Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij. Hogeschool INHOLLAND



Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bos- en Natuurbeheer voltijd. Hogeschool INHolland

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd. Hogeschool Hanzesteden

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in Zorg en Maatschappelijke Dienstverlening deeltijd.

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Personeelsmanagement deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Logistiek en Technische Vervoerskunde voltijd - duaal

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Scheepsbouwkunde Voltijd. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding Accreditatie HBO bachelor opleiding. Informatica deeltijd. Hogeschool E3

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bio-Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Verkeer en Logistiek deeltijd. Hogeschool NOVI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Algemene Operationele Technologie Voltijd Deeltijd - Duaal

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Bedrijfskunde deeltijd. Hogeschool NOVI

Bijlage A Competenties van de opleiding

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap Voltijd-deeltijd-duaal. Hogeschool Saxion Next

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding VORMGEVING. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, Enschede, Zwolle

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, deeltijd. Hogeschool NTI

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Integrale Veiligheidskunde voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Instituut Life Science & Technology Saxion Hogeschool Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management, Economie en Recht, deeltijd. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Archeologisch Onderzoeksassistent voltijd. Hogeschool Saxion Next

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding HBO Bachelor opleidingen Social Work CMV en SPH deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd. Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Farmaceutisch Consulent deeltijd. Hogeschool Saxion Next

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Communicatie deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

: 26 oktober 2015 : 21 januari 2016 : April 2016

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd / deeltijd. Haagse Hogeschool / TH Rijswijk

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Bouwkunde voltijd (Croho 34263) Civiele Techniek voltijd (Croho 34279)

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding DOCENT BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, Zwolle

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Adviesrapport Accreditatie HBO postinitiële Master opleiding Managing Human Resources deeltijd. Hogeschool Saxion, Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding International Business and Management Studies (IBMS) voltijd. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Bedrijfswiskunde voltijd. Hogeschool INHolland

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd. Saxion Hogescholen

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Facility Management voltijd, deeltijd en duaal

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Journalistiek voltijd. INHOLLAND Select Studies

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Integrale Veiligheidskunde voltijd en deeltijd. Saxion Hogeschool, Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde BtB Voltijd, duaal. Hogeschool Utrecht HU

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in de Zorg - deeltijd - Hogeschool INHOLLAND

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Bestuurskunde/ Overheidsmanagement voltijd - deeltijd. Saxion

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Management, Economie en Recht voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHolland

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfswiskunde voltijd. De Haagse Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding voor Management, Economie en Recht voltijd - deeltijd - compact. Saxion

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in de Zorg deeltijd voltijd/duaal. Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Accountancy, voltijd - duaal. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Personeel & Arbeid P&A, voltijd en deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd - duaal. De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Natuurkunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Forensisch Onderzoek voltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Human Technology voltijd. De Haagse Hogeschool

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Commerciële economie voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Chemische Technologie voltijd. Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Bedrijfseconomie, voltijd Financial Services Management, voltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Hoger Hotelonderwijs voltijd deeltijd - duaal. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd. Haagse Hogeschool

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Commerciële Textielkunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Rapport ten behoeve van accreditatie hbo bachelor opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd en deeltijd

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, deeltijd en duaal. Hogeschool INHolland, Haarlem

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Talen Voltijd / afstandsleren

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Small Business en Retail Management voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd. Saxion Hogescholen, locatie Deventer

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Bedrijfseconomie, Commerciële Economie, Small Business en Retailmanagement

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland

Transcriptie:

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND

Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij CROHO nr. 34869 Hogeschool INHOLLAND Hobéon Certificering BV december 2008 Auditteam: ir. A.T. de Bruijn drs. R.F.H.M. Stapert prof. dr. ir. E.W. Brascamp drs. E. Douma E. de Olde Secretaris: drs. L. Blom- van Veen

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1. Functie van het rapport 1 1.2. Bereik van de beoordeling 1 1.3. Karakteristiek van de opleiding 1 1.3.1. Plaats van de opleiding binnen de hogeschool 1 1.3.2. Karakterisering 2 1.3.3. Benchmarking 2 1.3.4. Minorenbeleid 3 1.3.5. Internationale oriëntatie 3 1.3.6. Lectoraat 3 1.3.7. Eerder Verworven Competenties (EVC) 3 1.4. Voortraject 3 1.5. Aanpak 5 1.5.1. Beoordelingsprocedure en de werkwijze 5 1.5.2. Documentenanalyse 6 1.5.3. Audit 6 1.5.4. Beslisregels 7 1.5.5. Auditteam 8 1.5.6. Deelnemers visitatie 9 1.5.7. Programma van de visitatie op 27 oktober 2008 9 2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING 11 Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding 11 Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen 11 Facet 1.2. Niveau Bachelor 14 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 16 Onderwerp 2: Programma 17 Facet 2.1. Eisen HBO 17 Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 20 Facet 2.3. Samenhang Programma 22 Facet 2.4. Studielast 23 Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur 24 26 Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 27 Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing 28 Onderwerp 3: Inzet van Personeel 32 Facet 3.1. Eisen HBO 32 Facet 3.2. Kwantiteit Personeel 33 Facet 3.3. Kwaliteit Personeel 35 Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen 38 38 Facet 4.2. Studiebegeleiding 40 Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg 42 Facet 5.1. Evaluatie Resultaten 42 Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering 44 Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 45 Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau 46 46 Facet 6.2. Onderwijsrendement 47 3. SAMENVATTEND OORDEEL 49 3.1. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij 49 3.2. Integraal oordeel/ advies aan NVAO 50 Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie Dier- en Veehouderij, 27 oktober 2008

1. INLEIDING 1.1. Functie van het rapport In toenemende mate voeren hogescholen op het centrale niveau (College van bestuur en diensten), dan wel op het middenniveau (faculteiten, instituten of clusters van verwante opleidingen), gezamenlijk beleid en ontwikkelen instrumenten om een kwalitatief voldoende uitvoering van dit beleid te waarborgen. Dat kan er toe leiden dat ook bij de beoordeling in het kader van de accreditatie winst kan worden behaald, zowel in de vorm van vergroting van de samenhang binnen de instelling, de efficiency van het accreditatietraject als de met de interne en externe kwaliteitszorg gemoeide kosten. Hogeschool INHOLLAND, in casu de School of Agriculture & Technology (hierna ook SoAT), verzorgt in Delft een aantal agrarische en technische opleidingen. In 2008 heeft Hobéon audits uitgevoerd bij de opleidingen Dier- en Veehouderij en Tuin- en Akkerbouw. In 2009 voert Hobéon een audit uit bij de opleiding Bos- en Natuurbeheer. Vooruitlopend op deze accreditatietrajecten heeft in april 2008 allereerst een audit op Schoolniveau plaatsgevonden. Tijdens deze Schoolaudit is vooral ingezoomd op drie onderwerpen van het NVAO-kader, te weten: Inzet Personeel (3), Voorzieningen (4) en Interne Kwaliteitszorg (5). Tijdens de audits van de opleidingen Tuin- en Akkerbouw en Dier- en Veehouderij zijn deze onderwerpen waar nodig op opleidingsniveau verder aangescherpt. Het oordeel ten aanzien van deze onderwerpen is opgenomen in de beoordelingsrapporten van de opleidingen. Vervolgens zijn de onderwerpen Doelstellingen Opleiding (1) en Programma (2) uitvoerig aan de orde gekomen. De audit van de opleiding Tuin- en Akkerbouw heeft, vanwege een aantal overlappingen, gelijktijdig plaatsgevonden met de audit van de opleiding Dier- en Veehouderij. Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding. 1.2. Bereik van de beoordeling Het onderhavige adviesrapport heeft betrekking op de opleiding Dier- en Veehouderij van hogeschool INHOLLAND. Deze opleiding maakt deel uit van het domein Life Sciences van de School of Agriculture & Technology (hierna ook SoAT). Tot dit domein behoren ook de opleidingen: Biotechnologie, Voedingsmiddelentechnologie en Tuin- en Akkerbouw. De audit van de opleiding Tuin- en Akkerbouw heeft, vanwege een aantal overlappingen, gelijktijdig plaatsgevonden. De HBO bacheloropleiding Dier- en Veehouderij wordt alleen in voltijd aangeboden. Het CROHO nummer van deze opleiding is: 34869 De resultaten uit dit beoordelingstraject zijn in dit rapport omschreven. Als basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering heeft gediend de Management Review met bijlagen van de opleiding Dier- en Veehouderij. 1.3. Karakteristiek van de opleiding 1.3.1. Plaats van de opleiding binnen de hogeschool De opleiding Dier- en Veehouderij bestaat sinds 1948 en maakt op dit moment samen met de opleidingen Tuin- en Akkerbouw/ Horticulture; Biotechnologie en Voedingsmiddelentechnologie deel uit van het domein Life Sciences binnen de School of Agriculture & Technology van hogeschool INHOLLAND. 1 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 1

De School of Agriculture & Technology bevindt zich in Delft en biedt onderwijs aan in de domeinen Engineering, Business & Management, Life Sciences en Landscape and Environment Management. De School heeft in totaal 1146 studenten verspreid over 16 opleidingen. Het management bestond tijdens de Schoolaudit uit een directeur, een programmadirecteur (kwaliteit & ontwikkeling) en opleidingsmanagers. Inmiddels is er een aparte unit Groen-Agri geformeerd, met een unitmanager en vier inhoudelijke coördinatoren. Ieder domein wordt aangestuurd door een opleidingsmanager. Inhoudelijke coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de opleidingsprogramma s. Het managementteam wordt ondersteund door beleidsmedewerkers (onderwijskunde, kwaliteitszorg) en stafmedewerkers (financieel economisch, marketing, HRM). 1.3.2. Karakterisering De opleiding telt op dit moment 88 studenten en 17 docenten exclusief gastdocenten. De opleiding wordt alleen voltijds aangeboden. De opleiding leidt studenten op voor de functies van: vertegenwoordiger, beleidsmedewerker, adviseur, praktijkmanager en zelfstandig ondernemer. Men geeft aan ernaar te streven dat afgestudeerden in staat zijn te functioneren in een snel veranderende maatschappij waarin snelle ontwikkelingen in de dier- en veehouderij en het voortdurend ontstaan van nieuwe beroepen in de sector orde van de dag zijn (Management Review, 2008). 1.3.3. Benchmarking De opleiding kenmerkt zich door een duidelijk accent op de (melk)veehouderij, de verbrede landbouw en de aandacht voor gezelschapsdieren in het onderwijsprogramma. Ten opzichte van vergelijkbare opleidingen geeft men aan dat er conform de regionale belangstelling bij de opleiding Dier- & Veehouderij in Delft veel aandacht is voor diergezondheid en dierhouderij in het programma. Het lectoraat Integrale Voedsel- en Productieketens participeert in het onderwijs en de operationele schaal maakt de opleiding laagdrempelig. De laatste jaren is het aantal studenten bij INHOLLAND en ook bij de School of Agriculture & Technology met 20% gedaald. De SoAT heeft daarom bij het CvB een voorstel ingediend voor een ingrijpende wijziging in het portfolio van twaalf groene opleidingen naar vier brede bachelors en voor een splitsing in een groene School en een School of Technology. Men beoogt hiermee de beide toekomstige Schools zowel voor de potentiële studenten (vooral allochtone) als voor het werkveld een duidelijker (eigen) gezicht te geven. Het is de bedoeling dit in september 2009 te laten plaatsvinden. Hiermee staat de School aan de vooravond van een grote transitie. Tevens zal zomer 2009 een nieuwe locatie worden betrokken aan de Rotterdamseweg in Delft. Behalve een ingrijpende wijziging in het opleidingsportfolio en de nieuwe huisvesting zijn er ook stevige ambities op het gebied van het doorontwikkelen van het onderwijsconcept en het verder verbeteren van studieloopbaanbegeleiding om uitval van studenten tegen te gaan. Het onderwijsrendement in de propedeuse voldoet aan het streefcijfer (2007). Het diplomarendement is onder de 70%. Op basis van de laatste gegevens (2008) en de ontwikkeling van het propedeuserendement verwacht het auditteam een licht stijgende lijn. In het verbeterplan rendementen DV en TA (2008) worden aan de hand van streefcijfers,geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen, actiepunten uiteengezet om de uitval te beperken. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verbeteracties om de uitval te beperken (STO verbeterplan 2007). Benchmark met vergelijkbare opleidingen op het gebied van Dier- en Veehouderij wijst uit dat de opleiding een breed programma biedt zonder expliciete afstudeerrichting/ uitstroomprofielen. De opleiding in Delft biedt een brede keuzemogelijkheid aan differentiatieminors en er worden verkorte trajecten aangeboden voor MAS-ers. Bij de opleiding in Delft ligt het accent op landbouwhuisdieren met ruimte voor andere diersoorten. De instroomcijfers in week 35 (2008) wijzen uit dat INHOLLAND 28 instromers telt, Van Hall Instituut 44 en HAS 157. 2 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 2

In het document Internationale vergelijking opleiding Dier- en Veehouderij (2008) wordt de opleiding vergeleken met verwante opleidingen in Europa en de USA. Hieruit blijkt dat deze opleidingen veel specifieker gericht zijn op louter veehouderij en minder op de aanpalende gebieden zoals bij INHOLLAND. In het document Transitiekader Dier- en Veehouderij (2008) wordt uiteengezet dat er met de vorming van de vier brede bachelors voor een brede insteek in de eerste twee studiejaren wordt gekozen. In het derde en vierde studiejaar wordt de opleiding specifieker door stages en afstudeeronderzoek. Men geeft in dit document aan dat het voor de student hierdoor nog steeds duidelijk is waar hij/zij voor wordt opgeleid. Deze insteek is getoetst door adviesbureau Rijnconsult (mrt-juli 2008). 1.3.4. Minorenbeleid Het competentiegerichte onderwijs in de major-minor structuur wordt sinds het studiejaar 2004/2005 aangeboden. De major omvat 50% van het studieprogramma, de specialisatieminor de differentiatieminor beide 25%. De opleiding is samen met de opleiding Dier- en Veehouderij sinds studiejaar 2006/2007 ingebed in de major Agriculture. Beide opleidingen hebben dezelfde domeincompetenties. Via de doorstroomminor Academisch Atelier kan er een programma gevolgd worden dat direct aansluiting biedt op de 2-jarige Masteropleiding Dierwetenschappen in Wageningen (WUR). 1.3.5. Internationale oriëntatie De opleiding onderhoudt veel contacten met buitenlandse stage- en afstudeerbedrijven. Zo zijn er mogelijkheden om in Afrika, Nederlandse Antillen en Duitsland af te studeren. In de afstudeerhandleiding (sept. 2008) wordt uiteengezet dat de afstudeeropdracht mag worden uitgevoerd in het buitenland, mits hiervoor valide argumenten zijn aangevoerd en de begeleiding goed geregeld is. Alle voorwaarden die gelden voor een stage in Nederland gelden ook voor een stage in het buitenland. Actuele buitenlandse ontwikkelingen (dierziekten, landbouwbeleid) worden opgenomen in het onderwijsprogramma, een gedeelte van het onderwijs wordt Engelstalig aangeboden. Het gebruik van buitenlandse literatuur is verplicht bij verschillende thema s. Ieder jaar wordt er een internationale week georganiseerd. 1.3.6. Lectoraat Het lectoraat Integrale Voedsel- en Productieketens een actieve bijdrage levert aan de kennisontwikkeling van door middel van Toegepast Onderzoek. Dit geldt met name voor het thema Kwaliteit en Keten B. De lector fungeert hierbij als gesprekpartner en vraagbaak voor de studenten. Participatie van een van de docenten in het lectoraat Integrale Voedsel- en Productieketens resulteerde in materiaal voor lessen. De lectoraten hebben de functie hebben van kennisbrug. Er wordt door middel van het lectoraat actuele informatie van buiten de hogeschool naar binnen gebracht. Daarnaast wordt de kennis die opgedaan is in onderzoek naar de buitenwereld gebracht. Het lectoraat richt zich hierbij op het MKB en daarnaast ook op de publieke sector en de grotere bedrijven. Binnen de hogeschool zijn achtentwintig lectoraten verdeeld over zes locaties actief. 1.3.7. Eerder Verworven Competenties (EVC) Uit de documenten blijkt niet dat er sprake is van beleid op het gebied van Eerder Verworven Competenties (EVC). Wel geeft men aan dat men streeft naar een goede aansluiting met toeleverend- en aansluitend onderwijs. Hiertoe heeft de opleiding een vrijstellingenbeleid. In facet 2.5 wordt dit beleid nader uiteengezet. 1.4. Voortraject In maart 2003 heeft er een visitatie bij de opleiding plaatsgevonden. De opleiding heeft op basis hiervan de volgende verbeterpunten opgepakt: actualisatie studiemateriaal (Handleidingen onderwijsonderdelen, 2007/2008) 3 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 3

meer aandacht in het major-minor onderwijsprogramma vanaf 2004/2005 voor Europese wet- en regelgeving, communicatieve vaardigheden en internationale ontwikkelingen brede professionalisering, wetenschappelijke toepassing, creativiteit en complexiteit in handelen en sociaal communicatieve bekwaamheid in competentiekaarten en onderwijsprogramma gastdocenten in alle studiejaren ingezet betere afstemming tussen docenten leidde tot uniformiteit in begeleiding van studenten streefcijfers voor uitval en verblijfsduur intensievere samenwerking met de praktijk, meer individuele opdrachten, meer diepgang in leerstof, meer Engels, differentiatieminors, geen compensatie meer tussen onderwijsonderdelen Naar aanleiding van de Schoolaudit is in april 2008 de volgende conclusie geformuleerd: Bij het auditteam is het beeld ontstaan van een team met veel ambities en een positieve drive. Toch mist het auditteam nog een doordachte uitwerking op het gebied van een aantal cruciale onderdelen; Transitie Van groot belang is het hoe de transitie gaat plaatsvinden en hoe de kwaliteit wordt geborgd, want de grote impact van deze omslag geeft risico s. Het auditteam is van mening dat de transitie beschouwd moet worden als een groot project waar een professioneel projectplan aan ten grondslag dient te liggen. Op het moment van de audit is er echter nog geen projectplan aanwezig waarin projectbeschrijving (aanleiding, doelen, beoogd resultaat, scope); projectweg (hoofdactiviteiten met tussenresultaten en besluiten in achtereenvolgende fasen), beheersplannen (tijdplan; middelenplan; kwaliteitsplan; informatieplan; organisatieplan), risico s, omgevingsanalyse en opzet van de communicatie expliciet uiteen zijn gezet. Ook heeft er van te voren, ten onrechte, geen marktverkenning in het kader van het nieuwe opleidingsprofiel plaatsgevonden. Tevens heeft het auditteam niet vernomen op welke wijze de inhoudelijke dialoog op dit gebied met het werkveld heeft plaatsgevonden. Samenwerking binnen het onderwijs De samenwerking met de Wageningen Universiteit en het Wellantcollege vertoont duidelijke lijnen, waarin naast INHOLLAND ook de Wageningen Universiteit en het Wellantcollege eigenaar zijn. Dit alles zit echter nog in de planfase, gezien de brainstormtrajecten daterend van het voorjaar. Het auditteam mist op dit moment nog een nadrukkelijke uitwerking van deze verticale lijn van instroom naar doorstroom. Internationalisering Het auditteam is van mening dat men zich op het gebied van internationalisering ambitieuze doelen heeft gesteld en vindt het verstandig dat de voorgenomen internationale masteropleiding (2010) in de ijskast wordt gezet. Er dient echter vanwege de ingrijpende reorganisatie nog een verdere prioriteitstelling op het gebied van internationalisering te worden uitgewerkt. Lectoraat Het is niet duidelijk gemaakt welke plaats de activiteiten van de lector exact krijgen binnen het transitieplan. Wel heeft de lector zijn rol duidelijk neergezet door het trainen van docenten op het gebied van onderzoeksvaardigheden en het leggen van verbindingen met het werkveld; Er zijn binnen de SoAT(Business & Technology) drie lectoraten. Het lectoraat gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie op het gebied van de onderzoekslijn in het curriculum en het werkveld. Het heeft de taak de verbinding te versterken met de praktijk. Het lectoraat zal geïntegreerd gaan samenwerken met docenten vanuit een duidelijke positie. Vanuit het nieuwe portfolio van de SoAT zal in de kenniskring gewerkt worden aan ontwikkelingsvraagstukken. De eigen agenda van het lectoraat is hier goed mee te combineren. 4 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 4

Het koppelen van keten- en interventiestrategie aan competentieonderwijs past heel goed bij de activiteiten van het lectoraat en de projecten. De hieruit voortvloeiende informatie levert de input voor het schrijven van papers. Projecten en contractactiviteiten leveren een continue vernieuwing en actualisering voor het onderwijs op. Ze leveren een maatschappelijke bijdrage aan thema s als duurzaamheid, veiligheid, kwaliteit, logistiek en mobiliteit (document In- en externe projecten). De projectmanager streeft ernaar het thema duurzaamheid in alle facetten van de School mee te nemen, met name op het gebied van diversiteit. Ook in de internationale context wordt ernaar gestreefd dit thema nadrukkelijker het onderwijs in te trekken. Werkdruk De medewerkers geven aan dat de werkdruk erg hoog is. Dit komt vooral door de versnippering van kleine opleidingen, waardoor er veel werk is met weinig rendement. De School gaat nu een veranderingsproces in met veel ambities en waarbij bovendien minder FTE s beschikbaar zijn. De coördinatiedruk van de vele kleine opleidingen houdt echter nog wel een aantal jaar aan. Het auditteam benadrukt dat er keuzes gemaakt moeten worden en dat men op dit moment niet heeft kunnen aantonen dat er voldoende concrete beslissingen zijn genomen op dit gebied. Kwaliteitszorg Het auditteam heeft een positief beeld over de manier waarop met kwaliteitszorg wordt omgegaan. De opleidingsmanager is voorzitter van de kwaliteitscirkel en studenten krijgen zicht op wat er met de uitkomsten van evaluaties gedaan wordt. Het auditteam mist echter periodieke kwaliteitsrapportages waarin telkens expliciet de voortgang van de verbeteracties worden opgenomen en is van mening dat er te veel evaluaties verspreid over het gehele jaar worden uitgevoerd. Soms worden onderwerpen dubbel in beeld gebracht en de vraag is of STO altijd meet wat er gemeten moet worden. Informatievoorziening Op het gebied van informatievoorziening is er een duidelijke analyse gemaakt waaruit is gebleken dat zoeken. Hoewel er nog geen oplossing is, heeft het auditteam vertrouwen in het verbeterplan. Op basis van de Schoolaudit hebben de opleidingen Dier- en Veehouderij en Tuin- en Akkerbouw nog diverse verbetermaatregelen verder doorgezet. Het transitieplan en de mede daaruit voortvloeiende verbetermaatregelen zijn dan ook betrokken bij de audit van de opleidingen. 1.5. Aanpak 1.5.1. Beoordelingsprocedure en de werkwijze Bij de beoordeling van de opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: 5 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 5

De opleiding Dier- en Veehouderij heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstellingen tenminste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld (zie facet 1.1.: Domeinspecifieke Eisen ). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Dier- en Veehouderij op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten, te weten: de documentenanalyse en de audit. 1.5.2. Documentenanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van de door de opleiding aangeleverde schriftelijke informatie, namelijk de Management Review met een groot aantal bijlagen. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie vormde het auditteam zich een beeld van de primaire en secundaire processen. Tijdens de visitatie heeft het auditteam dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentenanalyse. De documentenanalyse is ter voorbereiding op de visitatie aan de leden van het auditteam verstrekt. Tijdens de audit zijn de voorlopige bevindingen geverifieerd en waar van toepassing gewijzigd en aangevuld. 1.5.3. Audit De audit was gericht op een actieve controle door middel van een visitatie 1 uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten: twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Dier- en Veehouderij, één student en vanuit Hobéon Certificering: een lead auditor, een auditor Onderwijs & Kwaliteit en een secretaris. Onder controle moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten en staf heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en, daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft, ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveldgremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht van cv s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; 1 De visitatie heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2008 6 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 6

stageverslagen en -beoordelingen; de beroepsproducten die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de eindproducten van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van de opleidingsprogramma s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggende rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. 1.5.4. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts onvoldoende of voldoende scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, onvoldoende, voldoende, goed of excellent scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort voldoende, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste voldoende hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp onvoldoende en de overige ten minste voldoende hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score onvoldoende. B. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien meer dan één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: Uitvoering en praktijk weegt zwaarder dan beleid en theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan voldoende gerechtvaardigd is, wordt dat als extra aantekening vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening goed, indien alle facetten van dat onderwerp goed hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp voldoende en de overige facetten goed of excellent hebben gescoord; 2 2 Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 ( Programma ) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC s) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formeel vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. Duur is daarom van een andere orde dan bijvoorbeeld Kwaliteit Personeel of Onderwijsrendement. Bij de beslissing of het onderwerp Programma een extra aantekening goed dan wel excellent verdient, wordt het facet Duur dan ook buiten beschouwing gelaten. 7 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 7

een onderwerp krijgt de extra aantekening excellent, indien alle facetten van dat onderwerp excellent hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp goed en de overige facetten excellent hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord. 1.5.5. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Lead Auditor: De heer Ir. F. de Bruijn Leden: Onderwijsinhoudelijk deskundige: De heer Drs. R. Stapert Vakdeskundige: De heer Prof. dr. Ir. E.W. Brascamp Werkvelddeskundige: De heer Drs. E. Douma Student: Mevrouw E. de Olde Secretaris: Mevrouw Drs. L. Blom-van Veen Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding noodzakelijke expertise aanwezig is. Dit betreft dan expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer de Bruijn was lead auditor en heeft inmiddels een groot aantal audits in het kader van accreditatie geleid binnen verschillende domeinen. Hij is in 1982 afgestudeerd aan de Landbouw Universiteit Wageningen. Hij is nadien in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de vernieuwing van beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Doorgaans betrof dit het beta-georiënteerde onderwijs. Sinds 1994 is hij werkzaam bij Hobéon en sinds 1 januari 2008 is hij partner/directielid van het bedrijf. Zowel bij afzonderlijke onderwijsinstellingen, regionaal en op landelijk niveau coördineert of ondersteunt hij vernieuwingstrajecten. Vertrekpunt daarbij is vrijwel altijd een betere aansluiting van het onderwijs op de wensen van nieuwe generatie leerlingen/studenten en van het bedrijfsleven. Tot zijn belangrijkste activiteiten behoren: Ontwikkeling, fundraising en management van grootschalige onderwijsinnovaties(landelijk of regionaal) op het gebied van technologieën en zorgsystemen in VMBO- MBO-HBO. Restyling van opleidingen: d.w.z. integrale vernieuwing (inhoudelijk - onderwijskundig - organisatorisch) vanuit een strategische heroriëntatie. Marktonderzoek en advisering inzake de strategische positionering, inhoud en organisatie van onderwijsinstellingen en opleidingen. Organisatie-ontwikkeling en projectmanagement inzake strategische en inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De heer de Bruijn is lead-auditor bij accreditatie van opleidingen in het hoger onderwijs en bij EVC-centra. De vakinhoudelijke deskundige de heer Brascamp en werkvelddeskundige de heer Douma hebben zich in hun beoordeling vooral gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De heer Brascamp heeft op grond van zijn ervaring en positie in het vakgebied een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het vakgebied en het werkveld gesteld worden aan professionals op het terrein van Dier- en Veehouderij. De heer Brascamp is afgestudeerd in 1972 aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. In 1975 gepromoveerde hij op optimalisatie van fokprogramma s bij melkvee. 8 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 8

Na onderwijs en onderzoek in Wageningen en onderzoek bij het Instituut voor Veeteeltkundig Onderzoek (IVO) in Zeist is hij vanaf 1994 Directeur van het Proefstation voor de Varkenshouderij in Rosmalen en tevens Consulent in Algemene Dienst voor Varkenshouderij. Vanaf 1989 tot 2001 werkte hij als hoogleraar Fokkerij & Genetica aan Wageningen Universiteit. Na een aantal managementfuncties is hij vanaf 2005 Directeur van het Onderwijsinstituut van Wageningen Universiteit. De heer Douma heeft vanuit zijn positie als agrarisch ondernemer een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan Dier- en Veehouderij. De heer Douma trad in 1993 in maatschapverband in het zeugenbedrijf van zijn ouders. In 2000 werd hij één van de acht hoofdbestuursleden van Coöperatie Dumeco. Na de verkoop van zijn aandeel in het bedrijf Dumeco is de coöperatie Dumeco opgegaan in het huidige Vion. Sinds 2005 exploiteert de heer Douma samen met twee rundveehouders de biogasinstallatie SNO Energie BV. Tevens heeft hij in 2005 het zeugenbedrijf met in totaal 600 zeugen en 50 ha akkerbouw volledig overgenomen van zijn ouders. In 2008 is de biogasinstallatie vergroot om 1400 huishoudens van elektriciteit te kunnen voorzien. De heer Douma heeft na de middelbare school diverse cursussen gevolgd, waaronder een AOCV Nice-Nyenrode. Hij is lid van de ledenraad van LTO Noord, LTO Varkenshouderij (kennisontwikkeling), LTO Duurzame energie (Biogasinstallaties) en LTO Kennis en innovatie. Optredend als deskundige onderwijs heeft de heer Stapert zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. De heer Stapert (Nederlandse Taalen Letterkunde / Algemene Taalwetenschappen, Katholieke Universiteit Nijmegen) is in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de ontwikkeling van het HBO (lerarenopleidingen, de implementatie van het HBO Informatica Stimuleringsplan en de HBO fusieoperatie). Van 1992 tot 2001 heeft hij in enkele Oost- Europese landen als long-term expert de uitvoering begeleid van EU Phare programma s, gericht op de introductie van hoger beroepsonderwijs. Thans is hij vooral werkzaam in het kader van de accreditatieonderzoeken die door Hobéon Certificering worden uitgevoerd. Mevrouw De Olde is als student auditor opgetreden. Zij is na het behalen van haar VWO diploma, Applied Animal Science gaan studeren op Hogeschool Van Hall Larenstein in Wageningen. Ze hoopt na haar afstudeeropdracht bij Alterra, in juni 2009 af te studeren. Ze heeft op agrarisch gebied praktijk ervaring opgedaan door van jongs af aan op verschillende boerenbedrijven te werken (melkvee, pluimvee en akkerbouw). Sinds 2005 is ze student voorlichter voor Van Hall Larenstein. Tevens is ze algemeen bestuurslid van Stichting Boerengroep Wageningen en lid van de opleidingscommissie Dierhouderij van Van Hall Larenstein. Mevrouw Blom-van Veen is als secretaris voor deze audit opgetreden. Zij, afgestudeerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (Beleid, Communicatie en Organisatie), heeft verschillende managementfuncties binnen het bankwezen bekleed. Zo is zij 10 jaar als rayondirecteur bij Fortis Bank werkzaam geweest en heeft zij 2 jaar als segmentmanager Huis & Hypotheekadvies en als lid van het managementteam bij Rabobank gefunctioneerd. Vanuit haar eigen bedrijf houdt zij zich bezig met organisatieadvies met focus op kwaliteitszorg binnen het Hoger Beroep Onderwijs en binnen de Diervoedersector. 1.5.6. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II. 1.5.7. Programma van de visitatie op 27 oktober 2008. Zie Bijlage II. 9 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 9

10 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 10

2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO. Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet Domeinspecifieke Eisen is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen De opleidingskwalificaties van Dier- en Veehouderij (hierna te noemen DV) zijn opgesteld in samenwerking met het HAO en geaccordeerd door het landelijk werkveld. In het document Landelijke Opleidingscompetenties HAO-opleiding Dier- en Veehouderij wordt het beroepsprofiel aan de hand van een beschrijving van het werkveld, de ontwikkelingen hierin en een beschrijving van de functiegroepen waar afstudeerden terechtkomen met de kerntaken nader beschreven. Dit is een document van oktober 2002. In 2004 en 2006 heeft de opleiding in samenwerking met het regionaal werkveld dit landelijk profiel aangepast. Het auditteam heeft kennisgenomen van verslagen van de bijeenkomsten met het werkveld. Vanaf het moment dat er door de opleiding competentiegericht onderwijs wordt verzorgd (cohort 2004) zijn de oorspronkelijke competenties gehandhaafd en gedeeltelijk samengevoegd met de competenties van Tuin- en Akkerbouw, Biotechnologie en Voedingsmiddelentechnologie tot gemeenschappelijke (major) competenties. De casussen en projecten worden echter wel binnen de context van de eigen opleiding uitgevoerd. Deze competenties en de resterende specialisatiecompetenties zijn vervolgens voorgelegd aan en gevalideerd door de beroepenveldcommissie. De opleiding geeft vervolgens door middel van de Relatietabel Landelijke opleidingscompetenties HAOopleiding Dier- en Veehouderij (oktober, 2002) en de Major of Agriculture, Dier- en Veehouderij (2007-2008) de relatie weer tussen de Landelijke opleidingscompetenties HAO-opleiding Dier- en Veehouderij van oktober 2002 en de competenties van de Major of Agriculture (genummerd) Dier- en Veehouderij (2007-2008). Ook wordt hierin de relatie tussen de Landelijke opleidingscompetenties HAO-opleiding en de Algemene HBO-competenties op het gebied van brede professionalisering en reflectief denken weergegeven. De opleidingsspecifieke competenties worden aangeboden in de specialisatieminor (specialisatiecompetentie nr. 9: operationeel beheren dier- en veehouderij). In augustus 2006 heeft SoAT een businessplan 2006-2010 opgesteld waarin onder andere een verkenning naar de trends en ontwikkelingen binnen de groene en agrarische sectoren is opgenomen. Er zijn vijf inhoudelijke thema s beschreven om in het onderwijs en onderzoek van de Life Sciences opleidingen een duidelijke positie te geven: 1. Ondernemerschap 2. Voeding en gezondheid 3. Keten- en netwerkkunde 4. Gebiedsgerichte aanpak 5. Duurzaam gebruik energiebronnen 11 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 11

Met ingang van het studiejaar 2006/2007 zijn de competenties van de Major of Life Sciences aangepast voor de Major of Agriculture (Dier- en Veehouderij en Tuin- en Akkerbouw). Dit betekent dat een aantal competenties zijn samengevoegd vanwege het feit dat deze competenties door het werkveld als een eenheid worden gezien. Zo zijn de competenties Onderzoeken en Experimenteren samengebracht in de competentie Onderzoeken. De competentie Strategisch Ondernemen is competentie Ondernemen geworden. Verder zijn er ook zijn twee voorlichtingscompetenties samengevoegd. In 2007 heeft de School of Agriculture & Technology een voorstel gedaan aan het CVB over de herpositionering van het portfolio met een focus op 4 brede bachelors (Greenport, Food & Health, Animal Wellbeing, Sustainability & Living Environment). Dit voorstel is besproken met het College van Bestuur, de medewerkers van de School, een vertegenwoordiging van LNV, de Raad van Advies en belangrijke vertegenwoordigers uit het werkveld en is inmiddels geaccordeerd door het CvB. Men heeft het voornemen om vanaf het studiejaar 2009/2010 in het kader van het transitieplan van de School de focus van de opleiding nog sterker te richten op diergezondheid en dierwelzijn. Deze keuze is extern getoetst en nader onderbouwd in het transitieplan (2008). In het document Transitiekader Dier- & Veehouderij onderwijs INHolland (sept. 2008) wordt uiteengezet dat de opleiding haar brede karakter zal behouden, maar dat in de nieuwe opzet het accent in de positionering en de inhoud binnen de uitstroomprofielen mede op verzoek van LNV en het bedrijfsleven wordt gefocust op diergezondheidszorg, - welzijn, en management. In gesprek met coördinatoren en docenten wordt aangegeven dat hier ook de interesse van studenten lijkt te liggen. Het onderzoek Rijnconsult (2008) wijst uit dat dit profiel in de komende periode nog moet worden geconcretiseerd. Met ingang van september 2008 is een nieuwe werkveldcommissie dier- en veehouderij ingesteld. Deze gaat de opleiding in het jaar 2008/2009 adviseren op het gebied van de verdere positionering. Tevens is het de bedoeling dat deze commissie de gemaakte keuzes van de opleiding gaat valideren. De commissie bestaat uit leden uit de wetenschap, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en alumni. De werkveldcommissie zal driemaal per jaar bijeenkomen. De huidige werkveldcommissie komt hiermee te vervallen (Transitiekader D&V, september 2008). Het auditteam heeft de ledenlijst van de nieuwe werkveldcommissie ingezien en deze akkoord bevonden. Tevens heeft het auditteam kennisgenomen van het Transitieplan met onderliggende documenten van het Groen-Agrarisch Cluster (2008). Dit plan behelst een uiteenzetting en verantwoording van visie, missie, doelstelling, markt, onderwijskwaliteit en onderwijsontwikkeling. Het auditteam heeft geconstateerd dat het hierbij behorende onderzoek en Transitierapport Rijnconsult (2008) een validering behelst van zowel het huidige opleidingsprofiel als van de ontwikkeling naar de 4 nieuwe brede bachelors. Het auditteam heeft op basis van verslaglegging geconstateerd dat de hiervoor beschreven ontwikkeling tot stand is gekomen in samenwerking met het werkveld en sterk gericht op veranderingen die in de sector gaande zijn. De opleiding leidt nu ook op voor functies op het gebied van logistiek, management, etc. Dit wordt in het gesprek met coördinatoren en docenten bevestigd. Er wordt niet alleen opgeleid voor bedrijfsopvolgers in de reguliere veehouderij. Nieuwe ideeën worden besproken in het docententeam, met het management en met de beroepenveldcommissie. Van belang is dat er zaken ontwikkeld worden die vallen onder de geformuleerde competenties. Het management neemt de uiteindelijke beslissing over verwerking in het curriculum. Tevens wordt nagegaan of er een combinatie mogelijk is met een externe partij, bijvoorbeeld met Fairfood en Agrarische Natuurvereniging Vockestaert.. Een docent krijgt uiteindelijk de verantwoordelijkheid tot verdere uitwerking en verkrijgen van verder input. 12 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 12

In het licht van de transitie richt de SoAT haar focus in haar plan van aanpak Internationalisering 2008-2012 op kwaliteit en duurzaamheid. Men streeft ernaar de studenten kwalitatief hoog onderwijs te bieden zodat zij na afstuderen zowel in persoonlijk als in professioneel opzicht goed kunnen functioneren in een internationale beroepssituatie. Doelstelling hierbij is dat vanaf studiejaar 2009/2010 binnen elke nieuwe agrarische bachelor internationalisering als verplicht onderdeel in het curriculum is opgenomen (min. 30 EC). Doelstelling is dat alle studenten voorbereid zijn op het werken in een mondiale omgeving; dat er draagvlak voor is bij alle docenten; en dat studenten en docenten van buitenlandse partnerinstellingen en medewerkers van internationaal opererende bedrijven participeren in en een bijdrage leveren aan het onderwijs bij de SoAT. Het streefcijfer bij de opleiding voor zowel een Grote Stage als een Afstudeerstage in het buitenland is 25%. Voor de Grote Stage betekent dit dat men dit streefcijfer zowel in het studiejaar 2006/2007 (n=24) als in het studiejaar 2007/2008 (n=12) heeft behaald. Bij het Afstuderen in het buitenland is een verlaging van het percentage te zien; 2006/2007: 18% (n=28); en 2007/2008: 13% (n=23). Men geeft als verbeterpunt aan dat er betere voorlichting over afstuderen in het buitenland moet plaatsvinden. Oordeel: voldoende Het auditteam ziet dat het landelijk vastgestelde beroepsprofiel en opleidingsprofiel als basis dienen voor de opleiding en de eindkwalificaties die de studenten moeten behalen. Het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel zijn ontwikkeld en worden actueel gehouden in samenwerking met het werkveld. Het auditteam heeft tevens geconstateerd dat het onderzoek van Rijnconsult (2008) met terugwerkende kracht een validering betreft van zowel het huidige opleidingsprofiel als van de ontwikkeling naar de 4 brede bachelors. Op basis van deze waarnemingen beoordeelt het audit team het facet Domeinspecifieke Eisen als voldoende. 13 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 13

Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet Niveau Bachelor is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen In de documentatie over het landelijk opleidingsprofiel (2002) wordt uiteengezet hoe het opleidingsprofiel is samengesteld op basis van de HBO competenties en afgeleid van het beroepsprofiel. De opleiding geeft door middel van de Relatietabel Landelijke opleidingscompetenties HAO-opleiding Dier- en Veehouderij (oktober, 2002) en de Major of Agriculture, Dier- en Veehouderij (2007-2008) de relatie weer tussen de Landelijke opleidingscompetenties HAO-opleiding Dier- en Veehouderij van oktober 2002 en de competenties van de Major of Agriculture (genummerd) Dier- en Veehouderij (2007-2008). Ook wordt hierin de relatie tussen de Landelijke opleidingscompetenties HAO-opleiding en de Algemene HBO-competenties op het gebied van brede professionalisering en reflectief denken weergegeven. De nummering van de competenties van de Major of Agriculture DV correspondeert met de nummering van de uitgewerkte competentiekaarten (2006/2007). Het auditteam heeft vervolgens geconstateerd dat de opleiding door middel van een matrix de relatie tussen de domein- en opleidingsspecifieke competenties, de HBO-competenties en de Dublin Descriptoren inzichtelijk maakt. Matrix Dublin-descriptoren, HBO-kenmerken en domeinspecifieke- en opleidingsspecifieke competenties Dublin-descriptoren Brede, multidisciplinaire basis Probleemgericht-werken Methodisch en reflectief denken en handelen Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Professionalisering HBO-kenmerken DV-competenties Brede professionalisering * Multidisciplinaire Integratie * Probleemgericht-werken (wetenschappelijke) Toepassing Creativiteit en complexiteit in handelen Methodisch en reflectief denken en handelen Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Basiskwalificering voor managementfuncties Transfer en brede inzetbaarheid * Brede professionalisering * Onderzoeken X X X X X Vermarkten X X X Strategisch Ondernemen X X X X X X Leiding geven X X X X X X Voorlichting/advies X X X Beleid X X X X Kwaliteit en ketenbeheer X X X Operationeel beheren Dier- of Veehouderij X X X X X X X X X X X * De HBO-kenmerken brede professionalisering, multidisciplinaire integratie, transfer en brede inzetbaarheid en brede professionalisering komen alle in de diverse DV-competenties terug. 14 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 14

Oordeel: goed Het auditteam heeft waargenomen dat de eindkwalificaties van de opleiding Dier- en Veehouderij zijn uitgewerkt in competenties en dat een relatie is gelegd tussen de Dublin Descriptoren en deze competenties. Het auditteam heeft deze relatie bekeken en is tot de slotsom gekomen dat alle Dublin Descriptoren in het onderwijs aan de orde komen en de competenties daardoor aansluiten bij de algemeen internationaal geaccepteerde beschrijving van een Bachelor. Dit is voor het auditteam reden om het facet Niveau Bachelor als goed te kwalificeren. 15 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 15

Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet Oriëntatie HBO is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Oriëntatie HBO kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals bij facet 1.2 al is aangegeven zijn de te bereiken kerncompetenties in overeenstemming met de Dublin Descriptoren en daardoor met de algemeen internationaal geaccepteerde beschrijving van een Bachelor. 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals bij facet 1.1 al is aangegeven zijn de te bereiken kerncompetenties afgeleid van het landelijk vastgesteld beroepsprofiel, dat is opgesteld in samenspraak met verwante opleidingen en met het relevante beroepenveld. 1.3.3. Voor het overige blijkt de Oriëntatie HBO ook uit het programma van de opleiding. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1. Oordeel: voldoende Het auditteam stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding mede zijn ontleend aan de door het relevante beroepenveld opgestelde beroepscompetenties en dat deze aansluiten bij het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar. Het auditteam kwalificeert op basis van deze waarneming het facet Oriëntatie HBO voor de opleiding Dier- en Veehouderij als voldoende. SAMENVATTEND OORDEEL DOELSTELLINGEN OPLEIDING : VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp Doelstellingen Opleiding voor de opleiding Dier- en Veehouderij als voldoende op basis van de navolgende overwegingen: Het auditteam ziet dat het landelijk vastgestelde beroepsprofiel en opleidingsprofiel als basis dienen voor de opleiding en de eindkwalificaties die de studenten moeten behalen. Het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel zijn ontwikkeld en worden actueel gehouden in samenwerking met het werkveld. Het auditteam heeft tevens geconstateerd dat het onderzoek van Rijnconsult (2008) met terugwerkende kracht een validering betreft van de ontwikkeling naar de 4 brede bachelors. Op basis van deze waarnemingen beoordeelt het audit team het facet Domeinspecifieke Eisen als voldoende. Het auditteam heeft waargenomen dat de eindkwalificaties van de opleiding Dier- en Veehouderij zijn uitgewerkt in competenties en dat een relatie is gelegd tussen de Dublin Descriptoren en deze competenties. Het auditteam heeft deze relatie bekeken en is tot de slotsom gekomen dat alle Dublin Descriptoren in het onderwijs aan de orde komen en de competenties daardoor aansluiten bij de algemeen internationaal geaccepteerde beschrijving van een Bachelor. Dit is voor het auditteam reden om het facet Niveau Bachelor als goed te kwalificeren. Het auditteam stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding mede zijn ontleend aan de door het relevante beroepenveld opgestelde beroepscompetenties en dat deze aansluiten bij het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar. Het auditteam kwalificeert op basis van deze waarneming het facet Oriëntatie HBO voor de opleiding Dier- en Veehouderij als voldoende. 16 Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dier- en Veehouderij Hogeschool INHOLLAND 1.0 16