Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM"

Transcriptie

1 College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE van het Centrum voor Nascholing Amsterdam datum 24 november 2005 onderwerp Definitief besluit Toets NO hbo-master Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE Hogeschool van Amsterdam ons kenmerk NVAO/ /CT bijlagen 1 Inleiding Bij brief van 27 juni 2005 heeft de heer Dr. S.J. Noorda, Voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag Toets nieuwe opleiding, als bedoeld in artikel 5a.11 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna: WHW (Stb. 2002, 302), voor de opleiding hbo-master Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE ingediend. Het betreft een postinitiële opleiding met een deeltijdvariant die te Amsterdam, Rotterdam, Haarlem en Alkmaar wordt verzorgd. De uitvoering van de opleiding ligt in handen van het Centrum voor Nascholing Amsterdam (CNA), een instituut van de Hogeschool van Amsterdam. De beoordeling is uitgevoerd door een VBI: in dit geval NQA. NQA heeft voor de beoordeling van de aanvraag een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: 1. Voorzitter: Prof. dr. Th. Wubbels, Hoogleraar Onderwijskunde, in het bijzonder de ontwikkeling van personeel & organisatie in educatieve instellingen 2. Panellid: Drs. P. Kesteloo, Interim- en projectmanager in de onderwijssector 3. Panellid: Dr. R. Klarus, Lector in het ontwikkelen van competenties op de werkplek en onderwijskundige 4. Panellid: Drs. P. Göbel, auditor NQA en secretaris 5. Panellid: M. Snel, auditor NQA en secretaris De beoordeling van het panel is verricht aan de hand van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs [hbo-master] van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna het toetsingskader. Het panel heeft vastgesteld dat het informatiedossier met bijlagen van de instelling voldoende basis bood voor het visitatiebezoek op 8 maart 2005 en het voor de opleiding geldende domeinspecifieke referentiekader. Het panel heeft tijdens het bezoek gesproken met een vertegenwoordiging van het college van bestuur en het opleidingsmanagement. Daarnaast met vertegenwoordigingen van studenten, docenten, afgestudeerden en het werkveld. Op de dag van het bezoek heeft het panel ter inzage gelegd materiaal bestudeerd. Het panel heeft in afwijking van het toetsingskader een vier-puntsschaal gehanteerd en het onderwerp resultaten toegevoegd. Het betreft in dit geval een feitelijk al Inlichtingen Henri Ponds h.ponds@nvao.net Parkstraat 28 Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) info@nvao.net

2 pagina 2 van 6 bestaande opleiding, waardoor het panel gerealiseerde kwaliteit wilde en diende te beoordelen. Het definitieve rapport van het panel (het VBI-rapport) is in juni 2005 aangeboden aan de opleiding. De NVAO heeft na bestudering van het VBI-rapport enkele aanvullende vragen aan de opleiding gesteld over de toetsing van kennis, de instroom en het type en het niveau van het onderzoek dat de studenten uitvoeren. 2 Het panel 2.1 Samenvatting van bevindingen van het panel De Hogeschool van Amsterdam heeft op 27 juni 2005 een aanvraag nieuwe opleiding hbomaster Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE ingediend. Het betreft een opleiding die nieuw is in het Nederlands hoger onderwijs, maar internationaal zijn er wel vergelijkbare opleidingen, bijvoorbeeld in Schotland. De opleiding onderhoudt regelmatig contacten met buitenlandse, vergelijkbare opleidingen. Het is een postinitiële, deeltijdopleiding die in Amsterdam in de aangevraagde vorm sinds oktober 2003 bestaat toen het derde jaar van de opleiding, het masterjaar, van start ging. De studielast van de opleiding is 61 ects. NQA heeft een panel van deskundigen ingesteld, hiervoor genoemd, om een advies uit te brengen over de kwaliteit van de opleiding. In dit rapport onderbouwt het panel het advies over de kwaliteit van de opleiding door haar bevindingen, overwegingen en conclusie per facet van het kader nieuwe opleidingen te presenteren. Het panel heeft de aanvraag in maart 2005 beoordeeld. De opleiding heeft bij de ontwikkeling van de twaalf competenties gebruik gemaakt van het beroepsprofiel voor schoolleiders basisonderwijs van de NSA en van het beroepsprofiel van de VVO/Schoolmanagers-VO. De opleiding geeft aan dat benchmarking buitengewoon lastig is, omdat er momenteel geen masteropleiding voor schoolleiders is in Nederland die vergelijkbaar is met deze opleiding. Andere opleidingen zetten zich veel minder in op onderzoeksmatig schoolleiderschap. Het panel is hiervan overtuigd. De opleiding onderhoudt regelmatige contacten met Schoolleidersopleidingen in het buitenland. De internationale oriëntatie is tevens aanwezig via de mede op de ontwikkelingen in het buitenland geïnspireerde beroepsprofielen van NSA en VVO/ Schoolmanagers-VO en via de talrijke werkcontacten van docenten/onderzoekers van de opleiding met buitenlandse docenten/onderzoekers. Het panel heeft de eindkwalificaties beoordeeld en is van mening dat de opleiding inzichtelijk maakt dat de eindkwalificaties voldoen aan internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de Dublin descriptoren voor een master. De eindkwalificaties zijn in nauw overleg met de eigen veldadviescommissie tot stand gekomen, zowel in de voorbereidende fase als bij de totstandkoming van het document. Een vertegenwoordiger van de NSA en een vertegenwoordiger van Schoolmanagers-VO hebben zitting in de veldadviescommissie, waardoor onder meer actualisering van de kerncompetenties geborgd wordt. Het panel stelt vast dat de studenten allemaal werkzaam zijn in leidinggevende functies in een multidisciplinaire omgeving waarvoor het werkveld een hbo-master wenselijk acht.

3 pagina 3 van 6 Het panel heeft vastgesteld dat de deelnemers van de opleiding werkzaam moeten zijn als verantwoordelijk leidinggevende in een onderwijsorganisatie en dat het programma, gegeven de thema s en de diverse werkvormen, de interactie met de beroepspraktijk garandeert. Het panel vindt de gebruikte literatuur van goed niveau, maar te eenzijdig Nederlands. Het panel heeft drie Engelstalige titels vastgesteld. De opleiding legt de nadruk op beleidsmatige en sturingsaspecten van de bedrijfsvoering en in mindere mate op financieel-economische aspecten. Het panel stelt zich op het standpunt dat het technisch bedrijfskundige aspect niet kan ontbreken wanneer uitgegaan wordt van integraal leiderschap. Elke competentie is op drie niveaus (basis-, gevorderd- en masterniveau) geoperationaliseerd waarbij de relatie met de eindkwalificaties is vastgelegd. De opleiding hanteert als toelatingscriteria een vooropleiding op minimaal bachelorniveau, werkzaam zijn in de functie van schoolleider en een motivatie waarin committment met het onderwijsconcept van de opleiding wordt beschreven. De intakeprocedure van de opleiding is onder meer gericht op het zichtbaar maken van verworven competenties. De opleiding verleent op basis van een procedure Eerder Verworven Competenties (EVC) geen vrijstellingen binnen een studiejaar. Wel is op basis van EVC vrijstelling van het eerste jaar (20 ECTS) mogelijk. In het didactisch concept staan o.a. systematische reflectie op het leren, de verbinding tussen het eigen leren en het leren van de school en de ontwikkeling van conceptueel denken en eigen theorievorming centraal. Het panel heeft vastgesteld dat alle studenten een portfolio (het centrale toetsinstrument) samenstellen waarin ze de ontwikkeling van hun competenties bijhouden. De portfolio s bevatten procesverslagen, reflectieverslagen en bewijsstukken uit opdrachten. De opleiding toetst niet op kennis sec., maar door middel van de toepassing bij opdrachten. Het panel heeft de CV s van het personeel bestudeerd en stelt vast dat de docenten de verbinding met de praktijk moeten kunnen leggen en voldoende gekwalificeerd zijn, zowel vakinhoudelijk, als onderwijskundig, als onderzoeksmatig, om het beoogde programma te realiseren. Het panel beoordeelt de omvang van het ingezette personeel als voldoende. De materiële voorzieningen acht het panel voldoende. De opleiding biedt een begeleidingssystematiek die aansluit bij het onderwijsconcept en is ingericht op optimale zelfsturing en maatwerk in het leren, systematische reflectie op het leerproces, leren in interactie met de praktijk, leren in interactie met medestudenten en docenten. CNA heeft een instituutsbreed kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. Het panel heeft gezien dat de opleiding periodiek en systematisch evalueert. Het panel heeft kwaliteitsbewustzijn bij studenten en docenten en opleidingsmanagement aangetroffen en verschillende voorbeelden gezien van verbetermaatregelen die gebaseerd zijn op evaluaties. Studenten, docenten, werkveld en afgestudeerden zijn betrokken bij de kwaliteitszorg. Het panel beoordeelt de condities voor continuïteit als voldoende. Het panel heeft afstudeerwerkstukken ingezien en beoordeelt deze als van masterniveau. De opleiding heeft hoge streefcijfers bepaald voor het onderwijsrendement en het panel stelt vast dat de opleiding hier vrijwel aan voldoet. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de aanvraag nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE van de Hogeschool van Amsterdam.

4 pagina 4 van Schematisch overzicht van het oordeel van het panel Onderwerp Oordeel Facet Oordeel 1. Doelstellingen V a. Domeinspecifieke eisen V b. Masterniveau V c. Oriëntatie HBO G 2. Programma V a. Eisen HBO Master G b. Relatie doelstellingen en inhoud V programma c. Samenhang programma V d. Studielast V e. Instroom G f. Duur G 3. Inzet Personeel V a. Eisen HBO V b. Kwantiteit personeel V c. Kwaliteit personeel V 4. Voorzieningen V a. Materiële voorzieningen V b. Studiebegeleiding V 5. Interne kwaliteitszorg V a. Systematische aanpak V b. Betrokkenheid medewerkers e.a. V 6. Condities voor V a. Afstudeergarantie V continuïteit b. Investeringen V c. Financiële voorzieningen V 7. Resultaten V a. Gerealiseerd niveau V b. Afstudeerrendement V 2.3 Advies van het panel Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de aanvraag nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE van de Hogeschool van Amsterdam.

5 pagina 5 van 6 3 Overwegingen NVAO 3.1 De NVAO heeft vastgesteld: dat het panel wat betreft samenstelling voldoet aan de daaraan te stellen eisen van onpartijdigheid, deskundigheid en onafhankelijkheid; dat de werkwijze van het panel bij de beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding van de Hogeschool van Amsterdam voor de opleiding Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE zorgvuldig en gedegen is geweest. De gevolgde werkwijze en procedure alsmede geraadpleegde informatiebronnen zijn helder en nauwkeurig geformuleerd en vermeld; dat het panel zijn oordeel heeft opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de NVAO. Het panel heeft onderdelen uit het Toetsingskader bestaande opleidingen toegevoegd, om de gerealiseerde kwaliteit te kunnen beoordelen. Dit betreft het onderwerp resultaten en de vierpuntsschaal bij het geven van oordelen per facet. Deze werkwijze is weliswaar niet overeenkomstig het toetsingskader, maar biedt wel een aanvullend inzicht in de huidige kwaliteit van de opleiding. Op het niveau van de facetten zijn de analyses van het panel duidelijk en consistent, en ze leiden tot heldere conclusies. Op het niveau van de onderwerpen zijn de oordelen over de facetten op juiste en zorgvuldige wijze afgewogen en neergelegd in heldere conclusies dat de opleiding voldoende antwoord heeft gegeven op enkele aanvullende vragen van de NVAO betreffende de toetsing van kennis, de instroom en het type en het niveau van het onderzoek dat de studenten uitvoeren. De NVAO stelt vast dat studenten een probleem uit hun eigen beroepspraktijk onderzoeken en dat methodisch correct leren analyseren. Onderzoek dient hier als instrument bij de verdieping van leiderschapscompetenties en is daarom als zeer praktijkgericht te typeren. De gehanteerde onderzoeksmethode en de data-analyse zijn meestal kwalitatief van aard. 3.2 De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat het paneladvies aangevuld met bevindingen onder voldoende basis biedt voor een positief eindoordeel over de opleiding.

6 pagina 6 van 6 4 Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, in verbinding met artikel 5a.11, zesde lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit d.d. 25 oktober 2005 naar voren te brengen. Bij brief van 17 november 2005 met kenmerk JK/wb/557 heeft de instelling gewezen op twee feitelijke onjuistheden die in het definitief besluit gecorrigeerd werden. De NVAO besluit de aanvraag Toets nieuwe opleiding van de Hogeschool van Amsterdam voor de postinitiële opleiding Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE, uitgevoerd door het Centrum voor Nascholing Amsterdam, positief te beoordelen. Ingevolge het bepaalde in artikel 7.10a, derde en vierde lid van de WHW is de graad: Master in Educational Leadership. Den Haag, 24 november 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie K.L.L.M. Dittrich (voorzitter) Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Instelling Opleiding Sector Graad Oriëntatie : Hogeschool van Amsterdam : Integraal Leiderschap voor Schoolleiders PO, VO en BVE : Gedrag en Maatschappij : Master in Educational Leadership : hbo-master