Edelhoogachtbaar college,
|
|
- Fedde Jonker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Edelhoogachtbaar college, >< Ter aanvulling van het namens MBBBBJHBBptB.V. (hierna: belanghebbende) ingediende beroepschrift in cassatie stelt ondergetekende de volgende middelen van cassatie voor. Cassatiemiddei 1 Schending van het recht, in het bijzonder van art. 13 Wet op de vennootschapsbelasting 199 (hierna: Wet Vpb 199) en/of verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming tot nietigheid leidt, in het bijzonder het in artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht vervatte motiveringsvereiste, doordat het Hof heeft geoordeeld - in rechtsoverweging 7.3: dat uit de aandeelhoudersovereenkomst in samenhang met de door het Hof in rechtsoverweging 7.3 aangeduide documenten en passages een discrepantie blijkt tussen hetgeen partijen met de deelneming in«pbbbhebben vormgegeven en hetgeen zij metterdaad in werkelijkheid hebben beoogd; in rechtsoverweging 7.4: dat naar uit de vastgestelde feiten volgt, belanghebbende, nadat MBB» G C»door» met eigen vermogen was gekapitaliseerd, een deelneming in de vorm van aandelen B in heeft verworven, waardoor zij in 2007 meer dan vijf percent van het nominaal gestorte G kapitaal van BjBjJfjB) bezit, maar dat partijen, waarander belanghebbende, deze civielrechtelijk tussen hen geschapen rechtsverhoudingen niet daadwerkelijk hebben beoogd; - in rechtsoverweging 7.4: dat partijen, waaronder belanghebbende, met het samenstel van de door 1/7
2 ! 8 hen verrichte rechtshandelingen in werkelijkheid hebben beoogd herfinanciering te bewerkstelligen van de lening die door het bankensyndicaat geleid door flbbbbbl enflbbbbb>j Va BJ) was verstrekt; ^^^^m*.. an 8 B c < c F F B F E F B C C - *, rechtsoverweging 7.4: dat de door partijen, waaronder belanghebbende, geconstrueerde structuur de volledige terugbetaling van het door het nieuw gevormde bankensyndicaat, waaronder belanghebbende aanabbbbb verstrekte bedrag van EUR borgt, afgezien van het kredietnsico dat Iedere crediteur bij insolventie van de schuldenaar loopt, dat het bedrag door de drie banken m ieder geval na drie jaren kan worden teruggevorderd, en dat de vergoeding voor de verstrekking van het bedrag vaststaat en derhalve niet van de winst afhankelijk is; - in rechtsoverweging 7.5: dat het in 7.4 overwogene, gevoegd bij de vaststelling dat de door partijen civielrechtelijk tot stand gebrachte rechtshandelingen de belangen van derden niet hebben beïnvloed het Hof tot de conclusie leidt dat voor de beoordeling van het onderhavige geschil ervan moet worden uitgegaan dat de geldverstrekking door de drie banken moet worden aangemerkt als een geldlenmg en etgeen zij uit hoofde van het belang in «BBBBB ontvangen heeft te gelden als rente en terugbetaling op de geldlening; een e n ander ten onrechte, althana OD.gronden^ze oordelen niet kunnen dragen, omdat s Hofs oordelen ofwel blijk geven van een onjuiste opvatting van het begrip schijnhandeling ofwel zonder nadere toelichting - die ontbreekt - niet begrijpelijk zijn. Toelichting 1 H o l d i n g N V - < hierna: h«eft in 2005 een openbaar bod uitgebracht op de niet in haar bezit zijnde aandelen BBBBBB» N.V. (hiema: BB NV) BBBBB heeft als gevolg daarvan haar belang in«nv uitgebreid. Ten behoeve van de financiering is een banklening van EUR 500 miljoen aangetrokken van een consortium van zes banken waaronder Ml en BBB). In het najaar van 2007 was de hoofdsom van de financiering door gedeeltelijke terugbetaling verminderd tot ongeveer EUR 375 miljoen. 2. In 2007 is doorbbbbb metbb» overieg**gevoerd over een vervangende vorm van financiering, te verstrekken door een nieuw te vormen groep van banken, waaronder «Ben BPe voorwaarden van de bestaande financiering stonden ter discussie en bovendien,, I "** BBB) als houdstermaatschappij geen tot weinig inkomsten die niet onder de de.ejnemingsvrijstelling vielen. Zij bouwde, als gevolg van de rentelasten, een structureel fiscaal«eriie&q» terwijl de rente-inkomsten bij de banken belast waren. BBBBJ heeft een nieuwe vennootschap opgericht, BBBBB) B V (hierna-bbhbjbj) waarin zij de aandelen BB NV heeft ingebracht tegen uitreiking van A en B aandelen De aandelen B zijn onmiddellijk daarna voor ongeveer EUR 375 miljoen verkocht aan een besloten fonds voor gemene rekening, met de banken, waaronder belanghebbende als participanten. Het aan belanghebbende toe te rekenen aandelenbelang in BBBuï valt
3 volgens haar onder de deelnemingsvrijstelling (een belang van meer dan 5%). Volgens de Inspecteur is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing en zijn de opbrengsten aan te merken ais rente (kredietinkomsten). Het Gerechtshof te 's-gravenhage heeft in zijn uitspraak van 14 augustus 2012 geoordeeld dat voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling geen plaats Is. Tegen deze uitspraak richt zich het onderhavige beroep in cassatie. In rechtsoverweging 7.2 heeft het Hof vooropgesteld dat "naar vaste rechtspraak ter beantwoording van de vraag of een geldverstrekking als een geldlening dan wel als een (informele) kapitaalverstrekking heeft te gelden, als regel een formeel criterium moet worden aangelegd, zodat in beginsel de civielrechtelijke vorm beslissend is voor de fiscale gevolgen. Deze regel lijdt onder meer uitzondering indien naar de schijn sprake is van een kapitaalverstrekking, terwijl partijen in werkelijkheid hebben beoogd een geldlening tot stand te brengen, welke zij als kapitaalverstrekking hebben vormgegeven (HR 10 augustus 2001 nr. 3.2, LJN AB3238, BNB 2001/34)." Uit de oordelen van het Hof opgenomen in rechtsoverweging 7.3, - er blijkt "een discrepantie tussen hetgeen partijen (..) hebben vormgegeven en hetgeen zij metterdaad In werkelijkheid hebben beoogd", - rechtsoverweging "maar hebben partijen, waaronder belanghebbende, deze civielrechtelijk tussen hen geschapen rechtsverhoudingen niet daadwerkelijk beoogd" - en eveneens rechtsoverweging dat partijen "met het samenstel van de door hen verrichte rechtshandelingen In werkelijkheid hebben beoogd herfinanciering te bewerkstelligen", waarmee het Hof kennelijk bedoelt een herfinanciering anders dan door middel van een kapitaalverstrekking -, leidt belanghebbende af dat het Hof heeft aangenomen dat in het onderhavige geval sprake is van schijnhandelingen, en wel van relatieve schijnhandelingen. Uit de gedingstukken kan evenwel geen andere conclusie worden getrokken dan datobbbb) en het nieuwe bankenconsortium onder leiding van MB en Mtvan begin af aan de bedoeling hadden de herfinanciering van de eerste geldlening niet (wederom) te doen plaatsvinden in de vorm van een overeenkomst van geldlening. In plaats daarvan zou een wijze van financiering worden gekozen, waarvan de kern was dat de banken door middel van preferente aandelen zouden deelnemen in het gestorte kapitaal van fbbjhi(in de gedingstukken ook wel aangeduid met de term "structured finance solution"). Partijen wilden aldus voorkomen dat nog langer een situatie zou bestaan waarin effectief niet aftrekbare rentelasten heeft en de banken wel belaste rentebaten genieten. Het valt niet in te zien dat en waarom BBBJ) en de banken uiteindelijk niet daadwerkelijk hebben bedoeld de rechtshandelingen te verrichten die zij - overeenkomstig het gemaakte plan - in verschillende akten (waaronder notariële akten) hebben vervat. Het Hof heeft miskend dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de bedoeling die partijen hebben bij het tot stand brengen van een rechtshandeling enerzijds en de achterliggende motieven om een rechtshandeling te verrichten anderzijds (vgl. HR 12 april 1985, NJ 198, 808).
4 Blijkens rechtsoverweging 7.3 heeft het Hof zijn oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van schijnhandelingen mede doen steunen op de correspondentie vermeld in de onderdelen 3.3 t/m 3.9 van de bestreden uitspraak. In die correspondentie wordt evenwel consequent ervan uitgegaan dat een financiering in de vorm van preferente aandelen zou worden gerealiseerd, dus dat een structuur zou worden gerealiseerd waarin de banken zouden deelnemen in het gestorte kapitaal van I M *» en waarin zij juist geen geldlening zouden verstrekken. De hier bedoelde correspondentie kan daarom niet bijdragen tot het oordeel dat de geldverstrekking door de banken in werkelijkheid een lening vormt. Minst genomen had het Hof op dit punt een nadere motivering dienen te geven, welke echter ontbreekt. Het Hof maakt in het geheel niet duidelijk welke van de door partijen verrichte rechtshandelingen precies als "schijn" moeten worden beschouwd. Het maakt evenmin duidelijk welke rechtshandelingen partijen dan wel tot stand hebben gebracht. Het Hof had meer inzicht moeten geven in zijn gedachtegang. In rechtsoverweging 7.4 neemt het Hof terecht aan dat belanghebbende een belang van meer dan vijf procent van het nominaal gestorte kapitaal van Bbezit in Vervolgens overweegt het Gerechtshof echter "maar hebben partijen, waaronder belanghebbende, deze civielrechtelijk tussen hen geschapen rechtsverhoudingen niet daadwerkelijk beoogd". Daarbij wordt door het Hof niet aangegeven welke rechtsverhoudingen (meervoud) het hier betreft. In onderdeel 7.4 overweegt het Hof voorts: "met het samenstel van de door hen verrichte rechtshandelingen" is in werkelijkheid beoogd herfinanciering te bewerkstelligen. Ook daarbij blijft onduidelijk op welke specifieke 'rechtshandelingen* of samenstel daarvan het Hof hier het oog heeft. In rechtsoverweging 7.5 oordeelt het Gerechtshof "dat voor de beoordeling van het onderhavige geschil ervan moet worden uitgegaan dat de geldverstrekking door de drie banken moet worden aangemerkt als een geldlening". Het Hof preciseert hierbij niet op welke rechtshandeling het met de aanduiding 'geldverstrekking' doelt; ook uit de verdere context wordt dit niet duidelijk. Het fonds van de banken heeft gelden voldaan aan mmê als koopsom voor de aandelen B in Door de verwerving van de aandelen B is het fonds een deelneming in het gestorte kapitaal van laatstgenoemde vennootschap gaan houden. Uit de uitspraak valt niet op te maken of het Hof een - als geldlening aan te merken - geldverstrekking aan mmm» heeft aangenomen of een - als geldlening aan te merken - geldverstrekking aan MBBBB Hierdoor blijft in het vage welke situatie naar het oordeel van het Hof in werkelijkheid door partijen zou zijn beoogd. In dit verband is opmerkelijk dat (I) het Hof in rechtsoverweging 7.2 een toetsingskader schetst dat ontleend is aan het arrest HR 10 augustus 2001, BNB 2001/34 - in welk arrest werd geoordeeld over een geldverstrekking door een moedervennootschap aan een dochtervennootschap - waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het storten van kapitaal op de aandelen B van MMHJdoor
5 E B B het Hof als schijnhandeling is aangemerkt, (ii) het Hof in rechtsoverweging 7.4 overweegt dat in werkelijkheid is beoogd "herfinanciering te bewerkstelligen van de lening die door het bankensyndicaat geleid door a n j j p j en *»N.V. aan * - was verstrekt", waarmee een geldverstrekking door de banken aan MBBB wordt gesuggereerd, en (Iii) het Hof in rechtsoverweging 7.5 oordeelt dat ervan moet worden uitgegaan dat de geldverstrekking moet worden aangemerkt als een geldlening en hetgeen de banken, waaronder belanghebbende, hebben ontvangen uit hoofde van het belang in'bj'oybbheeft te gelden als rente en terugbetaling op de geldlening, wat weer wijst op een als geldlening aan te merken geldverstrekking door de banken aan BJBBBB. Door dit alles is het oordeel van het Hof onvoldoende gemotiveerd en onbegrijpelijk. B C C Voor de Rechtbank en het Hof (onder meer op bladzijde 4 van de aanvulling van het hoger beroep) heeft belanghebbende aangevoerd dat partijen beoogden dat de aandelen B eigen vermogen vormden. Dit laatste blijkt ook uit het feit dat de voorwaarden van de aandelen B aanmerkelijk verschillen van de voorwaarden die door de banken gesteld zouden zijn bij een financiering in de vorm van een geldlening. Zo kennen de aandelen B geen vaste looptijd en zljnzijniet op enig moment aflosbaar, andere dan bij liquidatie van de vennootschap. MB) had jegens «BPBB) een call optie op de aandelen BB Het was echter op voorhand wezenlijk onzeker of deze call optie uitgeoefend zou worden. Als de uitoefening niet had plaatsgevonden, was de structuur in 2010 niet ontmanteld. De voorwaarden van de aandelen B bevatten ook niet de bepalingen die gebruikelijk zijn bij vreemd vermogen financieringen, zoals garanties en convenantes In de jaarrekeningen vanbbjbjbben het fonds voor gemene rekening van de banken, welke zijn voorzien van goedkeurende verklaringen van verschillende registeraccountants feybbbbjbjbjbjbbb), zijn de aandelen B als eigen vermogen van MBBBB aangemerkt. De enkele verwijzing door het Hof in rechtsoverweging 7.3 naar de overeenkomsten in samenhang bezien, is ook gelet op de door belanghebbende voor de Rechtbank en het Hof naar voren gebrachte feiten en omstandigheden, niet voldoende als motivering van 's Hofs oordeel. In rechtsoverweging 7.4 gaat het Hof in op de risico's die belanghebbende loopt in verband met het belang in BBJBBB Het Hof overweegt dat 'de structuur' de volledige terugbetaling van het door het nieuw gevormde bankensyndicaat 'verstrekte' bedrag borgt, onder meer door pandrechten op de aandelen A en de aandelen BB NV. Daarnaast overweegt het Hof dat de drie banken geen koersrisico lopen, dat het bedrag na drie jaar kan worden teruggevorderd, dat de vergoeding voor de verstrekking vaststaat en niet van de winst afhankelijk is. Afgezien van de omstandigheid dat voornoemde overwegingen onbegrijpelijk zijn (zie hierna onder 13) is de vraag of en, zo ja, in hoeverre een 'risico' zou worden gelopen niet relevant voor de beoordeling of sprake is van een schijnhandeling. Het mitigeren van risico's bij leningen en/of bij kapitaalverstrekkingen kan op zichzelf beschouwd geen grond zijn om aan te nemen dat iets anders beoogd zou zijn dan de gekozen civielrechtelijke vorm.
6 U 13. Belanghebbende heeft op bladzijde 3 en 4 van de aanvulling van het hoger beroep nog eens verwoord datuit de ferten niet anders kan worden afgeleid dan dat zowel de voordelen als de nadelen uit hoofde van de aandelen B voor haar rekening komen. Belanghebbende is gerechtigd om vrijelijk te beschikken over de dividenden die worden-uitgekeerd op de aandelen B. Een waardedaling van de aandelen B komt ook volledig voor haar rekening. Belanghebbende kan een veriies op de aandelen B op geen enkele wijze verhalen op een derde, ook niet op ' JJJJJJJJjJjft en er zijn geen afspraken gemaakt over de terugkoop van de aandelen. In fiscaal opzicht liep belanghebbende eveneens risico. Enerzijds behoren de door G haar ontvangen dividenden op de aandelen B in SBBBB) op grond van de deelnemingsvrijstelling niet belastbaar te zijn. Anderzijds echter zou een waardedaling vaa de aandelen B niet aftrekbaar zijn geweest. De waarde van die aandelen hing af van de c c ' «aarde van de door WMWm gehouden» NV aandelen. Een waardedaling van de#» NV aandelen kwam weliswaar niet onmiddellijk ten laste van de aandelen B, omdat deze preferent zijn boven de aandelen A, maar de beurswaarde kan in zeer korte tijd verdampen en belanghebbende liep risico bij de activiteiten van BBJBBB- Betreffende het dividend heeffbelanghebbende op bladzijde 5 van de aanvulling van het hoger beroep opgemerkt dat de uitkering van het preferente dividend (de vergoeding voorde verstrekking, zoals het Hof dit noemt) niet slechts afhankelijk Is van de winst, maar ook van de overigens aanwezige 'vrije reserves'. Zoals in het 10 dagen stuk voor het Hof is toegelicht, is de wijze waarop het uitkeren van dividend op de aandelen B is geregeld alleszins gebruikelijk voor preferente aandelen. Gezien de hiervoor gememoreerde ferten en omstandigheden kan niet worden geconcludeerd - zoals het Hof klaarblijkelijk heeft gedaan - dat een verplichting is ontstaan tot terugbetaling van de meergenoemde 375 miljoen, hetgeen essentieel zou zijn voor het bestaan van een geldlening, 's Hofs andersluidende oordeel is mitsdien onbegrijpelijk. Cassatiemiddei 2 Schending van het recht, in het bijzonder van art. 13 van de Wet op de vennootschapsbelasting 199 (hierna: Wet Vpb 199) en/of verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming tot nietigheid leidt, in het bijzonder het in artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht vervatte motiveringsvereiste, doordat het Hof In rechtsoverweging 7. heeft overwogen dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling geen plaats is, wat er zij van de daartoe gebezigde gronden, zulks ten onrechte en/of op gronden die deze beslissing niet kunnen dragen, omdat het Hof belanghebbendes grieven tegen het oordeel van de Rechtbank gegrond had ' behoren te bevinden. Toelichting 14. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de aan de door belanghebbende gekozen rechtsvorm verbonden fiscale gevolgen, te weten toepassing van de deelnemingsvrijstelling op de voordelen die belanghebbende uh haar B-aandelen ontvangt, niet aanvaardbaar zijn gezien het economische resultaat van die gekozen rechtsvorm en gelet op de strekking van de Wet
7 Conclusie Vpb De Rechtbank verwijst in de uitspraak naar het arrest van uw Raad van 15 december 1999^^ UN: AA3B2, BNB 2000/128. Blijkbaar is de Rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een schijnhandeling, maar dat plaats is voor'een 'zelfstandige fiscale kwalificatie', zoals door uw Raad verwoord in voornoemd arrest. In de procedure voor het Hof heeft belanghebbende onder aanvoering van gronden geklaagd dat de beslissing van de Rechtbank onjuist ia. Het Hof had de klachten van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank gegrbn* moeten verklaren en de uitspraak van de Rechtbank behoren te vernietigen. w,.v< Belanghebbende verzoekt Uw Raad^op grond variée bovenstaande middelen, of door Uw Raad ambtshalve aanwezig bevonden'gronden, de uitspraak van het Hof te vernietigen met zodanige verdere beslissing als Uw Raad juist acht. Belanghebbende verzoekt Uw Raad voorts de Staat te veroordelen tot vergoeding van belanghebbendes proceskosten. Belanghebbende zou gaarne in de gelegenheid worden gesteld om haar zaak bij (pro forma) pleidooi nader toe te lichten. Hoogachtend,
Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieBESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar
Nadere informatieCxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936
CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatie2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te
i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,
Nadere informatie2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:
'"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep
Nadere informatieDenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450
Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieDe Hoge Raad der Nederlanden,
2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.
Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,
Nadere informatieHOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen
HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieR/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:
R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft op 24 maart 2004 bij de gemeente Zaanstad een aanvraag voor eén bouwvergunning eerste fase ingediend.'
Edelhoogachtbaar College^ Bi] brief van 16 september 2011 heeft uw College gewezen op de mogelijkheid tot het instellen van Incidenteel beroep in cassatie. Hierbij maak ik van deze mogelijkheid gebruik.
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieMIDDEL I (invloed bedrijfsdoel op 'eenzelfde economische functie')
^ ^ i Kc[ MIDDEL I (invloed bedrijfsdoel op 'eenzelfde economische functie') Schending en/of verkeerde toepassing van het recht, meer in het bijzonder van artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting
Nadere informatieD E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,
21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Stamrechtovereenkomst tussen oprichter en BV i.o. is mogelijk, mits binnen redelijke termijn BV tot stand komt en overeenkomst bekrachtigd. Gehele aanspraak belast omdat stamrechtovereenkomst gedeeltelijk
Nadere informatieten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i
il-óil^/gcas Edelhoogachtbaar College, Belanghebbende: wonende te (België), ten deze vertegenwoordigd door en domicilie kiezende ten kantore van advocaat/belastingkimdig^ i heeft bij brief van 25 maart
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659
ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende
Nadere informatieWaardering stamrechtverplichting met inachtneming van rekenrente van 4%
Waardering stamrechtverplichting met inachtneming van rekenrente van 4% ECLI:NL:GHDHA:2015:1984 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 15-07-2015 Zaaknummer Formele
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:6759
ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatie2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieGerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK
Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:
ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele
Nadere informatieEdelhoogachtbare dames, heren,
Edelhoogachtbare dames, heren, Onder verwijzing naar uw schrijven d.d. 23 juli 2012 treft u in het navolgende de cassatiemiddelen en de daarbij behorende toelichting en concludering aan. De machtiging
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM1206
ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatie1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.
MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BX8537
ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.
Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1341
ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden
Nadere informatieBESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 18 februari 1999
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 18 februari 1999 Vonnisnummer : 1997-144 Datum : 18 februari 1999 Rechters : mrs. A.W.M. Bijloos, voorzitter, J.K. Moltmaker en Th. Groeneveld, leden Middel : Winstbelasting
Nadere informatie1 Cassatiemiddelen. X fl c t> 'C. 1.1 Inleiding. Edelhoogachtbaar college,
Edelhoogachtbaar college, Op 6 november 2013 is namens BV (hierna: BV)MB beroep in cassatie aangetekend tegen de gecombineerde uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) van 26 september
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College,
Hoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College, Hierna zet ik namens en ten behoeve van mijn cliënt, wonende aan de WÉH^M^^^^ te te mijnen kantore, hierna te noemen: "belanghebbende", die te dezer
Nadere informatieConclusie. Wetsverwijzingen Successiewet , geldigheid: BNB 1996/87 FED 1995/908 FED 1996/634 WFR 1995/1928 V-N 1995/4496, 15
ECLI:NL:PHR:1995:AA3111 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-12-1995 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 30403 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:1995:AA3111 Rechtsgebieden
Nadere informatie3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:
Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:6801
pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BQ3190
ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ3190 Instantie Datum uitspraak 13-04-2011 Datum publicatie 02-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 09/5057 IB/PVV Belastingrecht
Nadere informatieHuwelijksvermogensrecht journaal. September 2015
Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388
ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:20
ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337
ECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2011 Datum publicatie 13-07-2012 Zaaknummer 10/2873 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieBESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatie1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieAanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/
Nadere informatieNegatieve uitgaven voor inkomensvoorziening bij overdracht lijfrenteverplichting aan niet toegelaten aanbieder ECLI:NL:GHDHA:2016:4037
Negatieve uitgaven voor inkomensvoorziening bij overdracht lijfrenteverplichting aan niet toegelaten aanbieder ECLI:NL:GHDHA:2016:4037 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644
ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-10-2002 Datum publicatie 08-10-2002 Zaaknummer 01/3644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument
Nadere informatieLJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755
LJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755 Datum uitspraak: 29-08-2012 Datum publicatie: 12-09-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Belanghebbende, een
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712
ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:8365
ECLI:NL:RBZWB:2014:8365 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 16-01-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 13 _ 1357 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580
ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546
ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieNu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.
Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:164, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
ECLI:NL:HR:2016:2036 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2016 Datum publicatie 09-09-2016 Zaaknummer 15/00707 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205,
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268
ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-09-2006 Datum publicatie 13-10-2006 Zaaknummer AWB 06/2133 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieLJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie
LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2003:AH9296
ECLI:NL:GHARN:2003:AH9296 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 19-06-2003 Datum publicatie 07-07-2003 Zaaknummer 01-01586 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP
CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder
Nadere informatieCONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN
OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,
Nadere informatieGERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]
Nadere informatieHOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes)
HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieVENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde vennootschap terecht in aftrek gebracht; geen onzakelijke lening
VN 2010/35.11 Hof Arnhem, MK II, 27 april 2010, nr. 09/00092 (Spek, Kooijmans, Boxem) Regeling Art. 8, lid 1, Wet VPB 1969 Essentie VENNOOTSCHAPSBELASTING Afwaarderingsverlies op geldlening aan gelieerde
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229
ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637
ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieBewijslastverdeling bij gestelde uitputting
Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-014 d.d. 14 februari 2018 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. W.J.J. Los, mevr. mr. A. Smeeing-van Hees en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en mevr. mr. H.C.
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2098
ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:634
ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:7283 Instantie Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 1400206 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:582,
Nadere informatieFiscale workshop Renteaftrekbeperkingen
Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatie«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.
P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2017:1974
ECLI:NL:RBZWB:2017:1974 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 02-05-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 7470 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:310
pagina 1 van 6 ECLI:NL:GHAMS:2014:310 Instantie Datum uitspraak 30-01-2014 Datum publicatie 12-02-2014 Zaaknummer 12/00966 Rechtsgebieden Gerechtshof Amsterdam Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieHET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer;
Belastingkamer: Nummer: 883/79 HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. voorheen de vennootschap
Nadere informatie