Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij"

Transcriptie

1 Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: Opleiding: Fiscale Economie Begeleidster: prof. mr. dr. N.C.G. Gubbels Naam tweede lezer: prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken.

2 Voorwoord Na hard werken ligt mijn masterscriptie De onzakelijke lening opzij voor u klaar, die ik in het kader van mijn afstuderen aan Tilburg University heb geschreven. Samen met mijn begeleidster mevrouw Gubbels heb ik de onderzoeksvraag voor deze scriptie en de structuur bedacht. Graag wil ik haar bedanken voor haar waardevolle begeleiding en opmerkingen die mij in de goede richting hebben geleid. Het onderzoek heeft heel veel lezen en kennis gevergd. Dankzij deze scriptie heb ik mijn onderzoeksvaardigheden, fiscale kennis en Nederlandse taal erg ontwikkeld. Ik ben zeer tevreden met het resultaat. Hierbij wil ik graag in het bijzonder mijn moeder bedanken voor haar steun. Haar wijsheid en motiverende woorden hebben mij ook geholpen deze scriptie tot een goed einde te brengen. Ook wil ik mijn partner bedanken voor zijn ondersteuning en het meedenken tijdens het schrijven van de scriptie. Tot slot bedank ik mijn vrienden alsmede stagecollega s voor hun effectieve raad en motivatie. Gedurende een deel van het schrijfproces was ik ook zwanger en ben ik bevallen, waardoor ik mijn onderzoek even moest staken. Hierna heb ik erg mijn best gedaan om de scriptie af te kunnen ronden. Mijn dochtertje was zeker ook een grote motivatie. Veel leesplezier toegewenst. Crystal Overman Tilburg, 25 juli

3 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen 5 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding Onderzoeksvraag Doelstelling Verantwoording opzet Afbakening en casus..9 Hoofdstuk 2: onzakelijke leningen 2.1 Inleiding Civielrechtelijke en Fiscaalrechtelijke lening Onzakelijke lening Het arm s length beginsel Standaardarresten Onzakelijke voorwaarden Onzakelijke lening opzij in de TBS-sfeer Gevolgen onzakelijke lening opzij Afwaarderingsverlies op lening opzij Kwijtscheldingsverlies op lening opzij Conclusie..22 Hoofdstuk 3: Schenking bij een onzakelijke lening opzij 3.1 Inleiding Schenkingbegrip Gift Voorwaarden gift Verarming en verrijking Vrijgevigheid Schenking onder voorwaarde of tijdsbepaling schenking onder opschortende en ontbindende voorwaarde Schenking onder opschortende en ontbindende tijdsbepaling Renteloze en een laagrentende lening Toetsing onzakelijke lening opzij aan de schenkingsvoorwaarden Verstrekken onzakelijke lening opzij Hoofdsom Onzakelijke vergoeding Afwaardering onzakelijke lening opzij Kwijtschelding onzakelijke lening opzij Omvang van de schenking Onmiddellijk (Onvoorwaardelijke schenking) Onder opschortende voorwaarde (Voorwaardelijke schenking) Conclusie

4 Hoofdstuk 4: Gevolgen voor de inkomstenbelasting 4.1 Inleiding Informele kapitaal storting Verkrijgingsprijs van aandelen Medeaandeelhouders TBS 4.4 Sluitende en evenwichtige heffing Conclusie..47 Hoofstuk 5: Conclusie en aanbevelingen 5.1 Conclusies.48 Literatuurlijst Boeken 49 Tijdschriftartikelen.50 Jurisprudentie 52 Wetten 53 Besluiten 54 Overig..54 4

5 Lijst van afkortingen Art: Artikel AB: Aanmerkelijk belang BNB: Beslissing in Belastingzaken Nederlandse Belastingrechtspraak. BV: Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BW: Burgerlijk wetboek DGA: Directeur-grootaandeelhouder Dochter: Dochtermaatschappij EV: eigen vermogen HR: Hoge Raad der Nederlanden IB: Inkomstenbelasting IB 2001: Wet Inkomstenbelasting 2001 IB-sfeer: Inkomstenbelastingsfeer TBS: Terbeschikkingstellingsregeling TBS-sfeer: Terbeschikkingstellingsfeer Moeder: Moedermaatschappij NTFR: Nederlandse Tijdschrift voor Fiscaal Recht OTBS: Ongebruikelijke terbeschikkingstelling SW: Successiewet 1956 UB SW: Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 VPB: Vennootschapsbelasting VPB 1940: Wet op vennootschapsbelasting 1940 VPB-sfeer: Vennootschapsbelastingsfeer Wet IB 2001: Wet op Inkomstenbelasting 2001 Wet op VPB 1969: Wet op Vennootschapsbelasting 1969 WEV: Waarde in het economische verkeer WFR: Weekblad voor Fiscaal Recht V-N: Vakstudienieuws VV: Vreemd vermogen 5

6 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding De onzakelijke lening is een veel voorkomend fenomeen op fiscaal gebied. De fiscale behandeling van een onzakelijke lening is gebaseerd op het arrest van HR 9 mei 2008 (BNB 2008/91) en is, nog volop in ontwikkeling. 1 In dit basisarrest heeft de Hoge Raad beslist dat een lening omhoog, een lening van een dochtervennootschap aan haar moedervennootschap, onzakelijk kan zijn. Later, in het standaardarrest van HR 25 november 2011 (BNB 2012/37) heeft de Hoge Raad beslist dat een lening die door de moedervennootschap aan haar dochtervennootschap is verstrekt, ook onzakelijk kan zijn. Daarnaast blijkt uit het arrest van HR 6 december , dat de Hoge Raad de onzakelijke lening opzij, een lening tussen zustervennootschappen, ook erkent. 3 Al deze arresten hebben zich in de vennootschapsbelastingsfeer (VPB-sfeer) afgespeeld. Een onzakelijke lening opzij kan zowel in de VPB-sfeer als in de inkomstenbelastingsfeer/terbeschikkingstellingsfeer (IB-sfeer/TBS-sfeer) voorkomen. Dit onderzoek gaat in op de fiscale behandeling van de onzakelijke lening opzij in de IB-sfeer/TBSsfeer. In deze sfeer wordt een onzakelijke lening opzij (gekwalificeerd als onzakelijk) verstrekt door een persoon die verbonden is aan de belastingplichtige van de vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang houdt. 4 In HR 25 november 2011(BNB 2012/78) heeft de HR het standaardarrest van de onzakelijke leningen (HR 25 november 2011, BNB 2012/37) van overeenkomstige toepassing verklaard in de IB-sfeer/TBS-sfeer. 5 In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat het verlies op een onzakelijke lening omlaag van een aanmerkelijkbelanghouder aan de vennootschap, van aftrek wordt uitgesloten HR 6 december 2013, nr.12/04798, V-N 2014/ Loyens & Loeff, Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening, juni 2014, uitgave nr R.P.C. Cornelisse, verstrekking van een onzakelijke lening door een natuurlijk persoon die geen aandeelhouder is in de schuldenaar, WFR 2015/ P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/

7 In het arrest van 15 maart 2013 (BNB 2013/149) heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag, op grond waarvan de aftrek van een verlies op een onzakelijke lening omlaag wordt uitgesloten. De Hoge Raad gaf namelijk aan dat het verlies op een onzakelijke lening omlaag door de toepassing van de deelnemingsvrijstelling in de VPB-sfeer van aftrek wordt uitgesloten. Ondanks dat dit oordeel duidelijk is, rijst de vraag hoe een onzakelijke lening omlaag en opzij in de inkomstenbelasting beoordeeld moest worden, aangezien de deelnemingsvrijstelling niet op deze situatie van toepassing is. 6 Zou de Hoge Raad dit bij zijn oordeel over het hoofd hebben gezien? Albert en Heithuis hebben beiden aan deze discussie bijgedragen. Het is inmiddels duidelijk dat een verlies op een onzakelijke lening omlaag van de AB- houder aan de vennootschap van aftrek wordt uitgesloten, omdat het verlies niet in de tbs-sfeer opkomt, maar in het privésfeer van de AB-houder. Het verlies is namelijk wegens aandeelhoudersmotieven ontstaan. De Hoge Raad heeft met het arrest van HR 22 april 2016 (BNB 2016/133) de jurisprudentie omtrent onzakelijke leningen verder uitgebreid. Op basis van dit arrest kan gesteld worden dat de kwalificatie als onzakelijke lening ook van toepassing is op een situatie waarin de lening opzij binnen de IB-sfeer verstrekt is. De consequentie hiervan is dat het verlies op deze lening van aftrek wordt uitgesloten. Hierbij rijst de vraag of het verstrekken van een onzakelijke lening opzij gevolgen heeft voor de schenkbelasting. De Hoge Raad heeft hierover echter tot op heden geen uitspraak gedaan. Conform het (resultaat uit overige werkzaamheden) ROW-besluit 7 is mogelijk sprake van een schenking indien de schuldvordering wordt kwijtgescholden, waardoor de aandeelhouder wordt verrijkt ten koste van de terbeschikkingsteller. De vraag is echter of dit uitgangspunt juist is. Ook de gevolgen in de AB-sfeer bij een onzakelijke lening opzij zijn nog onduidelijk. De kwijtschelding van een onzakelijke lening omlaag door de aandeelhouder leidt tot een informele kapitaal storting. De vraag is of dit ook geldt bij een onzakelijke lening opzij. In de praktijk is behoefte aan meer duidelijkheid over de fiscale behandeling van een onzakelijke lening opzij in de IB-sfeer. 6 E.J.W. Heithuis, Nogmaals de onzakelijke lening opzij, WFR 2014/ Besluit Staatssecretaris van Financiën, Inkomstenbelasting, belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, 21 februari 2014, BLKB 2014/286M. 7

8 Onderzoeksvraag In mijn onderzoek hanteer ik de volgende onderzoeksvraag: Kan er ten tijde van het verstrekken, afwaarderen of kwijtschelden van een onzakelijke lening opzij (in de IB-sfeer/TBS-sfeer) sprake zijn van een schenking voor de Successiewet en wat zijn daarbij de gevolgen voor de Inkomstenbelasting? Ter ondersteuning van de onderzoeksvraag maak ik gebruik van de volgende deelvragen: 1. Wat is een onzakelijke lening? 2. Hoe wordt een onzakelijke lening omhoog en omlaag in de VPB-sfeer en de TBS-sfeer behandeld? 3. Wanneer is er sprake van een onzakelijke lening opzij in de TBS-sfeer en wat zijn de fiscale gevolgen daarvan? 4. Wanneer is er bij het verstrekken van een lening sprake van een schenking? 5. Op welk moment kan er sprake zijn van een schenking bij het verstrekken van een onzakelijke lening opzij in de IB-sfeer? 6. Is er bij het afwaarderen of het kwijtschelden van een onzakelijke lening opzij sprake van een schenking en wat is de omvang van de schenking? 7. Wat zijn de gevolgen voor de inkomstenbelasting indien er bij de onzakelijke lening opzij (g)een schenking is geconstateerd? Aan de hand van de antwoorden op mijn verschillende deelvragen zal ik tot een antwoord op mijn centrale onderzoeksvraag komen. Aan het einde van deze scriptie zal ik een antwoord op de onderzoeksvraag geven. 8

9 1.3 Doelstelling Het doel van dit onderzoek is om de gevolgen van de onzakelijke lening opzij voor zowel de successiewet als de inkomstenbelasting te kunnen schetsen om te kunnen beoordelen of er sprake is van een sluitende en evenwichtige heffing. Indien dat niet het geval is, zal ik aangeven welke aanpassingen in de uitvoering wel tot een evenwichtige heffing zouden leiden. 1.4 Verantwoording van de opzet Om het doel van dit onderzoek te bereiken zal ik een literatuuronderzoek doen. Na dit inleidende hoofdstuk, geef ik in het tweede hoofdstuk aan wanneer een lening als onzakelijk wordt gekwalificeerd. Vervolgens bespreek ik de verschillende categorieën van de onzakelijke lening, de onzakelijke lening omhoog, omlaag en de onzakelijke lening opzij. De gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de TBS-sfeer worden ook in dit hoofdstuk behandeld. Vervolgens zal ik in het derde hoofdstuk aandacht besteden aan het schenkingsbegrip. Dit is van belang om hierna te kunnen beoordelen of er sprake is van een schenking bij het verstrekken, afwaarderen of kwijtschelden van een onzakelijke lening opzij. Na dat te hebben vastgesteld zal ik vervolgens ingaan op de impact van de schenking voor de Successiewet. Van belang is wanneer de schenking heeft plaatsgevonden en hoe deze schenking in de heffing wordt betrokken. In hoofdstuk 4 bespreek ik de gevolgen voor de inkomstenbelasting. Meer specifiek komt de vraag aan bod of de kwijtschelding van de waardeloze tbs-vordering op de BV door de verbonden persoon, voor de aandeelhouder leidt tot een verhoging van zijn verkrijgingsprijs. Tot slot onderzoek ik of er sprake is van een sluitende en evenwichtige heffing. Ik eindig met mijn conclusie in hoofdstuk Afbakening en casus In mijn onderzoek zal ik me beperken tot het ter beschikking stellen van een onzakelijke lening in de inkomstenbelasting voor binnenlandse situaties, zonder verder te kijken naar de gevolgen van buitenlandse situaties. De borgstelling door een verbonden persoon van de DGA wordt ook niet besproken. 9

10 Om de fiscale gevolgen in de inkomstenbelastingsfeer/terbeschikkingstellingsfeer te bespreken, zal ik de volgende casus als uitgangspunt in mijn onderzoek hanteren: Vader X heeft een onzakelijke lening van verstrekt aan BV Y, waar zijn zoon Y de enige aandeelhouder en bestuurder is (directeur-grootaandeelhouder, DGA). Op deze lening moet BV Y een rente van 3% betalen. Er zijn geen zekerheden verstrekt en er is geen aflossingsschema overeengekomen. Een derde zou niet bereid zijn om een lening met BV Y aan te gaan. Na enige periode (3 jaar) gaat het slecht met Y BV, waardoor Y BV de schuld aan X niet kan voldaan. De schuld wordt gezien de slechte omstandigheden in waarde afgewaardeerd. Een tijd later beslist vader X de vordering kwijt te schelden. De vraag is of er sprake is van een schenking voor de Successiewet 1956 en wat e gevolgen hiervan zijn voor de Wet inkomstenbelasting Vader heeft deze lening gedaan vanwege de relatie met Zoon Y. Indien sprake is van een schenking, gebeurt dit door vader aan zoon en niet van vader aan de BV. De bevoordelingsbedoeling is namelijk gericht op zijn zoon. Figuur 1 Schenking? X Vader X Zoon Y DGA 100% aandelen Informele kapitaalstorting? Onzakelijke lening tegen 3% rente BV Y 10

11 Hoofdstuk 2: Onzakelijke lening 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreek ik de fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij in de tbs-sfeer worden. Als eerste wordt in paragraaf 2.2 besproken wanneer civielrechtelijk en fiscaalrechtelijk sprake is van een geldlening. Paragraaf 2.3 behandelt de onzakelijke lening. Het arm s length beginsel als basis voor een zakelijke lening wordt hierbij ook besproken. Vervolgens wordt in paragraaf 2.4 ingegaan op de vraag wanneer er sprake is van een onzakelijke lening in de tbs-sfeer. In deze paragraaf komen ook de verschillende categorieën van een onzakelijke lening; de onzakelijke lening omhoog, omlaag en opzij aanbod. Als laatste wordt in paragraaf 2.5 de gevolgen van een onzakelijke lening opzij in de tbs-sfeer op een rij gezet. 2.2 Geldlening civielrechtelijk en fiscaalrechtelijk Het is van belang te kunnen beoordelen wanneer er fiscaalrechtelijk sprake is van een lening. Een lening wordt gezien als een vorm van vreemd vermogen. De fiscale behandeling tussen de vergoeding voor een kapitaalverstrekking (eigen vermogen hierna: EV) en de vergoeding voor een geldverstrekking (vreemd vermogen hierna: VV) verschilt. Een vergoeding (dividend) voor ter beschikking gesteld kapitaal aan een vennootschap, is conform art. 9 en art. 10 lid 1 letter a van de Wet op VPB niet als een kostenpost aftrekbaar van de fiscale winst. Een vergoeding (rente) op een geldlening die ter beschikking wordt gesteld aan een vennootschap, is in principe wel als een kostenpost aftrekbaar. Dit verschil in behandeling van EV en VV is onwenselijk, omdat het overmatig financiering met VV stimuleert. EV wordt vaak vermomd als VV verstrekt, zodat de rentekosten kunnen worden afgetrokken van de winst. 8 Dit riep de vraag op voor een duidelijk onderscheid tussen EV en VV. Men onderkent een viertal criteria 9 om het verschil te kunnen bepalen. Deze criteria zijn: 1) de mate waarin of de wijze waarop de schuldeisers meedelen in eventuele winsten en verliezen van de vennootschap, 2) de looptijd van de schuld, 3) de afhankelijkheid van de rentevergoeding van de winst en 4) de zeggenschap in de vennootschap. Ondanks deze criteria komt men vele variaties tegen in de praktijk, waardoor deze criteria het verschil toch niet zo duidelijk maken. In het arrest van 27 januari , het Unilever-arrest, 8 Van der Geld 2015, p Voor verdere uitleg van deze 4 criteria zie Van der Geld 2015, paragraaf. 5.2, p HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/

12 besliste de Hoge Raad wanneer er sprake is van een lening en wanneer van kapitaal. Als hoofregel geldt dat de civielrechtelijke vorm van een geldverstrekking beslissend is voor de fiscale gevolgen. Van een geldverstrekking die civielrechtelijk als lening wordt gekwalificeerd, heeft de HR in het arrest gewezen voor de kapitaalbelasting 11, overwogen dat de terugbetalingsverplichting kenmerkend is. Dit blijkt tevens uit art. 7A: 1791 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). 12 In dit artikel geldt de terugbetalingsverplichting als voorwaarde voor het ontstaan van een lening. Heeft de schuldenaar de verplichting om de hoofdsom van de lening terug te betalen, dan is er sprake van een civielrechtelijke lening. Deze civielrechtelijke kwalificatie wordt in beginsel ook fiscaalrechtelijk gevolgd. Op deze hoofdregel gelden een drietal uitzonderingen: 1. De deelnemerschapslening: de lening wordt onder zodanige voorwaarden verstrekt, dat de crediteur in zekere mate deelneemt in de debiteur. 2. De schijnlening: er is sprake van een schijnlening wanneer er een lening wordt verstrekt, terwijl partijen in werkelijkheid een kapitaalvertrekking beoogden. 3. De bodemlozeputlening: een lening verstrekt aan een partij waar het redelijkerwijs duidelijk was voor de crediteur dat de debiteur de vordering niet of niet in zijn geheel zou kunnen terugbetalen. In het Unilever arrest heeft de HR meer duidelijk gebracht over het onderscheid tussen kapitaal en lening. Mocht er sprake zijn van één van deze uitzonderingen, dan wordt de lening geherkwalificeerd als (informeel) kapitaal. Er is in dat geval in fiscale zin geen sprake van een lening. 2.3 De onzakelijke lening Het arm s length beginsel Na de toetsing of er sprake is van een geldlening die fiscaal als een lening wordt gekwalificeerd is vervolgens de vraag of de lening als zakelijk wordt aangemerkt. Zoals eerder vermeld, wordt normaal gesproken de rentevergoeding op een lening verstrekt aan een vennootschap in aftrek genomen op de winst bij de schuldenaar. Bij de schuldeiser wordt deze rente belast. 13 De 11 HR 8 september 2006, nr , BNB 2007/ Definitie verbruiklening, artikel 7A:7191 BW. 13 Bregman, Koning, De Win 2015, p. 204, art. 3.8 van de Wet IB 2001 en art. 8b van de Wet op VPB

13 overeengekomen rentevergoeding dient op arm s length te zijn, wil er sprake zijn van een zakelijke lening. Het arm s length beginsel is sinds 2002 in art. 8b van de Wet op VPB gecodificeerd. 14 De toepassing van dit beginsel conform art. 8b lid 1 van Wet op VPB houdt het volgende in: Gelieerde lichamen komen soms voorwaarden voor hun onderlinge transacties overeen die afwijken van de voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Indien dat het geval is, dient de winst van de gelieerde lichamen te worden bepaald alsof de voorwaarden tussen onafhankelijke partijen plaatsvindt. 15 Het arm s length beginsel is gebaseerd op het zakelijkheidsprincipe. Dit beginsel vereist dat ook partijen die gelieerd zijn zakelijk met elkaar handelen. De partijen dienen verrekenprijzen conform het arm s length beginsel te bepalen voor hun onderlinge leveringen en diensten. De voorwaarden van een lening (waaronder het rentepercentage) dienen te worden bepaald zoals die tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Is het rentepercentage niet at arm s length bepaald, dan is er geen sprake van een zakelijke lening. Een rente die onzakelijk is, dient op grond van het arm s length beginsel naar zakelijk gecorrigeerd te worden. Indien het niet mogelijk is het rentepercentage naar zakelijk te corrigeren, zonder dat de rente winstafhankelijk wordt, waarbij een onafhankelijke derden in een gelijke situatie wel de lening zou verstrekken, is er sprake van een onzakelijke lening Standaardarresten De volgende standaardarresten spelen een belangrijke rol in de onzakelijkeleningleer. Voor de inkomstenbelasting is de jurisprudentie over de onzakelijke lening in de VPB-sfeer ook relevant. De HR heeft in zijn basisarrest van 9 mei 2008, BNB 2008/ inzake de vennootschapsbelasting, een onzakelijke lening als volgt gedefinieerd: Indien en voor zover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, moet 14 Mr. M. Akhloufi, lexplicatie, commentaar op art. 8b VPB, parlementaire behandeling. 15 Artikel 8b van de Wet op VPB Besluit Staatssecretaris van Financiën, Inkomstenbelasting, belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, 21 februari 2014, BLKB 2014/286M, paragraaf en , p. 8 en zie ook Bregman, Koning, De Win 2015, p HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/

14 - behoudens bijzondere omstandigheden - ervan worden uitgegaan dat die vennootschap dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen. Het gaat dus om gelieerde partijen die onzakelijk met elkaar handelen. Een onderscheid wordt gemaakt tussen verticale en horizontale gelieerde partijen. 18 Indien de ene partij zeggenschap heeft middels toezicht, leiding of een aandeelhoudersband heeft in de andere partij, is er verticale gelieerdheid aanwezig. Gedacht kan worden aan de relatie tussen moeder en dochtervennootschap. Van horizontale gelieerdheid is sprake indien twee partijen onder de zeggenschap, leiding of aandeelhouderschap vallen van eenzelfde rechtspersoon. Hierbij kan gedacht worden aan zustervennootschappen. 19 In het hiervoor aangehaalde arrest werd de zogenoemde onzakelijke lening omhoog behandeld. Een lening omhoog is een lening die een vennootschap aan haar aandeelhouder (moedervennootschap) verstrekt. 20 In casu ging het om een lening omhoog van de dochtervennootschap (hierna: dochter) aan haar moedervennootschap (hierna: moeder) als aandeelhouder. Deze lening werd zonder schriftelijke overeenkomst, zonder een aflossingsschema en zonder zekerheden verstrekt. De terugbetaling van de lening was winstafhankelijk. De lening zou terugbetaald worden uit dividenden die de moeder ontvangt van de dochter. Het ging echter slecht met de dochter met als gevolg dat de dochter niet in staat was dividenden uit te betalen aan de moeder. De moeder kon als gevolg hiervan de lening niet aflossen. De dochter besloot de vordering op de moeder af te waarderen en dit afwaarderingsverlies in aftrek te nemen van haar winst. De inspecteur accepteerde die aftrek niet. De HR besliste dat er sprake was van een onzakelijke lening, omdat de lening onder zodanige voorwaarden is aangegaan dat daarbij een debiteurenrisico werd gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Bij dit oordeel werd belang gehecht aan het feit dat er geen sprake was van een schriftelijke overeenkomst, evenmin van een aflossingsschema en zekerheden en dat de moedervennootschap (nagenoeg) geen eigen vermogen had waaruit de lening kon worden afgelost. Men kan ervan uitgaan dat een debiteurenrisico aanvaard werd vanwege de aandeelhoudersrelatie. Het 18 Mr. M. Akhloufi, lexplicatie, commentaar op artikel 8b VPB, parlementaire behandeling. 19 Mr. M. Akhloufi, lexplicatie, commentaar op artikel 8b VPB, parlementaire behandeling. 20 P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464, par

15 afwaarderingsverlies op deze onzakelijke lening wordt naar het oordeel van de HR van aftrek uitgesloten. Of er sprake is van een onzakelijke lening wordt op het moment van het aangaan van de lening bepaald. 21 Het is wel mogelijk dat een zakelijke lening in loop van de tijd als gevolg van onzakelijk handelen van de schuldeiser, alsnog als een onzakelijke lening kan worden aangemerkt. 22 Gedurende de periode daarvoor was de lening wel zakelijk. Op de vraag of de onzakelijke lening opgesplitst kan worden in een zakelijk en een onzakelijk deel, verklaarde de HR dat de geldverstrekking als een geheel moet worden beoordeeld. Het splitsen is dus volgens de HR niet mogelijk. 23 Het arrest van 9 mei riep vele vragen op. Onder andere was het de vraag of de onzakelijkeleningsjurisprudentie alleen van toepassing is op een lening omhoog zoals in dit arrest het geval is of ook in andere gelieerde verhoudingen, de lening omlaag en de lening opzij. Een andere belangrijke vraag was of dit arrest van overeenkomstige toepassing is in de inkomstenbelasting. Op 25 november 2011 heeft de HR deze vragen beantwoord. Uit het arrest van 25 november 2011, BNB 2012/37, blijkt dat hetzelfde regime geldt voor een lening omlaag. Een lening omlaag is een lening die een moedervennootschap aan haar (klein) dochtervennootschap verstrekt. 25 In casu heeft de moedermaatschappij een lening aan haar dochter verstrekt die alle zakelijkheid ontbeert. De dochter bleek niet over voldoende vermogen te beschikken om de overeengekomen rente van 5% te voldoen en bovendien was er geen zekerheid en ook geen aflossingsschema overeengekomen. De moeder heeft de vordering op de dochter op haar fiscale winst afgewaardeerd. Naar het oordeel van de HR was er sprake van een onzakelijke lening, waardoor het afwaarderingsverlies van aftrek wordt uitgesloten. Het maakt dus niet uit of er sprake is van een lening aan een aandeelhouder of aan een dochtermaatschappij. Voor beiden geldt dat een eventuele verlies op de geldlening, die als 21 HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/ Cursus belastingrecht VPB L.d2 III, Wanneer sprake van een onzakelijke lening? Zie ook HR 1 maart 2013, nr. 12/03088, BNB 2013/ HR 25 november 2011, nr. 08/05323, BNB 2012/37, HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464, par

16 onzakelijk kwalificeert, niet in mindering kan worden gebracht van de fiscale winst. Vervolgens legt de HR in dit arrest uit dat de rente op een onzakelijke lening gesteld kan worden op de rente die de gelieerde partijen zou moeten vergoeden indien zij met een borgstelling onder overigens gelijke voorwaarden van een derde zou lenen. In het arrest van 25 november 2011, BNB 2012/78 26, heeft de HR de definitie van een onzakelijke lening wederom bevestigd en dit van overeenkomstige toepassing verklaard op een lening omlaag in de TBS-sfeer. In casu ging het om een lening omlaag van een natuurlijk persoon ( DGA) aan de vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Deze lening valt onder de terbeschikkingstellingsregeling, conform art van de Wet IB De vennootschap kon de lening, niet volledig aflossen. De DGA heeft de oninbare vordering op zijn BV kwijtgescholden. Dit kwijtscheldingsverlies heeft hij in aftrek genomen op zijn belastbare resultaat uit overige werkzaamheden. 27 De inspecteur accepteerde deze aftrek niet. Volgens de HR heeft de DGA een debiteurenrisico aanvaard dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Dit is gebeurd vanwege aandeelhoudersmotieven. De HR verklaarde het arrest BNB 2012/37 van overeenkomstige toepassing. Volgens de HR was er sprake van een onzakelijke lening, met het gevolg dat het kwijtscheldingsverlies van aftrek werd uitgesloten. Dit arrest liet dus zien dat voor een lening in de TBS-sfeer hetzelfde regime geldt als in het basisarrest van 9 mei 2008 en het arrest van 25 november 2011, BNB 2012/ Onzakelijke voorwaarden Wil men vermijden dat een afwaarderingsverlies of een kwijtscheldingsverlies op een vordering niet in aftrek wordt toegelaten is het van belang om zakelijk te handelen. Het is belangrijk om de lening in een schriftelijke overeenkomst vast te leggen en ervoor te zorgen dat er een zakelijke rente, een aflossingsschema en zekerheden wordt overeengekomen. Dat deze componenten ontbreken, betekent niet vanzelfsprekend dat er sprake is van een onzakelijke lening. Dit is uit het arrest HR 13 januari 2012, BNB 2012/79 28 af te leiden. In dit arrest oordeelde de HR dat er geen sprake was van een onzakelijke lening, maar slechts van een lening onder onzakelijke voorwaarden. 29 Dit arrest ging over een lening in de TBS-sfeer. In casu ging het om een DGA die 26 HR 25 november 2011, nr. 10/04588, BNB 2012/ Afdeling 3.4 van de Wet IB HR 13 januari 2012, nr. 10/03654, BNB 2012/ E.J.W. He 16

17 een lening in rekening-courant aan zijn BV ter beschikking heeft gesteld tegen 4% rente, zonder een aflossingsschema en zonder zekerheden. Deze lening valt onder de tbs-regeling van art van de Wet IB Als gevolg van een waardedaling van de activa ten opzichte van de passiva van de BV, heeft de DGA zijn vordering op de BV afgewaardeerd. Dit afwaarderingverlies heeft hij in mindering gebracht op zijn belastbare resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur accepteerde deze afwaardering niet, omdat er volgens hem sprake was van een onzakelijke lening. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur het niet aannemelijk maakte dat door deze terbeschikkingstelling, een debiteurenrisico werd gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben gelopen. De HR oordeelde dat het ontbreken van een aflossingsschema en zekerheden niet per definitie betekenen dat er sprake is van een onzakelijke lening. Er bestond wel voldoende zekerheid ook al waren er geen zekerheden gegeven. Er kon alsnog sprake zijn van een zakelijke lening, indien de rente met toepassing van het arm s length beginsel weer tot zakelijk kan worden gecorrigeerd, zonder dat het winstdelend werd. Het afwaarderingsverlies was in dit geval anders dan in het arrest BNB 2012/78 wel aftrekbaar. 2.4 Onzakelijke lening opzij in de tbs-sfeer Albert 31 ziet de onzakelijke lening opzij als een variant van de categorieën omlaag en omhoog. 32 Heithuis ziet de onzakelijke lening opzij echter als een afzonderlijke variant. 33 Een lening opzij in de VPB-sfeer is een lening die verstrekt wordt door de ene zustervennootschap aan de andere zustervennootschap. In de TBS-sfeer/IB-sfeer is een lening opzij een lening die een verbonden persoon van de aandeelhouder (DGA) verstrekt aan de BV waarin de aandeelhouder (DGA) aandelen bezit. 34 Bij een verbonden persoon gaat het om bijvoorbeeld zijn partner, minderjarige kind of een andere bloed - of aanverwant in de rechte linie. 35 Een belangrijk recent arrest over het leerstuk onzakelijke lening is het arrest van 22 april 2016, BNB 2016/ Met dit arrest werd het duidelijk dat de onzakelijkeleningleer ook van toepassing is op een lening opzij in de TBSithuis, Onzakelijke lening in de tbs-sfeer, WFR 2012/528, par Artikel 3.91 lid 2 onderdeel a van de Wet IB Vanaf 2005 is prof. mr. dr. Philippe Albert een Professor of International Tax Law bij de Nyenrode Business Universiteit (hoogleraar). 32 P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464, par E.J.W. Heithuis, Nogmaals de onzakelijke lening opzij, WFR 2014/ , par E.J.W. Heithuis, Nogmaals de onzakelijke lening opzij, WFR 2014/ Par Artikel 3.91 lid 2 - b van de Wet IB HR 22 april 2016, BNB 2016/133, ook af te leiden uit het eerdere arrest HR 18 januari 2013, nr.12/01108, NTFR 2003/

18 sfeer. In casu was sprake van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling conform art lid 3 van de Wet IB Vader en moeder hadden in rekening-courant een renteloze lening verstrekt aan hun zoon, zonder dat aflossingsschema waren overeengekomen of zekerheden waren verstrekt. De HR oordeelde in onderhavig arrest het leerstuk van de onzakelijke lening ook van toepassing is op een ongebruikelijke terbeschikkingstelling als bedoeld in art Wet IB Volgens Heithuis is er geen twijfel dat dit ook geldt voor een ongebruikelijke terbeschikkingstelling in de zin van art Wet IB Van een tbs-lening is sprake indien de lening onder de terbeschikkingstellingsregeling (hierna: tbs) valt. De tbs-regeling bepaalt dat alle vermogensbestanddelen ter beschikking gesteld aan de vennootschap waarin een natuurlijk persoon of een met hem verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft onder het regime van het resultaat uit overige werkzaamheden vallen. 38 Het aangaan of het hebben van een schuldvordering op een vennootschap wordt op basis van art lid 1 onderdeel a 1 van de Wet IB 2001 gelijkgesteld met het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel. De gevolgen van een onzakelijke lening opzij in de tbs-sfeer behandel ik aan de hand van mijn voorbeeld casus, (zie figuur 1). Zoon Y (DGA) heeft een aanmerkelijk belang. Hij is enig aandeelhouder van vennootschap BV Y. De verstrekte lening door Vader X aan BV Y valt onder de tbs-regeling van art van de Wet IB Vader X kwalificeert zich als verbonden persoon van zoon Y in de zin van art lid 3 letter b van de Wet IB In casu is er sprake van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling (otbs). Dit betekent dat de rente-inkomsten op deze lening onder het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden vallen, op grond van art van de Wet IB 2001 bij Vader X. Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden wordt in box 1 belast, tegen het progressieve tarief van maximaal 52%. De rente-uitgaven worden dan in beginsel in mindering gebracht op de fiscale winst van BV Y, conform art Wet IB De afgesproken rente is 3% bij deze leningsovereenkomst. Stel dat bij een zakelijke verhouding de afgesproken rente 6% zou zijn. De 3% rente is dus onzakelijk. Ter bepaling van het resultaat kan gekeken worden of deze rente naar zakelijk gecorrigeerd kan worden om deze in 37 HR 22 april 2016, ECLI: NL: HR:2016:703, met noot E.J.W. Heithuis. 38 Artikel 3.92 van de Wet IB Artikel verwijst naar artikel 3.91 lid 2 letter b Wet IB 2001, waar de definitie van verbonden persoon wordt gegeven. 18

19 overeenstemming te brengen met het arms length beginsel. 40 Deze correctie mag niet tot een winstdelende lening leiden. Het karakter van de lening zou daarmee veranderen. Indien correctie mogelijk is, dient er een extra 3% te worden aangegeven als rente-inkomsten onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Een eventuele afwaardering van de schuldvordering zou dan ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden genomen mogen worden in box 1. Indien het niet mogelijk is om de rente naar zakelijk te corrigeren, waarbij een onafhankelijke derde partij de lening zou verstrekken, dan is er sprake van een onzakelijke lening. We veronderstellen dat er in casu sprake is van een onzakelijke lening, omdat de rente niet naar een zakelijke rente kan worden gecorrigeerd. Zowel het afwaarderingsverlies als het kwijtscheldingsverlies worden van aftrek uitgesloten, door toepassing van de onzakelijke lening regime. 2.5 Gevolgen onzakelijke lenig opzij Afwaardering onzakelijke lening opzij De HR bepaalde, met een onderscheid tussen afwaarderingsverlies en kwijtscheldingsverlies, dat beide van aftrek worden uitgesloten indien sprake is van een onzakelijke lening. 41 Afwaarderingen op een onzakelijke lening zijn niet aftrekbaar van het fiscale resultaat vanwege het onzakelijke aanvaarde debiteurenrisico. Bij een onzakelijke lening omhoog in de VPB-sfeer, wordt het afwaarderingsverlies van aftrek uitgesloten op basis van het totaalwinstconcept. De afwaardering vormt een onttrekking, zie ook BNB 2008/ Bij een onzakelijke lening omlaag in de VPBsfeer verklaarde de HR in BNB 2013/149 dat het afwaarderingsverlies niet aftrekbaar is door de toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Naar aanleiding van het arrest HR 15 maart 2015, BNB 2013/149, poneerde Heithuis de stelling dat het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening in de IB-/TBS-sfeer wel aftrekbaar is. In zijn artikel WFR 2013/998 legt Heithuis uit dat hij het oordeel van de HR juist vindt, omdat alle voordelen uit aandeelhouderschap tot de ondernemingswinst behoren op basis van art. 2 lid 5 van de Wet VPB. Een verlies op de onzakelijke lening zou daarom in principe normaal aftrekbaar zijn bij de schuldeiser of aandeelhouder. De enige optie om dit verlies van aftrek uit te sluiten, is wanneer het verlies onder 40 Besluit Staatssecretaris van Financiën, Inkomstenbelasting, belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, 21 februari 2014, nr. BLKB 2014/286M. 41 HR 25 november 2011, nr. 10/04588, BNB 2012/ P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464, par

20 een objectieve vrijstelling valt, zoals in casu de deelnemingsvrijstelling. Deze conclusie vindt Heithuis echter niet van toepassing op het verlies van een onzakelijke lening omlaag in de IBsfeer, omdat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is in de IB-/TBS-sfeer. 43 Albert deelt de visie van Heithuis niet. Als reactie heeft hij in WFR 2013/1464 uiteengezet, waarom, volgens hem het afwaarderingsverlies op een onzakelijke lening opzij niet aftrekbaar is in de TBS-sfeer. Ten eerste beweert hij dat de onzakelijke lening opzij geen afzonderlijke categorie is (zoals Heithuis beweert), maar een variant van de onzakelijke lening omhoog (in de VPB-sfeer). Hierdoor geldt volgens hem hetzelfde regime als in BNB 2008/191, waardoor het afwaarderingsverlies volgens hem dus in principe niet aftrekbaar is. Albert legt vervolgens uit dat het onderscheid tussen lening omlaag en omhoog niet relevant is voor de TBS-sfeer, aangezien een tbs-lening omhoog zich niet voor doet, omdat een natuurlijke persoon geen aandeelhouder heeft. 44 Naar zijn mening is een afwaarderingsverlies bij een (zogenoemde) lening opzij in de TBSsfeer niet aftrekbaar op basis van de beslissing in het arrest van HR 18 januari 2013, BNB 2013/ De beslissing van de HR in dit arrest, waarop de onzakelijke lening-jurisprudentie van toepassing is, in een situatie die onder art lid 3 van de Wet IB valt, sluit aftrek van een afwaarderingsverlies duidelijk uit. Ook Cornelisse is van mening dat het standpunt kan worden ingenomen dat het afwaarderingsverlies van aftrek wordt uitgesloten. Dit leidt hij af uit het HRarrest van 8 december 1954, BNB 1955/46, waarin de HR bepaalde dat een eventuele afwaarderingsverlies, ontstaan wegens een persoonlijke verhouding, niet ten laste kan worden gebracht van het resultaat uit overige werkzaamheden. 46 Inmiddels heeft de HR 22 april 2016, BNB 2016/133, de visie van Albert en Cornelisse bevestigd. Uit dit arrest blijkt dat het leerstuk van de onzakelijke lening van toepassing kan zijn op een lening opzij in de tbs-sfeer. Conform dit leerstuk wordt een eventuele afwaarderingsverlies van aftrek uitgesloten. 43 E.J.W Heithuis, Afwaarderingsverlies op onzakelijke lening opzij is aftrekbaar, WFR 2014/ P.G.H. Albert, De onzakelijke lening opzij, WFR 2013/1464, par Zie ook HR 18 januari 2013, nr. 12/01108, V-N 2013/17.1.3, maar de HR heeft dit arrest afgedaan met art. 81 wet RO. 46 R.P.C. Cornelisse, Verstrekking van een onzakelijke geldlening door een natuurlijk persoon die geen aandeelhouder is in de schuldenaar, WFR 2012/

21 2.5.2 Kwijtschelding onzakelijke lening opzij Een afwaarderingsverlies heeft geen invloed op de verkrijgingsprijs van aandelen. Een kwijtscheldingsverlies kan wel gevolgen hebben voor de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs van aandelen bestaat uit de tegenprestatie bij de verkrijging. Die wordt vermeerderd met de kosten gemaakt door de verkrijger. 47 In het geval er een tegenprestatie ontbreekt of indien er sprake is van een onzakelijke tegenprestatie, regelt art Wet IB 2001 dat de verkrijgingsprijs op de waarde in het economische verkeer (WEV) wordt gesteld. Hiermee wordt bereikt dat de werkelijke waardeontwikkeling van het AB-belang in de IB-heffing wordt betrokken. Een latere kapitaalstorting door de AB-houder verhoogt de verkrijgingsprijs, terwijl een latere onbelaste kapitaalterugbetaling in mindering wordt gebracht op de verkrijgingsprijs, zie art Wet IB Informele kapitaalstortingen verhogen ook de verkrijgingsprijs. In het standaard arrest van 25 november 2011, BNB 2012/78 heeft de HR beslist dat de kwijtschelding van een onzakelijke TBS-geldlening omlaag als een informele kapitaalstorting aangemerkt moet worden voor zowel de schuldenaar als de schuldeiser. Volgens de HR vindt de onttrekking en informele kapitaalstorting pas plaats wanneer de schuldvordering kwijt wordt gescholden. Deze informele kapitaalstorting verhoogt de verkrijgingsprijs van het AB-belang, zodat een eventuele AB-verlies later in aanmerking kan worden genomen. In het arrest HR 22 april 2016, BNB 2016/133 heeft de HR de gevolgen van de kwijtschelding voor art lid 3 uiteen gezet. Uit dit arrest blijkt dat wat voor de crediteur geldt, ook voor de debiteur geldt. Een kwijtscheldingsverlies op een onzakelijke otbs-lening kan de crediteur niet in aftrek brengen en bij de debiteur wordt geen winst genomen. Het resultaat uit overige werkzaamheden wordt niet beïnvloed. Uit het bovenstaande volgt, dat de onzakelijke leningsleer van toepassing is op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De vermogensvermeerdering die optreedt door kwijtschelding van de lening komt op in de privé sfeer voor zowel de crediteur als de debiteur. Voor de crediteur (Vader X) betekent dit dat het kwijtscheldingsverlies van aftrek op het resultaat wordt uitgesloten. Voor de debiteur (de BV van zoon Y) betekent dit dan dat er geen winst genomen wordt Heithuis, Kavelaars & Schuver , p Heithuis, Kavelaars & Schuver , p HR 22 april 2016, ECLI: NL: HR:2016:703, met noot E.J.W Heithuis. 21

22 2.6 Conclusie Indien civielrechtelijk sprake is van een lening, sluit de fiscaalrechtelijke definitie hierbij aan. Hier zijn echter een drietal uitzonderingen op mogelijk namelijk; de schijnlening, de deelnemerschapslening en de bodemlozeputlening. Indien het om één van deze uitzonderingen gaat, wordt de lening geherkwalificeerd als (informeel) kapitaal. Mocht er sprake zijn van een echte lening, dan wordt deze lening als zakelijk gekwalificeerd indien de afgesproken rente en overige voorwaarden, aan het arm s length beginsel voldoen. Indien de rente niet zakelijk is, dient men op grond van het arm s length beginsel deze te corrigeren naar zakelijk, tenzij de lening een winstdelend karakter heeft. Indien geen zakelijke rente kan worden bepaald, moet worden verondersteld dat er door de crediteur met deze lening een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde onder zulke voorwaarden nooit zou hebben gelopen. De lening wordt dan aangemerkt als een onzakelijke lening. Indien een debiteurenrisico wordt gelopen ten behoeve van aandeelhoudersmotieven is er ook sprake van een onzakelijke lening. De onzakelijkeleningleer is van toepassing op zowel een lening omhoog, omlaag, als opzij. Het gevolg van een als onzakelijke lening opzij in de TBS-sfeer is dat het verlies ontstaan door een afgewaardeerde vordering of het verlies ontstaan door een kwijtgescholden vordering niet in aftrek wordt toegelaten op het resultaat uit overige werkzaamheden in box 1. Als het gaat om een onzakelijke lening omlaag in de TBSsfeer, beïnvloedt het afwaarderingsverlies de verkrijgingsprijs van de AB-houder niet. Het kwijtscheldingsverlies heeft wel een invloed op de verkrijgingsprijs. Het kwijtscheldingsverlies wordt als informeel kapitaal aangemerkt en het kwijtscheldingsverlies wordt bij de verkrijgingsprijs van het AB belang opgeteld. Het is nog onduidelijk wat de gevolgen zijn voor de verkrijgingsprijs als er sprake is van een onzakelijke lening opzij. 22

23 Hoofdstuk 3: Schenking bij een onzakelijke lening opzij 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het schenkingsbegrip toegelicht. Dit is van belang om te kunnen onderzoeken wanneer er bij het verstrekken van een (onzakelijke) lening sprake kan zijn van een schenking. Als eerst wordt in paragraaf 3.2 en 3.3 besproken wanneer er sprake is van een schenking voor de Successiewet 1956 (SW). In paragraaf 3.4 behandel ik de schenking onder een ontbindende of opschortende voorwaarde en de schenking onder tijdsbepaling. De vereisten om een schenking te kunnen constateren bij een renteloze of laagrentende lening en op welke wijze de heffing volgens de SW plaatsvindt, komen aan bod in paragraaf 3.5. Vervolgens wordt in paragraaf 3.6 ingegaan op de vraag of op het moment van verstrekking, afwaardering of kwijtschelding van de onzakelijke lening opzij sprake kan zijn van een schenking. Als laatste wordt in paragraaf 3.7 de berekeningswijze voor het bepalen van de omvang van de schenking besproken. 3.2 Schenkingsbegrip Schenkingen worden belast met schenkbelasting bij de verkrijger over de waarde van hetgeen wordt verkregen. 50 Per 1 januari 2003 werd de civielrechtelijke regeling van schenking gewijzigd. 51 De nieuwe definitie van schenking wordt als volgt in artikel 7:175 BW eerste lid omschreven: 1. Een schenking is de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, verrijkt. Wil er sprake zijn van een schenking moet er dus conform deze definitie aan de volgende voorwaarden worden voldaan; als eerste moeten er twee partijen zijn, de schenker en de begiftigde. Daarnaast moet er sprake zijn van een overeenkomst om niet. Dit betekent dat een tegenprestatie die op geld waardeerbaar is ontbreekt. Wat geschonken wordt dient ten koste van het eigen vermogen van de schenker te zijn gegaan. Als gevolg van deze verarming moet de begiftigde zijn verrijkt. Uit de woorden die ertoe strekt kan worden afgeleid dat er ook een 50 Artikel 1 lid 1 onderdeel 2 van de SW Van Vijfeijken en Gubbels , p

24 bevoordelingsbedoeling (vrijgevigheid) aanwezig dient te zijn: de schenker moet de verrijking van de begiftigde hebben gewild. 52 Deze nieuwe definitie biedt de schenker de mogelijkheid om te herroepen. De mogelijkheid tot herroeping ontstaat indien de bevoegdheid daartoe is bedongen bij de schenking. 53 Daarnaast worden er in het tweede lid meer vereisten genoemd, wil er sprake zijn van een geldige schenking Het tot een bepaalde persoon gericht schenkingsaanbod geldt als aangenomen, wanneer deze na er van kennis te hebben genomen het niet onverwijld heeft afgewezen. De begiftigde dient dus kennis te hebben genomen van de schenking en deze te hebben geaccepteerd. Wilsovereenstemming van beide partijen is noodzakelijk voor een geldige schenking. Een eenzijdige wil is niet voldoende om de schenkingsovereenkomst te doen ontstaan. 55 Op het moment van aangaan van de schenkingsovereenkomst komt een schenking tot stand. 56 Het schenkingsbegrip is fiscaal breder. Er wordt aangesloten bij het civielrechtelijke begrip gift. 57 De HR gaf aan dat er aan de hand van art. 1 lid 7 en lid 8 SW in combinatie met de eerder aangegeven vereisten uit het BW beoordeeld moet worden of er sprake is van een schenking voor de SW. 58 Art.1 lid 7 SW verwijst naar het ruime begrip gift zoals bedoeld in art. 7:186 lid 2 BW. Door deze verwijzing is belastingheffing mogelijk bij bevoordelingen door andere transacties dan schenkingen in de formele zin. Het gaat hier meestal om verkoopovereenkomsten waarbij de verkoper genoegen neemt met een lagere koopsom dan met de waarde in het economische verkeer van het verkochte goed. 59 Een voorbeeld hiervan is een vader die een woning aan zijn zoon verkoopt voor , terwijl de waarde in het economische verkeer en WOZ waarde Van Mens 1985, p Van Vijfeijken en Gubbels , p Artikel 7:175 lid 2 BW. 55 Van Mens 1985, p Van Vijfeijken en Gubbels , p W.R. Kooiman, Onzakelijke leningen en schenkbelasting, NTFR-B 2015/ HR 20 maart 2009, nr , NTFR 2009/ Van Vijfeijken en Gubbels , p

25 is. Er vindt een vermogensverschuiving plaats van door de vader aan de zoon. Er is in casu sprake van een gift ter waarde van Een gift komt op het moment van het aangaan van de overeenkomst ten gevolge waarvan een vermogensverschuiving optreedt tot stand. Een overeenkomst aangegaan onder zakelijke voorwaarden, bijvoorbeeld het verstrekken van een geldlening onder zakelijke voorwaarden, wordt niet als een gift aangemerkt. Een voorbeeld hiervan is een ouder die aan zijn kind een bedrag onder zakelijke voorwaarden uitleent. Vanwege de zakelijke voorwaarden (met een zakelijke rente) geldt dat er geen sprake is van een gift voor de hoofdsom en de rente. Stel dat het kind wegens insolvabiliteit (arbeidsongeschiktheid, faillietverklaring) zijn verplichting niet meer kan nakomen. In dat geval, kan er niet zomaar geoordeeld worden dat de ouder de hoofdsom en rente aan het kind schenkt. Een nieuwe rechtshandeling is daarvoor vereist. Pas als de ouder beslist om de geldlening en/of rente kwijt te schelden kan er sprake zijn van een gift. Dat is echter alleen het geval voorzover de debiteur wel in staat is (een deel van de) hoofdsom of rente terug te betalen Gift Voorwaarden gift Zoals gezegd, wordt er een onderscheid gemaakt tussen een schenking en een gift. Op grond van art. 1 lid 7 van de SW wordt het begrip gift gelijkgesteld aan het begrip schenking voor de SW. Het begrip gift wordt in artikel 7:186 BW lid 2 als volgt omschreven: Als gift wordt aangemerkt iedere handeling die er toe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt. Zolang degene tot wiens verrijking de handeling strekt, de prestatie niet heeft ontvangen, noch daarop aanspraak kan maken, worden handelingen als bedoeld in de eerste volzin niet beschouwd als gift. Dit zijn dus de voorwaarden om sprake te zijn van een gift; het verrichten van een handeling ten koste van het eigen vermogen van degene die de handeling verricht, dat de ene partij (de schenker) verarmt ter verrijking van de andere partij (de begiftigde). Een vermogensverschuiving van de schenker naar de begiftigde wordt dus vereist. De civielrechtelijke schenking is hiermee een 60 Van Vijfeijken en Gubbels , p

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2?

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Fiscale Economie De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening: hoe nu verder? Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: 27-05-2014 Auteur: prof. mr. dr. P.G.H.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN 678 Weekblad fiscaal recht. 6954. 17 mei 2012 DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN) OP TBS-RESULTAAT EN AB-INKOMEN PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT 1 1 Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E.

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E. Bachelor Thesis De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. Naam : Y.G.M.E. (Ynte) Rasenberg Studierichting : Fiscale economie Administratienummer

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico 1 Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico De reikwijdte van artikel 3.94 Wet inkomstenbelasting 2001 Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Fiscale Economie, reguliere

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken.

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken. Den Haag, - 1 DEC. 2017 Kenmerk: 2017-0000227106 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/04930) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 7 september 2017, X Z. nr.

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu?

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Het in 2008 gewezen arrest BNB 2008/191 bleek achteraf het begin te zijn van een uitgebreide jurisprudentie van de Hoge Raad inzake het leerstuk van de onzakelijke

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 Inhoud Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21 1.1 Inleiding 21 1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22 1.3 Vergelijking box 2 en box 3 Wet

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001

Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001 Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001 Is de opwaarderingsreserve een rechtvaardige regeling? Pui Yee Mok 0233056 Pui.Mok@student.uva.nl Januari 2009 Masteropleiding: Fiscale economie

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

(onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92

(onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92 (onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92 Auteur : S.D. (Sander) Jongerius ANR : 437569 Jaar : 2011 Opleiding : Master Fiscaal Recht Universiteit : Universiteit van Tilburg Examencommissie: mr. M.L.M. van

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur Dit artikel uit Vennootschap is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Omzetting van vordering in aandelenkapitaal debiteur: fiscale regels voor de debiteur Inleiding Het omzetten

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling

Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterthesis Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling Naam student: D.C.J.

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Sana Ameziane 16 november 2016 Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? Auteur

Nadere informatie

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Seminar Transacties tussen de DGA en zijn BV in een fiscaal perspectief 26 maart 2014 Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Jolanda van

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young

Reorganiseren in zwaar weer. Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young Reorganiseren in zwaar weer Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Vaktechniek Directe Belastingen, Ernst & Young overzicht Afwaarderen intercy vordering Financiële reorganisatie Verkoop dochter na reorganisatie

Nadere informatie

Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar?

Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar? Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar? Masterthesis Fiscaal Recht Thijs Klinkenberg Naam: T. Klinkenberg Administratienummer:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15

Inhoudsopgave. Voorwoord... 1. 1. Lenen van en aan de BV... 3. 2. Wat is een onzakelijke lening?... 15 Inhoudsopgave Inhoudsopgave.. Voorwoord... 1 1. Lenen van en aan de BV... 3 1.1. Rechtspersoon... 4 1.1.1. Voorbeeld fiscale gevolgen bij drie mogelijke opnames... 5 1.1.2. Van en aan de BV... 5 1.1.3.

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening

Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Nieuwe fiscale regels voor de exchangeable obligatielening Inleiding Obligatieleningen kunnen, al dan

Nadere informatie

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl Deze hand-out betreft de sheets van een lezing die is verzorgd ten behoeve van het BRA Eindejaar seminar Fiscale kringen op 10 december 2015. Gezien de aard betreft dit geen volledige behandeling van het

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Met geld van uw bv kunt u belastingvrij genieten! Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht

MASTERSCRIPTIE. Fiscaal Recht MASTERSCRIPTIE Fiscaal Recht HET EINDE IN ZICHT?! Beantwoording van de laatste openstaande (hoofd)vragen omtrent het leerstuk van de ODR-lening Auteur: R.P.C. Linders Administratienummer: 465163 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening Bachelor Thesis De onzakelijke lening Naam : Erkan Er Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s915916 Datum : 26 april 2010 Begeleider/ coördinator : prof. dr.j.a.g.van der Geld Coördinator

Nadere informatie