Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2"

Transcriptie

1 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week

2 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij). Als BV D winst maakt dan moet er VPB over worden voldaan, bijv. 100 winst, 25% VPB en dus blijft er 75 winst na belasting over. Deze 75 euro zal dan aan de aandeelhouder worden uitgekeerd, want de winst komt ten goede aan de aandeelhouders. Dit is 75 euro aan dividend. Deze dividend is niet aftrekbaar bij de dochter BV D, omdat de dividend bij BV M binnen komt en het daar wordt belast, blijft er van die 75 euro winst nog 75 25% VPB over = 56,25 euro. De winst die bij BV D wordt gemaakt wordt dus zowel met VPB belast bij BV D als bij BV M. Om dit te voorkomen is er de deelnemingsvrijstelling. Als BV D winst maakt, dan wordt deze winst alleen bij BV D belast en niet bij BV M. Dubbele belastingheffing wordt zo voorkomen als de winst als dividend wordt uitgekeerd. Er wordt alleen 25% VPB geheven bij degene die de winst maakt. Voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling hoef je geen verzoek te doen. Als je aan de voorwaarden voldoet dan wordt deze toegepast. Bij de fiscale eenheid is dit anders, dan moet je wel een verzoek indienen. Wanneer geldt de deelnemingsvrijstelling? Art. 13 lid 2 Wet VPB: de aandeelhouder moet 5% of meer van de aandelen bezitten in het nominaal gestort aandelenkapitaal van de vennootschap die het dividend uitkeert. In het totale nominaal gestort aandelenkapitaal moet je 5% bezitten. Meerdere soorten aandelen? Dan moet je het totaal bij elkaar optellen en dan moet er sprake zijn van 5%. De aandeelhouder heeft alleen recht op de deelnemingsvrijstelling als hij aan de VPB is onderworpen. Een BV is aan de VPB onderworpen, een natuurlijk persoon niet. Een natuurlijk persoon is aan de inkomstenbelasting onderworpen. Art. 13 lid 5 Wet VPB geeft 2 verruimingen: Je hebt zelf geen 5% aandelen, maar een verbonden lichaam heeft dat wel (moedervennootschap, dochtervennootschap of zustervennootschap). Als de belastingplichtige minder dan 5% van de aandelen bezit (er is geen sprake van een deelneming), maar een verbonden lichaam wel een deelneming heeft in die vennootschap (5% of meer aandelen bezit), dan heeft de belastingplichtige die minder dan 5% aandelen heeft toch recht op de deelnemingsvrijstelling. Het verbonden lichaam moet wel zelf 5% of meer aandelen bezitten.

3 Enkele voorbeelden: geldt de deelnemingsvrijstelling? Vb. Belastingplichtige heeft 4% van de aandelen in BV Y. Als BV Y dividend uitkeert aan de belastingplichtige dan is er geen deelnemingsvrijstelling want het aandelenbezit is minder dan 5%, het is gewoon belast. Als een zustermaatschappij van de belastingplichtige 10% aandelen heeft in BV Y (daarbij is sprake van een deelneming), dan geldt de deelnemingsvrijstelling toch voor die 4% van de aandelen die de belastingplichtige heeft in BV Y. Vb. Belastingplichtige heeft 4% van de aandelen in BV Y. Als BV Y dividend uitkeert aan de belastingplichtige dan is er geen deelnemingsvrijstelling want het aandelenbezit is minder dan 5%, het is gewoon belast. Als een zustermaatschappij van de belastingplichtige 1% aandelen heeft in BV Y (daarbij is geen sprake van een deelneming), dan geldt de deelnemingsvrijstelling niet. De percentages mag je niet bij elkaar optellen, het verbonden lichaam moet minimaal 5% van de aandelen hebben. Vb. Belastingplichtige heeft 4% van de aandelen in BV Y en 100% van de aandelen in BV D. BV D heeft 10% van de aandelen in BV Y. De belastingplichtige heeft 4% aandelen in BV Y en daardoor geen recht op de deelnemingsvrijstelling. Maar omdat het verbonden lichaam wel een deelneming heeft in BV Y, geldt de deelnemingsvrijstelling wel voor 4%. Als de belastingplichtige en het lichaam waarin je de aandelen hebt verbonden lichamen zijn, dan is er recht op de deelnemingsvrijstelling als er 5% of meer aandelen bezit is. Voorbeeld: geldt de deelnemingsvrijstelling? Vb. BV M (moeder) heeft alle aandelen in BV D (dochter). BV D heeft 4% van de aandelen in BV M. Omdat BV D slechts 4% van de aandelen heeft in BV M is er geen recht op de deelnemingsvrijstelling. Maar omdat dit verbonden lichamen van elkaar zijn, geldt toch de deelnemingsvrijstelling voor de 4% aandelen. Wat valt er onder de deelnemingsvrijstelling? Als iets onder de deelnemingsvrijstelling valt, dan kan het onbelast worden genoten. Art 13 lid 1 Wet VPB: hierin staat wat onder de deelnemingsvrijstelling valt, het betreft deelnemingsvoordelen = alle voordelen uit de deelneming. 3 categorieën die je kunt onderscheiden zijn: Dividend: valt onder de deelnemingsvrijstelling als de aandeelhouder recht heeft op toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Dividend is onbelast. Er moet dus sprake zijn van art. 13 lid 2 of 13 lid 5 Wet VPB. Er zijn 2 soorten dividend die hieronder vallen, namelijk formeel en verkapt dividend. Vb. BV M leent een bedrag aan BV D. BV D voldoet rente op deze lening. De rente die wordt voldaan is 1500, een zakelijke rente zou 1000 zijn. Het voordeel gaat omhoog, BV M krijgt 500 extra en dat is verkapt dividend. Dit valt onder de deelnemingsvrijstelling als er 5% of meer aandelenbezit is. De 1000 wordt wel belast.

4 Vb. BV D verleent een dienst aan BV M. Hier wordt niets voor gevraagd. Als BV D deze dienst voor een ander had verricht dan had BV D er 1000 voor gevraagd. Er is sprake van een voordeel van Dit is verkapt dividend en dit valt onder de deelnemingsvrijstelling. Verkoopresultaten: vervreemdingsresultaten vallen in de deelnemingsvrijstelling. Als er een deelneming wordt gekocht voor 1000 euro en dit wordt verkocht voor 1200, dan is er 200 vervreemdingswinst. Als je verkoopwinst hebt dan is dit onbelast vanwege de deelnemingsvrijstelling als je 5% of meer aandelen hebt. Als er sprake is van verkoopverlies, dan valt dit ook onder de deelnemingsvrijstelling maar het is daardoor niet aftrekbaar. Waarde mutatie: als je de aandelen hebt gekocht in de deelneming voor 1000 euro. Je moet ze altijd waarderen op kostprijs/lagere marktwaarde. Als de aandelen 400 euro waard zijn, dan is er dus een verlies van 600. Dit is een ongerealiseerd verlies, dan is dit ook niet aftrekbaar. Positieve waarde mutaties zijn onbelast. Negatieve waarde mutaties zijn niet aftrekbaar. Onder de deelnemingsvrijstelling valt niet rente die wordt ontvangen. In 3 situaties aan leningen geldt dit niet, namelijk de bodemlozeputlening, schijnlening en de deelnemerschapslening. Als moeder dit verstrekt aan de dochter dan is dit informeel kapitaal, het wordt namelijk gezien als eigen vermogen. De vergoeding die van moeder naar dochter gaat is civiel juridisch gezien rente, maar fiscaal wordt het gezien als dividend. Omdat er gekeken moet worden naar de fiscale definitie valt het bij deze 3 leningen wel onder de deelnemingsvrijstelling. Deelnemingskosten (art. 13 lid 1 Wet VPB) Als je belastingplichtige bent en je wil een deelneming kopen, dan heb je diverse kosten (bv. notariskosten). Dit betreft het leerstuk van de deelnemingskosten. Deze deelnemingskosten worden gemaakt door de aandeelhouder, niet door de onderliggende deelneming. Er zijn 3 soorten deelnemingskosten, namelijk: Aankoopkosten: dit zijn kosten die je hebt naast de prijs van de aandelen. De prijs die je voldoet voor de aandelen zijn geen aankoopkosten, het maakt je namelijk niet armer. Aankoopkosten zijn o.a. notariskosten, advocaatkosten etc. Het is niet aftrekbaar bij de belastingplichtige/aandeelhouder, het kan niet in aftrek van de winst van de aandeelhouder worden gebracht. Deelnemingsvrijstelling geldt. Vb. Je hebt 1 ton aan aankoopkosten, dit is niet aftrekbaar. Je mag de deelneming waarderen met 1 ton extra, het mag geactiveerd worden in de kostprijs van de deelneming. Lopende uitgaven: dit zijn alle kosten die de aandeelhouder maakt met de financiering van de deelneming en het beheer van die deelneming. Het bevat dus financiering- en beheerskosten. Het zijn de lopende uitgaven.

5 Deze kosten zijn wel aftrekbaar. Voor de financieringskosten geldt een maximum, dit gaat over de bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l Wet VPB). Voor de beheerskosten geldt geen maximum. Verkoopkosten: dit zijn kosten die je naast de verkoop hebt. Vb. Als je een deelneming verkoopt voor 1000 en je maakt daarbij 100 aan kosten, dan geldt de deelnemingsvrijstelling alleen voor de verkoopprijs verkoopkosten = 900 euro. Het is niet aftrekbaar bij de belastingplichtige/aandeelhouder, het kan niet in aftrek van de winst van de aandeelhouder worden gebracht. Deelnemingsvrijstelling geldt. Deelnemingskosten zijn kosten die de aandeelhouder maakt en die kosten horen naar hun aard ook thuis bij de aandeelhouder. Als een aandeelhouder kosten maakt die niet door haar behoren te worden gedragen maar door de BV, dan is er sprake van een bevoordeling. Er is dan sprake van informeel kapitaal. Informeel kapitaal en deelnemingskosten sluiten elkaar uit. Er is dus alleen sprake van deelnemingskosten als er kosten worden gemaakt (aankoopkosten, lopende uitgaven of verkoopkosten) die ook bij haar thuishoren. Vb. moeder heeft een deelneming (dochter) en deze moeder verricht een dienst voor dochter zonder daar een vergoeding voor te vragen. Dit doet ze uit hoedanigheid als aandeelhouder, een derde had hiervoor 1000 euro moeten betalen. De moeder maakt dus kosten (normaal had ze 1000 gekregen). Deze kosten horen niet bij moeder thuis, de dochter neemt namelijk de dienst af en daar horen eigenlijk de kosten thuis. Er is geen sprake van deelnemingskosten omdat de kosten niet bij haar thuis horen. Er is sprake van informeel kapitaal in de kosten-batensfeer. De dochter heeft feitelijk 0 kosten maar mag wel 1000 aftrekken. Moeder heeft 0 baten maar dit wordt toch belast alsof ze 1000 heeft ontvangen. Art. 13ba Wet VPB Als het slecht gaat met een deelneming en je hebt ook een vordering op een deelneming, dan heb je op 2 manieren verlies, namelijk: de vordering op de deelneming wordt waardeloos en de deelneming wordt waardeloos. Welk verlies neem je als eerste? Je gaat als eerst de aandelen afwaarderen en daarna de vordering. Je staat als aandeelhouder achter in de rij als de vennootschap failliet gaat. Als aandeelhouder heb je zwakkere rechten dan crediteuren, het eigen vermogen is risicokapitaal. Stel: moeder heeft een deelneming in de dochter van 10%. De moeder heeft daarnaast een vordering op de dochter, dit is een vordering van 1000 euro. Als het slecht gaat met de dochter, dan zullen eerst de aandelen worden afgewaardeerd. Als dat is gedaan dan zal de vordering worden afgewaardeerd. Dit verlies is wel aftrekbaar. Er wordt 1000 ten laste van de winst gebracht waardoor het VPB scheelt. Vordering kan niet ten laste van de winst worden gebracht als er sprake is van een ODRlening. In andere gevallen kan je vorderingen wel ten laste van de winst afwaarderen. Als zo-

6 wel de aandelen als de vordering is afgewaardeerd en dus op 0 staat en in de toekomst gaat de dochter toch beter draaien, dan zal de vordering weer vol lopen naar de oorspronkelijke Omdat er dan sprake is van winst moet er VPB worden voldaan. Je kan dit voorkomen door ervoor te zorgen dat de dochter de vordering niet in euro s moet betalen, maar in aandelen = omzetting. De fiscus loopt het gevaar dat als de aandelen meer waard worden dat er niet geheven kan worden, want in dat geval geldt de deelnemingsvrijstelling. In zo n geval is art. 13ba Wet VPB van toepassing: als een belastingplichtige (de crediteur/aandeelhouder) een vordering op een deelneming/lichaam waarin hij een deelneming heeft ten laste van de winst heeft afgewaardeerd en er daarna sprake is van omzetting van schuld in aandelen, kwijtschelding of onzakelijke kwijtschelding, dan is de sanctie dat de aandeelhouder het eerdere afwaarderingsverlies moet bijtellen bij de winst. De fiscus komt alleen tekort als de aandelen in de toekomst in waarde gaan toenemen, omdat dit dan valt onder de deelnemingsvrijstelling. Om te voorkomen dat er een onredelijke situatie ontstaat (dat er winst genomen moet worden terwijl de aandelen die je hebt verkregen niet in waarde toenemen) geldt art. 13ba lid 1 Wet VPB. Dit houdt in dat je wel de gehele winst moet nemen, maar dit kan je ten laste van de winst in een opwaarderingsreserve stoppen. Vb. Als er een omzetting plaatsvindt moet moeder 1000 winst nemen. Maar moeder kan deze winst van 1000 in een opwaarderingsreserve kan stoppen. Als moeder dit doet, dan moet dit het volledige bedrag zijn (het mag niet gedeeltelijk). Door de opwaarderingsreserve hoef je bij de omzetting geen belasting te voldoen = belastinguitstel. Ooit moet er wel belasting worden voldaan, namelijk naarmate de aandelen in de deelneming in waarde toenemen. Als je niet voor de opwaarderingsreserve kiest dan moet je 1000 winst nemen ten tijde van de omzetting, je wordt dan direct belast. Stel: de vordering en de aandelen zijn alle 2 afgewaardeerd naar 0 en er is gekozen voor een opwaarderingsreserve. Er heeft dan nog geen belastingheffing plaatsgevonden. Als na omzetting de aandelen 300 waard zijn, dan is er een waardestijging. De opwaarderingsreserve moet worden verlaagd van 1000 naar 700. De 300 die winst is wordt belast ex. art. 13ba lid 5 Wet VPB. De aandelen die 300 waard zijn geworden vallen onder de deelnemingsvrijstelling en is onbelast. Waarom kies je niet voor een opwaarderingreserve en neem je gelijk de winst? Dit lijkt nadelig omdat je dan niet kiest voor belastinguitstel. Deze keuze zou je kunnen maken omdat verliezen verdampen, namelijk na 9 jaren. Als je een verlies hebt van 9 jaar terug, dan kan je dit nog verrekenen met de winst die je nu hebt. Je hoeft dan helemaal geen belasting te betalen. Als je de winst later neemt, dan kan je dit niet meer afzetten tegen het oudere verlies en moet er dus wel belasting over voldaan worden.

7 Stel de resterende opwaarderingsreserve is 700 op het moment dat je de aandelen vervreemd. Wat wordt hier mee gedaan? Als je de aandelen vervreemd aan een niet verbonden lichaam (dus niet aan een moedermaatschappij, dochtermaatschappij of zustermaatschappij) dan valt het restant opwaarderingsreserve (dus 700) onbelast vrij (art. 13ba lid 7 Wet VPB). Het verlies heb je als concern geleden en daarom hoeft er geen VPB over worden voldaan. In de toekomst kan je namelijk geen winst meer realiseren. Voorgaande geldt niet als er vervreemd wordt aan een verbonden lichaam (aan een moedermaatschappij, dochtermaatschappij of zustermaatschappij). Het valt dan namelijk belast vrij bij het verbonden lichaam. Art. 13ba lid 10 Wet VPB De aandelen zijn 300 en de opwaarderingsreserve is 700 bij moeder. Hoe kan moeder ervoor zorgen dat er geen sprake is van belaste vrijval zonder dat de aandelen worden vervreemd aan een derde? Dit kan door de onderneming uit de dochter te halen. De dochter is dan leeg, kan niet meer in waarde toenemen en daardoor is er geen belaste vrijval. Maar hiervoor is art. 13ba lid 10 Wet VPB geschreven. Als de onderneming wordt vervreemd aan een verbonden lichaam (aan een moedermaatschappij, dochtermaatschappij of zustermaatschappij) dan valt het restant belast vrij. Hiervan is ook sprake als de deelneming een fiscale eenheidsdochter wordt. Liquidatieverlies Als het slecht gaat met de dochter en de moeder wil van de dochter af, dan kan de moeder over gaan tot verkoop. De aandelen van deze dochter worden dan met verlies verkocht en dit is een nadeel voor de moeder. Vervreemdingsverlies vallen in de deelnemingsvrijstelling maar zijn niet aftrekbaar. Het is beter om de deelneming te liquideren, liquidatieverlies mag wel in aftrek van de winst van de aandeelhouder worden gebracht. Dit is om verliesverdamping te voorkomen. Liquidatieverlies = opgeofferd bedrag liquidatieuitkeringen Opgeofferd bedrag: uitgangspunt is de kostprijs van de aandelen. Als je 1 miljoen hebt voldaan voor de aandelen, dan is dat de kostprijs en dat maakt onderdeel uit van het opgeofferd bedrag. Naast de prijs voor de aandelen valt ook onder het opgeofferde bedrag: kapitaalstortingen (zowel formeel als informeel kapitaal) en de wettelijke bijtellingen van art. 13 lid 2 Wet VPB. Vb. informeel kapitaal: als de 3 leningen die kapitaal vormen (bodemlozeputlening, schijnlening en deelnemerschapslening) door de moeder worden verstrekt aan de dochter, dan is dit een informele kapitaalstorting en dat maakt onderdeel uit van het opgeofferd bedrag. ODR-lening kan niet ten laste van de winst worden afgewaardeerd. Als de deelneming wordt geliquideerd, dan mag het niet aftrekbare afwaarderingsverlies worden opgeteld bij het opgeofferde bedrag.

8 Aankoopkosten van een deelneming zijn in eerste instantie niet aftrekbaar, maar deze mag je bij de boekwaarde optellen van een deelneming. De aankoopkosten maken wel deel uit van het opgeofferd bedrag als de deelneming wordt geliquideerd. prijs aandelen + kapitaalstortingen (formeel en informeel) + wettelijke bijtellingen van art. 13 lid 2 Wet VPB en het niet aftrekbare verlies op een ODR-lening als de debiteur wordt geliquideerd + aankoopkosten als de deelneming worden geliquideerd = opgeofferd bedrag. Liquidatieuitkeringen: dit is onder te verdelen in 3 zaken: o Slotuitkering: alles wat er over blijft voor de aandeelhouder o Alle dividenden die hij van de deelneming heeft ontvangen in de eerste 5 jaar voor staking van de onderneming van de deelneming. Vb. Deelneming houdt op in 2017 en in 2015 is er nog een dividend ontvangen van 1 miljoen. Dit zit in de 5 jaars-periode en dus moet die 1 miljoen als liquidatie-uitkering worden gezien. Dit is ongunstig want het verlaagd je aftrekbare liquidatieverlies. Onder dividend valt formeel en verkapt dividend. o Alle dividenden die hij van de deelneming heeft ontvangen in de 6 10 jaar voor de staking van de onderneming van de deelneming. Deze dividenden vallen hier alleen onder als de dividenden zijn uitgekeerd in een jaar waarin je verlies hebt geleden. Vb. Deelneming houdt in 2017 op en in 2010 en 2011 is er ieder jaar een dividend ontvangen van 1 miljoen en in 2010 is verlies gelden en in 2011 winst, dan hoeft alleen het miljoen dividend van 2010 tot de liquidatieuitkeringen te worden meegerekend. Onder dividend valt formeel en verkapt dividend. Vb. Opgeofferd bedrag is 3,6 miljoen en de liquidatieuitkeringen zijn in totaal 2 miljoen, dan is het liquidatieverlies 1,6 miljoen en dat kan de aandeelhouder ten laste van de winst brengen. Belastingrecht 2 - HC 4 14 september 2017 Liquidatieverliesregeling Liquidatieverlies = opgeofferd bedrag liquidatieuitkeringen het liquidatieverlies is aftrekbaar van de winst van de aandeelhouder. Voorwaarden voor het liquidatieverlies Liquidatieverlies is een compensatie voor de verliesverdamping die plaatsvindt bij de dochter. De verliezen verdampen namelijk op het moment dat de dochter wordt geliquideerd, de verliezen kunnen nergens meer worden verrekend en daarom wordt er compensatie geboden

9 aan de aandeelhouder. Het moet wel vast staan dat de verliezen niet meer binnen het concern kunnen worden verrekend. Art. 13d lid 10 Wet VPB: liquidatieverlies is alleen aftrekbaar als de onderneming van de deelneming is gestaakt of buiten concern is voortgezet (bv. verkoop aan een andere BV). 2 situaties ex. art. 13e Wet VPB wanneer de onderneming van de deelneming binnen concern wordt voortgezet (het dus niet onder art. 13d lid 10 Wet VPB valt en het liquidatieverlies niet in aftrek kan worden gebracht): Onderneming wordt voortgezet door de belastingplichtige (de aandeelhouder/moedermaatschappij). Als daarvan sprake is dan is de onderneming niet gestaakt/niet buiten concern voortgezet, de moeder mag dan het liquidatieverlies niet in aftrek brengen. Omdat de onderneming wordt voortgezet door de belastingplichtige geldt art. 13e lid 1 Wet VPB. Het liquidatieverlies dat wordt berekend mag toch nog in aftrek worden genomen zodra de deelneming door de belastingplichtige wordt gestaakt of buiten het concern wordt voortgezet. Onderneming wordt voortgezet door een verbonden lichaam van de deelneming. Vb. de moeder heeft een deelneming 1 en een deelneming 2. Deelneming 1 wordt geliquideerd en het liquidatieverlies is 1 miljoen. De onderneming van deelneming 1 wordt verkocht aan deelneming 2. Moeder mag geen liquidatieverlies in aftrek brengen want het is niet gestaakt/buiten concern voortgezet. Omdat een verbonden lichaam de onderneming overneemt geldt art. 13e lid 2 Wet VPB. Het opgeofferde bedrag van moeder in deelneming 2 (het verbonden lichaam dat de onderneming overneemt) mag worden verhoogd met het liquidatieverlies op deelneming 1. Bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l wet VPB) Als aandeelhouder maak je kosten voor je deelneming. De kosten zijn te verdelen in aankoopkosten, lopende uitgaven en verkoopkosten. De lopende uitgaven zijn onder te verdelen in financieringskosten en beheerskosten. Financieringskosten Rente die de aandeelhouder verschuldigd om aandelen in een deelneming te kopen. Dit is aftrekbaar, wel is er een limiet in art. 13l wet VPB. Dit limiet wordt bovenmatige deelnemingsrente genoemd. Stel: je houdt als moedermaatschappij alleen deelnemingen en hebt verder geen activiteiten, dan ben je een zuivere houdster. Alle voordelen uit de activiteiten zijn voordelen uit hoofde van een deelneming. Dit is dan allemaal onbelast vanwege de deelnemingsvrijstelling. Als er leningen worden aangegaan om de aandelen te kunnen kopen, dan heb je aftrekbare financieringskosten. Het gevolg is dat de zuivere houdster verlies heeft. Dit is problematisch omdat de houdster er dan voor kan kiezen om alleen winstgevende activiteiten te

10 verrichten en dan komt het niet tot belastingheffing want deze winsten staan tegenover de financieringskosten. Daarom is de bovenmatige deelnemingsrente ontstaan. De bovenmatige deelnemingsrente is gelijk aan de gemiddelde deelnemingsschuld : gemiddelde totale geldleningen van de belastingplichtige x rente van geldlening euro (franchise) de uitkomst is niet aftrekbaar, ook niet in de toekomst. Er is sprake van afstel. gemiddeldes berekenen door berekening te maken van het begin van het boekjaar en het einde van het boekjaar euro aan deelnemingsrente is altijd aftrekbaar om MKB te ontzien. Deelnemingsschuld = verkrijgingsprijs van deelnemingen die de aandeelhouder heeft zijn eigen vermogen. Vb. Belastingplichtige heeft een deelneming 1 gekocht en deze staat 1 januari voor 350 miljoen op de balans. Daarnaast zijn er overige activa voor 300 miljoen. De totale bezittingen zijn hierdoor 650 miljoen. Schulden en eigen vermogen is in totaal ook 650 miljoen. Dit bestaat uit geldleningen van 450 miljoen en het eigen vermogen 200 miljoen. De belastingplichtige koopt later in het jaar deelneming 2 voor 150 miljoen, dit bedrag wordt geleend. Aan het einde van het jaar zijn hierdoor de totale bezittingen 650 miljoen miljoen = 800 miljoen geworden. Daarnaast neemt de geldlening ook toe met 150 miljoen. Over de geldlening moet de belastingplichtige in het gehele jaar 35 miljoen euro voldoen. Hoeveel van de 35 miljoen rente is niet aftrekbaar? De bovenmatige deelnemingsrente is gelijk aan de gemiddelde deelnemingsschuld : gemiddelde totale geldleningen van de belastingplichtige x rente van geldlening euro (franchise), oftewel: Deelnemingsschuld = verkrijgingsprijs van deelnemingen die de aandeelhouder heeft zijn eigen vermogen, oftewel: 1 januari: 350 miljoen 200 miljoen = 150 miljoen. 31 december: 500 miljoen 200 miljoen = 300 miljoen. De gemiddelde deelnemingsschuld in dit jaar is 225 miljoen. Geldleningen: 1 januari: 450 miljoen 31 december: 600 miljoen De gemiddelde geldlening in dit jaar is 525 miljoen Uitkomst: 225 miljoen : 525 miljoen x 35 miljoen = 14,25 miljoen komt niet in aftrek aan deelnemingsrente. 35 miljoen 14,25 miljoen = 20,75 miljoen is wel aftrekbaar. Art. 13l lid 5 Wet VPB: de verkrijgingsprijs van een deelneming telt alleen mee als er sprake is van een foute deelneming = beleggingsdeelneming. Er is sprake van een foute deelneming als er sprake is van een beleggingsdeelneming. Bij goede deelnemingen (geen beleggingsdeelnemingen/actieve deelnemingen die bijdragen aan de activiteiten van het concern/ondernemende deelneming) telt de verkrijgingsprijs niet mee. Vb. Heineken koopt een

11 belang in een glasfabriek is een goede deelneming. Als Heineken een belang koopt in een rubberfabriek dan zal dit een belegging zijn en dus een foute deelneming (gaat in beginsel niet samen). Enkele voorbeelden waarbij er sprake is van een foute deelneming Vb. Belastingplichtige heeft een deelneming 1 gekocht (foute deelneming/ beleggingsdeelneming) en deze staat 1 januari voor 350 miljoen op de balans. Daarnaast zijn er overige activa voor 300 miljoen. De totale bezittingen zijn hierdoor 650 miljoen. Schulden en eigen vermogen is in totaal ook 650 miljoen. Dit bestaat uit geldleningen van 450 miljoen en het eigen vermogen 200 miljoen. De belastingplichtige koopt later in het jaar deelneming 2 (goede deelneming/actieve deelneming) voor 150 miljoen, dit bedrag wordt geleend. Aan het einde van het jaar zijn hierdoor de totale bezittingen 650 miljoen miljoen = 800 miljoen geworden. Daarnaast neemt de geldlening ook toe met 150 miljoen. Over de geldlening moet de belastingplichtige in het gehele jaar 35 miljoen euro voldoen. Hoeveel van de 35 miljoen rente is niet aftrekbaar? De bovenmatige deelnemingsrente is gelijk aan de gemiddelde deelnemingsschuld : gemiddelde totale geldleningen van de belastingplichtige x rente van geldlening euro (franchise), oftewel: Deelnemingsschuld = verkrijgingsprijs van deelnemingen die de aandeelhouder heeft zijn eigen vermogen. In dit geval telt alleen de verkrijgingsprijs mee van deelneming 1, oftewel: 1 januari: 350 miljoen 200 miljoen = 150 miljoen. 31 december: 350 miljoen 200 miljoen = 150 miljoen. De gemiddelde deelnemingsschuld in dit jaar is 150 miljoen. Geldleningen: het totale bedrag aan geldlening telt mee, ongeacht of er een goede of foute deelneming voor is gekocht, oftewel: 1 januari: 450 miljoen 31 december: 600 miljoen De gemiddelde geldlening in dit jaar is 525 miljoen Uitkomst: 150 miljoen : 525 miljoen x 35 miljoen = 9,25 miljoen komt niet in aftrek aan deelnemingsrente. 35 miljoen 9,25 miljoen = 25,75 miljoen is wel aftrekbaar. Vb. Belastingplichtige heeft een deelneming 1 gekocht (goede deelneming) en deze staat 1 januari voor 350 miljoen op de balans. Daarnaast zijn er overige activa voor 300 miljoen. De totale bezittingen zijn hierdoor 650 miljoen. Schulden en eigen vermogen is in totaal ook 650 miljoen. Dit bestaat uit geldleningen van 450 miljoen en het eigen vermogen 200 miljoen. De belastingplichtige koopt later in het jaar deelneming 2 (foute deelneming) voor 150 miljoen, dit bedrag wordt geleend. Aan het einde van het jaar zijn hierdoor de totale bezittingen 650 miljoen miljoen = 800 miljoen geworden. Daarnaast neemt de geldlening ook toe met 150

12 miljoen. Over de geldlening moet de belastingplichtige in het gehele jaar 35 miljoen euro voldoen. Hoeveel van de 35 miljoen rente is niet aftrekbaar? De bovenmatige deelnemingsrente is gelijk aan de gemiddelde deelnemingsschuld : gemiddelde totale geldleningen van de belastingplichtige x rente van geldlening euro (franchise), oftewel: Deelnemingsschuld = verkrijgingsprijs van deelnemingen die de aandeelhouder heeft zijn eigen vermogen. In dit geval telt alleen de verkrijgingsprijs mee van deelneming 1, oftewel: 1 januari: 0 want er zijn alleen goede deelnemingen. 31 december: 150 miljoen 200 miljoen = dit is niet mogelijk, want een deelnemingsschuld kan niet negatief zijn. Dit is dus ook 0. De gemiddelde deelnemingsschuld in dit jaar is 0. Geldleningen: het totale bedrag aan geldlening telt mee, ongeacht of er een goede of foute deelneming voor is gekocht, oftewel: 1 januari: 450 miljoen 31 december: 600 miljoen De gemiddelde geldlening in dit jaar is 525 miljoen Uitkomst: 0 Fiscale eenheid (art. 15 Wet VPB) Als de moedermaatschappij 100% aandelen heeft in de dochtermaatschappij, dan wordt de dochter normaal gesproken zelfstandig in de belastingheffing getrokken. Er kan geopteerd worden voor een fiscale eenheid. De lichamen worden dan tezamen belast alsof er 1 belastingplichtige is. Er kunnen meerdere dochters zitten in de fiscale eenheid (het is onbeperkt), maar er zit altijd maar 1 moeder in. Standaard voordelen van een fiscale eenheid: Er is onderlinge verliesverrekening mogelijk. Als er verlies is bij de dochter dan kan dit verrekend worden met de moeder en andersom. Geruisloze doorschuiving van vermogensbestanddelen waarin stille reserves zitten is mogelijk. Als je binnen de fiscale eenheid schuift met stille reserves, dan wordt dit voor de belastingheffing niet waargenomen omdat je 1 belastingplichtige bent. Dit is voor de fiscus niet waarneembaar, dus geen heffing VPB. Het wordt pas zichtbaar voor de fiscus als het wordt doorgeschoven buiten de fiscale eenheid. Geruisloze reorganisatie is mogelijk. Het gaat om het verhangen van dochters binnen het concern, het betreft de inrichting. Als dit binnen het concern blijft dan is dit ook niet waarneembaar voor de fiscus. Er is geen heffing van VPB.

13 Een ander belangrijk voordeel van een fiscale eenheid: Art. 13l Wet VPB: als de moeder een foute deelneming heeft en ze leent daar heel veel voor, dan kan art. 13l Wet VPB een streep zetten door de renteaftrek. Als moeder alle aandelen heeft in de dochter, dan ben je van dit probleem af door een fiscale eenheid aan te gaan. Als moeder en dochter een fiscale eenheid vormen worden ze gezien als 1 belastingplichtige en is er geen sprake meer van een deelneming. Door voeging verdwijnt deze deelneming. De rentekosten die moeder heeft zijn er dus niet meer vanwege de deelneming. Fiscaal wordt er vanuit gegaan dat je dit hebt geleend en rentekosten hebt gebruikt voor je eigen onderneming omdat het fiscaal niet zichtbaar is. Door een fiscale eenheid kun je dus ontkomen aan renteaftrekbeperkingen. Door een fiscale eenheid kun je ook ontkomen aan art. 10a en 10b Wet VPB. De moedermaatschappij moet VPB betalen bij een fiscale eenheid over het gecombineerde resultaat, zij is objectief belastingplichtig. Fiscaal gezien heeft moeder alleen een resultaat. De gevoegde dochters zijn niet objectief belastingplichtig, het fiscale resultaat is 0. Het belang van een moeder in een dochter in een gevoegde eenheid is geen deelneming meer ex. art. 13 Wet VPB. De deelnemingsvrijstelling kan je buiten spel zetten door het voegen van de dochter. De deelnemingsvrijstelling is van rechtswege van toepassing. De fiscale eenheid wordt alleen toegepast op verzoek. Dit verzoek moet door de belastingplichtigen gezamenlijk worden gedaan. Reden hiervoor is dat er ook nadelen zijn verbonden aan een fiscale eenheid. De nadelen zijn (het zijn antimisbruikbepalingen): Entree- en exitheffingen: je moet met de fiscus afrekenen bij de totstandkoming van de fiscale eenheid en je moet met de fiscus afrekenen op het moment dat de fiscale eenheid wordt doorbroken. Alleen de moedermaatschappij kan VPB verschuldigd worden. Als dochters winsten maken en moeder verlies dan zorgen deze winsten ervoor dat de moeder VPB verschuldigd wordt. Als de moeder verlies lijdt dan kan het zo zijn dat moeder helemaal geen VPB kan betalen. In zo n geval zijn de dochters hoofdelijk aansprakelijk voor de VPB schuld van moeder. De vereisten voor een fiscale eenheid: Verzoek door de belastingplichtigen gezamenlijk. Aandelenbezit: moeder moet 95% van de aandelen hebben. Dit moet zowel de juridische als economische eigendom zijn.

14 Rechtsvormeis: niet alle rechtsvormen hebben toegang tot de fiscale eenheid. Een BV/NV voldoet hier aan. Vestigingsplaatsvereiste: alleen in Nederland gevestigde vennootschappen kunnen worden gevoegd in een fiscale eenheid. Je kunt op 2 manieren zijn gevestigd in Nederland, namelijk: als de feitelijke leiding in Nederland zit of als je naar Nederlands recht bent opgericht. De vestigingsplaatsfictie geldt niet voor art. 15 Wet VPB. Je kunt alleen in een fiscale eenheid worden gevoegd als de feitelijke leiding in Nederland zit. Je kunt niet worden gevoegd als je naar Nederlands recht bent opgericht en de feitelijke leiding niet in Nederland zit. Vormen van fiscale eenheid: Zuiver binnenlands fiscale eenheid (art. 15 lid 1 Wet VPB): alle BV/NV zijn feitelijk in Nederland gevestigd, er is niets buitenlands. Vb. Moeder in Nederland, dochter in Nederland en 2 kleindochters in Nederland (de kleindochters worden in de VPB ook gezien als dochters). Stel: moeder heeft 100% aandelen in dochter en dochter heeft 95% in de 2 kleindochters, dan kan het samen gevoegd worden tot fiscale eenheid. Stel: moeder heeft 95% aandelen in dochter en dochter heeft 95% in de 2 kleindochters, dan kan het niet als geheel samen gevoegd worden. 95% van 95% is namelijk minder dan 95%. Er kan dan een fiscale eenheid gevormd worden tussen moeder en dochter of tussen dochter en kleindochters. Want in die 2 gevallen is er wel 95% aandelenbezit. het doorgerekende belang moet dus minimaal 95% zijn. een maatschappij kan maar in 1 fiscale eenheid worden opgenomen. In voorgaande casus kan er dus niet een fiscale eenheid worden opgericht tussen moeder en dochter en tussen dochter en kleindochters want de dochter kan niet in 2 fiscale eenheden worden opgenomen. Fiscale eenheid met een Nederlandse vaste inrichting van een overigens in het buitenland gevestigd lichaam (art. 15 lid 8 jo. art. 15 lid 1 Wet VPB): Vb. Moeder in Nederland heeft een dochter in het buitenland. De dochter drijft een onderneming in Nederland, dit heet een vaste inrichting. De dochtermaatschappij die in het buitenland is gevestigd kan niet in de fiscale eenheid worden opgenomen, want de vaste inrichting is in het buitenland gevestigd. Wel kan er een fiscale eenheid worden gevormd tussen de moeder en de vaste inrichting van de in het buitenland gevestigde dochter. Tussenmaatschappij fiscale eenheid (art. 15 lid 1 Wet VPB): Vb. In Nederland gevestigde moeder en die heeft een in het buitenland gevestigde dochter (de tussenmaatschappij) en deze dochter heeft minimaal 95% van de aandelen in een in Nederland gevestigde kleindochter. Er kan een fiscale eenheid worden

15 gevormd tussen de moeder en de kleindochter. Dit is een tussenmaatschappij omdat er tussen moeder en kleindochter een tussenmaatschappij zit. De tussenmaatschappij kan niet worden gevoegd omdat de feitelijke leiding in het buitenland zit. Normaal moet op grond van art. 15 lid 2 Wet VPB het belang in een fiscale eenheidsdochter in handen zijn van een gevoegde maatschappij. In casu is het belang in de kleindochter niet in handen van een gevoegde maatschappij, want het belang van kleindochter is in handen van de tussenmaatschappij en die kan niet gevoegd worden omdat deze niet in Nederland is gevestigd. Het probleem was dan dat er geen fiscale eenheid mogelijk was tussen moeder en kleindochter. Dit probleem is opgelost door een tussenmaatschappij als fiscale eenheid. Nu kan de moeder met kleindochter een tussenmaatschappij fiscale eenheid vormen. de tussenmaatschappij moet wel in de EU of EER zijn gevestigd. Stel: de tussenmaatschappij is in Nederland gevestigd, dan is er alleen een fiscale eenheid mogelijk waarin moeder, tussenmaatschappij en kleindochter zijn gevestigd. Ze moeten er allemaal in worden gevoegd. Zuster fiscale eenheid (art. 15 lid 2 Wet VPB): Vb. Dochter 1 en dochter 2 zitten in Nederland en zij hebben een gezamenlijke moeder in Duitsland. Deze moeder heeft alle aandelen in de 2 dochters. Moeder kan niet in een fiscale eenheid omdat deze niet in Nederland is gevestigd. Wel kunnen de dochters als zussen een fiscale eenheid aangaan zonder moeder. de moedermaatschappij moet wel in de EU of EER gevestigd zijn. Stel: de gezamenlijke moeder is in Nederland gevestigd, dan is er alleen een fiscale eenheid mogelijk waarin moeder en de 2 dochters zijn gevestigd. Ze moeten er allemaal in worden gevoegd. Wanneer de fiscale eenheid tot stand komt kan je zelf bepalen, maar de fiscale eenheid kan slechts met 3 maanden terugwerkende kracht tot stand komen. Entreeheffing bij fiscale eenheid (art. 15ab lid 6 Wet VPB) Betreft onderlinge vorderingen tussen fiscale eenheidsmaatschappijen. Vb. Moeder heeft een vordering op dochter, de nominale waarde van de vordering is Als het slecht gaat met dochter en de moeder waardeert de vordering af naar 0, dan staat de vordering bij moeder op de balans voor 0 en de schuld bij dochter staat op de balans van dochter op Als moeder en dochter een fiscale eenheid aangaan, dan staat er niets op de balans van de fiscale eenheid want je kunt geen vordering/schuld aan jezelf hebben. Als het later binnen de fiscale eenheid beter gaat met de dochter, kan dan de ficus belasting heffen over de winst? Nee, want de vordering bestaat niet meer. Dit zorgt voor een probleem: doordat moeder de vordering heeft afgewaardeerd bespaart zij VPB en de fiscus kan niet heffen als het beter gaat met de dochter want er is sprake van een fiscale eenheid. Daarom

16 geldt art. 15ab lid 6 Wet VPB = als er onderlinge vorderingen/schulden zijn tussen maatschappijen die een fiscale eenheid aangaan, dan moet voor de totstandkoming van de fiscale eenheid de vordering en de schuld worden gesteld op de nominale waarde of de lagere bedrijfswaarde (dit is de lagere marktwaarde) van de vordering. Bij moeder moet de vordering daarom op 0 worden gesteld (dit is de lagere bedrijfswaarde), oftewel: voor schuldeisers heeft art. 15ab lid 6 Wet VPB geen gevolgen want die zullen hun vordering op grond van goed koopmansgebruik hun vordering al hebben afgewaardeerd op de lagere bedrijfswaarde van 0. Bij dochter moet de schuld ook op 0 worden gesteld i.p.v Dit heeft tot gevolg dat dochter 1000 rijker is geworden, over deze winst moet VPB worden voldaan. Verliesverrekening fiscale eenheid Bij een fiscale eenheid kun je alle plussen en minnen op 1 hoop gooien. Dit kan alleen als deze resultaten zijn ontstaan in een jaar waarin de fiscale eenheid al bestond. Vb. Fiscale eenheid bestaat in 2016 en 2017, de fiscale eenheid bestaat uit een moeder en dochter. Stel dat in 2016 moeder een verlies maakt van 200 en dochter een winst van 300, dan maakt de fiscale eenheid in 2016 een winst van 100. Stel dat in 2017 moeder een winst maakt van 400 en de dochter een verlies van 500, dan maakt de fiscale eenheid een verlies van 100. Het verlies van 100 in 2017 kan verrekend worden met de winst van 100 in Je kan alles op een hoop gooien, ongeacht wie winst of verlies heeft gemaakt. Voorgaande geldt niet als er sprake is van een voorvoegingsverlies. Dit is een verlies dat een maatschappij heeft geleden voordat deze maatschappij onderdeel uitmaakte van een fiscale eenheid. Stel dat in 2016 moeder een verlies had van 100 en de dochter een winst van 200. De fiscale eenheid bestond in 2016 nog niet, maar is ontstaan in In 2017 had moeder een winst van 50 en dochter een winst van 250, de fiscale eenheid heeft dus een winst van 300. Het verlies van moeder uit 2016 kan niet met deze 300 verrekend worden, omdat er sprake is van een voorvoegingsverlies. Dit kan niet met de winst van een fiscale eenheid worden verrekend. Het voorvoegingsverlies kan alleen binnen de fiscale eenheid worden verrekend met fiscale eenheidswinst die valt toe te rekenen aan degene die het voorvoegingsverlies heeft geleden (art. 15ae lid 1 onder a Wet VPB). In dit geval kan dus van de 100 verlies van moeder maar 50 worden verrekend binnen de fiscale eenheid. Voorgaande betreft een vooruit wenteling van verliezen. Dit houdt in dat het verlies eerst is geleden en later winst is gemaakt. Het kan ook zo zijn dat je eerst winst hebt gemaakt en in een later jaar verlies, dit verlies kan je dan terug wentelen. Stel: de fiscale eenheid is ontstaan in 2017 en in dat jaar een verlies heeft van 200. Dit bestaat uit een verlies van 100 bij moeder en een verlies van 100 bij dochter. Het jaar voor de voeging (dus in 2016) had moeder een winst van 100 en dochter een winst van 200. Het verlies van de fiscale eenheid in 2017 kan niet verrekend worden met de winst van moeder en

17 dochter in 2016 (de voorvoegingswinst). Het verlies van de dochter van 2017 kan alleen verrekend worden met de voorvoegingswinst van de dochter uit Hetzelfde geldt voor de moeder. Het probleem bij voorvoegingswinst en verlies is dat je bij een fiscale eenheid een berekening maakt van de winst/verlies als geheel en het niet uitsplitst in hoeveel verlies/winst er toe te rekenen is aan de moeder of dochter. Hiervoor geldt art. 15ah Wet VPB = de winst van de fiscale eenheid voor bepaalde doeleinden waaronder de verliesverrekening over het voegingstijdstip toch weer moet worden toegerekend aan de individuele maatschappijen. Je gaat dus eerst 1 winst berekenen omdat er sprake is van 1 belastingplichtige, maar als er verliesverrekening over het voegingstijdstip is, dan moet je de winst gaan toerekenen. Je moet het toerekenen alsof de fiscale eenheid niet bestaat. De winst van de lichamen moeten zelfstandig worden berekend.

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van PM, nr. PM

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van PM, nr. PM Besluit van PM DATUM tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen en toeslagen Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM 2016 nr. PM Gelet op de

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking

Nadere informatie

Ministerie van Financiën

Ministerie van Financiën Ministerie van Financiën Bijlage 1: Algemeen INSPECTIE DER BELASTINGEN CURAÇAO Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 17 Bijlage 2: aandeelhouders

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap;

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn

HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn HC11 12 maart 18 Fiscale eenheid (vervolg) Kwijtscheldingswinst Beperking van de kwijtscheldingsvrijstelling tot de winst die ook zonder FE zou zijn vrijgesteld. Bv. D lijdt 1000 verlies en heeft een schuld

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16 Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 16 Bijlage 2 a : aandeelhouders en / of uiteindelijk gerehtigde(n) Vul bijlage 2 in als

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 4

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 4 Programma voor vandaag Fiscale eenheid 1 van 4 Fiscale eenheid 2 van 4 Fiscale eenheid Wanneer en waarom? Kern De leden van de fiscale eenheid worden niet langer individueel in de Vpb betrokken maar éénmaal

Nadere informatie

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper 13.07.16 Uw bv s als fiscale eenheid in 2016 De belangrijkste voor- en nadelen op een rij whitepaper In dit whitepaper: Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv

Nadere informatie

Advieswijzer. Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij 13-07-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT 1. In 2014 voldoet mevrouw Klappers NIET aan het urencriterium. Mevrouw Klappers kan in 2014... (1)... doteren aan de oudedagsreserve en... (2)... gebruik

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting -- Deel 4

Vennootschapsbelasting -- Deel 4 100% 2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 4 Programma voor vandaag Fiscale eenheid Wanneer en waarom? Hoe bij afgewaardeerde vorderingen? Verliesverrekening binnen de fiscale eenheid. Voorvoegingsverliezen.

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 4

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 4 Programma voor vandaag Fiscale eenheid Wanneer en waarom? Hoe bij afgewaardeerde vorderingen? Verliesverrekening binnen de fiscale eenheid. Voorvoegingsverliezen. Wanneer eindigt een fiscale eenheid? Fiscale

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage 1 Bijlage 2: Aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om:» een besloten vennootschap;» een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV?

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV? Oefententamen VPB (2) BLR4.2 FACBLR0142/8342/9042 jan 2010 Vraagstuk 1 Manager BV heeft in 2002 een tweetal deelnemingen aangeschaft, te weten Betonwerken BV en IJzerwerken BV. Voor Betonwerken BV betaalde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Kalenderjaar 2012 of boekjaar eindigend in 2012 Datum van uitreiking: Uiterste datum van indiening: 30 juni 2013 Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Kalenderjaar 2004 of boekjaar eindigend in 2004 Eilandgebied: Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Deelnemings vrij stelling

Deelnemings vrij stelling Deelnemings vrij stelling prof.mr.dr. P.G.H. Aïbert Sdu Uitgevers Den Haag Inhoudsopgave Voorwoord / Inleiding / Opzet van het boek / 5 1 Wettekst, wetsgeschiedenis en ratio van art. 13 Wet Vpb 1969 /

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young Reorganiseren in zwaar weer Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young overzicht Afwaarderen intercy vordering Financiële reorganisatie Verkoop dochter na reorganisatie

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3

Nadere informatie

8 Belastinglastverantwoording bij fiscale eenheid

8 Belastinglastverantwoording bij fiscale eenheid * 8.2 Ten behoeve van de heffing van de vennootschapsbelasting kan een moedermaatschappij met haar dochtermaatschappij(en) waarin zij een belang heeft van ten minste 95% op verzoek worden samengevoegd

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Kalenderjaar 2010 of boekjaar eindigend in 2010 Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop Spoedreparatie fiscale eenheid Michel Ruijschop Spoedreparatiemaatregelen Uitgangspunten en vragen Geen temporele beperking (!) Hoe ver gaat het wegdenken? Ook wegdenken als de fiscale eenheid nadelig

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Belastingdienst gaat bovenmatig lenen bij eigen vennootschap aanpakken. Inleiding De Belastingdienst stelt de laatste

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 479 Wet van 30 november 2016, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, niet-winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3 De

Nadere informatie

1b Wanneer eindigt uw boekjaar? 31 december (boekjaar is gelijk aan kalenderjaar) Andere datum, namelijk. Telefoon: Fax: Naam: Adres:

1b Wanneer eindigt uw boekjaar? 31 december (boekjaar is gelijk aan kalenderjaar) Andere datum, namelijk. Telefoon:   Fax: Naam: Adres: Algemene gegevens 1a Zijn de naam, het adres of het Crib-nummer op pagina 1 niet of niet juist vermeld? Vermeld de juiste gegevens hiernaast. 1b Wanneer eindigt uw boekjaar? 31 december (boekjaar is gelijk

Nadere informatie

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Op 1 maart van dit jaar heeft de Nederlandse Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een Nederbelgische situatie.

Nadere informatie

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Op 4 juni 2018 is het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid ( het wetsvoorstel ) bij de Tweede Kamer ingediend (zie onze eerdere

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 686 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

MEI 2017 NUMMER 114. Genoteerd. De Wet aanpassing fiscale eenheid

MEI 2017 NUMMER 114. Genoteerd. De Wet aanpassing fiscale eenheid MEI 2017 NUMMER 114 Genoteerd De Wet aanpassing fiscale eenheid In deze uitgave - Inleiding - De Papillon-fiscale eenheid - De Zusjes-fiscale eenheid - De additionele ontvoegingsbepalingen en de voortzettingsbepaling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 618 Wet van 11 december 2002 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid) Wij Beatrix,

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen.

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen. Tentamen Vennootschapsbelasting 1, VP1VS2FE01 Opgave 1 Franses B.V. beschikt over de volgende gegevens over 2010: 1. Commercieel beginvermogen 400.000 2. Commercieel eindvermogen 550.000 3. Stille reserves

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2015 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Bovenmatig lenen bij eigen vennootschap wordt ontmoedigd! Algemeen De belastingdienst stelt de laatste jaren steeds

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 646 Besluit van 17 december 2002, houdende vaststelling van het Besluit fiscale eenheid 2003 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Bedrijfsfusie. Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196

Bedrijfsfusie. Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196 Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196 De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. In dit besluit is een aantal besluiten over de regeling

Nadere informatie

Besluit fiscale eenheid 2003

Besluit fiscale eenheid 2003 Besluit van 17 december 2002, houdende vaststelling van het Besluit fiscale eenheid 2003, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2008, 574 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Definities Artikel 1. Algemeen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Xior Group NL B.V. te Antwerpen

Xior Group NL B.V. te Antwerpen Xior Group NL B.V. te Antwerpen Publicatierapport over de periode 1 oktober 2015 tot en met 10 december 2015 Opmerking: De vennootschap is per 11 december 2015 verdwenen als gevolg van een fusie met Xior

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT 1. In 2012 voldoet mevrouw Klappers NIET aan het urencriterium. Mevrouw Klappers kan in 2012... (1)... doteren aan de oudedagsreserve en... (2)... gebruik

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 696 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingtarief 2013 2012. Tarief voor belastbaar bedrag t/m 200.000 20% 20% Tarief over het meerdere 25% 25%

Vennootschapsbelastingtarief 2013 2012. Tarief voor belastbaar bedrag t/m 200.000 20% 20% Tarief over het meerdere 25% 25% Houd grip op de fiscale risico s als uw bv een stamrecht- of pensioensverplichting is aangegaan Fiscale spelregels 2013 voor uw bv Enkele belangrijke actualiteiten voor het ondernemen in de bv voor u op

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen 1 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Wij wensen u veel leesplezier en nodigen u uit contact op te nemen via ewoud.deruiter@3rrrbelastingadviseurs.nl voor al uw vragen.

Wij wensen u veel leesplezier en nodigen u uit contact op te nemen via ewoud.deruiter@3rrrbelastingadviseurs.nl voor al uw vragen. Fiscale actualiteiten mei 2013 In deze nieuwsbrief zullen de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Aftrek beperkende deelnemingsrente: indien een besloten vennootschap meer dan 750.000 aan rente betaalt

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1

Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de

Nadere informatie

Aangifte Vennootschapsbelasting Deel 2. Vpb

Aangifte Vennootschapsbelasting Deel 2. Vpb VPB 82-2Z91PL 12345 2009 Aangifte Vennootschapsbelasting Deel 2 09 Vpb < Hebt u de juiste aangifte ontvangen? Deze aangifte vennootschapsbelasting is bestemd voor binnenlandse belastingplichtigen die aangifte

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 2017-2018 Bedrijfseconomie voor notariëlen week 1 HC 1, 4 september 2017 Inleiding in de jaarrekening Voor de waardebepaling van een bedrijf

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38087 7 juli 2017 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon 3 april 2017 nr. 2017/116 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

TESLIN CAPITAL MANAGEMENT BV Halfjaarcijfers. De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV

TESLIN CAPITAL MANAGEMENT BV Halfjaarcijfers. De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV TESLIN CAPITAL MANAGEMENT BV Halfjaarcijfers De directie: Cassaforte BV Nellestein Management BV Happy Acres BV BALANS PER 30 JUNI 2015 Activa (Vóór winstbestemming, alle bedragen zijn in ) 30-06-2015

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Vraag 1 (4 punten) In

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Belastingrecht 2 Hoorcolleges

Belastingrecht 2 Hoorcolleges Belastingrecht 2 Hoorcolleges Hoorcollege 4 de wettelijke bepaling voor geruisloze doorschuiving is opgenomen in art. 3.63 IB 2001. De overdrager heeft geen overdrachtswinst, mits de overnemer de boekwaarde

Nadere informatie

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2 GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 7 hoofdstuk Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Opgave 7.1 Ja. Samen bezitten ze 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. Beiden hebben een aanmerkelijk belang. Opgave 7.2 Nee. Na de echtscheiding

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december 2014 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie