De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling"

Transcriptie

1 De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management Tilburg University Datum van voltooiing: 18 november 2011 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Afbakening van de geldlening Het totaalwinstbegrip De civiele maatstaf voor een geldlening De fiscale maatstaven voor een geldlening De schijnlening De bodemlozeputlening De deelnemerschapslening Lening omhoog en lening omlaag Resumé 8 3 De zakelijkheid van een geldlening in de vennootschapsbelasting At arm s length beginsel HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/ Wanneer zou een derde het debiteurenrisico niet lopen? Herkwalificatie tot eigen vermogen? Splitsing in een zakelijk en onzakelijk gedeelte? Resumé 14 4 De onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De terbeschikkingstellingsregeling Jurisprudentie Hof s-hertogenbosch 14 januari 2011, nr. 09/00672, V-N 2011/ A-G Niessen, nr. 10/04588, V-N 2011/ A-G Niessen, nr. 10/03654, V-N 2011/ Antwoord uit de rechtspraak Literatuur De wettekst 20 Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 2

3 4.3.2 Natuurlijke inkomensbron vs. antimisbruikbron De in het maatschappelijke verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling Bodemlozeputlening beter behandeld dan onzakelijke tbs-vordering De wetsgeschiedenis Antwoord uit de literatuur Resumé 24 5 De fiscale behandeling van een geldlening Fiscale behandeling van een zakelijke geldlening Fiscale behandeling van een onzakelijke geldlening 25 6 Conclusie 27 Literatuurlijst 29 Jurisprudentielijst 30 Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding In de huidige economische crisis lopen ondernemingen vaker grote risico s omdat zij het door hen verstrekte kapitaal niet meer terugkrijgen. Voor ondernemingen is het daarom van belang dat zij tijdig hun vorderingen ten laste van de fiscale winst kunnen afwaarderen. Wanneer het gaat om vorderingen op derden, zal dit doorgaans weinig problemen met zich meebrengen. Daarnaast is het in het huidige economische klimaat lastig voor ondernemingen om kapitaal aan te trekken. Kredietinstellingen, zoals banken, zijn steeds minder geneigd om kapitaal te verstrekken aan ondernemingen. Geldverstrekkingen door verbonden personen of gelieerde vennootschappen komen daarom steeds vaker voor. Ook bij deze geldverstrekkingen is het van belang dat de vorderingen (indien nodig) tijdig worden afgewaardeerd ten laste van de fiscale winst. De afwaardering van deze geldleningen kan echter problematisch zijn. Wanneer een belastingplichtige een geldlening verstrekt aan een verbonden persoon / gelieerde vennootschap, zal deze geldlening bij de belastingplichtige in beginsel in de terbeschikkingstellingsfeer vallen en zodoende als resultaat uit overige werkzaamheden worden belast in box 1. In HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 is bepaald dat leningen onder onzakelijke voorwaarden moeten worden gecorrigeerd. In deze bachelorthesis zal de volgende probleemstelling worden behandeld: Onder welke omstandigheden wordt een verstrekte geldlening als onzakelijk gekwalificeerd en welke invloed heeft deze kwalificatie op de afwaardering van de verstrekte geldlening in de terbeschikkingstellingsregeling? Allereerst zal door middel van civiel- en fiscaalrechtelijke criteria een onderscheid worden gemaakt tussen het verstrekken van eigen vermogen en het verstrekken van vreemd vermogen (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt de zakelijkheid van de geldlening in de vennootschapsbelasting bekeken (hoofdstuk 3). De vraag of de regels omtrent de afwaardering van een onzakelijke geldlening in de vennootschapsbelasting ook doorwerken in de terbeschikkingstellingsfeer, wordt behandeld in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt de fiscale behandeling van de zakelijke lening tegenover de fiscale behandeling van de onzakelijke lening gezet. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 de conclusie van deze bachelorthesis. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 4

5 Hoofdstuk 2 Afbakening van de geldlening In zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting wordt voor de winstbepaling het totaalwinstbegrip gehanteerd. Om de grootte van de totaalwinst te bepalen, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen het verstrekken van vreemd vermogen (geldlening) en het verstrekken van eigen vermogen (kapitaalstortingen en kapitaalonttrekkingen). Bij een verstrekking van eigen vermogen worden vergoedingen en waardemutaties geëlimineerd uit de totaalwinst en hebben zodoende geen invloed op de totaalwinst. Bij het verstrekken van vreemd vermogen beïnvloeden vergoedingen en waardemutaties wel de totaalwinst. Aangezien het onderscheid tussen vreemd vermogen en eigen vermogen met name van belang is voor de totaalwinst, zal in dit hoofdstuk beknopt het totaalwinstbegrip worden behandeld. Vervolgens zullen de civiele en fiscale maatstaven worden besproken die worden gebruikt om een geldlening van verstrekkingen van eigen vermogen te onderscheiden. Ten slotte zal het onderscheid tussen een lening omhoog en een lening omlaag worden besproken. 2.1 Het totaalwinstbegrip In artikel 3.8 Wet Inkomstenbelasting 2001 is bepaald dat een ondernemer uiteindelijk wordt belast voor de totaalwinst. De totaalwinst is als volgt beschreven: Winst uit een onderneming is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. De totaalwinst heeft een objectief karakter. Het omvat alle voordelen die gedurende de gehele bestaansperiode van het lichaam zijn behaald 1. De woorden uit een onderneming geven aan dat de voordelen moeten voortvloeien uit handelingen van de onderneming zelf. Een kapitaalstorting in een onderneming zorgt voor vermogensaanwas bij die onderneming, maar dit is geen vermogen dat is gegenereerd door uitoefening van werkzaamheden door die onderneming. Een kapitaalstorting dient de totaalwinst van een onderneming dus niet te beïnvloeden. Tegenover de kapitaalstorting staat de kapitaalonttrekking. Kapitaalonttrekkingen zijn uitgaven die zorgen voor een vermindering van het ondernemingsvermogen, maar die niet zijn ontstaan door de uitoefening van de onderneming. Ook een kapitaalonttrekking dient dus niet de totaalwinst van de onderneming te beïnvloeden. De totaalwinst van een onderneming omvat het verschil tussen het eindvermogen bij staking en het beginvermogen bij de start van de onderneming, vermeerderd met de kapitaalonttrekkingen en 1 HR 16 april 1930, B Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 5

6 verminderd met de kapitaalstortingen en objectieve vrijstellingen 2. Hieruit wordt duidelijk dat kapitaalstortingen en kapitaalonttrekkingen worden geëlimineerd bij de berekening van de totaalwinst. Een verstrekte geldlening aan een andere onderneming of aandeelhouder, zorgt net als een kapitaalonttrekking voor een vermogensmutatie. De geldlening vloeit echter niet voort uit ondernemingsvreemde handelingen, waardoor deze wel meetelt bij de berekening van de totaalwinst. Het totaalwinstbegrip uit de inkomstenbelasting is krachtens artikel 8, eerste lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 tevens van toepassing op de belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting. Bij de vennootschapsbelasting moet daarbij tevens worden gewezen op artikel 2, vijfde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969, waarin wordt bepaald dat een belastingplichtige wordt geacht een onderneming te drijven met behulp van het gehele vermogen. Aangezien de verstrekking van eigen vermogen de totaalwinst niet beïnvloedt en de verstrekking van vreemd vermogen de totaalwinst wel kan beïnvloeden, is het van belang om bij een geldverstrekking altijd te beoordelen of er sprake is van een verstrekking van eigen vermogen dan wel van een verstrekking van vreemd vermogen. 2.2 De civiele maatstaf voor een geldlening Om te bepalen of er sprake is van een geldlening dient eerst de civielrechtelijke vorm van de geldverstrekking te worden beoordeeld. In HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217 heeft de Hoge Raad beslist dat de civielrechtelijke vorm van een geldverstrekking in beginsel ook bepalend is voor de fiscaalrechtelijke kwalificatie van de geldverstrekking. Civielrechtelijk is er sprake van een geldlening en dus van vreemd vermogen indien er sprake is van een terugbetalingsverplichting 3. De ene partij verstrekt een bepaald geldbedrag aan de andere partij, onder de minimale voorwaarde dat dit geldbedrag uiteindelijk terugbetaald gaat worden. De Hoge Raad geeft in het arrest HR 29 november 2002, nr. C01/011HR, NJ 2003/50 tevens aan dat de werkelijke terugbetalingsverplichting het belangrijkste kenmerk van de geldlening is. De terugbetalingsverplichting moet bestaan op het moment dat de leningsovereenkomst wordt aangegaan 4. Overige omstandigheden of voorwaarden, die fiscaalrechtelijk relevant kunnen zijn, maar civielrechtelijk niet, ontnemen aan een geldverstrekking met een terugbetalingsverplichting niet het civielrechtelijke karakter van een geldlening. Civielrechtelijk is de belangrijkste maatstaf voor de 2 L.W. Sillevis & M.L.M. van Kempen & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht studenteneditie Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2010, p Artikel 7A:1791 van het Burgerlijk Wetboek. 4 HR 8 september 2006, nr , BNB 2007/104. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 6

7 kwalificatie van een geldverstrekking als geldlening dus het bestaan van een terugbetalingsverplichting. 2.3 De fiscale maatstaven voor een geldlening Indien een geldverstrekking civielrechtelijk wordt gekwalificeerd als een geldlening, zal dit ook het uitgangspunt vormen voor de fiscaalrechtelijke kwalificatie. In het reeds genoemde arrest HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217 geeft de Hoge Raad echter drie uitzonderingen op dit uitgangspunt. Indien er sprake is van een schijnlening, een bodemlozeputlening of een deelnemerschapslening, wordt de civielrechtelijke geldlening fiscaal behandeld als een verstrekking van eigen vermogen. Hieronder zullen beknopt deze drie uitgezonderde leningen worden behandeld De schijnlening Partijen kunnen in principe iedere naam geven aan een bepaalde geldverstrekking. Om te beoordelen of daadwerkelijk sprake is van een geldlening, dient te worden gekeken naar de feitelijke omstandigheden waaronder de geldverstrekking is gedaan 5. De vraag bij de feitelijke omstandigheden is of partijen een verstrekking van vreemd vermogen of een verstrekking van eigen vermogen hebben beoogd. De wil van partijen is hierbij doorslaggevend. Indien partijen beogen een kapitaalstorting of kapitaalonttrekking tot stand te brengen, maar dit om (fiscale) motieven als een geldlening proberen vorm te geven, is er sprake van een schijnlening De bodemlozeputlening Bij een bodemlozeputlening is tijdens het tot stand komen van de geldlening al duidelijk dat het geldbedrag uiteindelijk niet (volledig) kan worden terugbetaald 6. De geldverstrekker dient bij deze uitgezonderde lening de hoedanigheid van een aandeelhouder te hebben, zodat de lening plaatsvindt in de deelnemingssfeer. Aangezien het geldbedrag aan het einde van de looptijd niet (volledig) kan worden terugbetaald, heeft deze geldlening in feite geen waarde. Belangrijk is om in het oog te houden dat er civielrechtelijk bij een bodemlozeputlening wel sprake kan zijn van een geldlening. Ook bij een lening als deze is er namelijk sprake van een terugbetalingsverplichting. De aandeelhouder die de geldlening verstrekt weet echter dat de vennootschap de terugbetaling van het geldbedrag niet kan bewerkstelligen. 5 HR 3 november 1954, nr , BNB 1954/ HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/217. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 7

8 2.3.3 De deelnemerschapslening De deelnemerschapslening is de derde geldlening die fiscaal wordt gekwalificeerd als eigen vermogen in plaats van als vreemd vermogen. De schuldeiser stelt voorwaarden aan de geldlening, waardoor de schuldeiser gedeeltelijk deelneemt in de onderneming van de schuldenaar. In het arrest HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/208 heeft de Hoge Raad drie cumulatieve voorwaarden geformuleerd voor een deelnemerschapslening. Allereerst dient er sprake te zijn van een rentevergoeding die afhankelijk is van de winst. Ten tweede dient de lening achtergesteld te zijn op andere concurrente schuldeisers. Ten slotte dient de schuld geen vaste looptijd te hebben en mag de geldlening slechts opeisbaar zijn bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie. Indien sprake is van één van deze drie eerder genoemde leningen, wordt de civielrechtelijke geldlening fiscaalrechtelijk niet gekwalificeerd als vreemd vermogen, maar als eigen vermogen. Een gevolg hiervan is dat de rentelasten niet fiscaal aftrekbaar zijn bij de onderneming en waardeverminderingen van de geldlening door de schuldeiser niet in aftrek kunnen worden gebracht op de winst. 2.4 Lening omhoog en lening omlaag In de literatuur en de rechtspraak wordt gesproken over twee soorten leningen: leningen omhoog en leningen omlaag. Bij een lening omhoog verstrekt een dochtermaatschappij een lening aan de moedermaatschappij of verstrekt een vennootschap een lening aan haar aandeelhouders. De lening omlaag is een term die wordt gebruikt indien een moedermaatschappij een lening verstrekt aan een dochtermaatschappij of de aandeelhouders een lening verstrekken aan een vennootschap. Indien een civielrechtelijke lening omhoog fiscaal wordt gekwalificeerd als eigen vermogen, dan spreekt men vaak over een kapitaalonttrekking bij de schuldeiser. De geldverstrekking zit dan in de aandeelhouderssfeer. In deze zin wordt ook vaak gesproken over verkapt dividend. Een lening omlaag die fiscaal wordt gekwalificeerd als eigen vermogen, leidt tot een kapitaalstorting bij de schuldenaar. Een dergelijke geldverstrekking wordt gedaan in de deelnemingssfeer. 2.5 Resumé Een geldverstrekking kan worden gekwalificeerd als een verstrekking van vreemd vermogen (geldlening) of als een verstrekking van eigen vermogen. Civielrechtelijk wordt een geldverstrekking als geldlening gekwalificeerd indien sprake is van een terugbetalingsverplichting. In beginsel wordt dit civielrechtelijke uitgangspunt gevolgd voor de fiscale kwalificatie van een geldverstrekking. Er bestaan echter drie uitzonderingen, waarbij de civielrechtelijke geldlening fiscaalrechtelijk als eigen vermogen wordt behandeld. Er dient dan sprake te zijn van een schijnlening, een bodemlozeputlening Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 8

9 of een deelnemerschapslening. In het volgende hoofdstuk zal worden besproken wanneer en in hoeverre een fiscaalrechtelijke geldlening door onzakelijke voorwaarden toch wordt behandeld als een verstrekking van eigen vermogen. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 9

10 Hoofdstuk 3 De zakelijkheid van een geldlening in de vennootschapsbelasting Indien een geldverstrekking zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk als een geldlening wordt gekwalificeerd, worden voor het bepalen van de totaalwinst de voorwaarden van de geldlening bekeken. De geldlening kan vervolgens worden gekwalificeerd als een zakelijke of een onzakelijke lening. Het arrest HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191, gewezen in de vennootschapsbelasting, stelt wanneer er sprake is van een onzakelijke lening. In dit hoofdstuk zal de zakelijkheid van een geldlening worden beschreven door te kijken naar het at arm s length beginsel, de jurisprudentie en de literatuur. 3.1 At arm s length beginsel Het at arm s length beginsel houdt in dat voor de bepaling van de totaalwinst, transacties in het economische verkeer onder zodanige voorwaarden moeten zijn gedaan, dat een onafhankelijke derde dezelfde transacties onder dezelfde voorwaarden zou aangaan. Voordelen en nadelen waaraan nietzakelijke motieven ten grondslag liggen, dienen geen invloed te hebben op de winstbepaling 7. Met ingang van 1 januari 2002 is het at arm s length beginsel voor de vennootschapsbelasting gecodificeerd in artikel 8b, eerste lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969: Indien een lichaam, onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam en tussen deze lichamen ter zake van hun onderlinge rechtsverhoudingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd (verrekenprijzen) die afwijken van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, wordt de winst van die lichamen bepaald alsof die laatstbedoelde voorwaarden zouden zijn overeengekomen. Indien tussen gelieerde partijen onzakelijke prijzen worden gehanteerd, geeft artikel 8b, eerste lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 een bewijsvermoeden dat er sprake is van bewuste bevoordeling. Het is niet van belang of de partijen daadwerkelijk bewust zijn afgeweken van de in het economische verkeer gangbare voorwaarden. Deze afwijkende voorwaarden worden geacht te zijn ontstaan door de gelieerdheid van de partijen. Dit wordt ook wel de objectivering van de bewustheideis genoemd 8. 7 L.W. Sillevis & M.L.M. van Kempen & G.W.B. van Westen, Cursus Belastingrecht studenteneditie Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2010, p S.A.W.J. Strik & N.H. de Vries, Cursus Belastingrecht studenteneditie Vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2009, p. 71. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 10

11 3.2 HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 In zaak HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 ging het om een aantal certificaathouders die de overige certificaathouders in BV X wilden uitkopen. Om de uitkoop te bewerkstelligen richtten zij een overnamevennootschap op. BV X verstrekte een geldlening aan de overnamevennootschap om de uitkoop van de overige certificaathouders te financieren. BV X had echter helemaal geen zekerheden dat de overnamevennootschap de geldlening kon terugbetalen, aangezien de overnamevennootschap geen overige activa bevatte. De terugbetaling van de geldlening zou geschieden met uitgekeerd dividend door BV X aan de aandeelhouders, die tevens de houders van de certificaten waren. Het plan slaagde niet en de overnamevennootschap kon de geldlening niet terugbetalen. Daarop besloot BV X de lening af te waarderen en dit ten laste van het resultaat te brengen (door middel van een voorziening in haar balans). De inspecteur van de Belastingdienst weigerde de afwaardering ten laste van het resultaat toe te laten. Het Hof Arnhem oordeelt in deze zaak dat de geldverstrekking door BV X door zowel de aanleiding als de vormgeving van de geldverstrekking te kwalificeren is als een onzakelijke lening 9. Een afwaardering door BV X van de onzakelijke geldlening kan daarom volgens het Hof Arnhem niet ten laste worden gebracht van het resultaat. Belanghebbende, BV X, gaat vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad stelt in rechtsoverweging 3.4: Indien en voor zover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, moet behoudens bijzondere omstandigheden ervan worden uitgegaan dat die vennootschap dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst van die vennootschap kan worden gebracht. De Hoge Raad beslist zodoende dat er sprake is van een onzakelijke lening, aangezien een onafhankelijke derde een dergelijk groot debiteurenrisico nooit zou hebben genomen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de onzakelijkheid van een geldlening vaak ontstaat door een te hoge of te lage 9 Hof Arnhem, 22 december 2006, nr. 04/988, V-N 2007/ Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 11

12 rentevergoeding, dan wel het ontbreken van zekerheid ten behoeve van de schuldeiser 10. Een onzakelijke lening vloeit dus niet voort uit handelingen van de onderneming, maar is ingegeven door andere niet-zakelijke motieven. Er is dus reeds vastgesteld dat er zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk sprake is van een geldlening (vreemd vermogen). Vervolgens wordt de geldlening door de Hoge Raad gekwalificeerd als een onzakelijke geldlening. De Hoge Raad beslist dat de afwaardering van een onzakelijke lening niet ten laste van de fiscale winst mag worden gebracht. In feite wordt het fiscaalrechtelijke vreemd vermogen in dit opzicht behandeld als eigen vermogen Wanneer zou een derde het debiteurenrisico niet lopen? De vraag die opkomt na het oordeel van de Hoge Raad is, wanneer een onafhankelijke derde een dergelijk debiteurenrisico niet zou lopen. Om te voorkomen dat een lening achteraf als onzakelijk wordt bestempeld, doen partijen er goed aan vooraf een duidelijke leningsovereenkomst op te stellen. Hierbij dient onder andere te worden vastgelegd wat de hoogte van de rente zal zijn en of deze rente daadwerkelijk zal worden betaald of dat deze rente de lening alleen maar verhoogt; de wijze waarop de lening zal worden afgelost; een beschrijving van de verstrekte zekerheden; etc. Tevens is dan de vraag of een bepaald rentepercentage wel zakelijk is. Over het algemeen wordt er van uitgegaan dat de hoogte van de rente en het risico dat de geldverstrekker gaat lopen, communicerende vaten zijn. Dat wil zeggen dat de hoogte van de rente afhankelijk is van de risico s van de geldlening en andersom. Het is de vraag of een hoger rentepercentage het hogere debiteurenrisico kan compenseren. Van Sprundel & Van Strien zijn van mening dat een lening met een erg hoog debiteurenrisico tot op zekere hoogte alsnog als zakelijk kan worden bestempeld, indien hier een hoger rentepercentage tegenover staat 12. Dit wordt de compensatiegedachte genoemd. Egelie wijst daarbij op het feit dat wanneer zekerheden voor de schuldeiser ontbreken, het risico van de schuldenaar onevenredig toeneemt wanneer deze ter compensatie een hogere rente bedingt 13. Immers, indien een schuldenaar niet meer kan voldoen aan de terugbetalingsverplichting, zal deze ook geen geld hebben om de hogere rente terug te betalen. 10 D.E. van Sprundel & J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijke lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/ P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur: één term met verschillende betekenissen?! Deel 1 Openstaande rechtsvragen, WFR 2010/1510; P.G.H. Albert, Afwaardering onzakelijke tbs-vordering: aftrekbaar in box 1, NTFR 2011/ D.E. van Sprundel & J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijke lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/ HR 9 mei 2008, nr , NTFR 2008/902; S.A.W.J. Strik & N.H. de Vries, Cursus Belastingrecht studenteneditie Vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2009, p. 94. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 12

13 Ik sluit me aan bij de gedachte dat het rentepercentage en het debiteurenrisico binnen een bepaalde bandbreedte uitwisselbaar zijn. Vooral wanneer gelieerde partijen afwijken van wat in het economische verkeer gebruikelijk is, zullen deze partijen door het at arm s length beginsel van artikel 8b, eerste lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 eerder de schijn tegen hebben dat het grote debiteurenrisico mede het gevolg is van de verhouding tussen beide partijen. Partijen zullen dan moeten motiveren waarom zij gekozen hebben voor een dergelijk debiteurenrisico. Indien de schuldeiser tegenover het grote debiteurenrisico een hoger rentepercentage stelt, kan deze de zakelijkheid eerder motiveren. Vooral in de financiële wereld is het normaal dat er geld wordt geïnvesteerd in meerdere risicogradaties. Met de meest risicovolle investeringen kan ook het meeste rendement worden behaald. Bij de beantwoording van de vraag welke geldleningen zakelijk zijn en welke geldleningen niet, zal rekening moeten worden gehouden met het getij waarin de economie zich bevindt. In de huidige economische crisis zullen gelieerde partijen het moeilijker hebben het hoofd boven water te houden, waardoor zij wellicht eerder geneigd zijn tot het verstrekken van leningen met een mogelijk onzakelijk karakter. Het zal in een economische crisis vaker voorkomen dat moedermaatschappijen aan gelieerde vennootschappen geldverstrekkingen zullen doen, waarbij niet van te voren vaststaat dat het geld niet (geheel) terugbetaald zal worden (dus: geen bodemlozeputlening). De geldverstrekker zal meestal hopen dat door de geldverstrekking de debiteur weer beter zal kunnen functioneren in de toekomst. Bij de kwalificatie als zakelijke of onzakelijke geldlening zullen dus alle omstandigheden in de afweging moeten worden betrokken. 3.4 Herkwalificatie tot eigen vermogen? Eerst dient te worden vastgesteld of sprake is van een terugbetalingsverplichting en of zodoende voldaan is aan het civiele criterium voor een geldlening. Vervolgens dient te worden beoordeeld of er mogelijk sprake is van een schijnlening, bodemlozeputlening of een deelnemerschapslening. Op het eerste gezicht kan vooral de bodemlozeputlening lijken op een onzakelijke lening. Bij een bodemlozeputlening moet echter vanaf het moment van het tot stand komen van de lening al duidelijk zijn dat het geldbedrag niet (geheel) zal worden terugbetaald. Indien eenmaal door de civiele en fiscale criteria vaststaat dat er sprake is van een geldlening (vreemd vermogen), kan een eventuele onzakelijkheid niet leiden tot een herkwalificatie tot eigen vermogen. De vraag of een lening ook door een derde zou zijn verstrekt, wordt dus enkel gesteld om te toetsen of Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 13

14 de lening zakelijk of onzakelijk is, maar niet om tot een herkwalificatie tot eigen vermogen te komen 14. Aangezien de onzakelijke geldlening nog steeds wordt gekwalificeerd als vreemd vermogen, kan de schuldenaar de rente (weliswaar enkel de zakelijke rente 15 ) in aftrek brengen op de winst en wordt de rente belast bij de schuldeiser. De onzakelijke lening wordt pas fiscaal anders behandeld dan de zakelijke lening, indien de schuldeiser de verstrekte geldlening wil afwaarderen. Pas op dat moment komt het totaalwinstbegrip om de hoek kijken en zal krachtens HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 de afwaardering van de onzakelijke lening niet in mindering worden gebracht op de fiscale winst van de schuldeiser. In feite ontstaat hierdoor een nieuwe soort categorie leningen, waarbij een eventuele afwaardering van de geldlening ten laste van de fiscale winst wordt uitgesloten, maar de overige regels met betrekking tot geldleningen geldend blijven. 3.5 Splitsing in een zakelijk en onzakelijk gedeelte? In beginsel is een financieringsovereenkomst vormvrij. Partijen kunnen de geldlening dus op allerlei manieren vormgeven. Hierdoor kan het voorkomen dat delen van de geldlening als zakelijk kunnen worden bestempeld, terwijl andere delen als onzakelijk zullen worden bestempeld. Albert is van mening dat een lening kan worden gesplitst in een zakelijk en een onzakelijk deel 16. Uit de woorden in zoverre en indien en voor zover van de Hoge Raad 17 blijkt volgens Albert dat een afwaardering van het zakelijke gedeelte van de lening als afwaarderingsverlies mag worden meegenomen. De afwaardering van het onzakelijke gedeelte van de geldlening zal echter niet-aftrekbaar blijven. Er is dan sprake van een splitsing van een geldlening in een zakelijk en een niet-zakelijk gedeelte. Om te bepalen hoe groot het aftrekbare afwaarderingsverlies is, zal een afwaardering moeten worden toegerekend aan het zakelijke of het niet-zakelijke gedeelte van de geldlening,. 3.6 Resumé Indien vaststaat dat er sprake is van een civiel- en fiscaalrechtelijk geldlening, komt de vraag aan de orde of de geldlening zakelijk dan wel onzakelijk is. Volgens de Hoge Raad is een geldlening onzakelijk wanneer een debiteurenrisico wordt gelopen dat zo groot is dat een onafhankelijke derde dit nooit zou hebben gelopen. Wanneer zulks het geval is, geeft het at arm s length beginsel uit artikel 8b, 14 W.F.E.M. Egelie, De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting, NTFR 2008/2375; D.E. van Sprundel & J. van Strien, Terugkeer naar Ithaka? De onzakelijke lening bij de crediteur deel 4, WFR 2011/490; P.G.H. Albert, Is de afwaardering van een onzakelijke lening aftrekbaar?, NTFR 2007/1160; Concl. A-G Wattel 14 juli 2010, nr. CGP 08/05323, V-N 2010/ Artikel 8 Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 juncto artikel 3.8 Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en artikel 8b Wet op de Vennootschapsbelasting P.G.H. Albert, Is de afwaardering van een onzakelijke lening aftrekbaar?, NTFR 2007/ HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 14

15 eerste lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 een bewijsvermoeden dat de onzakelijke voorwaarden voortvloeien uit de gelieerdheid van partijen. Een (gedeeltelijk) onzakelijk gekwalificeerde geldlening, blijft fiscaalrechtelijk vreemd vermogen. Dit houdt in dat de rentebepalingen ook op de onzakelijke geldlening van toepassing zijn. Een verschil met de zakelijke geldlening is dat als gevolg van het totaalwinstbegrip een afwaardering op de onzakelijke geldlening niet ten laste van de fiscale winst mag worden gebracht. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 15

16 Hoofdstuk 4 De onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling In HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 is voor de vennootschapsbelasting bepaald dat een afwaardering van een onzakelijke geldlening niet als afwaarderingsverlies aftrekbaar is. Het kan ook voorkomen dat een aandeelhouder een onzakelijke geldlening heeft verstrekt aan een gelieerde vennootschap. In dat geval is het rendement op de geldvordering bij de aandeelhouder belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Het is de vraag of de afwaardering van een onzakelijke geldlening in de terbeschikkingstellingsfeer aftrekbaar is. In dit hoofdstuk zal eerst beknopt de terbeschikkingstellingsregeling worden beschreven. Vervolgens zal de eventuele doorwerking van HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 worden behandeld aan de hand van recente jurisprudentie en de literatuur. 4.1 De terbeschikkingstellingsregeling De terbeschikkingstellingsregeling uit de artikelen 3.91 en 3.92 Wet op de Inkomstenbelasting 2001, maakt deel uit van de inkomensbron resultaat uit overige werkzaamheden. Het gaat bij het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden om resultaten die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren 18. Artikel 3.91, eerste lid, Wet op de Inkomstenbelasting 2001, ziet op het rendabel maken van een vermogensbestanddeel door deze ter beschikking te stellen aan een met de belastingplichtige verbonden persoon (sub a) of aan een met de belastingplichtige verbonden samenwerkingsverband (sub b). Artikel 3.92, eerste lid, Wet op de Inkomstenbelasting is een soortgelijke bepaling, maar ziet op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. Het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel wordt in de terbeschikkingstellingsregeling gelijkgesteld aan het aangaan of het hebben van een schuldvordering 19. Dit wordt ook wel een tbsvordering genoemd. De terbeschikkingstellingsregeling geldt voor de belastingplichtige die het vermogensbestanddeel ter beschikking stelt aan een verbonden persoon. De belastingplichtige wordt voor het resultaat uit deze terbeschikkingstelling belast. Het resultaat wordt bepaald volgens het totaalresultaatbegrip van artikel 3.94 Wet op de Inkomstenbelasting 2001: Resultaat uit een werkzaamheid is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden behaald met een werkzaamheid. 18 Art Wet op de Inkomstenbelasting Artikel 3.91, tweede lid, onderdeel a, Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en artikel 3.92, tweede lid, onderdeel a, Wet op de Inkomstenbelasting Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 16

17 De totaalresultaatbepaling lijkt veel op de totaalwinstbepaling van artikel 3.8 Wet op de Inkomstenbelasting Bij de totaalwinst moeten de voordelen worden verkregen uit een onderneming en bij resultaat uit overige werkzaamheden moeten de voordelen worden behaald met een werkzaamheid. In de literatuur is men verdeeld over de vraag in hoeverre het totaalwinstbegrip en het totaalresultaatbegrip vergelijkbaar zijn. 4.2 Jurisprudentie Recentelijk is een aantal arresten gewezen waarin de vraag aan de orde was of de afwaardering van een onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling ten laste van het resultaat mag worden gebracht. Hieronder worden drie arresten van het Hof besproken die nog moeten worden voorgelegd aan de Hoge Raad Hof s-hertogenbosch 14 januari 2011, nr. 09/00672, V-N 2011/29.14 Directeur-grootaandeelhouder X heeft alle aandelen in X BV en X BV is 100%-aandeelhouder van K BV. X stelt een pand ter beschikking aan K BV. Daarnaast verstrekt de bank een geldlening aan X, X BV en K BV ten bedrage van ,-. Ter zekerheidstelling bij de bank verleent X een hypotheekrecht op zijn pand aan de bank. Twee jaar later wordt K BV gestaakt en wordt het pand dat K BV gebruikte verkocht. De bank wordt afgelost uit de gerealiseerde overwaarde. Belanghebbende X blijft over met een regresvordering op X BV en K BV van ,-. X waardeert deze regresvordering af en wil deze afwaardering in aftrek brengen in box 1. De inspecteur staat dit niet toe, waarop X in beroep gaat. Rechtbank Breda stelt dat de afwaardering van de regresvordering leidt tot een negatief resultaat uit overige werkzaamheden. Belanghebbende X wordt zodoende door de Rechtbank Breda in het gelijk gesteld. Het Hof s-hertogenbosch bekijkt eerst of er sprake is van een civiel- en fiscaalrechtelijke geldlening. Het Hof stelt vast dat X BV en K BV het geld van de regresvordering dienen terug te betalen. Daarnaast is er volgens het Hof geen sprake van een schijn-, bodemlozeput- of deelnemerschapslening. Er is dus sprake van een civiel- en fiscaalrechtelijke geldlening (vreemd vermogen). Vervolgens behandelt het Hof de vraag of het gaat om een onzakelijke geldlening als bedoeld in HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191. Het Hof oordeelt dat er sprake is van een onzakelijke lening, aangezien aandeelhouder X geen vergoeding ontving voor de zekerheidsstelling. Het Hof oordeelt dat belanghebbende de afwaardering van de regresvordering niet ten laste van de winst kan brengen. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 17

18 4.2.2 A-G Niessen, nr. 10/04588, V-N 2011/29.15 C BV heeft twee aandeelhouders: X bezit 50,05% van de aandelen in C BV en de echtgenote van X bezit de overige 49,95% van de aandelen. C BV houdt 75% van de aandelen in D BV. Zowel X als de echtgenote van X verstrekken aan C BV een geldlening. C BV gebruikt deze beide geldleningen om een geldlening te verstrekken aan D BV. Op 12 augustus 2004 wordt D BV failliet verklaard. X heeft al eerder (op 23 juli 2003) zijn vordering op C BV kwijtgescholden. X brengt de kwijtschelding van de geldlening ten laste van zijn resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur gaat hier niet mee akkoord. Het beroep van X wordt door de rechtbank ongegrond verklaard en X gaat in hoger beroep. Het Hof Arnhem oordeelt dat er sprake is van een onzakelijke lening omdat X een zodanig groot debiteurenrisico heeft gelopen dat geen onafhankelijke derde zou lopen. Er zijn aan X geen zekerheden verstrekt. Daar komt bij dat C BV bijna geen activa bezat en er ook geen aflossingsschema is gemaakt. Het Hof stelt dat X dit debiteurenrisico heeft gelopen op grond van aandeelhoudersmotieven. Naar analogie met het totaalwinstbegrip, mag X de afwaardering van de geldlening niet ten laste van de winst brengen. Belanghebbende X gaat vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. Aangezien de Hoge Raad geen feitenrechter is, wordt niet aan de Hoge Raad voorgelegd of er sprake is van een onzakelijke lening. Het Hof Arnhem heeft al vastgesteld dat het gaat om een onzakelijke lening. Het is in cassatie de vraag of het arrest HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 doorwerkt in de terbeschikkingstellingsregeling. Advocaat-Generaal Niessen buigt zich in zijn conclusie over de vraag of een afwaardering dan wel kwijtschelding van een onzakelijke geldlening in de terbeschikkingstellingsregeling ten laste van het resultaat mag worden gebracht. Bij de beantwoording van deze vraag verwijst A-G Niessen naar de totaalwinstgedachte, waarbij ondernemingsvreemde invloeden moeten worden geëlimineerd bij het bepalen van de winst. Volgens A-G Niessen is in casu de tbs-vordering ontstaan in de aandeelhouderssfeer (vennootschap-aandeelhouder) en niet in de ondernemingssfeer (debiteur-crediteur). Naar analogie met het winstregime kan een afwaardering dan wel kwijtschelding van een onzakelijke tbsvordering daarom niet leiden tot negatief resultaat uit overige werkzaamheden. Het maakt volgens A-G Niessen niet uit of er sprake is van een lening omlaag of een lening omhoog A-G Niessen, nr. 10/03654, V-N 2011/29.16 Belanghebbende X is 100%-aandeelhouder in A BV. A BV houdt op haar beurt alle aandelen in B BV. Belanghebbende X verleent een geldlening aan A BV en B BV. Na enige tijd waardeert X de geldlening af en brengt dit afwaarderingsverlies ten laste van zijn resultaat uit overige Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 18

19 werkzaamheden. De inspecteur accepteert dit niet en stelt dat er geen sprake is van een civiel- en fiscaalrechtelijke geldlening, dan wel dat het gaat om een onzakelijke geldlening. Rechtbank Breda oordeelt dat er wel sprake is van een civiel- en fiscaalrechtelijke geldlening en dat het in de terbeschikkingstellingsregeling niet van belang is of de geldlening zakelijk dan wel onzakelijk is. De inspecteur gaat vervolgens in hoger beroep. Het Hof s-hertogenbosch oordeelt dat er sprake is van een zakelijke geldlening. Er zou niet een zodanig debiteurenrisico door X zijn gelopen, dat een onafhankelijke derde dit risico niet zou hebben genomen. Advocaat-Generaal Niessen is het eens met het Hof dat er sprake is van een zakelijke lening. Wederom buigt A-G Niessen zich over de vraag of de rechtsregel uit HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 zou moeten doorwerken in de terbeschikkingstellingsfeer. A-G Niessen concludeert dat een onzakelijke lening, met een onzakelijk groot debiteurenrisico, het resultaat zou beïnvloeden met ondernemingsvreemde invloeden. Aangezien ondernemingsvreemde invloeden niet thuishoren bij het winstbegrip, concludeert hij dat de afwaardering van de tbs-vordering niet ten laste mag worden gebracht van het resultaat. Tevens gaat A-G Niessen in op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. In paragraaf zal hier nader op ingegaan worden Antwoord uit de rechtsspraak Ondanks het feit dat de Hoge Raad zich nog niet heeft uitgelaten over de vraag of een afwaardering van een onzakelijke tbs-vordering ten laste mag worden gebracht van het resultaat uit overige werkzaamheden, kan de conclusie worden getrokken dat de huidige rechtspraak deze vraag ontkennend beantwoordt. Ook A-G Niessen concludeert dat naar analogie met het totaalwinstbegrip, een afwaardering van een onzakelijke tbs-vordering niet ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden kan worden gebracht. 4.3 Literatuur In het algemeen is men in de literatuur het er over eens dat HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 is ingegeven door de totaalwinstgedachte 20. Bij de vraag of bovenstaand arrest ook doorwerkt in de terbeschikkingstellingsfeer is echter de vraag in hoeverre het totaalwinstbegrip overeenkomt met het totaalresultaatbegrip. Hierover is men in de literatuur verdeeld. 20 P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur: één term met verschillende betekenissen?! Deel 1 Openstaande rechtsvragen, WFR 2010/1510; P.G.H. Albert, Afwaardering onzakelijke tbs-vordering: aftrekbaar in box 1, NTFR 2011/198. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 19

20 Peeters stelt dat het totaalresultaatbegrip van artikel 3.94 Wet op de Inkomstenbelasting 2001 vergelijkbaar is met het totaalwinstbegrip van artikel 3.8 Wet op de Inkomstenbelasting 2001 juncto artikel 8 Wet op de Vennootschapsbelasting De belangrijkste indicatie voor deze opvatting is dat de artikelen qua wettekst veel op elkaar lijken. Volgens Peeters dient HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 dan ook te gelden voor de resultaatbepaling bij de terbeschikkingstellingsregeling. Dit heeft als gevolg dat de onzakelijke tbs-vordering dient te worden geëlimineerd uit het totaalresultaat. In tegenstelling tot Peeters stelt Albert dat dit arrest is gebaseerd op het totaalwinstbegrip en niet toepasbaar is op het totaalresultaatbegrip 22. Albert komt tot deze stelling op basis van de wettekst, de wetsystematiek en de wetsgeschiedenis. Dit resulteert in een vijftal argumenten die hieronder besproken zullen worden De wettekst Albert wijst op het feit dat de woorden wordt mede verstaan en wordt gelijkgesteld uit artikelen 3.91 en 3.92 Wet op de Inkomstenbelasting 2001 aangeven dat het verstrekken van een lening bij wetsfictie als werkzaamheid moet worden beschouwd. Alle voordelen behaald met een werkzaamheid behoren vervolgens tot het totaalresultaat 23. Er bestaat geen bepaling in de wettekst waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen zakelijke en onzakelijke leningen. Wanneer de grammaticale interpretatie wordt gevolgd, komt men tot de conclusie dat het verstrekken van een lening aan een verbonden persoon, wordt gezien als een werkzaamheid. In de winstsfeer van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting komt men ook geen bepaling tegen die een onderscheid maakt tussen zakelijke en onzakelijke leningen. Toch worden onzakelijke leningen daar geëlimineerd door de woorden uit een onderneming in het totaalwinstbegrip. In het totaalresultaatbegrip gaat het om voordelen die zijn behaald met een werkzaamheid. Naar mijn mening kan hieruit worden geconcludeerd dat wanneer er sprake is van een werkzaamheid, altijd de voordelen van de werkzaamheid meetellen voor het totaalresultaat Natuurlijke inkomensbron vs. antimisbruikbron Albert heeft een aantal wetsystematische argumenten om te onderbouwen dat er wezenlijke verschillen bestaan tussen het totaalresultaatbegrip en het totaalwinstbegrip. Allereerst stelt Albert dat de totaalwinst een natuurlijke inkomensbron is. Het onderscheid tussen zakelijke en onzakelijke 21 P.J.J.M. Peeters, De onzakelijke lening bij de crediteur: één term met verschillende betekenissen?! Deel 1 Openstaande rechtsvragen, WFR 2010/ P.G.H. Albert, Afwaardering onzakelijke tbs-vordering: aftrekbaar in box 1, NTFR 2011/ Artikel 3.94 Wet op de Inkomstenbelasting Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 20

21 vorderingen wordt in de winstsfeer gemaakt, omdat de ondernemer de ene keer handelt voor de onderneming en de andere keer handelt als privépersoon. De niet-zakelijke transacties dienen niet mee te tellen bij de bepaling van de belastbare winst uit onderneming. De inkomensbron wordt daarbij niet aangetast. De terbeschikkingstellingsregeling is daarentegen een antimisbruikbron die in het leven is geroepen om boxarbitrage te voorkomen. Indien wordt geconcludeerd dat een tbs-vordering een werkzaamheid vormt in de zin van artikel 3.91 of 3.92 Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en daarna wordt bepaald dat de afwaardering van de vordering niet tot het totaalresultaat behoort, is er sprake van een aantasting van de bron. In eerste instantie behoort de vordering tot de terbeschikkingstellingsregeling en vervolgens valt de waardedaling niet onder de terbeschikkingstellingsregeling. Volgens Albert is er bij een kunstmatige antimisbruikbron zoals de tbs-vordering geen plaats voor onttrekkingen De in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling Als tweede wetsystematisch argument wijst Albert op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling van artikel 3.91, derde lid, en art. 3.92, derde lid, Wet op de Inkomstenbelasting De term in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke is een open en dynamische norm. Volgens Albert heeft de wetgever onzakelijke geldleningen, die worden verstrekt aan verbonden personen, willen onderbrengen bij de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstellingen. Het zou dan onlogisch zijn om vervolgens de afwaardering op de tbsvorderingen niet in aftrek toe te laten. In de rechtspraak is het argument van de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling ook terug te vinden. In de zaak Rb. Breda 19 augustus 2009, nr. 09/01356, V-N 2009/ had een directeur-grootaandeelhouder een vordering op zijn besloten vennootschap afgewaardeerd. De rechtbank oordeelt in deze zaak: De wettekst maakt geen onderscheid tussen een zakelijke geldlening en een onzakelijke geldlening. Dit terwijl de wetgever zich blijkbaar wel bewust is geweest van het fenomeen onzakelijke geldlening in het kader van de terbeschikkingstellingsregeling; immers in artikel 3.92, derde lid, Wet IB 2001 wordt gesproken over een in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De rechtbank gaat er dus van uit dat de wetgever de onzakelijke tbs-vordering heeft willen onderbrengen bij de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De inspecteur ging in hoger beroep bij het Hof Den Bosch. Het Hof oordeelde echter dat de directeur- Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 21

22 grootaandeelhouder uit zakelijke overwegingen de geldlening had verstrekt. Volgens het Hof was er dus geen sprake van een onzakelijke geldlening. De staatssecretaris van Financiën is vervolgens in cassatie gegaan. Advocaat-Generaal Niessen heeft een conclusie geschreven waarin hij het beroep in cassatie ongegrond verklaart, aangezien het Hof voldoende feitelijk heeft vastgesteld dat er sprake was van een zakelijke geldlening 24. A-G Niessen geeft in overweging 5.6 van zijn conclusie omtrent de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling het volgende aan: De strekking van die bepaling is om het resultaat uit de terbeschikkingstelling van een vermogensbestanddeel aan onder meer een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarin bepaalde familieleden een aanmerkelijk belang houden, te belasten als resultaat uit een werkzaamheid indien met deze terbeschikkingstelling op oneigenlijke wijze wordt ingespeeld op de verschillen in belastingdruk tussen de boxen. Indien sprake is van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling bijvoorbeeld omdat sprake is van een onzakelijke geldlening heeft dat slechts tot gevolg dat in een gegeven familieverhouding sprake is van een verbonden persoon, zodat de terbeschikkingstellingsregeling van toepassing is. Het zegt niets over de wijze waarop de met de terbeschikkingstelling behaalde resultaten moeten worden bepaald. A-G Niessen stelt zodoende dat enkel uit het bestaan van de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling niet kan worden afgeleid dat voor de resultaatbepaling geen onderscheid kan worden gemaakt tussen zakelijke en onzakelijke tbs-vorderingen. Ik sluit mij aan bij de conclusie van A-G Niessen. De vordering die een belastingplichtige op een verbonden persoon heeft, wordt door de terbeschikkingstellingregeling belast in box 1. Op die manier wordt een (zakelijke) rente belast bij de belastingplichtige als resultaat uit overige werkzaamheden. De schuldenaar kan hetzelfde bedrag aan (zakelijke) rente aftrekken als kosten. De afwaardering of kwijtschelding van de tbs-vordering hoeft vervolgens niet per se ten laste te komen van het totaalresultaat, enkel omwille van het feit dat de vordering tot de terbeschikkingstellingsregeling behoort. De in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling vormt slechts een ingang tot de terbeschikkingstellingsregeling, maar zegt niets over de vraag hoe vervolgens dient te worden omgegaan met afwaarderingsverliezen. 24 A-G Niessen, nr. 10/03654, V-N 2011/ Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 22

23 4.3.4 Bodemlozeputlening beter behandeld dan onzakelijke tbs-vordering Als laatst wetsystematisch argument stelt Albert dat wanneer de onzakelijke tbs-vordering wordt geëlimineerd uit het totaalresultaat, de onzakelijke geldlening slechter wordt behandeld dan de bodemlozeputlening. Een bodemlozeputlening wordt aangemerkt als eigen vermogen en verhoogt zodoende de verkrijgingsprijs van aandelen in box 2. Een eventuele afwaardering van een bodemlozeputlening is aftrekbaar in box 2. Indien de afwaardering van een onzakelijke tbs-vordering niet geldt als negatief resultaat uit overige werkzaamheden, kan het verlies op de onzakelijke tbsvordering in geen enkele box worden afgetrokken. De bodemlozeputlening wordt dan fiscaal beter behandeld dan de onzakelijke tbs-vordering. Dit kan volgens Albert niet de bedoeling van de wetgever zijn. Naar mijn mening heeft Albert gelijk als hij stelt dat de onzakelijke tbs-vordering niet slechter dient te worden behandeld dan de bodemlozeputlening. Dit is echter geen argument om daarom de afwaardering van een onzakelijke tbs-vordering ten laste te laten komen van het totaalresultaat. Eerder sluit ik me aan bij de oplossing om de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang in box 2 op te hogen met het bedrag waarmee de afwaardering van de lening niet in aftrek kan worden gebracht in box De wetsgeschiedenis Ten slotte stelt Albert dat uit de parlementaire toelichting op wetsvoorstel (Wet op de Inkomstenbelasting 2001) en wetsvoorstel (Veegwet Wet op de Inkomstenbelasting 2001) niet blijkt dat de wetgever een onderscheid heeft willen maken tussen zakelijke en onzakelijke tbsvorderingen Antwoord uit de literatuur In de literatuur is men verdeeld over de vraag of HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 ook doorwerkt in de terbeschikkingstellingsfeer. Albert geeft door middel van een grammaticale, wetsystematische en historische interpretatie van de terbeschikkingstellingsregeling aan dat bij tbsvorderingen geen onderscheid dient te worden gemaakt naar zakelijkheid. De afwaardering van een tbs-vordering moet dus te allen tijde kunnen leiden tot een negatief resultaat uit overige werkzaamheden. Peeters daarentegen ziet voldoende overeenkomsten tussen het totaalwinstbegrip en het totaalresultaatbegrip om te concluderen dat de rechtsregel uit HR 9 mei 2008, nr , BNB 2008/191 ook dient te gelden in de terbeschikkingstellingsfeer en zodoende de afwaardering van een onzakelijke tbs-vordering niet ten laste kan worden gebracht van het totaalresultaat. 25 P.H.G. Albert, Is de afwaardering van een onzakelijke lening aftrekbaar?, NTFR 2007/1160. Tilburg University Bachelorthesis Fiscale Economie 23

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E.

Bachelor Thesis. De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. : Y.G.M.E. Bachelor Thesis De vergelijking tussen een onzakelijk, terbeschikkinggestelde geldlening en een tante Agaath lening. Naam : Y.G.M.E. (Ynte) Rasenberg Studierichting : Fiscale economie Administratienummer

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling

Masterthesis. De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Masterthesis De (onzakelijke) lening in de terbeschikkingstellingsregeling Naam: Jermaine Wekenborg Administratienummer: 277448 Studierichting: Fiscale economie Datum: 28 maart 2012 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer

De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer De fiscale gevolgen van de onzakelijke lening opzij in de terbeschikkingstellingssfeer Naam student: Joost Grieving. Anr student: 291629. Naam begeleider: Mevrouw mr. dr. N.C.G. Gubbels. Naam tweede lezer:

Nadere informatie

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2?

De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting 2001 naar box 2? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Fiscale Economie De schuldvordering ex artikel 3.92, lid 2, onderdeel a, ten eerste Wet Inkomstenbelasting

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.

De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. De fiscale gevolgen van het leerstuk van de onzakelijke lening op de in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Masterthesis Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Naam: J.J.

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening

VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE

ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE 528 Weekblad fiscaal recht. 6950. 19 april 2012 ONZAKELIJKE LENINGEN IN DE TBS-SFEER PROF. DR. MR. E.J.W. HEITHUIS 1 1 Inleiding Het zal niemand zijn ontgaan dat de Hoge Raad op 25 november 2011 op afstand

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar?

Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar? Is het verlies op een onzakelijke lening gelegen in de ongebruikelijke tbs-sfeer, direct dan wel indirect, aftrekbaar? Masterthesis Fiscaal Recht Thijs Klinkenberg Naam: T. Klinkenberg Administratienummer:

Nadere informatie

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting

Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Geherkwalificeerde geldleningen in de inkomstenbelasting Naam: Sjoerd Kuipers Collegekaartnummer: 9959203 1 1. Inleiding 2. De huidige aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting 3. De behandeling

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001

Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001 Afgewaardeerde vordering in de Wet inkomstenbelasting 2001 Is de opwaarderingsreserve een rechtvaardige regeling? Pui Yee Mok 0233056 Pui.Mok@student.uva.nl Januari 2009 Masteropleiding: Fiscale economie

Nadere informatie

(onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92

(onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92 (onzakelijke) lening in de tbs art. 3.92 Auteur : S.D. (Sander) Jongerius ANR : 437569 Jaar : 2011 Opleiding : Master Fiscaal Recht Universiteit : Universiteit van Tilburg Examencommissie: mr. M.L.M. van

Nadere informatie

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico

Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico 1 Tbs vorderingen met een onzakelijk debiteurenrisico De reikwijdte van artikel 3.94 Wet inkomstenbelasting 2001 Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Fiscale Economie, reguliere

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel

Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting en het arm s lengthbeginsel Masterscriptie studiejaar 2009/2010 Paul Kalapnathsing, 0343048 Student fiscale economie 1 e begeleider: dr. J.L. van de Streek

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening: hoe nu verder? Weekblad voor Fiscaal Recht, De onzakelijke lening: hoe nu verder? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2014/724 Bijgewerkt tot: 27-05-2014 Auteur: prof. mr. dr. P.G.H.

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Sana Ameziane 16 november 2016 Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? Auteur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS BSC FISCALE ECONOMIE Fiscale kwalificatie van eigen vermogen Fiscaalrechtelijke gevolgen van een civielrechtelijke benadering ABSTRACT: Dit onderzoek

Nadere informatie

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Coen Twigt 328128 Fiscale Economie Erasmus School of Economics Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening

Bachelor Thesis. De onzakelijke lening Bachelor Thesis De onzakelijke lening Naam : Erkan Er Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s915916 Datum : 26 april 2010 Begeleider/ coördinator : prof. dr.j.a.g.van der Geld Coördinator

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente

Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68 68 88april 2009 Inkomstenbelasting Direct durfkapitaal 24 maart 2009 Nr. BCPP2009/170M Belastingdienst/Centrum voor

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Met geld van uw bv kunt u belastingvrij genieten! Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling

Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterthesis Het leerstuk van de onzakelijke lening en de ongebruikelijke terbeschikkingstellingsregeling Naam student: D.C.J.

Nadere informatie

Advieswijzer. Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs

26 maart 2014. Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Seminar Transacties tussen de DGA en zijn BV in een fiscaal perspectief 26 maart 2014 Sprekers: Govert Vorstenbosch belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Jolanda van

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

De gevolgen van een faillissement van een dochtermaatschappij binnen en buiten een fiscale eenheid

De gevolgen van een faillissement van een dochtermaatschappij binnen en buiten een fiscale eenheid De gevolgen van een faillissement van een dochtermaatschappij binnen en buiten een fiscale eenheid Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 5 2015 NGO-ENS B / 5 Bij de

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening

Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening Een vergelijking tussen het Cessna leerstuk en de onzakelijke lening Auteur Opleiding Universiteit Administratienummer Afstudeerdatum D.M.A.W. van den Bouwhuijsen Master Fiscale Economie Universiteit van

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014 Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden 1 Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen met zijn eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte Signalering Stappenplan fiscale beoordeling Werkruimte algemeen De fiscale behandeling van de in een woning is afhankelijk van de feiten en omstandigheden en wordt mede om die reden vaak als ingewikkeld

Nadere informatie

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken

De onzakelijke lening. Leuker kunnen we het niet maken De nzakelijke lening Leuker kunnen we het niet maken Cervus, maart 2012 Fiscale kwalificatie leningen Civielrechtelijke vrm, echter BNB 1988/217; BNB 1998/208, BNB 2003/231 Schijn en wezen: (terugbetalingsverplichting

Nadere informatie