De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak"

Transcriptie

1 De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip Bezien vanuit de redeemable preference shares -zaak Diederik Kales H. Vermeulen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscaal Recht 27/02/2014

2 2

3 Lijst van gebruikte afkortingen AvA Algemene vergadering van Aandeelhouders blz. bladzijde BNB Beslissingen in belastingzaken, Nederlandse Belastingrechtspraak BV besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NV naamloze vennootschap BW Burgerlijk Wetboek FED FED Weekblad Fiscaal FM Fiscale Monografieën Hoge Raad Hoge Raad der Nederlanden nr. nummer NTFR Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht TFO Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht TVVS Tijdschrift voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen V-N Vakstudie Nieuws Wet IB 2001 Wet inkomstenbelasting 2001 Wet VPB 1969 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad voor fiscaal recht 3

4 4

5 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen... 3 Inhoudsopgave Inleiding Hybride financieringsvormen Fiscaal hybride Doel van fiscaal hybride financieringsvormen Grensoverschrijdende kwalificatie Bedrijfseconomisch hybride en het verschil in algemene zin met het fiscaal hybride-begrip Conclusie Fiscaalrechtelijk eigen vermogen Karakteristieken van het civielrechtelijk eigen vermogen Soorten aandelen Gewone aandelen, prioriteitsaandelen en preferente aandelen Conclusie Vreemd vermogen fiscaal gezien als eigen vermogen Schijnlening Deelnemerschapslening Bodemloze putlening De onzakelijke lening Conclusie: voor onbepaalde tijd onderdeel van het vermogen Redeemable Preference Shares De feiten De rechtbank Haarlem Hof Amsterdam Geen invloed op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip De conclusie van Advocaat-Generaal Wattel Herkwalificatie van eigen vermogen Omgekeerde toepassing deelnemerschapslening Assimilatie Aanvullende kwalificatiemethode De slotsom van de Advocaat-Generaal De Hoge Raad Conclusie Een andere benadering Aanpassing Moeder-Dochterrichtlijn Gelijk behandeling eigen vermogen en vreemd vermogen Betekenis voor het eigen vermogen begrip Conclusie Conclusie Literatuurlijst

6 6

7 1 Inleiding In deze scriptie zal de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip behandeld worden. De fiscale werkelijkheid wijkt op sommige punten af van de civielrechtelijke werkelijkheid. Zo zijn er enkele op zichzelf staande fiscaalrechtelijke begrippen die niet gelijk zijn aan hun civiele tegenhangers. Het eigen vermogen begrip is hier een voorbeeld van. Er is dus een op zichzelf staand fiscaalrechtelijk eigen vermogen begrip. Dit fiscaalrechtelijk eigen vermogen begrip was tot voor kort een vast gegeven. In de redeemable preference shares -zaak is echter het fiscaalrechtelijk eigen vermogen begrip wederom ter discussie komen te staan. De mogelijkheid tot fiscaalrechtelijke herkwalificatie van eigen vermogen naar vreemd vermogen wordt in de zaak belicht. De Rechtbank Haarlem, het Hof Amsterdam en Advocaat-Generaal Wattel komen allen tot een andere conclusie wat betreft de mogelijkheid en noodzaak tot herkwalificatie van civielrechtelijk eigen vermogen in fiscaalrechtelijk vreemd vermogen. Daarmee behandelen zij indirect wat de invloed is van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Is het mogelijk dat de door de fiscus ongewenste resultaten van het gebruik van hybride financieringsvormen invloed hebben op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip? Daarom staat in deze scriptie de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip centraal. Mijn probleemstelling luidt: Wat is de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip? Dat hybride financieringsvormen invloedrijk kunnen zijn door middel van de effecten die zij teweeg brengen, wordt tevens onderschreven door het feit dat er momenteel een voorstel van de Commissie van de Europese Unie tot aanpassing van de Moederdochterrichtlijn aanhangig is. Bij het gebruik van hybride financieringsvormen zouden onder dit voorstel de voordelen van de Moeder-dochterrichtlijn worden ontnomen. Dit voorstel zal tevens aan bod komen. Eerst zullen echter in hoofdstuk 2 hybride financieringsvormen beknopt worden behandeld. Er zal gekeken worden naar wat hybride financieringsvormen zijn en wat hybride financieringsvormen tot doel hebben. Tevens zal het onderscheid tussen fiscaalrechtelijke hybride financieringsvormen en bedrijfseconomische hybride financieringsvormen belicht worden. Vervolgens zal in hoofdstuk 3 het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip behandeld worden. Hierbij wordt gekeken naar de karakteristieken van het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Wat zijn de wezenskenmerken van het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip? Daarna zal de zaak die in deze scriptie centraal staat geanalyseerd worden. De invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip zal aan de hand van de redeemable preference shares -zaak worden bezien in hoofdstuk 4. Daarbij zullen eerst kort de feiten van de zaak worden belicht. Dan zullen de uitspraken van de Rechtbank Haarlem en het Hof Amsterdam worden besproken. Daarna wordt de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel uitgebreid bekeken. En als laatste wordt gekeken naar het arrest van de Hoge Raad en wat deze zaak voor invloed heeft op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. 7

8 Ten slotte zal in hoofdstuk 5 nog gekeken worden naar twee andere benaderingen ten aanzien van hybride financieringsvormen waarbij het effect van hybride financieringsvormen mogelijk (deels) weg wordt genomen. Dit zou namelijk de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip kunnen veranderen. Eerst zal het eerder genoemde voorstel tot aanpassing van de Moeder-dochterrichtlijn in dit licht worden behandeld. Daarna zal een fiscaal gelijke behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen worden bekeken. In de conclusie in hoofdstuk 6 zal aan de hand van deze onderdelen de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip worden behandeld. 8

9 2 Hybride financieringsvormen In dit hoofdstuk zullen hybride financieringsvormen beknopt worden behandeld. Hierbij zal allereerst in paragraaf 2.1 worden ingegaan op het hybride financieringsbegrip in het fiscale recht en wat het doel is van dergelijke financieringsvormen. Daarna wordt in paragraaf 2.2 kort ingegaan op het bedrijfseconomische hybride financieringsbegrip en wat het verschil is met het fiscaalrechtelijke hybride financieringsbegrip. Dit verschil is belangrijk voor het te hanteren begrip binnen deze scriptie, namelijk het fiscaalrechtelijk hybride financieringsbegrip. In paragraaf 2.3 volgt de conclusie. Hybride financieringsvormen worden ook wel mezzanine financieringsvormen genoemd; de term hybride financieringsvormen zal echter worden aangehouden. 2.1 Fiscaal hybride De termen hybride vermogen, hybride financieringsvorm of hybride lening komen in fiscaalrechtelijke zin allemaal op hetzelfde neer. Namelijk, fiscaalrechtelijk wordt bij hybride vermogen gedacht aan een hybride lening. In de woorden van Duffhues: zo niet gedefinieerd als een hybride lening. 1 Het gaat hierbij, als we het over een hybride lening hebben, om een lening met kapitaalskenmerken. Een lening is vreemd vermogen, kapitaal is eigen vermogen. Het is dus een combinatie, hybride, tussen vreemd vermogen en eigen vermogen Doel van fiscaal hybride financieringsvormen De achtergrond van het gebruik van hybride financieringsvormen in het fiscale recht is de ongelijke behandeling tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. De kosten die ten aanzien van vreemd vermogen worden gemaakt, zijn aftrekbaar van de winst. Dit leidt uiteindelijk tot verlaging van het belastbare bedrag wat belastingvoordeel en dus kostenbesparing betekent. Daarentegen zijn dividenduitkeringen niet ten laste van de winst te brengen. Dit betekent geen verlaging van het belastbare bedrag. De ontvanger van rente of dividend zal in beginsel wel belasting moeten betalen over de ontvangen rente of dividend. Fiscaal wil men bereiken dat een hybride financieringsvorm bij de verstrekker van de financiering als eigen vermogen wordt gezien. In de situatie waarin de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, worden namelijk de gelden, ontvangen vanwege de financiering, gezien als dividenduitkeringen die door toepassing van artikel 13 Wet VPB 1969 onder de deelnemingsvrijstelling vallen, mits er een deelneming wordt gehouden. Deze dividenduitkeringen zijn dan niet belast. De ontvanger van de financiering wil juist dat de financiering gezien wordt als vreemd vermogen. De gelden die voor financiering betaald moeten worden zijn dan kosten die ex artikel 3.8 Wet IB 2001 jo artikel 8, lid 1 Wet VPB 1969 aftrekbaar zijn. 2 1 P.J.W. Duffhues, Bedrijfseconomische aspecten van hybride vermogensvormen, TFO 2002/13. 2 Tenzij een bepaling de mogelijkheid tot aftrek verhindert. 9

10 2.1.2 Grensoverschrijdende kwalificatie Het creëren van een kwalificatiemismatch, wat beoogd wordt met hybride financieringsvormen, zal in grensoverschrijdende situaties sneller voorkomen dan in louter nationale situaties. Er kan in grensoverschrijdende situaties namelijk gebruik worden gemaakt van verschillen in rechtssystemen tussen landen. Verschillende rechtssystemen kunnen andere criteria hebben voor kwalificatie van eigen vermogen en vreemd vermogen. Door hier op in te spelen kan een financiering in het ene land als eigen vermogen gelden terwijl het in het andere land als vreemd vermogen wordt gekwalificeerd. Een dergelijke kwalificatiemismatch bestaat in een nationale situatie niet. 2.2 Bedrijfseconomisch hybride en het verschil in algemene zin met het fiscaal hybride-begrip Bedrijfseconomisch gezien, is het streven van een onderneming gericht op: het minimaliseren van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet van de onderneming ongeacht de vermogensetikettering. 3 De onderneming is dus op zoek naar een manier waarop de kosten voor financiering zo laag mogelijk worden gehouden. In deze financieringstheorie maakt het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen veel minder uit. Dit komt doordat hier, ten opzichte van het fiscale perspectief, een breder spectrum aan factoren meespeelt ten aanzien van de totale kostenpost van (een) financiering. Fiscaal is er sprake van zwart-wit denken in de visie van Duffhues. Er is maar één factor van belang. Namelijk, minder belasting betalen is de enige mogelijkheid tot kostenbesparing vanuit het fiscale perspectief. Daarmee is ook gegeven dat het onderscheid tussen vreemd vermogen en eigen vermogen fiscaalrechtelijk dus essentieel is: Kwalificatie als vreemd vermogen en dus aftrek of kwalificatie als eigen vermogen en geen aftrek bij de ontvanger van de financiering. Het bedrijfseconomische hybride vermogensbegrip is op kostenbesparing gebaseerd en daarmee dus breder dan het fiscaalrechtelijk hybride vermogensbegrip. 4 Fiscale kostenbesparing is daar een onderdeel van. Verder zijn er andere factoren die motieven kunnen zijn voor gebruik van hybride vermogensvormen. De vermogensvorm zal geënt zijn op de meest voordelige combinatie van deze factoren. Dit is dan ook wat het bedrijfseconomische hybride vermogensbegrip een stuk vager en uitgebreider maakt. 2.3 Conclusie Fiscale hybride financieringsvormen zijn als volgt kort samen te vatten. Het gaat om mengvormen van vreemd vermogen en eigen vermogen. Waarbij enerzijds gebruik wordt gemaakt van het feit dat de kosten betreffende vreemd vermogen aftrekbaar zijn en anderzijds, namelijk in situaties waarin de deelnemingsvrijstelling van 3 P.J.W. Duffhues, Bedrijfseconomische aspecten van hybride vermogensvormen, TFO 2002/13. 4 Een verdere uitwerking van deze hybride vermogensvormen is te vinden in: P.J.W. Duffhues, Bedrijfseconomische aspecten van hybride vermogensvormen, TFO 2002/13. 10

11 toepassing is, het feit dat dividend onbelast kan worden ontvangen. Dat is de situatie waarin hybride financieringsvormen het meest gunstig zijn. Bedrijfseconomisch zijn hybride financieringsvormen een veel breder begrip omdat, anders dan in het fiscale recht, meerdere factoren tot kostenbesparing kunnen leiden. Fiscaalrechtelijk is het verschil in de behandeling tussen eigen vermogen en vreemd vermogen de enige basis waarop kostenbesparing kan plaatsvinden. Terwijl dit bedrijfseconomisch slechts één van de factoren is. Het gaat in feite om het verschil tussen het grootste belang: dat van etikettering of dat van de kostenvoet. Hybride financieringsvormen zijn in het fiscale recht dus hybride leningen waarbij gebruik wordt gemaakt van kwalificatieverschillen van verschillende rechtsstelsels op het gebied van eigen vermogen en vreemd vermogen met als doel het creëren van een aftrekpost voor de kosten verbonden aan financiering en een onbelaste ontvangst van de vergoeding van de financiering. 11

12 12

13 3 Fiscaalrechtelijk eigen vermogen De civielrechtelijke vorm is leidend voor de kwalificatie van geldverstrekkingen in het fiscale recht. Dit is vaste rechtspraak van de Hoge Raad. 5 Hieruit is op te maken dat er bij het civiele recht moet worden aangeknoopt voor een begrip van de definitie van het fiscaalrechtelijk eigen vermogen. Het gaat hierbij om een formeel criterium. 6 Formele vormgeving is namelijk civielrechtelijk het uitgangspunt, tenzij sprake is van een schijnhandeling en de wil van partijen niet overeenkomt met de formele vormgeving. In dit hoofdstuk zal daarom eerst in paragraaf 3.1 het civielrechtelijk eigen vermogenbegrip behandeld worden om zo tot de karakteristieken van het civielrechtelijk eigen vermogen te komen. Daarna zullen er in paragraaf 3.2 drie uitzonderingen worden behandeld op de fiscaalrechtelijke hoofdregel dat civielrechtelijke kwalificatie leidend is. Concluderend zal in paragraaf 3.3 gekeken worden naar de gemeenschappelijke karakteristieken van het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. Het civielrechtelijk eigen vermogenbegrip zal worden behandeld vanuit het perspectief van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met de daarbij behorende artikelen uit boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 3.1 Karakteristieken van het civielrechtelijk eigen vermogen Het eigen vermogen van een kapitaal vennootschap bestaat uit kapitaal dat is verschaft door middel van uitgifte van aandelen. 7 Kenmerkend voor het eigen vermogen van een vennootschap is dat het (in principe) aan de vennootschap voor onbeperkte tijd ter beschikking staat. Pas bij vereffening van de vennootschap en na voldoening van alle schuldeisers maken de aandeelhouders aanspraak op een overeenkomstig deel van het overgebleven vermogen van de vennootschap. Een aandeelhouder is dus achtergesteld ten opzichte van alle schuldeisers. Hier tegenover staat dat een aandeelhouder aanspraak maakt op een gedeelte van de winst; dit geldt echter ook voor de verliezen. Hierbij is het zo dat het delen in de verliezen van de vennootschap is gemaximeerd tot het bedrag van inleg. Er wordt niet verder in de verliezen gedeeld dan het bedrag dat op de aandelen is gestort. Het gedeelte van de winst waar een aandeelhouder aanspraak op maakt bestaat in de vorm van dividend. 8 Echter, er bestaat wel de mogelijkheid om een aandeel uit te sluiten van het verkrijgen van dividend. In een dergelijk geval ontvangt de desbetreffende aandeelhouder dus geen gedeelte van de (eventuele) winst. 5 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ W. Bon en R.P.C. Cornelisse, Aandelen kunnen feitelijk [fiscaal] niet functioneren als vreemd vermogen, WFR 2008/ P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, nr Artikel 2:216 BW. 13

14 Naast, over het algemeen, het verkrijgen van een recht op dividend, krijgt een aandeelhouder ook zogeheten zeggenschapsrechten. Hiermee krijgt een aandeelhouder (enigszins) invloed op het te voeren beleid van de betreffende vennootschap. Op deze manier heeft de aandeelhouder deels invloed op wat er met zijn investering in de vennootschap gebeurt. Misschien wel de belangrijkste van deze zeggenschapsrechten is het stemrecht 9. Dit komt omdat hiermee de meeste invloed op de door de vennootschap te varen koers kan worden uitgeoefend. Ook dit kan echter statutair ten aanzien van bepaalde aandelen worden uitgesloten. 10 Tevens bestaan er zeggenschapsrechten die toezien op de Algemene vergadering van Aandeelhouders ( AvA ). Deze zijn: het recht om een AvA bij te wonen en daar het woord te voeren 11, het recht op inlichtingen 12, het recht om zelf een AvA bijeen te roepen 13 en het recht om een onderwerp op de agenda van de AvA te zetten 14. Daarnaast bestaat er verder nog het enquêterecht 15, de geschillenregeling 16 en de uitkoopregeling Soorten aandelen Aandelen komen voor in verschillende vormen met elk hun eigen kenmerken. Omdat het eigen vermogen gedefinieerd kan worden aan de hand van aandelen, is het nodig om te weten welke kenmerken het eigen vermogen allemaal kan hebben. Daarom volgt nu een bespreking van deze verschillende vormen en hun bijbehorende kenmerken Gewone aandelen, prioriteitsaandelen en preferente aandelen Allereerst valt er een onderscheid te maken tussen gewone aandelen, prioriteitsaandelen en preferente aandelen. Het uitgangspunt is een gewoon aandeel. Deze aandelen kennen aan hun eigenaar in principe gelijke rechten en verplichtingen toe naar verhouding van hun waarde. 18 Meer aandelen betekent in die situatie dus meer zeggenschap, een groter recht op dividend en een groter deel van het liquidatiesaldo. Gewone aandelen kunnen echter ook verschillend zijn doormiddel van een letteraanduiding. Hiermee kan dan weergegeven worden dat bepaalde aandelen een andere nominale waarde hebben, de prijs waartegen ze zijn uitgegeven. 19 Een letteraanduiding kan echter ook doelen op het feit dat er sprake is van een ander soort aandeel, een prioriteitsaandeel of een preferent aandeel. 9 Artikel 2:227 en artikel 2:228 BW. 10 P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, nr Artikel 2:227 BW. 12 Artikel 2:217, lid 2 BW. 13 Artikel 2:220 BW en artikel 2:222 BW. 14 Artikel 2:224a BW. 15 Artikel 2:344 BW e.v. 16 Artikel 2:235 BW e.v. 17 Artikel 2:201a BW. 18 Artikel 2:201, lid 1 BW. 19 P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, nr

15 Bij een prioriteitsaandeel kunnen bijzondere rechten worden toegekend ten aanzien van de zeggenschap. Een preferent aandeel heeft bijzondere financiële rechten. Er wordt met voorrang boven de andere aandeelhouders dividend uitgekeerd aan de houders van preferente aandelen. De dividenduitkering op een preferent aandeel is vaak ook anders dan bij een gewoon aandeel. De dividenduitkering is afhankelijk van de winst; hier wordt een percentage van uitgekeerd. Het is ook mogelijk een percentage over de nominale waarde van het betreffende aandeel uit te keren. Het percentage kan ook statutair afhankelijk gemaakt worden van de geldende marktrente. Voorwaarde blijft nog steeds dat er winst gemaakt moet worden om het dividend uit te kunnen keren. Er kan echter bepaald worden dat de aanspraak op het percentage van de nominale waarde van het aandeel doorschuift naar het volgende jaar. In het geval dat er dan voldoende winst gemaakt wordt, kan toch het gehele bedrag uiteindelijk worden uitgekeerd. Dit wordt cumulatief preferent genoemd. Binnen preferente aandelen bestaan nog super cumulatief preferente aandelen. Deze onderscheiden zich door het gegeven dat, in geval er niet genoeg winst wordt gemaakt, ook de reserves (indien aanwezig) worden aangesproken om de dividenduitkering te kunnen doen. De financiële voorrang van preferente aandelen brengt ook meteen de keerzijde van preferente aandelen met zich mee: deze is namelijk beperkt tot louter die voorrang. Meer dan het percentage van de nominale waarde wordt niet uitgekeerd, terwijl een gewoon aandeel meedeelt in de winst naar verhouding van hun waarde. Dit bedrag zou dus hoger kunnen liggen. In het geval dat de winst namelijk heel groot is, kan het bedrag dat het percentage op het gewone aandeel vertegenwoordigt groter zijn dan het percentage van de nominale waarde dat op het preferente aandeel wordt uitgekeerd. Tevens maken preferente aandelen geen aanspraak op een uitkering van het liquidatiesaldo boven het bedrag dat nominaal gestort is op de aandelen. Hier staat tegenover staat dat er in liquidatie wel uitgekeerd wordt met voorrang op de overige aandeelhouders. 22 Het is ook mogelijk aandelen uit te geven waarbij het winstrecht geheel is uitgesloten, hierbij moeten echter alle zeggenschapsrechten behouden blijven Conclusie De vrijheid omtrent de invulling van het eigen vermogen is aanzienlijk. Ten opzichte van de standaardvorm van eigen vermogen, de gewone aandelen, kan er door middel van statutaire wijzigingen en uitgifte van andere aandeelvarianten gespeeld worden met de karakteristieken van het eigen vermogen. 20 Artikel 2:201, lid 3 BW. 21 P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, nr P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, nr

16 Meer of minder zeggenschap, een dividend naar rato van het aandeel, een dividend naar een percentage van de winst en zelfs een dividend naar een percentage op basis van de marktrente van de nominale waarde van een aandeel, is mogelijk. Het onderdeel, voor onbepaalde tijd deel uitmaken van het risicodragend vermogen, blijft echter een karakteristiek die niet verandert. Zolang iemand een aandeel in zijn bezit heeft, is het presteren van de onderneming nog altijd maatgevend. De zeggenschapsrechten, verbonden aan een aandeel, kunnen deels worden ingeperkt door uitsluiting van het stemrecht. Maar enige vorm van zeggenschap, misschien is de term recht op betrokkenheid en informatie adequater, blijft ook een karakteristiek van eigen vermogen. Een aandeel, en dus eigen vermogen, heeft als karakteristiek altijd òf een winstrecht òf een stemrecht. De onlosmakelijke bijkomende zeggenschapsrechten 23 gelden (in principe) 24 voor onbepaalde tijd als risicodragend vermogen. Zoals eerder aangegeven wordt de civiele vorm fiscaalrechtelijk leidend geacht. Dit zijn dus ook de karakteristieken die aan fiscaalrechtelijk eigen vermogen zijn toebedeeld en dus ook kenmerkend zijn voor het fiscaalrechtelijk eigen vermogen. 3.2 Vreemd vermogen fiscaal gezien als eigen vermogen In de jurisprudentie van de Hoge Raad zijn drie uitzonderingen gemaakt op de eerder genoemde hoofdregel dat de civiele vorm leidend is voor de fiscaalrechtelijke kwalificatie van geldverstrekkingen. De consequentie hiervan is dat het fiscaalrechtelijke eigen vermogenbegrip ruimer is dan het civielrechtelijke eigen vermogenbegrip. Hierna volgt een behandeling van deze drie uitzonderingen zoals deze in de jurisprudentie zijn gevormd Schijnlening De schijnlening is de eerste situatie waarbij een uitzondering is gemaakt op de hoofdregel dat de civiele vorm leidend is voor de fiscale kwalificatie. In het arrest BNB 1988/ is bepaald dat er bij een schijnlening naar de materiële situatie gekeken dient te worden. Er is sprake van een schijnlening indien er formeel is overeengekomen dat er een geldlening verstrekt wordt, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een kapitaalverstrekking. In dat geval wordt er aangeknoopt bij wat er feitelijk tussen partijen is beoogd en vindt op die grond fiscale herkwalificatie plaats. Dit is ook in BNB 1954/ al bepaald: 23 De eerder besproken rechten voor de AvA, het enquêterecht, de geschillenregeling en de uitkoopregeling. 24 Het was voorheen mogelijk om aandelen voor een bepaalde tijd uit te geven en er wordt wel in de literatuur betoogd dat het mogelijk is een overeenkomst tot inkoop van de aandelen door de vennootschap te sluiten, tussen de aandeelhouder en de vennootschap. 25 HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/ HR 3 november 1954, nr , BNB 1954/

17 dat als regel geldt, dat niet beslissend is de schijn, dat is de naam, waarmede een transactie wordt uitgedost en de vorm waarin zij wordt gegoten, doch dat het aankomt op wat in werkelijkheid tussen partijen is verhandeld. Formeel overeengekomen geldleningen die materieel kapitaalverstrekkingen zijn, vallen dus ook binnen het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip Deelnemerschapslening De tweede uitbreiding van het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip betreft de deelnemerschapslening. Hier is sprake van indien een geldlening onder zulke voorwaarden wordt verstrekt dat de verstrekker in feite deel gaat nemen in de onderneming. De geldlening heeft dusdanige kenmerken dat zij fiscaalrechtelijk niet meer als lening kan worden gezien omdat deze meer aansluit bij een kapitaalverstrekking. In BNB 1998/ zijn drie cumulatieve voorwaarden geformuleerd om te bepalen of er sprake is van een deelnemerschapslening: 1. De vergoeding op de geldverstrekking moet winstafhankelijk zijn gemaakt; 2. De schuld is achtergesteld ten opzichte van alle andere concurrente schuldeisers; 3. De schuld heeft geen vaste looptijd en is slechts opeisbaar bij faillissement, surséance van betaling of liquidatie. Hierbij is later bepaald in het Prêt Participatif arrest 28 dat er bij een looptijd van meer dan 50 jaar geen sprake meer is van een vaste looptijd. Als er aan alle drie deze voorwaarden is voldaan, wordt er fiscaalrechtelijk als eigen vermogen geherkwalificeerd Bodemloze putlening De laatste situatie waarin civiel vreemd vermogen als fiscaal eigen vermogen dient te worden aangemerkt is die van de bodemloze putlening uit BNB 1988/ Hierbij zijn vooral de omstandigheden waaronder de lening wordt verstrekt van belang. Een bodemloze putlening doet zich voor in het geval dat er een geldlening verstrekt wordt op het moment dat het de schuldeiser al duidelijk is dat de lening voor een deel, of geheel, niet zal worden afgelost. Er zal voor toepasbaarheid van een bodemloze putlening sprake zijn van deelneming ex artikel 13 Wet VPB De ratio achter de bodemloze putlening is dat alleen een aandeelhouder een dergelijke lening zou verstrekken. Een normale geldverstrekker zou dit niet doen onder deze omstandigheden. Om die reden wordt een dergelijke geldverstrekking ook in de kapitaalsfeer geplaatst. 27 HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/ HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/ HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/

18 3.2.4 De onzakelijke lening In BNB 2012/37 30 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de onzakelijke lening niet tot het fiscaalrechtelijk eigen vermogen mag worden gerekend. Het wettelijk systeem biedt geen ruimte voor verdere uitbreiding dan de hiervoor genoemde drie uitzonderingen. De Hoge Raad heeft deze opvatting in haar arrest 31 bij de redeemable preference shares -zaak tevens herhaald. 3.3 Conclusie: voor onbepaalde tijd onderdeel van het vermogen Met deze jurisprudentie is het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip uitgebreid. Voor het fiscaalrechtelijke eigen vermogenbegrip is de formele civiele vorm van eigen vermogen leidend. Civielrechtelijk zijn de mogelijkheden tot vormgeving van het eigen vermogen groot. Door middel van de opties die er zijn om verschillende soorten aandelen uit te geven met verschillende kenmerken is er een breed eigen vermogenbegrip. Met de hiervoor besproken jurisprudentie van de Hoge Raad zijn er nog drie situaties bijgekomen waarbij er gesproken kan worden van fiscaalrechtelijk eigen vermogen. Wat betreft een onzakelijke lening heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze niet tot het fiscaalrechtelijk eigen vermogen kunnen worden gerekend. Hiermee is het een gegeven dat fiscaalrechtelijk eigen vermogen vele gezichten kan hebben. Maar in alle gevallen is het zo dat het vermogen voor onbepaalde tijd tot het risicodragend vermogen van de vennootschap gaat behoren. Dat is ook zo in de drie bijkomende situaties uit de jurisprudentie. Bij een schijnlening wordt namelijk feitelijk kapitaal verstrekt terwijl er, naar civielrechtelijke maatstaven bepaald, een geldlening is afgesproken. Daarmee heeft deze verstrekking dus automatisch het kenmerk dat het voor onbepaalde tijd onderdeel van risicodragend vermogen wordt. Bij een deelnemerschapslening is de looptijd van de lening één van de voorwaarden. Deze moet dusdanig zijn dat deze als voor onbepaalde tijd kan worden gezien. Een looptijd van meer dan 50 jaar wordt gezien als voor onbepaalde tijd. Bij een bodemloze putlening is er de verwachting dat het vermogen niet meer terug betaald zal worden. Daarmee wordt het vermogen dan onderdeel van het risicodragend vermogen. Het risico zal zich vervullen. De onbepaalde tijd doet hierbij dan niet meer ter zake omdat de wetenschap al aanwezig is dat het risico, dat genomen wordt met het verstrekken van het vermogen, zich zal vervullen. De gedachte achter het criterium voor onbepaalde tijd is dat het vermogen tot het einde van de vennootschap onderdeel van de vennootschap uit zal blijven maken, zodat schuldeisers zich in ieder geval op dit vermogen kunnen verhalen in geval van faillissement. Dit vanuit de idee dat een vennootschap niet met een bepaalde tijdsduur in gedachte is opgericht. Als er al wetenschap over een niet te voorkomen einde bestaat dan doet dit onderdeel van het criterium, voor onbepaalde tijd, uiteraard niet meer ter zake. 30 HR 25 november 2011, nr , BNB 2012/ HR 7 februari 2014, nr

19 Het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip is dus breed maar met een vast gegeven. Het vermogen moet voor onbepaalde tijd onderdeel worden van het risicodragend vermogen van de vennootschap. Daarnaast kan eigen vermogen dus vele verschillende kenmerken hebben. Deze zijn echter wel beperkt tot wat er civielrechtelijk mogelijk is ten aanzien van aandelen onder boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het drietal situaties uit de jurisprudentie rekken deze mogelijkheid op. 19

20 20

21 4 Redeemable Preference Shares In de redeemable preference shares -zaak 32 wordt gebruik gemaakt van een hybride financieringsvorm, namelijk van redeemable preference shares. De eigenschappen van de redeemable preference shares zorgen ervoor dat er in Australië een lening wordt gezien terwijl het de bedoeling is, ook gezien de vormgeving van het vermogen, dat er in Nederland aandelen worden gezien. De voordelen van deze aandelen vallen in Nederland onder de deelnemingsvrijstelling en zijn dus onbelast. 33 Deze hybride financieringsvorm, redeemable preference shares, leidt ertoe dat de rechtbank Haarlem, het Hof Amsterdam en Advocaat-Generaal Wattel alle op een andere manier toetsen hoe deze hybridefinancieringsvorm fiscaal gekwalificeerd moet worden. Alle drie komen tevens tot een andere conclusie voor wat betreft de uitkomst van de (her)kwalificatie. Dit is de reden dat deze zaak centraal staat in deze scriptie. Het is de eerste zaak op dit gebied: de mogelijke herkwalificatie van eigen vermogen in vreemd vermogen. Daarmee wordt dus ook de invloed van hybride financieringsvormen op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip aan de kaak gesteld. Tot deze zaak was het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip een vast gegeven. Zoals in hoofdstuk 3 is behandeld: de civielrechtelijke kwalificatie is leidend, behoudens de drie uitzonderingen uit de jurisprudentie. De universele karaktereigenschap van fiscaal eigen vermogen is dat het vermogen voor onbepaalde tijd tot het risicodragend vermogen van de vennootschap gaat behoren. In de redeemable preference shares -zaak is echter sprake van een terugbetalingsverplichting (onder voorwaarden) na tien jaar. Hiermee komt het voor onbepaalde tijd -element van de tot nu toe universele karaktereigenschap voor onbepaalde tijd onderdeel van het risicodragend vermogen onder druk te staan. Met deze zaak is dan ook wederom de discussie geopend wat fiscaalrechtelijk als eigen vermogen geldt. Past daar tevens de mogelijkheid tot herkwalificatie van eigen vermogen in vreemd vermogen in? Of dient dit te blijven zoals het op dit moment is vormgegeven, civiel leidend met een drietal uitbreidingen waaronder civielrechtelijk vreemd vermogen toch als fiscaalrechtelijk eigen vermogen geldt? Eerst zullen in paragraaf 4.1 de feiten van de zaak worden behandeld. Dan zullen achtereenvolgens de uitspraken van respectievelijk de Rechtbank Haarlem in paragraaf 4.2 en in paragraaf 4.3 het Hof Amsterdam worden behandeld. Daarna zal in paragraaf 4.4 de conclusie van de Advocaat-Generaal worden behandeld. De uitspraak van de Hoge Raad wordt in paragraaf 4.5 besproken. In de conclusie in paragraaf 4.6 wordt gekeken naar de invloed op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. 32 HR (A-G), 9 januari 2013, nr Het fraus legis aspect van de zaak zal buiten beschouwing worden gelaten. Dit raakt niet aan het onderwerp van deze scriptie. 21

22 4.1 De feiten De belanghebbende in deze zaak is een moedermaatschappij van een concern dat in fiscale eenheid is. Via een Australische tussenhoudstervennootschap wordt 16% van de aandelen gehouden in A die tevens in Australië is gevestigd. De fiscale eenheid van de belanghebbende heeft een lening aan de tussenhoudervennootschap verstrekt ter grootte van Australische dollars ,-. De rente die op deze lening door de belanghebbende werd ontvangen, werd als belaste winst aangegeven. In 2004 heeft een financiële herstructurering plaats gevonden. Als onderdeel van deze herstructurering zijn de bestaande aandeelhoudersleningen vervangen door andere financiering en tevens werd er een nieuwe tussenhoudervennootschap opgericht. De voormalig aandeelhouders in A kregen naar rato van hun aandelenbelang aandelen in de nieuwe tussenhoudstervennootschap. Deze aandelen zijn redeemable preference shares. Deze redeemable preference shares geven recht op een vaste vergoeding die van 8% naar 12% oploopt. Daarnaast worden de aandelen na tien jaar afgelost, ze zijn redeemable op dat moment. Verder hebben de aandelen alleen stemrechten met betrekking besluiten die van invloed zijn op de rechten van de redeemable preference shares zelf. Het gaat in deze zaak uiteindelijk om een omzetting van een lening in aandelenkapitaal. Om daartoe te komen vindt een uitgebreid samenstel van rechtshandelingen plaats. De Inspecteur wil de redeemable preference shares, zijnde Australisch civielrechtelijk eigen vermogen, herkwalificeren in fiscaalrechtelijk vreemd vermogen. Met als uiteindelijk doel dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is en dat de ontvangen vergoeding op de redeemable preference shares belast is en de situatie voor de financiële herstructurering gehandhaafd blijft. 4.2 De rechtbank Haarlem 34 De rechtbank Haarlem stelt dat kapitaal en dus eigen vermogen in beginsel als kenmerk een onbepaalde looptijd en een winstafhankelijke vergoeding heeft. Daar tegenover staat volgens de rechtbank de lening met als kenmerken een vaste looptijd en een vaste vergoeding. De aandelen met de naam redeemable preference shares zijn hier een mengvorm van. Zij worden door de rechtbank Haarlem dan ook aangeduid als een hybride financieringsinstrument. Bij een dergelijk financieringsinstrument is het duiden van de vergoeding lastig. Er is niet duidelijk sprake van een rentebate of een dividenduitkering. De rechtbank Haarlem haalt de in hoofdstuk 3 besproken rechtsregel uit BNB 1988/ aan, namelijk dat de civielrechtelijke vorm in beginsel beslissend is voor de fiscale kwalificatie van dan wel eigen vermogen, dan wel vreemd vermogen. Daarbij gelden tevens de drie in hoofdstuk 3.2 besproken uitzonderingen op deze regel te weten die van de schijnlening, deelnemerschapslening en de bodemloze putlening. 34 Rb. Haarlem, 25 januari 2011, nr HR 27 januari 1988, nr , BNB 1988/

23 Er wordt door de rechtbank Haarlem uiteindelijk geoordeeld dat op basis van wat partijen daadwerkelijk beoogd hebben er sprake is van een geldlening en niet van een kapitaal. Rechtsoverweging 4.6 is hier duidelijk over: Gelet op de voorwaarden waaronder de shares zijn uitgegeven, zoals een vaste, en later geleidelijk oplopende rente die niet afhankelijk is van de behaalde winst, een vaste looptijd, geen stemrechten, is naar het oordeel van de rechtbank feitelijk sprake van een lening. De rechtbank Haarlem past hier de criteria voor een deelnemerschapslening, geformuleerd in BNB 1998/208 36, omgekeerd toe. 37 Er wordt een poging gedaan tot herkwalificatie van eigen vermogen naar vreemd vermogen. De voorwaarden voor de deelnemerschapslening worden negatief toegepast. Op basis daarvan komt de rechtbank Haarlem tot de conclusie dat wat partijen daadwerkelijk beoogd hebben geen eigen vermogen is, maar vreemd vermogen. Daarom zullen de redeemable preference shares ook als dusdanig moeten worden gezien. Echter, de achterstelling ten opzichte van alle concurrente schuldeisers komt niet aan bod. Er wordt door de rechtbank Haarlem niet specifiek gerefereerd aan het feit dat er geen sprake is van achterstelling ten opzichte van alle concurrent schuldeisers. Daarmee zijn de cumulatieve voorwaarden van een deelnemerschapslening niet alle drie negatief getoetst. De winstafhankelijke rente en de niet vaste looptijd komen wel negatief aan bod. In de geciteerde rechtsoverweging wordt namelijk gesproken over een een vaste, en later geleidelijk oplopende rente die niet afhankelijk is van de behaalde winst, wat naar mijn mening het spiegelbeeld van een winstafhankelijke rente is. Ook wordt gesproken over de vaste looptijd, als tegenhanger van de niet vaste looptijd of pas opeisbaar bij faillissement. Het spiegelbeeld van achtergesteld ten opzichte van alle concurrente schuldeisers wordt niet behandeld door de rechtbank Haarlem. Hiermee is eerder gegeven dat de rechtbank Haarlem uiteindelijk kwalificeert op basis van een schijnhandeling en dus niet doormiddel van een omgekeerde toepassing van de deelnemerschapslening. 4.3 Hof Amsterdam 38 Het Hof Amsterdam kwalificeert de redeemable preference shares anders dan de rechtbank Haarlem, door middel van een vergelijkbaarheidstoets. Deze toets bestaat uit een aantal stappen en vloeit voort uit BNB 1998/ Ten eerste steunt het Hof Amsterdam zijn argument dat voor de fiscale kwalificatie van vermogen moet worden aangeknoopt bij het civiele recht op de uitgangspunten van de Wet. 40 Dit is zo vanwege het feit dat er bij de duiding van de begrippen een vennootschap welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld en aandeel het civiele recht moet worden gevolgd, behoudens de voor toepassing van de Wet 36 HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/ HR (A-G), 9 januari 2013, nr , conclusie Hof Amsterdam, 7 juni 2012, nr HR 11 maart 1998, nr , BNB 1998/ De Wet op de vennootschapsbelasting

24 geldende uitzonderingen. 41 Ten tweede wordt gekeken naar de vereisten voor toepassing van artikel 13, tweede lid, onderdeel a Wet VPB 1969, de deelnemingsvrijstelling. Daarbij wordt opgemerkt dat wordt gesproken over het in de vorige alinea genoemde begrip van een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld. Onder dit begrip vallen ook naar buitenlands recht opgerichte vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal, zolang deze vergelijkbaar zijn met naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Ten derde wordt er gekeken of de redeemable preference shares vergelijkbaar zijn met het begrip aandeel zoals dit bedoeld wordt in artikel 13, tweede lid, onderdeel a Wet VPB De door het Hof Amsterdam aangelegde vergelijkbaarheidstoets bestaat dus uit twee onderdelen: de vergelijking met een Nederlandse NV of BV en de vergelijking met het Nederlandse aandeelbegrip. Op beide punten komt het Hof Amsterdam tot de conclusie dat er sprake is van vergelijkbaarheid. De naar Australisch recht opgerichte vennootschap van de belastingplichtige is vergelijkbaar met een Nederlandse NV of BV en de naar Australisch recht uitgegeven redeemable preference shares zijn vergelijkbaar met de in Nederland bestaande cumulatief preferente aandelen. 42 Doordat beide vergelijkbaar zijn met de Nederlandse begrippen kunnen zij gebruikt worden bij de invulling van de vereisten voor de deelnemingsvrijstelling van artikel 13, tweede lid, onderdeel a, Wet VPB Het Hof Amsterdam ziet vanwege de aangelegde vergelijkbaarheidstoets, en het voldoen daar aan, dan ook geen reden tot fiscaalrechtelijke herkwalificatie van de redeemable preference shares in vreemd vermogen. Het Hof erkent dat er in bedrijfseconomische zin sprake is van een lening en dat de redeemable preference shares voor het jaarrekening recht, zowel in Australië als in Nederland, als zodanig moeten worden gezien. Ook dit vormt echter geen grond voor fiscaalrechtelijke herkwalificatie Geen invloed op het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip Het Hof Amsterdam geeft hiermee aan dat het feit dat de redeemable preference shares een hybride financieringsvorm zijn niet van invloed is op het eigen vermogenbegrip in het fiscale recht. Dat het om een hybride financieringsvorm gaat wordt als een gegeven gezien. Het is in de wetsgeschiedenis bij artikel 13 Wet VPB 1969 dan ook erkend dat internationale mismatches kunnen bestaan onder de deelnemingsvrijstelling. 43 De redeemable preference shares zijn vergelijkbaar met de 41 Waarmee wordt gedoeld op de drie uitzonderingen uit de jurisprudentie behandeld in hoofdstuk Definitie: Cumulatief preferent heet het aandeel, dat bij de winstverdeling voorrang heeft, niet alleen voor het preferente percentage, maar ook voor het achterstallige dividend, dat wil zeggen voor hetgeen over vorige jaren minder dan het preferente percentage mocht zijn toegekend. Is over enig jaar slechts (n - x)% toegekend, dan zal bij de volgende verdeling de preferentie gelden voor (n + x)%. Uit P.J. Dortmund, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, Deventer: Kluwer 2013 nr Zie hierover ook HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/82 en HR 25 november 2005, nr , BNB 2006/83 (V-N 2005/58.20). 24

25 in Nederland bestaande cumulatief preferente aandelen en passen dus binnen het huidige civielrechtelijke eigen vermogenbegrip. Hierdoor passen de redeemable preference shares ook in het fiscaalrechtelijk eigen vermogenbegrip. 4.4 De conclusie van Advocaat-Generaal Wattel 44 Ook de Advocaat-Generaal concludeert dat de civielrechtelijke kwalificatie leidend is voor de fiscale kwalificatie. Hij komt hiertoe op basis van het feit dat dit vaste jurisprudentie is. 45 Hierbij plaatst hij de kanttekening dat de civielrechtelijke kwalificatie niet altijd direct duidelijk is. Als voorbeeld hiervoor gebruikt hij geldverstrekkingen door coöperatieve verenigingen aan dergelijke verenigingen en geldverstrekkingen die civielrechtelijk door buitenlands recht worden beheerst en waarvan een eenduidig Nederlands equivalent ontbreekt. Het Hof is echter van mening dat er wat betreft de redeemable prefence shares wel een vergelijkbare Nederlandse variant bestaat, namelijk de cumulatief preferente aandelen. De Advocaat-Generaal komt aan de hand van de door hem aangehaalde jurisprudentie, op het gebied van coöperatieve verenigingen, tot de conclusie dat geldverstrekking die als kapitaal dient te gelden voor schulden aansprakelijk is en deelt in het bedrijfsrisico. In overweging 6.2 schrijft de Advocaat-Generaal het volgende: Van de door u genoemde beoordelingscriteria voor kwalificatie als kapitaal of lening is mijns inziens doorslaggevend het criterium 'voor schulden aansprakelijk en (dus?) in het bedrijfsrisico delend,' dat herhaald wordt in het samenvattende criterium 'aantasting door verliezen'. Daarbij is hij aan de hand van B van mening dat dit criterium ook dient te gelden ten aanzien van naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. In de laatste alinea van overweging 6.4 (waarin ook terugverwezen wordt naar de hiervoor geciteerde overweging): De [ ] geciteerde criteria voor fiscaal onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen lijken daarmee vaste jurisprudentie te zijn, in elk geval bij coöperatieve verenigingen en onderlinge waarborgmaatschappijen,[ ] maar, [ ] op dit punt (kapitaal of niet?) ook voor NV's en BV's. Hiermee stelt de Advocaat-Generaal dat er in feite, naast de regel dat de civielrechtelijke vorm beslissend is en behoudens de drie uitzonderingen uit de jurisprudentie, een tweede fiscale kwalificatiemethode bestaat voor fiscaalrechtelijk eigen vermogen. In overweging 6.11 wordt in het kader van een mogelijke omgekeerde toepassing van de deelnemerschapslening 47 door de Advocaat-Generaal 44 HR (A-G), 9 januari 2013, nr Hierbij wordt de bevestiging hiervan in HR 25 november 2011, nr , BNB 2012/37 genoemd. 46 HR 8 oktober 1952, nr , B De opvatting van de Advocaat-Generaal over de toepassing van de omgekeerde deelnemerschapschapslening zal hierna nog worden behandeld. 25

26 het volgende gesteld: Deze jurisprudentie werpt mijns inziens echter weinig licht op de vraag of civielrechtelijk kapitaal fiscaalrechtelijk als lening kan worden aangemerkt. Voor beantwoording daarvan lijkt beslissend - gezien de geciteerde jurisprudentie over het ledenkapitaal van coöperatieve verenigingen - of de geldverstrekking al dan niet gaat behoren tot het voor de schulden van het lichaam aansprakelijke en in het bedrijfsrisico delende vermogen zonder dat daartegenover aanspraken ontstaan die met vorderingen van schuldeisers op één lijn kunnen worden gesteld en waarvan het bedrag ook door eventuele door het lichaam te lijden verliezen niet wordt aangetast Herkwalificatie van eigen vermogen Hiermee wordt door de Advocaat-Generaal tevens impliciet gesteld dat er überhaupt de mogelijkheid bestaat tot herkwalificatie van eigen vermogen in vreemd vermogen binnen het fiscale recht, gezien het feit dat er wordt gesproken over het aanmerken van civielrechtelijk kapitaal als fiscaalrechtelijke lening. De Advocaat-Generaal stelt namelijk dat daarvoor bij de zogenoemde coöpjurisprudentie moet worden aangesloten. Ergo, het is daarmee dus mogelijk om civielrechtelijk eigen vermogen fiscaal als vreemd vermogen te herkwalificeren. Wolvers is echter ten aanzien van het bestaan van een tweede kwalificatiemethode van mening dat de bevindingen van de Advocaat-Generaal in hun context moeten worden bezien. Dit komt volgens Wolvers doordat de conclusie van de Advocaat- Generaal ziet op de fiscale kwalificatie van aandelen. 48 Argument hiervoor is volgens Wolvers dat de Advocaat-Generaal begint met twee voorbeelden waarbij naar civiel recht niet eenduidig is hoe er gekwalificeerd zou moeten worden. Alleen in dat kader passen de bevindingen van de Advocaat-Generaal. Deze behoren niet in algemene zin te worden doorgetrokken. 49 Wolvers geeft hiermee aan dat er geen tweede fiscale kwalificatiemethode bestaat voor fiscaal rechtelijk eigen vermogen. Ik ben van mening dat Wolvers hiermee tot de juiste conclusie komt. Het kan niet de bedoeling van de Advocaat-Generaal zijn geweest een nieuw algemeen toetsingskader te creëren. 50 Hiermee blijft wel overeind dat, volgens de Advocaat-Generaal, de mogelijkheid bestaat om eigen vermogen fiscaal als vreemd vermogen te herkwalificeren. In de literatuur zijn de meningen hierover echter verdeeld. Zowel Bos 51 als Van Strien 52 zijn van mening dat onder bepaalde omstandigheden aandelen geherkwalificeerd kunnen worden in een geldlening. Bruins Slot stelt dat bij cumulatief preferente aandelen sprake is van een hybride financieringsvorm. En dat 48 Zo gelden de redeemable preference shares tenminste naar Australisch recht. Dit is ook het uitgangspunt in de argumentatie van de conclusie. 49 S. Wolvers, Hernieuwde discussie over de fiscaalrechtelijke kwalificatie van eigen vermogen?, NTFR Zie hierover ook en E. Bos, Eigen vermogen: schijn of wezen? : in Nico de Vries bundel: Veranderd belastingklimaat, blz , Arnhem: Gouda Quint BV J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting (FM nr. 119), blz. 435, Deventer: Kluwer

27 aan de hand van de specifieke kenmerken van bepaalde cumulatief preferente aandelen moet worden beoordeeld of deze gekwalificeerd dienen te worden als eigen vermogen of vreemd vermogen. 53 Daarentegen ziet Schonis hiervoor geen goede argumenten. 54 Bon en Cornelisse zijn stellig wat betreft de herkwalificatie van aandelen in vreemd vermogen: hier bestaat geen ruimte voor; tevens heeft de invoering van de flexibilisering van het BV-recht aan het begin van dit jaar hier niets aan veranderd. Daarbij onderkennen zij de mogelijkheid dat er op basis van vreemd recht (preferente) aandelen worden uitgegeven, zoals in de onderhavige zaak aan de orde is. 55 De Advocaat-Generaal lijkt echter het standpunt in te nemen dat op basis van zijn aangehaalde jurisprudentie fiscaalrechtelijke herkwalificatie mogelijk is. Waarbij ik nogmaals citeer uit overweging : Deze jurisprudentie werpt mijns inziens echter weinig licht op de vraag of civielrechtelijk kapitaal fiscaalrechtelijk als lening kan worden aangemerkt. Voor beantwoording daarvan lijkt beslissend [ ]. De Advocaat-Generaal legt na dit citaat uit welk criterium volgens hem beslissend is voor de vraag of civielrechtelijk kapitaal fiscaalrechtelijk als lening kan worden aangemerkt. Zoals al eerder gesteld, daarmee wordt geïmpliceerd dat fiscaalrechtelijke herkwalificatie dus mogelijk is. Met dit in het achterhoofd is een van de argumenten in de volgende stap van de Advocaat-Generaal opmerkelijk te noemen Omgekeerde toepassing deelnemerschapslening De maatstaf die de rechtbank heeft gehanteerd voor herkwalificatie van de redeemable preference shares is die van de omgekeerde toepassing van de deelnemerschapslening. De Advocaat-Generaal ziet hiervoor geen ruimte. Ten eerste is hij van mening dat de verstrekker van civielrechtelijk kapitaal altijd in zekere mate deelneemt in het bedrijfsrisico. Tevens omdat het niet tussentijds opeisbaar is. Hierbij wordt een aantal auteurs geciteerd dat van mening is dat herkwalificatie van aandelen in vreemd vermogen niet mogelijk zou moeten zijn. Zowel Albert 57, Bon en Cornelisse 58 als Snoeij 59 delen deze opvatting en worden door de Advocaat-Generaal aangehaald. Dit is het gedeelte waarin de Advocaat-Generaal een opmerkelijk argument aandraagt, namelijk de stelling dat het niet mogelijk is om aandelen fiscaal 53 W. Bruins Slot, De bank als houder van cumulatief preferent aandelenkapitaal, WFR 1996/ H.M.N. Schonis, Fiscale aspecten van de doorstart van ondernemingen, TVVS 1997, blz. 207lk- 208rk. 55 W. Bon en R.P.C. Cornelisse, Aandelen kunnen feitelijk [fiscaal] niet functioneren als vreemd vermogen, WFR 2008/ Dikgedrukt en cursivering van mij, DK. 57 P.G.H. Albert, Fiscale aspecten van eigen en vreemd vermogen, Amersfoort: Sdu 2001, blz W. Bon en R.P.C. Cornelisse, Aandelen kunnen feitelijk [fiscaal] niet functioneren als vreemd vermogen, WFR 2008/ R. Snoeij, 'De Kunst van het kwalificeren van geldverstrekkingen voor fiscale doeleinden op basis van de civielrechtelijke vorm', WFR 2009/

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen

Fiscale kwalificatie van eigen vermogen ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS BSC FISCALE ECONOMIE Fiscale kwalificatie van eigen vermogen Fiscaalrechtelijke gevolgen van een civielrechtelijke benadering ABSTRACT: Dit onderzoek

Nadere informatie

De fiscale grens tussen eigen vermogen en vreemd vermogen

De fiscale grens tussen eigen vermogen en vreemd vermogen De fiscale grens tussen eigen vermogen en vreemd vermogen Door: Sandra Ruesink Meester Stappartlaan 8 5237 KH s-hertogenbosch Telefoonnummer: 06-45776113 Studierichting: Fiscaal Recht Administratienummer:

Nadere informatie

BACHELORSCRIPTIE. De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering

BACHELORSCRIPTIE. De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering BACHELORSCRIPTIE De kwalificatie van kapitaal na een herfinanciering Naam: Guus Baak Studentnummer: 360356 Begeleider: R.B.N. van Ovost Rotterdam, 17 juli 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Fraus

Nadere informatie

Bachelorscriptie Fiscale Economie VERMOGEN GAAT VREEMD. - Payback time? Naam: S. Kroon. Studentnummer: 312203. Begeleider: drs. M.

Bachelorscriptie Fiscale Economie VERMOGEN GAAT VREEMD. - Payback time? Naam: S. Kroon. Studentnummer: 312203. Begeleider: drs. M. Bachelorscriptie Fiscale Economie nadruk verboden VERMOGEN GAAT VREEMD - Payback time? Naam: S. Kroon Studentnummer: 312203 Begeleider: drs. M. Nieuweboer Rotterdam, 17 juli 2012 zich te rug be ta len

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: P.M.J. de Jong Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Administratienummer: 838253 Afstudeerdatum: 14 december

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening

De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening De (her)kwalificatie van een fiscaal onzakelijke geldlening Auteur: J. de Pagter Universiteit van Tilburg Bachelor Fiscale Economie Studentnummer: u1244027 Thesisbegeleiders J.A.G. van der Geld J.J.H.

Nadere informatie

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen

Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Het leerstuk van de onzakelijke lening omlaag en de toepasbaarheid van dit leerstuk op borgstellingen Naam: Niels Tilborghs Administratienummer: 170945 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11

Eigen vermogen versus vreemd vermogen (kapitaal versus geldlening) / 3. Chronologisch overzicht van de jurisprudentie over de onzakelijke lening / 11 Voorwoord Voorwoord Op 21, 24 en 28 maart 2017 heb ik een studiedag verzorgd voor de belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV over de onzakelijke lening. De voorliggende tekst is daarbij als studiemateriaal

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen

Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Dividendbeleid voor deelnemingen Reg.nummer: 2013/109710

Raadsstuk. Onderwerp: Dividendbeleid voor deelnemingen Reg.nummer: 2013/109710 Raadsstuk Onderwerp: Dividendbeleid voor deelnemingen Reg.nummer: 2013/109710 1. Inleiding Haarlem heeft aandelen in enkele vennootschappen, zogenoemde deelnemingen. Met het deelnemen in het kapitaal van

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de TBS-regeling

De onzakelijke lening in de TBS-regeling De onzakelijke lening in de TBS-regeling Auteur: J.J. (Joost) Bom Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Studentnummer: s289330 Examencommissie mr. M.J. Hoogeveen prof. dr. A.C. Rijkers Afstudeerdatum:

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale economie De onzakelijke lening Het criterium van de in wezen winstdelende lening Auteur: Pieter Verbeek Studentnummer:

Nadere informatie

Aanvullende tier 1 instrumenten en artikel 29a Wet VPB 1969

Aanvullende tier 1 instrumenten en artikel 29a Wet VPB 1969 Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfseconomie Masterscriptie Fiscale Economie Aanvullende tier 1 instrumenten en artikel 29a Wet VPB 1969 Naam: Coraline Evertsz Studentnummer: 10859217

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 De renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Naam: Samantha Mutsaers Administratienummer: 408313 Studierichting: Fiscale Economie aan de Universiteit van Tilburg Datum: Februari

Nadere informatie

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden

Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Onzakelijke lening Toetsen van de feiten en omstandigheden Coen Twigt 328128 Fiscale Economie Erasmus School of Economics Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2

Nadere informatie

Oplegvel Raadsstuk. Onderwerp Dividendbeleid voor deelnemingen

Oplegvel Raadsstuk. Onderwerp Dividendbeleid voor deelnemingen Onderwerp Dividendbeleid voor deelnemingen Oplegvel Raadsstuk Portefeuille C. Mooij Auteur Dhr. WHC Stigter Telefoon 0235113062 E-mail: wstigter@haarlem.nl CS/SB Reg.nr. 2013/109710 GEEN bijlagen kopiëren

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie De onzakelijke lening Een onderzoek naar de huidige stand van zaken omtrent de onzakelijke lening.

Nadere informatie

Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet?

Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet? Mr. Almer M.A. de Beer 1 Welke aandelen kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet? Art. 4.6 Wet IB 2001 geeft antwoord op de vraag wie aanmerkelijkbelanghouder is De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De onzakelijke lening in de inkomstenen vennootschapsbelasting De praktische problemen en oplossingen Auteur: Ani Hovanesian ANR: S456393 Opleiding: Master Fiscaal Recht Scriptiebegeleider: prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Onzakelijke geldlening

Onzakelijke geldlening Onzakelijke geldlening Afstudeerscriptie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg Naam: Remco Siegers Studentnummer: 261339 Begeleider: de heer prof. dr. P.H.J. Essers Voorwoord In de dagelijkse praktijk

Nadere informatie

De onzakelijke lening in concernverband

De onzakelijke lening in concernverband De onzakelijke lening in concernverband Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Naam student: R. Meijer Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 450182 Datum: 29 november 2012

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

Hybride Financieringstransacties. Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V.

Hybride Financieringstransacties. Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V. Hybride Financieringstransacties Marco van Bladel Raymond Hottentot, ABN AMRO Bank N.V. Structured Finance Structured Finance is het verzamelbegrip voor transacties/structuren die uiteindelijk een extra

Nadere informatie

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl

Voor eventuele vragen over fusies en splitsingen kunt u zich richten tot ons kantoor. T 070 3115411 Info@delissenmartens.nl Deze hand-out betreft de sheets van een lezing die is verzorgd ten behoeve van het BRA Eindejaar seminar Fiscale kringen op 10 december 2015. Gezien de aard betreft dit geen volledige behandeling van het

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden

Fiscale consequenties. onzakelijke leningsvoorwaarden Fiscale consequenties onzakelijke leningsvoorwaarden Masterthesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Naam: Adres: R.S. Kool Hogeschoollaan 146, 5037 GD,

Nadere informatie

Het (her)kwalificatie vraagstuk

Het (her)kwalificatie vraagstuk Het (her)kwalificatie vraagstuk T.M.C. van Dijk I Het (her)kwalificatie vraagstuk Is de herkwalificatie van kapitaal mogelijk binnen het fiscale recht? Auteur: Thom van Dijk Anr: 209078 Studierichting:

Nadere informatie

Artikel 13l - Een onsje meer van hetzelfde of geheel iets nieuws?

Artikel 13l - Een onsje meer van hetzelfde of geheel iets nieuws? Artikel 13l - Een onsje meer van hetzelfde of geheel iets nieuws? Een onderzoek naar de meerwaarde van artikel 13l Wet Vennootschapsbelasting 1969 Master Thesis Ymke Vink S168916 s-gravenhage, Juli 2014

Nadere informatie

Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969

Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969 Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969 Naam auteur: Jasper van der Meij Collegekaartnummer: 0424056 Inleverdatum: 22 augustus 2010 Afstudeervariant: Fiscale economie FEB UVA Eerste

Nadere informatie

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl Uitnodiging HLB OndernemersCafé 7 november 2011 Ondernemend, net als u Nieuw bv-recht: Welke kansen biedt het u? Op 1 oktober 2012 wordt een geheel nieuwe wettelijke regeling voor de bv van kracht, de

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd?

De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? De onzakelijke lening uitgekristalliseerd? Document: Bachelor scriptie Naam: C.A. Baart Studierichting: Fiscale economie Studentnummer: 325760 Datum: Juli 2013 Begeleidende docent: J. Van den Berg Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen.

Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. 1 Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 25 maart 2013,nr. BLKB2013/110M. De Staatssecretaris

Nadere informatie

Edelhoogachtbaar college,

Edelhoogachtbaar college, Edelhoogachtbaar college, >< Ter aanvulling van het namens MBBBBJHBBptB.V. (hierna: belanghebbende) ingediende beroepschrift in cassatie stelt ondergetekende de volgende middelen van cassatie voor. Cassatiemiddei

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken.

Naar aanleiding van uw brief van 23 oktober 2017 heb ik de eer het volgende op te ' merken. Den Haag, - 1 DEC. 2017 Kenmerk: 2017-0000227106 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/04930) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 7 september 2017, X Z. nr.

Nadere informatie

DE FISCALE IMPACT VAN PREFERENTE

DE FISCALE IMPACT VAN PREFERENTE 653 DE FISCALE IMPACT VAN PREFERENTE AANDELEN MR. G.C.F. VAN GELDER 1 1 Inleiding Om verschillende redenen, fiscaal en niet-fiscaal, kan gebruik worden gemaakt van preferente aandelen. Een preferent aandeel

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De onzakelijke geldlening

De onzakelijke geldlening De onzakelijke geldlening Kwalificatie- en winstbepalingsproblemen bij gelieerde geldverstrekkingen met een onzakelijk debiteurenrisico binnen de huidige fiscale wetgeving en jurisprudentie. Masterscriptie

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM JAARRAPPORT 2011 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM Vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 mei 2012. INHOUD 1 INLEIDING 2 JAARREKENING 3 OVERIGE

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Mr. Almer M.A. de Beer 1 De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Wanneer is een houdstervennootschap beleidsbepalend? 1 Werkzaam bij Arenthals

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening

Genoteerd. Juni 2014 - nummer 99. Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening Genoteerd Juni 2014 - nummer 99 Problematiek met betrekking tot de kwalificatie van een (on)zakelijke lening In deze uitgave Inleiding Kwalificatie van een geldverstrekking als eigen of vreemd vermogen:

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting

De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Master Thesis De onzakelijke lening in de vennootschapsbelasting Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 27 februari 2013 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld drs.

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen

Eigen vermogen versus vreemd vermogen Eigen vermogen versus vreemd vermogen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Arwin van Helden Studentnummer: 432850 Begeleider: R.B.N. van Ovost

Nadere informatie

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep.

Master Thesis. Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Master Thesis Artikel 10d Wet VPB 1969 onder de loep. Naam : Marc Wolters Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : S233041 Datum : augustus 2009 Examencommissie : Prof. dr. J.A.G. van der

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Stichting RB-Studiekring Gelderland-Overijssel

Stichting RB-Studiekring Gelderland-Overijssel Stichting RB-Studiekring Gelderland-Overijssel eelnemingsvrijstelling Prof.dr. H. (Hein) Vermeulen Hengelo 5 februari 2018 eventer, 19 februari 2018 Agenda eelnemingsbegrip Begrip jaar (Besluit deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters

Afstudeerdatum : 27 augustus 2008 Examencommissie : prof. dr. J.A.G. van der Geld drs. C.A.T. Peters Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Door : Charlotte Dunselman Adres : Amselweg 14a 46446 Emmerich am Rhein (Duitsland) Telefoonnummer : 06-52051626 Studentnummer : 614320 Begeleider : drs. C.A.T. Peters Afstudeerdatum

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingtarief 2013 2012. Tarief voor belastbaar bedrag t/m 200.000 20% 20% Tarief over het meerdere 25% 25%

Vennootschapsbelastingtarief 2013 2012. Tarief voor belastbaar bedrag t/m 200.000 20% 20% Tarief over het meerdere 25% 25% Houd grip op de fiscale risico s als uw bv een stamrecht- of pensioensverplichting is aangegaan Fiscale spelregels 2013 voor uw bv Enkele belangrijke actualiteiten voor het ondernemen in de bv voor u op

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken.

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. 9. Begrippenlijst Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. Aanbieder De entiteit die de Obligaties in Landgoed Keihoef B.V. aanbiedt

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

Het leed dat een onzakelijke lening heet

Het leed dat een onzakelijke lening heet Universiteit van Tilburg Economics and Business Administration Bachelorthesis Het leed dat een onzakelijke lening heet Door: K.F. Yan Adres: Daltonerf 5-05 5014 HZ Tilburg Telefoonnummer: 06-14154147 Administratienummer:

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

The Never Ending Story

The Never Ending Story ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Masterscriptie The Never Ending Story De fiscale kwalificatie van eigen vermogen en vreemd vermogen Naam: Ashna Ganpat Studentnummer:

Nadere informatie

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2007

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2007 1 TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2007 INHOUDSOPGAVE Directieverslag 3 Jaarrekening 2007 Balans per 31 december 2007 4 Winst- en verliesrekening over 2007 5 Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Financiering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D HOLDING NV 2016 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. www.jooplengkeek.nl Eigen vermogen bij een bv en een nv Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. Het bestaat uit aandelenkapitaal en opgebouwde

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling

De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling De afwaardering van de onzakelijke lening in de terbeschikkingstellingsregeling Rowin van Loon ANR 856049 Vennootschapsbelasting & Inkomstenbelasting Fiscale Economie Faculteit: Economie en Management

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen?

Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? Substance over form bij de fiscale omgang met vermogensverschaffingen? De definitie en consequenties van de onzakelijke lening vergeleken met andere vermogensverstrekkingen Derrick Bijker VOORWOORD a SAMENVATTING

Nadere informatie

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn: Samenvatting door Isabelle 1418 woorden 2 december 2015 8,2 19 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 10 Rechtsvormen 10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur

Omzetting van vordering in aandelenkapitaal. regels voor de debiteur Dit artikel uit Vennootschap is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Omzetting van vordering in aandelenkapitaal debiteur: fiscale regels voor de debiteur Inleiding Het omzetten

Nadere informatie