Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969"

Transcriptie

1 Een onderzoek naar de gevolgen van de invoering van artikel 15ad Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Master thesis Fiscaal Recht Artikel 15ad Wet Vpb 1969; een verbetering of niet? Auteur: Sandra (M.F.J.H.) van Buren ANR: Opleiding: Universiteit: Examencommissie: s Master Fiscaal Recht Tilburg University Faculteit Rechtsgeleerdheid prof. dr. J.A.G. van der Geld mr. dr. R. Russo Afstudeerdatum: 28 november 2012

2 2 Inhoud Lijst van afkortingen... 5 Voorwoord Inleiding Aanleiding van het onderzoek Probleemstelling Plan van aanpak Het onderscheid tussen vreemd vermogen en eigen vermogen Inleiding Schijnlening Bodemlozeputlening Deelnemerschapslening Onzakelijke lening Artikel 15ad Wet Vpb Historisch kader en totstandkoming artikel 15ad Wet Vpb Totstandkoming artikel 15ad (nieuw) Wet Vpb Wettelijke renteaftrekbeperking 15ad Wet Vpb Fiscale eenheid Liquidatie binnen fiscale eenheid Juridische splitsing & fusie Begrippen artikel 15ad Wet Vpb Rente Kosten Valutaresultaten Schulden die voortvloeien uit een overeenkomst van geldlening of een daarmee vergelijkbare overeenkomst Rechtens dan wel in feite direct of indirect verband houden met de verwerving of uitbreiding van een belang in een of meer andere maatschappijen Het begrip rechtens dan wel in feite direct of indirect verband Het begrip verwerving of uitbreiding Beperking renteaftrek Algemeen Rente alleen aftrekbaar van eigen winst Tegenbewijsregeling... 34

3 Objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten Stallingsregeling Wettelijke renteaftrekbepalingen Inleiding Artikel 10a Wet Vpb Winstdrainage Artikel 10b Wet Vpb Renteloze lening met lange looptijd Artikel 10d Wet Vpb Thincapregeling Per 1 januari 2013: artikel 13l Wet Vpb Deelnemingsrente Conclusie Knelpunten Correctie Goodwill Dubbele belastingheffing & tegenbewijsregeling Ingewikkeld en niet specifiek Ontwijking Stallingsregeling Conclusie Oplossingen Defiscalisering Earningsstripping-maatregel Vermogensaftrek en -bijtelling Conclusie Beheersmaatregelen Fair share Corporate Governance Code Frijns Risico s & de commerciële jaarrekening Horizontaal Toezicht Conclusie Literatuur Artikelen Boeken Jurisprudentie Krantenartikelen Parlementaire stukken... 75

4 4 Rapporten en overige publicaties Verordeningen Bijlage I: artikel 15ad Wet Vpb 1969 per 1 januari Bijlage II: artikel 15ad Wet Vpb per 1 januari

5 5 Lijst van afkortingen BNB Beslissingen in Belastingzaken. Nederlandse belastingrechtspraak BW Burgerlijk Wetboek HR Hoge Raad der Nederlanden HvJ Hof van Justitie EU MvT Memorie van toelichting NV Nota naar aanleiding van het verslag R.o. Rechtsoverweging RJ Raad voor de jaarverslaggeving Staatssecretaris Staatssecretaris van Financiën TFO Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht Wet Vpb 1969 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad Fiscaal Recht

6 6 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie die is geschreven ter afsluiting van de masteropleiding Fiscaal Recht aan de universiteit van Tilburg. In dit onderzoek zal nader worden ingegaan op de problematiek rondom de renteaftrekbeperking van overnameholdings. De keuze van dit onderwerp vloeit voort uit mijn interesse voor de vennootschapsbelasting. Al snel werd mij duidelijk dat de perikelen rondom renteaftrekbeperkingen complexer zijn dan gedacht en dat daardoor bij veel ondernemingen en in de belastingadviespraktijk onduidelijkheid bestaat hoe hier mee om te gaan. De renteaftrekbeperking omtrent overnameholdings leek mij daarom een zeer geschikt afstudeeronderwerp. Met plezier heb ik afgelopen jaar de vakken Tax Assurance I & 2 gevolgd. In dit kader heb ik niet alleen een scriptie geschreven die een fiscaal technisch onderwerp bevat, maar ook bekeken hoe de renteaftrekbeperking zich verhoudt tot de ethiek en interne beheersing van een onderneming. Hierbij wil ik de heer Russo, coördinator van deze vakken en tevens mijn scriptiebegeleider, bedanken voor de inspiratie die ik tijdens de colleges heb kunnen opdoen en daarnaast voor het begeleiden van het schrijfproces van mijn scriptie. Hierbij komt ook een einde aan mijn studie. Daarom wil ik ook mijn familie, vriend en vrienden bedanken. Tijdens mijn gehele studententijd hebben zij het volste vertrouwen in mij gehad en mij altijd gesteund bij de keuzes die ik heb gemaakt. Daarnaast hebben zij ook gezorgd voor de nodige ontspanning, het goede werk eist immers tijdig rusten.

7 7 1. Inleiding 1.1. Aanleiding van het onderzoek Lion Capital financiert de overname van HEMA met geleend geld, waardoor het verzelfstandigde HEMA nu voor ruim 1 miljard euro in de schulden zit. 1 Qua vennootschapsbelasting droegen de bedrijven een half miljard euro minder af sinds zij overgenomen zijn. 2 Dit zijn diverse krantenkoppen die afgelopen jaren in de media zijn verschenen. Dergelijke krantenkoppen zien op het feit dat ondernemingen proberen zo weinig mogelijk (vennootschaps)belasting te betalen. Om een onderneming te kunnen drijven en om ondernemingsactiviteiten verder uit te breiden dient een onderneming over voldoende kapitaal te beschikken. Voor het kapitaliseren van een vennootschap bestaan verschillende mogelijkheden. Één mogelijkheid bestaat uit het aantrekken van vreemd vermogen, waardoor een schuld aan de crediteur ontstaat waarover de vennootschap rente is verschuldigd. In een nationale situatie, wordt deze rente neutraal behandeld. De rente wordt belast en is aftrekbaar tegen hetzelfde tarief. Dit geldt eveneens voor landen die hetzelfde vennootschapsbelastingtarief als Nederland hanteren, de rente wordt dan ook belast en is aftrekbaar tegen hetzelfde tarief. Internationaal opererende ondernemingen proberen echter om de heffing op rente te verplaatsen naar landen met een effectief lage belastingdruk, zodat zij weinig tot geen belasting hoeven te betalen. Aan de andere kant zullen zij proberen de rentelasten in aftrek te brengen in landen met een effectief hoge belastingdruk, zoals in Nederland. Deze rentelast komt namelijk ten laste van de winst, zodat de winstgrondslag vermindert. Via dergelijke constructies wordt de belastinggrondslag uitgehold. De Nederlandse overheid wil voorkomen dat de Nederlandse belastinggrondslag op deze wijze wordt uitgehold. De invoering van verschillende renteaftrekbeperkende maatregelen moet deze uitholling van de belastinggrondslag tegengaan. In veel verschillende situaties proberen multinationale ondernemingen een fiscaal voordeel te creëren, bijvoorbeeld bij een overname. Bij overname van een Nederlandse vennootschap kan een overnemende partij gebruik maken van een in Nederland gevestigde en belastingplichtige overnameholding. Dit heeft tot gevolg dat rentelasten die verband houden met deze overname in mindering kunnen worden gebracht op de fiscale winsten van de overgenomen vennootschap door middel van een fiscale eenheid. Ter voorkoming van uitbreiding van bovengenoemde grondslaguitholling is per 1 januari 2012 een specifieke renteaftrekbeperkende maatregel ingevoerd voor zogenoemde overnameholdings. In mijn onderzoek zal ik de nieuwe renteaftrekbeperking bespreken en beschrijven en antwoord geven op de vraag of de invoering van artikel 15ad Wet Vpb 1969 een oplossing biedt voor de strijd tegen de uitholling van de belastinggrondslag. Daarnaast zal in deze scriptie aandacht worden besteed hoe artikel 15ad Wet Vpb 1969 zich verhoudt ten opzichte van de ethiek en de interne beheersmaatregelen van een onderneming. 1 Rode cijfers voor HEMA door rentelasten, Volkskrant 6 augustus J. Wester, Overgenomen op eigen kosten, en die van u!, NRC Handelsblad 3 november 2007.

8 Probleemstelling De probleemstelling van dit onderzoek luidt als volgt: In hoeverre wordt door de invoering van artikel 15ad Wet Vpb 1969 de uitholling van de belastinggrondslag met betrekking tot overnameholdings effectief tegengegaan? 1.3. Plan van aanpak Om antwoord te kunnen geven op mijn probleemstelling geef ik eerst een uiteenzetting van het verschil tussen eigen en vreemd vermogen, aangezien dit de basis vormt voor de renteaftrekbeperkingen. Verder wordt in hoofdstuk 2 de problematiek die zich voordoet bij leningen tussen ondernemingen behandeld. Daarna zal ik in hoofdstuk 3 de overnameholdingbepaling van artikel 15ad Wet Vpb 1969 behandelen. In dit hoofdstuk wordt de totstandkoming, diverse begrippen en de toepassing van artikel 15ad Wet 1969 uitgelegd. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 worden bekeken hoe artikel 15ad Wet Vpb 1969 zich verhoudt ten opzichte van de andere, wettelijke renteaftrekbeperkingen 10a, 10b en 10d Wet Vpb 1969 en artikel 13l, welke per 1 januari 2013 wordt ingevoerd. Daarna zullen in hoofdstuk 5 de knelpunten worden behandeld die naar voren komen bij de toepassing van artikel 15ad Wet Vpb Vervolgens zullen een aantal oplossingen, zoals de earningsstrippings-maatregel, defiscalisering van rente en een vermogensaftrek en -bijtelling worden behandeld, die wellicht een adequater middel vormen tegen de belastinggrondslaguitholling. In hoofdstuk 7 wordt aandacht besteed aan hoe artikel 15ad Wet Vpb 1969 zich verhoudt ten opzichte van de ethiek en de interne beheersmaatregelen van een onderneming. Ook wordt aandacht besteed aan het bereik van horizontaal toezicht met betrekking tot een eventuele toepassing van artikel 15ad Wet Vpb Uiteindelijk zal worden afgesloten met de conclusie of de invoering van artikel 15ad Wet Vpb 1969 een adequaat middel vormt tegen de belastinggrondslaguitholling.

9 9 2. Het onderscheid tussen vreemd vermogen en eigen vermogen 2.1. Inleiding Aanleiding voor het gebruik van vreemd vermogen door vele ondernemingen is de verschillende fiscale behandeling van vreemd vermogen en eigen vermogen. Rente als vergoeding voor het ontvangen van vreemd vermogen vormt zowel bedrijfseconomisch als fiscaal gezien een kostenpost en is daarom in principe aftrekbaar. Dividend als vergoeding voor eigen vermogen is niet aftrekbaar. Vanwege dit verschil in fiscale behandeling van vreemd en eigen vermogen kan het voor belastingplichtigen fiscaal gezien voordelig zijn om meer vreemd vermogen aan te trekken dan zij uit bedrijfseconomische overwegingen zouden doen. De meeste gevallen waarin sprake is van een fiscaal gedreven financiering met vreemd vermogen doen zich voor binnen groepsverband. Bedrijfseconomisch gezien maakt het dan niet veel uit of een groepsvennootschap met eigen of met vreemd vermogen wordt gefinancierd. Voor de fiscale behandeling maakt dat echter wel uit, aangezien de vergoeding op vreemd vermogen als uitgangspunt aftrekbaar is en de vergoeding op eigen vermogen niet. Internationaal opererende ondernemingen kunnen door dit verschil in fiscale behandeling inspelen op internationale tariefverschillen tussen verschillende belastingjurisdicties. Door middel van de tariefverschillen zullen onderneming hun vorderingen en schulden zo voordelig mogelijk toedelen. De aftrek van rente en kosten vindt plaats tegen een hoog belastingtarief en heffing tegen een laag belastingtarief. Onderscheid kan worden gemaakt tussen drie situaties, om te bepalen op welke wijze een onderneming (fiscaal) wordt gedreven: 1. Zoals hierboven al kort is vermeld, is de rente op vreemd vermogen aftrekbaar van de fiscale winst. De vergoeding op het eigen vermogen kan niet in aftrek worden gebracht van de fiscale winst. 2. Valutawijzigingen kunnen invloed hebben op de winst wanneer er sprake is van financieringen met een lening, terwijl bij eigen vermogen geen invloed kan worden uitgeoefend door middel van de valutawijzigingen. 3. Een financiering met eigen vermogen van een deelneming heeft geen invloed op de winst, in vele gevallen zal namelijk de deelnemingsvrijstelling van toepassing zijn op dividenduitkeringen en op waardestijgingen van de deelneming. Rentebaten vallen echter niet onder deelnemingsvrijstelling. Door deze drie situaties ontstaat er een onevenwichtigheid op de kapitaalmarkt. De investeringsbeslissing van de ondernemer wordt hierdoor beïnvloedt, aangezien de financiering met vreemd vermogen aantrekkelijker wordt gemaakt dan financiering met eigen vermogen. In dit hoofdstuk zal nader worden ingegaan op het onderscheid tussen eigen vermogen (kapitaal) en vreemd vermogen (een lening).

10 10 Jurisprudentiële herkwalificatie van leningen Om te bepalen of de rente op een geldlening aftrekbaar is, wordt in principe de civielrechtelijke kwalificatie van een geldlening gevolgd. De hoofdregel is daardoor dat wanneer civielrechtelijk sprake is van een lening, de betaalde rente aftrekbaar is. 3 De Hoge Raad heeft echter in een aantal gevallen anders bepaald, namelijk dat de civielrechtelijke kwalificatie niet bepalend is voor de fiscaliteit. Er zijn drie soorten gevallen waarin een lening wordt gezien als eigen vermogen: - Schijnlening - Bodemlozeputlening - Deelnemerschapslening Deze geldleningen worden geherkwalificeerd naar eigen vermogen. Dit wordt ook wel aangeduid met het begrip informeel kapitaal. Informeel kapitaal is een betaling van een aandeelhouder, of het afzien van een vergoeding, die het gevolg is van de relatie tussen de vennootschap en de aandeelhouder. 4 In artikel 10 lid 1 sub d Wet Vpb 1969 is vastgelegd dat voor geldleningen die onder zodanige voorwaarden zijn aangegaan dat deze feitelijk functioneren als eigen vermogen, de gehele rente niet in aftrek komt van de belastbare winst. In de paragrafen 2.2. tot en met 2.4. zal dit nader worden uiteengezet. Artikel 15ad Wet Vpb 1969 is alleen van toepassing op leningen. In het geval van een schijn-, bodemlozeput- en deelnemerschapslening is sprake van een storting van informeel kapitaal. Hierdoor is fiscaal geen sprake van een lening, waardoor de rente op deze lening bij voorbaat niet kan worden afgetrokken. Een andere categorie vormt de onzakelijke lening, waarbij wel sprake is van een lening en deze fiscaal op die wijze wordt gezien. De rente op de lening is wel aftrekbaar. Wanneer de debiteur van de lening minder kredietwaardig blijkt te zijn, kan er onder omstandigheden voor worden gekozen om de lening ten laste van de winst af te waarderen. De afwaardering op deze lening mag echter niet in aanmerking worden genomen. In paragraaf 2.5. zal het begrip onzakelijke lening nader worden uitgelegd. 3 HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/ HR 31 mei 1978, BNB 1978/252 (Zweeds Grootmoederarrest).

11 Schijnlening Er is sprake van een schijnlening wanneer het tussen beide partijen niet de bedoeling is geweest een lening aan te gaan. Doordat de partijen in werkelijkheid iets anders beogen dan zij doen voorkomen, is er sprake van schijn. De Hoge Raad formuleert in haar arrest uit 1954 de schijnlening als volgt: Dat als regel geldt, dat niet beslissend is de schijn, dat is de naam, waarmede een transactie wordt uitgedost en de vorm waarin zij wordt gegoten, doch dat het aankomt op wat in werkelijkheid tussen partijen is verhandeld, dat is op de verhoudingen, welke naar burgerlijk recht beoordeeld in werkelijkheid tussen partijen bestaan. 5 Hieruit kan worden geconcludeerd dat in geval van een schijnlening niet de schijn doorslaggevend is, maar dat de werkelijkheid bepalend is. De verklaring (schijn) is namelijk dat partijen een lening zijn overeengekomen, maar uit de wil (werkelijkheid) van partijen blijkt iets anders. Wanneer de feiten niet aansluiten bij wat er is overeengekomen, kan worden gesteld dat de wil en verklaring niet overeenstemmen Bodemlozeputlening Er is sprake van een bodemlozeputlening wanneer bij het aangaan van de lening duidelijk is dat het geleende bedrag niet of niet geheel kan worden terugbetaald. De lening wordt geacht te zijn toegevoegd aan het eigen vermogen van de debiteur, er is dus geen sprake meer van een schuld. De criteria voor een bodemlozeputlening zijn gesteld in het Unilever-arrest van 27 januari In deze casus werd door een moedermaatschappij een lening verstrekt aan een verlieslijdende dochtermaatschappij. Bij het verstrekken van de lening door de moedermaatschappij was al duidelijk dat de dochtermaatschappij de lening niet kon terug betalen. Aangezien de moedermaatschappij bij het verstrekken van deze lening wist dat het verstrekte bedrag (geheel of gedeeltelijk) niet zou worden terugbetaald, wordt deze lening fiscaal niet gezien als een lening, maar als een kapitaalstorting. Het geld verdwijnt uit het vermogen van de moedermaatschappij en komt niet meer terug. Bij een bodemlozeputlening staat dus reeds bij het verstrekken van de lening vast dat deze (geheel of gedeeltelijk) niet zal worden terugbetaald. Er is sprake van een storting van vermogen in een bodemloze put Deelnemerschapslening De derde categorie voor de herkwalificering van een lening betreft de deelnemerschapslening. De criteria om te kunnen vaststellen of er sprake is van een deelnemerschapslening kunnen worden terug gevonden in een arrest uit In dit arrest werd vooral ingegaan op het feit wat het begrip deelnemerschap was: dat echter wanneer het winstaandeel een onderdeel vormt van de regeling ener verhouding tussen schuldeiser en schuldenaar, welke den schuldeiser zo nauw bij het bedrijf van den schuldenaar betrekt dat hij daarin in zekere mate deel heeft, de op dat aandeel uitgedeelde winst voor den schuldenaar niet meer als kosten van het bedrijf kan worden beschouwd en dat 5 HR 3 november 1954, nr , BNB 1954/ HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ HR 5 juni 1957, BNB 1957/239.

12 12 aandeel niet onder de in art. 13, 1 onder b (Besluit Vpb 1942), genoemde aandelen in de winst kan worden gebracht. In HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208 zijn de criteria voor een deelnemerschapslening nader aan de orde gekomen. In het geval van een deelnemerschapslening wordt voor de ontvangende vennootschap de vermogensverstrekking voor de heffing van vennootschapsbelasting als eigen vermogen gezien. Er worden drie cumulatieve eisen gesteld voor de deelnemerschapslening: 8 1. De vergoeding voor de lening, de rente, is afhankelijk van de winst; en 2. De schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers; en 3. De schuld heeft geen vaste looptijd (meer dan 50 jaar) en is slechts opeisbaar bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie. Wanneer aan bovenstaande drie voorwaarden is voldaan, functioneert de lening als eigen vermogen, als is bedoeld in artikel 10 lid 1 sub d Wet Vpb Bij de debiteur wordt de lening daardoor als eigen vermogen gekwalificeerd en de rente is bij de debiteur niet aftrekbaar. Een lening wordt slechts aangemerkt als deelnemerschapslening, indien wordt voldaan aan alle in BNB 1998/208 geformuleerde voorwaarden. Dit betekent dat de crediteur en de debiteur samen in principe zelf kunnen bepalen of sprake is van een deelnemerschapslening. Een kapitaalstorting kan na een kleine aanpassing, als lening door het leven gaan en andersom is het mogelijk om een lening om te vormen tot een feitelijke verschaffing van eigen vermogen. Dit in tegenstelling tot de schijnen bodemlozeputlening waar de criteria minder duidelijk zijn gesteld. Voor taxplanning redenen kan het aantrekkelijk zijn om kleine aanpassingen te verrichten aan de leningsovereenkomst, zodat niet geheel wordt voldaan aan de cumulatieve voorwaarden van de deelnemerschapslening. Door kwalificatieverschillen zou een geldverstrekking door Nederland namelijk kunnen worden gezien als een lening met de bijbehorende renteaftrek, terwijl de geldverstrekking door het buitenland wordt gezien als een kapitaalverstrekking. 9 8 Formulering aan de hand van drie arresten: HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208, HR 17 februari 1999, nr , BNB 1999/76 en HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/82 (Prêt Participatif-arrest). 9 Dr. J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer 2007, p. 105.

13 Onzakelijke lening In de vorige paragrafen zijn de situaties besproken waarin een lening kwalificeert als informeel kapitaal. Een aparte categorie vormt de onzakelijke lening. Bij een onzakelijke lening is er fiscaalrechtelijk wel sprake van een lening, maar omdat deze kwalificeert als onzakelijk bij een afwaardering van de lening dit verlies niet ten laste van de winst worden gebracht. De onzakelijke lening is een begrip dat is ontstaan in de jurisprudentie. In het arrest van HR 9 mei 2008, de voorganger van de onzakelijke lening-arresten, wilden de certificaathouders (A) hun belang in een STAK verkopen. 10 De certificaathouders B beschikten niet over de financiële middelen om de uitkoop te financieren. Daardoor werd G Holding BV opgericht en deze verwierf de certificaten in de STAK. De koopsom werd gefinancierd door een lening van Belanghebbende BV. Er was voor deze lening geen overeenkomst, geen aflossingsschema en er waren ook geen zekerheden gesteld. De A-groep maakte daarnaast verlies, waardoor Belanghebbende BV vervolgens verlies wilden claimen op de vordering. Zie de situatieschets hieronder: Certificaathouders B Certificaathouders A G Holding B.V. koopprijs STAK Vordering F B.V. Belanghebbende BV A-Groep De Hoge Raad heeft naar aanleiding van dit geschil de volgende uitspraak gedaan. Wanneer een geldlening onder zodanige voorwaarden en omstandigheden is afgesloten, dat daarbij een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, is sprake van een onzakelijke lening. Het debiteurenrisico wordt in zoverre aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen, zodat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst kan worden gebracht. Deze in zoverre benadering houdt in dat de lening kan worden gekwalificeerd in een onzakelijk en een zakelijk gedeelte van de lening. Het Effectenportefeuillearrest In dit arrest van 25 november 2011 introduceert de Hoge Raad het begrip onzakelijke lening. Een onzakelijke lening is een lening waarbij geen rente kan worden bepaald waar toe een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken aan de debiteur, onder vergelijkbare omstandigheden. 11 Dit moet worden getoetst aan de hand van de feiten en omstandigheden ten 10 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37.

14 14 tijde van het aangaan van de lening. 12 Het eerste 25 november-arrest, ook wel het effectenportefeuillearrest genoemd, bevat de volgende casus. X B.V. draagt in 1999 een effectenportefeuille over aan A B.V. tegen schuldigerkenning. In eerste instantie is er geen schriftelijke overeenkomst, geen renteberekening, geen aflossingsschema en worden er geen zekerheden overeengekomen. Bovendien had A B.V. vrijwel geen eigen vermogen. Na een jaar komt er wel een overeenkomst, waarbij er 5% rente wordt overeengekomen en de aflossing binnen 10 jaar dient plaats te vinden, daarnaast wordt er een pandrecht overeengekomen. Het eigen vermogen van A B.V. is dan negatief door bijschrijving van de rente en de waardedaling van de effectenportefeuille. In 2001 waardeert X B.V. de vordering op A B.V. gedeeltelijk af in verband met de emigratie X B.V. en A B.V. Zie de situatieschets hieronder: X B.V. Vordering A B.V. Effecten nnnn Aan de hand van het effectenportefeuillearrest kan het volgende stappenplan worden gevolgd, om te bepalen of er sprake is van een onzakelijke lening: Is er civielrechtelijk sprake van een lening? De Hoge Raad stelt dat: Voor de beantwoording van de vraag of een geldverstrekking door een moedervennootschap aan haar dochtervennootschap, voor wat betreft de fiscale gevolgen als een geldlening dan wel als een kapitaalverstrekking heeft te gelden, is in beginsel de civielrechtelijke vorm beslissend. 14 De overeenkomst van geldlening is vastgesteld in artikel 7A:1800 Burgerlijk Wetboek. Die iets ter leen ontvangt is verplicht hetzelve, in gelijke hoeveelheid en hoedanigheid, en op den bepaalden tijd, terug te geven. De terugbetalingsverplichting is het belangrijkste element van een civielrechtelijke lening. Uit HR BNB 2012/37 en HR BNB 2012/79 volgt dat het ontbreken van een aflossingsschema niet betekent dat geen verplichting tot terugbetaling is. Indien er civielrechtelijk geen lening is, dan is er in beginsel sprake van eigen vermogen, ook fiscaal. Indien er civielrechtelijk sprake van een lening is, dan door naar stap O.C.R. Marres, De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, WFR 2012/ In navolging van het effectenportefeuillearrest zijn ook de volgende arresten gewezen: HR 25 november 2011, BNB 2012/38 (het 'GmbH-arrest'); HR 25 november 2011, BNB 2012/39 (niet ontvankelijk verklaard) en HR 25 november 2011, BNB 2012/78 (het Tbs- arrest'). 14 HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o

15 15 2. Is één van de uitzonderingen van toepassing? HR: Voor de beantwoording van de vraag of een geldverstrekking door een moedervennootschap aan haar dochtervennootschap voor wat betreft de fiscale gevolgen als een geldlening dan wel als een kapitaalverstrekking heeft te gelden, is in beginsel de civielrechtelijke vorm beslissend. Deze regel lijdt in drie gevallen uitzondering, te weten: 1. De schijnlening; 2. De bodemlozeputlening; en 3. De deelnemerschapslening. 15 Wanneer een van de uitzonderingen van toepassing is, dan kwalificeert de geldlening als fiscaal eigen vermogen. Wanneer geen van de uitzonderingen van toepassing zijn, dan door naar stap Is de rente zakelijk? HR: Ingeval bij een geldlening tussen gelieerde partijen de rente niet in overeenstemming met het at arm's length beginsel is vastgesteld, zal voor de fiscale winstberekening moeten worden uitgegaan van een rente die wel aan dit criterium voldoet. 16 Er dient dan een beoordeling plaats te vinden of de geldlening tussen de gelieerde partijen at arm s length is. Er is sprake van een at arm s length situatie, wanneer de transactie die tussen verbonden ondernemingen is gemaakt puur op commerciële basis wordt gedaan, waar beide ondernemingen proberen hun voordeel te maximaliseren en geen van beide ondernemingen de een of de ander probeert te bevoordelen, artikel 8b Wet Vpb Wanneer de geldlening at arm s length is, dan is het afwaarderingsverlies aftrekbaar en is er geen rentecorrectie mogelijk. Waneer de geldlening niet at arm s length is, dan door naar stap Indien de rente onzakelijk is, is een derde bereid eenzelfde lening onder dezelfde voorwaarden te verstrekken tegen een hogere, niet winstdelende, rente? HR: Ingeval bij een geldlening tussen gelieerde partijen de rente niet in overeenstemming met het at arm's length beginsel is vastgesteld, zal voor de fiscale winstberekening moeten worden uitgegaan van een rente die wel aan dit criterium voldoet. 17 Daarbij is van belang of een derde bereid zou zijn om een lening onder dezelfde voorwaarden en tegen een vaste rente te verstrekken? Met welke derde dient te worden vergeleken? HR BNB 1997/217: Door uit te gaan van de standaardhypotheekrente heeft het Hof belanghebbende als gelduitlener vergeleken met de gelduitlenende financiële instellingen die bedoelde rente plegen te bedingen. Aldus heeft het Hof een onbegrijpelijk oordeel gegeven, nu, naar moet worden aangenomen, belanghebbende ter zake van de onderhavige geldlening niet op met die instellingen vergelijkbare wijze op de hypotheekmarkt optreedt en derhalve niet met zodanige instellingen, doch veeleer met een particuliere belegger dient te worden vergeleken. 18 De onafhankelijke derde dient hierdoor van geval tot geval te worden bepaald. 15 HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 5 februari 1997, nr , BNB 1997/217, r.o

16 16 HR: Daarbij zal behoudens het rentepercentage moeten worden uitgegaan van hetgeen partijen zijn overeengekomen (zoals met betrekking tot zekerheden en de looptijd van de lening). 19 HR BNB 2012/79: Ook de omstandigheden dat geen formele zekerheden waren gesteld, dat geen aflossingsschema was overeengekomen en dat de rente werd bijgeschreven, staan niet in de weg aan het oordeel dat geen sprake is van een onzakelijk lening. 20 HR: Met dat uitgangspunt strookt niet dat de rente zodanig wordt aangepast dat de geldlening in wezen winstdelend zou worden. Dan zou het karakter van hetgeen partijen zijn overeengekomen worden aangetast. 21 Indien de onzakelijke elementen kunnen worden gecorrigeerd door een rentecorrectie naar een vaste rente, dan kwalificeert de lening niet als een onzakelijke lening. Het afwaarderingsverlies is dan aftrekbaar en de rente dient te worden gecorrigeerd (zie het voorbeeld hierna). Indien de onzakelijke elementen niet kunnen worden gecorrigeerd door een rentecorrectie naar een vaste rente, dan kwalificeert de lening als een onzakelijke lening stap 5: afwaarderingsverlies is niet aftrekbaar, de rente dient te worden gecorrigeerd. 5. Indien dat niet het geval is, is er sprake van een onzakelijke lening en dient de rente te worden bepaald. HR: Gelet op het hiervoor overwogene en mede om redenen van eenvoud kan als vuistregel worden gehanteerd dat de rente op de onzakelijke lening wordt gesteld op de rente die de gelieerde vennootschap zou moeten vergoeden indien zij met een borgstelling van de concernvennootschap onder overigens gelijke voorwaarden van een derde zou lenen. 22 De rente op een onzakelijke lening is gelijk aan de rente die een debiteur aan de bank zou moeten betalen onder borgstelling van de crediteur. Effectief is dit dus de rente die de crediteur aan de bank zou moeten betalen. Een voordeel hiervan is dat er structureel geen verlies is, wanneer de crediteur heeft geleend bij een bank. Conclusie De Hoge Raad had in 2008 met zijn in zoverre benadering onderscheid gemaakt tussen een zakelijk en een onzakelijk gedeelte van de lening. Met de 25 november-arresten heeft de Hoge Raad besloten de in zoverre benadering te verwerpen. Hij heeft gesteld dat voor de lening als geheel moet worden beoordeeld of er sprake is van een onzakelijke lening. 23 De Hoge Raad stelt dat met betrekking tot een onzakelijke lening ervan kan worden uitgegaan dat een vennootschap een debiteurenrisico heeft aanvaard met de bedoeling het belang van de met haar gelieerde vennootschap in de hoedanigheid van aandeelhouder dan wel dochtervennootschap te dienen. Een 19 HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 13 januari 2012, nr. 10/03654, BNB 2012/79, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o

17 17 verlies op de geldlening kan daardoor niet ten laste van de winst van de vennootschap worden gebracht. Een dergelijke lening wordt dan in zijn geheel aangeduid als een onzakelijke lening. 24 Volgens de Hoge Raad heeft het debiteurenrisico ook betrekking op het risico dat de rente over die lening niet kan worden betaald. Dit betekent dat de rente, die uiteindelijk at arm s length is bepaald, in aanmerking wordt genomen tot het moment dat duidelijk is dat de debiteur niet meer zal kunnen betalen. Dit is wanneer het debiteurenrisico definitief is, zoals bij een liquidatie van de onderneming of een kwijtschelding van de lening HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, r.o

18 18 3. Artikel 15ad Wet Vpb Historisch kader en totstandkoming artikel 15ad Wet Vpb 1969 De wetgever heeft besloten om per 1 januari 2012 de renteaftrekbeperking van artikel 15ad Wet Vpb 1969 te herintroduceren ter zake van overnameholdings. Deze renteaftrekbeperking is ingevoerd om belastinggrondslaguitholling te voorkomen en de financiering van overnames met excessief vreemd vermogen tegen te gaan. De geschiedenis van het voormalige artikel 15ad gaat terug tot het arrest BNB 1993/ In deze casus vormden een overnameholding en een operationele dochteronderneming een fiscale eenheid. Deze constructie was opgezet om winsten en verliezen met elkaar te verrekenen. De Hoge Raad achtte dat deze belastinggrondslaguitholling in strijd was met doel en strekking van de wet Vpb Aangezien de Hoge Raad in zijn september 1995-arresten toestond dat bedrijven via een dergelijke overnameconstructie de belastinggrondslag kon uithollen, heeft de wetgever besloten het tegengaan van misbruik van overnameholdings per 1 januari 1997 te codificeren. 27 Deze codificatie werd vormgegeven in artikel 15 lid De maatregel hield in dat de rente op groepsleningen ter zake van de verwerving van een kwalificerende maatschappij alleen getemporiseerd op het niveau van de overnameholding in aftrek kon worden gebracht. De regeling voorzag in een aantal tegenbewijsregelingen voor de belastingplichtige. Deze bepaling werd per 1 januari 2003 verplaatst naar artikel 15ad (oud). Doel en strekking van de regelgeving bleven daarbij nagenoeg hetzelfde. Artikel 15ad (oud) is bij de Wet Werken aan Winst 2007 afgeschaft, omdat de wijzigingen in artikel 10a Wet Vpb 1969 naast de thincapregeling van artikel 10d Wet Vpb 1969 voldoende werden geacht om het oneigenlijk gebruik van overnameholdings tegen te gaan. In hoofdstuk 4 zullen artikel 10a en 10d Wet Vpb 1969 nader aan bod komen Fraus legis Artikel 15 lid 4 Artikel 15ad (oud) Artikel 10a Artikel 15ad (nieuw) 3.2. Totstandkoming artikel 15ad (nieuw) Wet Vpb 1969 Verschillende Nederlandse bedrijven maakten gebruik van overnameholdings, ondanks de wijziging van artikel 10a Wet Vpb 1969 en de introductie van artikel 10d Wet Vpb 1969 per 1 januari Vanwege publieke ophef en de daardoor ontstane politieke druk is besloten voor de herintroductie van artikel 15ad Wet Vpb In de politiek heeft het gebruik van overnameholdingconstructies door met name private equity fondsen voor veel ophef gezorgd. Dit in het bijzonder omdat het, 26 HR 10 maart 1993, nr , BNB 1993/194. In navolging van dit arrest: HR 10 maart 1993, nr , BNB 1993/195 & nr , BNB 1993/196. HR 17 november 1993, nr BNB 1994/ HR 23 augustus 1995, nr , BNB 1996/3 & HR 6 september 1995, nr , BNB 1996/4 & HR 20 september 1995, nr , BNB 1996/5 & HR 27 september 1995, nr , BNB 1996/6. 28 Rapportage van Werkgroep Fiscale Infrastructuur van 19 januari 1996 (sub-werkgroep II) en MvT, Kamerstukken II 1995/96, , nr. 3, p. 11 en Handelingen II 1996/97, nr , 10 oktober Onder andere: Rode cijfers voor HEMA door rentelasten, Volkskrant 6 augustus 2008; J. Wester, Overgenomen op eigen kosten, en die van u!, NRC Handelsblad 3 november 2007; Uitzending Nova Zembla Nederland als Belastingparadijs, 18 oktober 2009.

19 19 ondanks de wijziging van artikel 10a Wet Vpb 1969 en de introductie van artikel 10d Wet Vpb 1969 per 1 januari 2004, door de figuur van de fiscale eenheid mogelijk bleef de belastinggrondslag van voor het publiek bekende Nederlandse bedrijven uit te hollen. De maatregel is van toepassing op geheel of gedeeltelijk met schuld gefinancierde overnames van dochtermaatschappijen die vanaf 15 november 2011 zijn gevoegd in een fiscale eenheid. De regeling voorziet in een aftrekbeperking ter zake van rente, kosten (en valutaresultaten) op geldleningen die samenhangen met de overname van een gevoegde dochtermaatschappij van de belastingplichtige. De aftrekbeperking, die zowel van toepassing is op zowel groeps- als derdenrente is van toepassing indien en voor zover deze renten de eigen winst van de moedermaatschappij en winsten van de niet door artikel 15ad getroffen dochtermaatschappijen overschrijdt. Op deze manier worden overnames van Nederlandse vennootschappen, die in belangrijke mate zijn gefinancierd met vreemd vermogen, ontmoedigd. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van het (parlementaire) proces van de totstandkoming van artikel 15ad Wet Vpb december 2009 Sinterklaasbrief 14 april 2011 Fiscale Agenda 26 mei 2011 Antwoorden op Kamervragen Tweede Kamer naar aanleiding van Fiscale Agenda 17 juni 2011 Rapport Topteam Hoofdkantoren 17 augustus 2011 Verslag van een nader schriftelijk overleg Fiscale Agenda 15 september 2011 Publicatie ontwerp van het Belastingplan 2012 en Memorie van Toelichting (Kamerstukken , nr. 1 t/m 3). 20 september 2011 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012, Kamerstukken nr. 6), naar aanleiding van Advies van Raad van State van 12 september 2012 (Kamerstukken , nr. 4). 13 oktober 2011 Verslag van de commissie van Financiën (Kamerstukken , nr. 9). 25 oktober 2011 Nota naar aanleiding van het verslag en de derde Nota van Wijziging (Kamerstukken , nr. 10 en nr. 11). 3 november 2011 Brief van de minister van Financiën met schriftelijke antwoorden op vragen over het pakket Belastingplan 2012 (Kamerstukken , nr. 17). 10 november 2011 Verslag van een wetgevingsoverleg tussen de vaste commissie van Financiën en de staatssecretaris van Financiën. (Kamerstukken , nr. 81). 11 november 2011 Vijfde nota van wijziging en brief van de staatssecretaris van Financiën (Kamerstukken , nr. 30).

20 20 15 november 2011 Amendement van het lid Bashir over de aftrekbeperking voor overnameholdings (Kamerstukken , nr. 40). 17 november 2011 Gewijzigd Voorstel van Wet (Kamerstukken , nr. B). 21 november 2011 Brief van de staatssecretaris van Financiën met een overzicht van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2012 (Kamerstukken , nr. A). 1 december 2011 Voorlopig verslag van de vaste commissie van Financiën (Kamerstukken , nr. C). 2 december 2011 Memorie van Antwoord (Kamerstukken , nr. D). 13 december 2011 Beantwoording vragen van de Eerste Kamer over Belastingplan (Kamerstukken , nr. G). 1 januari 2012 Invoering art. 15ad Wet Vpb mei 2012 Advies Raad van State Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 (No.W /III) 4 juni 2012 Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 De per 1 januari 2012 ingevoerde overnameholdingbepaling zal naar schatting van de staatssecretaris van Financiën jaarlijks enkele tientallen bedrijven treffen. Tot op heden zijn hier nog geen exacte gegevens over bekend, aangezien de regeling per 1 januari 2012 in werking is getreden.

21 Wettelijke renteaftrekbeperking 15ad Wet Vpb 1969 Zoals volgt uit de eerste volzin van het eerste lid van artikel 15ad Wet Vpb 1969 beperkt deze bepaling de aftrek van renten kosten en valutaresultaten daaronder begrepen ter zake van schulden die voortvloeien uit een overeenkomst van geldlening of een daarmee vergelijkbare overeenkomst, waarbij rente in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de winst en die rechtens dan wel in feite direct of indirect verband houden met de verwerving of uitbreiding (door een maatschappij van een belang in een of meer andere maatschappijen (overnameschulden), zie bijlage I voor het volledige artikel. Per 1 januari 2013 zal artikel 15ad Wet Vpb 1969 worden gewijzigd en zal de eerste volzin van het eerste lid van artikel 15ad Wet Vpb 1969 alleen renten en kosten ter zake van schulden bevatten, zie bijlage II voor het volledige artikel per 1 januari Zie de situatieschets hieronder: Buitenland Nederland (Leeg) Moeder B.V. Overnameholding Vordering De rente die Moeder B.V. ontvangt is in het buitenland belast in de winstbelasting. De overnameholding leent van Moeder B.V. om Target B.V. over te kunnen nemen. Na de overname vormt de overnameholding een fiscale eenheid met Target B.V. Nederland (Winstgevend) Target B.V. Fiscale eenheid De rente die de overnameholding betaalt aan Moeder B.V. komt door de fiscale eenheid ten laste van de winst van de fiscale eenheid, dus van de winst van Target B.V. Het doel van de wet is om de renteaftrek slechts op de zelfstandige winsten van de 30 overnameholding te laten drukken, waardoor hedgefondsen en andere sprinkhaanvennootschappen 31 geen overnames meer kunnen financieren op deze manier. 32 De hiervoor onderstreepte begrippen zullen in paragraaf 3.5. nader worden uitgelegd. Allereerst zal de fiscale eenheid worden behandeld, omdat artikel 15ad Wet Vpb 1969 een wezenlijk onderdeel vormt van de fiscale eenheid. 30 Een hedgefonds is een beleggingsfonds dat op zoek is naar een zo hoog mogelijk rendement. Beheerders van een hedgefonds beperken zich niet tot het beleggen van het toevertrouwde vermogen in vermogensobjecten, maar zij beleggen ook op financiële markten. 31 Met sprinkhaanvennootschappen worden buitenlandse fondsen bedoeld die Nederlandse bedrijven opkopen om een zo hoog rendement te behalen. Deze fondsen hebben de naam sprinkhaanvennootschap gekregen, omdat de opkopers zich totaal niets aantrekken van de belangen van de overgenomen bedrijven, hun werknemers, klanten en leveranciers. Het enige wat telt, is het aandeelhoudersrendement. Daarom is de vergelijking gemaakt met een vraatzuchtige zwerm sprinkhanen, volgens Minister van Economische Zaken Joop Wijn, interview op de NOS-radio op 20 augustus F. Horzen, Help, mijn aandeelhouder is een sprinkhaan, NTFR 2011/1296.

22 Fiscale eenheid In Nederland bestaat de mogelijkheid een fiscale eenheid te vormen tussen diverse binnenlandse belastingplichtigen. Wanneer de vennootschappen samen een fiscale eenheid vormen, worden zij aangemerkt als één belastingplichtige. Het voordeel van een dergelijke fiscale eenheid is dat verliezen van de ene vennootschap kunnen worden verrekend met de winsten van de andere vennootschap. Artikel 15ad Wet Vpb 1969 is ingevoerd, omdat misbruik werd gemaakt van deze mogelijkheid om winsten en verliezen onderling te verrekenen. Het is immers fiscaal voordelig voor een (lege of verliesgevende) overnameholding om een fiscale eenheid te vormen met de winstgevende overgenomen vennootschap. De te betalen rente door de overnameholding kan worden verrekend met de winsten in de overgenomen vennootschap (zie de situatieschets hierboven). Voor de toepassing van artikel 15ad Wet Vpb 1969 is niet van belang wanneer de overgenomen vennootschap in de fiscale eenheid wordt gevoegd. Wanneer een overgenomen vennootschap bijvoorbeeld pas anderhalf jaar na de overname wordt gevoegd in de fiscale eenheid, mag nog steeds de winst van de overgenomen vennootschap niet worden meegenomen voor de aftrekbaarheid van de rente bij de overnameholding. 33 Ondernemingen kunnen niet zomaar een fiscale eenheid aangaan, daarvoor zijn verschillende voorwaarden gesteld die in artikel 15 Wet Vpb 1969 worden genoemd. De voorwaarden gelden voor de vorming van een fiscale eenheid tussen een moedermaatschappij en een dochtermaatschappij die feitelijk in Nederland gevestigd zijn, artikel 15 lid 3 sub c Wet Vpb Indien een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting, Belastingregeling voor het land Nederland of de Belastingregeling voor het Koninkrijk (hierna: BRK) op een te voegen maatschappij van toepassing is, dient de te voegen maatschappij aan de hand van het verdrag of de regeling in Nederland te zijn gevestigd. Volgens artikel 15 lid 4 Wet Vpb 1969 kan een niet in Nederland gevestigde maatschappij ook een fiscale eenheid vormen. Het is ook mogelijk voor een buitenlands belastingplichtige maatschappij om zich te voegen in een fiscale eenheid, artikel 15 lid 4 Wet Vpb De maatschappij moet dan wel een vaste inrichting in Nederland hebben, zoals een kantoor, winkel of filiaal. De overige belangrijkste voorwaarden zullen hier kort worden opgesomd: 1. De moedermaatschappij bezit 95% of meer van de economische en juridische eigendom van de aandelen in de dochtermaatschappij. Op verzoek van beide belastingplichtigen wordt de belasting van hen geheven alsof er één belastingplichtige is (lid 1). 2. De tijdvakken waarover vennootschapsbelasting wordt geheven vallen voor de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij samen (lid 3 sub a). 3. De moedermaatschappij en de dochtermaatschappij vallen voor het bepalen van de winst onder dezelfde bepalingen (lid 3 sub b). Wanneer ervoor is gekozen een fiscale eenheid te vormen, moet de moedermaatschappij een geconsolideerde jaarrekening opstellen en op basis daarvan aangifte vennootschapsbelasting doen. Door de consolidatie kunnen de resultaten van de verschillende maatschappijen met elkaar worden gesaldeerd. Onderling kunnen de kosten, zoals rente, worden verrekend met de winsten van de 33 NV Kamerstukken II 2011/12, , nr. 10, p. 91.

23 23 overgenomen maatschappij, wat kan leiden tot een minder groot belastbaar bedrag. Dit gebeurt niet alleen binnen het boekjaar (horizontale verliesverrekening), maar kan onder voorwaarden ook plaatsvinden over de andere boekjaren (verticale verliesverrekening), artikel 15ae Wet Vpb 1969 jo. artikel 12 Besluit Fiscale Eenheid. Voor een fiscale eenheid is de regeling voor verticale verliescompensatie erg gecompliceerd, aangezien de verliesverrekening over het voegingstijdstip heen kan plaatsvinden. In principe geldt dat de winst van de fiscale eenheid alleen kan worden verrekend voorzover deze winst aan de maatschappij met de voorvoegingsverliezen kan worden teogerekend, artikel 15ae lid 1 sub a Wet Vpb De winst van een vennootschap moet volgens de winstsplitsingregels van artikel 15ah Wet Vpb 1969 worden toegerekend aan een vennootschap alsof zij geen onderdeel uitmaakt van de fiscale eenheid. Het tijdstip van het aangaan van een fiscale eenheid kan daarnaast van belang zijn, aangezien voor artikel 15ad Wet Vpb 1969 een aflopend percentage voor de maximale financieringsnorm geldt. Wanneer een overname plaatsvindt op 29 december 2012 en direct een verzoek tot fiscale eenheid wordt ingediend, kan het verstandig zijn om pas met ingang van het volgende jaar de ondernemingen te voegen, zie paragraaf 3.6. voor een nadere uitleg Liquidatie binnen fiscale eenheid Overeenkomstig de slotzin van artikel 15ad lid 1 Wet Vpb 1969 is de overnameholdingbepaling ook van toepassing indien de 15ad dochter tijdens het bestaan van de fiscale eenheid wordt geliquideerd. Artikel 15ad Wet Vpb 1969 is dan van toepassing alsof de liquidatie niet heeft plaatsgevonden. De 15ad dochter en de fiscale eenheid worden geacht voort te bestaan en de vereffening van het vermogen van de 15ad dochter wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden voor de toepassing van artikel 15ad Wet Vpb Juridische splitsing & fusie Juridische splitsing Per 1 januari 2012 is in artikel 14a lid 12, 13 en 14 Wet Vpb 1969 een aantal bepalingen opgenomen tegen constructies met overnameholdings waarbij gebruik wordt gemaakt van de figuur van de juridische splitsing. Een voorbeeld hiervan is een constructie waarbij een buitenlandse onderneming een Nederlandse B.V. verwerft en daarna doorverkoopt aan een Nederlandse, nieuw opgerichte, houdster, waarbij de koopsom schuldig wordt gebleven. Hierna wordt juridisch gesplitst, waardoor de aan de buitenlandse onderneming betaalde rente kan worden afgezet tegen de Nederlandse operationele winsten. Door middel van de toevoeging van de leden aan artikel 14a Wet Vpb 1969 beoogt de wetgever artikel 15ad Wet Vpb 1969 van overeenkomstige toepassing te laten zijn op dit soort constructies. In artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 is niet, zoals in de derde nota van wijziging bij artikel 15ad Wet Vpb 1969, de uitbreiding van een belang opgenomen. Tevens is in artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 niet de passage opgenomen vermeerderd met de hiervoor bedoelde rente. Volgens de Staatssecretaris is de reden hiervoor dat uit de formulering van artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 al volgt dat het gaat om de winst van de overnameholding voor aftrek van de rente over de 34 M.H.C. Ruijschop, Renteaftrekbeperking overnameholdings, TFO 2012/ Derde nota van wijziging, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 11, p. 4.

24 24 overnameschuld. 36 Uit de wetgeschiedenis valt af te leiden dat de eigen winst van de moeder ook in geval van artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 moet worden vastgesteld zonder daarbij rekening te houden met de rentelasten. In artikel 14a lid 14 Wet Vpb 1969 is geregeld dat artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 van overeenkomstige toepassing is op renten van schulden welke verband houden met de verwerving van aandelen die in het kader van de splitsing zijn uitgegeven dan wel met terugbetaling op aandelen in het kader van de splitsing. Het gaat hierbij om schulden die een indirect verband hebben met de overname en daarom is artikel 14a lid 12 Wet Vpb 1969 van overeenkomstige toepassing verklaard. Juridische fusie Ook met de rechtsfiguur van de juridische fusie is het, net zoals hiervoor bij de juridische splitsing, mogelijk de Nederlandse grondslag uit te hollen door middel van een overnameholding. In artikel 14b Wet Vpb 1969 verklaart de wetgever, door toevoeging van de nieuwe leden negen tot en met elf, artikel 15ad Wet Vpb 1969 van overeenkomstige toepassing op de figuur van de juridische fusie Begrippen artikel 15ad Wet Vpb 1969 De in paragraaf 3.3. onderstreepte begrippen zullen in deze paragraaf nader worden toegelicht Rente Door de werking van artikel 15ad Wet Vpb 1969 wordt niet alleen de aftrek van rente op leningen verschuldigd aan gelieerde partijen beperkt, maar ook rente verschuldigd aan derden. Met een gelieerde partij wordt een verbonden lichaam bedoeld zoals is omgeschreven in artikel 8b Wet Vpb Met rente verschuldigd aan een derde, wordt de rente betaald aan een niet tot de groep behorende maatschappij bedoeld. Hierbij kan worden gedacht aan een bank of een andere onafhankelijke maatschappij. Hoewel niet specifiek in de Nederlandse wet opgenomen, lijkt het begrip rente een zeer ruime reikwijdte te hebben. Voor een definitie van het begrip rente kan bijvoorbeeld worden uitgeweken naar artikel 2 van de EU Interest en Royalty richtlijn. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder rente verstaan: Inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard dan ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit leningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. 37 Uit de parlementaire geschiedenis volgt niet expliciet dat de financieringscomponent van de kosten voortvloeiende uit huurkoop- en financial lease-overeenkomsten ook kwalificeert als rente. Indien geen sprake mocht zijn van rente ter zake van schulden, is vermoedelijk wel sprake van kosten ter zake van schulden. 36 NV Kamerstukken II 2011/12, , nr. 10, p Deze definitie sluit aan bij de definitie van artikel 11 lid 3 van het OESO-Modelverdrag.

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Op 4 juni 2018 is het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid ( het wetsvoorstel ) bij de Tweede Kamer ingediend (zie onze eerdere

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb Auteur: R.H. Honing Studentnummer: 5603218 Onder begeleiding van: Tweede beoordelaar: Universiteit: Faculteit: Opleiding: Studierichting:

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

DE VERPLICHTE GROEPSRENTEBOX EN DE BEPERKINGEN VAN DE AFTREK VAN DE RENTE GETOETST AAN TWEE CRITERIA

DE VERPLICHTE GROEPSRENTEBOX EN DE BEPERKINGEN VAN DE AFTREK VAN DE RENTE GETOETST AAN TWEE CRITERIA De verplichte groepsrentebox en de aftrekbeperkingen van de rente getoetst aan twee criteria Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2009/6822, blz. 960-968 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding Deelnemingsrente Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2011/6922, blz. 1222-1226 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven

Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven Rentebeperkingen en mogelijke alternatieven Een onderzoek naar de renteaftrekbeperkingen in de Vennootschapsbelasting AysegulTemel Universiteit: Universiteit van Tilburg Opleiding: Fiscaal Recht Administratienr:

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee?

Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee? Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee? Na invoering van de overnameholdingbepaling Naam R.H. (Roos) Burhorst Universiteit Universiteit van Tilburg Studierichting Master Fiscale Economie Studentnummer

Nadere informatie

De onzakelijke omleiding inzake de dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

De onzakelijke omleiding inzake de dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 De onzakelijke omleiding inzake de dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Student: Maud Joosen

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Wij wensen u veel leesplezier en nodigen u uit contact op te nemen via ewoud.deruiter@3rrrbelastingadviseurs.nl voor al uw vragen.

Wij wensen u veel leesplezier en nodigen u uit contact op te nemen via ewoud.deruiter@3rrrbelastingadviseurs.nl voor al uw vragen. Fiscale actualiteiten mei 2013 In deze nieuwsbrief zullen de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Aftrek beperkende deelnemingsrente: indien een besloten vennootschap meer dan 750.000 aan rente betaalt

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 686 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen

Eigen vermogen versus vreemd vermogen Eigen vermogen versus vreemd vermogen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Arwin van Helden Studentnummer: 432850 Begeleider: R.B.N. van Ovost

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! VPB 2010 Het consultatiedocument Maurice de Clercq & Gunther Hoffmann 25 november 2009 Programma Inleiding Groepsrentebox Renteaftrekbeperkingen Laagbelaste beleggingsdeelneming Inleiding

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Bovenmatig lenen bij eigen vennootschap wordt ontmoedigd! Algemeen De belastingdienst stelt de laatste jaren steeds

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC

Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC Actiepunt 4 van het BEPS-action plan en artikel 4 van de richtlijn van de EC In hoeverre moet er een hervorming in de huidige Nederlandse wetgeving omtrent renteaftrek plaatsvinden om aan de anti-beps-richtlijn

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening -OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.. B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende aan de.., te ( ), rechtsgeldig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 30 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 11 november

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen.

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. 1 Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 25 maart 2013,nr. BLKB2013/110M. De Staatssecretaris

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl Deze hand-out betreft de sheets van een lezing die is verzorgd ten behoeve van het BRA Eindejaar seminar Fiscale kringen op 10 december 2015. Gezien de aard betreft dit geen volledige behandeling van het

Nadere informatie

VpB 2010* Treasury Tax Update

VpB 2010* Treasury Tax Update VpB 2010* Treasury Tax Update Consultatiedocument VPB 2010: De groepsrentebox, renteaftrekbeperkingen en de deelnemingsvrijstelling Amsterdam, 13 juli 2009 *connectedthinking Agenda Opmaat herziening vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie