Onzakelijke geldlening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onzakelijke geldlening"

Transcriptie

1 Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers

2 Voorwoord In de dagelijkse praktijk op mijn werk als belastingadviseur bij De Jong & Laan kom ik veel situaties tegen waarbij er sprake is/ kan zijn van een onzakelijke lening. Het was dan ook niet moeilijk om een onderwerp voor mijn onderzoek te verzinnen: de onzakelijke lening. Tijdens het wekelijkse fiscaal overleg op mijn werk over de onzakelijke lening heb ik veel gehad. Ik wil hen, en in het bijzonder Marcel Teunissen, bedanken voor de directe en indirecte hulp die ik bij het schrijven van dit stuk heb gehad. Tot slot wil ik mijn vriendin Yvonne bedanken voor de steun die ik tijdens de studie van haar heb gehad. 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding van het onderzoek Onderzoeksvraag Subvragen Afbakening van het onderzoek Arrest 9 mei 2008 nr (BNB 2008/191) Bespreking arrest Vragen arrest Opbouw van BNB 2008/ Rechtsoverweging Rechtsoverweging Rechtsoverweging De Hoge Raad vóór het arrest van 9 mei De schijnlening De deelnemerschapslening De bodemlozeputlening Zweeds grootmoederarrest BNB 2001/ Enkele uitspraken van rechtbanken van vóór 9 mei Rechtbank Breda 1 december Rechtbank Breda 25 augustus Tussenconclusie jurisprudentie vóór 9 mei Jurisprudentie ná het arrest van 9 mei Jurisprudentie m.b.t. de inkomstenbelasting Hof Amsterdam 23 september Hof Arnhem 15 maart Hoge Raad 25 november 2011, BNB 2012/ Samenvatting conclusie Advocaat Generaal (AG) Niessen Hoge Raad Jurisprudentie m.b.t. de vennootschapsbelasting Hoge Raad 25 november 2011, BNB 2012/ Rechtbank Arnhem Gerechtshof Arnhem Samenvatting conclusie Advocaat Generaal (AG) Wattel Hoge Raad Hoge Raad 25 november 2011, BNB 2012/ Rechtbank Arnhem Gerechtshof Arnhem Hoge Raad Commentaren in de literatuur Fiscaal Up to Date Overwegingen Fiscaal Up to Date Conclusie Fiscaal Up to Date NTFR-Beschouwingen NTFRB Definitie onzakelijke geldlening Zowel voor leningen omlaag als omhoog Welke rente moet worden gehanteerd?

4 Bewijslast voor onzakelijkheid De gevolgen van de arresten van 25 november Conclusie van Egelie NTFRB-2012/ Hoge Raad 25 november 2011 voor de inkomstenbelasting Algemene opmerkingen van Ligthart Specifieke opmerkingen van Ligthart Ongebruikelijke terbeschikkingstelling Conclusie van Ligthart Maandblad Belasting Beschouwingen De arresten van 25 november 2011 over de onzakelijke lening of de nieuwe kleren van de keizer Verlies in de kapitaalsfeer? Een verkapte kapitaalverstrekking Het at arm s length beginsel De onzakelijke lening in de inkomstenbelasting Conclusie van Arts Weekblad voor Fiscaal Recht Afwaardering van een onzakelijke lening in de Wet Vpb Onzakelijke leningen in de tbs-sfeer Definitie onzakelijke lening Feitelijke oordelen Welke rente is zakelijk? Ongebruikelijke terbeschikkingstelling Conclusie Heithuis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Kwalificatie van de onzakelijke lening Het resultaat op een onzakelijke lening Beschouwing van Marres Conclusie Marres Leerstuk onzakelijke lening bij de crediteur: slotakkoord door de Hoge Raad?! Voorbeeld Tussenconclusie commentaren in de literatuur Analyse Inleiding beschouwing onzakelijke lening Conclusies Hoge Raad 25 november Wat is een onzakelijke lening? Onzakelijk debiteurenrisico Gevolgen van een onzakelijke lening Welke rente moet worden berekend over een onzakelijke lening? Oordeel over de arresten van de Hoge Raad Conclusie Subvragen Subvraag 1: Welke plaatsplaats neemt de onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting in? Subvraag 2: Welke plaats neemt de onzakelijke lening in de inkomstenbelasting in? De gewone terbeschikkingstelling De ongebruikelijke terbeschikkingstelling

5 7.1.3 Subvraag 3: Wat zijn de kenmerken van een lening met een onzakelijk debiteurenrisico? Subvraag 4: Welke rente is moet over een onzakelijke lening berekend worden? Subvraag 5: Wat zijn de gevolgen van een onzakelijke lening voor wat betreft het afwaarderen van zo n lening? Afwaardering van een onzakelijke lening in de inkomstenbelasting Afwaardering van een onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Antwoord onderzoeksvraag

6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek De aanleiding van dit onderzoek is gelegen in het door de Hoge Raad op 9 mei 2008 gewezen arrest. In dit arrest komt voor het eerst de term de onzakelijke geldlening voor. In latere jurisprudentie en in de fiscale literatuur is er geen eenduidige kwalificatie van de onzakelijke geldlening te ontdekken. De vraag blijft daardoor openstaan wat een onzakelijke geldlening inhoudt. Voor financieringen binnen een concern zijn twee elementen van belang. Enerzijds is er het spanningsveld bij de vraag of een geldverstrekking kwalificeert als eigen dan wel als vreemd vermogen. Anderzijds is er het at arm s length-beginsel, dat het mogelijk maakt onzakelijke leningsvoorwaarden in gelieerde verhoudingen te corrigeren. Onzakelijke geldleningen zijn leningen tussen gelieerde partijen die zijn aangegaan onder onzakelijke voorwaarden en omstandigheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de afwezigheid van zekerheden, een schriftelijke leningovereenkomst en aflossingsafspraken. Bij deze leningen wordt door de Belastingdienst de renteaftrek bij de schuldenaar niet toegestaan en kan de schuldeiser ter zake van de lening geen afwaarderingsverlies in aanmerking nemen. De gevolgen van onzakelijke leningen zouden fiscaal in de vermogenssfeer vallen, zonder dat de leningen hun fiscale kwalificatie als lening verliezen. Omdat dit onlogisch klinkt, ga ik in dit onderzoek in op het arrest van de Hoge Raad van 9 mei 2008 waarin hij oordeelt over de onzakelijke lening. Ik probeer een historische verklaring te vinden door te bekijken hoe dergelijke leningen vóór genoemd arrest behandeld werden. Ook ga ik onderzoeken hoe onzakelijke leningen na het arrest worden behandeld en of er één lijn in te ontdekken is. Tot slot zal ik ingaan op de in de literatuur aanwezige voorstellen om de ontstane rechtsonzekerheid en rechtsonduidelijkheid met betrekking tot onzakelijke leningen weg te nemen. 1.2 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag luidt dan ook: hoe moet de nieuwe figuur, de onzakelijke lening, fiscaal gekwalificeerd worden? Deze hoofdvraag zal in deze scriptie verder worden begeleid door een aantal subvragen Subvragen De volgende subvragen komen aan bod: 1. Welke plaats neemt de onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting in? 2. Welke plaats neemt de onzakelijke lening in de inkomstenbelasting in? 3. Wat zijn de kenmerken van een lening met een onzakelijk debiteurenrisico? 4. Welke rente is moet over een onzakelijke lening berekend worden? 5. Wat zijn de gevolgen van een onzakelijke lening voor wat betreft het afwaarderen van zo n lening? 6

7 1.3 Afbakening van het onderzoek In mijn onderzoek zal ik ingaan op de onzakelijke geldlening in zowel de vennootschapsbelasting als in de inkomstenbelasting. In de inkomstenbelasting zal ik mij beperken tot de leningen die vallen onder de terbeschikkingstellingregeling van artikel 3.92 Wet Inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB). In de vennootschapsbelasting zijn diverse renteaftrekbeperkingen te vinden zoals artikel 10 lid 1 letter d, artikel 10a, artikel 10b en artikel 10d van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (hierna Wet VPB). Op deze renteaftrekbeperkingen zal ik niet ingaan, behalve wanneer deze logisch in het onderzoek passen. In het onderzoek ga ik uit van de jurisprudentie tot en met de arresten van de Hoge Raad van 25 november

8 2. Arrest 9 mei 2008 nr (BNB 2008/191) 2.1 Bespreking arrest In dit arrest gaat het om X Beheer B.V. (hierna: X) die deel uitmaakt van de A-groep. De aandelen van X zijn tegen uitgifte van certificaten van aandelen overgedragen aan een stichting administratiekantoor. De certificaathouders van X waren tevens certificaathouders van F B.V. (hierna: F), voorheen de holding vennootschap van de A-groep. In 1995 vindt er een reorganisatie plaats. Om ten behoeve van een reorganisatie een groep certificaathouders uit te kopen, is in 1995 G Holding B.V. (hierna: G) opgericht. G leent daarvoor geld van X Beheer B.V. Van deze lening, uiteindelijk fl groot, is geen schriftelijke leningovereenkomst opgesteld en ook een aflossingsschema, zekerheden en dergelijke ontbreken. De jaarlijkse rente, variërend van 4,7% tot 5,63% wordt bijgeschreven op de hoofdsom. Omdat de A-groep verlies lijdt (van 1996 tot en met 2000 fl ) wordt er geen dividend uitgekeerd en wordt op de lening (bijna) niet afgelost. X heeft in 2001 de vordering op G van nominaal fl voor de waarde in het economisch verkeer ad fl aan F overgedragen. Ook werden de aandelen G voor fl. 1 verkocht. Geschil In de aangifte vennootschapsbelasting 2000 van X is ter zake van de lening aan G, nadat in 1999 reeds een voorziening van fl was getroffen, een aanvullende voorziening van fl getroffen. De inspecteur heeft deze laatste dotatie aan de voorziening niet geaccepteerd. Het geschil is dan ook of de inspecteur de afwaardering van fl terecht heeft geweigerd. Hof Arnhem Het Hof Arnhem volgt de inspecteur dat de geldverstrekking door X aan G niet is aan te merken als een zakelijke lening. Zowel de aanleiding als de vormgeving van de lening leiden tot deze conclusie. De reden voor geldverstrekking door X aan G is gelegen buiten de ondernemingssfeer, namelijk de wens om certificaathouders uit te kopen en de onmogelijkheid om elders een financiering daarvoor te krijgen. X heeft niet aangetoond dat de omvang en /of de samenstelling van de groep certificaathouders van belang zou kunnen zijn voor X of haar onderneming. Door het tussenschuiven van de stichting administratiekantoor is er geen directe invloed op het ondernemingsbeleid van X. Ook dividendpolitiek is in dit geval geen reden om zakelijkheid aan te nemen. Ook al zouden aan de geldverstrekking door X zakelijke motieven ten grondslag liggen, kan haar dat niet baten omdat aan de verdere vormgeving van de geldverstrekking iedere zakelijkheid ontbreekt. De rente is dan wel hoger dan de rente op een bankdeposito, maar een onderbouwing van de gestelde risico-opslag ontbreekt. De rente is in de loop van tijd wel gestegen, maar niet dermate dat de verhoging in verhouding staat tot de toename van de verliezen. Het Hof concludeert dan ook dat de geldverstrekking niet is aan te merken als een zakelijke lening. Een onafhankelijke derde zou nooit deze geldlening zijn aangegaan. De afwaardering kan niet ten laste van de winst worden gebracht. 8

9 Hoge Raad De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het Hof. Het oordeel van het Hof dat het niet opmaken van een leningovereenkomst en een aflossingsschema en het nimmer vragen van zekerheid zakelijke motieven ontberen, is een feitelijk oordeel. Ook het oordeel van het Hof dat een onafhankelijke derde de geldlening niet zou zijn aangegaan is een feitelijk oordeel en kan niet bestreden worden. De afwaardering mag niet ten laste van het resultaat komen. Tot zover is er niks vreemds aan het arrest. Het gaat echter om de fiscale behandeling van de geldverstrekking. Uit jurisprudentie 1 blijkt dat de Hoge Raad voor de kwalificatie als geldlening veel gewicht toekent aan het feit of er een terugbetalingsverplichting aan is verbonden. De terugbetalingsverplichting is het belangrijkste kenmerk van een civielrechtelijke geldlening 2. Deze verplichting mag wel voorwaardelijk en onzeker zijn. Voor de fiscale kwalificatie wordt er gekeken naar de civielrechtelijke vormgeving van een geldverstrekking. Dit heeft de Hoge Raad voor het eerst gesteld in HR 18 mei Nu er in casu geen terugbetalingsverplichting was, had het voor de hand gelegen dat de Hoge Raad had beslist dat de geldverstrekking niet het karakter van een geldlening had. Maar de Hoge Raad oordeelt dat er wel sprake is van een geldlening. Logisch was geweest dat de Hoge Raad, nu er wel sprake is van een civielrechtelijke geldlening, had beoordeeld of er sprake is van een schijnlening, deelnemerschapslening of bodemlozeputlening 3. Zou van één van deze drie leningen sprake zijn, dan is er voor het civiele recht wel sprake van een lening maar voor het fiscale recht niet. In casu zou dan een verkapte dividenduitkering zijn vastgesteld. De Hoge Raad gaat echter geheel voorbij aan zijn eigen vaste jurisprudentie. De Hoge Raad oordeelt namelijk dat wanneer een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde partij niet zou hebben genomen, ervan moet worden uitgegaan dat die vennootschap dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van de aandeelhouder te dienen. Peeters noemt deze vorm van geldlening met onzakelijke voorwaarden en omstandigheden: een hoofdsom onzakelijke lening 4. De Hoge Raad creëert een nieuw vehikel, namelijk een geldlening die zowel voor het civiele recht als het fiscale recht kwalificeert als een echte geldlening, de rente die de crediteur berekent blijft belastbaar, maar de lening mag niet worden afgewaardeerd ten laste van het resultaat. 1 O.a. HR 8 september 2006, nr , BNB 2007/104 2 Artikel 7A:1791 BW 3 Zie HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217 4 De onzakelijke lening bij de crediteur: één term met verschillende betekenissen?! Deel 1 Openstaande rechtsvragen, mr. drs. P.J.J.M. Peeters, WFR 2010/1510 9

10 2.2 Vragen arrest De Hoge Raad roept hiermee veel vragen op, zie onder andere de noot onder het arrest 5 en het artikel van Molenaars en De Boer 6 : 1) Moet de lening niet worden gecorrigeerd door bij het ontbreken van zekerheden een hogere rente te berekenen (totaalwinstbegrip/het at arm s length-beginsel)? 2) Waarom heeft de Hoge Raad beslist dat er ondanks het ontbreken van een (schriftelijke) leningovereenkomst en aflossingsschema sprake is van een geldlening? 3) Waarom gaat de Hoge Raad daarna voorbij aan de schijnlening, bodemlozeputcriteria en de deelnemerschapslening? 4) Is de onzakelijke lening een nieuwe categorie van geldverstrekking? 5) Geldt het arrest ook voor een lening omlaag? 6) Geldt het arrest ook voor de terbeschikkingstelling in de inkomstenbelasting als bedoeld in artikel 3.92 Wet IB 2001? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, ga ik eerst kijken hoe de Hoge Raad dit arrest heeft opgebouwd. Daarna ga ik kijken hoe de Hoge Raad met dit soort gevallen omging vóór het arrest van 9 mei Vervolgens duik ik in de uitspraken en arresten die ná dit arrest zijn gedaan/gewezen. Tot slot ga ik in op de diverse artikelen uit de fiscale literatuur die over dit arrest zijn geschreven, waarna ik afsluit met een conclusie. 2.3 Opbouw van BNB 2008/191 Rechtsoverweging 3.2 De Hoge Raad begint het arrest met de bevestiging van de uitspraak van het Hof Arnhem 7 dat de vormgeving van de geldverstrekking iedere zakelijkheid ontbeert. Er is nooit een leningovereenkomst opgemaakt, geen aflossingsschema opgesteld en er is geen enkele vorm van zekerheid gevraagd dan wel verstrekt. Rechtsoverweging 3.3 Ook bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het Hof dat een onafhankelijke derde onder de geschetste omstandigheden, de geldlening niet zou zijn aangegaan, zodat de geldverstrekking door belanghebbende X aan G niet is aan te merken als een zakelijke lening. Het Hof komt dan tot de conclusie dat X de afwaardering niet ten laste van het resultaat kan brengen. Rechtsoverweging 3.4 Bij deze conclusie moet worden vooropgesteld dat indien en voor zover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, - behoudens bijzondere omstandigheden - ervan moet worden uitgegaan dat die vennootschap dat risico heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen (ondanks dat de aandeelhouder geen meerderheidsaandeelhouder was). Het zwaartepunt van de bevestiging van de Hoge Raad van het oordeel van het Hof ligt bij de omstandigheid dat bij de 5 Van mr. W.F.E.M. Egelie 6 Het onzakelijke leningenarrest van 9 mei 2008; een exegese, mr. R.A de Boer en mr. M.L. Molenaars, MBB oktober Hof Arnhem MK II, 22 december 2006, nr. 04/988 opgenomen in V-N 2007/

11 geldverstrekking geen zekerheid is gevraagd dan wel verstrekt en dat aflossing van de geldlening zou plaatsvinden uit enkel een dividendstroom vanuit de geldverstrekker (zie rechtsoverweging 3.5). De Hoge Raad bevestigt daarmee dat het verlies op de geldlening niet ten laste van het resultaat kan worden gebracht. Deze algemene regel is nooit eerder geformuleerd. Het lijkt dan ook dat de Hoge Raad een nieuwe weg is ingeslagen. De algemene regel van rechtsoverweging 3.4 kan volgens Peeters 8 nog verder worden veralgemeniseerd. Er is volgens hem in beginsel sprake van een hoofdsom onzakelijke lening: indien en voor zover (een civielrechtelijke én fiscaalrechtelijke) (geld)lening door een vennootschapsbelastingplichtige of door een inkomstenbelastingplichtige winstgenieter of resultaatgenieter (hierna tezamen: de crediteur) aan een gelieerde persoon (hierna: de debiteur) plaatsvindt onder een zodanige vormgeving (voorwaarden en omstandigheden) dat daarbij door de crediteur een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Behoudens bijzondere omstandigheden moet er van worden uitgegaan dat de aanvaarding van dat debiteurenrisico in zoverre is aanvaard uit hoofde van de gelieerde relatie. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst van de crediteur kan worden gebracht. 8 De onzakelijke lening bij de crediteur: één term met verschillende betekenissen?! Deel 1 Openstaande rechtsvragen, drs. P.J.J.M. Peeters, WFR 2010/

12 3. De Hoge Raad vóór het arrest van 9 mei De hoofdregel is dat wanneer er in het civiele recht sprake is van een geldlening er in beginsel ook in het fiscale recht sprake is van een geldlening. Op deze hoofdregel heeft de Hoge Raad in een arrest uit een drietal uitzonderingen geformuleerd: 1. De schijnlening 2. De deelnemerschapslening 3. De bodemlozeputlening Ik zal de drie uitzonderingen kort bespreken. Het gaat in het kader van dit onderzoek te ver om hier langer op in te gaan. Daarna zal ik ingaan op het Zweeds grootmoederarrest, BNB 2011/256 en een aantal uitspraken van lagere rechters De schijnlening Van een schijnlening is sprake als partijen in werkelijkheid bedoeld hebben om kapitaal te verstrekken, maar alleen naar de schijn sprake is van een lening. De geldverstrekking wordt fiscaalrechtelijk als een kapitaalverstrekking aangemerkt. Kenmerken van een schijnlening zijn volgens Bouwman 10 onder andere: i. de geldverstrekking wordt onder de naam lening of rekening-courant door betrokkene gepresenteerd; ii. er is geen aflossing overeengekomen; iii. er is geen rente bedongen; iv. er zijn geen zekerheden gesteld. De aanwezigheid van een schijnlening is volgens de heer Van Ballegooijen 11 een feitelijke kwestie waarbij geen concrete toepassingsvoorwaarden zijn te geven; de innerlijke wil van partijen laat zich niet vaststellen aan de hand van vaste criteria. Het gaat erom of de partijen de bedoeling hadden dat de verstrekte gelden zouden worden terugbetaald, het subjectieve criterium. Het gevolg van een schijnlening is dat bij de crediteur de voordelen uit de schijnlening in de fiscale winst (als verkapt dividend) worden betrokken. In deelnemingssituaties kan de deelnemingsvrijstelling van toepassing zijn. De verstrekking zal de kostprijs van de deelneming verhogen. Een afwaardering van een schijnlening leidt nooit tot een fiscale last. De debiteur kan de verschuldigde rente niet ten laste van de winst brengen, deze wordt gezien als dividend. Een vrijval van de schuld zal ook niet in de winstsfeer terecht komen. 9 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ Prof. dr. J.N. Bouwman, Geldvorderingen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting, Fiscale Geschriften, Amersfoort SDU 11 In zijn conclusie van 12 januari 2006 bij HR 9 september 2006 nr

13 3.2 De deelnemerschapslening Hiervan is sprake als een belastingplichtige een lening verstrekt onder zodanige voorwaarden dat de belastingplichtige in een zekere mate deelneemt in de onderneming van de schuldenaar. Het verstrekte wordt dan gezien als eigen vermogen van de schuldenaar. Van een deelnemerschapslening is sprake als aan drie criteria wordt voldaan 12 : i. de vergoeding van rente over de geldverstrekking is (nagenoeg geheel 13 ) afhankelijk van de winst. ii. de schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers. iii. de schuld is slechts opeisbaar bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie (of de lening heeft een looptijd van meer dan 50 jaar). 3.3 De bodemlozeputlening Van een bodemlozeputlening is sprake wanneer een belastingplichtige een geldlening aan haar deelneming (in de zin van de Wet vennootschapsbelasting ) verstrekt, waarbij het vanaf het moment van verstrekking al duidelijk was dat het verstrekte niet zal worden terugbetaald. De verstrekking heeft dan het vermogen van de crediteur blijvend verlaten. 3.4 Zweeds grootmoederarrest Een andere wijze van benadering die de Hoge Raad heeft gehanteerd bij leningen met onzakelijke kenmerken is het corrigeren van de onzakelijke voorwaarden, zoals onafhankelijke derden ook plegen te doen. Namelijk door middel van een correctie van de rentevergoeding naar de zakelijkheid, zoals in het beroemde Zweedse grootmoederarrest 15. Dit komt vaak voor in de praktijk. Zoals bij leningen waaraan een hoger risico is verbonden (door het ontbreken van zekerheid e.d.) voor de geldverstrekker. Zo dragen bijvoorbeeld leningen bij postorderbedrijven en creditcardmaatschappijen meestal een hogere rentevergoeding. Gooijer schrijft in zijn artikel in TFO 16 dat wanneer er geen sprake is van een bodemlozeputlening de ter zake van de lening overeengekomen voorwaarden, zoals bijvoorbeeld de overeengekomen hoogte van de rente, beoordeeld dienen te worden. Wanneer de voorwaarden niet zakelijk zijn, dan is afhankelijk van de situatie sprake van een bevoordeling van de dochtermaatschappij dan wel van de moedermaatschappij. Een bevoordeling door de moedermaatschappij van de dochtermaatschappij leidt dan tot een inbreng van informeel kapitaal. Waardemutaties van de lening zelf (waaronder een afwaardering) raken in beginsel de winstsfeer, zodat een eventueel verlies op een dergelijke lening ten laste van het resultaat kan worden gebracht. In bepaalde situaties, zo gaat Gooijer verder, kan een verlies op een lening niet in aftrek worden gebracht ondanks dat de lening zelf niet kwalificeert als een bodemlozeputlening. In een uitspraak van de Hoge Raad van 14 maart werd geoordeeld dat de afwaardering van een lening die op onzakelijke gronden was verstrekt, niet ten laste van het resultaat kan worden gebracht. Essers concludeert in zijn noot bij deze uitspraak dat het feit dat belanghebbende de lening met onvoldoende waarborgen had omkleed, kennelijk het 12 HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208c 13 Toevoeging van de Hoge Raad in HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/82 en BNB 2006/83 14 Artikel 13 Wet op de Vennootschapsbelasting HR 31 mei 1978, nr , BNB 1978/ Een deelneming in zwaar weer: enige fiscale aspecten, mr. J. Gooijer, TFO 2004/15 17 HR 14 maart 2001, nr , BNB 2001/256 13

14 onzakelijke element van de lening was. Met het uit dit onzakelijke element van de geldverstrekking voortvloeiende verlies mag fiscaal geen rekening worden gehouden. Net als in de uitspraak van de Hoge Raad van 9 mei 2008 is in deze uitspraak niet aan de orde geweest of sprake was van een bodemlozeputlening. Het is dus niet uitgesloten dat op grond van de criteria van BNB 1988/217 de geldverstrekking had moeten gelden als een bodemlozeputlening. 3.5 BNB 2001/256 Tot zover komen er twee arresten naar voren die belangrijk zijn voor een historische uitleg van het arrest van de Hoge Raad van 9 mei 2008; te weten BNB 1988/217 en BNB 2001/256. Aangezien BNB 1988/217 reeds besproken is bij de bodemlozeputlening bespreek ik hier nog - uitgebreider - het arrest BNB 2001/256. In BNB 2001/256 ging het om een geldverstrekking van een stichting aan een BV terwijl de bestuurders van de stichting voor 60% aandeelhouder waren van de BV. De geldverstrekking bedroeg 1 miljoen gulden en was verstrekt in de vorm van een converteerbare achtergestelde lening. De rente die was afgesproken, bedroeg 9%. De lening was verstrekt op het moment dat de BV in financiële problemen raakte, begin Eind 1992 blijkt dat de vordering van de stichting op de BV waardeloos is geworden. De stichting waardeert vervolgens de vordering af. De inspecteur corrigeert de afwaardering. Zowel het Hof 18 als de Hoge Raad 19 is van mening dat de geldlening is verstrekt op onzakelijke voorwaarden. Wat precies de onzakelijke voorwaarden zijn, wordt niet duidelijk gemaakt. Het belangrijkste argument van het Hof en de Hoge Raad is dat de bestuurders van de stichting tevens aandeelhouder waren van de BV. De lening is mede daardoor verstrekt op basis van aandeelhoudersmotieven. Door de dubbele functie van de directeuraandeelhouders was de stichting zich bewust van de onzakelijke gronden waarop de lening is verstrekt. Wat opvalt, is dat zowel in BNB 1988/217 als in BNB 2001/256 duidelijk de bewustheid bij de geldverstrekkers van het niet zakelijke karakter belangrijk is. In HR 9 mei 2008 komt dit niet zo belangrijk naar voren. Wel spreekt de Hoge Raad in rechtsoverweging 3.4 over een debiteurenrisico dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, welk debiteurenrisico om die reden zich in de kapitaalsfeer bevindt. Van een debiteurenrisico kan, naar de mening van de schrijvers van de aantekening bij dit arrest, alleen sprake zijn als er sprake is van een geldlening. Maar tegelijkertijd gaat de Hoge Raad ervan uit dat het debiteurenrisico is aanvaard met de bedoeling het belang van de aandeelhouders te dienen. Hoewel deze geldverstrekking een geldverstrekking naar boven is, zou dit ook kunnen duiden op de aandeelhouderssfeer. 18 zie rechtsoverweging zie rechtsoverweging 3.3. Het Hof heeft geoordeeld dat de last, weglatingen RS, en voor belanghebbende een niet aftrekbare last vormt nu deze voortvloeit uit de omstandigheid dat de pensioengerechtigde aandeelhouders van de BV en tevens gerechtigden én bestuurders waren, waarbij voorts alle betrokkenen zich van dit niet-zakelijke karakter bewust waren. 14

15 3.6 Enkele uitspraken van rechtbanken van vóór 9 mei Rechtbank Breda 1 december 2006 In deze uitspraak 20 gaat het om een belanghebbende (BV) die geld leent aan een BV. Ter zake van deze lening is geen aflossingsverplichting overeengekomen (geen terugbetalingafspraken), zijn geen zekerheden gesteld en is de rente nooit betaald. De BV wordt op 7 oktober 2002 ontbonden. In de aangifte vennootschapsbelasting 2001 van belanghebbende wordt de geldlening (tezamen met een garantiebetaling) volledig in aftrek gebracht. De inspecteur is het niet eens met de afwaardering. Ook Rechtbank Breda is het niet eens met de afwaardering omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de lening op grond van zakelijke motieven is verstrekt. In deze casus is volgens de Rechtbank sprake van een (fiscale) geldlening. Het was volgens de Rechtbank op het moment van verstrekking van de gelden niet aanstonds duidelijk dat de gelden nooit terugbetaald zouden worden (bodemlozeputlening). Wat zijn nu de argumenten van de Rechtbank om te oordelen dat de lening is verstrekt onder onzakelijke voorwaarden? De feiten die de inspecteur heeft aangevoerd, dat geen aflossingsverplichting is overeengekomen, geen zekerheden zijn gesteld en dat er nooit rente is betaald, zijn voor de Rechtbank voldoende om aan te nemen dat belanghebbende niet onder zakelijke voorwaarden aan de BV geld heeft geleend. De conclusie van de Rechtbank is vervolgens dat er sprake is van een vermomde uitdeling van winst en dus geen van de winst aftrekbaar bedrag Rechtbank Breda 25 augustus 2006 In deze casus 21 ging het om een BV (BV x) die een geldlening verstrekt aan een andere BV (BV z). De twee aandeelhouders van BV x hadden ook beide een derde belang in BV z. De lening wordt in 2001 met afgewaardeerd. Bij de verstrekking is geen aflossingsverplichting en zijn geen zekerheden gesteld. Vanaf 1997 is ook geen rente meer verschuldigd. De afwaardering van de lening wordt niet toegestaan door de inspecteur. Bij deze geldlening is nog van belang dat de accountant in de jaarrekening het volgende heeft vermeld: Ter financiering van de exploitatieverliezen van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BV z werd door de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BV x een lening verstrekt. De Rechtbank oordeelt dat niet in geschil is dat er sprake is van een lening. De Rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk met zijn oordeel dat er geen sprake is van een lening die onder zakelijke condities is verstrekt. De argumenten hiervoor zijn dat de lening diende om verliezen te financieren, dat er geen aflossingsverplichting was overeengekomen, dat er geen zekerheden zijn gesteld voor aflossing van de lening en dat er vanaf 1997 geen rente meer is verschuldigd. 20 MK, 1 december 2006, nr. AWB 06/1219, V-N 2007/ MK, 25 augustus 2006, nr. AWB 05/2251, V-N 2007/

16 Gezien de passage van de accountant in de jaarrekening is het vreemd dat de Rechtbank oordeelt dat er sprake is van een geldlening. De tekst impliceert eigenlijk dat sprake is van een bodemlozeputlening 22. Zo concluderen ook de schrijvers van de aantekening onder het arrest in V-N 2007/ Zij zijn dan ook van mening dat wanneer er wel een geldlening is, de inspecteur niet op de stoel van de ondernemer mag gaan zitten door te bepalen dat deze geen lening had moeten verstrekken en ook afwaardering ten laste van de winst mag brengen. De schrijvers verwijzen hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 8 september Tussenconclusie jurisprudentie vóór 9 mei Alle drie de varianten uit HR 27 januari 1988 worden niet gezien als een fiscale geldlening. Afwaardering van een dergelijke lening is niet aftrekbaar. In de casus van het arrest van 9 mei 2008 zou de bodemlozeputlening van toepassing kunnen zijn. Het had de geldverstrekker van het begin af aan duidelijk moeten zijn dat de lening niet zou worden terugbetaald. Een dergelijke verstrekking van een dochtermaatschappij aan haar moedermaatschappij wordt gekwalificeerd als een (verkapte) dividenduitkering. Zie voor een voorbeeld HR 29 oktober waarin de Hoge Raad een bodemlozeputlening van een dochtermaatschappij aan een moedermaatschappij aanmerkte als een onttrekking. Bij een geldverstrekking van een aandeelhouder aan haar deelneming is er bij een bodemlozeputlening sprake van een informele kapitaalstorting. Van een informele kapitaalstorting is volgens de Hoge Raad sprake indien een moedermaatschappij als houdster van de aandelen ener dochteronderneming enkel op grond van de voor haar in die hoedanigheid tot de dochteronderneming bestaande verhouding aan deze een voordeel in geld of goederen doet toekomen dat zij onder gelijke omstandigheden aan een voor haar onafhankelijke onderneming niet zou hebben verschaft; dat toch in dat geval door de dochteronderneming een voordeel wordt genoten dat zijn oorzaak uitsluitend in de interne verhouding tussen haar en haar aandeelhoudster vindt, waardoor in fiscaalrechtelijke zin kapitaal wordt ingebracht 25. In BNB 1988/217 wordt deze uitleg toegevoegd met de opmerking dat de aandeelhouder bewust moest zijn van de bevoordeling ten tijde van het verstrekken van de lening. De uitspraken en arresten van vóór 9 mei 2008 gaan met name over de aftrekbaarheid van de afwaardering van een lening, waar bij de verstrekking ervan het aandeelhoudersmotief voorop staat. Andere arresten waarbij de afwaardering niet ten laste van de winst kon worden gebracht, werden gemotiveerd met de constatering dat er voor de geldverstrekking geen zakelijke motieven waren. 22 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ HR 8 september 2006, nr , BNB 2007/104, V-N 2006/ HR 29 oktober 2004, nr , BNB 2005/64 (V-N 2004/57.18) 25 HR 3 april 1957, nr , BNB 1957/165 16

17 4. Jurisprudentie ná het arrest van 9 mei Jurisprudentie m.b.t. de inkomstenbelasting Hof Amsterdam 23 september 2010 In deze uitspraak van het hof Amsterdam 26 ging het om een DGA die enig aandeelhouder is van de BV. De DGA leent in een aantal stappen in totaal aan de BV voor de aanschaf van een (buitenlandse deelneming). Deze leningen financiert de DGA (deels) door bankleningen. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2004 waardeert de DGA zijn vordering (inmiddels ) op de BV af, wegens de slechte financiële situatie van de BV. De vordering kwalificeert als resultaat uit het terbeschikking stellen van vermogensbestanddelen (Box I, artikel 3.92 Wet IB). Ter zake van deze vordering is in de overeenkomst(en) van geldlening onder meer opgenomen dat de hoofdsom te allen tijde, met een opzegtermijn van één maand, opeisbaar is, dat een rente van 4% over de hoofdsom of het restant van de hoofdsom verschuldigd is en dat de lening per direct opeisbaar is in geval van nalatigheid in de betaling van rente en faillissement of surseance van betaling van de schuldenaar. Er wordt geen zekerheid gesteld voor de lening. De inspecteur corrigeert de afwaardering van de vordering van de DGA. Het Hof is van oordeel 27 dat ondanks dat er sprake is van een zakelijk motief van partijen, dusdanige voorwaarden zijn overeengekomen dat niet kan worden gesproken van een zakelijke lening. Zo heeft de DGA (voor een deel van de vordering) een gelijke rente bedongen als de DGA zelf aan de bank betaalde. De DGA heeft dus geen enkele marge ingebouwd voor het gelopen risico, dit terwijl er ook geen enkele zekerheid is bedongen. Het Hof acht daarbij van belang dat de BV geen andere activa en passiva bezat dan de deelneming en de schulden aan de DGA. Derhalve is de DGA voor rentebetalingen en aflossingen geheel afhankelijk van dividenduitkeringen van de (buitenlandse) deelneming 28. Daarnaast heeft de DGA een deel van de lening verstrekt op een tijdstip dat de BV al gestopt was met het betalen van rente over het reeds eerder verstrekte deel. Het Hof verwijst met deze argumenten naar het arrest van de Hoge Raad van 9 mei 2008 en concludeert dat er geen sprake is van een zakelijke geldlening, omdat de DGA een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Belanghebbende stelt vervolgens dat indien de geldverstrekking niet kan worden aangemerkt als een zakelijke lening, de geldverstrekking zonder meer en in alle gevallen moet worden aangemerkt als een informele kapitaalstorting. Deze stelling wordt niet gesteund door het Hof, aangezien er niet in geschil was dat sprake is van een geldlening en niet het verstrekken van risicodragend kapitaal. 26 Hof Amsterdam 23 september 2010, kenmerk P 09/ Rechtsoverweging Vergelijk HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 17

18 4.1.2 Hof Arnhem 15 maart In deze casus gaat het om een belanghebbende (natuurlijk persoon) die in verschillende stappen geldleningen verstrekt aan twee vennootschappen (F BV en I BV) waarvan hij enig aandeelhouder is. F BV Op F BV heeft belanghebbende eind 2003 een vordering van in totaal , waarvan het grootste gedeelte een achtergestelde lening betreft. Voor het restant is een rekeningcourantovereenkomst opgesteld met de volgende voorwaarden: rente 5% per jaar aflossing per maand vanaf 1 januari 2004 pandrecht op de bedrijfsinventaris Over de jaren 2001 tot en met 2003 is geen rente berekend, vanaf 1 januari 2004 wordt een rente van 4% bijgeschreven. In de jaren 2001 tot en met 2003 wordt door F BV geen winst gemaakt en loopt het negatieve eigen vermogen hard op. In afwijking van de overeenkomst wordt uiteindelijk geen pandrecht op de bedrijfsinventaris gevestigd. I BV Aan I BV verstrekt belanghebbende in 2002 een rekening-courantkrediet van In de overeenkomst is het volgende opgenomen: rente 5% per jaar aflossing per maand vanaf 1 september 2002 pandrecht bedrijfsinventaris Op 1 juni 2003 wordt het krediet verhoogd tot Er wordt geen pandrecht gevestigd op de bedrijfsinventaris. Ook I BV maakt alleen maar verlies. In 2002 en 2004 wordt geen 5% rente berekend maar slechts 4% en wordt bijgeschreven. In 2003 wordt helemaal geen rente berekend. In 2004 wordt de lening achtergesteld op een krediet van de ABN AMRO Bank. In 2001 waardeert belanghebbende haar vordering op F BV af met en in 2003 met De vordering op I BV waardeert belanghebbende in 2003 af met Deze afwaarderingen komen ten laste van het box I inkomen. De inspecteur corrigeert de afwaarderingen in de aangifte. Het Hof acht het aannemelijk dat belanghebbende bij het verstrekken van de geldleningen een debiteurenrisico heeft genomen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Belanghebbende heeft het risico aanvaard op grond van aandeelhoudersmotieven. Het feit dat het in dit geval gaat om een lening omlaag en niet zoals in BNB 2009/191 om een lening omhoog heeft geen invloed op deze beslissing. Ook het feit dat het in deze casus gaat om een tbs-vordering in de inkomstenbelasting en niet van een vordering in de vennootschapsbelasting doet het Hof niet van mening veranderen. 29 Hof Arnhem, 15 maart 2011, nr. 10/00153 en nr. 10/

19 4.1.3 Hoge Raad 25 november 2011, BNB 2012/78 30 Natuurlijk persoon X houdt 50,05% van de aandelen in D Beheer BV. De echtgenote van X houdt via een houdstermaatschappij de overige aandelen van D Beheer BV. D Beheer BV heeft een 75% deelneming in E BV. Op 26 augustus 2003 leent X aan D Beheer BV een bedrag van X heeft deze geldlening gefinancierd met een lening van de houdstermaatschappij van zijn echtgenote. In de overeenkomst van geldlening wordt bepaald dat de rente 5% bedraagt, maar dat deze rente kan worden aangepast aan de ontwikkelingen in de kapitaalmarkt en wanneer de fiscale autoriteiten van mening zijn dat de rente onzakelijk laag is. De lening is direct opeisbaar en er worden geen zekerheden van belang verstrekt. Ook de houdstermaatschappij verstrekt op dezelfde datum een lening aan D Beheer BV. D Beheer BV leent de gelden door aan haar deelneming E BV. Daarnaast heeft E BV een geldlening van de ING Bank ad Door slechte resultaten wordt E BV op 12 augustus 2004 in staat van faillissement verklaard. Dit was het gevolg van het onverwachte faillissement van de grootste klant van E BV. X heeft op 23 juli 2004 zijn vordering op D Beheer BV kwijtgescholden. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2004 heeft X ter zake van de kwijtschelding een bedrag van ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden (box I) gebracht. De inspecteur weigert de aftrek. In beroep krijgt X geen gelijk Samenvatting conclusie Advocaat Generaal (AG) Niessen In de conclusie gaat de AG in op de vraag of de afwaardering van een onzakelijke lening die deel uitmaakt van het tbs-vermogen een negatief bestanddeel vormt van het resultaat van overige werkzaamheden. Deze vraag wordt door de AG ontkennend beantwoord. Hij onderbouwt deze stelling met de volgende argumenten: Het resultaat uit overige werkzaamheden wordt bepaald volgens de regels die van toepassing zijn bij de bepaling van de winst uit onderneming. Er moet worden gehandeld alsof het ter beschikking stellen van vermogen een onderneming vormt. Volgens vaste rechtspraak moet dan worden beoordeeld of de vordering die de ondernemer heeft op een verbonden persoon het karakter heeft van een bodemlozeput-lening. Voor de definitie van een bodemlozeputlening verwijs ik naar paragraaf 3.3 van deze scriptie. Als sprake is van een bodemlozeputlening wordt de vordering behandeld als een verstrekking van eigen vermogen. Indien de vordering niet als bodemlozeput-lening kan worden beschouwd, kan zij toch als onzakelijke geldlening worden aangemerkt als is voldaan aan de volgende kenmerken: de lening is aangegaan met het oog op reële, zakelijke belangen van debiteur en crediteur; de verstrekking van de lening vindt plaats onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. De gevolgen van zo n lening zijn dat het resultaat op de lening geen deel uit maakt van de winst. De genoten rente behoort echter wel tot het resultaat. Deze gevolgen volgen uit de wetsartikelen inzake de winstbepalingen. De AG vindt dat het feit dat de wettekst ter zake van de als tbs-vermogen aan te nemen vermogensbestanddelen zwijgt over het zakelijk of 30 Hoge Raad 25 november 2011, nr. 10/04588, BNB 2012/78 19

20 onzakelijk karakter van de vorderingen daar niet aan af doet. De vordering blijft wel als lening te boek staan, maar het resultaat van het debiteurenrisico is niet aftrekbaar. Aan het voorgaande staat niet in de weg dat in artikel 3.92 lid 3 Wet IB is bepaald dat in het geval van een in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling de kring van verbonden personen wordt uitgebreid. Deze bepaling is in de wet opgenomen om bepaalde terbeschikkingstellingen onder de werking van resultaat uit overige werkzaamheid te brengen en zo te voorkomen dat op oneigenlijke wijze wordt ingespeeld op verschillen in belastingdruk tussen de verschillende boxen. Indien sprake is van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling, bijvoorbeeld omdat sprake is van een onzakelijke lening, heeft dat volgens de AG slechts tot gevolg dat in een gegeven familieverhouding sprake is van een verbonden persoon, zodat de terbeschikkingstellingsregeling van toepassing is. Het zegt volgens hem niets over de wijze waarop een terbeschikkingstellingsresultaat moet worden bepaald. Als sprake is van een onzakelijke lening in de terbeschikkingstelling, hoe moet die dan fiscaal worden behandeld? De AG beantwoordt deze vraag met de conclusie dat op basis van de onderhavige rechtspraak van de Hoge Raad moet worden aangenomen dat het verlies geen deel uitmaakt van het tbs-resultaat omdat het niet is opgekomen in de debiteurcrediteurrelatie, maar in de relatie tussen vennootschap en haar aandeelhouder (terbeschikkingsteller). Dit betekent volgens de AG echter niet dat het verlies in aanmerking moet worden genomen als een verlies uit aanmerkelijk belang. Het is namelijk geen resultaat uit het aandelenbezit van de terbeschikkingsteller maar een resultaat op een lening. De omstandigheid dat de lening moet worden afgewaardeerd, brengt ook niet met zich mee dat de aandelen minder waard zijn geworden. Ten slotte geeft de AG nog aan dat wanneer vast komt te staan dat de vennootschap de lening niet hoeft terug te betalen, het voordeel niet tot de winst moet worden gerekend. Het bedrag moet dus als informeel kapitaal worden geboekt. Met hetzelfde bedrag moet de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang van de terbeschikkingsteller worden verhoogd Hoge Raad De Hoge Raad oordeelt dat X bij het verstrekken van de geldlening aan D Beheer BV een debiteurenrisico heeft aanvaard dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. De aanvaarding berust op aandeelhoudersmotieven waarmee de lening een onzakelijke geldlening wordt. De Hoge Raad verklaart het arrest van 9 mei van overeenkomstige toepassing, ondanks dat de geldverstrekking in dit geval is gedaan door de aandeelhouder aan de vennootschap en niet andersom. Ook dat de geldverstrekking is gedaan door een natuurlijk persoon aandeelhouder brengt de Hoge Raad niet tot een ander oordeel. De Hoge Raad bevestigt verder het oordeel van het Hof dat de geldverstrekking valt onder het regime van artikel 3.92 Wet IB. Op grond van artikel 3.94 Wet IB dient het resultaat van de geldverstrekking (vordering) te worden bepaald volgens het winstregime. Volgens de Hoge Raad is in de overweging bij de totstandkoming van de Wet IB beoogd aan te sluiten bij het totaalwinstbegrip dat geldt voor winst uit onderneming. Daardoor zijn de overwegingen in het ook op 25 november uitgesproken arrest van toepassing. Op basis van dit winstregime 31 Hoge Raad, 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ Hoge Raad, 25 november 2011, nr. 08/05323 onderdelen tot en met 3.3.6, BNB 2012/39 20

21 is een afwaardering van een onzakelijke geldlening, zoals hiervoor bedoeld, niet aftrekbaar van het resultaat en dat naar analogie van dat regime de invloed van onzakelijk handelen dient te worden geëlimineerd. Het kwijtscheldingsverlies dat X ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheid heeft gebracht, moet worden gecorrigeerd. De Hoge Raad sluit af met de opmerking dat als een aanmerkelijkbelanghouder een lening verstrekt die onzakelijk is zoals hierboven aangegeven en de aanvaarding berustte op aandeelhoudersmotieven, een kwijtschelding van de geldlening een informele kapitaalstorting inhoudt. De verkrijgingprijs van de aanmerkelijkbelanghouder 33 zal met het bedrag dat als informele kapitaalstorting kan worden aangemerkt worden verhoogd. 33 Artikel 4.21 Wet IB

22 4.2. Jurisprudentie m.b.t. de vennootschapsbelasting Hoge Raad 25 november 2011, BNB 2012/38 34 Dit arrest is gewezen op het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem van 26 oktober 2010, nummers 09/00075 en 09/ Rechtbank Arnhem Belanghebbende (X B.V.) heeft in 1998 een vennootschap (F GmbH) opgericht die een horecaonderneming exploiteert. Belanghebbende leent geld aan F GmbH tegen een rentepercentage van 4% en de lening was onder voorwaarden direct opeisbaar. Er zijn geen zekerheden dan wel borgstellingen overeengekomen. F GmbH leed vanaf het begin verliezen en wordt eind 2001 geliquideerd. Een bedrag ad kan niet worden geïnd en wordt door belanghebbende ten laste van de winst gebracht door het oninbare bedrag bij het liquidatieverlies als bedoeld in artikel 13d Wet Vpb 1969 op te tellen. De inspecteur stelt dat het bedrag ten onrecht ten laste van de winst is gebracht. Rechtbank Arnhem 35 oordeelt dat er sprake is van een onzakelijke geldlening en dat het verlies van belanghebbende voortvloeit uit haar deelnemingsrelatie tot F GmbH. Vervolgens oordeelt de Rechtbank dat het verlies op de lening het opgeofferde bedrag in de deelneming verhoogd, omdat dat in overeenstemming is met doel en strekking van de liquidatieverliesregeling. De inspecteur gaat in hoger beroep Gerechtshof Arnhem Het Hof Arnhem oordeelt dat belanghebbende een debiteurenrisico heeft aanvaard in haar hoedanigheid van aandeelhouder en dat er geen recht op het afwaarderingsverlies bestaat 36. Ook is het niet mogelijk dat het voor F GmbH opgeofferde bedrag wordt verhoogd omdat belanghebbende de lening niet heeft kwijtgescholden voor de liquidatie van F GmbH. Hierdoor heeft er geen vermogensverschuiving van belanghebbende aan F GmbH plaatsgevonden en is de deelneming niet bevoordeeld en is belanghebbende niet verarmd. De inspecteur heeft volgens het Hof dus gelijk. Belanghebbende gaat in cassatieberoep Samenvatting conclusie Advocaat Generaal (AG) Wattel De AG geeft aan dat de essentie van deze zaak betreft of de afwaardering van een onvolwaardige onzakelijke geldlening het door de moedermaatschappij opgeofferde bedrag van een deelneming verhoogt, zodat een afwaarderingsverlies van een onzakelijke geldlening, dat niet ten laste van de winst kan worden gebracht ten tijde van de afwaardering, alsnog kan worden genomen bij liquidatie van de deelneming. De AG gaat er vanuit dat de Hoge Raad niet terugkomt op zijn arrest van 9 mei Dat wil zeggen dat een onzakelijke geldlening niet wordt geherkwalificeerd tot een informele kapitaalinbreng. De AG vindt de oordelen van het Hof Arnhem, dat het belanghebbende en F GmbH niet ging om een kapitaalstorting maar dat het de bedoeling was om te lenen, dat de geldverstrekking op zichzelf een zakelijk doel diende, maar dat de leningvoorwaarden zodanig onzakelijk waren dat een at arm s length correctie door renteverhoging niet realistisch is, begrijpelijk en voldoende gemotiveerd. 34 HR 25 november 2011 nr. 10/05161, BNB 2012/38, V-N 2011/ Rechtbank Arnhem 22 januari 2009, nr. 07/3274, V-N 2009/ Zie HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 voor de vergelijkende tekst van een onzakelijke geldlening 22

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur).

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur). Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummers 13/01158 en 13/01159 uitspraakdatum: 24 februari 2015 nummer / Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Met geld van uw bv kunt u belastingvrij genieten! Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen

Nadere informatie

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936 CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.

Nadere informatie

Onzakelijke garanties en borgstellingen

Onzakelijke garanties en borgstellingen Onzakelijke garanties en borgstellingen Rechtbank Arnhem dd 5 augustus 2008, nr AWB 08/1406, LJN BN3301 Hof Arnhem 15 maart 2011, nr 10/00431, LJN BP9846, NTFR 2011/850 met noot Horzen, V-N2011/28.1.2.

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl Deze hand-out betreft de sheets van een lezing die is verzorgd ten behoeve van het BRA Eindejaar seminar Fiscale kringen op 10 december 2015. Gezien de aard betreft dit geen volledige behandeling van het

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2013, nummer AWB LEE 11/2397, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2013, nummer AWB LEE 11/2397, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer 13/00331 uitspraakdatum: 8 januari 2014 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep

Nadere informatie

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk: Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E.

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E. Bachelor Thesis De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. Naam : Y.G.M.E. (Ynte) Rasenberg Studierichting : Fiscale economie Administratienummer

Nadere informatie

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2?

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Fiscale Economie De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

Edelhoogachtbare dames, heren,

Edelhoogachtbare dames, heren, Edelhoogachtbare dames, heren, Onder verwijzing naar uw schrijven d.d. 23 juli 2012 treft u in het navolgende de cassatiemiddelen en de daarbij behorende toelichting en concludering aan. De machtiging

Nadere informatie

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Seminar Transacties tussen de DGA en zijn BV in een fiscaal perspectief 26 maart 2014 Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Jolanda van

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014 Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden 1 Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen met zijn eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Ministerie van Financiën

Ministerie van Financiën Ministerie van Financiën Bijlage 1: Algemeen INSPECTIE DER BELASTINGEN CURAÇAO Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 17 Bijlage 2: aandeelhouders

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening: hoe nu verder? Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: 27-05-2014 Auteur: prof. mr. dr. P.G.H.

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16 Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16 Bijlage 2 a : aandeelhouders en / of uiteindelijk gerehtigde(n) Vul bijlage 2 in als

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Vraag 1 (4 punten) In

Nadere informatie

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico 1 Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico De reikwijdte van artikel 3.94 Wet inkomstenbelasting 2001 Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Fiscale Economie, reguliere

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap;

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

Samenvatting. 2. Feiten. De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

Samenvatting. 2. Feiten. De Commissie gaat uit van de volgende feiten. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-404 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. E.L.A. van Emden, leden en mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-190 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Besluit over prijsgeven van pensioen

Besluit over prijsgeven van pensioen Besluit over prijsgeven van pensioen Inleiding Met ingang van 1 januari 2013 bestaat een mogelijkheid tot het prijsgeven van in eigen beheer verzekerd pensioen. Deze regeling is opgenomen in artikel 19b

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2003:AH9296

ECLI:NL:GHARN:2003:AH9296 ECLI:NL:GHARN:2003:AH9296 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 19-06-2003 Datum publicatie 07-07-2003 Zaaknummer 01-01586 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Vennootschapsbelasting (IS). 1. Algemeen. Vennootschappen. De vennootschapsbelasting (Impuesto sobre

Nadere informatie

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450 Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15 Inhoudsopgave Inhoudsopgave.. Voorwoord... 1 1. Lenen van en aan de BV... 3 1.1. Rechtspersoon... 4 1.1.1. Voorbeeld fiscale gevolgen bij drie mogelijke opnames... 5 1.1.2. Van en aan de BV... 5 1.1.3.

Nadere informatie