Onzakelijke geldlening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onzakelijke geldlening"

Transcriptie

1 Onzakelijke geldlening Sana Ameziane 16 november 2016

2 Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? Auteur Sana Ameziane Studentnummer Onderwijsinstituut Tilburg University Faculteit School of Economics and Management Opleiding Fiscale Economie Begeleider Drs. J.J.H. Gortzak 2 e beoordelaar Prof. dr. S.A. Stevens Schooljaar 2016/2017 Plaats en datum Eindhoven, 16 november

3 Our life is like a thorny rose Not perfect, but always beautiful The thorns represent the hardships in our lives. The delicate red petals represent the fun and beautiful things in our lives. As a young rose the petals hugging around the seed are the family and friends who protect, love, and care for us. Kirsten D. Warfield, Two Thousand Six. 3

4 Inhoudsopgave INLEIDING... 5 AANLEIDING... 5 PROBLEEMSTELLING ONDERSCHEID IN VERMOGEN KAPITAALSTRUCTUUR Eigen vermogen Vreemd vermogen Interest Tax Shield CIVIELRECHTELIJKE GELDLENING Grensvlak Civielrechtelijk kader FISCAALRECHTELIJKE GELDLENING Schijnlening Bodemlozeputlening Deelnemerschapslening ONZAKELIJKE LENING HERKWALIFICATIE At arm s length Omhoog en omlaag CONSEQUENTIES HERKWALIFICATIE Borgstellingsanalogie Afwaarderingsverlies DE ONZAKELIJKE LENING IN LIJN MET HET LEGALITEITSBEGINSEL GRONDREGELS VOOR DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT FISCALE LEGALITEITSBEGINSEL TOETS VAN DE LEGALITEIT BNB 2008/ BNB 2012/ CONCLUSIE ONDERSCHEID IN VERMOGEN ONZAKELIJKE LENING IN LIJN MET HET LEGALITEITSBEGINSEL PROBLEEMSTELLING BRONVERMELDING

5 Inleiding Aanleiding Vennootschappen zijn vrij om te bepalen welke vorm van financiering wordt gekozen 1. Indien een externe partij de financiering verstrekt, komt het voor dat eisen worden gesteld aan de verhouding van eigen vermogen en vreemd vermogen om de risico s te beperken. In geval van een concernfinanciering is deze kwestie in mindere mate aan de orde. Financieringen tussen gelieerde partijen zijn sinds het arrest van de Hoge Raad van 9 mei opnieuw in opspraak gekomen, nadat de Hoge Raad in het Unilever-arrest had aangegeven onder welke omstandigheden een civielrechtelijke geldlening fiscaalrechtelijk in eigen vermogen wordt geherkwalificeerd. In BNB 2008/191 heeft de rechterlijke macht het etiket onzakelijke lening geïntroduceerd. Hierna is in de jurisprudentie dit leerstuk verder ontwikkeld, nadat er in eerste instantie veel onduidelijkheid was ontstaan in de literatuur. Probleemstelling Anno 2016 is een groot aantal vraagstukken van de literatuur beantwoord door de Hoge Raad. Opvallend is dat deze vraagstukken nauwelijks bij wet op te lossen waren. De onzakelijke lening is een term die in 2008 is geïntroduceerd door de rechtsprekende macht, maar de wetgevende macht heeft zich op de achtergrond gehouden. In dit onderzoek zal getoetst worden in hoeverre de rechterlijke macht in strijd heeft gehandeld met het legaliteitsbeginsel in de onzakelijke lening problematiek. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Welke positie nemen de wet- en regelgeving in bij het bepalen van de fiscale gevolgen van onzakelijke geldleningen tussen gelieerde partijen? In hoofdstuk 1 zal het onderscheid in eigen vermogen en vreemd vermogen aan bod komen. Vervolgens zal in hoofdstuk 2 nader worden gekeken naar de omstandigheden en voorwaarden die nodig zijn om een geldlening als onzakelijk te mogen kwalificeren, met daarbij inbegrepen die consequenties die daarop volgen. Tot slot zullen de standaardarresten BNB 2008/191 en BNB 2012/37 in hoofdstuk 3 aan het legaliteitsbeginsel getoetst worden. 1 HR 7 februari 2014, zaaknummer, , BNB 2014/80. 2 HR 9 mei 2008, zaaknummer 43849, BNB 2008/191. 5

6 1. Onderscheid in vermogen Gelieerde partijen kennen in de bedrijfsvoering vermogenstransacties over en weer. In de praktijk wordt vaak de voorkeur gegeven aan vreemd vermogen financiering. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de achtergronden hiervan. Waarom wenden vennootschappen vreemd vermogen aan, in acht genomen dat dit financiële risico s met zich meebrengt? Om deze vraag te beantwoorden zal de kapitaalstructuur van een vennootschap worden besproken. Daarnaast zal de kapitaalstructuur geplaatst worden in zowel een civielrechtelijk- als fiscaalrechtelijk kader. 1.1 Kapitaalstructuur De activa die de onderneming aanwendt ter realisatie van de bedrijfsvoering, moeten gefinancierd worden. Enerzijds kunnen deze bezittingen worden gefinancierd met eigen vermogen, anderzijds kan vreemd vermogen worden ingeroepen 3. De kapitaalstructuur van een vennootschap geeft de verhouding weer van eigen vermogen en vreemd vermogen 4. Op macroniveau wordt invloed uitgeoefend op de kapitaalstructuur. De conjunctuurcyclus die de trend van de economie weergeeft, heeft effect op het al dan niet verstrekken van geldleningen. Als de economie zich in een laagconjunctuur bevindt, is het consumentenvertrouwen aangetast en zullen geldverstrekkers terughoudend zijn in het verstrekken van een geldlening. Dit zal ten koste gaan van de bedrijfsinvesteringen 5. Aan de andere kant geldt dat het overheidsbeleid een positief effect kan hebben op de vreemd vermogen component. Op het moment dat de vennootschapsbelasting toeneemt, zullen de opportuniteitskosten 6 voor vreemd vermogen dalen. Deze constatering zal hierna worden toegelicht aan de hand van de Tax Shield theorie. Alvorens hieraan wordt toegekomen, zal het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen de revue passeren Eigen vermogen Een aandeelhouder in een vennootschap is de verschaffer van eigen vermogen. Door het inbrengen van kapitaal wordt een aandeel verkregen in de winstgerechtigdheid van de vennootschap. De aandeelhouder ontvangt een winstafhankelijke vergoeding in de vorm van dividend voor de inbreng van eigen vermogen. Deze dividenduitkering vindt plaats wanneer er voldoende vrij beschikbare winstreserves zijn gerealiseerd door de vennootschap. Dividend kan slechts worden uitgekeerd voor zover het totale kapitaal de wettelijke en statutaire reserves overstijgt 7. In geval er dividend wordt uitgekeerd, wordt het dividend niet aangemerkt als een kostenpost ten gevolge van de bedrijfsvoering. Deze winstuitdeling vindt plaats na het bepalen van de fiscale jaarwinst. Daarnaast beschikt een aandeelhouder over stemrecht. Het stemrecht wordt in beginsel uitgedrukt naar rato van de nominale waarde van de aandelen 8. Dit stemrecht zorgt ervoor dat aandeelhouders ten minste 3 Artikel 364 lid 4 Burgerlijk Wetboek, boek 2. 4 Berk & DeMarzo Hubbard & O Brien Economisch begrip dat het misgelopen voordeel van de alternatieve optie omschrijft. 7 Artikel 216 Burgerlijk Wetboek, boek 2. 8 Wezeman & Kroeze

7 op jaarlijkse basis bijeen worden geroepen voor een aandeelhoudersvergadering. In de aandeelhoudersvergadering komt het stemrecht tot uitdrukking; de bevoegdheden van de aandeelhouders worden hier uitgevoerd voor zover deze bevoegdheden binnen de door de wet en statuten gestelde richtlijnen vallen 9. Net zoals er een achtergestelde positie geldt voor de uitkering van dividend bij zwaar weer, kent de aandeelhouder ook een achtergestelde positie bij liquidatie van de vennootschap 10 De aandeelhouder is wel gerechtigd tot een deel van het ingelegde kapitaal, maar enkel voor zover er sprake is van een liquidatieoverschot 11. Deze overschotregeling wordt vastgesteld krachtens de statuten van de vennootschap. Bovendien leggen eigen vermogen verschaffers kapitaal in beginsel in voor onbepaalde tijd. De aandeelhouders spreken op voorhand geen looptijd af en kunnen daarom niet zomaar het ingelegde kapitaal terugvorderen. Dit kapitaal wordt namelijk gebruikt om de bezittingen te financieren. Het eigen vermogen heeft daarmee in de tijd een permanent karakter Vreemd vermogen Om de groei van de vennootschap te stimuleren met duurzame activiteiten, wordt vreemd vermogen aangewend. De vergoedingen die tegenover het verstrekken van de geldlening staan, zijn de rentebaten. Deze rentebaten zijn in beginsel niet winstafhankelijk en worden in beginsel onder iedere omstandigheid uitgekeerd. Omdat de rentekosten het gevolg zijn van de financiering van de bedrijfsactiviteiten, mogen deze kosten in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de belastbare winst. Naast de rentevergoeding, kenmerkt vreemd vermogen zich door een vooraf vastgestelde looptijd. Een geldlening kenmerkt zich vaak door een periodieke aflossing, waarbij de totale lening aan het einde van de looptijd is afgelost 12. De aflossingsverplichting ligt bij de debiteur 13. Deze aflossingsverplichting wordt vastgelegd in een aflossingsschema. De crediteur 14 heeft na afloop van de looptijd, een vorderingsrecht op de debiteur 15. In vergelijking met aandeelhouders, hebben crediteuren een gunstigere positie bij liquidatie van de vennootschap. De verschaffers van een geldlening hebben namelijk voorrang op de verschaffers van aandelenkapitaal. Als een vennootschap wordt geliquideerd, zal eerst de inleg van crediteuren worden terugbetaald en daarna de inleg van aandeelhouders. Ook de zeggenschap van de crediteuren verschilt ten opzichte van de zeggenschap van aandeelhouders. De verschaffers van vreemd vermogen hebben namelijk geen inspraak in beslissingen die de vennootschap neemt. Natuurlijk mag een crediteur wel verwachten dat de solvabiliteit 16 van de vennootschap op peil is, maar het daadwerkelijk nemen van beslissingen die hier zorg voor dragen, ligt bij het bestuur van de vennootschap. In zeer uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat bijvoorbeeld een financiële instelling inspraak wil hebben bij het benoemen van de bestuurders. 9 Artikel 217 lid 1 Burgerlijk Wetboek, boek Artikel 23 Burgerlijk Wetboek, boek Artikel 23b Burgerlijk Wetboek, boek Artikel 1800 Burgerlijk Wetboek, boek 7A. 13 De schuldenaar waarop de vordering rust. 14 De schuldeiser die gerechtigd is tot de vordering. 15 Artikel 1796 Burgerlijk Wetboek, boek 7A. 16 Een financieel kengetal dat de gezondheid van het bedrijf weergeeft met behulp van de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. 7

8 1.1.3 Interest Tax Shield In de vennootschapsbelasting wordt belasting bepaald aan de hand van de vermogensvergelijking 17. Deze vermogensvergelijking zet het eigen vermogen aan het einde van het jaar, tegenover het eigen vermogen aan het begin van het jaar. Hierdoor wordt de nominale groei van het eigen vermogen gedurende het boekjaar weergegeven. Deze vermogensmutatie wordt gecorrigeerd met stortingen en onttrekkingen zodat er sprake is van een zuivere bepaling van de fiscale winst 18. Op het moment dat er kapitaal wordt verstrekt door de aandeelhouder aan de vennootschap, kwalificeert kapitaal onder de noemer formele kapitaalstorting. Maar de dividendbetaling die hieruit voortvloeit richting de aandeelhouder, is een winstuitdeling en daarmee een onttrekking voor de bepaling van de fiscale winst. Dit houdt in dat de transacties in de aandeelhouderssfeer omtrent kapitaal geheel geëlimineerd worden aan de hand van deze correcties. In tegenstelling tot kapitaal, wordt een geldlening wel betrokken in de vermogensmutatie. Concreet gezegd betekent dit, dat de rentekosten in mindering worden gebracht op de gerealiseerde opbrengsten in het boekjaar. Daarmee oefenen de rentekosten invloed uit op de bepaling van de hoogte van de fiscale winst. Omdat de omvang van de vennootschapsbelasting gebaseerd is op de hoogte van de fiscale jaarwinst, worden voor de fiscale balans kostenposten gewaardeerd. Strikt genomen zorgen rentelasten ervoor dat er minder vennootschapsbelasting betaald moet worden. Dit bijkomend verschijnsel wordt in economische termen ook wel Interest Tax Shield genoemd. De Interest Tax Shield duidt het fiscale voordeel aan, in geval er sprake is van rentelasten binnen de vermogensmutatie 19. Zowel aandeelhouders als crediteuren verschaffen financiële middelen aan de vennootschap. Beiden ontvangen daar een vergoeding voor. Het verschil is dat de vergoeding voor aandeelhouders niet in mindering wordt gebracht op de fiscale winst. Dit is tot op zekere hoogte het geval. In een perfecte markt 20 met belastingen zou dit betekenen dat de Interest Tax Shield aanhoudt totdat de rentelasten de EBIT 21 overschrijden. De Interest Tax Shield kent een natuurlijk maximum. Tegelijkertijd wil de crediteur de rente blijven ontvangen. In de praktijk geldt dat een hoog vreemd vermogen meer risico met zich meebrengt. De kans dat aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan, wordt kleiner en daarmee nemen de bankruptcy 22 kosten toe. Het is daarom niet aan te raden om vreemd vermogen aan te wenden tot aan het natuurlijke maximum van de Interest Tax Shield. 1.2 Civielrechtelijke geldlening In paragraaf 1.1 is de zuivere vorm van de kapitaalstructuur weergegeven. Echter, in de praktijk doen de kenmerken van eigen vermogen en vreemd vermogen zich genuanceerder voor. Omdat er kan worden afgeweken van de standaard kenmerken van de financieringsvormen, ontstaat er een troebel beeld. Hierna zal worden besproken hoe er in de praktijk wordt afgeweken van de standaard kenmerken. Ook zullen aan de hand van relevante jurisprudentie deze variërende elementen worden geanalyseerd, om vanuit een fiscaalrechtelijk oogpunt een civielrechtelijke geldlening te (her-)definiëren. 17 De vergelijking tussen kosten en opbrengsten wordt in het kader van dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. 18 De objectieve vrijstellingen vallen buiten de reikwijdte van deze paragraaf. 19 Berk & DeMarzo Een aanname om economische modellen hierop los te vuren. In een perfecte markt wordt ervan uitgegaan dat er geen sprake is van transactiekosten, belastingen en perfecte competitie. 21 Earnings before interest and taxes is de winst voordat rente en belasting ter sprake is gekomen. 22 Bankrupty kosten zijn kosten die komen kijken bij een faillissement. 8

9 1.2.1 Grensvlak In een zuivere kapitaalstructuur bezit een aandeelhouder stemrecht, waar de crediteur dit niet bezit. Echter, de aandeelhouder kan verschillende soorten aandelen bezitten. Denk hierbij aan stemrechtloze aandelen waar enkel sprake is van een winstdeling. Sinds 2012 is het mogelijk om bij statutaire regeling een groep aandelen uit te sluiten van vergaderrecht 23. Het betreft hier een inbreng van kapitaal door een aandeelhouder, waarbij het gebrek aan stemrecht gelijk staat aan dat van een crediteur. Daarnaast bestaan er geldleningen waar een winstafhankelijke rentevergoeding tegenover staat. Op het moment dat er sprake is van een winstafhankelijke rentevergoeding, is deze vergoeding lastig te onderscheiden van een winstafhankelijke dividenduitkering. De periodieke kasstromen zouden identiek aan elkaar kunnen zijn. Bovendien kent de financiële markt ook de zogenoemde achtergestelde lening. Deze geldlening sluit achteraan in de rij in geval van liquidatie. Wel heeft de crediteur van deze achtergestelde lening voorrang op aandeelhouders, maar ook hiermee wordt de grens opgezocht richting de kapitaalinbrengers. Ook geldt dat aandelen na verloop van tijd ingekocht kunnen worden. Waar in beginsel wordt uitgegaan van een permanente eigendomsverkrijging, kan dit in de praktijk toch anders worden behandeld. Aan de andere kant, kan het voorkomen dat geldleningen voor onbepaalde tijd uitstaan. In die situatie krijgt de geldlening juist een permanent karakter. De rechterlijke macht heeft in de laatstgenoemde situatie onder bepaalde omstandigheden hieraan fiscale gevolgen verbonden. Later in dit hoofdstuk zal hierop worden teruggekomen Civielrechtelijk kader In het Burgerlijk Wetboek wordt een geldlening als volgt gedefinieerd 24. Verbruikleening is eene overeenkomst, waarbij de eene partij aan de andere eene zekere hoeveelheid van verbruikbare goederen afgeeft, onder voorwaarde dat de laatstgemelde haar even zoo veel, van gelijke soort en hoedanigheid, terug geve. De geldlening is daarmee vrij ruim gedefinieerd. Voor de vennootschapsbelasting is er door de rechterlijke macht nog geen invulling gegeven aan de reikwijdte van dit artikel. Echter, de Hoge Raad heeft zich in het Kaspische Zeeboringen-arrest 25 wel over deze kwestie uitgelaten voor de kapitaalbelasting 26. Hierin heeft de Hoge Raad beslist dat een terugbetalingsverplichting vereist is voor de civielrechtelijke kwalificatie als geldlening. In de vakliteratuur wordt ervan uitgegaan dat de Hoge Raad zich niet heeft uitgelaten over de kwalificatie van de geldlening binnen de vennootschapsbelasting. Daarom wordt uitgegaan van het criterium van het Kaspische Zeeboringen-arrest. Ook voor de vennootschapsbelasting is het daarom van belang om de civiele toetsing uit te voeren. Advocaat-Generaal Wattèl ondersteunt deze aanname in de conclusie van 14 juli In deze conclusie haalt de Advocaat-Generaal het Kaspische Zeeboringen-arrest naar voren voor de toepassing van de vennootschapsbelasting. Mijns inziens heeft de Hoge Raad indirect voor de vennootschapsbelasting een richting gegeven voor de kwalificatie van een geldlening: in het standaardarrest 23 Artikel 228 lid 5 Burgerlijk Wetboek, boek Artikel 1791 Burgerlijk Wetboek, boek 7A. 25 HR 8 september 2006, zaaknummer , BNB 2007/ Tot 2006 kende Nederland nog de kapitaalbelasting, waarbij belasting betaald werd over het eigen vermogen van de vennootschap. 27 Conclusie van Advocaat-Generaal Wattèl van 14 juli 2010, zaaknummer 08/05323, V-N 2010/

10 BNB 1988/ De Hoge Raad beslist dat in beginsel de civielrechtelijke kwalificatie van een geldlening het uitgangspunt vormt voor de fiscaalrechtelijke kwalificatie. Hiermee heeft de Hoge Raad naar mijn mening het bestaan van een civielrechtelijke beoordeling als uitgangspunt voor de vennootschapsbelasting erkent. Een verdere invulling hiervan blijft tot nog toe voor de vennootschapsbelasting buiten beschouwing, daarom wordt in de vakliteratuur teruggevallen op het Kaspische Zeeboringen-arrest. Het terugbetalingsvereiste voor de civielrechtelijke kwalificatie van een geldlening wordt volgens Snoeij ondersteund in het Burgerlijk Wetboek 29. De wettelijke bepaling luidt als volgt 30 : Die iets ter leen ontvangt is verplicht hetzelve, in gelijke hoeveelheid en hoedanigheid, en op den bepaalden tijd, terug te geven. Het Kaspische Zeeboringen-arrest vindt daarmee een wettelijke grondslag in het Burgerlijk Wetboek. Het is niet de bedoeling dat in een overeenkomst enkel gesproken wordt over een terugbetaling. De terugbetaling moet ook daadwerkelijk plaatsvinden 31. De beoordeling hiervan wordt naar feiten en omstandigheden getoetst. Hetgeen in een overeenkomst vermeld staat, dient enkel ter ondersteuning. In paragraaf is een aantal aspecten benoemd waarin de geldlening tegen het grensvlak ligt van kapitaal. Deze aspecten omvatten het meedelen in eventuele winsten en verliezen, de looptijd, de winstafhankelijkheid van de vergoedingen, de zeggenschap in de vennootschap en het al dan niet achtergesteld zijn van de geldlening 32. In civielrechtelijke zin vormt dit geen inbreuk op de kwalificatie van een geldlening. Arts zegt hierover dat zo lang de terugbetalingsverplichting aanwezig is, sprake is van een geldlening. Onzuivere aspecten doen niet af aan deze hoedanigheid. Echter, de kans dat deze verplichtingen nagekomen worden moeten reëel zijn 33. Arts doelt hierbij op het civielrechtelijk leerstuk van schijn en wezen. Als kenbaar wordt gemaakt dat de terugbetalingsverplichtingen onrealistisch zijn, is er in fiscaalrechtelijke zin geen sprake van een geldlening. 1.3 Fiscaalrechtelijke geldlening In de vorige paragraaf is de reikwijdte van de civielrechtelijke kwalificatie van een geldlening vastgesteld. In samenhang hiermee wordt de geldlening in een fiscaalrechtelijk kader geplaatst. De fiscaalrechtelijke kwalificatie van een geldlening kent namelijk een formeel criterium: het civielrechtelijke uitgangspunt is geldend. Echter, in het Unilever-arrest heeft de Hoge Raad een drietal uitzondering gedefinieerd 34 : de schijnlening, de bodemlozeputlening en de deelnemerschapslening. In de situatie waarin een afwijking als bedoeld in het Unilever-arrest van toepassing is, is er civielrechtelijk wel sprake van een geldlening, maar de fiscaliteit sluit hier niet bij aan. Het vermogen dat civielrechtelijke verstrekt is als een geldlening zal fiscaalrechtelijk worden aangemerkt als een kapitaalstorting. Dit houdt in dat dit vermogen en de daaruit vloeiende verplichting niet betrokken zullen worden in de vermogensmutatie van de fiscale jaarwinst. Omdat de relevantie hiervan hoog is voor het bepalen van de verschuldigde vennootschapsbelasting, zullen de uitzonderingsgevallen conform het Unilever-arrest hierna worden toegelicht. 28 HR 27 januari 1988, zaaknummer , BNB 1988/ Snoeij Artikel 1800 Burgerlijk Wetboek, boek 7A. 31 Snoeij Van der Geld Arts HR 27 januari 1988, zaaknummer , BNB 1988/

11 1.3.1 Schijnlening Onder de kapitaalstorting wordt mede verstaan: de schijnlening. Waar in civielrechtelijke zin het grensvlak voor lief wordt genomen, duikt de fiscaalrechtelijke kwalificatie meer de diepte in met de schijnlening. De intentie van partijen bij het aangaan van de geldleningovereenkomst staat hierbij centraal. In geval partijen hebben beoogd om een kapitaalverstrekking tot stand te brengen, wordt de geldlening niet betrokken in de heffing De daadwerkelijk beoogde wilsovereenstemming dient getoetst te worden aan de feiten en omstandigheden. De invulling van deze feiten en omstandigheden blijkt in de praktijk niet eenvoudig Bodemlozeputlening Een andere uitzondering genoemd in het Unilever-arrest is de bodemlozeputlening. De bodemlozeputlening wordt toegepast in een gelieerde verhouding, waarbij op voorhand al te verwachten was dat de bedoelde geldlening niet terugbetaald zou worden. De bodemlozeputlening is van toepassing in een deelnemingsverhouding 37, waarbij de geldverstrekker aanstonds duidelijk is of zou moeten zijn dat aan de vordering niet de nominale waarde toekomt. De moedervennootschap heeft het vermogen verstrekt in de hoedanigheid van aandeelhouder en zou op voorhand al geweten moeten hebben dat de vordering niet zal kunnen worden terugbetaald. Een onafhankelijke derde zou het vermogen niet als geldlening hebben verstrekt aan de dochtervennootschap Deelnemerschapslening De deelnemerschapslening is de enige van de drie uitzonderingsgevallen die terug te vinden is in de wet. In artikel 10 lid 1 sub d van de Wet Vennootschapsbelasting stelt de wetgever dat vergoedingen die voorvloeien uit de deelnemerschapslening niet in aftrek wordt genomen binnen de fiscale jaarwinst. In artikel 10 lid 1 sub d van de Wet is de deelnemerschapslening gedefinieerd als een lening die feitelijk functioneert als eigen vermogen. Laatstgenoemd begrip is door de wetgever in de jurisprudentie nader ingevuld. Een deelnemerschapslening kent een winstafhankelijk rentevergoeding met een onbepaalde looptijd. Dit vermogen heeft een achtergesteld karakter bij alle concurrente schuldeisers. 38 Omdat deze kenmerken te ver van een geldlening af liggen en daarmee dichter bij een kapitaalvertrekking, functioneert een dergelijke lening feitelijk als eigen vermogen. In een later arrest is de Hoge Raad dieper ingegaan op de winstafhankelijke vergoeding. 39 Hierin heeft de Hoge Raad aangegeven dat als het gaat om een uitstel van betaling van de rentekosten, er niet wordt voldaan aan dit criterium. Daarnaast geldt dat de verschuldigdheid een belangrijke rol speelt. Wanneer er sprake zou zijn van verschuldigdheid van de vergoeding, maar waarbij deze vergoeding op grond van onvoldoende winst niet wordt uitgekeerd of kan worden uitgekeerd, wordt ook niet voldaan aan de winstafhankelijke vergoeding. Enkel een gebrek aan verschuldigdheid zorgt niet voor winstafhankelijkheid. Ook heeft de Hoge Raad de criteria met betrekking tot de looptijd aangevuld. 40 Theoretisch gezien kan namelijk een looptijd van honderd jaar worden aangehouden voor het verstrekken van een geldlening. In de praktijk zou dit betekenen dat er een bepaalde looptijd geldt voor de debiteur. Echter, de Hoge Raad heeft hier een stokje voor gestoken door de looptijd te beperken tot vijftig jaar. Voor iedere looptijd die langer is dan vijftig jaar, geldt dat de fictie voor onbepaalde tijd wordt aangenomen. 35 HR 3 november 1954, zaaknummer , BNB 1954/ HR 24 februari 1971, zaaknummer , BNB 1971/ Artikel 13 Wet Vennootschapsbelasting. 38 HR 11 maart 1998, zaaknummer , BNB 1998/ HR 17 februari 1999, zaaknummer , BNB 1999/ HR 25 november 2005, zaaknummer , BNB 2006/82. 11

12 2. Onzakelijke lening In het vorige hoofdstuk is besproken wat de vereisten zijn voor de fiscaalrechtelijke kwalificatie als geldlening. Daarbij is vastgesteld dat de vergoeding die voortvloeit uit het aantrekken van een geldlening, in aftrek wordt genomen op de fiscale winst. Tevens zijn de drie door de Hoge Raad geformuleerde uitzonderingen op deze hoofdregel behandeld. In dit hoofdstuk komt de onzakelijke lening aan de orde. De onzakelijke geldlening is geen vierde uitzondering op de hoofdregel, maar een door de Hoge Raad ontwikkeld leerstuk tussen fiscaal eigen vermogen en fiscaal vreemd vermogen in. In dit hoofdstuk komt de herkwalificatie van de onzakelijke lening aan de orde, alsmede de consequenties die aan deze herkwalificatie verbonden zijn. 2.1 Herkwalificatie In BNB 2008/191 is door de Hoge Raad beslist dat een verlies op een onzakelijke lening niet in aftrek wordt genomen. Vervolgens is het onzakelijke lening begrip onder andere verder in de jurisprudentie uitgewerkt aan de hand van 25 november arresten in 2011 en artikelen in de vakliteratuur. De onzakelijke lening is een transactie tussen gelieerde partijen met een onzakelijk debiteurenrisico. Hierna zal dieper ingegaan worden op de kwalificatie van de onzakelijke lening. Daarbij zal het onzakelijk debiteurenrisico beschreven worden met in acht neming van at arm s length beginsel. Daarnaast worden de onzakelijke lening omlaag en omhoog toegelicht At arm s length De fiscale winst dient zuiver vastgesteld te worden aan de hand van het at arm s length beginsel. 41 Gelieerde partijen dienen met elkaar te handelen als waren zij onafhankelijke derden van elkaar. Hierbij wordt aangenomen dat onafhankelijke derden onder alle omstandigheden worden geacht zakelijke transacties met elkaar te verrichten. Op het moment dat een geldlening is verstrekt onder voorwaarden die niet in overeenstemming zijn met het debiteurenrisico zal deze lening in beginsel als een onzakelijke lening kwalificeren. Indien de rentevoorwaarden zodanig kunnen worden gewijzigd dat wel sprake is van zakelijke voorwaarden is de lening geen onzakelijke lening, maar een lening verstrekt onder onzakelijke voorwaarden. Het niveau van deze correctie is vastgesteld op het niveau van at arm s length. Het beoordelingsmoment van de onzakelijke lening ligt bij het aangaan van de geldleningovereenkomst. In het geval sprake is van een zakelijke lening bij het afsluiten van de overeenkomst, kan als gevolg van onzakelijk handelen in een later stadium alsnog een herziening plaatsvinden. 42 In beide gevallen ligt de bewijslast bij de belastinginspecteur. 43 De feitenrechter heeft hierbij een grote mate van beoordelingsvrijheid. De grens van de rentecorrectie op het niveau van at arm s length, ligt bij een winstdelende rente. Echter, zoals in hoofdstuk 1 al aan de orde is gekomen heeft een geldlening in de praktijk niet enkel en alleen zuivere kenmerken. Het komt voor dat het grensvlak wordt opgezocht, denk hierbij aan een geldlening 41 Artikel 8b Wet Vennootschapsbelasting. 42 HR 1 maart 2013, , BNB 2013/ HR 13 januari 2012, , BNB 2012/79. 12

13 die naast een vaste rentevergoeding een variabele vergoeding kent. Betekent dit dat alle geldleningen met een winstdelende rente onzakelijk zijn? Albert beschrijft dat wanneer een onafhankelijke derde de winstafhankelijke rente in acht zou nemen, er alsnog wordt vandaan aan het at arm s length beginsel ondanks dat er sprake is van een winstafhankelijke rente. 44 Ik sluit mij aan bij Albert, omdat de essentie van het at arm s length beginsel is het uitvoeren van zakelijke transacties. Wanneer een onafhankelijke derde zou instemmen met een dergelijke rentevergoeding, wetende dat de vennootschap een bepaald risicoprofiel bevat, wordt zakelijk gehandeld. Bovendien heeft de rechterlijke macht in 2012 beslist dat een geldlening niet deels onzakelijk zou kunnen zijn. Een geldlening kent maar één label: ofwel zakelijk, ofwel onzakelijk. Het is daarom onredelijk om een geldlening met een tweedelige vergoedingsaard onzakelijk te kwalificeren, indien de bancaire sector, dus een onafhankelijke derde, met deze voorwaarde akkoord zou gaan Omhoog en omlaag De redenatie van de Hoge Raad achter het etiket van de onzakelijke lening valt uiteen te zetten in twee richtingen. Allereerst kent de fiscaliteit de onzakelijke lening omhoog. 45 Deze geldlening wordt verstrekt door een dochtervennootschap aan een moedervennootschap. De ratio hierachter is dat de dochtervennootschap het belang dient van de aandeelhouder. Een onafhankelijke derde zou deze geldlening niet hebben verstrekt aan een onderneming met een dergelijk risicoprofiel. Ook is de onzakelijke geldlening omlaag terug te vinden in de jurisprudentie. Dit is een geldlening die verstrekt wordt door de moedervennootschap, aan de dochtervennootschap. Een geldlening aan de dochtervennootschap heeft commercieel gezien altijd een zakelijke doelstelling. De onzakelijke kwalificatie hiervan moet volgens Albert beredeneerd worden aan de hand van de rol die de moedervennootschap vervult bij het verstrekken van de geldlening. Enerzijds vervult de moedervennootschap de rol als crediteur, anderzijds wordt de moedervennootschap gezien als aandeelhouder. Op het moment dat de geldlening is verstrekt onder een debiteurenrisico dat enkel verklaard kan worden door de rol als aandeelhouder, worden de (negatieve) resultaten op een vordering die slechts verklaard kunnen worden uit het bezit van aandelen, gelijkgesteld met voordelen uit aandelen. Omdat een onafhankelijke derde deze geldlening niet zou hebben verstrekt, zou de moedervennootschap de geldlening niet in de hoedanigheid van crediteur hebben verstrekt. 46 De vergelijking die Albert maakt met voordelen uit aandelen zouden kunnen impliceren dat sprake is van een gedeeltelijke herkwalificatie van de onzakelijke lening in kapitaal. In de literatuur is gediscussieerd over een derde variant op de onzakelijke lening: de onzakelijke lening opzij. Heithuis beschrijft twee stellingen omtrent de relatie tussen zustermaatschappijen. In de situatie dat wordt aangenomen dat sprake is van een onzakelijke lening tussen de zustervennootschappen, geldt geen deelnemingsrelatie. Dit heeft als gevolg dat de verplichtingen die voorvloeien uit deze onzakelijke lening niet in de deelnemingssfeer vallen. De gevolgen van dit fenomeen worden in de volgende paragraaf besproken. Anderzijds beschrijft Heithuis het scenario waarin de geldlening als zodanig niet onzakelijk gekwalificeerd kan worden omdat er een gebrek is aan een gelieerde verhouding. Ondanks het feit dat er een gemeenschappelijke moedervennootschap is, valt dit volgens Heithuis niet binnen de reikwijdte van de gelieerde verhouding 47. HR 25 november 2011, zaaknummer , BNB 2012/37. HR 9 mei 2008, zaaknummer 43849, BNB 2008/191. Albert Heithuis

14 Albert daarentegen is van mening dat deze onzakelijke lening opzij geen derde categorie vormt in het rijtje van de onzakelijke lening omhoog en omlaag. Maar, de onzakelijke lening opzij zoals door Heithuis benoemd, zit verscholen in de onzakelijke lening omhoog. In deze driehoeksverhouding geldt namelijk dat het onzakelijke risico is genomen vanwege de gelieerde relatie tussen de debiteur en de crediteur. Albert noemt de moedervennootschap in deze constructie de onzichtbare hand. De moedervennootschap is namelijk een gemeenschappelijke aandeelhouder van de debiteur en de crediteur. De crediteur dient in dit geval het belang van deze gemeenschappelijke moedervennootschap. Daarmee is er sprake van een onzakelijke lening omhoog 48. Mijns inziens is de onzakelijke lening opzij geen apart begrip in de fiscaliteit en valt deze onzakelijke lening onder de onzakelijke lening omhoog. Doel en strekking van de rechterlijke uitspraak over de onzakelijke lening omhoog, had voornamelijk te maken met de bevoordeling van de aandeelhouder. Als de moedervennootschap geen baat zou hebben gehad bij deze transactie, zou deze nooit zijn bewerkstelligd. Deze visie over de onzakelijke lening opzij wordt kracht bijgezet door de conclusie van Advocaat-Generaal Niessen, waarin ook hij aansluit bij Albert. 49 Daarmee mag worden aangenomen dat de onzakelijke lening opzij geen aparte grondslag kent Consequenties herkwalificatie In hoofdstuk 1 zijn de uitzonderingen besproken die niet kwalificeren als een geldlening, maar als kapitaal. In dit hoofdstuk is de onzakelijke lening besproken, die wel blijft kwalificeren als een geldlening. De onzakelijke lening vormt dus geen vierde uitzondering op de fiscaalrechtelijke geldlening. Omdat de onzakelijke lening onder de noemer van vreemd vermogen blijft, kunnen er aftrekbare rentekosten in aanmerking worden genomen. Maar hoe wordt de jaarwinst bepaald als er sprake is van een onzakelijke lening? Hierna zal nader worden ingegaan op de bepaling van de borgstellingsanalogie. Vervolgens zullen de bepalingen rondom het afwaarderingsverlies worden toegelicht Borgstellingsanalogie Een lening met onzakelijke voorwaarden wordt als een onzakelijke lening bestempeld wanneer geen enkele derde de geldlening zou verstrekken voordat het punt wordt bereikt van een winstdelende rentevergoeding. Daarom moet op een creatieve wijze worden gezocht naar een norm, om toch fictieve rentekosten in aanmerking te nemen voor het bepalen van de jaarwinst. De Hoge Raad heeft hier de borgstellingsanalogie voor in het leven geroepen 51. In de borgstellingsanalogie wordt fictief aangenomen dat een dochtervennootschap de geldlening is aangegaan met een derde partij. Aan de hand van deze fictie wordt beredeneerd wat de derde partij voor rente zou hebben bedongen, in geval de moedervennootschap garant zou staan voor de dochtervennootschap. Op basis van dit niveau wordt de rentevergoeding in aanmerking genomen voor zowel de moedervennootschap, als de dochtervennootschap. Echter, een vennootschap waaraan een onzakelijke lening is verstrekt, heeft een hoog risicoprofiel. De verwachting is daarom dat de vennootschap moeite zal hebben met het voldoen van de betalingsverplichtingen aan de crediteur. Dit betekent dat de debiteur belast zou worden voor een 48 Albert HR 12 april 2016, zaaknummer , V-N 2016/ HR 16 september 2016, zaaknummer HR 25 november 2011, zaaknummer , BNB 2012/37. 14

15 rentevergoeding die nooit wordt ontvangen. Het uitgangspunt is daarom de toepassing van de borgstellingsanalogie, maar aan het einde van de termijn waarop de rente vervalt moet de waarde van de rentevordering bepaald worden. Indien deze te waarderen is op nihil, dan hoeven de rentebaten voor de crediteur niet in aanmerking genomen te worden Afwaarderingsverlies Een ander gevolg van de onzakelijke lening, is dat het afwaarderingsverlies niet in aanmerking mag worden genomen. In geval van de onzakelijke lening omhoog zijn de belangen van de aandeelhouder gediend. Er is sprake geweest van een verarming van de dochtervennootschap en daarmee kwalificeert dit als een onttrekking. Volgens de totaalwinstgedachte dient een onttrekking geëlimineerd te worden voor een zuivere fiscale winstberekening. Op het moment dat de moedervennootschap niet meer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen, kan het afwaarderingverlies daarom niet in aanmerking worden genomen. Aan de andere kant geldt voor de onzakelijke lening omlaag hetzelfde gevolg. Albert betoogt dat de lening omlaag is verstrekt, enkel en alleen omdat de moedervennootschap de rol als aandeelhouder bezit. De lening is daarmee verstrekt in de deelnemingssfeer. Dit houdt in dat de verplichtingen die voorvloeien uit deze geldlening onder de deelnemingsvrijstelling vallen. Dit heeft volgens de Hoge Raad als gevolg dat verliezen niet in aanmerking genomen kunnen worden. Daarmee is het afwaarderingsverlies van de dochtervennootschap geen aftrekpost voor de fiscale winstbepaling van de moeder. Uit bovenstaande valt op te maken wat de gevolgen zijn voor de crediteur, namelijk: geen afwaarderingverlies in aanmerking nemen op de fiscale winst. Echter, hoe zit het met de debiteur? Kan de debiteur de verplichting jegens de crediteur op nihil waarderen? Volgens de Fokkerleer 53 dient de debiteur als fatsoenlijk koopman de schulden te betalen. De uitzondering op deze hoofdregel is wanneer er aan het niet-behoeven criterium wordt voldaan. Deze uitzondering is van toepassing als de crediteur de geldlening aan de debiteur kwijtscheldt. In dat geval is de vermogensvermeerdering bij de debiteur niet belast HR 15 maart 2013, zaaknummer , BNB 2013/ HR 18 oktober 2002, zaaknummer , BNB 2003/ HR 22 april 2016, zaaknummer , BNB 2016/

16 3. De onzakelijke lening in lijn met het legaliteitsbeginsel In het vorige hoofdstuk is de onzakelijke lening uiteengezet aan de hand van de jurisprudentie. In dit hoofdstuk zal de onzakelijke lening getoetst worden aan het legaliteitsbeginsel. Allereerst zal dieper worden ingegaan op de grondregels voor een democratische rechtsstaat. Vervolgens zal worden toegespitst op het legaliteitsbeginsel. Aan de hand van standaardarresten in de onzakelijke lening jurisprudentie, zal tot slot het legaliteitsbeginsel getoetst worden aan deze arresten. 3.1 Grondregels voor de democratische rechtsstaat Eén van de grondregels voor een democratische rechtsstaat, is het hebben van een machtsverdeling in de zin van checks and balances. Daarbij stellen de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk de wet vast en fungeren daarmee als een wetgevende macht. 55 Als uitvoerende macht heeft de regering het bestuur over de wet. 56 Tot slot kent Nederland een rechtsprekende macht die bij wet wordt aangewezen. De rechtsprekende macht controleert of de wet juist wordt nageleefd. 57 Hieruit valt op te maken dat in het Nederlandse rechtssysteem onderlinge controle de fundering vormt. Echter, de rechtsprekende macht kent een toetsingsverbod en mag daarmee de wetten van de wetgevende macht niet toetsen aan de Grondwet. 58 In Nederland kent de machtsverdeling een evenwicht. Enerzijds door de onderlinge controle, anderzijds door de verantwoordingsplicht jegens elk der machten. Over de uitoefening van een bevoegdheid moet verantwoording worden afgelegd. Strikt genomen mag dit worden gezien als een aanvulling op het legaliteitsbeginsel. Dit legaliteitsbeginsel vormt de tweede pilaar voor de democratische rechtsstaat: elk overheidsoptreden moet op een wettelijke grondslag berusten. Hierbij is de bevoegdheid toegekend aan de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk. Op het moment dat niet wordt voldaan aan het legaliteitsbeginsel, mag worden aangenomen dat de machtsverdeling van checks and balances ook niet van toepassing is. Laatstgenoemde toets wordt daarom buiten beschouwing gelaten in dit hoofdstuk. 3.2 Fiscale legaliteitsbeginsel Het politieke klimaat van Nederland ligt in rechtstreeks verband bij de Tweede Kamer. Het volk stemt middels democratische verkiezingen op een politieke partij. Dit is de voornaamste reden waarom de Tweede Kamer onderdeel uitmaakt van de wetgevende macht. De bevolking ontleent vertrouwen aan deze volksvertegenwoordiging die wetsvoorstellen indient. In deze hoedanigheid draagt de Tweede Kamer bij aan een rechtvaardige grondslag voor overheidsoptreden. Belasting kan slechts geheven worden op basis van, en in overeenstemming met de wet Artikel 81 Grondwet. 56 Artikel 42 Grondwet. 57 Artikel 116 Grondwet. 58 Artikel 120 Grondwet. 59 Gribnau

17 Het legaliteitsbeginsel dat ten grondslag ligt aan het heffen van belasting komt als volgt tot uitdrukking in de Grondwet 60 : "Belastingen worden geheven uit kracht van een wet. Andere heffingen van het Rijk worden bij de wet geregeld". Het legaliteitsbeginsel beschermt de belastingplichtige tegen willekeur van de overheid en waarborgt daarmee de vrijheid van het individu. De oorsprong hiervan bevindt zich in de tijd van de Verlichting. Het overheidsingrijpen is een uitoefening van macht en deze macht mag niet misbruikt worden. Daarmee biedt de wet een bescherming voor de belastingplichtigen tegen overheidsingrijpen. Op het moment dat een belastingplichtige niet had kunnen weten een overtreding te hebben begaan, kan dit gedrag ook niet strafbaar zijn. De belastingplichtige mag vertrouwen ontlenen aan de wet en de rechtsbeginselen, en daardoor ontstaat rechtszekerheid. 3.3 Toets van de legaliteit Omdat het legaliteitsbeginsel een belangrijke pilaar vormt voor de democratische rechtsstaat, is het relevant dat de wetgeving en de uitvoering van het wetgevingsproces nauwkeurig geschieden. Voor de onzakelijke lening geldt dat dit leerstuk voornamelijk is ontwikkeld in de jurisprudentie. In de wet is dit (nauwelijks) vormgegeven. Aan de hand van de arresten BNB 2008/191 en BNB 2012/37 zal een toetsing worden uitgevoerd in lijn met het legaliteitsbeginsel. Hierbij wordt nagegaan of de rechterlijke macht het wetboek als leidraad heeft genomen in de rechtsoverwegingen BNB 2008/191 Situatieschets Een stichting administratiekantoor heeft de certificaten van zowel X Beheer B.V. (hierna: X BV) als F B.V. (hierna: F BV) in handen. Vanwege een reorganisatie in 1995, zal een deel van de certificaathouders worden uitgekocht. Hiervoor wordt G Holding B.V. in het leven geroepen. Door middel van een geldlening van X BV, koopt G Holding B.V. de certificaathouders in etappes uit. Relevant in deze constructie is dat G Holding B.V. de financiële verplichtingen financiert middels dividenduitkeringen, afkomstig van X BV en F BV. Op het moment dat de financiële positie van deze dochtervennootschappen verslechtert, wordt er geen dividend uitgekeerd en kan G Holding B.V. niet meer aan de betalingsverplichtingen voldoen die voortvloeien uit de vordering van X BV. Naar aanleiding hiervan heeft X BV tweemaal een voorziening gevormd, waarvan de vorming in mindering is gebracht op de belastbare winst. Volgens de belastinginspecteur is de voorziening ten onrechte gevormd en weigert deze in aanmerking te nemen Legaliteit De belangrijkste rechtsoverweging van de Hoge Raad in BNB 2008/ is als volgt: Indien en voor zover een geldverstrekking door een vennootschap aan haar aandeelhouder plaatsvindt onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door die vennootschap een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen, moet behoudens bijzondere omstandigheden ervan worden uitgegaan dat die vennootschap 60 Artikel 104 Grondwet. 61 HR 9 mei 2008, zaaknummer 43849, BNB 2008/191 17

18 dat debiteurenrisico in zoverre heeft aanvaard met de bedoeling het belang van haar aandeelhouder in die hoedanigheid te dienen. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening in zoverre niet in mindering op de winst van die vennootschap kan worden gebracht. 62 De Hoge Raad haalt in bovenstaande rechtsoverweging aan dat X BV een debiteurenrisico loopt, dat een onafhankelijke derde niet zou hebben gelopen. Hierdoor neemt de Hoge Raad aan dat X BV het belang van G Holding B.V. in de hoedanigheid van aandeelhouder heeft gediend bij het verstrekken van de geldlening. Op het moment dat G Holding B.V. de geldlening niet meer terug kan betalen en X BV had dit risico kunnen incalculeren, vormt het gebrek aan terugbetaling een winstuitdeling omdat dit gebrek is ontstaan door onzakelijke voorwaarden. Zoals Arts aangeeft, dient X in deze situatie niet het winstdoel van de aandeelhouder, maar het winstverdelingsdoel 63. In de vennootschapsbelasting wordt in beginsel aangenomen dat een vennootschap de onderneming drijft met het gehele vermogen ex. artikel 2 lid 5 Wet Vennootschapsbelasting 64. Dit artikel is een vermogensetiketteringvoorschrift, maar dient niet absoluut genomen te worden. Nu vastgesteld is dat het verlies een winstuitdeling vormt, valt dit verlies niet onder de activiteiten die zich hebben voorgedaan uit hoofde van de bedrijfsvoering. Daarom valt het verlies niet onder de winstbepaling volgens artikel 3.8 Wet Inkomstenbelasting 65. Daaropvolgend wordt in artikel 10 lid 1 onder a Wet Vennootschapsbelasting benadrukt dat een winstuitdeling niet in de winstbepaling thuishoort. Als we een stap terug nemen, vloeit niet enkel uit bovenstaande wetsartikelen voort dat een winstuitdeling niet in de winstbepaling thuishoort. Ook de totaalwinstgedachte wijst erop dat het verlies van X BV niet in aanmerking genomen zou moeten worden. De totaalwinst ziet erop toe dat winsten uit hoofde van ondernemingsactiviteiten gedurende de gehele looptijd van de vennootschap volledig in aanmerking worden genomen. De winstuitdeling aan G Holding B.V. vormt een onttrekking voor X BV en deze onttrekking moet geëlimineerd worden voor een zuivere winstbepaling. De winstuitdeling is slechts een bevoordeling van de aandeelhouder en draagt niet bij aan de voortgang van X BV. Conclusie Als de Hoge Raad bovenstaande stappenplan heeft bedoeld als onderbouwing van BNB 2008/191, vindt dit arrest een grondslag in de Wet Vennootschapsbelasting. De rechterlijke macht heeft daarmee het wetboek als leidraad genomen en daarmee is het arrest in lijn met het legaliteitsbeginsel. Daarmee wordt een belangrijke pilaar in de democratische rechtsstaat gerespecteerd BNB 2012/37 Situatieschets X B.V. (hierna: X BV) richt op 30 december 1999 A B.V. (hierna: A BV) op en gaat een fiscale eenheid aan. Op hetzelfde moment wordt een effectenportefeuille verkocht aan A BV tegen een rekening-courant. Een dag na verkoop van deze effecten, wordt de fiscale eenheid beëindigd en enige tijd later wordt de rekening-courant omgezet naar een vaste geldlening. 63 Arts In samenhang met artikel 2 lid 1 Wet Vennootschapsbelasting. 65 In samenhang met de schakelbepaling in artikel 8 lid 1 Wet Vennootschapsbelasting. 18

19 De effecten dalen in waarde, waardoor A BV niet tegemoet kan komen in de financiële verplichtingen jegens X BV en wordt de rente schuldig gebleven. Het eigen vermogen van A BV is negatief, doordat de effecten in waarde zijn gedaald. Om deze reden wil X BV de vordering op A BV afwaarderen. De belastinginspecteur is het niet eens met de afwaardering en wil geen aftrek in aanmerking nemen. Legaliteit De Hoge Raad geeft in dit arrest aan dat de fiscaalrechtelijke kwalificatie voor een geldlening voortvloeit uit de civielrechtelijke kwalificatie. Hierbij wordt nadrukkelijk benoemd dat ook de onzakelijke lening behoort tot deze fiscaalrechtelijk kwalificatie en daarmee onder de noemer van artikel 2 lid 5 Wet Vennootschapsbelasting valt. Door deze vermogensetikettering zijn rentekosten voor A BV aftrekbaar, maar belast bij de vermogensvergelijking van X BV. Tevens haalt de Hoge Raad het debiteurenrisico aan dat X BV heeft gelopen. Dit risico zou niet gelopen zijn ten opzichte van een derde partij. In de rechtsoverweging 66 wordt hier het volgende over vermeld: Alsdan moet - behoudens bijzondere omstandigheden - ervan worden uitgegaan dat de betrokken vennootschap dit risico heeft aanvaard met de bedoeling het belang van de met haar gelieerde vennootschap in de hoedanigheid van aandeelhouder dan wel dochtervennootschap te dienen. Dit brengt mee dat een eventueel verlies op de geldlening niet op de winst van de vennootschap in mindering kan worden gebracht (vgl. HR 9 mei 2008, nr , LJN BD1108, BNB 2008/191). De Hoge Raad duidt aan dat het belang van A BV wordt gediend en trekt hiermee de lijn van BNB 2008/191 door. Echter, in dit arrest werd de legitimiteit gerechtvaardigd door het gelijkstellen met een onttrekking. In het arrest BNB 2012/37 valt A BV onder de bedrijfsvoering van X BV en wordt daarmee het winstdoel van X BV nagestreefd door het verstrekken van een geldlening aan A BV. Daarmee valt het verlies niet onder een onttrekking en is de analogie die getrokken wordt naar BNB 2008/191 onterecht. Sterker nog, de Hoge Raad overweegt in datzelfde arrest dat het verlies binnen de kapitaalsfeer valt. Daarmee is de analogie met BNB 2008/191 volledig achterhaald, sinds duidelijk is dat de kapitaalsfeer in dat arrest niet speelt. De handelingen ten behoeve van een aandeelhouder en de handelingen ten behoeve van een dochtervennootschap zijn niet met elkaar te vergelijken. Volgens de verlengstukgedachte valt A BV namelijk in het verlengde van X BV. Op het moment dat X BV een geldlening verstrekt aan A BV, wordt hiermee indirect ook het belang van X BV nagestreefd. Daarmee is de onttrekking in deze situatie niet van toepassing. Ook als gekeken wordt naar de overweging omtrent de kapitaalsfeer, blijkt dat niet helemaal in overeenstemming te zijn met het legaliteitsbeginsel. In de literatuur blijkt er onduidelijkheid te zijn of de Hoge Raad doelt op de kapitaalsfeer van X BV, dan wel de kapitaalsfeer van A BV. De Hoge Raad overweegt het volgende: Het bij een onzakelijke lening in de kapitaalsfeer liggende debiteurenrisico heeft in beginsel mede betrekking op het risico dat de rente over die lening niet wordt betaald. Het feit dat hier wordt gesproken over het risico op betaling van de rente, is voldoende om aan te nemen dat de Hoge Raad doelt op de kapitaalsfeer van X BV. De geldverstrekker loopt namelijk het risico dat het uitgeleende bedrag met een degelijk rendement, niet wordt vergoed. Als het uitgangspunt is dat het 66 HR 25 november 2011, zaaknummer , BNB 2012/37. 19

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969

Onzakelijke lening. Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Onzakelijke lening Openstaande vraagpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Naam: Caitlin Bax SNR: u1266265 ANR: 397399 Begeleider: G.C. van der Burgt Afsluiting: 8 mei

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling:

Bachelor Thesis. Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Bachelor Thesis Onzakelijke geldlening en de tbs-regeling: Welke criteria gelden er om een geldlening als fiscaal onzakelijk te kwalificeren en kan de fiscale behandeling bij de directeur groot aandeelhouder

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver?

De onzakelijke lening leer, noodzaak of een brug te ver? Inkomstenbelasting & vennootschapsbelasting Bachelor thesis Fiscale Economie Faculteit: Economie & Management Tilburg University Joris Steunenberg 510258 Begeleidende docent: drs. J.J.H. Gortzak Inhoudsopgave

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij

Masterscriptie. Onzakelijke lening opzij Masterscriptie Onzakelijke lening opzij De fiscale gevolgen van een onzakelijke lening opzij voor de Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001 Student: Crystal Overman ANR: 698139 Opleiding:

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu?

Voordat we toekomen aan het leerstuk van de. Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Tien jaar onzakelijke lening: waar staan we nu? Het in 2008 gewezen arrest BNB 2008/191 bleek achteraf het begin te zijn van een uitgebreide jurisprudentie van de Hoge Raad inzake het leerstuk van de onzakelijke

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Vraag 1 (4 punten) In

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening Zal er ooit een duidelijke grens getrokken worden? November 2016 Auteur: S.S.G.M. Milder Studentennummer: 315988 Studierichting: Bsc. Fiscale Economie Examencommissie: Drs. J.J.H.

Nadere informatie

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken.

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken. Den Haag, - 1 DEC. 2017 Kenmerk: 2017-0000227106 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/04930) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 7 september 2017, X Z. nr.

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

De problematiek van de. Onzakelijke Lening

De problematiek van de. Onzakelijke Lening De problematiek van de Onzakelijke Lening Bachelorscriptie Fiscale Economie Mark Kreder 10536949 A. Verheijden 15 juni 2016 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Mark Kreder, dat ik deze scriptie

Nadere informatie

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE

BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE BIJDRAGE IN HET KADER VAN DE BESPREKING VAN HET DOOR DE COMMISSIE TOTAALWINST UITGEBRACHTE RAPPORT ROB CORNELISSE Vereniging voor Belastingwetenschap 2015 DOOR HR GEKOZEN OPLOSSING: ENKEL PLAATSING VAN

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Coen Twigt 328128 Fiscale Economie Erasmus School of Economics Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr.

Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. Bachelor thesis Fiscale Economie Naam Michelle Witlox Opleiding Fiscale Economie ANR S725327 Begeleider Drs. P.J.J.M. Peeters Hoogleraar Prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De inleiding

Nadere informatie

Het belang van een goed juridisch document

Het belang van een goed juridisch document Het belang van een goed juridisch document Ontbijtbijeenkomst Zwolle, 24 november 2011 Nanda van Bergen, Sanne van der Meulen en Silvia Martens-Pels Inleiding In de praktijk worden afspraken niet of nauwelijks

Nadere informatie

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies

De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies De fiscale werking van de onzakelijke lening opzij m.b.t. tot het afwaarderingsverlies en liquidatieverlies Naam : Ashanti Eustace Erasmus Universiteit Bachelor Fiscale Economie Begeleider: Rolph van Ovost

Nadere informatie

CTOUCH Holding B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

CTOUCH Holding B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015 CTOUCH Holding B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 64108503 Vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 1 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Inhoudsopgave Verslag van de directie 3 Jaarrekening 2005 Algemene toelichting 4 Balans per 31 december

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening

De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De winstbepalingsvraagstukken van de onzakelijke lening Auteur: Shanna Cai Opleiding: Bachelor Fiscale Economie Studentnummer:

Nadere informatie

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2012 - Algemene toelichting 3 - Balans per 31 december 2012 4 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2012 5 - Toelichting op de balans 6 - Toelichting

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Dutch Residential Fund V BV. Jaarrekening 2010

Dutch Residential Fund V BV. Jaarrekening 2010 Dutch Residential Fund V BV Jaarrekening 2010 Inhoudsopgave pagina Directieverslag 3 Jaarrekening 1. Ten geleide 4 2. Grondslagen van waardering van activa en passiva en van bepaling van het resultaat

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982

ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 ECLI:NL:RBZWB:2014:7982 Instantie Datum uitspraak 26-11-2014 Datum publicatie 22-12-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 60 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Nadere informatie

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV

JAARREKENING 2014. thuis VASTGOED BV JAARREKENING 2014 thuis VASTGOED BV Inhoudsopgave 1. DOELSTELLING 5 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 6 3. WINST- EN VERLIESREKENING 2014 8 4. WAARDERINGSGRONDSLAGEN 9 5. TOELICHTING OP DE BALANS 10 6. TOELICHTING

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Publicatiebalans inzake de jaarrekening 2012-2013

Publicatiebalans inzake de jaarrekening 2012-2013 Heeneman & Partners fondsmanagement BV Publicatiebalans inzake de jaarrekening 2012-2013 Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel 56039433 2 Inhoudsopgave Pagina Balans per 31 december 2013 4 Grondslagen

Nadere informatie

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 2 De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 201 a Jaarrekening die het bestuur van een NV en een BV wettelijk verplicht is op te stellen en te overleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011

PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011 PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011 Quality Brands Online B.V. Marconilaan 6 6003 DD Handelsregister Kamer van Koophandel voor, dossiernummer 14131605 INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2011

Nadere informatie

Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam. Halfjaarcijfers 2015

Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam. Halfjaarcijfers 2015 Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam Halfjaarcijfers 2015 Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 30 juni 3 Winst- en Verliesrekening over 4 Grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening 5 Toelichting

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Lezing LWV Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Casus 1: Een bestuurder van een BV beseft, dat het faillissement van de BV onvermijdelijk is. Hij laat de BV nog enkele

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D CAPITAL BV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D CAPITAL BV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D CAPITAL BV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D CAPITAL BV 2017 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

Elite Fund Management B.V. te Naarden

Elite Fund Management B.V. te Naarden Elite Fund Management B.V. te Naarden Halfjaarbericht 2015 30 juli 2015 1 Inhoudsopgave Algemeen 3 Halfjaarbericht over de periode 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2015 4 Balans per 30 juni 2015 5 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

De Hoge Raad doet het zelf af

De Hoge Raad doet het zelf af De Hoge Raad doet het zelf af Bachelorscriptie over de onzakelijke lening in de Vennootschapsbelasting Tilburg, april 2015 Naam M.T.M. Hennevelt Anr 836684 Studierichting BSc. Fiscale Economie Examencommissie

Nadere informatie

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011. Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011. Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090 IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011 Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 3 JAARREKENING Balans per 31 december 2011

Nadere informatie

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN

AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN UNIVERSITEIT VAN TILBURG Nadruk verboden Faculteit der rechtswetenschappen AFWAARDERINGEN OP ONZAKELIJKE GELDLENINGEN Jan de Groot Studentnummer: 105272 Scriptiebegeleider: drs. F.J. Elsweier Rijssen,

Nadere informatie

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 6410.9879 Vastgesteld door de Algemene Vergadering

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie