Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Transcriptie

1 Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening en -Management van Saxion Hogescholen datum 27 juni 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Informatiedienstverlening en -management Saxion Hogescholen ons kenmerk NVAO/ /SL bijlagen 1. Inleiding Bij brief van 20 december 2004 heeft de heer mr. dr. C. Boom, lid van de Raad van bestuur van Saxion Hogescholen te Enschede, hierna: Saxion, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna: WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening en -management ingediend. Het betreft een opleiding met een voltijdse en een deeltijdse variant die blijkens de aanvraag te Deventer wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft Saxion een rapport overgelegd van een door Saxion ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Hobéon. Het rapport van Hobéon, hierna: VBI-rapport (27 december 2004), heeft de NVAO ontvangen op 30 december De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 26 mei Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor] van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader. Over een aantal aspecten van de deeltijdopleiding heeft de NVAO bij brief van 31 maart 2005 aan Saxion om nadere toelichting gevraagd. Aan dat verzoek heeft Saxion voldaan in een brief met bijlagen d.d. 28 april 2005, waarin opgenomen een aanvullende bijdrage van Hobéon. 2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. Afstemming op het beroepenveld is adequaat door afstemming op de landelijk gevalideerde beroepsprofielen, waarbij sprake is Inlichtingen Fred Mulder Parkstraat 28 Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) info@nvao.net

2 pagina 2 van 7 van regelmatige actualisatie. Afstemming op de wensen in de regio heeft een onvoldoende systematisch karakter, mede door het ontbreken van een beroepenveldcommissie, die overigens in oprichting is. De twee niveaus landelijk en regionaal - afwegende komt het panel tot een onvoldoende voor het facet domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van beide opleidingsvarianten sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het niveau bachelor zoals weergegeven in de Dublin-descriptoren en de generieke HBOcompetenties. De eindkwalificaties van elk van beide opleidingsvarianten zijn ontleend aan de beroepsprofielen die opgesteld zijn door het (landelijk) beroepenveld. De daarmee samenhangende competenties waarover een beginnende beroepsbeoefenaar moet beschikken zijn daarvan afgeleid. Het panel komt tot het oordeel voldoende voor de facetten bachelorniveau en hbo-oriëntatie. het onderwerp Doelstellingen opleiding voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. De weging door het panel van de drie facetoordelen, leidend tot een voldoende op onderwerpniveau, onderschrijft de NVAO op grond van het partiële karakter van de onvoldoende voor het facet domeinspecifieke eisen. De NVAO stelt vast dat in het VBIrapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden Hobéon dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp Doelstellingen opleiding als voldoende. Ad: Programma Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding heeft een goed onderwijsprogramma opgebouwd rondom de landelijk vastgestelde opleidingskwalificaties. Het nieuwe programma zorgt voor een goede interactie met de beroepspraktijk. Deze interactie wordt aantoonbaar ingezet om de relevantie, de actualiteit en de kwaliteit van de opleiding te waarborgen. De ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden van de studenten vindt plaats via vakliteratuur, via door de beroepspraktijk ingebrachte projecten en casussen en via aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal. Het programma en de leerdoelen van de programmaonderdelen zijn een adequate concretisering van de geformuleerde eindkwalificaties. Inhoud, vormgeving en de faciliteiten die de docenten bieden, stellen de student in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te verwerven. De inhoud en planning van de programma s zijn op doordachte en consistente wijze op elkaar afgestemd waardoor de onderscheiden programmaonderdelen (modules) tezamen een coherent geheel vormen. De opleiding besteedt systematisch aandacht aan de relatie tussen de formele en feitelijke studielast, zowel op moduleniveau als op het niveau van het programma. De opleiding heeft derhalve een instrument om op die beide niveaus studievoortgangbelemmerende factoren weg te nemen. Deeltijdstudenten beleven, anders dan hun voltijd collegae, de reële studielast als hoger dan de geplande. Tijdens jaargroepevaluaties stellen zij dat de zelfstudietijd van 20 uur wordt overschreden. De opleiding gaat ervan uit dat eerder verworven competenties het mogelijk maken voor studenten om sneller door het traject te kunnen gaan dan voltijd studenten. Echter, door het ontbreken van een goed werkend EVC-traject is het voor studenten onmogelijk vrijstellingen te krijgen. Het panel komt voor de deeltijdvariant tot het oordeel onvoldoende voor het facet studielast op grond van de klachten van studenten en het ontbreken van een EVCsystematiek. Uit nadere toelichting door Saxion blijkt dat de opleiding mede naar aanleiding van ontevredenheid bij studenten over de aansluiting op hun vooropleiding - voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant inmiddels werkt met een intakeprocedure, waarin EVC s worden beoordeeld op relevantie, op het niveau van hun context en op complexiteit. Binnen

3 pagina 3 van 7 de intakeprocedure voor deeltijdstudenten wordt tevens een zogeheten werkplekscan uitgevoerd, een instrument waarmee de desbetreffende assessor kan vaststellen of de werkplek van een aspirant deeltijdstudent geschikt is voor het uitvoeren van projectwerkzaamheden die tot het studieprogramma behoren. Ten aanzien van die projectwerkzaamheden worden aan deeltijdstudenten twee opties geboden: óf ze maken gebruik van de projectcasus zoals die regulier door de opleiding worden aangeboden, óf ze maken gebruik van een soortgelijke casus in hun werksituatie. De wijze van uitvoeren is in beide gevallen dezelfde. Door inzet van intakeassessments, verscheidenheid aan werkvormen en door middel van goede studiebegeleiding houdt de opleiding goed rekening met de verschillen in de kwalificaties van de instromende studenten en is in veel gevallen een persoonlijk studietraject mogelijk. Het panel heeft het programma als geheel en de themaboeken ingezien en heeft kunnen constateren dat de opleiding uit 240 ECTS bestaat. Het didactisch concept ligt geheel in lijn met de doelstellingen van de opleiding. De werkvormen zijn direct ontleend aan het didactisch concept. Via de huidige beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De opleidingen hebben een helder toetsbeleid ontwikkeld waarin criteria voor toetsing goed zijn uitgewerkt. het onderwerp Programma voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. De NVAO aanvaardt de weging door het panel van de facetoordelen voor de deeltijdvariant leidend tot een voldoende op onderwerpniveau en stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden Hobéon dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp Programma als voldoende. Ad: Inzet personeel Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat met één been in de beroepspraktijk staat. De opleiding werkt aan versterking van de relatie met de beroepspraktijk door docenten stage te laten lopen in de beroepspraktijk en hen externe opdrachten te laten uitvoeren. Zo zorgt de opleiding ervoor dat docenten een blijvende recente ervaring in de beroepspraktijk bezitten. De opleiding heeft inzicht in de noodzakelijke capaciteit om de opleiding op de gewenste kwaliteit te kunnen leveren en beschikt over de middelen om dit adequaat te kunnen bewaken en tekorten te kunnen opvangen. Het personeel is voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Tevens heeft de opleiding voldoende zicht op de noodzakelijke ontwikkeling van het personeel. het onderwerp Personeel voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp als voldoende.

4 pagina 4 van 7 Ad: Voorzieningen Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding heeft een voldoende beeld van de noodzakelijke voorzieningen voor de uitvoering van het onderwijs. De studiebegeleiding aan studenten is adequaat met het oog op de studievoortgang. De informatiebehoefte aan studenten is nog niet op alle punten adequaat maar de opleiding is zich daarvan bewust en neemt daarop actie. het onderwerp Voorzieningen voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp als voldoende. Ad: Kwaliteitszorg Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding wordt jaarlijks aan de hand van toetsbare streefdoelen geëvalueerd. Bij deze evaluaties zijn studenten, docenten, alumni en het beroepenveld betrokken. Een verbeterpunt is dat de uitkomsten van de evaluaties beter zouden kunnen worden teruggekoppeld. Studenten, medewerkers en alumni zijn op actieve en georganiseerde wijze bij de interne kwaliteitszorg betrokken. Het beroepenveld wordt echter nog onvoldoende betrokken bij de interne kwaliteitszorg, maar het instituut waarbinnen de opleiding een plaats heeft is bezig met het opzetten van een beroepenveldcommissie om dit punt te verbeteren. het onderwerp Interne kwaliteitszorg voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp voldoende. Ad: Resultaten Het Hobéon-panel komt tot de volgende vaststellingen. De gerealiseerde eindkwalificaties komen overeen met de beoogde eindkwalificaties. Het panel heeft afstudeerwerkstukken ingezien en beoordeeld van voltijd- en deeltijdstudenten. Deze werkstukken zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit; voor het realiseren ervan dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van hbo-studenten mag worden verwacht. De opleidingen kunnen meer aandacht besteden aan de aansluiting op de beroepspraktijk door de beroepspraktijk te betrekken bij de evaluatie van de gerealiseerde eindkwalificaties. Er zijn rendementscijfers gedefinieerd en deze worden door de opleidingen gebruikt. Daar waar de opleiding de streefcijfers niet haalt, zijn concrete verbetermaatregelen genomen. Uit nadere toelichting door Saxion blijkt dat met betrekking tot de deeltijdvariant geen standaardrendementscijfers beschikbaar zijn doordat deze variant in de huidige vorm pas in september 2003 van start is gegaan. het onderwerp Resultaten voor zowel de voltijdse als de deeltijdse variant. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp voldoende.

5 pagina 5 van 7 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO de Raad van bestuur van de Saxion Hogescholen te Enschede in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 7 juni 2005 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de hbo-bachelor Informatiedienstverlening en -management (voltijdse en deeltijdse variant; locatie: Deventer) van Saxion Hogescholen te Enschede. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding. Den Haag, 27 juni 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Marc Luwel (vice-voorzitter) Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1: overzicht van paneloordelen Bijlage 2: de samenstelling van het panel

6 pagina 6 van 7 Bijlage 1: Overzicht van paneloordelen voltijd en deeltijd opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO Programma Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement Voltijd en Deeltijd vt: V Onvoldoende dt: O

7 pagina 7 van 7 Bijlage 2: de samenstelling van het panel Blomen, W.L.M. (voorzitter) Auditdeskundigheid: Hobéon-auditor; Onderwijsdeskundigheid: bestuur, strategie en organisatie hoger (beroeps)onderwijs (HBO-raad); Domeinsdeskundigheid: - Werkvelddeskundigheid: - Internationale deskundigheid: - Stoltenborg, G.J. Auditdeskundigheid: - Onderwijsdeskundigheid: onderwijsresearch, commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstelling (o.a. post-hbo); Domeinsdeskundigheid: - Werkvelddeskundigheid: - Internationale deskundigheid: vertrouwd met EU en internationaal projectenbeleid. Frowein, J.C. Auditdeskundigheid: - Onderwijsdeskundigheid: UD Organisatiekunde; Domeinsdeskundigheid: universitaire studie bestuurlijke informatiekunde, promotie gericht op bedrijfseconomische modelbouw; Werkvelddeskundigheid: adviseert bij M&I/Partners over ICTstrategie, -beleid en besturing, kennis- en contentmanagement; Internationale deskundigheid: - Vanca, A. Auditdeskundigheid: - Onderwijsdeskundigheid: docent elektrotechniek en natuurkunde, adjunct directeur VO; Domeinsdeskundigheid: hbo-studie bedrijfskunde Werkvelddeskundigheid: directielid diverse ICT-bedrijven, partner in organisatie-adviesbureau I.M. United; Internationale deskundigheid: - Stittelaar, V.J. (student-lid) Vierdejaars duaal student Bestuurskunde/Overheidsmanagement Haagse Hogeschool Visscher, R.M. Auditdeskundigheid: - (secretaris) Onderwijsdeskundigheid: - Domeinsdeskundigheid: studie Technische Cognitiewetenschap; Werkvelddeskundigheid: onderzoeker en projectleider KPN research, ICT-consultant bij People-force;