinstbeginsel houdt in dat voordelen die behaald worden met een onderneming, toegerekend moet worden aan de winst. Met andere woorden: voordelen die tot de belastbare winst behoren, vinden hun oorzaak in die onderneming. Hoe dan ook, het arrest van 9 mei 2008 bracht velen vragen met zich, die de rechtszekerheid van ondernemingen niet ten goede is gekomen en die tot veel procedures met de fiscus heeft geleid. Voordat de Hoge Raad op 25 november 2011 in een viertal arresten uitspraak heeft gedaan, heeft de staatssecretaris daarvoor getracht een oplossing te vinden, maar hij heeft uiteindelijk geen handvatten kunnen geven om 1 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ In paragraaf 2.2 ga ik nader in op het totaalwinstbeginsel. ~ 7 ~

8 zekerheid te creëren bij het aangaan van een geldlening. 3 Advocaat-Generaal Wattel heeft de onzakelijke lening ook niet van een praktische toepassing kunnen voorzien. 4 De praktijk hunkerde vanaf 9 mei 2008 naar meer rechtszekerheid en kreeg die pas aan het einde van het jaar De Hoge Raad heeft onder andere duidelijkheid gegeven over een lening omlaag, hoe om te gaan met afwaarderingverliezen en de renteberekening van een onzakelijke lening. Echter, de vraag blijft welke vragen en problemen zich voordoen naar aanleiding van deze arresten. Daarom kom ik met de volgende probleemstelling: Welke gevolgen hebben de 25 novemberarresten voor gelieerde vennootschappen en welke vragen en problemen die voortvloeien uit deze arresten zijn van belang voor de rechtszekerheid van deze vennootschappen en zijn er oplossingen te bedenken om deze knelpunten te ondervangen? De markt is er zeer bij gebaat dat ondernemingen meer zekerheid krijgen in deze onzekere crisistijd. Wanneer ondernemingen tegen situaties aanlopen die ze niet hebben ingecalculeerd, kan dat net de nekslag zijn voor deze ondernemingen. Daarnaast is het extra moeilijk voor startende en innoverende ondernemingen om een lening van een bank te krijgen. Zoals ik al eerder aangaf wordt er dan op een andere manier gezocht naar financiering, zoals een lening in concernverband. In gelieerde verhoudingen 5 dient conform het arm s length-beginsel 6 te worden gehandeld. Dit houdt in dat alle handelingen die worden verricht ten aanzien van een geldlening marktconform (zakelijk) moeten zijn. In ongelieerde situaties wordt verondersteld dat er altijd zakelijk wordt gehandeld. Echter, in deze situaties worden ook leningen aangegaan die extra risico s kunnen inhouden en ook worden er ondoordachte beslissingen door crediteuren gemaakt. In gelieerde verhoudingen is dit niet mogelijk, omdat indien er onzakelijk wordt gehandeld dit gecorrigeerd wordt op grond van artikel 8b Wet VpB Als norm wordt vaak een bank genomen. In deze crisistijd moeten ondernemingen aan strengere eisen voldoen, willen zij een lening krijgen van de bank. Het ondernemingsrisico staat in feite los van de strengere eisen waaraan ondernemingen heden ten dage moeten voldoen. A-G Wattel 7 wijst er daarom terecht op dat ondernemingen (met name het MKB) daardoor extra last hebben van deze arm s length-norm. De uitkomst van de 25 novemberarresten geven daarom hopelijk meer zekerheid aan ondernemingen. Wanneer veel vragen en problemen zich voordoen bij de uitkomst van de 25 novemberarresten ligt er voor de wetgever een belangrijke taak om meer zekerheid aan ondernemingen te geven. 3 Besluit staatssecretaris van Financiën, 22 februari 2010, nr. DGB2010/86U, V-N 2010/ A-G Wattel 14 juli 2010, nr. 08/05323, NTFR 2010/2168 met commentaar van Egelie. 5 Er is sprake van gelieerde verhoudingen wanneer partijen met elkaar verbonden zijn in de zin van art. 10a, lid 4, onderdeel a; een lichaam waarin de belastingplichtige voor ten minste een derde gedeelte belang heeft. 6 Dit begrip zet ik in paragraaf 2.2 uiteen. 7 HR 25 november 2011, BNB 08/05323, LJN BN3442, punt ~ 8 ~

9 1.2 Verantwoording opzet In mijn scriptie richt ik mij voornamelijk op de vennootschapsbelasting. Ik licht daarnaast ook arresten toe die betrekking hebben op de vennootschapsbelasting die doorwerken naar de IB-sfeer. Na de inleiding begin ik in hoofdstuk 2 met de kwalificatie van een geldverstrekking. Hierin komt het totaalwinstbegrip naar voren. Ik zet dit uiteen omdat de wetgever onderscheid maakt tussen het verstrekken van eigen vermogen en vreemd vermogen. Nadat ik het totaalwinstbegrip heb besproken, ga ik vervolgens in op de hoofdregel en de uitzonderingen voor de kwalificatie van een lening. In hoofdstuk 2 laat ik ook zien wanneer een lening uiteindelijk informeel kapitaal wordt en wanneer een verlies op een lening kan worden genomen. In hoofdstuk 3 bespreek ik het arrest van 9 mei en kijk ik welke vragen en problemen opspelen. In hoofdstuk 4 volgt een uiteenzetting van de 25 novemberarresten 9 en licht ik kort een aantal belangrijke rechtsoverwegingen toe. De Hoge Raad heeft meer duidelijkheid willen geven omtrent de onzakelijkeleningproblematiek en ik beoordeel in hoofdstuk 5 of dit oplossingen zijn waarmee de praktijk uit de voeten kan. Ik bespreek in hoofdstuk 6 de vragen en problemen die de Hoge Raad niet heeft geprobeerd te verduidelijken en ik kijk of hiervoor oplossingen te vinden zijn. Daaropvolgend beantwoord ik in hoofdstuk 7 de vraag of een andere uitwerking omtrent de onzakelijkeleningproblematiek beter aansluit op onze wetgeving en de rechtszekerheid van ondernemingen kan bevorderen. Hierbij maak ik een korte rechtsvergelijking met andere EU-lidstaten en kijk ik of een ander systeem eventueel goed zou passen binnen onze wetgeving. Tot slot geef ik in hoofdstuk 8 een eindconclusie en kom ik met aanbevelingen. 8 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ HR 25 november 2011, nr. 10/04588, LJN BP8952, HR 25 november 2011, nr. 10/05161, LJN BR4807, HR 25 november 2011, nr. 08/05323, LJN BN3442, HR 25 november 2011, nr. 10/05394, LJN BR ~ 9 ~

10 H2. Kwalificatie van een geldverstrekking 2.1 Inleiding Het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen is van belang bij de bepaling van de winst. Ik zal daarom in de volgende paragraaf ( 2.2) hier op ingaan. Vervolgens bespreek ik de civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke kwalificatie van een lening ( 2.3). Wanneer de lening niet als fiscaalrechtelijke lening wordt aangemerkt, dan blijft namelijk verdere kwalificatie achterwege. In paragraaf 2.4 ga ik in op de herkwalificatie van een lening en de gevolgen daarvan. Ik zal in paragraaf 2.5 kort ingaan op een afwaardering van een lening. Tot slot volgt in dit hoofdstuk een conclusie ( 2.6). 2.2 Het totaalwinstbegrip Het totaalwinstbegrip in art. 8 Wet VpB 1969 is in principe ontleend aan de inkomstenbelasting. Art. 8 Wet VpB 1969 maakt een verwijzing naar art. 3.8 Wet IB Deze bepaling geeft aan dat een ondernemer voor zijn totaalwinst belast moet worden. De totaalwinst wordt als volgt omschreven: Winst uit een onderneming (winst) is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. De woorden uit een onderneming impliceren dat voordelen die alleen met de onderneming worden behaald, toegerekend moet worden aan de winst. Er vindt als het ware een objectieve toets plaats om de winst uit onderneming te bepalen Verstrekking van eigen vermogen en vreemd vermogen Een kapitaalstorting in een onderneming zorgt voor een vermogensvermeerdering van de onderneming, maar dit vermogen is niet zelf door werkzaamheden van de onderneming gegenereerd. Hetzelfde geldt voor het omgekeerde geval wanneer er sprake is van een kapitaalonttrekking. Dit zijn uitgaven die normaliter zorgen voor een vermogensvermindering. Evenals de kapitaalstorting mogen die de winst van een onderneming niet beïnvloeden en deze worden geëlimineerd bij de winstberekening. 10 In tegenstelling tot kapitaalonttrekkingen en kapitaalstortingen die geëlimineerd worden uit de totaalwinst, worden vergoedingen die worden betaald op een lening wel meegenomen bij de winstberekening. In art. 10 Wet VpB 1969 is ook uitdrukkelijk bepaald dat onmiddellijke of middellijke uitdelingen van de winst geen aftrekbare kosten zijn. Dit zorgt ervoor dat vergoedingen die door een onderneming worden verstrekt voor het ter beschikking stellen van eigen vermogen en 10 J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2011 (7 e druk), blz. 75. ~ 10 ~

11 vreemd vermogen fiscaal verschillend worden behandeld. Een vergoeding (rente) die wordt gegeven bij het verstrekken van vreemd vermogen is aftrekbaar van de winst. Anderzijds is een vergoeding (dividend) die wordt gegeven bij het verstrekken van eigen vermogen niet aftrekbaar. Dit systeem waarbij onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen is gemaakt, zorgt ervoor dat er een prikkel uit gaat naar het verstrekken van vreemd vermogen. Dit leidt er vaak toe dat ondernemingen veel vreemd vermogen aantrekken. In een economische crisis maakt dit ondernemingen erg kwetsbaar. 11 Nu geconstateerd is dat een vergoeding op het verstrekken van eigen vermogen niet aftrekbaar is van de winst maar de vergoeding die wordt gegeven bij de verstrekking van vreemd vermogen wél, is het van belang dat bij het aangaan van een geldverstrekking getoetst wordt of het een verstrekking van eigen vermogen dan wel vreemd vermogen is Zakelijke uitgaven en privé-uitgaven Uit het totaalwinstbegrip vloeit verder voort dat er een voorbehoud geldt voor ondernemingen dat uitgaven slechts aftrekbaar zijn, indien de zakelijke belangen van de onderneming in acht worden gehouden. 12 In de jurisprudentie moet volgens de Hoge Raad als uitgangspunt gelden dat uitgaven aftrekbaar zijn, tenzij een zakelijk karakter ontbreekt of de kosten zijn gemaakt ten behoeve van de aandeelhouder. 13 De inspecteur moet bewijzen dat de uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de behoeften van de aandeelhouder. Dit dient aan de hand van een objectief criterium te worden getoetst. Het Cessna-criterium wordt hierbij gehanteerd. In het Cessna-arrest is het volgende criterium tot stand gekomen 14 : geen redelijk denkend ondernemer kan volhouden die gemaakte kosten met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming te hebben verkozen. De inspecteur gaat als het ware op de stoel van de ondernemer zitten om te bepalen welke kosten al dan niet aan de onderneming zijn toe te rekenen. Het Renpaardenarrest, het Bentley-arrest en de twee Cessna-arresten zijn duidelijke gevallen waarbij kosten zijn gemaakt die een vergelijkbare onderneming nooit tot die omvang zou hebben gemaakt, omdat het belang van de onderneming kan worden geschaad. Er kan dan vanuit worden gegaan, dat die uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoefte van de aandeelhouder. In die gevallen is het terecht dat de inspecteur een correctie aanbrengt op de meerkosten die zijn gemaakt door de ondernemer, omdat duidelijk te zien is dat er een privébelang achter de gemaakte kosten schuilt. In andere gevallen is het minder goed 11 J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2011 (7 e druk), blz. 76 en O.C.R. Marres, De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, WFR 2012, 142, punt HR 21 september 1994, nr , BNB 1995/15, HR 8 maart 2002, nr , BNB 2002/210 (Cessna II-arrest), HR 14 juni 2002, nr , BNB 2002/290 (renpaardenarrest), en HR 18 april 2008, nr. 07/10035, BNB 2008/139 (Bentley-arrest). 14 HR 8 maart 2002, nr , BNB 2002/210 (Cessna II-arrest) ~ 11 ~

12 zichtbaar dat de kosten zijn gemaakt ter bevrediging van de behoefte van de aandeelhouder. Het is dus gewenst dat de inspecteur terughoudend is met beoordelen Onttrekking en informeel kapitaal Uit het totaalwinstbegrip komt ook naar voren dat de winst moet worden gecorrigeerd voor resultaten die toe te rekenen zijn aan gelieerde vennootschappen die overeengekomen zijn onder onzakelijke voorwaarden. De inspecteur moet dit beoordelen aan de hand van een objectieve toets. Daarbij moet worden gekeken naar een onafhankelijke derde. In de wettekst is dit bepaald in art. 8b Wet VpB 1969, dat een codificatie is van het at arm s length-beginsel. Lid 1 van dit artikel schrijft het volgende voor: Indien een lichaam, onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam en tussen deze lichamen ter zake van hun onderlinge rechtsverhoudingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd (verrekenprijzen) die afwijken van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, wordt de winst van die lichamen bepaald alsof die laatstbedoelde voorwaarden zouden zijn overeengekomen. Wanneer voorwaarden die overeengekomen zijn tussen verbonden lichamen niet at arm s length zijn, dient een correctie plaats te vinden op de winst. Wanneer de debiteur wordt bevoordeeld, dan wordt een correctie bij een lening omhoog (een dochtervennootschap verstrekt een lening aan haar moedermaatschappij of een vennootschap verstrekt een lening aan haar aandeelhouder) als een onttrekking gekwalificeerd en bij een lening omlaag (een moedermaatschappij verstrekt een lening aan haar dochtervennootschap) wordt het als informeel kapitaal aangemerkt. 2.3 De hoofdregel Het onderscheid tussen de vreemd vermogenssfeer en de kapitaalsfeer is van belang bij de kwalificatie van een geldlening. In het arrest van 27 januari , ook wel het Unileverarrest genoemd, heeft de Hoge Raad beslist dat in beginsel de civielrechtelijke vorm beslissend is voor de fiscale gevolgen (hoofdregel). Met andere woorden wanneer er sprake is van een civielrechtelijke lening, dan wordt deze in principe ook als fiscaalrechtelijke lening gezien. Civielrechtelijk is er sprake van een geldlening (vreemd vermogen) wanneer een terugbetalingsverplichting is overeengekomen. 16 Volgens de rechtspraak zoals het arrest van 19 november en het arrest van 8 september 2006 (Kaspische 15 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ Artikel 7A:1791 Burgerlijk Wetboek. 17 HR 19 november 2002, nr. C01/011HR, NJ 2003, 50. ~ 12 ~

13 zeeboringenarrest) 18 is deze terugbetalingsverplichting essentieel voor de kwalificatie van een geldlening naar de civielrechtelijke vorm Uitzonderingen op de hoofdregel De Hoge Raad heeft in het Unileverarrest drie uitzonderingen geformuleerd op de hoofdregel die beslissend zijn voor de kwalificatie van een geldlening. Dit zijn de schijnlening, deelnemerschapslening en de bodemlozeputlening. Er is fiscaalrechtelijk sprake van een lening, tenzij aan een van de drie uitzonderingen wordt voldaan. Wanneer de geldlening wordt aangemerkt als schijnlening, deelnemerschapslening of bodemlozeputlening, vindt de fiscale behandeling in de kapitaalsfeer plaats. Dergelijke verstrekkingen worden bij de berekening van de fiscale winst geëlimineerd. Echter, wanneer de civielrechtelijke lening fiscaal wordt gevolgd, bevindt de lening zich in de vreemd vermogenssfeer. De gevolgen hiervan, zoals vergoedingen (rente) en afwaarderingen (indien de voorwaarden zakelijk zijn), worden wel meegenomen bij de fiscale winstberekening. Hier onderstaan de drie uitzonderingen die in het Unileverarrest zijn geformuleerd Schijnlening De eerste uitzondering op de hoofdregel is de schijnlening. Om te beoordelen of er een lening dan wel kapitaal is verstrekt, dient gekeken te worden naar de feitelijke omstandigheden waaronder de geldverstrekking is gedaan. 19 Om te beoordelen of sprake is van een schijnlening, moet gekeken worden of partijen een verstrekking van vreemd vermogen of eigen vermogen hebben beoogd. Het moet uit de wil van partijen blijken dat zij geen lening, maar een kapitaalverstrekking tot stand hebben willen brengen. Het belang van de belastingplichtige kan namelijk zijn, dat zij de vordering als informeel kapitaal wil laten aanmerken om daarmee onder de deelnemingsvrijstelling te vallen. 20 Wanneer partijen een kapitaalverstrekking beogen, maar dit door fiscale redenen als lening proberen te camoufleren, is er sprake van een schijnlening. Van Strien 21 spreekt dan over een andersluidende wilsovereenstemming. De feitelijke wilsovereenstemming is anders dan de formele wilsovereenstemming. Dit criterium is alleen geen objectief waarneembaar criterium. Van Strien geeft daarbij aan dat de invulling van dit criterium dient plaats te vinden aan de hand van feiten en omstandigheden. Deze moeten dan wel objectief en waarneembaar zijn. Het is zijn inziens echter niet mogelijk een verzameling heldere en eenduidige criteria te maken waarmee een andersluidende 18 HR 8 september 2006, nr , BNB 2007/104 (Kaspische zeeboringenarrest). 19 HR 3 november 1954, nr , BNB 1954/ Als voorbeeld kan het prêt participatif-arrest worden genomen (dit arrest zet ik in de volgende paragraaf uiteen). De lening wordt in Nederland als informeel kapitaal (eigen vermogen) aangemerkt. In Frankrijk wordt een dergelijke lening aangemerkt als vreemd vermogen. Gevolg rente-aftrek in Frankrijk en de vergoedingen die op de lening worden gegeven zijn in Nederland onbelast, omdat ze onder de deelnemingsvrijstelling vallen. 21 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Fiscale Monografieën nr. 119, Deventer: Kluwer 2009 (2 e druk), blz. 61. ~ 13 ~

14 wilsovereenstemming kan worden geconstateerd. 22 Volgens van Strien zijn de renteloosheid, de achtergesteldheid van een lening en een winstafhankelijke rente op een lening slechts indicatoren voor de aanwezigheid van een schijnlening. Ook uit het ontbreken van werkzaamheden en activa kan worden afgeleid dat er sprake is van een schijnlening. De Hoge Raad heeft in het arrest van 3 december geoordeeld dat op grond van deze factoren sprake is van een schijnlening. Doordat belanghebbende, een BV, de activiteiten heeft gestaakt en geen activa meer bezit, kan worden opgemaakt dat belanghebbende en haar aandeelhouder in werkelijkheid geen terugbetalingsverplichting hebben beoogd Deelnemerschapslening De tweede uitzondering die de Hoge Raad heeft gemaakt op de hoofdregel die leidt tot een kwalificatie tot kapitaal, is de deelnemerschapslening. In het arrest van 11 maart oordeelt de Hoge Raad dat er sprake is van een deelnemerschapslening, indien aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan: - De schuldeiser moet met het uitgeleende bedrag in zekere mate deelnemen in de onderneming van de schuldenaar, indien zijn vergoeding afhankelijk is van de winst; - De schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers; - De schuld heeft geen vaste looptijd, maar is slechts opeisbaar bij faillissement, surséance van betaling of liquidatie. Wanneer aan deze drie cumulatieve voorwaarden is voldaan, is er sprake van een deelnemerschapslening. De lening wordt dan aangemerkt als eigen vermogen. In de casus van 11 maart 1998 zijn de schulden van NV X (hierna: belanghebbende) bij reorganisatie omgezet in cumulatief preferente aandelen en achtergestelde winstdelende obligaties die aflosbaar zijn na 50 jaar tegen pari of het gemiddelde van de beurskoersen van de cumulatieve preferente aandelen van de voorafgaande drie jaren. De obligaties zijn uiteindelijk omgewisseld in cumulatief preferente aandelen. Deze omwisseling heeft voor belanghebbende tot een verlies geleid. Belanghebbende wilde vervolgens een afwaarderingsverlies ter grootte van het verschil tussen de waarde van de obligatielening en het nominale bedrag van de lening op de winst in mindering brengen. In tegenstelling tot het Gerechtshof Amsterdam, dat geoordeeld heeft dat het verlies bij omwisseling tot de kapitaalsfeer behoort en niet aftrekbaar is, oordeelt de Hoge Raad dat niet is voldaan aan de cumulatieve voorwaarden, omdat er een vaste looptijd is overeengekomen. De Hoge Raad is hierdoor 22 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Fiscale Monografieën nr. 119, Deventer: Kluwer 2009 (2 e druk), blz HR 3 december 2004, BNB 2005/93, LJN BI HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208. ~ 14 ~

15 tot het oordeel gekomen dat de obligatiehouders niet in zekere mate deelhebben in de onderneming van belanghebbende. 25 In het arrest van 25 november heeft een Nederlandse moedermaatschappij een zogenaamde prêt participatif verstrekt aan haar Franse dochtervennootschap. De prêt participatif is een Franse financieringsvorm die zowel kenmerken heeft van vreemd vermogen als van eigen vermogen. De kenmerken van deze prêt participatif zijn als volgt: - De vergoeding is 1% van het overeengekomen bedrag en is gedeeltelijk afhankelijk van de winst van de Franse dochtervennootschap; - De schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers; - De schuld heeft een looptijd van 95 jaar. De Hoge Raad oordeelt dat de vergoeding van de onderhavige lening vrijwel geheel afhankelijk is van de winst. De Hoge Raad impliceert met de woorden vrijwel geheel, dat de vergoeding ten minste voor 90% afhankelijk moet zijn van de winst. Daarnaast overweegt de Hoge Raad dat een looptijd van 50 jaar of korter aan te merken is als een vaste looptijd. De Hoge Raad oordeelt daarom dat de overeengekomen looptijd van 95 jaar zodanig lang is dat een zelfstandige betekenis aan die looptijd moet worden ontzegd. Het criterium dat de schuld een vaste looptijd heeft, is dus door de Hoge Raad genuanceerd door te stellen dat een looptijd langer dan 50 jaar geen vaste looptijd is. De prêt participatif moet daarom worden aangemerkt als een deelnemerschapslening in de zin van het arrest van 25 november Bij de Wet werken aan winst die per 1 januari 2007 is ingevoerd, is de deelnemerschapslening ook wettelijk vastgelegd in art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VpB De deelnemerschapslening heeft de hybride lening vervangen. De hybride lening kent minder strengere voorwaarden dan de deelnemerschapslening met betrekking tot winstafhankelijkheid en de looptijd Bodemlozeputlening De derde uitzondering op de hoofdregel is de bodemlozeputlening. Belanghebbende, een BV, heeft in het arrest van 27 januari (ook wel het Unileverarrest genoemd) een lening aan haar noodlijdende buitenlandse dochtervennootschap verstrekt. Belanghebbende wist al bij het aangaan van de lening dat zij het geld niet terug zou ontvangen. Door de aanhoudende slechte resultaten van de 25 HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208, r.o HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/ HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/ E.J.W. Heithuis en R.P. van den Dool, Compendium vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2010 (9 e druk), p HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217. ~ 15 ~

16 buitenlandse dochtervennootschap boekt belanghebbende een voorziening ten laste van haar winst. De inspecteur aanvaardt deze voorziening niet, waardoor belanghebbende in beroep is gegaan. De Hoge Raad geeft uiteindelijk aan dat de civielrechtelijke vormgeving van de geldlening beslissend is voor de fiscale gevolgen. Naast de door het hof genoemde uitzonderingen de schijnlening en de deelnemerschapslening - formuleert de Hoge Raad een derde uitzondering: de bodemlozeputlening. Aan dit criterium wordt volgens de Hoge Raad voldaan wanneer de volgende situatie zich voordoet: Een vennootschap verstrekt een lening onder zodanige omstandigheden dat aan de uit die lening voortvloeiende vordering, naar hem reeds aanstonds duidelijk moet zijn geweest, voor het geheel of voor een gedeelte geen waarde toekomt omdat het door hem ter leen verstrekte bedrag niet of niet ten volle zal kunnen worden terugbetaald, zodat het geheel of gedeeltelijk zijn vermogen - voor zover dat niet bestaat uit de aandelen in de dochtervennootschap - blijvend heeft verlaten. 30 De voorziening kan volgens de Hoge Raad niet ten laste van de winst worden gebracht. De lening moet worden aangemerkt als informeel kapitaal. Civielrechtelijk blijft sprake van een lening, omdat er een terugbetalingsverplichting blijft bestaan. Voor het aangaan van de lening was echter al duidelijk dat er nooit aflossingen zouden plaatsvinden, waardoor fiscaalrechtelijk er geen sprake is van een lening. 2.4 Wanneer vormt de lening een verkapte kapitaalverstrekking dan wel informeel kapitaal? Wanneer een van de drie uitzonderingen zich voordoet, blijft civielrechtelijk sprake van een geldlening. Fiscaal gezien moet een dergelijke geldverstrekking als (verkapte) kapitaalverstrekking worden aangemerkt. 31 Arts stelt zich op het standpunt dat een verkapte kapitaalverstrekking geen informele kapitaalstorting is, maar daarvan moet worden onderscheiden. 32 Een belangrijk verschil tussen een verkapte kapitaalverstrekking en een informele kapitaalstorting is dat bij een verkapte kapitaalverstrekking civielrechtelijk een vordering blijft bestaan. Dit is niet het geval bij een informele kapitaalstorting. Er is sprake van informeel kapitaal wanneer zich een vermogensverschuiving van de moedermaatschappij naar de dochtervennootschap voordoet. Deze moet haar oorzaak vinden in het aandeelhouderschap. 33 Deze situatie doet zich voor in het geval partijen geen terugbetalingsverplichting zijn overeengekomen. De oorzaak van dit voordeel moet volgens Arts gevonden worden in de kapitaalsfeer. Wanneer een geldlening is overeengekomen en er wel een 30 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, LJN BN3442, r.o J.H.M. Arts, De arresten van 25 november 2011 over de onzakelijke lening of de nieuwe kleren van de keizer, MBB 2012, 02, punt J.H.M. Arts, Kapitaalstortingen voor de vennootschapsbelasting, 4.4.2, Editiones princeps, Lelystad ~ 16 ~

17 terugbetalingsverplichting tot stand is gekomen, dan kan deze lening alsnog informeel kapitaal worden op het moment dat de lening wordt kwijtgescholden of oninbaar blijkt Wanneer is het verlies op een lening die fiscaal niet als zodanig is gekwalificeerd aftrekbaar van de winst? Wanneer er een verlies wordt geleden op een vordering die fiscaal niet als lening wordt gezien en de deelnemingsvrijstelling hierop van toepassing is 35, dan is dit verlies niet aftrekbaar van de fiscale winst. Dit is beslist door de Hoge Raad in het arrest van 28 juni Uit dit arrest vloeit voort dat, ingeval een van de drie uitzonderingen zich voordoet en de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is, het verlies op de vordering wel aftrekbaar is. De Hoge Raad oordeelt dat de deelnemingsvrijstelling niet geldt ingeval een deelnemerschapslening is verstrekt en de uitlenende vennootschap niet op grond van aandelenbezit een deelneming heeft. 37 Wanneer de deelnemingsvrijstelling wél geldt, dan is het verlies op de lening niet aftrekbaar, omdat het een bestanddeel van de deelneming is. Deze uitspraak is ook in de wet gecodificeerd in artikel 13, lid 5, onderdeel b, Wet VpB Een verlies op een lening dat bij kwijtschelding tot stand komt is aftrekbaar, indien de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is. Wanneer de deelnemingsvrijstelling wél van toepassing is, dan verhoogt het bedrag dat is kwijtgescholden het opgeofferde bedrag in de deelneming. Pas bij liquidatie van de deelneming of vervreemding van de aandelen is het verlies aftrekbaar De dubbele bewustheidseis De schijnlening, de deelnemerschapslening en de bodemlozeputlening wijken van de civielrechtelijke vormgeving af, dat zij fiscaal niet als lening worden aangemerkt. Ze worden namelijk gezien als verstrekking van eigen vermogen. Het gevolg daarvan is, indien de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, dat het informeel kapitaal de verkrijgingsprijs in de deelneming verhoogt (lening omlaag ) of dat de lening als verkapte dividenduitkering wordt aangemerkt (lening omhoog ). Er is slechts sprake van een uitdeling, indien wordt voldaan aan de dubbele bewustheidseis. 40 Volgens Cursus Belastingrecht is bij een informele kapitaalstorting de dubbele bewustheidseis van 34 HR 25 november 2011, nr. 10/04588, LJN BP De deelnemingsvrijstelling is van toepassing indien sprake is van een deelneming, zie artikel 13 lid 1 Wet VPB Van een deelneming is sprake indien belastingplichtige voldoet aan artikel 13 lid HR 28 juni 1995, nr , BNB 1995/ HR 28 juni 1995, nr , BNB 1995/271, r.o J.H.M. Arts, De arresten van 25 november 2011 over de onzakelijke lening of de nieuwe kleren van de keizer, MBB 2012, 02, punt HR 25 november 2011, nr. 10/04588, LJN BP8952, r.o HR 14 juni 2002, nr , BNB 2002/290 (renpaardenarrest). In dit arrest is door de Hoge Raad een uitdeling geconstateerd, omdat voldaan is aan de dubbele bewustheidseis. Deze dubbele bewustheidseis houdt in dat partijen zich bewust moeten zijn geweest van de bevoordeling. ~ 17 ~

18 bevoordeling ook vereist. 41 Cursus Belastingrecht merkt daarbij op dat door de introductie van artikel 8b Wet VpB , de rol van het bewustheidsvereiste is afgenomen. Alleen in situaties waarbij relatief kleine waardeverschillen zich voordoen, kan door partijen verdedigd worden dat ze zich niet bewust waren van de bevoordeling, omdat de transactie zakelijk tot stand is gekomen Wanneer kan een afwaarderingsverlies op een geldlening worden genomen? In paragraaf is naar voren gekomen dat een civielrechtelijke lening in beginsel fiscaal wordt gevolgd, tenzij aan een van de drie uitzonderingen wordt voldaan. Wanneer een civielrechtelijke lening fiscaal als lening wordt gezien, waarbij de lening als vreemd vermogen blijft bestaan, blijft het vereist om de voorwaarden die zijn overeengekomen zakelijk te houden. In het volgende hoofdstuk zal ik ingaan op het arrest van 9 mei dat daar een goede illustratie van is. Het zojuist besprokene kan in de volgende figuur worden geplaatst: Geldverstrekking Eigen vermogen Vreemd vermogen Fiscaalrechtelijke lening Tenzij: -Schijnlening -Deelnemerschapslening -Bodemlozeputlening Met name in deze tijd van crisis waarbij veel afwaarderingen plaatsvinden, is het voor ondernemingen van belang om te weten of een afwaarderingsverlies kan worden meegenomen bij de berekening van de winst. Wanneer de condities onzakelijk zijn, moeten de voorwaarden zakelijk worden gemaakt om een afwaarderingsverlies te kunnen nemen. Er dient een rentecorrectie volgens het at arm s lengthbeginsel plaats te vinden. Dit komt naar voren uit de 25 novemberarresten. Ik zal daarom in hoofdstuk 4 deze arresten bespreken, waarbij de Hoge Raad geprobeerd heeft meer duidelijkheid te geven over de problematiek van de onzakelijke lening. In de conclusie van hoofdstuk 4 zal ik ook de gevolgen van deze arresten op een lening omhoog, omlaag en opzij uitwerken. In hoofdstuk 5 neem ik de 25 novemberarresten onder de loep en kijk ik of alle onduidelijkheden door de Hoge Raad zijn weggenomen, wat van belang is voor de rechtszekerheid van ondernemingen. Tot slot ga ik in 41 N.H. de Vries en R.J. de Vries, Cursus Belastingrecht studenteneditie , Deventer: Kluwer 2011, E.b3. 42 Artikel 8b Wet VpB 1969 is alleen in verbonden situaties van toepassing. 43 N.H. de Vries en R.J. de Vries, Cursus Belastingrecht studenteneditie , Deventer: Kluwer 2011, E.b3. 44 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191. ~ 18 ~

19 hoofdstuk 6 in op de vragen en problemen die de Hoge Raad niet heeft belicht en kijk ik of hiervoor oplossingen te vinden zijn. 2.6 Conclusie In dit hoofdstuk ben ik begonnen met de uitleg van het begrip totaalwinst. Hierbij heb ik laten zien dat er een prikkel uitgaat naar het verstrekken van vreemd vermogen. De wetgever heeft onderscheid gemaakt tussen enerzijds een vergoeding (rente) die wordt betaald bij het verstrekken van vreemd vermogen en die aftrekbaar is van de winst en anderzijds een vergoeding (dividend) die wordt betaald bij het verstrekken van eigen vermogen welke niet aftrekbaar is van de winst. Verder heb ik uitgelegd dat transacties tussen verbonden lichamen volgens het at arm s length-beginsel moeten zijn vastgesteld. Dit beginsel voorkomt dat er winstverschuivingen plaatsvinden tussen verbonden lichamen. Een correctie moet dus plaatsvinden, indien voorwaarden die tussen verbonden lichamen zijn overeengekomen niet marktconform (zakelijk) zijn bepaald. Ik heb verder in het hoofdstuk de hoofdregel en de uitzonderingen bij de verstrekking van een geldlening uiteengezet. Uit de vaste jurisprudentie komt naar voren dat een terugbetalingsverplichting essentieel is voor de kwalificatie van een geldlening naar de civielrechtelijke vorm. Een civielrechtelijke lening wordt fiscaal ook als lening aangemerkt (hoofdregel). Er zijn echter drie uitzonderingen op deze hoofdregel gemaakt. Deze worden alle drie in het Unileverarrest genoemd. De eerste uitzondering is de schijnlening. Hiervan is sprake wanneer uit de wil van partijen blijkt, dat zij geen lening, maar een kapitaalverstrekking tot stand hebben willen brengen. De invulling van dit criterium dient aan de hand van objectief waarneembare feiten en omstandigheden plaats te vinden. Zo heeft de Hoge Raad uit het ontbreken van werkzaamheden en activa kunnen afleiden dat er sprake is van een schijnlening. De tweede uitzondering is de deelnemerschapslening. Dit is een lening die onder bepaalde voorwaarden is verstrekt dat de uitlenende vennootschap in wezen deelneemt in de onderneming van de debiteur. Een geldlening moet aan de volgende vier cumulatieve voorwaarden voldoen om als deelnemerschapslening te worden gekwalificeerd: - De vergoeding op de schuld is afhankelijk van de winst; - De schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers; - De schuld heeft geen vaste looptijd, maar is slechts opeisbaar bij faillissement, surséance van betaling of liquidatie; - De schuld heeft een looptijd van meer dan 50 jaar. ~ 19 ~

20 De derde uitzondering is de bodemlozeputlening. Het moet dan op het moment van verstrekken van de geldlening reeds aanstonds duidelijk zijn dat er geen aflossingen zullen gaan plaatsvinden. Wanneer een van de drie uitzonderingen zich voordoet, dan wordt de lening fiscaal niet erkend. Er is sprake van een verkapte kapitaalverstrekking. Civielrechtelijk blijft er namelijk sprake van een lening. Pas bij kwijtschelding van de schuld wordt de lening als informeel kapitaal aangemerkt. Wanneer er geen terugbetalingverplichting tot stand is gekomen en er een vermogensverschuiving plaatsvindt van de aandeelhouder naar de vennootschap op grond van aandeelhoudersmotieven, dan is er direct sprake van informeel kapitaal. Het verlies dat wordt geleden op een lening die gekwalificeerd is als schijnlening, deelnemerschapslening of bodemlozeputlening is aftrekbaar, indien de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is. Wanneer de deelnemingsvrijstelling wel geldt, dan is het verlies op de lening niet aftrekbaar, omdat het een bestanddeel van de deelneming is. Een verlies op een lening dat wordt kwijtgescholden is aftrekbaar, indien de deelnemingsvrijstelling niet geldt. Wanneer de deelnemingsvrijstelling wel van toepassing is, dan is het verlies pas aftrekbaar bij vervreemding van de aandelen of liquidatie van de vennootschap. ~ 20 ~

21 H3. Uiteenzetting arrest van 9 mei Het arrest van 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 In deze zaak is het de wens van een aantal certificaathouders om hun belangen in F BV (hierna: F) en belanghebbende (Holding A) af te stoten. Belanghebbende maakt deel uit van de A-groep. De aandelen van belanghebbende zijn tegen uitgifte van certificaten van aandelen overgedragen aan een stichting administratiekantoor. Het administratiekantoor is ook houder van de certificaten van de aandelen van F. Voorheen was F de houdstervennootschap van de A-groep. 45 De overige certificaathouders beschikten echter niet over de financiële middelen om die certificaathouders uit te kopen. Als oplossing werd een overnamevennootschap G Holding BV (hierna: G) opgericht om de uitkoop van de certificaathouders te financieren. De koopsom werd volledig gefinancierd met een lening van belanghebbende aan G. G Holding Certificaten A Certificaten F Lening STAK Holding A Holding F Bij deze lening is er geen schriftelijke leningsovereenkomst opgemaakt, er is geen aflossingsschema vastgesteld en er zijn ook geen zekerheden verstrekt. Aflossing op de geldlening zou geschieden met het dividend dat door F zou worden uitgekeerd aan G. Slechts een klein gedeelte van de lening is terugbetaald. Door de aanhoudende slechte resultaten van F, vinden er geen dividenduitkeringen meer plaats aan G. Daardoor kunnen er ook geen aflossingen meer plaatsvinden op de geldlening. Belanghebbende heeft daarom een afwaarderingsverlies in haar aangifte opgenomen. De inspecteur heeft deze afwaardering niet geaccepteerd. 45 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191, r.o ~ 21 ~

22 Het Gerechtshof Arnhem oordeelt dat de lening een zakelijk motief heeft, maar dat van een zakelijke geldverstrekking geen sprake is, omdat de vormgeving van de lening iedere zakelijkheid ontbeert. Een afwaarderingsverlies kan niet worden genomen op de geldlening. 46 De Hoge Raad laat in cassatie de uitspraak van het hof in stand, maar niet op dezelfde gronden. De Hoge Raad wijst op de omstandigheden waaronder de lening is aangegaan. Van belang zijn met name het ontbreken van zekerheden en de bedoeling om de lening af te lossen door het uitkeren van dividend door de belanghebbende en de voormalige houdstermaatschappij van de groep. Uit deze omstandigheden vloeit volgens de Hoge Raad voort dat: indien en voorzover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, moet- behoudens bijzondere omstandigheden ervan worden uitgegaan dat die vennootschap dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst van die vennootschap kan worden gebracht. 47 In gelieerde verhoudingen moet een lening aan bepaalde voorwaarden voldoen om als zakelijk te worden aangemerkt. Als maatstaf wordt gekeken naar of een onafhankelijke derde de overeengekomen voorwaarden van de lening zou accepteren. Er wordt daarbij gekeken naar een schriftelijke leningsovereenkomst, een aflossingsschema en of er zekerheden zijn verstrekt door de schuldenaar. De Hoge Raad hangt het meeste gewicht aan de zekerheden die in het onderhavige geval ontbreken. 48 Dit is begrijpelijk, want wanneer iemand een aanvraag doet bij de bank om een lening te krijgen, dan wordt altijd gevraagd naar een vast inkomen. Banken willen namelijk zo min mogelijk risico lopen en doen dit door zich voor het aangaan van de lening goed in te dekken. In de onderhavige casus wordt een debiteurenrisico aanvaard dat een bank nooit zou hebben geaccepteerd. Het debiteurenrisico is in zoverre aanvaard met de intentie het belang van de aandeelhouder te dienen. Een verlies op de lening kan in zoverre niet in mindering worden gebracht op de winst van de vennootschap (schuldeiser). De Hoge Raad lijkt met de woorden in zoverre te willen aangeven dat een deel van de lening moet worden toegerekend aan de deelnemingsrelatie. Dit deel is niet aftrekbaar van winst. Met de woorden in zoverre lijkt de Hoge Raad verder te impliceren dat het andere deel van de lening wél aftrekbaar is. 49 Om te bepalen welk deel wel aftrekbaar is, dient te worden beoordeeld in hoeverre een onafhankelijke derde de lening onder de overeengekomen voorwaarden zou aanvaarden. 46 Hof Arnhem, 22 december 2006, nr. 04/988, V-N 2007/ HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191, r.o HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191, r.o P.G.H. Albert, Is verlies op onzakelijke lening "omlaag" aftrekbaar?, WFR 2008, 1226, punt 4. ~ 22 ~

23 3.2 Vragen die opspelen naar aanleiding van het arrest van 9 mei 2008 Na de uitspraak van de Hoge Raad van 9 mei 2008, is er veel geschreven over de onzakelijke lening. Het was voor velen niet helemaal duidelijk wat de Hoge Raad heeft bedoeld met zijn uitspraak. Een voorbeeld hiervan is dat het niet duidelijk was wat de Hoge Raad impliceert in r.o. 3.4 met de woorden in zoverre. Het lijkt er op dat de Hoge Raad aangeeft dat de lening gesplitst moet worden in een zakelijk deel en een onzakelijk deel. 50 De literatuur is echter op dit punt nooit tot één antwoord gekomen. De Hoge Raad heeft verder niet uitgelegd in zijn arrest hoe een renteberekening op een onzakelijke lening moet worden gemaakt. Dient de rente berekend te worden over de gehele lening of slechts over het zakelijke deel van de lening? Ook is onduidelijk gebleven of dit arrest invloed heeft op een lening omlaag, waarbij een moedermaatschappij een lening aan haar dochtervennootschap verstrekt. Tevens rijst de vraag of het arrest ook betrekking heeft op een lening tussen zustermaatschappijen, ook wel een lening opzij genoemd. 51 In de literatuur is veel geschreven over de gevolgtrekking van dit arrest, maar de wetgever heeft de praktijk ook niet kunnen voorzien van een oplossing. Gevolg is dat er veel procedures zijn ontstaan die zowel de fiscus als ondernemingen veel tijd, geld en moeite hebben gekost. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 25 november 2011 in een viertal arresten uitspraak gedaan. In de volgende paragraven zal ik deze arresten nader uiteenzetten en de gevolgen hiervan bespreken. 50 P.G.H. Albert, Is verlies op onzakelijke lening "omlaag" aftrekbaar?, WFR 2008, 1226, punt Ik ga in paragraaf 6.3 verder in op de lening omlaag en opzij. ~ 23 ~

24 H4. Uiteenzetting 25 novemberarresten 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk zet ik de vier arresten van 25 november 2011 uiteen. Aan het arrest van 25 november 2011, nr. 08/05323, LJN BN3442, ( 4.4) zal ik de meeste aandacht besteden, omdat de Hoge Raad in dit arrest aangeeft hoe de onzakelijkeleningenproblematiek moet worden ingepast in de bestaande kaders van het eigen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting. In het arrest dat ik in paragraaf 4.2 ga bespreken, oordeelt de Hoge Raad dat de rechtsoverwegingen van het arrest nr. 08/05323 doorwerken naar de IB-sfeer. Ik bespreek in paragraaf 4.3 het arrest waarbij de Hoge Raad bepaald heeft onder welke omstandigheden een liquidatieverlies kan worden genomen. Tot slot zal ik in paragraaf 4.5 kort ingaan op het arrest waarbij de Hoge Raad het beroep van belastingplichtige ongegrond heeft verklaard. 4.2 HR 25 november 2011, nr. 10/04588, LJN BP8952 In deze zaak leent belanghebbende, X, een geldbedrag van van de houdstervennootschap van zijn echtgenote. Belanghebbende leent dit bedrag uit aan D Beheer BV (hierna: D) waarin hij met zijn echtgenote samen een belang houdt van 100%. De holding van de echtgenote van X, Y, heeft ook een bedrag ( ) aan D uitgeleend. D heeft deze geldbedragen vervolgens doorgeleend aan E BV (hierna: E) waarin een aandelenbelang van 75% wordt gehouden. Door de slechte resultaten is E in staat van faillissement verklaard, wat met name is gekomen door het onverwachte faillissement van haar grootste klant. Belanghebbende heeft de vordering op D kwijtgescholden en het verlies op de geldlening in mindering gebracht op zijn resultaat uit overige werkzaamheden. Y X ,5% 49,5% Holding D Beheer BV Derde 75% 25% E BV Bank ~ 24 ~

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2?

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Fiscale Economie De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak

De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak Diederik Kales H. Vermeulen 5782031 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening Bachelor Thesis De onzakelijke lening Naam : Erkan Er Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s915916 Datum : 26 april 2010 Begeleider/ coördinator : prof. dr.j.a.g.van der Geld Coördinator

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu?

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Het in 2008 gewezen arrest BNB 2008/191 bleek achteraf het begin te zijn van een uitgebreide jurisprudentie van de Hoge Raad inzake het leerstuk van de onzakelijke

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Masterscriptie studiejaar 2009/2010 Paul Kalapnathsing, 0343048 Student fiscale economie 1 e begeleider: dr. J.L. van de Streek

Nadere informatie

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS BSC FISCALE ECONOMIE Fiscale kwalificatie van eigen vermogen Fiscaalrechtelijke gevolgen van een civielrechtelijke benadering ABSTRACT: Dit onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening: hoe nu verder? Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: 27-05-2014 Auteur: prof. mr. dr. P.G.H.

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht MASTERSCRIPTIE Fiscaal Recht HET EINDE IN ZICHT?! Beantwoording van de laatste openstaande (hoofd)vragen omtrent het leerstuk van de ODR-lening Auteur: R.P.C. Linders Administratienummer: 465163 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Coen Twigt 328128 Fiscale Economie Erasmus School of Economics Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken.

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken. Den Haag, - 1 DEC. 2017 Kenmerk: 2017-0000227106 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/04930) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 7 september 2017, X Z. nr.

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E.

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E. Bachelor Thesis De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. Naam : Y.G.M.E. (Ynte) Rasenberg Studierichting : Fiscale economie Administratienummer

Nadere informatie

Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering

Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering Onzakelijke lening Een analyse van de junk bond -benadering Masterscriptie Fiscale economie Erasmus Universiteit Rotterdam Auteur: H.M.M.M. (Hervé) van Oosterhout Onder begeleiding van: R.C. de Smit MSc

Nadere informatie

Onzakelijke garanties en borgstellingen

Onzakelijke garanties en borgstellingen Onzakelijke garanties en borgstellingen Rechtbank Arnhem dd 5 augustus 2008, nr AWB 08/1406, LJN BN3301 Hof Arnhem 15 maart 2011, nr 10/00431, LJN BP9846, NTFR 2011/850 met noot Horzen, V-N2011/28.1.2.

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening

Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening Auteur Opleiding Universiteit Administratienummer Afstudeerdatum D.M.A.W. van den Bouwhuijsen Master Fiscale Economie Universiteit van

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Sana Ameziane 16 november 2016 Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? Auteur

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep.

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Master Thesis Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Naam : Marc Wolters Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : S233041 Datum : augustus 2009 Examencommissie : Prof. dr. J.A.G. van der

Nadere informatie

Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet?

Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet? Mr. Almer M.A. de Beer 1 Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet? Art. 4.6 Wet IB 2001 geeft antwoord op de vraag wie aanmerkelijkbelanghouder is De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Edelhoogachtbaar college,

Edelhoogachtbaar college, Edelhoogachtbaar college, >< Ter aanvulling van het namens MBBBBJHBBptB.V. (hierna: belanghebbende) ingediende beroepschrift in cassatie stelt ondergetekende de volgende middelen van cassatie voor. Cassatiemiddei

Nadere informatie

Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Master thesis Fiscaal Recht Artikel 15ad Wet Vpb 1969; een verbetering of niet? Auteur: Sandra (M.F.J.H.)

Nadere informatie

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen?

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? De definitie en consequenties van de onzakelijke lening vergeleken met andere vermogensverstrekkingen Derrick Bijker VOORWOORD a SAMENVATTING

Nadere informatie

BACHELORSCRIPTIE. De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering

BACHELORSCRIPTIE. De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering BACHELORSCRIPTIE De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering Naam: Guus Baak Studentnummer: 360356 Begeleider: R.B.N. van Ovost Rotterdam, 17 juli 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Fraus

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Inleiding Obligatieleningen kunnen, al dan

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Ministerie van Financiën

Ministerie van Financiën Ministerie van Financiën Bijlage 1: Algemeen INSPECTIE DER BELASTINGEN CURAÇAO Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 17 Bijlage 2: aandeelhouders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 5 2015 NGO-ENS B / 5 Bij de

Nadere informatie